2011Lokaal09NV

Page 1

Nr 9 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746

Lokaal De gemeente als eerste overheid

Interview met Geert Bourgeois over het Witboek

Waregemse technische diensten werken veilig

Anders kijken naar dementie


Gebrek aan tijd als leidinggevende? De beknopte en ‘hands-on’ informatie uit de reeks Professionele vaardigheden zorgt voor efficiënt leiding geven.

Resultaatgericht werken met het jaarplan De A3-methodiek De A3-methodiek laat toe een jaarplan weer te geven op twee A-viertjes, ofwel één A3. Of het nu het jaarplan betreft van een afdeling, een organisatieonderdeel of een organisatie als geheel, de omvang van het plan beslaat nooit meer dan ‘one paper’. Op de bijbehorende cd-rom staan heel wat voorbeelden van A3-jaarplannen, evenals een aantal sjablonen om zelf mee aan de slag te gaan.

30 Managementmodellen Meer dan 20 auteurs uit lokale besturen en andere organisaties brachten hun kennis en ervaring op het vlak van managementmodellen samen. Ze beschrijven in kort bestek 30 modellen die momenteel gebruikt worden en van belang zijn voor de lokale en bovenlokale overheden en voor social- en nonprofitorganisaties. De modellen hebben een ruim toepassingsgebied: strategie- en plancyclus, organisatiecultuur en veranderingsmanagement, financieel management, kwaliteitsmanagement en HRmanagement.

Professionele vaardigheden Handboek voor leidinggevenden Hét boek voor leidinggevenden, coördinatoren, begeleiders van individuen (cliënten) en van groepen, procesbegeleiders, begeleiders van veranderingsprocessen en stafmedewerkers bij lokale en bovenlokale overheden en in de non-profitsector. De inhoud van al de pockets uit de reeks werd verzameld in dit gebruiksvriendelijk losbladig werk. Alle kaderteksten, oefendocumenten en checklists staan bovendien op de cd-rom. Handig voor al uw opleidingssessies.

Alle titels uit de reeks Professionele vaardigheden vindt u op www.politeia.be

Bestelbon JA, ik bestel

....... ex. van Resultaatgericht werken met het jaarplan aan € 25 voor VVSG-leden (€ 29 voor niet-leden)*, ISBN 9782509006110 ....... ex. van 30 Managementmodellen aan € 25 voor VVSG-leden (€ 29 voor niet-leden)*, ISBN 9782509004598 ....... ex. van Professionele vaardigheden – Handboek voor leidinggevenden** aan € 109 voor VVSG-leden (€ 129 voor niet-leden)*, ISBN 9057180766

Organisatie: .........................................................................................................................................

Datum en handtekening:

Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: .................................................................................................................................................. BTW: .................................................................................................................................................... Stuur of fax deze bon naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19 of bestel via www.politeia.be of stuur een e-mail naar info@politeia.be

* Prijzen BTW inbegrepen, verzendkosten niet inbegrepen. Raadpleeg onze website (www.politeia.be) voor exacte prijzen. ** De bijwerkingen aan 0,49 euro per blz. zullen me automatisch toegestuurd worden tot schriftelijke opzegging. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen

Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

5 opinie – Sterkere lokale democratie

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

bestuurskracht De gemeente als eerste overheid Vanuit het perspectief van de burger is de gemeente de eerste overheid. Het Witboek Interne Staatshervorming, zo zegt Vlaams minister Geert Bourgeois, geeft die eerste overheid meer autonomie en versterkt de lokale democratie, en dus de gemeenteraad.

12

17 Waregem behaalt OHSAS 18001-certificaat Technische diensten werken veilig De stad Waregem ontving als eerste overheidsorganisatie in België het OHSAS 18001-certificaat voor haar stedelijke werkplaats. De doorgedreven aandacht voor arbeidsveiligheid en welzijn op het werk biedt veel voordelen: minder ongevallen, minder afwezigheden, minder menselijk leed, een beter imago voor de stad. 19 Lokale raad – Moeten de medische attesten van zieke medewerkers worden opgestuurd naar Medex? 20 De raad van Deinze – Sint kruidt debat

werkveld

17

22 Het MAS in jonge handen 24 Lokale raad – Gemeentelijke toelating voor mobiel kraam op openbaar domein? 25 De netheidsbarometer: kompas voor lokaal netheidsbeleid 25 Nette Regio: geïntegreerde aanpak van netheid in de gemeente 28 Praktijk in Genk – Convenant maakt nieuwkomers efficiënt wegwijs in Vlaanderen 30 Anders kijken naar dementie

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Op dementie rust nog altijd een taboe. Dat kan onder meer doorbroken worden door een meer genuanceerde beeldvorming over dementie. Nu overheerst het ‘verliesmodel’, de negatieve blik van de samenleving. Maar er zijn ook andere manieren om naar dementie te kijken.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

35 wetmatig – berichten

Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

stefan dewickere

12 Interview – Geert Bourgeois

waregem

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46

33 Achter de schermen – Technisch administratief medewerker

geregeld 37 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 38 column – Johan Ackaert

michael ulhmann

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

kort lokaal

30 Op de cover Lokaalfotograaf Bart Lasuy kreeg Filip Lehoucq in het oog. Filip is schepen in Evergem. Fietsen is net als de politiek zijn passie. Komt de gemeente ook als eerste over de streep?

Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

Lokaal I 16 mei 2011 I 3


PUBLICATIE WEGWIJS IN DE KLASSIEKE OVERHEIDSOPDRACHTEN E 99=

+

+

Met het KB van 10 februari 2010, gepubliceerd op 25 februari 2010, is de wet van 23 december 2009 in werking getreden. Hiermee werd een nieuw Boek IIbis ingevoegd dat belangrijke implicaties heeft op gebied van motivering, informatie en de rechtsmiddelen. De rechtsbeschermingsbepaling en de motiveringsplicht worden aanzienlijk verstrengd voor opdrachten die onder de Europese drempel blijven. Het handboek “Wegwijs in de klassieke overheidsopdrachten voor gemeenten, OCMW’s en politiezones” van VVSG-specialiste Katrien Colpaert-Arickx werd volledig aangepast aan de nieuwe rechtsregeling.

AL WAT U MOET WETEN ZONDER OVERBODIGE BALLAST!

VOOR OVERHEDEN EN HUN PARTNERS

Op de cd rom vindt u naast de relevante wet- en regelgeving ook een thematisch gerangschikte verzameling gespecialiseerde en moeilijk te vinden rechtspraak, alsook typelastenboeken.

Leningen, verzekeringen, de levering van maaltijdcheques, de uitbouw van een wagenpark, energievoorziening of de bouw van een nieuw sportcomplex… gemeenten, OCMW’s en politiezones moeten voortdurend de complexe wetgeving op de overheidsopdrachten toepassen. Een standaardwerk als de ‘Wegwijs’ is dus even onontbeerlijk voor hen als voor de bedrijven die voortdurend met hen werken.

!

Hoewel dit handboek oorspronkelijk bedoeld is voor lokale overheden, is de wetgeving zo gelijklopend dat ook andere overheden en gesubsidieerde instellingen het dagelijks kunnen gebruiken.

Verwacht in dit boek geen academische bespreking van de volledige overheidsopdrachtenreglementering, maar wel een direct bruikbare handleiding voor wie te maken krijgt met openbare aanbestedingen. Dankzij de heldere inhoudsopgave en het uitgebreide trefwoordenregister vindt u bovendien meteen wat u zoekt.

+ CD-ROM MET WETGEVING, RECHTSPRAAK EN LASTENBOEKEN

VERANDERT DE WET? DAN PASSEN WIJ UW BOEK AAN. Binnenkort zal de wet op de overheidsopdrachten nog grote wijzigingen ondergaan. Geen nood, zo gauw de wetgeving verandert, wordt uw boek aangepast.

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel … ex. van

Wegwijs in de klassieke overheidsopdrachten van gemeenten, OCMW’s en politiezones (inclusief codex overheidospdrachten en cd-rom) en betaal e 99/ex.*

Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * Prijs incl. btw, excl. verzendingskosten. Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. Bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen 0,49 euro per blz en 29 euro per cd-update, dit tot schriftelijke opzegging van het abonnement. Aanbod geldig tot 30.08.2011. Check voor actuele prijzen www.politeia.be.

Datum en handtekening


kort lokaal opinie

Sterkere lokale democratie

V

erderop in dit nummer geeft minister Bourgeois toelichting over de grote krachtlijnen van het Witboek. Hij houdt onder meer een pleidooi voor een versterkte gemeenteraad. Het debat over de fundamentele keuzes moet gevoerd worden in de gemeenteraad en niet elders. De analyse van de minister is juist. De gemeenteraad wordt steeds verder uitgehold. Dat signaleren niet alleen raadsleden maar ook burgemeesters ons. Veel inhoudelijke keuzes en debatten zijn verplaatst naar andere organen: politiezone, OCMW, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, autonome gemeentebedrijven, e.a. De gemeenteraad staat voor nieuwe uitdagingen: de raad zal steeds minder functioneren als autorisatiemechanisme voor operationele beslissingen (veel is gedelegeerd naar het college!), maar zal steeds meer de koepelregisseur moeten zijn van alles wat het gemeentebestuur in tientallen andere verbanden en instituties wil realiseren. Dit vergt een totaal ander profiel voor gemeenteraadsleden. Zij moeten een helikopterzicht ontwikkelen op het gehele gemeentelijke speelveld om van daaruit de grote beleidslijnen te sturen én te controleren. Daarenboven moeten ze als volksvertegenwoordiger blijvend het gezond De basis van een lokaal verstand van de lokale bevolking verpolitiek engagement is tolken. een sterk gemeenteraadslid De voorstellen in het Witboek om hier zijn, niet schepen worden. aan te remediëren, zijn zeer procedureel van aard (o.a. nog eens een extra gemeenteraadscommissie). Men moet goed beseffen dat allerlei nieuwe regelgeving hier weinig of niets zal aan veranderen. Er zal veel meer moeten ingezet worden op wijziging van de politieke cultuur en op versterking van de individuele gemeenteraadsleden. De politieke partijen moeten veel forser investeren in de selectie en rekrutering van kandidaten bij de verkiezingen en in de opleiding van verkozen mandatarissen. De meest waardevolle krachten in de lokale gemeenschap moeten hiervoor gevraagd worden. Het basisperspectief dat een lokaal politiek engagement draagt, mag niet zijn om schepen te worden maar wel een sterk gemeenteraadslid. Die rol en functie moet meer waardering krijgen en mag niet louter beschouwd worden als een opstapje naar een uitvoerend mandaat. Alle politieke partijen hebben de voorbije decennia hun inspanningen voor de opleiding van lokale mandatarissen verminderd. Alle financiële middelen gaan naar de grote verkiezingscampagnes. De VVSG is bereid om via haar Politieke Academie zware inspanningen te leveren in de opleiding en vorming van verkozen gemeenteraadsleden, OCMW-raadsleden, vertegenwoordigers in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Hiervoor moeten extra middelen vrijgemaakt worden en moet een regeling ontworpen worden dat ook de verkozen mandatarissen hun verantwoordelijkheid meer opnemen. Meer politiek verlof exclusief voor opleiding van mandatarissen en een bonus (hoger presentiegeld) voor bijgeschoolde gemeenteraadsleden kunnen dit extra ondersteunen.

Mark Suykens is directeur van de VVSG

Lokaal I 16 mei 2011 I 5


kort lokaal nieuws

Zittend van links naar rechts: Paul Coomans, algemeen directeur Inter-aqua; Mark Vanleeuw, voorzitter Inter-aqua; Lies Laridon, voorzitter Infrax West; Omer Hoorne, schepen stad Roeselare; Paul De fauw, algemeen directeur Infrax Staand van links naar rechts: Christophe Claeys, VVSG-stafmedewerker waterbeleid; Chris Buyse, algemeen directeur Iveg; Eline Pyck, ingenieur stad Kortrijk; Raf Bellers, directeur Riobra; Mark Suykens, directeur VVSG; Dirk Moerenhout, relatiebeheerder Infrax; Bert Meulemans, voorzitter Riobra

stefan dewickere

Belang van lokaal rioolbeleid steeds groter Samenwerkingsverband InterRio opgericht

Warme oproep om toe te treden Begin april liet de Europese Commissie aan BelgiĂŤ weten dat ook kleine steden en gemeenten moeten worden aangesloten op riolering en toereikende behandeling van afvalwater. Daarbovenop komen de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water die een goede toestand van de watersystemen eist tegen 2015. Agglomeraties met meer dan 10.000 inwoners moesten al tegen 1998 en 2000 voldoen aan de Europese richtlijn stedelijk afvalwater. Voor kleinere agglomeraties (2000 tot 10.000 inwoners) geldt dezelfde richtlijn sinds 2005. De doelstellingen inzake rioolbeleid en afvalwaterbeleid verschuiven dus steeds meer naar het lokale niveau.

6 I 16 mei 2011 I Lokaal

Gesprekspartner Om het gemeentelijke rioolbeleid te versterken werd daarom op 4 mei het samenwerkingsverband InterRio opgericht. Leden zijn de intercommunales Iveg, Infrax West, Inter-Aqua (Infrax), Riobra, verschillende steden en gemeenten, en de VVSG. InterRio wil op het gebied van gemeentelijk rioolbeleid een structurele gesprekspartner zijn en de visieontwikkeling en belangenbehartiging voor en door gemeentelijke rioolbeheerders meer bundelen. InterRio en de VVSG nodigen de gemeenten die hun riolen zelf beheren, graag uit aan te sluiten bij InterRio. Rioolbeheer is immers

strikt verbonden met het gemeentelijk openbaar domein en de gemeentelijke openbare werken, en bovendien vergt het veel van de gemeentelijke budgetten. Het is daarom belangrijk dat deze gemeenten de standpunten van deze nieuwe organisatie voor sectorspecifieke belangenbehartiging mee bepalen. Gemeenten die hun rioolbeheer uitbesteed hebben (minstens investeringen en het beheer van de riolen in het openbaar domein), kunnen hun rioolbeheerder vragen bij InterRio aan te sluiten. christophe claeys

christophe.claeys@vvsg.be, T 02-211 56 11


print & web

Het milieuconvenant zal na 2013 niet vernieuwd worden. Het geld (ongeveer 25 miljoen euro) zal worden gebruikt voor gemeentelijke rioleringen en voor de overname van het gemeentelijke milieutoezicht door gewestelijke handhavers. Dat besliste de Vlaamse regering op 8 april in haar zogenaamde Witboek Interne Staatshervorming (p. 107, doorbraak D.38): ‘Gegeven de maturiteit die het lokaal leefmilieubeleid ondertussen bereikt heeft en de nood aan investeringsmiddelen voor riolering en aan werkingsmiddelen voor handhaving wordt het gemeentelijk aandeel van de [Samenwerkingsovereenkomst Leefmilieu] herbestemd naar riolering ten behoeve van gemeenten en het provinciaal aandeel van de SO, met inbegrip van de middelen van het addendum van de SO gemeenten, naar handhaving vanuit het Vlaams gewest in plaats van vanuit gemeenten respectievelijk provincies.’ De VVSG werd nooit gecontacteerd over dit idee en heeft deze passage zelf na publicatie van het Witboek moeten ontdekken. Uit het Witboek zelf blijkt trouwens dat dit op het allerlaatste moment werd ingeschoven, want een andere ‘doorbraak’ (D.46) gaat er nog van uit dat het milieuconvenant na 2013 hernieuwd wordt en een luik ‘energie’ zal bevatten. Eigenaardig is ook dat de Vlaamse overheid intussen zowel een onderzoek naar

stefan dewickere

Milieuconvenant wordt niet vernieuwd

de milieusubsidies voor gemeenten heeft uitbesteed, als een onderzoek over de lokale handhaving plant (dit laatste in de schoot van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving). steven verbanck

De tekst van het Witboek vindt u samen met het voorlopig VVSG-commentaar op www.vvsg.be, knop VVSG en Vlaams beleid

Tot 28 mei Uw mening over de Vlaamse ruimte De Vlaamse regering bereidt een volledig nieuw Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voor, dat als titel ‘Beleidsplan Ruimte Vlaanderen’ kreeg. Nog tot 28 mei vindt er op www.ruimtevoormorgen.be een ‘burgerbevraging’ plaats, waarbij je je ideale leefomgeving kunt ontdekken en ideeën kunt achterlaten over de toekomst van de ruimte in Vlaanderen. Daarnaast zijn er via www.ruimtelijkeordening.be specifieke, meer diepgaande enquêtes die polsen naar de ruimtelijke verwachtingen van (lokale) overheden, experts en het middenveld. Grijp uw kans om als lokaal mandataris, gemeentelijk personeelslid of expert aan de Vlaamse planners mee te geven wat uw ruimtelijke verwachtingen op korte en lange termijn zijn en hoe die verwachtingen gestalte kunnen krijgen. www.ruimtevoormorgen.be, www.ruimtelijkeordening.be

Eerste Vlaamse armoedemonitor De Studiedienst van de Vlaamse Regering heeft alle relevante cijfers over armoede samengebracht in de eerste Vlaamse armoedemonitor. Het is de bedoeling om de armoedesituatie in Vlaanderen op een overzichtelijke manier in kaart te brengen en te volgen. De monitor is een omgevingsmonitor. Niet het armoedebeleid wordt in beeld gebracht, maar wel de bestaande armoedesituatie waaraan het beleid iets wil veranderen. Daarbij wordt armoede breed opgevat als een geheel van onderling verbonden vormen van uitsluiting op vele domeinen van het leven. De Vlaamse armoedesituatie wordt op zichzelf bekeken. Waar dat mogelijk is, wordt een vergelijking gemaakt met de situatie in de 27 landen van de Europese Unie. De monitor zal jaarlijks verschijnen, samen met de voortgangsrapportering van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA). U kunt de publicatie downloaden op onderstaande site. www.vlaanderen.be/publicaties

Doorrekenen van kosten door vzw’s en openbare besturen Dit handboek geeft een overzicht van de factureringstechnieken op het vlak van de btw. Fiscalisten noemen de leer van de complexe handelingen soms de ‘bekende onbekende’. In dit handboek worden de samengestelde handelingen geanalyseerd en wordt een typologie aangeboden om tot een oplossing te komen voor btw-vraagstukken die bestaan uit complexe handelingen. Deze laatste worden gesitueerd binnen de ruimere context van de doorrekening en de doorfacturering van leveringen van goederen of diensten. De analyse wordt toegespitst op gevallen die vaak voorkomen in vzw’s en openbare besturen. S. Ruysschaert, Doorrekenen van kosten door vzw’s en openbare besturen, Uitgeverij UGA, Kortrijk, 45 euro

Lokaal I 16 mei 2011 I 7


kort lokaal nieuws

OVSG tevreden met nota deeltijds kunstonderwijs Steden en gemeenten zijn uitermate begaan met de hervormingsplannen voor het deeltijds kunstonderwijs (DKO), zoals deze in de recente conceptnota hun beslag kregen. Zij zijn immers de grootste aanbieders (92,2%) in Vlaanderen en investeren ruim in dit unieke kunstonderwijs dat vele landen ons benijden. De koepelorganisatie OVSG zocht en vond in de nota voorstellen die tot tevredenheid stemmen. Vraag is wel of de goede intenties haalbaar zijn in krappe budgettaire omstandigheden en of tijdsdruk de decretale omzetting van de plannen en de uitvoering ervan niet zal hypothekeren.

