2011Lokaal13

Page 1

Nr 13 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746

Lokaal

Vroeg geleerd, veilig naar school

Managementteams in volle ontwikkeling

Nieuw leven voor het centrum van Sint-Gillis-Waas

Inburgeren op Vlaams of lokaal niveau?


Public waste PartnershipS: u wint drie keer! U wilt het afvalbeheer in uw gemeente doeltreffend en professioneel aanpakken? Dát verwachten de inwoners van u. De milieuoverheid eist dat u haar wetgeving naleeft. Specialistenwerk dus. U kunt twee dingen doen. Ofwel gaat u in zee met een partner die alle lasten van u overneemt. Ofwel houdt u een deel van het werk in eigen beheer. Twee perfecte oplossingen! Wanneer u kiest voor Indaver en haar Public waste PartnershipS wint u op drie vlakken: ■

■ ■

U krijgt de beste oplossingen voor de verwerking van uw afval, organisatie en verwerkingsinstallaties. U bepaalt in alle vrijheid op welke manier u met ons wilt samenwerken. U bewaart zelf de controle over de opdracht.

Lees meer op onze website of neem contact met ons op voor meer uitleg. info@indaver.be

Tel. +32 15 28 80 24

www.indaver.be www.indaver.com

Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer


inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

14

stefan dewicikere

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44

5 opinie – Pensioenen wegen op lokale budgetten

18

GF

Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke

36

stefan dewicikere

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46

kort lokaal

bestuurskracht 14 Interview – Tineke van Nimwegen Fier de traagste gemeente van Nederland te zijn Samen met de inwoners stelde het gemeentebestuur van Midden-Delfland een toekomstvisie op. ‘We willen de waarden die doorgegeven worden van generatie op generatie behouden. Families hebben hier hun basis. Maar dorpen veranderen, zoals ook mensen veranderen,’ vertelt wethouder Tineke van Nimwegen. 18 Managen en leiding geven in ontwikkeling Secretarissen geven niet meer vanuit een ivoren toren leiding aan gemeente of OCMW. De dagelijkse leiding en toekomstvisie ligt nu in handen van het managementteam. In sommige lokale besturen is het koersaanpassing, in andere een complete verandering. 22 Lokale raad – Hoe combineer je een mandaat en een pensioen? 24 De raad van Wingene – Geen zuchtje wind in de zomeravond

werkveld 26 Nieuw leven voor het centrum van Sint-Gillis-Waas 28 Oostkamp heeft eerste dienst Publieke Ruimte 30 Praktijk in Hamme en Waasmunster – Praktijkgerichte verkeersopvoeding met kleuterfietsen 32 Inburgeren op Vlaams of lokaal niveau? 35 Lokale raad – Blijven de bestaande loonkostenverminderingen behouden bij de fusie van een dienstenchequeonderneming van een PWA met die van een OCMW? 36 Samenwerken in de gezinszorg: nu aan de slag Wat zijn de voordelen en de valkuilen als diensten binnen OCMW’s of tussen OCMW’s gaan samenwerken?

geregeld 41 wetmatig – berichten 46 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 47 column – Johan Ackaert

Op de cover Net zoals veel andere kinderen heeft Ward (7) met de hulp van politie-inspecteur Philip De Wilde leren fietsen. Voor de foto doen ze het nog eens over op het Kaaiplein in Hamme vlak bij de gemeentelijke kleuterschool Ondersteboven.

Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

Lokaal I 1 september 2011 I 3


Werken met managementteams in lokale besturen, organisaties, vzw’s ‘Werken met managementteams’ tweede gewijzigde editie

De pocket ‘Werken met managementteams’ is grondig herwerkt. De vorige editie vertrok vooral van de juridische onderbouw van het Gemeentedecreet; in deze nieuwe versie verruimden de auteurs de grondslag naar elke organisatie die beslist om meer beleidsmatig te werken, ondersteund door een managementteam (MAT). In lokale besturen is het werken met een MAT sinds oktober 2007 verplicht, maar ook allerhande organisaties en vzw’s werken ondertussen met een vergelijkbaar team. Het werken met afsprakennota’s – een van de aspecten uit het Gemeentedecreet – kan bijvoorbeeld perfect toegepast worden binnen de relatie directie-bestuur (Raad van Bestuur) van een vzw-structuur. Deze publicatie biedt een kader voor een degelijke opbouw van een nieuw MAT en zorgt tegelijk voor heel wat nieuwe, door de tijd bewezen inzichten voor de doelmatige werking van een bestaand MAT.

‘Werken met managementteams’ is opgebouwd uit 9 hoofdstukken. Hoofdstuk 1: Het MAT, dé tool van een managementgedreven organisatie Hoofdstuk 2: Zes stappen die een goede oprichting faciliteren Hoofdstuk 3: Teamspirit + management = MAT? Hoofdstuk 4: Wat is een goede manager? Belangrijke leiderschapsstijlen van de leden van het MAT Hoofdstuk 5: Het managen van kracht versus positionering en macht Hoofdstuk 6: Met welk management- en organisatiemodel kan het managementteam de juiste koers aanhouden? Hoofdstuk 7: Zoek naar eenheid en identiteit Hoofdstuk 8: Leer je team denken Hoofdstuk 9: Procesondersteuning en -begeleiding voor leden managementteam

Auteurs: Mieck Vos (directeur Centrum Geestelijke gezondheid Mandel en Leie) en Theo Wijnen (coördinator en stafmedewerker organisatieontwikkeling Team Consulting, VVSG)

Bestel de pocket voor het hele managementteam. Vanaf 5 exemplaren krijgt u 10 % korting

Bestelbon JA, ik bestel

.... ex. van Werken met managementteams*, 2de editie isbn 978-2-509-00996-8, prijs (incl. cd-rom) VVSG-leden Ð 25, niet-leden Ð 29

Speciaal aanbod Werken met managementteams: bij een bestelling vanaf 5 pockets krijgt u 10 % korting.

Organisatie: .........................................................................................................................................

Datum en handtekening:

Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: .................................................................................................................................................. BTW: .................................................................................................................................................... Stuur of fax deze bon naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19 of bestel via www.politeia.be of stuur een e-mail naar info@politeia.be

* Prijzen BTW inbegrepen, geldig tot 31-12-2011, verzendkosten niet inbegrepen. Raadpleeg onze website (www.politeia.be) voor prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


kort lokaal opinie

Pensioenen wegen op lokale budgetten

D

e federale regering (in lopende zaken) heeft in juli een ontwerp van wet goedgekeurd om de financiering van de pensioenen van de lokale ambtenaren duurzaam te garanderen. Dit is ongetwijfeld een dringende aangelegenheid. De deficits van de RSZPPO lopen voor pool 1 en 2 in de honderden miljoenen euro’s (voor het jaar 2012 geraamd op 200 miljoen euro, wat toch het duizelingwekkende bedrag is van 8 miljard Belgische frank!!). De reserves die tijdens de voorbije tien jaar werden opgebouwd, smelten als sneeuw voor de zon. Ingrijpen is absoluut nodig en had al veel eerder moeten gebeuren. Positief is dat er in het wetsontwerp een rechtvaardig evenwicht wordt nagestreefd tussen enerzijds solidariteit onder alle lokale besturen en anderzijds responsabilisering van die besturen die in zeer grote mate gebruik maken van deze solidariteit. Voor alle besturen (ook de politiezones) zullen de jaarlijkse bijdragevoeten stijgen: tot 41,5% in 2016 (nu: pool 1 32%; Waarom heeft de federale pool 2 40%). Een 500-tal Belgische lokale overheid extra geld voor alle besturen zullen daar bovenop een per bepensioenen behalve die van de stuur individueel vastgestelde responsabilokale medewerkers? liseringsbijdrage aangerekend krijgen. Het nieuwe stelsel zal de lokale besturen dus veel geld kosten. Het treedt in voege per 1 januari 2012. Het is een belangrijke stap om de betaling van de meer dan 80.000 pensioenen van de vastbenoemde ambtenaren te blijven garanderen. Tegelijkertijd bepaalt het wetsontwerp ook dat de kostprijs van laattijdige vaste benoemingen van contractuele medewerkers gefactureerd zal worden aan het lokale bestuur. Toch is dit alles nog niet voldoende. Er moeten nog drie elementen worden bekeken. Vooreerst blijft de vraag waarom de federale overheid (via de sociale zekerheid) wel extra geld uit de algemene overheidsmiddelen heeft voor alle andere (overheids- en privÊ-)pensioenen en niet voor de lokale sector. De lokale sector financiert als enige overheidsniveau zijn pensioenen voor 100% zelf! Ten tweede zal ook langer werken in de lokale overheidssector nodig zijn om de pensioenlast betaalbaar te houden. Er zijn stimuli nodig om medewerkers te laten werken tot 65 jaar. Ten derde moeten de pensioenen zelf en vooral de groei ervan binnen redelijke perken blijven. De berekeningsmethode, de meerekenbare jaren, de perekwatie en andere elementen kunnen aangepast worden zodat de betrokken ambtenaren een redelijk pensioen ontvangen dat betaalbaar blijft voor de werkgevers.

Mark Suykens is directeur van de VVSG

Lokaal I 1 september 2011 I 5


kort lokaal nieuws

Crisis voelbaar in gemeentebelastingen

De gemeenten ondervinden de gevolgen van de crisis met vertraging. Het aanslagjaar 2010 (waarvoor de afrekeningen gebeurden van augustus 2010 tot en met juni 2011) is immers gebaseerd op inkomens verdiend in 2009. De APB-inkohieringen voor aanslagjaar 2010 bedragen voor de Vlaamse gemeenten 1633,4 miljoen euro. Een jaar eerder stond de teller eind juni op 1641,5 miljoen euro. De daling bedraagt dus 0,5%. Dat is vrij opmerkelijk, aangezien de gewogen gemiddelde APB-aanslagvoet steeg van 7,22 naar 7,23%. Dat betekent dat de belastingontvangsten waarop de APB wordt berekend zelfs met bijna 0,9% afnamen. Een dergelijke daling hebben we de voorbije jaren nooit gezien. De economische achteruitgang in 2009 was dus echt wel uitzonderlijk. Het is vrijwel onmogelijk om de cijfers per aanslagjaar te vertalen naar gegevens per gemeentelijk begrotingsjaar. Gemeenten krijgen hun inkomsten immers telkens drie maanden na de vestiging van de aanslagen. Wat op één jaar binnenkomt wordt dus niet alleen beïnvloed door de bedragen van een bepaald aanslagjaar, maar ook door het ritme van de inkohieringen door de FOD Financiën. De voorbije jaren kwamen die afrekeningen telkens vroeger op gang, waardoor de APB ook eerder (en dus soms in een voorafgaand begrotingsjaar) in de gemeentekas belandde. Uit de eerste gegevens voor aanslagjaar 2011 die de FOD Financiën in augustus

stefan dewickere

Het aanslagjaar 2010 brengt minder aanvullende personenbelasting (APB) op dan 2009. Dat blijkt uit de inkohieringen tot eind juni 2011 door de FOD financiën. Daarmee bereikt de economische crisis, die vooral in 2009 toesloeg, nu ook de gemeentekas.

Structureel moeten gemeenten rekening houden met een daling van de aanvullende personenbelasting.

verspreidde, blijkt er ook dit jaar weer een versnelling in te zitten. Structureel zullen gemeenten echter rekening moeten houden met een daling van de APB, al is die wellicht maar tijdelijk want in 2010 en de eerste helft van 2011 beleefden we een economische herleving. De vraag is alleen in hoeverre de huidige schuldencrisis weer roet in het eten gooit. jan leroy

Wie de evolutie van de APB-inkohieringen voor de Vlaamse gemeenten maand na maand wil opvolgen, kan terecht op www.vvsg.be, knop werking en organisatie, financiën, aanvullende belastingen, cumulatieve inkohieringen APB

Week van de Mobiliteit Van 16 tot 22 september is Europa in de ban van de European Mobilityweek met als thema efficiënt omgaan met energie. De Aardig-op-weg-week is omgedoopt tot de Week van de Mobiliteit en staat garant voor een waaier aan wervelende acties en autoluwe initiatieven. De Vlaamse mobiliteitsverenigingen lanceren een campagne voor duurzame mobiliteit en bewust autogebruik. Laat je auto thuis, geniet van de voordelen is een warme oproep aan iedereen om de auto op stal te laten. www.weekvandemobiliteit.be voor gratis campagnefolders, affiches, ballonnen, redactionele artikels, foto’s en webbanners

Tot 16 september: Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken (VLABEST) zoekt onafhankelijke deskundige leden Omdat de eerste termijn van de mandaten verstrijkt, zoekt de Vlaamse regering kandidaten voor het mandaat van onafhankelijk deskundig lid van de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken. bram.opsomer@bz.vlaanderen.be, 02 553 40 15, www.vlaanderen.be/vlabest

6 I 1 september 2011 I Lokaal


print & web

Lokaal spijbelbeleid: VVSG presenteert onderzoeksrapport Spijbelen is een overtreding van de wet op de leerplicht, maar toch is het vooral zorgwekkend als indicator van schools falen en ongekwalificeerde uitstroom, en dus van kansenongelijkheid. Een duurzame aanpak werkt op beide sporen tegelijk maar vraagt inzet en middelen. Zo blijkt uit het rapport onderzoek lokaal spijbelbeleid van de VVSG. De VVSG peilde onlangs bij de lokale besturen en bij de politiezones naar hun aanpak van de spijbelproblematiek. Het doel was een beeld te krijgen van de mate van invoering van Art. 15 van het Decreet Lokaal Flankerend Onderwijsbeleid (Inforumnummer 224301), dat de lokale besturen vraagt om medewerking bij het aanpakken van spijbelgedrag. De bevraging peilde naar de verzuimproblematiek in het algemeen, naar de spijbelgegevens waar de lokale besturen en de politie al dan niet over beschikken, en naar het spijbelbeleid van lokaal bestuur en politiezone. 153 steden en gemeenten (50%) en 46 politiezones in Vlaanderen (39%) namen deel. Met hun respons kreeg de VVSG de nodige informatie voor een eerste evaluatie van het lokaal spijbelbeleid.

Aanspreekpunt In iets meer dan de helft van de gemeente is er een vast aanspreekpunt voor leerplichtcontrole, wat naast een detectiesysteem de eerste actie moet zijn om het spijbelen aan te pakken. Dank zij de rondzendbrief PLP41 is er in zowat elke politiezone een aanspreekpunt voor de

scholen. Ook afsprakennota’s over veiligheid, agressie en overlast, steamen en wangedrag en spijbelen zagen het licht. Maar mandatarissen, gemeenten en zelfs scholen zijn daar niet altijd van op de hoogte. Toch blijft een antipestbeleid vooral een zaak van individuele scholen. Maar hoort dit niet bij het gemeentelijke preventiebeleid?

Beleidscontinuüm Acties passen bij voorkeur in een beleidscontinuüm met sensibilisering, preventie, actie en sanctie. Onder meer Antwerpen en Turnhout stelden in nauwe samenwerking met politie en parket een inspirerend actieplan op met vooral veel hulpverlening en herstel, maar ook met sancties. Dan is er ook nog het pedagogische beleid van de scholen zelf. Ondersteunend werken met leraren en klasgroepen, een respectvol en open schoolklimaat, een uitnodigende in plaats van een repressieve opstelling, herstelgericht werken, … vragen inzet maar zijn effectief. marleen devry

www.vvsg.be, knop onderwijs

3,3 Iedere zwaar zorgbehoevende kan een beroep doen op de Vlaamse zorgverzekering. Met het uitgekeerde bedrag kunnen niet-medische kosten vergoed worden. Er zijn 206.149 rechthebbenden (2010). Dat is 3,3% van alle Vlamingen. Het dichtst bij dit Vlaamse gemiddelde liggen Niel en Meeuwen-Gruitrode. Een aandeel dat dubbel zo hoog is vinden we in Herstappe en Horebeke, de twee kleinste gemeenten van Vlaanderen. Een aandeel dat slechts de helft zo groot is als het Vlaamse gemiddelde treffen we in de faciliteitengemeenten Tervuren, Kraainem, Wezembeek-Oppem en Sint-Genesius-Rode. www.lokalestatistieken.be

Voorbeeldenboek Aanpak sluipverkeer op plattelandswegen Plattelandswegen worden vaak oneigenlijk of op een ongewenste manier gebruikt. Dat veroorzaakt verkeersonveiligheid en extra schade ten laste van de gemeente. Daarom lanceert het Interbestuurlijk plattelandsoverleg (IPO) het voorbeeldenboek Aanpak sluipverkeer op plattelandswegen. Plattelandswegen (lokale wegen type 3) bieden landbouwers toegang naar hun bedrijf of gronden, bieden bewoners de mogelijkheid zich te verplaatsen van en naar het dorp en laten recreanten per fiets of te voet genieten van de open ruimte. Doordat auto- en vrachtwagenbestuurders de plattelandswegen gebruiken als sneller alternatief voor de grotere verkeersaders, ontstaat er sluipverkeer. Dit brengt een extra belasting van het wegennet met zich mee, veroorzaakt verkeersonveilige situaties en hogere kosten voor de gemeente. In het voorbeeldenboek Aanpak sluipverkeer: naar een eigenlijk gebruik van plattelandswegen komen goede praktijken aan bod om dat oneigenlijk gebruik te voorkomen en aan te pakken. De publicatie toont overheden en administraties bruikbare voorbeelden zoals het plaatsen van tractorsluizen, de omvorming naar tweesporenwegen, de opmaak van functietoekenningsplannen en het plaatsen van verkeersborden. De publicatie is het werk van de thema-groep Oneigenlijk gebruik van plattelandswegen binnen het IPO. Omdat het IPO ook na de verspreiding van deze publicatie de bestaande voorbeelden wenst te actualiseren en nieuwe wenst toe te voegen, kunt u al uw vragen en informatie bezorgen aan mobiliteit@vlm.be. Liesbet Belmans www.vvsg.be, knop platteland

Lokaal I 1 september 2011 I 7


kort lokaal nieuws

2

3

4

5

6

OOK IN JE POLITIEZONE WORDT HIEROP SCHERP TOEGEZIEN !

7

Arro Ieper

8

GFs

V.U.: Luc Deryckere – Korpschef PZ Arro Ieper

1

Laureaten Belgische prijs voor Veiligheid en Criminaliteitspreventie 2011 Anderlecht wint met zijn FEFA-project de zeventiende editie van de Belgische prijs voor Veiligheid en Criminaliteitspreventie. Het jeugdpreventiewerk van de preventiedienst Brugge en het project De Uitdaging van Genk delen de tweede plaats. Naast de fel begeerde titel en publiciteit ontvangen de laureaten een geldprijs. De winnaar ontvangt 5000 euro, de laureaten van de tweede en de derde prijs krijgen elk 2500 euro. De winnaar van de Belgische Prijs neemt automatisch deel aan de European Crime Prevention Award. De Belgische en Europese Prijs zijn jaarlijks aan een thema verbonden. De editie 2011 stond in het teken van sport, wetenschap en kunst in de preventie van criminaliteit bij kinderen en jongeren. Van de twintig inzendingen, sleepte het Brusselse project FEFA van de preventiedienst van Anderlecht de eerste prijs in de wacht omwille van de combinatie van sport en school die risicojongeren toekomstmogelijkheden biedt. Jongens uit de Anderlechtse wijk Kuregem krijgen de kans om in het paars-witte truitje van RSC Anderlecht aan een voetbalcompetitie deel te nemen. De voorwaarde is dat ze hun best doen op school. FEFA helpt hen daarbij door huiswerkbegeleiding

8 I 1 september 2011 I Lokaal

te organiseren. De jongeren leren een hoop vaardigheden zoals omgaan met autoriteit, functioneren binnen een structuur en teamgeest en ze behalen een diploma. Vijf van de negen Vlaamse projecten die deelgenomen hebben aan de criminaliteitsprijs, zijn afkomstig van een lokaal bestuur, drie initiatieven van politiezones, en één project staat op naam van de openbare vervoersmaatschappij De Lijn. Brugge: Jeugdpreventiewerk (1) De jeugdpreventiewerkers van de stad Brugge zijn dagelijks op pad om contacten te onderhouden met maatschappelijk kwetsbare jongeren. Hun intense aanwezigheid en contacten hebben een preventieve impact. Maar er is ook een doorverwijzing naar de laagdrempelige jongerenwerking van ’t Salon. Hier werken jongeren via sport, spel en ontmoeting aan zichzelf. De combinatie maakt dit project aantrekkelijk en efficiënt en bereikte inmiddels al honderden jongeren. Genk: De Uitdaging (2) Met preventief beleid wil De Uitdaging de maatschappelijke weerbaarheid van jongeren tussen acht en vijftien jaar met sociaalemotioneel probleemgedrag verhogen. Via

groeps-trajecten werkt de vzw aan hun vaardigheden. Voor scholen, de vrijetijdssector, de hulpverlening en de ouders biedt De Uitdaging in samenwerking met de Opvoedingswinkel pedagogische trajecten, informatie en ondersteuning. Met een boksproject versterkt De Uitdaging de sociale vaardigheden van de jongeren. Beringen: Jongeren Koest!-eren hun plek in de wijk (3) Vanuit een integrale kijk op wijkbeleving geeft dit project jongeren een plaats in de wijk waar ze wonen. De jongeren bouwden zelf een ontmoetingsplek met een tafelvoetbalspel, twee zitbanken en een hangplek van graffitipanelen van eigen hand. Deze hangplek is een sociaal experiment: ze verplicht jongeren in dialoog te treden met de andere buurtbewoners. Met sportieve en artistieke activiteiten werkt het straathoekwerk aan zelfvertrouwen, zelfen maatschappijbeeld en respect. Mechelen: G-Stop G-Stop wil jongeren inzicht geven in en doen nadenken over geweldfenomenen. Het laat jongeren stilstaan bij hun eigen gedrag of dat van hun leeftijdsgenoten. Via workshops en toneelstukken leren jonge-


print & web ren hoe ze op een assertieve manier kunnen omgaan met geweld en agressie. Via onderwijs en vrije tijd proberen ze met sensibiliserende communicatie de boodschap ‘geweld slaat op niets’ over te brengen naar jongeren. Sint-Truiden: Art Station (4) In het kader van het project ‘Sint-Truiden, veiligste station van Vlaanderen’ kregen vijf graffitikunstenaars en een kunstschilder de opdracht de muren van de stationsbuurt op te fleuren. Het werden zes kleurrijke en kunstzinnige panelen met als thema ‘De trein in de toekomst’. Sinds de installatie van de kunstwerken zijn geen illegale graffiti meer aangetroffen in de stationsomgeving. Ook pendelaars, handelaars en buurtbewoners vinden de stationsomgeving mooi en verzorgd. Politiezone Antwerpen: Tweesprong (5) Tweesprong is een proactief project voor de leerlingen van het tweede jaar secundair onderwijs en een vervolgtraject op het schooladoptieplan. Tweesprong werkt rond het maken van eigen (studie-)keuzes en verantwoorde vrijetijdsbesteding. Het omgaan met waarden en normen is dikwijls een eigen keuze en elk gedrag heeft zijn consequenties. Alle vormen van deviant gedrag komen aan bod. Leerlingen en leerkrachten doorlopen een gedeeltelijk gescheiden traject tijdens een actieve opdrachtendag. Er wordt ook gewerkt aan de beeldvorming over politie bij deze jongeren. Politiezone Gent: Kids’ Guernica (6) Politie Gent zette dit jaar haar schouders onder het project Kids’ Guernica. Zowel lagereschoolkinderen uit het Centrum voor Jonge Kunsten (CJK) als een aantal leerlingen uit het IVV Sint-Vincentius te Gent schilderden elk een enorme vredestekening waarin ‘antige-

weld’ centraal staat naast de vraag: ‘Wat kan de politie doen om geweld te voorkomen?’ Hierdoor kwam een dialoog op gang tussen politie en jongeren, die leerden nadenken over alle vormen van geweld waarmee ze ook in hun leefwereld geconfronteerd worden. Politiezone Arro Ieper: -16 geen alcohol (7) De politiezone informeert en sensibiliseert jongeren over alcohol en geeft een eerste aanzet tot een geïntegreerd zonaal fuifbeleid voor de tien gemeenten van de politiezone. Het preventief-sensibiliserende luik omvat een affiche- en foldercampagne en een uitgewerkte preventiestand met Fantmobiel op het festival Dranouter. Het curatief-repressieve luik omvat de controleacties van nachtwinkels, fuiven en Festival Dranouter. De Lijn: Trammelant (8) Belletje trek, kabaal maken of gewoon doelloos rondhangen. Dergelijk probleemgedrag probeert De Lijn een halt toe te roepen. Met het scholenproject Trammelant ondervinden scholieren zelf hoe vervelend het is. Door met hun jeugdige reizigers in gesprek te gaan krijgen dezen meer besef van de waarde van bussen en trams. Deze specifieke handelwijze bevordert het wederzijdse respect tussen chauffeurs en scholieren, en bij uitbreiding ook de sfeer op het openbaar vervoer. nadja desmet en inge ruiters

Vanaf maart 2012 roept de FOD Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie haar volgende oproep bekend via haar nieuwsbrief Prevue, in de VVSG-week en op www.besafe.be. Alle deelnemende projecten worden voorgesteld op een preventiemarkt en krijgen media-aandacht ter inspiratie voor collega’s in binnen- en buitenland.

