2011Lokaal10

Page 1

Nr 10 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746

Lokaal

Houthalen-Helchteren duurzaam en hi-tech Kunnen gemeenten en OCMW’s voortaan onbeperkt lenen? Al het lokale beleid moet sociaal zijn Immaterieel erfgoed: meer dan curiosum voor toeristen


Public waste PartnershipS: u wint drie keer! U wilt het afvalbeheer in uw gemeente doeltreffend en professioneel aanpakken? Dát verwachten de inwoners van u. De milieuoverheid eist dat u haar wetgeving naleeft. Specialistenwerk dus. U kunt twee dingen doen. Ofwel gaat u in zee met een partner die alle lasten van u overneemt. Ofwel houdt u een deel van het werk in eigen beheer. Twee perfecte oplossingen! Wanneer u kiest voor Indaver en haar Public waste PartnershipS wint u op drie vlakken: ■

■ ■

U krijgt de beste oplossingen voor de verwerking van uw afval, organisatie en verwerkingsinstallaties. U bepaalt in alle vrijheid op welke manier u met ons wilt samenwerken. U bewaart zelf de controle over de opdracht.

Lees meer op onze website of neem contact met ons op voor meer uitleg. info@indaver.be

Tel. +32 15 28 80 24

www.indaver.be www.indaver.com

Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer


inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen

kort lokaal

Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

5 opinie – Vlaanderen erkent belang van lokaal armoedebeleid

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

12 Het nieuwe werken in Houthalen-Helchteren: duurzaam en hi-tech Tegen juni 2012 verrijst een nieuwe gemeentehuis met een compleet nieuwe bestuurlijke organisatie waarbij gemeente, OCMW en politie intens samenwerken om de dienstverlening te verbeteren. Houthalen-Helchteren legt de lat bijzonder hoog.

marlies van bouwel

bestuurskracht

12

16 Praktijk in Vilvoorde – Duodag, een verrijkende ervaring voor gemeenten en voor mensen met een arbeidshandicap 17 Kunnen gemeenten en OCMW’s voortaan onbeperkt lenen? 20 Aan de slag met uw belastingaangifte 21 Lokale raad – Hebben politieraadsleden toegang tot de politiecellen? 22 De raad van Eeklo – Anja schenkt koffie

werkveld 24 Interview – Jos Hermans, Raf Nulens, Bart Verhaeghe en Martin Vandebuerie

stefan dewicikere

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46

24

Al het lokale beleid moet sociaal zijn De Vereniging voor Vlaamse Welzijnsdiensten is twaalf jaar geleden gesticht omdat deze gemeentelijke medewerkers vooral aandacht wilden voor het sociale luik, en voor samenwerking van gemeente en OCMW waren. Nu welzijn in alle gemeentelijke domeinen een belangrijk facet is geworden, heft de Vereniging zichzelf op. 28 Vergunningen voortaan digitaal Stedenbouwkundige vergunningen en milieuvergunningen zullen vanaf begin volgend jaar grotendeels digitaal afgehandeld kunnen worden. Dit werkt niet alleen kosten- en tijdbesparend maar is ook transparanter en milieuvriendelijker.

stefan dewicikere

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

31 Praktijk in Erpe-Mere – Politie leert winkeliers dieven herkennen en aanpakken 32 Immaterieel erfgoed: meer dan curiosum voor toeristen 35 Bio op het bord van het beleid 36 Achter de schermen – Bibliotheekassistent

geregeld 37 wetmatig – berichten 41 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 42 column – Pieter Bos

28 Op de cover Op de vroegere mijnsite wordt hard gebouwd aan het nieuwe administratieve centrum van Houthalen-Helchteren, met vooraan een gigantisch golvend groendak. Foto: Bart Lasuy

Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

Lokaal I 1 juni 2011 I 3


VVSG-Politeia Publicaties voor de zorg- en welzijnssector

Handboek residentiële ouderenzorg Het boek is bestemd voor al wie te maken heeft met het beleid en het dagelijks beheer van een woonzorg-centrum. Een team van specialisten van de Directeurs Openbare Thuisvervangende Zorg Vlaanderen vzw (DOT.zorg) onder leiding van Elke Vastiau, stafmedewerker ouderenzorg van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten zorgt voor praktische en concrete antwoorde op de vragen waarmee elke directie geconfronteerd wordt. U vindt er antwoorden op uw vragen over personeelsbeheer, financiering, opnamebeheer, infrastructuur, boekhouding, veiligheid, benchmarking, …

Codex ouderenzorg

Praktijkboek Kwaliteitszorg

In deze Codex ouderenzorg, afgestemd op de residentiële voorzieningen, staan het Woonzorgdecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten centraal, maar uiteraard wordt het federale luik en de uitgebreide RIZIV-regelgeving niet vergeten. Een absolute meerwaarde zijn ook de norminterpretaties die aan de wetgeving worden toegevoegd. Kortom, de relevante regelgeving voor de ouderenzorg vindt u gebundeld in 1 uitgave. Auteur van deze codex is Elke Vastiau, stafmedewerker ouderenzorg van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Het updaten van de wetgeving gebeurt in samenwerking met Inforum.

Het Decreet Kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen betekent een blijvende uitdaging voor alle zorg- en dienstverlenende voorzieningen. Het praktijkboek al jarenlang een standaardwerk voor kwaliteitszorg in de welzijnssector biedt een stevige vertrekbasis om kwaliteitszorg op een systematische wijze te ontwikkelen en in te voeren. Een groot netwerk van ervaren praktijkmensen zorgt jaarlijks tweemaal voor een aanvulling van het Praktijkboek Kwaliteitszorg. Zij worden hierbij ondersteund door een redactieraad onder leiding van Theo Wijnen, stafmedewerker Organisatie-ontwikkeling VVSG.

Bestelbon JA, ik bestel

....... ex. van Handboek residentiële ouderenzorg* aan € 89 (voor VVSG-leden), € 99 (voor niet-leden) ** ....... ex. van Codex ouderenzorg* aan € 99 (voor VVSG-leden), € 109 (voor niet-leden) ** ....... ex. van Praktijkboek kwaliteitszorg* aan € 139 (voor VVSG-leden), € 159 (voor niet-leden) ** Mijn bestuur is lid van de VVSG: ❏ Ja ❏ Neen

Organisatie: .........................................................................................................................................

Datum en handtekening:

Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: .................................................................................................................................................. BTW: .................................................................................................................................................... Stuur of fax deze bon naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19 of bestel via www.politeia.be of stuur een e-mail naar info@politeia.be

* De bijwerkingen aan 0,49 euro per blz. zullen me automatisch toegestuurd worden tot schriftelijke opzegging. ** Prijzen BTW inbegrepen, verzendkosten niet inbegrepen. Raadpleeg onze website (www.politeia.be) voor exacte prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


kort lokaal opinie

Vlaanderen erkent belang van lokaal armoedebeleid We willen het lokale armoedebeleid versterken als een wezenlijk element van een omvattende armoedeaanpak op Vlaams niveau. Zo staat het in het Witboek over interne staatshervorming. De Vlaamse regering ziet een cruciale rol voor steden en gemeenten in een inclusief armoedebeleid, dat zich manifesteert op talloze terreinen: werk, opleiding, wonen, gezondheid, gezin en vrijetijdsaanbod. Lokale besturen moeten vooral samenwerkingsverbanden aangaan met iedereen op het terrein en de regie voeren over alle acties ter bestrijding van de armoede op hun grondgebied. Door samen te werken, de krachten te bundelen en de muurtjes tussen de sectoren te slopen kan er veel resultaatgerichter gewerkt worden. Mooi zo. Dat zeggen we al jaren. Concrete resultaten voor de mensen in armoede worden inderdaad geboekt door doelgerichte en gecoördineerde acties op het terrein. En dus duid je het best een coördinator aan die de zaken opvolgt, bij uitstek een taak voor het lokale bestuur. Maar een omvattende armoedeaanpak is niet enkel een Vlaamse aangelegenheid. Hij vergt ook afstemming met de federale overheid die nog steeds de stevigste hefbomen in handen heeft om het armoedebeleid te sturen: sociale zekerheid, inkoEen doelgericht lokaal menspolitiek, wetgeving over het leefloon en de herarmoedebeleid vergt een verdelingsvraagstukken (fiscaliteit). Het optrekken van betere erkenning door de laagste uitkeringen en inkomens tot de EuVlaanderen van de rol die de ropese armoedegrens is wellicht de meest OCMW’s spelen. effectieve maatregel om armoede te bestrijden, maar het is wel een federale bevoegdheid. Bovendien vergt een doelgericht lokaal armoedebeleid een betere erkenning door Vlaanderen van de rol die de OCMW’s spelen. OCMW’s hebben de opdracht aan alle inwoners op het grondgebied van de gemeente passende maatschappelijke dienstverlening aan te bieden opdat ze een menswaardig leven kunnen leiden. Deze opdracht biedt ze de mogelijkheid een centrale rol te spelen in het lokale armoedebeleid als trajectbegeleider van mensen in armoede en de dienstverlening op het niveau van de cliënt te coördineren. De Vlaamse overheid moet vooral deze centrale rol versterken. Tot slot vergt regie ook doorzettingsmacht. Lokale besturen moeten dus instrumenten krijgen om alle betrokkenen op het terrein rond de tafel te brengen en het niveau van de vrijblijvende medewerking te overstijgen. De beleidskeuzes over de te bewandelen weg worden dan lokaal gemaakt. Dat vergt enige mentale soepelheid van de verschillende Vlaamse administraties die de beschotten tussen de verschillende sectoren vaak zelf tot stand gebracht hebben en tot nu toe graag vanuit een sectorale houding de aansturing deden van wat lokaal moest gebeuren.

Piet Van Schuylenbergh is directeur van de VVSG-afdeling OCMW’s

Lokaal I 1 juni 2011 I 5


kort lokaal nieuws

Gemeentelijke Holding snijdt in dividenden

In principe bestaat de winstuitkering van de Gemeentelijke Holding uit drie delen. Het eerste is een preferent dividend op de kapitaalverhoging van 250 miljoen euro uit 2009. Statutair bedraagt het gedurende tien jaar 5,32 euro per aandeel, of circa 13%. In 2010 keerde de Holding dit bedrag van zowat 32,5 miljoen euro volledig uit. Door de moeilijke financiële toestand is er dit jaar slechts 2,87 euro per aandeel of 17,5 miljoen euro beschikbaar. Voor de Vlaamse gemeenten betekent dit een minderontvangst van bijna 5,5 miljoen euro. Het tweede bevoorrechte dividend is het rechtstreeks doorgeven van een stuk van het Dexiadividend in functie van de verdeling van de Dexiacertificaten die bestonden tot voor de kapitaalverhoging. Vorig jaar ging het om ruim 5,7 miljoen euro, dit jaar is er helemaal niets: voor de Vlaamse gemeenten een verlies van 2,2 miljoen euro. In 2008 kregen de Belgische aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding nog 26 miljoen euro dividend op hun Dexiacertificaten, waarvan ruim 10 miljoen euro voor de Vlaamse gemeenten. Het derde stuk van de winstuitkering gebeurt op de gewone aandelen, maar dat deel van het dividend wordt al voor het derde jaar op rij niet uitgekeerd. In 2008 ging het nog om 105 miljoen euro, waarvan 42 miljoen voor de Vlaamse gemeenten. Het recht op het niet-betaalde deel van de preferente aandelen schuift door naar een volgend jaar. Als de toestand financieel grondig verbetert, sluit de Gemeentelijke Holding een interim-dividend eind dit jaar niet uit, maar de kans dat dit gebeurt, lijkt ons eerder klein. De lagere dividenduitkering heeft natuurlijk alles te maken met de slechte financiële situatie waarin de Gemeentelijke Holding zich bevindt. Die hangt dan weer nauw samen met de blijvende onzekerheid over Dexia, de belangrijkste participatie van de Holding. Vooral de blijvend lage beurskoers van Dexia baart zorgen. Voor de Gemeentelijke Holding zijn de Dexia-aandelen immers een onderpand voor de uitstaande schulden. Als de beurskoers zakt, daalt ook de waarde van de waarborg. Tot eind juni beschikt de Gemeentelijke Holding over een bijkomende garantie van 125 miljoen euro die, weliswaar tegen betaling, ter beschikking wordt gesteld door de drie gewesten. De kans bestaat dat de Holding moet gaan onderhandelen over een verhoging van die garanties. Een bijkomend probleem is het feit dat de belangrijkste bron van liquide middelen, het Dexiadividend, al drie jaar droog staat. Onder druk van de Europese Commissie mag Dexia zelf immers geen dividend in cash uitbetalen. De winstuitkering van de bank, die ook lager ligt dan voor de crisis, gebeurt in de vorm van aandelen, die weliswaar na ontvangst door de

6 I 1 juni 2011 I Lokaal

layla aerts

De Gemeentelijke Holding snoeit drastisch in de dividenden. Vooral de onzekerheid bij Dexia weegt zwaar door.

De slechte financiële situatie van de Gemeentelijke Holding brengt forse minderontvangsten voor de gemeenten mee.

Gemeentelijke Holding worden verkocht. Maar de Gemeentelijke Holding heeft ook een schuldenprobleem. In de periode 2011-2013 moet hij immers zowat 500 miljoen aan uitstaande schulden terugbetalen. Die kwamen er vooral door de kapitaalverhoging van Dexia waarop de Holding eind 2008 intekende. In de huidige marktomstandigheden is een herfinanciering van een groot deel van die 500 miljoen euro uitgesloten, en dus moet de Holding activa verkopen. Daarvoor zouden eerst de minst renderende beleggingen en participaties in aanmerking komen, om het rendement niet te veel te beïnvloeden. Maar een lager rendement weegt natuurlijk ook op de potentiële verkoopprijs. Over 2010 heeft de Gemeentelijke Holding een verlies geboekt van 17,6 miljoen euro, tegenover een verlies van 3,2 miljoen euro in 2009. Het operationele resultaat steeg van -52,3 naar +22,4 miljoen euro. Het verlies van 2010 is vooral te wijten aan waardeverminderingen op de beleggingen en minwaarden bij de verkoop van bonusaandelen Dexia. jan leroy

Gegevens over aandelen Gemeentelijke Holding en dividenden per gemeente op www.vvsg.be, knop werking en organisatie, financiën, gemeentelijke participaties


print & web

Nog geen akkoord met lokale besturen over muziek op de werkvloer In december vorig jaar kondigden de beheersmaatschappijen van de auteurs (SABAM) en de producenten (SIMIM) van muzikale werkstukken aan dat zij willen overgaan tot het innen van rechten voor het afspelen van muziek op de werkvloer bij de lokale overheden: gemeenten, politiezones, OCMW’s en intercommunales. Het betreft hier dus louter het afspelen van muziek, zoals radiomuziek in een bureau. Het gezamenlijke project van SABAM en SIMIM voor de invordering van deze rechten kreeg de naam UNISONO. UNISONO omvat zowel de rechten voor muziek afgespeeld in niet publiek toegankelijke delen van gebouwen van lokale besturen als de rechten voor het afspelen van muziek in kantines, wachtmuziek aan de telefoon en achtergrondmuziek op websites. Voor muziekgebruik in publieke ruimtes zoals onthaalruimtes of op feesten moeten immers al langer rechten betaald worden. De VVSG verzette zich al in 2009 fel tegen dit initiatief. Na lang aandringen konden we in januari 2011 voor de eerste keer overleggen met SABAM en SIMIM. Hun vertegenwoordigers verklaarden dat een akkoord uit 2009 over het innen van rechten voor het afspelen van muziek met de private sector ook van toepassing is voor de lokale besturen en dit per juridische entiteit. Op basis daarvan zouden ze starten met een retroactieve invordering van deze rechten tot en met 2009. De VVSG kon de belofte van de beheersmaatschappijen verkrijgen dat zij niet zouden overgaan tot retroactieve invordering als de lokale besturen een driejarige korting laten vallen bij een snelle aangifte van het muziekgebruik. De VVSG onderzocht dit akkoord en berekende dat de kosten voor de lokale besturen de pan zouden uitswingen. Voor een gemiddelde politiezone liep, volgens onze eigen berekeningen, het verschil op tot 350 euro op jaarbasis. Minister van Vereenvoudiging Vincent Van Quickenborne antwoordde recent op een parlementaire vraag over deze kwestie dat het akkoord van oktober 2009 tussen SABAM-SIMIM en de private sector niet toegepast kan worden op de publieke sector. Een afzonderlijke overeenkomst met de lokale besturen dringt zich dus op. De VVSG lijkt bijgevolg een goede keuze te hebben gemaakt door niet meteen in te gaan op het aanbod van de beheersmaatschappijen en het antwoord van de minister af te wachten. We wachten nu op een uitnodiging tot overleg en adviseren onze leden om nog niet te betalen. tom de schepper en katrien colpaert

Schriftelijke Vraag van Jef Van den Bergh, 1 maart 2011, nr. 95, Kamer

12%

Sommige mensen hebben recht op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. Daardoor betalen ze een lagere persoonlijke bijdrage of remgeld bij een ziekenhuisverblijf, voor een raadpleging van een arts, voor geneesmiddelen. In Vlaanderen heeft 12% van de bevolking een verhoogde tegemoetkoming (2010). In Lier en Sint-Lievens-Houtem is het aandeel identiek aan het Vlaamse gemiddelde. De grootste aandelen vinden we in Ronse, Vleteren en Antwerpen (meer dan 19%). In Tervuren, Linkebeek, Wezembeek-Oppem en Kraainem ligt het aandeel onder de 5%. www.lokalestatistieken.be

52 quickwins voor toegankelijkheid Uw folders worden niet gelezen of begrepen? Burgers vinden moeizaam hun weg naar uw dienstverlening? Ze durven het OCMW niet binnenstappen? Klinken deze vragen bekend? Dan is de digitale publicatie Quickwins voor toegankelijkheid misschien iets voor u. De publicatie bundelt 52 haalbare acties om uw dienst- en hulpverlening toegankelijker te maken. Voor elke week van het jaar eentje. Per actie kunt u doorklikken naar goede voorbeelden, interessante websites of grappige filmpjes. Met deze acties kunt u op korte termijn zichtbare resultaten boeken zonder onmogelijke investeringen in budget of tijd. U kunt de publicatie gratis downloaden via www.vvsg.be www.vvsg.be/sociaal_beleid, knop ‘Lokaal Sociaal Beleid’

‘Lerende gemeente’: nieuwe aflevering De nieuwe aflevering van de losbladige gids Lerende gemeente biedt een brede waaier aan inspirerende thema’s. Zo wordt onderzocht hoe besturen op Europees, Vlaams en lokaal niveau de bedroevend hoge ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs kunnen keren. Welke regie is nodig om aan alle sociale geledingen via onderwijs een toekomst te bieden? De gids maakt u verder wegwijs in de kinderopvang, met name de rol van gemeenten naast die van Kind en Gezin, hoe web- en nestfuncties te realiseren en kwaliteitsopvang te bieden. Andere bijdragen gaan over de verschillende dimensies van de wederzijdse betrokkenheid tussen ouders en school, en over samenwerking tussen sportdienst en onderwijs ter bevordering van de gelijke kansen in sportparticipatie. M. De Vry (red.), Lerende gemeente: gids voor flankerend onderwijsbeleid, uitgave VVSG-Politeia, Brussel, 74 euro

Lokaal I 1 juni 2011 I 7


kort lokaal nieuws

Hervormingsplannen inburgering en integratie beperkt tot organisatorische herstructurering?

