Jari, David en Max H.

Page 1

Olim rusticus urbanum murem mus paupere fertur accepisse cavo, veterem vetus hospes amicum, asper et attentus quaesitis, ut tamen artum solveret hospitiis animum.

Quid multa?

Neque ille sepositi ciceris nec longae invidit avenae, 85 aridum et ore ferens acinum semesaque lardi

frusta dedit, cupiens varia fastidia cena vincere tangentis male singula dente superbo; cum pater ipse domus palea porrectus in horna esset ador loliumque, dapis meliora relinquens,

90 tandem urbanus ad hunc ÂŤ quid te iuvat Âť, inquit,

ÂŤ amice, praerupti nemoris patientem vivere dorso ?

Vis tu homines urbemque feris praeponere silvis ?


Carpe viam, mihi crede, comes. Terrestria quando mortalis animas vivunt sortita, neque ulla est 95 aut magno aut parvo leti fuga, quo, bone, circa,

dum licet, in rebus iucundis vive beatus; vive memor, quam sis aevi brevis Âť.

Haec ubi dicta agrestem pepulere, domo levis inde

exsilit;

ambo propositum peragunt iter, urbis aventes 100 moenia nocturni subrepere.

Iamque tenebat nox medium caeli spatium, cum ponit uterque in locuplete domo vestigia, rubro ubi cocco tincta super lectos canderet vestis eburnos, multaque de magna superessent fercula cena, 105 quae procul exstructis inerant hesterna canistris.

Ergo ubi purpurea porrectum in veste locavit agrestem, veluti succinctus cursitat hospes continuatque dapes, nec non verniliter ipsis


fungitur officiis, praelambens omne quod adfert.

Ille cubans gaudet mutata sorte bonisque rebus agit laetum convivam, cum subito ingens valvarum strepitus lectis excussit utrumque.

Currere per totum pavidi conclave, magisque exanimes trepidare, simul domus alta Molossis 115 personuit canibus. WAFWAFWAF!!! WAFWAFWAF!!!

blabla bl bl

Tum rusticus « haud mihi vita est opus hac » ait « et valeas: me silva cavusque tutus ab insidiis tenui solabitur ervo ».

>

(*&*#$&(%^ @(*^%$(*@# %$*(@&#


80

81 82

83 84

85

86

87 88

89

91

92 93 94

Woorden en aantekeningen olim: eens rusticus: boeren (bijv.) urbanus: stads- (bijv.) mus, muris (m): muis pauper, eris: arm ferri (pass. van ferre): verteld worden + NcI cavus (m): hol, holletje attentus + dativus: zuinig op quaesitum (o): voorraad, wat hij bij elkaar had gezocht ut: hier hoewel artus: benepen, streng (bijv.) hospitium (o): gastvrijheid quid multa?: namelijk: “moet ik vertellen”, dwz. “kortom” sepositus (ppp. van seponere): weggelegd, bewaard cicer, eris (o): (kikker)erwt invidere + genitivus: (iemand ergens iets van) misgunnen avena (v): (halm van) haver aridus: gedroogd (bijv.) acinus, i (m): rozijn semesus: half opgegeten (bijv.) lardum, i (o): spek frustum, i (o): stukje varia: verbinden met cena fastidium, i (o): kieskeurigheid singula (acc. o. mv. / l.v.): de afzonderlijke dingen dens, dentis (m): tand palea (v): stro porrectus (ppp van porrigere): uitgestrekt hornus: vers (bijv.) esset = edisset (con. impf. van edere: eten) ador, oris (o): spelt (soort tarwe) lolium, i (o): dolik (soort gras) daps, dapis (v): (feest)maal praeruptus: steil, overhangend (bijv.) nemus, oris (o): bos, woud patiens: vertaal: vol ongemak dorsum, i (o): bergrug, bergkam ferus: wild, woest (bijv.) praeponere + acc. + dat.: iets (acc.) verkiezen boven (dat.) viam carpere: weg afleggen terrestria (o. mv.): levende wezens mortalis = mortales sortita: verbinden met terrestria sortitus (ppp. van sortiri) + acc. : voorzien van, « met »


95-96 lees: neque ulla fuga leti est aut magno aut parvo 96 quo verbinden met circa – quocirca : daarom res: hier omstandigheid 97 aevum, i (o): leven(sduur) 98 agrestis, is: boeren- (bijv.), vul aan: murem pepulere = pepulerunt (pf. van pellere) exsilire + abl.: springen uit 99 peragere (iter): weg afleggen avere: begerig naar iets zijn, iets graag willen 100 subrepere: (stiekem) ergens onderdoor kruipen 101 spatium, i (o): hier plaats, plek ponere vestigia (in 102): betreden 102-3 lees: ubi vestis, tincta rubro cocco, super lectos eburnos canderet 102 locuples, etis: rijk (bijv.) ruber, bra, brum: rood (bijv.) coccum, i (o): kleurstof 103 tinctus (ppp. van tingere): geverfd, gekleurd lectus, i (m): aanligbed candere: blinken vestis, is (v): hier kleed, tapijt eburnus: ivoren (bijv.) 104 ferculum, i (o): gerecht 105 exstructus (ppp. van exstruere): opgetast, opgehoopt hesterna: verbinden met fercula hesternus: vertaal (over) van gisteren canistrum, i (o): mandje 106 purpureus: purperen (bijv.) porrectus (ppp. van porrigere): uitgestrekt locare: hier plaats laten nemen 107 veluti = velut: als succinctus: vertaal met opgeschorte kleding (van iemand die aan het werk is) cursitare: in de rondte rennen 108 continuare: (achter elkaar door) serveren verniliter: als een echte huisslaaf (bijw.) 109 fungi (dep.) + abl. : verrichten praelambere: voorproeven (lett: voorlikken) adferre = afferre 110 cubare: aanliggen mutatus: ppp. van mutare 111 laetum convivam agere: de blije gast uithangen 112 valva (v): deur strepitus, us (m): geknars, lawaai excutere + abl.: ergens vanaf schudden 113 currere: infinitivus historicus pavidus: angstig (bijv.) conclave, is (o): eetzaal 114 exanimis, is: buiten zichzelf (bijv.) trepidare: infinitivus historicus: bang zijn simul: vertaal toen tegelijkertijd Molossus: Molossisch (uit Epirus in Griekenland) (bijv.) 115 personare (pf. personui): weerklinken canis, is (m): hond


116 117

valeas: vertaal het ga je goed, vaarwel tenuis, is: hier armoedig, eenvoudig (bijv.) solari (dep.): troosten ervum, i (m): erwt (ongecultiveerde erwt van de lathyrus)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.