2008Lokaal19

Page 1

NR 19 VAN 1 december 2008 Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Rechtspositieregeling personeel

Een nieuwe wind

Wallonië heeft al nieuw Gemeentefonds Schuldhulpverlening: meer dan 50.000 dossiers per jaar Steeds meer gemeenten binden strijd aan tegen overlast


Partner voor openbare besturen Afvalbeheer bij openbare besturen is een vak apart. Indaver is een specialist die dit vak verstaat als geen ander. Zij speelt feilloos in op de noden van de publieke sector. Meer en meer verwacht men van openbare besturen dat zij over de nodige knowhow beschikken op het vlak van technische expertise, milieureglementering, financieel en commercieel beleid. Indaver is door haar jarenlange ervaring een betrouwbare partner voor de openbare besturen. Samen met de lokale overheid zoekt Indaver naar de beste oplossing waarbij preventie, selectieve inzameling en verwerking voorop staan. Zij verwerkt vrijwel alle afvalfracties van het huishoudelijk afval en hiermee gelijkgesteld bedrijfsafval. Op een duurzame en kwaliteitsvolle manier. info@indaver.be

Tel. +32 15 28 80 24

www.indaver.be www.indaver.com

Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer


NR 19 VAN 1 december 2008

VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW

Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

BART LASUY

INHOUD

LOKAAL NUMMER 19 VAN 1 december 2008

12

Rechtspositieregeling personeel

Een nieuwe wind

Interview: Rechtspositiebesluit stimuleert modern HR-beleid

Wallonië heeft al nieuw Gemeentefonds Schuldhulpverlening: meer dan 50.000 dossiers per jaar Steeds meer gemeenten binden strijd aan tegen overlast

2008Lokaal19_1911.indd 1

19-11-2008 10:08:03

5 Opinie: Activeren is niet enkel betaalde loonarbeid aanreiken

STEFAN DEWICKERE

Jan Mackelberghe is tuinier bij de Gentse groendienst en werkt altijd in het Citadelpark. Drugs zijn daar dagelijkse kost. Overuren maakt hij eigenlijk niet, hij begint ’s morgens om 8 uur en stopt om half vier.

De gemeenten werken hard aan de nieuwe rechtspositieregeling voor het personeel. Een zware opdracht want het gaat over zeer gevoelige materie zoals het salaris, de vergoeding van overuren of de evaluatie. Zwijndrecht en Stekene hebben hun huiswerk af en kunnen een belangrijke stap zetten naar een modern HR-beleid.

KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column

ORGANISATIE

FORUM 20 Vrijspraak burgemeester Damme Aansprakelijkheidsrisico lokale mandatarissen blijft hoog 22 De schatkamer van Marcel Hendrickx 23 Lokale raad

27 Protocol effent de weg voor inburgering ‘Inburgering is een startpakket dat we elke nieuwkomer moeten kunnen aanbieden,’ vindt minister Marino Keulen. Hij wil dat ook mensen die hier al langer zijn, gebruik kunnen maken van dit startpakket. Omdat de trajecten van de VDAB en het OCMW niet altijd synchroon lopen met die van de onthaalbureaus, kunnen ze nu een protocol afsluiten.

BART LASUY

12 Interview Ilse Weynants en Dirk de Vetter Rechtspositiebesluit stimuleert modern HR-beleid 16 Nieuw Gemeentefonds al van kracht in Wallonië 19 Software OCMW Antwerpen zorgvuldig getest

WERKVELD 24 27 30 31 32 35 37

39

37 Oostende zet in op energiebesparing

WETMATIG

41 Berichten, boekbesprekingen 42 Agenda & Triljoen

LAYLA AERTS

Elke dag je geld tellen is geen lachertje Protocol effent de weg voor inburgering Jouw kind groeit op in de wijk Kroonjuweel van 25 jaar Samenlevingsopbouw Gent Klare kijk Steeds meer gemeenten binden de strijd aan tegen overlast De donderdag van Cheryl Keepers Oostende zet in op energiebesparing Autonoom gemeentebedrijf verstrekt renteloze leningen Praktijk in de Mechelse regio

Oostendenaars die willen investeren in de energiezuinigheid van hun woningen, kunnen een renteloze lening krijgen via het autonome gemeentebedrijf Energiebesparing Oostende. Hoogrendementsglas, een condenserende ketel, dakisolatie en zonnepanelen vormen de top vier van de leningaanvragen. 1 december 2008 LOKAAL 3


LOKALE BESTUREN EN VREEMDELINGEN Een praktijkgericht handboek voor alle lokale besturen

• Correcte informatie en

kwaliteitsvolle dienstverlening

Vreemdelingen correct informeren over de geldende regelgeving én een kwaliteitsvolle dienstverlening uitbouwen: het is een hele uitdaging voor de lokale besturen en meteen het opzet van het boek ‘Lokale besturen en vreemdelingen’. Dit boek is bestemd voor OCMW’s en gemeenten. Maar ook NGO’s, advocaten en allerhande vzw’s die met vreemdelingen in aanraking komen vinden er nuttige informatie.

• Op maat van alle lokale besturen

Voor de OCMW’s is het een praktijkgericht handboek op maat van de maatschappelijk werker, met een overzicht van de verschillende verblijfsstatuten en een antwoord op de vragen welk OCMW bevoegd is en welke dienstverlening aan welke vreemdeling geboden kan worden. Ook de financiering van deze dienstverlening komt aan bod. Daarnaast biedt ‘Lokale besturen en vreemdelingen’ ook informatie voor gemeentebesturen. Er is informatie over: de verschillende verblijfsprocedures en bijbehorende verblijfsdocumen-

ten, de rol van de gemeente bij het indienen van een verblijfsaanvraag en het afleveren van allerlei verblijfsdocumenten, veelgestelde vragen i.v.m. het houden van het Rijksregister bij vreemdelingen.

• Betrouwbare informatie in handig formaat

De wet- en regelgeving wordt er niet eenvoudiger op en is voortdurend in evolutie. Momenteel is de federale overheid druk bezig met haar vreemdelingenbeleid. Uiteraard komen de nieuwe asielprocedure en de nieuwe wet op de opvang van asielzoekers aan bod in ‘Lokale besturen en vreemdelingen’, evenals de overige geplande wijzigingen aan het verblijfsrecht zoals de recente invoering van de subsidiaire bescherming en de hervorming van de beroepsprocedure bij de Raad van State.

• Mét codex en cd-rom

Dit praktische handboek is bovendien aangevuld met een aparte codex. Deze codex bevat naast de basiswetgeving op papier ook een

cd-rom waarop, geheel volgens de structuur van het handboek, alle relevante wet- en regelgeving is opgenomen. Een absolute meerwaarde bij uw handboek dus! ‘Lokale besturen en vreemdelingen’ is een losbladige publicatie van VVSG-Politeia die meermaals per jaar wordt aangevuld. Hoofdredacteur en hoofdauteur is Fabienne Crauwels, stafmedewerker vreemdelingenbeleid van de VVSG. Co-auteur is het Vlaams Minderhedencentrum.

Bestelkaart Stuur of fax deze kaart naar: Politeia • Ravensteingalerij 28 • 1000 Brussel • fax: 02/289 26 19 • tel: 02/289 26 10. Of bestel via www.politeia.be, e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel ___ ex. van Lokale besturen en vreemdelingen, prijs (incl. cd-rom): 99 euro (VVSG-leden), 119 euro (niet-leden) Bestuur/Organisatie: ___________________________________________________________________________________________ Naam: ___________________________________________________________________________________________________ Functie: _________________________________________ Tel. : ____________________________________________________ E-mail: ___________________________________________________________________________________________________ Adres: ___________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________ BTW: __________________________________________ Datum: ____________________________________ Handtekening: Mijn bestuur is lid van het VVSG:

Ja

Neen

De bijwerkingen worden u toegestuurd aan de prijs van 0,46 euro/blz en 27 euro voor de update van de cd-rom tot schriftelijke wederopzegging. Deze prijzen zijn inclusief BTW maar exclusief verzendingskosten. Kijk voor exacte prijzen altijd op www.politeia.be.


opinie Piet Van Schuylenbergh

Stefan Dewickere

Activeren is niet enkel betaalde loonarbeid aanreiken Piet Van Schuylenbergh is directeur van de VVSG-afdeling OCMW’s

V

ier op de vijf OCMW’s activeren hun leefloners via artikel 60, § 7 OCMW-wet. Dat blijkt uit het rapport 2007 over de OCMW-werking van de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie. De Standaard leidde daar in een artikel van 3 november wat zurig uit af dat één op vijf OCMW’s zijn leefloontrekkers niet activeerde, dat wil zeggen hen niet heeft begeleid op weg naar werk. Niet alle OCMW’s staan even ver, maar de conclusie van De Standaard klopt niet.

Het gekende artikel 60, § 7 van de OCMW-wet geeft OCMW’s de mogelijkheid een arbeidsovereenkomst af te sluiten met leefloners zodat ze na verloop van tijd hun recht op een werkloosheidsuitkering kunnen laten gelden. Van een in oorsprong passieve maatregel is artikel 60, § 7 door de jaren heen geëvolueerd naar een krachtig activeringsinstrument waardoor veel Betaalde loonarbeid is voor leefloners werkervaring opdoen in aangepaste projecten en ze meer arbeidscompetenties krijgen. Zo groeien hun een groep van OCMW-cliënten kansen op de reguliere arbeidsmarkt achteraf aanzienlijk.

niet haalbaar.

Het krantenartikel baseert zich enkel op de cijfers van activering door artikel 60, § 7 OCMW-wet. De OCMW’s gebruiken voor activering van hun cliënten ook andere tewerkstellingsmaatregelen en hulpverleningsinstrumenten. Op grond van deze cijfers alleen wordt bijgevolg geen correct beeld van de activeringsinspanningen van de OCMW’s opgehangen. Het is zonder meer een succes te noemen dat vier op vijf OCMW’s erin slagen hun leefloners in artikel 60, § 7 te activeren. Al te vaak wordt vergeten dat OCMW-cliënten een heel specifieke doelgroep vormen, zeker in het kader van activering naar arbeid. Hen naar duurzame tewerkstelling begeleiden vraagt een behandeling op maat van de OCMW-cliënt, rekening houdend met mogelijke andere struikelblokken. Daarom wordt de cliënt zowel voor als tijdens de OCMW-tewerkstelling extra begeleid aan de hand van taallessen, aangepaste opleiding, vrijwilligerswerk, stages en werkervaring. Die inspanningen staan niet in de statistieken maar zorgen wel voor het echte succes van deze maatregel. Bovendien gebeurt activeren niet uitsluitend door betaalde loonarbeid te verschaffen. Betaalde loonarbeid is zeer zinvol om mensen te integreren in de samenleving, maar is voor een groep van OCMW-cliënten niet haalbaar. Ook zij hebben recht op integratiekansen, bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk. Wij pleiten er dan ook voor de financiële stimuli die OCMW’s thans ontvangen om mensen betaalde loonarbeid te laten verrichten, uit te breiden tot alle maatschappelijk zinvolle activiteiten die OCMW’s met hun cliënten opzetten. I

LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

Bladmanagement Jan Van Alsenoy Abonnementen VVSG-leden: 78 euro, vanaf 10 ex. 65 euro; niet-leden: 145 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures VVSG, Nicole Van Wichelen, T 02-211 55 43

Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, media@cprojects.be Hoofdredactie Marlies van Bouwel Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Eindredactie Marleen Capelle

Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Marlies van Bouwel, Bart Van Moerkerke Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist), Pol Despeghel (schilder) Vormgeving visueel denken (Gent)

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus

VVSG-bestuur Jef Gabriels, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

1 december 2008 LOKAAL 5


KORT LOKAAL NIEUWS

Ambtenaren schrijven graag De helft van de ambtenaren besteedt minder dan tien procent van zijn tijd aan het schrijven van teksten voor de burger (brieven, folders, webpagina’s). Slechts 15% besteedt daar meer dan de helft van zijn werktijd aan. Een aanzienlijk groter deel van het werk van ambtenaren gaat naar het schrijven van interne teksten (nota’s, verslagen, rapporten). Zo blijkt uit een enquête van de Nederlandse Taalunie.

G

Merkwaardig is dat ambtenaren hun eigen werk lager evalueren dan burgers.

STEFAN DEWICKERE

oed taalgebruik is een voorwaarde voor communicatie tussen burger en overheid. Daarom liet de Taalunie voor de publicatie van Taalpeil 2008, een jaarlijkse krant die in een grote oplage wordt verspreid, een publieksonderzoek uitvoeren bij burgers in Nederland, Vlaanderen en Suriname, gekoppeld aan een internetenquête die door 1716 (niet-geselecteerde) ambtenaren werd ingevuld. Op de vraag of ambtenaren van schrijven houden, antwoordt 57 % ‘ja’ en nog eens 16% ‘veel’. Toch vindt de gemiddelde ambtenaar schrijven niet gemakkelijk. 40% zou zelfs graag bijscholing volgen om beter te leren schrijven. Bijna de helft van de organisaties beschikt over een stijlboek met richtlijnen voor het schrijven van teksten, maar uit de enquête blijkt dat dat niet altijd wordt gebruikt. Heel kritisch Als ze het taalgebruik van hun eigen organisatie een cijfer moeten geven, ligt dat voor de meeste ambtenaren tussen 6 en 7 op 10. Slechts 15% van de ondervraagden geeft een 8

of meer. Ook voor klantvriendelijkheid geven ambtenaren de overheid niet veel meer dan een 6, en slechts 8% durft een 8 of meer te geven. Merkwaardig is dat ambtenaren hun eigen werk lager evalueren dan burgers. 38% van de ondervraagden in de publieksenquête vond de schriftelijke communicatie van de overheid ‘gemakkelijk’ te begrijpen, en nog eens 14% noemde ze zelfs ‘zeer gemakkelijk’. Ambtenaren beseffen dat hun teksten ingewikkeld kunnen zijn. Op de vraag ‘hoe denkt u dat burgers teksten van de overheid beoordelen?’ antwoordde 76% ‘ingewikkeld’, 44% ‘onpersoonlijk’, 42% ‘stijf’. Ook in deze kwestie is de burger milder. 53% zegt ‘onpersoonlijk’, 46% zegt ‘zakelijk’ en 42% ‘ingewikkeld’. Iets minder dan de helft van de overheidsorganisaties heeft een afdeling of een medewerker die teksten bewerkt voordat ze naar de drukpers gaan. In sommige gevallen doet een leidinggevende dat. De meeste ambtenaren zeggen er geen probleem mee te hebben als iemand ingrijpt in hun teksten. Ze zouden dat zelf ook in de teksten van hun collega’s doen, want de helft van de ambtenaren vindt in teksten van collega’s vaak woorden die ze beter niet zouden gebruiken. Marlies van Bouwel

Jan Swinnen volgt Hugo Vermeulen op als financieel beheerder van de stad Antwerpen.

Stoelendans

Jan Swinnen komt van het OCMW van Turnhout waar hij de functie van OCMW-ontvanger uitoefende. Daar wordt hij opgevolgd door het diensthoofd personeel en organisatie van het OCMW, Jo Van Krunkelsven. Om de nieuwtjes in de Belgische besturen op de voet te volgen abonneert u zich op Overheidscontact via www.overheidsdatabank.be.

6 LOKAAL 1 december 2008


PRINT & WEB

Hoe gaat het met mij? Een kindvolgsysteem voor onthaalouders Luka, dertien maanden, is blij als hij zijn onthaalouder Rita ziet. Na een afscheidskusje van papa kruipt hij onmiddellijk naar de andere kinderen en het speelgoed. Luka is tevreden, daar valt niet aan te twijfelen, maar zo duidelijk is dit niet altijd.

S

inds de start van het Samenwerkingsverband VVSG vzw - Diensten voor Onthaalouders groeide bij de dienstverantwoordelijken en de onthaalouders de vraag naar een instrument om het welbevinden en welzijn van de opvangkinderen te volgen. Daarom ontwikkelde de VVSG voor de diensten en kinderdagverblijven een volgboekje. Heen en weer Het volgboekje bestaat uit vier complementaire delen die alle nuttige en nodige informatie over het kind in de opvang samenvatten. In Goed om te weten staat de informatie die nodig is bij de start en in noodsituaties: de administratieve gegevens van het kind, maar ook de medische gegevens, het lievelingseten of de lievelingsknuffel. In crisissituaties is het handig dat de onthaalouder meteen de huisarts van het kindje kan bellen of de persoon die het komt ophalen als de ouders niet bereikbaar zijn. Het belangrijkste in het volgboekje zijn de Heen en weer-pagina’s: tegelijk een agenda en een dagboek. Uiteraard is het belangrijk dat ouders en onthaalouders of begeleiders elkaar bij de start en het einde van de opvang vertellen hoe de voorbije uren zijn verlopen, wat het kindje heeft gegeten en of het heeft gespeeld. Maar door de ochtenden avondspits is het ook bijzonder handig een paar dingen te noteren. Daarnaast luidt de kwaliteitsopdracht ook om kinderen maximale ontplooiingskansen te bieden, rekening houdend met de eigenheid en identiteit van elk kind. Het hoofdstuk Kijk eens wat ik al kan levert een ontwikkelingsschema dat uitnodigt om het kind op te volgen en optimale ontplooiingskansen te bieden.

