2011Lokaal05

Page 1

Nr 5 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746

Lokaal

Niet langer opbranden in de lokale politiek

Nieuwe media in de afvalsector

Wervend OCMW van Turnhout

Sportstad Gent doet aan PPS


Start in april en septe mber!

Leergang Personeelsmanagement Hoe kan u effectief bijdragen tot de organisatieresultaten? Deze leergang omvat: 15 opleidingsdagen met ideale mix praktijk en theorie;

individueel advies en opvolging door een professionele leercoach;

in 8 leerblokken geïntegreerde benadering van personeelsbeleid: strategie, operationele inzetbaarheid en uw persoonlijk proces;

actief en leerzaam online leerplatform;

uw eigen HR-project uitwerken;

2 extra opleidingsdagen naar keuze bovenop het programma, in functie van persoonlijke leerpunten;

exclusieve documentatie van ons Kenniscentrum en toegang tot Questor,de sociaaljuridische gids;

uw eigen MBTI profiel leren kennen en inzetten in groep.

Early Bird! Deelnemersprijs: 5.300 EUR (+BTW) Wie inschrijft 1 maand vóór startdatum betaalt het Early Bird tarief van 4.240 EUR (+BTW). Vermeld de code “Early Bird” bij uw inschrijving!

➜ ➜

Ga naar www.sdworx.be/leergangpersoneelsmanagement en schrijf nu in!

Voor een programma op maat en een gratis proefles, contacteer de leercoach veerle.poelmans@sdworx.com


Lokaal is het magazine van de lokale besturen

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

5 opinie – Bestuurlijke handhaving is het sluitstuk

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

bestuurskracht 12 Afvalintercommunale 2.0 15 Wervend OCMW Turnhout op zoek naar nieuw personeel

20

stefan dewicikere

Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke

28

stefan dewicikere

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46

kort lokaal

34

didier bataillie

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

inhoud

19 Praktijk in Diksmuide – Dorpen krijgen een eigen budget 20 Niet langer opbranden in de lokale politiek De burgemeesters Walter Luyten en Luc Vleugels en OCMWvoorzitter Karim Derijst zijn professionele psychologen. Volgens hen is het lokale mandaat een stressfactor van formaat. De enige manier om niet aan de stress ten onder te gaan is structureren, je agenda bewaken en tijd blijven nemen voor wie je lief is. 25 Lokale raad – Kan een OCMW-raad ook met adviesraden werken? 26 De raad van Sint-Niklaas – Ondanks twee schorsingen een raad met vaart

werkveld 28 Interview – Christophe Peeters ‘PPS is voordeliger dan alles zelf doen.’ ‘De stad Gent bepaalt de krijtlijnen en doelstellingen, de privésector brengt zijn expertise en flexibiliteit in zodat het sportcentrum tegen minimale kosten kan worden gerund,’ zegt schepen Christophe Peeters over de nieuwe Rozebroeken. ‘Het is onze opdracht mensen de kans te geven te zwemmen aan een betaalbaar tarief. Het is niet onze taak om redders in dienst te nemen of een zwembad te exploiteren.’ 32 Praktijk in Antwerpen – Met en zonder hoofddoek scoren met zaalvoetbal 34 Lokaal bestuur beheert zelfstandig kinderdagverblijf Zelfstandige kinderdagverblijven zijn financieel nauwelijks leefbaar, behalve als ze in handen van een lokaal bestuur zijn. Toch is het voor de meeste besturen een noodoplossing om aan de grote opvangbehoefte te voldoen. 37 Lokale raad – Kan de gemeente optreden tegen de illegale opslag van afval op particulier terrein? 38 Eén voordeur voor heel de Hasseltse handel

geregeld 40 wetmatig – berichten 45 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 46 column – Johan Ackaert

Op de cover Lokaalfotograaf Bart Lasuy heeft vijf XL-luciferdoosjes opgebrand tot hij het mooiste beeld kreeg. Toch is een opgebrande politicus geen mooi beeld. Stress voorkomen is dan ook de boodschap.

Lokaal I 16 maart 2011 I 3


KINDEROPVANG VAN A TOT Z CODEX KINDEROPVANG Een volledige codex voor alle vormen van kinderopvang, aangevuld met deel Praktijk en inspiratie In de Codex Kinderopvang vindt u de complete én actuele wetgeving rond kinderopvang. Netjes gegroepeerd per thema, met direct bij de wetsartikels de relevante uittreksels uit de mededelingen of regelgevende rondzendbrieven van Kind en Gezin. Daarnaast biedt de codex belangrijke aanvullende informatie zoals de regeling inzake de ouderbijdrage, de reglementering van het lokaal overleg kinderopvang, het verdrag van de rechten van het kind…

PRAKTIJK EN INSPIRATIE

SAMENGESTELD DOOR SPECIALISTEN

Met het deel Praktijk en inspiratie krijgt u nog meer duiding bij die regelgeving en een vertaling naar de dagelijkse praktijk. De inspiratiemap bevat verduidelijking bij de wetgeving zodat ze overzichtelijker wordt, instrumenten voor een lokaal kinderopvangbeleid, voorbeelden van lokale initiatieven, modeldocumenten, toelichtingen bij de werkwijze van lokale besturen en voorzieningen enz.

De Codex Kinderopvang (met verwijzingen en regelgevende omzendbrieven van Kind en Gezin) wordt samengesteld onder leiding van Ann Lobijn, stafmedewerkster Kinderopvang bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten i.s.m. Inforum en met de hulp van een team van specialisten. Dat maakt dit naslagwerk tot een unieke en betrouwbare leidraad in uw dagelijkse praktijk.

Praktijk en inspiratie is onderverdeeld in: A. Werking en organisatie kinderopvangvoorzieningen B. Subsidiëring en financiering kinderopvangvoorzieningen C. Kwaliteitszorg kinderopvangvoorzieningen D. Preventie en veiligheid kinderopvangvoorzieningen

UP-TO-DATE Het werk is losbladig en uitgegeven in vier prachtige ringmappen op een handig A5-formaat en het wordt meerdere keren per jaar aangevuld en bijgewerkt zodat u erop kan rekenen dat het steeds up-to-date blijft. U ontvangt eveneens 2 cd-roms: een met alle regelgeving en een tweede met modellen, checklists en invulformulieren waar u dadelijk mee aan de slag kan.

E. Personeelszaken kinderopvangvoorzieningen F. Lokaal beleid kinderopvang

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel

....... ex. van Codex Kinderopvang (4 delen, incl. 2 cd-roms)** : VVSG-leden 129 euro, niet-leden 149 euro* Mijn bestuur is lid van de VVSG: ❏ Ja ❏ Neen

Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel. : .................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 31.05.2011. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht. ** Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. De bijwerkingen worden u automatisch toegezonden tegen 0,49 euro/blz en dit tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement

Datum en handtekening


kort lokaal opinie

Bestuurlijke handhaving is het sluitstuk

I

n de huidige samenleving zijn er voor alles regels en voorschriften. In feite veel te veel, vooral als je deze talloze regels ook consequent wil handhaven. Toch is handhaving het sluitstuk van elk beleid: wie regels maakt moet ze uiteindelijk ook laten naleven. Is de strafrechtelijke handhaving vooral gericht op het opsporen en vervolgen van strafbare feiten, dan is voor gemeenten de bestuurlijke handhaving essentieel: een keten van activiteiten die gericht is op het doen naleven van regels en voorschriften door burgers, bedrijven en overheden. Gemeenten krijgen veel bevoegdheden toegespeeld om lokaal te handhaven. In een aantal gevallen kan het bestuur of de burgemeester optreden op basis van de algemene bestuurlijke politiebevoegdheid. De mogelijkheid voor gemeenten om zelfstandig voorwaarden op te leggen voor horecazaken, nachtwinkels, evenementen en het instellen van politieEen overheid die niet reageert verordeningen en aanvullende verkeersop overtredingen van reglementen nopen er toe om ook consequent te handhaven, zoals bij het bereglementeringen of op lokale stuurlijke sluiten van een cafĂŠ. Er is veel overlast zorgt niet voor een bijzondere wet- en regelgeving die het opverdraagzamere samenleving, treden van gemeenten mogelijk maakt of integendeel. zelfs verplicht oplegt: milieuhandhaving, afval, ruimtelijke ordening, stedenbouw, markten en kermissen, begraafplaatsen, alcoholverbod minderjarigen, automatenshops, brandpreventie, parkeerbeleid of voedselveiligheid. Voor talloze overlastfenomenen zoals sluikstorten of wildplassen bestaan er de gemeentelijke administratieve sancties. Handhaving is en blijft een kernopdracht voor gemeentelijke overheden. Het vergt politieke moed om dit consequent toe te passen, maar het is essentieel. Wie nalaat regels te laten naleven, straft in feite die medeburger die consequent de regels volgt. Zo krijg je als burger het gevoel dat de overheid haar opdracht niet nakomt en dat tast het bestuurlijke gezag aan. Een overheid die niet reageert op overtredingen van reglementeringen en op lokale probleemsituaties van overlast zorgt niet voor een verdraagzamere samenleving, integendeel. De overdreven hoeveelheid aan regels in combinatie met de roep om een consequente en striktere handhaving brengt de gemeenten in een moeilijke positie. Minder regels, meer steun van centrale overheden voor handhaving van regels door gemeenten en een intergemeentelijke aanpak van het handhavingsbeleid zijn absoluut nodig. Het voeren van een goed handhavingsbeleid vergt op lokaal niveau een totaalaanpak: het richt zich niet uitsluitend op sanctioneren maar maakt eerst werk van preventiebeleid, van correcte informatie en communicatie, van een verwittiging- en aanschrijvingsbeleid en ten slotte, bij hardnekkige weerstand, volgen gemotiveerde sancties. Verantwoordelijke politieke bestuurders en topambtenaren die hier werk van maken verdienen alle respect.

“

Mark Suykens is directeur van de VVSG

Lokaal I 16 maart 2011 I 5


isabelle pateer

kort lokaal nieuws

VVSG formuleert standpunt over lokaal loket kinderopvang Op zijn vergadering van januari besprak het Raadgevend Comité van Kind en Gezin zijn interne discussienota over het lokale loket kinderopvang. Naar aanleiding van die bespreking en in functie van het decreet voorschoolse kinderopvang formuleert de VVSG alvast haar standpunt. De VVSG is blij dat in de interne discussienota van Kind en Gezin wordt erkend dat er voor het realiseren van een lokaal loket kinderopvang middelen nodig zijn. Hopelijk reserveert de Vlaamse Gemeenschap voldoende werkingsmiddelen. Volgens de VVSG biedt het lokale loket een meerwaarde in het realiseren van een toegankelijke dienstverlening en gelijke opvangkansen. In het voorliggende voorstel krijgen de opvangvoorzieningen nog te veel ook de taak van

35,8 6 I 16 maart 2011 I Lokaal

lokaal loket als opdracht toegewezen. Ook is de slagkracht van het lokale loket voor het realiseren van gelijke opvangkansen bijzonder beperkt. De VVSG vraagt dat elke ouder met een opvangvraag zich eerst bij het lokale loket meldt voor het intakegesprek en objectieve informatie over de opvangvoorzieningen op het grondgebied. Enkel wanneer een ouder door het lokale loket geregistreerd is in een centraal registratiesysteem, kan hij/zij zich ook melden bij een opvangvoorziening om

daar een plaats toegewezen te krijgen. Om rolverwarring tussen het lokale bestuur als organiserend bestuur van kinderopvangvoorzieningen en als verantwoordelijke van het lokale loket te vermijden, is het aangewezen het loket duidelijk af te zonderen van de opvangvoorzieningen en het te laten beheren door een samenwerkingsverband van alle opvangvoorzieningen op het grondgebied. Voor de VVSG is vormgeven aan een lokaal loket kinderopvang ook een logische opdracht voor het lokale bestuur binnen het lokaal sociaal beleid. Het is dan ook logisch dat het lokale bestuur de begin- en eindverantwoordelijkheid krijgt voor het realiseren van toegankelijke dienstverlening en dus voor de werking van het lokale loket kinderopvang. Op de vergadering van het Raadgevend Comité van Kind en Gezin werden nog twee andere nota’s besproken: die over het competentiebeleid in gezinsopvang en de nota tot ontwikkeling van een visie op een eenduidige positionering van de gezinsopvang binnen de contouren van de visienota van de Vlaamse regering. In alle gevallen betrof het door Kind en Gezin opgemaakte discussienota’s die politiek niet werden gevalideerd. Kind en Gezin wil via deze nota’s vooral een inhoudelijke inbreng doen voor de politieke besprekingen over de uitwerking van het decreet. ann lobijn

www.vvsg.be voor de nota met het standpunt van de VVSG

Om verschillende landen op het gebied van de kinderopvang met elkaar te vergelijken hanteert Europa de Barcelona-norm. Deze stelt dat 33% van de kinderen tussen nul en drie jaar toegang moet hebben tot de kinderopvang. Met 35,8 plaatsen voor honderd kinderen haalt het Vlaamse Gewest de Barcelona-norm (2009). Dit gemiddelde verhult wel de grote verschillen tussen de gemeenten. 115 gemeenten halen de Europese norm niet. Herstappe, Bever, Kluisbergen, Baarle-Hertog en Geetbets halen zelfs niet de helft van de norm (<16,5). De Pinte, Bertem en Nazareth halen dan weer het dubbele, zij bieden meer dan 66 plaatsen per honderd kinderen. www.lokalestatistieken.be


print & web

Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege deed op 19 januari een voorstel van nieuwe regelgeving ter bescherming tegen gehoorschade door elektronisch versterkte muziek. De gemeenten zijn een belangrijke partner, aangezien ze in beeld komen als organisator en handhaver. Lokale besturen zullen ook in beide hoedanigheden investeringen moeten doen, maar vragen voldoende tijd en ondersteuning om deze inspanningen te kunnen leveren. Net zoals de organisator flankerende maatregelen zal moeten nemen, zal ook de Vlaamse overheid er moeten uitwerken. Om de voorgestelde wetgeving te realiseren verwachten lokale besturen, naast financiële hulp voor de noodzakelijke investeringen, ook inhoudelijke ondersteuning zoals een praktijkgids of handleiding en sensibilisatie. Inhoudelijk wil de VVSG zich niet mengen in de discussie hoe

layla aerts

Gehoorschade: flankerende maatregelen ook door Vlaamse overheid

hoog de norm moet zijn. Wel geven we enkele opmerkingen mee over het toepassingsgebied van de voorgestelde nieuwe regels, over de zogenaamde flankerende maatregelen die de organisator moet nemen en over de handhaafbaarheid van de voorgestelde regels. U vindt de nota met onze opmerkingen en voorstellen op www.vvsg.be. steven verbanck en chris peeters

www.vvsg.be, zoek ‘gehoorschade’

Arme gemeenten in Duitsland Ondanks de verbeterde economische situatie is het tekort bij de Duitse gemeenten nog nooit zo groot geweest. Dat zei voorzitter Petra Roth van de Deutscher Städtetag, de vereniging van Duitse steden en gemeenten, op 13 februari bij de voorstelling van de recentste cijfers. Alle Duitse gemeenten samen hadden in 2010 een tekort van 9,8 miljard euro. Voor 2011 wordt er een van 9,2 miljard voorspeld. De inkomsten stegen in 2010 wel met 1,7 procent tot 173 miljard euro, maar de uitgaven stegen nog meer: zij eindigden volgens de recentste gegevens op 183,7 miljard (+3,2 procent). De grootste som ging naar sociale voorzieningen. Daaraan werd in 2010 42,2 miljard euro besteed, dubbel zo veel als twintig jaar geleden, en dit jaar is er naar schatting zelfs 43 miljard voor nodig. Petra Roth doet daarom een dringende oproep aan de andere overheden om de lokale besturen daarvoor extra steun te geven. Ook de investerings- en materiële kosten ste-

gen sterk. De strenge winter van 2010 heeft niet alleen gaten in het wegdek geslagen. Net als bij ons ziet het er wat dat betreft na de afgelopen winter al niet beter uit. De mensen zullen zich erop moeten instellen dat ze meer belastingen zullen moeten betalen voor minder dienstverlening. Pijnlijk, maar onvermijdelijk, stelt Städtetag-directeur Stephan Articus in Der Spiegel. Volgens een studie van Ernst & Young denkt 86% van de driehonderd geënquêteerde besturen aan belastingverhoging. Op personeel zou bespaard worden, investeringen en onderhoud van parken en sportinfrastructuur moeten wat minder. Zelfs over sluiting van musea wordt hier en daar al hardop nagedacht. Snijden in de dienstverlening is echt wel de laatste optie, zegt Petra Roth: ‘Ons land heeft daadkrachtige steden nodig.’ marleen capelle

Der Spiegel online, 14 februari 2011 en www.staedtetag.de, knop Presse-Ecke, Pressedienste

Brochure ‘Snelheidsmanagement’ De brochure ‘Snelheidsmanagement’ van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde is het tweede deel binnen de reeks VSVlokaal, specifiek bestemd voor gemeentelijke mobiliteitsambtenaren, lokale politiezones en andere professionals die zich op het lokale beleidsniveau inzetten voor het verbeteren van de Vlaamse mobiliteit. De nieuwe brochure heeft snelheid als centraal thema: ze beschrijft waarom snelheid een probleem kan vormen op de weg, waarom snelrijden frequent voorkomt en welke praktische maatregelen er op lokaal niveau tegen kunnen worden genomen. De brochure schetst een goed beeld van de betekenis en de concrete inhoud van snelheidsmanagement, terwijl ook experts hun kennis ermee kunnen opfrissen en verruimen. De brochure is te raadplegen en te bestellen via www.verkeerskunde.be, knop publicaties

Wissels – sociaal-cultureel werken met volwassenen Socius, steunpunt voor sociaalcultureel volwassenenwerk, bracht het nieuwe handboek Wissels uit voor praktijkwerkers, beleidsmakers, docenten en studenten uit het brede veld van de sociaal-culturele praktijk en sociaalagogische beroepen. Het eerste deel van de publicatie biedt een panoramische kijk op het sociaalcultureel werken met volwassenen en geeft concrete handvatten voor sociaal-cultureel denken en handelen. In het tweede deel worden zes thema’s behandeld die zich als een uitdaging voor het werkveld aandienen: duurzame ontwikkeling, diversiteit, technologische vernieuwing, stedelijkheid, burgerschap en armoede. F. Cockx, H. De Blende, G. Gehre e.a. (red.), Wissels: Handboek sociaalcultureel werken met volwassenen, uitgeverij Academia Press, Gent, 23,75 euro

Lokaal I 16 maart 2011 I 7


kort lokaal nieuws

Europese nominatie voor Belgische integratieprojecten oudere migranten De Europese wedstrijd European Local Authorities Competition on Good Practices on the Support for Migrant Elders Initiatives (ELAC) beloont jaarlijks initiatieven die de levenskwaliteit van senioren met een migratieachterstand verbeteren. Op 9 februari nomineerde de jury uit 34 inzendingen zestien initiatieven van lokale overheden uit zes verschillende Europese landen, waaronder drie uit België. De genomineerde projecten zijn Jongleren van de Hogeschool-Universiteit Brussel, Allochtone ouderen willen ook meedoen van het OCMW Mechelen, en Mondelinge geschiedenis van migranten van het stadsarchief en de erfgoedcel van de stad Aalst. groep Nederlands leren vermindert bovendien hun isolement. Het stadsarchief en de erfgoedcel van de stad Aalst kregen een erkenning voor hun project Mondelinge geschiedenis van migranten. Migranten vertellen waar ze vandaan komen, waarom ze emigreerden, waarom ze voor België en Aalst kozen, hoe ze hier ontvangen werden en of ze ooit nog willen terugkeren. De levensverhalen van de Turkse en Spaanse Aalstenaars kunt u bekijken op www.madeinaalst.be. dorien baens

www.aktioncourage.org

8 I 16 maart 2011 I Lokaal

tanja janssens

Boven: Aalsterse Spanjaarden voor hun clublokaal ‘Hogar Español’. Onder: Mechelse allochtone senioren met hun diploma Nederlands. Rechts: Brusselse studenten Plastische Opvoeding fotografeerden Brusselse senioren op hun geliefde plekje.