Tot 26 september Projecten Buiten Gewone Buurt 2011 De Koning Boudewijnstichting ondersteunt bewoners die een concreet project willen realiseren voor hun buurt, wijk of dorp. Ook verenigingen en organisaties kunnen meedoen, bijvoorbeeld in partnerschap met de gemeente of het OCMW. De nadruk ligt op de participatie van bewoners. Belangrijke aspecten zijn solidariteit, uitwisseling tussen diverse groepen bewoners, bescherming van de leefomgeving en (her)aanleg van de publieke ruimte. www.kbs-frb.be

Nieuwe portaalsite bestuurszaken De vernieuwde portaalsite www.bestuurszaken.be biedt geïntegreerde informatie over de werking van de Vlaamse overheid betreffende bestuurlijke thema’s zoals personeel en organisatieontwikkeling, vastgoed en facilitair management, ICT en e-government, overheidsopdrachten en wetsmatiging. U vindt er ook bevattelijke cijfergegevens over demografie, diversiteit enzovoort. De portaalsite moet mettertijd uitgroeien tot een platform waar de Vlaamse overheid haar kennis deelt met de verschillende interne en externe doelgroepen. www.bestuurszaken.be

Fiscaliteit en milieu De fiscale regelgeving vergroent niet alleen steeds meer, fiscale instrumenten worden ook veelvuldig worden gebruikt in het milieubeleid. De voorbeelden zijn legio: de federale ecotaksen, de Vlaamse milieuheffingen voor afval, verpakkingen en waterverontreiniging of de Vlaamse leegstandsheffingen voor bedrijfsruimten. Vrij recent zijn daar nog diverse energieheffingen en -bijdragen aan toegevoegd. Daarnaast voorziet het Wetboek van de inkomstenbelastingen in verscheidene aftrekmogelijkheden met betrekking tot milieu- en energieinvesteringen. Dit boek maakt een status quaestionis op van de ontwikkelingen inzake milieufiscaliteit en biedt vakkundige duiding bij de groeiende relatie tussen fiscaliteit en milieu. Welke impact heeft dit bijvoorbeeld op uw onderneming of uw lokale overheid? C. Vanderkerken, B. Vanheusden (eds.), Fiscaliteit en milieu. Status quaestionis inzake milieu-, energie-, en leegstandsheffingen. Uitgeverij Larcier, Gent, 70,20 i.p.v. 78 euro. T 09-269 97 96 Herman.verleyen@larcier.be,

Lokaal I 1 september 2011 I 9


kort lokaal nieuws

GF

Dementievriendelijk Herenthout

De leerlingen van de academie ontwierpen onder meer bierviltjes.

Op 19 september start Herenthout met zijn project Dementievriendelijk Herenthout. Een informatiecampagne bij de middenstand maakt burgers bewust van het feit dat ze in de toekomst steeds meer in contact komen met dementie. Met dit project wil Herenthout dementie uit de taboesfeer halen en bespreekbaar maken. Zo worden mensen over dit thema op een luchtige manier geĂŻnformeerd op plaatsen waar ze geregeld komen zoals de bakker, de winkel en de kapper. Leer-

lingen van de tekenacademie Atelier Matsijs maakten tekeningen over dementie. Die werden samen met tips over omgaan met mensen met dementie op broodzakken, placemats en bierviltjes gedrukt. De middenstand van Herenthout verspreidt het promotiemateriaal. Met de film Verdwaald in het Geheugenpaleis introduceert Herenthout het project aan de middenstand en de burgers. Aan het einde van de campagne, eind 2011, kunnen middenstanders met een sticker aan de ingang van de zaak zichtbaar maken dat zij hun zaak openstellen voor mensen met dementie. Het project Dementievriendelijk Herenthout krijgt de steun van de Nationale Loterij en de Koning Boudewijnstichting. els thijs

Leer gezond wonen in demowoning In navolging van Kruibeke en Sint-Niklaas richt ook Beveren een demowoning voor gezond wonen in. De Gewestelijke Maatschappij voor Huisvesting stelt hiervoor van 15 september tot en met 28 oktober een woning ter beschikking aan de Wilhelmietenlaan 12 in Beveren. Met levensechte voorbeelden illustreert de demowoning tips voor gezond wonen. Het gaat onder meer om verluchten en ventileren, het correcte gebruik van gevaarlijke producten, valpreventie voor senioren, diefstalpreventie en brand- en rookgevaar. GF

inge ruiters

Inschrijven voor een groepsrondleiding door opgeleide vrijwilligers kan bij de sociale dienst via T 03-750 16 72 of socialezaken@beveren.be.

Een voorbeeld van een goed-fout-poster. Een blauwe vlam betekent dat er voldoende zuurstof in de omgeving is.

Tot 30 september Projectoproep minderjarige nieuwkomers en vrije tijd Met de projectoproep Minderjarige nieuwkomers en vrije tijd wil Vlaanderen met steun van het Europese Integratiefonds de participatie van minderjarige nieuwkomers aan vrijetijdsinitiatieven verhogen zodat ze gemakkelijker integreren. Zowel gemeenten en OCMW’s als intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid kunnen een projectvoorstel indienen. Projecten kunnen bestaan uit experimentele acties om jonge nieuwkomers deel te laten nemen aan het lokale vrijetijdsaanbod, of om het aanbod voor hen toegankelijk te maken. www.sociaalcultureel.be of www.inburgering.be

10 I 1 september 2011 I Lokaal


print & web

Tot 30 september Armoedeprojecten Het Armoedefonds ondersteunt projecten die de armoede in al haar facetten en op vele domeinen in België bestrijden. Projecten die aansluiten op een lokale dynamiek van solidariteit en dialoog met mensen in armoede, komen in aanmerking. Een geselecteerd project ontvangt maximaal 12.500 euro. www.kbs-frb.be

OCMW Maldegem beloond als aantrekkelijke werkgever Op het vijfjaarlijks Nationaal Congres van ACV Openbare Diensten viel het OCMW van Maldegem met het WZC Warmhof in de prijzen voor zijn vormings- en opleidingsbeleid.

Binnen een goed uitgewerkt personeelsbeleid doet het OCMW grote inspanningen voor vorming en opleiding. De personeelsleden van het woonzorgcentrum Warmhof hebben zelf inspraak: ze kunnen aangeven wat ze missen. Daar wordt dan een passende opleiding voor gezocht. Uit onderzoek blijkt deze inspraak een cruciale factor voor de werktevredenheid en het arbeidswelzijn. Inspraak in het vormingsbeleid kan onder autonomie van de medewerkers gerekend worden. Opmerkelijk is dat vakbondsafgevaardigde Myriam Veerman van WZC Warmhof haar werkgever nomineerde. Ze beschouwde dit als een kans om als klein OCMW ook eens in het licht te staan: ‘Dit VTO-beleid laat me meetellen als medewerker. Omdat ik mijn voorkeur voor vormingen mag opgeven en omdat daar rekening mee wordt gehouden, weet ik dat ik naar waarde word geschat.’ Het blijft niet bij de opleiding alleen. Met de verworven kennis wordt in het woonzorgcentrum voortgewerkt. Tijdens interne vormingsmomenten en teamoverleg wordt de kennis doorgegeven aan de collega’s. Hierdoor werden al werkvoorschriften en werkplanningen aangepast.

Brochure: een maatschappelijk veiligheidsnetwerk bij dementie Politiezone Hekla bouwt al vijf jaar aan een maatschappelijk veiligheidsnetwerk bij vermissing van mensen met dementie. Samen met de zorgverleners werkten zij een protocol uit over ‘wat te doen bij vermissing van personen met dementie’. De ervaringen van alle betrokkenen werden samen met het protocol zelf gebundeld in de publicatie Als het dan toch misgaat, die u kunt downloaden via www.hekla.be. Intussen zijn al een tiental andere politiezones met dit protocol beginnen werken. Ze kunnen daarbij rekenen op de ondersteuning van het Expertisecentrum Dementie. www.hekla.be/zdiensten/vermissing; voor andere recente publicaties en contactgegevens, zie www.dementie.be

Door het vormingsaanbod van de laatste jaren mogen een aantal personeelsleden zich ondertussen specialisten noemen op een bepaald terrein. Zij omringen zich met een werkgroep van bereidwillige collega’s, samengesteld uit verschillende teams. Er zijn in WZC Warmhof verschillende werkgroepen actief: hef-en-tilbeleid, voedingscommissie, wondzorg of valpreventie. De werkgroep ecoteam probeert het afval te verminderen. De leden volgen extra vorming over dit thema, maken het beleid mee en spelen de kennis door aan de andere collega’s. Deze handelwijze komt niet alleen het personeel, maar zeker ook de residenten van het woonzorgcentrum ten goede. De werkgroep valpreventie houdt bijvoorbeeld mee in de gaten dat elke bewoner goede en stevige schoenen draagt. Goed schoeisel vermindert immers het risico op vallen. In 2010 werden in WZC Warmhof twee keer meer vormingsuren toegekend dan het aantal dat volgens de verschillende regelgevingen nodig is. Deze investering werpt zijn vruchten af. De werkgroep rughygiëne bijvoorbeeld zorgt er met zijn preventiecampagnes voor dat het absenteïsme daalt.

Dorp met toekomst

veerle baert

www.dorpmettoekomst.be

Drie edities van de Vlaamse prijs ‘Dorp met toekomst’ resulteerden in 304 inschrijvingen, 88 gerealiseerde projecten in dorpen met minder dan 10.000 inwoners en meer dan 5000 vrijwilligers die heel wat van hun tijd gebruikten om samen te werken aan een leefbaarder dorp. Deze en andere cijfers, de verhalen achter en een overzicht van alle projecten werden verzameld in een publicatie. Een inspiratiebron om aan de slag te gaan in uw dorp! U kunt de publicatie downloaden of bijbestellen via onderstaande site.

Lokaal I 1 september 2011 I 11


kort lokaal perspiraat

“De broeihaarden van stedelijke riots zijn altijd en overal dezelfde. Het gaat om buurten waar alle sociale problemen accumuleren: veel jonge en langdurig werklozen, een laagopgeleide bevolking, slechte omstandigheden om te leven en te wonen. Dat geldt zowel voor Liverpool en Londen als voor Kuregem en Borgerhout.” Criminoloog Lieven Pauwels (UGent) – De Morgen 10/8 “De stad, voor mij is dat leven op de frontlinie van de samenleving. De plaats waar al het lelijkste en het mooiste van de mens samenkomt. Een plek ook van constante vernieuwing. (…) Vernieuwing en migratie zijn de essentie van een stad, zonder zou het een dorp zijn.” Ex-politicus Sven Gatz – De Tijd 6/8 “Ik ben voor een fusie tussen de zeven distributienetbeheerders. Het is totaal uit de tijd dat de bewoners van gemeente X een andere energierekening krijgen dan die van gemeente Y. (…) We moeten ons ook afvragen of het überhaupt de taak is van de gemeenten om Eandis te besturen.” Eandistopman en Gents OCMW-voorzitter Geert Versnick (Open Vld) – De Morgen 6/8 “Putten in gewestwegen worden het hele jaar door gevuld, maar we moeten dat ook in andere gemeenten doen. Ik begrijp dat de stad deze problemen snel wil aanpakken. Hoe dichter je bij de burger staat, hoe dringender het probleem wordt. Maar wij bekijken deze zaak iets globaler.” Erika Decorte van het Agentschap Wegen en Verkeer over het initiatief van Mechelen om zelf putten in gewestwegen te dichten en de rekening daarvoor naar het Agentschap te sturen – Gazet Van Antwerpen 11/8

12 I 1 september 2011 I Lokaal

Vlaams winkelbeleid: ruim 1,9 miljoen euro voor projecten kernversterking In het kader van de tweede oproep Actieplan Ondernemingsvriendelijke gemeente, reikt de Vlaamse regering bijna twee miljoen euro uit aan negen projecten die een bijdrage willen leveren aan kernversterkend winkelbeleid.

Om een kernversterkend winkelbeleid uit te werken is het voor een lokaal bestuur noodzakelijk om te weten wat de verschillende partijen verwachten.

Daniel geeraerts

“Vandaag woont zestig procent van de Europese bevolking in stadsgebieden. Stedelijkheid betekent ook altijd vermenging, migratie. Tegelijk spat de wereld razendsnel open met de globalisering. Democratisch Europa moet duidelijker zijn: de vermenging door verstedelijking en globalisering zal niet teruggedraaid worden. Leer dus alle burgers omgaan met verschillen.” Rik Pinxten, professor culturele antropologie (UGent) – De Morgen 8/8

De Vlaamse overheid voert volop de principes uit van de startnota Winkelen in Vlaanderen (zie p. 43). Daarvoor neemt ze ruimtelijk-economische maatregelen maar ook flankerende maatregelen. Zo wil ze onder meer de steden en gemeenten bijkomende mogelijkheden bieden om een lokaal kernversterkend winkelbeleid te voeren. Na de recente oproep en steun van 5,8 miljoen euro voor de (gevel)renovatie van zo’n 800 winkelpanden in 42 gemeenten, wordt nog eensbijna 2 miljoen euro steun toegekend. Deze keer werden vier prioriteiten naar voren geschoven: mobiliteit en toegankelijkheid van het kernwinkelgebied, financieringsmodellen voor een kernversterkend winkelbeleid, de verdieping van vernieuwende ideeën uit commercieelstrategische plannen en het nieuwe winkelen door invloed van e-shoppen en sociale media. Van de veertien ingediende projecten werden er negen gehonoreerd. Gent krijgt 100.000 euro voor sfeergebieden in centrum Gent – extra kansen voor speciaalzaken en unieke winkels, Stebo krijgt 274.434 euro voor Buzz en Business, Mol 154.479 euro voor Cadeaubonautomaten en E-shop, het Kortrijks Ondernemerscentrum 280.000 euro voor WinkelWeb West-Vlaanderen, de VVSG 126.800 euro voor

Geïnspireerd winkelbeleid in dialoog, VOKAKamer van Koophandel Antwerpen-Waasland 290.500 euro voor Innovatieve Retail II, Turnhout 301.000 euro voor de Startersacademie – Winkelincubatoren, Hasselt 311.000 euro voor CityDepot, duurzame stedelijke distributie, Unizo Vorming 136.500 euro voor het project Bereikbaarheid als troef van het kernwinkelgebied. Met het project Geïnspireerd winkelbeleid in dialoog wil de VVSG de mogelijkheid creëren in dialoog te treden met een aantal belangrijke economische actoren zoals projectontwikkelaars of retailers. Voor een gemeente is het niet eenvoudig om deze dialoog te organiseren. Toch is het noodzakelijk om als lokaal bestuur goed te weten wat de verschillende marktpartijen verwachten van het gemeentelijke beleid en met welke economische en andere wetmatigheden deze spelers geconfronteerd worden. Zonder dit inzicht en de bijhorende affiniteit dreigen initiatieven onvoldoende afgestemd te zijn op de behoeften of mogelijkheden van deze marktspelers, en kan een beleid ineffectief of zelfs contraproductief zijn. Op geaggregeerd niveau kan deze dialoog wel georganiseerd worden, op een wijze die haalbaar is voor zowel lokale besturen als de marktpartijen (en bij uitbreiding intermediaire organisaties of ondernemingsverenigingen). Deze dialoog moet het inzicht in elkaars beleid en logica vergroten en tot meer concrete vormen van samenwerking leiden. Hiervoor richten we een platform op, naar analogie met het Nederlandse Platform Binnenstadsmanagement. Daarnaast biedt dit platform lokale uitvoerders en beleidsmakers ook de kans met elkaar van gedachten te wisselen over kernversterkend winkelbeleid in al zijn facetten: visie, strategieën, organisatiestructuur en financiering, operationalisering en monitoring. bart palmaers

Het actieplan Ondernemingsvriendelijke Gemeente en de goedgekeurde projecten: machteld.dedobbeleer@agentschapondernemen.be


nieuws

Jongeren één dag aan de slag bij de stad voor Zuiddag Donderdag 20 oktober staat in het teken van de campagne Work for Change van Zuiddag. 10.000 scholieren uit Vlaanderen en Brussel werken dan één dag in plaats van naar school te gaan. Ze ontvangen daarvoor van hun werkgever een vergoeding van 40 euro. Dit bedrag staan ze af aan leeftijdgenoten uit Tanzania. Gemeenten, steden, bedrijven en instellingen uit heel Vlaanderen bieden werk aan op de onlinejobbank van Zuiddag. Zo kwam in 2010 het volledige schepencollege inclusief de burgemeester van de stad Aalst voor één dag in handen van de jeugd. In verschillende andere steden en gemeenten werden tientallen banen vrijgemaakt op de groendienst, de cultuurdienst, de jeugddienst. Voor steden, gemeenten en bedrijven is het een geknipte manier om in contact te komen met de lokale jeugd, toekomstige werknemers en scholen in de buurt. De Zuiddag en de deelnemende jongeren zijn nog op zoek naar 10.000 werkplekken voor één dag. Maakt uw stad ook jobs vrij voor Zuiddag 2011? Post dan uw werkaanbieding op de jobbank via www.zuiddag.be. lore tanghe

www.zuiddag.be, hannelore@zuiddag.be, T 0474-03 92 56

Tot 15 oktober Projecten voor duurzaam woon-werkverkeer Het Pendelfonds subsidieert projecten die het aantal autoverplaatsingen voor woon-werkverkeer verminderen. Projecten die in aanmerking komen zijn onder meer het inleggen van een pendeldienst naar nabijgelegen openbaar vervoer, het ter beschikking stellen van bedrijfsfietsen of investeren in nieuwe infrastructuur zoals fietsenstallingen en douches voor de werknemers. Het bedrag van de subsidie bedraagt maximaal 50 procent van de projectkosten.

In juli gingen Jana De Poorter (16), Nele Van Snick (17) en Nele Schockaert (18) en ook de nieuwe campagneleidster van Zuiddag de Tanzaniaanse jongeren bezoeken.

GF Zuiddag

www.pendelfonds.be

nix

Lokaal I 1 september 2011 I 13


bestuurskracht interview Tineke van Nimwegen

Fier de traagste gemeente van Nederland te zijn Vitale dorpen die kiezen voor Behoud door ontwikkeling, daartoe is de Nederlandse gemeente Midden-Delfland gekomen nadat het bestuur een visie heeft ontwikkeld met de inwoners zelf. Samen met haar collega-wethouders voert Tineke van Nimwegen nu die visie uit aan de hand van vijf speerpunten. Ze staan beschreven in een klein boekje dat bij iedereen in het gemeentehuis op het bureau ligt: ‘Zo houden we elkaar scherp.’ tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

O Het filmpje met Tineke van Nimwegen vindt u op www.vvsg.be.

p een stormachtige julidag verlaten we boven Rotterdam de snelweg en we rijden de polders in. Over gladde asfaltweggetjes rijden we langs groene velden met grazende koeien en sloten vol kroos naar Midden-Delfland. Dit gebied tussen Rotterdam, Den Haag, Delft en Schiedam werd in de jaren zestig door het Nederlandse Rijk aangeduid als groene bufferzone. Om het open gebied te bewaren en de verstedelijking tegen te houden werden met middelen van de Reconstructiewet van 1977 de randen van het land rondom de polders opnieuw ingericht als recreatiegebieden met mooie plassen en bossen. Ideaal voor natuurbeleving, fietsen en wandelen. In 2008 liep die reconstructieperiode af. ‘Het gebied moest dus zelf aan de slag,’ zegt wethouder Tineke van Nimwegen die ons voor haar enthousiaste verhaal ontvangt in een jaren zeventig-gemeentehuis terwijl aan de andere kant van het dorp Schipluiden een nieuw en compleet duurzaam gemeentehuis in de steigers staat.

