The Draughtsman's Contract

Page 1

“One of the dictums that I was thaught at

The Draughtsman’s Contract art school was: you should draw what you see and not what you know.” Peter Greenaway – 1983

111211>050212


© Peter Greenaway

The Draughtsman’s Contract Tentoonstelling bij CypresGalerie Vaartstraat 131 3000 Leuven zondag 11 december 2011 tot zondag 5 februari 2012. Gesloten op 25/12/2011 en 01/01/2012 Vernissage op zon 11 december 2011 van 14 tot 18h. Inleiding door Hans Martens, Directeur Academie Mechelen Curator: Paul Poelmans België Nederland

Peter De Koninck Joachim Devillé Bruno Hardt Jeroen Hollander Stefan Serneels Hanne Van Rompaey Hannelore Van Dijck Robbie Cornelissen Marcel van Eeden Rik Smits Renie Spoelstra Justin Wijers

Courtesy Ron Mandos Gallery – Galerie Maurits van de Laar – Crown Gallery – Galerie Het Vijfde Huis – Galerie Zink – Actionfields

CypresGalerie is een initiatief van het communicatiebedrijf Cypres — www.cypres.com


Landschap en (urbane) architectuur CypresGalerie presenteert u een uitzonderlijk tentoonstellingsproject dat exclusief gebaseerd is op tekeningen. Het concept van deze expositie is gebaseerd op de film ‘The Draughtsman’s contract’ (1982) van de Engelse cultcineast Peter Greenaway waarin een tekenaar (Mr. Neville) de opdracht krijgt om 12 tekeningen te maken van de landerijen en het landgoed van zijn opdrachtgever, de rijke landeigenaar Mr Herbert. In onze adaptatie van deze plot presenteren wij u 12 kunstenaars (7B/5NL) die werk brengen rond landschap en (urbane) architectuur. De tekening is weer volledig terug van eigenlijk nooit weggeweest. De groeiende interesse van de kunstliefhebber voor het ambachtelijke uit zich in een hernieuwde belangstelling voor het medium. Tentoonstellingsprojecten rond de tekening in binnenen buitenland (w.o. de expo “Never underestimate the power of drawing” te Antwerpen, “All about drawing” te Schiedam en in 2012 “The power of Paper” bij Saatchi Gallery in London) lijken deze trend te bevestigen. In deze tentoonstelling focussen wij op de tekening als een onafhankelijk werk met kunstenaars die deze discipline als hun ‘core-medium’ beschouwen. Geen schetsen of voorstudies maar autonoom tekenwerk met een selectie aan topwerken van de beste tekenaars uit de lage landen. Gerenommeerde namen uit België (Serneels, De Koninck, Hardt, Devillé, Hollander) en Nederland (Cornelissen, Van Eeden, Spoelstra) worden aangevuld met jong talent als Hannelore Van Dijck, Hanne Van Rompaey, Rik Smits en Justin Wijers. Paul Poelmans, curator


