2011Lokaal19

Page 1

Nr 19 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746

Niemand in de kou

Peggy De Prins: ‘HRM herbront.’

Koksijde is klaar voor WK-cyclocross

Succesvol doortrekkersterrein in Kortrijk


Bent u wegenwerker, sloper, puinbreker, sorteerder, containerparkbeheerder of betonproducent? Of bent u verantwoordelijk voor de aanbesteding van wegenwerken? Dan hebben wij belangrijk nieuws voor u! Puinbrekers verwerken bouwpuin tot gerecycleerde granulaten. Deze granulaten kunnen perfect hergebruikt worden in bouw- en/of wegenwerken ter vervanging van primaire grondstoffen zoals grind en (zee)zand. Ze zijn een mooie toepassing van ons kringloopdenken waarbij afval grondstof wordt en de keten zich sluit. Een hoge en constante kwaliteit van de aangeboden granulaten is van wezenlijk belang om de afzet voor hoogwaardige toepassingen te garanderen. Daarom heeft de OVAM samen met haar partners een nieuw eenheidsreglement opgesteld voor de certiďŹ catie van gerecycleerde granulaten. Dit reglement vervangt de reglementen van zowel Copro als Certipro, het is bekrachtigd door de minister van Leefmilieu en werd van kracht op 23 november 2011.

Ga naar www.ovam.be/gerecycleerdegranulaten en lees welke rol u speelt in dit kwaliteitsverhaal. Of u nu wegenwerker, sloper, puinbreker, sorteerder, containerparkbeheerder of betonproducent bent: pas als ieder zijn steentje bijdraagt, zullen gerecycleerde granulaten hun weg vinden als waardig alternatief voor nieuwe grondstoffen. Wij rekenen dan ook op u. Want samen maken we morgen mooier.

www.ovam.be/gerecycleerdegranulaten


inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sabine Van Dooren, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

bestuurskracht

12

stefan dewickere

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44

5 opinie – Beloofde Plattelandsfonds uitgesteld tot 2013!

19

harelbeke

Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke

24

bart lasuy

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46

kort lokaal

12 Interview – Peggy De Prins HRM staat op een kantelpunt Volgens professor De Prins heeft humanresourcesmanagement steeds meer aandacht voor duurzaamheid. In plaats van competentie-management krijgt daardoor talentmanagement de bovenhand. Dat management vertrekt van de sterktes van de werknemers, van wat ze kunnen en wat die talenten voor de organisatie kunnen betekenen. 16 Participatieprocessen in kleinere gemeenten 19 Harelbeke: nieuw onthaal voor burgers Het nieuwe onthaalgebouw van het stadhuis is onlosmakelijk verbonden met een grondige herschikking van de interne stedelijke organisatie en een nieuw dienstverleningsmodel. 21 Lokale raad – Wat als de politieraad geen akkoord bereikt over de politiebegroting? 22 De raad van Sint-Truiden – En garde!

werkveld 24 Energiearmoede is een bestedingsprobleem In Sint-Katelijne-Waver hebben de LAC-cliënten vooral een bestedingsprobleem. Het OCMW begeleidt hen dan ook in het maken van de juiste keuzes. Budgetmeters voor gas en elektriciteit helpen daarbij. 27 Praktijk in Roeselare – Sneeuwtelefoon voor zorgbehoevenden 31 Koksijde, helemaal cyclo! 33 Lokale raad – Hoe kan een lokaal bestuur fair trade – of eerlijke aankopen – correct opnemen in overheidsopdrachten? 34 Praktijk in Hasselt – Spijbelcoach kiest voor brede aanpak 35 Kortrijks doortrekkersterrein is een succes

geregeld 38 wetmatig – berichten 41 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 42 column – Pieter Bos

Op de cover Ronald is een van de OCMWcliënten van Sint-Katelijne-Waver die een budgetmeter gebruikt. Ooit was hij cafébaas maar drie hartinfarcten en twee ongevallen later, wil het niet zo vlotten. Maar elke ochtend laat hij de hond uit in bloot bovenlijf. Ook een manier om minder energie te verbruiken. Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

Lokaal I 1 december 2011 I 3


ORGANISATIE VAN DE ARBEID EN HRM IN DE PRAKTIJK Hoe zit het met de terbeschikkingstelling van lokaal overheidspersoneel naar andere werkgevers? Hoe worden beoordelings- en functioneringsgesprekken aangepakt? Wanneer is de Arbeidswet van toepassing, en wanneer de Arbeidstijdwet?

Het antwoord op deze en nog veel andere vragen vindt u in het losbladige handboek “Personeel en Organisatie in Lokale Besturen”. Dit unieke naslagwerk uit het VVSG-fonds is het werk van een uitgebreide waaier van deskundigen onder leiding van Kris Dehamers (OCMW Antwerpen).

Hoe kunnen besturen samenwerken rond personeelsbeleid?

Wordt verwacht

Hoe organiseert men uitzendarbeid en studentenarbeid in lokale besturen?

Abonnees van “Personeel en Organisatie” mogen binnenkort o.a. bijdragen verwachten over competentie- en talentmanagement en de combinatie arbeid en gezin. Ook de pensioenproblematiek bij lokale besturen wordt in het handboek op de voet gevolgd.

Quid met vrijwilligerswerk en monitorenarbeid? Wat zijn de basisregels inzake het arbeidsreglement? Wie moet er in een managementteam zitten? Hoe werken aan een divers personeelsbeleid? Welke grenzen moet een lokaal bestuur respecteren op het vlak van maximale wekelijkse arbeidstijd, rusttijden, dagelijkse rusttijd, enzovoort? Hoe onthaal ik nieuwe medewerkers? Hoe bouw ik goede relaties op met de vakbonden?

Steeds actueel Het werk is losbladig en wordt regelmatig aangevuld en bijgewerkt. Zo blijft het steeds actueel.

Met cd-rom Bij het boek hoort een cd-rom met formulieren en modellen waarmee u onmiddellijk aan de slag kan.

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel

....... ex. van Personeel en organisatie in lokale besturen (€ 99 VVSG leden, € 119 niet-leden)*

Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel. : .................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. De bijwerkingen worden u automatisch toegezonden tegen 0,55 euro/blz en 29 euro per CD-update, en dit tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 30.12.2011. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


kort lokaal opinie

Beloofde Plattelandsfonds uitgesteld tot 2013!

P

as in de loop van 2012 zal het voorontwerp van decreet in het Vlaams parlement besproken worden. Als dit wordt goedgekeurd, ziet het Plattelandsfonds ten vroegste in 2013 het levenslicht. De Vlaamse plattelandsgemeenten zijn zeer teleurgesteld. Zoals al lang geweten is dit fonds voor hen noodzakelijk, alle voorbereidende studies zijn lang geleden afgerond. Het blijft op dit moment ook gissen naar de middelen waarover het fonds zal kunnen beschikken, wie er van zal kunnen genieten en onder welke voorwaarden. Met het uitstel van het fonds zet Vlaanderen de plattelandsgemeenten in de wachtkamer. Er komt geen antwoord op de structurele problemen. Tegenover de immense opdrachten van beheer en onderhoud van de open ruimte, staat geen degelijke financiĂŤle ondersteuning. Het VVSG-voorstel is nochtans duidelijk. Het Vlaamse Plattelandsfonds moet mikken op een structurele financiering van landelijke gemeenten om hun bestuurskracht te versterken, de open ruimte te behouden en te onderhouden en om intergemeentelijk samenwerken te stimuleren, zonder dat gemeenten nieuHet Structuurplan Vlaanderen wil naast we samenwerkingsverbanden moeten oprichten. een stedelijk ook een open Vlaanderen Het Plattelandsfonds is gericht realiseren. Het stedelijk beleid wordt op een selecte groep van twintig terecht goed ondersteund, wanneer is het tot veertig plattelandsgemeenten de beurt aan het buitengebied? met ernstige problemen, gelegen in het buitengebied en geselecteerd op basis van volgende criteria: inwonersaantal, bevolkingsdichtheid, fiscale draagkracht op basis van kadastraal inkomen en personenbelasting, en het percentage bebouwde oppervlakte. Veel gemeenten in het buitengebied worden gekenmerkt door een relatief lage bevolkingsdichtheid, gekoppeld aan centraal opgelegde beperkingen. Zo kunnen ze door het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geen grote bedrijfsactiviteiten laten opzetten in niet-economische knooppunten of wordt op vele plaatsen het wooncontingent beperkt. Dit leidt tot een lagere belastbare basis terwijl die gemeenten evenmin de mogelijkheid krijgen om die belastbare basis te laten groeien. Dikwijls zijn er in deze gemeenten heel veel landbouwwegen, die door steeds zwaardere landbouwmachines worden kapot gereden, terwijl er ook een hoge vraag is naar recreatieve infrastructuur zoals wandel- en fietswegen in wandel- en fietsknooppunten. Zo vormen de landelijke en trage wegen voor deze gemeenten een knelpunt, ze kunnen ze onvoldoende onderhouden ook al zijn ze dat als wegbeheerder wettelijk verplicht. Ook het landschapsonderhoud komt dikwijls in de verdrukking, gemeenten kunnen niet genoeg werken laten uitvoeren en evenmin voldoende deskundig personeel aantrekken. Het Structuurplan Vlaanderen wil naast een stedelijk ook een open Vlaanderen realiseren. Het stedelijk beleid wordt terecht goed ondersteund, wanneer komt er ook een systematische ondersteuning van de echte plattelandsgemeenten?

Mark Suykens is directeur van de VVSG

Lokaal I 1 december 2011 I 5


kort lokaal nieuws

Minder klachten door duidelijke communicatie over omgang met sneeuwhinder Op 21 oktober organiseerden de Vlaamse Stichting Verkeerskunde en het Agentschap Wegen en Verkeer een informatiemoment voor gemeenten over hoe ze zich het best voorbereiden op de winterperiode. Daarbij bleek onder meer dat gemeenten vorig jaar al veel minder klachten van hun inwoners en weggebruikers kregen omdat ze tijdig en duidelijk communiceerden. Klachten voorkomt u door v贸贸r de winter via alle mogelijke kanalen zoals het informatieblad en de website aan te kondigen welke wegen wel en welke niet gestrooid worden. Maak daarbij een duidelijk onderscheid tussen het algemene strooiplan van de gemeente bij normale winterse omstandigheden en het prioritaire strooiplan bij extreme weersomstandigheden of in geval van zouttekort. Bovendien zal een gemeente op veel meer begrip van haar

burgers kunnen rekenen als ze toelicht waarom ze prioriteiten stelt voor bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen en rusthuizen. Alle informatie van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde en het Agentschap Wegen en Verkeer staat nu ook op winterdienst.wegenenverkeer.be. (Klik op een onderwerp in de rechterkolom van de welkomstpagina, daarna verschijnen de presentaties, ook in de rechterkolom.) Op winterdienst.wegenenverkeer.be vindt u

nog andere informatie, onder meer over het zuinig omspringen met strooimiddelen. Op www.mobielvlaanderen.be leest u gebalde informatie in de mobiliteitsbrief van oktober 2010 over de winterdienst. De vijfde vakbeurs voor technische diensten in de Expo van Roeselare handelt ook over gladheidsbestrijding bij lokale besturen. Inschrijven voor deze vakbeurs kunt u via www.west-vlaanderen.be. erwin debruyne

Gedachtewisseling tramprojecten in Vlaams Parlement Gemeenten die hun gemeentelijk mobiliteitsplan bijsturen of waar belangrijke infrastructuurprojecten op stapel staan, vragen zich af in welke mate ze daarbij rekening kunnen en moeten houden met het wensbeeld van de Mobiliteitsvisie 2020 van De Lijn. Zeker als er vertrammingsprojecten in het geding zijn. Die oefening is niet zo eenvoudig, onder meer omdat veel afhangt van de resultaten van bijkomend onderzoek.

Voor sommige vertrammingsprojecten zijn de voorafgaande onderzoeken evenwel al afgerond, bezig of in voorbereiding. Over welke projecten en/of (ruwe) trajecten het gaat, kunt u lezen in het verslag van de gedachtewisseling over de vertrammingsprojecten van De Lijn. Die vond plaats in de commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams Parlement, op 23 en 30 juni 2011. erwin debruyne

Mobiliteitsvisie 2020 van De Lijn op www.delijn.be, knop mobiliteitsvisie2020. Verslag van de gedachtewisseling over de vertrammingsprojecten van De Lijn op http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2011-2012/g1299-1.pdf

41.200 en 18.190 Wanneer een klant zijn elektriciteits- of gasfactuur niet kan betalen, mag een commerci毛le leverancier het contract opzeggen. Als de klant geen nieuwe commerci毛le leverancier vindt, neemt de netbeheerder in zijn rol van sociale leverancier de levering van elektriciteit en/of gas over. Eind 2010 waren er 77.324 gezinnen voor elektriciteit en 54.701 voor gas klant bij een sociale leverancier. Bij wanbetaling bij de sociale leverancier plaatst de netbeheerder een budgetmeter die de klant verplicht vooraf te betalen voor levering van elektriciteit en/of gas. Eind 2010 verbruikten 41.200 gezinnen elektriciteit en 18.190 gezinnen gas via een budgetmeter.

www.vlaanderen.be/svr, knop VRIND 2011

6 I 1 december 2011 I Lokaal


print & web

campagnebeeld

VRIND 2011

‘Ruimte voor Morgen’ beste communicatieactie van 2011 Met zijn campagne ‘Ruimte voor Morgen’ heeft het departement Ruimtelijke Ordening van de Vlaamse overheid de Prijs voor Overheidscommunicatie van Kortom gewonnen. Vorig jaar won Bonheiden de eerste editie met zijn digitaal meldpunt. De prijs voor de beste overheidscampagne is een initiatief van de vakvereniging Kortom, die 750 communicatieprofessionals van de overheid groepeert. Met de Prijs voor Overheidscommunicatie wil ze overheden belonen die bewust en succesvol met de burger communiceren over hun beleid. Met de campagne ‘Ruimte voor Morgen’ bevordert de Vlaamse overheid de participatie van burgers omdat ze in een vroege fase betrokken worden bij de beleidsvoering en omdat ze suggesties kunnen geven over een nieuw beleidsplan dat het huidige Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen zal

vervangen. Dit project bewijst dat frisse ideeën en een mix aan instrumenten ook minder spraakmakende thema’s ‘hot’ kunnen maken. Uit de 37 inzendingen bekroonde de vakjury nog vier andere overheidscampagnes met een eervolle vermelding omdat ze uitmunten in creativiteit en helderheid: het Gents Klimaatverbond van het stadsbestuur Gent, het project Onze Kaaien van het stadsbestuur Antwerpen, de onlinetelevisiezender TV.Klasse van de Vlaamse overheid en de campagne Wuk? van de provincie West-Vlaanderen. Alle projecten konden bogen op een doordachte communicatiemix met aandacht voor nieuwe media, en dat alles met een beperkt budget. De sensibiliseringscampagne Wuk? voor jongeren over gehoorschade ontving ook de publieksprijs. inge ruiters

www.kortom.be

Tutje voor de Sint In Gent organiseert het buurtcentrum Sluizeken een actie in verband met het afgeven van de tut of fopspeen. Sinds vier jaar staat er een mooie tutjesboom in de wijk. De vorige jaren hingen er een honderdtal dappere kindjes hun tutje in. Die nacht sliepen ze allemaal zonder. Ook dit jaar krijgen de buurtkindjes samen met hun (groot)ouder op 5 december de kans om op een feestelijke manier afscheid te nemen van hun tutje. Samen met de Sint en de Pieten trekken ze om vier uur naar de Kinatuin om er een tutje in de boom te hangen en van een drankje te genieten.

gf

veerle baert

Buurtwerk Sluizeken, misty.moortgat@gent.be, T 09-265 70 40

De Studiedienst van de Vlaamse Regering geeft de 19de editie van VRIND uit, de publicatie die jaarlijks de resultaten van het Vlaams beleid en de impact ervan op de omgeving beschrijft. VRIND verstrekt aan de hand van indicatoren een overzicht van de ontwikkelingen in materies waarvoor de Vlaamse overheid bevoegd is. De keuze van de indicatoren gebeurde in functie van de beleidsprioriteiten. De inhoud van het boek is gestructureerd rond de grote uitdagingen die in het Vlaamse Regeerakkoord 2009-2014 werden opgenomen en die tevens verwijzen naar de grote doorbraken uit het ViAactieprogramma. Naar aanleiding van het Internationaal Jaar voor de Vrijwilligers werd een afzonderlijke focus aan het vrijwilligerswerk in Vlaanderen gewijd. Waar zinvol en mogelijk, wordt de situatie in Vlaanderen vergeleken met andere Europese landen. Downloaden of gratis bestellen kan via www4.vlaanderen.be/sites/svr

Ruimte, regio en mobiliteit Dit nieuwe boek behandelt de wisselwerking tussen personenmobiliteit en ruimtelijke ordening, toegepast op de regio Vlaanderen, rekening houdend met de maatschappelijke context van klimaatdoelstellingen en de dreiging van ‘peak-oil’. Het onderzoekt de duurzaamheid van de ruimtelijke structuur in relatie tot verplaatsingsgedrag, met specifieke aandacht voor de dagelijks afgelegde afstanden. Een mogelijke toekomstige krimp van de mobiliteit zou het gevolg kunnen zijn van een dreigende olieschaarste, of van een doortastend klimaatbeleid. De auteur bekijkt in dat licht hoe ruimtelijke ordening een rol kan spelen in het streven naar duurzaam verplaatsingsgedrag en een goede bereikbaarheid op basis van een minimale hoeveelheid verkeer. K. Boussauw, Ruimte, regio en mobiliteit. Aspecten van ruimtelijke nabijheid en duurzaam verplaatsingsgedrag in Vlaanderen, Garant Uitgevers, Antwerpen-Apeldoorn, 31 euro

Lokaal I 1 december 2011 I 7


kort lokaal nieuws

Nog geen akkoord over muziekgebruik op de werkvloer, wel foutje SABAM

Begin dit jaar lieten we u al weten dat de auteursrechtenvereniging SABAM en de muziekproducentenvereniging SIMIM in contact traden met de VVSG om hun gezamenlijke aangifteprocedure voor muziekgebruik op de werkvloer te verduidelijken. Onder de projectnaam UNISONO hadden beide verenigingen het plan opgevat om dit jaar bij de lokale besturen rechten te innen voor muziekgebruik in hun niet voor het ruime publiek toegankelijke ruimten. Gemeenten, OCMW’s, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, politiezones en andere lokale verzelfstandigde agentschappen zouden moeten aangeven hoeveel medewerkers zij tewerkstellen en of zij gebruik maken van achtergrondmuziek in kantoren, in kantines, aan de telefoon of op hun website. Daarbij baseerden SABAM en SIMIM zich onder meer op een akkoord uit 2009 met de privésector. De VVSG voelt zich nog steeds niet gebonden door dit akkoord uit 2009 en stuurde dit voorjaar aan op een afzonderlijk akkoord met de publieke sector. Een eerste gesprek leidde voor de VVSG niet tot een bevredigend akkoord. In antwoord op een parlementaire vraag over de kwestie drong minister Vincent Van Quickenborne er bij de FOD Economie op aan de betrokken partijen snel rond de tafel te brengen voor verder overleg. Die vraag is alweer een half jaar oud. Ondertussen vindt er wel al

overleg plaats tussen SABAM, SIMIM en sommige Vlaamse en federale overheidsdiensten. Zo werd al een deelakkoord afgesloten met de diensten van de federale politie over muziekgebruik in sportzalen en kantines en tijdens evenementen. Ook met de facilitaire diensten van de Vlaamse overheid (AFM) werd overleg aangeknoopt over muziekgebruik op de werkplaats. Uit deze gesprekken blijkt bijvoorbeeld dat de werkgever geen rechten verschuldigd is en niet aansprakelijk is wanneer in het arbeidsreglement een verbod ingeschreven wordt voor het afspelen van muziek op de werkvloer door personeelsleden. Ondanks talrijke pogingen van de VVSG om snel werk te maken van een dergelijk akkoord met de lokale besturen en zo de onzekerheid bij onze leden weg te nemen, ontvingen we nog steeds geen uitnodiging voor overleg. Overigens lijkt de onduidelijkheid alleen maar toe te nemen. Verschillende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden lieten ons weten dat ze met een mailing van 12 oktober 2011 een uitnodiging tot aangifte en betaling ontvingen van SABAM in het kader van UNISONO. Via SIMIM vernamen we dat bij die mailing een fout gebeurde en dat 41 autonome gemeentebedrijven niet als publieke instellingen herkend werden. De dossiers voor de betrokken gemeentebedrijven – uit de contacten met onze leden blijkt dat ook inter-

layla aerts

Er is nog steeds geen akkoord met de publieke sector over de inning van rechten voor muziekgebruik op de werkvloer, hoewel sommige intercommunales daarvoor recent een uitnodiging tot betaling ontvingen.

