2010Lokaal17

Page 1

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

NR 17 VAN 1 NOVEMber 2010

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

1 financieel beheerder, 5 functies

Kan Duitsland Vlaanderen inspireren?

Stedenbanden: waarom die werkbezoeken?

OCMW’s doen waardevol werk bij inburgering



NR 17 VAN 1 NOVEMBER 2010

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

BART LASUY

INHOUD

LOKAAL NUMMER 17 VAN 1 NOVEMber 2010

1 financieel beheerder, 5 functies

12

Kan Duitsland Vlaanderen inspireren? Stedenbanden: waarom die werkbezoeken?

Interview met Mark Crispel, Jacques Philippaerts, Dirk Van Aerschot

OCMW’s doen waardevol werk bij inburgering

2010Lokaal17_1210.indd 1

12/10/10 15:04

Ken Van Dyck is OCMW-ontvanger in Zwijndrecht en denkt als lid van de denktank Vlaamse Ontvangers actief mee met zijn collega’s over de verschillende functies van de financieel beheerder.

STEFAN dewickere

5 Opinie: Groenboek vraagt heldere keuzes

Politie, people, planet, profit Investeren in duurzame kantoren, meer e-werken en hybride politievoertuigen, met respect omgaan met mensen, en minder verkeersongevallen of agressie: dat is maatschappelijk verantwoord ondernemen voor de politie.

KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

ORGANISATIE

FORUM 25 Stedenbanden, de zin van werkbezoeken 25 Oostendse gemeenteraad op missie 28 De raad van Haacht

WERKVELD 30 Woonplan met sterk sociale inslag 31 Praktijk in Heist-op-den-Berg: Snelheidsborden vermelden boete bij overdreven snelheid 33 OCMW’s doen waardevol werk bij inburgering 35 Praktijk in Leuven: Moskee en stadsbestuur werken samen 36 Lokale besturen in de strijd tegen armoede bij kinderen 38 Buurtbewoners willen hetzelfde, ondanks alle verschillen 39 Klare kijk: Zonnepanelen zonder vergunning? 41 Achter de schermen: Decorateur 42 Activeringstrajecten voor leefloners: een afgebakend experiment

16 EĂŠn financieel beheerder, vijf functies De financieel beheerder staat niet alleen in voor het financiĂŤle beheer, maar coacht ook de budgethouders, coĂśrdineert de introductie van nieuwe technieken, bewaakt de wettigheid en de principes van goed huisvaderschap.

30 Woonplan met sociale inslag

GF

WETMATIG 44 Berichten 46 Agenda & Triljoen

bart lasuy

12 Interview met Mark Crispel, Jacques Philippaerts, Dirk Van Aerschot Politie, people, planet, profit 16 EĂŠn financieel beheerder, vijf functies 18 ‘Over twee weken zit u in het systeem.’ 19 Praktijk in Aalst: Meer leefbaarheid door samenwerkende diensten 21 De-lokaal: Kleur is alles 22 Kan Duitsland Vlaanderen inspireren?

Door snel een woonplan te realiseren, werd Kuurne een koploper in Vlaanderen. Het is niet alleen een technische kwestie van ruimtelijke ordening, maar vooral een sociaal verhaal. 1 november 2010 LOKAAL 3


Wat betekent de nieuwe Beleidsen beheerscyclus voor uw lokale financiën? Vanaf 1 januari 2011 beginnen twaalf Vlaamse gemeenten en acht OCMW’s met de toepassing van de zogenaamde beleids- en beheerscyclus. Dit besluit bevat nieuwe regels voor de meerjarenplanning, het budget, de boekhouding en de jaarrekening van de gemeenten, de OCMW’s en de provincies. In 2012 en 2013 zullen bijkomende besturen de nieuwe regels gaan toepassen, en vanaf 1 januari 2014 gelden ze voor iedereen.

Een algemene en budgettaire boekhouding

Wie zich alvast wil voorbereiden, vindt in het losbladige handboek Lokaal Financieel Management (5 delen) de meest actuele en volledige informatie over het nieuwe BBC-besluit en de verplichtingen die ermee gepaard gaan.

Nieuwe regels voor planning, uitvoering en evaluatie

Daarnaast schreef Jan Leroy een beknopte introductie tot de BBC in de handige pocket De Beleids- en Beheerscyclus in 60 vragen en antwoorden.

Een groot deel van het BBC-besluit is gewijd aan nieuwe regels voor de boekhouding. Exclusief voor Lokaal Financieel Management beschrijft Christophe Vanhee (vakgroep Accountancy & fiscaliteit UGent) dit nieuwe boekhoudsysteem, met alle posten van de balans en van de staat van opbrengsten en kosten, incl. de belangrijkste boekingen die ermee samenhangen.

Het BBC-besluit blijft evenwel niet beperkt tot een nieuw financieel instrumentarium of een nieuwe boekhouding. Het bevat ook regels voor de inhoudelijke planning (beleidsdoelstellingen, actieplannen, …), de uitvoering en de evaluatie. In Lokaal Financieel Management werden de hoofdstukken over de meerjarenplanning en het budget alvast geactualiseerd; de andere aspecten zullen in de loop van 2011 volgen.

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel ….. ex. van het Lokaal Financieel Management*, 79 euro** (aanbod geldig tot 30 november 2010).

….. ex. van de pocket De beleids- en beheerscyclus in 60 vragen en antwoorden, 25 euro VVSG-leden, 29 euro niet-leden**

Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel. : .................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ...................................................................................................................................................

Datum en handtekening

* Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. De bijwerkingen worden u automatisch toegezonden tegen 0,49 euro/blz en dit tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. ** Prijzen geldig tot 30.11.2010. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


opinie MARK SUYKeNs

Groenboek vraagt heldere keuzes Stefan Dewickere

D Mark Suykens is directeur van de VVSG

e ultieme doelstelling van de Vlaamse interne staatshervorming is om een meer slagkrachtige overheid te realiseren. Wil Vlaanderen een topregio worden in alle betekenissen van het woord – dus zowel economisch, ecologisch, sociaal als duurzaam – dan zal de overheid in haar geheel efficiënter en effectiever moeten werken. De interne staatshervorming zal dan ook alleen maar lukken als de drie overheidsniveaus uit hun egelstelling komen en zich echt engageren voor een grondige verandering.

De interne staatshervorming kan alleen maar lukken als de drie overheidsniveaus uit hun egelstelling komen en zich engageren voor een grondige verandering.

Vlaanderen is gedurende meer dan twintig jaar puur sectoraal bestuurd met een enorme verkokering en detailregelgeving tot gevolg. Als Vlaanderen na het Groenboek niet drastisch kiest voor ontkokering en voor versnelling en vereenvoudiging van alle procedures, wijzigt er in feite niets. Het provinciale niveau kan zijn meerwaarde aantonen, niet door met alle mogelijke beleidsthema’s bezig te zijn, maar door een strikte taakafbakening. Echte bovenlokale taken, die niet intergemeentelijk kunnen worden opgenomen, of ze nu grondgebonden of persoonsgebonden zijn, zijn de kernopdracht van een intermediair niveau.

Ook de lokale besturen moeten bereid zijn tot aanpassingen. Het lokale bestuursniveau heeft – gelet op zijn schaal – een enorme potentie om geïntegreerd te werken en staat dichter bij de burger, waardoor ook op het vlak van rechtstreekse participatie meer mogelijk is. Grote stedelijke administraties moeten evenzeer oppassen dat ze hun potentie tot integratie niet beperken door een verkokerde organisatie. Kleinere besturen zullen voor een meer geïntegreerde aanpak nog sterker en gerichter moeten investeren in intergemeentelijke samenwerking en eventuele samenvoeging op maat. Gemeente én OCMW moeten veel intensiever samenwerken zowel voor een efficiënte aanpak van de ondersteunende diensten (zoals personeel, ICT, communicatie of financiën) als voor een meer geïntegreerd lokaal sociaal beleid. Het directe contact met de burger moet door lokale besturen veel meer gebruikt worden om een draagvlak te creëren voor het overheidsoptreden. Zowel ambtelijk als politiek mag niet ingeleverd worden op hoge kwaliteit. Zal men na het Groenboek duidelijke keuzes maken of blijft alles bij het oude? I

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand

Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG Bladmanagement Jan Van Alsenoy Hoofdredactie Marlies van Bouwel, T 02-211 55 46

Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos, Nora Van Meeuwen

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist)

Eindredactie Marleen Capelle

Vormgeving Ties Bekaert

Abonnementen VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus (100% post consumer)

VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

1 november 2010 LOKAAL 5


KORT LOKAAL NIEUWS

Lokaal Pact kost minder dan begroot De Vlaamse overheid heeft in 2009 minder dan 1,4 miljoen euro moeten uitgeven om gemeenten te compenseren voor de minderinkomsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing ten gevolge van het Lokaal Pact. Dat is een pak minder dan begroot.

H

et Lokaal Pact dat begin 2008 werd afgesloten tussen de Vlaamse overheid en de gemeenten, bestond uit verschillende elementen. Zo nam Vlaanderen voor 100 euro per inwoner gemeenteschulden over. In ruil moesten de gemeenten enkele fiscale afspraken naleven, zoals geen belastingverhoging in het (Vlaamse) verkiezingsjaar 2009, een geleidelijke vermindering van de forfaitaire

huisvuilbelasting, de afschaffing van de belastingen op kantoorruimten en personeel enzovoort. Via het Lokaal Pact ging er ook een fiscaal cadeau naar de bedrijven. In de mate dat die vanaf 2009 hun machinepark en uitrusting (zogenaamd materieel en outillage) vernieuwden, zouden ze worden vrijgesteld van de gemeentelijke en provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing. Van het Vlaamse deel van de onroerende voorheffing zijn rechtspersonen (en dat zijn de meeste

ondernemingen) al langer vrijgesteld. De Vlaamse overheid verbond er zich toe voortaan als derde betaler op te treden. Gemeenten en provincies zouden de toegestane belastingkorting zelf niet voelen, want Vlaanderen zou het gemiste bedrag bijpassen. De Vlaamse begroting 2009 trok hiervoor 15 miljoen euro uit. In antwoord op een schriftelijke vraag van Vlaams parlementslid Sas van Rouveroij antwoordde Vlaams minister van Financiën Philippe Muyters nu dat er voor de compensatie amper 1.361.000 euro nodig was. Doordat bedrijven in een crisisjaar veel minder dan verwacht hebben geïnvesteerd, bleef de toegestane belastingkorting zeer beperkt. Wellicht zal ook het bedrag in de begroting 2010 (30 miljoen) nooit worden opgebruikt. Jan Leroy

isabelle pateer

Afrekening onroerende voorheffing soms lager dan de voorschotten

In ruil voor de overname van 100 euro gemeenteschulden per inwoner, schaften de gemeenten in 2009 de belasting op kantoorruimten af.

751.666

De Vlaamse gemeenten krijgen de opcentiemen op de onroerende voorheffing al enkele jaren grotendeels uitbetaald via voorschotten. Die komen op de gemeentelijke rekening in de maanden juli tot en met december van het aanslagjaar. Ze zijn gebaseerd op 95% van de begrotingsraming. Eind juli van het jaar daarna volgt de afrekening. Ondanks de bij de voorschotten toegepaste marge van 5% waren er dit jaar toch 21 gemeenten (op 308) met een negatieve afrekening voor 2009. Zij moeten dus een deel van de voorschotten terugbetalen. Dat gebeurt via een verrekening op de voorschotten voor 2010. We hebben geen zicht op de oorzaken van deze terugbetalingen, maar weten wel dat het in ten minste één geval gaat om het gevolg van een gerechtelijke uitspraak, waardoor een belastingplichtige onderneming recht heeft op de terugbetaling van ongeveer 1,5 miljoen euro opcentiemen. JL

Een goede armoede-indicator is het aantal personen dat het voorkeurtarief in de ziekteverzekering geniet. Verschillende statuten geven daar recht op, bijvoorbeeld het vroegere WIGW of de gerechtigden op leefloon en op inkomensgarantie voor ouderen. Sinds enkele jaren is het recht uitgebreid naar iedereen met een laag inkomen (de Omnio’s). In Vlaanderen zijn er 751.667 personen in dat geval. Daarvan wonen er 91.255 in Antwerpen en 36.190 in Gent. In verhouding tot het inwoneraantal zijn Ronse (19,6%), Antwerpen (19,3%) en Vleteren (19,1%) de gemeenten met de hoogste percentages. Linkebeek, Wezembeek-Oppem en Kraainem tellen het kleinste aandeel inwoners dat de voorkeurregeling in de ziekteverzekering geniet (<5%). Wilt u meer weten over armoede in uw gemeente, surf dan naar www.lokalestatistieken.be.

6 LOKAAL 1 november 2010


PRINT & WEB

DANIEL GEERAERTS

Strategische veiligheids- en preventieplannen tijdelijk verlengd tot 30 juni 2011

De voorbije maanden leverde de VVSG samen met haar leden grote inspanningen om duidelijkheid te krijgen over de verlenging van de strategische veiligheids- en preventieplannen (2007-2010). De huidige plannen lopen eind 2010 af. De federale regering in lopende zaken heeft beslist ze tijdelijk te verlengen tot 30 juni 2011. De nieuwe federale regering zal zich ten gronde uitspreken over de termijn van de verlenging van deze plannen.

I

n BelgiĂŤ hebben 102 steden en gemeenten een veiligheids- en preventieplan. Dit is een overeenkomst tussen lokale besturen en de minister van Binnenlandse Zaken om, naast een (zonaal) politioneel veiligheidsbeleid, ook een lokaal criminaliteitspreventiebeleid te ontwikkelen. Met de middelen die deze besturen krijgen, werven ze een preventieambtenaar aan en zetten ze samenwerkingsverbanden op in het kader van diefstal- en overlastpreventie. Afhankelijk van de hoeveelheid middelen versterken ze hun preventiedienst met meerdere aanwervingen zoals preventiemedewerkers en gemeenschapswachten. Ze ontwikkelen preventiecampagnes om inwoners te sensibiliseren en ze goede gewoonten aan te leren om het risico op diefstal of criminaliteit te verminderen. Ze ondernemen ook acties om de sociale cohesie te verhogen en het onveiligheidsgevoel te verlagen. 80% van de middelen (nationaal 37,5 miljoen euro) uit deze plannen gaat naar tewerkstelling in het kader van een lokaal criminaliteitspreventiebeleid. De VVSG benadrukt het belang van deze middelen en plannen ten behoeve van een lokaal gemeentelijk veiligheidsbeleid. In de huidige contractsteden worden deze middelen ook aangewend om complementair aan het politionele (zonale) veiligheidsbeleid een gemeentelijk preventief criminaliteitsen veiligheidsbeleid uit te werken. Dit is

een noodzakelijke schakel in de veiligheidsketen om tot een lokaal integraal en geĂŻntegreerd veiligheidsbeleid te komen. Snelle duidelijkheid over de verlenging van deze plannen via een structurele financiering is meer dan wenselijk, enerzijds voor de continuĂŻteit in de werking van het lokale criminaliteitspreventiebeleid, maar vooral om werkzekerheid te garanderen aan de vele mensen die met deze middelen aangeworven zijn. Idealiter worden bijkomende middelen gereserveerd voor de besturen ‘met een klein plan’ en voor besturen die nu nog niet over zo’n plan met bijbehorende middelen beschikken. Zo wordt een gemeentelijke visie en een (preventief) integraal en geĂŻntegreerd veiligheidsbeleid gestimuleerd, complementair aan het politionele (zonale) veiligheidsbeleid. In haar federaal memorandum en in een nota aan de administratie FOD Binnenlandse Zaken formuleerde de VVSG ook enkele suggesties om deze plannen nog beter te doen aansluiten bij de gemeentelijke legislatuur en de lokale beleidsplanning, met oog voor planlastvermindering en nog mĂŠĂŠr perspectief op een integraal gemeentelijk veiligheidsbeleid. Nadja Desmet ĂŽĂŽwww.vvsg.be, knop veiligheid, gemeentelijk veiligheidsbeleid, strategische veiligheids- en preventieplannen

Kinderopvang op een scharniermoment In deze uitgave wordt een overzicht gegeven van de beleidsvoorstellen en -beslissingen over gezinsbeleid in Vlaanderen en BelgiĂŤ in 2009. Het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (HIG) bouwt daarmee voort op eerdere overzichten en analyses van het gezinsbeleid, brengt vernieuwingen in kaart en evalueert die kritisch. Dit jaar gaat speciale aandacht naar de voorstellen voor en discussies over het op stapel staande decreet met betrekking tot de voorschoolse kinderopvang. De kinderopvang wordt geplaatst in de context van Europese ontwikkelingen, de Vlaamse situatie wordt afgewogen tegen die in andere Europese landen, en de voorbereidingen van het decreet door Kind & Gezin worden onder de loep genomen. Voor geĂŻnteresseerden in het gezinsbeleid en voor professionelen in de welzijnssector geeft deze publicatie inzicht in het gevoerde gezinsbeleid, en nodigt ze uit tot reflectie en debat. De publicatie werd voorgesteld op een forumdag naar aanleiding van de Dag van het Gezin 2010. Een tweede, bijbehorende publicatie geeft de debatten van die forumdag en verdere reflecties van actoren uit het domein van de kinderopvang weer. In 2010 werd in het kader van de projectwerking in de opleiding Gezinswetenschappen een uitgebreid onderzoek gevoerd naar de kwaliteit van de opvangplaatsen. Daarbij werden ouders bevraagd wier kinderen zowel bij onthaalouders als in een groepsgerichte opvang werden opgevangen. De tweede uitgave Kinderopvang op een scharniermoment: verslag van de debatten bevat ook de resultaten van dat onderzoek Gezinsbeleid in 2009: kinderopvang op een scharniermoment en Kinderopvang op een scharniermoment: verslag van de debatten, Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, Brussel, 19 euro, bestellen via www.hig.be/ projecten/publicaties

1 november 2010 LOKAAL 7


KORT LOKAAL NIEUWS

Buitenschoolse opvanginitiatieven op zoek naar 1000 begeleiders Veel initiatieven voor buitenschoolse opvang kampen met een tekort aan begeleiders. Om de duizend vacatures in te vullen lanceert de sector met de steun van Kind & Gezin en het Sociaal Fonds Vlaamse welzijns- en gezondheidsinstellingen de wervingscampagne Mijn job, ook iets voor jou?.

V

ier affiches tonen begeleiders die om uiteenlopende redenen graag in buitenschoolse opvang werken: een mannelijke begeleider, een begeleidster van allochtone afkomst, een zeer jonge begeleidster en een 50-plusser. Begeleiders buitenschoolse opvang zorgen voor de dagelijkse opvang van de kinderen, voor de begeleiding van en naar school, oudercontacten en administratieve taken zoals registratie van aanwezigheden. De focus van de campagne ligt op het speelse, actieve en creatieve van de

functie, het dagelijks omgaan en spelen met kinderen, het betrokken zijn bij de opvoeding en ontwikkeling van kinderen, de flexibiliteit, de combinatie met gezin, werk dicht bij huis, de opleidingskansen. Het deeltijdse karakter van de tewerkstelling wordt ook als een pluspunt voor werkzoekenden gezien. Ann Lobijn ĂŽĂŽVoor het campagnemateriaal: www.vvsg.be, knop medewerkers, ondersteuning diensten opvanggezinnen

Vergadering Gentse OCMW-raad volledig digitaal inds 14 september verloopt de maandelijkse vergadering van de Gentse OCMW-raad volledig digitaal. Op een raadszitting worden liefst 40.000 vellen of 15 dozen papier geproduceerd. Op jaarbasis levert deze digitalisering een besparing op van een 95 meter hoge papierberg, even hoog als het Gentse Belfort. Volgend jaar worden ook de cliÍntdossiers gedigitaliseerd en de website vernieuwd, zodat burgers snel en gemakkelijk alle informatie over de OCMW-dienstverlening online zullen kunnen raadplegen. De digitalisering van de Gentse gemeenteraad is de volgende stap. Met al deze duurzame ingrepen kan de stad Gent jaarlijks tienduizenden euro’s besparen zonder aan de tewerkstelling te raken.

Inge Ruiters

Tot 11 januari 2011 Steun voor initiatieven huiswerkbegeleiding Sommige kinderen stoppen vroeg met school, niet uit onbekwaamheid maar omdat ze thuis geen rustige plek hebben om huiswerk te maken, omdat hun ouders hen niet kunnen begeleiden of omdat ze thuis een andere taal spreken. Het Mecenaatsfonds ING steunt initiatieven van naschoolse begeleiding die zich richten op sociaal kwetsbare kinderen. In aanmerking komen initiatieven van naschoolse opvolging van huiswerk, eventueel aangevuld met speelse, creatieve, artistieke, sportieve, culturele, sociale activiteiten. De financiĂŤle steun bedraagt maximaal 5000 euro. Een project indienen kan tot 11 januari 2011 met het online kandidaatsformulier. ĂŽĂŽwww.kbs-frb.be (projecten, Oproepen, ING (Mecenaatsfonds ING in BelgiĂŤ))

8 LOKAAL 1 november 2010

GF

S


PRINT & WEB

Koffiekunstwerk in het teken van eerlijke handel

GF

Draaiboek alcohol- en drugbeleid in het jeugdhuis

T

weeduizend leerlingen uit het basis-, secundair en hoger onderwijs van Kortrijk plaatsten bij de start van de nationale Week van de Fair Trade 7500 bekers met eerlijke (Puro Fairtrade) koffie en water op het

Schouwburgplein van hun Fairtradegemeente. Het resultaat was een gigantisch kunstwerk van 50 m². Bij de afbraak verkochten ze de koffiebekers ten voordele van de vzw Mobile School. Deze niet-gouvernementele

organisatie ontwikkelt educatieve materialen voor straatkinderen en geeft opleiding en vorming aan straathoekwerkers. Inge Ruiters ĂŽĂŽwww.purocoffee.com

De stad Oostende werkte samen met de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw (VAD), de CAD Limburg, het VIGEZ, jeugdhuiskoepel Formaat en VAGGA Antwerpen een draaiboek uit. Deze leesbare en praktische handleiding ondersteunt drugpreventiewerkers, beroepskrachten van het jeugdhuis en jeugdconsulenten uit heel Vlaanderen bij het opstellen van een drugbeleid in het jeugdhuis. Het draaiboek kan gratis worden gedownload op www.uitgaaninoostende.be, (knop ‘jeugdhuizen’) of op de website van de VAD. Een papieren versie kunt u voor 2 euro bestellen op de VAD-website. www.uitgaaninoostende.de, www.vad.be

Erfgoedkaart van Vlaanderen & Brussel, het nieuwe zoekinstrument van Faro Met de erfgoedkaart van Vlaanderen & Brussel lanceert Faro, het steunpunt voor Vlaams erfgoed, een hulpmiddel om snel en overzichtelijk erfgoedorganisaties te vinden. De kaart geeft een goed beeld van de organisaties die op het lokale niveau in Vlaanderen en Brussel actief zijn.