De tekening als autonome uitdrukkingsvorm De tentoonstelling ‘The Draughtsman’s Contract’ schrijft zich in een vernieuwde aandacht voor de tekening als autonome uitdrukkingsvorm in. Het medium tekenen krijgt vandaag (terecht) dezelfde aandacht als andere media zoals schilderkunst, beeldhouwkunst, installatie, video,… Gewoon enkele feiten uit een zeer recent verleden. Onlangs bezocht ik de tentoonstelling in de Antwerpse Zeno X Gallery met tekeningen (works on paper) van Anne-Mie Van Kerckhoven, Jan De Maeschalck, Jack Witten en Jokum Nordström. Een week geleden zag ik in het Bonnefantenmuseum in Maastricht de prachtige tentoonstelling ‘Extended Drawing’ met werk van Sol LeWitt, Robert Mangold, Bruce Nauman en Richard Serra. Vorig jaar presenteerde Geukens & De Vil in Antwerpen de groepstentoonstelling ‘The Power of Drawing’. En enkele jaren terug gaf het prestigieuze Phaidon ‘Vitamin D’ uit (met de D van Drawing) een compilatie van meer dan 100 hedendaagse kunstenaars die tekenen een centrale of autonome plaats geven binnen hun oeuvre. Dit boek is inmiddels uitgegroeid tot een referentiewerk dat de betekenis, de grote diversiteit en complexiteit van het medium tekenen in kaart brengt. Het toont aan dat tekenen ook in de eenentwintigste eeuw een belangrijke evolutie doormaakt en reveleert bovendien de vitale kracht van het medium. Maar ook dichter bij huis is er bijvoorbeeld ‘The Drawing Incident’, een onderzoeksgroep over Tekenen aan het Sint-Lucas Gent, is er een succesvolle aparte bacheloren masterafdeling ‘Tekenen’ aan het KASK in Gent en behoren de afdeling ‘tekenkunst’ in bijna alle Academies van het Deeltijds Kunstonderwijs tot de dichtstbevolkte klassen. Bij de meeste kunstenaars in de tentoonstelling ‘The Draughtsman Contract’ behoort het tekenen tot hun ‘core business’. Het is opvallend hoeveel kunstenaars zich de laatste tijd bijna uitsluitend op dit medium hebben toegelegd. Soms – en ik denk nu spontaan aan het werk van Marcel van Eeden – op het obsessieve af, soms als een belangrijk en bijna autonoom element binnen het oeuvre zoals bij Thierry De Cordier,


Michael Borremans of Mark Manders (om het bij België-Nederland te houden), of William Kentridge, Raymond Pettibon, Matt Mullican en natuurlijk Joseph Beuys. Zowel Mullican als Beuys refereerden vaak naar het tekenen als een wijze van denken of een manier om met de werkelijkheid om te gaan. Maar tekenen is ook de metafoor bij uitstek voor het intieme, het fragiele, het nog niet geconcretiseerde. Tekenen staat aan het begin van het leven. Nog voor een kind kan schrijven, kan het al tekenen. Ook dit is omgaan met de werkelijkheid. Via verbeelding ontdekt het kind dat lijnen iets anders kunnen symboliseren. En behoren de rotstekeningen (eerder dan schilderingen) niet tot de vroegste vormen van artistieke uitdrukking?

Michelangelo

Dit doet me denken aan het renaissancistische begrip ‘disegno’ wat in het Italiaans zowel ‘tekening’ als ‘ontwerp’ betekent, maar ook schets, blauwdruk, patroon, plattegrond. ‘Disegno’ stond centraal in het opwaarderen van het statuut van de kunst van louter ambacht naar conceptuele creatie. De vaardigheid van tekenen en de intellectuele capaciteit van uitvinden, creëren gingen hand in hand. Ook interessant is dat er al snel een dispuut ontstond tussen de voorstanders van het disegno (de aanhangers van Michelangelo, de Florentijnen) en de voorstanders van het colorito (de aanhangers van Titiaan, de Venetianen). Een polarisatie die ook later nog zal nagalmen in de strijd tussen de Poussinisten en Rubensisten.

Alhoewel we ‘tekeningen’ nog vaak associëren met Oude Kunst en er wel elk seizoen ergens een tentoonstelling opent met als ondertitel iets in de zin van ‘Meesterlijke


‘Erased de Kooning drawing’ van Robert Rauschenberg.

tekeningen’, is het medium – net als de kunst in het algemeen – geëxplodeerd in de twintigste eeuw. Van studie of voorbereidende schets verwierf het tekenen het statuut van experimentele proeftuin par excellence: van psychografisch document bij de expressionisten tot écriture automatique bij de surrealisten over de collages van de dadaïsten tot de tekstwerken van de conceptuele kunstenaars en de wall drawings van Sol LeWitt. Een van de meest radicale tekeningen uit de 20ste eeuw is waarschijnlijk de ‘Erased de Kooning drawing’ van Robert Rauschenberg.