Het is nog altijd onduidelijk wanneer een lokaal bestuur voor muziekgebruik moet betalen.

gemeentelijke samenwerkingsverbanden een dergelijke mailing ontvingen – worden ondertussen ‘on hold’ geplaatst. De VVSG bekijkt hoe ze op deze nieuwe wending zal reageren. Uit recente contacten met de FOD Economie kregen we eind november dan toch de garantie dat het beloofde overleg met de VVSG op korte termijn zal plaatsvinden. tom de schepper

Ontving uw organisatie de mailing van 12 oktober met de vraag om binnen 30 dagen tot betaling over te gaan of heeft u intussen al betaald? Laat het weten via katrien.colpaert@vvsg.be en tom.deschepper@vvsg.be. Schriftelijke Vraag van 1 maart 2011 van Jef Van den Bergh aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over de auteursrechten voor muziek op de werkvloer (Kamer, 53, vraag nr.0095).

Tot 6 januari Stel u kandidaat voor een socialdesignproject Gemeenten met een prangend sociaal probleem dat met servicedesign kan worden opgelost of gemeenten die een of andere oplossing zien via een socialdesigntraject, kunnen een van de elf erkende servicedesigners contacteren om samen een project in te dienen. Design Vlaanderen kan maximaal 60.000 euro subsidie geven voor een socialdesigntraject, de uitwerking van visuele oplossingen of concrete realisaties die als model voorgesteld kunnen worden op een VVSG-congres of op andere activiteiten. Het project dat deze bureaus indienen, moet beantwoorden aan enkele kwalitatieve gunningscriteria. www.vvsg.be/lists/nieuws, bericht van 24 oktober

8 I 1 december 2011 I Lokaal


print & web

Goede praktijken maatschappelijk kwetsbare jongeren en mentoring

Fiets Suite geeft tips en aanbevelingen over fietsparkeeraanpak

inge ruiters

www.mobiel21.be, knop ‘Mobiel 21 informeert’, ‘Publicaties en downloads’

Nieuwe online-overheidsdatabank Pinakes

buitenland: ook de Luxemburgse overheden kunt u nu downloaden. www.pinakes. be is nu uitgerust met een krachtiger exportwizard waarmee de klanten volledig op maat gegevens naar Excel kunnen downloaden. Ze stellen hun datapakketten samen op basis van zeven thematags of doelgroepen: lokale overheden; federale, regionale en provinciale overheden; politie, justitie en (ci-

Hoe burgers hun levenservaring gebruiken om kwetsbare jongeren te coachen

A.-M. van Bergen e.a., Maatschappelijk kwetsbare jongeren en mentoring: goede Belgische en buitenlandse praktijken, Koning Boudewijnstichting, gratis downloaden of bestellen via www.kbsfrb.be, knop ‘publicaties’

De nieuwe 60-plusgids

patrick struelens

De Vlaamse overheid bracht in samenwerking met de Vlaamse Ouderenraad de nieuwe 60-plusgids uit. De gids behandelt onderwerpen die interessant kunnen zijn voor personen die met pensioen gaan of die al gepensioneerd zijn. Hij is thematisch opgevat en bevat een uitgebreide alfabetische adressenlijst met contactgegevens. Onder meer de volgende onderwerpen komen aan bod: actief ouder worden (verenigingsleven, vorming en onderwijs, sociaal-cultureel leven, sport, betaalde arbeid); inkomen en sociale voordelen; mobiliteit en vervoer; gezondheid; zorg (ziekteverzekering, thuiszorg, woonzorgcentrum,…); wonen; en levenseinde. U kunt de 60-plusgids downloaden of online raadplegen via www.60plusgids.be, of een gratis papieren exemplaar bestellen via www.vlaanderen.be/publicaties of het gratis nummer 1700.

www.pinakes.be

www.60plusgids.be

Pinakes, het dochterbedrijf van de VVSG en Politeia, lanceerde op 21 juli haar nieuwe online databank met contactgegevens van 120.000 beslissers en 17.500 organisaties. Het aanbod van Belgische overheden is uitgebreid met de private sociale sector, het middenveld en de Luxemburgse overheden. Naast de Belgische overheden bevat de nieuwe databank nu ook de beslissingsnemers uit de sociale sector en de middenveldorganisaties. Met het middenveld brengt Pinakes duizenden belangen- en koepelorganisaties, ngo’s, werkgeversorganisaties of beroepsorganisaties in kaart die de link vormen tussen burger, bedrijf en overheid. Opmerkelijk is ook de stap naar het

Maatschappelijk kwetsbare jongeren en mentoring Goede Belgische en buitenlandse praktijken

annelies comptdaer

Een geslaagd fietsbeleid vereist een geïntegreerd fietsparkeerplan. Daarin geniet thuisstalling de prioriteit. Met het project Fiets Suite zoekt de vzw Mobiel 21 gepaste oplossingen om bij de bouw, renovatie of herinrichting van appartementen en rijhuizen plaats te reserveren voor de fiets, hetzij in of Thuisoplossing woning in Gent. De fietsenberging annex wasplaats leunt aan tegen de noordelijke voorgevel met raam, is door een bij de woning, hetzij in buurthalfhoge muur gescheiden van de keuken en ligt iets dieper, zodat fietsenstallingen. Want als ze licht en zicht behouden blijven. Ontwerp: Ypsilon Architecten. hun fiets vlot en veilig kunnen wegbergen en hem toch altijd bij de hand hebben, zullen bewoners hem vanzelf sneller gebruiken. Dat komt de mobiliteit en leefbaarheid in steden en dorpskernen ten goede. Het voorkomt ook dat omwonenden en voorbijgangers gevaar lopen of gefrustreerd geraken door geblokkeerde stoepen. Om gemeenten met de opmaak van hun fietsparkeerplan te ondersteunen heeft Mobiel 21 een elektronische leidraad en een folder samengesteld met tips en aanbevelingen voor steden en gemeenten. Fiets Suite geniet de financiële steun van de Vlaamse overheid en loopt in samenwerking met de VVSG en de Vlaamse architectenorganisatie NAV.

Veel jongeren bevinden zich om diverse redenen in kwetsbare situaties. Zij dreigen de aansluiting met het onderwijs of de arbeidsmarkt te verliezen, komen in aanraking met het gerecht, dreigen te ontsporen. De laatste jaren zijn heel wat projecten ontstaan waarin burgers op vrijwillige basis optreden als mentor, coach of maatje van deze maatschappelijk kwetsbare jongeren. Het beeld van gewone burgers die hun wijsheid en levenservaring inzetten voor de ontwikkeling en emancipatie van maatschappelijk kwetsbare jongeren spreekt tot de verbeelding. Maar hebben deze projecten wel effect? En wat maakt een project succesvol of niet? Deze publicatie brengt diverse Europese en Belgische projecten in kaart. Een aantal goede praktijken wordt uitvoerig beschreven en doorgelicht.

viele) veiligheid; middenveld; onderwijs, cultuur en vrije tijd; welzijn, werk en gezondheid; en de Luxemburgse overheden. Grote corporateklanten genieten voortaan van Pinakes Services. Zij krijgen een kopie van de databank met een dagelijkse volautomatische update en kunnen zelf data(lagen) toevoegen.

EDITIE 2011

gids voor wie het pensioen nadert of bereikt heeft

60-PLUSGIDS

13de herziene uitgave teksten bijgewerkt tot maart 2011

Lokaal I 1 december 2011 I 9


kort lokaal perspiraat “Als iedereen in de Vlaamse regering overtuigd is, kunnen we de stemmachines voor alle Vlaamse gemeenten en het Brussels gewest aankopen. In dat geval stemt iedereen in 2012 al in het nieuw.” Guido Decoster van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur over de prototypes van het nieuwe elektronische stemsysteem. – Belang Van Limburg 28/10 “Een goeie burgemeester past niet in een links of rechts hokje.” Bart Somers (Open VLD), burgemeester van Mechelen – Gazet van Antwerpen 19/11 “Om een draagvlak te creëren voor stadsgewesten en de afschaffing van de provincies heb je zeker twintig jaar nodig. De tijd die ik daaraan zou spenderen, zou ik niet kunnen besteden aan nuttige projecten van de dag van vandaag.” Patrick Janssens (SP.A), burgemeester van Antwerpen – Gazet van Antwerpen 19/11 “Wat gebeurt er met onze oude dag als lokale besturen beslissen om hun openbare rusthuizen in de etalage te zetten? Willen we evolueren naar een zorgmodel waar enkel senioren met een dikke portefeuille toegang krijgen en waar zorgverstrekkers genoodzaakt zijn om te rekenen in cijfertjes en niet in mensen?” Kurt De Loor, Vlaams parlementslid en OCMW-voorzitter van Zottegem (SP.A) over de commercialisering van de rusthuissector – De Standaard 17/11 “Hoe kunnen we de volgende financiële ontsporing vermijden? Er zijn geen veilige havens meer om het geld goed te herbeleggen.” Serge Grysolle (Open VLD-Vivant), schepen van Financiën van de stad Aalst, dat aan het Dexia-debacle ontkwam door al in 2002 haar certificaten te verkopen – De Standaard 19/11 “Sinds mijn burgemeesterschap heb ik voor 33 mandaten mijn ontslag ingediend. Ik ben alleen nog voorzitter van Publigas en van Fluxys. Mijn enige doel is de Belgische belangen in het gas vrijwaren.” Daniël Termont, SP.A-burgemeester van Gent – Knack 16/11

10 I 1 december 2011 I Lokaal

Weinig gegronde klachten over OCMW-woonzorgcentra In 2011 kreeg de Rusthuis-Infofoon 905 oproepen met vragen, klachten of mededelingen over woonzorgcentra en serviceflats. Dat is een daling van 11,36% tegenover 2009, toen er nog meer dan duizend waren. Het meest opvallend is de sterke daling van het aantal oproepen door bewoners zelf: slechts 2,8% van het totaal. In 2009 was dat nog 6,37%. Meer dan vier op de vijf oproepen (741) zijn vragen naar informatie. Negentig oproepen gingen over een of meer klachten. In totaal werden 294 klachten geregistreerd. De meeste gaan nog altijd over dienstverlening en verzorging, maar opvallend is ook de verdere stijging van het aantal klachten over rechten en vrijheden. Traditioneel scoren de OCMW-woonzorgcentra opmerkelijk lager qua gegronde klachten dan woonzorgcentra met een ander statuut. U kunt het volledige jaarverslag nalezen op www.woonzorglijn.be. elke vastiau

Openbare woonzorgcentra scoren hoog op kwaliteit 88% krijgt onderscheiding, 63% grote onderscheiding In Actueel, het informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad, publiceert de studiedienst van OKRA een zeer interessant artikel over de commercialisering van de Vlaamse woonzorgcentra. De OKRA-studiedienst verwerkte de inspectiegegevens van de Vlaamse rusthuizen in 2007. De eerste vaststelling is dat de openbare sector numeriek terrein verliest. Heeft de openbare sector nu nog 37% van de woongelegenheden in handen, slechts 13% van de geplande capaciteit is openbaar. De vzw-sector houdt stand, de commerciële sector zal groeien. OKRA toont aan dat dit geen positieve invloed op de dagprijzen zal hebben. De dagprijs van de openbare sector ligt immers 9% lager dan het gemiddelde. Uit de cijfers blijken geen grote verschillen qua zorgbehoevendheid van bewoners over de sectoren heen. De openbare sector neemt duidelijk meer mensen met een O-profiel op, wellicht zijn dit ‘sociale opnames’, partners van zorgbehoevenden die mee verhuizen. In de private rusthuizen financiert ongeveer 74% van de bewoners de opname zelf, in een vzw 65% en een OCMW 58%. De indruk rijst dat private woonzorgcentra een rijker publiek aantrekken, maar die hypothese moet nog verder onderzocht worden. Het personeelskader in de private woonzorgcentra is bijna 30% lager dan in de openbare, en 22% lager dan in de vzw’s. OKRA zet er dagprijzen naast en berekent dat een bewoner in een

privaat woonzorgcentrum 45% meer betaalt naar personeelskader dan in een OCMW-woonzorgcentrum (en ongeveer 30% meer dan in een vzw). Maar ze krijgen dan betere kwaliteit, zou je denken. Dat spreken de cijfers van OKRA dan weer tegen. Gemiddeld 24% van de woonzorgcentra scoort meer dan 90% op kwaliteit, in de private sector is dat slechts 10%, in de laagste helft van de kwaliteitscurve bevinden zich ongeveer 14% van de woonzorgcentra, echter wel 29% van de private sector. Het gros van de openbare sector (63%) scoort meer dan 80% op kwaliteit, 25% scoort tussen 70 en 79%, slechts 12% scoort minder dan 70%. OKRA concludeert dat het tekort aan aanbod de druk op het beleid versterkt om de normen te versoepelen en de commerciële sector meer toegang te geven tot de zorgmarkt. En dat zal volgens deze gegevens tot kwaliteitsverlies leiden. elke vastiau

Bron: Truyers Johan, Okra studiedienst, ‘Commercialisering van de Vlaamse woonzorgcentra’. In: Actueel, Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad, jaargang 12, nummer 4, pp.18-20


nieuws

BlueAssist is een uniek icoon dat internationaal herkend wordt en een concrete hulpvraag ondersteunt. Zo kan het mensen met een beperking helpen om in het openbaar een hulpvraag te stellen aan medeburgers. BlueAssist biedt niet alleen het vertrouwen om hulp te vragen maar ook om hulp te geven. Met het BlueAssist-symbool kan de gebruiker gemakkelijker aan een voorbijganger de weg vragen of aan de buschauffeur laten weten aan welke halte hij wil uitstappen. Ook boodschappen doen of een vraag stellen aan een loket gaat vlotter. BlueAssist kan een eenvoudig blauw kaartje zijn met daarop een vraag maar ook een bericht op smartphone, beide herkenbaar aan het BlueAssist-symbool. Als de voorgeprogrammeerde vragen niet volstaan, kunnen

de aangesproken mensen ook altijd via de groene knop de coach of een bekende van de persoon opbellen om te helpen. Het BlueAssist-idee komt van vzw Ithaka, een centrum in Oostende dat negentien mensen met een beperking coacht en helpt om zo zelfstandig mogelijk te leven, met een maximale participatie aan de maatschappij. De vzw Ithaka hoopt dat BlueAssist dezelfde symboolfunctie zal krijgen als de witte stok voor blinden en slechtzienden.

blue assist

stefaan van hul

BlueAssist helpt mensen zelfstandig de bus nemen

De Lijn leert chauffeurs BlueAssist kennen Na een succesvol proefproject van september 2010 in Oostende en Torhout gaat De Lijn vanaf 15 februari 2012 met BlueAssist van start in heel Vlaanderen. Alle frontofficemedewerkers onder wie chauffeurs, controleurs en Lijnwinkelmedewerkers zullen een schriftelijke toelichting krijgen over de bedoeling en mogelijkheden van BlueAssist. Gelijktijdig lanceert de vzw BlueAssist een algemene sensibiliseringscampagne om BlueAssist bij het publiek te introduceren. inge ruiters

nix

Lokaal I 1 december 2011 I 11


bestuurskracht interview Peggy De Prins

HRM staat op een kantelpunt Humanresourcesmanagement is aan herbronning toe. Het klassieke concept van respect voor de werknemer moet weer aantrekkelijk worden. Maar dat is niet alles. Er is ook nog de O en de C in het ROC-model van professor Peggy De Prins. Ze breekt een lans voor duurzaam HRM. Nu is dat nog een relatief nieuw begrip, maar over vijf jaar is het gemeengoed. Daar is professor De Prins van overtuigd. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

P

eggy De Prins is docente en academic director van de programma’s ‘Master in Humanresourcesmanagement’ en ‘Duurzaam HRM’ aan de Antwerp Management School, de autonome managementschool van de Universiteit Antwerpen. Zo staat het op haar naamkaartje. ‘Maar,’ voegt ze er meteen aan toe, ‘ik ben arbeidssocioloog van opleiding. Ik ben altijd bezig geweest met de kwaliteit van arbeid. Ik heb altijd vanuit de sociologische insteek van waardevol en waardig werk naar humanresourcesmanagement gekeken.’

Het filmpje met Peggy De Prins vindt u op www.vvsg.be.

Krijgt die insteek wel voldoende aandacht? ‘Sinds het ontstaan van het concept humanresourcesmanagement in 1984 is er altijd sprake geweest van een harde en een zachte variant. In de jaren negentig is de slinger de harde kant uit gegaan. Het waren de topjaren van het strategische HRM. Competentiemanagement stond toen boven aan de agenda, ook bij gemeenten. Alles moest gemeten worden: harde cijfers moesten bewijzen dat HRM wel degelijk een strategische impact kon hebben, een impact op de economische resultaten. Nu gaat de slinger de andere kant uit. Naast die meetbare, harde kijk is er meer aandacht voor het menselijke, het sociale, het maatschappelijke van HRM. Maar de twee varianten sluiten elkaar niet uit, het is én-én. Ze moeten in balans zijn.’ Waarom gaat de slinger nu de zachte kant uit? ‘Een van de oorzaken is de toenemende aandacht bij veel organisaties voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het gaat niet enkel over de harde profit

12 I 1 december 2011 I Lokaal

maar ook over people en planet, de drie P’s waartussen een evenwicht gezocht wordt. In het denken over humanresourcesmanagement zie je dezelfde evolutie naar een evenwicht tussen de hardere en de zachtere variant. Ik denk dat we nu echt op een kantelmoment zitten. Daarom leg ik me toe op duurzaam HRM.’ Past dat onder het people-aspect van maatschappelijk verantwoord ondernemen? ‘Ja, maatschappelijk verantwoord ondernemen is nog een leerproces voor veel bedrijven en overheden. Ze passen wel bepaalde aspecten toe, maar van een geïntegreerde visie waarbij de drie dimensies aan bod komen, is bij de meeste nog geen sprake. De planet, en bij bedrijven uiteraard ook de profit, krijgt relatief veel aandacht. Bij people ligt de klemtoon vooral op de relatie met de externe stakeholders. Een deel van de winst of de omzet gaat bijvoorbeeld naar sociale doelen of er wordt werk gemaakt van eerlijke handel. Maar maatschappelijk verantwoord ondernemen voor de medewerkers via het HRM-beleid komt veel minder aan bod. Dat interne people-aspect is precies waar duurzaam humanresourcesmanagement over gaat.’ Kunt u duurzaam humanresourcesmanagement omschrijven? ‘Een consensus is er niet, we werken aan de theoretische onderbouwing en de verfijning van het concept. Ik vind de definitie van De Lange en Koppens uit 2007 een goede basis. Volgens hen onderscheidt het zich van gewoon humanresourcesmanagement doordat het gericht is op het optimaal benutten van en op het respect


‘Humanresourcesmanagement heeft altijd een harde en een zachte variant gekend. De jaren negentig waren de topjaren van het strategische HRM. Nu gaat de slinger de andere kant uit, met meer en meer aandacht voor het menselijke, het sociale, het maatschappelijke.