Onderweg zagen we inderdaad veel groen. ‘Het gras en de koe in de wei, dat is de typering van deze gemeente, van dit mooie buitengebied dat zeer toegankelijk is voor de stedeling. Als jonge gemeente waar ik de kans kreeg wethouder te worden, hadden we toen ook de behoefte om een visie uit te tekenen voor de drie dorpen Den Hoorn, Maasland en Schipluiden en de twee buurtschappen De Zweth en ’t Woudt. Dat werd toen mijn verantwoordelijkheid. Voor dit project vitale dorpen zijn we in 2007 in zee gegaan met het Antwerpse bureau Pantopicon en een leuk kernteam van ambtenaren in de gemeente. De visie hebben we ontwikkeld samen met de bevolking, in drie groepen: de frisdenkers, de jeugddenkers en de meedenkers.’

Hoe zijn jullie aan de slag gegaan? ‘Op 1 januari 2004 is de gemeente Midden-Delfland ontstaan door een fusie van de gemeenten Maasland en Schipluiden. Om het gebied open en groen te houden is eerst een toekomstvisie opgesteld: MiddenDelfland®2025. De dorpelingen, maar ook boeren en buitenlui hebben hier aan meegewerkt. Als raadslid

Hoe zijn jullie beginnen te denken? ‘Frisdenkers zijn mensen die vrij en vrank nadenken en verder kijken dan 2025. Na een dag en een avond frisdenken hadden we veel brokstukken waarmee wij en Pantopicon aan de slag gegaan zijn. Een maand later hebben we deze thema’s doorgesproken met de jeugddenkers in een sportcentrum. Natuurlijk hebben we

14 I 1 september 2011 I Lokaal

in Den Haag was ik in 2005 nauw betrokken bij deze regio en de ontwikkeling van deze visie. In die laatste fase zijn we toen drie dagen in een stal gaan zitten om het eens te worden over de toekomst voor dit gebied.’


Enerzijds zetten we in op het behoud van al het waardevolle in MiddenDelfland waarvan we vandaag genieten, anderzijds willen we voorbereid zijn op alle mogelijke veranderingen.

Lokaal I 1 september 2011 I 15


bestuurskracht interview Tineke van Nimwegen

het daarbij ook gehad over wat belangrijk is voor jongeren in 2025. Al die ideeën hebben we in drie sessies laten doornemen door de meedenkers, vertegenwoordigers van het middenveld die we via een lokale krant hadden aangetrokken. Zij dachten mee vanuit een belang, vanuit hun sportorganisatie of vanuit het bedrijfsleven.’ ‘In de laatste fase hebben we een heel bijzondere markt gehouden waarbij de meedenkers thema’s konden aangeven en verkopen. Daar ontstonden heel aantrekkelijke vondsten. Zo was er een man uit het bedrijfsleven en een historicus die elkaar tijdens die avonden

Als bestuurder moet je op tijd terug naar je visie gaan. Dat houdt je als college scherp. hadden leren kennen, zij kwamen tot het thema behoud door ontwikkeling. Dat is dan ons thema geworden voor 2025. Enerzijds zetten we in op het behoud van al het waardevolle in Midden-Delfland waarvan we vandaag genieten, anderzijds willen we voorbereid zijn op alle mogelijke veranderingen. Door alle sessies heen is er een toekomstbeeld geschetst voor de dorpen, ze moeten levensloopbestendig zijn, bereikbaar en gastvrij, de verbondenheid moet er blijven maar de dorpen moeten ook ondernemend zijn. De lokale economie is door de jaren heen veranderd, maar er moeten wel voldoende ondernemers blijven. Gelukkig is dat het geval, Midden-Delfland telt veel kleine bedrijfjes zoals architecten of vormgevers die het heerlijk vinden hun klanten hier te ontvangen en hun producten hier te maken.’ Hoe werkt die visie praktisch? ‘We hebben ze eerst heel concreet vertaald in vijf thema’s waarvoor we elk jaar een uitvoeringsprogramma met acties opstellen. Die visie is ons kompas. We hebben speerpunten bepaald en uitgewerkt, als gemeente, maar in goed overleg met alle denkers. Voor Wonen voor het leven moeten de dorpen zo ingericht zijn dat zowel jongeren als ouderen hier moeten kunnen wonen en aan hun trekken komen. Dat geldt ook voor nieuwkomers. We hebben dit uitgewerkt in de woonzorgzones en het benutten van water. In Een gezond MiddenDelfland voelen de inwoners zich goed, we promoten een bewuste en gezonde levensstijl met ruimte om te bewegen, te ontspannen, waar zorg en wonen samen kunnen vallen en waar je mensen sensibiliseert over gezondheid. Voor Midden-Delfland onderneemt hebben we heel goed nagedacht over welke vormen van bedrij-

16 I 1 september 2011 I Lokaal

vigheid we hier nodig hebben. We hechten belang aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en het opzetten van nieuwe evenementen. Dit zijn Gastvrije dorpen, toegankelijk en gastvrij voor mensen van buiten Midden-Delfland, ze mogen zich hier vermaken. Voor Bewust op weg zorgen we dat het transport van en naar Midden-Delfland veilig, efficiënt en schoon is en dat we meer doen met het water en de toegangspoorten tot de gemeente. Dit alles hebben we in een boekje neergeschreven en aan alle denkers gegeven.’ En dan belanden zulke boekjes meestal diep in een lade en later in de prullenbak. ‘Nee hoor. Die korte krachtige speerpunten zijn leidend in ons werk. De boekjes liggen op de bureaus en niet in de laden. Het is geen vrijblijvende kost, dit zet ons aan tot heel concreet handelen. Regelmatig pak ik mijn boekje erbij: Waarover ging het ook alweer? Waarom deden we dat? Als bestuurder moet je op tijd terug naar je visie gaan. Dat houdt je als college scherp. We monitoren ons collegeprogramma ook elk half jaar. We investeren in elkaar qua inspiratie. We hebben bewust voor maar vijf thema’s gekozen, anders waaier je zo snel uit.’ Werken jullie er ook mee in de beleidsplannen door de jaren heen? ‘Elk thema hebben we in tien regels neergeschreven en daarmee hebben we het beleidsplan opgesteld voor het vorige college en vorig jaar voor het huidige college van CDA, VVD en PvdA. In de oppositie zitten twee lokale partijen. De meerderheid hecht veel belang aan de samenwerking met de oppositie want die thema’s moeten we allemaal delen en dus is het belangrijk om goed samen te werken. Centraal in het collegeprogramma staat het openhouden van die buitengebieden, van de koe in de wei, van de gastvrije dorpen. De afgelopen periode zijn er al tien nieuwe B&B’s geopend. Op dat vlak moet je regisserend optreden, op andere vlakken meer initiërend of faciliterend.’ ‘Voor wonen voor het leven hebben we een flink bestand nieuwe woningen laten bouwen, zowel voor jongeren als voor ouderen. Een van onze aandachtspunten is het behoud van de jonge instroom. Dus hebben we veel eengezinswoningen, goed basisonderwijs en naschoolse opvang. Er is een bloeiend verenigingsleven. Je woont in het dorp maar je bent op een halfuurtje in de stad. Er zijn veel oudere mensen die je met zorg op maat moet bedienen in onze herbergzame samenleving, want iedereen hoort erbij. Wonen voor het leven moet van goede kwaliteit zijn en daarvoor heb je als gemeente de regie in handen voor goede accommodatie, sport en samenlevingsmogelijkheden. In elk van de drie dorpen is er een woonzorgzone, in Schipluiden hebben we sinds vorig jaar een nieuw verzorgingstehuis voor tachtig-


Brussel, 20 september, 11 oktober en 8 november Geen toekomst zonder visie, geen visie zonder toekomst In dit seminarie maakt u kennis met een werkwijze om veranderingen die op lokale besturen afkomen, scherp in beeld te brengen en te benutten om een sterke visie neer te zetten. De werkwijze fungeert ook als kapstok voor beleidsdoelstellingen met een financiële doorvertaling. Het seminarie wordt begeleid door Nicole Rijkens en Nic Baerten van het onderzoeksbureau Pantopicon, www.pantopicon.be. Ze hebben ruime ervaring met het inrichten van visievormingsprocessen, onder meer in Midden-Delfland. De opleiding en het artikel ‘Vitale Dorpen’ passen in het VVSG-traject 2020 met de steun van Vlaanderen in actie. Meer info: www.vvsg.be (kalender).

plussers uit alle dorpen. In Maasland is een beschermd wonen-project voor mensen met dementie en met een gastopvang voor mensen met beginnende dementie. Zij worden met busjes van en naar de dorpen gebracht. Er is een mantelzorgproject, maar ook een programma voor nieuwe vrijwilligers in alle verenigingen. Voor jongeren hebben we maatschappelijke stages, zo kunnen ze met nuttig werk punten halen op school. Dat is belangrijk voor een organisatie, zo binden jongeren zich al jong.’ Midden-Delfland trekt resoluut de kaart van de duurzaamheid. ‘Voor ondernemend Midden-Delfland en bewust op weg willen we duurzaamheid in alles laten doorklinken. Vorig jaar hadden we een grote bijeenkomst van de ondernemers over duurzaam ondernemen, andere manieren van werken en minder energieverbruik. Dit is belangrijk zonder tuttig te zijn.’ ‘Ons nieuwe gemeentehuis wordt ook heel bijzonder, met vijf glazen schijven en een rieten dak zal het volledig CO2-neutraal zijn. Eind volgend jaar kunnen we erin. Voor ons was de duurzaamheid nog belangrijker dan het uitzicht. Het wordt een verbinding tussen alle dorpen, op een mooie plek.’ ‘Met Behoud door ontwikkeling hebben de dorpen kracht gekregen, het gaat over waarden die doorgegeven worden van familie op familie, over oude verenigingen. Dat is echt wat waard. In de stad is er meer verandering. In de dorpen heerst er meer rust, families blijven bij elkaar wonen. Ze hebben hier hun basis. Maar dorpen veranderen, zoals ook mensen veranderen.’ Midden-Delfland is de eerste cittaslow in Nederland. Hoe zijn jullie daartoe gekomen? ‘Midden-Delfland is een verademing in dit deel van Nederland, hier doe je nog boodschappen bij de boer. Tijdens het proces van de vitale dorpen zei een van de frisdenkers die uit de stad afkomstig was: we zijn hier slow. De burgemeester is hier achter aangegaan en we bleken meteen in aanmerking te komen. Nadat we lange lijsten hadden ingevuld, kwam een Italiaanse delegatie ons

beoordelen. Wereldwijd zijn er ondertussen honderddertig cittaslow gemeenten. Die zijn allemaal trots op hun identiteit, hun oorsprong, hun erfgoed. Toen we in 2009 gecertificeerd werden, moesten we op twee punten een extra inspanning leveren: horeca en overnachtingsmogelijkheden. Ondertussen zitten we met meer B&B’s, twee hotels en vijf horecazaken. Dat hebben we aan het traject te danken: je wordt je bewust van je eigen identiteit, waarden en culturele geschiedenis. Een van onze pluspunten is dat we zo dicht bij steden liggen. We kregen ook een opdracht om een netwerk uit te bouwen in Nederland en dat lukt stilaan. Er zijn ondertussen nog drie andere gemeenten als cittaslow erkend: BorgerOdoorn in Noord-Drenthe, Alphen-Chaam onder Breda en het Limburgse Vaals. (nvdr: ook in Wallonië zijn er drie cittaslow gemeenten: Chaudfontaine, Enghien en Silly.) We werken heel actief samen en gaan zoeken waar we samen een meerwaarde kunnen creëren. Zo denken we aan een toeristische cittaslowpas.’ Dat klinkt allemaal heel mooi. ‘Dat is het ook. Zo zijn we op de kaart gekomen in de regio, in de provincie Zuid-Holland en in Nederland. Hier vind je een mooi landschap en er valt veel te beleven. Er is Europees, provinciaal en rijksgeld in MiddenDelfland gestoken voor het opruimen van het oude glas van de serres en het ontwikkelen van de zones rondom de A4 voor de infrastructuur en de versterking van het gebied. Dit alles hebben we door slagvaardig en intens samen te werken met de steden Rotterdam, Delft en Den Haag bereikt. Ons doel is deze regio krachtiger te maken in het belang van de twee miljoen inwoners. De regio is sterk, Den Haag en Rotterdam hebben verkering. Er zit hier energie en dynamiek, de afstanden zijn niet te groot, een gemeenschappelijke verkeersautoriteit is een goede zaak. Midden-Delfland is met zijn 18.000 inwoners het groene hart van deze regio. We gaan zelfverzekerd de toekomst tegemoet, want Midden-Delfland is het groene, open buitengebied van deze regio.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal I 1 september 2011 I 17


bestuurskracht management

Managen en leiding geven in ontwikkeling Met het gemeente- en OCMW-decreet werd een managementteam verplicht, maar in veel lokale besturen zoals het gemeentebestuur van Riemst en de OCMW’s van Mortsel en Maasmechelen was de ontwikkeling al langer bezig. De secretaris gaf niet langer vanuit een ivoren toren leiding maar ontwikkelde samen met de andere leidinggevenden de organisatie. Voor dit ontwikkelwerk volgen de secretaris en de leidinggevenden een traject procesbegeleiding en ontwikkelen ze een visie op leidinggeven en resultaatgericht werken. tekst theo wijnen en marlies van bouwel beeld gfs

D

e laatste jaren hebben secretarissen van gemeenten en OCMW’s steeds meer de behoefte om samen met het leidinggevend kader over een nieuwe koers na te denken en zich te heroriënteren op de aspecten van managen en leiding geven. In de gemeente Riemst groeide al acht jaar geleden een managementteam uit het diensthoofdenoverleg. ‘Tijdens onze reorganisatie hebben we toen de diensten geclusterd in afdelingen en in plaats van een platte structuur met vijftien diensten werden het vijf afdelingen. De afdelingshoofden vormen met secretaris en ontvanger het managementteam, we richten ons vooral op personeel en organisatie,’ vertelt secretaris Guido Vrijens. Het gemeente- of OCMWdecreet is zeker niet de enige doorslaggevende factor geweest om de beleidslijnen en -activiteiten voor managen en leidinggeven te ontwikkelen en nog meer te actualiseren. Maar in het OCMW van Mortsel fungeerde het OCMW-decreet wel als een trigger om na te denken, zegt secretaris Ria Van Put: ‘Tevoren hadden we een stafvergadering die organisch was gegroeid. Bij de invoering van het OCMWdecreet hebben we van de gelegenheid

18 I 1 september 2011 I Lokaal

gebruik gemaakt om na te gaan of we de dingen wel op een goede manier deden en of we ze niet beter konden stroomlijnen. We hebben toen een ontwikkelingstraject gevolgd en dat heeft gevolgen gehad voor de visie op leidinggeven en de communicatie met de diensthoofden en de afsprakennota met het bestuur.’ Door de groei van het OCMW waren er in de loop der jaren meer diensten en meer diensthoofden bijgekomen zodat ze op den duur met 24 mensen aan tafel zaten. ‘Dat werkte niet,’ zegt Ria Van Put. ‘De diensthoofden komen nu nog per afdeling samen en worden vertegenwoordigd in het mangamentteam

De vroegere diensthoofdenvergadering van het OCMW Maasmechelen veranderde met de invoering van het managementteam van naam, niet van samenstelling. ‘Toch gaf het de aanzet om eens naar onszelf als management te kijken en een aantal dingen in vraag te stellen,’ zegt Giel Vranken, al 33 jaar secretaris. Ontwikkelwerk Het OCMW van Maasmechelen werd vrij hiërarchisch geleid, geeft Giel Vranken zelf toe: ‘Ik ben nogal dynamisch, ik wil vooruit en jaag de mensen voortdurend aan. Na al die jaren ken je je reputatie wel. Mensen kwamen met alles

Ria Van Put: ‘Door een aantal taken formeel toe te wijzen aan het managementteam, krijgen ze toch een ander gewicht. We werden altijd al wel ernstig genomen maar nu bestaat er een decretale basis voor ons advies.’ dat uit zeven personen bestaat. Eén keer per jaar gaan we samen met alle diensthoofden een dag naar de hei zodat bijvoorbeeld de hoofdverpleegkundige en het diensthoofd thuiszorg elkaar blijven kennen.’

langs om te horen wat ik ervan vond. Ongewild was ik zo op een pied-de-stalle komen te staan. Tijdens de procesbegeleiding heb ik me bewust kwetsbaar opgesteld, dat kwam soms hard aan, al was het herkenbaar.’


In het OCMW van Maasmechelen zet het managementteam nu samen de beleidslijnen uit.

Ondertussen is zijn stijl veranderd: ‘Het was ook een heel proces voor mezelf. Als je al die jaren op een bepaalde manier functioneert, durven mensen je bijna niet meer tegen te spreken. Ik zette jarenlang de beleidslijnen uit, sinds vijf jaar voeren we daarover discussie in het managementteam, wat de betrokkenheid van iedereen verhoogt. We hebben dat ook doorgetrokken naar het middenkader. Sindsdien komen we drie keer per jaar met het managementteam en de leidinggevenden van het middenkader, toch meer dan 25 mensen, samen om een aantal beleidsthema’s voor te stellen waarop mensen ook kunnen anticiperen. Bovendien heeft niet enkel het managementteam begeleiding gevolgd, ook het leidinggevend middenkader kreeg zes dagen opleiding over coachend leidinggeven, het voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken tot het leiden van een vergadering.’ Duurzame werkvormen In het Mortselse OCMW hanteert het managementteam een vast agendasysteem. Tijdens de eerste vergadering van de maand bespreken ze personeelskwesties in aanwezigheid van het diensthoofd personeel. De tweede vergadering is een

debriefing van de OCMW-raad. Dan komen ook de investeringsprojecten aan bod, soms met het diensthoofd van de technische dienst erbij. Op het derde managementteam van de maand zit de voorzitter mee aan tafel voor de bespreking van de beleidsnota, de meerjaren-

groep de teksten die dan op een volgend managementteam worden besproken. Zo hebben we ook de nieuwe rechtspositieregeling behandeld.’ En in plaats van varia zijn er nu tweeminutenpuntjes die vooraf moeten worden ingebracht: ‘Zo kunnen we vragen meteen oplossen of zo

Guido Vrijens: ‘We hebben onze taken begrensd, we zijn niet bezig met inhoudelijke dossiers. We tekenen procedures uit en maken afspraken om het proces goed op te volgen zodat er goed bestuur en een goede inhoudelijke werking uit voortvloeit.’ planning of de interne controle want dat moet allemaal afgestemd worden met het beleid. Het vierde managementteam is een intervisiemoment; dan staan eventuele knelpunten of de kwaliteitszorg op de agenda. Ria Van Put nuanceert: ‘Dat is toch het concept. Vroeger was de agenda veel meer een allegaartje en liep je erin verloren. Nu is het meer gestroomlijnd. Sommige thema’s spreiden we over verschillende vergaderingen, een meerjarenplan bereid je natuurlijk niet op twee uur voor. Dan spreken we stappen af, en na een eerste brainstorm in het managementteam schrijven we in kleine

nodig de bespreking op een ander moment inplannen.’ Het wat formele karakter via het decreet vindt Ria Van Put positief: ‘Door taken formeel toe te wijzen aan het managementteam, krijgen ze toch een ander gewicht ten aanzien van het bestuur. We werden altijd al wel ernstig genomen maar nu bestaat er een decretale basis voor ons advies.’ In de gemeente Riemst vindt secretaris Guido Vrijens het belangrijk dat de administratie goede sporen legt zodat de beleidstrein vlot kan rijden. Hiervoor werkt het managementteam voortdurend aan kwaliteitsverbetering: ‘We

Lokaal I 1 september 2011 I 19


bestuurskracht management

VVSG-procesbegeleiding Om tegemoet te kunnen komen aan de veranderende behoeften van burgers en cliënten, de nieuwe wet- en regelgeving, de ontwikkeling van nieuwe professionele inhouden, kwaliteitseisen en last but not least persoonlijke vernieuwde inzichten zijn leden van het managementteam en andere leidinggevenden van lokale besturen actief bezig om hun rol, taakstelling, competenties, organisatorische voorwaarden kritisch te bevragen en zo nodig in de gewenste richting te ontwikkelen. De cruciale vraag is of de secretaris en zijn leidinggevenden überhaupt wel moeten kiezen tussen de zogenaamde opera-

tionele en ontwikkelorganisatie. Het operationele werk is een dagelijkse opdracht die in ieder geval moet worden uitgevoerd. Denk hierbij aan de dienstverlening, de zorg- en hulpverlening aan burgers, cliënten en bewoners, de routine en werkdruk, intern en extern overleg. De hoofdoriëntatie bij de ontwikkelorganisatie is kiezen voor ‘duurzame werkvormen van opleiding, begeleiding, procesen resultaatgerichtheid’. Verder spelen de volgende elementen ook nog een rol bij dit ontwikkelwerk: reflecteren over het eigen professioneel handelen als leidinggevenden, denken over hoe het beter kan, herkennen van overeenkomsten en

hebben onze taken begrensd, we zijn niet bezig met inhoudelijke dossiers zoals bouwvergunningen. We tekenen procedures uit en maken afspraken om het proces goed op te volgen zodat er een goed bestuur en een goede inhoudelijke werking uit voortvloeit. Daarvoor bouwen we controlepunten in.’ Dit groeit organisch en spontaan: ‘We leren vooral veel uit onze fouten door ze te analyseren. Zo maken aannemers voor grote

verschillen in de werkaanpak en -uitvoering, steun zoeken bij elkaar, voorbereiden en inspelen op de toekomst. Meerdere besturen hebben zich de laatste jaren laten begeleiden door het VVSG-team consulting en ontwikkeling om tot een performant managementteam te komen: efficiënt, effectief en resultaatgericht. In een eerste fase spitst de begeleiding zich toe op de leden van het managementteam, zoals het helpen ondersteunen bij het ontwerp van een afsprakennota met het college of de OCMW-raad, het inventariseren en bepalen van stijlen van leidinggeven, teambuilding, het hanteren

pen bespreken we op ons wekelijks managementteam. In het begin vonden een aantal mensen het opschrijven van processen een extra belasting, maar nu zien de meesten er het nut van in. Natuurlijk blijft de verantwoordelijkheid van een dossier van A tot Z bij de individuele dossierbeheerder liggen. Een hiërarchische chef zal het enkel opvolgen vanuit de procesmatige kant: zijn alle adviezen gevraagd, alle stukken bijgevoegd, heeft