M

usea, archiefinstellingen, erfgoedbibliotheken, erfgoedverenigingen, organisaties voor volkscultuur, expertisecentra, erfgoedcellen, lokale erfgoedverenigingen... meer dan 1700 organisaties hebben al een plaats op de kaart. Reacties van bezoekers en van lokale cultuurbeleidsfunctionarissen, erfgoedcellen, expertisecentra en landelijke organisaties zijn belangrijk om alle organisaties te inventariseren en in kaart te brengen. Lokale besturen kunnen de erfgoedkaart van hun gemeente, stad of regio zelf in hun website of blog integreren. Voor de erfgoedsector zelf is de kaart ook een handig hulpmiddel. Via de uitgebreide zoekfunctie kunt u met behulp van trefwoorden organisaties zoeken die met dezelfde thema’s bezig zijn. Op termijn wil Faro de informatie verder

Op deze erfgoedkaart van Wuustwezel ziet u welke verenigingen zich in deze gemeente bezighouden met erfgoed.

uitbreiden door waardevolle koppelingen te maken met andere databanken. Inge Ruiters ĂŽĂŽwww.faronet.be (erfgoedveld)

Online: i-vlaanderen De Vlaamse overheid lanceert www.i-vlaanderen-eu, een interactieve website waar iedereen mee kan meediscussiÍren en ideeÍn kan lanceren over overheidsplannen. De website polst naar wat leeft bij burgers en bedrijven in verband met een interactieve overheid, en richt zich op de verwachtingen van zes doelgroepen: de lerende, de ondernemende, de mobiele, de innovatieve Vlaming, de sociaal actieve en de zorgbehoevende Vlaming. Op www.i-vlaanderen.eu komen deze thema’s aan bod in blogposts en inspirerende artikels, samen met goede voorbeeldcases uit binnen- en buitenland, polls en opiniestukken. Als ideeÍnplatform vormt de website tegelijk een voorbereiding van een rondetafelgesprek dat in het kader van Vlaanderen in Actie in december wordt georganiseerd. www.i-vlaanderen.eu

1 november 2010 LOKAAL 9


PERSPIRAAT

KORT LOKAAL NIEUWS

“ Ik ben Vlaams-nationalist en libe-

raal. Anderzijds ben ik ook niet erg rechts. Trouwens, ik heb ook een zeer groene kant. Maar het kan ook sp.a worden. Mijn oma was socialiste. Of misschien stap ik wel uit de politiek. Ik denk na.

“ We richten ons met onze citymar-

keting in eerste instantie tot onze eigen inwoners. Als die allemaal trots zijn op de gemeente, hebben we eigenlijk 20.000 ambassadeurs die de gemeente promoten.

Succesvolle VVSG-conferentie ‘Winning through twinning

bert janssens

�

Ludo Van Campenhout (ex-Open VLD), onafhankelijk schepen in Antwerpen, beraadt zich over zijn politieke toekomst na het Oosterweeldebacle – Het Laatste Nieuws 4/10

�

Schepen Kristien Smets bij de onthulling van het nieuwe gemeentelogo van Zonhoven – Het Belang van Limburg 11-10

“ Ik wil dat alle steden en gemeenten uiterlijk over tien jaar hartveilige gemeenten zijn en dat er dus overal hartdefibrillatoren hangen.

�

Gouverneur van Antwerpen Cathy Berx in haar openingsrede voor de provincieraad – De Standaard 9/10

“Stations zijn belangrijke weefsels

in steden. Ze zijn niet alleen van belang voor het openbaar vervoer. Ze brengen ook een dynamiek in een stad.

O

p 4 en 5 oktober organiseerde het VVSG-team Internationaal zijn eerste internationale stedenbandenconferentie ‘Winning through twinning’ in Mangaung, beter bekend onder zijn oude naam Bloemfontein, in Zuid-Afrika. De bedoeling van deze conferentie was het netwerk te versterken van lokale besturen die door middel van een stedenband samenwerken met een lokaal bestuur in Zuidelijk Afrika. Zo’n 110 deelnemers uit Zuid-Afrika, NamibiĂŤ, Botswana en Vlaanderen gingen in gesprek over hun gemeentelijke internationale samenwerking, met bijzondere aandacht voor jeugdbeleid. Liefst zeven van de negen Vlaamse gemeenten waren met hun partner aanwezig (zes hebben een stedenband met Zuid-Afrika, twee met NamibiĂŤ en een met Botswana).

Christophe Ramont ĂŽĂŽwww.vvsg.be (internationaal, conferentie)

�

Vlaamse ministers Hilde Crevits (CD&V) en Philippe Muyters (N-VA) n.a.v. de renovatie van de stations van Lier, Turnhout en Kortrijk – Het Nieuwsblad 28/9

“ Wie zijn jongeren verwaarloost, verliest de aantrekkingskracht van zijn gemeente.� Burgemeester Leopold Lippens van Knokke – Het Nieuwsblad 29/9

“ Voor bepaalde dingen is een

streekbestuur nodig. Dat moet niet noodzakelijk de provincie zijn, maar ik zie niet meteen een alternatief. Mensen denken vaak dat ze sneller zullen rijden als ze een nieuwe fiets kopen, maar dat is niet altijd het geval.

�

Gouverneur van Vlaams-Brabant Lodewijk De Witte – Het Nieuwsblad 9/10

“ De beste manier om geld te besparen bij de provinciebesturen, is om de functie van gouverneur in heel Vlaanderen af te schaffen.

�

Dirk De Fauw (CD&V), eerste gedeputeerde van West-Vlaanderen – Het Nieuwsblad 29/9

10 LOKAAL 1 november 2010

Europees overleg over binnenlands bestuur

T

ijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in 2004 werd voor de eerste keer een bijeenkomst van de leidende ambtenaren binnenlands bestuur van de verschillende lidstaten georganiseerd. Het was en is de bedoeling om ook op ambtelijk niveau de ministeries die verantwoordelijk zijn voor de lokale besturen, te europeaniseren. Begin oktober namen de drie gewesten tijdens het Belgische voorzitterschap de fakkel over. Voor de zevende keer vond deze bijeenkomst plaats. Centraal stond het thema ‘EfficiĂŤntie en goed bestuur’ met aandacht voor het Verdrag van Lissabon, de Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS tussen Kortrijk en Lille), en de manier waarop de lokale besturen in de 27 lidstaten omgaan met de huidige financieeleconomische crisis. Professor Geert Bouckaert presenteerde een samenvatting van de bevindingen van de vragenlijst die aan

alle ministeries voor Binnenlands Bestuur van de lidstaten was bezorgd. Onze Europese koepel, de CEMR, was voor de eerste keer formeel uitgenodigd als waarnemer. FrĂŠdĂŠric Vallier, de secretaris-generaal van de CEMR, deed een oproep om deze vorm van intergouvernementeel overleg over binnenlands bestuur te versterken, en hierbij de relevante Europese instellingen en de verenigingen van steden en gemeenten te betrekken. Zo kan meerlagig bestuur of multilevel governance door dialoog en overleg tussen de verschillende bestuurslagen tot stand komen met het oog op de ontwikkeling en uitvoering van Europees beleid. Betty De Wachter ĂŽĂŽwww.vvsg.be (internationaal, Europa, EU-voorzitterschap): samenvatting door professor Bouckaert van de bevindingen van de vragenlijst aan alle ministeries Binnenlands Bestuur van de lidstaten.


JOHAN ACKAERT column

Bibliotheken en sociale inclusie

I

n het kader van het Europese programma Levenslang leren hebben openbare bibliotheken, gemeenten en niet-gouvernementele organisaties uit Oostenrijk, de Tsjechische Republiek, Zweden en Duitsland gedurende twee jaar samengewerkt om bibliotheken te sensibiliseren over sociale inclusie, vooral gericht op etnisch-culturele diversiteit. Een van de resultaten is een handleiding met de veelzeggende titel Libraries for all – European Strategy for Multicultural Education. Betty De Wachter ÎÎwww.librariesforall.eu

Levensbeschouwelijke kentekens in stedelijk en gemeentelijk onderwijs?

N

aar aanleiding van een gedachtewisseling in de commissie Onderwijs en Gelijke Kansen van het Vlaams Parlement over het dragen van levensbeschouwelijke kentekens op school, pleit het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) voor een pragmatische aanpak, waarbij het schoolbestuur in dialoog gaat met directie, leraren, leerlingen, ouders. Stedelijke en gemeentelijke schoolbesturen geloven niet in een algemeen en centraal opgelegd verbod. Liever dan in een symbolendiscussie te vervallen willen ze in overleg met alle betrokken partijen lokaal tot een gedragen afspraak komen. Hierbij zijn nuancering en respect voor ieders vrijheid van belang. De visietekst en de resultaten van de OVSGbevraging in secundaire scholen vindt u op www.ovsg.be.

De eigenzinnige lokale politiek Soms zijn er van die gebeurtenissen die diep doorwrochte politicologische of bestuurskundige theorieĂŤn in ĂŠĂŠn beweging onderuit halen. Wie het verloop van de huidige regeringsvorming ietwat volgt, kan eigenlijk niets meer aanvangen met de voorheen zo vaak met succes beproefde tuigen uit de pacificatiegereedschapskist om dit grillige proces te begrijpen. Discretie, onderling vertrouwen, canapĂŠpolitiek, wederzijds inlevingsvermogen, koppelen van dossiers; zij hebben ogenschijnlijk enkel nog een toekomst in het politieke containerpark.

een prijskaartje meekrijgen en wist elke coalitiepartner van bij de start hoe laat het is. En niet enkel voor de eerste jaren na de verkiezingen, maar voor de volle zittingsperiode. Het klonk allemaal zeer doordacht en uitermate rationeel. Tot het Antwerpse schepencollege in een half uur tijd besloot om zelf een deel van de toekomstige Oosterweelfactuur voor zijn rekening te nemen. Waaruit we onthouden dat de (rigide) methodiek van SMJP zoals hij leefde bij de auteurs van het decreet niet (altijd) heilzaam is bij de besluitvorming over megadossiers.

Maar ook de afwikkeling van het Oosterweeldossier toont aan dat tot dusver gangbare bestuurlijke regieaanwijzingen en politieke scenario’s tot het rijk van het ‘betrekkelijke’ behoren, voor zover ze nog niet helemaal achterhaald zijn. Bij het uitschrijven van het Gemeentedecreet zwoer de steller bij het concept strategische meerjarenplanning (SMJP). Gedaan met die hele waslijsten (vrijblijvende) beloften bij het aantreden van een (nieuwe) lokale bestuursploeg. Zonder prijskaartje waren die lijsten in de praktijk dikwijls het meest werkzame bindmiddel om in het spel van de lokale coalitievorming tegenstellingen te overbruggen en partijen in het college van burgemeester en schepenen te hijsen. Iedere partner kon zodoende haar steraanbieding(en) in de etalage van het bestuursakkoord zetten. De confrontatie met de financiĂŤle realiteit volgde dan pas jaren later in de loop van de rit, waarna bijsturingen in de uitvoering van het bestuursakkoord zich onvermijdelijk opdrongen. En dan pas de ĂŠchte politieke keuzes werden gemaakt. Overigens, wie herinnert zich dan immers nog de beloften uit die euforische dagen van de vorming van de bestuursmeerderheid (in de meeste gevallen trouwens de verkiezingsdag zelf)? Neen, voortaan zou door het strategische meerjarenplan elke belofte

Daarnaast gooide het Oosterweeldossier ook de beeldvorming over de vermeende almacht van (nationale) partijvoorzitters en de onmacht van lokale bestuurders aan diggelen. Hoe kan men anders verklaren dat een partijvoorzitter er maar niet in slaagt om een schepen die ‘zich buiten de partij zet’ in het gareel te doen lopen, terwijl een andere partijvoorzitter een senator na een buitenlandse (en politiek weinig relevante) escapade wel kan verwijderen uit de rode pluche zetels? Heel eenvoudig, tegenover lokale verkozenen beschikken partijleiders niet over die sanctiemechanismen die ze wel succesvol (kunnen) opleggen tegenover parlementsleden. De ultieme sanctie tegenover een afwijkend parlementslid is een ‘slechte’ plaats op (of eventueel de verwijdering van) de kandidatenlijst. Aangezien om en bij de tachtig procent van de gemeenteraadskiezers gebruik maakt van de voorkeurstem en ongeveer zeven van de tien lokale gekozenen hun zitje in de gemeenteraad aan niets anders te danken hebben dan aan hun aantal voorkeurstemmen, zijn dreigementen van een nationale partijvoorzitter dan ook altijd voos. Leve de eigenzinnige lokale politiek. En beste Wetstraatwatchers, koop een aangepaste bril wanneer jullie over lokale politiek schrijven. I

Marleen Devry

1 november 2010 LOKAAL 11


STEFAN DEWICKERE

Dirk Van Aerschot, Mark Crispel en Jacques Philippaerts: ‘In het nationale veiligheidsplan staat maatschappelijk verantwoord ondernemen al, in de zonale veiligheidsplannen blijft het voorlopig beperkt tot enkele elementen in verband met people of planet.’


ORGANISATIE interview met Mark Crispel, Jacques Philippaerts, Dirk Van Aerschot

Politie, people, planet, profit Maatschappelijk verantwoord ondernemen verovert een plaatsje op de agenda van de politie. Verschillende aspecten van de 3 p’s – people, planet, profit – vinden ingang bij de federale en lokale politiediensten, al is van een geïntegreerd beleid veelal nog geen sprake. Maar dat komt: ‘Duurzaamheid wordt een onderdeel van de maatschappij, de politie moet daarin mee.’ koen van heddeghem en Bart Van Moerkerke

O

p 10 november organiseert het Centrum voor Politiestudies samen met de VVSG, de provincie Vlaams-Brabant en Cipal een ontmoetingsdag over maatschappelijk verantwoord ondernemen bij de federale en lokale politie. Duurzame ontwikkeling en politie, wat moeten we ons daarbij voorstellen? Lokaal vroeg het aan drie van de initiatiefnemers: Mark Crispel, Jacques Philippaerts en Dirk Van Aerschot. Mark Crispel is korpschef van de lokale politiezone Sint-Pieters-Leeuw. Jacques Philippaerts is directeur van de federale directie ‘relaties met de lokale politiezones’ (in de toekomst directie voor excellente politiezorg). Dirk Van Aerschot is verbindingsambtenaar van de federale politie bij de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant. Hoe bent u binnen uw functie met maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzame ontwikkeling bezig? Jacques Philippaerts: ‘Onze directie heeft visieteksten uitgewerkt over community policing, over organisatieontwikkeling en integrale bedrijfsvoering, en in 2007 over “Naar een excellente politiezorg”. Al die teksten bevatten aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen. We willen op dit domein een voortrekkersrol spelen, niet alleen qua visievorming maar ook door lokale en federale politiediensten zo concreet mogelijke maatregelen voor te stellen.’ Mark Crispel: ‘We zijn een kleine zone maar enkele jaren geleden ondertekenden we een protocol met de Sûreté de Québec, de nationale politie van de Canadese provincie Québec, over optimale bedrijfsvoering. Die samenwerking bracht ons op het terrein van duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen. In 2009 dienden we een project in bij de gemengde commissie Québec-Vlaanderen. Samen met de gemeente SintPieters-Leeuw kregen we een subsidie om onder meer te werken aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.’ Dirk Van Aerschot: ‘Mijn opdracht is de 27 Vlaams-Brabantse politiezones ondersteunen op het domein van de optimale bedrijfsvoering én de ideeën te verspreiden die daarover ontwikkeld worden. Een vooruitstrevende zone als Sint-Pieters-Leeuw is in dat verband een zegen.’ Wat is maatschappelijk verantwoord ondernemen voor de politie? Mark Crispel: ‘Wij vertrekken van de triple bottomline zoals dat in het vakjargon heet: people, planet, profit. Planet gaat over milieuvriendelijke bedrijfsvoering in al zijn facetten. De politie en de overheid in het algemeen hebben op dat vlak een enorme achterstand op de voortrekkers en zelfs de middenmoot van het bedrijfs

leven. People heeft te maken met humanresourcesmanagement en met de manier van omgaan met de burgers. Profit is voor ons het moeilijkste. Hoe kun je als bestuurlijke organisatie, als publieke overheidsorganisatie je maatschappelijke winst identificeren en meetbaar maken?’ Planet is het meest voor de hand liggend, wat houdt het concreet in? Dirk Van Aerschot: ‘Veel politiezones zitten bijvoorbeeld in oude gebouwen, die niet functioneel zijn en die ecologisch slecht scoren. Enkele zones met een nieuwbouw houden al wel rekening met de ecologische aspecten. Dat veroorzaakt in de beginfase hogere kosten, maar die haal je er vrij snel uit. Planet gaat ook over het zuiveren van water, over zonnepanelen, over verluchtingssystemen in plaats van airco. Een ander facet is het grote voertuigenpark van de politie, we zijn heel veel onderweg. Er zijn zones die heel bewust kiezen voor hybride wagens. Verder zijn er de traditionele dingen zoals papier besparen, bepaalde soorten papier gebruiken, overstappen op een centraal fotokopieerapparaat en een centrale printer in plaats van een toestel voor elke medewerker. Steeds meer zones nemen zulke initiatieven.’ Wat gaat er schuil achter people? Mark Crispel: ‘Daar zijn we al sinds de politiehervorming sterk mee bezig, al gebeurde dat niet onder de noemer maatschappelijk verantwoord ondernemen. Intern is er veel gedaan voor het personeelsstatuut en het welzijn en welbehagen van de politiemensen. Extern is er veel veranderd in de manier van omgaan met de burgers. Een politieman die in zijn dagelijkse werk op een goede manier met mensen omgaat, is maatschappelijk verantwoord bezig. Als je iemand opsluit in de cel, dan moet je dat doen met respect voor die man of vrouw. Je moet op een correcte manier met een slachtoffer omgaan. Met die vaardigheden, attitudes en competenties van onze mensen zijn we al jaren aan de slag. Ze zaten onder de paraplu van humanresourcesmanagement, slachtofferbejegening, vorming, maar ze zijn eigenlijk een onderdeel van het bredere verhaal van maatschappelijk verantwoord ondernemen.’ Hoe vertaal je profit naar de politie? Mark Crispel: ‘Zul je door maatschappelijk verantwoord ondernemen meer dieven pakken? Zul je minder verkeersslachtoffers hebben? Dat moet het opzet zijn want het is de kern van onze taak. We beseffen wel dat de politie dit niet alleen kan. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is ook een kwestie van netwerken, van partnerships. Je pakt een dief niet alleen door sporenonderzoek, ook door goede contacten met de bevolking die zegt waarheen de dief liep of hoe hij gekleed was. We hebben bijvoorbeeld een aantal 1 november 2010 LOKAAL 13


ORGANISATIE interview met Mark Crispel, Jacques Philippaerts, Dirk Van Aerschot

Dirk Van Aerschot: ‘Voor veel politiemensen staat hun kerntaak al gelijk aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar we moeten meer doen, we moeten meer betekenen voor de omgeving buiten onze kerntaken.’

STEFAN DEWICKERE

Mark Crispel: ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen is ook een kwestie van netwerken, van partnerships. Je pakt een dief ook door goede contacten met de bevolking die zegt waarheen hij liep of hoe hij gekleed was.’ Jacques Philippaerts: ‘De politie werkt met belastinggeld en moet zoals elke overheidsinstelling aantonen dat ze met dat geld haar objectieven bereikt, en wel zo efficiënt mogelijk.’

initiatieven om goede relaties te onderhouden met de handelaars en KMO’s in onze zone. Vertrouwen is daarbij een kernwoord. De bevolking is maar bereid met de politie samen te werken als ze vertrouwen heeft in de politie, als ze weet dat die op een maatschappelijk verantwoorde manier handelt. Als ze bijvoorbeeld respect heeft voor een slachtoffer, als ze respect heeft voor de persoon die ze aanhoudt. En dat maakt deel uit van de tweede p, people.’ Jacques Philippaerts: ‘De politie werkt met belastinggeld en moet zoals elke overheidsinstelling aantonen dat ze met dat geld haar objectieven bereikt, en wel zo efficiënt mogelijk. We zien dat almaar meer korpsen jaarrapporten schrijven waarin ze niet enkel zeggen wat ze gedaan hebben maar ook welke middelen ze daarvoor ingezet hebben. Ook op dat vlak verandert er iets maar het is een evolutie die we nog moeten versterken.’ Wat beweegt er bij de federale politie? Jacques Philippaerts: ‘De federale politie neemt veel initiatieven. Op het vlak van risicoanalyse en de preventie van ongevallen bijvoorbeeld gebeurt er van alles. In het nationale veiligheidsplan is ook een actieplan opgenomen over ecologisch verantwoord ondernemen: papier besparen en zoveel mogelijk e-werken is er een onderdeel van. De Coördinatie- en Steundirectie van Brussel heeft ook een prijs gekregen voor een goede praktijk: ze is erin geslaagd om in haar gebouwen een aanzienlijke besparing door te voeren op water, elektriciteit, energie. Ze heeft het hele gebouw grondig geanalyseerd en gekeken waar het zuiniger kon. Het is onze taak om dat soort goede praktijken uit te dragen. Als het daar kan, moet het ergens anders ook kunnen. Natuurlijk zijn de gebouwen van de federale politie, dikwijls kazernes, niet altijd geschikt om daar nu nog fors in te investeren, zeker niet als ze op relatief korte termijn verlaten zullen worden. We zien wel dat bij nieuwbouw steeds meer ecologische eisen worden gesteld. Doordat het in het nationale veiligheidsplan is ingeschreven, krijgt het ook nationale weerklank. Ook op het vlak van people gebeuren er veel inspanningen: het diversiteitslabel, het diversiteitshandvest, ethiek en integriteit, deontologie. Dat wordt door andere directies binnen de algemene directie van de ondersteuning en het beheer getrokken. Er is nog winst te boeken door naar één visietekst te gaan voor de geïntegreerde politie, met een heleboel praktische voorbeelden.’ Zou het niet goed zijn een soort checklist van maatschappelijk verantwoord ondernemen op te stellen waaraan elk korps zich kan spiegelen? Mark Crispel: ‘Op de ontmoetingsdag van 10 november zullen we een duurzaamheidsbarometer voor de politie voorstellen. Hij is al getest in de Vlaams-Brabantse praktijkgroep voor optimale bedrijfsvoering. Door die in te vullen krijg je een zicht op moge14 LOKAAL 1 november 2010

lijke indicatoren en kun je meteen vrij concreet aan de slag. De grote fout die we zouden kunnen maken, is duurzaamheid vooral te bekijken vanuit het aspect planet. Het zit ons als politiemensen in de genen dat we focussen op profit of people.’ Dirk Van Aerschot: ‘De politie heeft het lastig met het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen omdat haar veiligheidstaak op zich al een maatschappelijke bijdrage is. Voor veel politiemensen staat die kerntaak al gelijk aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar in mijn visie moet het meer zijn, we moeten meer doen, we moeten meer betekenen voor de omgeving buiten onze kerntaken. Een klassiek voorbeeld is een cursus defensief rijden voor politiemensen. Je bespaart er brandstof mee, de milieuvervuiling is minder, voertuigen verslijten minder snel, je voorkomt ongevallen, het aantal slachtoffers of de ernst van de verwondingen vermindert. Met een dergelijke kleine opleiding raak je dus aan alle aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het kan ook verder gaan. Er zijn bijvoorbeeld zones die één keer per jaar een buurtbarbecue organiseren om alle buurtbewoners in contact te brengen met de politiemensen, om te tonen hoe het politiehuis geïntegreerd is in de omgeving, om elkaar te leren kennen.’ In budgettair moeilijke tijden moet overal bespaard worden. Optimale bedrijfsvoering is ook een aspect van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Moet de politie ook een duit in het zakje doen? Jacques Philippaerts: ‘Dat is een moeilijke vraag. Elke organisatie moet op zoek gaan naar besparingsmogelijkheden. Er is nog ruimte. Als we onze processen beter organiseren en efficiënter werken, moeten we eenzelfde niveau van veiligheid kunnen aanbieden met minder middelen. Maar er zijn grenzen, je kunt niet oneindig besparen.’ Mark Crispel: ‘Het is risicovol te besparen op je primaire processen, op wat de burger op straat ziet. Op andere punten kun je wel nog efficiëntiewinst boeken. Met een ecologischer en zuiniger bedrijfsvoering kun je geld besparen. Je kunt het met iets minder brandstof doen. De politie heeft ook de neiging te veel zelf te willen doen. Ze zorgt niet alléén voor de veiligheid, ze doet dat met haar partners. Door beter te gaan samenwerken met die tientallen partners kan ze efficiënter werken en betere resultaten boeken.’ Blijft maatschappelijk verantwoord ondernemen voorlopig vooral een zaak van korpschefs? Krijgt u het verkocht aan de politielui in de straat? Mark Crispel: ‘We zitten nog niet in dat stadium. Een aantal quick wins zijn verworven. We hebben onze mensen jaren geleden weer op de fiets gekregen, die fietskilometers kun je vertalen in minder


CO2-uitstoot. Als we een auto kopen, kijken we naar de CO2-uitstoot. We zijn zuinig met papier. Dat leeft. Maar het globale plaatje ontbreekt nog. Dat willen we op de ontmoetingsdag presenteren, niet enkel aan de politie, ook aan de gemeenten en OCMW’s.’ Jacques Philippaerts: ‘Wij hebben vouwfietsen aangekocht voor de medewerkers. Zo kunnen ze openbaar vervoer en fiets combineren en de auto meer in de garage laten staan. Twee of drie mensen maken er gebruik van, de anderen krijg je er moeilijk op. Dat is bewustwording op lange termijn.’ Heeft u de bestuurlijke overheden mee? Mark Crispel: ‘In onze politiezone hebben we nog geen stappenplan, geen actieplan maatschappelijk verantwoord ondernemen. We zitten nog in de fase van bewustwording, van de vertaling van de principes naar de politieorganisatie. In het kader van onze samenwerking met de Sûreté de Québec en de Vlaamse regering is het wel de bedoeling een stappenplan uit te werken.’ Is het de bedoeling dat maatschappelijk verantwoord ondernemen een onderdeel wordt van het zonale veiligheidsplan? Jacques Philippaerts: ‘Dat zou moeten. Als die bewustwording er is, moet ze in het beleid geïntegreerd worden. In het nationale veiligheidsplan staat het al, in de zonale veiligheidsplannen blijft het voorlopig beperkt tot enkele elementen in verband met people of planet.’