Ook zit er in het volgboekje een meetinstrument dat het welbevinden van het kind nagaat. Het ‘kwaliteitsbeleid’ vereist immers dat een dienst voor onthaalouders op regelmatige wijze naar de tevredenheid van de kinderen peilt. Kinderen moeten zich, ook in de opvang en bij de onthaalouder, goed in hun vel kunnen voelen en een hoog welbevinden vertonen. Ontspannen kinderen die zich prettig voelen, leren meer, ontwikkelen gemakkelijker en kunnen beter met frustraties omgaan. Alleen al daarom is een hoog welbevinden in de kinderopvang belangrijk. Op proef Het volgboekje werd in het voorjaar getest bij ruim tachtig onthaalouders. De reacties waren positief. Het boekje kan op een creatieve manier gebruikt worden. Vaste onderdelen kunnen heel kort genoteerd worden, maar ouders en onthaalouders die graag schrijven, vinden daarvoor ook ruimte. Het volgboekje is zo handig en klein dat het in de verzorgingstas past. Bovendien is het losbladig, zodat het aangevuld kan worden indien dat nodig is. Lies Vernieuwe en Danielle Vervotte

ĂŽĂŽHet volgboekje is een uitgave van het Samenwerkingsverband VVSG vzw - Diensten voor onthaalouders. Het kan besteld worden bij de provinciale medewerkers of via info@vvsg.be en kost 3 euro voor de diensten of de kinderdagverblijven die lid zijn van de cel kinderopvang en/of samenwerkingsverband VVSG-DVO. Anderen betalen 5 euro.

’t Is hier veel ça va Via workshops in verschillende Vlaamse organisaties Bijzondere Jeugdzorg kregen jongeren die begeleid worden, de kans om hun leefwereld in beeld te brengen en te ‘kaderen’ aan de hand van digitale foto’s. In samenspraak met fotografe Lieve Blancquaert werden uit die workshops de creatiefste en mooiste foto’s geselecteerd. Zij zijn te bezichtigen in een interactieve en informatieve tentoonstelling die momenteel rondreist in Vlaanderen. Met het boek ’t Is hier veel ça va krijgt de ervaring van de jongeren in de Bijzondere Jeugdzorg een blijvende neerslag. De foto’s staan er naast hun getuigenissen en die van hun begeleiders, en naast korte toelichtingen over elk type jeugdzorgvoorziening. Dit boek gunt u een blik in de wereld van de jongeren en zorgt voor een realistisch en tegelijk genuanceerd beeld. ’t Is hier veel ça va: Een blik op de leefwereld van jongeren in de Bijzondere Jeugdzorg, uitgeverij Politeia, Brussel, 19,90 euro; zie ook www.osbj.be

20 jaar Open Monumentendag Imposante openbare gebouwen of verscholen privÊwoningen, we lopen ze vaak achteloos voorbij. Open Monumentendag biedt de bezoeker, de kijker en de lezer al 20 jaar lang de kans om deuren en vensters in Vlaanderen te openen en het verhaal achter de gevels van bijzondere gebouwen te ontdekken. Het boek 20 jaar Open Monumentendag: 20 monumenten van de 20ste eeuw doet de lezer stilstaan bij de bakens in de Vlaamse bouwgeschiedenis. Het plaatst markante gebouwen in de kijker die stuk voor stuk tekenend zijn voor de evolutie van ons stedelijk landschap en voor de behoeften van de samenleving tijdens de voorbije eeuw. De mooie foto’s van Stefan Dewickere laten de lezer binnenkijken en genieten van het lijnenspel in drie dimensies. 20 jaar Open Monumentendag Vlaanderen: 20 markante monumenten van de 20ste eeuw, uitgeverij Davidsfonds, Leuven, 29,95 euro

1 december 2008 LOKAAL 7


KORT LOKAAL NIEUWS

Distripost komt tegemoet aan vragen van de gemeenten Na de vele klachten van gemeenten maakte de VVSG het dossier ‘Meer geld voor minder dienstverlening’ over de huis-aan-huiszendingen zoals gemeentelijke magazines, bewonersbrieven, wegwijsgidsen en afvalkalenders. De nieuwe, veel duurdere tarieven en de soms Kafkaiaanse procedures waren de aanleiding. Na een eerste onderhandelingsronde is Distripost bereid om bij te sturen.

D

e onderhandelingen vonden plaats met manager ‘Public Affairs’ Walter Van Wolputte en projectmanager Distripost Jan Van Hee. Een belangrijke achtergrond is de reorganisatie van De Post de volgende vijf jaar. Hierdoor worden de ongeveer 500 uitreikingskantoren die er momenteel in België zijn, samengevoegd tot 128 uitreikingsplatformen. De loketfunctie blijft ongewijzigd: in elke Distripost schroeft de gemeente zal minstens één postkantoor tariefverhoging terug met loketfunctie zijn.

van 75 naar 20 %.

Tarieven verlaagd Distripost verhoogde in juli 2008 fors de tarieven. Voor een doorsnee gemeentelijk magazine van 75 tot 100 gram ging het om een verhoging van 75 procent, van 0,079 naar 0,138 euro. Distripost is nu bereid om de tariefverhoging te beperken tot 20 procent. De prijs voor datzelfde magazine wordt dan 0,095 euro per exemplaar. Een ander financieel aspect: alle lokale besturen worden als solvabel beschouwd en kunnen dus betalen via een factuur. De Post onderzoekt of ze de verplichting om een attest voor te leggen kan afschaffen. Vooraf betalen hoeft dus niet meer. Reserveringen langs internet Wanneer de gemeente bij het lokale postkantoor een bestelling plaatst, moest de medewerker persoonlijk deze bestelling aan het loket plaatsen. Een internettoepassing zal binnenkort deze ouderwetse en tijdrovende procedure vervangen. Het reserveren kan op het plaatselijke kantoor vanaf maximaal drie weken tot enkele dagen op voorhand. Als de gereserveerde datum vrij is, zal het drukwerk ook die dag bedeeld worden (op twee dagen voor niet

8 LOKAAL 1 december 2008

gestandaardiseerde zendingen zoals folders van meer dan 75 g). Wie eerst bestelt op een datum, wordt steeds bedeeld. Centraal reserveren bij het Service Centre kan ook waarbij een jaarplanning mogelijk wordt. Als de data bij reservatie nog vrij zijn, garandeert de Post dat het drukwerk op die data bedeeld wordt (op twee dagen voor niet-gestandaardiseerde zendingen van meer dan 75 g). Bij een centrale reservering moet nog steeds afgeleverd worden in een Masspost-center. De Post onderzoekt wel of ze ook lokale afgifte mogelijk kan maken. Een overeenkomst met Distripost is niet nodig maar kan natuurlijk wel en levert een financieel voordeel op vanaf 50.000 zendingen op jaarbasis. Brievenbussen herteld en aparte regeling voor huisvuilkalenders Tot 2006 maakten de postbodes een schatting van het aantal brievenbussen. Sinds midden 2008 is het beheer van het aantal brievenbussen gekoppeld aan het programma ROMA (Round Management) waarbij geo-analisten een nieuwe telling op het terrein hebben gedaan die de postbodes regelmatig overdoen. De grote klacht is dat het aantal brievenbussen fors is toegenomen. De VVSG heeft nu de namen doorgegeven van de besturen die klagen over een sterk verhoogd aantal en die een overschot van drukwerk hebben na de bedeling. De Post onderzoekt of het aantal klopt. Een aparte afspraak tussen De Post en Interafval, de koepel van de afvalintercommunales en de VVSG, kwam uit de bus voor de bedeling van de afvalkalenders. Bijzondere zendingen Losse folders in het infomagazine kunnen nu wel. De zending is echter

niet-gestandaardiseerd waardoor een supplement van 0,012 euro nodig is. Voor vaste katernen van een ander formaat in het infoblad (bijvoorbeeld voor de jeugd) geldt de regel: als het vastzit en de zending stapelbaar is, blijft het geheel een gestandaardiseerde zending. Bewonersbrieven voor een select aantal straten kunnen in principe niet meer. Een bedeling geldt voor de volledige ronde van de postbode, zegt De Post die als (duur) alternatief een geadresseerde zending voorstelt. De VVSG en de gemeenten blijven een uitzondering vragen, zoals voor overlijdensberichten of de nieuwe regeling voor afvalkalenders. Betere communicatie op komst De Post verontschuldigt zich voor de soms gebrekkige communicatie bij de invoering van het nieuwe systeem en de soms gebrekkige werking van het Service Centre. Distripost stuurt de dienstverlening op korte termijn bij met extra opleiding en mensen. De (regionale) accountmanager is het aanspreekpunt in de regio voor informatie, voor klachten en als er onderhandeld moet worden. De Post bezorgt de VVSG en de lokale besturen een lijst van accountmanagers met aanduiding van de gemeente. Ceo Johnny Thijs stuurt een brief naar alle colleges waarin hij de reorganisatie van De Post toelicht en in hoofdlijnen ingaat op de moeilijkheden met Distripost. De Distripost-directeur Jan Van Hee stuurt een brief naar de communicatiemedewerkers waarin hij precies ingaat op de verschillende aspecten en de voorgestelde verbeterpunten van de huis-aan-huisbedeling. Nu maar hopen dat er op korte termijn verbeteringen op het terrein plaatsvinden. Midden december maakt de VVSG een evaluatie. Jan van Alsenoy ÎÎConcrete klachten van lokale besturen: Walter Van Wolputte, Muntcentrum, 1000 Brussel, walter.vanwolputte@post.be.


PRINT & WEB

Interculturalisering en ouderenzorg

Lokale besturen werken aan etnisch-culturele diversiteit De VVSG is op zoek naar inspirerende praktijkvoorbeelden van gemeenten, steden en OCMW’s die hun beleid en dienstverlening afstemmen op etnisch-culturele diversiteit. Een selectie van praktijkvoorbeelden wordt opgenomen op de website en in de publicaties van de VVSG met als doel lokale besturen te stimuleren op een transversale en structurele manier een diversiteitsbeleid te voeren. ÎÎ

Vraag het invulformulier aan bij lucy.vereertbrugghen@vvsg.be

Budget 2009 is groen ‘De besturen worden verzocht de documenten van het budget samen te bundelen in een kaft van groene kleur.’ Zo staat het letterlijk in de onderrichtingen voor de budgetten die de West-Vlaamse gouverneur op 26 september 2008 naar de gemeenten stuurde. Voor zover we konden nagaan, hebben de andere provinciegouverneurs niet de gewoonte om naast de omzendbrief van de bevoegde minister, nog eens aanvullende budgetrichtlijnen te versturen. Deze praktijk kan trouwens echt niet door de beugel, want het toezicht op de gemeenten is een Vlaamse bevoegdheid, met de gouverneurs als commissarissen van de Vlaamse regering.  Het wordt tijd dat de Vlaamse overheid paal en perk stelt aan dit soort aparte initiatieven van haar eigen afdelingen in de provinciehoofdsteden. Jan Leroy

In Vlaanderen raakten in 2007 in totaal 42.631 mensen gewond bij een ongeval, het overgrote deel maar licht, gelukkig maar! In Herstappe, Bever en Spiere-Helkijn waren er minder dan tien,

in Antwerpen en Gent meer dan tweeduizend. Bekijken we het aantal gewonden per tien kilometer weg, dan zijn er gemiddeld in Vlaanderen zeven letselongevallen per tien kilometer. Antwerpen, Aartselaar, Gent, Boom, Edegem en Wijnegem hebben meer dan twintig ongevallen met letsel per tien kilometer weg. Heers, Horebeke, Linter, Voeren, Spiere-Helkijn, Bever en Herstappe tellen minder dan ĂŠĂŠn letselongeval per tien kilometer. Wilt u alles weten over de situatie in uw eigen gemeente, kijk dan op

www.lokalestatistieken.be.

Wegwijs in het interculturaliseringsaanbod voor ouderenzorg in Oost-Vlaanderen, uitgave provinciebestuur Oost-Vlaanderen, www.oost-vlaanderen.be

Leven in ’t stad: vijf jaar stadsprojecten in Antwerpen

ĂŽĂŽIn Lokale Raad op pagina 23 leest u hoe het bestuurlijke toezicht op het budget en de budgetwijzigingen normaal moet verlopen.

7/10

De ‘gastarbeiders’ van vroeger worden oud, maar vinden moeilijk de weg naar de dienst- en zorgvoorzieningen voor ouderen. Bovendien hebben ze soms andere wensen en verwachtingen over hulp op de oude dag. Maar ook bij autochtone senioren neemt de variĂŤteit aan leefstijlen en verwachtingen toe. De ouderensector heeft er dus alle belang bij zich voor te bereiden op de diversiteit van de toekomst. Interculturalisering moet leiden naar een kwalitatief goede hulpverlening voor alle cliĂŤnten, ongeacht hun etnisch-culturele achtergrond. Het provinciebestuur Oost-Vlaanderen ontwikkelde daarom de brochure Wegwijs in het interculturaliseringsaanbod voor ouderenzorg in Oost-Vlaanderen voor professionelen uit de dienst- en zorgverlening voor ouderen. De publicatie is gratis en downloadbaar via www.oost-vlaanderen.be

Naar aanleiding van zijn vijfjarig bestaan gaf AG Vespa, het autonome gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten van de stad Antwerpen, het lustrumboek Leven in ’t stad uit. Samen met het Jaarverslag 2007 van AG Vespa presenteert het boek zowel een terugblik als een vooruitblik op het vlak van onder meer stadsprojecten, gronden pandenbeleid, architecturale kwaliteit, publiek-private samenwerkingen, beheer van het stadspatrimonium en buurtontwikkeling te Antwerpen. De publicatie bundelt teksten, interviews en mijmeringen van ervaringsdeskundigen over stadsontwikkeling. Ze werd rijkelijk geïllustreerd met mooie foto’s. Leven in ’t stad: vijf jaar stadsprojecten in Antwerpen, uitgave AG Vespa, Antwerpen, www.agvespa.be

1 december 2008 LOKAAL 9


PERSPIRAAT

KORT LOKAAL NIEUWS

“ De Vlaamse regering moét

niet beslissen over de balorige Franstalige burgemeesters van de Vlaamse gemeenten rond Brussel, dat staat nergens in het gemeentedecreet. En haar beslissing is niet beperkt tot ja of nee, ze kan ook de gemeente vragen een andere kandidaat voor te dragen. Meermaals? Ja! Paul Van Orshoven, professor publiek recht (KULeuven) – De Standaard 14/11

“ Als er iets is dat ik in mijn com-

municatiecarrière heb geleerd, dan is het wel dat álles recht te trekken valt. Communicatieadviseur Noël Slangen, naar aanleiding van de stopzetting van de samenwerking tussen zijn Groep C en de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel en zijn aftreden als Open VLDdirecteur – De Morgen 13/11

“ Al eerder heb ik ervoor gepleit

dat de federale overheid zijn financiering van het grootstedenbeleid zou stopzetten én dat de Vlaamse regering deze uitgaven zou overnemen. De federale overheid moet zo niet langer geld dat zij niet heeft, uitgeven aan zaken waarvoor zij feitelijk niet bevoegd is. Vlaams minister voor grootstedenbeleid Marino Keulen (Open VLD) in een open brief aan zijn federale collega Marie Arena (PS) – De Standaard 4/11

“ In Londen neem je het openbaar

vervoer om naar je werk te gaan. Daar zijn er meer lijnen en is de frequentie hoger. In zo’n geval gaan de mensen hun weg vinden naar de bus. Het moet er hier ook van komen dat je de switch maakt van de auto naar de bus. Saskia Schatteman, directeur marketing en communicatie van De Lijn, en Marketeer van het Jaar 2008 – Trends 13/11

De stad is de bevestiging van de creativiteit van de mens. Een stad is iets miraculeus, dat geeft mij heel veel voeding. Antwerps volkszanger en kunstenaar Wannes Van de Velde, overleden op 10 november – De Morgen 12/11

10 LOKAAL 1 december 2008

Busbezoek voorkomt vallen Op 9 december pakt het Antwerpse Provinciaal Veiligheidsinstituut (PVI) uit met een sensibilisatiecampagne over vallen. Met een tentoonstelling en een speciale Valbus wil het PVI valincidenten en valongevallen onder de aandacht brengen. Gemeenten kunnen deze campagnebus huren.

D

e campagne maakt jong en oud bewust van valrisico’s en de mogelijke gevolgen van een valpartij. Bovendien toont ze allerlei maatregelen die je kunt nemen om vallen thuis en in de publieke omgeving te voorkomen. Specialisten van onder meer het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, het Rode Kruis en de Katholieke Universiteit Leuven werken aan deze campagne mee. Ze zijn er allemaal van overtuigd dat het aantal valongevallen zal dalen door de veiligheid te verhogen. De valbus is een mobiele campagnebus voor 55-plussers. Door de verhalen van Fientje, Maria, Frans, Marcel en Louisa kom je als bezoeker alles te weten over vallen, valgevaar en valpreventie. Ook zijn er tests om je eigen risico te toetsen op acht valfactoren: zicht, medicatie, evenwicht en mobiliteit, voeten en schoeisel, omgeving en gedrag, valangst, duizelen en osteoporose. Bovendien krijg je tips om valvrij door het leven te gaan. Voor extra tekst en uitleg is er een begeleider op de bus. Het busbezoek neemt een half uur tot een uur in beslag. Als afsluiter is er nog een kopje koffie. Van 9 december 2008 tot eind november 2010 kunnen gemeenten en organisaties deze valbus huren, hij wordt met begeleider op een standplaats afgeleverd. Na reservatie ontvangt de aanvrager een draaiboek en promotiemateriaal. Natuurlijk kan de gemeente nog meer mensen aantrekken door zelf randactiviteiten te organiseren. Het PVI biedt kant-en-klare pakketten aan zoals de sessie Omgeving of Beweging uit de BOEBS-vorming van het Rode Kruis Vlaanderen. Het VIG heeft in samenwer-

king met Consument & Veiligheid en de LOGO’s het ganzenbordspel Huisje Weltevree met vragen en bewegingsoefeningen ontwikkeld. In het draaiboek legt het PVI uit hoe u een knelpuntenwandeling via een uitgestippelde wandelroute kunt organiseren waarbij de bewoners de valrisico’s in hun eigen omgeving ontdekken.