Giel Vranken: ‘Nu we de meerjarenplannen samen opstellen en de diensthoofden ze in hun eigen diensten bespreken, merk je dat er van beneden naar boven is meegedacht. Nu is de betrokkenheid vrij groot, en dat is heel belangrijk.’ werven vorderingsstaten die op het college goedgekeurd en daarna betaald worden. Maar wie kijkt die vorderingsstaten na? Wie volgt de nodige stappen op? We hebben het proces geanalyseerd en een document opgesteld: op een A4’tje staat het verloop van het proces en kun je in een oogopslag zien of de bedragen kloppen en of alle controlestappen gezet zijn. Ondertussen hebben we al bijna veertig processen in kaart gebracht die we nu goed kunnen opvolgen. Die onderwer-

20 I 1 september 2011 I Lokaal

het geplande overleg plaatsgevonden? De verantwoordelijkheid wordt dus niet aan die hiërarchische chef doorgegeven zodat de betrokkenheid bij de dossierbeheerder groot blijft. Ook lopen de communicatielijnen rechtstreeks. Ik ga niet met de schepen van Cultuur over een advies van de culturele raad samenzitten, dat is voor de cultuurambtenaar.’ Guido Vrijens is tevreden met de loop der zaken: ‘Ik heb de tijd nog meegemaakt dat op het diensthoofdenoverleg

van methoden in het kader van resultaatgericht werken en kwaliteitsmanagement, en de verdere ontwikkeling van competenties, zoals coachend leiderschap. In een tweede fase richt de procesbegeleiding zich op de leden van het managementteam samen met de leidinggevenden op middenkaderniveau. Zij worden actief betrokken in het proces bij de ontwikkeling en concrete toepassing van een visie op leiding geven. Hiervoor wordt vaker de methode van begeleide intervisiesessies ingezet. www.vvsg.be, knop consulting: Managementteams in ontwikkeling

enkel de agenda van het college en de gemeenteraad werd doorgenomen en dat we maar in de marge over de organisatie spraken. Nu is dat dus andersom, met concrete afspraken en procedures. Het is een grote verbetering.’ In Maasmechelen kwam tijdens het traject naar voren dat er wat schortte aan de interne communicatie in het OCMW. Beslissingen raakten op de werkvloer sneller bekend via de tamtam dan via een formeel kanaal. Als oplossing kwam toen een driemaandelijks personeelsblad uit de bus. Daarin worden beleidsbesluiten en beslissingen van het managementteam toegelicht en praktisch vertaald, zodat het voor ieder personeelslid begrijpelijk is, dit alles in een aantrekkelijke lay-out, in kleur met foto’s. ‘Soms duren drie maanden lang en als het nodig is steken we bij het loonbriefje een nieuwsbrief. Dat gebeurde laatst naar aanleiding van de tweede pensioenpijler waarover in de raad was beslist,’ vertelt Giel Vranken. Medeverantwoordelijkheid De tijd is voorbij dat de secretaris in het lokale bestuur eenzaam aan de top de leiding voert. Vele secretarissen beseffen dat in een ontwikkelorganisatie een draagvlak wordt gecreëerd en de wil wordt ge-


activeerd om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van de eigen organisatie, dienst of afdeling. Hierdoor voelen leidinggevenden zich medeverantwoordelijk voor de toekomst van de organisatie en het ontwikkelingstraject. Voor Giel Vranken betekende dit toch een serieuze omslag. ‘Natuurlijk was het gemakkelijker om te zeggen: “Jongens, we doen het zo.” Maar nu we de meerjarenplannen samen opstellen en de diensthoofden ze in hun eigen diensten bespreken, merk je dat er van beneden naar boven is meegedacht. Bovendien hebben heel veel medewerkers meer kwaliteiten dan je soms denkt. Nu is de betrokkenheid vrij groot, en dat is heel belangrijk. Maar het is iets omslachtiger want het besluitvormingsproces duurt langer.’ De grotere betrokkenheid merkt hij vooral op tijdens de vergaderingen: ‘Vroeger werd er aandachtig naar mij geluisterd, nu reageert iedereen actief.

Ik moet alert blijven om niet in mijn oude patroon te hervallen maar ze houden me bij de les, ze trekken aan mijn mouw als ik de interne communicatie vergeet omdat ik al twee straten verder ben. Nu denkt iedereen op een collegiale en kritische manier mee over de thema’s die op het managementteam worden besproken. Dat maakt het voor iedereen interessanter.’ Een grotere openheid tussen de diensten en de echelons en de grotere betrokkenheid maken het OCMW ook beter. ‘Ooit zette ik klantgerichtheid op de agenda, er kwam een interne bevraging, een discussie en een visie. Nu krijg ik die bal dikwijls teruggespeeld. Klantgerichtheid is nu gedragen, zulke onderwerpen leven meer in de organisatie.’ Procesbegeleiding Voor Ria Van Put zorgde de procesbegeleiding niet voor een revolutie, wel voor een evolutie: ‘We hebben nu een hechter en een beter werkend management-

team. We bespreken de dingen op een andere manier, er is een open sfeer. We hebben er ook wat aan gehad om weg van de werkplek begeleiding te krijgen. En nu breien we er een vervolg aan. Het eerste werkjaar hebben we ons toegespitst op een intervisie van het managementteam en de diensthoofden, nu gaan we dat voortzetten zonder externe begeleiding.’ In Riemst duurde de begeleiding twee jaar. Guido Vrijens: ‘Je kunt dat natuurlijk ook zelf doen, maar dan doe je er twee keer zo lang over. Bovendien krijg je dankzij een professionele benadering ook andere inzichten, wat het proces vlotter doet verlopen. Bovendien dwingen vreemde ogen meer. Dat heeft ons geholpen.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal Theo Wijnen is VVSG-stafmedewerker organisatieontwikkeling

Raad Insolventie Aansprakelijkheidsrecht Verdeling van State Kredieten Verzekeringsrecht Wegbeheerder PPS Administratief Sociaal Recht Recht Arbeidsrecht Milieu Ambtenarenrecht Ruimtelijke Familie- en Fammiliaal Ordening Vermogenrecht Stedenbouw

advertentie

AAV

Ontslag

Strafvervolging Transport Bemiddeling Concessie

CAO

Verkavelingen Ruimtelijke planning Handelspraktijken Vergunningen Vennootschapsrecht Handelsrecht Herstructurering Economisch Intellectuele eigendom Recht Benoeming Financieel Recht Handelscontracten Architectencontract Onroerend Goed Overheidsopdrachten Aannemingsrecht Aansprakelijkheid Aanneming Overheidsopdrachten Echtscheiding Verzekeringscontract Bemiddeling

Wij geven u ons woord De beste manier om kennis te vergroten, is ze te verwoorden en ze te delen met anderen. Daarom werkt ons kantoor in gespecialiseerde vakgroepen, die elkaar overlappen en aansturen. Het resultaat is een kruisbestuiving die de kennis van onze advocaten verruimt en versterkt. En dat is vooral voor u belangrijk. Voor elk vakgebied hebben we gespecialiseerde advocaten. Wij denken oplossingsgericht en dus geven we u graag ons woord. Neem eens een kijkje op onze website of bel voor een afspraak op tel. 03 232 50 60. GSJ advocaten cVoa Mechelsesteenweg 27 2018 antwerpen België telefoon +32 3 232 50 60 fax +32 3 232 30 50 e-mail info@gsj.be www.gsj.be

Lokaal I 1 september 2011 I 21


lokale raad

Hoe combineer je je mandaat met pensioen? Veel lokale mandatarissen combineren hun mandaat met een pensioen. Deze inkomsten kunnen niet zomaar gecumuleerd worden.

Raadsleden Gemeente- of OCMW-raadsleden die een pensioen genieten, kunnen dit meestal cumuleren met hun inkomsten als raadslid. Cumulatie met een brugpensioen is (na aangifte) onbeperkt toegestaan voor de presentiegelden voor gemeente- of OCMW-raden, maar niet voor inkomsten die onrechtstreeks voortvloeien uit dat mandaat, bijvoorbeeld in een autonoom gemeentebedrijf, de politieraad of een intercommunale. Cumulatie met een rust- of overlevingspensioen (ook een mandatarispensioen) is onbeperkt en zonder aangifte mogelijk als u in de loop van de legislatuur recht krijgt op dat pensioen. Wie van een dergelijke regeling gebruikmaakt tijdens de lopende legislatuur, zal dat dus vanaf 2013 niet meer kunnen. Reeds gepensioneerden die een mandaat opnemen, vallen onder de regeling voor toegelaten arbeid voor gepensioneerden. Hun inkomsten als raadslid (en andere) moeten onder een grens blijven, die anders is voor wie de 65 al gepasseerd is en wie niet (zie op www.rvp.fgov.be). Om problemen bij de cumulatie te vermijden kunt u de presentiegelden wel laten verminderen tot de toegelaten grens. Voor wie toch boven die grens gaat, wordt het pensioen (gedeeltelijk) geschorst, maar het raadslid kan deze verloren gegane inkomsten dan laten compenseren door de gemeente of het OCMW. In dat geval verliest men wel de sociale bescherming die aan de pensioeninkomsten vastzit.

Uitvoerende mandatarissen Voor de cumulatie van een wedde als burgemeester, schepen of OCMW-voorzitter met een pensioen zijn er meer beperkingen. Cumulatie met een brugpensioen is enkel toegelaten na aangifte van dat mandaat. Het gedeelte van het brugpensioen dat door de RVA wordt uitbetaald, zal vervolgens verminderd worden met het gedeelte van het dagbedrag van het inkomen uit het politieke mandaat dat 12,91 euro (geĂŻndexeerd) overschrijdt. Cumulatie met een rust- of overlevingspensioen is enkel mogelijk binnen de grenzen van de toegelaten arbeid (zie hierboven). Enkel wanneer de mandataris in de loop van de legislatuur pensioengerechtigd wordt, mag hij voor de duur van de legislatuur zijn mandaat voortzetten, zonder voorafgaande verklaring en ongeacht zijn inkomsten als mandataris (en wanneer het mandaat uiterlijk de laatste dag van de maand waarin de betrokkene 65 werd, is ingegaan). Het maakt daarbij geen verschil uit of dit mandaat wijzigde in de loop van de legislatuur (zoals een schepen die burgemeester werd). Bij de cumulatie met een rust- of overlevingspensioen geldt hetzelfde als wat hiervoor werd gemeld voor raadsleden: u kunt uw wedde laten verminderen tot de toegelaten grens of het verloren gegane bedrag laten compenseren door gemeente of OCMW. Zolang de toegelaten grens niet met meer dan 15% wordt overschreden, behoudt u nog een proportioneel deel van het pensioen. Als u meer dan 15% boven de toegelaten grens gaat, wordt uw hele pensioen geschorst, met inbegrip van de sociale bescherming. U zal dan ook bijdragen moeten betalen onder het aanvullend sociaal statuut.

EEN MANAGEMENTOPLEIDING OP UW MAAT Master in het Publiek Management Uniek in ! ren Vlaande

Start: 21 september 2011

Master Class in Publiek en Social Profit Management Een compacte managementopleiding in 5 praktijkgerichte modules. Start: 11 oktober 2011

Master Class Inkoopmanagement en Overheidsopdrachten Praktisch inzicht in het volledige proces op academisch niveau. Start: januari 2012

Change Management Interactief programma in 6 sessies. Start: 22 september 2011

Bezoek onze website voor meer informatie: www.antwerpmanagementschool.be/publiekesector Contact: Ellen Verschooren T +32 (0)3 265 42 28 | E ellen.verschooren@ams.ac.be Antwerp Management School Sint-Jacobsmarkt 9-13 | BE-2000 Antwerpen

Tip: breng steeds zo snel mogelijk de nodige instanties (zoals pensioendienst, werkgever en RVA) op de hoogte dat u een mandaat opneemt en bekijk de gevolgen van de cumulatie goed om nare verrassingen te vermijden. Mediapartner:

Mail uw vraag over de cumulatie van inkomsten van mandatarissen naar david.vanholsbeeck@vvsg.be. Meer informatie: VVSG-Politeiapocket Het statuut van de lokale mandataris (weldra elfde editie!)

22 I 1 september 2011 I Lokaal

Een officiĂŤle ma-na-ma op maat van managers uit de publieke sector.


advertentie

Met ons klantbegeleidingssysteem kiest u voor tevredenheid Klanttevredenheid is een groot goed. Niet alleen in commerciĂŤle omgevingen, maar ook als het gaat om de manier waarop gemeenten omgaan met hun burgers. Met het oog hierop biedt JCC Software een beproefd en zeer efficiĂŤnt klantbegeleidingssysteem: G-BOS.

Klantbegeleidingssysteem G-BOS G-BOS is erop gericht bezoekers van het gemeentehuis te begeleiden van het onthaal tot en met de afhandeling aan het loket. Het systeem stroomlijnt het hele proces. Wachtrijen worden tot een minimum gereduceerd en bezoekers krijgen vanaf hun binnenkomst via narrowcasting heldere informatie, zodat eventuele wachttijden ook echt als minimaal worden ervaren. Met als gevolg: tevreden klanten en minder werkdruk (dus meer werkplezier) voor uw onthaal- en loketbedienden. Daar kiest u toch ook voor?

Uitgebreide informatie en klantverhalen? Kijk op www.jccsoftware.be

De voordelen op een rij Snellere en professionelere dienstverlening Minimale wachtbeleving Hogere klanttevredenheid Meer werkplezier Overzichtelijke rapportages en processtatistieken


de raad van Wingene

Geen zuchtje wind in de zomeravond Was een gemeenteraadszitting in Wingene twintig jaar geleden een beetje oorlog, dan schrikt iedereen zich een hoedje als er nu een raadslid zijn stem verheft. Van grote debatten was er geen sprake op de laatste zitting voor de zomervakantie, alleen enkele randdossiers zorgden voor een rimpeling aan de oppervlakte.

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

De laatste gemeenteraadszitting voor de zomervakantie in Wingene verloopt in mineur. In de vooravond zijn drie inwoners van de deelgemeente Zwevezele om het leven gekomen in een zwaar verkeersongeval. Geen van de raadsleden heeft veel zin in debat. Ook de loden hitte maakt dat iedereen zijn verbale inspanningen tot het minimum beperkt. Alleen voor burgemeester en gemeenteraadsvoorzitter Hendrik Verkest is er geen ontkomen aan. Hij leest alle zestien punten van de vergadering woordelijk voor, tien bladzijden tekst in totaal. Ook op de schaarse vragen en opmerkingen van de oppositie komt het antwoord van de burgemeester, met assistentie van gemeentesecretaris Chris De Meulemeester. De schepenen laten zich amper horen, de raadsleden van de meerderheid

24 I 1 september 2011 I Lokaal

komen helemaal niet aan het woord. Wingene was twintig jaar geleden een gemeente waar twee nagenoeg even grote partijen een hevige strijd leverden: Gemeentebelangen en de toenmalige CVP. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 en het overlopen van enkele raadsleden woedde er gedurende enkele jaren een open oorlog. Daar is nu niets meer van te merken. CD&V heeft met zeventien zetels een meer dan comfortabele meerderheid. Stem 21 – een niet alledaags samengaan van SP.A en NV-A – heeft er net als VLDplus drie. Vlaams Belang heeft één raadslid dat op deze zitting verontschuldigd is. Opmerkelijk is dat de verschillende fracties fysiek van elkaar gescheiden zijn: tussen de robuuste banken van de partijen is telkens een behoorlijke ruimte gelaten.

Als bij het vierde agendapunt – de goedkeuring van de jaarrekening en de budgetrekening 2010 – de burgemeester plaatsneemt op de eenzame bank van het afwezige Vlaams Belang-raadslid om de powerpointpresentatie van financieel beheerder Pascal De Ceuleners beter te kunnen volgen, lokt dat de nodige hilariteit uit. De financieel beheerder stelt enkele opmerkelijke gegevens voor. Zo blijkt de gemeente een fors investeringsprogramma te voeren: 40 miljoen euro over de voorbije zes jaar. In 2010 trok Wingene 8 miljoen euro uit voor investeringen in vooral de vrijetijdsdiensten (3,2 miljoen), riolering (2,6 miljoen) en we-

gen en verkeer (1,3 miljoen). De voorgaande jaren werden die uitgaven in buitengewone dienst vooral uit eigen middelen gefinancierd, maar in 2010 nam de gemeente 8 miljoen euro aan leningen op. De jaarlijkse uitstaande schuld die tussen 2005 en 2008 daalde tot 11,5 miljoen euro nam daardoor in 2009 en 2010 toe tot 18 miljoen euro. ‘Maar de financiële situatie van de gemeente is goed,’ zo benadrukt Pascal De Ceuleners aan de hand van cijfers over de schuldgraad, de liquiditeitsratio en de solvabiliteit. Op de oppositiebanken blijft het opmerkelijk stil na de uiteenzetting, ook al onthouden de zes raadsleden zich bij de stemming.


Vervolgens wordt de voorlopige aanvaarding van drie ruimtelijke uitvoeringsplannen unaniem goedgekeurd. Hetzelfde gebeurt met dossiers over de heraanleg van enkele straten, de aanleg van een fietspad in de Rozendalestraat en de aanleg van een derde voetbalveld in Zwevezele. Vragen zijn er ook niet over de principiële goedkeuring van de lastvoorwaarden en de raming van twee loten met betrekking tot het aanpassen van de bestaande sporthal en het aanbouwen van een tweede sporthal in Zwevezele, hoewel het telkens over aanzienlijke investeringen gaat. Wanneer schepen Walter Yde telefoon krijgt, verdwijnt hij gedurende en-

kele minuten achter een groot doek dat achter de banken van de schepenen is gespannen. Bij agendapunt 13 over de jaarrekeningen van enkele kerkfabrieken glipt ook de secretaris als betrokken partij – hij heeft een functie in een van de kerkfabrieken – weg achter het doek. Ik vraag mijn buurvrouw wat zich dan wel achter dat merkwaardige doek mag bevinden. Ze weet dat een deur daar toegang geeft tot een keukentje. Overigens is de raadzaal in haar geheel niet alledaags. Ze is niet alleen bijzonder groot, fotograaf Stefan omschrijft haar als een omgekeerde boot: ze heeft een gebogen, houten plafond dat van twee kanten samenkomt in de nok.

Ook de resterende agendapunten veroorzaken geen zuchtje wind in de zwoele zomeravond. Pas bij punt 17 ‘Varia’ schiet de oppositie wakker. Raadslid Martine Devisscher las in het collegeverslag van 24 mei dat de gemeente een consultingbureau belast met de opmaak van een beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW. Ze wil daarover graag wat uitleg. De burgemeester antwoordt dat Wingene tot een verregaande integratie wil komen tussen beide besturen, het externe bureau moet dat proces begeleiden en ervoor zorgen dat alles wettelijk in orde is. OCMW-voorzitter Tom Braet benadrukt dat het gaat over samenwerking van

de ondersteunende diensten, zoals ICT, technische dienst, financiële en personeelsdienst. ‘Dan kan het OCMW al zijn energie steken in zijn sociale dienstverlening. Een OCMW heeft bijvoorbeeld zo weinig te maken met openbare aanbestedingen dat de gemeente dit veel beter kan.’ Raadslid Johan Vanhove heeft een opmerking over de gieters die rondslingeren op de begraafplaats van Zwevezele. ‘Kunnen we geen systeem invoeren zoals met de sloten op winkelkarretjes, zodat iedereen die een gieter gebruikt die nadien ook terugbrengt?’ Schepen Hedwig Kerckhove zegt de vraag te zullen onderzoeken. Raadslid Fabienne Allaert heeft een vraag voor de schepen van Lokale Economie Ann Mesure. ‘De gemeente heeft onlangs smartphones gekocht voor de leidinggevende ambtenaren. Ze heeft offertes gevraagd bij winkels in Beernem en Oostkamp maar niet bij de twee lokale handelszaken. Dat is schandalig. En dat nadat in 2008 ook al pc’s elders werden aangekocht.’ De schepen antwoordt dat het college heeft beslist na advies van de ICT-dienst en gelooft niet dat er geen offerte werd aangevraagd bij de plaatselijke handelaars. De discussie loopt hoog op. Uiteindelijk maakt burgemeester Verkest er een eind aan. ‘Mevrouw Allaert, we zullen het dossier opvragen en u zult een antwoord krijgen op de zitting van september. U zult met uw vraag moeten overzomeren, zoals de formateur.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal I 1 september 2011 I 25


werkveld publieke ruimte

Nieuw leven voor het centrum van Sint-Gillis-Waas Na decennia van dominantie door de auto mag de publieke ruimte weer als verblijfs- en ontmoetingsplaats dienen. De beweging begon in de steden maar intussen werken ook aardig wat kleinere gemeenten aan de kwaliteit van hun publieke ruimte. In Sint-Gillis-Waas is de hele centrale as door de gemeente vernieuwd en kwam er een mooi, nieuw evenwicht tot stand tussen bewoners, handelaars, bezoekers en (auto)passanten. tekst bart van moerkerke beeld m.g. lelie, gemeente sint-gillis-waas

C Voor-en-nabeelden van het Burgemeester Omer De Meyplein en het Kerkplein.