Bij de doelstellingen en de opdracht van het DKO blijft de leerling, de actieve cultuurparticipant, centraal staan. Het deeltijds kunstonderwijs wordt sterker verankerd in het onderwijs, met kwaliteitsgarantie en inpassing in de Vlaamse kwalificatiestructuur tot gevolg. De getuigschriften van de arbeidsmarktgerichte DKO-opleidingen krijgen hierdoor een civiel effect. De structuur van opties en vakken wordt flexibeler en aanpasbaar aan de ambitie en het talent van de leerling. Er komen cross-overs tussen de studierichtingen en binnen studierichtingen tussen kunstdisciplines, stijlen en genres. Bovendien komt het nieuwe domein Media erbij. Dit domein leent zich bij uitstek om verbanden te leggen met de andere studierichtingen. De mogelijkheid bestaat om het opleidingenaanbod op eigen initiatief te actualiseren onder meer door nieuwe vaktechnische tendensen of tendensen in de kunstdiscipline zelf op te nemen. marleen devry

philippe.vanderschaeghe@ovsg.be, T 02-506 41 72

Tot 1 september Subsidies voor kunstzinnige lokale groenprojecten Het Agentschap voor Natuur en Bos subsidieert in samenwerking met het Agentschap Kunsten en Erfgoed vernieuwende en voorbeeldstellende gemeentelijke groenprojecten die kunst centraal stellen of toch mee integreren. Beide Agentschappen beoordelen de groene en de kunstcriteria van de projecten. Er is een totaal budget van 500.000 euro beschikbaar. Een aanvraag indienen kan tot 1 september bij het Agentschap voor Natuur en Bos ĂŠn het Agentschap Kunsten en Erfgoed. Gemeenten kunnen hun voorstel op 21 juni in Brussel voorleggen aan de jury die het later zal beoordelen. www.natuurenbos.be/groenprojecten, www.kunstenenerfgoed.be, knop kunst in publieke ruimte

8 I 16 mei 2011 I Lokaal

layla aerts

Wat is positief?


print & web

Bio op bord van gemeentelijk beleid Bioweek als instapmoment

De Bioweek van 4 tot 12 juni is het moment bij uitstek om biologische voeding onder de aandacht te brengen. Ook overheden kunnen dit moment aangrijpen om het goede voorbeeld te geven. Wie echt een voorbeeldfunctie wil opnemen, beperkt de bio-aankopen niet tot één week. BioForum roept alle overheden op een duurzaam aankoopbeleid te voeren en de biologische productie hierbij als essentieel criterium te hanteren. Door de aankopen geleidelijk en structureel aan dit criterium aan te passen, kan de biolandbouw verder ontwikkelen. De keuze voor bio is een smakelijke en verantwoorde keuze om mee uit te pakken. Wilt u als overheid ook duurzame landbouw stimuleren? Wilt u het voorbeeld geven aan inwoners en personeel? Maak dit dan bekend door de engagementsverklaring van BioForum Vlaanderen vzw te ondertekenen. marijke van ranst

www.bioforum.be

Bedrijfsschade bij onteigeningen De bedrijfsschade is een belangrijk thema bij de behandeling van onteigeningsvergoedingen. Bovendien is de schatting en waardering van de bedrijfsschade door onteigening een uiterst complexe aangelegenheid, die de loutere kennis van het onteigeningsrecht overstijgt. Bedrijven die onteigend worden ten algemenen nutte, hebben zoals elke onteigende een grondwettelijk recht op een billijke schadeloosstelling. Een bedrijf kan bovendien geheel of slechts gedeeltelijk onteigend worden. De onteigeningsvergoeding waarop de onteigende recht heeft, dient evenwel de volledige bedrijfsschade die het bedrijf door de onteigening lijdt, te vergoeden. In het boek worden al deze aspecten op een multidisciplinaire wijze en vanuit diverse theoretische en praktische invalshoeken behandeld. I. Cooreman, J. Ghysels, R. Palmans (eds.), Bedrijfsschade bij onteigeningen, Uitgeverij Intersentia, Mortsel, 48 euro

+311.000 Nu de nieuwe bevolkingscijfers er zijn, willen we even kijken wat er in de jaren nul in de gemeenten gebeurde. In het Vlaamse Gewest nam de bevolking tussen 2000 en 2010 toe met 311.000 eenheden of met 5,2%. Bilzen en Hoeilaart noteerden een gelijkaardige bevolkingstoename. Toch zijn er grote verschillen tussen de gemeenten. Vijftien gemeenten kenden een toename die dubbel zo groot was (+10,4%) en in Bredene en Baarle-Hertog was de toename zelfs driedubbel (+15%). Aan de andere kant zijn er ook 22 gemeenten waar de bevolking tussen 2000 en 2010 afnam. De grootste afname in absolute aantallen was er in Edegem, -1082. Procentueel verliest Herstappe het meest, met -5,9%, maar in absolute getallen gaat het wel maar over vijf personen minder. www.lokalestatistieken.be

Fundels nu ook mobiel online Fundels zijn interactieve, digitale prentenboeken die men al een jaar kan uitlenen in tientallen Vlaamse bibliotheken. Playlane en Bibnet lanceerden nu ook een mobiele Fundels-applicatie. De Fundels maken daarmee de overstap naar mobiele media zoals de iPad en iPhone. Binnen de nieuwe ‘app’ kan men deze interactieve prentenboeken niet enkel kopen, maar ook lenen als lid van een openbare bibliotheek. Dit innovatieve uitleenmodel van uitgevers en bibliotheken binnen een app maakt Vlaanderen tot koploper in het uitlenen van digitale prentenboeken. www.fundels.com, www.playlane.be, www.bibnet.be

Lokaal I 16 mei 2011 I 9


kort lokaal perspiraat “Een algemeen beleidsplan voor zes jaar is interessant voor burgemeesters en schepenen, maar zet de gemeenteraad en de burgers democratisch in de kou. Bovendien kan de Vlaamse regering nog prioriteiten voorleggen. De betutteling houdt niet op.” Vlaams parlementslid Bart Caron (Groen!) over het decreet planlastvermindering – Knack 27/4

“De dag dat Electrabel volledig uit Eandis is, krijgen de gemeenten geen 8 procent rendement meer op hun kapitaal, maar misschien nog 1 procent. Niets zal zo makkelijk zijn voor de hogere overheden dan de energieprijzen te doen dalen op de kap van gemeenten.” Leuvens burgemeester Louis Tobback (SP.A) – De Standaard 3/5 “In een stedelijke context komt een daling van de gemiddelde snelheid met 1 procent overeen met een daling van het aantal doden en zwaargewonden met 6 tot 8 procent.” Brussels staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen!) – Het Nieuwsblad 5/5 “Ik heb het ondervonden als burgemeester in Kortrijk en nu weer als minister van Justitie. Acht gevangenissen moet ik bouwen, en telkens bots ik tegen klachten van individuen, die alles blokkeren. Met de bouw van crematoria gaat het net zo. Wie verdedigt het algemeen belang nog?” Minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) n.a.v. de vernietiging van de bouwvergunning voor de tramlijn Deurne-Wijnegem door de Raad van State – De Standaard 9/5 “De grootte van onze gemeenten is niet van belang. Het gaat om goed nabuurschap en onderling respect. We kunnen op lokaal niveau ervaring opdoen en doorgroeien naar een betere samenwerking.” Burgemeester Onno Hoes van Maastricht, dat intergemeentelijk en grensoverschrijdend gaat samenwerken met Riemst – Het Belang van Limburg 7/5

10 I 16 mei 2011 I Lokaal

duitse ambassade

“We zullen op lokaal niveau niet meteen ontwaken in een heel nieuw bestuurlijk landschap.” Vlaams minister Geert Bourgeois (NV-A) over het Witboek Interne Staatshervorming – Knack 27/4

Jumelages tussen België en Duitsland Met bijna 200 deelnemers was de BelgischDuitse Partnerstädtetag in Keulen een succes. Dit initiatief van de Duitse en Belgische ambassades, en in het bijzonder van het Belgische Consulaat in Keulen, zal vanaf nu tweejaarlijks worden georganiseerd. Volgende afspraak wordt dus 2013. Beide ambassades vinden het belangrijk de vele samenwerkingsverbanden tussen België en Duitsland onder de aandacht te brengen: de langdurige jumelages tussen steden en gemeenten in beide landen kregen op 11 april alle aandacht. Sommige bestaan al meer dan vijftig jaar. De grote deelname van Vlaamse gemeenten viel op. Met 112 jumelages tussen Vlaamse en Duitse steden en gemeenten, blijft Duitsland de nummer één

voor deze vorm van Europese samenwerking. Tijdens de conferentie kwam het hoofdthema Jeugd uitgebreid aan bod: bij de toelichting van schepen Anniek Nagels over het jeugdbeleidsplan van Genk, en tijdens de workshops waarbij zowel Tielt met zijn internationale jeugdkamp als Beringen met de organisatie van Spelen zonder grenzen met de zeven jumelagepartners op veel belangstelling kon rekenen. De conferentie werd afgesloten met een muzikaal moment: naast een gesmaakte opvoering door jongeren van de Musikhochschule van Keulen kregen alle deelnemers de Twinninghymne van het Golden Bridge-project van Malle te horen. betty de wachter

Europa voor de burger: steun voor Zoersel en Izegem Het Agentschap EACEA dat voor de Europese Commissie het programma Europa voor de burger beheert, heeft onlangs de lijst van de goedgekeurde projecten voor de eerste ronde van aanvragen voor 2011 bekendgemaakt. 220 projecten kunnen rekenen op Europese steun. Hierbij vallen twee Vlaamse gemeenten in de prijzen: Zoersel voor zijn evenement Eurozoersel en Izegem voor de samenwerking met zijn Duitse, Franse en Tsjechische zustersteden. Ter herinnering: voor de aanvraagprocedure zijn er nogal wat wijzigingen aan het programma. betty de wachter

Alle informatie vindt u op www.vvsg.be, knop Internationaal, Europa.


nieuws

In 2010 gaf België 2,2 miljard euro uit aan ontwikkelingssamenwerking, goed voor 0,64 procent van zijn bruto binnenlands product (bbp). Ook de inspanningen die gemeenten op lokaal vlak doen, zijn hierin opgenomen. Vlaamse lokale besturen ondersteunen jaarlijks niet alleen heel wat initiatieven in het Zuiden maar ook sensibiliserende activiteiten in het Noorden. Hiervoor kunnen ze een beroep doen op federale en Vlaamse subsidies voor de medefinanciering van bepaalde aspecten. Tijdens de vierde Staten-Generaal van de Ontwikkelingssamenwerking op 4 mei lanceerde minister Olivier Chastel ook de database over de Official Development Aid (ODA). Hierdoor kunt u via diplomatie. belgium.be (Ontwikkelingssamenwerking, Cijfers, Databank) op een transparante manier nagaan waaraan België dit geld in 2010 besteedde. De Staten-Generaal is een jaarlijkse vergadering van alle actoren betrokken bij de sector. Dit jaar stonden de recente tendensen in de internationale inspanningen voor ontwikkeling op de agenda. De voorzitter van het DAC-Comité van de OESO, Brian Atwood, feliciteerde België voor de inspanningen die het land – in tijden van financiële crisis – toch levert met de stijging van het budget van ontwikkelingssamenwerking. Ook al haalt België nog niet de beloofde 0,7% van het bbp, toch staat ons land op de zesde plaats van donoren voor het jaar 2010.

GF

Ontwikkelingssamenwerking: België haalt 0,64%

Vlaamse gemeenten ondersteunen lokale besturen in het Zuiden: het samenwerkingsakkoord tussen Herent en Nimlaha’kok (Guatemala) wordt ondertekend.

bert janssens

1054,53 euro zakgeld voor bewoners woonzorgcentrum Vanaf 1 mei bedraagt het zakgeld van bewoners van een woonzorgcentrum 1054,53 euro per jaar. In april 2011 werd de spil-index overschreden. Net zoals

het leefloon is daarom ook het bedrag van het zakgeld voor bewoners van het woonzorgcentrum aangepast. Meer informatie vindt u in de rondzend-

brief van 1 mei 2011, Inforumnummer 185733, op www.mi-is.be/be-nl/ocmw/ equivalent-leefloon. elke vastiau

nix

Lokaal I 16 mei 2011 I 11


bestuurskracht interview Geert Bourgeois

De gemeente als eerste overheid ‘Als je gemeenten meer autonomie geeft, als er minder betutteling en controle is door Vlaanderen, dan moet je de lokale democratie ook versterken.’ Dat is voor Vlaams minister Geert Bourgeois de grote lijn in zijn Witboek Interne Staatshervorming. ‘In een versterkte gemeenteraad moet het debat over de fundamentele beleidskeuzes worden gevoerd, niet in allerlei intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.’ tekst jan van alsenoy, bart van moerkerke beeld stefan dewickere

D Het filmpje met Geert Bourgeois vindt u op www.vvsg.be.

e Vlaamse regering keurde op 8 april het Witboek Interne Staatshervorming goed. De raad van bestuur van de VVSG beoordeelt het gematigd positief: het bevat veel elementen om het overheidsfunctioneren te verbeteren, maar het is niet de grote omwenteling van de Vlaamse binnenlandse bestuurlijke organisatie. Vlaams minister van Bestuurszaken en Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois is het met het tweede deel van dat standpunt vanzelfsprekend niet eens. ‘Er is toch een grote omslag,’ zegt hij. ‘We geven echt vorm aan wat in het regeerakkoord staat, namelijk de subsidiariteit en de klemtoon op twee bestuursniveaus, het Vlaamse en het lokale. Er is één grote moeilijkheid: dé gemeente bestaat niet. We hebben 308 gemeenten, de mediaan ligt op minder dan 14.000 inwoners, vijf procent telt minder dan 5000 inwoners. Toch zijn we zeer ver gegaan in die twee klemtonen. Voor het lokale niveau zie ik twee grote lijnen: meer autonomie en een versterking van de lokale democratie. Die twee gaan samen. Als je meer autonomie geeft, moet je ook een sterk democratisch niveau hebben.’ Kunt u die twee lijnen even verduidelijken? ‘Voor meer autonomie is het decreet planlastvermindering bijzonder belangrijk. Minder betutteling en minder controle door Brussel betekent wel dat de lokale de-

12 I 16 mei 2011 I Lokaal

mocratie moet kunnen zien welk beleid gevoerd wordt, welke output er is. En dat is dan gekoppeld aan de nieuwe beleids- en beheerscyclus die sterk outputgericht is. Een ander element van autonomie is dat we gemeenten vanaf 25.000 inwoners de optie op meer bevoegdheden geven. En om de lokale democratie te versterken staan er in het Witboek allerlei elementen die de positie van de gemeenteraad verstevigen.’ Meer bevoegdheden voor grotere gemeenten, is dat de wet van het getal? ‘Dat is de wet van de bestuurskracht.’ Het Witboek focust bij bestuurskracht uitsluitend op schaalvergroting. Er zijn toch ook kleine gemeenten die krachtig bestuurd worden. ‘Misschien spreken we beter over draagkracht. Ik kom sterke bestuurders tegen in alle gemeenten, maar kleine gemeenten hebben niet de draagkracht van de grotere. Hoe je het ook draait of keert, ze zullen nooit dezelfde dienstverlening kunnen leveren. Maar om te antwoorden op uw fundamentele vraag: er zijn twee sporen om tot ontvoogding en meer bevoegdheden te komen. Vanaf een bepaald volume van bestuur kun je daar op je eentje werk van maken, maar je kunt ook samenwerkingsverbanden aangaan. Kijk naar ruimtelijke ordening: niet enkel grote gemeenten zijn ontvoogd,


Geert Bourgeois: ‘Ik ben een voorstander van het Scandinavische model waar gemeenten ook bevoegdheden hebben op het gebied van welzijn, gezondheidszorg, arbeidsbemiddeling enzovoort. Met het Witboek zetten we de eerste stappen in die richting.’