Mark Crispel: ‘In onze visie staat dat maatschappelijk verantwoord ondernemen onze uitdaging is. Duurzaamheid is een onderdeel van de maatschappij aan het worden, de politie moet daarin mee. De invulling staat nog niet ver, de bewustwording zit nog in een embryonaal stadium. Maar er beweegt veel. Het verschil tussen de politie vroeger en nu is een meer consequente aanpak van de contacten met burgers en belanghebbenden, het maken van strategische plannen op lange termijn. Dat zorgt ervoor dat initiatieven, ook op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen, op langere termijn gewaarborgd worden. Ook de samenwerking met anderen draagt daartoe bij: als je met een partner een protocol tekent of een service level agreement vastlegt, dan kun je niet zomaar zeggen dat je het niet meer doet.’ Koen Van Heddeghem is VVSG-stafmedewerker lokale politie Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Vilvoorde, 10 november Ben jij een MVO’er? Ontmoetingsdag ‘Doe jij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen? Ben jij een MVO’er?’, 10 november 2010, Huis van de Toekomst, Vilvoorde. Alle informatie op www.vvsg.be en www.politiestudies.be.

ADVERTENTIE

Gedeelde kennis is dubbele kennis De beste manier om kennis te vergroten, is ze te delen met anderen. Daarom is ons kantoor georganiseerd in vakgroepen die elkaar overlappen. Resultaat: een vruchtbare kruisbestuiving die de kennis van onze advocaten telkens weer verruimt. En dat komt elke cliënt ten goede. Wilt u meer weten over onze aanpak? Neem eens een kijkje op onze website, of bel ons voor een afspraak.

Mechelsesteenweg 27 2018 Antwerpen parking | Hemelstraat telefoon | + 32 3 232 50 60 fax | + 32 3 232 30 50 www.gsj.be e-mail | info@gsj.be

1 november 2010 LOKAAL 15


GF

ORGANISATIE personeel

De Vlaamse ontvangers brainstormen over hun nieuwe functies en taken.

EĂŠn financieel beheerder, vijf functies Het ambt van ontvanger heeft een zeer indrukwekkend verleden. Ontvangers zijn altijd trots geweest op hun titel, al wisten weinig buitenstaanders wat hij eigenlijk inhield. Sinds kort is de ontvanger financieel beheerder geworden, het was hoog tijd om de grote dynamiek die achter de functie schuilgaat in een moderner jasje te steken. Ken Van Dyck

A

ls titel zou financieel beheerder transparanter moeten zijn voor de buitenwereld. Dat was ook nodig. Zelfs de meeste pasafgestudeerde economisten weten niet wat een ontvanger is of doet. Mensen vragen me of ik als OCMW-ontvanger de steuntrekkers ontvang en beslis of zij gerechtigd zijn. Een andere reactie verwijst naar de inning van belastingen, maar dan zorgt het feit dat er naast een gemeente- ook een OCMW-ontvanger bestaat, pas goed voor verwarring. De functie van financieel beheerder wordt beschreven in het nieuwe decreet (OCMW en gemeente) en de beleids- en beheerscyclus, maar toch kunnen we ons afvragen hoe die taakinhoud toegepast zal worden. Daarom riepen de Vlaamse Lokale Ontvangers (VLO) een denktank in het leven om een visie over de gewenste 16 LOKAAL 1 november 2010

functie-evolutie van de financieel beheerder te ontwikkelen en zo de neuzen in dezelfde richting te krijgen. De financieel beheerder leidt de financiĂŤle functie om maximaal bij te dragen tot de organisatiedoelstellingen en tot een effectief, efficiĂŤnt en zuinig bestuur. Hij plant, organiseert, volgt op en coĂśrdineert. De wetgever heeft zich gebaseerd op enkele principes van het New Public Management, en dat kunnen we alleen maar ondersteunen. Resultaatgericht publiek management, beleidsplanning, beheerscontrole, responsabilisering door middel van budgethouderschap, interne controle en rapportering zijn veel gebruikte termen, en de toepassing ervan in de lokale besturen vormt een grote uitdaging voor de financieel beheerders.

Gelukkig staan ze er niet alleen voor want deze managementprincipes benadrukken de noodzaak om met het managementteam en in het bijzonder met de secretaris samen te werken. Het is geen eenvoudige taak een functietitel op te maken die de volledige lading dekt. De taakstelling van financieel beheerder kunnen we onder vijf clusters klasseren: chief financial officer, controller, change manager, bewaker van de wettigheid en regelmatigheid en financiĂŤle bewaker.

chief financial officer financiĂŤle bewaker

bewaker van de wettigheid

controller

change manager


Onder de cluster Chief Financial Officer verstaan we de veeleer klassieke dienstverlening van de financiĂŤle dienst. Het financiĂŤle beleid wordt voorbereid door de financieel beheerder, in overleg met het bestuur en het managementteam. Een realistisch financieel meerjarenplan moet het evenwicht van de organisatie bewaken. De financieel beheerder is de eindverantwoordelijke voor de boekhouding, de belangrijkste steunpilaar voor alle andere functies. Met boekhouding bedoelen we niet alleen de registratie van financiĂŤle transacties maar ook het debiteurenbeheer, het beheer van de schuld en de liquiditeiten, en de bijhorende uitgebreide financiĂŤle rapportering.

chief financial officer

De benaming ‘controller’ is afgeleid van het Engelse ‘to control’, wat ‘beheersen’ betekent. In het nieuwe decreet en in de beleids- en beheerscyclus is beheerscontrole een hot topic geworden. Het is een proces waarbij ernaar gestreefd wordt de doelstellingen op een zo efficiĂŤnt en effectief mogelijke wijze te maximaliseren. Het spreekt voor zich dat beheerscontrole de hele organisatie aanbelangt en zowel financiĂŤle als nietfinanciĂŤle gegevens bijeenbrengt. New Public Management promoot als het ware een responsabilisering van de leidinggevende ambtenaren om tot een meer doel- en resultaatgericht beleid te komen. Beslissingsbevoegdheid en de daarmee samenhangende verantwoordelijkheid worden dichter bij de basis gelegd. Zo is het personeel meer bij de zaak betrokken en sterker gemotiveerd. Er kan sneller op behoeften gereageerd worden. De kwaliteit verbetert en de effectiviteit en efficiĂŤntie verhogen. Deze achterliggende idee wordt samengevat in de term budgethouderschap. Responsabiliseren en delegeren betekent loslaten maar ook opvolgen of beheersen. Daarenboven is het belangrijk dat in de besluitvorming alle facetten aan bod komen. Het financiĂŤle luik is de dag van vandaag een van de belangrijkste onderdelen in het besluitvormingsproces. Daarom moeten bij responsabilisering alle betrokkenen doordrongen zijn van een financieel bewustzijn. De financieel beheerder speelt hierbij een cruciale en sturende rol. Hij moet een systeem van

controller

De financieel beheerder leidt de financiĂŤle functie om maximaal bij te dragen tot de organisatiedoelstellingen en tot een effectief, efficiĂŤnt en zuinig bestuur. Hij plant, organiseert, volgt op en coĂśrdineert.

beheerscontrole over de financiĂŤle functie ĂŠn over de organisatiedoelstellingen ontwikkelen. Het is dus onontbeerlijk dat financieel beheerders over sterke relationele competenties beschikken, want zonder samenwerking met het managementteam en de secretaris is deze opdracht onbegonnen werk. Zij vormen de katalysator tussen de verschillende bedrijfsdisciplines. Wat betreft het financiĂŤle luik zal de financieel beheerder optreden als coach voor de budgethouders en zal hij ten dienste van hen een kenniscentrum ontwikkelen. Het beheersen van kostprijzen, het uitvoeren van investeringsanalyses en de benchmarking van financiĂŤle gegevens gebeurt door de financieel beheerder en levert waardevolle informatie voor het besluitvormingsproces. De financieel beheerder heeft een belangrijke taak in de beleidsplanningscyclus, want hij is primair verantwoordelijk voor de financiĂŤle vertaling van de beleidsplannen op lange en korte termijn. Zijn de budgetten goedgekeurd, dan staat hij mee in voor de opvolging van de beleidsuitvoering. Voorbereiding en uitvoering van de doelstellingen is een taak voor de budgethouders (onder toezicht van de secretaris) maar de financieel beheerder zal een systeem moeten opzetten dat opvolging, evaluatie en rapportering over de prioritaire doelstellingen mogelijk maakt (bijvoorbeeld via het principe van een balanced scorecard).

Niet enkel als lid van het managementteam, maar ook vanuit zijn organisatiebrede taakstelling is de f inancieel beheerder coĂśrdinator en communicator. Het nieuwe decreet en de beleids- en beheerscyclus introduceren nieuwe technieken en moderne tendensen, en de financieel beheerder speelt een belangrijke rol bij de introductie en toepassing ervan. change manager

bewaker van de wettigheid

Het visum stelt de financieel beheerder in staat zich er onafhankelijk over uit te spreken of een voorgenomen verbintenis wettelijk en regelmatig is. Dat is een belangrijke troef en interne controle met betrekking tot het besluitvormingsproces. De f inancieel beheerder waakt niet alleen over wettelijkheid en regelmatigheid maar ook over de naleving van de principes van goed huisvaderschap en over de bedrijfseconomische logica bij de totstandkoming van beslissingen met een financiĂŤle impact. finanicĂŤle bewaker

Ken Van Dyck is OCMW-ontvanger in Zwijndrecht

Van ontvanger, een ambt met een indrukwekkend verleden, naar financieel beheerder, een ambt met een veelbelovende toekomst!

In deze brochure staan de vijf functies van de financieel beheerder uitgebreider uitgelegd. Ze werd geschreven door de denktank Vlaamse ontvangers als een leidraad voor hun collega’s en de beleidsmakers en als een inspiratiebron bij het uitstippelen van hun beleid inzake de decretale functie van dit ambt. Ken Van Dyck en Koen Berghmans schreven de tekst, bijgestaan door de voorzitter van de denktank DaniÍl Verbeken. De brochure kunt u downloaden op www.ontvangers.be

1 november 2010 LOKAAL 17


stefan dewickere

ORGANISATIE ICT

‘Over twee weken zit u in het systeem.’ Geen enkel lokaal bestuur ontkomt eraan: ICT moet en zal gebruikt worden, en liefst

Ronde van Vlaanderen 2010 Malle 9 november, Roeselare 16 november, Heusden-Zolder 30 november, Leuven 2 december Actuele dossiers voor lokale besturen. • Een nieuw beleids- en financieel systeem voor gemeenten en OCMW’s • Lokaal beleid afgestemd op kwetsbare groepen • Een sociaalwoonbeleid in de strijd tegen armoede • Werk als garantie tegen levenslange armoede? Wat doet het lokale bestuur? • Praktische tips voor OCMW-raadsleden over het omgaan met persoonsgegevens • Energiesnoeiers en energiezuinig wonen, ook voor huishoudens met lage inkomens • Evaluatie van het lokaal sociaal beleid • Haalt uw gemeente 2020 zonder ICT? www.vvsg.be (agenda)

18 LOKAAL 1 november 2010

op een zo efficiënt mogelijke manier. Maar iedereen worstelt met de vraag hoe dat dan moet. Brecht Ranschaert

E

en waar gebeurd verhaal: een jong koppel wil trouwen. De man komt uit België, de vrouw uit Nederland. Omdat ze in een Vlaamse centrumstad wonen en omdat de kerk toch in het midden gehouden moet worden – ook al is het enkel een burgerlijk huwelijk – beslissen ze te trouwen in Nederland. Terug in eigen stad krijgt het koppel te horen dat het huwelijk nu ook nog in België geregistreerd moet worden. In het Administratief Centrum wacht het jonge paar geduldig aan het kantoortje van de betreffende registratieambtenaar. Na een tijdje worden ze binnengelaten en worden alle gegevens (beider paspoorten, geboorte-uittreksels, huwelijksakte en zo verder) nauwgezet overgetypt en gekopieerd. Duurtijd 25 minuten. Op de vraag wanneer die registratie definitief wordt, komt het lichtelijk verbijsterende ant-

woord dat dit toch nog wel twee tot drie weken kan duren. Want alles moet nu nog ingevoerd worden in een andere computer die wél aangesloten is op het algemene netwerk. En het is nogal druk, dus dat kan nog wel even op zich laten wachten. Een pijnlijk en lachwekkend voorbeeld van hoe ICT de zaken niet noodzakelijk versnelt. Zo zijn er ongetwijfeld hopen voorbeelden. Denk alleen maar aan de tijd die u zelf moet investeren in het leren kennen (en vlot gebruiken) van een nieuwe telefoon – als het al geen smartphone is die gesynchroniseerd moet worden met de computer. Of hoe lang het duurt voor u alweer een nieuwe versie van Office onder de knie hebt. Systemen en softwarepakketten die nog veel complexer zijn op elkaar afstemmen, is een titanenwerk dat erg doordacht en systematisch moet gebeuren.


PRAKTIJK

Vlaamse koterij Het gevaar bestaat dat de ICT-infrastructuur en -programmatuur van uw gemeente opgebouwd wordt zoals veel Vlaamse huizen: het huis staat er al lang en gaandeweg wordt er achteraan een bijkeuken, een washok, een berghok, een tuinhuis aangebouwd. Elk stukje in een andere stijl, met andere bouwmaterialen, en zonder vooraf doordachte algemene architectuur. En zo’n huis mag natuurlijk ook zeker niet te veel op dat van de buren lijken – we leven tenslotte niet in Nederland! Zulke systemen kunnen natuurlijk wel handig zijn, zeker als ze al jarenlang gebruikt worden in een dienst en iedereen ze in de vingers heeft. Maar het dreigt mis te lopen als al te veel verschillende diensten hun eigen systemen ontwikkelen, zonder te kijken naar hoe andere diensten werken, en zonder rekening te houden met de algemene visie van de gemeente in kwestie (als die er al is). Een ander struikelblok is het al te lang vasthouden aan de oude, vertrouwde toepassingen. Begrijpelijk: niemand gooit graag zijn favoriete pantoffels weg, ook al zijn ze tot op de draad versleten. Maar soms moet het Êcht, en dan komt het erop aan heel doordacht te werk te gaan. Als een gemeente grote stappen wil zetten op het vlak van informatisering, is het noodzakelijk grondig in kaart te brengen wat er al allemaal bestaat, wat er nodig is en hoe alles vlot op elkaar afgestemd kan worden. Pas dan lijkt het zinvol om nieuwe hard- en/of software aan te kopen. Op de Trefdag dit voorjaar stelden we al de eerste vragen over dit thema: hoe gaat u als leidinggevende met het ICT-beleid om, wat zijn uw prioriteiten, welke problemen bestaan er? Dit najaar willen we tijdens de Ronde van Vlaanderen dieper ingaan op die problematiek en samen met u op zoek gaan naar de prioriteiten die we moeten stellen om tot een goed gemeentelijk ICT-beleid te komen. Een ICT-beleid dat voor uw organisatie werkt en er ook volledig mee in lijn staat. Want alleen zo haalt uw gemeente 2020. Brecht Ranschaert is onderzoeksmedewerker I-scan aan de Hogeschool Gent

AALST - Om de samenwerking tussen de politie, de stadsdiensten, het OCMW en de brandweer te verbeteren houden de medewerkers gezamenlijke teamworkdagen in het stadspark van Aalst. Het college verwacht dat Aalst door een betere samenwerking leefbaarder wordt.

GF

Als een gemeente grote stappen wil zetten op het vlak van informatisering, moet ze grondig in kaart brengen wat al bestaat, wat nodig is en hoe alles vlot op elkaar kan worden afgestemd.

Meer leefbaarheid door samenwerkende diensten Tussen maart en oktober van dit jaar vonden 31 teamworkdagen plaats, in totaal voor vijfhonderd medewerkers. Op elke teamworkdag komt een mix van personeelsleden uit de verschillende diensten samen: acht van de lokale politie, zes van de stedelijke diensten, iemand van de brandweer en iemand van het OCMW. Daar zijn zowel leidinggevenden als niet-leidinggevenden bij. Telkens wordt gewerkt aan excellent (samen)werken, integrale veiligheid en leefbaarheid. Aan de hand van briefings, groepsopdrachten en debriefings wordt hierover informatie doorgenomen. Ondertussen leren de personeelsleden elkaar beter kennen, wat ook al een vlottere samenwerking kan stimuleren. De begeleiders van de groepen komen ook uit alle verschillende diensten. Ze werden samen opgeleid en ze bereiden de sessies samen voor. Daardoor is het vertrouwen van alle diensten in de organisatie van deze teamworkdagen groot. Iedereen wil er graag aan deelnemen. Bij het krieken van de teamworkdag maakt het bestuur in een filmpje duidelijk waarom het de samenwerking tussen de diensten wil verbeteren. De burgemeester, de korpschef, de brandweercommandant en de OCMW-voorzitter schetsen de noodzaak en het belang van beter samenwerken tussen de diensten en wensen de deelnemers een leerrijke dag. Theoretische uiteenzettingen zijn er niet, via groepsopdrachten wordt aangetoond wat je bereikt als je beter en slimmer samenwerkt. Na elke teamworkdag moeten de deelnemers in eigen woorden de pijlers van de gemeenschapsgerichte (politie)zorg kunnen uitleggen, vlotter en makkelijker kunnen samenwerken met de collega’s uit een andere dienst en begrijpen wat ‘integrale veiligheid’ betekent, hoe ze eraan kunnen bijdragen en wat het belang ervan is. Ze moeten op weg gezet zijn naar excellent (samen)werken. Alle opdrachten in de loop van de dag streven deze doelen na. De basisfilosofie waarop de opdrachten geĂŻnspireerd zijn, is die van de gemeenschapsgerichte politiezorg. Omdat er wordt samengewerkt met niet-politionele diensten is ze omgedoopt tot gemeenschapsgerichte zorg tout court, maar de basiselementen waarmee gewerkt wordt zijn dezelfde: partnerschap, externe gerichtheid, feedback geven, probleemoplossend werken en betrokkenheid creĂŤren. Na iedere groepsopdracht wordt de link met de reĂŤle werksituatie gelegd. Zo wordt in de debriefing aandacht besteed aan hoe problemen en zaken uit de dagelijkse praktijk op de werkvloer efficiĂŤnt(er) behandeld kunnen worden. Voor de deelnemers van de lokale politie van Aalst past deze teamworkdag binnen hun meerjarig opleidingstraject excellente politiezorg. Sinds 2008 wordt elk jaar ingezoomd op specifieke aspecten van de excellente politiezorg, in 2008 met een interne opleiding over de vertaling van de vijf pijlers van de gemeenschapsgerichte politie, in 2009 met teamworkdagen over intern partnerschap (samenwerking tussen de eigen diensten). Dit jaar staat het externe partnerschap centraal en worden de andere stadsdiensten ook aan boord gehaald. Nadja Desmet ii Bart Pardaens, bart.pardaens.5003@police.be, T 053-73 94 06 1 november 2010 LOKAAL 19


Ook klachten over u nemen wij vaak serieus

Bel gratis 0800 240 50 www.vlaamseombudsdienst.be - klachten@vlaamseombudsdienst.be