Lokaal I 1 december 2011 I 13


bestuurskracht interview Peggy De Prins

voor de menselijke arbeidskrachten binnen de organisatie, waarbij de belangen van de werkgever, die van de werknemers en de maatschappelijke belangen uitdrukkelijk met elkaar in evenwicht worden gebracht.’ Wat betekent dat? ‘Om duurzaam HRM beter begrijpbaar te maken, heb ik het ROC-model ontwikkeld. Ik vind het ongelofelijk hoe met een eenvoudig hulpmiddeltje als de 3P’s of de letters MVO een concept zo snel theoretische maturiteit heeft gekregen en bij de mensen de juiste connotatie oproept. Dus heb ik voor duurzaam humanresourcesmanagement ook een drieletterwoord ontworpen: ROC. De R staat voor respect, de O voor omgevingsbewustzijn en de C voor continuïteit. Er is een analogie met de 3 P’s. De R is het spiegelconcept van people, de O correspondeert met planet en de C met profit. Zeer belangrijk is ook hier de balans tussen de drie.’

‘Iemand die met plezier komt werken, presteert beter. Dat moet je prikkelen, als werkgever moet je inzetten op een context waarin de werklust gedijt.’ Beginnen we met respect. ‘Respect heeft te maken met waardig werk. Respect is een wat in onbruik geraakt begrip in het humanresourcesmanagement, maar niet in het maatschappelijk verantwoord ondernemen of in het ethisch denken. Ik vind dat HRM op dit vlak aan herbronning toe is, we moeten dat bijna antieke concept van respect opnieuw aantrekkelijk maken. Ik sta daarin niet alleen. Een menselijker, respectvoller humanresourcesmanagement loopt als een rode draad door het discours van Linda Gratton, een van de HRM-goeroes.’ Is dat geen moeilijke oefening in een tijd waar de economie vierkant draait? ‘In tijden van crisis lijkt investeren in respect inderdaad een luxe. Maar onderzoek toont aan dat er een sterke correlatie is tussen werkplezier en performantie: iemand die met plezier komt werken, presteert beter. Dat moet je prikkelen, als werkgever moet je inzetten op een context waarin die werklust gedijt. Dat is geen luxe, het zou zelfs in moeilijke tijden een vanzelfsprekendheid moeten zijn.’ Hoe doe je dat concreet, respect inbrengen? ‘Er is geen toverformule, het is een zoektocht voor elke organisatie. Typische hefbomen zijn ervoor zorgen dat werknemers hun stem kunnen laten horen, inspraak

14 I 1 december 2011 I Lokaal

geven, empoweren en engageren. Dat zijn klassiekers van goed humanresourcesmanagement die opnieuw meer aandacht moeten krijgen. Elke drie jaar verschijnt er een Vlaamse werkbaarheidsmonitor, die de kwaliteit van arbeid in kaart brengt. De helft van de werkende populatie in Vlaanderen scoort problematisch op een van de vier werkbaarheidsindicatoren: motivatie, leermogelijkheden, werkstress, combinatie werk-gezin. We hebben dus nog een lange weg af te leggen, ook op het vlak van die HRM-klassiekers.’ Waar staan de lokale besturen op dit punt? ‘De overheid scoort goed in maatregelen die de combinatie werk-gezin vergemakkelijken. Er zijn veel mogelijkheden voor loopbaanonderbreking, deeltijdse arbeid, flexibele werktijden. Maar onderzoek toont aan die maatregelen op zich niet volstaan, er moet ook een gezinsvriendelijke cultuur zijn in de organisatie. In de hoofden van managers en collega’s moet er openheid zijn voor de combinatie werk-gezin. Ik ben er niet zeker van dat die cultuur in alle lokale besturen aanwezig is. Ook wat motivatieontwikkeling betreft kunnen ze nog stappen vooruit zetten. Veel lokale besturen surften mee op de hype van het competentiemanagement. Dat is een top-downbenadering: we weten waar we als bestuur voor willen staan en we vertalen dat in individuele competentieprofielen. Per individu kijken we dan wat er is en waar de leemtes zitten. Die vullen we op via training, coaching, ontwikkeling. Die werkwijze botst op grenzen. Talentmanagement is een heel andere benadering, waar ik sterk in geloof. Ze neemt de sterktes van mensen als vertrekpunt. Ze kijkt wat er in huis is en hoe daar een organisatieverhaal van gemaakt kan worden. Dat is een bottom-upbenadering. Het is ook een veel positievere insteek die vertrekt van wat een medewerker kan en niet van wat hij niet kan. Lokale besturen moeten die beweging nog maken. Zelfs in een sterk gereguleerde arbeidscontext met strakke functieomschrijvingen kun je zorgen dat er meer zuurstof komt zodat je mensen meer op hun talenten kunt inzetten. Ook privébedrijven hebben op dit vlak nog veel werk. In HRM-onderzoek vragen we mensen hoeveel procent van hun werktijd ze ingezet worden op hun sterktes, op taken waarin ze uitblinken. De antwoorden zijn ontnuchterend: 15 tot 20 procent. Talentmanagement moet echt nog een plaats krijgen in duurzaam humanresourcesmanagement.’ De O in het ROC-model staat voor omgevingsbewustzijn. Wat houdt dat in? ‘Het betekent dat humanresourcesmanagement ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. Op dit vlak hebben lokale besturen een traditie en een voorsprong op de privésector. Vanuit hun opdracht


nemen ze al lang thema’s op als diversiteitsmanagement, work-life balance, aanwerving van kansengroepen, de link met sociale economie. De O legt ook het verband met de ecologie, bijvoorbeeld met het mobiliteitsvraagstuk. Hoe kan humanresourcesmanagement er mee toe leiden dat mensen carpoolen of met het openbaar vervoer of de fiets naar het werk komen? De kiemen zijn er al, de lokale besturen zullen heel snel mee zijn in dit facet van het verhaal. Het zal er vooral op aan komen de bestaande initiatieven in het bredere verhaal van ROC en maatschappelijk verantwoord ondernemen te passen. Nu zijn het vaak nog ad-hocprojecten, geïsoleerd, een beetje wollig. Maar als je ze kunt presenteren in een ruimere mindset, verbreed je de kijk en de geloofwaardigheid.’ Hoe moet dat gebeuren? ‘Je hebt enkele trekkers nodig die samen een werk- of stuurgroep vormen en echt werken vanuit een MVOagenda. In die groep moet HRM een plaats hebben om het people-aspect van maatschappelijk verantwoord ondernemen te versterken. Ik ben ervan overtuigd dat thema’s die al lang op een eenzijdige HRM-agenda staan en daar niet verkocht geraken, wel een kans maken als ze worden ingepast in het bredere kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ik heb dat zelf ervaren. Ik ben hier actief in een stuurgroep maatschappelijk verantwoord ondernemen. We hebben veel afgestudeerden die nog twee, drie jaar als onderzoeker werken en dan vertrekken. De leidinggevenden wisten niet goed hoe daarmee om te gaan: welke rol moet een goede werkgever spelen voor talenten die hier maar een beperkte periode werken? Het antwoord kwam mee vanuit de stuurgroep: we moeten ervoor zorgen dat die mensen een rugzak meekrijgen en dat ze sterker staan in hun toekomstige zoektocht naar ander werk. Naast hun jobspecifieke competenties als onderzoekers moeten ze ook andere competenties verwerven: in teamverband werken, plannen en organiseren, zelf initiatief nemen. Dit idee aankaarten vanuit HRM was één ding, maar nu het meegelift is vanuit de invalshoek van maatschappelijk verantwoord ondernemen is het in een stroomversnelling gekomen. Op dezelfde manier kunnen lokale besturen initiatieven die impliciet aanwezig zijn formaliseren in een breder perspectief van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo winnen ze aan kracht.’ Ten slotte is er de C van continuïteit. ‘Continuïteit slaat op het langetermijndenken. Het gaat over het voorbereiden van werknemers op de toekomst, ervoor zorgen dat ze op lange termijn inzetbaar blijven op de arbeidsmarkt. Dat kan binnen de organisatie zijn of bij een andere werkgever. De C gaat ook over beslis-

singen nemen waarvan je weet dat ze pas over drie, vier jaar resultaten zullen opleveren voor de organisatie. Neem het inzetten op talentmanagement. Dat zal je heel gradueel moeten doen, beginnend met enkele voorzichtige initiatieven. Nu is HRM vaak brandjes blussen, de zaken achterna hollen. Vanuit het ROCmodel pleit ik ervoor om beslissingen te nemen voor de lange termijn en daar resoluut voor te gaan.’

‘Nu is HRM vaak brandjes blussen, de zaken achterna hollen. Vanuit het ROC-model pleit ik ervoor om beslissingen te nemen voor de lange termijn en daar resoluut voor te gaan.’ In hoeverre is het ROC-model en duurzaam humanresourcesmanagement al gekend bij bedrijven en organisaties? ‘Het staat nog in de kinderschoenen, er bestaan nog geen handboeken over. Wij hebben er wel al methodes, instrumenten en opleidingen voor ontwikkeld met meer operationele modellen dan het ROC-model. En op internationale congressen merk je wel dat het concept opgang maakt. Ik denk dat duurzaam humanresourcesmanagement over vijf jaar overal bekend is. Organisaties en bedrijven zullen op de trein moeten springen. De zorgsector bijvoorbeeld wordt als eerste geconfronteerd met een krapte op de arbeidsmarkt, die sector zal duurzaam humanresourcesmanagement moeten inzetten om personeel te vinden. En wil je geloofwaardig zijn als organisatie die maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel draagt, dan zul je ook op people moeten inzetten. Je kunt niet van planet een speerpunt maken en tegelijkertijd je werknemers aan hun lot overlaten. Ik sprak onlangs met iemand van een hele grote organisatie. Er was groei, dus het profit-aspect zat goed. In planet werd fors geïnvesteerd. Maar de organisatie had te kampen met veel verzuim en verloop. De werknemers voelden geen goed werkgeverschap meer. Die organisatie zal zich vooral op het people-verhaal moeten richten. Je kunt in een concurrentiële omgeving enkel overleven met gemotiveerde mensen, als je de drie P’s dus ziet als een kwestie van én-én-én. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaam humanresourcesmanagement zijn geen eenvoudige begrippen, je moet inzetten op verschillende fronten. Ze dwingen tot nuance.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal I 1 december 2011 I 15


bestuurskracht participatie

Participatieprocessen in kleinere gemeenten Bestuur luistert naar bewoners bij beleidsplanning

Het schooltje van Oostkerke kreeg een nieuwe bestemming na een intense inspraakronde.

K

urt Vanlerberghe is in Diksmuide schepen van Informatie en Inspraak: ‘Toen het schooltje van Oostkerke in september 2009 leeg kwam te staan, wisten we niet wat we ermee moesten aanvangen. Het was te groot voor de lokale activiteiten en te duur in onderhoud en renovatie. Een herbestemming was noodzakelijk. In juni 2009 was net een plaatselijk bewonersplatform opgericht met steun van Samenlevingsopbouw. Dus wilde het stadsbestuur die bewonersgroep graag betrekken bij die herbestemming.’ Toch viel dat niet meteen in goede aarde. ‘Veel inwoners reageerden erg emotioneel,’ zegt opbouwwerkster Nele Vanveuren. ‘Ze waren bang dat de plaats van hun kindertijd van de kaart zou worden geveegd door een modern woonproject.’ Het was een beladen kwestie, in de hoofden van de inwoners had het stadsbestuur allang beslist dat hier een woonproject zou komen. Het was dus ook belangrijk om aandacht te geven aan de nostalgie van de dorpsschool. Het bewonersplatform organiseerde daarom een ontmoetingsnamiddag in samenwerking met de beeldbank van de archiefdienst. Inwo-

16 I 1 december 2011 I Lokaal

Bewoners, lokaal bestuur, andere partners en samenlevingsopbouw bundelen de krachten om lokaal participatieprocessen van goede kwaliteit te ontwikkelen. In de Diksmuidse deelgemeente Oostkerke kwam in september 2009 het schooltje leeg te staan. Voor de herbestemming werd gekeken naar wat het dorp nodig had en om dat te weten werden de bewoners aangesproken. tekst

& beeld joke

dekoninck

ners konden oude foto’s van hun schooltijd opdiepen en deze in de school laten scannen. De tijd van toen kwam in beeld maar de verhalen waren verweven met het besef dat er toch iets met het schoolgebouw moest gebeuren. ‘De provincie West-Vlaanderen heeft een subsidie voor een herbestemmingsstudie voor disfunctionele gebouwen,’ zegt Kurt Vanlerberghe, ‘maar ze keert

lijke participatiekans te geven, ook al dachten die daar aanvankelijk anders over.’ Ook het aangetrokken studiebureau ROOM & ROOM is vertrouwd met kleinschalige projecten en de gevoeligheden van een dorpsgemeenschap. Stap voor stap Er werd in verschillende stappen gewerkt waarbij informatie en brainstor-

Er was nog voldoende beleidsruimte om inwoners een eerlijke participatiekans te geven, ook al dachten die daar aanvankelijk anders over. die alleen uit als de inwoners in het traject participeren. Zo konden we diverse deskundige partners inzetten om een goed participatieproces op gang te trekken.’ ‘Omdat het stadsbestuur zelf geen idee had van wat het met de school ging doen, zouden de bewoners ook daadwerkelijk een stem hebben,’ vertelt Nele Vanveuren. ‘Er was dus nog voldoende beleidsruimte om inwoners een eer-

men losgekoppeld werden van advies en beslissing. Dorpelingen konden onder deskundige begeleiding het schoolgebouw bouwfysisch onder de loep nemen. In een eerste dialoogmoment met de bewonersgroep en ROOM & ROOM gaven bewoners feedback op de analyse en visie van het dorp die het ontwerpbureau tijdens het vooronderzoek uitgewerkt had. In een tweede overlegmoment stelde het bureau vier scenario’s


voor. De bewoners konden die aan de hand van diverse criteria zoals ruimtelijke kwaliteit, structuur, leefbaarheid en recreatief netwerk beoordelen. Deze oefening lag moeilijk omdat door een cijfermatige aanpak een ander scenario naar voren kwam dan wat bewoners gevoelsmatig absoluut niet of wel wilden zien gebeuren met de schoolsite. Er was dus een conflict tussen emotie en ratio. Advies Kurt Vanlerberghe: ‘Het eindrapport van het ontwerpbureau hebben we officieel aan het bewonersplatform overhandigd met de vraag een advies voor het schepencollege te formuleren.’ Op een zondagmiddag nodigde het bewonersplatform hiervoor alle dorpsbewoners uit in de school. De scenario’s werden toegelicht en er was tijd voor vraagstelling en discussie. Alle opmerkingen en bedenkingen werden door het platform genoteerd. Twee dagen later kwamen de dertig leden van het bewonersplatform samen om een advies te formuleren. In kleine groepjes probeerden ze tot een gemotiveerd voorkeurscenario te komen. De unanimiteit was onmiddellijk groot, waardoor het plat-

Participatie wordt ge(s)maakt! Wat brengt participatie op voor bestuurders, lokaal beleid en bewoners? Wat zijn hete hangijzers? Kan bewonersparticipatie ook in kleine(re) gemeenten? Samenlevingsopbouw luisterde naar bestuurders, ambtenaren en bewonersgroepen uit veertien verschillende West-Vlaamse gemeenten. We noteerden kleurrijke verhalen met voetnoten en vraagtekens, met krasse en strijdvaardige uitspraken over beleidsvisie en organisatiecultuur, over drempels en gedrevenheid. Samenlevingsopbouw bundelde de rijke praktijkervaring en wil deze nu ter beschikking van lokale besturen stellen. Kortom: inspiratie voor haalbare participatieprocessen van topkwaliteit in uw gemeente! Beslist anders beslissen voor lokale besturen Beslist meebeslissen voor bewonersgroepen Prijs duo-publicatie: 20 euro Bestellen kan via joke.dekoninck@samenlevingsopbouw.be, T 051-24 29 28,

form erin slaagde een duidelijk advies te formuleren. Kurt Vanlerberghe: ‘Het stadsbestuur was in eerste instantie als luisterende partij aanwezig maar het heeft uiteindelijk nog altijd de beslissingsbevoegdheid. Onze beslissing hebben we gebaseerd op het rapport en de aanbevelingen van ROOM & ROOM en het advies van de bewoners. Een delegatie van het bewonersplatform kon op het schepencollege zijn advies toelichten. Het college is uiteindelijk het advies van

de bewonersgroep gevolgd. Het was heel tevreden over het gelopen traject.’ Toekomstgericht Volgens Nele Vanveuren konden door het hele participatietraject de meningen van alle partijen groeien: ‘Het ontwerpbureau kreeg zicht op wat bewoners voor hun dorp belangrijk vinden, de informatie van het ontwerpbureau werd voor de bewoners toegankelijk gemaakt door plaatsbezoeken, mondelinge toelichting en veel visuele ondersteuning. Alle bijeenkomsten vonden plaats in de school zelf. Alle partijen werden ook goed geïnformeerd over de te zetten stappen. De emotionaliteit omtrent de sluiting van de school heeft plaats gemaakt voor een toekomstgerichte visie voor het hele dorp waarin bewoners en bestuur zich kunnen vinden.’ Het karakteristieke schoolgebouw wordt nu omgevormd tot twee woningen met tuin en er komt een nieuwbouwwoning op het kloosterperceel. De twee meest recente klaslokalen worden behouden als dorpshuis, waardoor het huidige speelplein zal aansluiten op het dorpshuis. Er wordt ook voor gezorgd dat het dorpshuis voor voetgangers vanuit verschillende straten bereikbaar is. Zo wordt de doorwaadbaarheid van de dorpskern bevorderd. Joke Dekoninck is programmaverantwoordelijke Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen

Lokaal I 1 december 2011 I 17


10

goede redenen om

te kiezen

voor de

VVSG solidariteitsagenda

2012 solidariteitsagenda 2012

Bezorg de strook aan de VVSG

1. 32 pagina’s extra met meer dan 1000 data van federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: welke nuttige gegevens heeft een schepen van cultuur, een secretaris, een stedenbouwkundige of een personeelsverantwoordelijke nodig? 2. Correcte gegevens: adres, telefoon, fax, e-mail en website 3. Nuttig: met belangrijke data voor het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: wanneer moet welke vlag buiten hangen? 4. Veel overzicht: een weekplanner met leeslint 5. Handig formaat: 17,5 x 22,5 cm 6. Mooi afgewerkt: met rode linnen band 7. Solidariteitsagenda: ten voordele van Oxfam-Solidariteit. U werkt zo mee aan meer kansen voor het Zuiden en minder onrecht. 8. Eerlijke prijs: • 15.99 euro voor VVSG-leden • 18.49 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen. 9. Korting voor groepsaankopen van 5 tot 20 exemplaren: • 13.11 euro per exemplaar voor VVSG-leden • 15.61 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen 10. Gewaardeerde nieuwjaarsattentie voor leden van het college, raadsleden & personeel. Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02-211 55 19/20 fax 02-211 56 57 viviane.arents@vvsg.be

Ja, ik bestel

ex. van de VVSG solidariteitsagenda 2012

VVSG-lid geen VVSG-lid Naam Functie Gemeente/Organisatie Adresgegevens Facturatieadres indien verschillend van leveringsadres

Datum

Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.


bestuurskracht dienstverlening

Harelbeke: nieuw onthaal voor burgers De stad Harelbeke nam haar organogram en formatie onder handen en werkte een nieuw dienstverleningsmodel uit. Een opvallende nieuwbouw aan de Marktstraat vertaalt dat model naar de burgers. tekst bart van moerkerke beeld harelbeke