Lokaal I 16 mei 2011 I 13


bestuurskracht interview Geert Bourgeois

ook kleinere die de krachten bundelen. Het is aan de gemeenten om de kansen te grijpen en de omslag te maken, want meer autonomie betekent natuurlijk ook meer verantwoordelijkheden. Het is dikwijls makkelijker om de paraplu te openen en te wijzen naar Vlaanderen, nu zullen de gemeenten zelf keuzes moeten maken.’ ‘Ik ben een voorstander van het Scandinavische model waar gemeenten ook bevoegdheden hebben op het gebied van welzijn, gezondheidszorg, arbeidsbemiddeling enzovoort. Met het Witboek zetten we de eerste stappen in die richting. En twee, er zijn embryonaal openingen om gemeenten die dat vragen meer bevoegdheden te geven.’

‘De regioscreening is een bottom-upverhaal. Het zijn de gemeenten die voorstellen moeten doen, de provincies en Vlaanderen zullen zich daaraan moeten conformeren.’ Over de dialoog bij het tot stand komen van het Witboek is niet iedereen tevreden. Het bestuursforum bijvoorbeeld heeft niet gewerkt. Is het Witboek niet veeleer een akkoord van de politieke partijen in de Vlaamse regering? ‘Ik geef toe dat het forum niet gewerkt heeft. Terwijl ik de hand reikte om de dialoog in het forum te voeren, werd ik geconfronteerd met het protest van de provincies op straat. Ik vind dat je geen acties moet voeren zolang je aan tafel zit. Maar goed, we zullen het bestuursforum opnieuw op de rails zetten voor de verdere uitvoering van het Witboek. Ik ben het er wel niet mee eens dat er geen goede dialoog was. Met de VVSG, de VVP en andere betrokkenen zijn afzonderlijke trajecten opgezet. Maar het Witboek is natuurlijk het resultaat van een politieke beslissing. We hebben invulling gegeven aan het regeerakkoord na consultatie van de stakeholders.’ Wat wilt u doen om de gemeenteraad te versterken? ‘Ik zit al sinds 1977 in de gemeenteraad. Ik stel vast dat er steeds meer bevoegdheden en materies uit die raad verdwijnen. Je hebt een verschuiving naar het college van burgemeester en schepenen, soms terecht. Het veiligheidsbeleid wordt besproken in een politieraad. Straks zullen we hetzelfde hebben met de brandweerzones. Je hebt een verschuiving naar intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die beleid voeren. Tot slot zijn er de autonome gemeentebedrijven waarvan zelfs burgemeesters en schepenen me zeggen dat ze niet weten wat daar gaande is. Ik vind dat de gemeenteraad de grote lijnen, de strategische opties moet bepalen. In de gemeenteraad moet het debat gevoerd worden. Om dat

14 I 16 mei 2011 I Lokaal

mogelijk te maken nemen we enkele maatregelen. Een raadslid hoeft niet meer naar het gemeentehuis om dossiers te kopiëren, het krijgt die elektronisch. Hetzelfde geldt voor de stukken van de autonome gemeentebedrijven en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. En er zal een bijzondere gemeenteraadscommissie opgericht worden waar het debat over die intergemeentelijke samenwerkingsverbanden gevoerd wordt. Het managementteam moet de gemeenteraad ondersteunen bij het behandelen van de dossiers van die samenwerkingsverbanden. En we zullen met de VVSG bekijken hoe we de ondernemingsplannen van die samenwerkingsverbanden kunnen afstemmen op de beleids- en beheerscyclus.’ Het Witboek voert ook de code democratisch lokaal bestuur in. Wat houdt die in? ‘Die code heeft eveneens tot doel de positie van de raad te versterken. Hij houdt in dat er afspraken gemaakt worden over open informatieverstrekking, over transparantie, over respect voor het raadslid. Hij zal bestaan uit een reeks breed gedragen aanbevelingen, vergelijkbaar met de codes voor goed bestuur in de privésector. Het gaat eigenlijk over de cultuur van het omgaan met raadsleden. Structurele ingrepen in de werking van de gemeenteraad hebben grenzen, er is ook een culturele omslag nodig.’ Hoe zal die code tot stand komen? ‘Het uitschrijven van de code zal gebeuren met de lokale besturen, de VVSG en de academische wereld.’ Gemeenten moeten het vanaf 2019 met een schepen minder doen. Wordt dat geen probleem voor kleine gemeenten die al schaars bestaft zijn? ‘Enkele steden, zoals Antwerpen, doen het al met een schepen minder, ook de Vlaamse regering geeft het goede voorbeeld. Bovendien zal de OCMW-voorzitter in 2019 al jaren overal een volwaardig lid van het college zijn. Ik denk niet dat er een probleem van kwaliteitsverlies zal zijn. De gemeenten zullen wat minder moeten uitgeven aan uitvoerende mandaten en daardoor komt er ruimte vrij om, op vraag van de VVSG, werk te maken van een fatsoenlijke uittredingsvergoeding voor de lokale uitvoerende mandatarissen.’ Het Witboek spreekt over verregaande vrijwillige samenwerking en integratie tussen gemeente en OCMW. Nogal wat OCMW’s vrezen dat het einddoel de opslorping van het OCMW door de gemeente is. ‘Het regeerakkoord zegt dat we de fusie mogelijk willen maken, niet dat we beide besturen willen fusioneren. Het regeerakkoord zit op dat punt natuurlijk fout, want niemand stond er toen bij stil dat dit een federale


bevoegdheid is. De Vlaamse regering wil wel een maximale integratie mogelijk maken. Dat heeft te maken met het integreren van gemeenschappelijke diensten waardoor je aan efficiëntie wint, bijvoorbeeld op het vlak van logistiek, ICT, personeelsbeleid.’ Dat zijn zaken die nu al gebeuren. Maar kunt u verzekeren dat gemeente en OCMW afzonderlijke entiteiten blijven? ‘Ja, de individuele steunverlening en het beheer en bestuur van de OCMW-instellingen zullen bij het OCMW blijven. Maar het publieke debat over het algemene sociale beleid hoort thuis in de gemeenteraad. Die evolutie is al ingezet met het Gemeentedecreet. Maar de individuele steunverlening kun je natuurlijk niet op de gemeenteraad brengen. Het OCMW blijft dus een afzonderlijke entiteit.’ Regiowerking, intergemeentelijke samenwerking, de rol van de provincie. Kunt u eens helder uitleggen waar u naartoe wilt? ‘We vertrekken van een zeer complexe situatie. Er is een wirwar van samenwerkingsverbanden. Filip De Rynck kwam voor tien gemeenten in de regio Izegem, waar ik

woon, aan 180. Geen enkele burgemeester of schepen kan voor de vuist weg zeggen tot welke samenwerkingsverbanden zijn gemeente hoort. Uit vijf proefprojecten hebben we nu een methodiek gedistilleerd om op een gelijkvormige manier tot een inventaris van al die structuren te komen en om die in kaart te brengen. Na die inventarisatie is het aan de gemeenten om voorstellen te doen. De gouverneur zal hen begeleiden omdat hij zicht zal hebben op wat andere gemeenten doen.’ De regioscreening is dus een bottom-up- en geen top-downverhaal? ‘Ik zeg heel duidelijk dat het de gemeenten zijn die voorstellen moeten doen, de provincies en Vlaanderen zullen zich daaraan moeten conformeren. Regioscreening gaat niet over nieuwe regiobesturen of over taken van de provincie, het gaat over de bestuurskracht van de gemeenten. Nu wordt die voor een stuk ondermijnd door een veelheid aan structuren en een gebrek aan coördinatie. De regioscreening is een instrument voor de gemeenten om zicht te krijgen op de samenwerkingsverbanden en een lokaal debat op gang te brengen over hoe ze met die samenwerkingsverbanden omgaan en hoe ze het in de toekomst willen organiseren. Dat is een proces dat tijd advertentie

School voor Social Proot en Publiek Management Postgraduaat social proot en publiek management Postgraduaat cultuur- en kunstmanagement Lunchcauserieën Dienstverlening Vormingen Lezingen Congres

Hogeschool Gent Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde Schoonmeersstraat 52, 9000 Gent

Tel: 09 248 88 40 Mail: info@sspm.be Web: www.sspm.be

Lokaal I 16 mei 2011 I 15


bestuurskracht interview Geert Bourgeois

zal vragen. In mijn ideaalbeeld zal een gemeente maar tot één samenwerkingsverband meer behoren. Dat zal niet lukken, dat weet ik wel.’ Naast de provinciale bevoegdheden zoals ze in het Witboek staan, zal de Vlaamse regering met de provincies een bestuursakkoord sluiten over hun opdrachten en doelstellingen. Blijft zo alles bij het oude, krijgen de provincies misschien nog meer bevoegdheden? ‘Er zijn drie sporen. De klemtoon ligt op de grondgebonden bevoegdheden. Hierin behouden de provincies een open taakstelling. Daarnaast zijn er de niet-grondgebonden aangelegenheden, waarvoor de provincies enkel bevoegd kunnen zijn als een wet of decreet dat bepaalt. Dat zijn uitzonderingen. Ik denk aan toeris-

‘Ik wil tegen het einde van de regeerperiode een model van herverdeling van het Gemeentefonds uitwerken. Aan een betere herverdeling moeten meer middelen gekoppeld worden.’ me. Dat zit in principe bij de gemeenschappen, maar met de provinciale toeristische organisaties hebben we een goed model. En ten slotte is er het bestuursakkoord tussen Vlaanderen en de provincie. Daarin kan de Vlaamse regering bepaalde taken toewijzen aan één of meerdere provincies. Het akkoord zal voor elke provinciale bestuursperiode worden gesloten tussen de Vlaamse regering en de provincies. Het bestaat uit een generiek luik voor alle provincies en een specifiek luik per provincie. Bij de opmaak van dit bestuursakkoord zal ook de VVSG een stem krijgen.’ U pleit voor een betere herverdeling via het Gemeentefonds. Kan dat zonder meer middelen? ‘In de toekomst moeten er meer middelen komen maar in deze regeerperiode zit dat er niet in. We houden wel de stijging van 3,5 procent in stand, terwijl Vlaanderen zelf acht procent heeft bezuinigd op de eigen begroting. Het andere debat is dat van het onvoldoende herverdelende effect van het Gemeentefonds. Bij de verdeling van de middelen worden nu te veel parameters gehanteerd die elkaar ten dele opheffen. En het aandeel dat verschillende gemeenten uit het Fonds halen varieert van tien tot veertig procent van hun middelen. We moeten daar iets aan doen. Tijdens deze regeerperiode wil ik enkele technische anomalieën wegwerken die grote schommelingen teweeg brengen in wat gemeenten krijgen. Ik denk aan een parameter zoals de geboorte van kinderen in kansarmoede. Daarnaast wil ik tegen het einde van de

16 I 16 mei 2011 I Lokaal

bestuursperiode tot een model van herverdeling komen dat dan in de volgende legislatuur kan worden ingevoerd. Het is duidelijk dat aan die betere herverdeling meer middelen gekoppeld moeten worden.’ Hoe brengen we het Witboek nu in de praktijk? Is er al een plan? ‘Dat plan zijn we aan het uitwerken. In het Witboek staan de doorbraken, de doelstellingen en ten dele de principes van aanpak. Het is de bedoeling dat elke vakminister de doorbraken die binnen zijn of haar bevoegdheid vallen, vertaalt in een heel concreet actieplan met taken, timing, tussentijdse mijlpalen, doelstellingen. Die zullen we opnemen in een digitale project- en opvolgingstool, die het Agentschap Binnenlands Bestuur ontwikkelt. Zo zal de Vlaamse regering zesmaandelijks de voortgang kunnen meten. We zullen dat ook samen met de VVSG en de VVP doen. Daarnaast zal elke vakminister voor de uitwerking op zijn domein in overleg moeten gaan met de VVSG, met de vakbonden, met de strategische adviesraden.’ Hoe ver staat het nu? ‘Het planlastdecreet bijvoorbeeld komt nu al in de parlementscommissie Binnenland, dat is een kaderdecreet. Elke minister moet zijn sectorale decreet aanpassen, dat zijn er veertien. Daarvoor is een strikte timing afgesproken. Elk van die decreten zal besproken worden in een gemengde parlementscommissie van de commissie Binnenland en de betrokken vakcommissie. Dat zal dynamiek en een eenheid in benadering meebrengen.’ Maar de sectorale subsidies blijven wel bestaan. ‘Ja, maar ze zullen niet meer gekoppeld zijn aan de jaarlijkse sectorale plannen en rapporten, wel aan de output. Via de beleids- en beheerscyclus zal worden aangetoond of bepaalde doelstellingen bereikt worden.’ Wat gebeurt er met de adviesraden, met de participatie van verenigingen in al die sectoren? Het middenveld is bang dat zijn stem verloren gaat als er geen sectorale plannen meer zijn. ‘Het is niet omdat een gemeente autonomie krijgt, dat zij minder inspraak zullen krijgen. Ik kan me niet inbeelden dat een gemeente die autonomie krijgt voor bijvoorbeeld jeugdbeleid, het zich kan veroorloven om alle inspraak opzij te schuiven. Ik vraag het middenveld om vertrouwen te hebben in de lokale democratie, in de lokale besturen. Het is aan de burgers om te beoordelen of er gemeentelijk een goed beleid wordt gevoerd, niet aan de Vlaamse keizer-koster.’ Jan Van Alsenoy is hoofd VVSG-communicatiedienst Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal


bestuurskracht kwaliteitszorg

Waregem behaalt OHSAS 18001-certificaat Technische diensten werken veilig

Op 13 mei kreeg de stad Waregem het OHSAS 18001-certificaat voor haar stedelijke werkplaats. Het is hét label voor arbeidsveiligheid en welzijn op het werk. In de privésector dragen al enkele bedrijven het certificaat, het Waregemse stadsbestuur is de eerste overheidsorganisatie in België die het ontvangt. tekst bart van moerkerke beeld waregem

D

e overhandiging van het OHSAS-certificaat (OHSAS staat voor Occupational Health and Safety Assessment Series) in de stedelijke werkplaats was de kers op de taart van een traject dat ruim vijf jaar geleden begon. De directe aanleiding was een ernstig arbeidsongeval, gelukkig met goede afloop, in het najaar van 2005. Het grote belang van arbeidsveiligheid werd pijnlijk duidelijk voor de werknemers en voor het stadsbestuur, en de enorme persoonlijke verantwoordelijkheid van de toenmalige burgemeester en de secretaris werd ineens heel tastbaar. ‘Natuurlijk was er toen ook al oog voor veiligheid maar we konden op tal van punten nog veel beter doen,’ zegt stadssecretaris Guido De Langhe. ‘Een werkgever is er verantwoordelijk voor dat de werknemers in de best mogelijke arbeidsveilige omstandigheden kunnen werken. Niemand mag in zijn fysieke en psychische integriteit geschaad worden. Vroeger werd er ad hoc gereageerd: er was een ongeval en we grepen in. Maar het is natuurlijk veel beter preventief te werken, je moet vermijden dat er ongevallen gebeuren.’ Voor alle werknemers Met de volle steun van de gemeenteraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk werd een traject uitgezet voor de arbeidsveiligheid en het welzijn van de 85 medewerkers van de Waregemse technische diensten. Dat kwam op kruissnelheid in 2008 toen de stad Waregem en een Waalse intercommunale door Dexia Performance geselecteerd werden als pilots op weg naar het

OHSAS-certificaat. Toen Dexia na de bankencrisis afhaakte, zette BDO de consultancy-opdracht voort. Ook de VVSG was nauw bij het hele traject betrokken. Dat de inspanningen geconcentreerd werden op de stedelijke werkplaats lag voor de hand: de risico’s op arbeidsongevallen zijn daar het grootst. De complexiteit is er bovendien zeer groot. Anders dan in een privébedrijf zijn de gemeentelijke technische diensten met heel veel verschillende productieprocessen bezig: er is een schrijnwerkerij, een smidse, medewerkers snoeien plantsoenen naast drukke wegen, ze werken met hakselmachines en kettingzagen, ze tillen zware voorwerpen, ze graven diepe putten maar voeren net zo goed hoogtewerken uit. Het beschrijven van al die processen en het analyseren van de risico’s die eraan verbonden zijn, was dus een grote opdracht. Bovendien heeft OHSAS betrekking op de hele stedelijke werkplaats, dus ook op de mensen van de aankoopdienst die alles moeten weten over de machines en producten die ze aankopen. En op de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het onthaal van nieuwe collega’s. Een onderdeel van het certificaat gaat bijvoorbeeld over ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk. OHSAS heeft dus betrekking op het fysieke en psychische welzijn van alle werknemers.