NORA VAN MEEUWEN DE-LOKAAL

Kleur is alles

S

oms kloppen clichés. Dat Mexico een bijzonder kleurig land is, is er zo een. De uitbundige natuur is daar natuurlijk niet vreemd aan, maar zodra die het wat rustiger aan doet, nemen wij het over. Het laatste derde van het jaar stopt de Mexicaan veel tijd in versieren. Van zijn huis en omgeving, bedoel ik dan. September is de maand van het vaderland en dan steken wij de vlag uit en hangen alles vol guirlandes en frutsels in de nationale kleuren: rood-wit-groen. Het middelste pand van de vlag toont een adelaar op een cactus met een slang in zijn bek, een verwijzing naar de precolumbiaanse ontstaanslegende van het land: de Azteken hadden van hun goden de opdracht gekregen een stad te stichten op de plaats waar ze een adelaar op een cactus zagen zitten met een slang in zijn bek. Het toeval wilde dat dit op een drijvend eilandje in het immense meer in de vallei van Mexico was, en daar bouwden ze dus hun stad. Zoveel eeuwen later verzakt ze nog altijd, maar dat is de schuld van de Spanjaarden, met al hun grootse monumenten. Die mooie vlag zie je vanaf het weekend van of vóór 1 september overal: op de motorkappen van taxi’s en andere auto’s, wapperend uit het achterste raampje van alle stadsvervoer, uit ramen van huizen, aan balkons, aan echte en geïmproviseerde vlaggenmasten. Het feestelijkst vind ik de verkopers die je de eerste helft van de maand op straat treft. Ze duwen karretjes voort vol vlaggen in alle denkbare formaten, en ertussen en eronder alle mogelijke versiersels van sober en mooi tot de grappigste kitsch. We versieren huis en een patio met driekleurige slingers, windmolentjes en kartonnen adelaars op cactussen, en hangen lange slierten geknipt papier met vaderlandse motieven op. Hoewel, tegenwoordig is het bijna altijd geknipt

plastic. Dat heeft het voordeel dat je ze ook buiten kunt hangen zonder dat de nationale helden bij de eerste regenbui in vale tranen van rood-wit-groen uiteenvallen. En het zal u bekend voorkomen, maar op de nationale feestdag pleegt het hier bij bakken te regenen. Op 15 en 16 september gaan grote delen van de bevolking in de nationale kleuren gekleed, daarom niet noodzakelijk in alle drie, maar het mag. En anders is een sjaal of een speldje toch wel het minste wat je kunt doen. Dat mag trouwens de hele maand. Vrouwen – ja, ook deftige dames – dragen in september driekleurige linten, strikken en elastiekjes in hun haar. Onafhankelijkheidsdag is 16 september, maar dictator Porfirio Díaz was op 15 september jarig. Sindsdien vieren we op de vooravond van de officiële feestdag. Daar heeft geen revolutie iets aan kunnen veranderen. Aan het eind van de maand september bergen we onze Mexicaanse kleuren op. Alleen de vlag, die blijft wel eens wat langer wapperen, zeker dit jaar, vanwege die tweehonderd jaar onafhankelijkheid. Waarom zou je niet het hele jaar vlaggen, of toch zeker tot 20 november, als we honderd jaar revolutie herdenken? In oktober bereiden we ons voor op het dodenfeest. Geen grijs of zwart, hier geen chrysanten. Neen, knaloranje moet het zijn, met eventueel wat donkerpaars en wijnrood. De bloem van het dodenfeest is het afrikaantje. Daarmee worden de begraafplaatsen versierd en huisaltaartjes aangelegd. Een pad van oranje bloemblaadjes wijst de zielen de weg van de deur naar binnen, naar het altaartje. En weer geknipt papier, wel van papier, deze keer. De Catrina, u bekend van het beeld bij deze column, in alle mogelijke varianten, dansende skeletten, kisten en kruisen, allemaal

in oranje en paars. De huisaltaartjes verdwijnen op 2 november alweer, maar de versiering en vooral de afrikaantjes kleuren onze omgeving nog wel wat langer. Daarna wordt het tijd om de kerstversiering te controleren, want het jaareinde begint hier vroeg. Officieel met het feest van de Maagd van Guadalupe op 12 december, wat ook al de avond tevoren gevierd wordt met processies, jaarmarkten en muziek. Volgens de katholieke kerk verscheen de moeder Gods met indiaanse gelaatstrekken op een twaalfde december aan een eenvoudige indiaan. Dus die dag zijn wij even allemaal indiaan. Ouders tooien hun kleine kinderen in eenvoudige traditionele kleren en brengen ze naar de kerk. Kerstbomen en -versiering en de ook hier stilaan onvermijdelijke Santa Clos die met een buidel pakjes tegen de gevels kruipt, dat moet allemaal al vanaf 1 december. Wie na Nieuwjaar te moe is om alles op te bergen of nog niet direct wil wennen aan acht maanden zonder versiering, die mag gerust nog wat langer in de kerstsfeer blijven zitten. Want de Drie Koningen komen nog langs, en uiteindelijk eindigt de kerstperiode hier pas écht op… 2 februari, met lichtmis. Tegen dan neemt de natuur het wel weer van ons over. Wie het echt niet kan laten, mag februari geheel roze kleuren en vol harten hangen omdat het de maand van de liefde en de vriendschap is. Tja, wat heb je nou aan één lievekesdag? Een hele maand om al je lieven en gelieven te verwennen, dat is toch veel beter. En de commercie – vooral die van suikergoed en chocolade, ballonnen, knuffelberen en wenskaarten – leeft weer even op na de dodelijke maand januari waarin vooral de Berg van Barmhartigheid, het pandjeshuis, veel volk over de vloer heeft gehad. 1 november 2010 LOKAAL 21


ALEX VERHOEVEN

ORGANISATIE BESTUURSINDELING

Kan Duitsland Vlaanderen inspireren? De bestuurlijke organisatiestructuur van Duitsland is anders dan die van onze andere buurlanden. Zo kent Frankrijk meer dan 35.000 gemeenten en sterk ontwikkelde intercommunale verenigingen, terwijl in Nederland jarenlang werd ingezet op de fusie van gemeenten zodat er nu nog 430 overblijven. In Duitsland zitten bij de bijna 12.000 gemeenten ook hele kleintjes die voor een grotere slagkracht verenigd zijn in een verkozen tussenstructuur: de Kreise. Mark Suykens

D

e 82 miljoen Duitse burgers wonen in de federale Bundesrepublik, die bestaat uit zestien Länder zoals Beieren, Nordrhein-Westfalen of Hessen. Daarnaast bestaat er een lokaal niveau met gemeentelijke autonomie (Kommunale Selbstverwaltung). Dit niveau bestaat uit 114 Stadtkreise of Kreisfreie Städte en 301 (Land)Kreise die in totaal samen bijna 12.000 Gemeinden verenigen. Gemiddeld 22 LOKAAL 1 november 2010

wonen er in een gemeente dus 7130 mensen en in een Kreis bijna 200.000. Stadtkreise zijn grote steden (meestal met meer dan 100.000 inwoners), ze zijn gemeente en Kreis in één bestuurslaag. De Kreise zijn een interessant gegeven. Ze behoren uitdrukkelijk tot het lokale bestuursniveau. Ze zijn in het leven geroepen om de bestuurskracht van kleine gemeenten te vergroten en om een gede-

concentreerd takenpakket uit te oefenen. De vormgeving varieert per Land, maar de hoofdlijnen zijn wel gelijk voor heel Duitsland. Anders dan in andere westerse democratieën bestaat in Duitsland veel minder de behoefte tot bestuurlijke decentralisatie door bevoegdheden van de Länder naar het lokale niveau over te hevelen. De reden hiervoor is dat in bestuurlijke aangelegenheden het subsidiariteitsbeginsel steeds als leidraad heeft gefungeerd. Zolang Bund of Länder niet expliciet bevoegd zijn, vormt het lokale bestuur in beginsel de aangewezen instantie. De politieke realiteit sluit echter niet naadloos aan bij dit ideaalbeeld. In de loop der jaren heeft zich een gecompliceerd systeem ontwikkeld van gezamenlijke planning, financiering en regelgeving door Bund, Länder en lokale overheden (‘Politikverflechtung’).


De vormgeving van de Kreise varieert per Land.

Concreet takenpakket Hoewel het lokale bestuur over ruime beleidsvrijheid beschikt, is het niet volstrekt ongebonden in zijn taakuitoefening. Er zijn taken die gemeenten krachtens de wetgeving van het Land moeten

inwoners). Ongeveer een op de tien Kreise beslaat een gebied met 300.000 à 550.000 inwoners. In zo’n Kreis hebben sommige gemeenten effectief Kreisaufgaben hebben en andere niet. Dat hangt af van hun inwonersaantal, hun mogelijkheden en capaciteiten. De Kreis biedt een zeer soepel systeem waarbij een gemeente kan

De Kreise zijn in het leven geroepen om de bestuurskracht van kleine gemeenten te vergroten en om een gedeconcentreerd takenpakket uit te oefenen. vervullen, ook hier bestaan er grondige verschillen per Land. Andere taken zijn facultatief en kunnen vrijwel zonder bemoeienis en toezicht van het Land worden behartigd. Enkele belangrijke verplichte taken zijn het basisonderwijs, jeugdzorg en de zorg voor kinderopvang voor elk kind, gesubsidieerde woningbouw, aanleg en onderhoud van lokale wegen, rioolwaterzuivering en instandhouding van een brandweerkorps. Terwijl de verplichte taken gebaseerd zijn op speciale wettelijke verplichtingen die opgelegd zijn door de Länder, berusten vrijwillige taken op een algemene bepaling uit de Duitse Grondwet die lokale overheden het recht verleent alle plaatselijke belangen te behartigen die niet expliciet aan hogere overheden zijn voorbehouden. Voorbeelden van dergelijke vrijwillige taken zijn sport en recreatie, cultuur, ouderenzorg en de openbare nutsbedrijven. Kreisfreie Städte, Kreise, Gemeinden mit oder ohne Kreisaufgaben De Kreisfreie Städte, zoals Berlijn en Hamburg maar ook Aken of Trier, behoren niet tot een Kreis en voeren zelfstandig de taken uit die elders door de Kreis gerealiseerd worden. De Landkreise zijn een verkozen niveau. Er worden rechtstreekse verkiezingen gehouden voor het bestuur (Kreistag). De Landrat, in feite de burgemeester op Kreisniveau, wordt soms ook rechtstreeks voor zes of acht jaar verkozen. Er is in elk geval een duidelijke binding met de burger en het lokale bestuursniveau. De Kreis overspant meestal een gebied van 100.000 tot 250.000 inwoners (meestal enkele tientallen gemeenten, met doorgaans ook een stad van 30.000 à 60.000

beslissen taken af te stoten naar de Kreis terwijl andere gemeenten een aantal Kreisaufgaben opnemen. Financies Dit systeem omvat enerzijds lokale belastingheffing, op basis van een grondbelasting en een handelsbelasting. Daarnaast krijgen de lokale overheden een belastinguitkering van het Land. Deze is afkomstig uit dat deel van de opbrengst van de federale inkomstenbelasting en van de

tingtarief zelfstandig kan worden vastgesteld door de lokale bestuurders. In de jaren negentig vormden deze eigen belastingen een derde van de totale inkomsten van het lokale bestuur. Ongeveer de helft van de totale inkomsten was afkomstig uit de belastinguitkering van het Land (vergelijkbaar met het Gemeentefonds). De Kreise worden in hoofdzaak gefinancierd door bijdragen van de gemeenten in hun gebied (Kreisumlage die wordt bepaald door de Kreistag). Daarnaast wordt er ook geld ter beschikking gesteld door het Land op basis van de Finanzausgleich en geeft ook de Bund investeringssubsidies voor de bouw van scholen en straten. Inspiratie voor Vlaanderen? Het heeft natuurlijk geen zin om het Duitse bestuurlijke systeem klakkeloos over te nemen, maar de Duitse Kreise kunnen wel worden gezien als voorbeelden van een redelijk succesvol opererende bestuurslaag met eigen direct gekozen vertegenwoordiging. In Duitsland is het heel normaal dat grote gemeenten meer taken hebben dan kleine. Waarom houdt Vlaanderen dan zo sterk vast aan de zeer uniforme benade-

Waarom houdt Vlaanderen zo sterk vast aan de zeer uniforme benadering van de 308 Vlaamse gemeenten? federale btw waarop het betreffende Land recht heeft (een soort Gemeentefonds gebaseerd op financiĂŤle verevening: Finanzausgleich). Ten slotte verkrijgen lokale overheden ook middelen uit andere inkomstenbronnen, waaronder allerlei specifieke uitkeringen van Land of Bund. Voor de lokale autonomie en beleidsprestaties zijn de lokale belastingen van wezenlijk belang, vooral omdat het belas-

ring van de 308 Vlaamse gemeenten? De verscheidenheid qua takenpakket is in de praktijk trouwens groot. Duitsland kiest voor kleinschalige regio’s (Kreise), zeer dicht bij de gemeenten, en voor Kreisfreie Städte. Dat sluit sterk aan bij de ontwikkeling van streken en stedelijke agglomeraties bij ons. Mark Suykens is directeur van de VVSG

Interne staatshervorming in Vlaanderen: VVSG-voorstellen De Vlaamse lokale besturen zijn bereid om constructief mee te werken aan de interne staatshervorming. Daarom formuleert de VVSG concrete strategische doorbraken en quick-win-voorstellen. Zo pleit de VVSG voor meer bevoegdheden ĂŠn middelen voor het lokale bestuursniveau, en een consequente toepassing van het subsidiariteitsbeginsel. De VVSG wil dat Vlaanderen bestuurt op hoofdlijnen, schrapt in de veelheid aan interbestuurlijke organen en instanties en respect toont voor wat van onderen uit ontstaat aan samenwerking. De VVSG wenst ook een strikte taaktoewijzing aan de provincies en ruimte voor lokale fiscaliteit. www.vvsg.be, zoek Groenboek

1 november 2010 LOKAAL 23


Na een werkbezoek is het enthousiasme groot maar ontbreekt soms de tijd om het bezoek goed op te volgen. In Evergem krijgen de medewerkers van de kinderopvang volgend werkjaar dertig uur om de stedenband op te volgen.

GF

FORUM werkbezoeken

GF

Het hoofd van de Oostendse reinigingsdienst en twee technische medewerkers gingen twee weken naar Banjul om op hun domein de situatie te evalueren.

24 LOKAAL 1 november 2010


Stedenbanden: de zin van werkbezoeken Oostende heeft een stedenband met Banjul, Gambia. Het kleinere Evergem is in zee gegaan met Guaranda, Ecuador. Beide gemeenten organiseren frequent werkbezoeken. Dat is nodig om de contacten levendig te houden, de stedenband te versterken, samen nieuwe plannen uit te werken of lopende projecten bij te sturen. Ilse Renard

V

oor Peter Vanslambrouck, stedenbandcoĂśrdinator in Oostende, is persoonlijk contact nodig voor goede afspraken, om de lopende processen van samenwerking te monitoren en te evalueren: ‘Je kunt wel dingen bespreken aan de telefoon en per mail, maar dat gaat niet diep genoeg. Vergelijk het met een relatie met vrienden of een liefdesrelatie op afstand, als je elkaar nooit ziet, werkt het niet. De vriendschap verwatert, de liefde dooft.’ Een stedenband betekent voor hem ook thuiskomen in de partnerstad: ‘Zo voelt Mustapha Batchilly, de stadssecretaris van Banjul, zich thuis in Oostende, en bij mij is dat het geval in Banjul. We hadden nooit zo veel gerealiseerd als we niet op bezoek waren gegaan en de tijd hadden genomen om met zowel interne als externe betrokkenen te spreken.’ Dat wordt geapprecieerd. Stilaan heeft Van Slambrouck een netwerk opgebouwd en het vertrouwen van veel mensen, ook gewone burgers, gewonnen: ‘Als mensen je met een imam of parlementslid zien spreken, respecteren ze je. Als je met hen op de hoek van de straat hebt staan praten en ze zien je een uur later voorbijrijden met de burgemeester, dan zien ze je als een van hen.’ Toch blijft hij ook heel kritisch: ‘Ik kan het me niet permitteren niet te evolueren, ik moet dus bewijzen dat ik bijleer, telkens weer.’ Hij heeft een woordje Wolof en Arabisch geleerd en houdt rekening met de

plaatselijke cultuur: ‘Op vrijdag loop ik nooit in jeans. Aan zulke kleine dingen zien ze dat je hen respecteert. When in Rome, do as the Romans do. Ik hang dus de Oostendenaar niet uit in Banjul, terwijl secretaris Batchilly gewoonweg Leffe drinkt in Oostende. Toon dat je hun geschiedenis, hun cultuur, hun politiek regime kent. Je hoeft je er niet over uit te spreken, maar je moet het wel kennen. Er is een groot verschil tussen dingen lezen en ze zelf meemaken door enkele weken per jaar mee te leven en te werken in het partnerland.’ Ook Koen De Baets, Noord-Zuidambtenaar van Evergem, kan niet zonder het persoonlijke contact: ‘Contact houden is makkelijker als je elkaar al eens gezien hebt.’ Het protocollaire speelt hierin ook mee. Bij de laatste ontvangst was de burgemeester van Guaranda op bezoek bij die van Evergem en dronken ze samen trappist op diens boerderij. Volgens Koen De Baets open je zo een lijn die de contacten vergemakkelijkt: ‘Als het nodig is, stap ik dus nu met de groeten van onze burgemeester naar die van Guaranda om een probleem te bespreken.’ Andere bestuurscultuur Voor Koen De Baets zijn missies nodig om de dingen vooruit te doen gaan: ‘Op afstand kun je niet goed beoordelen >>

Oostendse gemeenteraad op missie Tijdens de herfstvakantie reizen zeven Oostendse mandatarissen van meerderheid en minderheid naar Gambia. Door deze reis zullen ze ten volle de impact van de stedenband ervaren. Achteraf kunnen ze het verhaal van de stedenband aan anderen doorgeven.

I

n Oostende werden op initiatief van schepen Tom GermonprĂŠ alle 39 gemeenteraadsleden uitgenodigd voor een werkbezoek aan Banjul. ‘Zo’n politieke missie mag je niet in het begin van een relatie doen,’ zegt GermonprĂŠ. ‘We zijn sinds 2004 bezig en nu pas is de tijd rijp om een brede groep mandatarissen over de partijen heen mee te nemen.’ Ondertussen is er natuurlijk al flink wat gerealiseerd. Tom GermonprĂŠ: ‘Het ICT-netwerk is een succes, er zijn vorderingen geboekt qua reiniging en netheid van de stad, we hebben een onderzoek laten uitvoeren naar het probleem van de stormriolen, er zijn

al enkele scholenuitwisselingen geweest. En ook al lopen deze laatste niet altijd van een leien dakje, ze hebben er wel toe ge-

band is. Ik wou de stedenband van onderuit laten groeien, zodat de andere politici er niet naast kunnen kijken. Dat is gelukt.’

Tom GermonprĂŠ: ‘Ik wou de stedenband van onderuit laten groeien, zodat de andere politici er niet naast kunnen kijken. Dat is gelukt.’ leid dat honderden Oostendse jongeren al in Banjul zijn geweest en dat er een maatschappelijk draagvlak voor onze steden-

Met deze politieke missie wil de schepen de mandatarissen echt onderdompelen: ‘Ze zullen ondervinden wat een >>

1 november 2010 LOKAAL 25


FORUM werkbezoeken

waarom een project vertraging oploopt, zeker niet als de communicatie stokt. Een werkbezoek is ook een moment om samen aan plannen te schrijven.’ Die ervaring heeft Peter Vanslambrouck

Peter Vanslambrouck: ‘Ik kan het me niet permitteren niet te evolueren, ik moet dus bewijzen dat ik bijleer, telkens weer.’ ook. Om het strategische plan voor de volgende drie jaar te schrijven ontvingen ze in Oostende de burgemeester van Banjul, een raadslid, de secretaris en een andere ambtenaar. Die mix van politici en ambtenaren op hoger niveau in hun partnerstad maakt dat de samenwerking meteen op dat niveau gedragen wordt en sneller vooruit gaat. In het Noorden ligt dit anders. Voor een Vlaamse gemeente kan de ambtenaar alleen op missie. Meer zelfs, de Oostendse schepen van ontwikkelingssamenwerking Tom GermonprĂŠ weet dat het hier politiek gevoelig ligt om als politicus operationele doelstellingen te gaan bespreken in Banjul: ‘Wij laten dit liever over aan de ambtenaar.’ Dit heeft uiteraard te maken met het verschil in bestuurscultuur. Koen De Baets heeft in Evergem soms een negatieve motivatie om op werkbezoek te gaan: ‘Als na verkiezingen het gemeentebestuur in het Zuiden wisselt, houdt dat meestal ook een personeelswissel in. Dan moet je de nieuwe sleutelfiguren ontmoeten.’ Peter Vanslambrouck vult aan vanuit zijn functie als go-between: dikwijls krijgt hij vragen van studenten voor stageplaatsen bij

een stedenband inhoudt, wat het betekent in een totaal verschillende culturele context samen te werken en wat de problemen van het gemeentebestuur in Banjul zijn.’ Peter Vanslambrouck heeft het programma met zijn Gambiaanse collega’s uitgewerkt: ‘We zullen zien in welke omstandigheden de reinigingsdienst er moet werken en hoe wij toch een aantal aspecten van hun werking hebben verbeterd. We zullen zeker ook tonen hoe het ICT-netwerk nu functioneert, al is er nog een mentaliteitswijziging en capaciteitsopbouw bij het personeel van Banjul nodig. We plannen overleg met de senior managers en vooral ook met de raadsleden van Banjul. Wat is de taak van een politicus, hoe vullen de mandatarissen ze in? Wat zijn de verschillen tussen het Britse systeem van Gambia waar de oppositie niet aan bod komt en ons Belgische systeem waar de oppositie zich constant roert en de pers op

26 LOKAAL 1 november 2010

interessante NGO’s of derdedepijlerorganisaties. Doordat Peter regelmatig in Banjul is, kent hij de stad en het weefsel heel goed en kan hij mensen veel gerichter doorverwijzen of ‘plaatsen’. Guaranda is een uitgestrekt kanton; waar de verschillende organisaties in de deelgemeenten elkaar amper kennen, al was het maar door de slechte wegen tussen de deelgemeenten. Koen De Baets: ‘Door onze regelmatige bezoeken kennen we in alle uithoeken van Guaranda veel middenveldorganisaties en coĂśperaties en slagen we er meer en meer in om hen met elkaar in contact te brengen. De zogenaamde kennisopbouw is dus zeker niet altijd noord - zuid, maar heel vaak zuid-zuid. De meeste lokale organisaties zien Evergem als vertrouwenspersoon, en die rol spelen we uit door hen onderling in contact te brengen.’ Uitwisseling Ook de collega’s van Peter of Koen reizen wel eens af naar de partnerstad. Andersom is niet altijd evident. Een langdurige stage van mecaniciens van de reinigingsdiensten werd afgelast omdat ze in Oostende in optimale omstandigheden zouden leren werken terwijl ze in Banjul niet in een put aan de vuilnisvrachtwagens kunnen sleutelen. Om dit in te kunnen schatten, moet je de situatie ter plaatse goed kennen en die is ook heel anders in een Afrikaanse dan wel in een Latijns-Amerikaanse gemeente. Bovendien kreeg Oostende ook al te maken met jongere en oudere ‘weglopers’ tijdens een scholenuitwisseling. Ondanks deze ervaring wil Oostende toch nog uitvoerende ambtenaren of technici ontvangen, maar alleen wanneer dit relevant is, zoals dat al gebeurde met het ziekenhuis, als externe partner binnen de stedenband. Ervoor kiezen om eigen medewerkers uit te sturen is uiteraard ook niet evident omdat die personeelsleden dan gemist worden op hun dienst. En er is meer. ‘Wanneer Evergemse ambtenaren

de gemeenteraad aanwezig is? Het wordt vast een boeiende kennisuitwisseling over de beleving van de democratie!’ Daarnaast bezoeken de raadsleden het ziekenhuis, het Rode Kruis en een aantal

uitleggen hoe het eco-toeristisch project er in de toekomst zal uitzien en dan varen we langs de stortplaats, die veel te dicht tegen de mangroves ligt en waaraan dringend iets moet worden gedaan.’