JOS JOOSTENS

www.madeinaalst.be

Het initiatief van de Hogeschool-Universiteit Brussel won de derde prijs. Hun project Jongleren kon de ELACjury bekoren omdat het op een positieve manier uitwisseling tussen jong en oud stimuleert. Op favoriete plekjes in Brussel brachten studenten jongeren en senioren samen. Terwijl de studenten Journalistiek de senior interviewden, maakten de studenten Plastische Opvoeding een fotoreportage. Het OCMW van Mechelen ontving een nominatie voor het project Allochtone ouderen willen ook meedoen. Zij hebben een lessenpakket Nederlands ontwikkeld op maat van de allochtone senioren. De nadruk ligt op het taalgebruik in alledaagse situaties zoals de bus nemen of naar de winkel of de dokter gaan. Het feit dat ze in


print & web

In een dementievriendelijke gemeente ontstaan er mogelijkheden tot ontmoeting tussen mensen met dementie en de rest van de gemeenschap.

layla aerts

Vrijwilligerswerk: dossiers en infofiches

28 extra gemeenten worden dementievriendelijk In België leven ruim 160.000 personen met dementie. Verwacht wordt dat dit aantal tegen 2050 zal verdrievoudigen. Toch blijft er een taboe op de ziekte rusten. Personen met dementie en hun mantelzorgers voelen zich daardoor vaak geïsoleerd. Hun contacten met de lokale gemeenschap vallen geleidelijk aan weg. Dit doet de levenskwaliteit van de betrokkenen nog meer achteruitgaan. Daarom hebben we een andere houding nodig om mensen met dementie in ons midden te kunnen houden. In een dementievriendelijke gemeente ontstaan er mogelijkheden tot ontmoeting tussen mensen met dementie en de rest van de gemeenschap. Het isolement van mensen met dementie wordt

doorbroken en ze kunnen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven leven. Dat is trouwens meestal hun uitdrukkelijke wens. In 2011 selecteerde de Koning Boudewijnstichting 28 extra gemeenten die de handschoen opnemen. Samen met verenigingen, winkeliers en handelaars, de culturele sector, het onderwijs, de politie en de zorgsector zullen zij een dementievriendelijk klimaat realiseren. Dat dit zeker haalbaar is, bewijzen de 31 gemeenten die al in 2010 werden geselecteerd. Een overzicht van de projecten en van wat een dementievriendelijke gemeente is, kunt u vinden op onderstaande site. elke vastiau

www.kbs-frb.be, knop pers

Tot 22 april Inzending projecten Veiligheid en Criminaliteitspreventie Met de Belgische prijs voor Veiligheid en Criminaliteitspreventie bekroont de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken innoverende projecten die de integrale en geïntegreerde filosofie van veiligheid belichamen. Enkel projecten die een link hebben met een publieke overheidsinstantie, kunnen deelnemen aan de wedstrijd. Het thema van de editie 2011 is sport, wetenschap en kunst in de preventie van criminaliteit bij kinderen en jongeren. U kunt een project indienen op onderstaande site. De winnaar ontvangt 5000 euro en mag deelnemen aan de Europese Prijs voor Criminaliteitspreventie (ECPA) 2011. phplist.besafe.be

Weliswaar, het onlinemagazine van de Vlaamse overheid voor de welzijns- en gezondheidssector, publiceerde in een recente editie een dossier over vrijwilligerswerk naar aanleiding van het Europese Jaar van het Vrijwilligerswerk. Het volledige dossier is te raadplegen op www.weliswaar.be. Het Kruispunt Migratie-Integratie (voorheen VMC) van zijn kant publiceert een infofiche Vrijwilligerswerk door vreemdelingen ten behoeve van organisaties en instellingen die buitenlandse vrijwilligers willen inzetten, te downloaden op www. kruispuntmi.be. Ook MO* brengt een reportage over vrijwilligerswerk door vreemdelingen. www.weliswaar.be, www.kruispuntmi.be, www.mo.be

Inspraak van kinderen in projecten publieke ruimte De ruimtecel van Kind & Samenleving bundelde haar ervaringen in de nieuwe praktijkgerichte publicatie Over reuzenkaarten & wegvragertjes. In 10 richtlijnen en 15 technieken legt de publicatie uit hoe je kinderen van 6 tot 12 jaar kunt betrekken bij de (her)inrichting van pleinen, parken, straten of speelruimtes. Het boek kan worden besteld en gedeeltelijk gedownload via www.k-s. be. De volledige digitale versie kost 15 euro, de gedrukte versie 35 euro. W. Vanderstede (red.), F. Vaningelgem, P. Dekeyser, Over reuzenkaarten en wegvragertjes: Inspraak van kinderen in publiekeruimteprojecten. Kind & Samenleving vzw, Meise, www.k-s.be, knop publicaties

Lokaal I 16 maart 2011 I 9


kort lokaal perspiraat “Het moet mogelijk zijn een strategie te vinden waarmee de begroting van de gemeenten onder controle kan worden gehouden. Door de betere economische groeicijfers krijgen alle niveaus extra inkomsten binnen. Het beste zou zijn dat de federale staat, de deelstaten en de gemeenten die extra’s opzijzetten, zodat het globaal tekort kan worden teruggedrongen.” Ontslagnemend federaal minister van Begroting Guy Vanhengel (Open VLD) over de begrotingsopmaak – De Tijd 15/2 “Het Vlaams decreet dat het agentschap Ruimte en Erfgoed de macht geeft om opgravingen op te leggen zonder daarvoor te moeten betalen, heeft een heel nieuwe sector uit de grond gestampt. En die wordt volledig gesubsidieerd door de steden, gemeenten en privébedrijven die grondwerken uitvoeren. Een ware schande, niemand heeft geld te veel.” Leuvens burgemeester Louis Tobback (SP.A) – De Morgen 16/2 “Wanneer ik voor het gebouw sta, denk ik aan het citaat van stedenbouwkundige Charles Landry: bouw nooit iets in je stad voor je stad, maar bouw iets in je stad voor de wereld.” Antwerps schepen van Cultuur Philip Heylen (CD&V) telt af naar de opening van het Museum aan de Stroom (MAS) – Het Nieuwsblad 19/2 “Gemengd school lopen geeft interactie. In de steden zijn gemengde scholen een manier voor de autochtonen om vertrouwd te raken met de multiculturele realiteit. Wat de overheid moet doen, is die scholen steunen, zodat ze beter onderwijs kunnen bieden.” Mieke Van Houtte, sociologe aan de UGent – De Standaard 21/2 “Hoe ontmoedigend is het om vast te stellen dat de kleinere gemeentes twintig, dertig, veertig jaar lang gedacht hebben dat ‘diversiteit’ of ‘multiculturaliteit’ iets was van twee, drie steden, iets waar ze zich niet op hoefden voor te bereiden en nu ze er dan toch mee geconfronteerd worden, maken ze dezelfde fouten als die steden toen dié aan het pionieren waren.” Schrijver Tom Naegels n.a.v. de sluiting van een ‘zwarte’ basisschool in Diest – De Morgen 25/2

10 I 16 maart 2011 I Lokaal

Vlaamse gemeenten bestrijden samen overlast Steeds meer gemeenten willen snel en kordaat optreden tegen kleine vormen van openbare overlast zoals hondenpoep, wildplassen, gedepenaliseerd parkeren en sluikstorten. Dat bleek in het najaar van 2008 al uit onze studie naar de gemeentelijke administratieve sancties (GAS). Hadden twee jaar geleden al bijna 70% van de gemeenten GAS in hun politieverordening ingeschreven, op dit moment is dat al 80% en binnenkort zelfs 90%.

GAS van toepassing

GAS op korte termijn

GAS niet van toepassing

GAS in onderzoek

Het blijven tot op vandaag meestal de verstedelijkte en meer residentiële woongemeenten die GAS toepassen. Al beginnen ook steeds meer landelijke en kleine gemeenten van de overlastboetes gebruik te maken. Vooral in de provincies Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en (vooral) zuidelijk Antwerpen wordt het systeem door zo goed als alle gemeenten toegepast, ongeacht hun grootte of karakter. In Limburg tekent zich een dui-

delijk verschil af tussen de gemeenten in het gerechtelijke arrondissement Hasselt en die van het arrondissement Tongeren. De Limburgse parketten stonden lang weigerachtig tegenover een lokale afhandeling van openbare overlast. Veel politiezones spraken daarom met het parket af dat de bepalingen uit hun politiereglement beteugeld kunnen worden met een politiestraf. Omdat een dergelijke politiestraf enkel door de rechter

Antwerpse scholen betalen minder voor hun energie Op 28 februari ondertekenden de stad Antwerpen, het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs, distributienetbeheerder IMEA en distributienetbedrijf Eandis een overeenkomst om vijftig schoolgebouwen van het Antwerps Stedelijk Onderwijs intensief te onderzoeken op vlak van isolatie en energiehuishouding. Na een investering van 16,6 miljoen euro zal de energiefactuur van de schoolgebouwen met meer dan een kwart dalen. Het Vlaamse ondersteuningsbeleid op het vlak van energiebesparing en rationeel energiegebruik (kortweg REG) heeft de afgelopen jaren vruchten afgeworpen. Nu zullen in de vijftig Antwerpse schoolgebouwen in 92 projecten REG-technieken en -maatregelen worden toegepast. Naast het installeren van een energieboekhouding voor alle schoolgebouwen, wordt een energiezorgplan opgesteld en worden energie-audits uitgevoerd. Voor de leerlingen van de school komt er een sensibiliseringscampagne, zowel over de projecten als over het oordeelkundig omgaan met energie in de gebouwen. De investeringsprojecten hebben onder meer betrekking op de stookplaatsen, dakisolatie, energiezuinige verlichting, hoogrendementsbeglazing en warmterecuperatie. marlies van bouwel


nieuws

opgelegd kan worden, wordt het procesverbaal door de politiediensten meteen verzonden aan de procureur van Hasselt of Tongeren. Toch zijn enkele grotere kernen in Limburg al even bezig met GAS (SintTruiden, Hasselt en Genk), maar ook de iets kleinere zones maken er steeds meer werk van (Lommel, Halen, Herk-de-Stad, Lummen en Maasmechelen). In WestVlaanderen werd in het verleden altijd met enige terughoudendheid gekeken naar GAS, zeker in de streek tussen Brugge en Kortrijk. De kustgemeenten en de streek rond Kortrijk maken er al gebruik van, en druppelsgewijze volgen nu ook ondere zones. Jean-Marie Cool, die binnenkort de nieuwe Procureur des Konings van het gerechtelijke arrondissement Kortrijk wordt, kondigde al aan dat overlastfenomenen meer op lokaal niveau afgehandeld moeten worden. Daarmee lijkt ook een van de laatste drempels verdwenen te zijn om de gemeentelijke administratieve sancties in dit arrondissement in West-Vlaanderen verder ingang te laten vinden.

Overlast tegengaan doe je niet alleen Dat het niet evident is om een gemeentelijk overlastbeleid op poten te zetten,

blijkt uit de administratieve last per dossier, zoals het verzenden van aangetekende brieven en het aanstellen van een sanctionerende ambtenaar en vaststellers, maar zeker ook uit de soms grote dossierkosten voor het opleggen van minimale boetes. Vooral die bijkomende administratieve en personele lasten spelen sommige gemeenten dus parten. Dat was eerder ook al in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant het geval, maar daar hebben de provinciebesturen een aantal juristen ter beschikking van de gemeenten gesteld. Hun intraprovinciaal werkingsgebied breidt zich almaar uit, terwijl het aantal GAS-dossiers ook almaar toeneemt. In Antwerpen biedt de provincie geen ondersteuning, maar hebben veel gemeenten de handen in elkaar geslagen op intergemeentelijk en zonaal niveau.

Wetswijzigingen noodzakelijk Uit steeds meer hoeken begint (al dan niet terechte) kritiek te komen op de gemeentelijke administratieve sancties. Zo stelt de Commissie ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer momenteel een aanbeveling op inzake GAS, stelt de Kinderrechtencoalitie Vlaanderen de toepassing

van GAS voor minderjarigen ter discussie en wordt de rechtspraak steeds gedetailleerder. De VVSG pleit daarom al sinds 2010 samen met de sanctionerend ambtenaren voor een aantal noodzakelijke wetswijzigingen. Zo zaten we in 2009 samen met onze Waalse en Brusselse collega’s op het kabinet van federaal staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe om een uniforme definiÍring en een wettelijk verkeersbord voor quadvoertuigen uit te werken. Met de zomerperiode in het verschiet, begint deze problematiek opnieuw de kop op te steken. Daarnaast pleiten we voor een verlaging van de leeftijdsgrens voor minderjarigen, weliswaar gekoppeld aan een verplichte voorafgaande bemiddeling en een verhoging van geldboetes voor rechtspersonen. Ook een voorstel uit het gerechtelijke arrondissement Antwerpen om een nieuwe procedure uit te werken voor een versnelde inning van onbetaalde verkeersboetes, teneinde ook sneller lik op stuk te geven aan wanbetalers bij verkeersinbreuken, kan (los van GAS) de lokale handhaving meer slagkracht geven. tom de schepper

www.vvsg.be, knop veiligheid, GAS en handhaving, GAS

nix

Lokaal I 16 maart 2011 I 11


bestuurskracht afvalbeleid

Afvalintercommunale 2.0 ‘Als overheidsinstelling moet je informatie aanbieden op de plekken waar je publiek zich bevindt,’ zegt Eric Goubin, specialist overheidscommunicatie. Dat publiek bevindt zich steeds meer op het internet en aanverwante. Ook afvalintercommunales zijn zich bewust van deze evolutie en maken steeds meer gebruik van nieuwe media in hun communicatie met de inwoners. tekst piet coopman beeld stefan dewickere

T

elefoneren, surfen, mailen, televisie kijken, muziek beluisteren, de krant lezen of spelletjes spelen: de nieuwe generaties computers, televisies en mobiele telefoons integreren het allemaal. Bovendien worden de toestellen hoe langer hoe mobieler. Vroeger verlieten mensen hun huis niet zonder hun sleutels en portemonnee, nu hebben ze ook hun mobiele telefoon en dikwijls ook hun portable bij zich. ‘Maar is voor de ene groep een gewone gsm nog een nieuw medium, andere groepen beschouwen alleen de allernieuwste generatie smartphones als nieuw,’ zegt Eric Goubin, lector overheidscommunicatie aan de Lessius Hogeschool in Mechelen. Hij leidt er het onderzoekscentrum Memori, dat zich specialiseert in marketing en communicatie bij de overheid en de socialprofitsector. ‘Nieuwe media werden dikwijls al jaren geleden technologisch ontwikkeld maar zijn nog maar pas doorgebroken bij het brede publiek. De nieuwe media van dit moment zijn de smartphones, de tabletcomputers (zoals de iPad), de gevorderde gps-toestellen (vaak geïntegreerd in smartphones), de computers die voldoende krachtig zijn voor multimedia- en gamingtoepassingen, interactieve digitale televisie. Al die media groeien trouwens hoe langer hoe meer naar elkaar toe.’ Deze nieuwe media zijn vooral gericht op informatie, communicatie en ontspanning.

12 I 16 maart 2011 I Lokaal

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat voor vrijetijdsaangelegenheden (toerisme, recreatie, cultuur, bibliotheek) het internet het informatiezoekinstrument nummer één is bij een meerderheid van de bevolking. Maar ook voor eenvoudige, praktische informatie van winkels of nutsdiensten maken almaar meer mensen gebruik van het internet: voor informatie over openingsuren, aanbiedingen, programma-aanbod, prijzen enzovoort. ‘Zodra bij de informatie een woordje uitleg wenselijk is, of ze gerichte vragen beantwoord willen zien, grijpen mensen verhoudingsgewijs meer naar de telefoon of komen ze naar een loket. En dan is het zelfs in deze digitale tijden nog steeds handig als ze er een informatief drukwerkje bij krijgen,’ weet Eric Goubin. ‘De mobiele technologie leidt ertoe dat een groter wordend deel van de bevolking verwacht dat het zich altijd en overal kan informeren over gelijk welk onderwerp. De smartphones en tablets spelen daar handig op in. De websites van bedrijven, overheden en socialprofitorganisaties worden samen met de onderliggende databestanden heuse informatiemoederschepen. De databestanden moeten technisch zo opgebouwd zijn dat ze vanuit verschillende toestellen (computer, smartphone, tablet, televisie) op een eenvoudige en aantrekkelijke manier vind- en leesbaar zijn. De nieuwe media zijn ondertussen zo geëvolueerd dat de ontvangers van informatie zelf ook zen-

ders geworden zijn. Socialenetwerksites zoals Twitter en Facebook illustreren dat duidelijk.’ Afval in de nieuwe media ‘De meeste websites van afvalintercommunales bieden nog louter statische informatie. Een website die een prima evenwicht vindt tussen wat technisch haalbaar en voor aanbieder en publiek nuttig is, is die van Limburg.net. Je vindt er de klassieke feitelijke informatie: afvalkalender, sorteergids en dergelijke. Op filmpjes leer je composteren of koken met restjes. Je merkt aan de homepage dat dit ook het informatieportaal is voor lopende campagnes. Bovendien krijgt het voorbijsurfende publiek de gelegenheid nuttige, grappige of markante informatie te delen via bijvoorbeeld de eigen Facebookpagina. De informatie wordt hier trouwens zeer overzichtelijk en in begrijpelijke taal aangeboden,’ zegt Eric Goubin die ook een publiek ziet dat van zijn afvalintercommunale wel een sms’je wil krijgen de avond voordat de PMD-zak of het oud papier wordt opgehaald. ‘Dat soort van dienstverlening, op maat maar tegelijk ook op vraag van het publiek, zal almaar meer tot de verwachtingen behoren. Zolang zulke dienstverlening voor aanbieder en/of ontvanger duur is, blijft er natuurlijk een serieuze drempel bestaan.’ Binnen een overheidscontext moeten de nieuwe media nuttige informatie


Gentsche gruute kuis op Facebook 27 maart krijgt Gent een grondige schoonmaakbeurt: zwerfvuil opruimen, onkruid wieden op stoepen en fietspaden, een buurtparkje proper maken, blikjes uit het water vissen. IVAGO en de stad Gent roepen op om die dag mee de handen uit de mouwen te steken. Er zijn ludieke affiches en kaartjes om de buurt voor de actie warm te maken. Maar IVAGO mobiliseert de inwoners van de stad ook via een Facebookpagina. Inwoners kunnen er aangeven of ze willen meewerken. Omgekeerd maken IVAGO en de stad Gent er de recentste informatie over de actie bekend.

op een gebruiksvriendelijke en zo gratis mogelijke manier aanbieden. Als dat er op de koop toe ook nog wat aantrekkelijk uitziet, is het volgens Eric Goubin helemaal oké: ‘Bovendien moet je als overheidsinstelling je informatie aanbieden op de plekken waar je publiek zich bevindt. Dat publiek vind je dezer dagen net zo goed in het gemeentehuis, op een jaarmarkt als op Facebook. Ik kan me niet voorstellen dat een gemeentelijke jeugddienst met goede afspraken over

Eric Goubin: ‘Binnen een overheidscontext moeten de nieuwe media nuttige informatie op een gebruiksvriendelijke en zo gratis mogelijke manier aanbieden.’ doelen en met deontologische regels zelf niet actief zou zijn op Facebook en Netlog, op dit moment toch wel de place to be voor jongeren en zelfs voor kinderen.’ Groot bereik Volgens Eric Goubin zijn de verschillende communicatiekanalen complementair aan elkaar: ‘Je hebt enkele niveaus in communicatie: opvallen, informeren, overtuigen, ondersteunen en onderhouden, interactiviteit opwekken. Voor bijna elk niveau kun je een nieuwe mediavorm

inzetten, behalve dan dat voor overtuigingsvermogen de mondelinge communicatie niet te overtreffen is, noch door de gedrukte noch door de digitale kanalen.’ Lokale overheden, net zo goed als de afvalintercommunales, volgen de algemene trend bij de overheid, ze hebben in de loop der jaren zelf hun communicatiekanalen ontwikkeld en geprofessionaliseerd: brochures, informatiebladen, bewonersvergaderingen, websites en e-zines. De pers speelt hoe langer hoe minder doorgeefluik voor lokale informatie, al blijft het volgens Goubin een interessant medium om iets – even – in de belangstelling te krijgen. De gemeentelijke website en het informatieblad zijn volgens Goubin de twee belangrijkste communicatiekanalen voor lokale overheden en ook afvalintercommunales: ‘Bovendien zijn ze zeer complementair. Het informatieblad is een echt push-medium dat de informatie van de gemeente naar de bevolking duwt. Bovendien heeft het volgens alle lokale mediaonderzoeken een immens bereik: het gemeentelijke informatieblad wordt door driekwart van de bevolking gelezen. Dit is voor afvalintercommunales een zeer belangrijk informatiekanaal. Anderzijds heb je de lokale websites waarbij die van de gemeente een portaalfunctie te vervullen heeft. Dit is het pullmedium bij uitstek voor burgers die zelf op zoek gaan naar informatie die ze thuis

Lokaal I 16 maart 2011 I 13


bestuurskracht afvalbeleid

Download je persoonlijke afvalkalender op gsm of pc

AddThis-buttons op website IDM

RSS-feeds op website IDM

Via de nieuwe website van de afvalintercommunale Limburg.net kunnen de inwoners van Limburg en Diest hun persoonlijke afvalkalender op hun pc of in hun mobiele telefoon inlezen. Op www.limburg.net selecteert de inwoner zijn adres. Vervolgens verschijnt zijn persoonlijke afvalkalender in een handig overzicht op het scherm van zijn pc. De kalender kan hij dan perfect integreren in Microsoft Outlook, Google Calendar of iCalendar of inlezen op een mobiel toestel zoals een gsm, pda of smartphone.

De Intercommunale Durme-Moervaart (IDM) heeft verschillende zogenaamde AddThis-buttons op haar website. Via deze functionaliteit kunnen de bezoekers van de IDMwebsite met één druk op de knop een nieuwtje of interessante informatie doorsturen naar de sociale media van hun keuze.