Kwaliteitscirkels VVSG: inschrijven kan nog Geïnteresseerde gemeenten kunnen nog aansluiten bij de VVSG-kwaliteitscirkels (zie Lokaal 2, 2011). Praktische informatie: ann.ronsmans@vvsg.be, T 02-211 55 61. De kwaliteitscirkels maken gebruik van drie publicaties van de VVSG en Politeia. Auteur Ruud Bourmanne en eindredacteur Theo Wijnen zijn VVSG-stafmedewerkers. • Praktische handleiding voor Geïntegreerd Management • Verbeteren door zelfevaluatie, leidraad voor kwaliteitsmanagement (met cd-rom) • Verbeteren door zelfevaluatie (algemeen werkboek) www.vvsg.be, www.politeia.be

Risicoanalyses en veiligheidsmaatregelen Preventieadviseur Rudy Dewaele, projectcoördinator Vic Barbary, en zijn medewerker Klaas Decock waren de interne procesbege-

Lokaal I 16 mei 2011 I 17


bestuurskracht kwaliteitszorg

Focus op 7 domeinen De stad Waregem en haar stedelijke werkplaats focussen met OHSAS op zeven domeinen: • arbeidsveiligheid • bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk • psychosociale belasting veroorzaakt door het werk en bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk • ergonomie • arbeidshygiëne • verfraaiing van de werkplaatsen • maatregelen van de organisatie met betrekking op het leefmilieu

leiders. Ondersteund door de externe consultant vertaalden ze de OHSASnormen naar de publieke sector, ze beschreven samen met de ploegbazen en de medewerkers van de stedelijke werkplaats de verschillende processen en maakten van elk proces een risicoanalyse. Rudy Dewaele: ‘We bekeken de verschillende werkposten: welke taken worden daar uitgevoerd, wie doet welk soort werk, wie heeft de competenties om een werk uit te voeren? Van elke werkpost en elke taak maakten we een risicoanalyse. Daar kwamen dan veiligheidsmaatregelen tegenover te staan. Die zijn in een instructiekaart voor de werknemers van de werkpost gegoten. Veel aandacht ging ook naar de machines en de scheikundige producten waarmee gewerkt wordt.’ Moet een werk worden uitgevoerd, dan wordt dat elektronisch aangevraagd bij de ploegoverste. Van vaak voorkomende opdrachten is een standaard veiligheidsinstructiekaart voor het uitvoerende personeel voorhanden. Maar natuurlijk zijn er ook af en toe eenmalige of zeldzame taken. Denk aan het ophangen of verwijderen van de kerstverlichting. Van die opdrachten maakt de preventieadviseur eerst een risicoanalyse. Aan de hand daarvan worden de nodige veiligheidsmaatregelen genomen. Ook voor

18 I 16 mei 2011 I Lokaal

gevaarlijke taken zoals het graven van putten dieper dan 1,20 meter is altijd een specifieke risicoanalyse nodig. Een automatisme Ploegbazen en medewerkers kregen en krijgen een hele rist interne en externe opleidingen om de veiligheid op het werk te verhogen. Joseph Vanhove, ploegbaas groendienst: ‘Het is onze opdracht de risico’s zoveel mogelijk te beperken. Dat

‘Collega’s wijzen elkaar terecht als ze de veiligheidsvoorschriften niet strikt naleven, de nieuwe manier van denken en werken wordt stilaan een automatisme,’ zegt Francky Van Den Heede, adjunctcontroleur Groen en Milieu. De positieve gevolgen zijn merkbaar. Christ Nolf, ploegbaas randgemeenten: ‘Het aantal arbeidsongevallen daalt en, misschien nog belangrijker, de ernst van de ongevallen neemt af.’ Voor Dirk

Burgemeester Kurt Vanryckeghem: ‘De “kosten” van het certificaat wegen niet op tegen de voordelen: minder ongevallen, afwezigheden en ziekteverzuim, minder menselijk leed, een lagere verzekeringspremie tegen arbeidsongevallen, een beter imago van de stad als werkgever.’ betekent dat we de medewerkers voortdurend sensibiliseren en erop toezien dat ze alles volgens de regels van de kunst doen.’ Vroeger werd al eens een hooghangende lamp vervangen door een medewerker die in de laadbak van een graafmachine stond, bij gevaarlijke werken aan een grote weg was van signalisatie nauwelijks sprake. Dat kan nu niet meer.

D’hondt, technieker met als verantwoordelijkheid schilder- en schrijnwerk, is ook de toegenomen controle van het materieel een belangrijke factor. ‘Ladders werden vroeger nooit gecontroleerd, nu gebeurt dat jaarlijks. Voor bobcats en heftrucks zijn er zelfs vier controles per jaar. Ook het onderhoud is fel verbeterd. En niet iedereen mag nu nog met die voertuigen rijden. Wie er een brevet voor heeft, kreeg


lokale raad

Moeten de medische attesten van zieke medewerkers worden opgestuurd naar Medex, soms nog gekend als de Administratieve Gezondheidsdienst (AGD)?

een label op de broek. Geen label betekent dat je niet met de heftruck mag rijden.’ Voor drie jaar Al die inspanningen bij elkaar maakten dat de stedelijke werkplaats met glans een drie dagen durende externe audit door Bureau Veritas doorstond en op 13 mei het OHSAS 18001-certificaat in ontvangst mocht nemen. Het is toegekend voor een periode van drie jaar, elk jaar is er een opvolgaudit waaruit eventueel bijsturingen kunnen voortvloeien. Het behalen en over drie jaar het behouden van het certificaat vraagt tijd, energie, administratie en een financiële inspanning van de stad. ‘Maar,’ zegt burgemeester Kurt Vanryckeghem, ‘die “kosten” wegen niet op tegen de voordelen: minder ongevallen, minder afwezigheden, minder ziekteverzuim, minder menselijk leed, een lagere verzekeringspremie tegen arbeidsongevallen, een beter imago van de stad als werkgever. Dankzij OHSAS hebben we de normen voor arbeidsveiligheid verscherpt. OHSAS is eigenlijk een middel om de bestaande wetgeving strikter na te leven. En dat komt iedereen ten goede, de werknemer en de werkgever.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Er is geen verplichting om medische attesten op te sturen naar Medex, tenzij u Medex als controlearts heeft aangesteld. Medex valt onder de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, meer bepaald onder het ‘Bestuur van de Medische Expertise’. We overlopen kort zijn rol. Ten eerste heeft Medex een exclusief recht om personeelsleden ongeschikt te verklaren in het kader van ‘voortijdig rustpensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid’. Het betreft hier gratis dienstverlening voor besturen die voor de financiering van hun ambtenarenpensioenen aangesloten zijn bij de RSZPPO. Ten tweede heeft Medex een exclusieve, wettelijke rol in de medische erkenning van een ongeval als arbeidsongeval. Ook deze dienstverlening is gratis voor lokale besturen. Ten derde kunnen besturen de ziektecontrole aan Medex, aan een huisarts of aan een andere controlearts toevertrouwen. De medische controle bij arbeidsongeschiktheid kan niet door de preventieadviseur uitgevoerd worden. Deze laatste oordeelt immers met het oog op een eventuele aanpassing van de werkposten (bescherming van de werkgever). Hier gaat het om ziektecontrole, uit te voeren door een controlearts. Ten vierde mag het medisch onderzoek bij aanwerving door de wet van 28 januari 2003 betreffende de medische onderzoeken enkel uitgeoefend worden door de preventieadviseur-geneesheer, dus niet meer door Medex. Vroeger had Medex een wettelijke opdracht bij beroepsziekten. Sinds 1987 is dat een bevoegdheid van het Fonds voor Beroepsziekten.

http://medex.fgov.be Koninklijk Besluit nr. 35 van 10 augustus 1939 Pensioenen – afschaffing van de provinciale commissies, BS van 2 september 1939 Koninklijk Besluit van 18 augustus 1939 tot regeling van de inrichting der geneeskundige onderzoekingen door de administratieve gezondheidsdienst, in plaats van door de provinciale pensioencommissies (BS van 2 september 1939), zoals laatst gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 7 april 1995, BS van 13 september 1995, Inforumnummer 90441. Artikel 5 legt de exclusieve rol van de AGD vast betreffende de kwalificatie van een arbeidsongeschiktheid uit een ongeval als arbeidsongeval. Artikel 8 werd opgeheven en vervangen door het Koninklijk Besluit van 13 mei 1999 tot regeling van het medisch toezicht op het personeel van sommige overheidsdiensten, BS van 14 juli 1999, Inforumnummer 37714 Wet Arbeidsovereenkomsten, Artikel 31 Rechtspositiebesluit gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007, artikel 186, en Rechtspositiebesluit OCMW-personeel van 12 november 2010, artikel 140

Mail uw vragen over Medex naar marijke.delange@vvsg.be

Lokaal I 16 mei 2011 I 19


de raad van Deinze

Sint kruidt debat De meerderheid zit stevig in het zadel in Deinze, maar de oppositie laat niet zomaar over zich heen lopen. Ze is niet te beroerd om het beleid een bloemetje toe te werpen maar op andere punten dient ze de burgemeester en de schepenen stevig van repliek.

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

De raadszitting opent met het goedkeuren van de oprichting van de interlokale vereniging ‘Woonwijzer Leie Schelde’. Onder die koepel zullen Deinze, De Pinte, Gavere, Nazareth, Sint-Martens-Latem en Zulte hun expertise op het gebied van wonen delen en hun woonbeleid verder ontwikkelen. Meerderheid en oppositie zijn unaniem lovend over het initiatief. Oppositieraadslid Willy Bekaert hoopt dat de intergemeentelijke vereniging werk zal maken van meer sociale huurwoningen en -appartementen want de zes gemeenten scoren wat dat betreft ruim onder het Vlaamse gemiddelde. Burgemeester Jacques De Ruyck beklemtoont dat iedereen bij de ‘Woonwijzer’ zal terechtkunnen: huurders en eigenaars. Na deze boeiende opening volgt een rist verkiezingen van effectieve leden en plaatsvervangers in verschillende intergemeentelijke verenigingen. De jongste gemeenteraadsleden verdwijnen met een massa stembil-

20 I 16 mei 2011 I Lokaal

jetten naar de schepenzaal om er alles te tellen. De zitting valt ruim een kwartier stil. Daarna sijpelen de tellers één voor één binnen, waarnemend secretaris Marijke Van Quickelberghe moet zich reppen om alle resultaten minutieus te noteren. De gemeenteraad trekt zich weer op gang met de vlotte goedkeuring van enkele aanvullende verkeersreglementen. Pas bij agendapunt 18 komt er wat leven in de brouwerij. Het college stelt voor op de parking Brielpunt een blauwe zone in te voeren waarbij maximaal een half uur geparkeerd mag worden. Willy Bekaert wil de discussie uitbreiden naar enkele andere parkeerterreinen die sinds kort betalend zijn, maar de burgemeester houdt de boot af. Raadslid Annick Verstraete vraagt aandacht voor de bewoners van appartementen zonder garage die nu niet meer op Brielpunt kunnen parkeren en die niet voldoende goed ter been zijn om verderop een plekje te zoeken. Burgemeester De Ruyck vraagt of

mevrouw Verstraete hem een lijst van die bewoners kan bezorgen, zij kunnen dan een bewonerskaart krijgen. Punt 22 is de goedkeuring van de lastvoorwaarden en de gunningswijze voor de wegen- en rioleringswerken in de Oude Brugsepoort. De oppositie is het roerend met de meerderheid eens dat een heraanleg van een van de slechtste wegen in Deinze meer dan noodzakelijk is. Er komen enkele technische vragen over de herinrichting en over de voorzieningen voor fietsers en voetgangers. Schepen van Openbare Werken en Wegen Bart Van

Thuyne licht de plannen toe. Raadslid Annick Verstraete heeft vragen bij de manier waarop het planningsproces verlopen is. Het voorontwerp voor de Oude Brugsepoort werd aan de bewoners voorgelegd, ze vraagt zich af wat er met hun opmerkingen is gebeurd. Meer fundamenteel is ze absoluut niet tevreden met de rol die de gemeenteraad kreeg in het dossier: ‘De raad wordt buiten spel gezet. Wij hebben enkel het voorontwerp gezien tijdens de informatievergadering, het ontwerp werd hier niet eens voorgesteld. En nu wordt ons gevraagd de lastvoorwaar-


den en de gunningswijze goed te keuren. Moeten wij dan geen formele beslissing nemen over het ontwerp?’ Burgemeester De Ruyck reageert laconiek: ‘Geen probleem, dan wijzigen we het agendapunt en we voegen er het goedkeuren van het definitieve ontwerp aan toe.’ Uiteindelijk keurt iedereen het punt goed. Dat is niet geval voor agendapunt 32, waarin het college voorstelt om het heraangelegde plein aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk de naam Sint-Poppoplein te geven. Raadslid Josiane Claerhout maakt duidelijk dat ze

de ‘Sint’ niet moet. Ze wil een Poppoplein of een Poppo van Deinze-plein. ‘Bovendien,’ zegt ze, ‘is een straatnaamwijziging de bevoegdheid van de gemeenteraad. Die moet een voorstel doen, daarna volgt een openbaar onderzoek en dan beslissen de gemeenteraad en het college.’ Haar partijgenote Freija Dhondt steekt nog een tandje bij. Ze wijst erop dat de affiches voor de opening van het plein al uithangen in de stad, met de naam SintPoppoplein: ‘De gemeenteraad bestaat hier blijkbaar uit acht leden, namelijk de burgemeester en de schepenen.’

De andere oppositiepartijen steunen de bezwaren niet. De raadsleden Annick Verstraete en Luc Goeminne wijzen erop dat de cultuurraad en de erfgoedcommissie een positief advies over de nieuwe naam uitbrachten. De burgemeester verdedigt de ‘Sint’ omdat het over een heilige gaat en omdat het feest in 1949 ook de naam Sint-Poppo kreeg. Voor het eerst die avond wordt er gestemd bij naamafroeping. Zes raadsleden onthouden zich. Dat ontlokt de burgemeester de opmerking dat het toch niet echt consequent is je alleen maar te onthouden als je zo

sterk tegen een beslissing bent. Bij het 39ste en laatste agendapunt flakkert het debat nog een keer op. De indiener, oppositieraadslid Dirk Stroobandt, vraagt de tijdelijke opschorting van beslissingen over de bouw van een nieuw stadhuis en van de overeenkomst met het architectenbureau. De meerderheidspartijen willen het oude stadhuis op de markt inruilen voor een nieuwbouw even verderop. De oppositie kant zich tegen de verhuizing en verzamelde 3800 handtekeningen om een volksraadpleging over het onderwerp te organiseren. Dirk Stroobandt: ‘In afwachting van de uitslag van de volksraadpleging stel ik voor alle beslissingen tijdelijk op te schorten en geen kosten meer te maken.’ De burgemeester heeft daar geen oren naar: ‘Het onderzoek van de handtekeningen is nog aan de gang. We zullen nagaan of aan alle voorwaarden voor een volksraadpleging wordt voldaan. Van een opschorting van de beslissingen kan geen sprake zijn, daarover wil ik niet in discussie gaan.’ Het voorstel wordt daarna door de meerderheid weggestemd, één oppositiepartij onthoudt zich, de andere drie stemmen voor de opschorting. Het dossier van het stadhuis krijgt ongetwijfeld nog een vervolg in de raad de komende maanden. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal I 16 mei 2011 I 21


werkveld jeugd- en cultuurbeleid

Het MAS in jonge handen Op 17 mei opende het Museum Aan de Stroom zijn deuren voor het grote publiek. Van bij de eerste plannen maakte Antwerpen zich sterk dat dit museum, gewijd aan erfgoed, ook jongeren van nu moest aanspreken. Er werden plannen gesmeed om het MAS in jonge handen te geven en dat was meteen ook de naam van het project dat er tot vandaag voor ijvert om van het MAS net iets meer te maken of beter iets helemaal anders te maken wat betreft publiekswerking voor jonge mensen. tekst : chris peeters beeld: mas

D

e MAS-directie schonk al in december 2005 het vertrouwen aan een ploeg jonge medewerkers om het project MAS in Jonge Handen uit te werken. Het was de ambitie om van jongeren de prioritaire doelgroep van het nieuwe museum te maken. Daarbij werd de lat vanaf dag één hoger gelegd dan de gerestylede gidsbeurt en het educatieve museumparcours met invulblaadje. In 2007 kwamen ze naar buiten met kies* BIJNA 150 AANBEVELINGEN VOOR EEN MAS IN JONGE HANDEN, het

22 I 16 mei 2011 I Lokaal

eindverslag van ruim een jaar onderzoek, overleg, gesprekken met deskundigen allerhande en heel veel denkwerk. Dit eindverslag was sterk maar miste één belangrijk aspect: er was vooral gepraat met volwassenen die namens jongeren (vaak met erg veel kennis van zaken weliswaar) spraken. Toch ademt heel het verslag de overtuiging dat de museumploeg op maat van jongeren wil denken. Het MAS wil het jonge geweld de vrije loop laten maar met respect voor de collectie.