26 I 1 september 2011 I Lokaal

hris Lippens is schepen van Mobiliteit, Lokale Economie, Onderwijs en Sport in Sint-Gillis-Waas. Chris Rottier is de gemeentelijke mobiliteitsambtenaar. Met de paraplu bij de hand zijn beide heren klaar voor een wandeling langs de as Kasteelstraat-Burgemeester Omer De Meyplein-KerkstraatKronenhoekstraat die door het centrum van de gemeente loopt. Het vertrekpunt van de rondleiding is het pas gerestaureerde gemeentehuis op het heraangelegde Burgemeester Omer De Meyplein. ‘Deze plek was vroeger niet veel meer dan een kruispunt van twee straten en een grijze parkeerruimte. Door de wegen te versmallen en van het gemeentehuis weg te trekken is ruimte ontstaan voor een plein met fontein en kunstwerk. De brede trottoirs bieden de horecazaken de mogelijkheid terrassen te plaatsen. Daardoor is er ook weer een verbinding tot stand gebracht met het park naast en achter het gemeentehuis dat er vroeger wat verloren bij lag. Bij goed weer leeft deze plek. Tijdens de braderij van afgelopen weekend was er hier grote drukte,’ vertelt schepen Lippens enthousiast. Niet enkel de voetganger, ook de fietser heeft meer ruimte in het dorpscentrum, met een fietspad aan de ene kant en een fietssuggestiestrook aan de andere kant. De parkeerplaatsen voor auto’s worden op regelmatige afstanden onderbroken door een boom. ‘Een heel belangrijke optie is het volledig gelijkvloers maken van het centrum,’ zegt mobiliteitsambtenaar Chris Rottier. ‘Dat is zeer comfortabel, zowel voor jonge ouders met kinderwagens als voor iets minder mobiele en oudere mensen.’


Gevels opgeknapt Schepen Lippens, die ook lokale economie in portefeuille heeft, wijst intussen op het heropleven van de handel in de straat. ‘Van de drie handelszaken tegenover de kerk is sinds de heraanleg van de straat de gevel vernieuwd. Er zijn al enkele nieuwe handelaars bijgekomen. We stimuleren dat. Met de huisvestingsmaatschappij die enkele nieuwe appartementen heeft gebouwd aan de bibliotheek hebben we afgesproken dat op de benedenverdieping twee handelszaken komen: één heeft intussen de deuren geopend, de andere volgt binnenkort. Ook enkele bewoners hebben al geïnvesteerd in de renovatie van hun woning. De inspanningen van de gemeente brengen particuliere investeringen mee.’ Intussen staan we op het nieuwe Kerkplein. Wie vroeger uit de kerk stapte, stond direct op de straat: auto’s konden rondjes rond het standbeeld rijden. Nu is er een verhoogd plein aangelegd met groen en zitmogelijkheden. Ook hier is er ruimte voor terrassen. Achter de kerk ligt het ruime, multifunctionele Kerkplein: het is de plek waar de maandagse markt plaatsheeft en waar een feesttent neergezet kan worden, maar ze kan even goed fungeren als parkeerterrein. Even verderop, net voorbij de nieuwe bibliotheek, wordt de straat over een lengte van een honderdtal meter smaller en is er geen plaats voor elkaar kruisende voertuigen. Schepen Lippens: ‘In ons mobiliteitsplan is destijds de keuze gemaakt om de centrale as door de gemeente toegankelijk te houden voor verkeer uit beide rijrichtingen. Voor de handelszaken is dat doorgaand verkeer zeer belangrijk. In de versmalling is daarom geopteerd voor een systeem met verkeerslichten, waardoor verkeer uit beide rijrichtingen afwisselend door de sluis kan.’ Via de basisschool De Klimop en de Kronenhoekstraat komen we uiteindelijk bij de OCMW-gebouwen, het rusten verzorgingstehuis en het algemeen ziekenhuis aan het einde van de vernieuwde weg. Chris Lippens toont me nog trots het nieuwe bustransferium dat de gemeente en De Lijn tegelijkertijd met

de heraanleg van de centrumas realiseerden. De moderne overkapping contrasteert mooi met de tuin van het ziekenhuis. In dit project heeft de vroegere mobiliteitsambtenaar Lieve Dauginet, die ondertussen mobiliteitsambtenaar in Turnhout is geworden, enorm werk geleverd. ‘We hebben het busstation weggetrokken van de kerk en hier het centrale bustransferium Waasland-Noord gebouwd. Hier komen alle bussen uit de omgeving samen.’ Minimale hinder, maximale participatie Terug in het gemeentehuis lichten de schepen en de mobiliteitsambtenaar toe hoe ze het proces van de dorpskernvernieuwing hebben aangepakt. De aanleiding was een Aquafin-project om de riolering te vernieuwen. De gemeente haakte haar programma eraan en voerde een volledige bovengrondse facelift uit met aandacht voor ontmoeting, leefbaarheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid, verkeersveiligheid, economie en milieu (minder lichtpollutie). De voorbereiding nam nagenoeg vijf jaar in beslag. Er werd een begeleidingscommissie samengesteld met vertegenwoordigers uit diverse administratieve disciplines en één vertegenwoordiger van elke politieke partij in de gemeenteraad. Alle betrokkenen participeerden via verschillende werkgroepen in het ontwerpproces. De eigenlijke werken werden opgedeeld in maar liefst elf fases. Het uitgangspunt was dat het centrum tijdens de duur van de werken op elk ogenblik toegankelijk moest blijven. ‘Maximale bereikbaarheid met een minimale hinder, dat zou ons motto worden!’ zegt schepen Lippens. ‘Voor het succes van het geheel ben ik de begripvolle bewoners en handelaars van de desbetreffende straten en omleidingswegen zeer dankbaar.’ In het gemeentelijk informatieblad werd de evolutie steeds toegelicht. ‘We hebben het geluk dat er nogal wat zijstraten uitkomen op de centrale as. Door de werken op te delen in telkens kleine stukjes kon de toegankelijkheid via de zijstraten gewaarborgd worden.

Bij het binnenrijden van de gemeente plaatsten we bij elke fase reusachtige kleurrijke borden met uitleg over hoe waar te geraken. De handelaars kregen flyers die ze hun klanten konden meegeven. Zo bleef de hinder tot het absolute minimum beperkt, gedurende de werken verscheen er geen enkele zwarte vlag in de straat.’ Op de centrumas is een blauwe zone ingevoerd. Aan het Burgemeester Omer De Meyplein, op het Kerkplein en op nog een tiental plaatsen vlak bij de centrale straat werden parkeerterreinen en -terreintjes ingericht waar langparkeerders gratis terechtkunnen. Chris Rottier: ‘Voor sommige handelaars was de blauwe zone wel even aanpassen. In het begin waren er ook enkele klachten over de slechte bereikbaarheid van deze of gene handelszaak. We hebben die telkens onderzocht en met objectieve gegevens weerlegd.’ Schepen Lippens haalt een kaartje boven dat hij aan een van de klagende handelaars bezorgde. ‘Op 40 meter van de handelszaak zijn er ruim dertig parkeerplaatsen, op 60 meter vijftig en nog even verderop honderd. Bovendien bleek uit een kentekenonderzoek in de blauwe zone dat de auto’s er niet langer dan twee uur bleven staan en dat er dus wel degelijk voldoende rotatie was voor de deur van de zaak. Nu goed, de nieuwe situatie was voor iedereen wennen. Als er vragen of klachten zijn, moet je die ernstig nemen en onderzoeken. Intussen zijn de werkzaamheden al bijna twee jaar achter de rug en ik stel vast dat de tevredenheid groot is, bij iedereen.’ Bij de sneltoets (of de evaluatie na vijf jaar) van het mobiliteitsplan kreeg de vernieuwde centrumas goede punten. Nog twee belangrijke zaken moeten binnenkort gerealiseerd worden: een verbod op doorgaand zwaar verkeer van meer dan 3,5 ton en een statisch parkeergeleidingssysteem dat de bezoekers vlot naar de vele gratis parkeerterreinen leidt, met de slogan: ‘In Sint-Gillis-Waas koop je goed en parkeer je gratis!’

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal I 1 september 2011 I 27


werkveld publieke ruimte

Oostkamp heeft eerste dienst Publieke Ruimte Een schepen van Publieke Ruimte is er nog niet in Vlaanderen, een dienst Publieke Ruimte wel. Die primeur is voor de gemeente Oostkamp die een vernieuwing van haar organisatiestructuur aangreep om de beleidsdomeinen Mobiliteit, Wegen, Groen en Water onder te brengen in de nieuwe dienst Publieke Ruimte. tekst bart van moerkerke

N

et als veel andere gemeenten ging Oostkamp enkele jaren geleden van start met een veranderingsproces voor een meer klant- en vraaggerichte dienstverlening. Gemeentesecretaris Jan Compernol: ‘De gemeente kwam tot een nieuwe matrixstructuur met drie inhoudelijke clusters: leven en sociaal, grondgebiedszaken en vrije tijd. Onder de cluster grondgebiedszaken vallen de diensten Ruimtelijke Ordening, Milieu en Publieke Ruimte en ook het loket Lokale Economie en Landbouw.’ Het nieuwe dienstverleningsconcept krijgt ook een fysieke vertaling in Oostcampus: een nieuw gebouw waarin administratie en technische diensten zullen worden samengebracht. De bouwwerken aan de vroegere industriële loods van Coca Cola zijn bijna klaar. Nog voor de zomer van 2012 zal alle gemeentepersoneel, dat nu verspreid zit over verschillende locaties, er zijn intrek nemen. Er komt ook één loket voor de cluster grondgebiedszaken. Het samenwerken op één site zal de komende jaren moeten groeien, de verschillende culturen op de verschillende sites zouden op termijn tot één organisatiecultuur moeten leiden. In de nieuwe dienst Publieke Ruimte zijn de vroegere beleidsdomeinen Mobiliteit, Wegen, Groen en Water samenge-

bracht. Dat betekent dat zowel administratieve als technische medewerkers er deel van uitmaken. En Oostkamp heeft nog flink wat technische krachten. De gemeente legt bijvoorbeeld nog zelf trottoirs, ze staat zelf in voor het onderhoud van het groen. Het doel van de nieuwe organisatiestructuur is uiteraard een nog betere en professionelere werking. ‘De aandacht voor het openbaar domein is er al lang maar in de toekomst moet het nog beter,’ zegt Jan Compernol. ‘We werken eraan, de kwaliteit van de dienstverlening wordt stelselmatig beter. We werken bijvoorbeeld meer planmatig. We volgen de meldingen beter op. We zijn ook een inventaris aan het maken van het openbaar groen in de gemeente zodat we het onderhoud in een cyclus kunnen steken. We gaan meer gestructureerd en prijsbewuster te werk.’ Een extra stimulans voor de vernieuwde werking zal er ongetwijfeld komen als ook de toekomstige samenstelling van de schepenportefeuilles geënt is op de nieuwe organisatiestructuur.

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Startdag op 20 oktober in het Vlaams parlement Wie wordt de eerste schepen van publieke ruimte? Gaat na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 in Vlaanderen een eerste lichting schepenen van publieke ruimte aan de slag? Hoe werk je op gemeentelijk niveau aan een geïntegreerd publiekeruimtebeleid? En waarom is de publieke ruimte zo belangrijk voor bijvoorbeeld duurzame mobiliteit, stadsontwikkeling, vastgoedinvesteringen en sociale cohesie in uw gemeente? Steunpunt Straten wil samen met de VVSG, de Vereniging voor Ruimte en Planning en Atelier Publieke Ruimte de toekomstige burgemeesters en schepenen stimuleren en inspireren om in de legislatuur 2012-2018 werk te maken van een aantrekkelijke en aangename leefomgeving in hun gemeente. Daardoor kan het beleid inspelen op een reële maatschappelijke behoefte. Het traject om van publieke ruimten een thema te maken bij de lokale verkiezingen wordt gelanceerd tijdens een inspirerende startdag op 20 oktober 2011 in het Vlaams Parlement. In het voorjaar van 2012 kunnen geïnteresseerden zich verder verdiepen in de materie tijdens de Dag van de Openbare Ruimte en de VVSG Trefdag. De startdag is in eerste instantie bedoeld voor (kandidaat) mandatarissen die bij de komende lokale verkiezingen van publieke ruimten een speerpunt willen maken in hun programma. Deelnemers ontvangen een inspiratienota voor een succesvol publiekeruimtebeleid en een exemplaar van het praktijkboek Publieke Ruimte 2011. www.steunpuntstraten.be

28 I 1 september 2011 I Lokaal


2011

SYMPOSIUM

2011 ZERO E Y • NE AD E

Uw opslag, een lopende zaak !

R

Y RG

ENERG Y

BEURS

O ER •Z

DY • Z REA ER O

Y REA ERG DY EN

2011

BEURS VOOR PASSIEF BOUWEN EN RENOVEREN SALON DE LA CONSTRUCTION ET LA RÉNOVATION PASSIVES

EFFICIËNT

COMPACT

VEILIG

WWW.ALMASY-GOV.BE Lokaal-NL-06-04-2011.indd 1

13/04/11 10:29

9 SEPT. 2011: PROFESSIONELE DAG JOURNÉE PROFESSIONNELLE

TOUR & TAXIS BRUSSELS

www.passivehouse.be Org:

sponsored by

mediapartners

9571_PH2011_B90xH266.indd 1

Lokaal I 1 september 2011 I 29

22/08/11 16:31


praktijk

HAMME/WAASMUNSTER – Met het project kleuterfietsen werkt de politiezone Hamme/Waasmunster ernstig en doelgericht aan de verkeersopvoeding van kleuters. Als meer kinderen met de fiets naar school komen, wordt de omgeving er veel verkeersveiliger.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

GF

Praktijkgerichte verkeersopvoeding met kleuterfietsen

Philip De Wilde, projectbeheerder en coördinator cel verkeerseducatie Politiezone Hamme/ Waasmunster, T 052-25 71 01, philipdewilde@telenet.be

‘De lokale politie laat de kleuters en hun ouders kennis maken met de verkeersagenten, ze organiseert verkeersoefeningen op de speelplaats of op het verkeerspark en neemt deel aan het schoolverkeersbeleid. De leerkracht oefent met de kleuters basishandelingen op de speelplaats of in de zaal, brengt ze meer verkeersinzicht bij, informeert de ouders welk verkeersgedrag de kleuters hebben geleerd en moedigt hen aan mee te werken,’ zegt projectbeheerder en coördinator Philip De Wilde van de cel verkeerseducatie van de politiezone Hamme/Waasmunster. Hij noemt verkeersopvoeding niet enkel een reguliere taak van de politie, maar vindt hiervoor nauwe samenwerking met alle opvoeders, onder wie de ouders en de leerkrachten, noodzakelijk. ‘Na de oefeningen op de speelplaats en het verkeerspark passen de kleuters het geleerde gedrag toe

30 I 1 september 2011 I Lokaal

op straat en leren ze met hun ouders goede gewoonten aan in het echte verkeer. De volwassenen worden gestimuleerd die gedragingen in het verkeer te automatiseren.’ Praktijkgerichte verkeersopvoeding Tijdens de fietsverkeerslessen op school ligt de focus op de praktijkervaring. Fietsen in groep werkt zeer efficiënt bij kinderen vanwege het kopieergedrag en de morele druk van de groep om door te zetten. Bovendien werkt de aanwezigheid van monitoren en politie stimulerend. De kleuters reageren anders dan wanneer hun ouders opmerkingen maken of vragen om iets te doen. Zo leren ze veilig en respectvol fietsen. Naast de verkeersregels ontdekken ze de sociale, affectieve en motorische elementen van fietsen. Het kleuterfietsen bestaat uit vier sessies van


anderhalf uur, gespreid over vier dagen. De sessies vinden plaats in groepjes van twintig kinderen. Onder begeleiding van monitoren, leerkrachten, enkele ouders en grootouders en de lokale politie leren de kleuters van het derde jaar al spelend en oefenend fietsen binnen de veilige omgeving van het verkeerspark. Op het einde van elke sessie gaan ze ook op straat fietsen. Als voorbereiding op de sessies overlegt de politie met de deelnemende school over het aantal kinderen dat al kan fietsen en over de eventuele aanwezigheid van kinderen met motorische of andere problemen. De meeste scholen investeren zelf nog extra uren om hun kinderen voor te bereiden op de sessies of om sommige kinderen nog een beetje nazorg te geven. De politie en de begeleidende leerkrachten evalueren elke fietssessie. Op basis daarvan stuurt de politie, waar mogelijk, haar aanpak bij. Voor de begeleiding van 275 kleuters uit twaalf scholen in Hamme en Waasmunster investeerde de politie in totaal 560 werkuren, voorbereidingen, overlegmomenten en evaluaties inbegrepen. Voor de organisatie van het kleuterfietsen in de school kocht de politiezone een aanhangwagen die ze als mobiel verkeerspark inrichtte. De wagen is uitgerust met een geluidsinstallatie, verkeersborden, kegels, koorden, een wip en een brug. Bij slecht weer of tijdens de pauzes doet de aanhangwagen dienst als projectiescherm waarop de politie met een beamer een verkeersfilm projecteert. Verhoogde verkeersveiligheid aan scholen ‘Via dit project willen we zo veel mogelijk ouders overtuigen hun kind per fiets naar school te brengen en zo de autodrukte aan de school te beperken,’ aldus Philip De Wilde. ‘We willen mee helpen zorgen voor een duurzame mobiliteit. Als we kinderen en hun ouders ervan kunnen overtuigen vaker de fiets te nemen om naar school te gaan of boodschappen te doen, krijgen we vanzelf autoluwe en veiligere centra.’ Lagere scholen uit de omgeving vragen naar een vervolg op het project Kleuterfietsen voor kinderen van de eerste graad. Op de Vlaamse Congresdag Verkeersveiligheid in mei was er interesse van de politie Halle en Kortrijk en van de gouverneurs van West-Vlaanderen en VlaamsBrabant. Het project Kleuterfietsen is door de Vlaamse Stichting Verkeerskunde uitgeroepen tot een van de best practices.

Verdiep u in veiligheid en welzijn

opleidingen in

VEILIGHEID najaar 2011

Bent u (kandidaat-)preventieadviseur, of wilt u zich verdiepen of opwerken in het vakdomein Veiligheid? Dit najaar start Antwerp Management School opnieuw met een pakket stevig onderbouwde opleidingen die de theorie meteen linken aan de praktijk. Schrijf u nu in, want u vindt beslist net die opleiding die u nodig had om door te groeien.

Summer ClaSS BelgiSChe welzijnSreglementering start: 29 augustus 2011 - 4 dagen

BedrijfSergonomie: BaSiS- en SpeCialiSatiemodule start: 4 oktober 2011 deeltijds - 2 of 1,5 jaar (enkel specialisatie)

VeiligheidSkunde niVeau 1: BaSiSmodule start: 12 januari 2012 - deeltijds - 440 uur

VeiligheidSkunde niVeau 1: SpeCialiSatiemodule start: 27 september 2011 - deeltijds - 280 uur Bezoek onze website voor meer informatie:

antwerpmanagementschool.be/veiligheid Contact: Veerle Deparcq Program Manager T +32 (0)3 265 47 63 E veerle.deparcq@ams.ac.be Antwerp Management School Sint-Jacobsmarkt 9-13 BE-2000 Antwerpen

inge ruiters

Lokaal I 1 september 2011 I 31


werkveld Inburgeringsbeleid

Inburgeren op Vlaams of lokaal niveau?

Veel gemeenten botsen op het gebrek aan maatwerk van het inburgeringsbeleid.

Op 15 juli keurde de Vlaamse regering de conceptnota van minister Geert Bourgeois voor de hervorming van de inburgeringsen integratiesector goed. Hij wil de door Vlaanderen gesubsidieerde integratiecentra, onthaalbureaus, huizen van het Nederlands en sociaal tolken en vertalers reorganiseren. Ook wil de minister werk maken van de regierol van de gemeenten

M

eer samenwerking, afstemming, effectiviteit, meer efficiëntie, klantgerichtheid en een betere Vlaamse profilering zijn de doelstellingen van de hervormingsplannen van de minister. Hierbij valt te betreuren dat enkel de door Vlaanderen gesubsidieerde sector het uitgangspunt van de hervormingen vormde en niet de noden of nieuwe uitdagingen. De VVSG hoopt dat de Vlaamse overheid bij de uitwerking van haar hervormingsplannen rekening

het Vlaamse inburgeringsbeleid kan de samenwerking veel beter. ‘In Zele heeft het onthaalbureau een dag per week zitting in het gemeentehuis. Door hun fysieke aanwezigheid is er contact met de trajectbegeleiders. Maar dit blijft toch te beperkt,’ zegt Christel Immegeers, integratiemedewerker van Zele. ‘Als we vragen stellen over het aantal inburgeraars of de categorieën, krijgen we nauwelijks antwoord. Er is heel weinig informatieoverdracht, hoewel we op de hoogte willen blijven om ons eigen beleid uit

vanwege hun sleutelpositie bij het inburgerings- en integratiebeleid. Het is dan wel vreemd dat de lokale besturen tot nu toe nauwelijks bij de hervormingsplannen betrokken werden. Lokaal ging de temperatuur meten in Zele en Kortrijk. tekst sabine van cauwenberge beeld layla aerts

32 I 1 september 2011 I Lokaal

De VVSG hoopt dat de Vlaamse overheid bij de uitwerking van haar hervormingsplannen rekening houdt met de lokale realiteit en dat ze inburgering en integratie niet langer louter vanuit een Vlaams perspectief bekijkt.