De Intercommunale Durme-Moervaart maakt op haar website gebruik van RSS-feeds. RSS stelt geïnteresseerde gebruikers in staat op een eenvoudige en gebruiksvriendelijke manier op de hoogte te blijven. De Nieuwslezer bundelt bij elke verandering op de IDM-website de nieuwe informatie en stuurt die naar de gebruiker. Die krijgt dan bijvoorbeeld automatisch een overzicht van de nieuwigheden in zijn mailbox. Het volstaat de oranje RSS-afbeelding op de website aan te klikken om je te abonneren.

uit die gemeentelijke of intercommunale website kunnen halen.’ Uit onderzoeken in Mechelen en de regio Kortrijk blijkt dat er verschillende informeringsprofielen bestaan. Afhankelijk van hun achtergrond, interesses en competenties, maar ook afhankelijk van het onderwerp zijn mensen geneigd gebruik te maken van het ene en/of het andere informatiekanaal. Mensen mixen de kanalen. Het internet is voor velen de eerstelijns informatiebron. Als ze meer willen weten, doen ze een telefoontje, sturen ze een e-mail of gaan ze naar het loket. Anderen nemen ergens een folder of brochure mee, om vervolgens via het internet of aan een stadhuisloket meer diepgaande informatie te krijgen. Volgens Goubin is die mix ook belangrijk voor afvalintercommunales: ‘Naast de website, de telefonische infolijn, de loketwerking en informatiedrukwerken verruim je de communicatie zo ver mogelijk naar media met een groeiend publieksbereik zoals de smartphones en de socialnetworkingsites. De essentie is dat het publiek dat informatie over je organisatie zoekt, je via gelijk welke zoekroute weet te vinden.’

inbreng van de gebruikers zelf. Nu dient Web 3.0 zich aan volgens het principe van overal en altijd internet: waar je ook bent, je kunt op een of andere manier en voor een min of meer beperkte prijs altijd online. Daarnaast slaat Web 3.0 op het intelligente internet, dat uit de wereldwijde informatiewolk net die informatie weet te plukken die voor jou rele-

tie over onszelf bij heel veel al dan niet commerciële instellingen gegroepeerd is. De privacycommissies hebben drukke dagen voor de boeg,’ zegt Eric Goubin die er voor afvalintercommunales en gezinnen ook voordelen in ziet. ‘Afvalintercommunales registreren digitaal het afvalverbruik per individueel gezin. Als je smartphone zo verstandig

Internet overal en altijd Web 1.0 was statisch en vaak met saaie toepassingen, op Web 2.0 werd het internet interactiever, met een veel grotere

14 I 16 maart 2011 I Lokaal

De mobiele technologie leidt ertoe dat een groter wordend deel van de bevolking verwacht dat het zich altijd en overal kan informeren over gelijk welk onderwerp. vant is. Je persoonlijke profiel – leeftijd, woonplaats, gezinssituatie, vriendenkring, hobby’s en leefstijl – wordt daarbij hoe langer hoe doorzichtiger voor de internetmarketeers. Zo verschijnen op je smartphone enkel nog die advertenties en aankondigingen die je op het lijf geschreven zijn. ‘Zo ziet onze toekomst eruit: een toekomst waar we een enorme rijkdom aan informatie op maat en publieksvriendelijke toepassingen ter beschikking zullen hebben, maar ook een toekomst waar er angstaanjagend veel informa-

is om na jouw toestemming die digitale afvalinformatie te combineren met kadasterinformatie over de grootte van je huis, met informatie van je water-, gasen elektriciteitsleveranciers, en zelfs met overheidsinformatie over grootte en verbruik van je auto(’s), dan zou het je de gelegenheid geven om maandelijks de evolutie van je ecologische voetafdruk te volgen.’

Piet Coopman is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid


bestuurskracht personeelsbeleid

Wervend OCMW op zoek naar nieuw personeel De arbeidsmarktcrisis lijkt stilaan verleden tijd. Bij OCMW’s lokken dergelijke berichten meestal gefronste wenkbrauwen en een dubbel gevoel uit. Werving verloopt er vaak niet vanzelf. Om de boot niet opnieuw te missen besloot het OCMW van Turnhout het over een compleet andere boeg te gooien. Het relaas van een wellicht herkenbaar probleem en een efficiënte oplossing. tekst jo vankrunkelsven beeld sarah roothooft

& katelijne eeckeloo

B

egin december viel in alle kranten te lezen dat de arbeidsmarktcrisis tot het verleden behoort. Goed nieuws – ook voor een OCMW dat opnieuw meer mogelijkheden krijgt om kansarme werkzoekenden aan een duurzame tewerkstelling te helpen. Niets dan positieve signalen dus? Bij de arbeidstrajectbegeleiding in ieder geval wel. Vechten voor een been Wie een verdieping stijgt of daalt – naar gelang van de architecturale inrichting van het desbetreffende OCMW – krijgt vaak een heel ander relaas van de feiten. Op de personeelsdienst bijvoorbeeld, waar ze steevast een hele rist competente medewerkers op het verlanglijstje hebben staan. Bedrijven beginnen steeds meer mensen aan te werven. Tegelijkertijd komen er – met dank aan de demografische evolutie – steeds minder jonge werkkrachten bij op de arbeidsmarkt. Prognoses spreken van een daling met 2% voor 2011. Steeds meer gegadigden dus, die vechten om een steeds kleiner aanbod. En dan dreigt het OCMW niet zelden in de kou te blijven staan. Het is niet lang zoeken naar het antwoord op de vraag waarom. Het OCMW, als openbaar bestuur, heeft nog steeds een imagoprobleem. Het torst de mentale erfenis van de vroegere centra van de openbare onderstand: traag, bureaucratisch, ouderwets, niet klantgericht, ge-

Als contactclowns bij het WZC Sint-Petrus stralen Tinne, Ine en Annelies ook de sfeer uit van het OCMW van Turnhout.

brek aan visie. Meer is er echt niet nodig om potentiële werknemers af te schrikken. De huidige young potentials willen een redelijk loon en een fijne werksfeer, maar ze willen vooral het gevoel hebben deel uit te maken van een verhaal, en dan wel een verhaal waarmee ze zich kunnen identificeren, een project waarin ze een stukje van zichzelf kunnen leggen. En weinigen denken dát verhaal bij een OCMW te kunnen vinden. Bij het OCMW Turnhout worden de wervingsproblemen nog versterkt door twee andere factoren. De organisatie stevent af op een aanzienlijke uitstroom van ervaren medewerkers, die hun pensioen zien naderen. Dat betekent dat er heel wat vacatures op komst zijn. Terwijl de poort achteraan wagenwijd gaapt, kan de voordeur niet meer dan halfopen. Een lokale overheid werft immers steevast groten-

De OCMW’s torsen de mentale erfenis van de vroegere centra van de openbare onderstand: traag, bureaucratisch, ouderwets, niet klantgericht, gebrek aan visie. Voldoende om potentiële werknemers af te schrikken.

Lokaal I 16 maart 2011 I 15


bestuurskracht personeelsbeleid

Op werkenbijhetocmwturnhout.be werven de OCMW-medewerkers zelf hun toekomstige collega’s.

deels in eigen regio. En voor Turnhout betekent de nabijheid van de Nederlandse grens dat het wervingsgebied met de helft wordt verkleind. Door de andere structuren en gebruiken in de ‘zachte sector’ bij onze noorderburen komen weinig sollicitanten over de grens kijken.

De focus in de werving van het OCMW Turnhout ligt nu op employer branding: wie zijn wij en wat kunnen we jou bieden? Employer branding De laatste jaren heeft OCMW Turnhout daardoor ernstige problemen bij de aanwerving van onder meer verpleegkundigen, maatschappelijk assistenten en hogere managementfuncties. Daarom besloot de organisatie om zelf de stoute schoenen aan te trekken. Uitgangspunt is dat voor zover de eerder vermelde vooroordelen ooit met de werkelijkheid strookten, ze vandaag echt wel achterhaald zijn. Het sterke verhaal waarnaar de jonge haaien van de arbeids-

16 I 16 maart 2011 I Lokaal

markt dezer dagen op zoek zijn, hebben wij in huis. Een dynamische organisatie met visie en mensen die ze op de werkvloer willen uitvoeren – dat kun je vinden binnen de muren van het OCMW. Helaas hoeft het geen betoog dat het merendeel van de werkzoekenden nooit binnen die muren kómt. En dus moeten we dat verhaal zelf naar buiten brengen. In de eerste helft van 2010 voerde het OCMW een doordachte huisstijl in, die de kernwaarden van de organisatie op een visueel aantrekkelijke manier vorm geeft. De juiste profilering, intern en extern, om het OCMW Turnhout als merk bekend te maken. Diezelfde lijn trekken we nu door in het wervingsbeleid. In de tweede helft van 2010 rolde het OCMW Turnhout een versterkte werving uit, waarbij het uitgangspunt volledig is omgedraaid. Terwijl vroegere selecties vertrokken van taakgerichte jobadvertenties – wat kun jij bij ons komen doen? – verschuift de focus nu naar employer branding – wie zijn wij en wat kunnen we jou bieden? Ons verhaal vertellen, daar draait het om. En dan is het aan de werknemer om uit te maken of hij/zij in het plaatje past. Communicatie aan de basis De veranderde focus werd opgenomen in een uitgebreid communicatieplan, met

als hoeksteen een nieuwe deelwebsite: www.werkenbijocwmturnhout.be. In 27 goed gestoffeerde pagina’s vertellen we daar wie we zijn en wat een kandidaatwerknemer bij ons kan verwachten. De informatie is opgedeeld in vijf belangrijke thema’s. Bij ‘Jouw loopbaan’ staat alles over onze persoonlijke begeleiding van elke nieuwe werknemer – van inchecklist tot planning en evaluatie. ‘Faciliteiten & voordelen’ gaat dieper in op wat we te bieden hebben: een goede balans tussen werk en privé, maar bijvoorbeeld ook uitgebreide interne communicatie en een eigentijdse werkplek. Onder ‘Vorming & opleiding’ geven we enkele opmerkelijke voorbeelden van hoe het OCMW Turnhout voortdurend aan de capaciteiten van de eigen mensen werkt. Hetzelfde geldt voor inspanningen betreffende ‘Inspraak & participatie’. En onder ‘Plezier naast de werkvloer’ ontdekt de bezoeker wat er buiten de werkuren nóg te beleven valt. De tekstinformatie op de website wordt aangevuld met documenten, filmpjes en fotoalbums, die een goed beeld geven van hoe het er binnen onze muren aan toe gaat. De nieuwe url is via een aantal kanalen meteen onder de aandacht gebracht – op de lichtkranten in de stad, in de lokale pers en via de eerstvolgende


personeelsadvertenties. Die laatste hebben ook een facelift gekregen: de functiegerichte inhoud werd geminimaliseerd ten voordele van een sprekend beeld en vooral veel nadruk op de url van onze nieuwe deelwebsite. De resultaten mochten er zijn. Sinds de lancering is de deelwebsite ‘werken bij OCMW Turnhout’ veruit het meest bezochte gedeelte van de volledige site. De homepage telde op drie maanden tijd bijna 2000 hits. In selectiegesprekken wordt het dan ook een vereiste dat de kandidaten zich geïnformeerd hebben, kunnen vertellen over onze organisatie en wat hen daarin aanspreekt. Bijzondere doelgroepen Dergelijke algemene promotie is nuttig, maar voor bepaalde doelgroepen blijft dat onvoldoende. Specifieke profielen vergen specifieke actie. Vooral voor

verpleegkundigen bleek de werving een acuut probleem. En dus organiseerden we een workshop met de betrokken directie met als hoofdvraag: hoe kunnen we het sterke verhaal dat we met de website promoten, tot bij kandidaat-verpleegkundigen krijgen? Vijftien ideeën haalden de shortlist en worden nu uitgewerkt: url-dropping op de websites van belangengroepen en beroepsverenigingen voor verpleegkundigen, artikelen in de vakliteratuur, een congresdag tijdens de Week van de Verpleegkundige, flyers om aan de schoolpoorten uit te delen en een campagne via Google AdWords. Niet toevallig halen we rond deze tijd ook de banden aan met de Katholieke Hogeschool Kempen (KHK) en het HIVSET, opleidingsinstellingen voor maatschappelijk assistenten, verpleegkundigen, maar ook zorgkundigen. Met een doordacht stagebeleid proberen we meer

jonge krachten op de werkvloer te overtuigen van onze sterke punten als werkgever. Nieuwe weg Het is nog te vroeg om de resultaten in kaart te brengen; daarvoor is het wachten op de komende wervingscampagnes voor verpleegkundigen. Zeker is echter wel dat het OCMW Turnhout met de resolute keuze voor employer branding een nieuwe en relatief onbetreden weg is ingeslagen. We kunnen enkel hopen dat die ons naar het einde van een fenomeen leidt dat veel OCMW’s vandaag de dag in meerdere of mindere mate plaagt, ondanks de veelbeschreven heropflakkering van economie en tewerkstelling: onze eigen kleine lokale arbeidsmarktcrisis. Jo Vankrunkelsven is directeur Personeel & Organisatie van het OCMW Turnhout

advertentie

Het klikt al jaren tussen ons!

Nog altijd zin om samen met ons uw strategische puzzels te vervolledigen? Maak gerust gebruik van onze uitgediepte kennis en ervaring op het vlak van regionale en lokale economie, centrumbeheer, detailhandel, toerisme en leisure en citymarketing.

U en WES... dat blijft klikken! Neem contact met: Rik De Keyser

T +32 50 36 71 02 rik.dekeyser@wes.be

Hans Desmyttere

T +32 50 36 71 23 hans.desmyttere@wes.be

Bestuurder-directeur Adjunct-directeur

Pascal Steeland

T +32 50 36 71 47 Senior consultant retail pascal.steeland@wes.be Baron Ruzettelaan 33 BE-8310 Assebroek-Brugge info@wes.be www.wes.be ■

Lokaal I 16 maart 2011 I 17


Wie klasseert, die vindt Een verfrissende kijk op document- en archiefbeheer in besturen en organisaties Besturen en organisaties krijgen elke dag een groot aantal papieren en digitale documenten te verwerken. Het is een hele opgave om deze documentenstroom in goede banen te leiden. Het handboek “Wie klasseert, die vindt” geeft een antwoord op de vele vragen die gepaard gaan met de organisatie van het dagelijks document- en archiefbeheer op de werkvloer: hoe organiseer je op een efficiënte manier de postverdeling en het e-mailverkeer? Hoe ga je tewerk om al deze documenten te ordenen? Wat moet er zeker bijgehouden worden, en hoe lang? Hoe voer je alles weer af? Hoe zit het met de digitale archivering?

Een praktische gids voor dagelijks documentbeheer Het handboek is praktijkgericht en bedoeld als gids voor zowel kleine als grote organisaties, ook als ze niet over een eigen archiefdienst beschikken. Zowel het wettelijk en theoretisch kader als de concrete invulling komen aan de pas in het handboek. De theorie wordt geïllustreerd met beeldmateriaal en praktijkvoorbeelden. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan digitale archieven en digitalisering. Extra informatie, gebruiksklare overzichtslijsten, modellen en selectielijsten worden op bijhorende cd-rom aangeleverd zodat ze op de meest efficiënte wijze beschikbaar zijn.

Geschreven door experts en brandend actueel “Wie klasseert, die vindt” wordt geschreven door een gedreven team van professionals onder leiding van Inge Schoups (stadsarchivaris Antwerpen). Het handboek is losbladig en wordt op regelmatige tijdstippen aangevuld, u blijft dus steeds op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op dit gebied. Zo werd het handboek helemaal geactualiseerd naar aanleiding van het Archiefdecreet van 9 juli 2010.

Het handboek “Wie klasseert, die vindt” uitgebreid

NOVEMBER 2009 © POLITEIA

Het handboek werd onlangs uitgebreid met nieuwe bijdragen over onder andere het nieuwe archiefdecreet, het belang van het erfgoeddecreet voor de archiefdiensten, veiligheidszorg in archieven, het opzetten van een digitaal archief, archiefbeheer voor kerkfabrieken...

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel

....... ex. van het losbladige handboek “Wie klasseert, die vindt. Hedendaags documenten archiefbeheer in besturen en organisaties” tegen de prijs van 69 euro.* Mijn bestuur is lid van de VVSG: ❏ Ja ❏ Neen

Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... *

Prijs geldig tot 30 april 2011. Het betreft hier een losbladig werk. Bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen 0,49 euro per pagina en 29 euro per cd-update, en dit tot schriftelijke opzegging van uw abonnement. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

18 I 16 maart 2011 I Lokaal

Datum en handtekening


praktijk

DIKSMUIDE – Diksmuide bestaat uit een centrum en veertien dorpen. Deze kleinere leefgemeenschappen wilden meer bij het beleid betrokken worden. Daarom worden er nu bewonersplatforms opgericht die voor specifieke projecten over een klein budget kunnen beschikken.

Zoek of zet inspirerende projecten, doeltreffende maatregelen of efficiënte methodes voor lokale besturen op www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Al in 2007 nam Diksmuide een punt over de dorpsbudgetten op in zijn meerjarig beleidsplan. De uitvoering ervan bleef sluimeren totdat de stad de kans kreeg om in samenwerking met Samenlevingsopbouw (en met Leader-steun) een project bewonersplatforms op te zetten. Vanaf 2009 werden bestaande dorpsraden begeleid en nieuwe bewonersplatforms opgericht. Ondertussen zit Diksmuide al aan elf stuks. ‘Dikwijls bruisen bewonersraden van ideeën, maar zijn ze financieel afhankelijk van inkomsten uit de zoveelste barbecue of kaarting,’ zegt schepen Kurt Vanlerberghe die voorzitter is van de stuurgroep die deze inhoudelijk opvolgt en helpt uitbouwen. ‘Begin 2010 besloot de stad een proefproject te lanceren waarbij we de vijf goed draaiende bewonersplatforms in Woumen, SintJacobskapelle, Oostkerke, Nieuwkapelle en Vladslo uitdaagden een voorstel te doen ter waarde van maximaal 1250 euro.’ De stad gaf enkele voorwaarden op: het moesten vernieuwende ideeën zijn (dus geen bekostiging van de kermis, laat staan de pensenkermis), het dorp moest maximaal bij het project betrokken worden (ook mensen die niet op regelmatige basis vergaderden) en er werd een vrij strakke planning

stefan dewcikere

Dorpen krijgen een eigen budget

verwacht. In het najaar van 2010 zou een evaluatie volgen. Woumen stelde de oprichting van een groot verwelkomingsbord voor, Vladslo zou grote foto’s uit de oude doos in het straatbeeld brengen, Nieuwkapelle bedeelde ondertussen een brochure waarin alle verenigingen voorgesteld werden, St.-Jacobskapelle kreeg een bosmaaier waarmee het zijn groen zelf kan onderhouden en Oostkerke vroeg om een petanquepleintje. Kurt Vanlerberghe: ‘De evaluatie eind 2010 leerde dat de bewonersgroepen de dorpsbudgetten wel waardeerden en blij waren dat ze zelf eigen projecten konden uitwerken, maar dat ze hier in een losser verband mee wilden omgaan. Daarom blijft het project bestaan maar verschuiven er enkele accenten. Zo wordt er niet langer een jaarlijks voorstel per dorp verwacht, reserveren we een globale pot van 10.000 euro per jaar en hanteren we die strak-

Een petanqueveld zoals in Nieuwkapelle, dat wilden ook de bewoners van Oostkerke.

ke timing niet meer. Op die manier wordt er ook vermeden, zeker in de kleinste dorpen, dat na een poosje de reële behoeften overstegen worden en men moet tobben om het jaarlijks vaste budget toch maar besteed te krijgen.’ Ook het stadsbestuur evalueert dit positief: het dorpsbudget stimuleert de betrokkenheid en het engagement van de dorpsbewoners. Kurt Vanlerberghe: ‘De dorpsgemeenschap draagt zo actief mee zorg voor het dorp en de bewoners steken zelf de handen uit de mouwen.’ marlies van bouwel

Gits, 25 maart Trefmoment ‘Participatie wordt ge(s)maakt!’ Wat brengt participatie op voor bestuurders, lokaal beleid en bewoners? Wat zijn hete hangijzers bij besturen? Hoe organiseren bewonersgroepen zich? Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen luisterde in 2010 naar de ervaringen met bewonersparticipatie van bestuurders, ambtenaren en bewonersgroepen uit veertien verschillende West-Vlaamse gemeenten. In de voormiddag is er een programma voor lokale besturen, ’s avonds een voor bewonersgroepen. www.samenlevingsopbouwwvl.be, katrien.laga@samenlevingsopbouwwvl.be

Lokaal I 16 maart 2011 I 19


bestuurskracht het leven van de mandataris

Niet langer opbranden in de lokale politiek Els stapte drie jaar geleden in de politiek, maar voelde haar bobijntje almaar meer aflopen. Ze kon de combinatie van dagtaak en schepenambt fysiek niet meer aan. Ze pleegde roofbouw op haar lichaam. Ook Jan nam om gezondheidsredenen afscheid als OCMWvoorzitter want zijn privĂŠleven leed eronder en hij stond op het randje van een burn-out. Of burn-out meer voorkomt bij mensen met een lokaal politiek mandaat weten we niet, wel vertoont hun mandaat enkele specifieke kenmerken waardoor ze volgens collega-mandatarissenpsychologen extra op signalen moeten letten. tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

??