De huidige hervormingsplannen beperken zich louter tot een hergroepering van de (bovenlokale) vzw’s die door Vlaanderen worden aangestuurd en (mee)gefinancierd: de Huizen van het Nederlands, de Onthaalbureaus en de sociale Tolkendiensten in het kader van het integratie- en inburgeringsbeleid. De VVSG vindt dat een hervorming van het integratie- en inburgeringsbeleid niet tot enkele reorganisaties van bovenlokale structuren beperkt kan blijven. Ze pleit voor de versterking van de lokale regiefunctie, die de gemeenten decretaal al hebben gekregen, en voor een betere financiering. Nu krijgen vooral de ondersteunende organisaties geld. Ook pleit de VVSG voor de erkenning van de OCMW’s voor hun rol in het inburgeringsbeleid. De volgende maanden zal de VVSG de hervormingsintenties van de minister op de voet volgen. Haar vraag om de hervormingsplannen ruimer te bekijken wordt ondersteund door het VLABEST-advies van 6 mei. Dit advies werd voorbereid door een werkgroep waarin de VVSG en andere stakeholders waren vertegenwoordigd. Het kwam tot stand op basis van een voorbereidend onderzoeksrapport door de Universiteit Leiden. De VVSG vindt het jammer dat minister Bourgeois met zijn hervormingsplannen niet op dit interessante advies heeft gewacht. Veel verschillende organisaties zijn bij inburgering en integratie betrokken, ze opereren op uiteenlopende bestuursniveaus en vanuit verschillende structuren en statuten. Dit leidt onvermijdelijk tot haast onoplosbare afstem-

8 I 1 juni 2011 I Lokaal

layla aerts

In zijn beleidsbrief Integratie en Inburgering (2010-2011) beloofde minister Geert Bourgeois een traject voor hervorming van de integratiesector op te zetten om het lokale integratiebeleid met bovenlokale ondersteuning te versterken. Ondertussen zijn de eerste intenties van deze hervormingsplannen bekend. Van een versterking van het lokale niveau merken we nog niet veel.

mingsproblemen. Hiervoor bestaan geen kant-en-klare oplossingen. Enkel coördinatie, samenwerking en afstemming zijn centrale begrippen voor het succes van het beleid.

Eén regisseur Om dit te doen slagen is er volgens VLABEST één autoriteit nodig die het inburgerings- én het integratiebeleid regisseert. Die regisseur moet steeds de uiteindelijke doelstelling van het beleid in het oog houden – empowerment van de doelgroep – en heeft daarbinnen een aantal specifieke taken. Voor het aanduiden van de regisseur pleit VLABEST, in de lijn van haar eerdere adviezen over de regioscreening, voor een aanpak van onderuit. Dit betekent dat alle spelers in het inburgerings- en integratieveld binnen een bepaalde regio samenkomen om oplossingen te zoeken voor de afstemmingsproblemen en een regisseur aan te duiden. Daarbij lijkt het volgens VLABEST logisch dat die regierol ‘van rechtswege’ toekomt aan de lokale besturen. De VVSG vindt het jammer dat VLABEST de aanduiding van de regisseur van onderuit wil laten gebeuren. Voor het integratiebeleid hebben de gemeenten deze regie al ‘van rechtswege’ toegewezen gekregen via het integratiedecreet. Een regiefunctie

hebben impliceert echter doorzettingsmacht. Dit zijn juridische en/of financiële instrumenten om anderen te sturen en de afstemming van hun werking op de lokale werking te verzekeren. Vandaag beperkt de regisseursfunctie van de lokale besturen zich tot netwerkmakelaar of coördinator. Samenwerken gebeurt op vrijwillige basis. Weigert een belangrijke partner mee te werken, dan kan het bestuur niet ingrijpen.

Oog voor maatwerk én erkenning Het invullen van de regierol zal dus ook volgens VLABEST het belangrijkste aspect worden van het Vlaamse beleid, niet zozeer het sleutelen aan structuren en organisatievormen. Dit impliceert dat ook de nodige middelen en bevoegdheden worden toegekend. De cruciale rol en taak die het OCMW opneemt ten aanzien van de doelgroep, moet volgens VLABEST daarbij expliciet worden erkend. Ten slotte moet het Vlaamse beleid ook horizontale afstemming over de beleidsniveaus heen stimuleren. sabine van cauwenberge en lucy vereertbrugghen

VLABEST-advies en onderzoek universiteit Leiden: http://www2.vlaanderen.be/ vlabest/ en www.vvsg.be, knop sociaal beleid, ECD


print & web

Ondernemershuis biedt advies en kantoorruimte aan

De vuilnisman

GF

In het ondernemershuis aan de Kanunnik De Deckerstraat te Mechelen kunnen startende zelfstandigen terecht voor advies, ondersteuning en de huur van een kantoorruimte en vergaderlokalen. Met het ondernemershuis Oh! wil het stadsbestuur lokaal talent promoten en starters in de cruciale eerste drie jaar van hun ondernemerschap helpen zich te ontplooien. Met medewerking van Telenet, Unizo en de Lessius Hogeschool en met steun van verschillende overheidsinstanties heeft de stad het vervallen pand gerenoveerd. Het telt nu 31 kantoorruimtes, een entreehal, vergaderruimtes en een ruime tuin. De huurprijs van een kantoorruimte bedraagt 425 euro per maand. Na drie jaar moeten de startende ondernemers plaats maken voor nieuw talent. Het ondernemershuis maakt deel uit van de algemene herwaardering van de stad waarbij de focus ligt op dienstverlening aan bedrijven en op het stimuleren van creativiteit. De

komst van het ondernemershuis en de inplanting van een horecazaak in de tuin leiden bovendien tot een opwaardering van deze buurt. Het Oh!-huis biedt niet alleen kantoorruimtes aan maar verzorgt ook opleidingen. Ook ervaren ondernemers kunnen er terecht met vragen. Acht werknemers van de dienst Economie van de stad hebben er hun werkplek.

L. Slegers, De vuilnisman, Clavis Uitgeverij, Hasselt, 14,95 euro

inge ruiters

www.mechelen.be/oh, T 015-28 91 90, Sylvia Van den Bergh

Heist-op-den-Berg opent inloophuis dementie Sinds 2 mei beschikt Heistop-den-Berg over een inloophuis dementie dat gelegen is op het domein van het woon- en zorghuis Ten Kerselaere. Het inloophuis is een gemeenschappelijk initiatief van het OCMW Heist-op-den-Berg, het lokaal dienstencentrum De Pit, het Psychogeriatrisch Netwerk en het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg. Het is een activiteiten- en een adviescentrum met een lage drempel waar mensen met dementie en

Als we een banaan eten, eten we de schil niet op. Als een plastic flesje leeg is, blijft het flesje over. Al dat overschot noemen we afval. Natuurlijk gooien we afval niet op de grond. Dat zou maar een vuile boel worden! We moeten ons afval goed sorteren, in de juiste bak of zak. De vuilnisman komt die verschillende soorten afval apart ophalen. In dit boeiende informatieve prentenboek neemt de vuilnisman kleuters mee op pad en laat hij hen kennismaken met afval. Liesbet Slegers vertrekt daarbij vanuit de leefwereld van kleuters en legt alles helder en eenvoudig uit. Zo krijgen kleuters niet alleen een duidelijk beeld van de vuilnisman, maar ook van afvalverwerking, -preventie en recyclage. Het boek kwam tot stand in samenwerking met Fost Plus en IOK Afvalbeheer.

hun naasten informatie en advies kunnen krijgen. Dit centrum wil mensen met dementie overdag een thuis bieden, waar ze mogen zijn wie ze zijn. Niet hun gebrek of ziekte staat voorop, maar hun vermogen. Ze zijn de hele dag welkom in het centrum, alleen of samen met hun partner, familie of vrienden. Ze bepalen zelf wat ze doen: de krant lezen in de koffiehoek, informatie opzoeken in de bibliotheek, samen eten, een lezing organiseren of bijwonen, deel-

nemen aan een creatieve of sportieve activiteit, terwijl anderen gewoon naar het cafĂŠ komen om te praten. Met uitzondering van vakanties en feestdagen houdt Herman Wauters van het Psychogeriatrisch Netwerk er elke maandag tussen 14 en 17 uur consult voor personen met dementie en hun familieleden. inge ruiters

Ilse Van Dessel, centrumleider De Pit, T 015-22 88 99, www.tenkerselaere.be

Wegwijs op de Vlaamse arbeidsmarkt De behoefte aan lokale arbeidsmarktinformatie wordt steeds groter, maar het verzamelen ervan is vaak moeilijk en tijdrovend. De volledig vernieuwde Wegwijs op de Vlaamse arbeidsmarkt komt hieraan tegemoet door een schat aan bevolkings-, tewerkstellings- en werkloosheidsgegevens bijeen te brengen in een gebruiksvriendelijke toepassing, online beschikbaar via www.vdab.be. De toepassing maakt het zeer eenvoudig om arbeidsmarktgegevens op te vragen van het Vlaamse tot het gemeentelijke niveau, en nu zelfs ook op wijkniveau om optimaal in te spelen op de behoefte aan een gediversifieerde aanpak van de werkloosheid. Binnen de geografische niveaus worden de gegevens onderling vergeleken aan de hand van kleurcodes, geografische kaarten en rangschikkingstabellen. De toepassing is toegankelijk via http://wegwijs.vdab.be, de bijbehorende publicatie via http://vdab.be/ trends/wegwijs.shtml

Lokaal I 1 juni 2011 I 9


kort lokaal perspiraat

“De aanpak van spijbelaars valt nu onder de verantwoordelijkheid van het parket. Het heeft daar de laagste vervolgingsgraad. Laat ons dat overhevelen naar de gemeenten en gemeenten toelaten administratieve boetes uit te schrijven voor spijbelgedrag.” Kamerlid en burgemeester van Mechelen Bart Somers (Open VLD) bereidt een wetsvoorstel voor over de sanctionering van spijbelgedrag door gemeenten – De Standaard 11/5 “Veel gemeentebesturen installeren een zone 30 op een veel te grote oppervlakte, terwijl de omgeving niet uitnodigt om trager te gaan rijden. De chauffeur moet de indruk hebben dat zo’n snelheidslimiet realistisch en nuttig is.” Staatssecretaris van Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V) over het hoge aantal snelheidsinbreuken in zones 30 – Gazet Van Antwerpen 12/5 “Mensen kunnen het onderscheid lokaal/federaal echt wel maken. Dat doen ze nu al. Als ik in Gent drie keer per week aangesproken word over de toestand in Brussel, zal het veel zijn.” Burgemeester van Gent Daniël Termont (SP.A) – De Standaard 14/5 “Er is hier inderdaad geen overlast door hangjongeren. Dat willen we graag zo houden.” Burgemeester Ronald Parys (LVB) van Ternat, dat ‘zero tolerance’ invoert voor hangjongeren op alle speelpleinen na half tien ’s avonds – De Standaard 16/5

10 I 1 juni 2011 I Lokaal

Sint-Niklaas (links) blinkt uit in solidariteitsbeleid terwijl Tienen (onder) heel sterk is in het laten participeren van kinderen.

Vlaams minister van Jeugd Pascal Smet heeft Sint-Niklaas en Tienen uitgeroepen tot de Vetste gemeenten van Vlaanderen. Beide steden mogen gedurende twee jaar deze titel dragen omwille van hun sterk lokaal jeugdbeleid. De minister koos uit 33 inzendingen Tienen omdat het heel sterk is in het laten participeren van kinderen en Sint-Niklaas omdat het uitblinkt in solidariteitsbeleid. De ingediende dossiers zijn getoetst aan vijf criteria: vernieuwende en wervende kwaliteiten van het gemeentelijke jeugdbeleid, de actieve betrokkenheid en de participatie van de jeugd, het bereik van verschillende doelgroepen, de duurzame effecten op het jeugdbeleid voor de infrastructuur en de effecten op vlak van ontsluiting. Naast de titel ontvingen de jeugdraden van de winnende gemeenten elk 10.000 euro. GF

“De dynamiek van steden wordt onderschat. Een land als België bestaat 180 jaar. Steden daarentegen hebben een levensduur van duizenden jaren. Zeker in een eengemaakt Europa zal de politieke dynamiek meer en meer vanuit de steden komen.” Christian Leysen, ondernemer met een zwak voor stadsontwikkeling – Knack Extra 11/5

Sint-Niklaas en Tienen vetste Vlaamse gemeenten

GF

“Wij hebben hier heel snel na de gemeenteraadsverkiezingen, op één maand tijd, een akkoord bereikt omdat we samen voor het belang van de stad wilden werken.” Burgemeester Patrick Janssens (SP.A) van Antwerpen becommentarieert de federale regeringsonderhandelingen – Radio 1, ‘De ochtend’ 13/5

inge ruiters

Tot 24 juni Proefprojecten coöperatief ondernemen Vlaams minister van Sociale Economie Freya Van den Bossche lanceert een proefproject over coöperatief ondernemen met een innovatief karakter. Coöperatief ondernemen maakt van oudsher deel uit van de sociale economie en treedt vandaag weer meer op de voorgrond. Onder innovatie wordt het inspelen op een maatschappelijke niche verstaan door de ontwikkeling van een nieuw of vernieuwend organisatieen financieringsmodel voor coöperatief ondernemen. Het pilotproject wil de principes van het coöperatief ondernemen opwaarderen. Een van de beoogde niches is cultuur in relatie tot publieksparticipatie en het bevorderen van sociale cohesie. Een aanvraag voor projectsubsidiëring indienen kan tot 24 juni (vóór 12 uur). Er is een totaal budget van 1.500.000 euro beschikbaar. www.werk.be, knop werkgever, tewerkstelling en sociale economie, nieuwe projectoproepen


nieuws

Nieuw screeninstrument voor alcohol, tabak en andere middelen OCMW-medewerkers komen regelmatig in contact met mensen met een verhoogd risico op problemen met alcohol of andere middelen. Het is belangrijk dat maatschappelijk werkers dit vlug opmerken, de ernst ervan beoordelen en het bespreekbaar maken. Om hierbij te helpen vertaalde en herwerkte de VAD in samenwerking met de VVSG en andere organisaties de ASSIST, de Alcohol, Smoking and Substance Involvement Screening Test, een screeninstrument dat door de Wereldgezondheidsorganisatie is ontwikkeld. De ASSIST bestaat uit acht vragen over tabak, alcohol, cannabis, cocaïne, stimulerende middelen type amfetamine, slaap- en kalmeringsmiddelen, hallucinogenen, vluchtige snuifmiddelen, opiaten en andere drugs. Afhankelijk van het resultaat volgt informatie, een kortdurende motiverende interventie of doorverwijzing naar intensievere hulpverlening. sabine van cauwenberge

De ASSIST en handleiding kunt u raadplegen op www.VAD.be.

Digitalisering van de prestatiestaten van Vlaamse werkgelegenheidsmaatregelen Lokale besturen zullen – net als andere werkgevers in Vlaanderen – binnenkort de gegevens in het kader van Vlaamse werkgelegenheidsmaatregelen digitaal moeten aangeven aan het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (VSAWSE). Het VSAWSE betaalt de loon-

subsidies vandaag nog steeds op basis van een aangifte op papier. Het heeft aan de VVSG gevraagd om de behoeften van de lokale besturen te duiden en er mee voor te zorgen dat de overgang van papier naar digitaal vlot verloopt. Er wordt vanzelfsprekend een overgangsperiode gepland.

De VVSG heeft al aangegeven dat de softwareleveranciers van de personeelsdiensten van de gemeenten en OCMW’s bij de operatie betrokken moeten worden. De lokale besturen ontvangen binnenkort meer informatie van het VSAWSE.

Tot 1 juli Subsidies voor projecten Europees Vluchtelingenfonds Het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) ondersteunt projecten voor de verbetering van de asielprocedures en opvangvoorwaarden van asielzoekers. Ook projecten die bijdragen tot een betere integratie van vluchtelingen komen in aanmerking. Het EVF ondersteunt de geselecteerde projecten voor maximaal 50% van de totale kosten. De voorwaarden tot subsidiëring en de procedure voor de selectie van projecten kunt u raadplegen op www.fedasil.be. Projectvoorstellen indienen kan tot 1 juli. www.fedasil.be,

chris boens en

www.inforum.be/uhtbin/

petra dombrecht

docno/233923

nix

Lokaal I 1 juni 2011 I 11


bestuurskracht werking & organisatie

Burgemeester Alain Yzermans en secretaris Wim Haest geven Houthalen-Helchteren enthousiast een totale make-over.

12 I 1 juni 2011 I Lokaal


Houthalen-Helchteren: duurzaam en hi-tech Het nieuwe gemeentehuis van Houthalen-Helchteren moet niet alleen het duurzaamste gebouw van Vlaanderen worden, het bestuur wil de gemeentelijke diensten, ook van OCMW en politie, op de duurzaamste manier organiseren om de bevolking een betere en uiterst moderne dienstverlening aan te bieden. Ondertussen verandert de gemeente van afvalbak in cleantech bedrijvencentrum en zal een omleidingsweg van de Noord-Zuidverbinding 40.000 auto’s per dag uit het centrum van Houthalen halen dat in de komende tien jaar ook een totale metamorfose zal ondergaan. tekst marlies van bouwel beeld bart lasuy

V

anaf afrit 29 op de E314 volg ik vier kilometer lang de drukke Grote Baan tot aan het gemeentehuis van Houthalen-Helchteren waarvan precies vijftig jaar geleden de eerste steen werd gelegd. Secretaris Wim Haest glimlacht: ‘Inderdaad, het is hoog tijd voor een nieuw gebouw.’ De zoektocht naar de juiste locatie heeft lang geduurd. Eind 2008 werd de knoop doorgehakt om alle overheidsdiensten voor de bevolking samen te huisvesten op het oude mijnterrein: dus zowel de gemeentelijke diensten als de bibliotheek, het OCMW, de politie en andere administraties zoals het vredegerecht en eventueel het kadaster of de btw. Geen eenvoudig bestek, en dus legde het gemeentebestuur via het autonome gemeentebedrijf de verantwoordelijkheid in handen van de tijdelijke handelsvereniging Mandala, een consortium met een architectenbureau (Holistic Architecture 50/5), de aannemers (Cordeel & Kumpen) en een studiebureau (Arcadis) dat alles financieel en fiscaal in juiste banen leidt. ‘Tegelijk wilden we de organisatie doorlichten om deze af te stemmen op de behoeften van vandaag,’ zegt Wim Haest. Daarom werd in Mandala ook Creando als organisatieadviseur aan boord genomen. ‘Zij moesten mee een antwoord formuleren op vragen zoals waar willen we naartoe met onze organisatie, hoe krijgen we meer synergie tussen politie, gemeente en OCMW en hoe kunnen we de burger op de beste manier onthalen?’ zegt Wim Haest. Burgemeester Alain Yzermans vult hem aan: ‘Tegelijk hebben we ook een budget en een tijdspad vastgelegd: alles moet klaar zijn in juni 2012.’ Voor de burgemeester is het qua voorbereiding en realisatie een uniek project: ‘Bovendien realiseren we al alles dat de decreetgever in groen- en witboek voorstelt, meer nog: we zijn als het ware het laboratorium zowel voor de reor-

ganisatie van het personeel, de samenwerking tussen gemeente en OCMW als alle nieuwe principes die we in interactie met het kabinet het laatste jaar al toepassen. We houden een beperkte lijst beleidsdomeinen over, waardoor de budgethouders één op één met de leden van het college zitten. Op deze manier zijn we al helemaal voorbereid wanneer we in 2012 pilotgemeente worden voor de nieuwe beheers- en beleidscyclus.’ Nieuwe organisatiestructuur Houthalen-Helchteren is een uitgestrekte landelijke gemeente met 31.000 inwoners in vijf deelgemeenten. Genk heeft 2,5 keer zoveel inwoners maar krijgt tien keer meer middelen uit het Gemeentefonds. ‘In Houthalen-Helchteren hebben we maar een beperkt team en dus moesten we wel een beroep doen op derden. Wim Vanderstraeten van Creando is hier nu al twee jaar onze “vaste collega”,’ zegt burgemeester Alain Yzermans. ‘Om te tonen dat we niet fantaseren, willen we alles deze legislatuur afronden. Voordat het gebouw klaar is, zal ook de organisatie zijn veranderd. Het vergt een complete cultuurverandering die we aan een gigantische snelheid doorvoeren en waarbij je uiteraard botsingen hebt.’ Er werd gekozen voor een matrixmodel: in samenspraak met het college staan de budgethouders in voor projecten in hun domein waarvoor ze een resultaatverbintenis aangaan. Hiervoor doen ze een beroep op de personeelsleden die aangestuurd worden door leidinggevenden die ook de werkmiddelen aansturen. ‘Zo doet de budgethouder cultuur een beroep op administratief, technisch en schoonmaakpersoneel maar die worden door andere leidinggevende coördinatoren aangestuurd. Iemand die al tien jaar de administratie van de sportdienst verzorgt, wil misschien wel eens een andere uitdaging en overstap-

Lokaal I 1 juni 2011 I 13


bestuurskracht werking & organisatie

pen naar de administratie leefmilieu. De leidinggevende heeft er alle baat bij dat die kracht gemotiveerd blijft terwijl het niet de eerste zorg van de budgethouder is. Het geeft een nieuw kader dat de motivatie zal opkrikken,’ vertelt Wim Vanderstraeten. De vijfhonderd personeelsleden van gemeente en OCMW worden voortdurend op de hoogte gehouden van alle veranderingen. ‘We hebben twee grote informatiemomenten gehad, nu leggen we het op een kleinere schaal uit,’ vertelt Yzermans. ‘Daarvoor leiden we twaalf veranderambassadeurs op en zijn we met een intern informatieblad NIC-NAC begonnen. We geloven dat de samenwerking zal overwinnen.’ Secretaris Wim Haest geeft toe dat er al traantjes zijn gevloeid: ‘Dit vraagt op veel vlakken een snelle omwenteling, niet iedereen kan even snel mee.’ Toch geloven de medewerkers in de overgang: ‘Ze voelen dat ze als individu kunnen groeien en als team meer resultaat kunnen neerzetten,’ zegt Wim Vanderstraeten.