houdt met de lokale realiteit en dat ze inburgering en integratie niet langer louter vanuit een Vlaams perspectief bekijkt. De lokale besturen ervaren dagelijks het gebrek aan samenwerking en afstemming met de Vlaamse deelsectoren. Vooral met de onthaalbureaus en

te kunnen stippelen. Als lokaal bestuur hebben we immers baat bij een goed lopend inburgeringsbeleid.’ Zele stoot zoals vele gemeenten vooral op het gebrek aan maatwerk van het inburgeringsbeleid. Voor Christel Immegeers is het te veel aanbodgericht en te weinig vraaggericht: ‘Zele heeft een grote Turkse ge-


meenschap met veel gezinsherenigingen en arbeidsmigratie. Arbeidsmigranten zijn in ieder geval rechthebbende inburgeraars en dus hoeven ze geen inburgeringstraject te volgen. Omdat ze in een “Turks” bedrijf werken, hoeven ze voor hun werk geen Nederlands te kennen. Ze leven en werken in een Turkse enclave. Voor deze werkende mensen is er hier in Zele nauwelijks een taalaanbod. De nieuwe inwoners van Zele blijven trouwens net als de “oude” bewoners graag in hun eigen kring. Voor deze groep speelt blijkbaar niet zo zeer de afstand maar vooral de sociale druk en controle om enkel in Zele les te volgen.’ ‘Bovendien verstaan veel potentiële inburgeraars niet waarom de huizen van het Nederlands mensen volgens rigide criteria onderverdelen in verschillende niveaus. Als er dan een groepje wordt gevonden om samen Nederlands te gaan volgen, worden ze vaak in verschillende groepen ingedeeld. Daardoor haken veel cursisten af.’ Immegeers merkt dat de Vlaamse organisaties weinig begrip opbrengen voor deze specifieke problemen. ‘We worden op bovenlokaal niveau dan de mond gesnoerd met het argument dat nieuwkomers in andere gemeenten zich wel verplaatsen. Als lokaal bestuur zijn we volledig afhankelijk van het aanbod van de Vlaamse organisaties. Past een lokale doelgroep hier niet in, dan hebben we pech en moeten we zelf naar oplossingen zoeken, terwijl de Vlaamse organisaties ook worden betoelaagd om onze mensen te ondersteunen.’ De afbakening van de doelgroep van inburgering blijft een moeilijke oefening. Er zijn verplichte en rechthebbende inburgeraars, maar er zijn vooral veel uitzonderingen. ‘Voor deze restgroep moet de gemeente maar een oplossing vinden. Dit is niet evident. Zo verplicht Vlaanderen enkel imams van erkende moskeeën een inburgeringscursus te volgen. Helaas zijn er in Vlaanderen meer niet erkende dan wel erkende moskeeën. De huidige imam in Zele is een vriendelijke man maar hij kent nauwelijks Nederlands. Al is hij een rechthebbende inburgeraar, door zijn drukke sociale functie komt hij er niet toe de inburgeringscursus aan te

vatten. Een andere rechthebbende groep waarmee Zele recent wordt geconfronteerd en die van het inburgeringstraject goed gebruik zou kunnen maken, zijn de Bulgaren die sinds enkele jaren in groten getale toestromen in onze gemeente. In tegenstelling tot de Turkse en Poolse arbeidsmigranten is dit een kwetsbare groep, met weinig opleiding. Maar deze

voor kinderopvang en huiswerkbegeleiding voor de kinderen. Zodra de cliënten het niveau 1.1 behalen, komen ze in aanmerking voor trajectbegeleiding van Werkpunt, de activeringsdienst van het Kortrijkse OCMW.’ Vanuit Werkpunt startte het OCMW in 2006 voor deze mensen met weinig tot geen werkervaring een specifiek aanbod. ‘Maar veel

Christel Immegeers: ‘Als lokaal bestuur zijn we volledig afhankelijk van het aanbod van de Vlaamse organisaties. Past een lokale doelgroep hier niet in, dan hebben we pech.’ rechthebbende groep gaat veel te weinig in op het huidige Vlaamse aanbod van inburgering, waardoor het probleem bij de gemeente terechtkomt. Deze mensen laten inburgeren vergt meer begeleiding op maat én dus meer middelen,’ zegt Immegeers. OCMW belangrijke partner bij inburgering en integratie De toestroom van kwetsbare migranten merken de OCMW’s al jaren op. ‘Het Kortrijkse OCMW noteerde voor de eerste helft van dit jaar 50 procent meer mensen met equivalent leefloon dan vorig jaar. Het lokale opvanginitiatief (LOI) van het OCMW herbergt intussen 148 mensen verspreid over verschillende woningen in de stad,’ zegt de Kortrijkse OCMW-voorzitter Franceska Verhenne. Ook dit zijn nieuwe uitdagingen voor inburgering en integratie. Maar gewoon de middelen verhogen voor de onthaalbureaus is niet voldoende. Ook hier moet worden samengewerkt en afgestemd. Verhenne: ‘Taalverwerving staat al jarenlang als een van de prioriteiten in het OCMW-beleidsplan. Elke nieuwe anderstalige die bij de sociale dienst aanklopt, wordt gestimuleerd om NT2 (Nederlands als tweede taal) te volgen. De sociale dienst ondersteunt de betrokken cliënten maximaal zodat dezen zo snel mogelijk het basisniveau 1.1 behalen. Het OCMW biedt psychosociale ondersteuning, betaalt het inschrijvingsgeld voor de taalcursus en zorgt

allochtone cliënten en leerwerknemers (artikel 60’ers) stromen niet door naar de reguliere arbeidsmarkt, ook al hebben ze het niveau 1.1 bereikt. Niet alleen de taal vormt een probleem. Ze hebben geen of niet de juiste diploma’s, en er zijn de culturele verschillen, de andere attitudes en sociale vaardigheden die de integratie bemoeilijken.’ Het voortraject anderstaligen speelt in op deze tekorten. ‘Tweemaal per jaar biedt het OCMW in Kortrijk een mix aan van intensieve vorming, praatgroepen, technische assessments en individuele begeleidingen ter voorbereiding op werk. Er komen diverse thema’s aan bod zoals arbeidswetgeving, sociale zekerheid, mobiliteit, culturele activiteiten, beroepsoriëntering waarbij het aanscherpen en oefenen van de Nederlandse taal steeds de rode draad is. Tijdens het zesmaandelijkse voortraject blijven de deelnemers ook Nederlandse les volgen in het reguliere circuit.’ Een dergelijk traject vergt veel begeleiding en dus veel middelen. Het OCMW in Kortrijk vond die deels via Europa maar haalde ze ook uit zijn reguliere werking. Het betrekt ook de kleinere OCMW’s uit de regio bij dit project want ook zij worden geconfronteerd met deze migratieproblematiek. ‘Zolang asielzoekers in een LOI worden opgevangen, krijgen de OCMW’s middelen voor begeleiding van de federale overheid. Zodra ze “uitstromen” en er daadwerkelijk moet worden geïntegreerd, krijgen de OCMW’s geen middelen meer voor begeleiding. Dan

Lokaal I 1 september 2011 I 33


werkveld Inburgeringsbeleid

Nieuwe hervorming van de inburgerings- en integratiesector Vlaams minister voor Inburgering en Integratie Geert Bourgeois heeft een hervormingsplan klaar. De Vlaamse regering keurde vrijdag 15 juni zijn conceptnota goed die de grote lijnen van die hervorming vastlegt. Vandaag financiert de Vlaamse overheid acht integratiecentra, acht onthaalbureaus, acht sociale tolk- en vertaaldiensten en het Kruispunt Migratie-Integratie. Al deze organisaties zullen worden ondergebracht in een agentschap Inburgering en Integratie. Het agentschap zal actief zijn in diverse regio’s in Vlaanderen. Hoe deze regio’s worden georganiseerd is nog niet duidelijk. Voor de steden Gent en Antwerpen zal worden nagegaan hoe de uitvoering van het Vlaamse inburgerings- en integratiebeleid in hun werking kan worden geïntegreerd. Ook voor de provincie Limburg geldt deze uitzondering. In Brussel wordt de rol van de Vlaamse Gemeenschapscommissie als regisseur voor inburgering en integratie versterkt. Deze hervorming is in eerste instantie een antwoord op de versnippering en de daarbij horende afstemmingsproblemen op het terrein. De hervorming moet de individuele begeleiding van nieuwkomers beter afstemmen op de initiatieven in de bredere samenleving gericht op de integratie van nieuwe Vlamingen. Regierol lokale besturen De veertig lokale besturen die nu een integratiedienst hebben, krijgen in de toekomst een integratiesubsidie. Dit betekent dat ze zowel de regierol als een financiële impuls krijgen om op lokaal niveau werk te maken van integratie. Hoe deze regierol eruit zal zien en wat deze financiële impuls betekent, moet nog worden uitgeklaard. Ook is niet duidelijk hoe gemeenten en OCMW’s die nog geen integratiedienst hebben, zullen worden ondersteund om initiatieven betreffende inburgering en integratie te ontwikkelen. De VVSG volgt dit dossier op. www.vvsg.be, knop etnisch-culturele diversiteit: conceptnota

pas begint de zoektocht naar een woning en werk. Meestal kloppen deze mensen dan aan bij het OCMW. De OCMW’s bezwijken onder de instroom, terwijl ze steeds meer aankijken tegen een precair maatschappelijk draagvlak. Er zijn immers nog andere kansengroepen.’ Een betere samenwerking en een efficiënter middelengebruik zijn volgens Verhenne dan ook belangrijk. Er bestaat weliswaar een samenwerkingsprotocol tussen het OCMW en het onthaalbureau, maar deze samenwerking bestaat vooral op papier en gaat in de eerste plaats over het doorverwijzen van OCMW-cliënten. Een betere samenwerking met de stad, die ook tal van activiteiten inricht die aansluiten bij inburgering, dringt zich op. Zo organiseert de stad bijvoorbeeld de laatste twee weken van augustus een zomerschool voor kinderen en jongeren. Met een aanbod van taal, spel en sport wil deze zomerschool het vakantieverlies van het Nederlands beperken zodat de deelnemers minder (taal)achterstand hebben bij de start van

34 I 1 september 2011 I Lokaal

het nieuwe schooljaar. Dit jaar zijn er 54 deelnemers uit het basisonderwijs en dertien uit het secundair onderwijs ingeschreven. De agenda’s van stad, OCMW en onthaalbureau samenbrengen kan voor Verhenne nog versterkend werken. Dat de coördinatierol hiervoor bij het lokale bestuur ligt, is voor de OCMWvoorzitter evident: ‘Het lokale bestuur is het best geplaatst om te weten wat er leeft, wat er nodig is en wat we eraan kunnen doen. Maar het ontbreekt ons aan middelen en instrumenten.’ Brengt de regierol soelaas? Afstemmen, samenwerken, coördineren. Misschien brengt de regierol die lokale besturen krijgen een oplossing voor de huidige problemen? ‘Als je weinig voorzieningen in de gemeente hebt, valt er weinig te regisseren,’ zegt Christel Immegeers van Zele. ‘Een loutere regierol zonder doorzettingsmacht of extra bijhorende middelen heeft geen zin. De gemeente heeft nu geen doorzettingsmacht om belangrijke partners rond de tafel te

brengen. Regionale voorzieningen die de gemeente niet als prioritair werkingsgebied hebben, zijn weinig geneigd te investeren in onze gemeente, ongeacht de aard van onze problematiek. Organisaties zoals de CAW’s, CGG’s of VDAB kunnen vaak wel aangetrokken worden als er een financiële vergoeding tegenover staat, maar dat geld hebben we niet.’ Ook zijn andere belangrijke lokale spelers in het integratiebeleid niet geneigd zich te laten regisseren. ‘Als integratiedienst kun je vriendelijk de medewerking van de scholen vragen, maar daar houdt het bij op,’ zegt Immegeers. ‘Een convenant afsluiten is een goed idee, maar als dat niet van hogerhand wordt aangestuurd kun je enkel op goodwill rekenen. Er zouden een aantal sectoren – de onderwijssector, de CAW’s of de VDAB – door Vlaanderen verplicht moeten worden om een convenant af te sluiten.’ Kortrijk mag dan al een centrumstad zijn met veel medewerkers op verschillende diensten waarvan een ‘eenmansdienst’ zoals Zele alleen kan dromen, Kortrijk en Zele ervaren dezelfde problemen wat coördinatie en samenwerking betreft. ‘Het is een voordeel dat veel partners diensten verlenen in onze stad, dit maakt de samenwerking al iets gemakkelijker maar het blijft moeilijk als de aansturing van zo veel lokale belangrijke spelers vanuit Vlaanderen sectoraal blijft,’ vindt Franceska Verhenne. ‘De regierol voor dit thema betekent ook kunnen coördineren, regisseren, samenwerken met andere sectoren zoals wonen, onderwijs, welzijn en werk, want het integratiethema is zeker ook op lokaal niveau nauw verbonden met al deze sectoren.’ Deze verhalen maken duidelijk dat er op lokaal niveau veel inspanningen gebeuren om het integratie- en inburgeringsbeleid toe te passen, maar dat een continu overleg met de hogere echelons aangewezen blijft om nieuwe richtlijnen en lokaal beleid op elkaar te blijven afstemmen. Sabine Van Cauwenberge is VVSGstafmedewerker inburgeringsbeleid


lokale raad

Blijven de bestaande loonkostenverminderingen voor bepaalde doelgroepen behouden bij een fusie van een dienstenchequeonderneming van een PWA met die van een OCMW? Het betreft hier de vermindering van de loonkosten voor de werkgever door een (gedeeltelijke) vrijstelling van patronale socialezekerheidsbijdragen en/of door loonsubsidies. De programmawet van 27 december 2004 zoals gewijzigd door de wet diverse bepalingen van 22 december 2008, bevat een aantal gevallen waarin doelgroepverminderingen bij een andere juridische entiteit toch kunnen worden voortgezet. In principe gaat dit recht verloren wanneer de juridische entiteit waaraan de werknemer verbonden is, ophoudt te bestaan of niet langer de werkgever is van de persoon die het recht op de vermindering heeft geopend. Deze verminderingen worden toegekend op het moment dat de werknemer in dienst treedt (zoals eerste aanwervingen, langdurig werklozen of jonge werknemers, laaggeschoolden en erg laaggeschoolden). Voor sommige verminderingen is ook de hoedanigheid van de werkgever van belang. De essentie van deze doelgroepverminderingen is dat bepaalde doelgroepen/werknemers (weer) actief en volledig in de arbeidsmarkt worden opgenomen. Vanuit pragmatisch standpunt aanvaardt de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid daarom dat de voortzettende werkgever verklaart dat blijvend voldaan wordt aan de voorwaarden op grond waarvan de werkgelegenheidsmaatregel kan worden ingezet, met bevestiging door hem van de eventuele

verplichtingen waaraan nog moet worden voldaan. Uiteraard moet dan nog aan een aantal voorwaarden worden voldaan: de nieuwe werkgever moet tot de groep werkgevers behoren waarop de doelgroepvermindering betrekking heeft. Voor jonge werknemers bijvoorbeeld moet de nieuwe werkgever voldoen aan de startbaanverplichting. Een aanvraag voor het behoud van de loonkostenvoordelen moet gebeuren met het model dat opgenomen is aan het eind van de instructie op www.socialsecurity.be. Artikel 353 ter van de programmawet van 24 december 2002 (Inforumnummer 181342) zoals gewijzigd door de programmawet van 27 december 2004 (Inforumnummer 198105) en de wet diverse bepalingen van 22 december 2008 (Inforumnummer 233273) De artikelen 671 tot 679 van het Wetboek van vennootschappen (fusie, splitsing, inbreng) www.socialsecurity.be, Deel 5 Vermindering van de bijdragen, Titel 2 De vermindering 2004, Hoofdstuk 1 Inleiding, G. Fusie, Opsplitsing en Voortzetting, 5.2.107.

Stuur uw vragen over werkgelegenheidsmaatregelen en dienstencheques naar petra.dombrecht@vvsg.be

advertentie

Het klikt al jaren tussen ons!

Nog altijd zin om samen met ons uw strategische puzzels te vervolledigen? Maak gerust gebruik van onze uitgediepte kennis en ervaring op het vlak van regionale en lokale economie, centrumbeheer, detailhandel, toerisme en leisure en citymarketing.

U en WES... dat blijft klikken! Neem contact met: Rik De Keyser

T +32 50 36 71 02 rik.dekeyser@wes.be

Hans Desmyttere

T +32 50 36 71 23 hans.desmyttere@wes.be

Bestuurder-directeur Adjunct-directeur

Pascal Steeland

T +32 50 36 71 47 Senior consultant retail pascal.steeland@wes.be Baron Ruzettelaan 33 BE-8310 Assebroek-Brugge info@wes.be www.wes.be â–

â–

â–

Lokaal I 1 september 2011 I 35


werkveld OCMW-dienstverlening

Samenwerken in de gezinszorg: nu aan de slag Schaaloptimalisatie in de dienstverlening door het OCMW Tegen eind 2015 moeten in een dienst gezinszorg minimaal tien voltijds verzorgenden aan het werk zijn. Nog ver weg? Neen, want verschillende OCMW’s moeten beslissingen nemen over samenwerken, en dat is een heel proces waar veel tijd in kruipt. Ook OCMW’s zonder eigen dienst gezinszorg kunnen baat hebben bij samenwerking voor hun thuiszorgdiensten. Maar welke valkuilen komen OCMW’s tegen wanneer deze diensten gaan samenwerken? En wat zijn de voordelen? tekst liesbet noé beeld stefan dewickere

L

okale besturen krijgen steeds meer te maken met normen en standaarden voor hun dienstverlening. Vaak gebeurt dit via regelgeving die de Vlaamse overheid oplegt. Zo trad begin 2010 het nieuwe woonzorgdecreet in werking. Een aantal van de uitvoeringsregels in dit decreet stellen de thuiszorgdiensten van de OCMW’s voor een reeks organisatorische en financiële uitdagingen. Zo zal tegen eind 2015 elke dienst gezinszorg minimaal tien verzorgenden in dienst moeten hebben. Ook zullen de OCMW’s binnenkort een keuze moeten maken over de integratie van hun schoonmaak- en klusjesdiensten in het decreet. OCMW’s met een dienst gezinszorg zullen moeten beslissen in hoeverre ze hun bestaande schoonmaak- en klusjesdiensten onder de aanvullende thuiszorg schuiven. OCMW’s zonder eigen dienst gezinszorg zullen een erkenning als dienst logistieke hulp overwegen.

Samenwerking thuiszorgdiensten Kansen • Bundeling expertise, vorming, kwaliteitsbeleid, aanwerving en vervanging van schaars personeel • Uitgebreider en flexibeler aanbod: zorgcontinuïteit, permanentie, onregelmatige prestaties, crisiszorg, ‘vliegende’ verzorgenden • Makkelijker invullen van urencontingent/vorming • Optimalisatie subsidiëring (begeleidend en leidinggevend personeel) • Regionale organisatie met lokale werking • Profilering als openbare/pluralistische partner in totale dienstverlening • Netwerking en overleg • Administratie, facturatie en registratie efficiënter • Eenduidige werkwijze in de regio • Expertise verwerven in samenwerking voor dienstverlening

36 I 1 september 2011 I Lokaal

Valkuilen • Politieke wil nodig om bruggen te bouwen • Tijd nodig om tot samenwerking over te gaan • Betrokkenheid lokaal kan verkleinen zowel voor personeel als cliënteel (communicatie!) • Samen beslissen, minder autonomie: evenwicht zoeken • Tragere en zwaardere besluitvorming: iedereen op één lijn krijgen • Verplaatsingen worden groter • Vergadertijd, tijd voor overleg tussen de steunpunten is nodig • Inbedding in sociale dienst kan verloren gaan • Praktische moeilijkheden (cultuur, computerprogramma’s)


Unfold your potential

Krijgen de ambities van uw organisatie genoeg ademruimte? Kluwer Opleidingen verhoogt het menselijk kapitaal van uw organisatie. We helpen ondernemingen te groeien naar lerende organisaties. Daarom is Kluwer Opleidingen ook een klankbord voor uw strategie en alle leerkeuzes die daaruit volgen. Elk jaar verwelkomt Kluwer Opleidingen meer dan 25 000 deelnemers uit 5 000 organisaties. We bieden opleiding, training, coaching en leeradvies. Voor individuen én voor teams. In open kalendertraining én op maat van uw organisatie. De expertise van onze trainers en consultants zorgt voor een sterke leerervaring en een gegarandeerd resultaat.

Kluwer Opleidingen werd in 2010 verkozen tot ‘Best Learning & Development Company’.

Kluwer Opleidingen www.kluweropleidingen.be

De maximumfactuur in de thuiszorg die vanaf 2013 in werking treedt, plaatst de organisatie van deze thuiszorgdiensten in een totaal ander perspectief. Uitsluitend gebruikers van erkende diensten zullen aanspraak kunnen maken op tegemoetkomingen uit de maximumfactuur.

Ook OCMW’s zonder eigen dienst gezinszorg kunnen baat hebben bij samenwerking voor hun thuiszorgdiensten. Positief naar samenwerking kijken Kleinere diensten hebben almaar meer moeite om alle regels en normen bij te houden. Hierdoor dreigen zij hun erkenning te verliezen. Vaak is de enige oplossing samen te gaan werken. Die dwang veroorzaakt een negatieve houding. Inderdaad, samenwerking zou niet arbitrair opgelegd mogen worden. De realiteit leert ons dat zo’n opgelegde norm besturen er wel toe aanzet versneld na te denken over schaaloptimalisatie en over hoe samenwerking hier een oplossing kan bieden. We kunnen deze evolutie dus ook positief bekijken. Samenwerking biedt voordelen en kansen voor enerzijds de gebruikers wat betreft de kwaliteit van zorg en anderzijds de besturen wat betreft de efficiëntie en effectiviteit van de dienstverlening.

Vertrek van een lokale analyse Afgezien van het feit dat een bepaalde minimale schaalgrootte per dienstverleningstype verdedigbaar is, is het van groot belang dat de inhoudelijke ondersteuning van een mogelijk samenwerkingsproces gebeurt op basis van een lokale analyse. Daar moet worden nagegaan op welke schaal en in welke vorm de dienstverlening effectiever en efficiënter kan. En daarbij moet het uitdrukkelijk gaan om schaaloptimalisatie en niet om schaalvergroting zonder meer. De samenwerking tussen OCMW’s voor één bepaalde dienstverlening zoals voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg is hierbij een van de mogelijke eindresultaten. Evenzeer kunt u afhankelijk van de lokale situatie bekijken of optimalisatie beter op organisatieniveau – binnen het lokale bestuur als organisatie met verschillende soorten dienstverlening – gebeurt of binnen één bepaald type dienstverlening zoals gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Daarnaast moet u wel opletten dat de tendens naar verplichte schaalvergroting van voorzieningen, die momenteel her en der zonder goed omschreven reden gepropageerd wordt, op termijn niet negatief uitdraait voor de kwaliteit van de dienstverlening en dus bijgevolg de levenskwaliteit van mensen. Het belang van de eindgebruiker staat centraal. Ook de lokale inbedding moet gegarandeerd worden. Een ware evenwichtsoefening.