Iconen in erfgoed Daarvoor werd naast andere kunsteducatieve begeleiders ook Tijl Bossuyt, artistiek en zakelijk leider van De Veerman vzw, aangesproken. De Veerman ontwikkelt kunsteducatieve projecten, dikwijls met focus op jonge mensen. Voor De Veerman staan kunst en cultuur niet los van de omringende wereld, het hier en het nu. Geen artistieke discipline is hun vreemd: drama, muziek, beeld noch nieuwe media. Wanneer ze met een gemeente, een jongerenorganisatie of een school in zee gaan, is het proces misschien nog belangrijker dan het eindproduct. Lokaal vroeg zich af hoe ze jonge mensen geïnteresseerd kregen voor de ouderwetse rommel die erfgoed in hun ogen toch is. Tijl Bossuyt: ‘Dat is veel eenvoudiger dan volwassenen over het algemeen denken. Kinderen en jongeren zijn net heel erg geïnteresseerd in het waarom van dingen. Waarom is iets wat


De jongeren kregen de opdracht om de vitrines in de wandelboulevards aan te kleden met beelden die verwijzen naar het thema Over de grenzen.

het is? Waar komt dat vandaan? Wie gaf het die vorm en hoe is die vorm geëvolueerd in de tijd? Ze zijn erg geboeid door de verhalen die deze objecten vertellen. Elke familie heeft haar eigen erfgoed. Als je jonge mensen de vraag stelt wat ze willen bewaren en wat ze achter zullen laten, kom je al snel bij het wezenlijke van een erfgoedcollectie en de rol van een museum. Wat zullen we bewaren voor de volgende generaties en wat is waardeloos? Zo ontstaan iconen en een sfeer van gebondenheid. Wat we moeten doen is hun een format aanreiken om verhalen die dit erfgoed bij hen oproept voort te vertellen. Niet noodzakelijk met taal, misschien zelfs liever niet met taal, maar met beelden. Als we daar bovenop nog een forum vinden waar we die beelden gemaakt door jongeren van nu kunnen tonen, dan scoren we dubbel. Hun toekomst houdt hen bezig, ze maken zich zorgen over het milieu, ze willen er zorg voor dragen, voor elkaar en voor zichzelf en hun identiteit. En er is geen toekomst zonder verleden. Kunsteducatieve methodieken zorgen voor een andere geletterdheid. Die vaak vernieuwende of andersgeletterdheid biedt een voordeel om door te dringen tot grote vragen en thema’s als: Wat is hier de betekenis van; Welke waarde heeft dit voor mij en voor mijn omgeving? Via deze creatieve aanpak lukt het om hun kritische houding in te zetten om over deze bijna filosofische vragen te reflecteren.’ Tijl Bossuyt is ervan overtuigd dat jongeren echt wel mee zorg willen dragen voor het waardevolle wanneer er aan de basis een houding van wederzijds vertrouwen ligt: ‘Niet de kijvende suppoost zal hen ervan afhouden colablikjes op de Minerva achter te laten. Het zal veel beter werken als jongeren het gevoel krijgen dat ze mede-eigenaar zijn van het MAS. Als ze worden uitgenodigd op aparte plekken zoals de kelders, of op aparte momenten, bijvoorbeeld bij zonsopgang voor een ontbijt op het nu al spraakmakende dakterras. Als

MAS I Museum aan de Stroom: feestelijke opening op 17 mei Het MAS van de Nederlandse Neutelings-Riedijk Architecten wordt een hedendaagse blikvanger en een symbool voor de stad die door haar stroom met de wereld verbonden wil zijn. De collectie zal bestaan uit ruim 370.000 objecten die eerder deel uitmaakten van de collecties van het Nationaal Scheepvaartmuseum, het Volkskundemuseum en het Vleeshuis. Door de net gestarte restauratie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten worden daar tijdelijk nog topwerken aan toegevoegd. De Openingstentoonstelling Meesterwerken in het MAS. Vijf eeuwen beeld in Antwerpen brengt deze werken samen met werken uit de MuHKA-collectie, het PlantinMoretusmuseum en het Prentenkabinet. Aan de hand van topstukken uit deze drie collecties wil de tentoonstelling een evolutie van de beeldcultuur illustreren. De impact van de Lage Landen en Antwerpen in het bijzonder op de hedendaagse westerse beeldcultuur wordt duidelijk. Het MAS benadrukt met deze openingstentoonstelling zijn ambitie om het te hebben over de dialoog tussen de stad en de wereld, haar burgers en hun oorsprong, hier en elders. Het wil de bezoekers aan het denken krijgen over mensen en culturen en de interactie die er ontstaat. Het MAS wil beelden tonen die al deze mensen over elkaar (figuurlijk) maken. Die beelden zijn gekleurd door de cultuur van de makers, door de eurocentrische blik van de beschaver. Het contact met andere culturen heeft het zelfbeeld van de Antwerpenaars, wat ook hun etnisch-culturele achtergrond mag zijn, beïnvloed. Het MAS heeft niet alleen een historisch verhaal te vertellen, maar wil ook inzoomen op de actuele en toekomstige ontwikkelingen. www.mas.be

jongeren de vipbehandeling krijgen die voorop wordt gesteld, kan het allemaal goed komen.’ Vitrines over grenzen Net zoals voor de andere projectuitvoerders kwam voor De Veerman de concrete opdracht vrij laat, er bleef weinig tijd over voor het uitkristalliseren van de juiste formats. Anderzijds konden ze bij de start van het project nog niet putten

konden zich in één groep uitleven. De resultaten zijn wat ongelijk van kwaliteit. Van veel proces was er in die groep weinig te merken.’ De andere groep, die via het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten was aangetrokken, had wel degelijk een proces, maar kwam tijd tekort voor kwaliteit. Bossuyt vindt dit werk wat eenduidig. Daarnaast ging De Veerman aan de slag met twee groepen van KRAS jeugdwerk uit Antwer-

Als je jonge mensen de vraag stelt wat ze willen bewaren en wat ze achter zullen laten, kom je al snel bij het wezenlijke van een erfgoedcollectie en de rol van een museum.

uit de collectie voor hun opdracht om de vitrines in de wandelboulevards aan te kleden met beelden die verwijzen naar het thema Over de grenzen. De Veerman is begonnen met jongerengroepen te begeleiden. Tijl Bossuyt: ‘Antwerpse jongeren konden zich inschrijven voor twee projecten beeldende kunst. Vooral jongeren die al artistieke aspiraties koesterden,

pen Noord: ‘Bij een groep tienermeisjes kozen we fotografie als medium. Bij de jongens kozen we voor sjabloontechnieken. De twee groepen maakten een keuze van voor hen belangrijke beelden van hun wijk en haar bewoners. Dat leverde een sterk proces op, want met een heel heterogene groep Marokkaanse, Turkse, Oost-Europese en Roma-jongeren gaan schilderen is niet evident. Het levert wel

Lokaal I 16 mei 2011 I 23


lokale raad

werkveld jeugd- en cultuurbeleid

Heeft een verkoper de toelating van de gemeente nodig om zijn mobiele kip-aanhet-spitkraam buiten de openbare markten op het openbaar domein te plaatsen?

sterke, persoonlijke beelden op die een verhaal vertellen over grenzen en de wijk die hun mee identiteit geeft. We zijn erg benieuwd hoe ze zelf op hun werk zullen reageren als ze het in het MAS terugzien. Precies met dergelijke groepen blijkt sterk hoe grensverleggend een museum in deze tijd nog kan zijn. De globalisering, het wereldburgerschap is ondanks de televisie niet doorgedrongen in alle wijken en bij alle bewoners van onze stad.’

Voor de plaatsing van zijn kip-aan-het-spitkraam op het openbaar domein heeft de verkoper de toelating van de gemeente nodig. Hij presteert immers een ambulante activiteit op het openbaar domein buiten de openbare markten waarbij men diensten of producten aan de consument verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt. Deze verkoop gebeurt op plaatsen buiten de vestigingen die in de kruispuntbank van ondernemingen zijn geregistreerd. De gemeente moet de organisatie van deze ambulante activiteiten vastleggen in een gemeentelijk reglement, ook als zij geen openbare markt heeft. Ze heeft hierbij verschillende opties. Ze kan de plaatsen waar ambulante activiteiten op het openbaar domein mogen plaatsvinden op voorhand vastleggen. Als ze het niet doet, moet zij elke aanvraag voor ambulante activiteiten apart beoordelen. De gemeente kan de aanvraag weigeren om redenen van schending van de openbare orde, volksgezondheid of bescherming van de consument. Opgelet, sinds de invoering van de dienstenrichtlijn kan concurrentie voor het bestaande aanbod niet langer als weigeringscriterium gehanteerd worden omdat dit een economisch criterium is. Een combinatie van beide opties (vooraf en niet vooraf vastgelegde plaatsen) is ook mogelijk. In de verschillende opties kunnen de standplaatsen voor een dag of per abonnement toegekend worden. De toewijzing van een standplaats voor een dag gebeurt volgens de chronologische volgorde van de aanvragen en wanneer de aanvragen samenvallen, via loting. De toewijzing van een standplaats met abonnement gebeurt volgens de regels die ook voor de toewijzing van abonnementen op een openbare markt gelden. Op een privédomein zijn ambulante activiteiten enkel toegelaten op commerciële parkeerterreinen, plaatsen grenzend aan de openbare weg en private markten. Naast een toelating van de gemeente is hier ook een toestemming van de eigenaar nodig. Op andere plaatsen van het privédomein zijn ambulante activiteiten wettelijk verboden. Bovendien moet elke verkoper van kip aan het spit ook over een machtiging ambulante activiteiten beschikken. Deze machtiging – de vroegere leurderskaart – kan bij een erkend ondernemingsloket aangevraagd worden. Wet van 25 juni 1993 gewijzigd door de wet van 4 juli 2005 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten (artikel 38-43) Artikel 10 van de wet van 22 december 2009 tot aanpassing van wetgevingen aan de dienstenrichtlijn

Mail uw vraag over ambulante en kermisactiviteiten naar stefan.thomas@vvsg.be

24 I 16 mei 2011 I Lokaal

Grote verwachtingen De link met vraagstukken van deze tijd ligt dan voor de hand: omgaan met diversiteit, burgerschap, de grootstedelijkheid. Of het MAS in Jonge Handen al deze verwachtingen kan inlossen is nog de vraag. Tijl Bossuyt: ‘Het MAS in Jonge Handen heeft nog te leren, maar dat is geen ramp voor de nog zo jonge ploeg van museummedewerkers. Er is al erg veel wel gerealiseerd, maar de verwachtingen zijn hoog: de toeristische trekpleister, de architectonische icoon, de tophoreca-ambities, de mu-

We moeten zo ver komen dat jongeren afspreken in het MAS zoals ze een filmpje meepikken. Het MAS en dan het terrasje? Ga je mee? seale aspiraties. Het wordt een hele uitdaging om in die omstandigheden ook jongeren hun plek te geven. Maar in oktober staat het MAS er nog altijd en is de eerste storm wat geluwd. Dan zullen we kunnen werken vanuit de inspiratie die de erg rijke collectie ons biedt. We zullen op de samenhang tussen objecten kunnen inzoomen, verbanden en betekenis ontdekken en er samen met jongeren over reflecteren met de kritische houding van een zestienjarige.’ Dan zal het ook duidelijk worden of de keuze voor jongeren een verzekerd onderdeel wordt van de structuur, het personeelsbeleid, het collectiebeheer en het aankoopbeleid, en van het budget. Zal de budgettaire ruimte er zijn om educatieve programma’s op te zetten? Om te zoeken naar vernieuwende formats? Volgens Bossuyt heeft het MAS in Jonge Handen alvast erg veel potentieel: ‘Het heeft oog getoond voor educatie bij de opzet van deze icoon. Nu moet de vertaalslag volgen.’ Hij noemt de Donderdagavonden al een leuk en inspirerend begin waarbij alle Antwerpse musea deze zomer op donderdagavond open zijn tot middernacht. Tijl Bossuyt: ‘We moeten zo ver komen dat jongeren afspreken in het MAS zoals ze een filmpje meepikken. Het MAS en dan het terrasje? Ga je mee?’ Chris Peeters is VVSG-stafmedewerker jongerenbeleid


werkveld afvalbeleid

De netheidsbarometer: kompas voor lokaal netheidsbeleid Op de VVSG-Trefdag van 6 mei 2010 lanceerde Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege de netheidsbarometer. Het moest een nieuw instrument voor lokale besturen worden in de strijd tegen zwerfvuil en sluikstorten ten voordele van een nette openbare ruimte. Nuttig is het instrument zeker. Toch zetten nog maar weinig lokale besturen het in. tekst piet coopman beeld daniel geeraerts

Nette Regio: geĂŻntegreerde aanpak van netheid in de gemeente IMOG, de Intergemeentelijke Maatschappij voor Openbare Gezondheid, ondersteunt via het project Nette Regio een integraal netheidsbeleid bij de gemeenten van haar werkingsgebied. De intercommunale is coĂśrdinator en ondersteuner en laat de uitvoering over aan de gemeenten in samenwerking met sociale-economiebedrijven. Bij het project wint zowel de gemeente als de intercommunale. Het totale netheidsbeleid gaat er met grote sprongen op vooruit. tekst piet coopman beeld kaat nuyttens

Lokaal I 16 mei 2011 I 25


werkveld afvalbeleid

D

e barometer is in oorsprong een idee van IVAGO, de intergemeentelijke vereniging voor afvalbeheer van Gent en Destelbergen. Het is niet eenvoudig het zwerfvuil- en netheidsprobleem in kaart te brengen, dus is de netheidsbarometer een handige hulp. In 2006 begon de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) zelf op honderden plaatsen en typeomgevingen aan een telling van het zwerfvuil. Die oefening bleek toen te duur en te intensief. Daarom werd de netheidsbarometer van IVAGO aangepast om voor alle Vlaamse steden en gemeenten bruikbaar te zijn. Managementtool voor lokale besturen Met de netheidsbarometer kunnen lokale medewerkers regelmatig gegevens over zwerfvuil, sluikstorten en overvolle vuilnisbakken verzamelen. Op die manier kunnen lokale besturen zwerfvuil meten en de algemene netheid van hun grondgebied in kaart brengen. De manier waar-

I

MOG ondersteunt de gemeenten uit haar werkingsgebied al vele jaren in hun streven naar openbare reinheid. ‘Er is bijvoorbeeld een uitgebreide communicatiecampagne die alle WestVlaamse intercommunales samen met de provincie West-Vlaanderen voeren. De intercommunale trekt ook regelmatig de kar in diverse subsidiedossiers voor de aankoop van veegmachines, zwerfvuilbakjes, peukenpalen of hondenpoepzakjes,’ zegt Koen Delie, directeur externe zaken van de intercommunale IMOG. Het project Nette Regio bouwt voort op die expertise en omvat drie grote luiken. In de eerste plaats is er beleidsondersteuning. Zo wordt de netheidsbarometer op de gemeente afgesteld en wordt er een vuilnisbakkenbeleid en veegplan voor elke gemeente ontwikkeld. Daarnaast bevat Nette Regio een uitvoerend luik. Bedrijven uit de sociale economie staan in voor het schoonmaken van vuilnisbakjes en het opruimen van zwerfvuil of doen de tellingen voor de netheidsbarometer.

26 I 16 mei 2011 I Lokaal

op de barometer functioneert, geeft geen indicatie van de absolute hoeveelheden zwerfvuil of sluikstort. Als objectief meetinstrument is de netheidsbarometer in de eerste plaats een graadmeter voor de netheid van de openbare ruimte. Met de barometer kan een lokaal bestuur op een andere manier naar netheid kijken, want het is de bedoeling het beleid

De ene gemeente gebruikt de barometer om het netheidsbeleid te optimaliseren, de andere om het op te starten. aan te passen volgens de indicaties van de barometer. Zo kunnen de opruim- en veeginspanningen efficiënter gepland en de straatvuilnisbakken strategisch geplaatst worden. De resultaten van de metingen

Voor het derde aspect van Nette Regio is de rol van de intercommunale essentieel. IMOG biedt immers concrete ondersteuning bij opleiding, het leveren van materiaal en het coördineren van de taken. Netheidscoach centrale figuur in beleidsondersteuning ‘De netheidscoach is de schakel tussen de gemeenten en de bedrijven uit de sociale economie. De uitvoerende taken van de gemeenten worden via de netheidscoach aan de bedrijven doorgegeven,’ zegt Koen Delie. ‘De netheidscoach verzorgt in iedere gemeente opleidingen, maar voert ook administratieve taken uit zoals het opstarten van de netheidsbarometer, het digitaal opvolgen van het vuilnisbakkenbeleid en het rapporteren van de resultaten aan de gemeenten.’ De netheidsbarometer is een belangrijk instrument in het project Nette Regio. Dit meetinstrument moet de netheid van een gemeente in beeld brengen. Zo kunnen bepaalde knelpunten opgespoord en

geven ook aan of bepaalde vuilnisbakken met hogere frequentie leeggemaakt moeten worden of dat het net wat minder dikwijls kan, en of bepaalde straten meer of minder geveegd moeten worden. Nieuwe metingen kunnen dan aangeven of de gekozen maatregelen efficiënt waren of niet. De netheidsbarometer is dus een richtinggevend managementinstrument. Maar een gemeente hoeft nog geen uitgewerkt netheidsbeleid te hebben om de barometer te gebruiken. De metingen zijn net een hulpmiddel om zo’n beleid op te zetten. ‘De ene gemeente gebruikt de barometer om het netheidsbeleid te optimaliseren, de andere gemeente om het op te starten,’ zegt Liesbeth Gesquiere, die als duurzaamheidsambtenaar de netheidsbarometer introduceert bij de gemeenten in het werkingsgebied van IMOG. Arbeidsintensieve start ‘Vooral de opstart is arbeidsintensief. Daarna valt de werklast wel mee. De me-

de ruim- en veeginspanningen efficiënter gepland worden. ‘Belangrijk is dat de netheidsbarometer opgevolgd wordt in de tijd, zodat de resultaten van de inspanningen geëvalueerd kunnen worden. Het project Nette Regio moet aantonen dat een

De sociale economie helpt mee de netheid van de gemeente in kaart te brengen en zorgt voor objectieve meetgegevens ter sturing en objectivering van het beleid.

beleidsondersteunend instrument zoals de netheidsbarometer ook als operationeel managementinstrument ingezet kan worden,’ verduidelijkt Delie. De intercommunale IMOG wil met Nette Regio ook een afvalkorvenbeleid


tingen nemen vaak maar een halve tot een volledige dag per maand in. Niet slecht, als je de efficiëntie van de veeg- en opruimploegen kunt verhogen,’ stelt Gesquiere. Ze ziet bovendien een belangrijke rol weggelegd voor het intergemeentelijke niveau:

Lokale besturen die de netheidsbarometer gebruiken, kunnen twee punten verdienen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst.