Een holistisch budget Burgemeester Alain Yzermans komt helemaal op dreef als hij aan het ecologische luik van zijn verhaal komt: ‘Het architectenbureau heeft een holistische

Alain Yzermans: ‘We realiseren al alles dat de decreetgever in groen- en witboek voorstelt, meer nog: we zijn het laboratorium voor alle nieuwe principes die we in interactie met het kabinet het laatste jaar al toepassen.’ visie, het wil het gebouw laten opgaan in het terrein. Het past de normen op een manier toe die medewerkers duurzaam doet werken. We halen het e-peil door de warmte- en koeltechniek, met ons gigantische groendak en het gebruik van de materialen, daarnaast krijgen de fietsers het neusje van de zalm in de parkeerruimte. Zonder fotovoltaïsche cellen halen we nu al de E45-norm, we zoeken naar alternatieven om dat peil nog te verlagen.’ Maar de financiële kant is nog meer de dada van de burgemeester, die

Het nieuwe werken De vrijetijdsdiensten werkten vijf jaar lang in het centrale mijngebouw. Omdat dit gebouw deze zomer wordt gerenoveerd, zijn deze diensten al verhuisd. Toerisme zit in de bibliotheek, de andere personeelsleden zijn naar het al eivolle gemeentehuis verhuisd. ‘Omdat we overschakelen op Het Nieuwe Werken of Werken 2.0, hebben de leden van het managementteam nu geen vast kantoor meer, waardoor we het plaatsgebrek al oplossen. In het nieuwe administratieve centrum zal er nauwelijks meer oppervlakte zijn, maar door flexibel te werken en multifunctioneel met de ruimte om te springen, winnen we tot dertig procent,’ zegt Wim Vanderstraeten. Het strategisch informatieplan van Houthalen-Helchteren is gebaseerd op Digitaal is het Nieuwe Normaal van Peter Hinssen. ‘Vandaag slaan we de dingen wel op maar terugzoeken doen we bijna niet meer. Als je dat wel doet ben je bezig met kennisontwikkeling, met intelligentie. Daarvoor heb je technologie nodig, daarom zijn we half mei omgeschakeld naar cloud technology: Google Apps for Business. Deze outsourcing van de mail- en agenda-infrastructuur maakt dat we eender waar en wanneer kunnen werken met onze documenten. Op onze werkplek, met onze smartphones of iPad of gewoon thuis vanop onze privé-pc. Op deze manier kunnen we ervoor zorgen dat de applicaties automatisch evolueren, garanderen we de continuïteit, verminderen we de afhankelijkheden en verlagen we de totale kosten,’ zegt Wim Vanderstraeten. ‘Bovendien kunnen we voortaan alle documenten opslaan in de Cloud en zoeken op naamgeving en inhoud van onze documenten net zoals je dit op het internet kunt. We willen nog verder gaan en de workflow van de administratie digitaliseren in een elektronisch dossier waartoe we de burger op termijn toegang geven.’ Het nieuwe administratieve centrum zal zoals een bank dag en nacht open zijn: burgers kunnen er altijd vuilniszakken kopen, een bewijs van goed zedelijk gedrag laten afdrukken of een reispas ophalen.

14 I 1 juni 2011 I Lokaal

ook schepen van Financiën is: ‘We passen nu al het nieuwe organisatiemodel toe. Zo beheersen we onze personeelskosten en bespaarden we de voorbije twee jaar op de jaarrekening telkens al 1,2 mil-

joen euro. Wanneer iemand op pensioen gaat, proberen we de vrijgekomen taak in te laten vullen door anderen. Langdurig zieken worden niet zomaar vervangen. We proberen anders om te gaan met de taken. Zo hebben we de personeelskosten afgebouwd en het werkt – en dit in goede verstandhouding met de vakbonden. Het nieuwe administratieve centrum kost geen cent extra aan de gemeenschap. Het gebeurt ook niet op de kap van het personeel of de dienstverlening, het is een kwestie van efficiëntie. Het gebouw kost dertig miljoen euro, de helft financieren we door te besparen op personeel en in de toekomst op energie en onderhoud en door gezamenlijke aankopen.’ Een nieuwe gemeentekern De andere vijftien miljoen euro wil het bestuur van Houthalen-Helchteren halen uit de verkoop van de acht gebouwen waarin de gemeentelijke diensten nu zijn gehuisvest. Yzermans: ‘We verkopen ze in functie van de herinrichting van het centrum, ze worden hefbomen voor de herwaardering en verdichting.’ De Grote Baan is nu een onderdeel van de N74, de Limburgse Noord-Zuidverbinding. Volgens Yzermans heeft zijn regenboogcoalitie na dertig jaar gepalaver voor een doorbraak gezorgd voor het sluitstuk van die verbinding: ‘We zagen maar twee oplossingen voor de 40.000 auto’s die dagelijks door ons centrum rijden: een geboorde tunnel of een omleidingsweg. Ondertussen liggen de tekeningen voor een omleidingsweg klaar, het belangrijkste verkeersprobleem van Limburg kan Vlaanderen eindelijk oplossen en tegelijk kan onze


Brussel, 9 juni Meeting van gemeentesecretarissen en managementteamleden (VFG) Het eerste netwerkevent voor gemeentesecretarissen én managementteamleden heeft als rode draad veranderingsmanagement. Naast Houthalen-Helchteren presenteren ook Meerhout, Lommel en Waregem hun veranderingstrajecten. De nadruk ligt op de rol van het managementteam. Hoe maak je er een echt team van? Hoe gaat zo’n team om met de veranderingen? De meeting reikt de deelnemers nuttige instrumenten en denkpatronen aan, ook uit de bedrijfs- en sportwereld! www.gemeentesecretaris.be

Grote Baan een groene, ecologische laan worden. Voor een deel zal de omleidingsweg door natuur gaan, maar dat kunnen we compenseren. Nu kunnen we het centrum verdichten, een thema dat de verkiezingen hier al vijf of zes keer heeft gedomineerd. De kentering kwam er omdat we van die negatieve zaken onze sterke kanten wilden maken.’ Nieuwe werkgelegenheid ‘Op dezelfde manier is de andere kentering er gekomen. Jarenlang was Houthalen-Helchteren de afvalbak van Limburg met een grote verbrandingsoven aan de ene kant en de stortplaats van Remo aan de andere kant van de gemeente. Dit weegt op onze inwoners. Voor het afval hebben we resoluut gekozen voor cleantech. De Remostortplaats zal nu het voortouw nemen in het project Closing the Circle, de manier waarop bedrijven in Vlaanderen in de toekomst met afval

zullen omgaan. De stortplaats wordt afgegraven en de 15 miljoen ton afval zal voor negentig procent omgezet worden in energie en voor tien procent in grondstoffen. Daarna wordt het voormalige stort een natuurgebied. In HouthalenHelchteren gaan we ons nu dus focussen op het cradle tot cradle-principe (alle gebruikte materialen kunnen na hun leven in het ene product, nuttig worden ingezet in een ander product).’ Zo komen we terug uit bij het nieuwe administratieve centrum dat gebouwd wordt op het stuk van het mijnterrein dat op 300 meter van de kerk ligt. Yzermans: ‘Met dat mijnterrein is ook dertig jaar lang niets gebeurd, met het nieuwe administratieve centrum geven we het gebied een opwaardering. De andere kant van het oude mijnterrein krijgt een compleet nieuwe invulling met een cleantechcampus voor alle nieuw op te richten Limburgse bedrijven in die sec-

tor. In PPS-verband met de Limburgse reconversiemaatschappij gaan we vanaf deze zomer het oude hoofdmijngebouw renoveren om er een cleantech-bedrijvencentrum in te richten maar ook een bezoekerscentrum waar de transitie van het zwarte naar het groene goud levendig duidelijk wordt. Tussen de bedrijven en het nieuwe administratieve centrum komen in de loop van de volgende jaren ecologische woontorens.’ Over vijf tot tien jaar zal Houthalen er helemaal anders uitzien. Het coherente verhaal maakt enthousiast, al ziet Yzermans ook veel scepsis bij de bevolking: ‘Niemand gelooft dat het geen extra belastingen zal kosten. Het is ook een gigantische oefening voor de THV Mandala om alle facetten van het nieuwe administratieve centrumprogramma binnen het budget te houden.’ En tegelijk werkt het bestuur aan de communicatie met de bevolking. Op de Openwervendag (15 mei) bezochten duizend mensen de werf van het nieuwe administratieve centrum. Vanaf juni organiseert het college wandelingen om het verhaal van de dorpsherwaardering te vertellen en een bezoek te brengen aan het nieuwe gebouw. Na afloop van het gesprek rijdt Wim Vanderstraeten me rond door heuvelend Houthalen-Helchteren tot aan de gigantische werf: ‘Zo, nu heb je twintig procent van het verhaal gehad. We werken aan meer dan 200 projecten tegelijk waarvan de helft specifiek verbonden is aan de nieuwe organisatie en het nieuwe administratieve centrum.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal I 1 juni 2011 I 15


praktijk

VILVOORDE - Op 24 maart namen de stad, het OCMW en de stedelijke scholengemeenschap van Vilvoorde deel aan de duodag. Tijdens deze dag zetten werkzoekenden met een arbeidshandicap hun mogelijkheden in de verf. Werkzoekende personen met een arbeidshandicap liepen die dag stage in een gastbedrijf naar keuze en vormden er telkens een duo met een medewerker van dat bedrijf. De duodag is een Vlaams initiatief van de gespecialiseerde trajectbegeleiding voor personen met een handicap (GTB) Vlaanderen.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiĂŤnte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

veerle goeman

Duodag, een verrijkende ervaring voor mensen met een arbeidshandicap

De deelnemers waren vooral onder de indruk van de veelzijdigheid van een lokaal bestuur.

V

ilvoorde kent een hoge structurele werkloosheid. In zijn werkgelegenheidsbeleid ligt het accent op de werkgelegenheid van kansengroepen. Voor mensen met een beperking is professionele inschakeling een basisvoorwaarde om volwaardig mee te tellen in onze samenleving. Werk zorgt niet enkel voor een inkomen maar leidt ook tot sociale integratie en een beter zelfbeeld. In deze regio komt het er vooral op aan extra hefbomen voor de zwakste groepen op de arbeidsmarkt te ontwikkelen. Bij sollicitatieprocedures en aanwerving maakt de stad geen onderscheid tussen mensen met en zonder arbeidshandicap. Het vereiste profiel van de sollicitant voor een bepaalde functie is van doorslaggevend belang.

T 02-255 46 53 www.vilvoorde.be

Voorbeeldfunctie Bij de stad Vilvoorde werken elf mensen met een arbeidshandicap, zowel universitairen als ongeschoolden. De stad vervult een voorbeeldfunctie op het vlak van diversiteit binnen de samenleving. Met haar deelname aan de duodag wil de stad Vilvoorde zelf haar verantwoordelijkheid opnemen en extra sensibiliserend werken. Op de duodag maakten de stagiairs kennis met de grote diversiteit aan dien-

16 I 1 juni 2011 I Lokaal

sten binnen een stadsbestuur. De deelnemers waren vooral onder de indruk van de veelzijdigheid van een lokaal bestuur en zijn diensten aan de bevolking: het schoolopbouwwerk bij de dienst Maatschappelijke Integratie, de maaltijdbedeling vanuit de dienst Sociale Zaken, de klusjes bij de klusjesploeg van de dienst Werk in Eigen Beheer, de groenaanleg bij de dienst Groenvoorziening en de medewerking in de dienstencentra van het OCMW Vilvoorde. Er kon ook iemand een dagje proeven van politiek met schepen van Sociale Zaken en OCMW-voorzitter Hans Bonte. Voor de duodag selecteerde de GTB samen met de partners van Vilvoorde zes werkstagiairs uit 21 kandidaten. Hoewel voor sommige diensten geen kandidaten werden gevonden, waren de werkstagiairs met een arbeidshandicap ook welkom op de diensten Sport, Wijkwerking, stedelijke scholen, de sectie Begraafplaatsen. De duodag leverde geen concrete banen op maar het enthousiasme en de tevredenheid van de werkstagiairs en de duomedewerkers waren zeer groot. De deelnemers beleefden een intense, leerrijke en boeiende dag. veerle goeman is coĂśrdinator sociale economie en lokale diensteneconomie


bestuurskracht financieel beleid

Kunnen gemeenten en OCMW’s voortaan onbeperkt lenen? Met de invoering van de beleids- en beheerscyclus kunnen gemeenten en OCMW’s ook leningen afsluiten voor andere dan alleen maar investeringsuitgaven. Wie hierin de voorbode van een ongebreidelde schuldexplosie in de lokale sector ziet, heeft het echter mis. tekst jan leroy

G

emeenten kennen vandaag een gewone en een buitengewone dienst. OCMW’s werken met een exploitatie- en een investeringsbudget. Alleen de buitengewone of investeringsuitgaven komen in aanmerking voor financiering via leningen. Kredieten opnemen om personeels- of werkingskosten te betalen is verboden. De intresten en aflossingen van leningen zijn voor gemeenten gewone uitgaven. Aangezien de gewone begroting in evenwicht moet zijn, zit hier de eigenlijke rem op de schuldfinanciering: leningen aangaan kan zolang de gemeente de gevolgen ervan (aflossingen en intresten) samen met de andere gewone uitgaven kan dragen met de gewone middelen (belastingen, subsidies, eigen inkomsten). In OCMW’s horen de intresten bij het exploitatiebudget. De aflossingen komen in het liquiditeitenbudget. Samen verhogen de leninglasten de verplichte gemeentelijke bijdrage. Veel andere overheden in ons land (federaal, gemeenschappen en gewesten) werken al enkele jaren met een zogenaamde eenheidsbegroting. Daarbij dienen alle inkomsten ter financiering van

alle uitgaven. Centrale overheden kunnen de aflossing van leningen ook zonder probleem financieren met nieuwe schulden. Dat die schulden de voorbije jaren sterk zijn toegenomen, heeft onder

de toekomst. De intresten die hiermee samenhangen zijn de prijs voor koopkracht vandaag in plaats van morgen. Zolang met die leningen uitgaven worden gefinancierd met een dienstverle-

Wie leningen aangaat, bezwaart de toekomst. De intresten die hiermee samenhangen, zijn de prijs voor koopkracht vandaag in plaats van morgen. meer daarmee te maken. Toch gebiedt de eerlijkheid ons te zeggen dat België tot vóór de financiële crisis al een eind op weg was om de overheidsschuld tot aanvaardbare proporties terug te dringen, zeker in verhouding tot het bruto binnenlands product. In absolute cijfers (dus de uitstaande schuld uitgedrukt in miljarden euro) was dat niet of amper het geval. Het systeem dat gemeenten en OCMW’s toepassen lijkt in vergelijking hiermee alleen maar voordelen te hebben. Het vermijdt dat de courante werking met schulden wordt gefinancierd. Wie leningen aangaat, bezwaart

ningspotentieel dat ook over vele jaren loopt, vallen de kosten van de leningen min of meer samen met het genot van de uitgave. Dat is bij uitstek het geval bij investeringen. Leningen uitsluitend aangaan voor investeringsuitgaven hoort dus tot de zogenaamde orthodoxe financiering van een overheid. Lenen om te lenen Toch zitten er ook schaduwkanten aan het systeem. Besturen mogen alleen lenen om te investeren, maar leiden daar soms uit af dat ze, als dat budgettair zo gepland is, dan ook moeten lenen om de investering te kunnen doen. Gemeenten

Lokaal I 1 juni 2011 I 17


bestuurskracht financieel beleid

Wat is het laatste planningsjaar? Een gemeente of OCMW moet elk jaar het evenwicht op kasbasis bewijzen. Een structureel evenwicht is alleen vereist in ‘het laatste financiële boekjaar waarop de financiële nota van het meerjarenplan betrekking heeft’. Maar welk jaar is dat dan? Het Gemeente- en het OCMWdecreet bepalen dat het meerjarenplan start in het tweede jaar van de bestuursperiode (bv. 2014) en loopt tot en met het eerste jaar van de volgende legislatuur (bv. 2019). Vanaf het budget van het laatste jaar van de bestuursperiode loopt de financiële nota van het meerjarenplan echter ten minste drie jaar ver, het budgetjaar inbegrepen. Concreet betekent dit het volgende voor de komende budgetjaren: Budget- Structureel evenjaar wicht vereist in 2011 2013 2012 2014 2013 2015 2014 2019 2015 2019 2016 2019 2017 2019 2018 2020 2019 2021 2020 2024

en OCMW’s laten zich dan leiden door het door de raad aangenomen budget, en niet of veel minder door de beschikbare thesaurie. Zeker bij investeringen die over verschillende jaren lopen (grote bouwprojecten, waarvan lokale besturen er vaak verschillende hebben), lenen gemeenten en OCMW’s soms te vroeg en/of te veel. De bank stelt hun al middelen ter beschikking terwijl ze die vanuit liquiditeitenoogpunt niet of nog niet nodig hebben om de eerste facturen te betalen, en dus wordt het geld tijdelijk belegd. In de meeste gevallen liggen de creditintresten op die beleggingen echter onder het niveau van de leningrente. Een dergelijke operatie kost het bestuur dus alleen maar geld.

18 I 1 juni 2011 I Lokaal

In de bestaande regelgeving staat nergens dat de facturen van investeringen betaald moeten worden met leninggelden wanneer die lening in het budget stond. Er is trouwens maar één gemeente- of OCMW-kas, waarin alle ontvangsten terechtkomen en die ook dient om alle uitgaven te betalen. Evenwicht op kasbasis De beleids- en beheerscyclus probeert hiervoor een oplossing aan te reiken. Het budget bestaat voortaan uit drie delen: een exploitatiebudget, een investeringsbudget en een liquiditeitenbudget. In het exploitatiebudget zitten alle uitgaven en ontvangsten die met de exploitatie samenhangen, zoals personeels- en werkingsuitgaven, toegestane subsidies, intresten op leningen, belasting- en subsidieontvangsten, inkomsten uit de eigen werking enzovoort. Het investeringsbudget bevat de

een specifiek doel aan de kant heeft gezet) af. Lukt het niet om een evenwicht op kasbasis te realiseren, dan kunnen nieuwe leningen (die beschouwd worden als ontvangsten in het liquiditeitenbudget) het gat dichten. Op die manier staat de schuldfinanciering duidelijk in functie van de verwachte thesaurieontwikkelingen. Structureel evenwicht Uiteraard schuilt in deze methode het gevaar dat besturen voortaan ongebreideld nieuwe leningen zullen aangaan, want met die ontvangsten erbij is het respecteren van het evenwicht op kasbasis kinderspel. Om een schuldexplosie te vermijden heeft de Vlaamse overheid echter een tweede, meer structurele evenwichtsverplichting uitgewerkt. Die bepaalt dat de gemeente of het OCMW in het laatste planningsjaar voldoende middelen uit de exploitatie moet halen

In de beleids- en beheerscyclus moet het bestuur elk jaar een evenwicht op kasbasis aantonen en moet het bovendien aan een structurele evenwichtsverplichting voldoen. uitgaven voor investeringen in gebouwen, materieel, wegen, voertuigen enzovoort. Bij de investeringsontvangsten horen specifieke investeringssubsidies en de verkoop van allerlei vaste activa. Het liquiditeitenbudget begint met de samenvatting van de geplande uitgavenen ontvangstenstromen ten gevolge van de exploitatie en de investeringen. Daar komen dan onder andere de aflossingen van lopende leningen bovenop. Het bestuur moet elk jaar een evenwicht op kasbasis aantonen. Daarvoor kijkt men niet alleen naar alle geplande uitgaven en ontvangsten, maar ook naar het verwachte resultaat van het vorige jaar. (Het bestuur kan voor dat evenwicht op kasbasis dus een overschot inzetten.) Daarvan trekt men de zogenaamde bestemde gelden (middelen die de gemeente of het OCMW voor

om de leningintresten en -aflossingen te financieren. Op die manier vermijdt men dat een bestuur structureel meer leent dan de lasten die het uit de dagelijkse werking kan dragen. Sommige van de besturen die begin 2011 met de beleids- en beheerscyclus startten, hadden grote moeite om aan deze tweede evenwichtsverplichting te voldoen. Dat had te maken met de nabijheid van het laatste planningsjaar (2013), maar ook soms met een al langer bestaand structureel tekort dat nu boven water kwam. Gemeenten die er jaar na jaar niet in slagen de gewone begroting van het eigen dienstjaar sluitend te maken, lopen een groot risico dat ze ook niet aan de structurele evenwichtsverplichting kunnen voldoen. Die houdt immers geen rekening met een opgebouwd spaarpotje.