Liesbet Noé is VVSG-stafmedewerker thuiszorg

Lokaal I 1 september 2011 I 37


werkveld OCMW-dienstverlening

Samenwerk in de gezinszorg: in de praktijk Vandaag werken OCMW’s voor gezinszorg samen op basis van art. 61 van de OCMW-wet (contractuele samenwerking) en Titel VIII hoofdstuk I van het OCMW-decreet (OCMW-vereniging). Voorbeelden van de eerste vorm zijn de OCMW’s van Lummen en Halen en de OCMW’s van Wetteren, Wichelen en Laarne. Voorbeelden van de tweede samenwerkingsvorm zijn Welzijnsregio Noord-Limburg, Welzijnszorg Kempen, Welzijnskoepel WestBrabant en Social. Lokaal legt zijn oor te luisteren bij Hans Onselaere, directeur sociale zaken van het OCMW van Wetteren, en bij Sander Van Garsse, coördinator bij de OCMW-vereniging Social in het arrondissement Leuven. Beide samenwerkingsverbanden werden vrij recent opgestart. tekst liesbet noé

Artikel 61

Voor Hans Onselaere, directeur sociale zaken van het OCMW van Wetteren staat het lokaal sociaal beleidsplan centraal: ‘Hierin is de strategische doelstelling opgenomen dat in Wetteren ouderen, personen met een handicap en zieken zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven. Hiervoor werken we acties uit voor mantelzorg en vrijwilligerswerk en zetten we initiatieven op ter ondersteuning van de thuiszorg. De samenwerking met de OCMW’s van Wichelen en Laarne is een bewuste strategische keuze op lange termijn. Enerzijds willen we zelf een schaaloptimalisatie en kostenbesparing, anderzijds kunnen Laarne en Wichelen rekenen op nieuwe dienstverlening op hun grondgebied (gezinszorg) en kunnen ze hun aanvullende thuiszorg (schoonmaak- en klusjesdiensten) mee verankeren in de dienst gezinszorg van Wetteren. Voordelen voor iedereen dus.’ De juridische samenwerkingsvorm tussen Wetteren, Wichelen en Laarne beperkt zich tot een eenvoudige samenwerkingsovereenkomst met een opzegclausule van minimaal achttien maanden. De informatie over de dienstverlening wordt via een lokaal thuiszorgloket gegeven. Het personeel dat wordt ingezet voor het urencontingent gezinszorg in Wichelen en Laarne is contractueel. De kostprijs wordt per uur dienstverlening aangerekend aan het OCMW dat territoriaal bevoegd is op het ogenblik van de dienstverlening. Voor de eerste twee jaar is dit forfaitair afgesproken. Voor de volgende jaren gebeurt dit op basis van de jaarrekening. De OCMW’s hebben inzagerecht in elkanders boekhouding. ‘Ondanks het feit dat er gezonde weerstand was bij de medewerkers en de afstemming van de integratie en de visie veel energie kostte, biedt de samenwerking vooral voordelen. Samengevat kun je zeggen dat de samenwerkingsvorm eenvoudig is op bestuurlijk, operationeel en methodisch vlak, snel operationeel is en een beperkt risico inhoudt voor de drie partijen. Het is een eenvoudige manier om schaaloptimalisatie te realiseren,’ zegt Hans Onselaere.

38 I 1 september 2011 I Lokaal

Titel VIII hoofdstuk 1

‘Bij de oprichting van de regionale dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg binnen de bestaande OCMW-vereniging Social zijn we niet over één nacht ijs gegaan,’ vertelt ons Sander Van Garsse, coördinator bij de OCMW-vereniging Social in het arrondissement Leuven. ‘De gedachte van samenwerking moest nog groeien. Social werd in 2007 opgericht. De deelwerking regionale dienst gezinszorg startte formeel in 2010. Vandaag participeren hierin tien OCMW’s.’ Het woonzorgdecreet bracht de regionale werking in een stroomversnelling. Dat had uiteraard te maken met de norm tot het behalen van tien vte verzorgenden per dienst gezinszorg, de verplichte zelfevaluatie en het aanbieden van onregelmatige prestaties. Social stelt de lokale werking voorop en regelt hiervoor regionale ondersteuning. De regionale dienst staat in voor de kwaliteit (zelfevaluatie, kwaliteitshandboek), het jaarverslag en de jaarplanning en de planning van het regionale team verzorgenden. Dit is een team verzorgenden dat inspringt bij ziekte en vakanties van verzorgenden bij de OCMW’s. Dit biedt mogelijkheden voor zorgcontinuïteit, permanentie en onregelmatige prestaties. De individuele OCMW’s staan vandaag in voor de planning, de registratie in Vesta (registratiesysteem van de Vlaamse overheid voor subsidiëring) en de facturatie van de cliëntbijdrage. Bij definitieve vervanging van personeel bij de individuele OCMW’s treedt Social op als werkgever. Dit maakt dat op langere termijn alle personeel op de loonlijst van Social zal staan. Sander Van Garsse: ‘Samenwerking tussen besturen heeft zijn merites. Maar samenwerking kun je niet forceren. Dat heeft tijd nodig. Bij elke vorm van samenwerking moeten compromissen gesloten worden. Dat maakt het niet altijd eenvoudig. Het is voor elk bestuur geven en nemen. Maar één keer de klik gemaakt, komt het lokale bestuur er volgens mij sterker uit.’ Liesbet Noé is VVSG-stafmedewerker thuiszorg


© Layla Aerts

Stad Mechelen wil op korte termijn starten met het toekennen van goedkope leningen via het federale Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). Met deze leningen kunnen particulieren energiebesparende ingrepen in hun woning financieren. Om dit groots project in goede banen te leiden zijn we op zoek naar een (m/v):

manager Energiebesparingsfonds Je staat in voor de opstart van een stedelijk Energiebesparingsfonds in Mechelen. Je beheert de kredietdossiers van leningen aan particulieren (met focus op gezinnen die behoren tot de sociale doelgroepen), sociale huisvestingsmaatschappijen of andere grote woningprojecten. Je verzorgt de communicatie met de klant, maakt aflossingstabellen op, volgt debiteuren op en treedt op bij schuldbemiddeling. Je werkt samen met andere instanties zoals FRGE, Woonwijzer, OCMW, … Je zorgt voor een transparante en regelmatige terugkoppeling naar het stadsbestuur. Jouw profiel: je hebt een masterdiploma bij voorkeur in een economische of financiële richting of behaalt dit binnen de 5 maanden na inschrijving. Ons aanbod: een voltijds (38 u./week) contract van onbepaalde duur • brutobeginwedde: € 2 815,01 (ongehuwd) • interessante opleidingsmogelijkheden en verlofregeling • gratis woon-werkverkeer indien met openbaar vervoer of fietsvergoeding • andere interessante voordelen als maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, … Interesse? Voor meer informatie kan je terecht bij Natascha Diericx, Duurzaamheidscoördinator, tel. 015 29 79 22 of natascha.diericx@mechelen.be. Inschrijven kan via het volledig ingevulde sollicitatieformulier en een kopie van je diploma bij voorkeur te bezorgen via mail op aanwervingen.stad@ mechelen.be of per post aan Stad Mechelen/Personeel, t.a.v. Hilde Leysen, Grote markt 21, 2800 Mechelen tot en met 9 september 2011. Je sollicitatie is slechts volledig als je ons beide documenten bezorgt. De volledige functiebeschrijving en het sollicitatieformulier kan je terugvinden via www.mechelen.be/jobs. De schriftelijke proef vindt plaats op 22 september 2011, de mondelinge proef (voor de geslaagden van de schriftelijke proef) vindt plaats op 5 oktober 2011. Indien je toegelaten wordt tot de selectieprocedure, word je hier persoonlijk voor uitgenodigd. www.jobpunt.be

Lokaal I 1 september 2011 I 39


OCMW WEMMEL Het OCMW Wemmel werft aan

Stafmedewerker beleid en organisatie

statutair B4-B5

De gemeente Zemst is op zoek naar een

BELEIDSMEDEWERKER Heb je interesse om mee een visie te ontwikkelen en een strategie te bepalen over het beleid? Wil je mee beleidsplannen opmaken? Vereisten • Je bent houder van een diploma van het universitair onderwijs of hoger onderwijs van het lange type gelijkgesteld aan universitair onderwijs, of een masterdiploma of daarmee ge­lijkgesteld in de rechten. • Je slaagt voor een selectieprocedure.

DIENSTHOOFD VRIJE TIJD EN WELZIJN Heb je interesse om het gemeentelijk cultuur-, sport-, jeugd- en welzijnsbeleid mee uit te werken en uit te voeren? Vereisten • Je bent houder van een diploma van het universitair of daarmee gelijkgesteld onderwijs of van het hoger onderwijs buiten de universiteit van het lange type of van het hoger onderwijs van twee cycli. • Je hebt ervaring in een leidinggevende functie of je hebt ervaring met de materie. • Je slaagt voor een selectieprocedure.

Dan zijn deze jobs zeker iets voor jou! Je komt terecht in een dynamische organisatie waarin je een sleutelfiguur zult zijn! Wij bieden u glijdende werktijden, maaltijdcheques, premie voor wie naar het werk fietst of stapt. min. netto aanvangswedde: 1 700 à 1 800 € (afhankelijk van gezinstoestand, privédienstjaren enz.). Interesse? Zend uw kandidatuur, met cv en een kopie van het vereiste di­ploma, aangetekend aan het College van burgemeester en schepenen, De Griet 1, 1980 Zemst. Ze moet uiterlijk door de post afgestempeld zijn op vrijdag 9 september 2011. U kunt ze ook tegen ontvangstbewijs afgeven op de Personeelsdienst, tot vrijdag 9 september 2011 om 11 uur. Inlichtingen Personeelsdienst T 015-62 71 41 en www.zemst.be, onder de rubriek Handel en Werken, sectie Jobs.

40 I 1 september 2011 I Lokaal

Uw taak U werkt specifieke projecten uit ter ondersteuning van het bestuur of van de verschillende diensten van het OCMW. Deze projecten kunnen zich situeren op het vlak van personeelsbeleid, lokaal sociaal beleid, welzijn op het werk, kwaliteitszorg, organisatie en werking van de diensten, interne controle,… U ondersteunt de secretaris bij de beleidsvoorbereiding, de beleidscoördinatie en de implementatie. Uw profiel U hebt minstens een bachelordiploma of gelijkwaardig diploma U moet minstens 4 jaar relevante beroepservaring kunnen bewijzen. U moet slagen in een selectieprocedure (mondelinge en schriftelijke proef). Ons aanbod Een boeiende en afwisselende functie in een voortdurend wijzigende omgeving. Maaltijdcheques ten bedrage van €6 per gepresteerde dag, een hospitalisatieverzekering, glijdende uren, ruime vormingsmogelijkheden en jaarlijks min. 30 verlofdagen. Volledige meerekenbaarheid van relevante beroepservaring. Brutoloon min. €.2.570 – max. € 4.187 – werfreserve van 2 jaar Uw kandidatuur met cv en kopie van uw diploma, dient op het OCMW Wemmel, de Limburg Stirumlaan 116, 1780 Wemmel — toe te komen op ten laatste 20 september 2011 Alle info Rudi Seghers, secretaris, T 02-462 06 80, rudi.seghers@wemmel.be

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website inlevering advertenties voor:

Lokaal 15 (1 tot 15 oktober): 15 september Lokaal 16 (16 tot 31 oktober): 29 september

informatie personeelsadvertenties

Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

informatie andere advertenties

Peter De Vester T 03-326 18 92 peter@cprojects.be


geregeld wetmatig

In Klare Kijk van Lokaal 16 van 2010 stelden wij al de vraag of OCMW’s artikel 60’ers in bouwondernemingen ter beschikking kunnen stellen. Om een einde te maken aan de onzekerheid die hierover bij sommige OCMW’s leeft – volgens sommige regionale sociale inspectiediensten kon het wel, volgens andere dan weer niet –, heeft de VVSG aan de Federale Overheidsdienst Werk, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) om een schriftelijk antwoord op deze vraag verzocht. De FOD WASO bevestigt nu dat het ter beschikking stellen van personen in het kader van artikel 60 in de bouw kan. Daarbij hoeft geen rekening te worden gehouden met de bepalingen van het paritair comité voor het Bouwbedrijf. Volgens de CAO van 24 juni 2005 kan terbeschikkingstelling enkel gebeuren tussen ondernemingen die tot dit paritair comité behoren en enkel bij een tijdelijke toename van werk of voor technische bijstand bij het uitvoeren van specifieke werken. Deze bepalingen werden doorgaans aangegrepen

stefan dewickere

Artikel 60’ers ter beschikking stellen in de bouw kan voor de federale overheid

om de terbeschikkingstelling van artikel 60’ers in de bouwsector te verbieden.

de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van een gerechtigde op maat-

petra.dombrecht @ vvsg.be

schappelijke integratie die ter beschikking wordt gesteld van een privéonderneming,

Koninklijk Besluit van 4 september 2002

BS van 2 oktober 2002, Inforumnummer

tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de toelage, verstrekt aan

179640

Koninklijk Besluit van 14 november 2002

de openbare centra voor maatschappe-

voor rechthebbenden op financiële maat-

lijk welzijn, voor een tewerkstelling met

schappelijke hulp, BS van 29 november

toepassing van artikel 60 § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende

2002, Inforumnummer 181255

www.bouwunie.be

Individuele beroepsopleiding blijft versoepeld De Vlaamse Regering heeft de versoepeling van de individuele beroepsopleiding (IBO) verlengd tot eind 2011. De IBO is een opleiding waarbij een cursist op de werkplek wordt getraind en begeleid. Een IBO kan voor alle werkgevers uit de private of openbare sector. De werkgever betaalt geen loon en RSZ, enkel een productiviteitspremie. Hij bepaalt samen met de VDAB het opleidingsprogramma. De opleiding kan één tot zes maanden duren, afhankelijk van het gevraagde competentieprofiel, de kennis, vaardigheden en attitudes van de IBO-kandidaat en het opleidingsplan. Na deze opleiding moet de werkgever in de regel de cursist een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur aanbieden. Door de versoepeling kan dat er ook een van bepaalde duur voor één jaar zijn, op voorwaarde dat de werkgever die keuze motiveert. Nadat de cursist een opleiding heeft gevolgd en een contract van bepaalde duur heeft gekregen,

volgt bij verlenging van de tewerkstelling in dezelfde of een gelijkaardige functie een contract van onbepaalde duur, zonder proefperiode. Deze uitzondering gold aanvankelijk tot eind 2010 maar ze werd nu verlengd tot eind 2011. Meer informatie over de IBO vindt u op www.vdab.be/ibo. Behalve over de klassieke IBO vindt u er ook informatie over de IBOT (een IBO met taalondersteuning voor anderstaligen) en de GIBO (een gespecialiseerde IBO voor personen met een arbeidshandicap). Ook kunt u er een simulatie maken van de kostprijs van de IBO. lore.vandeurzen@diverscity.be

Besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2011 tot wijziging van artikel 94 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, BS van 19 april 2011, Inforumnummer 249283.

Lokaal I 1 september 2011 I 41


geregeld wetmatig

De omgevingsvergunning is op komst Met de goedkeuring van een startnota besliste de Vlaamse regering werk te maken van een ‘omgevingsvergunning’. Deze vergunning zal in de toekomst moeten worden aangevraagd voor ‘gemengde projecten’, dat wil zeggen voor projecten die momenteel zowel een stedenbouwkundige vergunning als een milieuvergunning (of overeenkomstige melding) nodig hebben. De stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning zouden uiteindelijk helemaal moeten samensmelten. In de startnota worden enkele moeilijke keuzes gemaakt, bijvoorbeeld over de overheid die de omgevingsvergunning zal afleveren. Het college krijgt deze bevoegdheid, met twee uitzonderingen. In situaties met een mogelijk belangrijke milieu-, sociaal-economische of ruimtelijke impact beslist de deputatie. Het gaat dan bijvoorbeeld om Seveso-bedrijven of aanvragen waarvoor een milieueffectrapport moet worden opgemaakt. Bij belangrijke strategische projecten, zoals grote infrastructuurprojecten, beslist de Vlaamse regering. Een definitieve lijst van dit soort projecten moet nog worden opgesteld. Opvallend is dat aan gemeenten die (nog) geen omgevingsvergunningen wensen te behandelen, de mogelijkheid wordt geboden deze bevoegdheid in een overgangsfase over te dragen aan de deputatie. Ze moet de deputatie daarvoor dan wel vergoeden.

Beroepen De deputatie wordt de beroepsinstantie voor aanvragen die door het college zijn behandeld. Tegen een beslissing van de deputatie staat vervolgens beroep open bij de Vlaamse Raad voor Vergunningsbetwistingen. Als in eerste aanleg wordt beslist door de

deputatie, is er een beroepsmogelijkheid bij de Vlaamse regering. Tegen beslissingen van de Vlaamse regering is er beroepsmogelijkheid via de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Volledige stedenbouwkundige ontvoogding in 2015 De Vlaamse regering besliste ook dat alle gemeenten tegen 2015 op stedenbouwkundig vlak ‘ontvoogd’ moeten zijn. Nu is dat nog niet de helft van de gemeenten. Er zal worden nagegaan waarom gemeenten niet ontvoogd raken en de ontvoogding zal aantrekkelijker worden gemaakt.

Wat vindt u? De Vlaamse regering legt de komende maanden haar oor te luisteren bij de gemeenten via de VVSG. Momenteel bereiden wij ons standpunt voor. Uw reactie op de startnota of bedenkingen over de omgevingsvergunning zijn van harte welkom bij Steven Verbanck (T 02-211 56 12) of Xavier Buijs (T 02-211 56 10). xavier.buijs@ vvsg.be, steven.verbanck@ vvsg.be

www.vvsg.be/omgeving voor de startnota

Grote ruimtelijke projecten versnellen De realisatie van ruimtelijke projecten kan soms lang op zich laten wachten. Niet alleen lokale besturen vinden dat, ook de Vlaamse regering. Daarom aanvaardde de Vlaamse regering vorig jaar, op basis van aanbevelingen van de Commissie-Sauwens en de Commissie-Berx, een visienota ‘Versnellen van investeringsprojecten’. Een Vlaams projectteam moet nu deze visienota concreet maken. Het project richt zich in de eerste plaats op projecten van Vlaams niveau, maar kan ook interessant zijn voor lokale projecten. Er vond al kleine wijzigingen plaats in de regelgeving, bijvoorbeeld wat betreft de projectvergadering en het planologisch attest. In het najaar zal de regelgeving voor de kleine werken en werken van algemeen

42 I 1 september 2011 I Lokaal

belang wijzigen. Hierdoor kan de gemeente zelf meer stedenbouwkundige vergunningsaanvragen beoordelen. Dit is in de praktijk een versnelling. In overleg met het Waalse Gewest en de federale overheid worden bovendien knelpunten in de onteigeningswetgeving opgesomd. Eind 2012 zullen de bindende adviezen die nog bestaan op het vlak van vergunningverlening moeten zijn vervangen door niet-bindende adviezen. Als er naast een vergunning ook een machtiging nodig is, zal die maximaal worden samengevoegd met de vergunning.

Bestemmingswijzigingen Voor projecten die een bestemmingswijziging nodig hebben, wordt een grondige hervorming voorgesteld met drie beslis-

singsmomenten: de startbeslissing, het voorkeursbesluit en het projectbesluit. In dat laatste besluit worden alle beslissingen samengevoegd: zowel de definitieve vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan als de benodigde vergunningen en machtigingen. Ter concretisering van deze hervorming wordt in dit najaar een kaderdecreet inzake investeringsprojecten opgemaakt, werk gemaakt van de omgevingsvergunning en nagegaan hoe (complexe) investeringsprojecten beter kunnen worden voorbereid en onder welke (uitzonderlijke) voorwaarden er gemotiveerd kan worden afgeweken van beleidsplannen. Er zal een meerjareninvesteringskalender worden opgemaakt. Die moet duidelijk maken welke projecten voor de Vlaamse overheid prioriteit hebben.


Vlaams geld voor kleinschalige sportinfrastructuur In oktober 2010 voerde de VVSG in opdracht van minister Philippe Muyters een enquête uit bij de gemeentebesturen omtrent hun ervaringen met het Vlaams Sportinfrastructuurplan en de belangrijkste sportinfrastructuurbehoeften van het moment. Uit deze enquête bleek de duidelijke behoefte aan kleinschalige, lichte sportinfrastructuur en aan ondersteuning bij renovatie van bestaande sportaccommodaties. Muyters speelt daar nu op in. Hij wil met twee acties beginnen: de aanleg van Finse pistes en de vervanging of de aanleg van een vaste sportvloer in een overdekte sportruimte. Lokale besturen (en hun verzelfstandigde agentschappen) kunnen met een eenvoudige procedure tot de helft van de subsidieerbare uitgaven (met een maximum van 60.000 euro) toegekend krijgen. Ook werken in eigen beheer komen in aanmerking. De eerste lichting subsidieaanvragen moet ten laatste op 14 oktober 2011 bij BLOSO aankomen. De minister werkt intussen voort aan een nieuw decretaal kader voor de aanleg en renovatie van de sportinfrastructuur in Vlaanderen. chris.peeters@ vvsg.be

www.bloso.be, knop sportinfrastructuur

Communicatie en attitude Er komt een communicatie- en bekendmakingscampagne over de nieuwe procesaanpak en er wordt een kennisplatform opgezet met een nieuwe website. Methodieken als risicoanalyse en participatie worden ontwikkeld. Op Vlaams niveau komt er een beleidsdomeinoverschrijdend specialistennetwerk. Er wordt ook gewerkt aan de cultuur binnen de Vlaamse overheid. Die moet een meer oplossingsgerichte houding en advisering aannemen en een code van goede praktijk opstellen. Lokale besturen moeten via aanspreekpunten en begeleidingsmanagers wegwijs raken binnen de Vlaamse overheid. xavier.buijs@ vvsg.be

Geen nieuwe handel of horeca op bedrijventerreinen Net voor het zomerreces wijzigde de Vlaamse Regering het besluit tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen. Hierdoor kunnen gebouwen of gebouwcomplexen in een industriegebied in de ruime zin niet langer een functiewijziging tot de functiecategorie ‘handel of horeca’ ondergaan. Met de goedkeuring van de startnota Winkelen in Vlaanderen in juli 2010, wil de Vlaamse overheid van detailhandel een speerpunt maken in haar beleid. Hiervoor lanceerde zij al een aantal flankerende maatregelen, waarvan verscheidene zich richten op het versterken van de lokale besturen om een nog meer voorwaardescheppend beleid te voeren. Zo ontvangen 42 gemeenten steun voor een lokaal subsidieprogramma voor winkel(gevel)renovatie. Daarnaast keurde de Vlaamse regering in het kader van de oproep Ondernemingsvriendelijke gemeente ook subsidies goed voor negen projecten kernversterkend winkelbeleid (zie p. 12). Naast deze flankerende maatregelen richt de startnota zich vooral op de ruimtelijk-economische aspecten van een kernversterkend beleid. Op 15 juli 2011 besliste de Vlaamse regering daarom tot de aanpassing van het Besluit van de Vlaamse regering van 28 november 2003 tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen. Zoals toegelicht in de startnota wil ze hiermee dat handels- en horecazaken niet langer de (schaarse) bedrijventerreinen inpalmen. Doordat er in het verleden al vele van dergelijke zaken op de bedrijventerreinen vergund zijn, stond de deur wagenwijd open voor nog meer detailhandelsvestigingen op bedrijventerreinen. Dit zou radicaal indruisen tegen de geest van het Vlaamse detailhandelsbeleid dat zich duidelijk richt op kernversterking. Het besluit van 15 juli 2011 wijzigt enkel artikel 6 van het oorspronkelijke functiewijzigingsbesluit van 28 november 2003. Bij de voorwaarden voor het gebruiken van een gebouw (of complex) in industriegebied wordt expliciet voorzien in de bepaling ‘met uitzondering van handel en horeca’. Concreet luidt artikel 6 voortaan als volgt: ‘Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voor zover aan al de volgende voorwaarden voldaan is: het gebouw of gebouwencomplex is gelegen in een industriegebied in de ruime zin; in de ruimere omgeving van het gebouw of gebouwencomplex komen nog gebouwen voor met de vergunde functie kantoorfunctie of diensten, met uitzondering van handel en horeca; indien op het industriegebied in kwestie meer dan drie bedrijven gevestigd zijn, dan hebben minstens 50 procent van de bedrijven van dat industriegebied al een vergunde hoofdfunctie kantoorfunctie of diensten, met uitzondering van handel en horeca; de nieuwe functie behoort tot de functiecategorie kantoorfunctie of diensten, met uitzondering van handel en horeca.’ stefan.thomas@ vvsg.be

ww.vvsg.be, knop economie, detailhandel

Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2011 wijzigt art. 6 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen, Inforumnummer 258948.