De huurprijs van de valbus varieert naar gelang van het aantal gehuurde dagen, 1 dag kost 300 euro, 5 dagen dag 750 euro. Gemeenten en organisaties buiten de provincie Antwerpen betalen ook transportkosten (0,5 euro per kilometer). Inge Ruiters

ÎÎgert.vandaele@pvi.provant.be, www.provant.be/pvi, reservaties op T 03-203 42 00 of bestellingen@pvi.provant.be


JOHAN ACKAERT column

VVSG in de kijker in Straatsburg

V

an 15 tot 17 november vond in Straatsburg de vierde editie van de Europese Ontwikkelingsdagen plaats. Meer dan 3000 deelnemers uit Europa en ver daarbuiten woonden debatten, lezingen, workshops bij: de rol van lokale besturen stond centraal. De VVSG was samen met enkele Vlaamse lokale besturen aanwezig en merkte op dat zowel de private als de publieke sector ruim vertegenwoordigd waren. De stand van de VVSG werd druk bezocht door lokale besturen in het Zuiden die nog op zoek zijn naar een zusterstad in het Noorden. Het betekende een stap vooruit dat alle betrokkenen op het werkveld elkaar in Straatsburg konden vinden. De VVSG-stand kreeg op maandagvoormiddag ook het bezoek van minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel. De European Development Days waren tegelijk het geschikte moment om verschillende initiatieven te lanceren. Zo hield CEMR (onze koepel van Europese gemeenteverenigingen) de startvergadering van het platform dat zij oprichtten ter versterking van hun lobby-functie bij de Europese Commissie en werd het mondiale luik van de CEMR twinning website officieel gelanceerd. De Europese Commissie van haar kant pakte uit met het Europees Charter voor gedecentraliseerde samenwerking.

De politiek is terug (bis) Vorige maand juichten we over de blijde (her)intrede van de politiek als ordezoekend instrument in de samenleving in het algemeen en de financiële markten in het bijzonder. Over de duurzaamheid van dit succes zullen politicologen, bestuurskundigen en economen zich naar goede gewoonte later buigen, maar nu al werkt het aanstekelijk op de rest van het politieke establishment. Ogenschijnlijk groeit het besef dat het overwinnen van de Geldmuur niet volstaat om de ideale samenleving en dito mens te scheppen. Daar is veel meer voor nodig. Sommige waarnemers vergelijken de huidige toestand dan ook met het moment waarop Mao de Culturele Revolutie ontketende om voor eens en altijd de overwinning op het kapitalisme te consolideren (en zijn rivalen te liquideren). Niet toevallig dus dat vandaag de brede culturele sector in het vizier komt, zoals uit de volgende feiten moge blijken. Het eerste incident was de lamentabele communicatie van het VRT-management over een kookprogramma waarin zowel Hitler als een forel vermenselijkt wordt. Pas onder druk van de raad van bestuur en na een subtiele kapitteling door de Vlaamse regering voerde het VRT-management dit programma af. ‘Yes we can!’ moet de Vlaams-Brabantse provinciegouverneur op hetzelfde moment hebben gedacht, en hij opende prompt het vuur op het VRT-paradepaardje Witse. Gewone mensen zoals u en ik zijn al blij als ze er tijdens deze tv-reeks na tien minuten in slagen de Whodunit te identificeren maar sluiten daarbij wel de ogen voor maatschappelijk zeer relevante details. Dit is niet het geval bij superieure geesten zoals onze provinciegouverneurs. Niets ontgaat hun, zelfs geen losse gordel in een politiewagen. Wat de VRT dan ook

het verwijt opleverde dat ze ook met deze reeks burgers aanzet tot incivisme. Het is nu wachten op de eerste burgemeester die de doortocht van de Ronde van Vlaanderen in zijn gemeente verbiedt wegens aanzetten tot cocaïnegebruik of op de minister van Justitie die het gebruik van fotoshopsoftware bestraft wegens aanzetten tot het verspreiden van pornografische afbeeldingen. Goed, het is allicht overdreven denkschema’s ontleend aan Mao Zedong of Antonio Gramsci te hanteren om de verhouding tussen economie, politiek en cultuur te duiden. Toch ontwaren we een rode draad tussen het Fortis-drama, de forel van Hitler en Witse: het einde van het blinde geloof in de managerial revolution zoals de Amerikaanse politieke theoreticus James Burnham deze in het midden van de Tweede Wereldoorlog aankondigde. In essentie kwam deze theorie neer op de ontkoppeling tussen de eigenaars en het management van ondernemingen (waaronder Burnham ook de openbare besturen verstond). Simpel uitgedrukt: ‘Beloon het management meer dan voldoende, bemoei er u als eigenaar niet te veel mee en alles loopt vanzelf in kannen en kruiken.’ De financiële en bestuurlijke Apollo XIIInachtmerries van de voorbije maanden tonen aan welke risico’s aan die loskoppeling verbonden zijn en hoe hoog de kostprijs kan oplopen bij het falen van ongecontroleerd management. Dit is dan wel mooi meegenomen voor diegenen die zich in onze gemeentehuizen terughoudend opstellen tegenover de door het gemeentedecreet geboden delegatiemogelijkheden naar het ambtelijke management vanwege de politieke component. Zij beschikken voortaan over een extra argument. Ook dit behoort tot de bestuurlijke fall-out van de financiële crisis. I

Christophe Ramont en Anne Geens ÎÎEudevdays.eu

1 december 2008 LOKAAL 11


STEFAN DEWICKERE

Dirk de Vetter en Ilse Weynants: ‘Op het Wase overleg bleek dat de bestaande personeelsstatuten van Zwijndrecht heel nauw aansloten bij die van Stekene en dus zijn we met zijn tweeën verder gegaan dan de grote lijnen.’


ORGANISATIE INterview Ilse Weynants en Dirk de Vetter

Rechtspositiebesluit stimuleert modern HR-beleid Tegen 1 januari moeten de gemeenten heikele punten als het salaris van hun personeel, de vergoeding van overuren, het verlof of de evaluatie van hun medewerkers vastleggen in een nieuwe rechtspositieregeling. Zwijndrecht heeft zijn huiswerk af, Stekene is nagenoeg klaar. De gemeentesecretarissen Ilse Weynants en Dirk de Vetter zijn het erover eens: ‘Het vroeg veel werk, maar met de nieuwe regeling kunnen we een belangrijke stap zetten naar een modern HR-beleid.’

S

ommige gemeenten zijn klaar met hun rechtspositieregeling, vele andere ronden het werk de komende weken af. Elke gemeente moet immers tegen 1 januari 2009 het Vlaamse rechtspositiebesluit, dat eind 2007 in het Belgisch Staatsblad verscheen, verwerken in de rechtspositieregeling voor haar personeel. Een zware opdracht, niet enkel omdat het Vlaamse besluit een hele turf is, maar vooral omdat de zaken die geregeld moeten worden zeer gevoelige materie zijn. De personeelsformatie van de gemeente, de aanwerving, de evaluatie en de bevordering van de personeelsleden, het salaris, de verloven en afwezigheden, het zijn stuk voor stuk onderwerpen waarover de voorbije maanden grondig werd gediscussieerd met de vakbonden. In Zwijndrecht keurde de gemeenteraad de rechtspositieregeling al op 6 november goed. Op 1 december heeft de gemeente een afspraak bij de provincie om het document toe te lichten. In Stekene stond de rechtspositieregeling op de agenda van de gemeenteraad van 25 november. Beide gemeenten hebben het voorbije jaar heel nauw met elkaar samengewerkt om het traject tot een goed einde te brengen. ‘De secretarissen van de gemeenten in het Waasland kwamen regelmatig samen om de grote lijnen van de nieuwe rechtspositieregeling te bespreken,’ zegt Dirk de Vetter, gemeentesecretaris van Stekene. ‘Wij behoren dan wel tot Antwerpen maar toch sloten we aan bij het Wase overleg,’ vult de Zwijndrechtse gemeentesecretaris Ilse Weynants aan. ‘Daar bleek dat onze bestaande personeelsstatuten heel nauw aansloten bij die van Stekene en dus zijn we met zijn tweeën verder gegaan dan de

Bart Van Moerkerke

grote lijnen. We hebben de hele rechtspositieregeling tot in detail doorgenomen samen met beide personeelsdiensten. Zonder dat het eindresultaat voor beide gemeenten identiek is, want we vullen bepaalde punten op onze eigen manier in.’ In het Wase overleg kwamen de grote lijnen aan bod. Welke lijnen zijn dat? Dirk de Vetter: ‘Het eerste punt is dat we de nieuwe rechtspositieregeling zo dicht mogelijk willen laten aansluiten bij de bestaande personeelsstatuten. We nemen dus twee documenten als basis voor de nieuwe regeling: het Vlaamse rechtspositiebesluit en de bestaande statuten. Daarnaast moet het resultaat van ons werk een eenvoudig en duidelijk document zijn dat alle bestaande statuten bundelt. Zeer belangrijk is ook dat is afgesproken dat de nieuwe regeling voor de personeelsleden minstens even gunstig moet zijn als de vroegere, in de mate dat het Vlaamse besluit dat toelaat. En ten slotte is ook de financiële haalbaarheid voor de gemeente cruciaal. Op basis van die grote lijnen hebben we geprobeerd de rechtspositieregelingen van de Wase gemeenten op elkaar af te stemmen. Maar omdat iedereen vertrekt van de huidige statuten zijn er natuurlijk nog verschillen.’ Hoe verliep het overleg met de vakbonden? Dirk de Vetter: ‘Wij zaten drie dagen samen met de vakbonden. Uiteraard was er veel discussie over gevoelige punten als de verlofregeling, het evaluatiesysteem, de overuren, maar we hebben zeer constructief samengewerkt.’ 1 december 2008 LOKAAL 13


ORGANISATIE INterview Ilse Weynants en Dirk de Vetter

bepalen op basis van welke competenties en prestaties we zullen evalueren. Anders vrees ik een onophoudelijke stroom van beroepsprocedures van mensen die zich tekortgedaan voelen.’

Laten we de evaluatie van het personeel even bekijken. Verandert er in uw bestuur veel? Ilse Weynants: ‘In Zwijndrecht bestond de tweejaarlijkse evaluatie van personeelsleden al. Nieuw is dat twee ongunstige evaluaties aanleiding kunnen geven tot ontslag. We zullen het evaluatieformulier wat aanpassen, maar de grote verandering volgt in 2010 wanneer we met competentiemanagement van start willen gaan.’

Dirk de Vetter: ‘Ik besef maar al te goed dat ik een risico neem door mijn nek uit te steken. Ik kan op mijn bek gaan. Maar ik doe het voor de voorbeeldmedewerkers, ik wil met de toelage meer dynamiek brengen in de organisatie. De kans bestaat dat we fouten maken. Maar stel dat vijf procent de toelage ten onrechte krijgen, dan zijn er nog altijd 95 procent die krijgen wat ze verdienen. En ik zal uiteraard niet alleen beoordelen of prestaties uitstekend zijn. Als een diensthoofd een voorstel doet, dan zullen we daarover praten op het managementteam.’

Hoe gaat u om met de mogelijkheid om uitstekend presterende medewerkers te belonen met een functioneringstoelage en leden van het managementteam met een managementtoelage? Ilse Weynants: ‘Pas als we naar competentiemanagement gaan, zullen we daar de functionerings- en eventueel de managementtoelage aan koppelen. Dat betekent dat de toelage pas na de evaluatie van het personeel in 2012 voor het eerst uitgekeerd kan worden. Het zal dus aan het volgende bestuur zijn om daarover te beslissen.’ Dirk de Vetter: ‘Wij gaan er wel voor. Kijk, nu wordt misschien één procent van de personeelsleden ongunstig beoordeeld, 99 procent gunstig. Daar zitten mensen bij die hun werk doen zoals gevraagd maar er zitten ook tien procent voortrekkers bij, medewerkers die een voorbeeldfunctie hebben en hun dienst of afdeling trekken. Als we die mensen niet kunnen belonen, blijft de organisatie stilstaan.’

STEFAN DEWICKERE

Ilse Weynants: ‘Wij hadden eerst informeel overleg met de vakbondssecretarissen en zaten in een latere fase nog eens twee halve dagen bij elkaar voor de officiële onderhandelingen.’

Ilse Weynants: ‘Wij tellen alle jaren ervaring in de privésector geldelijk mee. We doen dat om qua loon de concurrentie

Wat gebeurt er bij een ongunstige evaluatie? Dirk de Vetter: ‘Bij een beoordeling “onvoldoende” of “geheel onvoldoende” wordt iemand geblokkeerd in zijn schaalanciënniteit. Maar hij krijgt nog een kans, er is voorzien in coaching en een nieuwe tussentijdse evaluatie. Is er na een jaar nog geen beterschap, dan kan de secretaris aan het college voorstellen de medewerker te ontslaan wegens beroepsongeschiktheid. Bij een ongunstige beoordeling kan een personeelslid in beroep gaan bij een commissie die voor de helft is samengesteld uit gemeentelijke personeelsleden en voor de helft uit externen. Dat alles zal een gigantische workflow en werkdruk met zich meebrengen.’

Ilse Weynants: ‘Dat is ook mijn vrees. Als tot nu toe iemand ongunstig werd beoordeeld, geop de arbeidsmarkt aan te beurde er niets en was het voor die persoon ook niet nodig om in beroep te gaan. Nu zal dat wel kunnen gaan.’ gebeuren. Ik hoop dat dit voor de diensthoofden Hoe wilt u die personeelsleden belonen? geen aanleiding zal zijn om geen ongunstig oorDirk de Vetter: ‘Met een financiële vergoeding die maximaal vijf deel uit te spreken over een personeelslid dat niet naar behoren procent van het geïndexeerde brutosalaris mag bedragen, zoals functioneert.’ Vlaanderen heeft vastgelegd. We willen de evaluatie niet koppelen aan een versnelling of een vertraging van de schaal- of gelGrijpt u het Vlaamse rechtspositiebesluit aan om de werving en de delijke anciënniteit, omdat dit te complex zou worden voor onze selectie van personeel te moderniseren? personeelsdienst.’ Dirk de Vetter: ‘Zwijndrecht en Stekene hebben al een vrij modern systeem. Statutairen en contractanten worden bij ons al tien jaar Ilse Weynants: ‘Wij hebben wel de intentie om na 2010 met een op dezelfde manier aangeworven, via dezelfde selectieproeven, versnelling of een vertraging van de loopbaan te werken, maar met dezelfde toelatingsvoorwaarden. Onze aanwerving is al voor daarover moet nog worden onderhandeld met de vakbonden. In een stuk uitbesteed.’ afwachting van het competentiemanagement heeft het bestuur er zich toe geëngageerd een kaderwijziging door te voeren zodat Ilse Weynants: ‘Voor de A-niveaus werken we samen met Jobpunt goede krachten sneller kunnen opklimmen in de organisatie.’ Vlaanderen. Voor de niveaus B tot C4-C5 organiseert een extern bureau psychotechnische proeven. In de selectiecommissie neHoe bepaalt u of iemand uitstekend presteert? men externen een derde van de zitjes in. We moeten dus niet heel Dirk de Vetter: ‘We willen dat pragmatisch aanpakken, niet door veel stappen meer zetten in de nieuwe regeling. Wat wel nieuw te werken met allerlei wetenschappelijke modellen. Er zal geëvais – maar dat is een collegebeslissing die losstaat van de rechtslueerd worden op punten als de competenties van de medewerker, positieregeling – is dat ik als secretaris tijdelijke en vervangende houding, de resultaten en prestaties die worden voorgelegd, de de medewerkers met een contract van maximaal twee jaar mag mate waarin vaardigheden worden versterkt door vorming.’ aanwerven, uiteraard nadat zij de selectieprocedure doorliepen. Het college heeft die bevoegdheid aan mij gedelegeerd zodat we Ilse Weynants: ‘Ik sta volledig achter het principe van het belosneller op wijzigende omstandigheden qua personeelsbehoefte nen van mensen die erbovenuit steken maar ik wil eerst duidelijk kunnen inspelen.’ 14 LOKAAL 1 december 2008


Telt u de relevante beroepservaring van kandidaten in de privésector mee voor de anciënniteit? Ilse Weynants: ‘Wij tellen alle jaren ervaring geldelijk mee. We moeten dat doen om qua loon de concurrentie op de arbeidsmarkt aan te kunnen gaan.’

De regeling voor de overuren is een heikel punt. Hoe heeft u die aangepakt? Dirk de Vetter: ‘Op dat vlak moet het personeel wat inboeten, daar konden we door het Vlaamse besluit niet omheen. Voor de uren gepresteerd tussen 6 en 22 uur geldt dat die gewoon aan honderd procent vergoed worden. Vroeger was er tussen 17 en 22 uur een extra vergoeding van 25 procent of 25 procent extra inhaalrust. Dat kan nu niet meer. We hebben wel verkregen – hoewel het in het Vlaamse besluit niet verplicht zo opgenomen was – dat voor overuren na 22 uur en op zaterdag en zondag een bijkomende vergoeding van 25 procent mogelijk is. Heel belangrijk voor alle overuren, zowel ’s nachts als in het weekend, is dat de inhaalrust aangevraagd moet worden. Doet het personeelslid dat niet, dan zijn de overuren na vier maanden onherroepelijk verloren. Dat is de afspraak die we maakten met de vakbonden.’

Heeft de gemeente over de nieuwe rechtspositieregeling gecommuniceerd met het personeel? Ilse Weynants: ‘Alle vakbonden hielden een personeelsvergadering, de personeelsleden zijn dus al minstens deels op de hoogte. Op 3 en 4 december geven we twee volle dagen toelichting aan het personeel. Het diensthoofd Personeel, de vormingsambtenaar en ik zullen enkele delen van de regeling toelichten, bijvoorbeeld over het verlof, de overuren, de evaluatie. Mensen zullen de mogelijkheid krijgen vragen te stellen, ook over hun persoonlijke situatie. We zullen hun op voorhand een presentatie bezorgen zodat ze zich kunnen voorbereiden.’