H

eel erg groot is het niet, maar je kunt er toch niet naast kijken. Het markante nieuwe onthaalgebouw aan de Harelbeekse Marktstraat staat tussen het stadhuis en de Stedelijke Academie voor Beeldende Vorming, maar heeft met die twee historisch waardevolle gebouwen weinig tot niets gemeen. De transparantie, de schuine lijnen maar vooral het witte materiaal waaruit zowel gevel als dak zijn opgetrokken, springen in het oog. Gedurfd, maar het werkt. Op het Marktplein staat nogal wat banale hoogbouw uit de jaren zeventig, de plek kon een kwaliteitsinjectie gebruiken. Nieuwe dienstverlening Met de nieuwbouw is de derde fase van de werkzaamheden aan het stadhuis afgerond. De realisatie heeft een lange voorgeschiedenis. De tweede fase van de werken – de uitbreiding van het stadhuis aan de achterzijde – dateert van meer dan tien jaar geleden. De ideeën om de bouwvallige informatiedienst te vervangen door een nieuw onthaalgebouw bleven in de kast liggen. Drie jaar geleden kwamen ze er weer uit. Omdat de stadsdiensten meer ruimte nodig hadden, werd beslist een deel van de Stedelijke Academie voor Beeldende Vorming op te nemen in de site van het stadhuis. Het nieuwe onthaalgebouw moest de twee panden met elkaar verbinden. Maar het is meer dan een kwestie van stenen: de nieuwbouw is onlosmakelijk verbonden met een grondige herschikking van de interne stedelijke organisatie. Dat proces begon in 2008 en leidde in maart 2010 tot de goedkeuring van een nieuw organogram en een nieuwe formatie door de gemeenteraad. ‘Vroeger hadden we dertig stadsdiensten, nu hebben we er nog acht,’ verduidelijkt stadssecretaris Carlo Daelman. ‘De acht diensthoofden vormen het management-

Lokaal I 1 december 2011 I 19


bestuurskracht dienstverlening

team. Die interne organisatie is omgezet in een nieuw dienstverleningsconcept voor de inwoners van Harelbeke. Centraal staat een doorgedreven splitsing van front- en backoffice. Vroeger waren de loketten verspreid over het hele stadhuis en over alle diensten. Nu hebben we een strak frontoffice met vier fysieke loketten die gegroepeerd zijn. Daarin speelt de nieuwbouw een cruciale rol. Hij visualiseert de interne vernieuwing.’ Vier loketten Bezoekers van het stadhuis komen voortaan binnen via de nieuwe vleugel. In de ruime en lichte onthaalruimte zien ze aan hun rechterkant een lange balie. De twee onthaalmedewerkers kunnen hen wegwijs maken. Wie geen hulp nodig heeft, kan meteen een van de informatiezuilen raadplegen: op het scherm kan hij aanklikken met welke vraag of voor welk product hij naar het stadhuis komt. Schepen van Informatie en Communicatie Alain Top: ‘Bij de onthaalmedewerkers of aan de informatiezuilen krijg je dan een ticket met een nummer en het loket waar je wordt verwacht. Een signalisatiesysteem met kleuren en het plattegrondje op het ticket brengen je naar de juiste plek. In de wachtruimtes zie je op grote schermen wanneer je aan de beurt bent: je nummer en de balie waar je wordt verwacht, verschijnen op het scherm. De loketmedewerker weet op dat ogenblik al voor welke dienst of welk product je komt want zodra je in de onthaalruimte een ticket hebt genomen verschijnt die informatie op zijn computerscherm. Zo kan hij zich al voorbereiden.’ Zoals gezegd zijn er vier frontofficeloketten. Het eerste is het onthaal zelf,

20 I 1 december 2011 I Lokaal

het heeft een gele kleur. De medewerkers daar hebben niet enkel een doorverwijsfunctie, burgers kunnen er ook producten zoals huisvuilzakken, stickers ‘geen reclamedrukwerk’ of eerder aangevraagde documenten afhalen. Het tweede loket is ‘vrije tijd en toerisme’, het frontoffice voor cultuur, jeugd, sport, musea, toerisme, stadsarchief en evenementen. Alles wat met deze balie te maken heeft, kreeg een blauwe kleur. Het derde frontoffice is rood van kleur en heet ‘burger

de stedelijke academie. De binnenkoer en de voorgevel van de academie aan de straatzijde werden volledig vernieuwd, net als de voorgevel van het ‘oude’ stadhuis. Hier kregen onder meer het loket ‘vrije tijd en toerisme’ en de informatiedienst een plek. Bij de nieuwbouw was duurzaamheid een belangrijk aspect. De isolatiegraad is hoger dan wettelijk voorgeschreven. Zonnepanelen zorgen voor de invulling van een deel van de energiebehoefte. Het

Vroeger hadden we dertig stadsdiensten, nu hebben we er nog acht. en welzijn’, voor de thema’s burgerlijke stand, bevolking, welzijn, vreemdelingen, reispassen en rijbewijzen. De nieuwe wachtruimte garandeert de privacy aan de verschillende balies van dit frontoffice. Ten slotte is er het loket ‘grondgebiedszaken’ met de balies milieu en stedenbouw, in een groene kleur. Het werken met een frontoffice voor de publieksdiensten betekent niet dat de andere diensten niet meer openstaan voor de inwoners. Op de informatiezuil staan ook enkele knoppen voor de ondersteunende diensten, bijvoorbeeld vragen in verband met belastingen voor de dienst Financiën. Als iemand zich daarvoor aandient, belt de onthaalmedewerker naar de betrokken dienst om de bezoeker aan te melden. Duurzaamheid en toegankelijkheid Het onthaalgebouw ontsluit de volledige site van het stadhuis en is de schakel tussen het ‘oude’ stadhuis en de geklasseer-

gebouw heeft geen airconditioning. Een van de voordelen van het witte dak is dat de opwarming binnen beperkt blijft. Waar nodig is zonnewering aangebracht. Veel aandacht ging naar de toegankelijkheid van het onthaalgebouw. De entree is goed zichtbaar, heeft een hellend vlak en geautomatiseerde deuren. De vloer is egaal gegoten en drempelvrij. Rolstoelgebruikers kunnen via de lift ieder deel van het gebouw bereiken. Omdat de niveaus van het ‘oude’ stadhuis en de academie niet overeenkomen, kan de lift halt houden op zeven niveaus en kan hij aan twee zijden open. Een geleidelijn met noppen en een reeks lichtpunten in de vloer begeleiden blinden en slechtzienden naar de onthaalbalie. Via een ringleiding kan informatie rechtstreeks naar het hoorapparaat van slechthorenden worden gezonden. De ingebruikname van het onthaalgebouw ging gepaard met een uitbreiding van de openingsuren van het stadhuis.


lokale raad

Wat als de politieraad geen akkoord bereikt over de politiebegroting?

Op donderdag is de deur open tot 19 uur, op vrijdag doorlopend van 9 tot 14 uur. Elke tweede zaterdag van de maand zijn het onthaal en het loket ‘burger en welzijn’ open van 9 tot 12 uur, de andere loketten zijn dan enkel op afspraak open. Rustpunt Tijdens het kermisweekend van 17 en 18 september bezochten 3000 inwoners het vernieuwde stadhuis. Op 20 september werden de vier loketten en het klantgeleidingssysteem in gebruik genomen. Voor de medewerkers was dat het ogenblik waarop het nieuwe dienstverleningsmodel waaraan meer dan een jaar was gewerkt, vorm kreeg. ‘Na enkele spannende jaren met heel veel veranderingen is het tijd om een rustpunt in te bouwen voor het personeel,’ weet secretaris Carlo Daelman. ‘We zijn eerst met onszelf bezig geweest, nu geven we het stadhuis terug aan de inwoners. Naar buiten toe volgen er nog enkele belangrijke veranderingen in januari 2012 wanneer we onze nieuwe huisstijl introduceren, met een nieuwe website en een nieuw informatieblad.’ Ondanks dat tijdelijke rustpunt voor de medewerkers wordt er al nagedacht over de laatste fase van de verbouwing van het stadhuis. Dat moet het sluitstuk worden van de vernieuwde werking. ‘Dan willen we tot een atrium komen waar de vier loketten op uitgeven en tot één grote wachtzaal waar je rustig de krant kunt lezen of een kop koffie kunt drinken terwijl je op je beurt wacht. Hopelijk duurt het niet nog eens tien jaar voordat we dat kunnen realiseren,’ besluit burgemeester Rita Beyaert.

De lokale politiezones staan voor grote uitdagingen, met dito financiële gevolgen. In een eengemeentepolitiezone wordt het ontwerp van begroting goedgekeurd door de gemeenteraad, in een meergemeentezone gebeurt dat door de politieraad, telkens in de maand oktober. De spelregels voor opmaak en goedkeuring van de politiebegroting zitten verspreid over de Wet op de Geïntegreerde Politie, die verwijst naar de oude spelregels uit de Nieuwe Gemeentewet, en het Algemeen Reglement op de Politionele Comptabiliteit. Ieder jaar verspreidt de minister van Binnenlandse Zaken ook nog een rondzendbrief met specifieke richtlijnen. Het ontwerp van de politiebegroting wordt opgesteld door het college op advies van een begrotingscommissie die bestaat uit minstens één burgemeester uit de zone, de korpschef en de bijzonder rekenplichtige (artikel 11 ARPC). De raadsleden ontvangen dit advies samen met de ontwerpbegroting. In een eengemeentepolitiezone valt de begroting, na aftrek van de federale dotaties, ten laste van één gemeente (artikel 39 WGP). In een meergemeentepolitiezone moeten de politieraadsleden samen een consensus over hun bijdrage in de politiebegroting proberen te vinden (artikel 40 WGP). Hiervoor beschikken ze uitzonderlijk over evenveel stemmen als hun burgemeester in het politiecollege. Bij discussie over de verdeling van de bijdragen tussen de gemeenten, moet de wettelijke verdeelsleutel uit een KB van 7 april 2005 gevolgd worden. Wanneer een gemeenteraad uit de zone beslist niet akkoord te gaan met de dotatie die de gemeente aan de zone moet leveren, kan het ontwerp van politiebegroting niet goedgekeurd worden. Omdat op de besluiten betreffende de politiebegroting een bijzonder administratief toezicht van toepassing is (artikels 71 tot en met 76 WGP), moeten ze binnen 20 dagen na de vaststelling ervan aan de gouverneur worden bezorgd. Die moet deze besluiten, in zijn hoedanigheid van commissaris van de minister van Binnenlandse Zaken, binnen 25 dagen goedkeuren. Als hij niet akkoord gaat met de beslissing van de gemeenteraad, kan hij de bedragen in die periode ambtshalve laten inschrijven op de begroting van de zone en de dotaties van de gemeenten ambtshalve laten schrappen en wijzigen. De gemeenteraad of politieraad kan tegen deze beslissing van de gouverneur beroep aantekenen bij de minister van Binnenlandse Zaken, binnen een termijn van 40 dagen die ingaat op de dag nadat de gouverneur zijn besluit verstuurd heeft (25 dagen wanneer het over de gemeentedotatie gaat). De minister kan op zijn beurt uitspraak doen over dit beroep binnen 40 dagen na ontvangst daarvan. Als dat niet gebeurt, wordt het beroep aanvaard. De raadsleden worden zowel van de beslissing van de gouverneur als van die van de minister op de hoogte gesteld tijdens de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of politieraad. Dezelfde redenering geldt overigens bij wijzigingen van de politiebegroting. Wanneer de gemeente of politiezone geconfronteerd wordt met een niet-goedgekeurde begroting, zal ze moeten werken op basis van automatische of uitdrukkelijk toegekende voorlopige twaalfden totdat de begroting definitief goedgekeurd is door de gouverneur. Ondertussen kregen ook de lokale politiezones het bericht dat ze rekening zullen moeten houden met een stijgende pensioenlast. De VVSG zal daarom aan de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken vragen daarmee rekening te houden bij de goedkeuring van de toekomstige politiebegrotingen.

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal U vindt een filmpje over het nieuwe onthaalgebouw op www.harelbeke.be

Stuur uw vragen over de werking van de politieraad naar tom.deschepper@vvsg.be.

Lokaal I 1 december 2011 I 21


de raad van Sint-Truiden

En garde! Voor elke raadszitting in Sint-Truiden wetten de tenoren van de meerderheid hun messen: burgemeester Ludwig Vandenhove (Lijst Burgemeester), voorzitter Roland Duchâtelet (Open VLD-Vivant) en fractievoorzitter Veerle Heeren (CD&V-N-VA). De oppositie bestaat uit drie raadsleden van Vlott-Vlaams Belang en een onafhankelijke.

tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

Om halfacht is het nog stil in de Club op de eerste verdieping van CC De Bogaard. Vandaag gaat het vragenuurtje niet door, secretaris Rob Timmermans heeft geen vragen ontvangen: ‘Anders zat de zaal nu al afgeladen vol.’ Voor de eerste veertien punten geeft de voorzitter meteen de burgemeester het woord die de namen van de veertien Truiense kerkfabrieken scandeert. Op Duchâtelets vraag of iedereen akkoord gaat, reageert niemand en dus is er akte genomen van die agendapunten. Het volgende punt is de aanleg van een evenementenzone op de vroegere militaire luchthaven van Brustem. Duchâtelet, die ook eerste schepen is, leest op een drafje de tekst voor en laat dan Bart Lammens, de directeur van het autonome gemeentebedrijf Agost, met slides uitleggen wat dat ter plaatse zal betekenen: geel is de 40 hectare van de vroegere landingsbaan, oranje de 60 hectare te onteigenen landbouwgronden. Lichtblauw zijn de oefenterreinen die het leger bij een

22 I 1 december 2011 I Lokaal

groot evenement ter beschikking wil stellen. Het wordt de grootste evenementensite van uren in de rondte en omdat dit van meer dan lokaal belang is, wil de Limburgse Reconversiemaatschappij LRM bijstand verlenen en net zoals in Lommel ook een Special Purpose Vehicle-vennootschap oprichten, de modernste manier van samenwerking. Voor Duchâtelet is dit punt heel dringend, want het project biedt een unieke kans: ‘De klassieke evenementen zijn ontstaan zonder mobiliteits- of andere studies. Zeker sinds het drama van Pukkelpop kunnen evenementen niet meer op de klassieke locaties gehouden worden, maar zoekt men naar betere plaatsen.’ Vlott’er Nik Blondeel wil als eerste het woord: ‘Ook al stond het al in de krant, dit blijft een duister agendapunt! In principe zijn we niet tegen een evenemententerrein, we pleiten voor het vrije ondernemerschap. Maar ik zie geen reden voor hoogdringendheid, of het moest zijn dat u met Herman Schuere-

mans wilt samenwerken en samen miljoenen wilt opstrijken. Maar wat brengt het op voor de stad? De schepen zal zeggen dat het bijdraagt tot de uitstraling, maar blijft de stad niet vooral met de lasten zitten? En zit in dat speciale vehikel ook Schueremans? Of anderen? Misschien zoonlief Roderick? Ik dacht dat we op dat terrein vooral duurzame luchtvaartactiviteiten wilden organiseren, maar hoe doen we dat tijdens een evenement? Je kunt toch geen affiche in de lucht hangen om te waarschuwen dat het vliegveld gesloten is wegens een rockfestival. Laten we dit punt alstublieft herbekijken!’ Ook Ludwig Vandenhove is er niet over te spreken: ‘Dit dossier kwam op het vorige

college binnenwaaien. Ik heb duidelijk laten notuleren dat er toen geen debat is geweest. Bovendien blijkt uit de brief die iedereen vandaag krijgt, het ongenoegen bij de raad van bestuur van de LRM: ze zijn nog niet zover en willen de resultaten van een studie afwachten voor de keuze valt voor evenementen, beperkte luchtvaart of windturbines. Enkele schepenen willen ons hier in snelheid nemen. Als we nu dit dossier behandelen, stemmen we tegen, ook al zijn we niet tegen een evenemententerrein gekant. We zijn vooral tegen dat vehikel omdat het een constructie zonder democratische controle wordt.’ Voordat de voorzitter kan antwoorden, neemt Veerle Heeren het woord in naam


van haar fractie: ‘Dit dossier loopt al van in ’96. En toen de militairen in 2007 de landingsbaan afstootten, hebben we dat als een opportuniteit gezien voor de stad. Zo ziet de LRM dat ook, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij is de procedure voor onteigening al gestart zodat de LRM de gronden kan verwerven. Zij kunnen dat runnen, zij hebben de knowhow. Zij kunnen ervoor zorgen dat die 130 hectare rendabel wordt.’ Duchâtelet vraagt zich af of Vandenhove aan geheugenverlies lijdt, omdat hij beweert dat het dossier kwam binnenwaaien. Het dossier moet nu worden goedgekeurd omdat de agenda’s van de festivals voor 2012 nu worden opgesteld: ‘Herman Schueremans

staat in de moeilijke positie of Rock Werchter zich al dan niet naar Sint-Truiden zal verplaatsen.’ Burgemeester Vandenhove noemt dit chantage, maar toch wordt het punt met 17 stemmen goedgekeurd: de twaalf leden van CD&V-NVA en vijf van de zeven leden van Open VLD-Vivant. Een van hen is afwezig, Robert Bamps stemt tegen: ‘Uit overtuiging omdat de VLD geen kat in een zak moet kopen.’ Ook op het volgende punt barst de kritiek los. Voor Blondeel wordt het autonome gemeentebedrijf Agost het echte gemeentebestuur, maar hij glimlacht en zegt: ‘We stemmen wel voor.’ Vandenhove noemt Agost een financieel drama: ‘In het volgende punt gaan we de waarborg

opnieuw verhogen, nu al tot 12 miljoen euro, twee keer de buitengewone dienst van Sint-Truiden. Enerzijds proberen we met veel moeite de schuldpositie van de stad te verbeteren, maar anderzijds laten we Agost een financieel debacle worden. Hoeveel geld hebben we al niet in studies gestoken?’ Veerle Heeren vertelt daarop een lang verhaal over Sterk Merk, een initiatief van de LRM, dat een miljoen euro had gereserveerd voor SintTruiden: ‘Maar we moeten dan wel een dossier indienen. Ik lobby constant om geld voor de stad los te krijgen. Er is hier al veel gebeurd, maar er moet ook nog veel gebeuren, met die subsidie geraken we weer een stap verder. Om-

dat de diensten het zo druk hebben, doen we dat zelf. We nemen onze verantwoordelijkheid. Al vijf jaar schrijf ik zelf dossiers, tot diep in de nacht. Ik vecht voor elke eurocent voor onze stad.’ Vandenhove voelt zich niet geroepen zelf dossiers te maken: ‘Dat is de taak van de ambtenaren, als politici moeten we durven beslissen.’ De volgende punten worden voorgelezen door de vakschepenen, de meeste passeren vlot, al vliegen er even gemakkelijk verwijten heen en weer. Het cordon sanitaire wordt doorbroken wanneer er op voorstel van Vlott-Vlaams Belang telkens opnieuw gestemd moet worden voor de afgevaardigden naar de raden van bestuur van de intercommunales. Marina Herbots haalt het keer op keer van de afgevaardigden van de Lijst Burgemeester. Vandenhove is zeer ontstemd. Het is ondertussen al half elf. Ik heb me voorgenomen te blijven tot punt 46, de goedkeuring van de synthesenota van het mobiliteitsplan. Het wordt unaniem goedgekeurd nadat er op voorstel van Raymonde Spiritus ingestemd wordt met een herziening van het kortparkeren op zaterdag, marktdag in SintTruiden: ‘De mensen komen dan naar de markt, ze gaan wat drinken, komen iemand tegen, gaan een stukje eten en daarna nog winkelen. Op zaterdag moet het kortparkeren afgeschaft worden.’ Duchâtelet besluit met: ‘Speciale situaties vergen speciale onderzoeken.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal I 1 december 2011 I 23


werkveld sociaal beleid

Energiearmoede is een bestedingsprobleem Armoede lijkt in het residentiĂŤle Sint-Katelijne-Waver een marginaal probleem, maar toch zijn er veel inwoners met bestedingsproblemen. Wie een bescheiden inkomen heeft maar altijd meer uitgeeft, krijgt een chronisch tekort met onbetaalde energierekeningen en uiteindelijk een dreigende afsluiting tot gevolg. Hoe gaat het OCMW van Sint-Katelijne-Waver hiermee om? tekst wim aerts beeld bart lasuy