Ook de combinatie van een toestandsevenwicht op kasbasis en een meer structureel evenwicht op het einde van de planningsperiode is nog geen waterdichte garantie dat het niet tot een schuldexplosie komt. Gemeenten en OCMW’s

ken de jaarlijkse aflossingen en wordt het gemakkelijker om aan de structurele evenwichtsvereiste te voldoen. De financiële crisis heeft die uitweg echter grotendeels afgesloten. Banken geven niet meer zomaar leningen aan

Banken geven niet meer zomaar leningen aan overheden en zijn verplicht de risico’s vooraf goed in te schatten. kunnen er in theorie voor kiezen voortaan alleen nog op zeer lange termijn te lenen. De koppeling van de leningsduur aan de afschrijvingstermijn van de investering is immers ook weg. Door op zeer lange termijn te lenen (en desnoods zonder tussentijdse aflossingen, met zogenaamde bulletleningen) zak-

overheden en zijn verplicht de risico’s vooraf goed in te schatten. Bovendien zijn ze steeds minder geneigd nog leningen met looptijden van meer dan twintig jaar toe te staan. Ze kampen op die lange termijnen immers zelf ook met financieringsmoeilijkheden. Een langere looptijd heeft in elk geval gevol-

Meer weten? Voor meer informatie over lenen in functie van de thesaurieplanning verwijzen we naar Lokaal van 1 mei 2011. Daarin verscheen een verhaal over de manier van werken in de stad Gent. Een uitgebreidere toelichting hierover is beschikbaar in Lokaal Financieel Management.

gen voor de hoogte van de leningintrest. Met andere woorden, niet alleen de toezichthoudende overheid zal nagaan of een gemeente of OCMW op kasbasis én structureel in evenwicht is. Wees maar gerust dat de kredietinstellingen die oefening zullen overdoen. Jan Leroy is VVSG-stafmedewerker gemeente- en OCMW-financiën

Raad Insolventie Aansprakelijkheidsrecht Verdeling van State Kredieten Verzekeringsrecht Wegbeheerder PPS Administratief Sociaal Recht Recht Arbeidsrecht Milieu Ambtenarenrecht Ruimtelijke Familie- en Fammiliaal Ordening Vermogenrecht Stedenbouw

advertentie

AAV

Ontslag

Strafvervolging Transport Bemiddeling Concessie

CAO

Verkavelingen Ruimtelijke planning Handelspraktijken Vergunningen Vennootschapsrecht Handelsrecht Herstructurering Economisch Intellectuele eigendom Recht Benoeming Financieel Recht Handelscontracten Architectencontract Onroerend Goed Overheidsopdrachten Aannemingsrecht Aansprakelijkheid Aanneming Overheidsopdrachten Echtscheiding Verzekeringscontract Bemiddeling

Wij geven u ons woord De beste manier om kennis te vergroten, is ze te verwoorden en ze te delen met anderen. Daarom werkt ons kantoor in gespecialiseerde vakgroepen, die elkaar overlappen en aansturen. Het resultaat is een kruisbestuiving die de kennis van onze advocaten verruimt en versterkt. En dat is vooral voor u belangrijk. Voor elk vakgebied hebben we gespecialiseerde advocaten. Wij denken oplossingsgericht en dus geven we u graag ons woord. Neem eens een kijkje op onze website of bel voor een afspraak op tel. 03 232 50 60. GSJ advocaten cVoa Mechelsesteenweg 27 2018 antwerpen België telefoon +32 3 232 50 60 fax +32 3 232 30 50 e-mail info@gsj.be www.gsj.be

Lokaal I 1 juni 2011 I 19


bestuurskracht statuut van de xmandataris

Aan de slag met uw belastingaangifte De belastingaangifte invullen is voor een lokale mandataris net iets complexer dan voor anderen. Lokaal pikt er de belangrijkste verschilpunten uit. tekst jan leroy beeld stefan dewickere

B

urgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters verdienen een wedde. Daarop worden ze belast. Maar ze maken ook kosten. Als die met hun mandaat te maken hebben, zijn ze aftrekbaar van het brutoloon. Burgemeesters, schepenen en OCMWvoorzitters hebben hiervoor de keuze tussen drie systemen. Wie niets invult in het vak van de beroepskosten op de aangifte, kiest automatisch voor het zogenaamde wettelijke forfait, een getrapt systeem dat afhangt van de hoogte van het loon (zie kader). Omdat dat forfait voor het aanslagjaar 2011 ten hoogste 3590 euro bedraagt, is het niet zo interessant. Ten tweede bestaat er ook een speciaal kostenforfait. Dat bedraagt voor het aanslagjaar 2011 6173,04 euro voor de burgemeester en 3703,82 euro voor een schepen of OCMW-voorzitter. Een uitvoerende mandataris kan ten derde ook de werkelijk gemaakte kosten bewijzen. Dat is fiscaal alleen interessant wanneer die groter zijn dan het speciale forfait. De kosten moeten te maken hebben met het mandaat en ze moeten ook echt door de mandataris gedragen zijn. Door het bestuur terugbetaalde kosten tellen dus niet mee, evenmin als verkiezingsuitgaven. Afdrachten aan een politieke partij komen wel in aanmerking, als men kan bewijzen dat ze verplicht zijn (via statuten of een partijreglement). Tweede inkomen Vele mandatarissen hebben daarnaast een ander inkomen. Ook daarvoor wor-

20 I 1 juni 2011 I Lokaal

den kosten gemaakt. Zoals gezegd heeft een burgemeester, schepen of OCMWvoorzitter de keuze tussen drie systemen van kostenaangifte. Een werknemer heeft er twee (wettelijk forfait of werkelijke kosten). Een uitvoerende lokale mandataris kan beide systemen naar eigen keuze combineren, bijvoorbeeld het speciale forfait samen met de werkelijke kosten als werknemer, of de werkelijke kosten als mandataris met het wettelijke forfait als werknemer. Wie combineert moet zelf de som van beide types kosten maken en de berekeningen toelichten in een bijlage. Alleen wie twee keer kiest voor het wettelijke forfait hoeft niets in te vullen in het vakje van de beroepskosten. Houd er wel rekening mee dat het forfait dan maar ĂŠĂŠn keer geldt voor ten hoogste 3590 euro. Presentiegelden Raadsleden ontvangen geen wedde, maar presentiegelden. Dat geldt ook voor houders van mandaten in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en andere instellingen. Presentiegelden

Wettelijk kostenforfait aanslagjaar 2011 28,7% van de inkomensschijf tot 5190 euro 10% van de schijf van 5191 - 10.310 euro 5% van de schijf van 10.311 - 17.170 euro 3% van de schijf boven 17.170 euro met een maximum van 3590 euro

worden beschouwd als baten. Op de belastingaangifte komen ze terecht in deel 2 van de aangifte. Wie dat deel niet automatisch ontvangt, moet het aanvragen. Via Tax-on-Web is deel 2 automatisch beschikbaar. Ook voor presentiegelden kunnen beroepskosten worden ingebracht. Voor wie niets invult, geldt automatisch het wettelijke forfait (zie kadertje). Maar men kan ook hier de werkelijke kosten aangeven, voor zover ze ook echt gemaakt zijn voor de uitoefening van het mandaat. Wie de werkelijke kosten bewijst, voegt het best een toelichting bij de aangifte.

Afwijkende regels voor leden districtscolleges Leden van districtscolleges ontvangen ook een wedde. Toch bestaat er voor hen geen speciaal kostenforfait. Ze moeten dus voor het wettelijke forfait kiezen of de werkelijke beroepskosten bewijzen. Bovendien vinden de belastingdiensten dat leden van districtscolleges geen verschillend kostenaftreksysteem mogen gebruiken voor hun inkomen als mandataris en dat als werknemer: ofwel bewijzen ze twee keer de werkelijke kosten, ofwel passen ze het wettelijke forfait toe op de som van de inkomens. Voor hen geldt in elk geval een minder gunstig systeem dan voor de burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters.


lokale raad

Hebben politieraadsleden toegang tot de politiecellen?

Sociale bijdragen Door op de aangifte bedragen in te vullen bij de baten kan de Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) vragen socialezekerheidsbijdragen te betalen als zelfstandige (in bijberoep). U kunt hierop antwoorden dat het gaat om een inkomen uit presentiegelden van een publiek mandaat, waarop geen sociale bijdragen verschuldigd zijn. Jan Leroy is VVSG-stafmedewerker gemeente- en OCMW-financiën

Het statuut van de lokale mandataris Een VVSGPoliteia-pocket.

www.vvsg.be, knop werking en organisatie, statuut mandatarissen, fiscaal statuut (met een uitgebreide toelichting over het invullen van de aangifte zelf)

advertentie

Uw opslag, een lopende zaak !

EFFICIËNT

COMPACT

Neen, politieraadsleden hebben momenteel niet het recht een politiecel te bezoeken, bijvoorbeeld om eventuele gebreken vast te stellen. Dat was althans de stelling van de Minister van Binnenlandse Zaken in 2007. Hiermee wijkt hij af van het bijzondere inzagerecht en bezoekrecht waarover politieraadsleden bij de uitvoering van hun mandaat kunnen beschikken. Politieraadsleden hebben krachtens artikel 84 van de Nieuwe Gemeentewet een bijzonder recht om alle akten en bestuursdocumenten in te kijken en om instellingen en diensten van de gemeente te bezoeken. Dit artikel werd door de Wet op de Geïntegreerde Politie van 7 december 1998 van toepassing verklaard op de werking van de politieraden. Politieraadsleden kunnen dus de instellingen van de politiezone bezoeken. Dat recht werd eigenlijk pas in 1994 ingevoegd in de Nieuwe Gemeentewet om de lokale democratie te versterken. De wetgever meent wel dat bij de toepassing van dit recht voor politieraadsleden een gezonde combinatie gezocht moet worden van de openbaarheid van alle bestuursdocumenten met de vertrouwelijkheid van persoonlijke informatie. Het inzagerecht, maar ook het recht op het bezoeken van de instellingen en diensten kan daarom steeds beperkt worden door het huishoudelijk reglement van de politieraad. Het kan gebeuren dat een politieraadslid een politiecel wil bezoeken, bijvoorbeeld om te zien of de ruimte wel voldoet aan de normering betreffende de inrichting van politiecellen of om na te gaan of de omstandigheden in deze cel wel menswaardig zijn. Toch kan dit raadslid zich daarvoor niet beroepen op zijn bijzonder recht op het bezoek van instellingen van de politiezone. Volgens de Minister van Binnenlandse Zaken is enkel de korpschef van lokale politie bevoegd om de normen op het gebied van de organisatie en werking van de lokale politiedienst – en dus ook die betreffende de inrichting van politiecellen – op te volgen en uit te voeren. Dergelijke taken zouden dan ook niet onder het controlerecht van de politieraad vallen, maar enkel onder dat van het politiecollege of de burgemeester. Politieraadsleden zouden daardoor alleen een onrechtstreeks controlerecht op politiecellen hebben door hierover vragen te stellen aan het politiecollege of aan de burgemeester. Toch menen we dat deze stelling van de Minister niet te eng geïnterpreteerd mag worden. Daarom raden we aan dat de grenzen aan dit bezoekrecht uitdrukkelijk geregeld worden in het huishoudelijk reglement van de politieraad. Een politieraadslid dat meent dat zijn rechten hierdoor teniet gedaan zijn, kan een klacht indienen bij de toezichthoudende overheid. Parlementaire Vraag nr. 1197 van 24 januari 2007 van Marie Nagy aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Inforumnummer 219197

VEILIG

WWW.ALMASY-GOV.BE Lokaal-NL-06-04-2011.indd 1

Stuur uw vragen over de bevoegdheden van politieraadsleden naar tom.deschepper@vvsg.be.

13/04/11 10:29

Lokaal I 1 juni 2011 I 21


de raad van Eeklo

Anja schenkt koffie Vijf journalisten die de gemeenteraadszitting van begin tot einde volgen, niet in elke regionale stad is de persbelangstelling zo groot. Nochtans staan er geen grote of controversiële dossiers op de agenda. Misschien heeft het er iets mee te maken dat de pers, net als de raadsleden, in de watten gelegd wordt met koffie, koekjes en fruit.

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

Op het plein voor het stadhuis van Eeklo toont een tiental jonge skaters zijn kunsten. Het geluid van de planken die na een sprong op de betonstraatstenen slaan, dringt echter nauwelijks door tot in de raadzaal op de eerste verdieping. Een kwartier voor het begin van de zitting heerst hier rust. De enkele al aanwezige raadsleden en toeschouwers praten met gedempte stem. Alles in de raadzaal van het 17deeeuwse stadhuis straalt stijl uit: de parketvloer, de houten wandbekleding, de enorme massiefhouten tafels, de houten stoelen met leren zitting en rugleuning, de leeuw uit het stadsschild op de rugleuningen. Op de tafels van de raadsleden en de perslui staan bordjes met koekjes en vers fruit. De raad begint met het punt dat in de meeste gemeenten als laatste op de agenda staat: de actuele mondelinge vragen van de gemeenteraadsleden. Hét on-

22 I 1 juni 2011 I Lokaal

derwerp van de vragenronde is de N9, de gewestweg die dwars door het stadscentrum gaat. Raadslid Wilfried Van Durme maakt melding van enkele gevaarlijke oversteekplaatsen voor voetgangers. Burgemeester Koen Loete erkent het probleem. ‘Al sinds 1972 ijvert de stad voor de heraanleg van deze weg met twee keer twee rijstroken, maar nu komt het einde stilaan in zicht. Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor een zuidelijke ontsluitingsweg is overgemaakt aan de Vlaamse regering die het nu conform kan verklaren. Dan kan minister Crevits starten met de onteigeningen en later met de aanleg van de nieuwe weg. Als die af is, zal de stad eigenaar worden van de doortocht van de N9. We zullen die dan omvormen tot een stadsboulevard, de Ramblas van het Meetjesland. In afwachting is met de Vlaamse overheid afgesproken dat we enkele zwarte punten op de N9 wegwerken. Maar we zul-

len niet alle risico’s kunnen wegnemen. Het gaat ook over hoffelijkheid en rijgedrag.’ De raadsleden Lut De Jaeger en Christophe De Waele hebben nogal wat bedenkingen bij de onlangs door het gewest aangelegde ovonde – ovale rotonde – op het kruispunt van de N9 met de Brugsesteenweg, op ongeveer een kilometer afstand van het stadscentrum. Lut De Jaeger: ‘Voor de fietsers is de situatie maar gedeeltelijk verbeterd. Is er dan in Vlaanderen helemaal geen expertise om kruispunten goed aan te leggen? Ik houd mijn hart vast voor de toekomstige herinrichting van de doortocht.’

Christophe De Waele vraagt het college om minister Crevits, die de ovonde begin juni officieel komt openen, op de fiets te zetten. ‘Dan zal ze aan den lijve de problemen ondervinden.’ Schepen Dirk Van de Velde weerlegt de kritiek: ‘We komen van een situatie waarin fietsers bijna Russische roulette speelden op dit kruispunt. Nu heeft de politie sinds de opening van de ovonde nog maar één ongeval met alleen stoffelijke schade vastgesteld. Ik denk dat het voor de fietsers vooral wennen is aan de nieuwe situatie. Maar ik sta open voor suggesties. Laten we even afwachten en dan nadenken en


eventueel enkele aanpassingen doorvoeren.’ Ook bij vragen over een mogelijke fusie van drie polders en de aanvraag voor een windmolenproject staat de raad lang stil. Intussen is Anja druk in de weer met koffie- en theekannen. De kopjes van de raadsleden en de aanwezige journalisten worden regelmatig gevuld. Een raadszitting met koffiedame, wat een luxe. Na de vragenronde gaat het snel. De 22 overige agendapunten worden unaniem goedgekeurd. Voor enkele punten wordt er wat meer tijd uitgetrokken. Zo licht schepen Freddy Depuydt

het voorstel van het college toe om voortaan 22 procent van de middelen die Eeklo ontvangt uit het Gemeentefonds toe te kennen aan het OCMW. ‘In plaats van elk jaar opnieuw te moeten vastleggen welk bedrag er naar het OCMW gaat, hebben we het gewogen gemiddelde van de voorgaande jaren berekend. Zo zijn we tot een vast aandeel van 22 procent van het Gemeentefonds gekomen. Dat percentage willen we aanhouden totdat de gemeenteraad in de toekomst eventueel een andere beslissing neemt.’ Het voorstel kan op instemming van de oppositieraadsleden rekenen, ook

al omdat het duidelijkheid schept voor de meerjarenbegroting. Het op twee na laatste agendapunt gaat over de nieuwe personeelsformatie van de stad. Raadslid Christophe De Waele merkt op dat gemeente, OCMW en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden regelmatig afzonderlijk examens organiseren voor dezelfde functies. Dat kost de besturen veel geld en de kandidaten moeten aan de verschillende examens deelnemen. Hij vraagt zich af of het niet mogelijk is één examen te organiseren voor de verschillende besturen en een poule van

geslaagde kandidaten aan te leggen. De burgemeester noteert de waardevolle suggestie. De gemeenteraad kabbelt naar het einde, koffiedame Anja – het was blijkbaar haar eerste gemeenteraad – krijgt applaus van op alle banken. En dan brandt plots toch nog de discussie los. Christophe De Waele heeft een bijkomend agendapunt ingediend in verband met de markt in de straat Boelare. Omdat de weg er grondig vernieuwd wordt, moet de markt voor een langere periode verhuizen. Hij wil graag dat het college de intentie onderschrijft om de markt toch in Boelare te laten doorgaan als de werken dat toelaten. Schepen Ann Van Den Driessche wil daar niet op ingaan omdat er nog geen duidelijkheid is over het precieze verloop van de werken. Bovendien wijst ze erop dat de veiligheidscoördinator sterk gekant is tegen het voorstel: een werf blijft een werf, zelfs als er niet gewerkt wordt. En zo eindigt het openbare gedeelte van de raadszitting toch met een stemming van meerderheid tegen oppositie. Anja leidt de toeschouwers en de journalisten door een achterdeur naar buiten, via een wenteltrap komen we rechtstreeks op het marktplein. De deur gaat achter ons op slot, het geheime deel van de zitting kan beginnen. Op het marktplein is het rustig, ook de skaters zijn vertrokken. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal I 1 juni 2011 I 23


werkveld interview Jos Hermans, Raf Nulens, Bart Verhaeghe en Martin Vandebuerie

Al het lokale beleid moet sociaal zijn Na twaalf jaar intens werken en denken heft de Vereniging voor Vlaamse Welzijnsdiensten zichzelf op. Niet omdat alles nu netjes geregeld is, maar omdat de tijd rijp is om het heft uit handen te geven. Het lokale sociale beleid is het afgelopen decennium geprofessionaliseerd en de samenwerking tussen OCMW en gemeente is sterk geëvolueerd en uitgebreid. Welzijn weegt stilaan mee in alle beslissingen van de lokale besturen. Zoals Raf Nulens het formuleert: ‘De periode is voorbij dat problemen in een kansarme wijk in mijn bakje werden gestopt.’ tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

Het filmpje vindt u op www.vvsg.be.

