Staat van de Ether 2010 - Verkorte uitgave

Page 1

Staat van de Ether

Update 2010, verkorte uitgave



Staat van de Ether

Update 2010, verkorte uitgave



Staat van de Ether 2010 Inhoudsopgave

5

1 Inleiding

3

2 Monitoring

4

3 Netwerken

5

3.1 3.2

Mobiele breedbandcommunicatie voor zakelijk gebruik 5 Telekwetsbaarheid van radioverkeer op bouwprojecten 5

4 Media

4.1 4.2 4.3 4.4

8

Onderzoek kabelstoring 8 Medische telemetrie 9 Illegaal gebruik in de FM-omroepband 9 Naleving vergunningvoorschriften Lokale Publieke Omroep 10

5 Vergunningvrije domein

12

5.1 AIS (Automatic Identification System) 5.2 Wifi

12 12

6 Publieke ruimte

15

6.1 Smart Grids 6.2 Verstoring neerslagradar KNMI 6.3 Aswolk Eyjafjallajรถkull

15 16 17

7 Apparatuur

18

7.1 Spaarlampen 7.2 Power Line Communications

18 19

8 Conclusie

22



1 Inleiding


8

Wat is de Staat van de Ether? De Staat van de Ether geeft jaarlijks een overzicht van de belangrijkste trends en ontwikkelingen in het frequentiegebruik in Nederland. De Staat van de Ether is een uitgave van Agentschap Telecom. Het agentschap is verantwoordelijk voor het bestemmen, uitgeven en het houden van toezicht op het gebruik van radiofrequenties. Juist die verantwoordelijkheid voor de gehele keten maakt het mogelijk om inzicht te geven in de ontwikkelingen van het gebruik van draadloze communicatie. Met gebruikmaking van gegevens over vergunningen, monitoring en waarnemingen in het veld of op internet, presenteert de Staat van de Ether een analyse van de belangrijkste trends in het frequentiespectrum. Deze informatie kan aanleiding zijn voor bijsturing in beleid, uitvoering of toezicht op het gebruik van frequentieruimte. De Staat van de Ether is bedoeld voor zowel de professionele (groot)gebruikers van het frequentiespectrum als de individuele consument met interesse in het gebruik van radiotoepassingen.

Kwetsbaarheid van radioverbindingen In deze editie wordt veel aandacht besteed aan de kwetsbaarheid van radioverbindingen. De grote afhankelijkheid van communicatiesystemen maakt dat gebruikers ook een hoge betrouwbaarheid van draadloze verbindingen verwachten.


Staat van de Ether 2010 Inleiding

Radioverbindingen maken echter gebruik van een natuurwetenschappelijk verschijnsel, dat onderhevig is aan allerlei invloeden. Niet alleen kunnen radiosignalen storing van elkaar ondervinden, ook het weer is van invloed op de kwaliteit en beschikbaarheid van verbindingen. Regen- en sneeuwbuien kunnen verbindingen verzwakken en bij mooi weer kunnen reflecties in de atmosfeer zorgen voor voorplanting van radiogolven over veel grotere afstand dan gebruikelijk. Recentelijk zorgde een uitbarsting op de zon (zonnevlek) in China nog voor verstoring van radioverbindingen in de kortegolf.

Vergunningvrije toepassingen Ook is er ruimschoots aandacht voor vergunningvrije radiotoepassingen, met of zonder registratieplicht. Vergunningvrij gebruik zonder registratie brengt met zich mee dat het agentschap minder zicht heeft op individuele gebruikers. Tegelijkertijd verwachten gebruikers wel een hoge betrouwbaarheid. Omdat er geen vergunninggelden ge誰nd worden, financiert de overheid deze activiteiten van het agentschap uit de algemene middelen. Deze middelen zijn echter beperkt, terwijl de activiteiten voor vergunningvrij gebruik toenemen.

Verkorte uitgave Vanwege de omvang van de Staat van de Ether 2010 is deze gedrukte versie een verkorte uitgave. Daarvoor is een beperkt aantal onderwerpen geselecteerd, dat

9

verband houdt met de kwetsbaarheid van radioverbindingen. De volledige tekst is te vinden op de website van het agentschap: http://www.agentschaptelecom.nl.



2 Monitoring


12

In de vorige editie van de Staat van de Ether zijn de eerste resultaten van de nieuwe mobiele monitoringontvangers getoond. Het agentschap is inmiddels in het bezit van tien van dergelijke ontvangers. Met deze ontvangers is het mogelijk om in zeer korte tijd (elke seconde) het radiofrequentiespectrum van 10 MHz tot 6 GHz, met een stapgrootte van 20 kHz, te monitoren. Op deze manier wordt het frequentiespectrum in een bepaald gebied zeer nauwkeurig in kaart gebracht. Ook het landelijk dekkende Vaste Meetnet van Agentschap Telecom is inmiddels voorzien van nieuwe ontvangstapparatuur. In de loop van 2011 worden de twaalf meetposten operationeel. Daarmee meet het agentschap 24 uur per dag het spectrum op twaalf lokaties in Nederland. Aangevuld met mobiele monitoringdata op lokaal niveau levert dat een accuraat geografisch beeld op van het dagelijks gebruik van het frequentiespectrum; als het ware een frequentieatlas van Nederland. Het te onderzoeken spectrum hoeft daarmee niet meer vooraf te worden bepaald. Door systematisch alle provinciale wegen af te rijden is een schat aan informatie over het radiofrequentiespectrum in Nederland verkregen. De inspecteurs van het agentschap hoeven daarbij de apparatuur niet actief te bedienen. Het resultaat is dat het voor het eerst mogelijk is om op een gedetailleerde manier de geografische spreiding van frequentiegebruik in Nederland te presenteren.