Tekent zich vandaag – in een tijd waarin meer dan ooit alles kan en mag – een specifieke tendens af in hoe de kunstenaars omgaan met het medium tekenen? Ik denk dat we nog steeds een grote tweedeling zien tussen enerzijds een lyrische spontaniteit, waarin de motoriek van het (fysieke) handschrift zichtbaar blijft als een soort afspiegeling van een innerlijke bewogenheid, en anderzijds een intellectueel abstracte benadering waarin de tekening een constructie is, bedachtzaam en beheerst. Beide benaderingen, en de vele variaties en tussenwegen er van, kunnen makkelijk naast elkaar staan. Voor vele kunstenaars is tekenen even vanzelfsprekend als ademen. Er is niet altijd een idee of een plan wanneer men begint te tekenen. Ideeën krijgen als het ware pas


vorm wanneer ze getekend worden. Al tekenend ontstaan er ideeën. Tekenen maakt zichtbaar wat nog moet ontstaan. Maar het bijzondere aan tekenen is natuurlijk ook dat men het bijna overal en altijd kan doen. Een stuk papier en een potlood is voldoende. De ruimte kan het atelier zijn, maar even goed de keuken, het café, het vliegtuig of het bos. En het low-cost principe staat vaak garant voor een grotere experimenteerdrift. Het is algemeen bekend dat voor de maker tekenen het observeren aanscherpt en het waarnemen verhoogt. Het “leren tekenen” blijft dan ook – ondanks alle pedagogische revoluties – de basis van iedere kunstopleiding. In het beschouwen van tekeningen gebeurt er ook iets bijzonder. Door, in vergelijking met grotere schilderijen of driedimensionaal werk, de meestal kleinere schaal, ontstaat er een totaal andere relatie met de toeschouwer. Tekeningen ga je niet zozeer bekijken, maar eerder lezen. De meeste tekeningen hebben een specifieke schriftuur, een eigen signatuur (letterlijk: hand-tekening). Tot slot nog deze opmerkelijke vaststelling: in tegenstelling tot de schilderkunst is de ‘tekenkunst’ nog nooit dood verklaard. In deze tentoonstelling zijn we daar getuigen van.

Hans Martens Directeur Academie voor Beeldende Kunsten Mechelen Toespraak uitgesproken ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling.


Joachim Devillé Macht, eenzaamheid en anonimiteit omhelzen het werk van beeldend kunstenaar Joachim Devillé (1978). Hij tekent en schildert locaties, situaties en personages met een hoog mystery-gehalte. Interieurs, exterieurs en façades van gebouwen, landschappen, objecten en personages worden met al dan niet poëtische geladenheid bevroren tot hun uiterste banaliteit, neutraliteit en anonimiteit. In zijn beelden wordt de werkelijkheid aanschouwd als een gebroken spiegel; steeds in confrontatie met de waarnemingen van verschillende en soms zeer uiteenlopende situaties, plaatsen en werelden worden ideeën gekneed tot nieuwe denkbeelden. Door middel van reconstructie, herconstructie en deconstructie van deze waarnemingen komt de vertaling van de realiteit naar een gefictionaliseerde wereld tot stand. De focus ligt niet enkel in de notie van het fictieve dat schijnbaar tot onze realiteit kan gerekend worden, maar evenzeer in de werkelijkheid die in deze denkbeelden samengevat wordt.

Joachim Devillé Halle, °1978 Opleiding Beeldende Kunsten, 1995-1998 Sint-Lukas Kunsthumaniora, Brussel, Kandidaturen Schilderkunst, 1998-2000 Sint-Lukas Hogeschool, Brussel, Vrije Grafiek, 1999-2000 Rijksakademie Anderlecht, Brussel, Masters Schilderkunst, 2000-2002 Sint-Lukas Hogeschool, Brussel, Digitale Beeldvorming, 2005-2006 Rijksakademie Anderlecht, Brussel Courtesy Actionfields


A.I.R. (An Imaginary Reserve) contĂŠ and charcoal on Waterfordpaper - 100 x 160 cm - 2011