20 I 16 maart 2011 I Lokaal


W

alter Luyten is bijna een jaar burgemeester van Ravels, daarvoor was hij 24 jaar OCMW-voorzitter en ondertussen heeft hij ook al een kwarteeuw lang een praktijk in de psychotherapie. Als burgemeester is hij de manager van een gemeente, maar hij ziet een groot verschil met een managementfunctie in het bedrijfsleven: ‘Overal in onze maatschappij wordt de scheiding tussen iemands professioneel en privéleven duidelijker. Dat zie je bijna in alle beroepen, vroeger was je in een dorp burgemeester, dokter of slager, en dat was je dan altijd. Maar door de drukte en de stress van onze maatschappij kiezen mensen voor een strikte scheiding omdat ze dat graag willen en omdat er meer van hen wordt verwacht. Zelfs bij artsen zie je al een tijdlang groepspraktijken ontstaan om die scheiding tussen het artsenhuis en het privéhuis mogelijk te maken. Alleen in één welbepaalde functie kan dat nog niet, en dat is die van burgemeester, want burgemeester, dat ben je van ’s morgens tot ’s avonds. Daardoor is het burgemeesterschap een zware taak.’ Dat vindt ook Luc Vleugels, burgemeester van Heist-op-den-Berg en psycholoog in de MS-kliniek in Melsbroek: ‘Lokale politiek is nooit gedaan, nooit af, en het is zeer intensief. Fysiek ben je er altijd mee bezig net zoals een kleine handelaar bezig is met het concept van zijn zaak om de klanten beter te dienen. Als je met A bezig bent, kun je niet met B bezig zijn, en dus heeft politiek ook effecten op de andere relaties en activiteiten in je leven. Je verwaarloost je vrienden. Vanaf het moment dat je een uitvoerend politiek mandaat hebt, is het aan te raden om met je partner je relatie grondig te herbekijken, want de politiek is een gevaarlijke, eisende en onbevredigbare rivale die je helemaal zal opslorpen. Ook je andere beroepsbezigheden moet je op een lager pitje zetten, dus eigenlijk verwaarloos je die professionele activiteiten en relaties ook. Het gevolg is dat je je vaak heel schuldig voelt.’ Walter Luyten merkt nu dat het burgemeesterschap veel zwaarder is dan het OCMW-voorzitterschap: ‘Het is ook heel anders, als OCMW-voorzitter heb je een heel specifieke taak voor een specifieke doelgroep. Als OCMW-voorzitter opereer je meer in de anonimiteit. Schepenen zitten er op dat vlak tussenin.’ Maar voor psycholoog Karim Derijst, schepen en OCMW-voorzitter in Zwalm, is het politieke werk evenmin ooit gedaan: ‘Het stopt niet ’s avonds om zes, zeven uur of op vrijdagavond. Integendeel, ’s avonds en in het weekend wordt er veel van je verwacht. Je moet overal aanwezig zijn, ook op eetfestijnen en recepties. Eigenlijk mag je geen privéleven hebben. Mensen zijn ook zeer aanklampend. Heb je op zo’n festijn eindelijk een bord bemachtigd, dan krijg je dat met moeite leeg gegeten want mensen komen ook tijdens het eten met je praten. Je bent dus slecht gezelschap voor je tafelgenoten want je

Lokaal I 16 maart 2011 I 21


bestuurskracht het leven van de mandataris

Uitgebrande schepen ‘Je hoort veel van verbrande politici maar zelden over uitgebrande politici. Het is een taboe, enkel Reginald Moreels en Guy Vanhengel hebben het ooit durven vertellen. Als ik er nu over spreek, herkennen mijn vroegere collega’s de symptomen ook bij zichzelf.’ ‘In de politiek is het onbespreekbaar, je mag je onder geen beding kwetsbaar opstellen. Dan ben je aangeschoten wild. Als ik dat

Walter Luyten: ‘Overal in onze maatschappij wordt de scheiding tussen iemands professioneel en privéleven duidelijker. Behalve in de functie van burgemeester, want dat ben je van ’s morgens tot ’s avonds.’

22 I 16 maart 2011 I Lokaal

Andere mensen hebben andere symptomen. Ik had vooral spier- en gewrichtspijnen. De pijn verplaatste zich snel, van het ene been naar het andere. Mijn benen waren zo slap dat het leek dat ik erdoor zou zakken. Toen kreeg ik het ook aan mijn handen, ik kon niet meer schrijven, heb een glas uit mijn handen laten vallen. Als je lichaam zulke signalen uitzendt, moet je ernaar luisteren.’ ‘De dokter vond niets: “Je hebt stress, je moet de dingen leren relativeren,” zei hij

komt niet tot normaal eetgedrag. Mensen verwachten te allen tijde dat je beschikbaar bent. Het is altijd zoeken naar dat evenwicht tussen je mandaat, je werk, je privéleven en je vrienden. Je gezin en je vrienden hebben niet voor de politiek gekozen, ze zijn er niet per se zo door gebeten als jij en moeten vaak veel slikken.’ Een extra factor die het lokale mandaat zwaar maakt is de combinatie met het beroepsleven. In plattelandsgemeenten moeten mandatarissen hun politieke taak combineren met een ander beroep. Een zelfstandige die stopt, heeft geen inkomen als hij na de volgende verkiezingen zijn mandaat verliest. De onverzadigbare kiezer ‘Als lokaal politicus leef je zeer dicht bij je kiespubliek.’ Deze vaststelling vindt Luc Vleugels in een opzicht positief: ‘Het verband tussen wat je doet en de effecten ervan zijn onmiddellijk en zeer duidelijk. Ook voor wie je het doet is duidelijk, dat zijn de mensen met wie je leeft. Dat maakt lokale politiek tot een zeer dankbare activiteit want je bent minder vervreemd van het resultaat van je inspanningen dan op andere politieke niveaus zoals het Europese waar politici vooral technocraten zijn. Op lokaal vlak is het veel vuriger, geanimeerder, alles en iedereen heeft een gezicht.’ Maar daar zit natuurlijk ook de adder onder het gras. Als politicus heeft Karim Derijst direct contact met mensen uit de twaalf dorpen van Zwalm: ‘Ik voel me dikwijls een buffer tussen de bevolking en de gemeentediensten. Ik moet dikwijls ongenoegen opvangen. Dat is anders in een stad waar de gemeentediensten dichter bij de mensen staan dan de politici. Als politicus ben je hier vaak het eerste aanspreekpunt.’ Walter Luyten is voor de inwoners van Ravels zelfs een vertrouwenspersoon: ‘Je bent de burgervader. Luisteren is een deel van de opdracht, empathiseren, meegaan

Hoed je voor absolute standpunten. Bega niet de fout ergens honderd procent voor te gaan als je het toch niet voor honderd procent kunt halen. Zet je relatief in, de norm is dat zo goed mogelijk oké is.

1

om politieke stress te vermijden

had gedaan in het college of de gemeenteraad, dan was het leven me onmogelijk gemaakt. Als politicus heb je nauwelijks collega’s, zelfs in je eigen partij tellen vooral de persoonlijke ambities. Ook al kwam ik goed overeen met de ambtenaren, er bleef een afstand. Het was een vrij eenzame positie.’ ‘Bij mij begon het met nachtmerries, daarna ging ik er fysiek op achteruit. In het dieptepunt kon ik niet meer stappen, ik sleepte met mijn been, ik hinkte, ik was een wrak.

Ga met stress om, loop er niet van weg. Ook al kun je aan de oorzaken van je stress niets veranderen, zie ze onder ogen, besteed er aandacht aan en onderga ze met Oosterse welwillendheid.

2

Onderbreek de stroom, je kunt altijd bezig blijven. Er komt geen coupure als je ze zelf niet maakt. Plan activiteiten met diegenen die je dreigt te verwaarlozen. Zo doe je twee dingen: je onderhoudt je relaties en je onderbreekt de stroom. En wees gewaarschuwd voor vermijdingsgedrag zoals drinken. Dat brengt je geest wel in andere sferen, maar ondertussen verandert er niets aan je situatie.

3


en in één moeite vroeg hij hoe het met de inrichting van zijn straat zat. Zo ben je meteen wéér bezig.’ ‘Door die pijn kon ik slecht slapen. Het was een vicieuze cirkel. Omdat ik zo moe was, had ik minder incasseringsvermogen. Ik werd rapper kwaad, was korter aangebonden, kregelig.’ ‘Ik nam te veel hooi op mijn vork. Toen de lading te zwaar werd, geraakte ik niet meer voort. Je bent een soort elastiek en die kun je heel lang opspannen, maar bij

mij is die op een moment geknapt. De diagnose luidde fibromyalgie, een vorm van het chronischevermoeidheidssyndroom. Ik ben voor een tweede mening naar Leuven gegaan, daar was de conclusie dat ik met een burn-out zat.’ ‘Als je eenmaal een grens over bent, herstel je heel traag, dan moet je er weer uit kruipen. Ik heb ook gehoord dat de herstelperiode even lang duurt, jaren dus. In de achteruitkijkspiegel zie ik dat ik al jaren aan die pijnen leed. Die knak kwam er toen ik me

in hun machteloosheid. Mensen denken nog vaak dat de burgemeester de baas is in een dictatoriaal bestel en alles zelf kan beslissen. Dat is natuurlijk totaal niet het geval en het is ook helemaal niet wenselijk.’ Dat ziet ook Karim Derijst: ‘Mensen zijn voor de nieuwe en correcte politiek maar ze verwachten dat je voor hen toch net iets meer kunt doen. Dat is zeker ook een spanningsveld.’ Luc Vleugels noemt de kiezer ook een onverzadigbare klant die nooit perfect tevreden is: ‘Je kunt inderdaad nooit goed doen voor iedereen. Sterker zelfs, de kritiek die je te verduren krijgt heeft soms niet zozeer te maken met wat je beslist hebt, maar eerder met het feit dat jij het beslist hebt. Iedereen wil mee besturen. Tot hun verbijstering moeten goede bestuurders in vele gevallen vaststellen dat het oogsten van lof van de enen blijkbaar niet gaat zonder negativiteit van de anderen. Hoe mooier de politieke roos, des te scherper lijken wel haar doornen.’ Dat ervaart ook Karim Derijst: ‘Politiek bedrijven is keuzes maken, ook voor iets niet kiezen. Zelfs al zoek je een zo ruim mogelijke consensus en geef je een zo breed mogelijke inspraak, je komt tot een soort gemiddelde waarin mensen van hun eigen aanzet maar weinig terugvinden.’ ‘Een lokale politicus krijgt zeer weinig maatschappelijk begrip,’ vindt Luc Vleugels. ‘Niet alleen de complexiteit van de taak wordt onderschat, ook van de verantwoordelijkheid en de aansprakelijk die je als burgemeester boven het hoofd hangen hebben mensen maar weinig besef. Mensen achten zich bovendien zeer snel specialist ter zake en protesteren zonder schroom vanuit een onverholen egoïstische houding tegen maatregelen waarvan het voor jou duidelijk is vanuit welke breed maatschappelijke overweging ze genomen werden. Denk maar aan verkeerstechnische ingrepen ten behoeve van de veiligheid van iedereen, maar die het persoonlijke comfort van individuen verminderen of nog maar enigszins hun bestaande jarenlange gewoontes

Wees eerlijk met jezelf. Spierpijn in nek of rug zijn typisch voor stress, net zoals hartkloppingen of slecht slapen. Luister ernaar en neem gas terug, pak een pauze, laat wat dingen vallen en blijf niet met bepaalde problemen rondlopen, want daardoor geraken ze niet opgelost.

4

Blijf baas over je agenda. Tijdens de eerste maanden van je mandaat loop je door een plensbui. Structureer! Naast je e-mail staat een agenda, een pda werkt, maar ook het oude to-do-boekje. Gestructureerd te werk gaan maakt de dingen hanteerbaar en overzichtelijk waardoor je minder stress krijgt.

5

naar de vorige gemeenteraadsverkiezingen sleepte en al besloten had mijn politieke engagement te verminderen. De spanning verdween, de noodzaak om overeind te blijven, en daar kwam de mokerslag. Het is zo typisch voor mensen die ziek worden tijdens hun vakantie. Ik ben altijd meteen weer gaan werken, ik ben geen dag afwezig geweest, al heb ik me soms wel door de dag moeten slepen met pijnstillers.’ ‘Ik zit niet meer in de politiek. Maar ik krijg nog altijd mails en telefoons en als ik door

Luc Vleugels: ‘Vanaf het moment dat je een belangrijk politiek mandaat opneemt, bestaat het gevaar dat je je andere professionele activiteiten en je persoonlijke relaties verwaarloost en dat je je daardoor constant ontzettend schuldig voelt.’

Zoek activiteiten die onverenigbaar zijn met stress zoals actief sporten, ook wandelen of muziek spelen. Zij zorgen voor vakantie in je hoofd zonder dat je daarvoor aan de pillen of aan de fles moet.

6

Neem tijd voor gezin en vrienden. Zeker wie je liefheeft, zegt niet altijd dat je aan het wegglijden bent. Een stroeve situatie thuis of vrienden die minder bellen zijn belangrijke signalen.

7

Lokaal I 16 maart 2011 I 23


bestuurskracht het leven van de mandataris

de stad loop, word ik nog altijd warm of koud bij bepaalde dingen.’ ‘Een politicus van het Tefaltype zal er nooit last van krijgen, die ziet ook geen problemen. Als je een beetje anders in elkaar steekt, dan heb je het zitten. Bij elk probleem probeerde ik oplossingen te bedenken, op mogelijke reacties van de anderen in het college te anticiperen en de argumenten op een rijtje te zetten. Ken je het verhaal van de man die een lekke band had en geen krik bij zich had? Hij moest een

Karim Derijst: ‘Ik voel me dikwijls een buffer tussen de bevolking en de gemeentediensten. Ik moet ongenoegen opvangen.’

eindje verder aan een huis gaan aanbellen, maar vreesde dat die mensen hun krik niet aan een wildvreemde zouden willen geven. Uiteindelijk kwam hij zo opgefokt bij het huis aan, dat hij nog wel aanbelde maar meteen riep: “Hou je krik maar.”’ ‘Voor een deel ligt het aan de aard van het beestje. Mijn veiligheidsklep werkt niet naar behoren. Omdat je niet wilt buigen, breek je op een gegeven moment. Daarnaast is er de specifieke situatie van een politicus in een verantwoordelijke functie. Je bent publiek

eigendom en je zegt weinig neen. Je woont op de werkplek waarvoor je aansprakelijk bent. Bovendien heerste in ons bestuur een constante spanning. Achteraf is het gemakkelijk gezegd dat je moet focussen. Maar achteraf weet je ook wat niet en wat wel is gerealiseerd.’ ‘Steeds meer hoor ik van mensen dat ze de pijn en de symptomen herkennen. Misschien had iemand het me duidelijk moeten zeggen, misschien was het dan nooit zo ver gekomen.’ MvB

bedreigen. Als je vervolgens durft te wijzen op het algemene belang van waaruit je gehandeld hebt en op de onterechte kritiek die je moet slikken, word je prompt voor een ongelooflijke oen versleten “die de mensen niet verstaat” en krijg je de laconieke reactie “dat je daar toch zelf voor gekozen hebt.” Alsof je, ééns politicus, opeens in staat moet zijn om het even wat en zonder morren te slikken.’ Toen Luc Vleugels lesgaf aan pas gediagnosticeerde MS-patiënten over hoe ze met hun ziekte moesten omgaan, leerde hij hen dat MS een belangrijke stressbron is omdat het een echte N.O.O.D.-situatie is: een Negatieve situatie die Onvoorspelbaar en Oncontroleerbaar is en die Durend is, waar dus niet uit te geraken is. Hij glimlacht: ‘De politiek heeft ook wat van een N.O.O.D.-situatie: hoeveel moeite je ook doet, het resultaat blijft in hoge mate onvoorspelbaar en oncontroleerbaar en de negatieve kritiek is er voortdurend.’ Daarom is dit geen werk dat Walter Luyten levenslang wil doen: ‘Als burgemeester vind ik het belangrijk om achter de inhoud te staan, achter hoe ikzelf en het college en de gemeenteraad het beleid zien voor onze gemeenschap. Als burgemeester kies je voor de inhoud; het mandaat is eraan verbonden, dat is er maar in tweede instantie. Ik denk dat het na een aantal jaren en als een aantal dingen volgens je visie lopen, voldoende is geweest en dat je dan tijd en ruimte voor jezelf moet creëren.’ Hij vindt trouwens dat hij als prille vijftiger de ideale leeftijd heeft voor het mandaat: ‘Ik heb al wat ervaring en ben ook al 25 jaar psychotherapeut, waardoor ik voldoende heb leren relativeren. Het is een evenwicht zoeken tussen de beleidsmatige inhoud bewaken en voldoende inzien waarom mensen daarin niet meegaan, het juist kunnen plaatsen.’ De collega’s-concurrenten Voor Karim Derijst is de partijpolitiek ook een moeilijke evenwichtsoefening: ‘Eigenlijk zijn alle mensen in je eigen partij per definitie goed, en alle mensen van alle andere partijen slecht. Die kampen zijn kunstmatig ingedeeld. Binnenskamers in de partij vind je ook niet altijd alle ondersteuning van gelijkgezinden. Integendeel, daar speelt ook concurrentie.’ Luc Vleugels heeft het ook over een bepaald slag mensen die goed gedijen in de politiek, de intriganten. ‘Ze spelen graag een wreed interpersoonlijk spel. Kwaad spreken, in diskrediet brengen wordt politiek dikwijls beloond. De intrigant maakt ruzie, belt na een vergadering iedereen op, zegt zus tegen de ene en zo tegen de andere zodat na een tijd alle lijnen over hem lopen, hij over alle informatie beschikt en de macht in handen heeft. Gelukkig kom je ze niet elke dag tegen, maar als je hen doorziet en hun gedragspatroon herkent, verwerf je er een soort mentale controle over en kun je adequater handelen, waardoor ze minder schadelijk zijn voor de politiek en voor het welzijn van hun collega’s.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal, reacties zijn welkom bij marian.verbeek@vvsg.be

24 I 16 maart 2011 I Lokaal


lokale raad

Kan een OCMW-raad ook met adviesraden werken? Gemeenten werken al jaren met adviesraden. Sommige van die raden zijn zelfs verplicht om voor subsidies in aanmerking te komen. De meeste werden echter op initiatief van het bestuur opgericht. Er zijn al veel studies verschenen over de zin en onzin van adviesraden. Hoe dan ook kunnen adviesraden nuttig zijn. In tegenstelling tot in het Gemeentedecreet staat er in het OCMWdecreet geen artikel met expliciete bepalingen over adviesraden. Hieruit concluderen dat het voor de OCMW-raad verboden is dergelijke raden op te richten of een beroep te doen op de gemeentelijke adviesraden, is niet correct. In het OCMW-decreet staat immers een algemeen artikel over burgerinspraak, dat een rechtsgrond biedt voor allerhande initiatieven. Art. 205 van het OCMW-decreet zegt: ‘De raad voor maatschappelijk welzijn neemt initiatieven om de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen te verzekeren bij de beleidsvoorbereiding, bij de uitwerking van de dienstverlening van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en bij de evaluatie ervan.’ Nergens wordt de oprichting van adviesraden of overlegstructuren door de OCMWraad verboden. De memorie van toelichting maakt in een algemeen hoofdstuk over inspraak van de burger zelfs expliciet duidelijk dat adviesraden mogelijk zijn.