De raadsleden zullen zien in welke omstandigheden de reinigingsdienst in Banjul moet werken en hoe we een aantal aspecten van hun werking hebben verbeterd. scholen waarmee scholenbanden lopen. ‘Het is nuttig dat de mensen ter plaatse onze schepenen en raadsleden over die scholenbanden vertellen. Ook gaan we met de jongeren overleggen hoe we onze samenwerking voor jeugdbeleid, die nu in de pijplijn zit, uit gaan bouwen. Het bezoek aan de mangroves is niet louter een pleziertochtje in een prauw: we gaan er

Het is duidelijk een werkreis, geen inleefreis. Die organiseert Oostende wel voor de leden van de personeelskring, hun familie en vrienden. Voor Peter is dit de logica zelve: ‘Bij een inleefreis dompelen we de mensen onder in de Gambiaanse cultuur, ze kunnen de sfeer opsnuiven. Ook daar wordt wel een bezoek aan het gemeentehuis gebracht en aan partners


terugkeren van een werkbezoek zie je de bereidheid om in de toekomst verder de schouders te zetten onder de stedenband enorm toeneemt,’ stelt Koen De Baets vast: ‘Maar de valkuil is natuurlijk dat de tijd ontbreekt om ook werkelijk opvolging te geven aan het bezoek. Vanaf het komende werkjaar maken we hierover strikte afspraken: een ambtenaar van de dienst bibliotheek krijgt vijftig werkuren om het project op te volgen en met Guaranda te communiceren. Ook bij communicatie en kinderopvang krijgen ze een aantal uren om de stedenband op te volgen. In het begin stond ik hier huiverachtig tegenover, maar het schept duidelijkheid, en ik hoef me niet meer voortdurend te verantwoorden over de tijd die de stedenband eist op de andere diensten.’

Koen De Baets: ‘Op afstand kun je niet goed beoordelen waarom een project vertraging oploopt, zeker niet als de communicatie stokt.’ Mooie resultaten Begeleidingstrajecten zouden inherent deel moeten uitmaken van de stedenband: de besturen en medewerkers leren elkaar kennen, begeleiden elkaar in het moeilijke proces van bestuurskracht, en kunnen de bestaande aanpak door kleine investeringen en vooral door creatieve oplossingen verbeteren. Zo reisden ook de Oostendse ICT-coĂśrdinator, een elektricien en een technicus af om met hun Gambiaanse collega’s een computernetwerk op te zetten en hen te leren dit te beheren en onderhouden. Het was

waarmee Oostende samenwerkt, maar het is een eerste kennismaking met het land en de partnerstad, terwijl de delegatieleden van deze werkreis echt diepe gesprekken voeren met sleutelfiguren. Ze zullen een eigen mening kunnen vormen en conclusies kunnen trekken over de stedenband. Ik wil vermijden dat ze terugkomen met de perceptie: Gambia is thee drinken, op het heetst van de dag luieren onder de boom, een boottocht in de unieke mangroves, een kleurrijke markt‌ Uiteraard hoort dat erbij, maar ik wil met hen ook in the field gaan, bijvoorbeeld het stort bezoeken waarop de vuilnisjutters actief zijn, de armoede zien en ruiken, de veiligheids- en hygiÍneproblemen opmerken. Als we de lokale markt bezoeken, wil ik hen laten nadenken over hoe we er de hygiÍne kunnen verbeteren of de brandveiligheid garanderen. Ook willen we de delegatie wijzen op de sterktes in de sa-

een heel concrete opdracht die in drie weken operationeel moest zijn, maar er gingen vele weken voorbereiding aan vooraf. Nu verwerkt de financiĂŤle dienst de belastinginning van Banjul via de computer. Op twee jaar tijd kon de stad Banjul zo haar inkomsten verdubbelen en op vier jaar tijd verviervoudigen, wat haar in staat stelt een betere dienstverlening op te bouwen op andere beleidsdomeinen, zoals reinheid en openbare werken. Met de mooie resultaten in Banjul krijgt Tom GermonprĂŠ de missies in het college gemakkelijk verdedigd: ‘Misschien vooral omdat we ambtenaren en technici uitsturen die met hun kennis processen of projecten opstarten. Gemeenten moeten beseffen dat minder frequent op werkbezoek gaan de vooruitgang van de stedenband kan afremmen. De doelen van onze strategische plannen en de jaarplanning van de stedenband kunnen we alleen realiseren door op missie te gaan. Om collega’s te overtuigen trek ik de vergelijking met het bedrijfsleven. Een Vlaamse ondernemer die een project wil opzetten in het buitenland en hierin veel middelen investeert, gaat ook eerst op prospectie, legt de juiste contacten en wil weten waar zijn middelen concreet naartoe gaan. Dat is voor ons niet anders.’ Reizen in het kader van de stedenband worden al eens afgedaan als snoepreizen. In Oostende was dat in het begin ook zo. Tom GermonprĂŠ: ‘Als een project of proces van samenwerking politiek wordt gecontesteerd, springen de media erop. Nu er ondertussen zoveel extra mensen bij de stedenband betrokken zijn dankzij de scholen, de medische uitwisseling tussen de ziekenhuizen, is de stedenband maatschappelijk aanvaard en krijgen we geen negatieve reacties meer. Dat kan natuurlijk snel wijzigen als er iets misgaat. Maar ook dan is open en eerlijk blijven communiceren de boodschap!’ Ilse Renard is VVSG-stafmedewerker team internationaal

menleving en de positieve impact die de stedenband genereert.’ Met zo’n groep politici naar Banjul reizen kost geld, de gemeente betaalt de reis van ĂŠĂŠn persoon per politieke fractie. Er gaan zowel mensen van Groen, SP.A, CD&V als Vlaams Belang mee. De liberale fractie gaat niet, niet vanwege desinteresse maar eerder door omstandigheden. Volgens Tom GermonprĂŠ bevat zo’n politieke missie een berekend risico: ‘De meeste raadsleden die meegaan, staan positief tegenover de stedenband en zullen hem waarschijnlijk overtuigend verde-

digen bij thuiskomst. Enkele raadsleden zullen misschien een afwijkende achterliggende agenda hebben, maar dan nog. Als er van de zeven twee niet overtuigd terugkeren, dan is mijn opzet nog geslaagd, want tot nog toe moest ik de stedenband allĂŠĂŠn verdedigen in college en gemeenteraad.’ En degenen die niet meegaan en misschien kritiek spuien nadien? ‘Iedereen heeft de kans gekregen om mee te gaan en het met eigen ogen te zien, dus kan ik nadien kritiek makkelijker counteren, ze hadden die kans maar moeten benutten.’ IR

Het handboek Noord-Zuid is de ideale leidraad voor schepenen en gemeentelijke medewerkers die geboeid zijn door het Zuiden. De aanvulling in november gaat dieper in op werkbezoeken en waarom deze nodig en zinvol zijn. Er komt ook een praktische en inhoudelijke handleiding voor werkbezoeken uit. Het boek wordt geschreven onder leiding van het VVSG-team internationaal en wordt uitgegeven door Politeia. Bestellen kan op www.politeia.be. Het boek kost 49 euro voor VVSG-leden, inclusief btw, exclusief verzendkosten.

1 november 2010 LOKAAL 27


DE RAAD van HAACHT

Nog één keer in de oude feestzaal Geen heldere gloednieuwe raadzaal deze keer, want in Haacht werd eind september voor het laatst de gemeenteraad gehouden in de oude en vooral ouderwetse feestzaal. Tijdens deze raad werd secretaris Luc Van Rillaer benoemd. Maandagavond, bijna acht uur. Net zoals de andere acht toeschouwers krijg ik van alle raadsleden een hand, schepen Mon Fillet, de vroegere burgemeester, verwelkomt de vrouwen in het publiek zelfs met een kus. De raadsleden nemen plaats op hun houten stoelen rondom de formicatafels in de vroegere feestzaal die in ’58 aan het kasteeltje in het park hartje Haacht werd aangebouwd. In de jaren zeventig werd het domein aangekocht door de gemeente, ondertussen hebben de bouwsels al veel geld opgeslorpt. ‘Er wordt al dertien jaar over getwijfeld. We hebben nu de knoop doorgehakt en we laten al die bijgebouwen afbreken. Er zijn geen fundamenten, de vloeren

28 LOKAAL 1 november 2010

lopen schuin, de ramen zijn van enkel glas en het asbest komt los,’ had burgemeester Armand Van Cappellen (CD&V) me bij aankomst al gezegd. De volgende twee jaar zit het bestuur in tijdelijke lokalen. Om acht uur stipt opent de burgemeester de vergadering. Hij leest het eerste punt voor, secretaris Luc Van Rillaer vult aan met de beknopte toelichting. Het gaat over de vacantverklaring van de betrekking van gemeentesecretaris, voorganger Paul Ceulemans is op pensioen gegaan. Meteen daarna moeten het publiek en de secretaris naar buiten omdat over zijn benoeming in geheime zitting wordt gesproken en gestemd. Lang hoeven we niet in het voorportaal achter de glazen deuren te blijven. Het is tijd voor de eedaflegging: ‘Ik zweer getrouw de verplichtingen van mijn ambt na te komen.’ Burgemeester Van Cappellen: ‘Ook al kent u het werk al, de druk zal toenemen want als secretaris bent u de beheerder van de gemeente, de


STEFAN DEWICKERE

bewaker van de wet, de manager van het gemeentehuis, u moet bijna volmaakt zijn. En toch denk ik dat we de goede beslissing hebben genomen.’ Luc Van Rillaer belooft erin te zullen vliegen en na de volgende gemeenteraad te trakteren: ‘Want vandaag hebben we na de raad al een receptie voor twee jubilarissen.’ Dan volgen bekrachtigingen van politieverordeningen die de burgemeester had uitgevaardigd. Telkens opnieuw noemt de burgemeester de titel van het agendapunt en leest de secretaris de toelichting. Telkens vraagt de burgemeester of iemand zich wil onthouden of tegenstemmen. ‘Niemand? Dan is dit punt goedgekeurd.’ Haacht hanteert dit stemsysteem sinds twee jaar, het vroegere rondje ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ was al te langdradig. Bij puntje veertien Lening voor kapitaalinbreng in het Autonoom Gemeentebedrijf Haacht naar aanleiding van de bouw van het dienstencentrum vraagt raadslid Linda De Cat (DNA) uitleg over de

7,7 miljoen euro voor het nieuwe gemeentehuis, terwijl in de eerste budgetwijziging maar sprake was van ruim vijf miljoen. Schepen Steven Swiggers (VLD) legt haar omstandig uit dat de raming ondertussen werd aangepast en dat de kosten voor de afbraakwerken, de asbestverwijdering en het ontwerp er nu wel bij zitten. Als er vragen gesteld worden over de planning van de werken, komt de burgemeester aan het woord: ‘De asbestverwijdering start op 11 oktober, de gunning wordt voorzien eind november.’ De prijs voor het meubilair van het vernieuwde gemeentehuis zit dan weer niet in de prijs, ‘Dat komt over twee jaar op de raad en in de boekhouding,’ zegt Steven Swiggers. Op dit punt komt er geen stemming in unanimiteit, zes oppositieleden stemmen tegen. Bij punt 23 wil Marc Vermylen (SP.A) weten welke fietspaden buitengewoon onderhouden zullen worden. In het dossier heeft hij gelezen dat een niet onbelangrijk deel over het terrein van een school gaat. Hij vraagt zich af of dat niet gescheiden moet worden. Linda De Cat weet nog een resem fietspaden op te noemen die ook dringend onderhoud nodig hebben. Schepen Mon Fillet legt uit voor welke stukken de gemeente subsidies kan krijgen, waardoor die later aan bod zullen komen. Zowel Marc Vermylen als Linda De Cat is ondertussen goed op dreef. Ze hebben vragen of opmerkingen op de volgende punten, gaande van het huishoudelijke reglement voor de Middenstands- en KMO-raad (geen politici in de raad, maar ook geen mensen die ooit op een politieke lijst hebben gestaan?), de programmering dit najaar van het gemeenschapscentrum (Luc De Vos is met zijn soloproject al elders opgetreden, waarom heet het dan een try-out?) tot de energiesubsidies voor sportverenigingen. Voordat de twee gepensioneerde werknemers gehuldigd kunnen worden, is er nog ruim tijd voor vragen en opmerkingen. Ondertussen staan de jubilarissen en hun vroegere collega’s in het voorportaaltje van de feestzaal op het einde van de zitting te wachten. Hun volume zwelt aan zodat ik achteraan in de oude feestzaal nog moeilijk de vragen en antwoorden kan volgen. Om kwart voor tien mogen de feestvarkens, kleuterjuf Chris en werkster Monique en hun echtgenoten, vooraan vlak tegenover de burgemeester en de secretaris plaatsnemen. Dan is het tijd voor een lekkere cocktail en een hapje. Bij het afscheid zeggen de leden van het college unaniem dat de raad door mijn komst totaal anders verliep dan normaal: ‘Er zijn veel meer vragen gesteld.’ Burgemeester Van Cappellen: ‘Mevrouw De Cat was vandaag echt op dreef. Dat komt door uw aanwezigheid, denk ik, al is ze ook pas op vakantie geweest.’ Even later kom ik Linda De Cat op het parkeerterrein tegen en ze geeft grif toe dat die vakantie haar deugd gedaan heeft, maar zij voegt er ook aan toe: ‘Het college was opvallend spraakzamer dan anders.’ Ai. Dit was niet de bedoeling. I MvB

1 november 2010 LOKAAL 29


werkveld woonbeleid

De zes prioriteiten van het woonplan Kuurne 1. Kuurne regisseert het woonbeleid: het slapende aanbod binnen gebieden bestemd als woongebied wordt doordacht gevaloriseerd. 2. Kuurne kiest voor leefbaarheid en hoge kwaliteit: bij woonprojecten worden basiskwaliteitseisen toegepast. 3. Kuurne investeert in sociaal wonen: systematisch opdrijven van het aantal sociale huurwoningen en tegelijkertijd maatregelen nemen om een goed beheer van sociale woonprojecten te bevorderen. 4. Kuurne voert een actief premie- en renovatiebeleid: kwaliteitsverbetering is prioritair bij huurwoningen. 5. Kuurne biedt kansen voor wonen en zorg: integreren van principes van levenslang wonen in woningen en woonomgevingen. 6. Kuurne start met woonloket en -platform: optimaliseren van de dienstverlening op het gebied van wonen voor de burger. De woonstudie en het woonplan van Kuurne vindt u op www.kuurne.be, knop wonen, huisvesting.

GF

Het verkennende onderzoek wees uit dat maar liefst zes procent van de huizen in Kuurne leeg staan. Na een grondige inventarisatie wil Kuurne een leegstandsheffing invoeren.

Woonplan met sterke sociale inslag Kuurne had als een van de eerste gemeenten in Vlaanderen een woonplan. Het legt daarin sterk de nadruk op de sociale dimensie van wonen. Dat blijkt niet enkel uit de inhoud van het plan maar ook uit het feit dat het woonloket in het sociaal huis ondergebracht is. Bart Van Moerkerke et woonplan van Kuurne werd in oktober 2009 voorgesteld aan de gemeente- en de OCMW-raad. Het plan hield reeds rekening met alle bepalingen en verplichtingen van het grond- en pandendecreet dat toen gloednieuw was. Het maakte van Kuurne een van de absolute voorlopers in Vlaanderen. Schepen van Wonen en Huisvesting Francis Benoit werd overal te lande uitgenodigd om het plan en de manier waarop het tot stand was gekomen, voor te stellen. Intussen zijn we een jaar verder en zijn de eerste realisaties zichtbaar. Daarover straks meer. Woonbeleid is inktvis Even opmerkelijk als de snelheid waarmee Kuurne een gedragen woonplan tot stand bracht, was de dubbele insteek. Voor het gemeentebestuur was het van meet af aan duidelijk dat het woonbeleid niet alleen een technisch verhaal van ruimtelijke ordening en stedenbouw mocht zijn maar dat het ook een sociaal verhaal moest worden. De opdracht voor de opmaak van het woonplan werd daarom aan een duo toevertrouwd: de intercommunale Leiedal en het Welzijnsconsortium Zuid-WestVlaanderen. ‘Wonen is een thema dat door verschillende beleidsdomeinen loopt,’ zegt 30 LOKAAL 1 november 2010

schepen Benoit. ‘Het ontwikkelen van een woonvisie is bijvoorbeeld ingeschreven in ons lokaal sociaal beleidsplan. Wonen raakt aan seniorenbeleid, aan jeugdbeleid, het heeft te maken met groene ruimte, met speelruimte, met fiets- en wandelmogelijkheden. Ik omschrijf woonbeleid als een inktvis met veel tentakels. En al die aspecten wilden we samenbrengen in onze woonvisie.’

Sociale woningen Een heel concreet resultaat van het woonplan is de programmatie voor de sociale huisvesting. Het dichtbevolkte Kuurne heeft nog 24 kleine en grotere woonuitbreidingsgebieden die de komende jaren aangesneden zullen worden. Voor elk van die sites is vastgelegd hoeveel woningen er zullen komen en wat het aandeel sociale wonin-

Isabel Tremerie: ‘Iedereen komt bij me aan het woonloket langs of ik ga bij de mensen aan huis. Met mensen uit de kansengroepen ga ik mee om een woning te bekijken. De drempel is echt heel laag.’ GF

H

en een actieprogramma op korte, middellange en lange termijn. In dat proces kregen niet enkel politici en ambtenaren inspraak. Ook het open woonplatform deed zijn zeg. Daarin zetelen naast experts ook het middenveld en enkele inwoners. Om het actieprogramma te realiseren en het geplande woonloket op te zetten werd een woonbeleidscoĂśrdinator aangeworven, Isabel Tremerie.

Leiedal en het Welzijnsconsortium maakten een foto van wonen in Kuurne, van wat er was, van de geplande ontwikkelingen, van de leegstand, van de gemeentelijke premies. Ze trokken de boer op om te praten met iedereen die van dichtbij of veraf met wonen en huisvesting bezig was. Die studie mondde uit in een woonplan met zes duidelijke beleidskeuzes (zie kader)

gen zal zijn. Isabel Tremerie: ‘De huur- en koopprijzen in Kuurne liggen hoger dan het Vlaamse gemiddelde. De analyse van Leiedal en het Welzijnsconsortium maakte duidelijk dat er behoefte is aan 240 bijkomende sociale woningen tegen 2020: een dertigtal sociale kavels, even veel woningen van het OCMW of het sociaal verhuurkantoor, een negentigtal sociale huurwo-


ningen en eenzelfde aantal sociale koopwoningen. We hebben die verdeeld over de 24 zones. Waar er nog niet veel sociale huisvesting is, gaan we bij de nieuwbouw tot 20 procent sociale woningen. Zijn er in een gebied al veel sociale woningen, dan ligt dat percentage lager. We willen tot een goede spreiding en mix komen.’ De twee socialehuisvestingsmaatschappijen die actief zijn in Kuurne hebben het plan goedgekeurd. Ook de private ontwikkelaars weten waar ze aan toe zijn. Als ze met hun eerste plannen bij de gemeente aankloppen, zijn de sociale woningen meestal al ingetekend. Francis Benoit: ‘We hebben ook een stok achter de deur. Van een projectontwikkelaar die de sociale woningen niet zelf wilde realiseren, terwijl ook de socialehuisvestingsmaatschappij nog niet onmiddellijk in actie kon komen, heeft het college een geldelijke waarborg gevraagd. De gronden blijven voorlopig onbebouwd, er kunnen enkel sociale woningen op komen. Blijkt dat er geen schot

eerste woning aankopen, een woning die ouder is dan vijftig jaar. Aan de premie van ongeveer 1500 euro hangt ook een gratis energieadvies door een architect vast. Een ander actiepunt uit het woonplan waarvan werk wordt gemaakt, is de bestrijding van de leegstand. Een eerste verkennend onderzoek wijst uit dat er een leegstand van maar liefst zes procent zou zijn. De volgende stappen zijn een grondige inventarisatie en de invoering van een leegstandsheffing. In het sociaal huis Het woonloket is intussen een feit. Het is ondergebracht in het sociaal huis, de woonbeleidscoĂśrdinator heeft er haar werkplek vlak achter het onthaal en is direct aanspreekbaar voor de meest uiteenlopende vragen. ‘Iedereen komt bij me langs,’ zegt Isabel Tremerie. ‘Mensen die niet tevreden zijn over hun huurwoning, mensen die een woning willen kopen maar niet weten hoe daaraan te beginnen, ver-

Francis Benoit: ‘Wonen raakt aan seniorenbeleid, aan jeugdbeleid, het heeft te maken met groene ruimte, met speelruimte, met fiets- en wandelmogelijkheden. Al die GF

aspecten wilden we samenbrengen in onze woonvisie.’

in de zaak komt, dan kan de gemeente de waarborg van de projectontwikkelaar gebruiken om zelf te investeren.’ Het woonplan heeft ook de discussie op gang getrokken over de toekomst van Spijker en Schardauw, twee grote socialewoningbouwprojecten die zowat dertig jaar geleden werden gerealiseerd en die dringend aan renovatie toe zijn. Leegstand bestrijden Kuurne is ook bezig met de herziening van haar premiebeleid: de aanvullende premies voor renovatie en de energiepremies voor bijvoorbeeld zonnepanelen zijn afgeschaft. Het waren vaak maar kleine bedragen, zeker in verhouding tot de gewestelijke premies. Maar omdat zoveel mensen ze aanvroegen, moest de gemeente er toch een behoorlijk budget voor uittrekken. Dat geld wil ze gerichter inzetten. De eerste nieuwe premie, die in oktober aan de gemeenteraad voorgelegd wordt, is er een voor mensen met een laag inkomen die een

huurders met vragen over kwaliteitseisen, eigenaars met afbetalingsproblemen of met verbouwplannen. Ik krijg vragen over groene leningen, over renovatiepremies, over ondersteuning voor het schoonmaken van de woning. Dikwijls kan ik zelf antwoorden, maar ik kan ook naar de dienst Stedenbouw, naar de technische dienst van de gemeente, naar de thuiszorgdiensten verwijzen. Ik ga vaak bij de mensen aan huis. Kan iemand zijn huis niet meer uit, dan ga ik naar daar om een premieaanvraag in te vullen. Met mensen uit kansengroepen ga ik mee om een woning te bekijken. Ik neem huurcontracten door. De drempel is echt heel laag, veel lager dan bij de technische dienst of de dienst Stedenbouw.’ Het woonloket heeft de drempel naar het sociaal huis verlaagd. Die was vroeger al grotendeels weggewerkt, maar nu komt letterlijk iedereen er over de vloer. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

GF

PRAKTIJK

Snelheidsborden vermelden boete HEIST-OP-DEN-BERG – Sinds juni confronteren snelheidsborden hardrijders met het boetebedrag voor hun overdreven snelheid. Het maakt indruk, want de meeste bestuurders die ze voorbijrijden, gaan automatisch op de rem staan. ‘De borden moeten bestuurders sensibiliseren om hun snelheid aan te passen aan de verkeersomstandigheden,’ zegt mobiliteitsambtenaar Han De Bock. ‘De borden registreren de snelheid van elk voorbijkomend voertuig en berekenen de mogelijke boete in geval van overdreven snelheid. Zo weten de overtreders wat hun boven het hoofd hangt. Voor snelheidsduivels die minstens dertig kilometer harder rijden dan de toegelaten snelheid, kleurt het scherm helemaal zwart en verschijnt de waarschuwing rijbewijs kwijt.’ De snelheidsborden zijn een initiatief van de verkeerscel van de politie en de gemeentelijke mobiliteitsambtenaar. De borden registreren, behalve de snelheid van de voorbijkomende voertuigen, hun aantal en ook het type voertuig. De mobiliteitsambtenaar en de verkeerscel lezen deze gegevens rechtstreeks af op hun computer via een modem. De mobiliteitsambtenaar analyseert de gegevens. Op basis van de resultaten sporen ze fileproblemen en sluiproutes op. Op plaatsen met veel overtredingen kan overgegaan worden tot repressieve flitsacties. Waar zeer weinig overtredingen vastgesteld worden, kunnen de borden weer weg. Op termijn zal de mobiliteitsambtenaar na analyses gepaste maatregelen voorstellen om het aantal snelheidsovertredingen te beperken. Dan pas zal het effect van de boetevermelding op het rijgedrag meetbaar zijn. Inge Ruiters ii Han De Bock, mobiliteitsambtenaar, T 015-23 74 12, hdb@heist-op-den-berg.be 1 november 2010 LOKAAL 31


Hoe stellen we de toekomst van onze kinderen veilig? De ene verbruikt minder energie. De andere verkiest over te schakelen op groene energie. En wat doet uw gemeente, instelling of bedrijf? Energy Line Welke projecten of ambities u ook hebt, als het aankomt op het besparen van energie heeft Dexia voor u diverse oplossingen in petto. We engageren ons immers volop in duurzame ontwikkeling en willen de opgebouwde expertise in dit domein delen met gemeenten, instellingen en bedrijven via het gamma Energy Line. Uw gesprekspartner inzake duurzame ontwikkeling staat voor u klaar. Contacteer hem voor meer info of raadpleeg ons dossier “Duurzame ontwikkeling” op www.dexia.be/professioneel.

samen naar de essentie

Dexia Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCC BE BB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – CBFA n° 19649 A – FOD Economie 4944.