‘Het feit dat de intercommunale het werk op zich neemt, is een belangrijke trigger voor de gemeenten om eraan te beginnen.’ Steden en gemeenten die de netheidsbarometer gebruiken, kunnen bovendien twee punten verdienen in het kader van de sa-

in de deelnemende gemeenten opzetten. Ze maakt daarbij gebruik van ICT-toepassingen. Alle vuilnisbakjes worden geïnventariseerd en krijgen een chip. Tijdens de gewone ledigingsronde leest de reinigingswerker de chip met een Personal Digital Assistant (PDA). Door de digitale chip in de afvalkorf kan de ophaler zo op een eenvoudige manier intoetsen hoe vol het vuilnisbakje is en of de korf vuil of beschadigd is. De gegevens worden digitaal doorgestuurd naar een softwareprogramma dat op zijn beurt een aantal analyses maakt. ‘Op die manier krijgen we een klare kijk op de hoeveelheid vuilnisbakjes en op waar de bakjes te veel of te weinig leeggemaakt worden. Zo kunnen we het beleid bijsturen,’ zegt Koen Delie. Bovendien verbindt elke gemeente zich er ook toe een veegplan op te stellen. Zo verschuift de focus van de veegrondes naar sterker bevuilde straten, die dan sneller een beurt krijgen. Coördinatie en opvolging gebeuren door de netheidscoach.

menwerkingsovereenkomst. Ze moeten dan intekenen op het onderscheidingsniveau van het thema afval voor artikel 1.4b Illegaal ontwijkgedrag: het opstellen en uitvoeren van een doordacht beleid voor het plaatsen en het beheer van straatvuilbakjes. Sinds begin 2011 is het gebruik van de netheidsbarometer een van de mogelijke sporen om deze actie uit te voeren. Continuïteit en uniformiteit Doorslaggevend bij de invoering van de netheidsbarometer zijn continuïteit en uniformiteit. Het is in de eerste plaats belangrijk dat er regelmatig gemeten wordt. Daarvan is Liesbeth Gesquiere overtuigd: ‘Hoe meer metingen er zijn, hoe meer patronen en tendensen er ontdekt kunnen worden en hoe beter het netheidsbeleid bijgestuurd kan worden.’ Maar ook de persoon die de metingen uitvoert, is belangrijk: ‘Uiteraard spelen de personen die de metingen uitvoeren een cruciale rol in het succes van de netheidsbarometer.

Sociale economie als uitvoerende partner IMOG zette het project Nette Regio op in samenwerking met Sinergiek, het netwerk voor sociale economie en duurzaam ondernemen in Zuid-West-Vlaanderen. ‘Samen met Sinergiek werd met twaalf sociale-economiebedrijven een akkoord gesloten over de manier van werken. Die bedrijven werden aan de gemeenten voorgesteld. De gemeente kiest zelf met welk bedrijf ze in zee wil gaan voor uitvoerende taken zoals het onderhoud van vuilnisbakken, tellen van vervuilingseenheden, stratenvegen of opruimen van zwerfafval,’ zegt Delie. ‘De sociale economie helpt dus mee de netheid van de gemeente in kaart te brengen en zorgt voor objectieve meetgegevens ter sturing en objectivering van het beleid.’ Winst voor intercommunale en gemeenten Dankzij Nette Regio kan IMOG een integraal netheidsbeleid invoeren. ‘Voor de

Het vergt immers training en ervaring om correcte metingen te doen en om telkens op dezelfde manier te meten.’ Lokale besturen niet met elkaar vergelijken De netheidsbarometer is niet alleen voor lokale besturen een handig meetinstrument. Ook de Vlaamse overheid wil iets doen met het verzamelde cijfermateriaal. Zo is het de bedoeling de informatie van de lokale besturen in een Vlaamse netheidsindex te verwerken. Deze index moet een duidelijk beeld geven van hoe het gesteld is met de netheid van de openbare ruimte in Vlaanderen: waar is het zwerfvuilbeleid succesvol en waar is bijsturing nodig? Het is echter niet de bedoeling dat de Vlaamse overheid de netheidsbarometer gebruikt om lokale besturen met elkaar te vergelijken. Piet Coopman is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid

afvalintercommunale is het vergroten en uitbreiden van kennis over het netheidsbeleid heel belangrijk. Het versterkt bovendien de band met onze gemeenten,’ weet Koen Delie. Anderzijds varen ook de gemeenten er wel bij. ‘IMOG neemt een groot deel van de werklast en overhead op zich. De overkoepelende trekkersrol van IMOG is een belangrijk argument voor gemeenten om deel te nemen aan het project,’ voegt Koen Delie er nog aan toe. ‘Bovendien erkende minister Freya Van den Bossche het innovatieve karakter van dit project waardoor het een ondersteuning van 358.000 euro krijgt en we het tijdens dit proefjaar kosteloos aan onze gemeenten kunnen aanbieden. Het project “devuilbak” ondersteunt de digitalisering van de zwerfvuilbakjes voor nog eens 75.000 euro. De provincie WestVlaanderen ondersteunt de koppeling met GIS,’ besluit Koen Delie. Piet Coopman is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid

Lokaal I 16 mei 2011 I 27


praktijk

GENK - Je bent nieuw in Vlaanderen. Samen met je begeleider van het onthaalbureau en je klasgenoten bezoek je de bevolkings- en de integratiedienst van je gemeente. Zo, nu kun je voort. Pas maanden later ontdek je dat je in het gemeentehuis ook informatie krijgt over het vrijetijdsaanbod voor je kinderen en dat je bij het OCMW niet enkel voor een leefloon maar met al je zorgvragen terecht kunt.

Zoek of zet inspirerende projecten, doeltreffende maatregelen of efficiënte methodes voor lokale besturen op www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

GF

Convenant maakt nieuwkomers efficiënt wegwijs in Vlaanderen

O

m dergelijke euvels bij de integratie van nieuwe mensen te vermijden besloot de stad Genk nauwer met het onthaalbureau Limburg samen te werken. In 2008 sloten ze een convenant. Sindsdien verzorgen de stad en het onthaalbureau de begeleiding van oud- en nieuwkomers in Genk samen. Onthaalbureau inburgeren in de lokale samenleving Het onthaalbureau werkt regionaal en veel trajectbegeleiders kennen de lokale context onvoldoende om de nieuwkomers optimaal door te verwijzen. Ahmet Arkan van de Genkse integratiedienst: ‘In het verleden werden nieuwkomers te vaak en te snel doorverwezen naar de integratiedienst. Genk wil echter een inclusief beleid voeren, waardoor nieuwkomers bij de reguliere diensten terechtkunnen.’ Om het onthaalbureau bij het correct doorverwijzen te ondersteunen organiseert de integratiedienst een driedaags vormingsprogramma voor de trajectbege-

28 I 16 mei 2011 I Lokaal

leiders en regioverantwoordelijken. Op de eerste dag maken ze kennis met de administratieve diensten. Tijdens de volgende sessie bezoeken ze de buitendiensten zoals het containerpark. Zo kunnen ze zich een beeld vormen van de informatie die een nieuwkomer allemaal nodig heeft. De laatste dag is er een bezoek aan het OCMW. Veel nieuwkomers zijn daar ook cliënt en hebben er een trajectbegeleider. Bovendien biedt het OCMW meer diensten aan dan financiële ondersteuning. Zo kunnen nieuwkomers er ook terecht met vragen over thuiszorg. Dankzij dit initiatief wordt de cursus maatschappelijke oriëntatie beter afgestemd op de behoeften van de cursisten. Het onthaalbureau en de stad zijn erg tevreden over de resultaten. Uitwisselen van informatie Sinds de splitsing van het inburgerings- en het integratiebeleid zijn de gemeenten en onthaalbureaus uit elkaar gegroeid. In de meeste Vlaamse regio’s


betreuren de besturen deze evolutie. Ze bemoeilijkt immers hun integratieopdracht: Wie zijn de nieuwkomers in de gemeente? Slagen ze in hun traject? Welke hinderpalen komen ze onderweg tegen? Veel besturen hebben er het raden naar. In het convenant tussen Genk en het onthaalbureau wordt volgens afspraak vier maal per jaar samengezeten om informatie uit te wisselen. Het gaat in eerste instantie over kwantitatieve informatie, maar ook over trends, knelpunten en beleidssignalen wordt gecommuniceerd. Aansturen en regie Dankzij het convenant kan het stadsbestuur het onthaalbureau mee aansturen. Het convenant regelt de samenwerking over specifieke vragen of knelpunten van inburgeraars en in het bijzonder voor het versterken van hun taalvaardigheid. Zo organiseert de stad één week lang een intensief taalbad Nederlands. De stad wil dat dit ook opengesteld wordt voor kinderen onder de achttien jaar en vraagt het onthaalbureau om de anderstalige ouders er naartoe te leiden.

Tips en aandachtspunten Een goede samenwerking staat of valt met maatwerk. ‘Genk heeft gekozen voor een convenant per jaar,’ vertelt Ahmet Arkan. ‘Zo kunnen we snel op nieuwe situaties en trends inspelen. Oorspronkelijk wilde de provincie één convenant met alle besturen van de regio, maar dat hebben we afgewezen omdat dit maatwerk bemoeilijkt. Een bestuur als Genk heeft andere behoeften dan kleinere besturen met minder nieuwkomers. Een andere belangrijke succesfactor in Genk is het politieke draagvlak. Zowel bij het stadsbestuur als bij de provincie is de motivatie groot om samen een goed beleid te voeren. Er is wel nog werk aan de wijze waarop Vlaanderen het integratie- en inburgeringsbeleid aanstuurt. Er moeten meer prikkels komen die de samenwerking bevorderen. Ook moet het beleid vertrekken van de logica van de oud- en nieuwkomer. Nu wordt er nog te veel vanuit organisaties gedacht en lopen de mensen soms verloren in een versnipperd aanbod.’

Ahmet Arkan, stedelijke integratiedienst Genk, ahmet.arkan@genk.be, T 089-65 42 43

lucy vereertbrugghen

advertentie

Blijf niet bij de aanbestedingen zitten! De Kluwer-opleidingen inzake overheidsopdrachten zijn een echte aanrader voor iedereen die regelmatig overheidsopdrachten moet uitschrijven, organiseren en toewijzen. De feedback van onze deelnemers is sprekend: “Gelet op de hoge complexiteit van deze materie, is deze vorming onontbeerlijk voor personen die frequent geconfronteerd worden met de regelgeving rond overheidsopdrachten”, dixit milieuconsulent Kris Dobbelaere van het IVLA. De voorbije jaren kozen al heel wat verantwoordelijken en directies voor de overheidsopleidingen van Kluwer. U straks ook? Meer informatie: www.klu.be/overheidsopdrachten. Bent u op zoek naar overheidspublicaties: www.kluwer.be.

adv_ICOVH_Lokaal_052011_MagazineAds1v3.indd 1

06-05-2011 11:19:21

Lokaal I 16 mei 2011 I 29


werkveld ouderenzorg

Anders kijken naar dementie Personen met dementie vormen een steeds grotere groep in onze samenleving. Zij getuigen dat hun ziekte een sociaal isolement veroorzaakt, en ook hun mantelzorgers ondervinden dit. Op dementie rust namelijk nog steeds een taboe. En bij uitbreiding dus ook op personen met dementie. Kan dat taboe worden doorbroken door nieuwe beelden in de plaats te stellen van de dominante beelden? En leidt een genuanceerder beeldvorming tot een dementievriendelijke samenleving? Lokaal brengt verslag uit van het onderzoek framing en reframing. tekst elke vastiau beeld michael ulhmann

Tot 31 augustus 2011: Goed leven met dementie in de gemeente Het netwerk van Europese stichtingen wil lokale initiatieven die werken aan de levenskwaliteit van mensen met dementie en hun omgeving belonen. De beste Europese projecten kunnen een prijs krijgen. Deze prijs is een blijk van waardering, maar hij is ook goed voor 10.000 euro. Nu al zoveel lokale besturen in Vlaanderen mooie projecten voor een dementievriendelijke gemeente hebben opgezet, lijkt het ons een uitgelezen kans om ook Europese erkenning voor die inspanningen te vragen. www.nef-europe.org, knop news and publications

30 I 16 mei 2011 I Lokaal

D

e Koning Boudewijnstichting is al enkele jaren bezig met een meerlagig project dat een dementievriendelijke samenleving nastreeft. Haar onderzoek wees uit dat de levenskwaliteit van mensen met dementie verbetert naarmate de samenleving beter met hen omgaat. Daarvoor zijn er een aantal acties nodig. Dementievriendelijke gemeente is er daar een van. Maar het taboe op dementie moet ook doorbroken worden door een meer genuanceerde beeldvorming op dementie. Daarom vroeg de KBS aan communicatiewetenschapper Baldwin Van Gorp het huidige beeld van dementie te onderzoeken en er een nieuw voor te stellen. Zo’n beeldvorming heet in de wetenschap een frame. Een frame kun je zien als een denkkader, maar als je aan een heel concreet frame denkt, bijvoorbeeld aan een kader om een foto, weet je ook hoe sterk een frame het beeld en dus de boodschap bepaalt. Baldwin Van Gorp en medewerker Tom Vercruysse onderzochten romans, dagbladen, magazines, films, documentaires en websites en analyseerden op basis daarvan wat de heersende frames rond dementie zijn.

Levende doden Uit dat onderzoek kwamen zes dominante frames naar voren. Momenteel overheerst in de beeldvorming het ‘verliesmodel’ met diverse nuances, wat ingrijpende gevolgen heeft voor de levenskwaliteit van personen met dementie. De negatieve blik van de rest van de samenleving wordt een deel van hun probleem. Dit dominante frame is gebaseerd op het fundamentele mensbeeld uit de westerse cultuur, het dualisme. Een lichaam zonder geest wordt in het Westen niet als mens beschouwd. Daarom ook dat dit dominante frame spreekt over mensen met dementie als over ‘objecten’ of ‘lege hulzen’, of extremer nog: ‘levende doden’. Iemand met dementie verliest zichzelf dus. Dat beeld wordt versterkt door de media, en de angst voor de ziekte neemt toe. Waarom? Er wordt enkel gefocust op de laatste fase van de ziekte. Wij krijgen als het ware ingeprent dat het leven voorbij is zodra de diagnose wordt gesteld. En dat terwijl een dementieproces in verschillende fasen verloopt en de persoon zich in de eerste fase nog relatief goed kan handhaven. Die eerste fase wordt daarom steeds vaker omschreven als ‘het niet-pluisgevoel’, je weet dat er iets aan de hand is, maar wat? De


frustraties en boosheid van een persoon met een recente diagnose zijn daarom geen symptoom van de ziekte zelf, maar wel een reactie op hoe de samenleving ermee omgaat. En zo komen we tot een selffulfilling profecy. Onwetendheid en negatieve reacties maken mensen met dementie en hun omgeving onzeker, bij het uiten daarvan stuiten ze op nog meer onbegrip, en de frustratie neemt toe. Een ander dominant frame is de ziekte als vijandige indringer, die bestreden moet worden. Let maar eens op de oorlogstaal in dit kader. Het is niet toevallig dat dit frame heel vaak zal worden gehanteerd door de medische wereld met links naar de farmaceutische industrie. Dit is overigens geen verwijt: de wereld werkt nu eenmaal zo en we zullen met ons allen ook wel blij zijn als de wetenschappers een pilletje tegen dementie vinden. Maar je kunt de ziekte ook beschouwen als een vreemde metgezel. Dementie is eigenaardig, soms grappig, soms vervelend en soms enerverend. En samen met de ziekte start je een reis naar een onbekend land.