In principe is de OCMW-raad bevoegd voor de oprichting, maar deze bevoegdheid is niet voorbehouden, wat betekent dat ze strikt gezien gedelegeerd kan worden naar bijvoorbeeld het vast bureau. Dit staat in tegenstelling tot wat geldt in de gemeenten waar een dergelijke delegatie naar het college wel uitgesloten is. Toch is het volgens ons logisch dat ook de OCMW-raad deze bevoegdheid niet delegeert. In plaats van zelf een adviesraad op te richten kan het OCMW ook een beroep doen op de gemeentelijke adviesraden. Er zijn geen wettelijke bepalingen die de gemeentelijke adviesraden verbieden om ook advies te geven aan de OCMW-raad. Ook al is het geen wettelijke verplichting, toch lijkt het zinvol om in dat geval de goedkeuring van de gemeenteraad te vragen. Art. 52 en 205 van het OCMW-decreet Art. 43, §2, 14° en 200 van het Gemeentedecreet

Mail uw vraag over de werking van de OCMW-raad naar pieter.vanderstappen@vvsg.be

Raad Insolventie Aansprakelijkheidsrecht Verdeling van State Kredieten Verzekeringsrecht Wegbeheerder PPS Administratief Sociaal Recht Recht Arbeidsrecht Milieu Ambtenarenrecht Ruimtelijke Familie- en Fammiliaal Ordening Vermogenrecht Stedenbouw

advertentie

AAV

Ontslag

Strafvervolging Transport Bemiddeling Concessie

CAO

Verkavelingen Ruimtelijke planning Handelspraktijken Vergunningen Vennootschapsrecht Handelsrecht Herstructurering Economisch Intellectuele eigendom Recht Benoeming Financieel Recht Handelscontracten Architectencontract Onroerend Goed Overheidsopdrachten Aannemingsrecht Aansprakelijkheid Aanneming Overheidsopdrachten Echtscheiding Verzekeringscontract Bemiddeling

Wij geven u ons woord De beste manier om kennis te vergroten, is ze te verwoorden en ze te delen met anderen. Daarom werkt ons kantoor in gespecialiseerde vakgroepen, die elkaar overlappen en aansturen. Het resultaat is een kruisbestuiving die de kennis van onze advocaten verruimt en versterkt. En dat is vooral voor u belangrijk. Voor elk vakgebied hebben we gespecialiseerde advocaten. Wij denken oplossingsgericht en dus geven we u graag ons woord. Neem eens een kijkje op onze website of bel voor een afspraak op tel. 03 232 50 60. GSJ advocaten cVoa Mechelsesteenweg 27 2018 antwerpen België telefoon +32 3 232 50 60 fax +32 3 232 30 50 e-mail info@gsj.be www.gsj.be

Lokaal I 16 maart 2011 I 25


de raad van Sint-Niklaas

Ondanks twee schorsingen een raad met vaart In Sint-Niklaas is het gemeenteraad op de vierde vrijdagavond van de maand. Van op hun schilderijen kijken de oud-burgemeesters de zaal rond, sinds vorige maand hangt er ook een nieuw van Freddy Willockx. Levend in de zaal en geschilderd boven mijn hoofd is hij meer dan aanwezig in deze roerige raadszitting.

tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

Het Stationsplein van SintNiklaas is zuinig maar feeëriek verlicht, net zoals de Stationsstraat en de Grote Markt. Op het bordes voor het stadhuis draai ik me om naar dat riante plein, badend in de vrijdagavondrust. Dan volg ik de rode loper naar de raadzaal. Om 19 uur start de raadszitting met de goedkeuring van de notulen van de vorige. Maar fractievoorzitter Frans Wymeersch van Vlaams Belang is boos omdat oud-burgemeester Freddy Willockx het niet kan laten om nieuwtjes via de pers te verspreiden, en omdat hij dat doet op een moment dat de oppositie er geen agendapunt meer van kan maken. In de zondagkranten poneerde Willockx dat er geen behoefte is aan een nieuwe voetbalploeg en dat er een andere oplossing moet komen voor het Puyenbekestadion. Als de voorzitter dit punt wil agenderen, komt er tegenstand van enkele meerderheidsleden omdat dan

26 I 16 maart 2011 I Lokaal

iedereen een punt tijdens de zitting kan agenderen. Hamergeklop, door en tegen elkaar geroep volgt. Wanneer het agendapunt na stemming niet wordt aanvaard, vraagt Vlaams Belang de schorsing. De negen aanwezige Belangleden verlaten even de zaal. Van mijn buren hoor ik dat de partij wel vaker voor animo zorgt, maar toch is er zelden een schorsing aan het begin van de zitting. Voorzitter Jo De Cuyper loopt langs me heen, volgens hem komt een schorsing hooguit drie keer per jaar voor. Hij haalt zijn schouders op: ‘Willockx kan het niet laten om iets in de pers te lanceren. Dat wringt bij de oppositie.’ Burgemeester Christel Geerts gromt als ze me passeert: ‘Zo krijgt de VVSG een mooi staaltje te zien van hoe het er hier aan toe gaat.’ Na een belletje komen alle raadsleden terug naar hun stoel, opnieuw krijgt Wymeersch het woord. Hij heeft in de krant heeft gelezen dat

veel openbare werken vertraging oplopen en wil een verklaring. Jo De Cuyper: ‘U mag de reglementering volgen die we samen hebben goedgekeurd, u kunt dus bij hoogdringendheid een punt aan de agenda toevoegen.’ Raadslid Wymeersch wil uitleg van de burgemeester en de schepen over de stand van zaken in de werken aan de westelijke tangent van de stadsring en de heraanleg van enkele straten. Hierop herinnert de burgemeester de gemeenteraadsleden aan het geplande werfbezoek volgende vrijdag: ‘Dan kunnen we samen de complexiteit

van de werken bekijken en we agenderen het ook voor de volgende commissie Algemeen Beleid.’ Wymeersch vindt dit antwoord niet afdoende en vraagt opnieuw een schorsing van de zitting aan. Tien minuten later, het is nog geen twintig voor acht, begint de zitting opnieuw. Ondertussen is Lokaalfotograaf Stefan Dewickere vertrokken. Blijkbaar werkte zijn camera als een rode lap want vanaf nu krijgt de raad een heel ander elan. Korpschef Jack Van Peer zit nu naast de voorzitter om zijn laatste evaluatie van de politiezone aan de gemeenteraad


voor te stellen. Op 1 mei gaat hij op pensioen. Niets dan lof op de evaluatie vanuit de raad die net zoals 90 procent van de bevolking tevreden is over de politie van SintNiklaas. Toch zijn er enkele vragen zoals over de drughandel aan het station, het gebrek aan cijfers over het gebruik van de gsm achter het stuur en of de camera’s wel werken want bij enkele delicten op de Grote Markt bleken er achteraf geen beelden beschikbaar. Nu stelt Vlaams Belang zich constructief op, Guido Vergult legt omstandig de voordelen uit van het proefproject synthetisch

DNA dat in Dendermonde loopt en waarmee in Nederland goede resultaten zouden zijn behaald. Ondertussen vult de bode de lege waterkannetjes van de raadsleden, hij draagt briefjes, dossiers en signataires rond. Nadat ook de andere fractievoorzitters aan het woord zijn geweest, feliciteert de voorzitter de korpschef met zijn transparantie en het feit dat hij zich de laatste keer zo heeft blootgegeven. Daarna geeft de korpschef tekst en uitleg. Wat het synthetische DNA betreft heeft hij zelf ook een dossier bij zich, maar omdat maar één firma dit pro-

duct levert en zelf ook de studies heeft gemaakt, heeft hij hier vragen bij. De volgende punten worden op een drafje afgewerkt. De voorzitter leest het punt voor en als niemand protesteert, wordt het unaniem aangenomen. Maar niemand maalt erom als over een vorig punt nog een vraag weerklinkt, het antwoord wordt zo gegeven. Over punt 6 – een bijkomend budget voor de opmaak van het masterplan voor het AZ Sint-Nikolaas – zijn er wel veel vragen, van alle partijen, ook die van de meerderheid. Bij de fusie van de twee zieken-

huizen in het centrum van Sint-Niklaas in 2006 werd aangenomen ze voort te integreren op dezelfde locatie. Maar de tussenliggende Hospitaalstraat wordt met het voorliggende masterplan in mindere of meerdere mate ingenomen door het ziekenhuis, wat zijn weerslag op de buurt heeft. Volgens schepen Marc Heynderickx dringt een diepgaandere studie zich op, ook juridisch moet er van alles uitgeklaard worden. Ook volgens schepen Ben Van Eynde is het werk nog lang niet af. De ondergrondse garage zou dan wel aan meer dan duizend auto’s plaats bieden, ook de bereikbaarheid van de scholen en de woonwijken in de buurt moet naadloos kunnen aansluiten. Uiteindelijk stemt Vlaams Belang tegen en onthouden de twee liberalen en het onafhankelijke raadslid zich. Daarna komt er opnieuw vaart in de raad. Om twintig over negen is de raad aan punt 17 b. Er staan nog twaalf bijkomende agendapunten op het programma. Maar het is hoog tijd voor mijn laatste trein. Marlies van Bouwel In Lokaal 3 verscheen onder de titel ‘Een hoffelijk debat’ een sfeerverslag over de gemeenteraad van Zwevegem waarop lezer Wim Monteyne reageerde: ‘Het klopt niet dat in de huidige gemeenteraad de CD&V zestien zetels heeft. Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 trok het kartel CD&V/N-VA naar de kiezer. Alhoewel na de verkiezingen geen enkel gemeenteraadslid van de N-VA verkozen werd, zetelen alle verkozenen van deze kartellijst formeel als CD&V/N-VA mandataris.’

Lokaal I 16 maart 2011 I 27


werkveld interview Christophe Peeters

‘ PPS is voordeliger dan alles zelf doen.’ ‘Publiek-private samenwerking combineert het beste van twee werelden.’ Dat zegt Gents sportschepen Christophe Peeters over Rozebroeken, een sportcomplex met zwembad en sporthallen dat door een private partner wordt gefinancierd, gebouwd en uitgebaat. De stad bepaalt de openingsuren, de tarieven en de voorbehouden uren voor clubs en scholen. Ze betaalt daarvoor een jaarlijkse vergoeding aan de privépartner.

C

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

hristophe Peeters is schepen van Financiën, Facility Management, Sport en Haven in Gent. Uit de inrichting van zijn kantoor blijkt vooral zijn grote liefde voor die derde bevoegdheid. Overal hangen vaantjes en sporttruitjes. Dat Gent net de titel ‘Sportstad van Vlaanderen 2011’ kreeg, doet hem heel veel plezier. ‘Het is de officiële erkenning van een feitelijke toestand,’ zegt hij half lachend, half ernstig. ‘Neen, schrijf dat maar niet neer. Ik zie het als de erkenning door Vlaanderen van onze inspanningen. Op tien jaar tijd, tussen 2003 en 2012, zullen we 125 miljoen euro investeren in sportinfrastructuur. En dan tel ik het nieuwe voetbalstadion niet mee. We hebben ons sport- en recreatiepark Blaarmeersen integraal vernieuwd, net als zowat alle voetbalaccommodatie. We investeerden 6,5 miljoen euro in atletiek. We ondersteunden ook minder bekende sporten zoals baseball of cricket. We zetten zwaar in op buurtsport, onder meer door een tiental buurtsportwerkers aan te trekken. We brengen sport naar de mensen in plaats van mensen naar de sport, we werken alle mogelijke drempels weg. Gent is ingedeeld in 25 wijken, we hebben per wijk 100.000 euro uitgetrokken om puur vraag-

28 I 16 maart 2011 I Lokaal

gestuurd kleinschalige sportinfrastructuur op te trekken, zoals petanquebanen, voetbaldoeltjes, een basketbalring op een pleintje. We hebben fitnesstoestellen geplaatst, onder meer vlak bij de lokale dienstencentra van het OCMW. De senioren gaan er onder begeleiding fitnessen. We organiseren cursussen om mensen te leren fietsen.’ Wat doet Gent met de financiële steun die aan de titel verbonden is? ‘Het gaat om 400.000 euro. Die zullen we vooral inzetten voor communicatie en sensibilisatie en voor enkele kleinschalige, blijvende dingen. We willen het idee van Gent Sportstad zo veel mogelijk uitdragen en iedereen ertoe aanzetten mee te doen. Die inspanningen willen we doortrekken tot aan de Olympische Spelen en de Paralympics van 2012 in Londen. Samen met de provincie Oost-Vlaanderen en de Universiteit Gent willen we zoveel mogelijk Olympische delegaties naar Gent halen, ze kunnen hier komen trainen en acclimatiseren voor de Spelen. We hebben al de toezegging van Nieuw-Zeeland. China en Brazilië hebben veel interesse, met Namibië en Canada zijn we bezig. Daarnaast willen we ook een jeugdolympiade houden met Gentse jongeren. In de stad wonen jongeren met roots in zowat elk land ter


Christophe Peeters: ‘We brengen sport naar de mensen in plaats van mensen naar de sport, we werken alle mogelijke drempels weg. We hebben per wijk 100.000 euro uitgetrokken om puur vraaggestuurd kleinschalige sportinfrastructuur op te trekken.’


werkveld interview Christophe Peeters

wereld. Hen willen we samenbrengen voor een groot sportevenement.’ In de zomer van 2012 zal ook het nieuwe sportcomplex Rozebroeken af zijn. Waarom was er een nieuw complex nodig? ‘De sporthal en het zwembad dateren van 1977. De sporthal is eigenlijk te klein en ze voldoet niet meer aan de hedendaagse eisen. Het zwembad moest in ieder geval vervangen worden om in orde te zijn met de Vlarem-reglementering. Sporthal en zwembad zijn bovendien niet met elkaar verbonden en staan apart op de site, de cafetaria zit in een eigen chalet. Het concept is voorbijgestreefd.’

‘Mensen de kans geven te zwemmen aan een betaalbaar tarief is onze opdracht. Het is niet onze kerntaak zelf redders in dienst te nemen of een zwembad te exploiteren.’ In het verleden renoveerde Gent verschillende zwembaden. Dat was hier niet aan de orde? ‘Het gerenoveerde zwembad Van Eyck ging weer open in 2003, maar dat is een beschermd monument. Daar kon je niet anders dan het concept behouden. De zwembaden Strop en Rooigem zijn eind jaren negentig vernieuwd en voldoen nu aan de Vlaremnormen. Toen ik schepen werd, lagen de renovatieplannen voor Rozebroeken klaar. Maar toen er een aanbesteding moest gebeuren, liep de kostprijs al op tot ongeveer vijf miljoen euro. Dat is veel geld om in een oud gebouw te blijven en eigenlijk een bak met water te krijgen. Een bak van 25 bij 16 meter is niet het type zwembad van de 21ste eeuw.’ Er moest iets bijkomen? ‘Ja, we hebben zwemwater tekort. We hebben vier overdekte zwembaden, één openluchtbad en dan nog de Rosas, een klein zwembad. Er moest meer capaciteit komen. We hebben ook geen enkel competitiebad: het Strop is zeven millimeter te kort. Een modern competitiebad moet ook een beweegbare of vlakke bodem hebben. Waterpolo kun je binnenkort niet meer spelen in een gedeeltelijk ondiep bad. Voor competitiezwemmen heb je een vlakke bodem nodig in functie van de weerstand van het water, je moet elektronische aantikplaten hebben enzovoort. In Rozebroeken komt er een volledig uitgerust competitiebad van 50 bij 25 meter, met acht competitiebanen in de lengte en twintig in de breedte. Het voldoet

30 I 16 maart 2011 I Lokaal

aan alle normen voor Belgische en internationale kampioenschappen. Daarnaast komt er een recreatiebad met golfslagbaden, wellness, ploeterbaden, lagunes. Zoiets is er niet in de brede omgeving van Gent. En in plaats van één sporthal nu komen er een omni-, een gevechts- en een balsportzaal.’ Waarom koos de stad voor een publiek-private samenwerking? ‘Mensen de kans geven te zwemmen aan een betaalbaar tarief is onze opdracht. Het is niet onze kerntaak zelf redders in dienst te nemen of een zwembad te exploiteren. Al onze andere zwembaden en negen sporthallen worden nu al uitgebaat door de intercommunale TMVW, de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening. Alleen al door de btw van de investering en van de exploitatiekosten te recupereren – wat je als stad niet kunt maar als intercommunale of privépartner wel – kunnen we op zes jaar tijd een extra sporthal bouwen.’ ‘De essentie van PPS is het combineren van de sterke punten van overheid en privé. Voor zowel het zwembad als de sporthal Rozebroeken staat de overheid garant voor de openingsuren, voor de tarieven, voor de ruimte voor clubs en scholen. Wij leggen minimale openingsuren vast. We bepalen de tariefstructuur: in Rozebroeken is die dezelfde als in onze andere zwembaden en sporthallen. De blokken die voorbehouden zijn voor de clubs en de scholen worden ingevuld door de sportdienst, net als voor de zwembaden en sporthallen die de TMVW exploiteert. De stad bepaalt dus de krijtlijnen en de doelstellingen, de privésector brengt zijn expertise en flexibiliteit in zodat het sportcentrum tegen minimale kosten kan worden gerund. In Rozebroeken zal de privépartner Sport en Recreatie (S&R) ook aanbieden wat niet tot de opdracht van de stad behoort. Het recreatiebad mag voor ons, maar het zit niet in het verplichte programma, het is niet onze kerntaak. Wij moeten ervoor zorgen dat de inwoners kunnen sporten en zwemmen. Het is leuk om een recreatiebad in de stad te hebben maar we gebruiken geen belastinggelden om die prijzen kunstmatig laag te houden. Dat doen we wel voor het gewone zwemmen, en voor het club- en schoolzwemmen. Dat is een basisdienstverlening. Als je dat niet subsidieert, ligt de basisprijs van een normaal zwemticket tussen tien en vijftien euro. Zwembaden zijn nooit kostendekkend.’ Het tarief voor het recreatiebad wordt dus bepaald door de privépartner? ‘Ja, maar dat valt mee: een volwassen Gentenaar zal 5,70 euro betalen.’


Welk investeringsbedrag is met Rozebroeken gemoeid? ‘Het gaat over een project van 45 miljoen euro exclusief btw. S&R financiert het met integrale stadswaarborg.’ Hoeveel moet de stad jaarlijks betalen aan de privépartner? ‘2,8 miljoen euro, geïndexeerd. Dat klinkt immens maar de uitbating van een gewoon, eenvoudig zwembad vraagt al 800.000 tot 1 miljoen euro voor personeel, voor energie. In Rozebroeken gaan we van zes naar twintig banen, van een naar drie sportzalen en dan komt er nog een recreatiebad bij. Dan is 2,8 miljoen euro in verhouding niet zó veel. Bekijk je het over dertig jaar, de looptijd van het contract, dan is PPS voor de stad voordeliger dan het allemaal zelf doen.’ Wat gebeurt er bij afloop van het contract, na dertig jaar? ‘Dan valt het complex als een rijpe appel in onze schoot. Nu, ik vind dat je ervan moet uitgaan dat zo’n complex na dertig jaar tegen de vlakte mag. Toen ik pas schepen was, heb ik de gerenoveerde sporthal Bourgoyen mogen openen. Wel, daar begin ik niet meer aan, dat doe ik niet meer. Je blijft met een oud concept en allerlei kosten zitten. Na dertig jaar moet je afbreken en opnieuw bouwen volgens de nieuwe normen, niet het minst de energetische normen. Dat een gebouw na dertig jaar afgeleefd is, is eigenlijk normaal. De sporthallen zijn open van 7.30 tot 23 uur of middernacht, zeven dagen op zeven, heel het jaar door. Een zwembad als de Rooigem heeft 450.000 bezoekers per jaar.’ Gedurende die dertig jaar moet er natuurlijk regelmatig geïnvesteerd worden. ‘Dat is vastgelegd in de overeenkomst met S&R en in het financiële plan. Er moet ook voldoende geld uitgetrokken worden voor gewoon en buitengewoon onderhoud. We hebben ervoor gekozen om met één groep in zee te gaan, een consortium van ontwerpers, aannemers en exploitant. De ontwerper en de aannemer delen dus mee in de brokken als ze stommiteiten uithalen die hoge exploitatiekosten tot gevolg hebben. Ze zullen rationeler ontwerpen en bouwen omdat ze de kosten van de exploitatie in de hand willen houden.’ Rozebroeken is een primeur voor Gent? ‘Ja. In de jaren negentig waren er al ideeën om iets dergelijks te doen aan de Blaarmeersen maar het decretale kader was er toen nog niet. We zijn

natuurlijk niet de eerste in Vlaanderen. We hebben ons laten inspireren door Overpelt/Neerpelt, door Lier, door Brasschaat en Schoten. Ook van Leuven hebben we veel geleerd, zeker over hoe we het niet moeten doen. De Leuvense sportfunctionaris is hier het belang van een goede voorbereiding, van goede contracten komen beklemtonen. We hebben ons door externe experts en juristen laten bijstaan. We hebben dat contract goed onderhandeld.’

‘De stad bepaalt de krijtlijnen en de doelstellingen, de privésector brengt zijn expertise en flexibiliteit in zodat het sportcentrum tegen minimale kosten kan worden gerund.’ Hoeveel tijd is er verstreken sinds de eerste plannen? ‘Het oorspronkelijke idee dateert van 2005, het ging toen enkel over het zwembad. Na de verkiezingen van 2006 werd besloten er de sporthal bij te nemen. De opdracht werd uitgeschreven, de toewijzing gebeurde in 2009. In september 2010 is de bouw begonnen. Het competitiebad zal open zijn op 1 september 2011, maar enkel voor scholen en clubs omdat er nog geen entreehal en individuele kleedkamers zullen zijn. Het oude zwembad blijft intussen open, alleen tussen 16 april en 1 september zullen de scholen en clubs niet in Rozebroeken terechtkunnen. Op de plaats waar nu het zwembad is, zal de sporthal komen. Pas als die af is, breken we de oude sporthal af. Het is wat puzzelen maar we kunnen het ons niet veroorloven om het gedurende twee jaar met een zwembad en een sporthal minder te doen.’ Rozebroeken moet de meest duurzame sporthal in Vlaanderen worden. Wat houdt dat in? ‘Er zit een fotovoltaïsche centrale in van 6000 m², er zijn warmtepompen, er is recuperatie van zwemwater tot sanitair water en van regenwater tot zwemwater. Er wordt compact en goed geïsoleerd gebouwd, het e-peil van het complex zal laag zijn. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijke verlichting en verluchting. Achter het complex zullen rietvelden voor waterzuivering zorgen. We gebruiken alle mogelijke technieken die hun deugdelijkheid bewezen hebben, maar aan experimenten doen we niet mee.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal I 16 maart 2011 I 31


praktijk

ANTWERPEN – Met vier zaalvoetbalclubs voor meisjes in competitie zet vzw KRAS Jeugdwerk, Steunpunt Sport wekelijks zestig enthousiaste autochtone en allochtone meisjes aan het sporten. Via sport met jeugdwerk bezig zijn is een formule die werkt. Almaar meer allochtone meisjes sporten in clubverband en hebben hierdoor op tal van andere vlakken een actieve levensstijl ontwikkeld.

Zoek of zet inspirerende projecten, doeltreffende maatregelen of efficiënte methodes voor lokale besturen op www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

GF

Met en zonder hoofddoek scoren met zaalvoetbal

I

n de sporthal van Buurtsport Antwerpen organiseert KRAS wekelijks competitief en recreatief zaalvoetbal in clubverband voor jongeren van 8 tot 26 jaar. Hoewel iedereen mag meedoen, ligt de focus op sociaal zwakkeren en kansarmen. KRAS benadert de jongeren vanuit hun sterktes en hun kansen, en houdt rekening met de tradities en gewoonten van de islamgemeenschappen.