‘We hebben gewogen op het decreet lokaal sociaal beleid. Onze passage is niet zonder resultaat gebleven,’ zegt Bart Verhaeghe uit Kortrijk die samen met gelijkgestemde zielen van de gemeentelijke diensten Welzijn in 1999 de Vereniging voor Vlaamse Welzijnsdiensten heeft opgericht. ‘Omdat we ongebonden waren, konden we overal doorfietsen. Maar in die tien jaar is het lokale sociale beleid veranderd en ook de verhouding tussen gemeente en OCMW,’ zegt Martin Vandebuerie uit Harelbeke. ‘Bij het opdoeken van onze vzw zaten we met een klein overschot en dat schenken we hierbij aan de VVSG. Op ons hoogtepunt waren er 65 gemeenten die lidgeld betaalden.’ Ook de andere twee leden van het dagelijks bestuur, Jos Hermans van Maasmechelen en Raf Nulens uit Heusden-Zolder, zijn ondertussen doorgeschoten naar andere functies. Waarom hebben jullie in 1999 een eigen vereniging opgericht? Martin Vandebuerie: ‘In de nasleep van de eerste Zwarte Zondag van november ’91 wilde Vlaanderen welzijnsprojecten in gemeenten ondersteunen en zijn de gemeentebesturen veel actiever gaan optreden in het lokale welzijnsbeleid. We werkten in de jaren negentig voortdurend nieuwe projecten uit die dan na twee jaar opeens stopten.’ Raf Nulens: ‘Kansarmoede was een onderwerp van ge-

24 I 1 juni 2011 I Lokaal

sprek geworden. Het OCMW richtte zich vooral op de individuele hulp, de gemeente concentreerde zich op de bredere welzijnsthema’s waaronder integratie. Sommige gemeenten vormden meteen een stevige tandem met het OCMW, op andere plaatsen ging ieder zijn weg. Het OCMW was niet meer de enige verantwoordelijke voor het sociale beleid op een grondgebied. Wie zei dat het huisvestingsbeleid geen invloed had, zat in de marge te klagen. Na 24 maanden moesten er resultaten zijn bereikt.’ Jos Hermans: ‘Het Sociaal Impulsfonds betekende in ’95 een echte verbreding. We werden toen gedwongen met het OCMW samen te werken, met het decreet lokaal sociaal beleid werd dat later nog sterker.’ Bart Verhaeghe: ‘Maar het was niet evident dat de gemeente opeens de meeste impulsen gaf. Er klopte iets niet in dat sociale beleid en onze vraag om de welzijnsdiensten er meer bij te betrekken bleek toen ook voor de VVSG niet evident. Dus deden we het zelf. Vooral toen het geld van het Gemeentefonds vanaf 2002 rechtstreeks naar de gemeente ging, werden de rioolputten opeens weer belangrijk en moesten we vechten voor het behoud van de sociale insteek. Maar op de plaatsen waar er een stevige samenwerking met het OCMW bestond, leverde dat geen problemen op.’ Jos Hermans: ‘Het decreet lokaal sociaal beleid dateert van 2004, maar we moesten lang wachten op de uitvoeringsbesluiten.’


Jos Hermans, Maasmechelen: ‘De non-profitsector is bovenlokaal georganiseerd. Het maakt het niet gemakkelijk om samen met hen je lokale beleid een eigen stempel te geven.’

Raf Nulens, Heusden-Zolder: ‘Persoonlijk denk ik dat de invoering van de nieuwe beleidsen beheerscyclus de drijfveer kan zijn voor een strategisch welzijnsplan en -beleid voor de twee lokale besturen.’

Bart Verhaeghe, Kortrijk: ‘Met twee strategische meerjarenplannen blijf je naast elkaar werken, vooral in de steden. Maar dat een OCMW en een gemeentedienst in een bepaalde buurt aparte projecten op zouden zetten, dat is ondertussen verleden tijd.’

Martin Vandebuerie, Harelbeke: ‘Het kan best dat we tijdens de volgende beleidsperiode een nieuw kerntakendebat krijgen. Wat willen we vrijmaken? Welke operationele taken kunnen we verzelfstandigen?’


werkveld interview Jos Hermans, Raf Nulens, Bart Verhaeghe en Martin Vandebuerie

Martin Vandebuerie: ‘Vooral die jaren tussenin, toch vier tot vijf jaar, sneuvelden er projecten en was er opeens geen geld meer voor initiatieven. Daardoor verwaterden de steungroepen en hebben we in Vlaanderen enkele jaren verloren.’ Welk punt wilden jullie maken? Bart Verhaeghe: ‘We wilden dat gemeente en OCMW meer samenwerkten, maar we werden prompt in de anti-OCMW-hoek geduwd. Nochtans hebben wij samenwerking altijd als een voordeel beschouwd. Al het lokale beleid moet sociaal zijn. Ook met sport moet je de sociale groepen bereiken.’ Raf Nulens: ‘Het was de uitdaging alle beleidsdomeinen te doordringen met het sociale aspect. Die reflex moet vanuit vele hoeken binnenkomen.’ Martin Vandebuerie: ‘Er is nu echt meer ruimte om te praten over visie in mobiliteit, ruimtelijke ordening, milieu en zo. Vroeger waren er louter technische discussies over de uitvoering terwijl het nu gaat om de samenleving in een buurt, of hoe mensen elkaar kunnen ontmoeten in de ontwikkeling van een handelscentrum. Het streefdoel is het welzijn van iedere burger, in iedere beslissing, van de inrichting in de straat tot het samenleven in de stad. We hebben in die twaalf jaar dus wel een hele afstand afgelegd. In onze startperiode leefde nog de tendens om het sociale beleid van de gemeente bij het OCMW onder te brengen, zodat de gemeente niet meer aan welzijn zou werken. We hebben ons daar met klem tegen verzet. Het is de gemeente die de randvoorwaarden bepaalt. Volgens ons was het geen goed spoor om al het sociale bij het OCMW onder te brengen, dat is een defensieve houding. Bovendien was dat vaak ook een belangendiscussie, een discussie over macht, terwijl het bij ons om de inhoud ging. Een groter OCMW of een versterkte gemeente was niet onze invalshoek.’ Raf Nulens: ‘Wij hadden schrik voor modellen. Elke gemeentelijke welzijnsdienst was anders, had een andere invalshoek. Want elke lokale realiteit leidt tot een andere taakverdeling. Als lokaal bestuur ben je soms meer aan het regisseren en vang je alleen nog de hiaten op. Maar regisseren zonder stuur of van op de achterbank is moeilijk. Een aantal van je lokale partners zijn Vlaams georganiseerd, terwijl Vlaanderen ook de spelregels bepaalt, bijvoorbeeld voor de uitbreiding van een gehandicapteninstelling. Toch betrokken we al die partners bij het lokale sociale beleid. Wanneer die dan ineens die andere kaart trokken, stond je wel eens voor schut. Het gebrek aan overleg tussen de verschillende sectoren is echt een minpunt.’ Martin Vandebuerie: ‘Het is nog altijd zo. Niet in de jeugdsector, daar krijgen de gemeenten wel een herverdelingsrol en kunnen ze eigen accenten leggen.’ Jos Hermans: ‘De non-profitsector is bovenlokaal geor-

26 I 1 juni 2011 I Lokaal

ganiseerd. Het maakt het niet gemakkelijk om samen met hen je lokale beleid een eigen stempel te geven.’ Stonden jullie achter het decreet lokaal sociaal beleid? Martin Vandebuerie: ‘In het decreet zaten de kiemen. Het werd geschreven door een groene minister en daarna stiefmoederlijk behandeld tot er niet meer van overbleef dan een vodje papier. En toch hebben de lokale besturen er iets van gemaakt.’ Bart Verhaeghe: ‘Het is in ons voordeel geweest dat er weinig inmenging van Vlaanderen is gekomen. Het kaderdecreet heeft de creativiteit van de lokale besturen gestimuleerd. Nu lopen de zaken plaatselijk vaak goed en dat kan niet meer teruggedraaid worden.’ Martin Vandebuerie: ‘Het decreet heeft visievorming op gang gebracht en die effecten zijn moeilijk te meten. Nu de OCMW-voorzitter dankzij het Gemeentedecreet in het college gaat zetelen, is het wetgevende werk gebeurd. We hebben de belangrijke plaats van de gemeente in het lokale sociale beleid altijd hard verdedigd. Dat leidde in het OCMW tot discussie, maar de gemeente aan de kant laten zou een verenging hebben betekend. We hebben er studiedagen over georganiseerd, maar we hebben ook een studie over de belangrijke tendensen gevraagd aan de Hogeschool Gent. Dat leverde een goede analyse op over hoe we met die uitdagingen moesten omgaan. Het leuke van onze organisatie was dat we overal doorheen konden fietsen. Daarin vonden we elkaar wel, wij en de VVSG. Maar wij konden wat verder gaan in het poneren van dingen.’ Raf Nulens: ‘Bij het lanceren van het lokale sociale beleid hebben we met onze vereniging een relevante rol gespeeld voor de kleinere gemeenten. De centrumsteden beschikten over de nodige mensen en instrumenten, maar de kleinere gemeenten waren er niet voor geëquipeerd. Daar was vaak één ambtenaar die op vele terreinen actief was. Die vond dan steun bij onze teksten of onze provinciale meetings. We hadden onze werking maar al te graag verder uitgediept, maar we waren een vrijwilligersorganisatie, onze rol was de VVSG aan te vullen. We hebben mensen geholpen bij het zoeken naar een model op lokaal niveau. Als een OCMW het trok, gaf dit de gemeente soms het alibi niets te doen of andersom. Voor ons was er geen andere weg dan het samen te doen.’ Dus jullie kijken voldaan terug op de evolutie? Martin Vandebuerie: ‘Terecht, me dunkt. De sector van het lokale sociale beleid is de laatste tien jaar geprofessionaliseerd. Ook is de samenwerking tussen OCMW en gemeente in die periode enorm geëvolueerd: er is meer management, de discussies zijn objectiever, OCMW en gemeente werken meer samen, ze delen diensten. Het gaat nu echt over de inhoud.’


Raf Nulens: ‘Het decreet lokaal sociaal beleid was een goede tussenstap. Tevoren waren er teksten van de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur over de ultieme fusie tussen de twee besturen, maar dat idee zette veel kwaad bloed bij de OCMW’s. Het decreet heeft de zaken wat getemporiseerd en nu is iedereen ervan overtuigd dat samenwerken nodig is, wil je de kosten beheersbaar houden. Voor ICT, logistiek of personeelszaken zie je een echte samenwerking. Persoonlijk denk ik dat de invoering van de nieuwe beleids- en beheerscyclus misschien wel de drijfveer kan zijn voor een strategisch welzijnsplan en -beleid voor de twee lokale besturen. Het moment is er rijp voor.’ Martin Vandebuerie: ‘Van ons moest het OCMW een verzelfstandigde structuur blijven, in plaats van een dienst naast de gemeentelijke diensten. Nu staat in het Witboek dat de gemeente het beleid bepaalt en dat het OCMW dat uitvoert. Als dat tien jaar geleden werd gezegd, was het kot te klein geweest.’ Raf Nulens: ‘Het OCMW hoort niet graag dat het een ondergeschikt bestuur is maar op het vlak van financiën zijn de twee besturen communicerende vaten, en dat blijft wringen. Anderzijds heeft het OCMW een sterke operationele autonomie. Individuele hulpverlening moet je autonoom kunnen organiseren. Maar is uitvoeren minder belangrijk dan meedenken?’ Bart Verhaeghe: ‘Die belangendiscussie blijft op lokaal vlak toch leven. Meer dan vroeger hebben ze allebei een strategisch meerjarenplan voor hetzelfde grondgebied en dat is niet logisch. Met twee strategische meerjarenplannen blijf je naast elkaar werken, vooral in de steden.’ En waar moet de verantwoordelijkheid dan liggen? Bart Verhaeghe: ‘De burger zal het worst wezen, als er maar dingen gebeuren. De werkwijze moet efficiënt, effectief en doelmatig zijn. Als het slecht gebeurt, is de overheid de schuldige. Waarom zou een overheid niet ondersteunen als er een goed werkende organisatie is die het goed doet? Het belangrijkste is dat je weet waar je naartoe wilt, dat je een doel, eenheid hebt. Daarna zie je wel wie het doet, en dat is dan diegene die het best geoutilleerd is.’ Raf Nulens: ‘Voor het strategische denken mag je hoofd en handen niet scheiden.’ Bart Verhaeghe: ‘Er zijn veel visies mogelijk over hoe je die dienstverlening ontwikkelt, centraal of decentraal. Anderzijds gebeurt er ook veel via ontmoeting, en dat kun je niet centraliseren. De financiële krapte zorgt ervoor dat je samen moet zitten om samen de lijnen te bepalen.’ Martin Vandebuerie: ‘Het kan best dat we tijdens de volgende beleidsperiode een nieuw kerntakendebat krijgen. Ook wij hebben beleidscapaciteitsbehoefte. Wat

willen we vrijmaken? Welke operationele taken kunnen we verzelfstandigen?’ En wat is volgens jullie de plaats van de Vlaamse overheid in deze hele discussie? Raf Nulens: ‘Als lokale overheden belangrijk zijn voor Vlaanderen, dan moet Vlaanderen nadenken over hoe de opdrachten en regelgeving nu naar beneden donderen. Lokaal moeten we altijd alles omzetten in horizontaal beleid. Vlaanderen moet een kader scheppen, tenzij het natuurlijk de schoonmoeder wil blijven die zich overal mee bemoeit. Het zou moeten nagaan hoe het het lokale beleid schwung kan geven in plaats van het enkel te controleren.’ Bart Verhaeghe: ‘Vlaanderen gaat ervan uit dat het regelgevend en stimulerend moet optreden omdat anders niet alle gemeenten het aankunnen. Veel gemeenten zijn nochtans wel in staat zelf hun boontjes te doppen, maar ze mogen niet, je moet altijd met heel Vlaanderen in hetzelfde bad.’ Raf Nulens: ‘Neem nu het GOK-decreet. In HeusdenZolder hebben we ook een lokaal onderwijsplatform. Maar ik krijg aan de Vlaamse overheid niet uitgelegd dat het decreet ook voor landelijke centrumgemeenten opgaat. Je botst op regelgeving die enkel geldt voor steden, terwijl wij wel gelijkaardige problemen hebben. Hetzelfde geldt voor het luikje sociale dienstverlening in het woonzorgdecreet. We krijgen niet de ruimte om dat te ontwikkelen. Ik wil een aantal minimale verbintenissen en graag een visitatie om de twee jaar, in plaats van die controle nu. Zo kunnen we er gezamenlijk beter uitkomen en de doelstellingen halen. Dan wordt Vlaanderen relevanter. Lokale besturen willen verantwoording afleggen, maar niet alleen met een rapportage, ze willen ook betrokkenheid, voeling.’ Bart Verhaeghe: ‘Regie slaat volgens Van Dale enkel op het toneel en zelfs in veel toneelstukken begeleidt de regisseur zijn acteurs, zodat ze het beste uit zichzelf naar boven halen. Zo’n regisseur moet Vlaanderen worden.’ Wat een strijdlust! Waarom stoppen jullie er dan toch mee? Raf Nulens: ‘We willen relevant blijven, er zijn nu andere spelers die het ook kunnen organiseren.’ Bart Verhaeghe: ‘Daarom zijn we bij de VVSG gekomen. Wij hoeven niet meer als corrector op te treden. We blijven loyale partners, maar een aparte organisatie hoeft niet meer. We zijn al een aantal jaren gestopt met het innen van de lidgelden.’ Martin Vandebuerie: ‘We zullen het wel missen, het was een uniek forum, we konden veel op gang brengen en hebben een groot netwerk opgebouwd.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal I 1 juni 2011 I 27


werkveld omgevingsbeleid

Vergunningen voortaan digitaal Ondanks alle technische mogelijkheden komen er bij de afhandeling van stedenbouwkundige vergunningen en milieuaanvragen nog altijd stapels papier te pas. Dat kan anders, vinden verschillende overheden, en de eerste stappen in de richting van digitale afhandelingen zijn gezet. tekst xavier buijs en steven verbanck beeld stefan dewickere

H

et college beslist over de meeste stedenbouwkundige vergunningsaanvragen en ook over de minder omvangrijke (klasse 2) milieuaanvragen. De indiening en de verdere afhandeling van stedenbouwkundige en milieuvergunningsaanvragen gebeurt nog altijd op papier, dikwijls in vele exemplaren. Veel gemeenten, andere overheden en burgers vragen zich af of dit niet anders kan. Het moet toch mogelijk zijn dergelijke aanvragen digitaal te laten indienen en vervolgens het hele vergunningsproces ook zo af te handelen. Her en der worden al concrete stappen gezet. Zo vraagt KnokkeHeist om het plan dat bij een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag moet worden toegevoegd, ook digitaal in te leveren. Ook tussen de verschillende adviserende overheidsniveaus vindt er nogal wat mailverkeer plaats in het kader van de vergunningverlening, waarbij de adviezen digitaal worden verstuurd om te voorkomen dat de gemeente ze moet overtikken. Het advies wordt echter nog altijd formeel op papier nagestuurd.

28 I 1 juni 2011 I Lokaal

Op Vlaams niveau lopen op dit moment twee initiatieven: het ene moet de digitale stedenbouwkundige aanvraag mogelijk maken en het andere de digitale milieuaanvraag. De digitale stedenbouwkundige vergunning ‘Tegen 2013 moet het mogelijk zijn dat de gemeente stedenbouwkundige vergunningsaanvragen digitaal ontvangt.’

over een vergunning, de aanvragen van planologische attesten, de verkavelingsaanvragen, de aanvragen van de lokale overheid zélf volgens de ‘bijzondere procedure’ en de gelijktijdige aanvragen van een stedenbouwkundige en milieuvergunning vallen niet binnen het bereik van dit project. ‘Vanzelfsprekend is het wel de bedoeling dat ook dergelijke aanvragen en processen op termijn digitaal kunnen worden afgehandeld, maar we

Tegen 2013 moet het mogelijk zijn dat de gemeente stedenbouwkundige vergunningsaanvragen digitaal ontvangt.

Dat zegt Paul Van Lindt, leider van het project digitale bouwaanvraag dat de Vlaamse overheid recent startte. Ook voor handelingen die stedenbouwkundig gezien enkel meldingsplichtig zijn, is het de bedoeling dat de gemeente tegen 2013 geen papieren versie meer nodig heeft. De beroepen tegen een beslissing

willen beginnen met de meest voorkomende aanvragen,’ vermeldt Van Lindt. In het kader van het project digitale bouwaanvraag komt er een centraal, Vlaams internetloket waar aanvragers hun stedenbouwkundige vergunning indienen, al dan niet via de gemeentelijke website. De medewerkers van een


gemeente kunnen ze dan van dat loket downloaden, bekijken en indien nodig afprinten. Idealiter zullen de aanvragen voor verdere behandeling automatisch in het dossiersysteem van de gemeente worden ingelezen. Als er adviezen moeten worden ingewonnen, zal de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar de adviesverlenende instanties op de hoogte stellen. Zij kunnen de aanvraag dan via hetzelfde internetloket raadplegen en zetten daar ook hun adviezen op, waarna de gemeente die adviezen weer kan downloaden om ze in haar eigen beslissing te verwerken. Ook die eindbeslissing wordt weer op het centrale loket geplaatst. Paul Van Lindt: ‘Zo’n systeem mag niet verward worden met een dossieropvolgsysteem. Het zal nog steeds nodig zijn dat gemeenten als vergunningverlenende overheid zelf bijhouden welke aanvragen zijn ingediend, bij wie advies moet worden aangevraagd, wanneer een herinnering moet worden verstuurd of wanneer termijnen verstreken

De digitale milieuvergunning Een tweede project moet het mogelijk maken milieuaanvragen digitaal in te dienen. Het gaat zowel om de eenvoudigere aanvragen, dus de milieuvergunningsaanvragen en meldingen die bij de gemeente worden ingediend (klasse 2 en 3), als om de zwaardere aanvragen die bij de provincie worden ingediend (klasse 1). Ook hier vallen de beroepen of de gezamenlijke aanvraag van een milieuen stedenbouwkundige aanvraag niet onder het digitaliseringsproject. En ook hier is er uitdrukkelijk niet voor een dataopvolgsysteem gekozen. Op dit gebied leveren een aantal marktpartijen immers al goed werk en het is niet de bedoeling dat de Vlaamse overheid die rol overneemt. Meer nog: op het gebied van milieu wil men alleen het indienen van de milieuvergunningsaanvraag digitaliseren, en niet de verdere stappen in de procedure (adviezen, beslissing). Het is niet meer de bedoeling al op 1 september 2011 te starten.

zijn. Het Vlaamse internetloket is in de eerste plaats een uitwisselingsplatform voor documenten en gegevens, geen behandelingssysteem.’ De Vlaamse overheid timmert dus aan de weg om een digitale aanvraag en uitwisseling van de stedenbouwkundige vergunning en melding mogelijk te maken. Dat klinkt simpel, maar het is het niet. Daarom is er een samenwerkingsverband afgesloten met de stad Antwerpen en Digipolis, de gezamenlijke ICT-dienst van Antwerpen en Gent. Zo wordt voorkomen dat er een systeem tot stand komt dat in theorie mooi is, maar in de praktijk niet beantwoordt aan de behoeften van de mensen die ermee moeten werken. Bovendien is er samenwerking en overleg met een reeks van grotere en kleinere steden en gemeenten, hun softwareleveranciers, andere Vlaamse en federale overheidsdiensten en de VVSG. Op die manier moet er een op maat van gemeenten gesneden resultaat ontstaan.

advertentie

Het klikt al jaren tussen ons!