In de Staat van de Ether 2010 wordt van deze data gebruik gemaakt om onderwerpen toe te lichten of om theorieĂŤn te ondersteunen. In de afbeeldingen geeft een rode kleur een hoge veldsterkte aan, een blauwe kleur een lage waarde. In Afbeelding 1 is een voorbeeld is te zien van het frequentiegebruik in Nederland tussen 101 en 101.4 MHz. Links is te zien waar de antenne-opstelpunten van een commercieel radiostation staan, met bijbehorende frequenties. Het plaatje rechts laat zien wat in de praktijk met de mobiele monitoringapparatuur wordt gemeten. In de buurt van deze opstelpunten is de veldsterkte hoog (rood). Verder van het opstelpunt neemt veldsterkte af (van geel naar blauw).


Staat van de Ether 2010 Monitoring

Opstelpunten van een commercieel radiostation (Nationaal Antenneregister)

13

Maximale veldsterkte in het bereik van 101,0 tot 101,4 MHz. Opstelpunten boven 101.4 MHz worden niet getoond.

Afbeelding 1: Opstelpunten (links) en veldsterktemetingen (rechts) van een commercieel radiostation (rood is een hoge, blauw een lage veldsterkte)



3 Netwerken


16

3.1 Mobiele breedbandcommunicatie voor zakelijk gebruik De behoefte aan breedband mobiele datacommunicatie wordt voor de zakelijke gebruikers steeds groter. Deze vorm van mobiele datacommunicatie ondersteunt de (tijd)kritische primaire bedrijfsprocessen. Voorbeelden hiervan zijn: • • •

het draadloos aansturen en controleren van AGV’s (Automated Guided Vehicles). Dit zijn voertuigen die op containeroverslagterreinen volledig geautomatiseerd containers kunnen verplaatsen; vaartuigen van havendiensten die bij het uitwisselen van administratieve informatie gebruik maken van mobiele datacommunicatie; het aansturen, controleren en uitwisselen van videoboodschappen met passagiers op moderne metrotreinstellen.

Uitvoeringsvervolg Tot nu toe wordt in veel gevallen voor de overdracht van informatie gebruik gemaakt van een WiFi-oplossing in de 2,4 GHz frequentieband. Aangezien bij veel van deze communicatievormen het veiligheidsaspect een belangrijke rol speelt, is het implementeren van deze toepassingen binnen de vergunningvrije 2,4 GHz frequentieband niet de meest optimale oplossing en potentieel zelfs erg kwetsbaar. Daarom onderzoekt het agentschap proactief in samenwerking met het Directoraat-generaal Energie, Telecom en Markten in 2011 of voor dit segment van de zakelijke markt frequentieruimte is te vinden. Naar verwachting is dat frequentieruimte onder een vergunningregime voor deze breedbandige toepassingen.

3.2 Telekwetsbaarheid van radioverkeer op bouwprojecten Regelmatig worden grote bouwprojecten opgezet. De bouwperiode is eindig en is beperkt tot enige jaren. Bij zo’n bouwproject zijn vaak honderden vakmensen van diverse bedrijven betrokken. Om verschillende bedrijfsonderdelen met elkaar te kunnen laten communiceren zijn radiover-


Staat van de Ether 2010 Netwerken

bindingen noodzakelijk. Speciale aandacht moet worden besteed aan de communicatie tussen kraanmachinisten onderling en de communicatie tussen de kraanmachinist met zijn begeleider(s) op de grond. Een bijkomend gegeven is dat mobilofoons en portofoons op zo’n bouwterrein op relatief korte afstand van elkaar zijn verwijderd. Deze afstanden variëren van enige tientallen meters tot enige honderden meters. Wanneer het radionetwerk niet met vakmanschap is ontworpen kunnen, mede door de korte afstanden, ongewenste interferentie-effecten ontstaan. Dit zijn effecten, radiotechnisch gesproken, die bekend staan als het wederzijds blokkeren van elkaars ontvangers, intermodulatie, de zogenoemde ‘far-near’- en ‘co-channel’ effecten. Concreet betekent dit dat de verschillende bedrijfsonderdelen niet goed bereikbaar zijn of dat de gesprekken tussen de verschillende bedrijfsonderdelen niet uit elkaar kunnen worden gehouden. Er kunnen dan ongewenste en onveilige werksituaties ontstaan. Daarom is het van groot belang dat voordat aan de werkelijke bouwactiviteiten wordt begonnen er een deugdelijk communicatie- en frequentieplan beschikbaar is. Met andere woorden: inzicht en overzicht van wie spreekt met wie over welk radiokanaal.

17

Uitvoeringsvervolg Het agentschap kan dit proces in beperkte mate faciliteren door medewerking te verlenen aan het uitgeven van vergunningen voor het gebruik van bepaalde frequentieruimte, zoals voor kraancommunicatie. Hiervan houdt het agentschap een vergunningenbestand bij. Het is van belang de vergunningvrije frequenties niet te gebruiken voor toepassingen waarbij het veiligheidsaspect een rol speelt, zoals communicatie met kraanmachinisten. Voor dergelijke grote bouwprojecten is het verstandig om te zorgen voor een goed communicatie- en frequentieplan. Het opstellen van een dergelijk plan is een eigen verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke (bouw)management. Bij vergunningaanvragen of tijdens inspecties zal het agentschap altijd wijzen op zulke veiligheidsaspecten. Hiermee draagt Agentschap Telecom bij aan het verminderen van deze vorm van telekwetsbaarheid. Het agentschap adviseert om, wanneer de specifieke radio-expertise niet in huis voorhanden is, contact op te nemen met ervaren radioconsultants of toeleveranciers van radioapparatuur. Zij kunnen ondersteunen bij het opstellen van een frequentie- en communicatieplan.


18

Naast het frequentiegebruik onder vergunning kan er radiocommunicatie plaats vinden met apparatuur die valt onder de “Regeling frequentieruimte zonder vergunning”, waaronder bijvoorbeeld PMR446 apparatuur in de frequentieband 446,0 - 446,2 MHz (walkie-talkies). Omdat voor het gebruik van deze radiotoepassing geen vergunning is vereist houdt het agentschap hiervan geen register bij. Dat ook deze frequenties gebruikt worden op bouwlocaties is te zien in Afbeelding 2. Hier is het gebruik gemeten van PMR446 toepassing op een bouwterrein aan de Eemshaven, bij Delfzijl.