STEFAN DEWICKERE

Dirk de Vetter: ‘Wij nemen maximaal twaalf jaar mee voor de geldelijke anciënniteit en vier jaar voor de schaalanciënniteit. Dat gebeurt op basis van documenten die de kandidaat kan voorleggen uit de privésector. Voor iemand die zelfstandige was, is die bewijskracht doorgaans niet zo eenvoudig. De vakbonden hadden het daar moeilijk mee maar we zijn hen niet gevolgd. Het bestuur moet de voorgelegde bewijzen beoordelen.’

betekent dat de kloof tussen het loon van iemand op het niveau A4-A5 en de secretaris heel klein zal worden. Ik verwacht dat dit tot irritatie zal leiden bij de federatie van secretarissen.’

Dirk de Vetter: ‘Ik besef maar al te goed dat ik een risico neem met de functioneringstoelage. Ik kan op mijn bek gaan. Maar ik doe het voor de

Dirk de Vetter: ‘Ook in Stekene hebben de vakbonden de regeling al getoetst bij het personeel. Wij zullen voor Nieuwjaar communiceren over alles wat op 1 januari van kracht wordt: het verlof, de overuren. Na Nieuwjaar zullen we het hebben over bijvoorbeeld de evaluatie omdat die toch pas voor het eerst in januari 2011 plaatsvindt.’ Hoe evalueert u het Vlaamse rechtspositiebesluit globaal? Is het een stap vooruit? Ilse Weynants: ‘Ja, dat vind ik wel. Het geheel is transparanter geworden. De regelingen voor statutairen en contractanten zijn nog meer op elkaar afgestemd. In plaats van vijftien soorten verlof is er nu maar één meer.’

Dirk de Vetter: ‘Het besluit biedt ons de mogelijkheid het lokale bestuur te activeren op het vlak van HR-beleid, dat is zijn grote meerwaarde. Het gemeentedecreet heeft de positie van de secretaris verrijkt, nu is er het rechtspositiebesluit. De volgende stap kondigt zich al aan. Jarenlang zijn onder Vlaamse impuls alle lijnfuncties uitgebouwd: cultuur, jeugd, sport, noem maar op. Daar is personeel bijgekomen. Natuurlijk genereert dat extra werk voor de ondersteunende diensten zoals personeel, ICT, beleidscoördinatie en financiën. Aan de top van die diensten kwam er geen volk bij. Er moet nu dringend geïnvesteerd worden in die staffuncties.’

voorbeeldmedewerkers.’

Ilse Weynants: ‘Bij ons is het aantal overuren in het verleden uit de hand gelopen, we zullen daar nu veel strenger op toezien. Elke medewerker zal aan mij de toestemming moeten vragen om overuren te presteren. Een andere belangrijke wijziging is dat het nieuwe systeem van de overuren nu ook geldt voor de A-niveaus, zij kunnen dus ook hun overuren uitbetaald krijgen als ze ze buiten hun wil om niet binnen vier maanden kunnen opnemen.’ Dirk de Vetter: ‘Een gemeente rekent erop dat iemand op A-niveau zeer flexibel is en heel wat uren werkt. Dat betekent dat die mensen veel overuren uitbetaald zullen krijgen. Dat is geheel terecht. De secretaris is echter uitgesloten van elke overuurregeling. Dat

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Handboeken personeel De Personeelscodex is een onmisbaar instrument voor lokale besturen. Het boek bevat alle actuele wet- en regelgeving die van toepassing is op het personeel. Het is losbladig en kan dus steeds worden bijgewerkt wanneer er aanpassingen zijn in de wetgeving. Personeel en Organisatie gaat in op de rol en verantwoordelijkheden van de lokale en provinciale besturen als werkgever, met aandacht voor managementteams, diversiteit en onthaalbeleid. Bij elk van de boeken hoort een cd-rom, die ook regelmatig geactualiseerd wordt. De handboeken werden geschreven door Marijke De Lange en Katleen Janssens met Inforum en Schaubroeck, en kosten samen 119 euro voor VVSG-leden en 249 euro voor niet-leden (prijzen inclusief btw, exclusief verzendkosten).

1 december 2008 LOKAAL 15


DANIËL GEERAERTS

ORGANISATIE FINANCIËN

Steden krijgen een compensatie voor hun centrumfunctie, voor de kosten die ze op zich nemen voor diensten die ook niet-inwoners genieten.

Nieuw Gemeentefonds al van kracht in Wallonië Het huidige Vlaamse Gemeentefonds dateert van 2002, voor 2009 staat er een hervorming op het programma. Bij onze zuiderburen is die al doorgevoerd. Olivier Dubois

O

p 15 juli 2008 keurde het Waalse parlement het decreet op de hervorming van het Gemeentefonds goed. De vorige versie dateerde al van 1989. Het nieuwe Gemeentefonds heeft betrekking op 253 van de 262 Waalse gemeenten. De gemeenten van de Duitstalige Gemeenschap volgen een eigen regeling. Het oude Waalse Gemeentefonds was ongeveer 930 miljoen euro groot. Eén derde van dat geld ging naar de steden Charleroi en Luik. Het saldo bestond voor 85% uit een hoofddotatie die vooral verdeeld werd op basis van de bevolkingsgrootte en de fiscale draagkracht. Voor de overige 15% golden criteria zoals wegennet, eigen brandweerdienst, armoede en aanwezigheid van onderwijsinstellingen. De nieuwe regeling wordt al meteen van kracht in 2008. Dat impliceert ook budgetwijzigingen voor de gemeenten. Het nieuwe Gemeentefonds stapt af van de indeling van de gemeenten in categorieën. De verdeling gebeurt voortaan op basis van vijf criteria. 16 LOKAAL 1 december 2008

Verdeling volgens vijf criteria Het eerste criterium heeft een gewicht van 30% en is bedoeld als herverdeling tussen fiscaal arme en rijke gemeenten. Dat gebeurt op basis van de aanvullende

ners genieten. De verdeling van dit deel van het Gemeentefonds gebeurt op basis van een wiskundige formule die de universiteit van Bergen-Henegouwen ontwikkelde. Deze formule berekent voor elke gemeente een theoretisch kostenbedrag, gebaseerd op het aantal inwoners (als indirecte aanwijzing voor de centrumfunctie). De Waalse regering heeft beslist om ook hier rekening te houden met de aanslagvoeten van de aanvullende

Het Waalse Gemeentefonds stapt af van de indeling van de gemeenten in categorieën. De verdeling gebeurt voortaan op basis van vijf criteria. personenbelasting (voor 22%) en de opcentiemen op de onroerende voorheffing (8%). De verdeling zelf houdt niet alleen rekening met de fiscale draagkracht, maar ook met de aanslagvoeten die de gemeente hanteert. Naar het tweede criterium gaat 53% van de middelen. Het is bedoeld als compensatie voor de centrumfunctie, voor de kosten die sommige gemeenten op zich nemen voor diensten die ook niet-inwo-

personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Het derde criterium is goed voor 7% van de middelen en is gebaseerd op de gemeentelijke inspanningen voor sociale huisvesting. Het vierde criterium (5,5%) bevoordeelt gemeenten met een lage bevolkingsdichtheid. Het laatste (4,5%) houdt rekening met de supplementaire kosten van gemeenten die ook provincieen/of arrondissementshoofdplaats zijn.


Begeleidende maatregelen De hervorming van het Waalse Gemeentefonds gaat gepaard met een reeks begeleidende maatregelen. Ten eerste stijgt het Gemeentefonds in 2008 én in 2009 met telkens 10 miljoen euro. Daar komt nog eens 10 miljoen euro bij die al in het Waalse budget voor 2007 stonden maar waarvan de verdeelwijze nog niet vast lag. Ten tweede gaan de 46,5 miljoen euro van Tonus I (een programma voor aanvullende financiële steun voor de gemeenten) voortaan naar het Gemeentefonds. Het voor de OCMW’s bestemde Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn blijft wel apart bestaan. Ten derde is er een regeling voor een zachte overgang van het oude naar het nieuwe systeem. Elke gemeente krijgt daardoor in 2008 ten minste even veel als in 2007. Het deel van het Gemeentefonds dat voor de garantie wordt uitgetrokken, zakt echter de komende twintig jaar telkens met 5%. Dat betekent dat het gewicht van de nieuwe criteria elk jaar stijgt, niet alleen door de afname van het garantiedeel maar ook nog eens door de groei van het Gemeentefonds als geheel. Daarnaast neemt het Waalse Gewest de volledige terugbetaling op zich van de saneringsleningen die het heeft toegekend aan 106 gemeenten met financiële moeilijkheden. Dit vertegenwoordigt een bedrag van 77 miljoen euro. Voor de betrokken gemeenten komt de besparing die ze hierdoor realiseren echter in mindering van hun aandeel binnen het garantiedeel. Het CRAC (het Centre Regional d’Aide aux Communes, een instelling onder andere belast met de opvolging van de saneringsplannen van de gemeenten die dergelijke leningen hebben aangegaan) zal instaan voor het beheer van deze nieuwe financiële lasten voor het Waalse Gewest. Om

dit te kunnen doen, krijgt het CRAC een voorafname van 30 miljoen euro uit het Gemeentefonds. Dit is 20 miljoen meer dan vroeger. Er komt ook een regeling voor de zware pensioenverplichtingen van Charleroi en Luik. Beide steden kunnen voor de financiering een lening aangaan waarvan de lasten deels worden gedragen door het Waalse Gewest.

Het nieuwe Gemeentefonds maakt een einde aan de jaar na jaar stijgende deficits en leidt ertoe dat ongeveer drie kwart van het deficit van 2010 wordt dichtgereden. Groei Het Waalse Gemeentefonds wordt jaarlijks geïndexeerd. Vroeger werd het bedrag bepaald op basis van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen in juli van het jaar voordien in vergelijking met twaalf maanden eerder. Het nieuwe systeem leunt nauw aan bij het indexeringsmechanisme van de Financieringswet voor gewesten en gemeenschappen. Zo gebeurt de budgettaire raming voor de dotatie 2009 in november 2008 op basis van de inflatieverwachtingen van het Planbureau. In januari of februari 2009 komt er dan een aanpassing aan de werkelijke inflatie van 2008, met een invloed op de dotatie 2008 én 2009. Vanaf 2010 zal het Gemeentefonds ook een bijkomende groei van 1% per jaar kennen, wat ongeveer neerkomt op 10 miljoen euro extra. De Waalse vereniging van steden en gemeenten (UVCW) staat over het algemeen positief tegenover deze hervorming. Ze kon haar standpunt toelichten in het Waalse parlement. De nieuwe verdelings-

Fiscale draagkracht in Vlaanderen en Wallonië Zowel het Waalse als het Vlaamse Gemeentefonds houdt rekening met de fiscale draagkracht van de gemeenten. Het gewicht van de fiscale draagkracht als criterium (30,2% in Vlaanderen, 30% in Wallonië) is nagenoeg gelijk. Beide regelingen laten ook de personenbelasting zwaarder wegen dan de onroerende voorheffing (19% versus 11,2% in Vlaanderen, 22% versus 8% in Wallonië). Toch zijn er ook wezenlijke verschillen. In Vlaanderen krijgen alle gemeenten geld uit dit criterium, in Wallonië gaan de middelen alleen naar gemeenten die armer zijn dan het Waalse gemiddelde. Het Vlaamse Gemeentefonds houdt verder geen rekening met de effectieve aanslagvoet (al is er wel een bestraffing voor gemeenten die niet ten minste 5% aanvullende personenbelasting en 700 opcentiemen op de onroerende voorheffing aanrekenen), terwijl het Waalse Gemeentefonds dat wel doet: hoe hoger de aanslagvoet, hoe meer geld een bestuur krijgt uit het Gemeentefonds. JL

criteria sluiten zeer dicht aan bij de vraag van de UVCW naar een transparant, stabiel en voorspelbaar systeem, dat rekening houdt met de sociaal-economische situatie van elke gemeente, met de fiscale draagkracht, met de diensten aan de bevolking en met de centrumfunctie. Berekeningen van de UVCW hadden eerder al aangetoond dat zonder grondige herfinanciering het financiële evenwicht

van de gemeenten ernstig in gevaar kwam, met een deficit van 200 miljoen euro op het eigen dienstjaar in 2010. Het nieuwe Gemeentefonds maakt een einde aan de jaar na jaar stijgende deficits en leidt ertoe dat ongeveer drie kwart van het deficit van 2010 wordt dichtgereden. Dat betekent echter nog lang niet dat de Waalse gemeenten uit de financiële problemen zijn. Het evenwicht is immers ook afhankelijk van de mate waarin de Waalse regering haar ingrepen in de lokale fiscaliteit compenseert. Hiervoor zijn er nog geen beloftes, ondanks de UVCW-vraag om deze compensaties decretaal te verankeren. Maar ook met de hervorming van het Gemeentefonds vertonen de UVCW-ramingen nog een tekort voor 2010. En dan houden de ramingen nog geen rekening met de financiële gevolgen van de brandweerhervorming of met de stijgende pensioenlasten voor het personeel. Daar komt nog de huidige financieel-economische crisis bovenop, waarvan de UVCW de financiële effecten voor de Waalse gemeenten raamt op 60 miljoen euro in 2008 en 50 miljoen euro in 2009. Het gaat daarbij vooral om de gevolgen van de bankcrisis, de inflatie en de economische recessie. Tot slot vermelden we nog dat er tijdens de parlementaire besprekingen vanuit academische hoek bedenkingen kwamen bij sommige aspecten van de nieuwe verdeling. Vooral het opnemen van de aanslagvoeten in de formules en de berekeningswijze van de centrumfunctie kregen daarbij kritiek. Olivier Dubois is adviseur financiën bij de Union des Villes et Communes de Wallonie 1 december 2008 LOKAAL 17


Agenda 2007 2009 Voor gemeente & OCMW _

_

_

_

_

Met 32 pagina’s nuttige adressen q

g

_

januari janvier january enero maart mars march marzo

23 23

24 24

maandag lundi monday lunes

25 25

dinsdag mardi tuesday martes dinsdag mardi tuesday martes

woensdag mercredi wednesday miércoles

World Meteorogical Day (WMO)

World Tuberculosis Day (WHO)

† Aankondiging van de Heer

8

8

8

8

9 9

9

9

10 10

10 10

10

11 11

11 11

11

12 12

12 12

12

13 13

13 13

13

14 14 15 15 16 16

_

_

q

g

januari janvier january enero maart mars march marzo

27 27

donderdag jeudi thursday jueves

8

8

9

9

28 28

vrijdag vendredi friday viernes

donderdag jeudi thursday jueves

8

9

_

26 26

woensdag mercredi wednesday miércoles

maandag lundi monday lunes

_

zaterdag samedi saturday sábado

vrijdag vendredi friday viernes

zaterdag samedi saturday sábado

8 8

8

9 9

9

10

10

10

11

11

12

12

13

13

13

13

1414

14 14

14

14

14 14

1515

15 15

15

15

15 15

1616

16 16

16

16

16 16

17 17

1717

17 17

17

17

17 17

18 18

1818

18 18

18

18

18 18

19 19

19 19

19

19

19

19

19

19

20 20

20 20

20

20

20

20

20

20

21

21

21

21

22

22

22

22

10

11

11

12

12

10

11

12

29 29

13

zondag zondagdimanche dimanchesunday sundaydomingo domingo 08:23 07:25

17:29 20:10

2h ➝ 3h: zomertijd heure d’été

21 21

21 21

22 22

week semaine semana week semaine semana 16 17 18 19 20 16 17 18 19 20

22 22

21 21

12 03 22 22

13

23 23

14

04 24 25 26 27 28 29 30 31 01 02 03 04 05 24 25 26 27 28 29 30 31 01 02 03 04

05

05

06

2004 Niets dag in dag zo complex als de wetten van de Kunst haalt ons uit uit de eigen alledaagse wereld, zwaartekracht tussen ouder kind. Ikde heb ze gemaakt dus geeft er transparantie aan, en bevestigt complexiteit ervan. zijn ze maakbaar. Zelfs de spiegel weet dat dat niet waar is. www.deSingel.be Bernard Dewulf, Column Camps & Dewulf in De Morgen,

06 07

_

3 juni 2005, www.demorgen.be 15 16 06 07 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21

_

_

_

_

q

22 22

23 23

24 24

25 25

17 08 26 26

voor gemeente & OCMW

g

Zijn troeven

Technische fiche

maart mars march marzo

26

27

• Meer dan 1000 unieke data die medewerkers van gemeente en OCMW helpen bij het snel zoeken naar het juiste adres, telefoon of fax, e-mailadres of website (bv welke adressen heeft een secretaris, ontvanger, stedenbouwkundige of personeelsverantwoordelijke nodig?). • Adressen van federale, Vlaamse en provinciale overheden, van instellingen en andere ondersteunende organisaties. • Kalender van belangrijke data voor gemeente en OCMW (bv. Wanneer moet welke vlag buiten hangen?) donderdag jeudi thursday jueves

vrijdag vendredi friday viernes

8

8

9

9

10

10

11

11

12

12

13

13

14

14

15

15

16

16

17

17

18

18

19

19

20

20

28

weekplanner met leeslint formaat 17.5 x 22.5 cm 32 pagina’s extra met gemeentelijke data prijs: – € 15.99 per exemplaar voor VVSG-leden – € 18.49 voor niet-leden 29 – groepsaankopen vanaf 5 tot 20 exemplaren aan € 13.11 per exemplaar voor VVSG-leden € 15.61 voor niet-leden – BTW en verzending inbegrepen

zondag dimanche sunday domingo 07:25

20:10

2h ➝ 3h: zomertijd heure d’été

21

Kunst haalt ons uit de eigen alledaagse wereld, geeft er transparantie aan, bevestigt de complexiteit ervan. www.deSingel.be

22

15

06

– – – –

zaterdag samedi saturday sábado

07

08

09

10

11

12

13

14

15

16

17

16 18

19

17 20

21

22

23

24

25

26

Geïnteresseerd?