24 I 1 december 2011 I Lokaal


W

ie zijn energierekeningen niet of niet op tijd betaalt, wordt door de commerciële leverancier ‘gedropt’. Als de klant geen contract kan afsluiten met een nieuwe leverancier, wordt hij automatisch beleverd door de distributienetbeheerder Eandis of Infrax. Maar wat als de klant ook bij de distributienetbeheerder zijn rekeningen niet betaalt? Afsluiten maar? In elke gemeente is een lokale adviescommissie (LAC) actief, die een oplossing zoekt voor klanten met achterstallige rekeningen bij de distributienetbeheerder (voor gas en elektriciteit) of bij de watermaatschappij. De LAC bestaat uit een vertegenwoordiger van de leverancier, een raadslid van het OCMW en de hoofdmaatschappelijk werker van het OCMW. Vooraleer de leverancier de levering kan schorsen, moet er een unaniem advies zijn van de lokale adviescommissie. De facto kan het OCMW dus een soort vetorecht gebruiken bij elke vraag om schorsing. Je zet toch geen gezin in de kou? Sommige OCMW’s huldigen het principe dat ze nooit akkoord gaan met een schorsing, of alleen als er geen kinderen in het gezin zijn. De LAC van Sint-Katelijne-Waver werkt anders en hanteert vijf uitgangspunten, die we hiernaast opsommen. Na elektriciteit ook gas De budgetmeter elektriciteit is al enkele jaren ingeburgerd, sinds een jaar bestaat ook de budgetmeter voor gas. Een budgetmeter heeft grote voordelen voor wie het moeilijk heeft om het (energie)budget binnen de perken te houden. Hij werkt als een herlaadkaart volgens het principe ‘eerst betalen, dan pas verbruiken’. Schuld bijmaken wordt nagenoeg onmogelijk. Als mensen zien dat hun krediet op de budgetmeter opraakt, werkt dat zeer sensibiliserend. De meeste cliënten met een budgetmeter verbruiken dan ook minder energie. Voor een sociaal energiebeleid kent de budgetmeter nog bijkomende voordelen. De openstaande schuld kan ook via de budgetmeter automatisch worden terugbetaald. In een continu druppelende centjesstroom gebruikt de budgetmeter een vast bedrag per maand als afbetaling van een schuld. Het maandelijks bedrag kan laag gehouden worden (25 euro) zodat mensen het afbetalingsplan kunnen volgen. Dat betekent minder vermaningen en ingebrekestellingen, minder lastige leveranciers, minder stress. Is dan alles positief? Niet helemaal. Armenverenigingen klagen aan dat de budgetmeter voor gas geen minimumlevering garandeert zoals die voor elektriciteit. Wie geen geld heeft opgeladen voor gas heeft dus geen gas, ook niet een klein beetje. Zo komen gezinnen met een gasbudgetmeter in de winter echt in de kou te zitten. Hiervan moeten OCMW’s zich bewust zijn en ze moeten hun verantwoordelijkheid opnemen, want anders functioneert de budgetmeter als een soort ‘zelfafsluiter’ van energie. Zomerkortingen Voor wie met gas verwarmt, hebben de budgetmeters een belangrijk nadeel. Omdat je vooraf betaalt, volgen de bedragen de schommelingen in je verbruik: dus weinig in de zomer en veel in de winter. Wie in de winter met een klein budget plots honderden euro’s per maand aan verwarming moet uitgeven, komt niet meer rond. De energieleveranciers proberen de budgetmeterklanten te sensibiliseren om in de zomer meer op te laden dan ze verbruiken. Maar zo’n spaarpotje aanleggen kent weinig succes. Klanten moeten vooraf plannen, spa-

Vijf keer de hand reiken 1

Verregaande ‘reaching-out’.

2

De rekening moet betaald.

Het OCMW nodigt eerst de cliënt uit met een brief in mensentaal. Als hij hier niet op reageert, krijgt hij een telefoontje. Levert ook dat geen resultaat op, dan gaat de maatschappelijk werker op huisbezoek. Is de klant niet thuis, dan laat de maatschappelijk werker een kaartje achter met het dringende verzoek contact op te nemen. Als de klant dan nog niet reageert, staakt het OCMW de ‘reaching-out’-methode en gaat de LAC akkoord met een schorsing.

Maatschappelijk werkers proberen de klanten te overtuigen hun budget volgens een hiërarchisch model te plannen. Hierbij worden de uitgaven vastgelegd in volgorde van belangrijkheid: eerst het leefgeld, dan geld voor huisvesting en energie, medische zorgen, brandverzekering. Als er nog geld overblijft, is dat om de kabel-tv, het internet, de auto en de kleding te betalen. Wie zijn inkomen gebruikt voor de meest noodzakelijke uitgaven, zal de energiekosten vaak wel kunnen betalen. Deze visie zal niet snel gedeeld worden door armenverenigingen, maar ze biedt wel het voordeel van de duidelijkheid: als je niet alles kunt hebben wat je denkt nodig te hebben, zorg dan dat je in ieder geval hebt wat je het hardst nodig hebt.

3

Het OCMW betaalt geen schulden.

4

Leve de budgetmeter.

5

Heraansluiten? Graag!

Hoewel het energiefonds in een subsidie voorziet om achterstallige energierekeningen ten laste te nemen, heeft het OCMW beslist dit niet te doen. Dat zou contraproductief zijn voor het hiërarchisch model. Wie zijn energierekeningen niet betaalt en de hulp van het OCMW inroept, zou dan wel financiële steun krijgen, terwijl wie het model toepast en financiële steun vraagt voor kleding, die niet zou krijgen. Het OCMW wijst dit af en legt de verantwoordelijkheid bij de klant.

Het OCMW gebruikt de budgetmeter als instrument tegen energiearmoede. De LAC verplicht elke gebruiker een budgetmeter te laten plaatsen, maar ook de energiemaatschappij moet sneller een budgetmeter plaatsen en er niet mee wachten tot er schulden zijn. De LAC zal daarom in die gevallen de energiemaatschappij dwingen om de klant de gunstigste afbetalingsregeling toe te staan.

De energie- en watermaatschappij sluiten pas aan als de achterstallen zijn betaald. In Sint-Katelijne-Waver gebruikt het OCMW zijn vetorecht om een geschorste klant veel sneller opnieuw aan te sluiten. Het OCMW adviseert al een heraansluiting als een klant een haalbare afbetalingsregeling voorstelt en een eerste aanbetaling doet. Maar als de klant de afbetalingsregeling niet volgt, mag de leverancier opnieuw schorsen.

Lokaal I 1 december 2011 I 25


werkveld sociaal beleid

ren, zich dingen ontzeggen om er later voordeel van te hebben. Maar juist deze mensen krijg je moeilijk overtuigd om in de zomer ‘te veel’ op te laden. Daarom heeft het OCMW van Sint-Katelijne-Waver deze zomer een actie georganiseerd die inspeelt op hun gevoeligheid voor kortingsacties. Elke budgetmeterklant kreeg een persoonlijke mailing over twintig procent korting bij elke gasoplading tussen juni en september van het OCMW. Op hun nieuwe klantenkaart werd elke oplading genoteerd, hiermee krijgen ze sinds 1 november op het oplaadpunt van het OCMW een extra oplading ter waarde van twintig procent van de opladingen in de zomermaanden. Als uit een evaluatie blijkt dat deze kortingsactie haar doel

In Sint-Katelijne-Waver adviseert het OCMW een geschorste bij voorkeur al opnieuw aan te sluiten als hij een haalbare afbetalingsregeling voorstelt en een eerste aanbetaling doet. bereikt en er in de zomer dus meer werd opgeladen, kan deze actie volgend jaar verfijnd worden. Hopelijk komt er dan ook een medefinanciering van de actie door de leveranciers, want de huidige korting betaalt het OCMW helemaal zelf. Minimale levering voor gas in de winter Om de nadelen van de budgetmeter voor gas te compenseren had Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche vorige winter een regeling voor een gegarandeerde minimumlevering uitgewerkt. OCMW’s konden aan gezinnen met een budgetmeter voor gas tijdens de wintermaanden een minimum aan gas ter beschikking stellen, dat voor zeventig procent kon worden betaald door de leverancier. De overige dertig procent werd dan gedragen door het OCMW of teruggevorderd bij de klant. Deze regeling wordt deze winter herhaald. Het is wel vreemd dat de minister het OCMW voor verwarming tijdens de wintermaanden de optie laat om geen gebruik te maken van deze regeling en evenmin duidelijke regels over de voorwaarden vastlegt. Zo wordt een kans gemist om de klant een recht op minimale levering te verlenen. Omdat het OCMW van Sint-Katelijne-Waver het recht op minimale gaslevering wil garanderen, kiest het ervoor om de mogelijkheden zo ruim mogelijk te benutten. Het wil nu alle klanten met een gasbudgetmeter het bedrag van de minimumlevering toekennen, zonder enige bijkomende voorwaarde. Alle gebruikers worden persoonlijk uitgenodigd twee keer per maand langs te komen om hun ‘gratis pakket’ energie op te laden. De klant betaalt dan zelf eerst dertig procent en krijgt een oplading aan honderd procent. Het OCMW hoopt op die manier een maximale ondersteuning te bieden aan de klanten met een budgetmeter. Gaat dit niet erg ver? Ja, maar elke gebruiker van een gasbudgetmeter is iemand met minstens een risico op armoede. Niet iedereen met een budgetmeter heeft een inkomen onder

26 I 1 december 2011 I Lokaal

de armoedegrens, evengoed zijn er gebruikers met een foutief bestedingspatroon of met gebrekkige administratieve vaardigheden. Maar het OCMW neemt liever het risico om iemand te ondersteunen die niet helemaal beantwoordt aan de normen van ‘armoede’, dan een hoop mensen geen hulp te geven die het heel hard nodig zouden kunnen hebben. Een bijkomende overweging was ook de vaststelling dat de tarieven die de distributienetbeheerder hanteert (en die hen door de CREG zijn opgelegd) een heel pak hoger liggen dan de normale markttarieven. Het is haast te gek voor woorden dat de overheid nu net de mensen die moeilijkheden hebben om hun energierekening betaald te krijgen een extra hoog tarief aanrekent. Het OCMW gebruikt dan ook het systeem van de minimale levering om dit onrecht te compenseren en betaalt via dit systeem het te veel betaalde aan de klanten terug. Kan het OCMW niet meer doen? Het OCMW zou nog meer initiatieven kunnen ontwikkelen. Vooral op het vlak van rationeel energiegebruik kan er nog meer gebeuren, door de OCMW-cliënten aan te sporen een (uitgebreide) energiescan te laten uitvoeren, door energiebesparende maatregelen te bevorderen, door mee te werken aan sensibiliseringsacties en individuele en groepsgerichte begeleiding op het vlak van rationeel energiegebruik. Sommige OCMW’s hebben een energiecel opgericht die zich specifiek bezighoudt met alle aspecten van energie. Voor een klein OCMW is het echter minder aangewezen doorgedreven te specialiseren. Energieproblemen blijven een onderdeel van de taak van de algemene sociale dienst die soms te weinig aandacht kan schenken aan alle aspecten van energieproblemen. Anderzijds is energiearmoede een onderdeel van de problematiek van inkomen en besteding: wie zijn energiekosten niet betaalt, verschilt in se niet van iemand die zijn huur of zijn medische kosten niet betaalt. In alle gevallen blijft het de opdracht van het OCMW te onderzoeken of deze persoon voldoende bestaansmiddelen heeft om menswaardig te leven. Bovendien moet het nagaan hoe het een gezinsbudget kan opstellen om de noodzakelijke kosten te kunnen betalen. Maar niet alleen het OCMW vervult hierbij een taak. Ook de cliënt draagt een verantwoordelijkheid. Dat we in een maatschappij leven waar consumeren het hoogste goed is, mag dan al een verklaring zijn voor overconsumptie, een excuus is het niet. We mogen dan ook verwachten dat de cliënt de nodige inspanningen doet om zelf in te staan voor zijn inkomen, en ook de nodige discipline aan de dag legt om het beschikbare inkomen goed te beheren. Voor maatschappelijk werkers bestaat de uitdaging erin om hen hierbij zo effectief mogelijk te begeleiden met behulp van de juiste methodieken. Onze ervaring leert dat mensen veel leren uit de gevolgen van wat ze verkeerd hebben gedaan en dat het geen oplossing is om cliënten schuldenvrij te maken, want dat maakt hen afhankelijker. Wim Aerts is hoofdmaatschappelijk werker in het OCMW van Sint-Katelijne-Waver


praktijk

Roeselare – Om de stoep voor hun huis sneeuwvrij te maken, kunnen zorgbehoevenden in Roeselare een sneeuwruimer inschakelen. Een telefoontje naar de sneeuwtelefoon van het Sociaal Huis welwel volstaat. Een medewerker van het sociale tewerkstellingsbedrijf Buurt & Co komt zo snel mogelijk langs om de klus te klaren. De oproeper betaalt voor deze dienstverlening 2 euro aan de sneeuwruimer.

Heeft u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Buurt & Co

Sneeuwtelefoon voor zorgbehoevenden

Elke bewoner wordt verondersteld een veilige doorgang op de stoep voor zijn eigen huis te garanderen. Als een voetganger ten gevolge van een glad trottoir door ijzel, sneeuw of vorst valt of een ongeval krijgt omdat de bewoner van het huis in gebreke is gebleven, zal die bewoner immers aansprakelijk gesteld worden. Zorgbehoevenden in Roeselare die niet kunnen rekenen op de hulp van familie of buren om hun stoep sneeuwvrij te maken, kunnen sinds vorig jaar de sneeuwtelefoon bellen om hen te helpen. De sneeuwtelefoon is een initiatief van het Sociaal Huis welwel en het sociale tewerkstellingsbedrijf Buurt & Co. Een vrijgestelde van welwel beantwoordt de oproepen elke werkdag van 8.30u tot 12u en van 14u tot 15u. Ze noteert per straat de naam van de oproepers, hun adres en het aantal meter stoep dat sneeuw- en ijsvrij moet gemaakt worden. Op basis van deze lijsten stelt Buurt & Co groepjes van drie sneeuwruimers samen. Hun materiaal bestaat uit een borstelmachine, zout, sneeuwschoppen en borstels. Voor Buurt & Co is dit een moeilijke opdracht omdat de sneeuwdagen niet vooraf ingepland kunnen worden. Vorig jaar slaagden drie ploegen erin om op zes dagen 230 mensen te helpen. Op piekdagen verwerkten ze tot 80 oproepen per dag. Ze waren van 6.30u tot 19.30u druk in de weer op moeilijk bereikbare wegen.

Wie zelf geen sneeuw meer kan ruimen, kan in Roeselare de sneeuwtelefoon bellen.

Karel Boeve, Buurt en Co, T 0499-13 18 39, karel.boeve@fracarita.org; T 051-26 21 80, Sneeuwtelefoon Sociaal Huis welwel

inge ruiters

Lokaal I 1 december 2011 I 27


werkveld afvalbeleid

Blauwe zakken en rode stickers Een kleine test: weet u wat er in de PMD-zak mag?* Als u er afval in stopt dat er niet in hoort, is de kans groot dat de blauwe zak aan uw voordeur blijft staan met een rode sticker erop. En dan? We vroegen het aan de Vlaamse gemeenten. tekst

& beeld christof delatter

* Huishoudelijk verpakkingsafval, bestaande uit lege plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief lege spuitbussen, enkel van voedingsmiddelen en cosmetica) en drankkartons mogen in de blauwe zak.

28 I 1 december 2011 I Lokaal


D

e Vlaming doet flink z’n best om het huishoudelijk afval zo veel mogelijk gerecycleerd te krijgen: meer dan 70 procent komt niet in de restafvalzak terecht. Een uitgebreid gamma selectieve inzamelingen, zowel aan huis als op het containerpark, ligt aan de grondslag van de mooie inzamelcijfers en de prima kwaliteit van de selectieve stromen. Voor veel fracties geldt dat de Vlaming heel behoorlijk sorteert en nette, zuivere selectieve afvalstromen aanbiedt. Het papier en karton van de huishoudens is bijvoorbeeld door de bank genomen van goede kwaliteit voor het recyclageproces. Maar de PMD-inzameling blijft het zorgenkind. De blauwe zak dient enkel voor plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankverpakkingen. Hoewel de sorteerboodschap voor PMD nu al meer dan vijftien jaar circuleert en doorheen de jaren ook niet wijzigde, bevat de ingezamelde afvalstroom gemiddeld tussen de 15 en 20 procent aan residu. Sommige mensen denken dat de blauwe zak bedoeld is voor alle soorten kunststof verpakkingen. Anderen hebben waarschijnlijk nog nooit de moeite genomen om de sorteerboodschap eens nauwkeurig te bekijken. Voor nog een andere groep ‘slechte sorteerders’ zal de sorteerboodschap wellicht te ingewikkeld zijn. Gemeenten en ophalers hebben de opdracht bij de inzameling te controleren of de inhoud van de zak correct gesorteerd is. Als een blauwe zak te veel ander afval bevat, is het de bedoeling dat de lader hem laat staan en er een rode sticker op plakt. De persoon die de zak buitengeplaatst heeft, moet hem dan weer

binnenhalen en de verkeerde afvalstoffen uit de blauwe zak halen. Tot zover de theorie. In de praktijk blijven de geweigerde zakken vaak staan en is de dader onvindbaar. De VVSG wilde weten wat een gemeentebestuur met dergelijke ‘weeszakken’ doet. Bij een rondvraag reageerden 67 gemeenten. Wat doen lokale besturen met geweigerde PMD-zakken? Het merendeel van de lokale besturen laat PMD-zakken met te veel ander af-

Waar vinden gemeenten slecht gesorteerde PMD-zakken? Bij de enquête konden gemeenten voor verschillende types plaatsen aanduiden of ze er nooit, soms, vaak of altijd slecht gesorteerde PMD-zakken vonden. Dat geeft volgend lijstje (in dalende volgorde van belangrijkheid) van waar de geweigerde PMD-zakken te vinden zijn: hoogbouw en appartementen (vaak; bij een kwart van de respondenten altijd prijs), sociale huisvesting en verzamelplaatsen voor afval (soms tot vaak), in alle straten

Hoewel de sorteerboodschap voor PMD nu al meer dan vijftien jaar dezelfde is, bevat de ingezamelde afvalstroom gemiddeld tussen de 15 en 20 procent aan residu. val dan PMD effectief staan. Ze halen die zakken enkel op als de betrokkenen ze gewoon negeren (37 procent) of na blijvende klachten (34 procent). 24 procent van de respondenten haalt een geweigerde PMD-zak de facto nooit op, ook niet na klachten. Maar niet alle gemeenten houden de strijd vol. 4,5 procent van de respondenten neemt gewoon alles mee (3 procent tijdens de PMD-inzameling, 1,5 procent systematisch bij de restafvalinzameling). Geweigerde zakken die gemeenten alsnog ophalen, komen meestal bij het restafval terecht. Een kleine minderheid brengt ze naar de gemeentelijke opslagplaatsen of het containerpark om ze daar zelf uit te sorteren.