Stefan Serneels Het werk van Serneels zou men kunnen karakteriseren als het spelen met de beperktheid van lijnen om een figuratie te realiseren. Alsof enkel een schaduw genoeg informatie in zich draagt om een heel personage te visualiseren. Hij refereert voor die meesterlijk subtiele insinuatietechniek aan Hitchcock-films en Nosferatu. Een soort picturale techniek die heel complexe constructies kan onthullen op een snelle en efficiënte manier en die inwerkt op de fantasie en de mentale beeldrepresentatie van de toeschouwer. Terwijl de vervreemdende werken van Serneels ons netvlies prikkelen, verslinden de beelden onze aandacht door een psychopicturale wereld, die mij alvast gepassioneerd in de ban heeft. — Sven Vanderstichelen

Stefan Serneels Wilrijk, °1968 Opleiding 1987 – 1991: Keramiek aan het Provinciaal Hoger Instituut voor kunstonderwijs, Hasselt. Courtesy Crown Gallery Brussel


De Doorgang 2011 - gewassen Oost-Indische inkt en gouache op papier 55cm x 75cm


Justin Wijers Justin Wijers (1981) tekent slachtoffers van geweldsmisdrijven en verkeersongelukken, die hij op het internet vindt. Met dunne kleurviltstift geeft hij de gehavende lichamen in ijle, precieze lijnen weer. Omdat de lichamen slechts gedeeltelijk zijn ingekleurd en hun omtrek heel licht is aangegeven op het witte beeldvlak van het papier, zien ze er op het eerste gezicht uit als abstracte kleurvlakken of eilanden op een landkaart in een witte zee. Op het lichaam en in de vlekken eromheen schrijft Justin Wijers teksten en tekent hij bloemen, planten en pictogrammen in bonte kleuren, die bijna psychedelisch aandoen. Met veel gevoel en aandacht voor detail vult hij de lichamen in als een teder laatste eerbetoon. De toeschouwer verliest zich eerst in de prachtige kleuren en de vele details totdat de totaalvorm van het lichaam naar voren komt. Justin Wijers confronteert ons zo met een rauwe realiteit die dagelijks tot ons komt in de media maar waar we ons normaal gesproken voor afsluiten.

Justin Wijers Rotterdam, °1981 Opleiding 2000-2004: Willem de Kooning Academie Rotterdam Courtesy Galerie Maurits van de Laar – Den Haag


Bus 2010 - jellyroller op papier - 100 x 140cm


Jeroen Hollander Al heel lang tekent Jeroen Hollander imaginaire stads- en openbaar vervoerplannen. Hij is daarin autodidact. Sinds 2001 komt hij met zijn werk naar buiten, nadat hij de kans kreeg dit te tonen aan Jan Hoet. Jan Hoet engageerde hem onmiddellijk voor zijn tentoonstelling YELLOW in Geel. Sindsdien stelt hij minstens 1 keer per jaar tentoon. In 2009 kreeg hij een zeer grote erkenning voor zijn werk als één van de 4 laureaten van de Prijs van de jonge Belgische schilderkunst. Dit zet hem ertoe zijn talenten en visies verder te exploreren. Hij gaat bewust op zoek naar nieuwe inspiratiebronnen en onderzoekt de betekenis en vormen van stedelijke netwerken.

Jeroen Hollander Antwerpen, °1976 Prijs Jonge Belgische Schilderkunst 2009, Prix de la Jeune Peinture Belge 2009, BOZAR, Brussels.


Zonder titel 2010 – kleurstift op papier – 80 x 80


Hannelore Van Dijck De aanzet voor een tekening kan overal vandaan komen, van alles wat me kruist en omringt. Droom en realiteit lopen door elkaar. Mijn beelden zijn vaak settings zonder personages of activiteit. Het is de context die de spanning genereert. In de compositie van een muurtekening start ik met wat de locatie me aanreikt en zoek ik naar een antwoord. Met mijn installatie probeer ik de ruimte rechtstreeks te betrekken en om te vormen naar een andere mentale plek. De tekening, de tentoonstelling en de context zijn één ding. Mijn werkproces is een langdurig en langzaam onderzoek van ruimte, structuur, compositie en tastbaarheid doorheen een nauw contact met mijn materiaal. Het tijdelijke karakter van de muurtekening harmonieert met de aard van de houtskool en kan de poëzie ervan tonen. Door de bewaring niet na te jagen, doordringt de fragiliteit van het materiaal de tekening met een ultieme broosheid en vergankelijkheid, die zich uiteindelijk manifesteert in de erosie van de tekening.