2009 is uniek en speciaal gemaakt voor De agenda 2007 ambtenaren en politici van gemeente en OCMW. Bovendien wordt hij gemaakt door Solidariteitsfonds vzw, merchandisers voor OXFAM Solidariteit. Opbrengsten van deze organisatie gaan naar de werking van OXFAM Solidariteit vzw.

Fax naar VVSG Fax onderstaande onderstaandestrook strook naar VVSG Fax: 5791 Fax: 02/211 02/230569100 Tel: 1947 of 02/211 55 20 Tel: 02/211 02/2335520 Paviljoenstraat 9 Aarlenstraat 53/4 1030 1040Brussel Brussel viviane.arents@vvsg.be Viviane.arents@vvsg.be

INTEKENBON Ja, ik bestel .................... expl. van de Agenda voor gemeente en OCMW 2005 200 2009 7 ❑ Mijn bestuur is lid van de VVSG ❑ Ik behoor niet tot een organisatie die lid is van de VVSG Naam: Functie: Gemeente/Organisatie: Adresgegevens: Facturatieadres (indien verschillend van leveringsadres): Datum:

Handtekening:

strook naar: naar: VVSG, VVSG, Paviljoenstraat Aarlenstraat 53/4, 1040Brussel, Brussel,fax fax02/211 02/230 Stuur of fax deze strook 9, 1030 0091 tel 02/233 20 47 of 5691 57 mail naar viviane.arents@vvsg.be tel 02/211 55 19 of 02/211 55 20 of mail naar viviane.arents@vvsg.be Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.


ORGANISATIE Diversiteit in het personeelsbeleid

STEFAN DEWICKERE

Software OCMW Antwerpen zorgvuldig getest Om het nieuwe softwareprogramma voor maatschappelijk werkers van het OCMW Antwerpen te testen werkte Digipolis samen met een testingenieur met een autismespectrumstoornis. Tot ieders voldoening. Inge Ruiters

‘Het idee om met een testingenieur met een autismestoornis te werken kwam van het OCMW Antwerpen,’ vertelt Stef Meyfroodt van Digipolis die voor het nieuwe softwareprogramma e-VITA het OCMW als klant begeleidt. De testingenieur is een medewerker van Passwerk, een vennootschap met sociaal oogmerk. Passwerk zoekt voor normaal begaafde mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) passend werk in de IT omdat mensen met een ASS zeer grondig, nauwkeurig en correct werken. Zij hebben een wezenlijke behoefte aan structuur en regelmaat, waardoor zij het liefst repetitieve handelingen met zeer weinig afwisseling uitvoeren. ‘Het succes van onze samenwerking leg ik in de eerste plaats bij een goede voorbereiding door een jobcoach van Passwerk. Ik ontving vooraf deskundige uitleg over ASS en tips voor een goede samenwerking. Tijdens de samenwerking was er een permanente opvolging door Passwerk met telefoongesprekken, een dagelijkse rapportering en een maandelijks contactmoment.’ Grondige voorbereiding en vertaalwerk De omschrijving van de opdracht voor een testingenieur met ASS vergt zeer veel voorbereiding en vertaalwerk. Stef Meyfroodt schreef honderden scenario’s op maat met veel routineuze en monotone handelingen. ‘Ik omschreef de handelingen zo nauwkeurig dat interpretatie overbodig was. Het kernprobleem van iemand met autisme is immers betekenisgeving. Zij nemen de dingen wel waar maar hebben het moeilijk om er een betekenis aan te verlenen, om verbanden te leggen of de context van sociale situaties te zien. Zodra de testingenieur de handelingen onder de knie had, werkte hij bijzonder snel. Door met hem samen te werken heb ik 70 procent extra tijd gekregen om het testwerk van het e-VITA-programma te coördineren en op te volgen. Doordat

hij zich zeer lang intens op routineuze handelingen kan concentreren, kon hij honderden scenario’s per dag verwerken en was zijn werk van uitmuntende kwaliteit. Hij testte e-VITA zeer grondig en spoorde alle fouten op. Dit biedt het OCMW Antwerpen de garantie dat zijn software zeer doorgedreven getest is en goed werkt.’ Alle partijen zijn tevreden over deze succesvolle samenwerking. De sociale omgang was voor Stef Meyfroodt zeer verrijkend. ‘De testingenieur was een vlotte en sympathieke collega die tussendoor tijd maakte voor een grapje. Hij hechtte uitzonderlijk veel belang aan regelmaat en een strak tijdschema. Zonder uitzondering stopte hij om twaalf uur voor zijn middagpauze.’ De testingenieur zelf is 33 jaar en volgde met succes de richting Grieks-Latijn en de opleiding van testingenieur bij de VDAB. Ook hij is tevreden over zijn tijd bij Digipolis. ‘Ik ben blij dat ik hier werk heb mogen doen waar ik goed in ben met de juiste omkadering. Bovendien krijg ik grote waardering voor het resultaat.’ Digipolis wil zeker nog samenwerken met medewerkers van Passwerk. Voor een organisatie is het zeer interessant dat ze occasioneel medewerkers met ASS kan inschakelen die een vaste baan hebben. Naast de functie van testingenieur ziet Digipolis ook mogelijkheden tot samenwerking voor het testen van de gebruiksvriendelijkheid van websites. Een usability-tester met ASS zal de gebruiksvriendelijkheid van een website zeer rationeel testen en de dingen veel objectiever beoordelen dan andere testers. Inge Ruiters is redacteur van Lokaal • Stef Meyfroodt, Digipolis, T 03-241 96 48, stef.meyfroodt@digipolis.be en Yolande Pacco, Passwerk, T 03-650 00 13, www.passwerk.be 1 december 2008 LOKAAL 19


forum AANSPRAKELIJKHEID MANDATARISSEN

D

e vrijspraak van de burgemeester van Damme kwam er pas na tussenkomst van het Hof van Cassatie. De burgemeester was in datzelfde dossier immers al veroordeeld, zowel in eerste aanleg als in beroep. Voor alle duidelijkheid: de burgemeester was zelf niet betrokken bij het verkeersongeval. Dat gebeurde op 11 augustus 2005 op een kruispunt in Damme. Eén bestuurder verloor het leven. Bij gebrek aan verkeersborden was op het kruispunt de algemene voorrangsregeling van toepassing. Er was geen sprake van overdreven snelheid, maar wel van slechte zichtbaarheid. Op het kruispunt was er maar één lichtpunt, rondom het kruispunt belemmerde de begroeiing het zicht en op het ogenblik van het verkeersongeval was het donker (rond middernacht). De vraag rijst of de burgemeester van Damme een fout heeft begaan die het overlijden van de bestuurder, die nota bene voorrang had, heeft veroorzaakt.

Vrijspraak burgemeester Damme

Aansprakelijkheidsrisico lokale mandatarissen blijft hoog Op 12 september 2008 is de burgemeester van Damme dan uiteindelijk toch vrijgesproken voor het feit dat er een dodelijk verkeersongeval plaatsvond op de openbare weg te Damme. Een analyse van het vonnis wijst uit dat de vrijspraak het gevolg is van de feitelijke afweging die de rechtbank heeft gemaakt. Voor de lokale mandatarissen blijft het juridische kader echter nog altijd een hoog aansprakelijkheidsrisico in zich dragen. Tom De Gendt

LAYLA AERTS

De wet als abstract kader Om te weten of iemand een fout heeft begaan, moet men nagaan wat men redelijkerwijze van die persoon mag verwachten. De verwachtingen ten aanzien van de gemeente (of zo u wilt: de verplichtingen van de gemeente) zijn onder andere terug te vinden in de (toenmalige) Nieuwe Gemeentewet. Daaruit blijkt dat de gemeente moet waken over de veiligheid en de rust op de openbare wegen (artikel 135, §2, Nieuwe Gemeentewet). Maar ze mag niet blijvend of periodiek ingrijpen in het wegverkeer (artikel 10 Wegverkeerswet). Deze verplichting komt neer op een inspanningsverbintenis (en dus geen resultaatsverbintenis) om abnormaal gevaar dat de redelijke verwachting van de weggebruikers kan beschamen, ongeacht of het verborgen dan wel zichtbaar is, door gepaste maatregelen te voorkomen. In het vonnis somt de rechtbank op welke inspanningen men zoal mag verwachten van de gemeente wat betreft openbare wegen: de verkeersveiligheid bestuderen, de kruispunten en voorrangsregels van duidelijke signalisatie voorzien, de nodige verlichting aanbrengen, het wegennet van de gemeente periodiek controleren en waar nodig maatregelen nemen om verkeersonveilige situaties weg te werken.

20 LOKAAL 1 december 2008

De gemeente is strafrechtelijk immuun… De toestand op het bewuste kruispunt in Damme was volgens de rechtbank een abnormaal gevaar. De rechtbank meent


bovendien dat een normaal zorgvuldige en voorzichtige gemeente meer inspanningen zou hebben geleverd om deze toestand te voorkomen. Zo zou men de verkeerssituatie kunnen aankondigen via verkeersborden, vooral nu blijkt dat een van beide wegen de kenmerken vertoont van een hoofdweg. Maar ook de verlichting en de omliggende begroeiing konden beter. De rechtbank concludeert dat de gemeente Damme aansprakelijk is voor dit abnormale gevaar op het kruispunt. Tegelijk stelt ze echter vast: Dit betreft evenwel louter een burgerrechtelijke aansprakelijkheid, vermits de gemeente niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld. …dan maar de burgemeester En dit klopt: in de doolhof van het strafrecht is de gemeente (als publiekrechtelijke rechtspersoon) immers strafrechtelijk immuun. De zoektocht naar een strafrechtelijke aansprakelijke leidt vervolgens bijna automatisch naar de burgemeester (als natuurlijke persoon). Nadat de rechtbank op een strafrechtelijke muur is gebotst rondom de gemeente, wijst ze er dan ook op dat dergelijke fout of nalatigheid van de gemeente de burgemeester (en/of schepenen) persoonlijk kan worden aangerekend. Al leidt een burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de gemeente niet automatisch tot een strafrechtelijke aansprakelijkheid van de burgemeester. En hier geldt opnieuw: om te weten of iemand een fout heeft begaan, moet men nagaan wat men redelijkerwijze van die persoon mag verwachten. Het criterium van dienst is hier de normaal voorzichtige en zorgvuldige burgemeester, geplaatst in dezelfde omstandigheden. Om de Damse burgemeester te kunnen beoordelen moest de rechtbank dus weten of hij de gevaarlijke situatie aan het kruispunt kende, dan wel hoorde te kennen. Bijgevolg moet de rechtbank alle relevante feiten afwegen. Het kruispunt in Damme was al ingericht jaren voordat

De juridische redenering aan de hand van citaten uit het vonnis Een abnormaal gevaar, dat de aansprakelijkheid van de gemeente in het gedrang brengt. Dit betreft evenwel louter een burgerrechtelijke aansprakelijkheid, vermits de gemeente niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld. Evenwel impliceert de burgerlijke aansprakelijkheid van de gemeentelijke overheid niet ipso facto dat ook de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de burgemeester betrokken zou zijn. Primordiaal bij de beoordeling van een eventuele foutieve nalatigheid van de burgemeester, is te weten of hij persoonlijk de gevaarlijke toestand kende dan wel behoorde te kennen.

de huidige burgemeester aantrad. Het enige andere ongeval dat zich ooit op het kruispunt heeft voorgedaan, had niets te maken met de inrichting van het kruispunt. Niemand heeft ooit ingegrepen in de plaatselijke toestand: noch de vorige

risico in zich voor lokale mandatarissen. De juridische redenering van de rechtbank (zie kader bovenaan) geeft perfect de logica van de strafwet weer. Door de gemeente strafrechtelijk immuun te maken, heeft de wetgever tegelijkertijd grote wegwijzers

Het lijkt aangewezen om de strafrechtelijke immuniteit van de gemeenten gewoon uit de strafwet te schrappen

burgemeesters, noch de schepenen van Mobiliteit. Niemand heeft ooit het gevaar van het kruispunt gemeld (burger, politie…). Op basis van deze feiten besluit de rechtbank tot de vrijspraak, onder meer ook verwijzend naar het omvangrijke en uiteenlopende takenpakket van de lokale mandataris. En nu? De feitelijke afweging van foutief en nietfoutief gedrag (zie kader onderaan) resulteerde deze keer in een vrijspraak voor de burgemeester van Damme. Maar aangezien dit een kwestie van persoonlijke appreciatie van de rechter is, zegt dit uiteraard niets over andere aansprakelijkheidsdossiers van lokale mandatarissen. Het juridische kader uit de strafwet draagt nu eenmaal een hoog aansprakelijkheids-

De feitelijke afwegingen uit het vonnis In de voorgaande tientallen jaren is er slechts één ongeval gebeurd op het kruispunt. In al die jaren heeft geen enkele lokale mandataris een ingreep nodig geacht. In al die jaren is er geen enkele melding gebeurd over de onveiligheid van het kruispunt. In zijn omvangrijke en uiteenlopende takenpakket diende de burgemeester hiervan niet op de hoogte te zijn.

geplaatst die slachtoffers (en rechters) doorverwijzen naar de burgemeesters en/ of de schepenen. Vervolgens wordt op dit individuele niveau een feitelijke afweging gemaakt, enkel voor de mandataris. Dit laatste kan men beletten door de gemeente en de lokale mandatarissen hetzelfde juridische statuut te geven: allebei wel of allebei niet immuun voor strafrechtelijke aansprakelijkheid. Aangezien niemand vragende partij is om de lokale mandatarissen strafrechtelijk immuun te maken, lijkt het aangewezen om de strafrechtelijke immuniteit van de gemeenten gewoon uit de strafwet te schrappen. Niet alleen werkt men op die manier een uitzonderingsregime met zeer vervelende neveneffecten weg. Bovendien valt de publieke sector dan onder het algemene regime van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen, net zoals de private sector. Dit algemene regime bestaat erin dat enkel de dader van de zwaarste fout wordt gestraft: ofwel de rechtspersoon (gemeente), ofwel de natuurlijke persoon (lokale mandataris) (tenzij er sprake is van opzet). De feitelijke afweging gebeurt in dit geval dus voor allebei. Tom De Gendt, Universiteit Hasselt | Advocaat

1 december 2008 LOKAAL 21


DE SCHATKAMER VAN MARCEL HENDRICKX

Geen Tita‘ Het is wennen,’ zegt Marcel Hendrickx die in augustus afscheid nam van het burgemeesterschap in Turnhout. ‘Vooral het afstand nemen is moeilijk. 26 jaar ben ik altijd overal bij betrokken geweest. Maar ik heb met mijn opvolger afgesproken dat ik me het eerste jaar weinig zal laten zien op het openbare en politieke veld.’

T

oen hij burgemeester werd, was zijn voorganger overal aanwezig: ‘Dat was moeilijk voor mij en voor de mensen die iets organiseerden: wie moesten ze de honneurs geven?’ Marcel Hendrickx blijft beschikbaar. ‘Maar het is vreemd om beslissingen nu in de krant te lezen. Ik was bij elke beslissing zelf betrokken, je nam die wel met je collega’s maar als burgemeester had je toch een zwaar gewicht. Natuurlijk zit ik niet stil, zo heb ik contacten met China gelegd en praten we met ondernemingen uit Qingdao die hier misschien een bedrijf gaan opstarten. Ook Belgen die in China actief zijn, vragen me hen wegwijs te maken in die moeilijke staat.’ Waar heeft hij het verschil kunnen maken? ‘Het meest blijvende is dat Turnhout een centrumstad is geworden. We blijven een kleine stad, want door politieke omstandigheden hebben we in ’76 de fusie met de randgemeenten Oud-Turnhout, Beerse en Vorselaar niet kunnen realiseren. Maar we hebben de Vlaamse regering op basis van wetenschappelijke studies toch zo ver gekregen dat Turnhout centrumstad werd, weliswaar de kleinste van de dertien. De opdracht die

Turnhout had en heeft voor de regio is veel te zwaar voor een stadje van 40.000 inwoners. Een belangrijk resultaat is dat de provincie de financiële lasten van de Warande heeft overgenomen, wat zuurstof geeft aan ons stedelijke budget. Ook zonder fusie moet je wel samenwerken. Eerst was dat in de vzw Stedelijk Gebied Turnhout. Dat stedelijke gebied is ondertussen een goed werkende Stadsregio geworden.’ ‘Net zoals Obama zei ik tijdens mijn eerste college dat we een ander beeld aan Turnhout zouden geven, het moest een dynamische stad worden. Daarvoor moet je keuzes maken. Zo hebben we om straten te vernieuwen het cultuurbudget twee jaar niet verhoogd. Ondertussen is het uitzicht van Turnhout veranderd, het is meer stedelijk geworden. We hebben lang met Utopolis gepraat voor een groot filmcomplex, de Warande hebben we als ons visitekaartje kansen geboden en we hebben belangrijke evenementen opgezet zoals de Vrij-dagen. Er is ook kunst in de stad gekomen. Daarvoor krijg je niet altijd applaus want kunst is a priori controversieel.’ ‘Met kritiek moet je leren omgaan. Je moet ernaar luisteren maar je mag je beleid er niet door laten bepalen. Als de kritiek terecht is, is het niet oneervol om je beslissing eraan aan te passen. Maar als je stevig in je schoenen staat, kun je de meeste kritiek weerleggen. Dat deed ik door keihard te werken. Zeven dagen per week, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat met de mentaliteit van een zelfstandige. Op zondagmorgen was ik altijd om zeven uur in het stadhuis om er te werken. Ik kende elk dossier dat besproken werd zodat ik een schepen die in moeilijkheden kwam, kon bijspringen.’

Je kunt de meeste kritiek weerleggen

als je maar stevig in je schoenen staat.