Toezichtsvervolg Gezien de potentieel grote kwetsbaarheid en risico’s bij het ontbreken van lokaal frequentiemanagement op grote bouwlocaties zal er extra aandacht zijn voor deze aspecten via de monitoringen inspectieactiviteiten.

Afbeelding 2: Gebruik van vergunningvrije frequenties (PMR446) op een bouwterrein aan de Eemshaven


Staat van de Ether 2010 Netwerken

19



4 Media


22

4.1 Onderzoek kabelstoring De frequentieband van 790 tot 862 MHz, het zogenaamde Digitaal Dividend, is van oudsher voor omroep bestemd. Met de digitalisering wijzigt dit echter naar mobiele communicatie. Het gebruik van de band is dan voor andere toepassingen op relatief korte termijn niet meer mogelijk. Omdat de nieuwe generatie mobiele toepassingen (Long Term Evolution) in het Digitaal Dividend deels dezelfde frequenties gebruikt als kabeltelevisienetwerken, kan zogenaamde co-channeling plaatsvinden. Dat houdt in dat een mobiele telefoon en een kabeltelevisiesignaal gelijktijdig hetzelfde frequentiekanaal gebruiken. Dat is mogelijk bij vier van de ongeveer zestig kanalen. Als dat gebeurt, kan het televisiesignaal verstoord raken. Agentschap Telecom heeft - samen met Universiteit Twente - onderzoek gedaan naar de mogelijke verstoring op kabeltelevisie door mobiel gebruik. De gemiddelde stoorkans is 0,17%. Op een gemiddelde televisieavond betekent dit dat, onder bepaalde aannames, ongeveer 5000 huishoudens een verstoring kunnen ondervinden van het tv-signaal voor de duur van het gebruik van de mobiele telefoon op dat ogenblik. Deze resultaten zijn nog zonder te nemen maatregelen om de storing te verminderen. Er zijn vele maatregelen denkbaar die

de kans op storing kunnen verminderen, zelfs tot een factor tien. De conclusie van het onderzoek is dan ook dat het probleem oplosbaar en beheersbaar is, mits er een aantal maatregelen genomen wordt. Oplossingen zijn te vinden in de sfeer van verbetering van de huisinstallaties bij consumenten (kabels en pluggen) of de programmering van minder goed bekeken zenders op de vier “risicokanalen”. De verwachte verbetering van de kwaliteit van de apparatuur (settopboxen) in de nabije toekomst zal het probleem grotendeels doen verdwijnen.

Uitvoeringsvervolg Naar aanleiding van het onderzoek is er vervolgoverleg met de kabelsector en de mobiele operators over het gezamenlijk oplossen van mogelijke resterende problemen. Dit kan mogelijk nog leiden tot aanvullende uitvoeringsacties. Zie voor het onderzoeksrapport de website van Agentschap Telecom: http:// www.agentschaptelecom.nl, onder het onderwerp “Frequentiemanagement”, of volg de link: http://www.agentschaptelecom.nl/binaries/content/assets/ agentschaptelecom/ Frequentiemanagement/ Onderzoek-naar-storing-opkabeltelevisie-door-mobiel-gebruik


Staat van de Ether 2010 Media

4.2 Medische telemetrie De gebruikers van medische telemetrie in de frequentieband van 202,65 tot 205,15 MHz zullen op termijn moeten migreren omdat het gebruik van medische telemetrie kan worden verstoord door de introductie van digitale radio. Het aantal vergunninghouders is beperkt. In overleg met de vergunninghouders wordt gekeken of verlenging van de vergunning voor medische telemetrie technisch mogelijk en/of wenselijk is. Op termijn (medio 2013) zal naar verwachting al het medische telemetriegebruik in de band 202,65-206,15 MHz zijn uitgefaseerd. Hiermee wordt voorkomen dat een kwetsbare toepassing gestoord kan gaan worden.

4.3 Illegaal gebruik in de FM-omroepband In 2009 is een nieuwe aanpak van etherpiraterij ontwikkeld, waarbij een groter effect wordt beoogd en meer efficiency. Dit houdt in dat ook eigenaren van percelen waar een antenne voor illegale uitzendingen wordt aangetroffen zullen worden aangepakt. Er vindt daarmee een verschuiving plaats van een repressieve strafrechtelijke aanpak, naar een proactieve werkmethode, die gebaseerd is op bestuursrecht. Voordeel daarvan is dat het agentschap minder afhankelijk is van de inzet van externe partijen, zoals politie, justitie en gemeenten.

23

In de eerste helft van 2010 is op de traditionele wijze gewerkt. In totaal zijn 100 processen verbaal opgesteld, en zijn er bijna 150 lasten onder dwangsom opgelegd. Uiteindelijk is vanaf 15 percelen een uitzending geconstateerd waarna de last is verbeurd.

Illegaal gebruik in de FM-band Het illegaal gebruik van de FM-omroepband heeft in de afgelopen jaren een nieuwe vlucht genomen. In 2010 zijn bijna 1300 klachten binnengekomen. In het bijzonder is de situatie in Noordoost-Nederland van een zorgelijke omvang. Deze illegale uitzendingen leiden geregeld tot klachten van de luchtvaartsector en kunnen grote consequenties hebben wanneer de luchtvaartcommunicatie gestoord wordt.


24

aantal uur illegaal gebruik

Bij de start van deze nieuwe werkwijze in de zomer van 2010 zijn op ongeveer 1000 antennelocaties waarschuwingsbrieven uitgereikt. Na aankondiging van de nieuwe aanpak in de landelijke en regionale media bleek al tijdens een inventarisatie dat op ruim 10% van de locaties de antenne al uit de mast was verwijderd. Uiteindelijk zijn na het versturen van de brieven ĂŠĂŠn boete en

een last onder dwangsom opgelegd. In Afbeelding 3 zijn resultaten te zien van metingen in Emmen en Hoogeveen, waar veel etherpiraten actief zijn. Uit de meetgegevens blijkt een lichte afname van de uren illegaal zenden. De gegevens betreffen echter nog een te korte periode om er harde uitspraken over te doen.