Mohamed Zemmouri, coördinator steunpunt Sport vzw KRAS Jeugdwerk, T 0488-87 34 00, mohamed.zemmouri@ krasjeugdwerk.be

Voetballen in open zaal ‘Wij willen zoveel mogelijk jongeren uit de maatschappelijk kwetsbare wijken aan het sporten krijgen. Via sportbeoefening willen we hen sterker maken,’ vertelt Mohamed Zemmouri, coördinator steunpunt Sport bij KRAS. ‘In het begin organiseerden we alleen zaalvoetbal voor jongens die we op pleintjes in de Antwerpse stadswijken rekruteerden. Uit vrijblijvende trainingen groeide al snel een ploeg die tot in eerste klasse doorstootte. Na verloop van tijd vroegen meisjes ons om ook met hen een voetbalploeg

32 I 16 maart 2011 I Lokaal

te vormen.’ Allochtone meisjes krijgen thuis vaak geen ondersteuning om te sporten. Vrouwelijke jeugdwerkers van KRAS verzorgen de contacten met de ouders. Ze investeren veel tijd om hen ervan te overtuigen dat KRAS een eerbare organisatie is die ze kunnen vertrouwen en waar de jongeren veilig zijn. Bij sommige speelsters van Marokkaanse en Turkse afkomst zijn kledingvoorschriften zoals het dragen van een hoofddoek of een panty tijdens het sporten belangrijk. KRAS houdt hier rekening mee. ‘Door het groeiende vertrouwen tussen de sportclub en de ouders van onze speelsters merken we een evolutie en een versoepeling in de voorschriften,’ legt Mohamed Zemmouri uit. ‘Jaren geleden mochten de meisjes enkel achter gesloten deuren sporten, nu spelen ze in sporthallen voor een gemengd publiek. Toch verliezen we niet uit het oog dat bepaalde groepen nog steeds strenge voorwaarden stellen om hun dochters te laten sporten.’ Sportclubs interculturaliseren Allochtone jongeren vinden moeilijk toegang tot reguliere sportclubs. Toen een man zijn zoon per e-mail inschreef in een Vlaamse sportclub, kreeg hij bericht dat de club volzet was. Toen hij een dag later hetzelfde deed met een Vlaamse naam,

ontving hij meteen een bevestiging van inschrijving. Anderzijds zijn sportclubs vaak niet aangepast aan de behoeften van allochtone sporters. Mohamed Zemmouri: ‘Allochtone sportploegen moeten nog altijd tegen het stereotiepe denken opboksen. Bezoekende spelers en supporters associëren een allochtone ploeg bijna overal met een slordige organisatie en een onveilige omgeving. Tijdens wedstrijden provoceren Vlaamse ploegen soms hun allochtone tegenstanders in de hoop dat een speler met een rode kaart van het veld wordt gestuurd. Door het succes op sportief vlak kunnen onze ploegen ondertussen gelukkig rekenen op meer respect van de autochtone ploegen.’ Om te interculturaliseren moeten reguliere clubs hun omgang met allochtonen bijsturen. Een sportclub verkocht hamburgers op zijn clubfeest tijdens de ramadan. Nadien was de club verwonderd dat ze geen winst gemaakt had omdat de allochtonen niet consumeerden. ‘De overheid kan de reguliere clubs ondersteunen door een veranderingsproces in hun omgang met allochtonen op gang te brengen,’ besluit Mohamed Zemmouri. ‘Door te investeren in kennis en begeleiding kan ze de vrijwilligers informeren over de culturele gewoonten.’ inge ruiters


Kan uw zwembad of sportcentrum beter? S&R ontwerpt, bouwt en exploiteert het voor u!

De Waterperels 3,5 jaar exploitatie 1.470.000 zwembeurten 32.000 inwoners

Geldenaaksebaan 329, 3001 LEUVEN

Tel. 016 22 35 00

BEVEREN

In aanbouw Sportbaden Recreatiebaden Wellness Sporthal

In aanbouw Sportbaden Recreatiebaden Wellness

bernard.vanzeebroek@sr-group.be

www.sr-group.be

Opening 19 & 20 maart Sportbaden Recreatiebaden Wellness Buitenbaden

100675

GENT

Dommelslag 6,5 jaar exploitatie 1.780.000 zwembeurten 28.000 inwoners


werkveld kinderopvangbeleid

Lokaal bestuur beheert zelfstandig kinderdagverblijf Al in 2004 bewees een HIVA-onderzoek dat zelfstandige kleinschalige kinderopvangvoorzieningen of minicrèches financieel nauwelijks leefbaar zijn. Dat wordt nu pijnlijk bevestigd door de plotse sluiting van enkele van deze voorzieningen. Zelfstandige ondernemers moeten niet alleen voldoen aan steeds strengere voorwaarden voor kinderopvangvoorzieningen, maar er ook een broodwinning uit halen. Tenzij de uitbater van die zelfstandige kinderopvang een lokaal bestuur is. tekst ann lobijn beeld didier bataillie

& isabelle pateer

E

en stuk of vijftien lokale besturen beheren een zelf- is dit 552,52 euro per kindplaats per jaar.) Verschillende zelfstandig kinderdagverblijf. Het lijkt een contradic- standige kinderdagverblijven hebben zich ook ingeschreven tie, maar het kan: een gemeentelijk zelfstandig kin- in het IKG-systeem, waarbij ze van Kind en Gezin een vast derdagverblijf georganiseerd door een OCMW- of bedrag van 25,75 euro per gepresteerde opvangdag per kind gemeentebestuur. Het woord ‘zelfstandig’ in com- krijgen, terwijl de ouders toch een inkomensgerelateerde oubinatie met ‘kinderopvang’ slaat dan ook absoluut niet op het derbijdrage betalen. Dit nog maar pas ingevoerde IKG-systeem statuut van het organiserende moet de betaalbaarheid van de bestuur. Vzw’s, maar bijvoorkinderopvang in Vlaanderen beeld ook het gemeenschapsverhogen. Eind vorig jaar was onderwijs, beheren zelfstandier nog wat onrust over, want ge kinderdagverblijven. En dus de middelen voor het IKGHet woord ‘zelfstandig’ in combinatie met ook lokale besturen. In deze systeem waren op, waardoor context maakt ‘zelfstandig’ ‘kinderopvang’ slaat niet op het statuut van het er geen nieuwe plaatsen in het het onderscheid met erkende systeem erkend konden wororganiserende bestuur. In deze context maakt en gesubsidieerde kinderopden. Vlaams minister van ‘zelfstandig’ het onderscheid met erkende en vang. Die laatste kinderdagWelzijn Jo Vandeurzen heeft gesubsidieerde kinderopvang. verblijven krijgen een erkenvrij snel bijkomende middening en subsidie van Kind en len gevonden zodat het aantal Gezin om de opvang te realiseren en moeten om de erkenning plaatsen in het IKG-systeem toch kan uitbreiden. Alleen zal te behouden aan veel voorwaarden voldoen, zoals een inko- de toewijzing van nieuwe toestemmingen via programmatie mensgerelateerde ouderbijdrage aanrekenen en een kwaliteits- gebeuren, wat een eerlijke spreiding van de inkomensgerelahandboek bijhouden. teerde opvang over Vlaanderen moet garanderen. Zelfstandige kinderdagverblijven hebben op enige uitzonderingen na allemaal een attest van toezicht (omdat dit in de Gooik voorschoolse opvang een voorwaarde is om een fiscaal attest De VVSG en het Onderwijssecretariaat van de steden en gete kunnen afleveren aan de ouders). Een attest van toezicht van meenten van de Vlaamse Gemeenschap gingen op een koude een zelfstandig kinderdagverblijf houdt in dat Kind en Gezin vrijdag een kijkje nemen in het zelfstandige kinderdagverblijf regelmatig toezicht houdt en het is meteen ook een soort kwa- Zonnetje, georganiseerd door het OCMW en gemeentebeliteitslabel. Bovendien zet het attest van toezicht de weg open stuur van Gooik, samen met vzw Centrum voor Kinderopvang naar allerlei Kind en Gezin-subsidies en andere vormen van ’t Breugelkind. ondersteuning, vooral financieel. Zonnetje Gooik is een zelfstandig kinderdagverblijf met een Veel zelfstandige kinderdagverblijven vragen bij Kind en attest van toezicht voor 21 kinderen. Dat betekent dat er ook Gezin de financiële basisondersteuning kwaliteit aan. (In 2011 nooit meer dan 21 kinderen tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn.

34 I 16 maart 2011 I Lokaal


Het zelfstandig kinderdagverblijf in cijfers

In Zonnetje zijn er geen nieuwe opvangplaatsen meer tot november 2012.

Toch zijn er 35 kinderen ingeschreven. Weinig ouders brengen hun kind voltijds naar de opvang. ‘Ook vroeger hanteerden wij al een systeem van inkomensgerelateerde ouderbijdrage, met verschillende schalen en een verschil tussen inwoners van Gooik en niet-inwoners. De overstap naar het IKG-systeem van Kind en Gezin heeft het gebruik zeker doen stijgen. Ouders brengen hun kind meer dagen naar de opvang dan vroeger,’ vertelt Katrien Neuckermans, coördinator van Zonnetje. Voordat Zonnetje bestond, had Gooik al tachtig plaatsen gerealiseerd bij onthaalouders aangesloten bij een dienst en een zeventiental plaatsen in een zelfstandig kinderdagverblijf. Ondanks de bijkomende 21 plaatsen in Zonnetje blijft het tekort aan opvang in Gooik groot: ‘We hebben hier geen wachtlijst, dat werkt gewoon niet. We hebben gewoon pas weer plaats vanaf november 2012.’ Alsof het helemaal in scène is gezet, belt op dat moment een ouder. Katrien antwoordt heel vriendelijk maar kordaat dat er jammer genoeg geen plaats is en ze verwijst door naar andere opvanginitiatieven in de regio. ‘Een voordeel van het feit dat wij zo lang op voorhand volgeboekt zijn, is dat wij al vóór de grootouders weten dat er een kleinkind op komst is,’ zegt Katrien ironisch. Zonnetje is gunstig gelegen, op een boogscheut van een drukke verkeersstraat. ‘Dit maakt het voor ouders gemakkelijk. Op weg naar het werk passeren ze hier, maar daardoor is Zonnetje ook aantrekkelijk voor ouders die buiten Gooik wonen. Bovendien ligt het kinderdagverblijf naast de basisschool (met buitenschoolse opvang) van deelgemeente Leerbeek,’ vult OCMW-voorzitter en schepen Jo Baert aan. In Gooik zijn er nog basisscholen in de vijf leefkernen. Kinderen uit die leefkernen gaan dan ook eerder naar school in hun eigen leefkern. Kinderen van Zonnetje stromen dus niet spontaan door naar de school naast het kinderdagverblijf. Schepen Jo Baert droomt even hardop: ‘Daarom zouden wij ook liever een nieuwe ves-

Er zijn in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vandaag bijna 1500 zelfstandige kinderdagverblijven. Samen realiseren zij bijna 30.000 kindplaatsen (34% van het totale aanbod voorschoolse kinderopvang). Van deze 1500 zelfstandige kinderdagverblijven werken er ongeveer 570 met een inkomensgerelateerde ouderbijdrage. Samen realiseren zij bijna 12.000 plaatsen in het IKG-systeem. De Vlaamse regering besliste vanaf 2012 15 miljoen euro extra toe te kennen voor de uitbreiding van het aantal inkomensgerelateerde opvangplaatsen bij zelfstandige opvangvoorzieningen. Dit budget is goed voor ongeveer 3750 extra IKG-plaatsen. Er zou in 2011 al een toekenning komen van extra IKG-plaatsen in Antwerpen, Brussel en Gent en in die zorgregio’s waar het aantal IKG-plaatsen per 100 kinderen lager is dan 27,4. AL

advertentie

Lokaal I 16 maart 2011 I 35


werkveld kinderopvangbeleid

raadsel. Ik ben blij dat ons kinderdagverblijf is ingebed in een lokaal bestuur, wat de mogelijkheden immens verhoogt en zeker de stabiliteit van het aanbod ten goede komt,’ vertrouwt Katrien me nog toe. Voor startende initiatieven heeft ze goede raad: ‘Beschik over voldoende kennis, leer zo veel mogelijk van anderen om fouten te voorkomen. Neem dus de tijd om te leren voordat je opent. Achteraf zaken rechttrekken is soms moeilijker.’

Een kinderopvang verbonden aan een school houdt de schoolpopulatie op peil.

tigingsplaats van het kinderdagverblijf oprichten in een andere deelgemeente, eerder dan Zonnetje uit te breiden. En mocht het even kunnen, zouden wij toch graag een erkend en gesubsidieerd kinderdagverblijf organiseren.’ Hier raken we de kern van de zaak. De oprichting van Zonnetje als zelfstandig kinderdagverblijf is een negatieve keuze, te wijten aan het gebrek aan Vlaamse middelen voor nieuwe gesubsidieerde kinderdagverblijven. De frustratie over hoe Vlaanderen de middelen aan bepaalde zorgregio’s en gemeenten toewijst en het recht op subsidies berekent, staat op de gezichten te lezen. Toch probeert Katrien het gesprek een positieve wending te geven: ‘Gelukkig kwamen we in aanmerking voor IKGmiddelen. Wij werkten toch al inkomensgerelateerd, vanuit het principe dat alle ouders recht hebben op kinderopvang. Alleen jammer dat er door de wachtlijsten in de praktijk zo weinig verandert qua toegankelijkheid voor de kansengroepen. Maar dankzij het IKG-systeem krijgen we compensatie van Vlaanderen wanneer ouders op basis van hun inkomen een kleine ouderbijdrage betalen. En bovendien neemt Kind en Gezin via een incassobureau de hele ouderbijdrageberekening en -inning op zich. Dat scheelt een stuk in de administratie.’

36 I 16 maart 2011 I Lokaal

Ondanks de financiële basisondersteuning van Kind en Gezin, de IKGbijdrage van 25,75 euro per opvangdag en de tewerkstellingspremies voor het personeel blijft het zelfstandig kinderdagverblijf verlieslatend. Personeel blijft de grootste uitgave. Voor de 21 plaatsen die in Zonnetje gerealiseerd worden,

Gent Terwijl het in Zonnetje heerlijk naar verse aardappelen met groenten begint te geuren, vertrekken we naar onze afspraak bij Danny Verdonck, regiocoördinator en medewerker van de Gentse dienst Kinderopvang. De stad Gent heeft 22 erkende en gesubsidieerde kinderdagverblijven en beheert ook drie zelfstandige kinderdagverblijven. Alles samen goed voor duizend voorschoolse opvangplaatsen. Met in totaal meer dan 3700 voorschoolse opvangplaatsen op het grondgebied Gent wordt het tekort nog geschat op bijna 900. Heel veel van de stedelijke kinderdagverblijven zijn gehuisvest dicht bij

Ondanks de financiële basisondersteuning van Kind en Gezin, de IKG-bijdrage en de tewerkstellingspremies voor het personeel blijft Zonnetje verlieslatend. Het OCMW van Gooik legt jaarlijks 10.000 euro bij. heeft het OCMW vijf begeleiders aan 80% VTE op C-niveau, één coördinator en een halftijdse logistieke schoonmaakhulp in dienst. Ongeveer 10.000 euro legt het OCMW jaarlijks bij. Dat het niet meer is, is vooral te danken aan de inzet van gesco- en sociale-maribelmiddelen. Sommige kosten worden ook niet doorgerekend. Zo kocht de gemeente de units van Zonnetje en voor werken of klussen wordt de technische dienst of de preventiedienst van de gemeente en het OCMW ingezet. ‘Hoe een zelfstandige ondernemer én goede kwaliteit kan bieden én financieel break-even kan werken, blijft me een

of op de site van een stedelijke basisschool. ‘Vroeger was de doorstroming van kinderdagverblijf naar school evident. Door voorschoolse kinderopvang op een schoolsite te organiseren, wat toen zeker een publiek van werkende ouders aantrok, creëerde de stad een divers leerlingenpubliek met ook kinderen van werkende ouders. Bovendien kon door die nabijheid al zeer vroeg ook aan een betere overgang van opvang naar school gewerkt worden,’ vertelt Danny Verdonck. ‘Het tekort aan opvangplaatsen en de verschillende voorrangsregels die Vlaanderen aan de kinderopvang en de onderwijsinstellingen oplegt, maken het


lokale raad

doorstromen van kinderen uit de kinderopvang naar de school nu minder vanzelfsprekend. Maar een kinderopvang verbonden aan een school houdt de schoolpopulatie toch op peil.’ Gent is al sinds de jaren zestig actief in de kinderopvang. Als lokaal bestuur zelf goede en betaalbare kinderopvang organiseren is een bewuste keuze. Daar komt nog een beleid bovenop dat ook het zelfstandige initiatief wil ondersteunen en stimuleren. Jaarlijks wordt de eigen bijdrage van de stad Gent in de kinderopvang geschat op ongeveer 12 miljoen euro. Vooral personeelskosten natuurlijk. ‘Wij beperken het aantal tewerkstellingsprojecten in de kinderopvang bewust. Op de vierhonderd VTE begeleiders die de stad in de voor- en buitenschoolse kinderopvang in dienst heeft, zijn er amper twintig die we via een tewerkstellingsproject een steuntje in de rug geven,’ vertelt Danny Verdonck. KIDS@VDAB is een van de drie Gentse zelfstandige kinderdagverblijven, georganiseerd met en in een gebouw van de VDAB. De helft van de 22 plaatsen is voorbehouden voor de deelnemers aan VDAB-opleidingen. Voor hen betaalt de VDAB de inkomensgerelateerde ouderbijdrage. De drie kinderdagverblijven werden oorspronkelijk in deze vorm en niet als erkende en gesubsidieerde kinderdagverblijven georganiseerd, omdat deze vestigingsplaatsen op dat moment niet aan de erkenningsvereisten van Kind en Gezin voldeden. ‘Ouders of kinderen merken in principe niets van het verschil, noch op het gebied van de kwaliteit, noch in de ouderbijdrage. De stad zorgt voor de facturatie van de ouderbijdrage, ook in de zelfstandige kinderdagverblijven. Die kwaliteit is voor de stad Gent belangrijk en moet zowel op korte als op lange termijn gegarandeerd worden. Alleen goede kinderopvang rendeert, zowel voor het kind en voor de maatschappij als voor het bestuur zelf,’ overtuigt Danny Verdonck me.

Kan de gemeente optreden tegen illegale opslag van afval op particulier terrein? Gemeenten kunnen altijd optreden tegen de illegale opslag van afval op particuliere terreinen, zelfs als de dader niet de eigenaar van dat terrein is. Het Afvaldecreet verbiedt het illegaal achterlaten van afvalstoffen. Dat gaat niet louter over het laten staan of liggen van een afvalstof, maar ook over het veroorzaken en laten voortduren van de aldus ontstane toestand. Niet enkel afval storten kan dus bestraft worden maar ook het verzuim om illegaal achtergelaten afval te verwijderen. Dat heeft bijvoorbeeld belang als een eigenaar van een terrein niet het nodige doet om het afval dat door een ander illegaal is achtergelaten, te verwijderen. De eigenaar draagt met andere woorden ook verantwoordelijkheid. Naast sluikstorten zijn een pak andere activiteiten te beschouwen als achterlaten of verwijderen van afval op een manier die in strijd is met het Afvaldecreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. Voorbeelden daarvan zijn: niet vergunde opslag van afvalstoffen zoals het bijhouden van autowrakken in de achtertuin, aanharden van wegen met niet COPRO-gekeurd steenpuin, achterlaten van afval in een leegstaande woning, het lozen van verfrestanten in de riolering. Illegaal ontwijkgedrag, zoals zwerfvuil en sluikstorten, is voor de bevolking een van de grootste ergernissen. Gemeenten kunnen hiertegen optreden door administratieve boetes voor het opruimen van het afval te heffen of door de gerechtelijke weg te volgen. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) kan illegaal achtergelaten afvalstoffen ambtshalve inzamelen, vervoeren en verwerken als er een risico bestaat van hinder of schade voor de mens, de volksgezondheid of het leefmilieu. Of de Ovam dan wel de gemeente optreedt, hangt mede af van de aard en de hoeveelheid van de te verwijderen afvalstoffen. Op basis van het subsidiariteitsprincipe zal de Ovam vooral tussenbeide komen als het grotere partijen betreft of afvalstoffen die door hun bijzondere karakter een hoog en onmiddellijk risico vormen. Voor kleinere hoeveelheden minder gevaarlijk afval wordt eerder op de gemeente gerekend. Het gemeentebestuur kan de eigenaar via een aanmaning vragen de boel binnen een bepaalde periode op te ruimen. Als die niet reageert, kan de burgemeester volgens het Afvaldecreet alle nodige maatregelen nemen om de hinder te stoppen. Hij kan het afval dus laten opruimen en de rekening ervan doorsturen naar de veroorzaker ervan. De gemeente moet wel over een eigen belastingreglement beschikken om illegaal achtergelaten afval te verwijderen. De toezichtsambtenaren van de lokale politie en van de gemeente, aangesteld krachtens het Milieuvergunningsdecreet, zijn bevoegd voor het algemeen toezicht op de naleving van de bepalingen van het Afvaldecreet en diverse Europese afvalrichtlijnen en -verordeningen. Het proces-verbaal dat zij opstellen, heeft bewijskracht tot het tegendeel bewezen is. Tijdens de uitoefening van hun toezicht moeten ze zich bekendmaken door een legitimatiebewijs voor te leggen dat door de burgemeester is ondertekend. Bij vaststelling van een overtreding moet de Ovam in kennis worden gesteld. Dat betekent niet dat de Ovam een afschrift van het procesverbaal krijgt, een beknopt verslag volstaat. Een proces-verbaal naar de Ovam opsturen kan niet zonder dat het parket hiervoor de toestemming geeft. Decreet van 02.07.1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (Afvaldecreet), art. 37, 54 en 55. Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA), art 9.1 en 9.3.