De mens of de ziekte? De onderzoekers stellen in hun studie niet enkel de dominante frames voor, ze identificeren ook zogenaamde coun-

weliswaar, maar nog steeds een levende mens. Kijk met andere woorden dwars door de ziekte naar de mens en zie niet enkel de ziekte. Daarom is taalgebruik

Er wordt enkel gefocust op de laatste fase van de ziekte. Wij krijgen als het ware ingeprent dat het leven voorbij is zodra de diagnose wordt gesteld. Nochtans kan de persoon zich in de eerste fase nog relatief goed handhaven. terframes. De hierboven vermelde voorstelling van de ziekte als een vreemde metgezel is daar een voorbeeld van. Counterframes zijn niet noodzakelijk bétere beelden van de ziekte, maar andere manieren om ernaar te kijken. Al deze beelden samen vormen dan een genuanceerd en realistischer beeld. Centraal in de counterframes is echter altijd dat het nog steeds om een persoon gaat. Een persoon met een ziekte

ook zo belangrijk. Het verschil tussen een ‘demente’ of een ‘persoon met dementie’ is hierbij cruciaal: wat stel je centraal? Geeft de mens of de ziekte de doorslag? Negatieve reacties zijn soms ook ingegeven door onmacht en onwetendheid. Daarom is het ook niet onbelangrijk om een handelingsperspectief in te voeren. Wat kun jij nog doen voor en samen met iemand met dementie?

Lokaal I 16 mei 2011 I 31


werkveld ouderenzorg

Ban de bejaarden Correct taalgebruik, beeldvorming: ze beïnvloeden ons denkkader en daarom ook ons gedrag. Daarom is het ook zo belangrijk pejoratieve termen te mijden. Gebruik dus oudere en niet bejaarde. ‘Bejaarden’ schept een denkkader van afhankelijkheid. Schrap die term daarom. Maar er zijn meer van die termen: een instelling is iets waar je mensen in opsluit (en daarna misschien nog het liefst de sleutel zou weggooien), ‘voorziening’ is een neutralere term. Je neemt mensen niet op in een woonzorgcentrum, ouderen verhuizen naar het woonzorgcentrum. Wie hier in de zin de actieve rol krijgt is trouwens niet onbelangrijk. Wie staat er centraal? Voor dementie is het nog belangrijker: schrap de dementen uit je taalgebruik, gebruik de term dementerende, die op een evolutie wijst, of nog beter persoon met dementie. Bij aangepast taalgebruik zal je frame zich stilaan aanpassen en zal je handelingsperspectief wellicht volgen. Dan zul je in je handelen ook de persoon en niet enkel de ziekte centraal stellen. Om te communiceren over dementie stelde een werkgroep van betrokkenen en communicatiespecialisten, samengeroepen door de Koning Boudewijnstichting, een lijst van waarden op waarop die communicatie gebaseerd moet zijn. Die zal in de komende tijd worden uitgewerkt tot een heus communicatieadvies. Hier toch al enkele uitgangspunten. In de eerste plaats moet de communicatie alle facetten van dementie bespreekbaar maken. Het moet niet alleen over de fysieke elementen gaan, ook over sociale en psychische gevolgen, niet enkel over de persoon met dementie zelf, ook over zijn netwerk, niet enkel over personen met dementie in een woonzorgcentrum, maar ook over mensen met dementie die nog thuis wonen en de grootste groep vormen. De communicatie moet niet te eenzijdig focussen op de heersende beeldvorming over de eindfase. Maar daarvoor moeten de communicatoren al weten dat het dementieproces in fasen verloopt en dat het verzonken ik niet de enige fase is. De zelfredzaamheid van personen met dementie kan ook aangesproken worden. De personhood (nadruk op mens-zijn) en de levenskwaliteit staan centraal. Daarenboven moet het burgerschap van de persoon met dementie gegarandeerd blijven. De waarde van empowerment en inclusie is ten slotte misschien nog het belangrijkst. Deze zes waarden vormen een nieuw kader voor een andere beeldvorming. De huidige beeldvorming schaadt immers de levenskwaliteit van mensen met dementie. Hoe vaak wordt er niet over hun hoofd heen gepraat! ‘Een relatie hangt niet alleen af van cognitieve en verbale capaciteiten van personen’ en ‘Ook mensen die zich niet (meer) kunnen aankleden, hebben nog een mening’, twee uitspraken om even over na te denken.

32 I 16 mei 2011 I Lokaal

Van denken naar doen In het onderzoek werden verschillende beelden en acties losgelaten op een testpubliek. De geteste campagne focust op de vraag: ‘Wat kun jij doen om mensen met dementie te helpen genieten van de kleine dingen van het leven?’ Dit handelingsperspectief kwam overigens zeer positief uit de tests. Mensen aansporen tot actie blijkt te werken.

Door aan een dementievriendelijke gemeente te werken zorgt de lokale samenleving ervoor dat mensen met dementie volwaardig lid blijven van de samenleving. En zo komen we meteen terug op het lokale perspectief. Door aan een dementievriendelijke gemeente te werken zorgt de lokale samenleving ervoor dat mensen met dementie volwaardig lid blijven van de samenleving. Ze nemen deel aan cultuur- of sportactiviteiten. Een lokale vereniging kan ook een soort van buddyproject organiseren zodat de partner van de persoon met dementie nog kan deelnemen aan de activiteiten van de vereniging. Dit is maar één voorbeeldje uit de grote diversiteit van initiatieven, maar het mag duidelijk zijn: iedereen kan op zijn manier iets doen. Het begint bij beeldvorming en communicatie, maar daar stopt het niet. En dan werken we samen aan de-mens-ievriendelijke gemeente. Elke Vastiau is VVSG-stafmedewerker ouderenzorg

De publicatie Framing and reframing: anders communiceren over dementie van Baldwin Van Gorp en Tom Vercruysse is gratis te bestellen op www.kbs-frb.be, knop publicaties


achter de schermen

Technisch administratief medewerker Ronny Willems is technisch bediende bij de gemeente Vosselaar. Omdat hij aan zijn eigen woning flink veel renovatiewerken had uitgevoerd en altijd geïnteresseerd is in nieuwe technieken, vond hij de vacature voor de dienst onderhoud gebouwen op zijn lijf geschreven. ‘Noem me gerust een handige Harry,’ lacht hij. ‘Ik mocht meteen verschillende opleidingen in schildertechnieken en elektriciteit volgen. Ook van mijn collega’s leerde ik veel bij, ze gaven me heel veel tips.’ Het was zeer gevarieerd, tof werk. ‘Kort geleden kreeg ik de mogelijkheid om technisch administratief medewerker te worden. Een nieuwe uitdaging. Nu komen de meldingen of klachten over de staat van het straatmeubilair of over de gemeentelijke eigendommen bij mij terecht. Zowel burgers als collega’s van de dienst onderhoud gebouwen, groenvoorzienin-

gen en wegenwerken weten me te vinden. Ik giet hun vragen in concrete werkopdrachten en zet het nodige materiaal klaar. Zo kunnen anderen vlot aan de slag. Ook mensen die gaan verhuizen of verbouwen, nemen contact met mij op als ze parkeerverbodsborden nodig hebben om de verhuiswagen voor de deur te kunnen parkeren of een container te kunnen plaatsen.’ Daarnaast is Ronny Willems ook verantwoordelijk voor de verhuur van gemeentelijke materialen: ‘Ik heb dus weer heel gevarieerd werk, waarbij mijn eerdere opleidingen, cursussen, werkervaring en mensenkennis mooi van pas komen. Zelfs de richting handel die ik van mijn ouders moest volgen, bewijst nu zijn nut.’ Steven Struyven is hoofd technische dienst openbare werken in Vosselaar

Opleiding

GF

De ouders van Ronny Willems stuurden hun zoon naar de Handelsschool, terwijl hij liever met zijn handen werkte. Als achttienjarige kon hij als badmeester in het Turnhoutse zwembad aan de slag. Daar sprak het contact met de bevolking hem het meest aan. Maar na dertig jaar begonnen de drukte, het lawaai en de warmte steeds zwaarder te wegen. Voor deze functie zonder diplomavereiste zocht de gemeente Vosselaar iemand met een goede technische achtergrond en een brede dienstoverschrijdende kijk op de organisatie, die ook op een ordelijke en doordachte manier de administratie kon afhandelen. In Ronny Willems vonden ze de geknipte persoon op wie de drie werkleiders voor het onderhoud van gebouwen, de groenvoorziening en de wegenwerken kunnen vertrouwen, zodat ze zich niet om de papierhandel hoeven te bekommeren en zich ten volle voor hun personeel kunnen inzetten.

Lokaal I 16 mei 2011 I 33


OCMW WAARSCHOOT OCMW Waarschoot zoekt een

halftijds ontvanger / financieel beheerder De financieel beheerder is de financiële spilfiguur van het OCMW. Hij controleert de wettelijkheid en adviseert het bestuur inzake de financiële beleidsaspecten. Hij is verantwoordelijk voor de financiële verslaggeving en dit alles via een modern financieel management met toepassing van nieuwe financiële beheerstechnieken, inclusief interne controle en interne audit. Voorwaarden • Belg zijn • slagen voor de selectieprocedure • in het bezit zijn van een diploma van licentiaat of master (gewestelijk ontvangers in statutair dienstverband zijn vrijgesteld van de diplomavereiste) Wij bieden • een competitief loon (minstens 1156,76 euro bruto per maand voor een halftijdse betrekking) • maaltijdcheques • hospitalisatieverzekering • fietsvergoeding • uitgebreide verlofregeling • een benoeming in statutair dienstverband Interesse? Sollicitatiebrief met cv en kopie van uw diploma kunt u tot 7 juni 2011 versturen naar OCMW Waarschoot, Dorp 1/1, 9950 Waarschoot. Er wordt een wervingsreserve van 3 jaar aangelegd. Een informatiebundel met alle voorwaarden kunt u verkrijgen door te mailen naar ocmw@waarschoot.be.

zoekt een dynamische en ondernemende

gemeentesecretaris

m/v m/v – mandaatfunctie van 7 jaar – 5 x verlengbaar Functie: De gemeentesecretaris is de verbindingspersoon tussen het gemeentelijke ambtenarenkorps en de gemeentelijke bestuursorganen (gemeenteraad en schepencollege). Hij/zij vervult de wettelijk en decretaal voorgeschreven taken en waakt over de uitvoering van de beslissingen van de bestuursorganen. Profiel • In het bezit zijn van een diploma dat toegang heeft tot niveau A (master of gelijkwaardig) in één van de volgende studierichtingen : - Rechten - Politieke en sociale wetenschappen of bestuurskunde - Economische, toegepaste economische of financiële wetenschappen, handelswetenschappen of handelsingenieur - Master in het management voor overheidsorganisaties, master in public administration of master in business administration of administratieve wetenschappen. • Beschikken over minstens drie jaar administratieve beroepservaring in de openbare of privésector in een leidinggevende functie of een functie op universitair niveau. Wat bieden wij • Een uitdagende job in een boeiende en veelzijdige werkomgeving • De verloning is decretaal bepaald (bruto 3818 euro/maand) • U kunt rekenen op extralegale voordelen (hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, fietsvergoeding…) en een aantrekkelijke vakantieregeling Meer info ? Voor de volledige functiebeschrijving, aanwervingsvoorwaarden en selectieprocedure kunt u contact opnemen met de personeelsdienst (mevr. Sonja Buysse) T 09-341 95 84 of personeel@assenede.be. Hoe solliciteren ? Om deel te nemen aan de selectieprocedure stuurt u uw gemotiveerde kandidatuur vergezeld van een cv en een kopie van uw diploma uiterlijk op 25 mei 2011 naar het college van burgemeester en schepenen, Kasteelstraat 1-3, 9960 Assenede of via personeel@assenede.be

34 I 16 mei 2011 I Lokaal

Ieper is een stad met een boeiend verleden. Het gezicht van de stad wordt bepaald door de bijzonder mooie heropbouwarchitectuur en door talrijke monumenten. De Stad Ieper wil op alle beleidsdomeinen, die aan de gemeentelijke organisatie toegewezen worden, kwalitatieve dienstverlening verstrekken, gericht op het welzijn van de burgers, ondernemers en bezoekers.

Wil je in de toekomst van Ieper een cruciale rol spelen? Dat kan, het college van burgemeester en schepenen maakt bekend dat overgegaan wordt tot de aanwerving van een (m/v):

Artistiek-pedagogisch directeur Stedelijke Academie Muziek en Woord Op het gebied van deeltijds kunstonderwijs zijn we overtuigd van een samenwerking tussen beide academies (muziek&woord en beeldende kunst) en willen we hier de komende jaren ook actief aan werken.

Doel van de functie, inbegrepen de instellingsspecifieke doelstellingen: Efficiënt en doelgericht leiding nemen in de onderwijsinstelling. Instaan voor de optimale werking ervan met het oog op het behalen van de doelstellingen conform het artistiek-pedagogische project, de leerplannen, het schoolwerkplan. Voorbereiden, adviseren en uitvoeren van het gemeentelijke onderwijsbeleid voor wat betreft het deeltijds kunstonderwijs. Uitvoering geven aan de reglementaire bepalingen opgelegd aan de onderwijsinstelling. De kwaliteit bewaken binnen de onderwijsinstelling. Het beleidsvoerende vermogen van de onderwijsinstelling verhogen. Aanwervingvoorwaarden: 1. Je bent houder van de bekwaamheidsbewijzen vastgesteld door dit specifieke selectie- en bevorderingsambt. 2. Je oefent de betrekking uit in hoofdambt op het moment van de vaste benoeming. Ervaring in het onderwijs is een duidelijk pluspunt. Aan voorwaarde 1 moet zijn voldaan bij het afsluiten van de periode voor de indiening van de kandidaturen. Selectie: De kandidaten moeten slagen in een examen bestaande uit een schriftelijk en mondeling gedeelte. De geslaagde kandidaten worden verder onderworpen aan psychotechnische proef. Ze zijn bereid een onderzoek naar de lichamelijke geschiktheid te ondergaan. Interesse? Heb je interesse voor deze vacature, bezorg dan uiterlijk op vrijdag 27 mei 2011 (postdatum geldt als bewijs) per aangetekend schrijven, je kandidatuur, vergezeld van een uitgebreid cv, met een afschrift van je diploma (en eventueel een bewijs van vaste benoeming en dienstanciënniteit) en een uittreksel uit het strafregister aan het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 34, 8900 Ieper. De functiebeschrijving en bijkomende informatie zijn te verkrijgen op de website van de Stad Ieper of bij de personeelsdienst, SintJacobsstraat 1, 8900 Ieper, T 057 239 319 of via personeelsdienst@ieper.be.


geregeld wetmatig

VIPA-besluit voor sector ‘gezinnen met kinderen’ maakt onderscheid tussen centrumsteden en andere gemeenten De Vlaamse regering heeft op 4 maart het VIPA-sectorbesluit ‘gezinnen met kinderen’ definitief goedgekeurd. Dit nieuwe besluit, dat integraal van toepassing is op diverse voorzieningen voor gezinnen met kinderen, vervangt het oude VIPA-besluit kinderdagopvang. Het werd op 22 april in het Staatsblad gepubliceerd. Het aangepaste besluit actualiseert de bouwtechnische normen en streeft naar eenvormigheid en eenduidige bepalingen. Nieuw is zeker ook dat voor het basisbedrag van de investeringssubsidie een verschil wordt gemaakt tussen de grote en centrumsteden enerzijds

He/t gemeentebestuur van Haaltert gaat over tot de aanwerving van

en andere gemeenten anderzijds. Dit heeft te maken met de stijging van de grondprijzen in die steden. In de toekomst zal ook aankoop zonder verbouwing in aanmerking komen voor VIPA-subsidie. ann.lobijn@ vvsg.be

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van de voorzieningen voor gezinnen met kinderen, BS van 22 april 2011, Inforumnummer 255024

‘Sanctiepot’ asielzoekers 2010 verdeeld over OCMW’s

Huisvestingsambtenaar – B3 Taakomschrijving: Onder leiding van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar ben je verantwoordelijk voor het uitwerken van en informeren over het huisvestingsbeleid in de gemeente in een intergemeentelijk samenwerkingsverband, de begeleiding bij de uitbouw van sociale woonbouwprojecten, het faciliteren en uitbreiden van het woonoverleg met alle woonactoren, het opvolgen van de wetgeving en regelgeving,… Ons aanbod: • voltijds contractuele tewerkstelling van onbepaalde duur in het kader van het project ‘Intergemeentelijke woonwijzer’ • een brutomaandsalaris van min. 2185,13 euro (loonschaal B1-B3) • maaltijdcheques, fietsvergoeding, hospitalisatieverzekering (na één jaar dienst) Aanwervingsvoorwaarden: • in het bezit zijn van een bachelordiploma of een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs Laatstejaarsstudenten worden toegelaten op voorwaarde dat ze een studiebewijs voorleggen en een verklaring dat ze binnen een termijn van maximaal vier maanden hun einddiploma kunnen behalen • slagen voor de selectieprocedure. Stel je kandidaat door uiterlijk op 23 juni 2011 sollicitatiebrief, cv, kopie van het vereiste diploma of studiebewijs en verklaring dat het diploma binnen een termijn van max. vier maanden kan behaald worden, en uittreksel uit het strafregister (niet ouder dan drie maanden) aangetekend op te sturen naar het college van burgemeester en schepenen, Hoogstraat 41, 9450 Haaltert of tegen ontvangstbewijs af te geven op de personeelsdienst (zelfde adres, 1ste verdieping). Kandidaturen per mail worden niet aanvaard. Er wordt voor deze functie een wervingsreserve aangelegd van één jaar, maximaal verlengbaar met één jaar. De functiebeschrijving, de toelatingsvoorwaarden en verdere inlichtingen zijn te verkrijgen op hetzelfde adres, via personeel@haaltert.be, T 053-85 86 18, 053-85 86 19 of op www.haaltert.be.