Emmen Uren illegaal per dag van de week (gem.)

120,00

voor actie na actie

100,00 80,00 60,00 40,00 20,00 0

aantal uur illegaal gebruik

maandag

140,00

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag zondag dag van de week

Hoogeveen Uren illegaal per dag van de week (gem.) voor actie

120,00

na actie

100,00 80,00 60,00 40,00 20,00 0 maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag zondag dag van de week

Afbeelding 3: Gemiddeld aantal uren illegaal gebruik per dag van de week voor (blauw) en na (paars) de actie. Boven Emmen, Onder Hoogeveen.


Staat van de Ether 2010 Media

Toezichtsvervolg In algemene zin wordt het rustiger in de FM-band, sinds de invoering van de nieuwe aanpak. Uitzendtijden verschuiven naar latere tijdstippen en de animo om illegaal uit te zenden wordt minder. Tevens worden steeds meer vaste installaties ontmanteld. Als neveneffect komen er soms mobiele varianten voor in de plaats. Het agentschap onderneemt hierop in 2011 actie.

25

4.4 Naleving vergunningvoorschriften Lokale Publieke Omroep Eind 2010 is een onderzoek gedaan naar de naleving van de vergunningvoorschriften Lokale Publieke Omroep. Het gaat daarbij om de voorschriften, beperkingen en de technische parameters van de lokale omroepzenders, zoals in de vergunningen opgenomen. De reden voor dit onderzoek werd ingegeven door een vooronderzoek in 2009. Toen bleek dat de naleving van de vergunningvoorwaarden in deze categorie erg laag was. Voor dit onderzoek werd op basis van een deelwaarneming een zestigtal vergunninghouders geselecteerd. De controle spitste zich toe op de antenne- eigenschappen, zoals de hoofdstraalrichting, positie, hoogte, constructie en type van de antenne. Van de 49 gecontroleerde vergunningen bleek dat er 29 minimaal ĂŠĂŠn afkeuringgrond hadden, ruim 59%. Bij negentien vergunninghouders bleek dat er een overtreding was met betrekking tot de antenne-installatie. Bij de controles bleek ook dat een groot aantal aangetroffen zenders voorzien was van software om heel eenvoudig het vermogen aan te passen. De constructie en opstelling van sommige antennes laat te wensen over. Zo staan


26

antennes geregeld scheef (Afbeelding 4). Dergelijke incorrect opgestelde antennes beïnvloeden het stralingsdiagram zeer nadelig. In één geval wees de antenne zelfs naar boven. Dit soort situaties kunnen een directe oorzaak zijn van storingen op luchtvaartfrequenties in de bovenliggende band van 108 tot 137 MHz. Mede daarom is ook gecontroleerd of zogenaamde tweelaags dipoolantennes op de juiste wijze zijn bevestigd. In verband met het voorkomen van storingen in de luchtvaartband moet de top van de bovenste dipool minimaal 10cm onder de top van de bevestigingsbuis zijn gemonteerd. Daarmee wordt het signaal in opgaande richting zoveel mogelijk beperkt. Bij de antenne in Af beelding 4 was dit wel in orde.

Afbeelding 4: Niet loodrecht geplaatste tweelaags dipoolantenne


Staat van de Ether 2010 Media

Toezichtsvervolg Het eigenhandig veranderen van de technische parameters is mede ingegeven doordat lokale publieke omroepen te maken hebben met commerciĂŤle belangen (adverteerders). Vaak speelt ook mee dat door gemeentelijke herindeling een groter vermogen en/of een andere antenne(constructie) gewenst is. Het eigenstandig wijzigen van de technische parameters beĂŻnvloedt het dekkingsplan voor de lokale publieke omroepen negatief. Ook kan dit tot storingen leiden in de bovengelegen luchtvaartband of op andere omroepuitzendingen. Dit vergroot de kans op klachten. Met name bij verstoringen van luchtvaartcommunicatie kunnen de gevolgen verstrekkend zijn. Gezien de potentiĂŤle kwetsbaarheid van de luchtvaartcommunicatie is in 2011 een voorlichtingsbijeenkomst gehouden voor de Lokale Publieke Omroepen. Tevens wordt eenzelfde aantal vergunninghouders gecontroleerd.

27



5 Vergunningvrije domein


30

In het vergunningvrije domein bevinden zich diverse toepassingen die eenvoudig toegankelijk zijn voor het grote publiek. Voor het gebruik van een draadloos modem of een walkie-talkie (PMR446) is geen vergunning vereist en na aanschaf kan deze apparatuur direct in gebruik worden genomen. Zendamateurs en gebruikers van maritieme communicatieapparatuur vallen ook onder het vergunningvrije domein. Voor deze laatste groepen geldt echter wel een registratieplicht. Voor deze verkorte editie van de Staat van de Ether zijn twee onderwerpen uit dit domein geselecteerd: de naleving van de juiste identificatiegegevens voor AIS-apparatuur en het onderzoek naar het gebruik van Wifi-banden.

5.1 AIS (Automatic Identification System) In 2010 heeft het agentschap via diverse maritieme internetsites (AIS-live, Siitech. com) en een door Inspectie Verkeer en Waterstaat ontwikkelde server circa 700 vaartuigen gecontroleerd op het uitzenden van de juiste identificatie. Identificatie is belangrijk voor het herkennen van een schip en dus hiermee belangrijk voor de veiligheid van het verkeer op het water.

Categorie

Aantal

Beroepsbinnenvaart

3029

Beroepszeevaart

1354

Pleziervaart

1157

VTS stations (verkeersbegeleidingsstations)

17

Walstations (demonstratieopstellingen van leveranciers)

14

Tabel 1: Aantal registraties/vergunningen met AIS op 31 december 2010

Waargenomen werd dat in vele gevallen de identificatie niet correct of helemaal niet werd uitgezonden. In 125 situaties werd hiervan een rapport van bevindingen opgemaakt en een sanctietraject gestart.