Dat deed ik door keihard te werken. 22 LOKAAL 16 november 2008


LOKALE RAAD

STEFAN DEWICKERE

-tovenaar ‘Het vak van politicus is niet het meest luxueuze. Maar dat geldt voor elk niveau: als je iets goed wilt doen, vraagt dat enorm veel van jezelf, je gezin, je omgeving. Mijn vrienden verweten me dat ze me nooit meer zagen. Bij de geboorte van mijn kinderen nam ik maar een halve dag. Maar ik heb met mijn vier kinderen een schitterende relatie. Je kunt een goede relatie hebben ook al werk je hard.’ ‘Maar ik denk dat het niet anders kan, of ik kon het toch niet anders. Ik kan moeilijk delegeren. Het nadeel is dat je een einzelgänger bent, het voordeel dat je verdomd goed weet waarover je praat.’ Het moeilijkste moment in zijn ambtstermijn was de moord op schepen Tony De Preeuw, maar ook de situatie van de illegalen in Turnhout vindt Marcel Hendrickx bijzonder pijnlijk: ‘Het zijn mensen die heel lang tevergeefs op hun erkenning hebben gewacht. Omdat in hun land van herkomst een burgemeester soms veel macht heeft, verwachten ze dat ook van jou. Het is vooral moeilijk als de kinderen hier geboren zijn, hier school lopen en de taal kennen en ze dan terug moeten naar het land van herkomst waarvan ze de taal niet spreken. Niet dat ik die beslissing aan de burgemeester zou overlaten want je kunt door de druk van de actiegroepen geen objectieve beslissing nemen. Maar de hardheid en de onmenselijkheid bij de dienst Vreemdelingenzaken is niet in overeenstemming met een land dat zich beschaafd wil noemen. Ik pleit niet voor open grenzen, maar wel voor veel meer menselijkheid. Naast de profiteurs gaat het vooral om echte slachtoffers.’ ‘Ik heb maar één raad voor mijn opvolger: werk keihard. Al mag je wel even prioriteiten stellen, toch mag je in geen enkel aspect een paar jaar stil zitten, dan krijg je een drama. De bevolking neemt dat niet meer, ze eist enorm veel van de lokale bestuurders. Ze denken dat een burgemeester een Tita-tovenaar is. Zo moet je altijd aanspreekbaar zijn. Mensen vinden het zo belangrijk dat de burgemeester ook op de afspraak is. Ik heb zoveel mogelijk gouden bruiloften zelf gedaan. Als burgemeester ben je toch het uithangbord van je gemeente.’ I MvB

?

Hoe gebeurt het bestuurlijke toezicht op het budget en de budgetwijzigingen?

!

Het goedkeuringstoezicht op het budget is voor de meeste gemeenten afgeschaft. Het budget wordt daardoor meteen na de goedkeuring door de gemeenteraad (maar uiteraard niet vroeger dan 1 januari van het begrotingsjaar) volledig uitvoerbaar. Gemeenten moeten hun budget en alle verplichte bijlagen wel nog steeds opsturen naar de provinciegouverneur en naar de Vlaamse regering. Dat moet binnen twintig dagen na de goedkeuring door de gemeenteraad gebeuren. De provinciegouverneur kan het budget of bepaalde onderdelen ervan schorsen of vernietigen. Dat kan om een van de volgende redenen: de schending van de wet; de strijdigheid met het algemene belang; een budget of budgetwijziging met een deficit op de gewone of de buitengewone dienst of in de meerjarenplanning, of een budget met een fictief evenwicht of een fictief batig saldo; een budget waarin de verplichte uitgaven of ontvangsten niet voorkomen; een budget met ontvangsten die in het betrokken jaar geheel of gedeeltelijk niet voor de gemeente zijn bestemd; een budget met uitgaven of ontvangsten die strijdig zijn met de wet. Als de schorsing van een of meer artikelen niet leidt tot een deficitair budget, kan de gouverneur de schorsing beperken tot die betwiste artikelen. Het schorsingsbesluit moet binnen vijftig dagen naar de gemeente worden gestuurd. Nadien komt het budget of de budgetwijziging niet meer voor schorsing in aanmerking. Bij een schorsing van het volledige budget valt de gemeente terug op zogenaamde voorlopige twaalfden. Dat houdt in dat de gemeente per maand niet meer mag uitgeven dan één twaalfde van het begrotingskrediet van het jaar voordien. Bovendien zijn alleen verplichte uitgaven van de gewone dienst mogelijk. De voorlopige twaalfden na een gehele of gedeeltelijke schorsing van het budget door de gouverneur gelden automatisch. Dat wil zeggen dat er geen aparte goedkeuring van de kredieten door de gemeenteraad vereist is. De gemeenteraad kan het budget of de geschorste artikelen opnieuw vaststellen. Hij moet die nieuwe vaststelling gemotiveerd weer aan de Vlaamse regering en de gouverneur bezorgen. De Vlaamse regering moet binnen vijftig dagen een beslissing naar de gemeente sturen. Ze kan het budget of één of meer onderdelen definitief vernietigen wegens een schending van de wet of het algemene belang. Verder kan de Vlaamse regering het budget definitief vaststellen en eventueel zelf wijzigen: om het evenwicht te herstellen wanneer het budget deficitair is of een fictief evenwicht of fictief batig saldo vertoont; om verplichte uitgaven of ontvangsten in te schrijven; om ontvangsten die niet voor de gemeente zijn of onwettige uitgaven te schrappen. De definitieve vaststelling van het budget door de Vlaamse regering leidt uiteraard tot de volledige beschikbaarheid van alle kredieten.

Stel al uw vragen over het budget aan jan.leroy@vvsg.be

161 november december 2008 LOKAAL 23


WERKVELD SCHULDBEMIDDELING

Elke dag je geld tellen is geen lachertje

RITA SEPELIE

Vlaamse primeur: uniforme dataverzameling budget- en schuldhulpverlening


Het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling (VCS) verzamelde dit jaar voor het eerst gegevens over budget- en schuldhulpverlening in Vlaanderen in uitvoering van een besluit van de Vlaamse regering. Daaruit blijkt dat er in 2007 in Vlaanderen in totaal 57.335 dossiers schuldhulpverlening waren bij OCMW’s en CAW’s. Dat dit cijfer waarschijnlijk nog een onderschatting van het aantal mensen met schulden is, hoeft geen betoog, want velen aarzelen om de stap naar schuldbemiddeling te zetten. Rita Sepelie

J

e hoort het overal: het aantal mensen in schulden is de laatste jaren toegenomen, de schuldenproblematiek wordt steeds groter. Maar waarop zijn deze beweringen gebaseerd? Her en der verzamelen mensen gegevens over de schuldenproblematiek, maar op Vlaams niveau ontbrak het overzicht tot voor kort. Er zijn 331 erkende diensten schuldbemiddeling in Vlaanderen. Daarvan zijn er 305 OCMW’s, 23 CAW’s en drie intergemeentelijke diensten schuldbemiddeling. Bij de CAW’s heerst er een langere traditie van het verzamelen van cijfermateriaal. Maar uniek voor Vlaanderen is nu het uniforme registratiemodel voor budget- en schuldhulpverlening dat in een besluit van de Vlaamse regering gegoten werd. Alle erkende diensten voor schuldbemiddeling moeten jaarlijks gegevens aanleveren aan het VCS via dit model. De registratie bestaat uit twee delen: de basisregistratie en de uitgebreide registratie. Basisregistratie De basisregistratie houdt in dat het VCS jaarlijks kwantitatieve gegevens verzamelt over de dossiers budgethulpverlening en schuldhulpverlening in Vlaanderen. Deze registratie gebeurde voor de eerste keer in 2008 en ging over het aantal dossiers van 2007. Het betreft dus een nulmeting.

We kenden een respons van 98%: we ontvingen cijfers van 326 van de 331 erkende diensten schuldbemiddeling. Vanaf volgend jaar zullen vergelijkingen mogelijk worden. Bij de basisregistratie vragen we naar het aantal dossiers budgethulpverlening en schuldhulpverlening. Budgethulpverlening houdt in dat mensen nog niet in

de categorieën: eenmalige bemiddeling, schuldbemiddeling an sich, schuldbemiddeling met budgetbegeleiding, schuldbemiddeling met budgetbeheer, en collectieve schuldenregeling. In totaal komen we uit op 57.335 dossiers schuldhulpverlening in Vlaanderen. Tabel 1 toont de cijfers voor de verschillende categorieën, opgesplitst per provincie. Een nauwkeurige omschrijving van deze categorieën zal vanaf begin volgend jaar beschikbaar zijn op www.centrumschuldbemiddeling.be. Uitgebreide registratie Het kwalitatieve luik komt aan bod via de uitgebreide registratie. Aan de hand van een vragenlijst verzamelen we veel nuttige informatie over het profiel van de cliënten van de erkende diensten schuldbemiddeling: leeftijd, geslacht, gezinssamenstel-

Alleenwonende man 40-49 jaar zkt. gn. partner, maar opl. vr. schulden. schulden zitten, maar naar een OCMW of CAW stappen om hulp te vragen bij het beheren van hun budget. Als de personen in kwestie zelf nog hun geld beheren, spreken we van budgetbegeleiding. Neemt het OCMW of het CAW het beheer van hun geld over, dan spreken we van budgetbeheer. Zo waren er in 2007 in Vlaanderen 5961 dossiers budgetbegeleiding en 10.265 dossiers budgetbeheer. Met andere woorden, er waren 16.226 gezinnen die de behoefte voelden zich te laten bijstaan bij het beheer van hun budget. Naast de budgethulpverlening is er dan de schuldhulpverlening. Hier wordt het onderscheid gemaakt tussen de volgen-

ling (alleenstaande, eenoudergezin of gezin met of zonder kinderen), onderwijsniveau, hoogte van het gezinsinkomen, hoogte van de schuldenlast, aantal schuldeisers en soorten schulden. Die gegevens worden in 2008 en 2009 opgevraagd en vervolgens tweejaarlijks. We werken met een representatieve steekproef voor Vlaanderen. Elke erkende dienst schuldbemiddeling moet een dertigtal vragen beantwoorden voor een aantal van hun dossiers. Dit aantal wordt berekend aan de hand van het aantal schuldhulpverleningsdossiers uit de basisregistratie. Na het afsluiten van de registratieperiode en het analyseren van het gegevensbestand kwamen we in 2008

Tabel 1: Aantal dossiers schuldhulpverlening in 2007 naar soort en provincie 2007

WestVlaanderen

OostVlaanderen

Limburg

VlaamsBrabant

Vlaanderen

Eenmalige bemiddeling

7004

3234

4093

3067

2174

19572

Schuldbemiddeling an sich

2787

1858

1708

1197

980

8530

Schuldbemiddeling met budgetbegeleiding

1882

740

1450

639

403

5114

Schuldbemiddeling met budgetbeheer

3887

5948

3739

2376

2413

18363

924

1496

1512

972

852

5756

16484

13276

12502

8251

6822

57335

Collectieve schuldenregeling Totaal aantal dossiers schuldhulpverlening

Antwerpen

1 december 2008 LOKAAL 25


WERKVELD SCHULDBEMIDDELING

Tabel 2: Belang van de verschillende schuldsoorten Soort schulden

Procentueel aandeel als belangrijkste soort schuld in een dossier schuldbemiddeling 27,5%

Lening op afbetaling Kredietopening

9,5%

Huurschulden

8,9%

Fiscale schulden

7,5%

Energieschulden/nutsvoorzieningen

7,3%

Gezondheidsschulden

6,9%

Hypothecair krediet

6,0%

Strafrechterlijke schulden, boetes

5,9%

Andere schulden

5,2%

OCMW-schulden

5,0%

Aankoop op afbetaling

3,3%

Telefoon/gsm

2,3%

Privélening

1,9%

Alimentatie/onderhoudsgeld

1,5%

Verzekeringen

0,7%

tot een finaal aantal van 1103 bruikbare dossiergegevens. Een verdere analyse van deze gegevens is noodzakelijk. Hierna enkele eerste bevindingen. Alleenwonende man van 40-49 jaar Dit profiel komt het meeste voor bij de dossiers schuldhulpverlening: 45% van de mensen die schuldhulpverlening aanvragen, zijn mannen. De vrouwen nemen 35% voor hun rekening en in 20% van de gevallen vragen beide partners de schuldbemiddeling aan. Qua leeftijd neemt de groep van 40- tot 49-jarigen een aandeel van 29% voor zijn rekening, gevolgd door de groep van 30-39 jaar met 24%. Aangaande de gezinssamenstelling staan de alleenwonenden op de eerste plaats met 43%, de gehuwden of samenwonenden met kinderen op de tweede plaats met 22% en eenoudergezinnen op de derde plaats met 18%. Als we de opleiding erbij betrekken, merken we dat 60% van de mensen in schuldbemiddeling een di-

ploma secundair onderwijs hebben. Bij verdere opsplitsing binnen het secundair onderwijs blijkt dat het beroepssecundair onderwijs het grootste aandeel heeft met

Hoogte en soorten schulden In onze steekproef bedragen in 28% van de gevallen de uitstaande schulden 10.001 tot 25.000 euro. Daarna volgt de categorie van 5001 tot 10.000 euro met 22%. De helft van de dossiers schuldhulpverlening gaat bijgevolg over een uitstaande schuld tussen 5001 en 25.000 euro. Veruit de belangrijkste soort schuld betreft een lening op afbetaling. In tabel 2 zien we de procentuele aandelen van alle verschillende schuldsoorten, die werden aangeduid als belangrijkste soort schuld in een dossier. In een dossier primeren vaak twee soorten schulden. Als tweede belangrijkste soort schuld in eenzelfde dossier spelen schulden voor energie of nutsvoorzieningen de hoofdrol.

De helft van de dossiers schuldhulpverlening gaat over een uitstaande schuld tussen 5000 en 25.000 euro. 27%. Daarna volgt het technisch secundair onderwijs met 18%. Eenoudergezinnen Je leest vaak dat vooral het aandeel van de eenoudergezinnen stijgt in de schuldenproblematiek. Over stijgingen kunnen wij nog geen uitspraak doen omdat het een nulmeting betreft. Maar volgende zaken vallen op bij de eenoudergezinnen in onze steekproef. Bij bepaalde soorten van

Het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling Het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling is een steunpunt voor de erkende diensten schuldbemiddeling in de OCMW’s en de CAW’s in Vlaanderen. Onze kerntaken zijn juridische ondersteuning, permanente vorming en opleiding, preventieve acties en opzet kennis- en onderzoekscentrum. www.centrumschuldbemiddeling.be

26 LOKAAL 1 december 2008

schulden nemen eenoudergezinnen een belangrijke tweede plaats in. Zo is 36% van de schulden in de categorie telefoon/ gsm in handen van eenoudergezinnen. Bij energieschulden/nutsvoorzieningen vertegenwoordigen ze een aandeel van 31% en bij OCMW-schulden 30%. Als we kijken naar de schuldoorzaken, is de top 5 bij eenoudergezinnen: levenswijze niet in overeenstemming met inkomsten (moeilijkheden met het beheer) of overbesteding, echtscheiding/breuk, te laag inkomen, onregelmatig inkomen, en tekort aan administratieve vaardigheden.

Effectiever preventiebeleid Door de verzamelde kwantitatieve en kwalitatieve gegevens op continue basis diepgaander te onderzoeken kan het preventiebeleid doelgericht verbeterd worden. Jongeren blijven wel onze belangrijkste doelgroep. Leren omgaan met geld en financiële opvoeding zijn cruciale taken die almaar aan belang winnen in de onderwijswereld. Als VCS willen wij deze preventieve aanpak ondersteunen. Want ook wat schulden betreft, blijft voorkomen nog steeds beter dan genezen.

Rita Sepelie is stafmedewerker onderzoek en registratie bij het VCS


BART LASUY

WERKVELD INBURGERING

Met inburgering kunnen nieuwkomers snel kennismaken met onze samenleving en een basiskennis Nederlands verwerven.