De federale overheid betaalt de steun die het OCMW aan toegewezen asielzoekers verleent, niet altijd voor 100 procent terug. Als het OCMW waaraan de asielzoeker op basis van het spreidingsplan is toegewezen (te vinden bij de code 207 in het wachtregister), die asielzoeker geen woning in de eigen gemeente aanbiedt, wordt maar de helft van de toegekende financiële steun terugbetaald. De overige 50 procent komt dan terecht in de zogenaamde ‘sanctiepot’. De sanctiepot wordt vervolgens verdeeld over de OCMW’s van gemeenten waaraan geen asielzoekers meer mogen worden toegewezen. In de praktijk gaat het om arme gemeenten of gemeenten waar al veel asielzoekers wonen. De federale overheid gaat nu over tot de verdeling van de bedragen die in 2010 in die sanctiepot terechtgekomen zijn. In totaal gaat het om 1.232.199,86 euro. In 2006 was dat nog 8.304.977,98 euro. In vijf jaar tijd is het te verdelen bedrag dus met meer dan 7 miljoen euro gedaald. Dat komt doordat het aantal asielzoekers dat financiële steun krijgt en waarbij de sanctie kan worden toegepast, ook daalt. Het bedrag zal in principe verder blijven dalen, tenzij de federale overheid het spreidingsplan voor asielzoekers toch zou reactiveren. Maar voorlopig lijkt dat niet aan de orde. Het geld wordt betaald binnen de drie maanden volgend op het Ministerieel Besluit van 6 april 2011. In bijlage bij dat besluit vindt u de verdeling per OCMW. fabienne.crauwels@ vvsg.be

Koninklijk Besluit van 19 mei 1995 getroffen ter uitvoering van artikel 5, §3 van de wet van 2 april 1965, BS van 26 oktober 1995, Inforum-

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website informatie en data inlevering voor lokaal 10 & 11

Nicole Van Wichelen • T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

nummer 91389, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 8 juli 2005, BS van 24 augustus 2005, Inforumnummer 203517

Ministerieel Besluit van 6 april 2011 tot vaststelling van de verdeling van het bedrag voor 2010, ter toepassing van het Koninklijk Besluit van 19 mei 1995 getroffen ter uitvoering van artikel 5, §3 van de wet van 2 april 1965 gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 8 juli 2005, BS van 2 mei 2011, Inforumnummer 224085

Lokaal I 16 mei 2011 I 35


geregeld wetmatig

Sociale en culturele participatie 2011: federale overheid kent middelen per kwartaal toe Het Koninklijk Besluit ter bevordering van de maatschappelijke participatie van OCMW-cliënten legt maatregelen vast voor de sociale en culturele participatie, de strijd tegen de kinderarmoede en voor gerecycleerde computers. Het OCMW krijgt de middelen ter beschikking om de actieve of passieve deelname door de doelgroep aan activiteiten of manifestaties te stimuleren. Het kan dit doen door een individueel voordeel toe te kennen, zoals de tussenkomst in de kosten voor een toegangsticket, maar het kan ook een collectief voordeel toekennen door een manifestatie te ondersteunen die zich (niet exclusief) tot de doelgroep richt. Het Koninklijk Besluit dat deze middelen voor 2011 toekent, werd op 22 april in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De VVSG verspreidde het bericht via de VVSG-week. Het goede nieuws werd echter overschaduwd door de verontrustende vaststelling van verschillende OCMW’s dat het uitgekeerde bedrag slechts een vierde bedraagt van het subsidiebedrag 2010. De VVSG vermoedde dat dit te wijten was aan het feit dat de huidige federale regering in lopende zaken met voorlopige twaalfden werkt, waardoor ze het volledige bedrag niet in één keer kan toekennen. Contact met de POD Maatschappelijke Integratie bevestigde dat. De toegekende bedragen dekken enkel het eerste kwartaal 2011, omdat de Financiënwet van 22 december 2010 enkel de kredieten voor de eerste

drie maanden van 2011 opende. Een aanvullend besluit voor de overige negen maanden wordt nog voorbereid en zal worden ondertekend wanneer de federale begroting voor 2011 beschikbaar is. De POD Maatschappelijke Integratie verzekerde de VVSG dat het KB net als de voorbije jaren volledig zal worden uitgevoerd. Dit werd intussen bevestigd via publicatie van de berichtgeving op haar website. Daar kunt u ook lezen dat – in tegenstelling tot de voorgaande jaren – inschrijven niet nodig is om deze subsidie te ontvangen. Een voorschot van 50 procent van het in het besluit toegekende bedrag voor de sociale en culturele participatie en voor de strijd tegen de kinderarmoede, zal binnenkort gestort worden met als respectieve referenties DSO/SOCCVSAV11 en DSO/KAPEVSAV11. piet.vanschuylenbergh@ vvsg.be, hilde.plas@ vvsg.be

Koninklijk Besluit ter bevordering van de maatschappelijke participatie van OCMW-cliënten van 12 april, BS van 22 april 2011, Inforumnummer 184550

Alle informatie, inclusief de recente rondzendbrief met erratum, vindt u op de webpagina OCMW van de POD Maatschappelijke Integratie, www.mi-is.be. Reacties kunt u mailen naar vraag@mi-is.be.

1 deskundige beleids- en projectmanagement (B1-B3 niveau, voltijds, statutair met aanleg van een werfreserve van drie jaar) Hoofddoel De dienst beleids- en projectmanagement is verantwoordelijk voor het uitwerken, coördineren en opvolgen van een optimaal en duurzaam beleid door de nodige systemen en technieken aan te reiken zodat de organisatie en iedere dienst in staat zijn om op de meest efficiënte en effectieve manier kwaliteitsvolle resultaten te bereiken, rekening houdend met de noden van de burgers, medewerkers en andere (externe) partners. Je staat in voor de implementatie van het kwaliteitsbeleid. Aanwervingsvoorwaarden • minimaal over drie jaar relevante ervaring beschikken voor deze functie; • slagen in een selectieprocedure (klassieke selectieprocedure gericht op een functiegerichte competentietest); • voldoende scoren op een niveau- en capaciteitstest voor een B-niveau (hoger onderwijs) uitgevoerd door een extern, erkend selectiebureau. Ons aanbod • verloning volgens barema’s van de lokale besturen: B1-niveau minimaal geïndexeerd brutojaarloon 26.221 euro, eventueel verhoogd met haard- of standplaatsvergoeding.

36 I 16 mei 2011 I Lokaal

Uw welzijn, onze zorg.

Solliciteren: Kandidaturen met cv worden ten laatste verwacht op woensdag 1 juni 2011 om 12.00 uur t.a.v. de voorzitter van het OCMW Erwin Brys, Palingstraat 50, 2870 Puurs. Kandidaturen kunnen ingediend worden per post: Palingstraat 50, 2870 Puurs; fax 03-890 15 90, personeel@ocmwpuurs.be of door afgifte tegen ontvangstbewijs op bovengenoemd adres. De specifieke aanwervingsvoorwaarden en functieomschrijving kunnen aangevraagd worden op de dienst personeel t.a.v. Steven Muyldermans, T 03-890 15 07 of via personeel@ocmwpuurs.be.


agenda studiedagen

Drongen 27 mei

Mechelen 20 mei

Routeplanner voor een levendige beroepsethiek Deontologie doorgelicht

Studiedag over de mogelijkheden van samenwerking tussen besturen bij het aankopen of laten uitvoeren van diensten. www.vvsg.be (kalender)

Wat mag en kan ik zeggen als ik van de politie een dwingende vraag over een cliënt krijg? Bestaat er zoiets als een gedeeld beroepsgeheim? Wat doe ik met anonieme klachten? Kan de raad mij onder druk zetten om strikt vertrouwelijke informatie van de cliënt te verstrekken? Dit zijn allemaal dilemma’s waarmee OCMW-maatschappelijk werkers geconfronteerd worden. Met de deontologische code op de achtergrond creëren we met deze training een bruikbaar kader voor beroepsethisch handelen in de OCMW-hulpverlening. www.vvsg.be (kalender)

Brussel 20 mei

Het gemeentehuis bij decreet veranderd? Studiedag omtrent evaluatie van het Gemeentedecreet, onderzoek naar lokaal kwaliteits-, financieel en personeelsmanagement en de mate van lokale autonomie om dat management naar eigen inzichten te ontwikkelen. www.steunpuntbov.be (agenda) Bredene 24 mei

Moet er nog zand zijn: een wetenschappelijke kijk op de kustlijn van morgen Studiedag over hoe Vlaamse en Nederlandse onderzoekers aankijken tegen de stijgende zeespiegel en de geplande bescherming van onze Noordzeekusten. www.vliz.be/moeternogzandzijn

Gent 9 en 10 juni

13th biennial CIGAR Conference

Ontmoeting centrummanagers Ontmoetingsdag voor centrummanagers, lokale ambtenaren economie en projectverantwoordelijken stadsontwikkeling uit heel België. www.vvsg.be (kalender) Genk 9 juni

Putten uit innovatie

STEFAN DEWICKERE

Zevende kwaliteitscongres voor lokale besturen. www.kwaliteitscongres.be

Harelbeke 20 mei Antwerpen 21 oktober

Tweejaarlijkse internationale wetenschappelijke conferentie over overheidsboekhouding van de Universiteit Gent voor internationale academici, ambtenaren en praktijkbeoefenaars. www.cigar2011.ugent.be

Het ecogram Het sociaal netwerk van mensen in kaart gebracht

Brussel 21 juni

Schoten 26 mei, 15 september en 22 november

Ervaringsbewijs en diploma Synoniem of contradictie? Informatiedag over het ervaringsbewijs. www.vvsg.be (kalender)

opleidingen

Brussel 27 mei

STEFAN DEWICKERE

Overheidsopdrachten in volle evolutie

Harelbeke 20 mei e.v. Aarschot 14 juni e.v. Beersel 16 juni e.v. Diepenbeek 17 juni e.v. Wiekevorst 24 juni e.v.

Intervisie voor animatoren met vragen over uitvoerende taken Ondersteuning voor animatoren in openbare rusthuizen en systematische uitwisseling tussen collega’s, gespreid over drie dagen in 2011. www.vvsg.be (kalender).

Hasselt 14 en 20 juni

Functionerings- en evaluatiegesprekken voor ploegbazen

Tijdens deze training focussen we op het inoefenen van vaardigheden die van belang zijn om een goed functionerings- of evaluatiegesprek met medewerkers te voeren. Actieve inzet en inbreng van eigen situaties verhogen het leereffect. Ploegbazen leren onder meer een functionerings- of evaluatiegesprek zodanig te voeren dat de medewerker zich nadien gerespecteerd blijft voelen en goede samenwerking mogelijk blijft. www.vvsg.be (kalender)

Praktijkgerichte workshop voor medewerkers van de sociale dienst. www.vvsg.be (kalender)

Intervisie voor animatoren met vragen over coördinerende taken

Ondersteuning voor animatoren in openbare rusthuizen en systematische uitwisseling tussen collega’s. www.vvsg.be (kalender) Gent 7 juni

Taalwetgeving voor lokale besturen Interactieve opleiding met focus op de taalregels in het Nederlandse taalgebied zonder speciale taalregeling (zonder faciliteiten). www.vvsg.be (kalender)

evenementen Brugge 27 mei

Nationale actiedag zorgkundigen Positieve imagocampagne voor het beroep van zorgkundige. www.befezo.be Vlaanderen van 4 tot 12 juni

Doe de Bioweek

Stimulans voor overheden om hun aankoopbeleid duurzamer te maken en meer biologische producten te integreren. www.bioforum.be

Lokaal I 16 mei 2011 I 37


column Johan Ackaert

T

ijdens een lentewandeling, het moet zowat in mijn achttiende levensjaar geweest zijn, sneed een patrouille van de Koksijdse gemeentepolitie mij op een weinig vriendelijke manier de pas af, waarop een van de agenten mij hondsbrutaal ‘paspoort!’ toeblafte. Toen mijn vader later bij een van de agenten – ze zaten in dezelfde voetbalploeg – informeerde naar het hoe en waarom van deze controle, kreeg hij als antwoord dat ik er toch wel verdacht uitzag. Allicht waren lang en, vergeleken met nu, veel haar in combinatie met een Easy Riderzonnebril op de neus daarbij niet te miskennen, ernstige aanwijzingen. Bijgevolg was mijn verwondering niet bijster groot over de nieuwe, breed in de pers uitgesmeerde vipaanpak van de Politiezone Westkust; ik ervoer in Koksijde immers aan den lijve dat very irritating police daar een prachtvoorbeeld van een pleonasme was. Mijn wrevel ten aanzien van het betrokken politiekorps is persoonlijk en misschien kleinzielig, maar toch stemt zijn aanpak in velerlei opzichten tot nadenken. Eigenlijk verspreidt dit korps op een weinig impliciete manier de boodschap dat minder bemiddelde jongeren niet welkom zijn aan de Westkust en bevestigt het daarmee de stille transformatie van onze kustgemeenten tot rusthuizen voor de meer welvarenden onder ons. Een beeld overigens dat een plaatselijke jongere tijdens een tv-programma schilderde. Leve de West-Vlaamse variant van Florida! En nu maar wachten op de eerste studiereis van de korpsleiding – dit moet niet altijd voorbehouden zijn voor de top van de federale politie – naar die andere Westbank om zich een oordeel te vormen over de effectiviteit van een muur om rapaille buiten te houden.

38 I 16 mei 2011 I Lokaal

Maar die handelwijze is ook in een andere optiek veelzeggend. Zo kon de aandachtige radioluisteraar zich niet van de indruk ontdoen dat vooral de korpschef de nieuwe klemtonen in het plaatselijke politiebeleid legde. In een krant gaf de eerste schepen (en niet de minste, in een vorig leven parlementslid) van de betrokken gemeente ruiterlijk toe dat hij niets afwist van die gang van zaken bij de politie, wat hij als ‘frustrerend’ bestempelde. Waarop in hetzelfde krantenbericht de korpschef dan weer reageerde met: ‘De politiek hoeft niet te zeggen hoe wij de criminaliteit moeten bestrijden. Dat is mijn bevoegdheid.’ Daarmee illustreerde hij, wellicht ongewild, de stelling dat na de politiehervorming in flink wat politiezones de korpschef in de plaats van de politicus treedt bij het vorm geven aan het veiligheidsbeleid: vip dus als anagram van ipv. Sterker nog, de verantwoordelijke kustburgemeester versterkte dit beeld alleen maar door in de kranten en op de televisie (voor het eerst zonder onderschriften) op te treden als woordvoerder van de plaatselijke sheriff. Gelukkig staat daartegenover aan de Oostkust een krachtdadige burgemeester op die politiek wel inhoud geeft door de oprichting van een centrale gegevensbank met DNA-materiaal van honden te eisen, kwestie van het mondiale probleem van de hondendrol het hoofd te bieden. Misschien kan hij zijn collega in de Westkust voorstellen om agenten die minder ijverig zijn bij het irriteren van jongeren, bij wijze van tuchtsanctie DNA-staaltjes uit de betrokken excrementen te doen halen. Of moeten we kustburgemeesters dringend aanraden om zich in de golfclubs beter tegen de zon te beschutten?

beeld karolien vanderstappen

Vip: een pleonasme?


2010

1990

1970

1950

1919

Al meer dan 90 jaar staan onze medewerkers klaar voor de openbare sector De openbare sector heeft zeer speciďŹ eke eisen en die kennen we bij Ethias maar al te goed. Al sinds 1919 staan we dag en nacht klaar met de beste service, knowhow en competenties. Vandaag verzekert Ethias meer dan 5000 publieke instellingen. Zo blijft onze ervaring verder groeien. Ethias NV, rue des Croisiers 24, 4000 Luik. RPR Luik BTW BE 0404.484.654 Zetel voor Vlaanderen : Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt.

Meer info ethias.be

011 28 20 81


Wanneer overweegt u uw vastgoedprojecten te realiseren? Wanneer u zelf over de nodige mensen en middelen beschikt? Of wanneer u hiervoor op een sterke partner kunt rekenen? Immo Line Een patrimonium bezitten en beheren, nieuwe vastgoedprojecten realiseren … het is tijdrovend, het vergt specifieke kennis én u hebt er ook de financiële middelen voor nodig. Met Dexia kunt u rekenen op een sterke partner die over heel wat expertise in vastgoed beschikt en u de nodige ondersteuning en knowhow biedt. Ons gamma Immo Line stelt naast standaardoplossingen ook oplossingen op maat voor, aangepast aan de specifieke behoeften van besturen en instellingen om uw projecten te beheren en uw vastgoedportefeuille uit te bouwen. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw bevoorrechte gesprekspartner. Raadpleeg alvast het dossier Immo Line op www.dexia.be/professioneel.

samen naar de essentie

Dexia Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCC BE BB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – CBFA nr. 19649 A – FOD Economie 4944.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.