Staat van de Ether 2010 Vergunningvrije domein

De belangrijkste leveranciers van AISapparatuur zijn ook door het agentschap bezocht. Hierbij is nadrukkelijk gewezen op het belang van juiste programmering van de identificatie in AIS-apparatuur. Alle bezochte leveranciers gaven aan zich te houden aan de voorgeschreven identificatie-eisen. Zes leveranciers werden bezocht omdat zij een werkende AIS-installatie zonder vergunning hadden.

31

5.2 Wifi Voor Wifi zijn drie frequentiebanden beschikbaar. De band die het eerst in gebruik is genomen loopt van 2400 tot 2483 MHz. Uit Afbeelding 5 blijkt dat deze band algemeen in Nederland wordt gebruikt. In dichtbevolkte gebieden zoals het

Afbeelding 5: Veldsterktemeting in de lage Wifi band

centrum van de grote steden is een hoge concentratie van gebruikers. In bepaalde gevallen zou daar sprake kunnen zijn van congestie of storing. Een alternatief bij congestie zou het gebruik van de Wifibanden in de 5 GHz kunnen zijn. Deze banden bestrijken het gebied van 5150 tot 5350 MHz en 5470 tot 5725 MHz. Belangrijkste verschil tussen de drie Wifi-banden is het vermogen waarmee


32

Afbeelding 6: Veldsterktemetingen in de hoge Wifi-band. Links Bereik: 5,150 tot 5,350 GHz Rechts Bereik: 5,470 tot 5,725 GHz

uitgezonden mag worden. Het vermogen neemt toe naarmate de frequentie hoger wordt. Dit is noodzakelijk omdat ook het bereik en de doordringbaarheid in gebouwen afneemt met een hogere frequentie. De metingen met mobiele meetapparatuur laten zien dat de banden in 5 GHz in Nederland nog nauwelijks worden gebruikt (zie Afbeelding 6). Slechts plaatselijk is enige activiteit waar te nemen.

Uitvoeringsvervolg Veel Wifi-routers werken alleen in de 2,4 GHz band. Moderne varianten werken ook in de 5 GHz banden. Zolang het oude apparaat voldoet, is men waarschijnlijk niet gauw geneigd een nieuwe router aan te schaffen. Massaal gebruik van de hogere banden zal naar verwachting nog op zich laten wachten. Het agentschap volgt het gebruik van al deze banden nauwgezet.


Staat van de Ether 2010 Vergunningvrije domein

Bereik: 5,500 tot 5,700 GHz. Veel activiteit rond de Noord-Zuidlijn.

33

Spectrumweergave van 5,500 tot 5,700 GHz

Afbeelding 7: Veldsterktemetingen in de hoge Wifi band in Amsterdam

Wifi 5 GHz: Draadloze camera’s De metingen in de drie grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag laten een zelfde beeld als de landelijke metingen in de 5 GHz band zien. Ook hier slechts plaatselijk enige activiteit in de Wifi-band. Een markant voorbeeld is te zien in Afbeelding 7, waar verhoogde veldsterkte is waar te nemen rond de Noord/Zuidlijn die in aanbouw is. Dit zijn de signalen van draadloze bewakingscamera’s. Eenzelfde beeld is waar te nemen in de binnenstad van Rotterdam. Ook hier zijn draadloze camera’s te zien die voor de beveiliging van de binnenstad worden gebruikt. In Den Haag werd daarentegen niets waargenomen. Ook hier zijn beveiligingscamera’s in de binnenstad in gebruik. Mogelijk maken deze gebruik van kabels of andere frequentiebanden.

Toezichtsvervolg Indien de 5 GHz meer gebruikt wordt voor draadloze internetrouters kan het gebruik van draadloze camera’s in deze band kwetsbaarder worden. Het agentschap zal het gebruik in deze band dan ook monitoren, gezien het maatschappelijke belang van deze cameratoepassingen. Tijdige voorlichting over de kwetsbaarheid wordt dan mogelijk, evenals het tijdig zoeken naar alternatieven.



6 Publieke ruimte


36

De publieke ruimte omvat het frequentiegebruik met een maatschappelijk veiligheidsbelang. Het gaat met name om brandweer, ambulance, politie en de luchtvaartsector. Ook de functie van de rampenzenders van de publieke omroep valt onder dit domein.

6.1 Smart Grids De zogenaamde “Slimme Meter” voor elektriciteit, gas en water wordt gezien als springplank naar Smart Grids. Binnen de Europese Unie is afgesproken dat in 2020 80% van de huishoudens een op afstand uitleesbare energiemeter moet hebben. In Nederland wordt de invoering van het gebruik van de slimme energiemeter geregeld in een wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. De Eerste en Tweede Kamer hebben inmiddels hiermee ingestemd. Dit betekent dat de invoering van de slimme energiemeter naar verwachting kan beginnen in 2012.

Smart Grids “Smart Grids” of “Intelligente Netten” zijn innovaties rond energienetwerken die tot doel hebben om ook in de toekomst de energievoorziening betaalbaar en betrouwbaar te houden en daarnaast te verduurzamen. Essentieel in het begrip “Intelligent Net” is het ontstaan van tweerichtingsverkeer tussen energieverbruikers onderling en met producenten. Dankzij de toevoeging van ICT-technologie aan de netwerken (met name elektriciteit, maar ook gas en water) is het mogelijk om energiestromen beter te controleren, te sturen en te beheren.


Staat van de Ether 2010 Publieke ruimte

De gegevens van de energiemeter zouden op verschillende manieren kunnen worden overgebracht: draadloos of draadgebonden. Draadgebonden zou dit kunnen via Power Line Communications (PLC, zie ook paragraaf 7.2); draadloos zou dit kunnen in diverse frequentiebanden: • • • •

energiemeters met een GSM/UMTS/GPRS-aansluiting; het gebruik van de 450 MHz band. Gedacht kan worden aan het gebruik van het PAMR-netwerk, onder de lopende vergunning van KPN; het opzetten van een eigen CDMA-netwerk van de energiebeheerders rond 450 MHz (Code Division Multiple Access); het gebruik van vergunningvrije banden, zoals de DECT-guardband of Wifi-banden.