Hannelore Van Dijck °1986 2004-2008 Master Visual arts Sint Lucas Beeldende kunst Gent Jan- june 2010: Artist in Residence GlogauAIR Berlin Courtesy Galerie Zink - Berlin


HVD01-021 2011 – houtskool op papier – 85 x 105


Renie Spoelstra The often large format charcoal drawings of Dutch artist Renie Spoelstra signify a departure from the traditional Romantic landscape. The longing nostalgia bound up with the representation of an idyllic countryside is replaced by a foreboding expectation. The forests edges and her latest series of real estates are threatening, unknown and unquantifiable spaces. They are the images of a momentary and anxious expectation. Nothing happens, but anything could happen or has happened. The viewer has become the subject of a fearful and paranoid circumstance. Renie Spoelstra works are very much of the moment. The viewer is frozen in this instant, an instant in which hours and days could have been distilled into an image. The fleeting and illusive is reduced to something stable and inescapable. By compressing time in this way, consciousness is concentrated into a tangible image, whose intensity transfixes the viewer’s gaze.

Renie Spoelstra Drachten, °1974 2000: MFA Post-St.Joost, Breda, NL 1997: Academy of Fine Arts Minerva, Groningen, NL 1995: Royal Academy of Fine Arts The Hague, NL Courtesy Ron Mandos Gallery – Amsterdam


Recreatiegebied#65 2008 - houtskool op papier – 160 x 240cm


Bruno Hardt Het werk van Bruno Hardt heeft een onwerelds karakter. Hoewel hij in zijn tekeningen op een bijna fotografisch gedetailleerde manier naar de wereld kijkt, bevatten de werken bij nadere inspectie verontrustende lacunes en ongewone leegtes. In de landschappen zijn geen mensen te zien, enkel door mensenhand gemaakte ruimtes die vervolgens aan hun lot lijken te zijn overgelaten. Hardt heeft zijn landschappen bijna allemaal ontleend aan zijn onmiddellijke leefomgeving, maar hij geeft ze in deze tekeningen als het ware een dubbele laag. Er is een unheimliche diepte in het werk die er voor zorgt dat men wil binnen kijken in de huizen waarvan hij de gevels tekent. Men heeft het gevoel dat men zelf zou kunnen rondlopen in de urbane sites die worden geregistreerd. Ondanks de fotografische stilheid van de werken hebben Hardts tekeningen een filmisch karakter. Door het brede blikveld dat ze bestrijken, lijken ze te leven. De lichtschijn van straatlantaarns, de zindering van de lucht en de textuur van gebouwen beginnen te ademen. In zijn meest recente werk diept Hardt deze filmische dimensie verder uit door zijn beelden te laten bewegen in video-experimenten. In een eindeloze reeks opnames die vervolgens aan elkaar worden gemonteerd toont Hardt lege landschappen die langzaam muteren terwijl ze langs onze blik glijden. Het werk van Bruno Hardt onderzoekt tegelijkertijd het kijken en het tekenen. Beide activiteiten zijn intrinsiek verbonden. Wittgenstein zei ooit dat als het oog iets moois ziet, dat de hand het dan wil tekenen. De tactiliteit van de tekening is als een directe link met de wereld die erin wordt afgebeeld. Ondanks hun desolate karakter hebben Hardts tekeningen een overweldigende ruimtelijkheid. Het leven is er enkel voor korte tijd uit vertrokken om zo het landschap zelf als levend organisme te laten verschijnen. — Bert Frings