(74 procent zegt soms), bij glasbollen (52 procent soms tot 46 procent nooit) en op het containerpark (46 procent nooit tot 34 procent soms). Het is dus een vrij algemeen probleem, dat zich wel sterker uit bij plaatsen waar inwoners collectief en zonder al te veel sociale controle hun huishoudelijk afval kunnen aanbieden. Wat in de lijn van de ervaringen ligt: hoe collectiever een systeem om afval aan te bieden, hoe slechter de kwaliteit van wat gemeenten inzamelen, al blijkt de kwaliteit van oud papier bijvoorbeeld ook bij appartementsgebouwen meestal behoorlijk. PMD blijft dus een fractie met specifieke problemen.

Lokaal I 1 december 2011 I 29


werkveld afvalbeleid

sorteerlogo invoeren (bijvoorbeeld een blauw punt op verpakkingen die in de PMD-zak mogen en een rood punt op de overige verpakkingen), vervolgens: meer communicatie over de sorteerboodschap, meer handhaving (registratie adressen geweigerde zakken), geen PMD-inzameling meer op het containerpark, het invoeren van statiegeldsystemen, alle PMD-zakken meenemen, de ophalers verbieden om PMD-zakken bijeen te brengen op verzamelpunten en uiteindelijk een heel consequente controle van de PMD-zakken. (Nu worden periodes van strenger toezicht vaak afgewisseld met periodes zonder extra controles.)

Bijna overal worden de rondslingerende zakken uiteindelijk opgehaald.

Wat doen gemeenten om de problemen te verhelpen? De helft van de deelnemende gemeenten doet aan preventieve sensibilisering bij hoogbouw en appartementen. 44 procent communiceert actief over de PMD-inzameling en gaat op zoek naar eigenaars van slecht gesorteerde zakken. 40 procent spreekt slechte sorteerders aan via communicatie, bijvoorbeeld in samen-

hoeveelheden. Anderen maken vooral een schatting van de hoeveelheden. Gemiddeld blijkt uit die schattingen dat het probleem qua hoeveelheden beperkt is tot 0,20 kg per inwoner per jaar. Dit wekt geen verbazing: PMD is een lichte afvalfractie. Hoeveel werkuren lokale besturen stoppen in de problemen met geweigerde PMD-zakken, is evenmin duidelijk omdat ophaling en verwerking meestal

Hoeveel werkuren lokale besturen stoppen in de problemen met geweigerde PMD-zakken, is niet duidelijk omdat ophaling en verwerking meestal gebeuren in combinatie met andere activiteiten. werking met stadswachten. Bijna ĂŠĂŠn op de drie gemeenten treedt ook politioneel op. Ze stellen een proces-verbaal op en passen indien mogelijk administratieve sancties toe. Een kleine minderheid van de gemeenten werpt de handdoek in de ring: 9 procent van de respondenten past zijn acceptatiebeleid aan en springt wat soepeler om met de controle op de inhoud van de PMD-zakken. Gemeenten hebben nauwelijks zicht op hoeveelheid geweigerde PMD-zakken Bijna overal worden de rondslingerende zakken uiteindelijk opgehaald, maar bijna nergens worden de precieze hoeveelheden geregistreerd. Een kleine helft van de respondenten heeft geen idee over de

30 I 1 december 2011 I Lokaal

gebeuren in combinatie met andere activiteiten. De ploegen die de vuilnisbakjes op straat leegmaken of die de straten net houden, ruimen ook de zakken op. Een kleine helft van de gemeenten die we contacteerden, kan er geen cijfer op plakken, de overige helft schat de personeelsinzet op jaarbasis op ongeveer 0,1 tot 0,2 VTE. Welke oplossingen stellen de lokale besturen zelf voor? De PMD-sorteerboodschap blijft voor veel respondenten hĂŠt struikelblok: te complex voor nogal wat mensen. In volgorde van populariteit stellen lokale besturen zelf een resem maatregelen voor. De aanpak van de P-fractie: meer kunststoffen in de PMD-zak toelaten of een

Gemeenten doen nog bijkomende suggesties. Verschillende respondenten pleiten voor een consequent controle- en bestickeringsbeleid. Nu verloopt dat te veel in golven, of zijn gemeenten te afhankelijk van de manier waarop de ophalers daarmee omspringen. Hun personeel moet voortdurend geschoold en opgeleid worden om de sorteerregels consequent te controleren. Sommige gemeenten pleiten ervoor de burger met zijn geweigerde PMDzak naar het containerpark te laten komen (gratis). Dan kan de containerparkwachter samen met de betrokkene de zak leegmaken en ter plekke uitleg en informatie over de weigering geven. Andere gemeenten huiveren bij deze gedachte. Uit ervaring weten ze dat bepaalde inwoners zo hun eigen mening hebben over de sorteerregels voor PMD en dat ze die helaas niet altijd even vriendelijk uiten. Belangrijk blijft de vaststelling dat veel lokale besturen struikelen over de moeilijkheid om de identiteit van een slechte sorteerder te achterhalen. Ten slotte stelt een gemeente voor dat FOST Plus zelf een team mensen ter beschikking van de gemeenten stelt. Dat kan systematisch de plaatsen bezoeken waar er een probleem bestaat, om zo direct uitleg te geven. Dan zouden de bedenkers van de sorteerboodschap ook de taak krijgen ze uit te leggen. Christof Delatter is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid


werkveld evenementenbeleid

Koksijde, helemaal cyclo! Op 28 en 29 januari 2012 zijn de ogen van de hele cyclocrossgemeenschap gericht op Koksijde. Achttien jaar na de overwinning van Paul Herygers haalt de ambitieuze kustgemeente het WK opnieuw naar Vlaanderen. Lokaal sprak met gemeentesecretaris Joeri Stekelorum en evenementcoördinator Jan Deramoudt over deze complexe organisatie en wat ze betekent voor een middelgrote gemeente. tekst chris peeters beeld gemeente koksijde

I

n 1994 slaagde de gemeente erin de organisatie van het WK Cyclocross een eerste keer binnen te halen. Tijdens die editie verloor Jan Deramoudt, toen beginnend vrijwilliger bij de Ko-

ninklijke Veloclub Verenigde Vrienden uit Koksijde, definitief zijn hart aan het veldrijden. Dat kampioenschap leverde een Vlaamse wereldkampioen op: Paul Herygers, die tijdens eerdere edities van

de Vlaamse Duinencross al had bewezen een specialist op dit loodzware parcours te zijn. Paul Herygers, sinds zijn overwinning ereburger van Koksijde, is voor de editie 2012 als peter aangesproken. De belangrijkste hindernis op het WK-parcours is trouwens het naar hem genoemde Herygersduin. Voor het Wereldkampioenschap 2012 werd er nog een nieuw kunstmatig duin aan het parcours toegevoegd dat voorlopig X-duin heet, maar dat na het WK de naam van de nieuwe wereldkampioen zal krijgen. Met de jaarlijkse organisatie van de ‘Vlaamse Duinencross’ beschikt de ge-

Het Herygersduin is de belangrijkste hindernis op het WK-parcours.

Lokaal I 1 december 2011 I 31


werkveld evenementenbeleid

meente Koksijde over veel ervaring in het opzetten van topsportevenementen. Ze bouwde in nauwe samenwerking met de KV Verenigde Vrienden een ijzersterke reputatie op. Op 26 november 2011 loopt de wereldbekerwedstrijd ‘Vlaamse Duinencross’ over hetzelfde parcours, de ideale generale repetitie voor het Wereldkampioenschap twee maanden later. Voor het WK moet de hele gemeente nog wel een tandje bijsteken. Koksijde verwacht zo’n 50.000 cyclocrossliefhebbers. De internationale wielerpers, zowat 350 journalisten sterk, zal massaal haar opwachting maken en de nationale televisie mikt met 35 uur live-uitzending op een slordige 45 miljoen kijkers wereldwijd. Meer dan een miljoen Vlamingen zal op zondag afstemmen op de rechtstreekse uitzending van Sporza. Ruim tweehonderd renners uit twintig landen nemen deel aan de vier wedstrijden, gespreid over de twee wedstrijddagen. De organisatie rekent op vierduizend vipgasten. Vijfduizend buitenlandse bezoekers reserveerden nu al zowat alle hotelaccommodatie in de regio. Koksijde zet tijdens het WK-weekend vierhonderd medewerkers in en ruim 1800 mensen vroegen een accreditatie om over de vier dagen dat de organisatie loopt, hun bijdrage te kunnen leveren. Zelfbewust Koksijde Het gemeentebestuur van KoksijdeOostduinkerke haalde met het Wereldkampioenschap Cyclocross 2012 een internationaal topsportevenement naar zich toe dat moet bijdragen om het pas ontwikkelde gemeentelogo over Vlaanderen en verder bekend te maken. Cyclocross is de voorbije jaren sterk in populariteit toegenomen en het familiale, toegankelijke karakter ervan sluit zeer nauw aan bij de accenten die ook gemeentesecretaris Stekelorum verwoordt wanneer hij de ambities van de kustgemeente omschrijft: ‘Koksijde wil zich presenteren als een gemeente waar het goed is om te leven, om te genieten van het cultuuraanbod en waar recreatieve activiteiten en internationale topsport hun plaats hebben. Het prestigieuze ge-

32 I 1 december 2011 I Lokaal

meentehuis straalt zelfbewustzijn uit. De andere geplande infrastructuurwerken moeten daar nauwelijks voor onderdoen: van de Koksijde Golf Hof ter Hille, over het nieuwe station tot het sociaal huis. Maar het gemeentehuis wil ook met zijn glazen, lichte constructie ‘transparantie’ uitdrukken en de raadzaal, toepasselijk de Kokpit genoemd, is niet zomaar voorzien van camera’s die het voor de inwoners mogelijk ma-

dracht nog even mee de handen uit de mouwen te steken voor dit prestigieuze WK-project. Van bij de start werd onmiddellijk stevig ingezet op de interne communicatie onder het motto ‘Zonder jou geen WK!’. Het startschot werd gegeven op een ontbijtbijeenkomst waar alle medewerkers en heel wat vrijwilligers uitleg kregen over het belang van het WK-project voor Koksijde. Voor de presentatie van deze ochtendmeeting in

Het familiale karakter van deze volkssport koppelen aan een professionele organisatie waarin geen enkel detail over het hoofd werd gezien: dat is de grootste uitdaging. ken via livestreaming de raadszitting van thuis uit te volgen. Toegankelijke dienstverlening wordt ook mee gerealiseerd door de concentratie van diensten centraal in de gemeente, vlot bereikbaar en met ruime parkeerfaciliteiten. CC CasinoKoksijde, de nieuwe bibliotheek en het gemeentehuis liggen gegroepeerd rond het heraangelegde Theaterplein.’ Zonder jou geen WK! Toen Koksijde in januari 2009 de organisatie van het WK 2012 binnenhaalde, besliste het bestuur om niet in zee te gaan met een organisatiebureau, maar de coördinatie en volledige realisatie van dit topsportevenement in eigen handen te houden. Dit was een goed berekende gok, want de kennis van zaken was dichtbij huis te vinden. Uit ruim dertig kandidaten kwam Jan Deramoudt als beste keuze naar voren om als gemeentelijk evenementcoördinator de kar te trekken. Sinds de vorige editie van het WK in Koksijde in 1994 is Jan actief in de KV De Verenigde Vrienden. Sinds 2006 is de Vlaamse Duinencross een UCI-wereldbekerwedstrijd en met de organisatie hiervan verdiende het organisatiecomité het nodige krediet. De keuze om niet met een extern bureau te werken impliceerde meteen ook dat alle medewerkers van de gemeente bereid moesten zijn naast hun eigenlijke op-

CC CasinoKoksijde werd tv-commentator Michel Wuyts ingeschakeld. Na dit startschot werden alle middelen ingezet om iedereen ervan te doordringen dat het WK naderde: het personeelsblad Koksijde Rocks leverde foto’s en reportages, en zelfs de koekjes bij de koffie op de gemeentelijke diensten werden met een WK-sticker opgesmukt. Het aftellen was begonnen. Zulke goodwill creëren is van cruciaal belang voor de keuzes die het bestuur maakte. Iedere medewerker moet ervan doordrongen raken dat zijn inzet noodzakelijk is om van dit evenement een succes te maken. Dat gebeurt het best door medewerkers het gevoel te geven ‘mede-eigenaar’ te zijn van dit project. Wat dat aspect van de organisatie betreft is Koksijde al zeker met vlag en wimpel geslaagd. Een vrijwilliger heeft het kantoor inclusief de vensterbanken van een van de schepenen ingepalmd om identificatiekaarten te plastificeren, een medewerkster komt aanzetten met de zoveelste verfijning van het organisatiedraaiboek, de agenda voor het volgende overleg van het organisatiecomité moet de deur uit, het secretariaat zet de juridische puntjes op de i in een nieuwe overeenkomst… En ondertussen gaat de mobiel tekeer en loopt de mailbox gestaag vol. Door de touwtjes strak in handen te houden wil de gemeente zelf kunnen bepalen welke


lokale raad

klemtonen ze legt: het familiale karakter van deze volkssport koppelen aan een professionele organisatie waarin geen enkel detail over het hoofd werd gezien, dat is de grootste uitdaging. De beste improvisatie zit in de voorbereiding Met gepaste trots toont Jan Deramoudt het inmiddels drie duim dikke organisatiedraaiboek. Het parcours voor dit WK cyclocross ligt op een terrein dat deels eigendom is van de Belgische luchtmacht, deels natuurgebied en deels privé-eigendom. Het militaire reddingskorps met de sinds Windkracht 10 beroemde Sea Kinghelikopters moet operationeel blijven, terwijl de gebouwen voor een deel worden ingepalmd door publiek en medewerkers. Alle nutsvoorzieningen moeten ter plaatse worden gebracht. Hulpdiensten, opgeschrikt door het Pukkelpopdrama, gaan voor de opmaak van het Bijzonder Nood- en Interventieplan niet over één dag ijs en checken en dubbelchecken ieder detail. Het station van Koksijde, eigendom van de gemeente zelf, moet tegen dan gerenoveerd zijn om de bezoekers te ontvangen terwijl landingsbanen als parkeerstrook voor supportersbussen worden ingericht. Uniek in het cyclocross is ook de keuze voor een afvalarme, milieubewuste organisatie. Het organisatiecomité werd door de UCI-bonzen gefeliciteerd en om zijn voorbeeldige werkwijze wereldwijd geciteerd. Op de generale repetitie eind november wil de organisatie de laatste details invullen. De ambitie van Jan Deramoudt is in ieder geval om op zondag 29 januari 2012 nog de tijd te vinden om samen met zijn driehonderd medewerkers te genieten van wat ze voor mekaar gekregen hebben. Wanneer zondagavond de laatste supporter vertrokken zal zijn, begint het medewerkersfeest. Frieten met stoofvlees en een vers getapte pint: helemaal cyclo!

Hoe kan een lokaal bestuur fair trade – of eerlijke aankopen – correct opnemen in overheidsopdrachten? Aankopen van lokale besturen gebeuren door middel van een van de gunningswijzen volgens de wetgeving op de overheidsopdrachten zoals de openbare aanbesteding. Voor kleinere opdrachten – wat bij de aankoop van koffie meestal het geval is – is in de loop van de procedure geen bekendmaking vereist zolang de aankoop de drempel van 67.000 euro niet overschrijdt (en voor opdrachten tot 5.500 euro is de procedure nog eenvoudiger). Uiteraard moet u minstens drie leveranciers raadplegen. In de aankondiging van de opdracht of bij de beschrijving van het voorwerp van de opdracht kan algemeen verwezen worden naar eerlijke handel. Daarbij kan echter geen verwijzing naar fair trade opgenomen worden als selectiecriterium, want selectiecriteria mogen enkel gebruikt worden om leveranciers uit te sluiten op basis van bijvoorbeeld een veroordeling.

Fairtradecriteria eerder als uitvoeringsvoorwaarde De criteria voor fair trade dan maar opnemen als gunningscriterium? Dit wordt juridisch betwist omdat een eerlijke prijs voor de boeren in het Zuiden niet tot het voorwerp van de opdracht behoort. Volgens het Hof van Justitie moeten gunningscriteria altijd betrekking hebben op het voorwerp van de opdracht. De discussie moet nog ten gronde gevoerd worden maar wie voor de veilige optie kiest, neemt fair trade beter niet op als gunningscriterium. In het kader van de gunningscriteria bestaat ook de optie om fair trade via de technische specificatie te introduceren. Dit laat meer ruimte maar blijft nog altijd juridisch betwistbaar. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld ecologische criteria die vaak via deze optie opgenomen worden in de aanbesteding. Het verschil is dat ecologische criteria echt productgebonden zijn, wat voor andere duurzaamheidscriteria al moeilijker aan te tonen is. De veiligste weg om fair trade op te nemen in de overheidsopdrachten verloopt op dit moment via de uitvoeringsvoorwaarden, met als nadeel dat de controle pas gebeurt na de gunning van het contract, wat tot een discussie met de betrokken leverancier in de uitvoeringsfase kan leiden. Tot slot, de uitdrukkelijke verwijzing naar ‘Max Havelaar’ of ‘FLO’ staat ook ter discussie vanwege het gelijkheidsbeginsel en eerlijke concurrentie dat met deze verwijzing niet gerespecteerd zou worden. Ook hier moet een lokaal bestuur opletten en het dus in de aankondiging algemeen op eerlijke handel houden. Bron: presentatie van Mr. Deltour van het advocatenkantoor Liedekerke. EVN-Arrest (C-448/01): Gunningscriteria moeten betrekking hebben op voorwerp van de opdracht – de betwisting van criteria FairTrade als gunningscriterium. Arrest-Beentjes (C-31/87): Criteria FairTrade kunnen niet opgenomen worden als selectiecriterium. Vonnis rechtbank Leuven van 31 mei 2011, Inforumnummer 259334

Chris Peeters is VVSG-stafmedewerker sport

Mail uw vragen over fair trade naar christophe.ramont@vvsg.be

Lokaal I 1 december 2011 I 33


praktijk

HASSELT - Sinds dit schooljaar heeft Hasselt een spijbelcoach. Die richt zich vooral tot de leerlingen van de tweede graad beroepsonderwijs die in de verleiding kunnen komen om te gaan spijbelen. ‘De eerste bezoeken in secundaire scholen in Hasselt tonen aan dat deze werkwijze het bestaande spijbelbeleid in de scholen kan aanvullen en verbeteren,’ zegt Mireille Theelen, coördinator flankerend onderwijsbeleid van Hasselt.

Heeft u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Spijbelcoach kiest voor brede aanpak

mireille.theelen@ hasselt.be en www.arktos.be

Het idee ontstond in de werkgroep Spijbelen van het Lokaal Overlegplatform (LOP) secundair onderwijs van Hasselt. In deze werkgroep zetelen de drie schoolnetten, de drie CLB’s, de politiezone HAZODI en leden van het stadsbestuur. Een steeds groter aantal jongeren uit heel Limburg stroomt in de tweede graad beroepsonderwijs van de Hasseltse scholen in. Vooral de vele voor- en naschoolse activiteiten van de stad zijn heel aantrekkelijk voor deze groep leerlingen. Daarbij is Hasselt vlot bereikbaar met het openbaar vervoer. Veel leerlingen hebben een C-attest en/of meer dan tien B-codes of verontrustende afwezigheden op school. Het is ook niet uitzonderlijk dat meerderjarige leerlingen nog instromen in de tweede graad technisch of beroepsonderwijs, de minst kansrijke richtingen voor het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt. De werkgroep wilde het spijbelen preventief benaderen. Eerst verwierf ze via een omgevingsanalyse een accurater beeld van het fenomeen. Het vormingscentrum Arktos dat expertise heeft in het begeleiden van jongeren, werkte het project uit.