Gelet op bovenstaande ontwikkelingen is het van belang dat Agentschap Telecom tijdig onderzoek doet naar de vraag of en hoe frequentieruimte beschikbaar kan worden gesteld voor de uitrol van slimme meters en andere toepassingen zoals Smart Grids. In 2010 is hier mee gestart.

37

Uitvoeringsvervolg Agentschap Telecom is bij deze ontwikkelingen betrokken vanuit de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en het toezicht op de naleving van de R&TTE- en de EMC-richtljn. Hieronder valt ook de verantwoordelijkheid van het agentschap voor het tot stand brengen van de geharmoniseerde normen onder deze beide richtlijnen. Naar verwachting zal de ontwikkeling op het gebied van Intelligente Netten leiden tot het op de markt komen van nieuwe apparatuur en/of de aanpassing van bestaande apparatuur onder de R&TTE- en de EMC-richtlijn. Agentschap Telecom zal nadrukkelijk wijzen op de kwetsbaarheid voor Smart Grids indien daarvoor vergunningvrije frequentiebanden gebruikt gaan worden.


38

6.2 Verstoring neerslagradar KNMI

heeft Agentschap Telecom een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van deze verstoringen.

Sinds begin 2009 heeft het KNMI last van verstoringen op de radar in De Bilt. Deze verstoring bestond en bestaat nog steeds uit signalen die door de radar worden gedetecteerd als neerslag, maar die in werkelijkheid geen neerslag zijn (Afbeelding 8). De verstoring is zichtbaar als een lange streep op het radarbeeld.

Neerslagradar Het Koninklijk Meteorologisch Instituut maakt gebruik van twee neerslagradars, opgesteld in De Bilt en Den Helder. De gegevens over neerslag worden onder andere ook gebruikt door websites als www.buienradar.nl en www.weeronline.nl. De door de neerslagradar gebruikte frequenties zijn 5,647 GHz (De Bilt) en 5,625 GHz (Den Helder). Radiolocatie heeft een primaire status in deze frequentieband, volgens het Nationaal Frequentie Plan (NFP). Weerradars vallen onder Radiolocatie omdat het gaat om objectdetectie van regendruppels.

Om verder onderzoek mogelijk te maken heeft het KNMI op 27 mei 2009 de storing gemeld bij Agentschap Telecom. Hierop

Afbeelding 8: Verstoring van de neerslagradar (bron: KNMI)

Op 27 juli 2009 heeft Agentschap Telecom samen met de afdeling Infra en Beheer van het KNMI een spectrumonderzoek gedaan, rechtstreeks aan de antenne van de neerslagradar in De Bilt. Het doel van dit onderzoek was om de richting en aard van verstoringen vast te stellen. Wanneer de exacte richting bekend is, is het makkelijker te bepalen waar men moet zoeken naar gebruikers, al is het niet mogelijk de afstand vanaf de radar te bepalen. Het ontvangen signaal bleek afkomstig van een RLAN-systeem (Radio Local Area


Staat van de Ether 2010 Publieke ruimte

Network), op een gebouw in het centrum van Zeist. Onderzoek aldaar wees uit dat de gebruikte RLAN apparatuur werkend in de 5 GHz frequentieband, niet was voorzien van een juist werkende DFS (Dynamic Frequency Selection). Dit is een wettelijke eis aan deze apparatuur, die voorschrijft dat het systeem eerst kijkt welke frequentie in een bepaald bereik vrij is. Zo wordt voorkomen dat storing optreedt. Na dit onderzoek bleven echter meer verstoringen zichtbaar. Ook deze werden veroorzaakt door draadloze computernetwerken in de 5 GHz-band. De meeste verstoringen zijn inmiddels opgelost, maar het is niet uitgesloten dat zich nieuwe gevallen zullen voordoen.

39

Toezichtsvervolg Communicatie is noodzakelijk met installateurs en fabrikanten over de essentiële eisen voor dit soort apparatuur. Agentschap Telecom zorgt vanuit haar uitvoeringstaak voor het tot stand komen van adequate apparatuureisen in internationaal verband (ETSI). Deze eisen zorgen ervoor dat verschillende toepassingen storingsvrij naast elkaar kunnen werken. In dit geval hebben het uitschakelen van DFS of andere in ETSI verplichte voorzieningen zoals Automatic Power Contol (APC) tot gevolg dat de apparatuur niet meer voldoet aan de essentiële eisen voor vergunningvrij gebruik, en daardoor is het gebruik niet toegestaan.

6.3 Aswolk Eyjafjallajökull Op 15 april 2010 heeft het Directoraatgeneraal Energie, Telecom en Markten het agentschap om advies gevraagd over het effect van de aswolk, afkomstig van de IJslandse vulkaan. De nadruk lag hierbij op de eventuele verzwakking van het van satellieten afkomstige GPS signaal, dat op veel plekken gebruikt wordt voor navigatie of tijdsynchronisatie. Het zou bijvoor-


40

beeld gevolgen kunnen hebben voor installaties op booreilanden, die zich in het traject van de aswolk bevonden. Om meer te weten van de samenstelling van de aswolk en de mogelijke uitwerking hiervan op radiogolven, heeft het agentschap contact gezocht met het KNMI en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium. Na overleg was al snel de conclusie dat de effecten van de aswolk op GPS signalen te verwaarlozen zijn. De aswolk bestaat namelijk hoofdzakelijk uit niet-geleidende deeltjes van glas of zand. Op de hoogte waarop de aswolk zich bevond was weinig waterdamp aanwezig, waardoor ook dit niet kon condenseren op de asdeeltjes en eventueel voor extra demping van het GPS signaal zou zorgen.