Bruno Hardt °1971 Hogeschool Sint-Lukas Brussel Transmedia Medewerker Hans Op De Beeck


Faรงade (Windows) 2011 - potlood op papier - 100 x 140 cm


Robbie Cornelissen Robbie Cornelissen (1954) heeft een reputatie als tekenaar van reusachtige tekeningen, die naast de afmeting vooral indruk maken door hun enorme gedetailleerdheid. In de bibliotheken, steden of stations die hij afbeeldt is de mens afwezig, de architecturale fantasie behoudt hierdoor een zekere neutraliteit waardoor je als toeschouwer ongestoord door de ruimten kunt dwalen. Het motief van de bibliotheek keert regelmatig terug in zijn werk. Als een metafoor voor de macht van kennis en ideeĂŤn of een collectief geheugen maar ook als een soort reuze computer die zich lijkt te ontwikkelen tot een levend wezen met organische vormen. De laatste jaren verlegt Robbie Cornelissen ook de grenzen van het tekenen door nieuwe technieken toe te passen in animatiefilms of door het publiek te laten participeren in het maken van een horizontale lijntekening van twintig meter lengte, zoals onlangs in de solotentoonstelling Studio Vertigo in het Centraal Museum in Utrecht.

Robbie Cornelissen °1954 1973-1980 Biologie / Ecologie RU, Utrecht 1982-1984 Vrije Akademie, Den Haag 1984-1987 Rietveld Akademie, Amsterdam Courtesy Galerie Maurits van de Laar


De Wand II 2008 - potlood op papier - 75 x 186cm


Peter De Koninck Peter werd geboren in Wetteren in ‘63. Hij beleeft zijn kunst vanuit verschillende dimensies. Hij studeerde te Gent aan het Sint Lucasinstituut, de Academie en het Hoger Technisch Instituut Sint Antonius, volgde specialisatie etskunst aan de academie van Praag. Vanaf ‘84 ontving Peter tal van prijzen en beurzen en werd zijn werk aangekocht door zowel particulieren als grote Vlaamse overheidshuizen waaronder het Vlaams Parlement. Hij exposeerde in binnenen buitenland en nam deel aan verschillende groepstentoonstellingen. Eurazie en Finis Germaniae zijn twee projecten waarin zijn grafische creaties zijn samengevat. Architectuur kronkelt als een rode draad door zijn oeuvre. Via zijn etsen, tekeningen en schilderijen loodst hij de kijker naar bestaande architectonische sites met historische betekenis en symboliek. Soms creëert hij imaginaire gebouwen, bv. een reeks over een zelf ontworpen museum, ontstaan uit de jarenlange mentale zwerftocht langs de epigonen van de architectuur, zowel klassiek, modernistisch als hedendaags. Architectuur en geschiedenis, die twee wil hij interpreteren en combineren. De fascinatie voor architectuur ontstond op het einde van zijn studies, onder invloed van Italiaanse grootmeesters als Piranesi, Morandi en de Nederlander Pieter Janz Saenredam. — Lutgarde Bervoets

Peter De Koninck °1963 Hoger kunstonderwijs vrije grafiek Sint-Lucasinstituut Gent Master beeldende kunsten en graveerkunst Academie Gent Specialisatie etskunst Academie Vytvarnych Uméni – Praag Courtesy Galerie Het Vijfde Huis - Antwerpen