OCMW’s doen waardevol werk bij inburgering Al meer dan een jaar werken OCMW’s, onthaalbureaus en VDAB samen aan inburgering. Een samenwerkingsprotocol bracht niet alleen meer overleg tussen de betrokken partijen op de lokale werkvloer, het gaf de OCMW’s ook een belangrijke rol. Ze zijn meer dan een doorverwijsorganisatie naar het onthaalbureau en de VDAB. Ze helpen inburgeraars met dagelijkse problemen en bieden ook arbeidsbegeleiding. De OCMW’s wensen nu een evaluatie van het protocol en een bijsturing van het decreet. Lokaal nam poolshoogte in Mol. Sabine Van Cauwenberge

S

inds de laatste aanpassing van het inburgeringsdecreet zijn ook inburgeraars die via maatschappelijke dienstverlening of een leefloon inkomsten verwerven, een prioritaire doelgroep van het inburgeringsbeleid. Naast nieuwkomers kunnen dit ook oudkomers zijn, inwijkelingen die al langer dan een jaar in ons land wonen. Door een protocol te sluiten met het onthaalbureau en de VDAB kan het OCMW afspraken maken over de begeleiding van zijn cliĂŤnten. Het Molse OCMW voelt zich wel degelijk een belangrijke partner in inburgering. Ongeveer negentig procent van de mensen bij de dienst arbeidsbegeleiding en meer dan tachtig procent van de overige OCMW-cliĂŤnteel is van allochtone origine. Maar het blijft nog wat wachten op een mogelijke erkenning

van deze partnerrol. ‘De OCMW’s moeten hun cliĂŤnten gedurende het inburgeringstraject uit handen geven en dat doen ze niet graag. Deze mensen hebben begeleiding op maat nodig. Nauwere samen-

maatschappelijke oriĂŤntatie en een luik loopbaanoriĂŤntatie. LoopbaanoriĂŤntatie is een begeleiding naar voortstuderen, werken, zelfstandig ondernemerschap of een deelname aan het sociaal-culturele aanbod. Begeleiding bij het zoeken naar werk of zelfstandig ondernemerschap gebeurt door de VDAB. De overige begeleiding wordt verzorgd door het onthaalbureau. ‘Het OCMW vindt het belangrijk dat de inburgeraars een cursus maatschappelijke oriĂŤntatie (MO) en Nederlands als tweede taal (NT2) kunnen volgen. Veel van onze cliĂŤnten hebben we trouwens al een cursus Nederlands laten volgen. Voor vormingen moeten veel van deze mensen bijzonder gemotiveerd worden.

Het Molse OCMW voelt zich wel degelijk een belangrijke partner in inburgering, maar het blijft nog wat wachten op erkenning. werking is een absolute noodzaak,’ zegt de Molse OCMW-voorzitter Wim Caeyers. Traject Het primaire inburgeringstraject bestaat uit een vormingsprogramma met drie onderdelen: lessen Nederlands, een cursus

In het protocol staat dat het volgen van de cursus MO en ook NT2 deel uitmaakt van de werkbereidheidsvoorwaarde van de RMI-wet en dat we onze cliĂŤnten daarop kunnen sanctioneren. Maar dan willen we hen wel kunnen opvolgen en motiveren. De oudkomers zijn geen onbekenden bij 1 november 2010 LOKAAL 33

layla aerts

WERKVELD INBURGERING


werkveld INBURGERING

alles wat het sociaal-cultureel perspectief betreft aan het onthaalbureau. Maar we weten dat dit voor de mensen in kwestie een slechte keuze is. OCMW’s doen

Wendy Ballard: ‘We willen met het onthaalbureau kunnen overleggen over de inburgeraars-OCMWcliënten zodat ze niet teleurgesteld worden en eerdere GF

inspanningen niet tenietgedaan worden.’

de VDAB en het onthaalbureau, maar het kan zeker niet zijn dat we de band doorknippen met iemand aan wie we hulp hebben aangeboden. We willen weten of onze mensen aanwezig zijn in cursussen. Niet aanwezig zijn heeft veelal een reden: iets mis met de kinderen of een ander probleem. Als je dat snel weet, kun je daar vaak nog aan werken en erop inspelen,’ zegt Caeyers. Loopbaanoriëntatie rol voor VDAB én OCMW Het OCMW van Mol vindt het bovendien vreemd dat de VDAB voor loopbaanoriëntatie als unieke partner bij inburgering naar voren wordt geschoven. ‘Voor leef loongerechtigden is het hier sinds jaar en dag de praktijk dat de VDAB niets onderneemt omdat het de taak van het OCMW is deze mensen naar activering te begeleiden. Het OCMW investeert veel in mensen en in activeringsprojecten. We werken hiervoor nauw samen met de gemeente en vele privépartners. Werk vinden is heel belangrijk om deel te kunnen uitmaken van de maatschappij en je ziet dit ook bij de mensen die in zo’n traject kunnen instappen. Wat ons stoort is dat we veel begeleiden maar vanuit Vlaanderen op weinig ondersteuning kunnen rekenen. De activeringstrajecten van leefloners doen wij, en niet de VDAB, maar bij de financiering van allerlei projecten zowel voor arbeidsbegeleiding als nu ook voor sociaal perspectief worden OCMW’s uitgesloten. Dat valt me als beleidsverantwoordelijke zeer zwaar gezien de inspanningen en verantwoordelijkheden die we opnemen,’ zegt Caeyers. ‘Op zich zouden we ons zeer strikt aan het samenwerkingsprotocol kunnen houden: alles wat professioneel perspectief betreft aan de VDAB laten zoals decretaal vastgelegd, en 34 LOKAAL 1 november 2010

dit omdat ze dit belangrijk vinden. Maar de erkenning en ondersteuning vanuit Vlaanderen volgt niet.’ Vlaanderen ontwikkelt allerlei instrumenten om inburgeraars zo vlug en goed mogelijk op de arbeidsmarkt te brengen, maar de inburgeraars-leefloners blijven te veel in de kou staan. ‘Zo is er de uitstekende cursus kiezen voor anderstaligen die de VDAB aanbiedt aan de mensen die zij begeleidt. Ook de verplichte inburgeraars-OCMW-cliënten komen hiervoor in aanmerking. Na deze cursus is er de overdracht van VDAB naar OCMW. Het zoeken naar werk, de arbeidsbegeleiding is immers onze taak. We zouden ook graag

men in ieder geval nadien bij ons terecht,’ zegt Wendy Ballard, diensthoofd Samenlevingsopbouw en Maatschappelijke Integratie. De sterkte van het protocol is dat het de verschillende partners rond de tafel brengt, maar bij de concretisering botst het OCMW nog op knelpunten. Wendy Ballard: ‘Bij een tweede gesprek in het onthaalbureau moet een inburgeraar al kiezen welk perspectief hij voor het secundaire traject op het oog heeft: sociaalcultureel, educatief of professioneel. Dit is niet evident voor een OCMW-cliënt. Zo kan een leefloner kiezen voor een sociaal perspectief vanwege een aantal problemen. Maar omdat hij een leefloon heeft, zal hij door ons toch begeleid worden naar werk, uiteraard hebben we hierbij ook oog voor sociale aspecten. Om echter geen valse verwachtingen te creëren is het zeer belangrijk dat er snel kan worden samengewerkt met het onthaalbureau. Het is belangrijk dat we met het onthaalbureau kunnen overleggen over de inburgeraars-OCMW-cliënten zodat mensen niet teleurgesteld en eerder gedane inspanningen niet tenietgedaan worden.’ Sociaal-cultureel perspectief De OCMW’s willen ook betrokken worden bij het traject sociaal-cultureel perspectief dat de onthaalbureaus in de toekomst wil-

Wim Caeyers: ‘We willen goed samenwerken met de VDAB en het onthaalbureau, maar het kan zeker niet zijn dat we de band doorknippen met iemand aan wie we hulp hebben aangeboden.’ andere oudkomers-leefloners deze cursus laten volgen, maar dit is zeer moeilijk. De VDAB geeft voorrang aan haar eigen cliënten en onze cliënten komen op lange wachtlijsten te staan,’ zegt Goele Jimenez, maatschappelijk werker arbeidsbegeleiding. ‘Ons lijkt het beter om vanaf het begin te zeggen dat mensen in een OCMW-traject ook de cursus kiezen kunnen volgen. Nu moeten de inburgeraars expliciet de keuze maken voor de loopbaanoriëntatie bij de VDAB, anders kunnen ze de cursus niet volgen. Maar de OCMW-cliënten ko-

len aanbieden aan inburgeraars. ‘We wensen hiervoor duidelijke afspraken zodat de inburgeraars geen dubbele begeleiding krijgen. Zeker wat de OCMW-cliënten-inburgeraars betreft doet het OCMW al veel. Als cliënten te kennen geven dat ze nog een diploma willen halen of hun diploma uit hun herkomstland gelijk willen schakelen, dan helpen we hierbij. Moeilijkheden met kinderopvang of het vinden van een school: de maatschappelijk werkers zoeken mee naar een oplossing. Initieel kloppen mensen aan met een duidelijke vraag zoals financiële hulp of een huisvestingsprobleem. Maar daarna komen

GF

het OCMW. We hebben veel in hen geïnvesteerd en hen zomaar voor onbepaalde tijd uit handen geven is geen goede beslissing. We willen goed samenwerken met


PRAKTIJK

In opdracht van de Vlaamse overheid heeft het HIVA Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving in 2009 het Vlaamse inburgeringsbeleid doorgelicht. Het ging de impact van het inburgeringsbeleid na en analyseerde het Vlaamse inburgeringsbeleid op het terrein. De resultaten van het onderzoek werden gepresenteerd in een studievoormiddag op 1 april. De studievoormiddag had ook het doel de huidige praktijk meer cliĂŤntgericht te maken en hierover aanbevelingen te formuleren. Het onderzoek en het verslagboek van de studievoormiddag kunt u downloaden op www.inburgering.be.

ze voor andere zaken: opvoedingsproblemen, een vraag over sociale, culturele activiteiten of vrijwilligerswerk. De vertrouwensrelatie met de arbeidsbegeleider of de maatschappelijk werker mag niet onderschat worden. Dit is echt begeleiding op maat,’ verduidelijkt Ballard.

Moskee en stadsbestuur werken samen als volwaardige partners

Eric Dewaersegger

Onderzoek Inburgering: stap naar bijsturing van het inburgeringsbeleid?

LEUVEN – De inspanningen van het stadsbestuur om Al Ihsaan als Leuvense moskeevereniging te erkennen, werpen vruchten af. De stad en de moskee werken als volwaardige partners in goede verstandhouding met duidelijke afspraken samen. Beide partijen ontdekken daar de voordelen van.

De stad Leuven organiseert stadsdebatten in de moskee.

Het stadsbestuur wil met de moskeevereniging meer doen dan alleen samenwerken voor het offerfeest. Het ziet de vereniging als een belangrijke partner om het samenleven tussen verschillende bevolkingsgroepen te verbeteren. Daarom verankert het de samenwerking met de islamitische culturele en educatieve vereniging Al Ihsaan in de stad. Zo kan de moskeevereniging professionaliseren en een transparante, open organisatie worden. Leuven organiseert stadsdebatten in het gebedshuis voor alle Leuvenaars en de moskeevereniging verspreidt informatie van de stedelijke diensten onder de islamitische Leuvenaars.

offerfeest, engageert de moskee zich om open te zijn voor alle Leuvenaars. De moskee moedigt niet-moslims aan hun drempelvrees te overwinnen en de islamitische Leuvenaars beter te leren kennen. Ze zijn welkom tijdens de rondleidingen en kunnen deelnemen aan de stadsdebatten die hier plaatshebben. We geven ook een nieuwsbrief uit waarop iedereen zich kan abonneren en we publiceren de vrijdagpreken van de imam in het Nederlands op onze website.’

Maar het OCMW doet ook veel meer dan individuele hulpverlening. ‘Zo hebben we op de dienst Samenlevingsopbouw een vrijwilligerscoĂśrdinator die mensen begeleidt naar vrijwilligersinitiatieven van OCMW en gemeenten. Deze coĂśrdinator organiseert ook andere initiatieven zoals een kennismaking met Mol en fietslessen. Het OCMW heeft ook een directe band met de diversiteitsambtenaar van de gemeente die op de dienst Samenlevingsopbouw en Integratie een kantoor heeft. Deze ambtenaar organiseert praatgroepen zodat nieuwkomers maar ook oudkomers hun kennis van het Nederlands kunnen blijven oefenen in gezelschap van andere Mollenaars. Dit zijn allemaal lokale initiatieven die perfect aansluiten bij inburgering maar die Vlaanderen niet of nauwelijks erkent,’ besluit OCMW-voorzitter Caeyers.

Toen het oude moskeebestuur de fakkel doorgaf aan de jongere generatie, greep de stad deze kans om een nieuwe koers te varen. Het nieuwe bestuur bestaat uit een tiental geĂŤngageerde mensen die de moskeewerking willen moderniseren. De stedelijke integratiedienst begeleidde hen intensief bij hun erkenningsaanvraag en maakte ook afspraken met het kersverse bestuur. Het dossier werd in 2007 door de provincie goedgekeurd en de moskee Al Ihsaan kon van start gaan. De vereniging verhuisde naar een nieuw gebouw dat ze huurt van de stad. ‘Al Ihsaan is een moeilijk te vertalen begrip maar verwijst naar goedheid en uitmuntendheid,’ legt Mimoun El Harrasi, voorzitter van Al Ihsaan uit. ‘Naast de afspraken over de organisatie van het

Sabine Van Cauwenberge is VVSGstafmedewerker inburgeringsbeleid

ii Alihsaan.be, Al Ihsaan, Kolonel Begaultlaan 45, 3012 Wilsele, T 016-58 28 97

Stadsinformatie voor moslims

Leuven schakelde de moskee in om de islamitische Leuvenaars beter te bereiken. De moskee verspreidt de folders en brochures van de stedelijke diensten bij zijn bezoekers. ‘De informatie komt zo tot bij mensen die we via de klassieke stedelijke communicatiemedia niet altijd bereiken,’ zegt Ronny Tielen van de integratiedienst. ‘De informatie wordt niet enkel op papier verspreid. De moskeeverantwoordelijke wordt ook gebrieft over het welzijnsaanbod. Mensen kunnen bij hem terecht voor uitgebreidere informatie. Ook de vacatures bij de stad worden er verspreid. Eenmaal per jaar maken de Katholieke Universiteit Leuven, de Katholieke Hogeschool en de hogeschool Groep T de jongeren en hun ouders warm voor hogere studies en maken ze hen wegwijs in het opleidingenaanbod.’ Lucy Vereertbrugghen

1 november 2010 LOKAAL 35


werkveld ARMOEDEBELEID

Opgroeien in armoede brengt belangrijke directe en indirecte risico’s met zich mee voor de ontwikkeling, het welbevinden en de toekomstperspectieven van kinderen. Dat is en sociale praktijk zetten beleidsmakers aan om werk te maken van de preventie van en de strijd tegen armoede bij kinderen. Ook op het lokale niveau. Katrien De Boyser

Lokale besturen in de strijd tegen armoede bij kinderen

A

rmoede in de kindertijd laat stempels na. De mogelijke effecten uiten zich in de cognitieve, sociale en fysieke ontwikkeling, de gezondheidssituatie, de schooluitkomsten en het algemene welbevinden en ze beĂŻnvloeden uiteindelijk de plaats die iemand later op de arbeidsmarkt en in de samenleving kan innemen. De langetermijnimpact wordt trouwens des te belangrijker wanneer kinderen hun vroegste jaren in armoede doorbrengen. Doet de armoede-ervaring zich pas in de adolescentie voor, dan is de invloed minder doorslaggevend. Daarnaast hebben diepe en langdurige armoede-ervaringen uiteraard ook een belangrijker impact op lange termijn dan wanneer men kort onder en dan weer boven de armoedegrens duikt. Naast die ‘individuele’ gevolgen van armoede bij kinderen en gezinnen zijn er belangrijke ‘maatschappelijke kosten’ of macroeffecten. De impact op het niveau van de samenleving uit zich – ook op het niveau van buurten of gemeenten – in een belangrijk verlies van potentieel menselijk kapitaal wanneer jongeren hun talenten niet optimaal kunnen ontwikkelen. Dit verlies heeft ook belangrijke economische gevolgen: wanneer kinderen onnodige achterstanden oplopen door de context waarin ze opgroeien, kost het de samenleving ook meer aan remediĂŤrende maatregelen later in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en in de welzijnssector dan wanneer je vroeg in de kindertijd de nodige steun biedt. Een onderzoek van de OESO gaf aan dat voor elke euro geĂŻnvesteerd in de vroege kindertijd, de samenleving op ter36 LOKAAL 1 november 2010

mijn twee tot zeven euro terugverdient (Cleveland & Krashinsky, 2003). Het is natuurlijk ook een belangrijk ethisch vraagstuk: een rijke samenleving kan de bestaande wetenschappelijke kennis niet zomaar naast zich neerleggen en armoede bij kinderen en al haar effecten tolereren.

De programma’s die het meest resultaat boeken, zijn die met een professionele inbreng en een sterke betrokkenheid van de ouders. Een beleid in de kinderschoenen: van kennis naar strategie Naarmate duidelijker werd hoe groot die impact wel is, werd de vraag wat er concreet kon gebeuren ook een belangrijk aandachtspunt voor Europese, nationale, regionale en vandaag ook lokale beleidsmakers. De vraag naar wat werkt en wat niet, houdt niet alleen beleidsmakers maar ook wetenschappers bezig. Toch is het niet evident om de wetenschappelijke onderzoeksresultaten in beleid te vertalen. Andere geïndustrialiseerde landen zoals Zweden, Nederland, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk

layla aerts

intussen wetenschappelijk ruimschoots bewezen, maar ook de signalen uit onderwijs


Wanneer kinderen onnodige achterstanden oplopen door de context waarin ze opgroeien, kost het de samenleving meer aan remediërende maatregelen in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en in de welzijnssector dan wanneer je vroeg in de kindertijd de nodige steun biedt.

hebben hier al ruimere ervaring mee. Ook in eigen land schieten (prille) initiatieven, praktijken en proeftuinen uit de grond (omtrent opvang, voorschoolse educatie of huiswerkscholen) waaruit andere besturen lessen kunnen trekken. Wat werkt? Algemeen wordt aangenomen dat dienstverlening van een hoge kwaliteit in de vroegste kindertijd (goede kinderopvang, peuter- en kleuteronderwijs) vooral voor de kinderen uit de meest kansarme gezinnen, voor anderstalige gezinnen en voor gezinnen waar ouders een laag opleidingsniveau hebben, een belangrijke meerwaarde heeft. De programma’s die het meest resultaat boeken, zijn die met een professionele inbreng en een sterke betrokkenheid van de ouders. Daarnaast versterkt het aanhouden van de aangepaste steun en aandacht voor leerprocessen gedurende de hele kindertijd en de adolescentie de effecten op lange termijn. Een belangrijke stap in de richting van een gefundeerde aanpak van armoede bij kinderen is dan ook dat beleidsmakers het belang kennen van vroegtijdige ondersteuning van kansarme gezinnen en hun kinderen. Werken aan een strategie op lokaal niveau Lokale beleidsmakers hebben belangrijke troeven in handen waarmee ze een beleid tegen armoede bij kinderen kunnen voeren: op lokaal niveau wordt kinderopvang georganiseerd en gecoördineerd, dikwijls is er gemeentelijk onderwijs, het OCMW en andere diensten komen in aanraking met de meest kansarme gezinnen, en de beleidsmakers weten het best wat er in de lokale gemeenschap leeft. Strategisch is het stevig verankeren van de strijd tegen armoede bij kinderen in de lokale beleidsagenda uitermate belangrijk. Door van dit beleidsthema een prioriteit te maken, krijgt het blijvende aandacht in de verschillende beleidsterreinen. Kennis verzamelen is een tweede belangrijke stap: kwantitatieve, socioeconomische statistieken op kindniveau, maar vooral kwalitatieve informatie door de bestaande initiatieven, gesignaleerde noden en ervaringen in de gemeente te inventariseren. In de opbouw van een lokaal beleid tegen armoede bij kinderen is inzet van erkende wetenschappelijke principes belangrijk, maar zeker ook de praktijkkennis. Om bestaande noden of witte vlekken in kaart te brengen en stappen te zetten naar een gedragen beleid tegen armoede bij kinderen, is het (geregeld) bijeenbrengen van lokale stakeholders een belangrijke stap, zeker wanneer zij ook bij de uitvoering van het beleid betrokken worden. Een visie en strategie die in overleg worden ontwikkeld, hebben ook de grootste kans op acceptatie en succes. Een gezonde investering betekent ook dat vroeg of laat de impact van beleid wordt gemeten: factoren voor succes of mislukken moeten worden opgespoord om het beleid en de praktijk te verbeteren. Op sublokaal niveau kan het aanreiken van beleidsinstrumenten, van fora voor kennisuitwisseling en het gebruik maken van expertise belangrijk zijn. Een inventarisatie van bestaande praktijken gebeurt vandaag voor Vlaanderen door de VVSG. Internationaal is er deze van de European cities against child poverty, te vinden op: http://www.againstchildpoverty.com.