Ann Lobijn is VVSG-stafmedewerker kinderopvang

Mail uw vragen over afvalbeleid naar christof.delatter@vvsg.be.

Lokaal I 16 maart 2011 I 37


werkveld lokale economie

Eén voordeur voor heel de Hasseltse handel Met het City Depot-project werd Hasselt op 28 februari Laureaat Ondernemende Gemeente 2011, een erkenning uitgereikt door Unizo en de VVSG. Om de toevloed aan vrachtverkeer richting centrum tot een minimum te beperken worden zo veel mogelijk goederenstromen van handelaars gebundeld. Een eenvoudig principe, maar een zware opdracht in een stad met meer dan zeshonderd handelszaken. tekst simon gryspeert beeld daniel geeraerts

T

ot deze maand laat iedere Hasseltse handelaar zijn leveranciers nog tot aan de deur van zijn zaak rijden, waardoor er een heleboel vrachtwagens het stadscentrum in moeten. En omdat elke stad venstertijden hanteert waarbinnen die leveringen moeten gebeuren, brengt dat dikwijls – vaak ’s ochtends vroeg tijdens de spits – veel lawaai en verkeersoverlast met zich mee. Bovendien moeten de vrachtwagens vaak maar een fractie van hun lading kwijt in de stad, de rest is voor de volgende haltes. Zo wordt een pak overbodig transportvolume iedere dag opnieuw in en uit de stad gereden. Bij het alternatief dat nu onderzocht werd, rijden die vrachtwagens niet allemaal tegelijk naar het drukke stadscentrum, maar zetten de leveranciers hun goederen af aan de rand van de stad in

een groot stadsdepot. Omdat in de stadsrand geen vensteruren gelden, kunnen ze dit doen wanneer hun dat het best uitkomt. Vanuit het stadsdepot vertrekken er vervolgens meerdere keren per dag elektrische vrachtwagens op ronde langs de handelszaken. De leveringen worden zo in een beperkt aantal ritten gebundeld. ‘Het principe klinkt vrij eenvoudig, maar de uitwerking is dat niet,’ vertelt burgemeester Hilde Claes. ‘In andere steden zijn eerder al vergelijkbare proefprojecten opgezet, maar die zijn nooit goed van de grond gekomen. Het gevaar bestaat dat we te veel vanuit het beleid denken. Een top-downbenadering werkt niet bij een dergelijk project, daarom hebben wij er al van in de onderzoeksfase Unizo Hasselt en de lokale winkelvereniging bij betrokken. Het succes van City Depot

hangt voor een belangrijk deel af van het vertrouwen dat de handelaars erin hebben, ze moeten zelf dus ook overtuigd zijn van de voordelen die ze eruit kunnen halen.’ Leveren per cargofiets Die voordelen zijn er trouwens niet alleen voor de handelaars, want Hasselt is ervan overtuigd dat het City Depotproject voor alle betrokkenen voordelig kan zijn. De leveranciers kunnen nu veel flexibeler omspringen met hun levertijden want in het City Depot kunnen ze leveren tussen zeven uur ’s morgens en zeven uur ’s avonds. Idealiter wordt het depot ook hun enige halte in Hasselt, omdat ze de leveringen voor verschillende handelaars zullen kunnen bundelen. Voor de handelaars zijn er zo mogelijk nog grotere voordelen. Ook zij win-

Werkgroep stedelijke distributie In de VVSG-werkgroep Stedelijke Distributie delen gemeentelijke experts Economie en Mobiliteit al een paar jaar hun ervaringen in maatregelen op het gebied van goederenvervoer in en om de stad. Gezamenlijk bouwen de leden aan een betere kennis en meer inzichten in deze complexe problematiek, via onder meer studiebezoeken en gesprekken met logistieke spelers. Grote en kleine steden realiseren zich immers almaar meer dat een goederenvervoerbeleid noodzakelijk is en dat zij op dit vlak met gedurfde keuzes veel kunnen bereiken. De VVSG wil deze werkgroep uitbreiden, ook met stedenbouwkundig ambtenaren. De ruimtelijke ordening van een stad heeft immers een grote impact op de efficiëntie van het goederenvervoer. Wie wil aansluiten bij deze werkgroep of meer informatie wil over de werkgroep of over stedelijke distributie, kan contact opnemen met bart.palmaers@vvsg.be, T 02-211 56 36. www.vvsg.be, knop economie&werk, lokale economie, detailhandel, stedelijke distributie

38 I 16 maart 2011 I Lokaal


nen aan flexibiliteit, want de elektrische vrachtwagens van het City Depot kunnen hun goederen aanvoeren wanneer zij dat wensen: wekelijks, dagelijks, tot zelfs meerdere keren per dag. Er zijn zelfs ‘just in time’-leveringen: kleine transportvolumes tot 1,5 kubieke meter kunnen per cargofiets worden vervoerd. Eén telefoontje van de handelaar volstaat om een kwartier later de levering in de zaak te hebben. Ten tweede kunnen ze naar believen opslagruimte huren in het depot, ter vervanging of ter aanvulling van hun eigen ruimte. De vrijgemaakte opslagruimte kunnen ze dan gebruiken om hun handelszaak meer oppervlakte te geven. Normaal is commerciële ruimte bijmaken in de binnenstad een dure zaak, dankzij het City Depot wordt dit misschien toch mogelijk. Een derde reeks voordelen zit in de ‘toegevoegdewaardediensten’. ‘Zo kunnen de vrachtwagens die de binnenstad beleveren bijvoorbeeld ook het afval van de handelaars oppikken, vooral zuivere fracties zoals papier, plastiek of pallets,’ zegt burgemeester Hilde Claes. ‘Of voor kledingwinkels kunnen de kleren al op rekken gehangen worden in het depot. Een elektronicazaak zou in het City Depot dan weer een afhaalpunt kunnen inrichten waar klanten eenvoudig grotere stukken kunnen afhalen. Voor de stad en haar inwoners ten slotte is het voordeel ook duidelijk: minder vrachtwagens betekent minder verkeer, minder lawaai en minder luchtverontreiniging.’ Wie wel nadeel zou kunnen ondervinden van het project, is een ondernemer die opslagruimte verhuurt. Doet de stad die mensen dan geen oneerlijke concurrentie aan? Hilde Claes: ‘Daar is aan gedacht. We voeren nu gesprekken met een ondernemer die opslagboxen verhuurt, en wellicht kunnen we met hem een samenwerking overeenkomen. Onze diensten zijn complementair, want zijn opslagruimtes kunnen andere functies vervullen dan ons depot.’ Starten met early believers Het succes van het City Depot staat of valt met het aantal deelnemers. Zonder voldoende transportvolume kan zoiets niet rendabel zijn. ‘Toch zou het op mid-

dellange termijn moeten lukken,’ zegt burgemeester Claes. ‘Wie nu intekent voor het project wordt lid van de vzw City Depot. In het begin zullen we de basisdienstverlening gratis aanbieden. Op termijn zullen we voor dit lidmaatschap wellicht een minimale bijdrage vragen. Daarnaast zijn het de bijkomende toegevoegdewaardediensten die voor inkomsten zullen zorgen: huur van opslagruimte en afvalophalingen. Verder mikken we ook op kostenvermindering door efficiëntiewinsten, bijvoorbeeld door bestellingen en langeafstandsleveringen van verschillende winkels te bundelen. We hebben uitgerekend dat als 20 procent van alle bundelbare transporten in Hasselt via het City Depot verlopen,

ben gekozen door milieuvriendelijke, elektrische vrachtwagens te kiezen. Die zijn een pak duurder dan gewone dieselvrachtwagens. De extra kosten van die keuze willen we daarom niet meteen meetellen bij het maken van de financiële evaluatie.’ Succes in Nederland Wat de initiatiefnemers van het City Depot sterkt in hun geloof in de slaagkansen, is dat er wel degelijk al succesvolle projecten bestaan. Drie jaar geleden hebben drie handelaars in het Nederlandse Nijmegen iets vergelijkbaars opgezet: de Binnenstadservice, die op bescheiden schaal begon. Op korte tijd is het project helemaal doorgebroken en

Het succes van City Depot hangt voor een belangrijk deel af van het vertrouwen dat de handelaars erin hebben, ze moeten zelf dus ook overtuigd zijn van de voordelen die ze eruit kunnen halen.

we break-even kunnen draaien. Dat is niet niks, maar lijkt zeker haalbaar.’ ‘Bij de opstart halen we dat cijfer uiteraard nog niet. We merken dat veel handelaars afwachten, ze willen “eerst zien en dan geloven”. Dat begrijpen we, het project zit uiteindelijk nog in een proeffase. Maar we geloven wel dat de early believers die nu al intekenen – tot nu toe een tiental – snel anderen zullen aanzetten om mee te doen zodra het project goed vertrokken is. Het potentieel is erg groot, want niet alleen handelaars komen in aanmerking. Ook andere bedrijven kunnen intekenen, zelfs scholen en ziekenhuizen.’ Ten laatste in april moeten de eerste vrachtwagens uitrijden. Het project krijgt minstens twee jaar tijd om te groeien en te verbeteren. Tijdens die periode ondersteunt de stad Hasselt het City Depot gedeeltelijk met subsidies, maar ze wil die zo snel mogelijk tot een minimum afbouwen. ‘Vanwege de vele voordelen vinden we het niet verkeerd om zo’n project structureel te ondersteunen,’ zegt Hilde Claes. ‘Het is ook zo dat we voor de moeilijke weg heb-

intussen bestaat het systeem al in zes Nederlandse centrumsteden. Volgens Hilde Claes is dat het ideaal: ‘Als verschillende steden het systeem invoeren, kunnen transporteurs helemaal hun voordeel doen omdat ze niet meer moeten afzakken naar het lagere wegennetwerk. Die schaalvergroting is ook belangrijk voor de haalbaarheid van City Depot op langere termijn.’ ‘Uiteraard zijn er nog wat vraagtekens in de uitvoering van dit project, daarom is dit ook een proefproject. Net door het in de realiteit te brengen kunnen we een realistisch logistiek en financieel model ontwikkelen. Dit is ook de beste manier om handelaars en andere mogelijke klanten van City Depot effectief te overtuigen van de voordelen. Dat doe je niet met een centimeters dik rapport. We geloven zo sterk in het concept dat we op een bepaald moment, mede onder impuls van de handelaars, gewoon beslist hebben om te “springen”. We zijn goed voorbereid, dat wel, maar het blijft een beetje een sprong in het onbekende.’ Simon Gryspeert is redacteur ZO-magazine

Lokaal I 16 maart 2011 I 39


geregeld wetmatig

stefan dewickere

In plaats van subsidies voor het cultuurbeleidsplan zullen gemeenten deze vanaf 2014 kunnen aanvragen via het meerjarenplan dat ze bij het begin van de bestuursperiode maken.

Planlastvermindering op koers Op 18 februari keurde de Vlaamse regering een tweede keer het voorontwerp van decreet goed dat tot een sterke planlastvermindering voor lokale besturen zou moeten leiden. Het is nu aan de Raad van State en het Vlaamse parlement om er hun zeg over te doen.

Vorig najaar zag het er even beroerd uit voor de aangekondigde planlastreductie. De discussie over het Groenboek Interne Staatshervorming zat in het slop, en de planlastvermindering dreigde in die malaise te delen. Politiek worden zulke zaken immers aan elkaar gekoppeld. Voor de lokale besturen dreigde er op een bepaald moment zelfs alleen extra planlast te ontstaan, want het besluit op de beleids- en beheerscyclus (met nieuwe regels voor de vorm en inhoud van meerjarenplanning en budget) was intussen wel een feit. De VVSG is daarom blij dat de Vlaamse regering het voorontwerp van planlastdecreet intussen naar de Raad van State heeft gestuurd, nadat eerder de strategische adviesraden er hun zeg over konden doen. Aan de grond van de zaak is er sinds de eerste principiële goedkeuring net voor Nieuwjaar niet veel veranderd. Het blijft de bedoeling dat gemeenten en OCMW’s vanaf 2014 subsidies waaraan plannen verbonden zijn (cultuur, milieu, NoordZuidbeleid…), aanvragen via het meerjarenplan dat ze op basis van het gemeente- en OCMW-decreet bij het begin van

40 I 16 maart 2011 I Lokaal

de bestuursperiode toch moeten maken. Daarin kunnen ze aangeven hoe ze willen inspelen op de Vlaamse prioriteiten waarmee subsidies samenhangen. De verantwoording achteraf zal dan gebeuren via de jaarrekening zoals ze op basis van het besluit op de beleids- en beheerscyclus moet worden opgesteld. De laatste versie van het voorontwerp bevat niet langer een lijst van vijftien decreten en besluiten die de Vlaamse regering zou moeten aanpassen. In de plaats kwam een meer algemene bepaling die zegt dat vanaf de inwerkingtreding van het planlastdecreet besturen voldoen aan de sectorale plannings- en verantwoordingsregels als ze een meerjarenplan of jaarrekening indienen volgens de regels van de beleids- en beheerscyclus. Daardoor zijn hiermee tegenstrijdige bepalingen impliciet opgeheven.

Aan de slag De vraag zal nu zijn of de Raad van State hiermee kan leven. Ook bij het Vlaamse parlement rust nog een zware taak. Ten

eerste moet het zo snel mogelijk beginnen aan een drastische sanering van alle planningsverplichtingen in de sectorale regelgeving. Ten tweede moet het kritisch opvolgen of de planlastvermindering door de Vlaamse regering ook consequent in de uitvoeringsbesluiten wordt doorgetrokken. Ten derde rekenen we op de parlementsleden om enkele VVSG-verzuchtingen via amendement toch nog te realiseren. Zo vindt de vereniging dat de Vlaamse regering veel eerder dan op 30 april van het tweede jaar van de bestuursperiode bekend moet maken wie recht heeft op welke subsidies. Verder moet er om democratische redenen (wie betaalt, bepaalt) een grens komen op de cofinanciering die de subsidieregels kunnen opleggen. De VVSG pleit hier voor een maximum van één euro lokaal geld voor één euro Vlaamse middelen. Tot slot vraagt de VVSG dat de sectorale regelgeving geen vormvereisten oplegt voor de wijze waarop de inspraak moet worden georganiseerd. Dat doelgroepen en belanghebbenden moeten worden betrokken bij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het beleid, staat buiten kijf. Ook het Gemeente- en OCMW-decreet leggen dat trouwens op. Hoe dat het best kan gebeuren, laat je echter beter aan de lokale besturen zelf over. jan.leroy @ vvsg.be


In samenwerking met

Publiek-Private Samenwerking Basisopleiding

 www.kluweropleidingen.be/PPSBNNB

Masterclass DBFM-contracten

 www.kluweropleidingen.be/DBFMNNB

Unieke aanbieding voor lezers van Lokaal! n

10% korting op één van bovenstaande opleidingen. Vermeld bij inschrijving de actiecode ‘LOKAAL10P’

n

Aanbieding geldig tot 30 april 2011

n

Meer informatie: www.kluweropleidingen.be/overheidsopdrachten Wij kunnen deze opleidingen ook intern in uw bedrijf organiseren. Meer informatie, bel 015 36 21 32.

adv_PPSBNNB_022011_Lokaal_MagazineAds1v3_1.indd 1

Brasschaat is een groene gemeente die ligt aan de rand van de grootstad Antwerpen. Als lokaal bestuur trachten we de dienstverlening naar de zowat 38.000 inwoners van Brasschaat zo optimaal mogelijk te organiseren. Hiertoe bouwden we een stevige organisatie uit met zo'n 400 medewerkers. Het gemeentebestuur van Brasschaat organiseert een selectieprocedure met een wervingsreserve van 2 jaar voor de voltijdse statutaire betrekking van een (m/v):

FINANCIEEL BEHEERDER Profiel: • U bent minimaal 18 jaar • U bent van onberispelijk gedrag en geniet van de burgerlijke en politieke rechten • U bent in het bezit van ten minste een universitair diploma of een master diploma • U bent Belg • U bent in het bezit van een attest of getuigschrift van een aanvullende managementsopleiding of u behaalt dit tijdens uw proeftijd • U bent klantgericht en integer • U bent resultaatgericht en nauwgezet • U bent bereid om uw technische kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. Als deze uitdaging u aanspreekt, kunt u een inschrijvingsformulier, de volledige functiebeschrijving en de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden verkrijgen bij het Gemeentebestuur, dienst personeel en onderwijs, Frilinglei 1, 2930 Brasschaat (tel. 03 650 02 75, fax. 03 650 02 89, personeelsdienst@brasschaat.be)

21-02-2011 14:22:12

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website

inlevering advertenties voor:

Lokaal 7 (16 tot 30 april): 31 maart Lokaal 8 (1 tot 15 mei 2011): 20 april

informatie

Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

Sollicitaties moeten uiterlijk 23 maart 2011 worden toegezonden.

Lokaal I 16 maart 2011 I 41


Geen

r e m e n r e d n o h maar toc

? d n e m e n r e d on Bereikbaarheidsadviseur Noord-West Vlaanderen (Brugge) UW FUNCTIE • U informeert, adviseert en ondersteunt ondernemers die geconfronteerd worden met openbare werken. U behartigt hun belangen bij de opdrachtgevende overheden, nutsmaatschappijen en aannemers. Samen met de ondernemers pakt u de mobiliteitsproblemen aan, zowel op bedrijfs- als op groepsniveau. • Analyse van de impact van wegenwerken (ontwerpbestek-uitvoering) om doelgerichte maatregelen voor te stellen. • Begeleiding van de gemeenten in hun communicatie naar ondernemers. • Ondernemers informeren over compenserende maatregelen bij hinder door wegenwerken. • Opstarten van commerciële acties die de hinder beperken. • Begeleiding van de UNIZO adviseurs lokale werking bij hinder door openbare werken in de regio.

Het gemeentebestuur van Berlaar gaat over tot de statutaire aanwerving van een Voltijds gemeentesecretaris DIPLOMAVEREISTEN

Ofwel een masterdiploma, ofwel een diploma van het universitair onderwijs of een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs. Als laatstejaarsstudent krijgt u eveneens toegang tot de selectieprocedure, bij voorlegging van een studiebewijs en een verklaring dat u binnen een termijn van maximaal drie maanden zult deelnemen aan de eindexamens voor het behalen van uw diploma. TAKEN

U staat in voor de algemene leiding van de gemeentelijke diensten (hoofd van het personeel) en bent voorzitter van het managementteam. U vervult de wettelijk en decretaal voorgeschreven taken. U zorgt voor de voorbereiding en waakt over de uitvoering van de beslissingen van de bestuursorganen. WAT KUNNEN WIJ BIEDEN

Bruto geïndexeerde aanvangsjaarwedde: 45.813,87 euro. Overname anciënniteit uit de privésector of als zelfstandige: max. 12 jaar + maaltijdcheques, fietsvergoeding en hospitalisatieverzekering. SELECTIEPROCEDURE

De selectie voor de aanwerving als gemeentesecretaris wordt uitbesteed aan een extern erkend selectiebureau. De selectie bevat een test die de management- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst.

UW PROFIEL • u bent diplomatisch en analytisch

Ambtenaar Ruimtelijke Ordening - Mobiliteit

• u werkt klantgericht en hebt overtuigingskracht

DIPLOMAVEREISTEN

• u kan zelfstandig en planmatig werken • u hebt goede organisatorische en onderhandelvaardigheden

Een bachelordiploma, of een diploma hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs. Ervaring niet vereist.

• u bent in het bezit van een master diploma en een rijbewijs

TAKEN

• u hebt affiniteit met het zelfstandig ondernemerschap

Het beleid inzake stedenbouw, RO, grond- en pandenbeleid adviseren, voorbereiden en uitvoeren. Uitvoeren en coördineren van het mobiliteitsplan. Voorbereiding en uitvoering gemeentelijk verkeersbeleid.

maakt werk van diversiteit in haar personeelsbeleid.

WIJ BIEDEN UNIZO biedt een voltijdse verantwoordelijke job in een boeiende ondernemerswereld, en een competitieve verloning. Garantie op boeiende contacten met ondernemers, beleidsverantwoordelijken en administraties

Stuur uw sollicitatiebrief met CV en foto naar UNIZO Noord-West-Vlaanderen, ’t Zand 20, 8000 Brugge t.a.v. Frederik Serruys of naar frederik.serruys@unizo.be.

MEER INFO OVER DE REGIO VINDT U OP WWW.UNIZO.BE/NOORDWESTVLAANDEREN

42 I 16 maart 2011 I Lokaal

Bruto geïndexeerde aanvangsjaarwedde: 26.221,61 euro + maaltijdcheques, fietsvergoeding en hospitalisatieverzekering.