Protocol effent de weg voor inburgering Mensen die nieuw zijn in onze maatschappij krijgen inburgeringstrajecten aangeboden door de onthaalbureaus Inburgering, maar volgen soms ook begeleidingstrajecten die door de VDAB of het OCMW worden aangeboden. Deze trajecten kunnen ook interessant zijn voor mensen die al langer in onze samenleving rondlopen maar hun draai nog niet vinden. Soms staan de trajecten elkaar in de weg. Een samenwerkingsprotocol tussen de individuele OCMW’s, de onthaalbureaus Inburgering en de VDAB effent de weg voor een vlottere inburgering. Marlies van Bouwel

I

nburgeren is Vlaamse materie. Mensen aan een baan helpen is een taak van de VDAB, een Vlaamse instelling met raakvlakken in federale regelgeving. Het OCMW staat dan weer in voor de hulpverlening aan mensen die niet rondkomen of die andere problemen hebben die ze alleen niet meer de baas kunnen. De OCMW-hulpverlening wordt door de federale overheid geregeld. Vlaamse en federale regelgeving sporen jammer genoeg niet mooi samen. Voorafgaande afstemming is er niet van gekomen. ‘De federale verkiezingen van vorig jaar en de moeilijke regeringsvorming maakten het niet evident om hierover in dialoog te gaan met de federale overheid,’ zegt Vlaams minister van Inburgering Marino Keulen. ‘Ook het feit dat aan Franstalige kant geen inburgeringsbeleid bestaat, maakte dat spoor niet evident.’ Door een protocol te sluiten met het onthaalbureau en de VDAB kan het OCMW afspraken maken over de begeleiding van zijn cliënten en vermijden dat zij de dupe worden van de overlappende regelgeving. Deze afspraken houden rekening met de OCMWopdrachten die de federale regelgeving oplegt. Ze komen ook

maximaal tegemoet aan de wens van de Vlaamse overheid om de OCMW’s als partner te betrekken bij het Vlaamse inburgeringsbeleid. Over het protocol wordt momenteel nog onderhandeld. Daarbij behartigt de VVSG de belangen van de OCMW’s. De Cel Inburgering van de Vlaamse administratie staat in voor de inbreng van de Vlaamse overheid en de onthaalbureaus. De VDAB bewaakt zijn inburgeringsrol binnen de gemaakte afspraken. Zodra de tekst definitief goedgekeurd is, zal het protocol aan de buitenwereld voorgesteld worden en zullen de OCMW’s (en onthaalbureaus) uitgenodigd worden om het te ondertekenen. Het is een modelprotocol. Startpakket De onthaalbureaus richten zich tot de inwijkelingen met zicht op een langdurig verblijf in ons land. Daarbij horen nieuwkomers die zich recent in Vlaanderen gevestigd hebben en ook oudkomers die al langer dan een jaar in ons land wonen. ‘Inburgering is ervoor gemaakt en erop georganiseerd dat nieuwkomers snel 1 december 2008 LOKAAL 27


WERKVELD INBURGERING

kennismaken met onze samenleving en een basiskennis Nederlands verwerven. Eigenlijk is dit een startpakket dat we elke nieuwkomer moeten kunnen aanbieden,’ zegt Marino Keulen. ‘Dat is niet alleen belangrijk voor hem of haar, maar voor de hele samenleving. Oudkomers nemen al langer deel aan onze samen-

Volgens Marino Keulen is inburgering een startpakket dat we elke nieuwkomer moeten kunnen aanbieden. Dat is niet alleen belangrijk voor hem of haar, maar voor de hele samenleving. leving. Ze hebben echter nooit de kans gehad aan dat startpakket deel te nemen. Sommigen hebben dat echter nog nodig of een onderdeel daarvan. Die kans moeten zij kunnen nemen.’ Inburgeringscliënten, nieuwkomers of oudkomers, kunnen al cliënt zijn bij het OCMW of de VDAB. Die kunnen oordelen dat een inburgeringstraject kan bijdragen tot de maatschappelijke participatie van een cliënt en deze doorverwijzen naar het onthaalbureau. Het inburgeringstraject bestaat uit een cursus Nederlands als tweede taal (NT2), maatschappelijke oriëntatie en loopbaanoriëntatie. Naast deze vormingsprogramma’s is er ook ruimte voor individuele trajectbegeleiding. De cursus maatschappelijke oriëntatie (MO) is een kennismaking met de Vlaamse samenleving. Het gaat hierbij niet enkel om kennisoverdracht, ook vaardigheden worden gestimuleerd en er is aandacht voor de rechten en de plichten van iedereen. Tijdens de cursus loopbaanoriëntatie (LO) wordt de werkzoekende inburgeraar door de VDAB georiënteerd naar een specifieke job. Naast de loopbaanoriëntatie heeft de VDAB als belangrijkste opdracht om werkzoekenden via een zo kort mogelijke weg toe te leiden naar een duurzame tewerkstelling. Voor werkzoekende inburgeraars wordt de begeleiding vaak aangevuld met extra acties waaronder technisch Nederlands, beroepsopleiding en jobcoaching. Loopbaanoriëntatie kan voor bepaalde inburgeraars ook in functie van een bepaalde studiekeuze gebeuren of in functie van deelname aan het sociaal-culturele leven. Deze oriëntatie wordt door

het onthaalbureau verzorgd. Wie een inburgeringstraject heeft gevolgd, krijgt een attest van Inburgering. Keulen hoopt dat dit attest maatschappelijk gevaloriseerd wordt, bij een sollicitatie bijvoorbeeld of wanneer iemand een beroepsopleiding wil volgen. De oplossingen van het protocol Mensen kunnen klant zijn bij een onthaalbureau, bij het OCMW en bij de VDAB. De begeleiding door een van die organisaties kan een traject bij een andere in de weg staan. Veel nieuwkomers zijn verplicht een inburgeringstraject te volgen, soms worden ze al door een OCMW bediend en moeten ze in het kader van de federaal geregelde OCMW-hulpverlening gaan werken. Zo kunnen ze niet aan hun inburgeringsplicht voldoen. Ook werden werkzoekende inburgeraars die OCMW-cliënt waren al in het midden van hun loopbaanoriëntatie opgeroepen door een OCMW om een artikel 60-tewerkstelling aan te vatten. De VDAB-consulent was dan genoodzaakt om de oriëntatie en verdere trajectbegeleiding te onderbreken tot na de artikel-60-tewerkstelling. Het gevolg? Overbodige tijdsinvestering van klant en consulent. Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder van de VDAB, geeft net zoals de OCMW’s aan dat het nieuwe protocol er onder meer voor moet zorgen dat trajecten niet nodeloos onderbroken worden en dat ze bovendien op elkaar afgestemd worden.

Monica De Coninck en Fons Leroy pleiten voor een objectief instrument om na te gaan of iemand maatschappelijke oriëntatie nodig heeft, vooral omdat de nieuwe leermiddelen meer de klemtoon leggen op het werken aan vaardigheden, aan waarden en normen. Dankzij het protocol kunnen oudkomers met een leefloon nu ook bij het onthaalbureau terecht voor een inburgeringscursus. Voor Antwerps OCMW-voorzitter Monica De Coninck is de afstem-

Samenwerking al in praktijk In Antwerpen is de samenwerking tussen de VDAB en het onthaalbureau Inburgering al langer vastgelegd in een Inwerkingsprotocol, ondertekend op 8 februari 2008. De VDAB Inwerking kan uitkeringsgerechtigde oudkomers in het kader van hun inwerkingstraject doorsturen naar het onthaalbureau voor een inburgeringstraject. Sinds juni 2007 werden op deze manier een 140-tal personen doorverwezen naar het onthaalbureau voor een inburgeringstraject. Daarnaast organiseerde de VDAB vorig jaar ook provinciale trefdagen om onder andere deze nieuwe afspraak van doorverwijzing van uitkeringsgerechtigde oudkomers met behoefte aan inburgering vanuit de VDAB naar het ont-

28 LOKAAL 1 december 2008

haalbureau te promoten. Alle onthaalbureaus en VDAB-regio’s uit de provincie Antwerpen werden ingelicht over deze nieuwe maatregel en de eraan gekoppelde regelgeving van de respectieve partners. Ook bestaan er sinds juni 2007 samenwerkingsafspraken tussen het Onthaalbureau Inburgering Antwerpen en het OCMW van Antwerpen omdat ook OCMW-cliënten baat kunnen hebben bij een inburgeringstraject. Het OCMW kan deze personen doorverwijzen naar het onthaalbureau. Dat streeft zoveel mogelijk naar intensieve taaltrajecten voor deze groep. Bij eventuele activering van personen die in traject zijn op het onthaalbureau zorgt het onthaalbureau ervoor

dat werk- en inburgeringsprogramma op elkaar worden afgestemd. Maandelijks wordt een lijst van inburgeraars met leefloon bij het OCMW van Antwerpen doorgestuurd naar het OCMW. Zo zijn de maatschappelijk werkers op de hoogte dat gemeenschappelijke klanten een inburgeringscontract hebben ondertekend. Het OCMW van Antwerpen schat dat op jaarbasis 350 van zijn leefloners een inburgertraject bij het onthaalbureau volgen. Daarnaast biedt het onthaalbureau ook vorming aan voor alle 200 maatschappelijk werkers over de inhoud van het inburgeringsprogramma en dit in functie van de verwijzingen. Deze vorming vond plaats in september 2008.


ming tussen de verschillende overheden en regelgevingen het grote voordeel van het protocol: de verplichte inburgering versus de activering naar de arbeidsmarkt vanuit OCMW of VDAB. In de praktijk worden er afspraken gemaakt over wie in welk geval het meest geschikte traject aan een nieuwe Vlaming kan aanbieden. Zo worden de werkingen van OCMW, onthaalbureau en VDAB op elkaar afgestemd in het belang van de cursist. In de Kruispuntbank Inburgering kan de OCMW-maatschappelijk werker zien of iemand gelabeld is als potentiële inburgeraar. Dit nieuwe en groots opgevatte cliëntvolgsysteem voor het inburgeringsbeleid werd de voorbije jaren opgebouwd. Alle partners die betrokken zijn bij Inburgering zijn erop aangesloten: onthaalbureaus, Huizen van het Nederlands, scholen voor volwassenenonderwijs, VDAB, verhuurders van sociale woningen. Momenteel werken het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, de VVSG en de Kruispuntbank Sociale Zekerheid er hard aan om ook met de OCMW’s (via de KSZ) gegevens uit te wisselen. Ook hierover gaat het samenwerkingsprotocol. Voor Monica De Coninck is deze informatie-uitwisseling een grote vooruitgang. Maar ze wijst er ook op dat zowel het OCMW als het onthaalbureau en de VDAB elkaar op de hoogte moeten houden van doorverwijzingen, het verloop van het traject of de uitreiking van het inburgeringsattest. Nieuw is ook dat nu het OCMW bepaalt of een oudkomer die ook OCMW-cliënt is nood heeft aan of baat heeft bij een inburgeringstraject. In dat geval verwijst het OCMW de persoon door naar het onthaalbureau naar analogie met de doorverwijzing van uitkeringsgerechtigde oudkomers door de VDAB. Om een inburgeringstraject te kunnen volgen moet de persoon zich aanmelden op het onthaalbureau voor een intake en screenings, het opstellen van het inburgeringscontract, de opvolging van de regelmatige deelname en, na regelmatige (80%) deelname, het af leveren van het inburgeringsattest. Nieuw is dat het OCMW en de VDAB in onderling overleg en in het belang van de klant zullen bepalen wie de loopbaanoriëntering zal verzorgen. Monica De Coninck en Fons Leroy pleiten voor een objectief instrument om na te gaan of iemand maatschappelijke oriëntatie nodig heeft, vooral omdat de nieuwe leermiddelen meer de klemtoon leggen op het werken aan vaardigheden, aan waarden en normen. Dat is vooral moeilijk te beoordelen bij oudkomers. De Vlaamse overheid ontwikkelt momenteel een test om na te gaan of er nog behoefte is aan MO. Als die test er is, kunnen potentiële inburgeringscliënten ervoor doorverwezen worden. Indien ze dan ook slagen voor NT2, blijft er enkel loopbaanoriëntering over, wat de afstemming van de verschillende trajecten meer haalbaar maakt. Het protocol heeft ook als belangrijke troef dat mensen die door het OCMW naar een onthaalbureau doorverwezen worden om een inburgeringstraject te volgen niet onder de sanctieregeling van inburgering vallen (het zogenaamde boetebesluit). Het OCMW behoudt de discretionaire bevoegdheid om te bepalen of iemand een sanctie uit de federale OCMW-regelgeving krijgt of niet. Ook wat uitkeringsgerechtigde oudkomers betreft, kan het verzaken aan de inburgeringsplicht tot gevolg hebben dat de VDAB de RVA inlicht (transmissie) wat tot schorsing van de uitkering kan leiden. Fons Leroy beklemtoont dat rechten en plichten onlosmakelijk verbonden zijn.

GERICHT OP DE TOEKOMST: ENERGIEBESPARING MET DE UITERST ZUINIGE REMEHA CONDENSATIEKETELS

Avanta de kleine krachtpatser Remeha

Quinta compact en sterk en nog sterker in cascade

Remeha

Gas 210 Eco Gas 310 Eco Gas 610 Eco...

PRO

voor de meest professionele installaties in middelgrote en grote projecten

Remeha

www.mampaey.be

J.L. Mampaey bvba Uitbreidingstraat 54 2600 Antwerpen Tel 03 230 71 06 - Fax 03 230 11 53 info@mampaey.be

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Adv_Mampaey_halveP.indd 1

1 december 2008 15-05-2008 LOKAAL 29 09:51:56


WERKVELD samenlevingsopbouw

Jouw kind groeit op in de wijk

LAYLA AERTS

Kroonjuweel van 25 jaar Samenlevingsopbouw Gent

Samenlevingsopbouw Vlaanderen twijfelt soms aan de rol die het opbouwwerk nog kan spelen wanneer ook onderwijsondersteuning door de lokale besturen wordt aangestuurd. Dat dit helemaal niet zo’n bedreiging vormt, bewijzen Samenlevingsopbouw Gent en de Gentse schepen van Onderwijs en Opvoeding Rudy Coddens. De stad ondersteunt sinds september het baanbrekende project ‘Jouw kind groeit op in de wijk’ in de wijk Sluizeke-Tolhuis-Ham. Voor de jarige organisatie een extra reden om te vieren. Marleen Devry

M

et de overdracht van Jouw kind groeit op in de wijk ziet Samenlevingsopbouw Gent vzw een van haar kinderen volwassen worden. Het succesverhaal begon in 1999 vanuit concrete wijkbehoeften als een traditioneel opbouwproject. Samenlevingsopbouw Gent vzw bewaakte daarbij de kansenbevorderende en participatieve aspecten. Nieuw was de samenwerking – netoverschrijdend nog wel – tussen onderwijs, welzijn en wijk. Die kreeg als School van de hoop meteen de steun van de Stichting Koningin Paola. In 2007 kwam de koningin zelfs op bezoek. In 2006 erkende het Vlaams ministerie van Onderwijs Jouw kind groeit op in de wijk als proefproject Brede School. Sindsdien fungeert het als een model voor Vlaanderen, al benadrukken de betrokkenen dat hun project niet zomaar overdraagbaar of overneembaar is. Daarvoor is het te sterk op maat van de wijk gegroeid. Maar een inspirerend praktijkverhaal is het zeker. Van in het begin was ‘de wijk verbinden’ en meer specifiek ‘een sterke band smeden tussen de scholen en de wijk’ het belangrijkste doel van de samenwerking. Geen wonder: een school is immers een van de weinige plaatsen waar gescheiden cul30 LOKAAL 1 december 2008

turele werelden elkaar per definitie ontmoeten. Die kans tot interculturele ontmoeting doortrekken naar de wijk, de directe leefomgeving van de kinderen, was daarom prioritair. Met toegankelijke en zichtbare activiteiten werd de participatie van de diverse bewoners en de betrokkenheid van de onderwijsinstellingen gestimuleerd: een eigen brochure, kinderbibliotheek

De kans tot interculturele ontmoeting van de school doortrekken naar de wijk, de directe leefomgeving van de kinderen, is prioritair. Baloe en activiteiten op woensdagmiddag. Het aanbod was erg gevarieerd: kleuterturnen en kleuterkoken, tapdans, circustechnieken, Picasso achterna, inlineskaten, muziek en theater. De


KLARE KIJK Opbouwwerk Het opbouwwerk slaat bruggen tussen bewoners en beleid en levert bouwstenen voor een duurzame samenleving. Naast huisvesting en armoedebestrijding staan ook arbeid, onderwijs, samenleven, sociale cohesie en veiligheid centraal in de projecten. De participatieve aanpak is de rode draad doorheen de werking. Het opbouwwerk geeft stem aan bewoners. Het werkt dus niet voor, maar met bewoners.

?

Gemeenten geven in het bindende gedeelte van het ruimtelijke structuurplan aan welke ruimtelijke uitvoeringsplannen zij zullen realiseren. De opmaak van de verschillende ruimtelijke plannen kan behoorlijk in de papieren lopen. Bovendien kan de gemeente na de goedkeuring van het structuurplan nog bijkomende ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken, bijvoorbeeld voor de afgifte van een planologisch attest voor een bedrijf dat zonevreemd is of zonevreemd wordt door uitbreiding. Na afgifte van een positief planologisch attest is de gemeente verplicht om op korte termijn een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken om die zonevreemdheid te verhelpen. Kunnen de kosten die de gemeente maakt vergoed worden? !

Samenlevingsopbouw Gent Samenlevingsopbouw Gent vzw startte in 1999 met Jouw kind groeit op in de wijk. De samenwerking tussen bewoners, wijkscholen en wijkorganisaties van de wijk Sluizeke-Tolhuis-Ham groeide uit tot een voorbeeldproject voor Brede School in Vlaanderen. De publicatie 9 jaar praktijkervaring kost 8 euro. U kunt ze bestellen bij jan.rooms@samenlevingsopbouw.be.

voor- en naschoolse kinderopvang en de kinderdagverblijven sloten aan bij het project. Ook het jeugdwerk, de Kinderfanfare en het Sportnetwerk. Later kwamen ook gevoeliger thema’s aan bod, de kwaliteit van het onderwijs in de wijk bijvoorbeeld. Op dit moment nemen behalve de ouders en andere wijkbewoners een resem partners deel: de leerkrachten uit de vier wijkscholen, studenten en docenten uit de lerarenopleiding – zij trekken voorlees- en vertelactiviteiten –, kinderverzorgers en groepswerkers van inloopteam De Sloep, preventiewerkers van Wijkgezondheidscentrum De Sleep, medewerkers van Baloe, vzw JONG, het Sportnetwerk van Buurtdiensten Gent Noord vzw en het Intercultureel Netwerk Gent, naast de Stedelijke Pedagogische Begeleidingsdienst. Allemaal zijn ze enthousiast over hun brede school. Voor de vrijwilligers van Baloe werd het project zelfs de spil van hun sociale leven. De kunst is nu om het vanuit de wijk blijvend te ‘voeden’. Dat gebeurt ook letterlijk. In 2007 werd vier maal een onderwijsontbijt geserveerd, met telkens een ander thema. In de toekomst waken de oudergroepen samen met Inloopteam De Sloep over de actieve participatie van de hele wijk. Samenlevingsopbouw Gent kan gerust zijn.

Mag een gemeente een vergoeding vragen voor de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan of BPA?