34 I 1 december 2011 I Lokaal

De school en het CLB staan in de eerste lijn om een leerling die in spijbelgedrag dreigt te vervallen, te detecteren. Zij zetten zelf de eerste stappen om de jongere weer schoolbaar te maken. Als hun middelen uitgeput zijn, kan het CLB, in overleg met de school, ondersteuning van de spijbelcoach vragen. Er bestaan al veel projecten betreffende probleemgedrag van jongeren, maar dit project onderscheidt zich door een geïntegreerde aanpak met de jongere waarbij de school, het CLB en de ouders meewerken en ook mensen uit de privésfeer zoals een voetbalcoach, broer of buurman worden betrokken. Door deze brede, individuele benadering tracht de spijbelcoach de jongere te motiveren om weer naar school te gaan. In een eerste fase analyseert de spijbelcoach de situatie van de jongere grondig door middel van een thuisbezoek, een gesprek of zelfs een spelvorm. Ze onderzoekt welke factoren mogelijk tot spijbelen leiden. Vervolgens organiseren het CLB en de spijbelcoach op basis van deze analyse een rondetafelconferentie met alle mogelijke partners die de jongere kunnen motive-

ren om weer school te lopen. Daar wordt beslist welke maatregelen er nodig zijn, in de privé- of de schoolse sfeer. Een belangrijke voorwaarde is het engagement om zich aan de afspraken te houden. Daarna gaat de spijbelcoach met de jongere aan de slag: via verschillende methodieken stellen ze samen een persoonlijk plan op. De spijbelcoach, die in heel dit proces als neutrale vertrouwenspersoon van de leerling optreedt, begeleidt de jongere bij de uitvoering van dit plan. Aan het eind van dit traject volgt een eindrondetafel waarbij de deelnemers, dus ook de jongere, opnieuw een engagement aangaan. Om dit engagement te versterken kunnen ook personen uit de privé-omgeving van de jongere uitgenodigd worden. In deze laatste fase staat de nazorg centraal. Veerle Winters, medewerkster van Arktos, werd als spijbelcoach aangesteld. In de loop van het schooljaar worden evaluatiemomenten ingelast zodat het project eventueel nog bijgestuurd kan worden. De totale kostprijs van het project bedraagt 70.000 euro, hoofdzakelijk gedragen door het flankerend onderwijsbeleid van Hasselt, de provincie Limburg als cofinancier, met ondersteuning van het Vlaamse Gewest. naïma lafrarchi is vvsg-stafmedewerker flankerend onderwijsbeleid


werkveld wonen

Kortrijks doortrekkersterrein is een succes Kortrijk is een van de vier Vlaamse gemeenten met een doortrekkersterrein voor woonwagenbewoners. Twee jaar na de opening is de balans positief. Schepen Filip Santy doet een oproep aan zijn collega’s om het Kortrijkse voorbeeld te volgen, want het aantal beschikbare standplaatsen op de vier terreinen is ruim onvoldoende. tekst bart van moerkerke beeld bart lasuy

A

an de R8 in Heule opende Kortrijk in oktober 2009 een doortrekkersterrein voor woonwagenbewoners. Er ging tien jaar planning en werk aan vooraf. Al in 1999 nam de stad de principiële beslissing een doortrekkersterrein in te richten, twee jaar later was de locatie gekend. In 2006 werd het proces van het verwerven van de gronden en het verkrijgen van de bouwvergunning afgerond. En dan duurde het nog drie jaar voordat de eerste woonwagenbewoners het terrein op reden. In de loop van dat decennium werd er regelmatig overlegd met de buurtbewoners maar dat kon het protest niet stoppen. Een actiegroep trok zelfs naar de Raad van State.

Van de 1148 mensen die in 2010 op het Kortrijkse doortrekkersterrein verbleven, was bijna de helft minderjarig.

Terreinverantwoordelijke Twee jaar na de opening is het ongenoegen geluwd. En het terrein wordt druk bezocht, vaak moeten woonwagenbewoners worden geweigerd omdat er geen plaatsje meer vrij is. Schepen voor Wonen Filip Santy ziet verschillende redenen voor dat succes. ‘In de eerste plaats is er de locatie, vlot bereikbaar via de R8 maar ervan afgeschermd door een groene buffer. Het terrein grenst ook aan het recreatiedomein De Warande waardoor er maar weinig woningen in de onmiddellijke buurt zijn. Tweede punt, het doortrekkersterrein beschikt over zeer goede faciliteiten. De standplaatsen zijn in kasseien aangelegd, duidelijk gescheiden van de rijweg in asfalt. Elke standplaats heeft een aftakkingspunt voor elektriciteit, met een afzonderlijke teller. Er is ook een wateraansluiting. In het sanitair blok zijn er toiletten en douches. Op het middenplein hebben we voetbaldoelen en enkele speeltoestellen voor de kinderen geplaatst. Binnenkort willen we ook een hotspot installeren zodat de woonwagenbewoners draadloos op het internet kunnen. Heel

Lokaal I 1 december 2011 I 35


werkveld wonen

belangrijk zijn de drie reglementen die we hebben opgesteld: een terrein inrichten volstaat niet, je moet ook voor een goede omkadering zorgen. In het huishoudelijk reglement zijn de regels voor de gebruikers vastgelegd, bijvoorbeeld in verband met het deponeren van het afval in de daartoe bestemde containers. Daarnaast hebben we een retributiereglement: naast een dagvergoeding voor het gebruik van het terrein betalen de woonwagenbewoners voor hun elektriciteits- en waterverbruik. Ten slotte is er een politiereglement waarin is bepaald

Filip Santy: ‘In Frankrijk heeft elke gemeente van meer dan 5000 inwoners een doortrekkersterrein. Ik denk niet dat we zo ver moeten gaan, maar we zouden toch tot één terrein per politiezone moeten komen.’ dat woonwagenbewoners in onze politiezone enkel op het doortrekkersterrein kunnen verblijven. Is er daar geen plaats, dan worden ze doorgestuurd.’ Een ander element in de omkadering is de terreinverantwoordelijke. Woonwagenbewoners die aankomen, moeten zich bij hem melden. Is hij er niet, dan kunnen ze hem opbellen, zijn mobiel nummer staat op een bord aan de ingang van het terrein. De verantwoordelijke registreert de woonwagenbewoners aan de hand van de identiteitskaart of het paspoort. Hij vraagt ook een waarborg van 50 euro per woonwagen. Pas als die formaliteiten vervuld zijn, krijgt iemand toegang tot het terrein. Maar de terreinverantwoordelijke doet meer dan dat. Filip Santy: ‘Hij is iemand die goed met mensen kan omgaan, die veel potentiële conflicten oplost. Hij slaagt er ook in de woonwagenbewoners te activeren: als ze het eens te bont hebben gemaakt, kan hij hen er doorgaans van overtuigen hun rommel zelf op te ruimen. Hij heeft echt een cruciale taak. Daarnaast is er ook een overlegcomité dat regelmatig samenkomt om eventuele problemen te bespreken en zaken bij te sturen. In dat comité zitten alle betrokken stadsdiensten, de gebiedswerker en de politie. En tot slot houden we nog een stok achter de deur: als iemand zich niet aan de afspraken houdt, kan de burgemeester hem gedurende een jaar de toegang tot het terrein ontzeggen.’ Kinderen Vroeger werd Kortrijk, net als andere gemeenten, regelmatig geconfronteerd met groepen die onverwacht op het grondgebied neerstreken. Om dat enigszins in goede banen te leiden moesten dan halsoverkop mensen en middelen worden ingezet. In de omgeving lokte hun komst ook telkens hevige reacties uit. ‘Nu hebben we alles onder controle,’ zegt schepen

36 I 1 december 2011 I Lokaal

Santy. ‘Er zijn nauwelijks nog klachten van de buurtbewoners. De terreinverantwoordelijke heeft een vertrouwensband opgebouwd met de woonwagenbewoners. Dat leidt ertoe dat de politie slechts heel sporadisch moet langskomen. Het grote probleem, vind ik, zijn de kinderen. Ze hebben recht op onderwijs maar ze gaan niet naar school. Wij kunnen het terrein wel wat inrichten op hun maat maar een fundamentele oplossing is dat niet. En verder blijven we ook nadenken over aanpassingen aan de infrastructuur. Zo hadden we op het terrein geen consultatieruimte voor huisartsen ingericht, nu zullen we daarvoor een kleine verbouwing doen.’ De stad had maar een klein aandeel in de kosten van de aanleg van het terrein: Vlaanderen betaalde 90 procent van de investeringen, de provincie West-Vlaanderen 50.000 euro. De exploitatiekosten worden ongeveer gedekt door de financiële bijdrage van de woonwagenbewoners. De personeelskosten – van de terreinverantwoordelijke, van de technische dienst en de groendienst, van de vuilnisophalers… – zijn voor rekening van de stad. In 2010 verbleven er 1148 mensen op het doortrekkersterrein, bijna de helft was minderjarig. De cijfers voor 2011 zijn vrij gelijklopend. Twee derde van de bezoekers verbleven al eerder op het doortrekkersterrein. 70 procent hebben de Franse nationaliteit, vijf procent zijn Belgen, de rest komt uit Nederland, Spanje, Denemarken of Groot-Brittannië. Politieke moed De balans na twee jaar is dus zeer positief. Het minpunt is dat de twintig standplaatsen in Kortrijk ruim onvoldoende zijn. Filip Santy: ‘Toen Vlaanderen een vijftal jaar geleden aan steden en gemeenten vroeg om doortrekkersterreinen in te richten, spraken we met Oostende, Brugge, Roeselare en Ieper af om daar voor West-Vlaanderen onze schouders onder te zetten. Het was de bedoeling om ongeveer gelijktijdig klaar te zijn. Kortrijk heeft zijn verantwoordelijkheid genomen maar ik zie dat de anderen nog steeds aan het discussiëren zijn. Hetzelfde geldt in de andere provincies. Het logische gevolg is dat de gemeenten met een terrein overbevraagd worden en regelmatig mensen moeten doorsturen. Alleen als andere gemeenten ons voorbeeld volgen, kunnen we het probleem van wildparkerende doortrekkers op een goede manier oplossen. En ik denk dat we met het Kortrijkse model kunnen aantonen dat het wel degelijk werkt. In Frankrijk heeft elke gemeente van meer dan 5000 inwoners een doortrekkersterrein. Ik denk niet dat we zo ver moeten gaan, maar we zouden toch tot één terrein per politiezone moeten komen. Het gaat om politieke moed: we moeten het doen zoals het hoort en het recht op wonen garanderen voor woonwagenbewoners, in plaats van onze kop in het zand te steken. Naast die goed uitgeruste doortrekkersterreinen zal je dan uiteraard nog pleisterplaatsen nodig hebben om de grote groepen op te vangen die in de zomer rondtrekken. Maar dat is een ander probleem.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal


De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw zoekt een ep

o

2de opr

projectmedewerker economie (m/v) Met steun van het Agentschap Ondernemen bouwt de VVSG over gans Vlaanderen een netwerk van overlegtafels economie uit. In dit kader zoeken we op korte termijn een voltijdse projectmedewerker economie. • Je organiseert overlegtafels economie voor lokale besturen respectievelijk in Antwerpen en Limburg en twee overkoepelende, thematische overlegtafels op Vlaams niveau. Je wordt gehuisvest bij het Agentschap Ondernemen respectievelijk in Antwerpen of Hasselt. • Je rapporteert aan de coördinator van het project overlegtafels en neemt deel aan overleg met andere medewerkers van de VVSG. • Je werkt nauw samen met de relatiebeheerders van het Agentschap Ondernemen en je stemt je activiteiten af op en neemt deel aan initiatieven van andere organisaties relevant voor het gemeentelijk economisch beleid. • Je beschikt over een diploma van master of je hebt kennis gelijkwaardig door ervaring. • je hebt ervaring met of kennis van de werking van lokale besturen en het gemeentelijk economisch beleid in het bijzonder; je bent op de hoogte van het ondernemerslandschap van de regio’s waarin je actief zal zijn; interesse in of kennis van bedrijfshuisvesting en ruimtelijke economie is een pluspunt; je hebt kennis van en feeling met ondernemerschap; je hebt ervaring met het organiseren van overleg en je beschikt over een vlotte pen. • je hebt een praktische kennis van informaticatoepassingen (o.a. outlook, excell, word).

Meer informatie over de inhoud van de functie kun je verkrijgen bij Stefan Thomas, coördinator project overlegtafels economie, T 02-211 55 65, stefan.thomas@vvsg.be Ons aanbod

Een voltijds contract van bepaalde duur (tot 31 december 2013), een aangepast loonpakket en soepele werkregeling in een omgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan.

Interesse?

Sollicitatie met cv stuur je tot 8 december 2011 per e-mail naar de VVSG ter attentie van hildegarde.merckx@vvsg.be

OCMW Brecht is op zoek naar een

directeur woonzorgcentrum Sint-Maria contract onbepaalde duur - voltijds Functie: als directeur van het woonzorgcentrum behartig je met je team het welzijn van de bewoners. Je leidt en organiseert de diensten: je coördineert het opnamebeleid, bouwt een efficiënt personeelsmanagement uit, creëert optimale arbeidsomstandigheden en stimuleert multidisciplinaire samenwerking. Daarnaast ben je verantwoordelijk voor het financieeleconomisch beleid, de integrale kwaliteitszorg, enz. Je onderhoudt contacten met bewoners en familie en met andere openbare en private diensten en organisaties. Profiel: je masteropleiding heb je aangevuld met twee jaar relevante ervaring. Bij voorkeur heb je al ervaring opgedaan in een managementfunctie. Je affiniteit met de sector van ouderenzorg en je sociale engagement spreken in jouw voordeel. Je hebt een doorgedreven inzicht in de sector. Aangezien je een groot aantal personeelsleden zult aansturen, verkiezen wij iemand met uitgesproken leidinggevende competenties en een brede strategische visie. Voor meer informatie: Liselotte Hofmans, stafmedewerker OCMW Brecht, secretariaat@ocmwbrecht.be of T 03-330 11 20. Barema: A4a-A4b Solliciteren kan tot 23 december 2011 via mail aan secretariaat@ocmwbrecht.be of per brief gericht aan OCMW Brecht, Gasthuisstraat 11, 2960 Brecht.

Lokaal I 1 december 2011 I 37


Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente LOCHRISTI maakt bekend dat binnenkort volgende statutaire betrekking te begeven is:

Deskundige openbare werken m/v op B-niveau (B4-B5) met voltijdse prestaties Beknopte functiebeschrijving advisering, voorbereiding (o.a. opmaken bestekken), opvolging en coördinatie administratie en uitvoering uitbestede werken, … Voorwaarden - minstens houder zijn van een diploma van bachelor/ gegradueerde in een van de afstudeerrichtingen van het studiegebied industriële wetenschappen en technologie; - over twee jaar relevante beroepservaring beschikken. Toelatings- en aanwervingsvoorwaarden - een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking; - de burgerlijke en politieke rechten genieten; - lichamelijk geschikt zijn; - onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat; - diplomavereisten: zie hoger; - slagen voor een niet-vergelijkend aanwervingsexamen. Bezoldiging De min. maandwedde bedraagt: 2570,22 euro, de max. maandwedde (na 23 jaar overheidsdienst) 4187,08 euro (bruto). Voor het bepalen van de geldelijke anciënniteit worden alle overheidsdiensten, evenals de relevante privé-diensten ten belope van maximaal vijf jaar in rekening gebracht. Bijkomende voordelen: maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, eindejaarstoelage, vakantiegeld, gunstige vakantieregeling, fietsvergoeding. De voor het examen geslaagde kandidaten worden opgenomen in een werfreserve met een geldigheidsduur van drie jaar en onderworpen aan een psychotechnische proef. De proeftijd van de aangestelde kandidaten bedraagt één jaar. De kandidaturen (met vermelding van de beoogde functie), vergezeld van een uitgebreid cv en een kopie van het diploma, dienen uiterlijk op 21 december 2011 bij aangetekende zending (of door afgifte ter plaatse tegen ontvangstbewijs) toe te komen bij het college van burgemeester en schepenen, Dorp-West 52, 9080 Lochristi. Een omstandige opgave van de voorwaarden, de functiebeschrijving en aanvullende inlichtingen kunnen verkregen worden bij de personeelsdienst, T 09-326 88 08 of bij afwezigheid T 093-26 88 07.

38 I 1 december 2011 I Lokaal

Het gemeentebestuur van Zwijndrecht werft aan (m/v)

1 milieuambtenaar

(bruto maandsalaris: minimum € 2228,82) 38/38 - (B1 – B3) – voor een vervangingscontract van een jaar Je functie Als milieuambtenaar sta je in voor de implementatie van het beleid conform de wetgeving en dit ten aanzien van de burgers. Je informeert, begeleidt en sensibiliseert hiervoor externe en interne klanten en adviseert en ondersteunt het beleid met het oog op een duurzaam lokaal beleid, vanuit de zorg voor een leefbare woonomgeving, het (leef)milieu en de open ruimte. Voorwaarden - Je hebt minstens ofwel een bachelordiploma in de richting chemie, milieuzorg of milieuadministratie, ofwel een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus in de richting chemie, milieuzorg of milieuadministratie of daarmee gelijkgesteld onderwijs. - In het bezit zijn van het bekwaamheidsbewijs VLAREM is een pluspunt. - Je beschikt over een rijbewijs B voor een wagen met handgeschakelde versnellingsbak. - Je bent bereid tot het presteren van avond- en weekendwerk. Wij bieden voor deze functie - Een uitdagende job vol afwisseling. - Bovenop je loon: maaltijdcheques, fietsvergoeding en/of terugbetaling abonnementskosten openbaar vervoer. - Flexibele werkuren. - Een gunstige vakantieregeling (35 dagen vakantie en 14 betaalde feestdagen). - Ervaring in de privésector kan in aanmerking worden genomen voor je geldelijke anciënniteit. Interesse? Vraag dan de infobundel met uitgebreide functiebeschrijving en een sollicitatieformulier aan bij de dienst personeelszaken T 03-250 48 54 of personeelszaken@ zwijndrecht.be, en stuur het formulier vergezeld van je sollicitatiebrief, cv en een kopie van je diploma naar het college van burgemeester en schepenen, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht. Je kandidatuur moet ten laatste op 13 december 2011 door de post afgestempeld zijn. Tot die datum kun je ze ook tegen ontvangstbewijs afgeven bij de personeelsdienst. De sollicitatiegesprekken zullen plaatsvinden op 20 december 2011 vanaf 17.30 uur.

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website inlevering advertenties voor:

Lokaal 01 (10 tot 31 januari 2012): 15 december 2011 Lokaal 02 (1 tot 15 februari 2012): 10 januari 2012 informatie personeelsadvertenties

Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be informatie andere advertenties

Peter De Vester T 03-326 18 92 peter@cprojects.be


geregeld wetmatig

Keuring taxameters De gemeente moet twee keuringen controleren in verband met de taxameter: niet enkel die van de taxameter zelf, maar ook die van de installatie ervan. Het Taxibesluit bepaalt dat elke taxi uitgerust moet zijn met een taxameter, een printer en desgevallend randapparatuur omdat niet alle gegevens geproduceerd of opgeslagen kunnen worden. Dit mag ook een geĂŻntegreerde taxameter zijn. Europese wetgeving bepaalt dat enkel taxameters gekeurd volgens de Meet Instrumenten Directive (MID) gecommercialiseerd mogen worden. Een Koninklijk Besluit bepaalt dat ook de installatie van die taxameter gekeurd moet worden. Dit gold al sinds 1 januari 2011, maar toen was er hiervoor nog geen keuringsinstelling erkend. Nu is dat wel het geval en kunnen de exploitanten dus ook de installatie laten keuren. Momenteel zijn het Belgisch Meteorologisch Instituut (definitief) en Metrotax

stefan dewickere

Taxi’s: keuring van installatie taxameters niet op schema (voorlopig) erkend. Gezien de (te) late erkenning van bevoegde keuringsinstellingen ziet de federale overheid voor het jaar 2011 een en ander door de vingers. Vanaf januari 2012 zal ze met controles op de taxameters en de installaties starten. Omdat de wettelijke verplichting al geldt en de federale overheid het gedoogbeleid stopzet, is het opportuun dat de gemeenten nagaan of de installatie van de taxameters (CE) gekeurd werd.