Staat van de Ether 2010 Publieke ruimte

41



7 Apparatuur


44

Met een toename van de frequentieruimte voor vergunningvrij gebruik heeft het agentschap minder zicht op individuele gebruikers. Om storingsvrij gebruik toch zoveel mogelijk te waarborgen is het van belang om te zorgen voor apparatuur die zelf geen storing veroorzaakt en goed is afgeschermd tegen storing van andere apparaten. Het agentschap draagt daarom bij aan het internationale standaardisatieen harmonisatieproces. Zo wordt storingsvrij gebruik aan de voorkant geregeld, in plaats van achteraf individuele gebruikers beperkingen op te leggen in de vorm van een vergunning.

7.1 Spaarlampen Spaarlampen kunnen storing veroorzaken op radioverbindingen, wanneer ze niet voldoen aan essentiĂŤle eisen. Sinds 1 juli 2010 geldt een nieuwe norm waar deze apparatuur aan moet voldoen (EN55015:200 6+A1:2007+A2:A2009). Het agentschap heeft in 2010 een groot deel van de markt in PL- en LED-verlichting onderzocht. Om te beginnen is een inventarisatie gedaan van op de markt gebrachte PL- en LED-verlichting. Vervolgens is de nalevingcontrole op grond van de nieuwe norm opgesplitst in een administratieve en een technische controle.

PL- en LED-verlichting Door maatschappelijke ontwikkelingen is de vraag naar energiezuinige producten toegenomen. Op grond van milieubeleid moet de verlichtingsmarkt in Nederland omschakelen van conventionele gloeilampen naar energiezuinige alternatieven. PL-lampen zijn te vergelijken met een TL-buis, maar dan ter grootte van een gloeilamp. De buis is gevuld met een edelgas en kwikdamp. Door een spanningsverschil tussen twee elektrodes treedt gasontlading op waarbij UV-licht vrijkomt. Een fluorescerende laag aan de binnenkant van de buis zet dit UV-licht om in zichtbaar licht. Ledlampen werken volgens een ander principe. LED staat voor Light Emitting Diode (lichtuitstralende diode). Een LED maakt gebruik van halfgeleidermateriaal dat licht uitstraalt wanneer er stroom doorheen gevoerd wordt. Het gebruikte materiaal bepaalt de kleur van het uitgestraalde licht.


Staat van de Ether 2010 Apparatuur

Voor de technische nalevingmetingen zijn in totaal 147 PL- en ledlampen gecontroleerd. Hiervan waren 114 stuks ledlampen. Bij de 33 PL-lampen waren geen afkeuringen. Waarschijnlijk komt dit omdat de technologie al jaren beschikbaar is en het product inmiddels vrijwel uitontwikkeld is. Bij de LED- lampen zijn de volgende afkeurpercentages geconstateerd: • • •

fabrikanten “gerenommeerde” merken 0% retailketens met meer dan 1 vestiging 5% overige fabrikanten en distributiekanalen 32%

De “gerenommeerde” merken zijn van fabrikanten die van oudsher al verlichting produceerden. Zij zijn waarschijnlijk beter op de hoogte van de geldende norm of beter in staat aan de regelgeving te voldoen. De overschrijdingen van de norm zijn van dusdanige omvang dat 40dB (100 keer de toegestane waarde volgens de norm) in het frequentiegebied tot 10 MHz geen uitzondering is. Dergelijke overschrijdingen kunnen van invloed zijn op diverse gebruikers van het frequentiespectrum. Dat kunnen sectoren zijn waar veiligheid van belang is, zoals lucht- en scheepvaart en defensie. Ook kunnen economische belangen op het spel staan zoals bij RFID-toepassingen (Radio Frequency Identification) zoals

45

toegangspassen of anti-diefstalsystemen in winkels landmobiele communicatie en inductieve ringleidingsystemen (bijvoorbeeld in magazijnen). Op kleine schaal zal het gebruik van LED-lampen een te verwaarlozen storingskans geven. Deze kans neemt echter toe, afhankelijk van het type lamp, het vermogen, het toepassingsgebied en de overschrijding van de limieten. De technologische ontwikkeling van LED’s heeft de laatste jaren de toepassing ervan flink doen stijgen: • • • • • •

televisies; schermen langs de snelweg; stoplichten; verlichtingspanelen in kantooromgeving; vervanger van TL-lampen; LED-verlichting toegepast bij het kweken van algen voor biobrandstof.

Naar verwachting zal de LED-lamp op grote schaal snel terrein winnen in de agro-sector. Grote landbouw-automatiseerders in Nederland stellen dat met LED-verlichting de energiekosten aanzienlijk omlaag gebracht kunnen worden, bijvoorbeeld in de glasteelt. Met dergelijke concentraties van LED-lampen kan de stoorkans aanzienlijk toenemen, wanneer producten niet aan de norm voldoen.


46

Toezichtsvervolg Uit de technische en administratieve controles blijkt dat vooral dat nieuwe marktpartijen onvoldoende op de hoogte zijn van de eisen en normen die aan verlichting zijn gesteld. Het is van belang om deze nieuwe marktpartijen vroegtijdig te ontdekken en te informeren. Dit kan door middel van internetonderzoek en bezoek aan retailketens. Ook voorlichting kan bijdragen tot een betere naleving. Gezien het belang van de toegenomen kwetsbaarheid van radioverbindingen voor veiligheidstoepassingen en het mogelijk negatieve effect op radiotoepassingen, zal Agentschap Telecom een vervolgonderzoek houden in deze zich nog volop ontwikkelende LED-markt.

7.2 Power Line Communications Power Line Communication (PLC), ook wel internet via het stopcontact, kan storen op radiosystemen. Omdat tot nu toe een geharmoniseerde norm ontbreekt, is het voor fabrikanten lastig om te bepalen hoe te voldoen aan de essentiële eisen. In de praktijk heeft dit tot enkele klachten geleid, die te wijten waren aan PLCapparatuur die niet voldeed aan de essentiële eisen. Met name radio-ontvangers die werken in het deel van het spectrum dat kortegolf genoemd wordt, van 3 MHz tot 30 MHz, zijn gevoelig voor deze storing. Voorbeelden van gebruikers van radioontvangers in het kortegolfspectrum zijn: • • •

radiozendamateurs; defensie; gebruikers van “short range devices”, zoals anti-diefstalpoortjes.