Radio Kootwijk 2011 - pierre noir + acryl op karton - 125 x 70cm


Rik Smits Artist’s Statement My work shows the contrast between religion and capitalism, which is depicted in a scenery of architectural landscapes. These landscapes show the contours of an imaginary city. A city which breathes the human ambition towards power and status. It’s large scale buildings reminds us of the industrial utopia’s which prevailed in the human mind, but failed to shine or provide peace and humanity in the real world. The most prominent facet of this city is perhaps its appearance, from which one can easily read that the main ideology of its inhabitants is capitalism. But this ideology has gained religious proportions.The city shows the self confidence of an utopia but also the emptiness of a deserted ruin. The over towering Art Deco skyscrapers stand proud like medieval cathedrals, their decoration reminds us of the rich symbolism of the early Christian art, with all its references to spiritual suppression and revelation.The skyscrapers cast their shadow over desolate and damaged monuments which represent the lost moral standards and values of humanity, which have been exchanged for the neverending spiritual search for capitalist redemption, which provides us with the luxury and convenience of modern day life. In my work I try to create a parallel with our modern society. In which I believe capitalism has become a religion itself. And even in a way that people see it as a redeemer. My drawings show this concept not necessarily as a critique but rather to relativize and registrate a cultural phenomenon in an artistic manner.

Rik Smits Den Haag, °1982 Courtesy Ron Mandos Gallery - Amsterdam


The Federal Trade Commison Tower 2011 – potlood op papier – 21 x 29cm


Marcel van Eeden Marcel van Eeden’s geboortejaar 1965 is cruciaal in zijn oeuvre. Alle voorstellingen die hij tekent zijn afkomstig uit de tijd vóór zijn geboorte. Dat betekent dat hij werkt naar bestaand beeldmateriaal, dat hij vindt in oude tijdschriften, boeken of kranten. De onderwerpen lopen uiteen van stemmige jaren 50 interieurs, cartoons, branden tot abstracte patronen of teksten. Door het natekenen van deze beelden brengt Marcel van Eeden de tijd die hij zelf niet beleefde als het ware in zijn macht; hij zet haar letterlijk naar zijn hand. De laatste jaren maakt Marcel van Eeden steeds vaker series waarbij ook een element van fictie het werk binnenkomt. In de serie Wiegand, die te zien was op de Biënnale van Berlijn 2006, laat hij de hoofdpersoon avonturen beleven als geheim agent, abstract expressionistisch kunstenaar, bergbeklimmer en avonturier. Vaak gebruikt Van Eeden teksten in de tekeningen die geen directe relatie hebben tot het beeld, hierdoor wordt je extra aangezet de betekenis van tekst en beeld te onderzoeken en verbanden tussen beide te leggen.

Marcel van Eeden Den Haag, °1965 Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag - 1993 Prix de Rome 2004 Beeldende kunstprijs de Volkskrant 2006 Courtesy Galerie Maurits van de Laar


zonder titel 1993 - negropotlood op papier – 19 x 28cm


Hanne Van Rompaey Hanne Van Rompaey maakt grote, hyperrealistische tekeningen van lege straatzichten en wandelpaden bij nacht waarin de mens, althans letterlijk, ontbreekt. De toeschouwer wordt als nachtbraker uitgenodigd zich deze herkenbare kant van ‘onze’ (rand)stedelijke omgeving in detail voor te stellen. In S.M.A.K. toont Van Rompaey een enorme tekening op papier met een nachtelijke, verlaten straat, enkele geparkeerde auto’s en rijhuizen met neergelaten rolluiken. Dit décor lijkt in scène gezet en is weergegeven met een haast zakelijk realisme. De fotografische tekenstijl geeft het beeld een bepaalde rust, maar brengt tegelijk een zekere ‘neutraliteit’ met zich mee. Van Rompaey realiseert beelden waaruit geen oordeel spreekt. Het zijn representaties van hedendaagse landschappen waar de bedrijvigheid van de mens niet onmiddellijk zichtbaar of hoorbaar is, maar waaruit de ‘vervuilende’ elementen niet worden verbannen. — Sofie van Loo

Hanne Van Rompaey °1988 Master Vrije Kunsten Sint-Lucas Gent 2011 Selectie “Coming People” S.M.A.K. Gent - 2011


51°04’25.25” N - 3°47’21.80” O 2011 - houtskool op papier - 330 x 210 cm


CypresGalerie – Vaartstraat 131 – 3000 Leuven tijdens de tentoonstelling dagelijks open (ook op zaterdag en zondag): van 14 tot 18u of na afspraak. Paul Poelmans: 0495 52 80 97 – CypresGalerie: 016 29 77 37 www.cypresgalerie.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.