Nog altijd zin om samen met ons uw strategische puzzels te vervolledigen? Maak gerust gebruik van onze uitgediepte kennis en ervaring op het vlak van regionale en lokale economie, centrumbeheer, detailhandel, toerisme en leisure en citymarketing.

U en WES... dat blijft klikken! Neem contact met: Rik De Keyser

T +32 50 36 71 02 rik.dekeyser@wes.be

Hans Desmyttere

T +32 50 36 71 23 hans.desmyttere@wes.be

Bestuurder-directeur Adjunct-directeur

Pascal Steeland

T +32 50 36 71 47 Senior consultant retail pascal.steeland@wes.be Baron Ruzettelaan 33 BE-8310 Assebroek-Brugge info@wes.be www.wes.be ■

Lokaal I 1 juni 2011 I 29


werkveld omgevingsbeleid

Voordelen maar ook bedreigingen De voordelen van het digitaal indienen en afhandelen van de stedenbouwkun-

uitgevouwen en dikke dossiers die klaar liggen. ‘Ons college werkt nu al zo veel mogelijk digitaal. De documenten bestu-

Volgens grove schattingen verminderen de kosten voor de behandeling van een stedenbouwkundige aanvraag met de helft als alles op digitale wijze verloopt.

dige en milieuaanvraag kunnen groot zijn. Ten eerste is er de kostenbesparing voor de lokale overheid. Volgens grove schattingen verminderen de kosten voor de behandeling van een stedenbouwkundige aanvraag met de helft als alles op digitale wijze verloopt. Bovendien maakt een digitale afhandeling het vergunningsproces ook veel transparanter. Elke indiener kan op elk moment raadplegen hoe ver de behandeling van zijn aanvraag staat. Ook voor hem betekent de digitale vergunning een belangrijke financiële besparing. Meer ingewikkelde aanvragen moeten nu bijvoorbeeld in veelvoud, soms zelfs meer dan tien exemplaren, worden ingediend. Dat hoeft bij een digitale afhandeling niet meer. Daarmee is een digitale afhandeling ook milieuvriendelijker. Brasschaat is een van de gemeenten die lid zijn van de werkgroep die het project digitale bouwaanvraag begeleidt. Schepen Myriam Van Honste van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw: ‘Ik geloof in het project. Nu steken onze medewerkers noodgedwongen veel tijd in de administratieve afhandeling van een dossier. Als dit digitaal gebeurt, kunnen we nog meer energie steken in het informeren en begeleiden van onze inwoners die willen bouwen of verbouwen en in het motiveren van onze beslissingen. Dat zal de ruimtelijke kwaliteit van onze gemeente ten goede komen.’ De schepen realiseert zich dat het digitale afhandelen van een bouw- of milieuaanvraag een aanpassing vraagt van zowel de gemeentelijke personeelsleden als de colleges. Het is immers gedaan met ritselende plannen die op tafel worden

30 I 1 juni 2011 I Lokaal

deer ik via mijn i-Pad. Een heel andere manier van werken dan vroeger, maar ik zou nu niet meer anders willen. Natuurlijk, er zijn nog praktische problemen die moeten worden uitgeklaard. Hoe zet het college bijvoorbeeld een digitale handtekening? Daarom vond ik het belangrijk dat de stedenbouwkundige ambtenaar tijd kreeg om er in de werkgroep mee over te waken dat er uiteindelijk voor gemeenten een praktisch bruikbaar instrument is.’ Gemeenten én de andere overheden die bij het vergunningen verlenen be-

Planning Het is niet het voornemen van de Vlaamse overheid om het digitaal indienen en behandelen van de stedenbouwkundige en milieuaanvraag te verplichten. De aanvrager zal dus minstens voorlopig niet verplicht worden de aanvraag digitaal in te dienen en de gemeentelijke overheid is niet gedwongen een digitale aanvraag in behandeling te nemen of digitaal uit te wisselen. Dat laatste is bij milieu wel zo: iedere betrokken overheid zal met digitale aanvraagdossiers moeten kunnen werken. De VVSG is het eens met de vrijblijvendheid voor stedenbouwkundige vergunningen. Wel veronderstellen we dat de voordelen voor de gemeenten zo groot zijn dat ze op relatief korte termijn steeds meer op een digitale afhandeling van de vergunningen zullen overschakelen. Om een draagvlak te krijgen moet een gemeente er zeker van kunnen zijn dat de andere adviserende en toezichthoudende overheden de digitale afhandeling ook aankunnen. Anders is er voor de gemeente weer geen voordeel.

Als de administratieve afhandeling van een dossier digitaal gebeurt, kan er nog meer energie gaan naar het informeren en begeleiden van bouwers en verbouwers en naar het motiveren van de beslissingen.

trokken zijn, zullen dus moeten investeren in apparatuur die het digitaal werken mogelijk maakt. Anders is het voordeel van deze digitalisering voor de overheid nihil. Digitaal ontvangen aanvragen toch nog afprinten is immers een kostbare en tijdrovende bezigheid. Anderzijds zal een volledig papierloze afhandeling van de stedenbouwkundige of milieuvergunning niet gaan. Als er een openbaar onderzoek nodig is, zal er toch een exemplaar moeten worden afgedrukt. Het inzagerecht kan immers niet zodanig beperkt worden dat mensen verplicht zijn de informatie via de computer te raadplegen.

Tot slot nog dit: de digitale afhandeling van de stedenbouwkundige en milieuaanvraag zijn beide projecten van de Vlaamse overheid. Voor een gemeente is het uiteraard van groot belang dat deze projecten maximaal op elkaar worden afgestemd. Xavier Buijs is VVSG-stafmedewerker ruimtelijke ordening, Steven Verbanck is VVSG-stafmedewerker milieu

Via www.digitalebouwaanvraag.be kan meer informatie worden verkregen over het project van de digitale stedenbouwkundige vergunning.


praktijk

ERPE-MERE - De politiezone Erpe-Mere/Lede organiseert gratis trainingen voor winkelpersoneel om winkeldiefstallen te voorkomen. Na een theoretische vorming en tips volgt de ultieme oefening met het bezoek van een mystery shoplifter.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiĂŤnte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

koen moreau

Politie leert winkeliers dieven herkennen en aanpakken

W

inkeldiefstallen zijn een groot probleem voor handelszaken en kosten winkeliers handenvol geld. Om de winkelbedienden mondiger en alerter te maken start de politie van Erpe-Mere/Lede een project met intelligente training ter voorkoming van winkeldiefstal. Volgens zonechef Patrick De Schutter is het idee van een trainingsaanbod ter plaatse en op maat van de handelszaak ontstaan toen de informatieavonden voor winkeliers te algemeen bleken: ‘Nu bieden we de handelaars een menu aan waaruit ze vorming op maat van hun zaak kiezen die we dan ter plaatse aanbieden.’ Er zijn drie verschillende trainingen. Tijdens de basistraining winkelpersoneel leert een winkelier op twee uur wat hij wel en niet mag doen, hoe hij het best op een dief reageert en welke kleine aanpassingen in de winkelinrichting voor een beter overzicht zorgen. Het personeel krijgt ook tips om

verdacht gedrag te herkennen en leert een geheime codetaal. In de gedreven training winkelpersoneel van een halve dag zitten naast een opleiding winkeldiefstalbeheerstechnieken ook rollenspelen. Bij de doorgedreven training winkelpersoneel kan het personeel de theorie in praktijk omzetten tijdens het bezoek van een mystery shoplifter. In een vooraf afgesproken periode probeert een anonieme politieagent een product in de winkel te stelen. Op het bezoek volgt een debriefing om na te gaan of de winkelier en zijn personeel voldoende alert en correct op de diefstal hebben gereageerd. Speciaal voor het winkelmanagement stelt de politie ook een uitvoerig schriftelijk veiligheidsplan met elektronische en bouwkundige maatregelen voor de winkel op. De aanvraag voor een gratis training verloopt via het secretariaat van de politiezone.

Patrick De Schutter, korpschef politiezone Erpe-Mere/Lede, T 053-60 64 41, korpschef@ erpemerelede.be

inge ruiters

Lokaal I 1 juni 2011 I 31


werkveld cultuurbeleid

Jezus en de Schriftgeleerden, 1900

Deelname Sint-Annaparochie, 1919

Immaterieel erfgoed: meer dan curiosum voor toeristen Immaterieel cultureel erfgoed staat sinds de visienota van minister van Cultuur Joke Schauvliege volop in de belangstelling. Maar wat is het potentieel voor de beleving ervan in verschillende steden en gemeenten? Een kennismaking met immaterieel cultureel erfgoed, vanuit het beleid en de Brugse praktijk. tekst lothar casteleyn beeld stadsarchief brugge

E

rfgoed is een huis met vele kamers. De Vlaamse wetgeving maakt een opsplitsing in onroerend (gebouwen, monumenten, archeologische sites en landschappen) en cultureel erfgoed, dat op zijn beurt een bundeling is van roerend (kunstwerken, historische voorwerpen, gebruiksvoorwerpen en documenten) en immaterieel erfgoed. Immaterieel erfgoed is niet tastbaar. Het omvat een brede waaier aan gewoontes, gebruiken en praktijken die een groep mensen of een bepaalde gemeenschap erft en voldoende belangrijk vindt om aan toekomstige generaties door te geven. Hierbij denken we meteen aan sociale gewoontes, rituelen en feestelijke gebeurtenissen, of ambachtelijke vaardigheden en technieken. Maar ook vormen van theater, dans en muziek of dialecten en vertelkunst zijn immaterieel erfgoed. Door maatschappelijke veranderingen interpreteren en beleven

32 I 1 juni 2011 I Lokaal

– www.beeldbankbrugge.be & fotografische dienst stad brugge

we dit erfgoed telkens anders. Immaterieel cultureel erfgoed is dus voortdurend in beweging. Van UNESCO tot Vlaamse inventaris De UNESCO (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization) lanceerde in 2003 de conventie voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed. In 2008 werden de operationele doelstellingen aangenomen. De conventie werd ondertussen al door 123 staten geratificeerd, waaronder België. De Vlaamse overheid speelde hier meteen op in door in 2008 de Inventaris van Immaterieel Cultureel Erfgoed Vlaanderen in het leven te roepen. Drie jaar later bundelt deze inventaris al negentien bijzondere tradities: van het Oud Limburgs Schuttersfeest tot de krulbolsport, van het Leuvense Jaartallenleven tot de Veurnse Boeteprocessie, van de Sinterklaas- en Sint-Maartensgebruiken tot de Vlaamse gebarentaal.

Zes elementen van de Vlaamse inventaris werden ondertussen ook opgenomen op UNESCO’s representatieve lijst van immaterieel cultureel erfgoed: de Ros Beiaard Ommegang in Dendermonde, de Houtem Jaarmarkt van Sint-Lievens-Houtem, het Feest van Krakelingen en Tonnekensbrand in Geraardsbergen, de kunst van de valkerij, Aalst Carnaval en de Heilig Bloedprocessie van Brugge. Een symbolische erkenning die tot grotere zichtbaarheid leidt, maar ook een engagementsverklaring om op het internationale toneel kennis en ervaring uit te wisselen omtrent de omgang met deze Vlaamse immateriële erfgoedfenomenen. Volwaardige pijler van het erfgoedbeleid Een beleid kan natuurlijk niet beperkt blijven tot lijsten en registers. De visienota die minister Joke Schauvliege eind 2010 lanceerde, ambieert de


Abraham & Sara, 2008

ontwikkeling van een volwaardig derde beleidsdomein voor immaterieel erfgoed (naast roerend en onroerend). In de visienota worden hiertoe drie belangrijke instrumenten aangekondigd. Diverse thematische expertisenetwerken, met door Vlaanderen gesubsidieerde werkkrachten als trekkers, zullen vanaf 2012 ontwikkeld worden. Vanuit hun praktijkkennis zullen zij de erfgoedgemeenschappen die werken met bepaalde tradities en gewoontes ondersteunen. Daarbij zijn het aanmoedigen van samenwerking en expertisedeling uiteraard basisprincipes, want enkel zo kan het netwerk groeien en op termijn gezamenlijke resultaten boeken. De Databank voor Immaterieel Cultureel Erfgoed in Vlaanderen belooft een ander belangrijk instrument te worden. Hierbij wordt gedacht aan een interactieve website die alle belangrijke informatie over immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen bundelt. Ten slotte wordt er ook gekeken naar de domeinen onderwijs en werk. Om specifieke technische kennis en ambachtelijke vaardigheden door te geven is het noodzakelijk een duurzame wisselwerking op te bouwen met opleidingen op diverse niveaus (sociaal-cultureel, kunst- en werkgebonden). Van beleid naar praktijk: de Heilig Bloedprocessie Brugge Een ambitieuze beleidsvisie, maar wat kan deze betekenen voor de lokale praktijk?

Vanuit Erfgoedcel Brugge, een van de twintig cultureel-erfgoedcellen die gefinancierd worden via de cultureelerfgoedconvenants met de Vlaamse overheid, wordt al drie jaar een werking opgezet voor de Heilig Bloedprocessie als immaterieel cultureel erfgoed. Sinds het einde van de dertiende eeuw is de Heilig Bloedprocessie niet meer weg te denken uit de Brugse geschiedenis. De processie bestaat uit meer dan vijftig groepen verdeeld over vijf delen;

Aanbidding van de herders, 2008

Een sleutel voor nieuwe initiatieven In de zomer van 2008 werd Erfgoedcel Brugge gevraagd om een aanvraagdossier uit te werken voor de Vlaamse inventaris immaterieel erfgoed, in opdracht van het Stadsbestuur Brugge en de Edele Confrérie van het Heilig Bloed, het broederschap dat de processie inricht. Vanuit de Confrérie werd de nodige inhoudelijke informatie aangeboden; Erfgoedcel Brugge zorgde voor de vertaalslag en voor de verwerking tot het

Immaterieel erfgoed omvat een brede waaier aan gewoontes, gebruiken en praktijken die een groep mensen of een bepaalde gemeenschap erft en voldoende belangrijk vindt om aan toekomstige generaties door te geven.

een aaneenschakeling van straattoneel, zang, dans, choreografie, muziek met als apotheose de verering van de relikwie van het Heilig Bloed. Elk jaar trekt ze door het hart van Brugge. Zo groeide gedurende eeuwen een sterke verbondenheid van de Bruggelingen met hun processie. Ze vormen een uiterst trouw en divers deelnemerspubliek voor wat ook ‘Brugges mooiste dag’ wordt genoemd. Sinds de jaren 1970 groeide de processie uit tot een toeristisch topevenement dat jaarlijks tussen de 30.000 en 45.000 toeschouwers bereikt. De Heilig Bloedprocessie gaat uit op Hemelvaartdag.

UNESCO-aanvraagdossier. De samenstelling van dergelijke dossiers mag niet licht opgevat worden. De begeleiding door een lokale of Vlaamse erfgoedspeler die vertrouwd is met de beleidscontext en het hieraan verbonden erfgoedjargon is zeker aan te raden. De vermelding op een lijst is geen einddoel, maar een startpunt. Dat moeten de indieners van een aanvraagdossier goed beseffen. Om dit bewustzijn in de Brugse erfgoedgemeenschap aan te wakkeren werd bij de overhandiging van het UNESCO-certificaat een Academische Zitting georganiseerd.

Lokaal I 1 juni 2011 I 33


lokale raad

werkveld cultuurbeleid

Mag een gemeentebestuur voor de leerlingen van de gemeenteschool buitenschoolse kinderopvang organiseren?

Verschillende sprekers verschaften meer informatie over de mogelijkheden die deze prestigieuze erkenning biedt. Zo werd een voedingsbodem voor nieuwe initiatieven gecreëerd. Ondertussen werd door Erfgoedcel Brugge een educatief pakket voor de derde graad Lager Onderwijs uitgewerkt. Dit pakket gaat over de beleving van de processie vanuit verschillende oogpunten en het

Een lokaal bestuur kan zeker in de door de gemeente georganiseerde scholen ochtend- en avondtoezicht organiseren. Dit wordt dan wel als een sociaal voordeel beschouwd. Gemeentebesturen mogen, bij het toekennen van middelen voor de aan leerlingen verleende sociale voordelen, geen onderscheid maken tussen de kinderen van de scholen die zij zelf organiseren en die van de vrije en gemeenschapsscholen. Wat een gemeentebestuur aan de eigen leerlingen toekent, moet het ook aan de leerlingen van de andere scholen geven.

Sociaal voordeel Ochtend- en avondtoezicht van leerlingen is een sociaal voordeel wanneer dit buiten de normale aanwezigheden van de leerlingen valt. Het kwartier voor de aanvang van de lessen en het kwartier dat op het einde van de lessen in de namiddag aansluit, worden als normale aanwezigheid van de leerlingen beschouwd. Er is pas sprake van een sociaal voordeel als het gemeentebestuur extra financiële middelen inzet voor het ochtend- en avondtoezicht van de leerlingen van de eigen gemeenteschool. Indien de voor de opvang betaalde ouderbijdrage de kosten dekt, ontstaat er geen recht op sociaal voordeel. Om van recht op sociaal voordeel te spreken moet het gemeentebestuur of de inrichtende macht van de gemeenteschool het ochtend- en avondtoezicht in de gemeenteschool organiseren. Als het OCMW-bestuur, een oudercomité of vzw dit toezicht organiseert, ontstaat er geen recht op sociaal voordeel. Andere scholen Andere scholen hebben alleen recht op een sociaal voordeel als ze erom vragen. Bovendien moeten zij zich houden aan dezelfde voorwaarden als de gemeenteschool, bijvoorbeeld voor het bedrag van de ouderbijdrage. Een inrichtende macht die van het sociaal voordeel van ochtend- en avondtoezicht wil genieten, moet dus minimaal dezelfde ouderbijdrage vragen als de gemeenteschool. Ook de tijdsduur van het toezicht moet gelijklopen. Biedt de gemeenteschool maar een half uur opvang ’s morgens, dan kunnen de andere netten ook maar een half uur opvang als sociaal voordeel beschouwen, ook al zouden zij zelf een toezicht van een uur of langer organiseren. Als het gemeentebestuur een toezichter per schijf van 50 leerlingen hanteert, dan kan de vrije school geen toezichter per schijf van 40 leerlingen als sociaal voordeel inroepen. Ten slotte wordt een sociaal voordeel per niveau toegekend. Als een gemeentebestuur een sociaal voordeel geeft voor de leerlingen van de gemeentelijke kleuterschool, dan kan de gemeenschapsschool die geen kleuterafdeling heeft, geen aanspraak maken op een financiële tussenkomst van de gemeente. Sinds 1 januari 2009 kunnen lokale besturen die zelf geen onderwijs organiseren, ook sociale voordelen uitkeren. Decreet Flankerend Onderwijsbeleid Rondzendbrief JUR1/11/AVW over gezondheidstoezicht en sociale voordelen

De visienota van minister Schauvliege ambieert de ontwikkeling van een volwaardig derde beleidsdomein voor immaterieel erfgoed, naast roerend en onroerend erfgoed. zal elk jaar in de aanloop van de Heilig Bloedprocessie aan Brugse scholen aangeboden worden, zodat ook nieuwe generaties kijkers nieuwsgierig worden om deel te nemen aan ‘Brugges mooiste dag’. Recent werd ook een auditcomité opgericht. De leden spelen vanuit hun persoonlijke expertise of functie een rol in de toekomstgerichte ontwikkeling van de Heilig Bloedprocessie. Deze groep met vertegenwoordigers uit het stadsbestuur, de Edele Confrérie, het Bisdom Brugge en de erfgoedwereld engageert zich om gedurende drie jaar na te denken over belangrijke uitdagingen voor de processie. Hoe kunnen we kinderen en jongeren warm houden, hoe kunnen we de boodschap van de processie verduidelijken en eventueel vernieuwen of hoe kunnen we het evenwicht tussen authentieke beleving en toeristisch evenement bewaken? Het zijn enkele voorbeelden van cruciale vragen die op de agenda staan. Na drie jaar wordt het traject afgesloten met een reflectienota, die ook aan het UNESCO-secretariaat bezorgd zal worden. Erfgoedcel Brugge heeft zich geëngageerd om deze en andere maatregelen te stimuleren, te ondersteunen en mee uit te bouwen. De Heilig Bloedprocessie van Brugge is, inspelend op het prille Vlaamse immateriële culturele erfgoedbeleid, aan een nieuwe fase van haar geschiedenis begonnen. Lothar Casteleyn is coördinator van Erfgoedcel Brugge