Lokaal I 1 september 2011 I 43


De stad Oudenaarde, historische stad en economisch knooppunt van de Vlaamse Ardennen, werft volgende medewerker aan :

is een dynamische organisatie die met een 300-tal medewerkers en een breed aanbod van diensten en instellingen een belangrijke plaats inneemt in het welzijns- en zorgaanbod van Temse. Het OCMW is nu op zoek naar een voltijds

diensthoofd facility A1a-A3a - m/v

ICT CONSULENT m/v

Niveau B4-B5, in statutair dienstverband, voltijds, Dienst ICT.

Taakgebied Je staat in voor het operationeel houden van de ICT-infrastructuur en voor de installatie, configuratie en probleemoplossing van hardware en software. Jouw profiel beschikken over 5 jaar relevante ervaring beschikken over een bachelor flexibel zijn inzake werkuren stressbestendig en klantvriendelijk zijn beschikken over een rijbewijs B slagen in een vergelijkend examen. Naast de verloning bieden wij tevens maaltijdcheques en een hospitalisatieverzekering.

DIENSTHOOFD PERSONEEL m/v

Functie: Je organiseert en coördineert alle diensten en functies binnen het facilitair gebeuren (aankoopdienst, patrimoniumbeheer, Informatica, technische dienst, stockbeheer, schoonmaak). Je volgt de overheidsopdrachten op en voert ze uit evenals het plannen en beheren van de budgetten die onder je domein vallen. Je motiveert en coacht je personeel en stimuleert een kwaliteitsvolle dienstverlening. Profiel: Diploma dat toegang geeft tot niveau A bij een lokale overheid én 3 jaar relevante werkervaring. Aanbod: Vaste benoeming (na proefperiode van 1 jaar) • Aanleg wervingsreserve voor de duur van 2 jaar • Verloning op A-niveau (met maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering en fietsvergoeding) • Gunstige verlofregeling.

Een infobrochure (functiebeschrijving, aanwervingsvoorwaarden, bezoldigingsregeling, examenprogramma, timing, …) is te verkrijgen bij de OCMW-secretaris, T 03-710 25 00, via info@ocmwtemse.be of via www.ocmwtemse.be Uw schriftelijke kandidatuur, vergezeld van een kopie van uw diploma en een bewijs van 3 jaar relevante werkervaring, dient gericht te worden aan mevrouw de Voorzitter, OCMW-Temse, Kouterstraat 1 te 9140 Temse, tegen ten laatste 6 oktober 2011.

Niveau A, in contractuel dienstverband, voltijds, Dienst Personeel.

Taakgebied Je staat in voor de coördinatie, de dagdagelijkse leiding en goede werking van de personeeldienst. Daarnaast overleg je met de stadssecretaris voor een effectieve organisatieontwikkeling en een kwalitatief personeelsbeheer. Jouw profiel zelfstandig en in teamverband kunnen werken beschikken over een goede deskundigheid inzake personeelsbeleid kunnen plannen en organiseren van het werk beschikken over een master in de rechten beschikken over 3 jaar nuttige ervaring beschikken over een rijbewijs B slagen in een vergelijkend examen. Naast de verloning bieden wij tevens maaltijdcheques, een hospitalisatieverzekering en aanvullend pensioen. Bent u geïnteresseerd in één van bovenstaande functies? Stuur dan uw sollicitatie met cv met kopie van uw rijbewijs en diploma naar: het College van Burgemeester en Schepenen, Administratief Centrum Maagdendale, Tussenmuren 17, 9700 Oudenaarde, ten laatste op dinsdag 06 september 2011. Onvolledige sollicitaties op de dag van afsluiting worden niet aanvaard. Bijkomende informatie is te bekomen bij de personeelsdienst: T 055-33 51 74, personeel@oudenaarde.be

44 I 1 september 2011 I Lokaal

Gemeentebestuur Heuvelland zoekt een voltijds m/v

Financieel beheerder Met vaste benoeming na proeftijd en aanleg wervingsreserve van 2 jaar De selectie verloop in samenwerking met onze HR-partner Ascento, Kwadestraat 157/11, 8800 Roeselare. Inschrijven kan via e-mail tot en met 16 september 2011 en vergezeld van cv, kopie diploma’s en uittreksel strafregister bij marijke.pettens@ascento.be Via hetzelfde e-mailadres kunnen de aanwervingsvoorwaarden en andere informatie worden opgevraagd.


agenda studiedagen

Brussel 8 september

Gent 11 oktober Houthalen-Helchteren 12 oktober Roeselare 13 oktober

Studiedag over de nood en het nut van afstandstolken voor dove personen. www.cera.be (kalender)

Ronde van Vlaanderen

Afstandstolken in gebarentaal via beeldtelefonie

Hechtel-Eksel 18 september

Werkbezoek internationale burgerluchtvaartshow voor burgemeesters Exclusief werkbezoek voor burgemeesters achter de schermen van de vliegshow in Hechtel-Eksel, met focus op veiligheid. www.vvsg.be (kalender)

Malle 18 oktober Affligem 19 oktober Leuven 27 oktober

In de laatste fase van de lokale bestuursperiode staan nog een aantal belangrijke dossiers op de agenda: het pensioendossier voor ambtenaren en contractuelen; de nieuwe beleids- en beheerscyclus; de toegankelijkheid van lokale diensten en de mogelijkheid om op dit vlak binnen deze legislatuur nog een aantal quickwins te realiseren; de harmonisering van de gemeentelijke afvaltarieven; de nieuwe mobiliteitsconvenant; de samenwerkingsmogelijkheden tussen OCMW’s en de OCMW-verenigingen; het vraagstuk van etnisch culturele diversiteit. Op de Ronde van Vlaanderen krijgt u de nodige i nformatie van de VVSGmedewerkers. www.vvsg.be (kalender)

Antwerpen 28 september

Een integrale blik op rondhangende jongeren Studievoormiddag over hangjongeren. www.vvj.be (kalender) Brussel 28 september

Integrale veiligheid: puzzelen aan lokale veiligheid Studienamiddag over de functie en betekenis van veiligheid binnen verschillende beleidsdomeinen. www.politiestudies.be.

Brussel vanaf 20 september

Geen toekomst zonder visie, geen visie zonder toekomst Driedaags seminarie over toekomstverkenning en visievorming. www.vvsg.be (kalender)

Gent vanaf 27 september Brussel 22 september

Sociale media en ontwikkelingssamenwerking 2.0 Praktijkgerichte opleiding over digitale communicatiemiddelen en nieuwe media. www.vvsg.be (kalender)

Vilvoorde 29 september

Werkgelegenheidsmaatregelen in lokale besturen: aan de slag! Studiedag voor personeelsverantwoordelijken, personeelsdiensten en secretarissen van gemeenten en OCMW’s. www.vvsg.be (kalender)

opleidingen

Brussel 13 september

De beleids- en beheerscyclus: kan diversiteit verankerd worden in de meerjarenplanning? Vorming voor medewerkers en mandatarissen van gemeenten en OCMW’s. www.vvsg.be (kalender)

Gegradueerde seniorenconsulentenvorming met 17 modules die elk als aparte bijscholing gelden. www.fhs.be (seniorenconsulentenvorming)

Torhout 23 september Hasselt 7 oktober Mechelen 21 oktober

Via intervisie en supervisie naar een kwaliteitsvolle dienstverlening in het OCMW/Sociaal Huis Theoretische inleiding en drie intervisiesessies voor medewerkers en teamverantwoordelijken van OCMW’s. www.vvsg.be (kalender)

Beter voorkomen dan genezen: handhaving ruimtelijke ordening op lokaal niveau

Gent 29 september

Infosessie over de mogelijkheden die de Vlaamse Codex aan gemeenten biedt om handhavend op te treden. www.vvsg.be (kalender)

Vorming voor voorzitters OCMW, schepenen en raadsleden betrokken bij communicatie en bij sociaal beleid. www.vvsg.be (kalender)

Brussel vanaf 26 september

Leuven vanaf 29 september

Werk maken van welzijn en participatie van actieve en zorgbehoevende senioren

Leuven 20 oktober

Projectmatig werken voor lokale overheden Lokale overheden overheden voeren nieuwe ICT-systemen in, verhuizen naar nieuwe gemeentehuizen, organiseren nieuwe evenementen of stadsvernieuwingsprojecten. Hiervoor werken ze projectmatig. Maar hoe verhoudt dit projectmatig werken zich tot de strategie van een organisatie, de betrokken partijen en de rollen binnen een project? Verschillende managementtheorieën komen aan bod maar ook praktijkvoorbeelden uit lokale besturen. www.vvsg.be (kalender)

Succesvol communiceren naar al uw burgers

OCMW-hulpverlening aan zelfstandigen in moeilijkheden Opleiding voor OCMWmaatschappelijk werkers over de problematiek van zelfstandigen in moeilijkheden en gefailleerden. www.vvsg.be (kalender)

evenementen

Vlaanderen 11 september

Open Monumentendag Open deur in talloze monumenten en erfgoedsites in Vlaanderen in het licht van het thema ‘Conflict’. sector.openmonumenten.be

Lokaal I 1 september 2011 I 45


column Johan Ackaert

Nog een goed jaar te gaan, en de plakploegen transformeren het aanschijn van uw straat en buurt: op 14 oktober 2012 moet u zich opnieuw uitspreken over de samenstelling van uw gemeentebestuur. In de lokale pers verschenen voor de zomervakantie al de eerste berichten over de lijstvorming waarbij de focus zich vooral richtte op de vraag of bestaande kartels gecontinueerd worden (minder waarschijnlijk) of dat nieuwe bondgenootschappen het levenslicht zien (ietwat waarschijnlijker). Volgens politieke seismologen staat het immers nu al vast dat de aardschokken die bij de drie (federale, regionale en Europese) verkiezingen na 2006 de nationale politiek troffen, gevolgd zullen worden door naschokken in onze gemeenten. Dit lijkt zeker het geval te zijn in het aanbod van kandidatenlijsten. In welke mate de kiezer zelf zich ter plaatse zal laten leiden door Brusselse sores blijft wel een open vraag. Wellicht zullen de gemeentekiezers tegen het einde van de herfst weten wat het aanbod aan lijsten zal zijn en welke boegbeelden naar voren worden geschoven. U krijgt dus ruimschoots de tijd om uw mening vorm te geven. Een ander politiek proces krijgt veel minder aandacht in de lokale krantenkolommen. Steunende op onderzoeksresultaten uit het verleden kunnen we aannemen dat stilaan in zeven van de tien gemeenten (waar de kans klein is dat een partij een absolute meerderheid behaalt) ook de gesprekken starten over de vorming van de bestuursmeerderheid. We weten uit het verleden ook dat ruim veertig procent van de coalities beklonken werden voor de eigenlijke stembusslag. Meer nog, die praktijk blijkt een vrij hardnekkig onderdeel te vormen van de lokale politieke cultuur. En het komt maar zelden voor dat de kiezers voor de feitelijke stembusslag weet

46 I 1 september 2011 I Lokaal

hebben van pre-electorale coalities. Dat wekt bij hen dan ook soms het gevoel dat ze zich wel kunnen uitspreken over de gezichten in de nieuwe gemeenteraad, maar niet over de kleurschakering van het toekomstige college. En toch hoeft de kiezer niet te wanhopen. Meer dan de helft van de partijen die in het verleden deelnamen aan preelectorale onderhandelingen, zagen hun voortijdige ijver niet beloond met de intrede in het schepencollege. Sterker nog, de succesratio van partijen die deelnamen aan deze onderhandelingen, is niet groter dan die van partijen die in de beginfase van het coalitieproces in de kou bleven staan. Hoewel stevig ingebed in de lokale politiek, vertonen voorbesprekingen dus duidelijk een irrationeel kantje. Op den duur zou een mens beginnen te geloven in het bestaan van een invisible hand die de zondaars in het Verborgene van de lokale politiek afstraft. Niets is minder waar: de verklaring voor het falen van voortijdige onderhandelingen ligt voor het grootste gedeelte in het feit dat de betrokkenen geen meerderheid verwerven. Wat meteen ook goed nieuws is voor de lokale democratie: verkiezingen maken nog altijd het verschil uit tussen ‘in’ en ‘uit’. Wetende dat daarnaast ruim zeven van de tien gemeenteraadsleden hun verkiezing te danken hebben aan het persoonlijk behaalde aantal naamstemmen en dat het aantal voorkeurstemmen een van de belangrijkste criteria is bij het aanwijzen van de schepenen en burgemeester is wanhoop dus blijkbaar voorbarig. Of dat allemaal de kwaliteit van het gevoerde beleid verhoogt, laat staan de burger sterker bij dit beleid betrekt, is wel een heel ander verhaal.

beeld karolien vanderstappen

Het Verborgene van de lokale politiek


mee met de werkers BBC! voor maatschappelijk eeIedereen metPublicaties de BBC! Hulp nodig bij de hulpverlening? Deze publicaties bieden bevattelijke info en ondersteuning op maat van de maatschappelijk werker

De beleidsscyclus van de en beheerscyclus van de de OCMW’s en de provincies s engemeenten, de provincies De nieuwe regels toegelicht in 60 vragen en antwoorden 2

EERSTE HULP BIJ SCHULDEN

De auteur duidt de belangrijkste begrippen die te maken hebben met schuldenlast en schuldoverlast. Er worden oplossingen voor specifieke schuldproblemen aangereikt. Per thema vindt u ook heel wat praktische tips, mogelijke acties en instanties om naar door te verwijzen.

60 vragen en antwoorden

Het cahier is een onmisbare introductie voor de eerstehulpverlener en voor iedereen die met personen in schulden in aanraking komt. ‘Eerste hulp bij schulden’ is het tweede cahier dat verschijnt in de reeks Cahiers Schuldenlast van het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling. In dezelfde reeks is al ‘Het kind van de rekening’ verschenen.

tWeeDe, HerWerKte eDItIe

Cahiers SCHULDENLAST • EERSTE HULP BIJ SCHULDEN

Steeds meer mensen hebben problemen met de betaling van hun schulden. Die mensen zijn naast schuldenaar ook cliënt, klant, werknemer, lid van een organisatie, patiënt. Hoe ga je hier als organisatie, werkgever, hulpverlener mee om? Hoe help je een persoon met schulden? Wat kan een schuldeiser doen? Wat kan een schuldenaar doen? Wat moet je zeker vermijden? En naar wie kan je doorverwijzen voor gepaste hulpverlening? Het cahier ‘Eerste Hulp Bij Schulden’ biedt een antwoord op deze vragen.

ISSN 2032-5827 ISBN 978 2 509 00569 4

9

782509 005694

2

SPECIALE AANBIEDING: 10 X 10 SPECIALE AANBIEDING: 10 X 10

Het ‘Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bede de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies Het ecogram – Handboek voor de EHBS rovincies Sociale netwerken in kaart sociale dienst vanvandaag het extra pockets! Eerste Hulp Schulden en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn’ bevat Bestel Voor een Bij bestelling gebracht OCMW ijn’ bevat Bestel vandaag extra pockets! Voor een bestelling een reeks regels voor het meerjarenplan, het budget, de vanaf 10 exemplaren, betaalt euro per stuk Hoe u gaslechts je als 10 hulpverlener, organiudget, de vanaf exemplaren, betaalt u slechts 10 euro per stuk i.p.v. de standaardprijs van 25 euro. boekhouding en10 de jaarrekening van de lokale besturen satie, werkgever om met mensen in Hoe kan ik het sociaal netwerk van Dit handboek is bestemd voor de i.p.v.Het de standaardprijs 25 euro.opvoor besturen schulden? Wat kan een schuldeiser een in kaart brengen een de wijze OCMW-maatschappelijk werkers in en provincies. iscliënt dan ook ergvan ingrijpend doen? Wat kan een schuldenaar doen? overzichtelijke manier? Hoe kan ik hun dagelijkse praktijk. Het is perfect r de wijze waarop lokale besturen hun beleid voorbereiden, budgetWat moet je zeker vermijden? En naar ervoor zorgen dat de informatie die bruikbaar om nieuwe maatschappelijk , budgetteren, uitvoeren, opvolgen en evalueren. wie kan je doorverwijzen voor gepas-

ik verworven heb over het cliëntwerkers op weg te helpen, maar ook systeem niet alleen voor mezelf duiwie al jaren ‘in het vak’ staat vindt er delijk is, maar en regels, alle relevante en actuele informatie In dit handige boekje leest u ook allesvoor overcollega’s de nieuwe andere hulpverleners, en niet in het gebundeld in één informatiebron. De we regels, opgesteld in een vlotte Deze minst voorvraag-antwoordstructuur. de cliënt zelf? Het ‘ecoredactieraad bestaat uit diensthoofur. Deze tweede, herwerkte editie werd opecokaart een aantal punten geacgram’ – ook wel genoemd den van een aantal sociale diensten, ten geac– iseen eenaangepaste praktisch hulpmiddel om allebesturen uit verantwoordelijken OCMW van tualiseerd. Zo is er lijst van lokale informatie over het sociale netwerk de VVSG en een docent maatschapbesturen die vervroegd starten met de nieuwe regeling en wordt er van een cliëntsysteem te bundelen en pelijk werk. De behandelde onderwerwordt er ook verwezen naar het ministerieel besluit van 1 oktober op een eenvoudige manier aanschoupen zijn dan ook ingegeven door de 1 oktober te maken.van Alle de infobeleidsrapporten en voorbeelkenmerkende knelpunten en vragen 2010, met o.m. welijk de modellen en den in deze pocket. waarmee de OCMW-maatschappelijk porten en de lijst van verplichte beleidsvelden. werker wordt geconfronteerd.

te hulpverlening? Dit cahier van het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling duidt de belangrijkste begrippen die te maken hebben met schuldenlast en schuldoverlast. Er worden oplossingen voor specifieke schuldproblemen aangereikt. Per thema staan ook heel wat praktische tips, mogelijke acties en instanties om naar door te verwijzen. (Voor de gespecialiseerde schuldbemiddelaar is er het uitgebreide Handboek Schuldbemiddeling.)

BESTELKAART Bestelbon

Bestel via www.politeia.be of stuur of fax deze strook naar: www.politeia.be of stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, 28, 1000ISBN Brussel / fax: 02 289 26 19 JA, ik bestel ....... ex. van Het ecogram aan € 25 voorravensteingalerij VVSG-leden (€ 29 voor niet-leden)*, 9782509004581 Politeia, ravensteingalerij 28, 1000....... Brussel / fax: 02 289 26 19 ex. van Handboek voor de sociale dienst van het OCMW** aan € 69 voor VVSG-leden (€ 79 voor niet-leden)*,

ISBN van9782509005083 de tweede, herwerkte editie van “De beleids- en beheerscyclus van de  JA, ik bestel ………… pockets ....... ex. van EHBS – Eerste Hulp Bij Schulden aan € 27*, ISBN 9782509005694 herwerkte editie van “De beleidsen beheerscyclus van denieuwe gemeenten, de oCMW’s en de provincies. De regels toegelicht in 60 vragen en antwoorden” (€ 25) e nieuwe regels toegelicht in 60van vragen en antwoorden” 25) Vanaf een bestelling 10 exemplaren betaal (€ ik slechts 10 euro per boek.* al ik slechts 10 euro per boek.*

naam adres functie

organisatie btw-nummer email datum tel. handtekening

adres

Organisatie: .........................................................................................................................................

Datum en handtekening:

Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ...............................................................................................................................................

btw-nummer

E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: .....................................................................................................................................................

datum

Adres: .................................................................................................................................................. BTW: .................................................................................................................................................... handtekening

* Prijzen BTW inbegrepen, verzendkosten niet inbegrepen. Raadpleeg onze website (www.politeia.be) voor exacte prijzen. ** De bijwerkingen aan 0,49 euro per blz. zullen me automatisch toegestuurd worden tot schriftelijke opzegging. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

* Prijs inclusief btw maar verzendkosten. PrijsPoliteia, geldigRavensteingalerij tot 31/10/2011.28,Check voor actuele Stuurexclusief of fax deze bon naar: Uitgeverij 1000 Brussel, fax 02 prijzen 289 26 19steeds onze website www.politeia.be.

of bestelsteeds via www.politeia.be stuur een e-mail naar info@politeia.be 0/2011. Check voor actuele prijzen onze websiteofwww.politeia.be.



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.