PLC draagt bij aan een verhoging van het ruisniveau. Juist in de kortegolf is dat als eerste merkbaar, omdat daar gewerkt wordt met zeer gevoelige ontvangers. Hoe hoger het ruisniveau, hoe lastiger het is voor een ontvanger om het gewenste signaal van de ruis te onderscheiden. De genoemde gebruikers in dit gedeelte van het frequentiespectrum zijn daarom bezorgd over (de toename van) het gebruik van PLC en de toegenomen kwetsbaarheid


Staat van de Ether 2010 Apparatuur

Power Line Communication PLC is een technologie voor het zenden en ontvangen van data via het elektriciteitsnetwerk. Deze technologie wordt ook wel “internet via het stopcontact” genoemd, omdat er via PLC vaak een koppeling met het internet tot stand wordt gebracht. Via stopcontacten in de huizen kan met PLC-modems toegang worden verkregen tot deze infrastructuur. Deze vorm van PLC wordt “in house PLC” genoemd. Een andere variant is “access PLC”, waarbij via de draden van het energienet buitenshuis, een dataverbinding worden gemaakt met een transformatorhuisje dat aangesloten is op het internet. Voor de Nederlandse situatie is “access PLC” minder interessant omdat Nederland goed bekabeld is. “In house PLC” is echter wel interessant. Binnen gebouwen is het een alternatief voor Wifi of netwerkkabels (UTP), zonder dat daarbij nieuwe kabels hoeven worden aangelegd. De PLC-modems zijn ruim verkrijgbaar via de detailhandel en zijn in Nederland in opmars.

van hun radioverbindingen. Het stoorprobleem ontstaat doordat het energienet niet ontworpen is voor de snelle overdracht van data. Het is geoptimaliseerd voor energietransport

47

met lage frequenties (50 Hz). Breedband dataoverdracht werkt met veel hogere frequenties. Dit leidt tot het opwekken van elektromagnetische velden die storing kunnen veroorzaken. De elektriciteitsleidingen werken daarbij als een antenne. Lagere PLC signaalniveaus veroorzaken weliswaar lagere niveaus van het stoorveld, maar dat gaat weer ten koste van de datasnelheid. Daar komt bij dat elektromagnetische golven in de kortegolf de eigenschap hebben dat ze kunnen worden gereflecteerd door de ionosfeer (lagen op grote hoogte van het aardoppervlak). Deze eigenschap brengt met zich mee dat de stoorsignalen die opgewekt worden door PLC-apparatuur in een groot geografisch gebied effecten kunnen hebben.

Toezichtsvervolg Het gebruik van PLC is toegestaan. In geval van storing kan het agentschap op dit moment alleen op basis van de R&TTE-richtlijn optreden. Zolang het ontbreekt aan een geharmoniseerde norm, zet het agentschap deze werkwijze voort.


48

Uitvoeringsvervolg Vanwege het ontbreken van een geharmoniseerde norm heeft het agentschap een alternatief uitgewerkt voor het voorkomen van storingen door PLC. In dit plan worden PLCemissies toegestaan in een nog te bestemmen vergunningvrije “ISMâ€? band, voor industriĂŤle, wetenschappelijke en medische toepassingen. Dit is voorzien in het frequentiegebied van 30 MHz tot 80 MHz. Op die manier wordt de kortegolfband (van 3 tot 30 MHz) ontzien. Het agentschap heeft

hierover een gesprek gehad met enkele belangrijke stakeholders., waaronder Defensie. Deze partijen vonden het de moeite waard dit plan verder te onderzoeken. Ook in internationaal verband is het plan onder de aandacht gebracht en ook daar was men positief.


8 Conclusie


50

De toenemende afhankelijkheid van draadloze communicatiesystemen gaat gepaard met een hogere bezettingsgraad in delen van het frequentiespectrum. Daarmee liggen storing en congestie op de loer en komen kwetsbaarheden aan het licht. Dit geldt zowel voor de professionele gebruikers als de consument. Tegelijkertijd vermindert het zicht op die individuele gebruiker door meer vergunningvrij gebruik toe te staan, het bewerkstelligen van technologieneutraliteit en vereenvoudiging van de vergunningvoorwaarden. Daarmee is het oplossen van verstoringen aan de gebruikerskant minder eenvoudig dan in het verleden. Het agentschap speelt daarom in het internationale standaardisatie- en harmonisatieproces in de voorhoede mee. Hierdoor komt hoogwaardige apparatuur op de Europese markt die aan de essentiĂŤle eisen voldoet, om daarmee de kans op storing te minimaliseren. Het internationale afstemmingsproces is echter tijdrovend en gaat vaak minder snel dan de markt graag zou willen. Agentschap Telecom tracht in die gevallen met creatieve oplossingen te komen die, in ieder geval tijdelijk, gebruikers behoeden voor congestie en verstoring van de radioweg. Waar nodig zorgt het agentschap voor overgangsregelingen die het mogelijk maken dat gebruikers de tijd krijgen om over te schakelen op alternatieven.


Staat van de Ether 2010 Conclusie

De nieuwe monitoringapparatuur heeft grote potentie, zoals een aantal analyses in deze editie van de Staat van de Ether heeft aangetoond. Voor deze editie kon alleen gebruik worden gemaakt van de nieuwe mobiele apparatuur, maar vanaf 2011 is ook het Vaste Meetnet in gebruik met vernieuwde meetontvangers. Daarmee kan het agentschap zowel lokaal als landelijk een zeer gedetailleerd beeld van het spectrum verkrijgen.

51




Deze brochure is een uitgave van: Rijksoverheid Postbus 00000 | 2500 aa  Den Haag t 0800 646 39 51 (ma t/m vrij 9.00 – 21.00 uur) Juni 2011 Publicatie-nr. ac-000198


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.