Aanvullen gegevens in Centaurus Veel gemeenten zijn gestart met het invullen van de gegevensbank Centaurus, maar er ontbreken nogal wat data. Om Centaurus optimaal te laten functioneren en de gemeenten te ondersteunen in hun taken is het noodzakelijk dat alle gegevens ingevuld worden. erwin.debruyne@ vvsg.be

de diensten voor het verhuren van voertuigen

TX-plaat De controle op de taxameter en de installatie is een geschikt ogenblik om ook de aanwezigheid van de TX-plaat na te gaan. Sinds 1 juli 2011 is die verplicht voor taxivoertuigen en gecombineerde taxi’s-verhuurvoertuigen met bestuurder-voertuigen. Dit is nog niet het geval voor voertuigen die uitsluitend gebruikt worden voor een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder.

BVR van 18 juli 2003 betr. de taxidiensten en met bestuurder, BS van 19 september 2003, Inforumnummer 188032

Koninklijk Besluit van 28 september 2010 betreffende de installatie en de delegatie van de herijkverrichtingen van taxameters, BS van 15 oktober 2010, Inforumnummer 250604

Exploitanten in uw gemeente kunnen ook meer informatie vinden op de website van GTL (de Nationale Groepering van ondernemingen met Taxi en Locatievoertuigen met chauffeur): www.gtl-taxi.be

Wijzigingen voorafgaande vergunningen ouderenzorg Minister Jo Vandeurzen streeft naar de snelle realisatie van voorafgaande vergunningen in de ouderenzorg. Hij wil initiatiefnemers die zonder concrete plannen vergunningen in portefeuille houden, ontmoedigen. Daarom gelden sinds 15 november enkele verduidelijkingen bij de huidige procedure. Zo zal een initiatiefnemer bijvoorbeeld moeten bewijzen dat de opgegeven inplantingsplaats groot genoeg is om het vergunde initiatief te realiseren. De minister preciseerde ook de ontvankelijkheidsvereisten voor nieuwe

voorafgaande vergunningen over de inplantingsplaats, de looptijd van opties, zakelijke rechten en genotsrechten en huurtermijnen. Vanaf nu zullen de voorafgaande vergunningen die in de loop van het jaar vrijkomen, pas opnieuw vergund kunnen worden in het jaar nadien, vanaf 1 januari om concreet te zijn. Uit het procedurebesluit wordt ook geschrapt dat de aanvragen tegen ontvangstbewijs bij het Agentschap kunnen worden gedaan. Op 2 januari geen lange wachtrijen meer in Brussel dus. Vanaf 2012 zal de enige

manier om voorafgaande vergunningen geldig aan te vragen een aangetekende brief zijn. Naar aanleiding van deze verduidelijkingen aan de procedureregels consulteerde de VVSG haar leden over hun plannen met hun voorafgaande vergunningen. Hieruit blijkt dat de lokale besturen een duidelijk zicht hebben op wanneer hun voorafgaande vergunningen zullen worden gerealiseerd. Slechts een enkeling plakt hier nog geen concrete datum op. elke.vastiau@ vvsg.be

Lokaal I 1 december 2011 I 39


geregeld wetmatig

Nieuw: het e-voorkooploket

Het e-voorkooploket is een nieuw instrument dat voortkomt uit het harmoniseringsdecreet. Dit decreet dateert van 2007 maar is met uitzondering van artikel 2 en 8 nog niet in werking. Met het harmoniseringsdecreet wilde Vlaanderen de verschillende procedures van de elf Vlaamse voorkooprechten op elkaar afstemmen en de procedure voor het aanbieden en uitoefenen van voorkooprechten volledig digitaal laten verlopen. Om deze doelstellingen te verwezenlijken zal het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) het Geografisch themabestand ‘Vlaamse voorkooprechten’ opmaken. De Vlaamse Landmaatschappij zal het e-voorkooploket ontwikkelen. Zodra het loket er is, worden stappen ondernomen om het decreet volledig in werking te doen treden, zodat het half 2012 door onder meer gemeenten en OCMW’s zal worden gebruikt om voorkooprechten aan te bieden en uit te oefenen.

Wat verandert er voor de aanbieders? Een burgemeester is van rechtswege instrumenterend ambtenaar en kan dus verkoopakten verlijden waarbij voorkooprechten aangeboden moeten worden. Maar weinig burgemeesters maken van dit recht gebruik. Wie dat wel doet, zal maar één bron meer moeten raadplegen om na te gaan of er voorkooprechten van toepassing zijn op het onroerend goed.

40 I 1 december 2011 I Lokaal

stefan dewickere

De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) werkt momenteel aan de ontwikkeling van een nieuw e-loket voor de rechten van voorkoop, het e-voorkooploket. Vanaf half 2012 zullen gemeenten en OCMW’s voorkooprechten via het e-voorkooploket moeten aanbieden en uitoefenen.

Na het inloggen op het e-voorkooploket en het ingeven van de identificatie van het onroerend goed, zal het loket onmiddellijk aangeven of er voorkooprechten op van toepassing zijn. Is dat het geval, dan hoeft de aanbieder geen aangetekend schrijven meer te richten aan de Vlaamse Grondenbank (VLM Meldpunt). Hij logt aan in het e-voorkooploket en geeft de gegevens van de verkoop en het onroerend goed in. Het loket geeft dan onmiddellijk de nodige informatie over uw aanbieding. Zodra de begunstigde in het loket heeft aangegeven het voorkooprecht uit te oefenen, stelt de aanbieder dit onmiddellijk vast in het loket. Hij ontvangt ook een informatieve mail over de beslissing, maar geen aangetekend schrijven.

Wat verandert er voor de begunstigden? Een lokaal bestuur is een begunstigde van het voorkooprecht Vlaamse wooncode (decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode (art. 85)). Als intercommunale, gemeente of OCMW kunt u begunstigde van het voorkooprecht ruimtelijke ordening zijn (decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (art. 63)). Tevens kan uw gemeente begunstigde zijn van het voorkooprecht integraal waterbeleid (decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (art. 12)).

U zult het aangeboden voorkooprecht niet meer via aangetekend schrijven/ mail van de Vlaamse Grondenbank (VLM Meldpunt) ontvangen. U logt aan in het e-voorkooploket en raadpleegt de aanbiedingen waarvan uw organisatie begunstigde is. U ontvangt ook een informatieve mail indien er nieuwe aanbiedingen voor uw organisatie zijn. Om uw beslissing mee te delen hoeft u geen aangetekend schrijven meer naar de aanbieder te sturen. U logt aan in het evoorkooploket, zoekt de aanbieding op en geeft uw beslissing in. Ze is dan onmiddellijk raadpleegbaar door de aanbieder.

Registratie Wie gebruik wil maken van het e-voorkooploket, als begunstigde en/of aanbieder, moet zich registreren. Begin 2012 stuurt de VLM de nodige uitleg naar uw organisatie. Ze zal ook opleidingssessies organiseren en u op de hoogte houden van het in werking treden van het decreet en het nieuwe loket. katrijn.matthys@ vlm.be

Katrijn Matthys, Afdeling Projectrealisatie - Dienst Projectondersteuning, Gulden Vlieslaan 72, 1060 Brussel, T 02-543 69 04, katrijn.matthys@vlm.be en www.vlm.be Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten, BS van 24 juli 2007, Inforumnummer 221263


agenda studiedagen

Brussel 6 december

De nieuwe beleids- en beheerscyclus en ontwikkelingssamenwerking Informatiesessie voor ambtenaren en schepenen ontwikkelingssamenwerking. www.vvsg.be (kalender) Genk 6 december

Ooit gedacht aan een leeftijdsbewust personeelsbeleid? Studiedag voor burgemeesters, schepenen, secretarissen, personeelsverantwoordelijken, personeelsmedewerkers, vormingsmedewerkers… van gemeenten en OCMW’s uit de provincie Limburg. www.diverscity.be (activiteiten)

2012

Beleids- en beheerscyclus Het planlastendecreet schetst de ambitie van de Vlaamse overheid om een heel aantal sectorale plannen af te schaffen. De aanvraag en verantwoording van subsidies zal voortaan gebeuren aan de hand van het meerjarenplan dat gemeente en OCMW in 2013 zullen opmaken volgens het besluit over de nieuwe beleids- en beheerscyclus (BBC). De VVSG biedt u daarom vanaf het voorjaar van 2012 een vormingsaanbod aan over interne en externe analyse, planning en participatie: • Stappenplan voor de opmaak van uw meerjarenplan • Een interne analyse als opstap voor nieuwe ambities • Naar een zinvolle beleidsparticipatie aan het meerjarenplan www.vvsg.be/opleiding/bbc

Hasselt 6 december

opleidingen

Studievoormiddagen voor milieu- en stedenbouwspecialisten uit de gemeenten. www.vvsg.be (kalender)

Zorgverzekering: gemachtigde indicatiestelling, werken met de Bel-schaal

De omgevingsvergunning komt eraan

Roeselare 6 december

Stadsmonitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden Congres over de resultaten van de Stadsmonitor van 2011 die maatschappelijke ontwikkelingen in 13 Vlaamse steden in kaart brengt. www.thuisindestad.be Brussel 8 december

European seminar Seminarie over de rol van stationsbuurten in de ontwikkeling van middelgrote steden en een sessie over partnerschappen (publiek-publiek, privaat-publiek) en intermodality. en.vleva.eu/railway

Gent 12 december

Vorming voor indicatiestellers zorgverzekering, begeleidende medewerkers van diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg en van diensten voor logistieke hulp. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 12 december Hasselt 13 december

Aanvraag subsidies leefloon en wet van 2 april 1965 Informatiesessies over sociaal onderzoek en de KSZ-stromen. Voor maatschappelijk werkers bij de sociale diensten van de OCMW’s. www.vvsg.be (kalender) Gent 10 en 17 januari Torhout 12 en 19 januari

Gent 8 december

Draag zorg voor uw zorg = Zorg voor uw talent! Omdat gemotiveerde en geëngageerde medewerkers de droom van elke werkgever zijn, organiseren Diverscity, de VVSG en SD Worx op donderdag 8 december een studiedag met interactieve workshops over verzuimbeleid en retentie. We ondersteunen lokale besturen in het uitwerken van een positief aanwezigheidsbeleid. Deze studiedag richt zich tot secretarissen van gemeenten en OCMW’s, personeels-, vormings- en kwaliteitsverantwoordelijken, verantwoordelijken thuiszorg, rusthuisdirecteurs, verantwoordelijken kinderopvang, verantwoordelijken OCMW- of PWAdienstenchequeonderneming, leidinggevenden, militanten van de lokale overheidsvakbonden en iedereen die medewerkers aan de organisatie wil binden. www.vvsg.be (kalender)

Bredene 30 januari en 6 februari

Stappenplan voor de opmaak van uw meerjarenplan Tweedaagse vorming in het kader van het VVSG-vormings- en consultingaanbod betreffende de beleids- en beheerscyclus. www.vvsg.be (kalender) Diepenbeek vanaf 13 januari Lubbeek vanaf 13 januari Wiekevorst vanaf 20 januari

Intervisie voor animatoren Systematische ondersteuning en begeleiding voor animatoren in openbare rusthuizen. www.vvsg.be (kalender) Hasselt 13, 14 en 15 februari

Functionerings-, planningsen evaluatiegesprekken voor leidinggevenden. Driedaagse training voor leidinggevenden. www.vvsg.be (kalender) Sint-Niklaas vanaf 17 januari Roeselare vanaf 19 januari Zemst vanaf 25 januari Hasselt vanaf 10 februari

Regionale ondersteuningspunten kwaliteitszorg voor de woonzorgcentra Ondersteuning voor directieleden, diensthoofden/leidinggevenden, stafmedewerkers en kwaliteitscoördinatoren. www.vvsg.be (kalender) Leuven 24 januari

Instrument voor berekening van aanvullende steun Training voor medewerkers van de sociale diensten van OCMW’s. www.vvsg.be (kalender)

Lokaal I 1 december 2011 I 41


column Pieter Bos

L

igt het aan mij of ligt het aan de wereld? Was ik maar een puber, dan wist ik het. Nu is het enige wat ik weet dat ik me nergens thuis voel. Omdat het gras aan de overkant altijd groener is. Zat ik in de meerderheid, dan supporterde ik voor de oppositie – in het beste geval stilzwijgend. Op inspraakvergaderingen nam ik het op voor de afwezigen. Omdat ik meende dat die niet altijd ongelijk hadden. En soms een goede reden om er niet te zijn: te jong, te oud, (h)ouder van een kind dat in bed moest gestopt, niet uitgenodigd… Als politicus nam ik het op voor de ambtenaren en hun recht om onwelgekomen adviezen neer te schrijven, adviezen die ik vervolgens met even veel plezier weerlegde. Op partijcongressen voelde ik me altijd een vreemde eend in de bijt, al noemden velen me gewoon een dissident. De kwestie was dat ik me niet thuis voelde in zo’n zee van eensgezindheid, zelfs al was die alleen maar schijn. Maar eenmaal aanbeland bij niet-partijgenoten, was ik de vurigste verdediger van de vermaledijde partijlijn. Niet omdat ik plots van mening was veranderd, wel omdat íémand het moest doen. Van beroep ben ik advocaat van de duivel, voltijds en pro deo. Intussen heb ik de leeftijd bereikt dat ik me ermee kan verzoenen: ik ben een andersdenkende die een andersandersdenkende wordt in het gezelschap van andersdenkenden. Stilletjes had ik gehoopt dat het zou ophouden na mijn afscheid van de politiek. Dat ik als burger de rust zou vinden die ligt in de onwetendheid of de berusting of allebei – want vaak is het ene het gevolg van het andere. Maar dat moet mij dan weer overkomen: blijk ik toch wel een wakkere burger te zijn, een die het niet kan opbrengen het zich niet aan te trekken, een die het lef niet heeft aan de kant te blijven staan, wie de moed ontbreekt om moedeloos te zijn. Die G1000 was dan wel een kolfje naar mijn hand, denkt u nu wellicht, daarmee verradend dat u er helaas weinig van heeft begrepen (wat ik overigens kan begrijpen). Nee dus. Toen Van Reybrouck nog een broekje was dat een controversieel boekje schreef over populisme, was er geen grotere fan dan ik. Ook al was ik het (moet het gezegd?) niet met alles eens. En fan bleef ik toen de man het niet langer aan kon zien en niet geheel origineel de woorden sprak: ‘Wat we zelf doen, doen we beter.’ Mooi hoe hij ‘iets’ tevoorschijn toverde, zomaar uit het niets. Hoe hij de verontwaardiging een bedding gaf, naar een doel kanaliseerde. Hoe hij de teleurstelling omboog tot engagement en de strijd aanbond van David tegen Goliath. Mooi

42 I 1 december 2011 I Lokaal

mooi mooi. Logisch dat ik aan zijn kant stond en hem door dik en dun verdedigde bij het meewarige establishment. Maar toen. Toen werd de G1000 een hype. De G ging een beetje voor Goliath staan en kreeg wat trekjes die niet bij een underdog horen. De meewarigheid veranderde van kamp. Hier en daar stak dedain de kop op. Politici werden te kijk gezet als een zootje malloten, te dom om een kikker van de kant te duwen, laat staan een consensus of een compromis te vinden. Burgers daarentegen werden verheven tot idealisten die de klus wél konden klaren. In één dag nog wel. Hun geheim, het grote verschil? Burgers zijn onbevangen en onbevooroordeeld, staan boven de partijpolitiek en zijn niet verlamd door electorale angst. Zelf burger zijnde zou me dit als muziek in de oren hebben moeten klinken. Maar zoals gezegd: zo eenvoudig zit dit specimen niet in elkaar. Om te beginnen kreeg ik aardig te doen met al die politici die zich hele etmalen uitsloven, met als enig vooruitzicht pek en veren. Hetzij omdat ze een akkoord sluiten en dus verraad plegen aan hun eigen programma. Hetzij omdat ze er geen sluiten, omdat ze zich ingraven in hun eigen grote gelijk. Erg. Maar nog erger en dus nog ergerlijker vond ik hoe die duizend burgers systematisch ten tonele werden gevoerd als ‘gewone’ burgers, een begrip dat nooit verklaard of nader omschreven werd. Bestaan er dan ook ongewone burgers? En zo ja, wie zijn ze? En waarom? (Ah, Paul Jambers, waer bestu bleven?) Wat ik me dan vooral afvraag: zijn die nog altijd honderdduizenden partijleden in dit land dan geen gewone burgers? Is hun engagement, dat er al veel langer was dan dat van de G1000, dan per definitie verdacht? Wat is er, au fond, zo superieur aan een G1000 tegenover een partijprogrammacongres dat tot stand komt na uitgebreide consultatie van de afdelingen, de leden en talrijke werkgroepen met interne en externe deskundigen? En waar uiteindelijk vaak meer dan zevenhonderd aanwezigen de moeizaam bereikte consensus komen bevestigen, op een dag die voor hen vakantie had kunnen zijn? Want het is waar: de G1000 waren uiteindelijk maar met een pijnlijke zevenhonderd. Dat lijkt er de oorzaak van te zijn dat hier en daar de meewarigheid alweer van kamp is verwisseld. Zodat het binnenkort toch weer kan gebeuren dat ik Van Reybrouck en de zijnen hartstochtelijk zal verdedigen. Want geëngageerde burgers over wie misprijzend wordt gedaan, of ze nu politicus zijn of niet, ik kan er niet tegen.

beeld karolien vanderstappen

Duizend Gewone Burgers en Granaten


NIEUW

Krijg meer vat op verandering door projectmatig te werken Inclusief cd-rom

De lokale overheden zijn volop in beweging. Veranderingen worden doorgevoerd omwille van nieuwe regelgeving, implementatie van nieuwe ICT-systemen, de verhuizing naar een nieuw administratief centrum, de organisatie van een nieuw cultureel festival, de bouw van een nieuw woonzorgcentrum, stadsvernieuwingsprojecten, verbeterprojecten in het kader van kwaliteitszorg en -management, enz. Projectmatig werken helpt om vat te krijgen op veranderingen. De pocket ‘Projectmatig werken in lokale besturen’ heeft de ambitie om vooral een praktijkboek te zijn, een naslagwerk voor al wie binnen het lokale bestuur betrokken is binnen de projectwerking. Het boek richt zich op alle enthousiaste projectleiders, of je nu ervaren of onervaren bent met projectwerking, projectleider bent van grote of kleine projecten, of je nu voor een kleine gemeente/OCMW of voor een grote stad werkt.

‘Projectmatig werken in lokale besturen’ helpt je de basisprincipes van projectmatig werken ontdekken, het geeft je de nodige inzichten in vaardigheden en technieken. Maar het boek houdt er ook rekening mee dat projectmanagement geen exacte wetenschap is. Dat je er met methoden en technieken niet alleen komt. Projectmatig werken en projecten leiden is in de eerste plaats omgaan met, leiden en motiveren van mensen om samen tot het gewenste resultaat te komen binnen de vooropgestelde tijd en met de vooropgestelde financiële en menselijke middelen.

Professionele vaardigheden

Verschenen in de pocketreeks en in de losbladige uitgave Professionele vaardigheden

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel ....... ex. van Projectmatig werken in lokale besturen (incl. cd-rom) aan e 25 voor VVSG-leden (e 29 voor niet-leden)*, ISBN 9782509010568 ....... ex. van Professionele vaardigheden - Handboek voor leidinggevenden** aan e 109 voor VVSG-leden (e 129 voor niet-leden)*, ISBN 9057180766

Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel. : .................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * Prijzen inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31/03/2012. Check voor exacte prijzen steeds onze website www.politeia.be ** Het betreft een losbladig werk; de bijwerkingen aan 0,55 euro per blz. zullen automatisch toegestuurd worden tot schriftelijke opzegging. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


Meer info op www.trefdag.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.