ADVERTENTIE

EEN WERELD VAN MOGELIJKHEDEN VOOR UW STANDEN EN EVENTS Uw leverancier van modulaire draagbare design standen in uw buurt : - Banners - Pop-up standen - Kleine kits voor presentatiewanden - Modulaire standen - Huur of aankoop - Service à la carte : stockage, opbouw, afbouw en grafische aankleding van standen

Clip S.A. - N.V. Doorniksesteenweg 81 D B- 8500 Kortrijk Tel. (+32) (0)56 35 47 12 Fax (+32) (0)56 37 16 84 Email : clip.kortrijk@clipdisplay.be 2 show-rooms : Naninne en Kortrijk Clip S.A. - N.V is deel van de groep Clip International (UK)

www.clipdisplay.be

Succesingrediënten uit de praktijk Internationale ‘goede praktijken’ hebben dikwijls een aantal gemene delers die doorslaggevend zijn voor hun effectiviteit: een belangrijke taak voor wetenschappers en beleidsmakers bestaat erin om deze ‘goede principes’ te identificeren, te benoemen en te vertalen naar de eigen lokale praktijk. Ze leveren cruciale uitgangspunten bij het uitdenken en het uitvoeren van een beleid. Dikwijls wordt gesignaleerd dat alle betrokkenen voldoende kennis moeten hebben van de leefwereld van arme gezinnen. Dit is primordiaal in een armoedebeleid, maar nog meer voor beleid dat naar kinderen uitgaat en dat ook ouders actief wil inzetten – een andere belangrijke voorwaarde voor succes. Projecten of programma’s met een universeel karakter zijn duurder maar hebben doorgaans het grote voordeel dat ze toegankelijker zijn en niet stigmatiseren. Verder wordt in internationale vergelijkingen ook gepleit om te evalueren wat al bestaat, af te tasten wat er nodig is en niet uitsluitend een top-downbenadering te hanteren. Kleinschalige projecten in de buurt hebben vaak meer resultaat dan groots opgezette programma’s die de doelgroep onvoldoende bereiken. Katrien De Boyser is sociologe en onderzoeker aan de Universiteit Gent Voor meer informatie over dit thema: katrien.deboyser@ugent.be 1 november 2010 LOKAAL 37


werkveld BUURTWERKING

Buurtbewoners willen hetzelfde, ondanks alle culturele, sociale en leeftijdsverschillen Buurtbewoners met een verschillende culturele of sociaaleconomische achtergrond kennen elkaar nauwelijks, groeten elkaar niet en leven meer naast dan met elkaar. Het gebrek aan sociale cohesie tast de leefbaarheid van een wijk aan en leidt tot gevoelens van onveiligheid. Wijkbewoners in achterstandssituaties profiteren niet van de liftfunctie die gemengde wijken kunnen hebben. Maar het kan ook anders. Joke Vanreppelen

D

oor elkaar regelmatig te ontmoeten smeden mensen een gemeenschappelijke band waardoor er tegelijk plaats komt voor verschil. Daarom streven gemeenten naar een sociale mix in de wijk door sloop en nieuwbouw voor middeninkomens. Ze richten de openbare ruimte op zo’n manier in dat buurtbewoners zich veilig voelen en elkaar op een spontane manier tegenkomen. Toch volstaat het stapelen van stenen niet om duurzame ontmoeting tot stand te brengen. Er moet ook geïnvesteerd worden in de sociale aspecten. Gemeenten kunnen buurtbewoners bij het inrichten en beheren van de openbare ruimte betrekken. De gemeente Schaarbeek sluit een wijkcontract af om de kansarme wijk Brabant-Groen op te frissen. Wijkcontracten zijn stedenbouwkundige herwaarderingsprogramma’s op initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Binnen een termijn van vier jaar zet de gemeente een cluster van projecten op betreffende huisvesting, openbare ruimte, wijkinfrastructuur en sociaaleconomische initiatieven. De coÜrdinatie van het wijkcontract delegeert ze aan vzw RenovaS. Deze vereniging betrekt buurtbewoners en passanten bij elke fase van het wijkcontract. Naast de klassieke algemene vergadering en werkgroepen bouwt ze een stand op straat waar iedereen getrakteerd wordt op een kop koffie en informatie over het wijkcontract. In de tijdelijk opgestelde Limiet Limitetoren denken buurtkinderen samen met de hogeschool Sint-Lucas na over de herinrichting van hun wijk. Het enthousiasme van de kinderen is een manier om moeilijk bereikbare ouders warm te maken voor het wijkcontract. Plaatselijke verenigingen, scholen en handelaars krijgen een film en informatiepanelen ter beschikking. Ze worden aangemoedigd deel te nemen aan de wijkbezoeken, de logowedstrijd, de wijkfeesten en de tentoonstellingen. Buurtbewoners merken dat ze een gemeenschappelijk belang hebben dat de etnisch-culturele verschillen, leeftijdsgrenzen en sociaal38 LOKAAL 1 november 2010

economische achtergronden overstijgt. Blijkbaar ergert iedereen zich aan het zwerfvuil, het lawaai en het gebrek aan groen. Het vertrouwen in elkaar en in de buurtverenigingen groeit, waardoor bewoners verantwoordelijkheid durven nemen voor hun wijk. Verantwoordelijk voor je eigen wijk RenovaS heeft de ideeĂŤn van de buurtbewoners gebundeld en doorgegeven aan verschillende architectenbureaus die ze in acht maquettes verwerkten. De bewoners kozen er daar drie uit die het best overeenstemden met hun behoeften, waarna het gemeentebestuur de knoop doorhakte. Door deze werkwijze sloten de projecten nauw aan bij de behoeften van de gebruikers. Samen met de buurt besliste de gemeente te investeren in nieuwe sociale woningen. Stoepen, kruispunten en straten kregen een opknapbeurt van de vzw Jeunes SchĂŚrbeekois au Travail, een sociaalprofessioneel integratieprogramma dat jonge Schaarbekenaren aan werk of een opleiding helpt. Zulke kleine, zichtbare resultaten houden de bewoners gemotiveerd, ook wanneer andere projecten vertraging oplopen. Een van die projecten is de aanleg van het Groene Koninginnepark, een tuin voor de buurt die door de extra betoelaging van Europa, het Gewest en de federale overheid mogelijk gemaakt wordt. De bewoners weten wat ze willen voor het park: permanent toezicht, regelmatig onderhoud en animatie. Dankzij een goede samenwerking met de gemeente is er een parkwachter die elke avond de poort sluit. De buurttuin heeft rustige plekjes waar bewoners zich kunnen terugtrekken zonder dat er aan sociale controle wordt ingeboet. Buurtbewoners zijn mede-eigenaar dankzij de moestuintjes in het park. In een buurt met broze netwerken is een goede inrichting van de publieke ruimte niet voldoende opdat mensen van verschillende


MARLIES VAN BOUWEL

klare kijk

Het Groene Koninginnepark is een groene oase in Brussel met rustige hoekjes waar bewoners zich kunnen terugtrekken. Buurtbewoners zijn mede-eigenaar dankzij de moestuintjes in het park.

culturele achtergrond elkaar opzoeken. De buurtverenigingen proberen op een spontane manier bruggen te bouwen die kunnen leiden tot duurzame netwerken. Daarnaast maakt vzw Gaffi gebruik van opgefleurde klaslokalen om de professionele vaardigheden van kwetsbare allochtone vrouwen aan te scherpen. Het vernieuwde gebouw huisvest ook de crèche Atout Couleur die oog heeft voor de ontwikkelingskansen van baby’s en peuters uit kansarme gezinnen en tegelijk een opleidingsprogramma kinderverzorging aanbiedt. Het wijkcontract brengt een positieve dynamiek in de wijk. Het stimuleert privé-eigenaars gebruik te maken van de gewestelijke premies voor woningrenovatie en gevelverfraaiing. Buurtbewoners voelen zich betrokken bij en verantwoordelijk voor hun wijk en vinden makkelijker de weg naar het gemeentebestuur. Op hun vraag werd de nieuwe gemeentelijke bibliotheek Mille et une pages geopend. Zij organiseert voorleesnamiddagen in het park die jong en oud samenbrengen. Weinig middelen en toch grootse resultaten Barneveld, een landelijke gemeente in Nederland, bewijst dat je met weinig middelen grootse resultaten kunt bereiken. De wijkbewoners klaagden dat ze elkaar niet meer kenden en last hadden van rondhangende jongeren. Samen met de sportmedewerker startten ze het project Samen Spelen, Samen Leven. Kinderen kunnen nu onder begeleiding van een spelkastmedewerker speelgoed en sportmateriaal uitlenen. De spelkasten krijgen een plaats op twee buitenterreinen, vlak bij een sporthal, waar veilig gesport kan worden zonder de wijkbewoners te hinderen. Vrijwilligers uit de wijk kregen een opleiding tot recreatiesportleider en houden nu toezicht bij de spelkasten en organiseren spelactiviteiten. Toch zijn de spelkasten geen naschoolse opvang. Uitnodigend staan picknicktafels, koffie en gezelschapspellen klaar om ouders met elkaar in contact te brengen en samen met de buurtkinderen te doen spelen. Een kinderraad beheert de spelkasten: hij beslist welk speelgoed aangekocht wordt en op welke manier het uitgeleend wordt. Kinderen kunnen duurder materiaal enkel lenen als ze een muntje inleveren. Dat ruilmiddel verdienen ze door te klussen in de wijk. Sportmedewerker Cor Terschegget geeft mee dat het draagvlak voor de spelkasten een cruciale succesfactor is. ‘Ga niet uit van geen bericht is goed bericht. Soms kan juist gebrek aan informatie tot weerstand leiden of spookverhalen in de wijk in omloop brengen.’ Joke Vanreppelen is VVSG-projectmedewerker etnisch-culturele diversiteit

?

Mogen zonnepanelen zonder stedenbouwkundige vergunning worden geplaatst?

!

Zonnepanelen kunnen vrijwel altijd zonder stedenbouwkundige vergunning worden geplaatst. Toch zitten er addertjes onder het gras. Navraag bij de stedenbouwkundige dienst is daarom nodig, want er zijn nog de nodige mitsen en maren. Zonnepanelen die op een platdak staan of in het hellende vlak geïntegreerd zijn, zijn vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning (zie het ‘Vrijstellingenbesluit’ van 14 april 2000). Vooral in verkavelingen, maar ook in gebieden met een bijzonder plan van aanleg (BPA) was de vrijstelling echter in de praktijk niet van toepassing. Een belangrijke mits in de regelgeving is dat een vrijstelling alleen geldt voor zover de stedenbouwkundige voorschriften het niet anders bepalen. Veel verkavelingsvergunningen en BPA’s bevatten voorschriften met uitspraken over de dakbedekking, en dan zijn enkel pannen of leien toegelaten. Daardoor konden vooral in BPA’s en verkavelingen zonnepanelen niet of pas na een lange procedure worden geplaatst. Sinds 19 augustus is dit verleden tijd, doordat de Vlaamse Codex expliciet regelt dat zonnepanelen die ‘geïntegreerd zijn in het dakvlak’ niet worden beschouwd als afwijkend van de stedenbouwkundige en verkavelingsvoorschriften (zie art. 4.4.1. §1 VCRO). Daardoor kunnen ze voortaan in veruit de meeste gevallen zonder vergunning worden geplaatst. Op daken waarvan de verkavelingsvergunning een leien dak verplicht, kunnen dus zonder meer zonnepanelen geplaatst worden, omdat ze geïntegreerd zijn. Maar nog altijd zijn er belangrijke uitzonderingen. Mochten de van toepassing zijnde stedenbouwkundige voorschriften letterlijk de plaatsing van zonnepanelen verbieden, dan heeft die bepaling voorrang op de bovenstaande vrijstelling. Zo’n uitdrukkelijke regeling is overigens heel uitzonderlijk. Vanaf 1 december kunnen gemeenten via een stedenbouwkundige verordening de vrijstelling van de plaatsing van zonnepanelen meldingsplichtig maken. Dit betekent dat de gemeente op de hoogte moet worden gebracht als er panelen geplaatst worden op een plek waar dat ook mag. De gemeente kan de plaatsing ervan door de melding niet tegenhouden of sturen. De vrijstelling geldt enkel als de woning of de constructie hoofdzakelijk vergund is. Op onvergunde woningen of woningen waarop allerlei stedenbouwkundige overtredingen rusten, mogen dus géén zonnepanelen worden bevestigd zonder vergunning. Als die vergunning wordt aangevraagd kan die overigens niet worden afgeleverd zonder regularisatie van de stedenbouwkundige overtredingen. De vrijstelling is nog even niet van toepassing op zonnepanelen op monumenten, in stads- en dorpsgezichten of in beschermde landschappen. Na 1 december 2010 wél, maar een machtiging voor het plaatsen van een zonnepaneel kan op basis van de sectorale regelgeving betreffende onroerend erfgoed nog wel nodig zijn. Vanzelfsprekend moeten de burgerrechtelijke regels altijd nageleefd worden. Zo mag een buurman geen onevenredige hinder van het zonnepaneel hebben. Deze regels gaan natuurlijk buiten de gemeente om. Mail uw vragen over ruimtelijke ordening en huisvesting naar xavier.buijs@vvsg.be

1 november 2010 LOKAAL 39


Wat betekent Brandweerzorg, de nieuwe Beleidsmedische hulpverlening en beheerscyclus en dringende interventie voor uw lokaleNIEUW: nu met een praktische handleiding ANIP incl. actiefiches en modelformulieren financiën? Vanaf 1 januari 2011 beginnen twaalf Vlaamse gemeenten en acht OCMW’s met toepassing van De hervorming van de civiele veiligheidsdiensten is een de politiek aandachtspunt vandaag,de maar zeker ook morgen. Na decennialang aandringen vanDit de betrokken zogenaamde beleidsen beheerscyclus. besluit diensten komt er nu beweging in deze materie. Het is de eerste maal dat de hervorbevatzonieuwe regels voor de meerjarenplanning, het mingsplannen concreet vorm krijgen. budget, de boekhouding en de jaarrekening van de UP-TO-DATE gemeenten, de OCMW’s en de Inlosbladig 2012 en U zal nood hebben aan informatie, die volledig en provincies. up-to-date is. Het handboek ‘Brandweer, medische hulpverlening en dringende de 2013 zullen bijkomende besturen de interventie’ nieuwe volgt regels hervormingen op de voet op zodat u door de bijwerkingen steeds over actuele gaan toepassen, en vanaf 1 januari 2014 gelden ze informatie beschikt. voor iedereen. MULTIDISCIPLINAIR Dit unieke naslagwerk geeft u meteen en voor het eerst een totaaloverzicht van de Wie zich alvast wil voorbereiden, vindt in het betrokken disciplines bij de civiele veiligheid in ons land (waaronder de losblabrandweer, de dringende medische hulpverlening, de civiele bescherming en de politie). De dige handboek Lokaal Financieel Management civiele veiligheid werkt immers zeer multidisciplinair. Kennis van elkaar is dus (5 delen) de meest actuele en volledige informatie onontbeerlijk.

over hetINSTRUMENT nieuwe BBC-besluit en de verplichtingen die ONMISBAAR ermee Naast een vollediggepaard wetgevendgaan. overzicht, worden alle relevante items op een praktijkgerichte manier besproken in het boek:

Daarnaast schreef Jan Leroy een beknopte intro-

✓ De organisatie, werking en financiering van de brandweer, dringende, medische ductie tot de BBC in de handige pocket De Beleids- en hulpverlening en civiele bescherming; ✓ De rol van de verschillende overheden (FOD Zaken, Beheerscyclus in 60 vragen enBinnenlandse antwoorden. de Gouverneur, de burgemeester…) inzake (brand)preventie en civiele veiligheid; ✓ De rampenplanning en de verplichtingen van de lokale en provinciale besturen en diensten inzake nood- en interventieplanning (ter voorbereiding op de Mexicaanse griep en andere rampen) met een praktische handleiding voor

Een algemene en budgettaire boekhouding het opstellen van een Algemeen Nood- en Interventieplan (ANIP) (inclusief

Een van het BBC-besluit is gewijd aan nieuwe actiegroot fiches endeel modelformulieren); voor boekhouding. Exclusief voor Lokaal Financieel ✓regels Alles rond het de noodnummer 112 en Astrid; ✓Management Alle contactdata vanbeschrijft de betrokken actoren; Christophe Vanhee (vakgroep … Accountancy & fiscaliteit UGent) dit nieuwe boekhoudVOOR WIE?met alle posten van de balans en van de staat van systeem, Het handboek is een onmisbaar werkinstrument voor: en kosten, belangrijkste boekingen –opbrengsten iedereen die betrokken is bij de incl. civiele de veiligheidszorg, met name alle leden die van de gemeentelijke en provinciale veiligheidscel (Gouverneur, burgemeester, ermee samenhangen.

rampenambtenaar, vertegenwoordiger van de brandweer, politie, civiele bescherming en dringende geneeskundige hulpverlening), –Nieuwe de korpsverantwoordelijken en operationele officieren vanuitvoering de brandweer, regels voor planning, en – de gezondheidsinspecteurs, evaluatie – de leidinggevenden ziekenhuizen en urgentiediensten, – de operationele officieren civiele bescherming, BBC-besluit blijft evenwel niet beperkt tot een nieuw –Het de opleidingsscholen, instrumentarium of een nieuwe boekhouding. Het –financieel het hulpcentrum 100…

bevat ook voor de inhoudelijke planning (beleidsdoelEDITOR EN regels REDACTIERAAD Editor: Kris Versaen stellingen, actieplannen, …), de uitvoering en de evaluatie. Redactieraad: Ronald Ackermans (directeur school voor DGH en rampenbestrijding In Lokaal Management de hoofdstukken Campus Vesta), Financieel Marc Coen (brandweer Aalst), Geertwerden Gijs (procesmanager crisisover de meerjarenplanning en het budget alvast geactualibeheer FOD Volksgezondheid), Wim Haenen (federaal gezondheidsinspecteur FOD Volksgezondheid), Frank Lippens (voorzitter stuurgroep seerd; de andere aspecten zullen in de ICM), loopAnouk vanPattyn 2011 volgen. (FOD Binnenlandse Zaken), Nicole Reynders (HVP Spoedgevallen), Paul Spaens (Vast Commissie voor de Lokale Politie), Guy Van de gaer (directeur Brandweervereniging Vlaanderen) en Ludwig Vandenhove (burgemeester Sint-Truiden).

Bestelkaart

BESTELKAART

Bestel via www.politeia.be of stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel / fax: 02 289 26 19

Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja

, ik bestel van“Brandweerzorg, het Lokaal Financieelmedische Management*, 79 euro** (aanbod tot 30 november 2010). JA, ik bestel ……….. ex.ex. van hulpverlening en geldig dringende interventie”

….. ex. van de pocket De beleids- en beheerscyclus in 60 vragen en antwoorden, 25 euro VVSG-leden, 29 euro niet-leden**

Mijn bestuur is lid van de VVSG en betaalt 79 euro* Mijn bestuur is geen........................................................................................................................... lid van de VVSG en betaalt 89 euro* Bestuur/Organisatie: Naam: ................................................................................................................................................. Naam: Adres: Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Functie: Tel. : .................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. Bestuur/organisatie: Btw-nummer: BTW: ...................................................................................................................................................

Datum en handtekening

E-mail:* Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. De bijwerkingen Datum: worden u automatisch toegezonden tegen 0,49 euro/blz en dit tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. ** Prijzen geldig tot 30.11.2010. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden Tel.: Handtekening: en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht. * De aanvullingen aan 0,49 euro per bladzijde worden mij automatisch opgestuurd tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen zijn inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Deze prijzen zijn geldig tot en met 31 december 2010. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


ACHTER DE SCHERMEN

Decorateur Els Desaever is al twaalf jaar decorateur bij de dienst Technieken van de gemeente Koksijde. Met haar collega’s schildert ze prachtige aankondigingsborden, algemene signalisatie en decors voor een brede waaier gemeentelijke evenementen: tentoonstellingen, carnaval, garnaalstoet, Halloween, sportmanifestaties en schoolfeesten. ‘Dat was vroeger allemaal ambachtelijk werk,’ zegt Els. ‘Letter na letter, en hele taferelen, manueel schilderen, met de vrije hand. Of airbrushen, met het spuitpistool. Maar sinds twee jaar beschikt de dienst over een computergestuurde snijplotter, waardoor een reeks gelijke borden maken nu veel vlugger gaat.’ Els kan haar artistieke talent het meest botvieren als ze monumentale decors mag scheppen, soms groter dan tien vierkante meter. Enkele pronkstukken van haar hand zijn de zeepanelen voor de stand van de bebloemde garnaalvisser te paard op de laatste Gentse Floraliën, de panelen met stations naar wereldberoemd kunstschilder Paul Delvaux in een gemeentelijke zaal en een decor van vissersvrouwen voor het Nationaal Visserijmuseum van Oostduinkerke. ‘Dat doe ik inderdaad het liefst van al,’ glundert Els. ‘Dat is nog steeds puur ambachtelijk verfijnd schilderen met de vrije hand. Dit zijn echt unieke opdrachten! Toch is die snijplotter ook een goeie investering, om heel snel gelijke borden te kunnen maken. Daar kroop vroeger te veel tijd in.’