BVR van 24/07/1991 betreffende gezondheidstoezicht en sociale voordelen

De visienota ‘Een beleid voor immaterieel cultureel Mail uw vragen over kinderopvang naar ann.lobijn@vvsg.be en over sociale voordelen naar didier.bataillie@ovsg.be

34 I 1 juni 2011 I Lokaal

erfgoed in Vlaanderen’ is terug te vinden op www.agentschapkunstenenerfgoed.be.


werkveld gezondheidsbeleid

Bio op het bord van het beleid

BioForum vraagt overheden meer bio aan te kopen

Naar aanleiding van de Bioweek van 4 tot 12 juni vraagt BioForum aan alle overheden, om biologische producten op te nemen in hun aankoopbeleid, niet enkel in de Bioweek, maar permanent. Bio verdient immers een plaats op ieders bord. tekst marijke van ranst

O

verheden die in hun aankoopbeleid duurzaamheidscriteria hanteren, werken mee aan de ontwikkeling van het aandeel duurzame voeding en de duurzame landbouw. Bio op het bord van het beleid betekent dus letterlijk bio op het bord van de ambtenaren, maar ook bio in de automaat, in het koffieapparaat, in de snoepkast of in de fruitmand. BioForum vraagt niet om voor alle aangekochte voedingsproducten ineens de stap naar bio te zetten, maar wel om op een doordachte manier en geleidelijk steeds meer biologische producten te integreren. De eenvoudigste maatregelen om met bio aan de slag te gaan, zijn de aankoop van biologische koffie, thee of fruitsappen. Maar ook melk, suiker of koekjes in bioversie worden gesmaakt. Van rusthuis tot school Ook in andere diensten kan de stap naar bio worden gezet. Een lekkere biomaaltijd in rusthuizen of scholen betekent een serieuze impuls voor de lokale biologische landbouw. Door zelf het voorbeeld te geven, geeft een overheid ook het signaal dat kiezen voor bio niet alleen verantwoord maar ook haalbaar is. Door een bewust duurzaam beleid te voeren kan ze het draagvlak voor biologische voeding vergroten. Ook het ondersteunen van lokale bioboe-

ren, bioverwerkers en bioverkooppunten kan deel uitmaken van het lokale beleid. BioForum wil graag een écht engagement. Naar aanleiding van de Bioweek wordt alle overheden gevraagd een engagementsverklaring te ondertekenen en bio echt op het bord van het beleid te leggen. Verschillende gemeenten kopen al regelmatig biovoeding aan, maar meestal bij bepaalde activiteiten. De algemene trend is dat bioproducten gebruikt worden bij activiteiten in verband met het thema Milieu. Zo zien we in de compostmaand juni verschillende buitenactiviteiten met bioproeverijen en bezoeken aan bioboerderijen. Ook de combinatie van bio en fair trade wordt geregeld gemaakt. In sommige gemeenten wordt ook gekozen voor biofruit als gezonde snack op school. De vraag voor een engagementsverklaring heeft in elk geval bij verschillende gemeenten het bewustzijn verhoogd en een stimulans gegeven om hun aankoopbeleid te evalueren en duurzame criteria te introduceren. Bio kan als criterium voor overheidsopdrachten zonder wettelijk probleem worden geïntroduceerd (www.gidsvoorduurzameaankopen.be).

verbruikt bij activiteiten zoals een biobrunch of op de dag van de buren. Dat duurzaamheid voor hen belangrijk is, bewijst ook de ecowijzer die Essen vorig jaar heeft uitgebracht. Met deze aankoopgids met adressen en informatie zet de gemeente inwoners aan om duurzame producten aan te kopen. Maar er is meer. Omdat er op het eigen grondgebied geen bioboeren zijn, zal Essen zich nu toespitsen op een sensibiliserend en stimulerend beleid bij de boeren. Samen met het project Bio Zoekt Boer wordt er aan omschakeling naar biolandbouw gewerkt. Ook Malle heeft al ondertekend. Daar wordt bio occasioneel gebruikt. Zo wordt op het ontbijt voor het personeel van de gemeente en het OCMW gewerkt met enkele bioproducten zoals eieren, suiker en fruitsap. Maar ook op permanente basis wil Malle bio een plaats geven in zijn aankoopbeleid. Zo is de thee al bio en ook een deel van de wijn die geschonken wordt op recepties. Halle gaat nog verder en neemt het criterium bio ook effectief op in de bestekken. Concreet betekent dit dat minstens 15% van de voedingsaankopen biologisch zullen zijn en dat deze norm wordt opgelegd aan de leveranciers. Deze vorm van structurele aankopen is de beste manier om als overheid een stimulans aan duurzame landbouw te geven. Marijke Van Ranst is coördinator verkooppunten bij Bioforum

Actie in de praktijk De oproep werd in april gelanceerd. De eer van de eerste officiële ondertekening was weggelegd voor Essen. Daar wordt bio al occasioneel aangekocht en

Gemeenten die een engagement willen opnemen of meer informatie wensen, kunnen terecht bij BioForum Vlaanderen, www.bioweek.be.

Lokaal I 1 juni 2011 I 35


achter de schermen

Bibliotheekassistent Dries De Mesel zorgt ervoor dat de bezoekers van de bibliotheek van Sint-Lievens-Houtem hun informatie zelfstandig terugvinden. Hij maakt de signalisatie en integreert deze op de meest logische manier in de bibliotheek. Daarnaast is Dries collectievormer voor de non-fictieafdeling. Een boeiende taak: ‘Je bent verplicht een selectie te maken in het grote aanbod van informatie. Het bibliotheekpubliek is erg heterogeen, maar toch moet je trachten je in hun manier van omgaan met informatie te verplaatsen.’ Dries participeert ook in de uitbreidingsactiviteiten van Route 42, het samenwerkingsverband van bibliotheken gelegen rond de snelweg N42 in de Vlaamse Ardennen. Bibliotheken zijn meer dan boeken alleen. Het aankomende project van gps-wandelingen met behulp van smartphones is daarvan een schitterend voorbeeld. Dries werkt graag voor de openbare bibliotheek omdat er zoveel verandert. Het aanbodgerichte van openbare bibliotheken met alleen

oog voor de collectie verdwijnt. Opstelling en vorming van de collectie evolueren almaar meer naar diensten en activiteiten die voor de gebruikers echt belangrijk zijn. ‘Openbare bibliotheken passen zich aan de klanten aan en worden gezellig, maar zonder toegevingen te doen op het gebied van kwaliteit. Het is aan ons om de bibliotheekbezoeker te verrassen en te prikkelen,’ zegt Dries De Mesel. Een openbare bibliotheek is een instelling met vele klanten die zich nauw betrokken voelen. Klanten bellen en mailen zeer makkelijk naar de bibliotheek met allerhande vragen en problemen. Het doet Dries deugd als hij iemand geholpen heeft. Natuurlijk is alles leuker met toffe collega’s: ‘Ze zijn altijd bereid een handje te helpen of weekenddiensten te wisselen.’ Zo kan hij zijn privéleven goed combineren met het werk. Kirsten De Sutter is stafmedewerker communicatie, personeel & interne controle in Sint-Lievens-Houtem

Opleiding

GF

Vier jaar geleden kon Dries De Mesel aan de slag in de bibliotheek van SintLievens-Houtem voor een tijdelijke vervanging. Dries heeft een diploma van TSO handel. Door omstandigheden is hij vroegtijdig gestopt met twee hogeschoolopleidingen. Maar die hebben hem een breed scala aan kennis opgeleverd die hij kan gebruiken in het sociale werk van bibliotheekassistent. Op dit moment volgt hij de opleiding graduaat in bibliotheek- en documentaire informatiekunde in de CVO Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk vzw, alias de bibliotheekschool in Gent. Deze opleiding levert een gespecialiseerde kijk op de werking van openbare bibliotheken.

36 I 1 juni 2011 I Lokaal


geregeld wetmatig

Vlaamse regering keurt voorontwerp decreet voorschoolse kinderopvang goed

layla aerts

De Vlaamse regering keurde op 6 mei 2011 het voorontwerp van decreet voorschoolse kinderopvang principieel goed. Na advies van de Strategische Adviesraad, de SERV en de Raad van State wordt het ontwerpdecreet komend najaar besproken in het Vlaamse parlement. De datum van inwerkingtreding is uiterlijk 1 januari 2015. De bedoeling is dat tegen dan ook alle cruciale uitvoeringsbesluiten zijn genomen.

Realisatie van voldoende aanbod: welke rol voor de gemeenten? De Vlaamse Gemeenschap engageert zich via het decreet om tegen 2016 in een kinderopvangaanbod te voorzien voor minstens de helft van de kinderen tot drie jaar, en tegen 2020 voor alle kinderen met behoefte aan voorschoolse kinderopvang. Volgens de memorie van toelichting is een ‘aanbod dat alle behoeften dekt’ te begrijpen als een kwantitatief gegeven op het niveau van de Vlaamse Gemeenschap. De VVSG vindt het jammer dat de realisatie van deze doelstelling, rekening houdend met de behoeftebepalende elementen, niet op niveau van de gemeente nagestreefd wordt. Alleen zo bestaat de garantie dat ouders met behoefte aan kinderopvang een toegankelijk aanbod in hun buurt vinden. Bij de programmatie van subsidies stelt de VVSG ook vast dat er geen rekening wordt gehouden met het advies van het lokale bestuur (wat nu wel het geval is). De VVSG vraagt snel duidelijkheid over de invulling van de decretaal vastgelegde samenspraak tussen Kind en Gezin en de lokale besturen betreffende de regie van de kinderopvang.

Organisatie van het lokale loket Het decreet zal grote gevolgen hebben voor de organisatie van de kinderopvang. Er komen lokale loketten om

ouders te ondersteunen in hun zoektocht, maar de opdracht om dergelijke informatie- en steunpunten te organiseren en te ontwikkelen wordt niet toegewezen aan het lokale bestuur. Het lokale loket kinderopvang moet gestalte krijgen doordat binnen het lokaal overleg kinderopvang een initiatiefnemer wordt aangewezen of een structuur wordt gecreĂŤerd. Elke lokale actor die relevant is voor kinderopvang, kan de organisatie van een lokaal loket op zich nemen. Enkel wanneer er geen initiatiefnemer wordt aangewezen, neemt het lokale bestuur de organisatie van het loket op zich.

Subsidie: nieuwe voorwaarden en normen Voorts wordt een onderscheid gemaakt tussen gezinsopvang, groepsopvang en opvang aan huis. Alle beroepsmatige en tegen betaling gerealiseerde voorschoolse kinderopvang zal moeten voldoen aan de in uitvoeringsbesluiten geformuleerde vergunningsvoorwaarden. Het grootste deel van de subsidie zal via programmatie verdeeld worden, in een getrapt subsidiesysteem dat gelijk is voor alle gelijksoortige voorzieningen. De VVSG vreest dat de huidige erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders met het decreet almaar

meer gedetailleerde normen opgelegd zullen krijgen, terwijl er vandaag geen duidelijkheid is over subsidiebedragen of over de garantie op subsidie.

Handhaving: burgemeester Voor de burgemeester ten slotte is een duidelijke rol weggelegd op het vlak van handhaving: hij/zij kan op verzoek van Kind en Gezin een kinderopvangvoorziening effectief laten sluiten. Kind en Gezin zal, als de uitoefening van de kinderopvang opgeschort moet worden of als een kinderopvangvoorziening moet sluiten, zo spoedig mogelijk de burgemeester van de gemeente van de kinderopvangvoorziening inlichten. Op die manier kan deze ook nagaan of de opschorting of sluiting wordt nageleefd. Indien een voorziening na de inwerkingtreding van de sluiting de opvang toch niet zou stopzetten, kan de burgemeester de stopzetting bevelen, het gebouw ontruimen en eventueel verzegelen. ann.lobijn@ vvsg.be

De website van Kind en Gezin bevat volledige informatie over het (voorontwerp van) decreet: www.kindengezin.be/ nieuwe-initiatieven/kinderopvang. De bedenkingen van de VVSG bij het decreet staan op www.vvsg.be, knop welzijnsvoorzieningen, kinderopvang.

Lokaal I 1 juni 2011 I 37


Landen, een stad in Vlaams- Brabant met ruim 15.400 inwoners en gelegen op het kruispunt van vier provincies, is in volle expansie Het stadsbestuur van Landen is op zoek naar gemotiveerde kandidaten (m/v) voor de voltijdse betrekking van:

Deskundige Patrimonium B1-B2-B3, in contractueel dienstverband Functie, vooral • opvolging en uitvoering van het financiële beleid van het autonoom gemeentebedrijf (AGB Landen) door toezicht op de boekhouding; • werkt o.l.v. de stafmedewerker Algemene Zaken. Vereisten, o.a. houder zijn van een bachelordiploma (of ermee gelijkgesteld, studierichting: boekhouden, overheidsmanagement, economische wetenschappen of gelijkwaardig) en slagen voor de selectieproeven. Laatstejaarsstudenten worden eveneens toegelaten tot de selectie proeven, mits het voorleggen van een studiebewijs en een verklaring dat ze binnen de termijn van max. vijf maanden zullen deelnemen aan de eindexamens voor het behalen van hun diploma. Brutosalaris min. 2228 euro en max. 3755 euro per maand Arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur (zes maanden proeftijd), onmiddellijke indiensttreding.

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website inlevering advertenties voor:

Lokaal 12 (1 tot 31 juli): 16 juni Lokaal 13 (1 tot 15 september): 18 augustus informatie

Nicole Van Wichelen • T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

Er wordt een wervingsreserve aangelegd die geldig is voor drie jaar. Interesse ? De kandidaturen (met een ingevuld inschrijvingsformulier, een kopie van het vereiste diploma of eventuele andere bewijsstukken) moeten per brief gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen van de stad Landen, Stationsstraat 29, 3400 Landen, en toekomen ten laatste op maandag 20 juni 2011. Meer info: dienst Personeelsaangelegenheden, personeel@landen.be, T 011‑88 03 06 of www.landen.be

Herenthout is een levendige gemeente gelegen in het zuiden van de Kempen met ongeveer 8700 inwoners. Het gemeentebestuur van Herenthout is op zoek naar een

Milieuambtenaar m/v

in contractueel verband

De gemeente Sint-Pieters-Leeuw organiseert een aanwervingsselectieprocedure met aanleg van een werfreserve voor de betrekking van

deskundige openbare werken/ nutsvoorzieningen/groen B-niveau – statutair

De informatiebundel kun je opvragen bij Wendy Kerckhoven T 02-371 22 48, wendy.kerckhoven@sint-pieters-leeuw.be Voor je kandidaatstelling stuur je ten laatste 22 juni 2011 per post, afgifte tegen ontvangstbewijs of per e-mail je gemotiveerde kandidatuur, samen met het inschrijvingsformulier en een kopie van het vereiste diploma naar het college van burgemeester en schepenen, Pastorijstraat 21, 1600 Sint-Pieters-Leeuw. 38 I 1 juni 2011 I Lokaal

Heeft u de talenten om de coördinatie van onze milieudienst in goede banen te leiden? U werkt onder directe leiding van de industrieel ingenieur. U bent verantwoordelijk voor het geheel van het gemeentelijke milieubeleid (leefmilieu, natuur en groenvoorziening). U verleent adviezen over milieuaanvragen aan het bestuur en aan de burgers en behandelt de vergunningsaanvragen. U bent verantwoordelijk voor milieutoezicht en –handhaving. Wij zoeken een gemotiveerde bachelor die veranwoordelijkheid opneemt en zelfstandig kan werken. U heeft een zeer goede kennis van de milieuwetgeving. Tevens is een goede kennis vereist van het gemeentedecreet, het gebruik van informatica en tekstverwerking. U bent in het bezit van het bekwaamheidsbewijs conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 inzake milieubeleid. Wij bieden u een voltijdse job met vast loon, mogelijkheid tot valorisatie van max. tien jaar relevante privé-anciënniteit, maaltijdcheques, gratis hospitalisatieverzekering, flexibele werktijden, fietsvergoeding, gunstige vakantieregeling. Interesse? Stuur of mail uw sollicitatiebrief samen met cv en kopie van het gevraagde diploma aan het college van burgemeester en schepenen, Bouwelse Steenweg 8, 2270 Herenthout. Kandidaturen moeten uiterlijk op 10 juni 2011 ingediend worden. Meer info? Personeelsdienst, T 014-50 78 41 of personeelsdienst@herenthout.be


geregeld wetmatig

De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw wil haar slagkracht vergroten. Hiervoor tekent de VVSG een nieuwe organisatiestructuur uit. De directie zal uitgebreid worden naar een managementteam bestaande uit de algemeen directeur en vijf directeurs. In dit kader zijn we op zoek naar een

Directeur Ruimte m/v verantwoordelijk voor de directie belast met de kennisverwerving, de adviesverlening en de belangenbehartiging m.b.t. de thema’s milieu, afval, ruimtelijke ordening, waterbeleid, mobiliteit, duurzaam aankoopbeleid, openbare werken, lokale economie, monumenten en erfgoed, lokaal toerismebeleid. taken 1. Je geeft leiding aan medewerkers met als doel hen te begeleiden naar optimale prestaties met het oog op het realiseren van het maatschappelijke doel van VVSG: - Je voert functioneringsgesprekken met de medewerkers - Je coacht de medewerkers - Je begeleidt de medewerkers bij hun werkzaamheden - Je controleert en evalueert de medewerkers - Je werft nieuwe medewerkers aan binnen het toegewezen budget. 2. Je bent het aanspreekpunt voor de medewerkers mbt hun dossiers. 3. Je neemt deel aan het managementteam met als opdracht o.a. - Opstellen van tactische planning - Nemen van strategische beslissingen omtrent personeelsbeleid - Toewijzen van budgetten - Nemen van inhoudelijke verantwoordelijkheden - Visieontwikkeling op de werking van de lokale besturen. Je rapporteert rechtstreeks aan de algemeen directeur. profiel Je bent in het bezit van een universitair diploma of hebt een gelijkwaardige kennis door ervaring. Je draagt de lokale besturen een warm hart toe en bent vertrouwd met hun werking. Je hebt kennis van managementtechnieken of bent bereid een opleiding te volgen. Je beschikt over sterke communicatieve vaardigheden. Je bent geïnteresseerd om leidinggevende taken op te nemen en hebt leidinggevende competenties. Je kunt een visie ontwikkelen die rekening houdt met de belangen van zowel de VVSG als organisatie als de belangen van de individuele medewerkers. Je bent geïnteresseerd? Stuur je motivatiebrief en cv tot en met 14 juni 2011 naar Veronique.Geessels@ascento.be. De aanwervingsproeven vinden plaats voor 30 juni 2011.

Vernieuwde dienstverlening VDAB aan personen met Bulgaarse of Roemeense nationaliteit Sinds 1 februari is de dienstverlening van de VDAB voor personen met de Bulgaarse of Roemeense nationaliteit vernieuwd. Dit gebeurde naar aanleiding van de nota van minister Geert Bourgeois over ‘een gecoördineerd, lokaal inclusief Vlaams beleid ten aanzien van Middenen Oost-Europese immigranten’. Het gaat om gediversifieerde dienstverlening, afhankelijk van de leef- en werksituatie van de persoon in kwestie. Roemenië en Bulgarije zijn overgangslanden in de Europese Economische Ruimte (EER) en voor het vrije verkeer van werknemers geldt een overgangsregeling. Zij hebben een beperkte toegang tot de arbeidsmarkt. Voor een tewerkstelling moeten ze nog steeds vooraf een arbeidskaart aanvragen. Voor knelpuntberoepen is de regeling echter soepeler. Zo kan de werkgever de arbeidskaart aanvragen zelfs wanneer de Roemeen of Bulgaar zich al in België bevindt, en hoeft er geen arbeidsmarktonderzoek te gebeuren vooraleer de dienst Migratie de arbeidskaart toekent. De VDAB besliste om vanaf 1 februari 2011 zijn dienstverlening ook open te stellen voor personen met Bulgaarse of Roemeense nationaliteit die een knelpuntberoep kunnen uitoefenen en die dus als plaatsbaar op de arbeidsmarkt beschouwd worden. Daarbij wordt ook rekening gehouden met het verblijfsstatuut van de persoon in kwestie. Enkel personen van wie het verblijfsstatuut als stabiel wordt aangezien, kunnen terecht bij de VDAB. Dit houdt in dat er een

onderscheid wordt gemaakt tussen twee grote groepen. Hieronder beschrijven we die groepen en verduidelijken we op welke dienstverlening zij recht hebben.