INTERESSE?

www.unizo.be

NIZO_Personeelsad_VVSG_90x263.indd 1

WAT KUNNEN WIJ BIEDEN

SCHRIFTELIJKE KANDIDATUREN INDIENEN

De kandidatuurstellingen dienen schriftelijk, per fax, e-mail of persoonlijke afgifte ingediend te worden bij het college van burgemeester en schepenen, Markt 1, 2590 Berlaar, F 03-482 49 14, personeel@berlaar.be, met bijvoeging van een kopie van diploma en een uittreksel uit het strafregister, ten laatste op 31 maart 2011. De datum van de verzending van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum waarop de kandidatuur is ingediend. Er wordt een wervingsreserve van twee jaar aangelegd. HEEFT U INTERESSE EN WENST U BIJKOMENDE INLICHTINGEN

Neem dan contact op met de personeelsdienst, Cindy Jacobs of Tine Van der Keilen, T 03-410 19 16, personeel@berlaar.be. U kunt eveneens de volledige functiebeschrijving raadplegen of www.berlaar.be.

24/02/11 16:54


geregeld wetmatig

isabelle pateer

Wat met opdeciem op verkeersbelasting?

Dat de verkeersfiscaliteit er de komende jaren helemaal anders zal uitzien, staat vast. Wat dat voor de gemeentelijke opdeciem betekent, is een stuk minder duidelijk. De drie gewesten zijn het eens geworden over een hervorming van de verkeersfiscaliteit. Er komt een slimme kilometerheffing voor vrachtwagens, er zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de opbrengsten van de belasting die buitenlanders betalen, en de verkeersbelasting zelf wordt afhankelijk van de milieu-impact van het voertuig. Vandaag hangt die vooral af van de zogenaamde fiscale pk, een afgeleide van de zwaarte van de motor. In een overleg met een aantal kabinetten van de Vlaamse regering blijkt dat er voorlopig nog niets is beslist over wat dat betekent voor de opdeciem op de verkeersbelasting. Die bleef in het akkoord met de andere twee gewesten buiten beschouwing, omdat hierover ook geen Belgische afspraken nodig waren. De opdeciem is voor de betaler ervan een belasting. Vanuit het oogpunt van de gemeente gaat het om een subsidie. De Vlaamse (en tot 2010 de federale) overheid geeft aan de gemeente waar de eigenaar van het voertuig is ingeschreven of gevestigd één elfde van de opbrengst van de verkeersbelasting. Het tarief of de belastinggrondslag kan een gemeente niet zelf bepalen. Het gaat dus om een subsidie die gefinancierd wordt met belastingopbrengsten. De vraag rijst of de Vlaamse overheid met die subsidie wil doorgaan nu de verkeersfiscaliteit wordt hervormd. De zaak is niet zonder belang, want het ging in 2010 voor alle Vlaamse gemeenten samen om ruim 90 miljoen euro, of 14,4 euro per inwoner. Het bedrag stijgt zowat 3,4% per jaar. De verdeling van die 90 miljoen euro onder de gemeenten vertoont vreemde

kronkels. In ons land rijden enkele honderdduizenden leasingwagens rond, vaak als onderdeel van het verloningspakket van werknemers. Die leasingwagens zijn ingeschreven in de gemeente waar het leasingbedrijf is gevestigd, en dat is niet waar de gebruiker woont. Gemeenten als Zaventem (88 euro per inwoner), Aartselaar (66 euro) en Bornem (41 euro) halen hieruit veel meer middelen dan andere besturen. Machelen hoorde tot voor kort ook bij de top. Door het recente vertrek van een leasingbedrijf naar Leuven verhuisde echter ook 1 miljoen euro van de ene gemeentekas naar de andere. In haar memorandum voor de Vlaamse verkiezingen van 2009 heeft de VVSG voorgesteld de opdeciem af te schaffen en die 90 miljoen gewoon bij het Gemeentefonds te voegen, maar dan wel verdeeld op basis van het aantal inwoners. Op die manier realiseer je een drastische administratieve vereenvoudiging (geen twaalf stortingen van relatief beperkte bedragen per jaar meer, maar vier voorschotten en een afrekening). Een toewijzing op basis van het aantal inwoners blijft ook heel dicht bij de oorspronkelijke verdeling van de opdeciem. Bovendien wordt een schijnbelasting zo wat ze echt is: een subsidie. Verder lopen de jaarlijkse stijging van het Gemeentefonds (3,5%) en de groei van de opdeciem nagenoeg gelijk. Uiteraard moet er daarbij een overgangssysteem van enkele jaren komen voor die gemeenten die vandaag zeer veel middelen uit de opdeciem halen. Dat gebeurde ook al bij de hervorming van het Gemeentefonds in 2002. Tot slot zal de Vlaamse regering moeten bepalen of ze bij deze operatie de totale verkeersbelasting (inclusief opdeciem) op hetzelfde niveau houdt, dan wel de extra middelen uit het Gemeentefonds via andere kanalen financiert. jan.leroy @ vvsg.be

Herenthout is een levendige gemeente gelegen in het zuiden van de Kempen met ongeveer 8700 inwoners. Het gemeentebestuur van Herenthout wenst haar team te versterken met een voltijds

Financieel Beheerder m/v U bent verantwoordelijk voor alle financiële taken van het gemeentebestuur. U richt zich naar het beleid en de eigen organisatie. U volgt de financiële situatie op en voert een effectief, efficiënt en kostenbewust beheer. U bent verantwoordelijk voor de opstelling en wijzigingen van het budget. Tevens bent u een aanspreekpunt voor de burger i.v.m. belastingen en inningen. Wij zoeken een gemotiveerde master die verantwoordelijkheid opneemt en zelfstandig kan werken. U beschikt over sterke leidinggevende en communicatieve vaardigheden. U kunt zelfstandig en in teamverband werken. Een analytisch en probleemoplossend denkvermogen zijn een must. Een goede kennis van informatica en tekstverwerking is vereist. Tevens bezit u de Belgische nationaliteit. Wij bieden u een voltijdse job met vast loon, mogelijkheid tot valorisatie van max. tien jaar relevante privé-anciënniteit, maaltijdcheques (t.w.v. 6 euro), gratis hospitalisatieverzekering, flexibele werktijden, fietsvergoeding, gunstige verlofregeling. Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor twee jaar. Interesse? Stuur of mail uw sollicitatiebrief samen met cv en kopie van het gevraagde diploma naar het college van burgemeester en schepenen, Bouwelse Steenweg 8, 2270 Herenthout. Kandidaturen moeten uiterlijk op 15 april 2011 ingediend worden. Meer info? Personeelsdienst, T 014-50 78 41 of via personeelsdienst@herenthout.be

Lokaal I 16 maart 2011 I 43


geregeld wetmatig

Tijd voor jaarlijkse mandatenlijsten en vermogensaangiften? Ten laatste op 31 maart moeten bepaalde categorieën van mandatarissen (lokale en andere), hoge ambtenaren, e.a. een lijst indienen bij het Rekenhof met alle door hen uitgeoefende (bezoldigde en onbezoldigde) mandaten, ambten en beroepen. Alle mandaten die in 2010 werden uitgeoefend en die op een of andere manier onder het toepassingsgebied van deze reglementering vallen, ook als ze ondertussen stopgezet zijn, moeten vermeld worden. Dit geldt op lokaal niveau voor alle burgemeesters, schepenen en OCMWvoorzitters, maar ook voor leden van de raad van bestuur en/of het directiecomité van een intercommunale. Raadsleden zijn niet aangifteplichtig, tenzij ze via een andere toegangspoort onder de reglementering vallen bijvoorbeeld, als parlementslid of als leidinggevende van bepaalde overheidsdiensten. In dat geval zijn ze niet aangifteplichtig op basis van hun mandaat als raadslid, maar moeten ze dit mandaat wel mee in de lijst opnemen. Door de publicatie van de verzamelde mandatenlijsten in het Belgisch Staatsblad kunnen burgers nagaan welke plaats verkozenen en hoge ambtenaren innemen in het maatschappelijke krachtenveld. Niet naleven van deze verplich-

tingen kan leiden tot geldboetes van 550 tot 5500 euro. Daarnaast moeten de hierboven vermelde personen ook een vermogensaangifte indienen, al is dit geen jaarlijkse verplichting. Als de aangifteplichtige personen in de loop van 2010 geen nieuwe mandaten, functies of ambten hebben opgenomen, of geen mandaten, functies of ambten hebben stopgezet of vernieuwd, hoeven ze nu geen vermogensaangifte in te dienen. Is dat wél het geval, dan moet tegen 31 maart ook een vermogensaangifte worden ingediend. Deze vermogensaangifte geeft de vermogenstoestand van de betrokkene op 31 december 2010 weer, met vermelding van al zijn schuldvorderingen, alle onroerende goederen en alle waardevolle roerende goederen. Als u in 2010 na de opname van een nieuw mandaat tóch een vermogensaangifte heeft ingediend, dan is deze niet rechtsgeldig en moet u een nieuwe indienen tegen 31 maart 2011. david.vanholsbeeck@ vvsg.be Voor alle informatie, vragen en modeldocumenten: www.ccrek.be, knop Mandatenlijsten en vermogensaangiften. U kunt hiervoor ook terecht bij uw gemeentesecretaris of de diensten van het Rekenhof.

Diensthoofd personeel OCMW Puurs m/v (A1a-A3a niveau, voltijds, statutair)

Situering Vanuit de afdeling personeel & organisatie worden de verschillende aspecten m.b.t. organisatieontwikkeling (beleids- en projectmanagement, personeelsbeleid en – beheer, ICT, administratie,…) van het OCMW gestuurd, begeleid en gecoördineerd, met als doel een optimale afstemming tussen de diverse diensten te bekomen.

Hoofddoel Je staat aan het hoofd van de dienst personeel en zet strategische en operationele beleidsdoelstellingen uit, binnen de budgettair voorziene ruimte. Je toetst en stuurt de strategische visie van de dienst bij met als doel optimale ondersteuning te verlenen aan de uitvoering van de beleidsbeslissingen. Je ondersteunt, als lid van het managementteam, de coördinatie van de OCMWdiensten met het oog op een efficiënte beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. Je hebt kennis en ervaring binnen het kader van de sociale wetgeving.

Aanwervingsvoorwaarden • houder zijn van een diploma universitair onderwijs of gelijkwaardig (bijvoorbeeld masterdiploma) of hoger onderwijs van het lange type gelijkwaardig aan universitair onderwijs • minstens beschikken over drie jaar relevante ervaring • slagen in een aanwervingsexamen.

Ons aanbod • boeiende, verantwoordelijke en gevarieerde functie • verloning volgens barema’s van de lokale besturen (A1-A3 niveau 33.118 euro - 58.278 euro, bedragen werden geïndexeerd) • interessante verlofregeling • extralegale voordelen: maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding.

44 I 16 maart 2011 I Lokaal

Uw welzijn, onze zorg. Solliciteren Kandidaturen met cv en kopie van het diploma worden uiterlijk verwacht op vrijdag 8 april 2011 om 12.00 uur t.a.v. de voorzitter van het OCMW Erwin Brys, Palingstraat 50, 2870 Puurs. Kandidaturen kunnen ingediend worden: • per post (Palingstraat 50, 2870 Puurs) • per fax (03-890 15 90) • per e-mail: personeel@ocmwpuurs.be • door afgifte tegen ontvangstbewijs op bovengenoemd adres. De specifieke aanwervingsvoorwaarden en functieomschrijvingen kunnen aangevraagd worden op de dienst personeel van het OCMW t.a.v. Steven Muyldermans, T 03-890 15 07 of via personeel@ocmwpuurs.be.


agenda studiedagen

Brussel 31 maart

Gent 16 maart Brugge 17 maart Hasselt 18 maart Antwerpen 21 maart Leuven 25 maart

Een loopbaanplan voor jong en oud Op deze studiedag gaan we dieper in op diverse aspecten van loopbaanmanagement. De juiste man of vrouw op de juiste plaats is een gekend adagio. Maar de juiste plaats in de organisatie morgen is misschien anders dan gisteren. Mensen groeien en verwerven bijkomende competenties. Ook verwachtingen van medewerkers kunnen wijzigen. Hoe kunt u als bestuur aan de slag met loopbaanplanning, de opmaak van Persoonlijke Ontwikkelplannen (POP’s) en hoe kadert dit alles binnen Levenslang Leren? www.vvsg.be (kalender)

Rondetafels mobiliteitsconvenant Rondetafelgesprekken over de plus- en minpunten van de convenantwerking. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 24 maart

Publieke ruimte als plek voor kunst in opdracht Symposium van het Agentschap voor Natuur en Bos en het Agentschap Kunsten en Erfgoed. www.openbareruimte.be (lezingen) Kortijk 25 maart Geel 1 april

Poets- en klusjesdiensten van OCMW’s zonder dienst gezinszorg: samenwerken of erkennen? Infosessie voor voorzitters, secretarissen en dienst- en afdelingshoofden van OCMW’s zonder een dienst gezinszorg en met een poetsdienst en/of klusjesdienst. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 1 april

Een sterk lokaal vrijwilligersbeleid Inspiratiedag in het kader van het Europees jaar van de vrijwilliger. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 5 april

OCMW-diensten gezinszorg: samenwerken of uitbreiden tegen 2015? Infosessie voor voorzitters, secretarissen en dienst- en afdelingshoofden van OCMW’s met een dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg van minder dan tien vte-verzorgenden. www.vvsg.be (kalender)

Mechelen 24 mei

Financiële gevolgen van een strafrechtelijk vonnis Verdiepingsmodule voor schuldbemiddelaars over de persoon van de burgerlijke partij, over basisbegrippen als de solidaire veroordeling en voorlopige veroordeling, over de schadevergoeding en de intrestberekening. www.centrumschuldbemiddeling.be

opleidingen

Mechelen 17, 28 en 31 maart en 8 april

De werking van het OCMW

Basisopleiding voor beginnende OCMWmaatschappelijk werkers over het wettelijke kader en de mogelijke praktijk. www.vvsg.be (kalender) Mechelen vanaf 17 maart Gent vanaf 22 maart (voormiddag) Gent vanaf 22 maart (namiddag) Brugge vanaf 24 maart

Intervisie voor hoofdverpleegkundigen

Systematische uitwisseling en ondersteuning van ervaringen en opvattingen met collega’s over vier dagen verspreid over het jaar. www.vvsg.be (kalender)

Brussel 22 maart Gent 31 maart Sint-Truiden 5 april Antwerpen 7 april

Jumelages, springlevend Europa biedt steun Vormingsavond over de doelstellingen van het programma ‘Europa voor de Burger’, de voorwaarden en de inschrijvingsmodaliteiten. www.vvsg.be (kalender) Leuven 29 maart en 5 april

Energievraagstukken voor hulpverleners Vorming over achtergronden, maatregelen, middelen en mogelijkheden om het energievraagstuk van mensen die in armoede leven, op te lossen. www.vvsg.be (kalender) Oostduinkerke vanaf 30 maart

Coachend leiderschap

Residentiële cursus voor directies en leidinggevenden van gemeenten en OCMW’s over hoe u uw leiderschapsstijl verder kunt ontwikkelen. www.vvsg.be (kalender)

evenementen

Gits (Hooglede) 25 maart

Participatie wordt ge(s)maakt! Brugge 6 april

Is er nog afval? Voor de vierde maal organiseren de federatie van de privaatrechtelijke afvalbedrijven en Vlaamse gemeenten en hun afvalintercommunales het Vlaamse afval- en materialencongres. Net zoals tijdens de vorige edities kunt u weer rekenen op een uniek ontmoetingsmoment waarop het verkrijgen van kennis en het verwerven van relaties professioneel worden gecombineerd. En dit alles in een aangename en informele sfeer, samen met nog 350 andere collega’s. www.vvsg.be (kalender)

Trefmoment voor lokale besturen over de praktijkervaring van 14 West-Vlaamse gemeenten met bewonersparticipatie. www.samenlevingsopbouwwvl.be Antwerpen 29 maart

VLARIO-dag 2011

Jaarlijks trefpunt voor besturen, specialisten en geïnteresseerden uit de riolerings- en afvalwaterzuiveringssector in Vlaanderen. www.vlario.be

Lokaal I 16 maart 2011 I 45


column Johan Ackaert

W

esterlingen gaan er in de regel prat op dat ze, vergeleken met de rest van de mensheid, onbevangen en dus zonder oogkleppen naar de wereld kijken. Het Midden-Oosten geeft ons dezer dagen een les in bescheidenheid door eraan te herinneren dat wij de wereld nu eenmaal voortdurend interpreteren vanuit denkschema’s waarvan de houdbaarheidsdatum ruim overschreden is. Eigenlijk was dit al het geval met de Iraanse revolutie. In de beste traditie van het Koude-Oorlogsdenken ondersteunde het Westen lange tijd het autoritaire bewind van de Perzische sjah tegen het dreigende ‘grote communistische complot’. Waarna het verbaasd toekeek hoe de theocratische ayatollahs tijdens de Iraanse revolutie in 1979 de macht grepen, en niet extreemlinks. Soepel van geest zoals we zijn, pasten we daarop onze denkkaders gezwind aan en gingen we voortaan ijverig in elk symptoom van mogelijke onrust in de Arabische wereld naar moslimfundamentalistische samenzweringen tegen de vrije wereld zoeken. En bijna tien jaar geleden leek nine eleven ons te versterken in ons grote gelijk. Het Westen bestempelde de Arabische wereld en bij uitbreiding de volledige moslimgemeenschap – waarbij beide categorieën niet zelden en ten onrechte als synoniemen worden gebruikt – geheel zelfgenoegzaam als werelden zonder het minste perspectief, gevangen (in het beste geval) in de eigen inertie of (in het slechtste geval) in een zelfdestructief proces van culturele regressie. Lees er maar de stapels opiniebijdragen van al dan niet zelfverklaarde intellectuelen in de kwaliteitskranten van de laatste jaren op na. Waarom zouden we overigens die denkramen in vraag stellen? Het

46 I 16 maart 2011 I Lokaal

Arab Human Development Report van 2009, uitermate vakkundig samengesteld door een volledig Arabische redactie, gaf zelf immers nog aan dat er een enorm grote kloof bestaat tussen de verzuchtingen van de inwoners van de Arabische wereld betreffende mensenrechten en de rechten die hun door de staten worden gegarandeerd. Maar, lezen we in hetzelfde rapport, de samenleving zelf, de economische elites en oppositiegroepen zijn te zwak om daar ook maar enig begin van verandering in aan te brengen. Tot het in Tunesië begon te gisten en we met de mond open zagen hoe ook in Egypte en elders de burgersamenleving een verrassend creatief arsenaal van mobilisatie- en communicatietechnieken ontplooide om regimes te verdrijven of op zijn minst te doen wankelen. En sterker nog, zonder aanwijzingen van een uitgesproken moslimfundamentalistische agenda. Benieuwd naar de fall-out van die eruptie van creativiteit en participatie in de Arabische wereld voor ons denken over het multiculturele samenleven in de steden. Wie vaak discussieert met stedelijke beleidsverantwoordelijken, ambtenaren of ‘mensen uit de sector’ over dit samenleven, krijgt steevast pessimistische verhalen te horen in de trend van ‘ze plooien zich op zichzelf terug’, ‘er is geen vooruitgang, integendeel, terug naar af’, ‘ze blijven op hun eilanden zitten’ enzovoort. Onderzoek wees nochtans al op de enorme potentie aan sociaal kapitaal in onze gekleurde stadswijken, maar blijkbaar slagen bestuurders er niet in dat te ontginnen. Het gevaar lijkt dus niet denkbeeldig dat de denkschema’s die onze kijk op de actuele gebeurtenissen in de Arabische wereld belemmerden, evengoed ons zicht beperken op wat er in die stadswijken leeft en welk potentieel deze bieden.

beeld karolien vanderstappen

Tunesiërs wijzen de weg (bis)


2010

1990

1970

1950

1919

Al meer dan 90 jaar staan onze medewerkers klaar voor de openbare sector De openbare sector heeft zeer speciďŹ eke eisen en die kennen we bij Ethias maar al te goed. Al sinds 1919 staan we dag en nacht klaar met de beste service, knowhow en competenties. Vandaag verzekert Ethias meer dan 5000 publieke instellingen. Zo blijft onze ervaring verder groeien. Ethias NV, rue des Croisiers 24, 4000 Luik. RPR Luik BTW BE 0404.484.654 Zetel voor Vlaanderen : Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt.

Meer info ethias.be

011 28 20 81


Wanneer overweegt u uw vastgoedprojecten te realiseren? Wanneer u zelf over de nodige mensen en middelen beschikt? Of wanneer u hiervoor op een sterke partner kunt rekenen? Immo Line Een patrimonium bezitten en beheren, nieuwe vastgoedprojecten realiseren … het is tijdrovend, het vergt specifieke kennis én u hebt er ook de financiële middelen voor nodig. Met Dexia kunt u rekenen op een sterke partner die over heel wat expertise in vastgoed beschikt en u de nodige ondersteuning en knowhow biedt. Ons gamma Immo Line stelt naast standaardoplossingen ook oplossingen op maat voor, aangepast aan de specifieke behoeften van besturen en instellingen om uw projecten te beheren en uw vastgoedportefeuille uit te bouwen. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw bevoorrechte gesprekspartner. Raadpleeg alvast het dossier Immo Line op www.dexia.be/professioneel.

samen naar de essentie

Dexia Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCC BE BB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – CBFA nr. 19649 A – FOD Economie 4944.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.