De opleiding Els studeerde reclame en decoratie aan SintLucas in Gent en volgde daarna nog een cursus airbrush. Aan de gemeente zelf genoot ze ook de opleiding algemene veiligheid. Ze houdt veel van haar werk. In haar vrije tijd maakt ze af en toe een portret van familie of vrienden. Toen Els twaalf jaar geleden bij de Werf Oostduinkerke, die alle technici groepeert, begon, was ze de enige vrouw in een gezelschap van dertig mannen. ‘Dat bleek geen enkel probleem,’ lacht ze. ‘Geen negatieve ervaringen in dat verband, en nu zijn we al met drie vrouwen bij de dienst Technieken!’ GF

Jan Huyghe

1 november 2010 LOKAAL 41


layla aerts

werkveld tewerkstelling

Activeringstrajecten voor leefloners: een afgebakend experiment De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), de dienst GeĂŻntegreerde Trajectbepaling en -begeleiding (GTB) en de VVSG werken samen aan het experiment ‘activeringsbegeleiding voor 110 OCMW-leefloners’. Een twintigtal OCMW’s begeleiden deze leefloners begeleiden naar specifieke trajecten. Tekst en uitleg bij de gemaakte keuzes. Peter Cousaert

E

en ‘activeringsbegeleiding’ is een voortraject waarin de medische, mentale, psychische of psychiatrische problematiek (MMPP) maar ook de sociaaleconomische, sociale en/of psychologische drempels op weg naar werk worden aangepakt. Dankzij dit traject zou een vervolgtraject van betaalde of onbetaalde arbeid mogelijk worden. De begeleidingen worden uitgevoerd door gespecialiseerde partnerschappen, waarin twee soorten organisaties worden opgenomen. Enerzijds zijn er de partners zorg, die instaan voor zorg en behandeling van medische of psychiatrische drempels, zoals de centra voor geestelijke gezondheidszorg en psychiatrische instellingen. 42 LOKAAL 1 november 2010

Anderzijds zijn er de partners empowerment, die sociaal-economische, sociale of psychosociale drempels op weg naar werk trachten weg te werken, zoals de CAW’s. Grote afstand tot arbeidsmarkt De geselecteerde OCMW’s kunnen leefloners voorstellen die een volledig (equivalent) leefloon krijgen en die in trajectbegeleiding zijn bij OCMW, VDAB of GTB. Ze moeten dus ook een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt vanwege hun MMPPproblematiek, en moeten daarbij sociaal ĂŠn professioneel ‘bemiddelbaar’ zijn op een redelijke termijn. De cliĂŤnt moet ook bereid zijn mee te werken aan een activeringstraject en admini-stratief in orde zijn

voor de arbeidsmarkt (de juiste arbeidskaart hebben). Hij of zij moet voldoende Nederlands spreken in functie van behandelingsgesprekken. En als laatste moet een VDAB-procedure worden gevolgd die resulteert in een advies activeringsbegeleiding. Waarom vinden OCMW’s dit interessant voor hun cliÍnten? Heel eenvoudig: een deel van het cliÍntenbestand kampt duidelijk met medische en psychiatrische problemen. Er is dus een behoefte. OCMW’s hebben daarnaast dikwijls niet de juiste competenties in huis om met dit soort problemen om te gaan. Dit kan en hoeft ook niet. Daarvoor dienen partnerschappen met organisaties die wel die knowhow hebben. OCMW’s kunnen al partnerschappen op gang brengen, maar enkel door zelf te investeren en dus kennis in te kopen, of door zelf mensen in dienst nemen. De hele sector van de geestelijke gezondheidszorg kampt nu immers al met lange wachtlijsten.


110 zorgactiveringstrajecten voor leefloners Het werk-en investeringsplan van de Vlaamse regering voorziet 110 zorgactiveringstrajecten voor leefloners. Deze trajecten zijn beter bekend als de tender MMPP. MMPP is een label ontwikkeld door de VDAB en GTB voor mensen met medische, mentale, psychische en psychologische problemen, die door deze problematiek moeilijk werk vinden. De ervaringen vanuit deze samenwerking zullen leiden tot beleidsaanbevelingen aan de departementen Werk en Sociale Economie, en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De VDAB/GTB en de VVSG volgt dit experiment op. Met de betrokken OCMW’s wordt een VVSG-werkgroep opgericht om de begeleiding naar de trajecten, de trajecten zelf en de communicatie tussen de partners te evalueren. Bijzondere aandacht zal daarbij gaan naar de rol van de OCMW’s in deze trajecten. De geselecteerde OCMW’s zijn Antwerpen, Bilzen, Diest, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, KnokkeHeist, Lanaken, Leuven, cluster Meetjesland-Noord, Mortsel, Ronse, Tielt, Tienen, Turnhout, Waregem. PC

Daarbij komt dat lokale besturen vandaag weinig invloed hebben op de inzet van federale en Vlaamse budgetten dienaangaande. Waarom een afgebakend experiment? Sinds de start van het experiment vragen OCMW’s waarom dit experiment wordt afgebakend. Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste zijn er heel wat vragen bij de inhoud van de tender. Kunnen deze MMPPtrajecten hun ambities waarmaken? Deze trajecten zijn gebaseerd op het W2-model dat werd ontwikkeld door het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA): een blauwdruk voor trajecten waarbij werk- en welzijnscomponenten worden gekoppeld. Welzijn moet hier zo ruim mogelijk worden geïnterpreteerd, en omvat dus onder meer beleidsdomeinen als gezondheid, cultuur, onderwijs, justitie. Het gaat dus om een integrale benadering. Het onderzoeksrapport van het HIVA stelt duidelijk dat oplossingen voor de voornoemde doelgroepen niet binnen een tendermodel kunnen worden gevonden. Er is net ruimte nodig voor vallen en opstaan, bijsturing en creativiteit. Ten tweede zouden deze partnerschappen momenteel niet optimaal werken. Dat blijkt uit de diverse voorbereidende gesprekken met organisaties en koepels

die een actieve rol spelen in deze tender. Daar rijzen vragen over de rol van bepaalde partners, de vorm van de partnerschappen en de ontoegankelijkheid en complexiteit van de trajecten.

loners nu daadwerkelijk kunnen worden toegeleid naar GTB. Aan de hand van de huidige omschrijving van MMPP kan bijna elke leefloner worden doorgezonden naar deze trajecten, en dat kan eigenlijk niet de bedoeling zijn. De OCMW’s ervaren dagelijks dat mensen die maatschappelijk uitgesloten zijn al snel met psychische en mentale problemen kampen. Is dit iets waarop deze trajecten een antwoord bieden? Wellicht niet. En net deze problematiek kunnen OCMW’s zelf aan. Af bakening dringt zich op. In het experiment doen we daar een eerste poging voor. Ten vijfde hebben we enkele jaren geleden samen met de VDAB de proeftuinen OCMW’s-VDAB opgezet. Hierin gaan we op zoek naar een breed kader voor samenwerking tussen de VDAB en de OCMW’s. We bereiden momenteel een tweede, broodnodige, fase voor van deze intensieve samenwerking. Momenteel is onduidelijk waar de VDAB de link ziet tussen de proeftuin en de tender MMPP. Ten zesde wordt de rol van de OCMW’s in het Vlaamse beleid te weinig erkend. In dit soort tenders wordt duidelijk dat de OCMW’s over materies die tot hun corebusiness horen weinig of niet worden geconsulteerd, laat staan er (mee) over kunnen beslissen.

Het kan niet dat OCMW’s leefloners gedurende achttien maanden lang overlaten aan GTB. Ze willen een actieve rol opnemen en een traject goed opvolgen. Ten derde is het onduidelijk wat de rol van het OCMW is binnen deze trajecten en bestonden er geen afspraken over goede communicatie. Het kan niet zo zijn dat OCMW’s mensen afleveren en gedurende 18 maanden (duurtijd van de trajecten) overlaten aan GTB, om na die periode de draad weer op te pikken. OCMW’s willen een actieve rol opnemen en wensen een traject goed op te volgen. Binnen een experiment kan over die rol worden nagedacht. Een bijkomend argument is dat in het luik empowerment veel opdrachten worden opgenomen die het OCMW op dit moment zelf uitvoert of zou moeten uitvoeren. Denk maar aan het wegwerken van sociale drempels. Ten vierde is de doelgroep zo ruim omschreven dat het onduidelijk is welke leef-

Constructieve samenwerking Ondanks al deze fundamentele bemerkingen hebben we er toch voor gekozen om samen een experiment uit te werken met betrekking tot deze materie. Maar het toont meteen ook het belang van een afbakening, waarbij we ons met een aantal OCMW’s buigen over de vragen die voorliggen. We gaan dus voor een constructieve en loyale, maar ook kritische dialoog met de VDAB en GTB, en zullen vanuit de groep van geselecteerde OCMW’s nadien gemotiveerd advies uitbrengen aan de andere OCMW’s. Peter Cousaert is VVSG-stafmedewerker werkgelegenheids- en activeringsbeleid 1 november 2010 LOKAAL 43


wetmatig berichten

stefan dewickere

Copernicuspremie kost 10.000 euro per politieambtenaar

Volgens een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel van 28 september heeft ook het operationele kader van de lokale en federale politie recht op de zogenaamde Copernicuspremie, het dubbele vakantiegeld als gevolg van de Copernicushervorming van de federale overheid.

De federale overheid besliste in 2002 de Copernicuspremie toe te kennen aan het burgerpersoneel van de lokale en federale politie, maar niet aan het operationele kader. De politievakbond Sypol vond dit een discriminatie en stapte naar de rechtbank. Die geeft hem nu gelijk en veroordeelt de federale overheid tot het betalen van de premie voor de jaren 2002 tot 2007, vermeerderd met de bijbehorende verwijlintresten. De Copernicuspremie bedraagt 92% van 1/12 van het jaarlijkse brutoloon, wat neerkomt op gemiddeld ongeveer 10.000 euro per politieambtenaar. Hoewel het vonnis in principe enkel geldt voor de politieambtenaren die naar de rechter zijn gestapt, is het duidelijk dat alle politieambtenaren de premie kunnen opeisen. Volgens een berekening van het kabinet van Binnenlandse Zaken veroorzaakt dit bijkomende kosten van in totaal 371 miljoen euro, waarvan 108 miljoen euro voor de federale politie (ongeveer 9500 politieambte-

naren) en 263 miljoen euro voor de lokale politie (ongeveer 28.000). De federale overheid kan wel nog beroep aantekenen tegen het vonnis. Een beroepsprocedure schort de uitvoering van het vonnis op. Het is nog niet duidelijk wat de gevolgen van het vonnis voor de lokale politiezones zijn. De rechtbank heeft de federale overheid veroordeeld tot het betalen van de Copernicuspremie. De lokale politiezones zijn de werkgever van de lokale politieambtenaren en staan dus in voor het betalen van de lonen en vergoedingen. Wordt ongetwijfeld vervolgd. koen.vanheddeghem@vvsg.be, tom.deschepper@vvsg.be

Meer informatie op www.vvsg.be/veiligheid Hoofdinspecteur X en crts / Belgische Staat, Rb. Brussel, 28 september 2010, 21e K., Inforumnummer 250455 Omzendbrief GPI 24 van 11 juli 2002 betreffende de uitbetaling van de Copernicuspremie aan bepaalde leden van het administratief en logistiek kader van de geĂŻntegreerde politie, BS 16 juli 2002, Inforumnummer 178195

Attesten van erfopvolging: wijze van aflevering geßniformiseerd De Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de FOD FinanciÍn heeft ten behoeve van de registratiekantoren een nota opgemaakt tot uniformisering van de werkwijze voor het afleveren van attesten van erfopvolging. Deze informatie is ook belangrijk voor gemeenten, want ze worden geregeld geconfronteerd met vragen van burgers en registratiekantoren hieromtrent (vragen voor het verkrijgen van een verklaring van erfrecht, om een kopie van trouwboekjes enzovoort). Sinds de inwerkingtreding in 2009 van het nieuwe artikel 1240bis van het Burgerlijk Wetboek kunnen de verklaringen van erfrecht afgeleverd door de gemeentebesturen, evenals de akten van bekendheid afgeleverd door de vrederechters, niet meer worden aangewend om rekeningen van een overledene bij een financiÍle instelling te deblokkeren. In de nota komen volgende punten aan bod: • de noodzaak van een uniforme werkwijze voor de aflevering van een attest van erfopvolging; • invoeging van artikel 1240bis en 1240ter in het Burgerlijk Wetboek; • informatie beschikbaar op het intranet voor de burger en op het intranet voor het registratiekantoor; • voorschriften die niet uniform worden gevolgd; • contactpunt. katrien.colpaert@vvsg.be

U kunt de nota lezen op www.vvsg.be, knop ‘Werking en organisatie’, klik ‘Nieuws’ Attest van erfopvolging: uniformisering van de werkwijze van afleveren, Nota van de Federale Overheidsdienst (FOD) FinanciĂŤn, september 2010, Inforumnummer 250062

Parkeren: rechter hoort zich niet uit te spreken over hoogte gemeentelijke parkeerretributie ‘Het algemeen rechtsbeginsel van de scheiding der machten belet de rechter de opportuniteit van een parkeerretributie, verschuldigd krachtens een niet onwettig bevonden gemeentelijk retributiereglement, te beoordelen en in te grijpen in het tarief van dit reglement,’ zo stelt het Hof van Cassatie in een arrest van 3 juni. Met andere woorden, het komt de rechter niet toe zich uit te spreken over de hoogte van een parkeerretributie. Gemeenteraden kunnen op basis van artikel 1 van de wet van 22 februari 1965 (ondertussen vervangen door het decreet van 9 juli 2010) retributies instellen voor de gedepenaliseerde parkeerovertredingen. De vrederechter heeft tot taak af te toetsen of het retributiereglement strookt met de regelgeving, en heeft het retri44 LOKAAL 1 november 2010

butiereglement van de stad (in casu Antwerpen) ‘niet buiten toepassing verklaard wegens strijdigheid met de wetten’. Door de parkeerretributie te verminderen tot het bedrag dat hem redelijk voorkomt, miskent hij het algemene rechtsbeginsel van de scheiding der machten. erwin.debruyne@vvsg.be

A.G.B. Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen / C.L., Cass., 3 juni 2010, 1e K., Inforumnummer 249824 Decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven, BS 26 juli 2010, Inforumnummer 249075


De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk zoeken voor het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling een

halftijds onderzoeker (m/v) Functie

• Dataverzameling is je kerntaak. Je ontwikkelt een uniform registratie-

Wij bieden

systeem voor de erkende diensten schuldbemiddeling (CAW’s en OCMW’s), volgt de implementatie hiervan op en zorgt voor de verwerking en rapportering van de gegevens. • Daarnaast verricht je toegepast onderzoek rond de schuldenproblematiek en de schuldhulpverlening in Vlaanderen. Profiel

• Je hebt een universitair diploma of gelijkwaardig door ervaring; • Je bent kritisch en analytisch ingesteld en kunt zowel zelfstandig

als in team werken; • Je bent communicatief ingesteld en beschikt over een vlotte pen; • Je hebt een praktische kennis van informaticatoepassingen (outlook, word).

Kennis van Excel is essentieel voor de uitvoering van de functie. Als deze kennis nog niet aanwezig is, bent je bereid tot verdere bijscholing. Voor meer informatie kun je bellen naar Dirk De Clerck, T 02-211 56 37

Een halftijds contract van onbepaalde duur, een aangepast loonpakket en soepele werkregeling in een omgeving waar een open geest, professionaliteit , realisme en idealisme samengaan. Detachtering vanuit een lokaal bestuur is mogelijk. Interesse?

Sollicitatie met cv stuurt u bij voorkeur per e-mail uiterlijk tegen 8 november 2010 naar hildegarde.merckx@vvsg.be

De gemeente Geetbets werft aan in statutair verband: Werken bij de gemeente betekent onder meer afwisselend werk in eigen streek, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, validatie ervaring in de privé-sector tot een maximum van acht jaar.

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website

Stafmedewerker Inlevering advertenties voor Lokaal 19 (1 tot 15 december 2010): 9 november voor Lokaal 20 (16 tot 31 december 2010): 25 november Informatie: Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

A1a-A3a

vereisten

In het bezit zijn van een universitair diploma (gedetailleerde diplomavoorwaarden op www.geetbets.be.) Slagen in een aanwervingsexamen taken zijn onder andere

Algemene leiding en coördinatie van de beleidsdomeinen Algemene Staf, Welzijn van de Burger en Vrije Tijd; vertegenwoordiging van deze domeinen in het managementteam, vervanging van de secretaris bij afwezigheid. meer info over de functie

Herman Stiers, T 011-58 65 20, secretaris@geetbets.be of www.geetbets.be. Dien je kandidatuur vergezeld van je cv, uittreksel strafregister (openbaar bestuur, niet ouder dan twee maand), kopie van diploma en rijbewijs in ten laatste 29 november 2010 d.m.v. een aangetekend schrijven (poststempel geldt als bewijs) aan het college van burgemeester en schepenen, Dorpsstraat 7, 3450 Geetbets, of tegen ontvangstbewijs aan het onthaal van het gemeentehuis ten laatste 29 november 2010 om 12.00u.

1 november 2010 LOKAAL 45


AGENDA

Leuven 4 november Biodiversiteit: basisproduct of luxegoed? Symposium van de Metaforum-denkgroep over biodiversiteit van de KULeuven. Hoe wetenschap en beleid op elkaar afstemmen om tot een beter behoud van biodiversiteit te komen? www.kuleuven.be (metaforum) Vlaanderen van 8 tot 10 november Ecobouwers Opendeur Bezoek aan heel energiezuinige kantoorgebouwen van lokale besturen en bedrijven. www.ecobouwers.be Malle 9 november Roeselare 16 november Heusden-Zolder 30 november Leuven 2 december Ronde van Vlaanderen Actuele dossiers voor lokale besturen. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 15, 30 november en 15 december Mindfulness op de werkvloer Mentale fitness voor meer ontspannen aandacht op het werk. www.vvsg.be (kalender) Drongen 16 en 25 november Energievraagstukken voor hulpverleners Vorming over achtergronden, maatregelen, middelen en mogelijkheden om het energievraagstuk van mensen die in armoede leven op te lossen. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 16 november Gezond ouder worden Symposium Gezondheidspromotie in het teken van gezond ouder worden in de lokale gemeenschap. www.vigez.be

NIX TrIljoen

46 LOKAAL 1 november 2010

Antwerpen 18 november Mintegratie Congres over nieuwe vormen van migratie en integratie door het Centrum voor Migratie en Interculturele Studies van de Universiteit Antwerpen. www.ua.ac.be (cemis) Brussel 18 november Verhoogde tegemoetkoming (RVV/Omnio) Vorming voor OCMW-maatschappelijk werkers en administratieve medewerkers sociale dienst over hervormingen van de RVV/ Omnio-regeling in 2010 en 2011, voorwaarden en rechten, het inkomensonderzoek. www.vvsg.be (kalender) Gent 23 november In search of performance management Congres voor HR professionelen in de publieke en social profit sector met wetenschappelijke toelichting van performantie managementtrends en managementinstrumenten en over wetenschappelijk onderzoek naar de realiteit op de werkvloer. www.sspm.be (congres) Brussel 25 november Cameracentrale B-Holding Bezoek aan de cameracentrale van de NMBS in Brussel-Zuid. www.vvsg.be (kalender)

Brussel 30 november Bestuurlijke sluitingen Interactieve opleiding over de juridische mogelijkheden om inrichtingen te sluiten. www.vvsg.be (kalender) Diksmuide vanaf 30 november Kwaliteitscirkel steden en gemeenten Vijfdaagse vorming met stapsgewijze ondersteuning aan besturen die een integraal kwaliteitsmanagementsysteem met een intern controlesysteem opzetten. www.vvsg.be (kalender) Luik 30 november en 1 december Europese conferentie URBACT-programma Jaarlijkse conferentie over stedelijke uitdagingen en innovatieve, ge誰ntegreerde en duurzame oplossingen; Luikse organisatie in het kader van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. www.urbact.eu (News and Events) Hasselt 2 december Leuven 8 december Gent 9 december Berchem 11 december Brugge 18 december Trip Lokaal Provinciale trefdagen over lokaal jeugdbeleid. www.triplokaal.be

Antwerpen 26 november Zelfevaluatie van de organisatie Studiedag met auteurs van Kwaliteitszorg in Welzijnsvoorzieningen over zelfevaluatie als voorwaarde voor verdere groei en ontwikkeling. www.vvsg.be (kalender)

Brussel 3 december Snelheidsmanagement Mobiliteitsacademie over het hoe en het waarom van snelheidsmanagement op basis van wetenschappelijke kennis en praktijkinzichten. www.vvsg.be (omgeving, kalender)

Brussel 26 november VAD-studiedag Studiedag over kwetsbaarheid, de invloed van risicofactoren op alcohol- en druggebruik en het belang van een vroegtijdige reactie. www.vad.be

Brussel 9 december Gemeentelijk mobiliteitsbeleid Introductiecursus in gemeentelijk mobiliteitsbeleid voor mobiliteitsambtenaren en mandatarissen. www.vvsg.be (omgeving, kalender)


10

goede redenen om

te kiezen

voor de

VVSG solidariteitsagenda

2011 solidariteitsagenda 2011

Bezorg de strook aan de VVSG

1. 32 pagina’s extra met meer dan 1000 data van federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: welke nuttige gegevens heeft een schepen van cultuur, een secretaris, een stedenbouwkundige of een personeelsverantwoordelijke nodig? 2. Correcte gegevens: adres, telefoon, fax, e-mail en website 3. Nuttig: met belangrijke data voor het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: wanneer moet welke vlag buiten hangen? 4. Veel overzicht: een weekplanner met leeslint 5. Handig formaat: 17,5 x 22,5 cm 6. Mooi afgewerkt: met rode linnen band 7. Solidariteitsagenda: ten voordele van Oxfam-Solidariteit. U werkt zo mee aan meer kansen voor het Zuiden en minder onrecht. 8. Eerlijke prijs: • 15.99 euro voor VVSG-leden • 18.49 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen. 9. Korting voor groepsaankopen van 5 tot 20 exemplaren: • 13.11 euro per exemplaar voor VVSG-leden • 15.61 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen 10. Gewaardeerde nieuwjaarsattentie voor leden van het college, raadsleden & personeel. Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02-211 55 19/20 fax 02-211 56 57 viviane.arents@vvsg.be

Ja, ik bestel

ex. van de VVSG solidariteitsagenda 2010

VVSG-lid geen VVSG-lid Naam Functie Gemeente/Organisatie Adresgegevens Facturatieadres indien verschillend van leveringsadres

Datum

Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.


"Megawatts bepalen in onze wereld het zakencijfer. Juist daarom zijn we in de wolken met de energieke inzet van onze relatiebeheerder."

Frédéric Dawans Oprichter en managing director van Air Energy

Marc Mairesse Relatiebeheerder

V.U. : Elodie Dufrane, Fortis Bank n.v, Warandeberg 3, 1000 Brussel.

Luc Regout Oprichter en managing director van Air Energy

Air Energy, pionier in het bouwen van windmolenparken, kan altijd op ons rekenen om hun risico’s op interestvoeten en energieprijzen te beperken. Zo begeleiden we hun groei stap voor stap. Wilt u voor uw bedrijf bepaalde risico’s beperken ? Of het nu gaat over grondstofprijzen, wissel- of interestkoersen, we helpen u bij de realisatie van uw projecten in België en in het buitenland. We stellen u risicodekkingen voor, aangepast aan de behoeften van uw bedrijf. Neem contact met uw relatiebeheerder of surf naar www.cpb.bnpparibasfortis.be.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.