Groep 1: toegang tot de volledige dienstverlening Personen met Bulgaarse of Roemeense nationaliteit hebben een volledige toegang tot de arbeidsmarkt als ze ten minste twaalf maanden in België hebben gewerkt met een arbeidskaart B, of in België verblijven in het kader van gezinshereniging; of als ze een elektronische E+-kaart hebben. Zij beschikken over een verblijfsstatuut van langer dan drie maanden. Bijgevolg kunnen zij zich zoals alle Europese burgers als werkzoekende inschrijven bij de VDAB en hebben ze toegang tot de hele dienstverlening van de VDAB.

Groep 2: toegang tot een beperkte dienstverlening De overige Bulgaren en Roemenen hebben een beperkte toegang tot de arbeidsmarkt. Zij kunnen hier sinds 1 februari van genieten als

De VVSG ondersteunt de idee dat mensen die inzetbaar zijn voor knelpuntberoepen, worden doorverwezen naar de VDAB. Wel vragen we van de VDAB dat hij in de toekomst meer zou aanbieden dan deze minimale dienstverlening. Daarnaast vragen we dat de VDAB maximaal zou inzetten op het gebruik van de kruispuntbank om de communicatie voor deze vormen van samenwerking te voeren.

Lokaal I 1 juni 2011 I 39


geregeld wetmatig

Schilde is een landelijke gemeente in de Voorkempen. De 150 werknemers van het gemeentebestuur zetten zich dagelijks in voor de 19.500 inwoners en talrijke verenigingen en ondernemingen. In Schilde is het aangenaam samenleven, met veel ruimte voor cultuur en ontspanning en een rijk verenigingsleven, en dat willen we zo houden. Daarom is het gemeentebestuur naar u op zoek !

Beleidscoördinator Vrije Tijd en Welzijnszaken voltijds – A4a-b – m/v – statutair dienstverband Heeft u de talenten om de coördinatie van onze vrijetijds- en welzijnsdiensten op te nemen en van deze verschillende diensten één afdeling te maken? U maakt deel uit van het managementteam en vertegenwoordigt de verschillende diensten binnen uw afdeling Wij zoeken een dynamische master met minstens drie jaar relevante ervaring. U kunt visie ontwikkelen en doelstellingen behalen. Uw manier van leidinggeven inspireert en motiveert medewerkers tot samenwerken en resultaatgerichtheid. U heeft een goede kennis van het gemeentedecreet en kunt uw weg vinden in de diverse wetgevingen op gebied van vrije tijd en welzijn. U kunt deze wetgeving op een klantvriendelijke manier vertalen naar de burgers, verenigingen en uw team. Wij bieden u een job met een gevarieerd takenpakket, een ervaren team en vele contacten. Geïndexeerd bruto maandsalaris: min. 3321,91 euro – max. 5064,96 euro, alle overheidservaring en max. tien jaar relevante privéervaring tellen mee voor de berekening van uw loon; permanente vorming voor uw vakgebied; glijdende uren; minstens 32 vakantiedagen en 14 feestdagen; sociale voordelen; maaltijdcheques van 6,5 euro (vanaf 01.01.2011); hospitalisatieverzekering; gsm; woon-werkverkeer: fietsvergoeding en terugbetaling van openbaar vervoer, parking beschikbaar. Interesse? Kandidaturen moeten uiterlijk op 7 juni 2011 worden ingediend ter attentie van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Schilde, met een sollicitatiebrief, cv en kopie van het gevraagde diploma. De selectieprocedure bestaat uit een schriftelijke proef op dinsdag 14 juni 2011 om 19 uur, een sollicitatiegesprek en een psychotechnische proef. Kandidaturen die na 7 juni 2011 worden ingediend, worden niet aanvaard. Meer info: Personeelsdienst, Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde, T 03-380 16 62, personeel@schilde.be De volledige functiebeschrijving en de specifieke aanwervingsvoorwaarden vindt u terug op www.schilde.be.

40 I 1 juni 2011 I Lokaal

ze over een arbeidskaart B beschikken en een elektronische A-kaart maar nog geen volledig jaar in België hebben gewerkt; of als ze een leefloon ontvangen van het OCMW, gestart zijn met een inburgeringstraject en onmiddellijk plaatsbaar zijn in een knelpuntberoep. Deze personen beschikken wel over een verblijfsstatuut van langer dan drie maanden. Zij kunnen zich laten registreren bij de VDAB, waardoor ze een beperkte dienstverlening zullen krijgen. Op basis van deze registratie zullen ze vacatures ontvangen voor knelpuntberoepen. Personen die zich spontaan aanmelden bij de VDAB en over een arbeidskaart B en elektronische A-kaart beschikken, zullen vacatures ontvangen voor het beroep waarvoor zij een arbeidskaart B ontvingen. Mogelijk worden ook voor andere knelpuntberoepen vacatures meegegeven, afhankelijk van het profiel van de kandidaat. Wanneer de OCMW’s personen doorverwijzen naar de VDAB, vraagt de VDAB om een doorverwijsformulier mee te geven, waarin duidelijk wordt gemaakt dat deze personen een inburgeringstraject volgen, en waarop een indicatie wordt gegeven voor welk knelpuntberoep ze in aanmerking komen. De door het OCMW gegeven indicatie van knelpuntberoep kan te allen tijde herzien worden door de VDAB. kjille vanhoutte is expert arbeidsbemiddeling

-

juridische ondersteuning centrale diensten vdab

Het doorverwijsformulier kunt u vinden op de website van de VVSG, knop economie en werk, activeringsbeleid OCMW’s

STAD HALEN Het stadsbestuur van Halen werft aan (m/v) voor onbepaalde duur in statutair verband:

Stedenbouwkundig ambtenaar/ Diensthoofd ruimtelijke ordening samen 1 voltijds equivalent • A1a-A3a INTERESSE? Stuur je kandidatuur en cv samen met een kopie van je diploma en een uittreksel uit het strafregister dat niet ouder is dan 3 maanden, uiterlijk op 10/06/2011 aangetekend aan het College van burgemeester en schepenen, Diestersteenweg 42, 3545 HALEN. Onvolledig en te laat toegekomen kandidaturen worden niet in aanmerking genomen. Meer info betreffende takenpakket, functieomschrijving en functieprofiel zijn te bekomen bij de verantwoordelijke van de personeelsdienst, tel.: 013 61 81 20, e-mail: personeelsdienst@halen.be

Aanwervingsvoorwaarden: In het bezit zijn van een masterdiploma Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening of gelijkgesteld of het behalen binnen de periode van 2 jaar vanaf de indiensttreding. • Slagen in een aanwervingsexamen. • In het bezit zijn van een geldig rijbewijs B. Er wordt een wervingsreserve van 3 jaar aangelegd voor aanwerving in deze functie. Toelatingsvoorwaarden: • Lichamelijk geschikt zijn. • Een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de vereisten voor de functie. • Voldoen aan de wettelijke nationaliteitsvereisten. • De burgerlijke en politieke rechten genieten. Wij bieden: • Een degelijke wedde, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering. • Voor deze job kan een functierelevante geldelijke anciënniteit uit de privésector of uit een zelfstandige activiteit van max. 10 jaar worden toegekend.


agenda studiedagen Genk 9 juni

Putten uit innovatie Zevende kwaliteitscongres. www.kwaliteitscongres.be Antwerpen 16 juni Oost-Vlaanderen 27 september West-Vlaanderen 29 september Limburg 14 oktober

Handhaving bij economische materies Informatiesessies voor ambtenaren en schepenen lokale economie. www.vvsg.be (kalender)

opleidingen Gent 7 juni

Taalwetgeving voor lokale besturen Interactieve opleiding met focus op de taalregels in het Nederlandse taalgebied zonder speciale taalregeling. www.vvsg.be (kalender) Hasselt 14 en 20 juni

Gent vanaf 27 september

Via intervisie en supervisie naar een kwaliteitsvolle dienstverlening in het OCMW/Sociaal Huis OCMW’s streven naar een zo goed mogelijke dienstverlening. Daarbij wordt van maatschappelijk werkers verwacht dat ze zich permanent bijscholen en deskundiger worden. Maar verdeskundiging wordt soms nogal taakgericht en werktuiglijk opgevat. We vullen dan onze kennis aan of we vergroten onze technische vaardigheid door een specifieke training of opleiding. Daarnaast bestaat er ook een andere, tragere leerweg die vertrekt vanuit reflectie over het eigen professionele handelen. Inzoomen op het eigen handelen kan in de vorm van supervisie/intervisie en aanverwante leervormen. Hier komt de hulpverlener als kwetsbare beroepspersoon in beeld. Wat doet hij, wat laat hij en waarom? Hoe wordt hij/zij daardoor beroerd en geraakt? Kan en wil hij/zij daarover met anderen in gesprek gaan? Tijdens de eerste sessie krijgt u een theoretisch overzicht van verschillende reflexieve leervormen, waarbij de focus voornamelijk ligt op intervisie/supervisie. Vervolgens gaan we tijdens drie intervisiebijeenkomsten dieper in op de manier waarop u zelf reflexieve leervormen in de praktijk brengt in het eigen OCMW. www.vvsg.be (kalender)

Scherpenheuvel-Zichem 16 juni

Functionerings- en evaluatiegesprekken voor ploegbazen

Algemene ledenvergadering VVSG en afdeling OCMW’s van de VVSG

Tweedaags lerend netwerk voor ploegbazen. www.vvsg.be (kalender)

Statutaire vergadering en toelichting over de financiering van de pensioenen van vastbenoemde ambtenaren voor de periode 2012-2020. www.vvsg.be (kalender)

Aarschot vanaf 14 juni Beersel vanaf 16 juni Diepenbeek vanaf 17 juni Wiekevorst vanaf 24 juni

Intervisie voor animatoren met vragen over uitvoerende taken Ondersteuning voor animatoren in openbare rusthuizen en systematische uitwisseling tussen collega’s op drie dagen gespreid over 2011. www.vvsg.be (kalender)

Turnhout vanaf 21 juni

Kwaliteitscirkel OCMW’s regio Kempen Tweedaagse vorming met stapsgewijze ondersteuning aan besturen die een integraal kwaliteitsmanagementsysteem met een internecontrolesysteem opzetten. www.vvsg.be (kalender)

Leuven vanaf 29 september

OCMW-hulpverlening aan zelfstandigen in moeilijkheden Het aantal zelfstandigen in moeilijkheden neemt toe. Voor velen onder hen is het niet evident om de stap naar het OCMW te zetten. Ze kloppen daardoor soms te laat of helemaal niet aan met hun hulpvraag, waardoor hun problemen enkel groeter worden. Voor veel maatschappelijk werkers zijn zelfstandigen geen vertrouwde doelgroep. Hoe beleven zelfstandigen hun probleemsituatie? Hoe beoordeel je de inkomsten van een zelfstandige? Hoe ziet de sociale zekerheid voor zelfstandigen eruit en hoe breng je die (opnieuw) in orde? Welke hulp en dienstverlening kan een OCMW bieden ten aanzien van de problemen van zelfstandigen? Op al deze vragen bieden we u tijdens deze driedaagse opleiding een antwoord. U maakt bovendien kennis met enkele partnerorganisaties waarmee een OCMW kan samenwerken voor de begeleiding van zelfstandigen. www.vvsg.be (kalender)

Geel 5 september

Basisvorming Riziv-financiering Studienamiddag over de actuele Riziv-regelgeving en-financiering van rusthuizen. www.vvsg.be (kalender) Gent 29 september

Succesvol communiceren naar al uw burgers Vorming voor voorzitters OCMW, schepenen en raadsleden betrokken bij communicatie en bij sociaal beleid. www.vvsg.be (kalender) Gent 29 september

Aan de balie van het sociaal huis Seminarie voor loketverantwoordelijken. www.vvsg.be (kalender)

evenementen

Vlaanderen en Brussel 20 oktober

Zuiddag 2011

Werkdag voor schoolgaande jongeren in een bedrijf, organisatie of voor een stad waarbij ze hun vergoeding afstaan aan een jongerenproject in Tanzania. www.zuiddag.be Antwerpen, 26 oktober

Energiedag ‘Meer met minder’ De eerste VVSG-energiedag wordt een spraakmakende ontmoeting van en voor ieder die op lokaal niveau te maken heeft met energiebeleid en energiehuishouding. www.vvsg.be

Lokaal I 1 juni 2011 I 41


column Pieter Bos

V

oor veel mensen is symmetrie een teken van evenwicht, een schoonheidsideaal dat moet worden nagestreefd. Als deze mensen gelijk hebben, dan is mijn loopbaan als gemeenteraadslid in schoonheid geëindigd. Ze eindigde namelijk zoals ze begon. Ik herinner me nog hoe ik in mijn allereerste tussenkomst enkele kritische vragen stelde. Waarover weet ik niet meer, maar het antwoord van de bevoegde schepen is me bijgebleven. ‘Dat is altijd hetzelfde met u!’ brieste hij. Een sterke uitspraak, toch zeker als reactie op een allereerste tussenkomst. Daardoor was de steekproef waarop de schepen zich baseerde eerder klein te noemen, al kunnen wiskundigen ook terecht opmerken dat de steekproef op dat moment de volledige verzameling van mijn tussenkomsten besloeg en dus wel degelijk representatief was. Maar met statistici is het ook altijd hetzelfde, die bewijzen alles. En als dat niet waar is, dat ze dat dan maar eens bewijzen. Passons. ‘Dat is altijd hetzelfde met u!’ brieste de schepen dus, maar vrij snel bleek dat het vooral altijd hetzelfde was met hem: op gelijk welke tussenkomst van om het even wie reageerde hij met deze woorden. Ze verloren voor de raadsleden dan ook al ras elke betekenis, en terugblikkend denk ik dat dit voor de schepen zelf al veel eerder was gebeurd. In ieder geval: toen de schepen jaren later zijn ambt neerlegde, droeg hij zijn archief over aan ondergetekende, met wie het altijd hetzelfde was geweest. ‘Gij doet daar tenminste iets mee,’ zei hij. Een wat late en enigszins omfloerste manier om te zeggen dat hij mijn interpellaties eigenlijk toch wel had gewaardeerd. Ik aanvaardde de karrenvracht papier, wat door de schepen hopelijk is begrepen als een wat late en enigszins omfloerste manier om te zeggen dat ik hem eigenlijk toch wel had gewaardeerd. Op mijn allerlaatste gemeenteraad, net geen twintig jaar later, kreeg ik van een andere schepen een keer of vijf het ver-

42 I 1 juni 2011 I Lokaal

wijt dat ik een criticaster was en dat ik op alle slakken zout legde. Het weerhield de man er niet van om enkele uren later, toen ik had meegedeeld dat het voor mij voorbij was, te verklaren dat niet alleen onze gemeenteraad maar ook onze stad hiermee een van zijn waardevolste krachten verloor. Woorden waarbij onze burgemeester en de verschillende fractieleiders zich zonder voorbehoud aansloten. Ze deden er zelfs nog een schepje bovenop en na de zitting kwamen ook tal van andere collega’s superlatieven tekort. De papieren zakdoekjes die ik bij wijze van kwinkslag als afscheid had gegeven, volstonden amper om mijn tranen van ontroering te stelpen. Eerlijk gezegd speelde ik zelfs even met het idee om mijn ontslagbrief alsnog in te trekken. Zoveel talent, doorzettingsvermogen, engagement en dossierkennis over de haag gooien, was dat wel verantwoord? Wat hield me tegen om van mijn afscheid mijn beste carrièremove ooit te maken? Concurrenten die je de hemel in prijzen: betere publiciteit kun je je toch niet indenken? Fiat verklaart aan De Autogids: ‘De VW Golf was een van de betrouwbaarste compacte middenklassers op de markt. De stopzetting van de productie is een verlies voor alle consumenten.’ De CEO van Dash twittert enthousiast: ‘Ecover was de afgelopen jaren veruit het duurzaamste wasproduct in het aanbod. Echt jammer dat het niet langer verkrijgbaar zal zijn.’ Waarna VW en Ecover laten weten dat de productie toch niet wordt gestaakt… Helaas, zo vermetel ben ik niet. Maar toch. Als al die lof gemeend was, zo vroeg ik me af, waarom hebben ze die dan zo lang verborgen gehouden of zelfs het tegendeel beweerd? Mijn vriend H., die mijn gedachten kan lezen, formuleerde het antwoord: ‘Je bent nu eindelijk officieel erkend als “Qualité”, maar alleen omdat je “Quantité Négligeable” bent geworden.’ En hij voegde er nog aan toe: ‘Stommerik!’

beeld karolien vanderstappen

Symmetrie


met aangevuld gen de bepalin ids- en ivm de bele lus beheerscyc

‘Het Gemeentedecreet ontleed’: de 10e editie is verschenen! “Het gemeentedecreet ontleed” is zonder twijfel de meest essentiële pocket voor al wie in of met de gemeente werkt. Hij wordt, net als alle VVSG-Politeia-publicaties, steeds nauwkeurig up-to-date gehouden. Met de nieuwste editie van ‘Het Gemeentedecreet ontleed’ bent u weer helemaal bij. Alle wijzigingen ten gevolge van de inwerkingtreding van de beleids- en beheerscyclus werden toegevoegd. Daarnaast kwamen er enkele extra verduidelijkingen op basis van veel gestelde vragen, en gebeurde er een algemene opfrissing van de teksten.

10de editie

De pocket werd opgesteld in een handige vraag- en antwoordstructuur. In de tekst wordt niet alleen gekeken naar het Gemeentedecreet zelf, maar we leggen hier en daar ook de link met wat rest van de Nieuwe Gemeentewet, waarvan ook na de volledige inwerkingtreding van het Gemeentedecreet nog heel wat artikels van kracht blijven, en met de verschillende uitvoeringsbesluiten. Per onderwerp wordt er in deze pocket steeds verwezen naar het betreffende artikel in het Gemeentedecreet, tenzij uitdrukkelijk vermeld wordt dat het om een andere tekst gaat. Deze verwijzingen vindt u in cursieve druk terug aan het einde van elke vraag.

Bestelbon JA, ik bestel

....... ex. van Het gemeentedecreet ontleed aan € 25 voor VVSG-leden (€ 29 voor niet-leden)*

Speciale promotie Gemeentedecreet ontleed! Bij een bestelling van 10 pockets krijgt u 10% korting. Wenst u nog grotere hoeveelheden te bestellen, dan kunt u genieten van een speciaal tarief. Stuur in dit geval een e-mail naar nicole.deceukeleer@politeia.be.

Organisatie: .........................................................................................................................................

Datum en handtekening:

Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: .................................................................................................................................................. BTW: .................................................................................................................................................... Stuur of fax deze bon naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19 of bestel via www.politeia.be of stuur een e-mail naar info@politeia.be

* Prijzen BTW inbegrepen, verzendkosten niet inbegrepen. Raadpleeg onze website (www.politeia.be) voor prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


Wat is voor u prioritair als u belegt? Zekerheid? Transparantie? Of beide? Onze prioriteiten voor ú op het vlak van beleggingsaanbod en -filosofie zijn zekerheid én transparantie. Onze beleggingsvoorstellen beantwoorden aan uw MiFID-profiel, aan het wettelijke kader en aan uw verwachtingen inzake kapitaalbescherming, rendement en beleggingshorizon. Via verscheidene tools, productfiches en gespecialiseerde teams informeren we u maximaal over de evolutie van de markt, de kenmerken van producten en de nieuwigheden in ons beleggingsaanbod. Voor meer info kunt u steeds terecht bij uw vaste contactpersoon of raadpleeg ons dossier “Beleggingen” op www.dexia.be/professioneel

samen naar de essentie

Dexia Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCC BE BB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – CBFA nr. 19649 A – FOD Economie 4944.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.