Het antwoord is ja en nee. Het college kan voor de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een subsidie aanvragen bij de Vlaamse overheid. De omvang van de subsidie hangt af van de problematiek waarvoor een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgesteld en de oppervlakte van het project. De subsidie varieert van 1000 euro voor kleine projecten op een lokaal bedrijventerrein of in de open ruimte tot maximaal 30.000 euro. Voor hetzelfde gebied kan maar één keer een subsidie worden aangevraagd en er kan ook maar één keer een subsidie worden verstrekt voor een ruimtelijk uitvoeringsplan betreffende zonevreemde bedrijven, woningen of sportterreinen. De totale kosten voor de opmaak of herziening van een ruimtelijk uitvoeringsplan worden dan ook bij lange na niet gedekt. Voor de opmaak van BPA’s (bijzondere plannen van aanleg) is in ieder geval niet langer een subsidie mogelijk. Sommige gemeenten vragen zich daarom af of zij een bijdrage mogen vragen aan derden die voordeel halen uit het ruimtelijke uitvoeringsplan. Indien een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt ten behoeve van één (zonevreemde) woning of bedrijf, is die vraag nog urgenter. Het antwoord is echter ’nee’, want ruimtelijke plannen worden opgesteld in het algemene belang. Het is niet redelijk om een beperkte groep op te laten draaien voor de kosten, zelfs niet als slechts één bedrijf zou profiteren van het nieuwe ruimtelijke uitvoeringsplan. In dat geval valt het individuele belang van het bedrijf samen met het algemene belang om dat deel van de gemeente op een goede wijze te ordenen. Het decreet ruimtelijke ordening biedt de mogelijkheid om het systeem van planbaten in te voeren. Dit systeem regelt dat in bepaalde gevallen bij een bestemmingswijziging een deel van de meerwaarde die door het plan voor de eigenaars ontstaat, wordt afgeroomd. Dit systeem is echter (nog?) niet van kracht en komt bovendien niet rechtstreeks ten goede aan de gemeente die het plan opstelt.

De stad Gent blijft zich als sterke promotor van wijkgericht onderwijsbeleid profileren. Gent telt inmiddels vier wijken met een project Brede School: Sluizeke-Tolhuis-Ham, Brugse Poort, SintAmandsberg en Nieuw Gent. Er zijn ook projecten in opstart in Ledeberg en de Bloemekenswijk.

Besl. Vl. reg. 20 oktober 2000 tot bepaling van de opmaak van de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke plannen van aanleg Antwoord van Dirk van Mechelen, Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening op vraag nr. 58 van 19 december 2007 van Eric Van Rompuy.

Marleen Devry is VVSG-stafmedewerker Flankerend Onderwijsbeleid

Stel uw vragen over ruimtelijke ordening aan xavier.buijs@vvsg.be

1 december 2008 LOKAAL 31


WERKVELD VEILIGHEID

DANIËL GEERAERTS

Relevante wetgeving • Artikel 119 bis en 119 ter van de Nieuwe Gemeentewet • KB van 7 januari 2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties • KB van 5 december 2004 houdende vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de gemeenteambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119 bis, § 6, tweede lid, 1° van de Nieuwe Gemeentewet • Wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119 bis van de Nieuwe Gemeentewet

Administratieve boetes zijn niet het enige middel in de strijd tegen overlast. Met een preventief en informatief beleid kan al veel kwaad voorkomen worden.

Steeds meer gemeenten binden de In meer dan de helft van de Vlaamse gemeenten is een politiereglement van kracht waarin overlastfenomenen expliciet strafbaar worden gesteld. Daarmee geven de lokale besturen aan dat ze kleine ergernissen als wildplassen, hondenpoep, vandalisme of sluikstorten niet langer tolereren. Hoog tijd dus voor een grondig onderzoek naar het hoe en waarom. Tom De Schepper

E

ind jaren negentig bleek uit de Veiligheidsmonitor – een algemene enquête bij de bevolking over onder meer de storende factoren in de hedendaagse leefomgeving – dat de burger zich veel meer stoort aan allerlei vormen van overlast dan aan de zware criminaliteit. In de loop van 1999 introduceerde de wetgever daarom de gemeentelijke administratieve sanctie, of kortweg GAS, een instrument dat de bestraffing van kleine overlastfenomenen

Onderzoeksrapport Een uitgebreide analyse van onze onderzoeksresultaten met meer cijfers en grafieken kunt u vinden op www.vvsg.be, knop veiligheid, gemeentelijk veiligheidsbeleid

32 LOKAAL 1 december 2008

verschoof van het gerechtelijke naar het bestuurlijke niveau. De parketten hadden immers te weinig tijd om die kleine dossiers te behandelen en de gemeenten zouden plaatselijke overlastfenomenen veel effectiever kunnen bestraffen. Tijdens de tien jaar dat de GAS van kracht zijn, werd de wet al meermaals aangepast en werden zowel op federaal als op Vlaams niveau nieuwe initiatieven genomen om tot een ruimere toepasbaarheid ervan te komen (zoals de depenalisering van parkeerinbreuken en de bestraffing van lichte afvalgerelateerde inbreuken). De afgelopen maanden voerde de VVSG bij de 308 Vlaamse steden en gemeenten een onderzoek uit naar de invoering en de toepassing van de administratieve geldboeten, in praktijk de meest toegepaste categorie van administratieve sancties.

Grote regionale verschillen Gemeenten zijn in principe vrij om het systeem van administratieve sancties in te voeren op hun grondgebied. Op 1 juli 2008 had iets meer dan de helft (52%) van de Vlaamse gemeenten overlastfenomenen opgenomen in het politiereglement, al zijn de meeste gemeenten er pas na een aantal wijzigingen aan de GAS-wet in 2005 mee begonnen. Opvallend is ook dat tijdens het najaar van 2008 de invoering of actualisering van een overlastreglement in heel wat gemeenten op de politieke agenda stond. Begin 2009 zullen ongeveer zeven op de tien Vlaamse gemeenten GAS ingevoerd hebben, de resterende gemeenten beschikken meestal over te weinig capaciteit op administratief of personeel vlak om de GAS-wet te kunnen toepassen. Geografisch valt op dat vooral gemeenten in de provincies Vlaams-Brabant en OostVlaanderen werk gemaakt hebben van de invoering van administratieve geldboetes. Het zijn tot op heden dan ook de enige twee provincies waarin gemeenten de behandeling van de overlastdossiers kunnen uitbesteden aan de provinciale overheid, tegen een vaste dossierprijs weliswaar. Maar ook in Antwerpen hebben gemeen-


ten zich verenigd in de strijd tegen overlast, op het niveau van de politiezone of via de intercommunale IGEAN. Vooral in Limburg en West-Vlaanderen brandt de GAS-lamp op een laag pitje. Meestal liggen afspraken met het parket op het vlak van het gerechtelijk arrondissement of verder overleg in de politiezone aan de basis van die lage invoering. We merken op dat vooral residentiële en verstedelijkte gemeenten (zoals Brasschaat) GAS gebruiken en landelijke en agrarische gemeenten (Spiere-Helkijn bijvoorbeeld) minder prioriteit maken van de invoering van het systeem. Boontje komt niet altijd om zijn loontje We gingen bij ons onderzoek niet enkel na hoeveel gemeenten gebruik maken van de geldboeten, maar eveneens in welke mate de toepassing van de wet vruchten afwerpt. Daarvoor ondervroegen we de

bemiddeling tot herstel van de schade (hoewel die verplicht is voor daders tussen 16 en 18 jaar), het schriftelijke of mondelinge verweer en de mogelijkheid tot beroep bij de gewone rechtbanken. Ver-

In Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen kunnen gemeenten de behandeling van de overlastdossiers uitbesteden aan de provinciale overheid. der merken we ook op dat de geldboete in de meeste gevallen op tijd betaald wordt, wellicht omdat ze overwegend aan de lage kant is (minder dan 62,50 euro) of omdat de daders hun inbreuken niet (kunnen) ontkennen.

strijd aan tegen overlast gemeentelijke, zonale en provinciale ambtenaren die bevoegd zijn voor het opleggen van de administratieve boetes (de zogenaamde sanctionerende ambtenaren). Ongeveer de helft van de overlastdossiers in Vlaanderen blijkt uit te monden in een geldboete. Opvallend is dat dossiers die behandeld worden in zonale samenwerkingsverbanden veel meer resulteren in een sanctie dan bij gemeenten die zelfstandig een overlastbeleid voeren (met uitzondering dan van vooral grotere steden zoals Antwerpen of Oostende waar eveneens veel dossiers uitmonden in een boete). Hoewel bijna alle gevallen (90%) van overlast vastgesteld worden door de politie (ambtenaren en agenten van politie), blijken de gemeenten ook geleidelijk aan meer gebruik te maken van gemeenschapswachten-vaststellers om de vaststelling te mogen doen (ongeveer 5%). Zelfs wanneer een inbreuk vastgesteld werd – vrij vaak blijkt de dader immers onbekend te zijn of blijkt het proces-verbaal vormgebreken te bezitten – staan er voor de dader nog allerlei mogelijkheden open om zijn rechten te vrijwaren. Toch zien we dat in de praktijk maar weinig gebruik gemaakt wordt van de facultatieve

ressant na te gaan welke inbreuken men in de toekomst graag met geldboetes wil beteugelen. In de meeste gevallen gaat het om sterk plaatsgebonden overlastfenomenen zoals een bedelverbod, maar ook hier

Vooral vandalisme, geluidshinder en vervuiling Wanneer we een blik werpen op de aard van de inbreuken, dan merken we op dat de meeste dossiers betrekking hebben op geluidsoverlast (zowel dag- als nachtlawaai) en milieugerelateerde inbreuken waarvan vervuiling, sluikstorten en het achterlaten van sigarettenpeuken of drankblikjes de belangrijkste zijn. Maar ook de eerder typische overlastfenomenen zoals hondenpoep en wildplassen blijven een prominente plaats innemen in dit lijstje. Opvallend is wel dat bijna een vierde van de inbreuken onder de noemer ‘gemengde inbreuken’ valt. Dat zijn vrij ernstige overlastfenomenen (zoals vandalisme en nachtlawaai) die de gemeente enkel met een administratieve geldboete kan beteugelen indien het parket daartoe groen licht geeft. Verder is het ook inte-

zien we dat milieugerelateerde overlast boven aan de verlanglijstjes staat. Geen wondermiddel Hoewel steeds meer gemeenten een beroep doen op GAS en de meeste sanctionerende ambtenaren het systeem positief beoordelen, blijven er knelpunten bestaan. Vooral voor kleinere gemeenten is het niet gemakkelijk om zelfstandig een overlastbeleid te voeren. Daarom dringt bovenlokale ondersteuning (in de vorm van zonale of provinciale samenwerkingsverbanden) zich steeds meer op. Andere gemeenten vinden dan weer dat de voordelen van de GAS-wet niet opwegen tegen de nadelen ervan. Administratieve boetes mogen dan ook niet beschouwd worden als het enige middel in de strijd tegen overlast; bepaalde gemeenten bereiken hetzelfde effect immers met een belasting- of retributiereglement. Door eerst een preventief en informatief beleid (met bijvoorbeeld sensibilisatie over sluikstorten) te voeren en dan pas een repressief, kan al veel kwaad voorkomen worden. Toch lijken administratieve geldboetes een flexibel instrument waarmee een lokaal bestuur snel kan inspelen op plaatselijke overlastfenomenen, wat het onbehagen bij vele burgers kan wegnemen. Tom De Schepper is medewerker bij het Team Veiligheid van de VVSG

Handboek Gemeentelijke Administratieve Sancties Alle onderzoeksresultaten werden uitgebreid toegelicht in een handige aanvulling op het losbladige Handboek Gemeentelijke Administratieve Sancties dat uitgegeven werd bij uitgeverij Politeia. www.politeia.be, integrale veiligheid

1 december 2008 LOKAAL 33


Gemeentelijke administratieve sancties

Hoe overlast aanpakken?

Marian Verbeek en Koen Van Heddeghem

De wet van 13 mei 1999 heeft tot doel om overlastvormen via de weg van de administratieve sancties aan te pakken. Deze gemeentelijke administratieve sancties zijn immers voor elke gemeentelijke overheid een belangrijk instrument in de strijd tegen overlast. In de praktijk bleek deze wet niet bruikbaar. Daarom is deze wet in 2004 ingrijpend gewijzigd. Bovendien verscheen in januari 2005 omzendbrief OOP 30bis aangaande de uitvoering van gemeentelijke administratieve sancties. Heel wat gemeenten, mandatarissen en ambtenaren, stellen zich echter vragen over het toepassingsgebied van de wet, over de positie van de ambtenaar, over de aansluiting bij het politiebeleid en de capaciteit van de politiediensten. Kan de gemeente nachtlawaai administratief beboeten? Wie kan gemeentelijke administratieve sancties opleggen en wie mag de inbreuken vaststellen? In welke gevallen kan de gemeente diefstal zelf bestraffen? Wat is de rol van het parket in deze procedure? Onder welke voorwaarden kunnen leden van de gemeenschapswacht inbreuken vaststellen in het kader van de GAS? Kan een gemeen-

Bestelkaart

schapswacht-vaststeller het identiteitsbewijs van een overtreder opvragen? Op deze en tal van andere vragen geeft dit praktijkhandboek een antwoord. Het losbladig handboek is bedoeld voor de gemeentelijke mandataris die de mogelijkheden van de gemeentelijke administratieve sancties wil nagaan, voor het college dat de maatregelen wil toepassen maar ook voor de individuele ambtenaar die de vaststellingen moet doen. De bijgevoegde modellen zorgen ervoor dat het systeem van de administratieve sancties op een correcte en efficiënte manier kan geïntegreerd worden in het gemeentelijke beleid tegen overlast. Dankzij de geregelde actualisaties beschikt u ook in de toekomst over up-to-date informatie. Kortom, een handige gids voor iedereen die van ver of dichtbij betrokken is bij de toepassing van de gemeentelijke administratieve sancties in een gemeente.

Stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, fax 02 289 26 19

JA, ik bestel … ex. van Gemeentelijke administratieve sancties ❏ Mijn bestuur is lid van de VVSG dus ik betaal 75 euro per uitgave* ❏ Ik behoor niet tot een organisatie die lid is van de VVSG dus ik betaal 85 euro/uitgave*

Naam Functie Bestuur/Organisatie E-mail Adres

* Het ‘Handboek gemeentelijke administratieve sancties’ is een losbladige uitgave van de VVSG en Politeia en wordt meermaals per jaar aangevuld. Bestellen kan op www.politeia.be, door te mailen naar info@politeia.be of te faxen naar 02 289 26 19. De prijs bedraagt 75 euro, niet VVSG-leden betalen 85 euro. De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd aan 0,46 euro per pagina tot schriftelijke wederopzegging. Deze prijzen zijn inclusief btw maar exclusief verzendkosten.

BTW Datum Handtekening

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Tel.


DE DONDERDAG

‘Overlast is een probleem waarmee heel veel stadsbewoners vroeg of laat te maken krijgen. En mensen appreciëren enorm dat zij daarover worden gehoord.’

8.30 Vanmorgen vergader ik eerst met mijn collega’s van het begeleidingsteam van Normstelling En Responsabilisering naar aanleiding van Overlast (NERO), een stedelijk overlastproject voor minderjarigen en hun ouders. Binnen het project hou ik mij vooral bezig met de bemiddeling tussen minderjarige overlastplegers en hun benadeelden. Deels coach ik nog mijn collega’s op het vlak van begeleiding van overlastplegers – een vroeger onderdeel van mijn werk, dat zij mettertijd volledig zullen overnemen. Nu bespreken we welke acties we voor de lopende dossiers zullen ondernemen. Wat ik doe voor dit programma maakt deel uit van mijn werk als GAS-bemiddelaar, een functie die ik sinds 2007 voltijds bekleed in het kader van het federale grootstedenbeleid. NERO is echter een specifiek Mechels programma; GASbemiddelaar ben ik voor het hele arrondissement, en niet alleen voor jongeren. Mechelen is momenteel mijn standplaats, en een paar dagen per maand breng ik ook in Lier door. Maar vanaf januari breidt mijn actieterrein uit naar alle dertien gemeenten van het arrondissement. 10.00 De vergadering gaat nog even door.

We bereiden de presentatie voor die we volgende week tijdens een overlegplatform voor scholen brengen. Ook het parket, de jeugdbrigade en de preventiedienst zullen daar aanwezig zijn. Als gemeentelijk overlastinstrument is NERO uniek omdat het zich ook tot de min-zestienjarigen richt, die wettelijk buiten het toepassingsgebied van de GAS vallen. Deze leeftijdsgroep vormt nochtans een belangrijke categorie van overlastplegers. Ik ben er trots op dat ik dit project inhoudelijk mee heb uitgewerkt. Met NERO kunnen we een relevant praktijkvoorbeeld bieden aan andere steden en gemeenten. De prijs die we er onlangs voor

ontvingen, heeft het project in ieder geval meer bekendheid gegeven. Dat is een goede zaak. In de toekomst willen we het kwalitatief nog verbeteren, onder meer met vormingspakketten in verband met sociale vaardigheden op maat van jongeren en hun ouders.

11.30 Nu staan er een aantal telefoonge-

sprekken voor GAS-bemiddelingsdossiers op het programma. Zo bemiddel ik in een dossier van geluidsoverlast tussen de uitbater van een café en zijn bovenbuur, wiens nachtrust door het café wordt verstoord. De uitbater zoekt naar een betaalbare technische oplossing. Ik bel de bovenbuur om die informatie over te brengen. Lawaaihinder en sluikstorten komen het vaakst voor in overlastdossiers. Maar ik bemiddel evengoed bij gevallen van wildplassen bijvoorbeeld: in uitgaanszones en bij voetbalstadions is dat een ernstig probleem. Toch is elk individueel dossier anders, omdat elke mens anders is. Dat maakt mijn werk zo boeiend, het verveelt nooit. Als GAS-bemiddelaar moet je neutraal blijven. Je brengt de betrokken partijen bijeen maar je mag zelf geen oplossingen aanreiken. De uitdaging is om de voorwaarden te scheppen waaronder de partijen zelf tot een vergelijk kunnen komen. Overlast is een probleem waarmee heel veel stadsbewoners vroeg of laat te maken krijgen. En mensen waarderen enorm dat zij daarover worden gehoord. Benadeelden, maar ook daders staan positief tegenover de bemiddeling: voor de enen werkt die ventilerend, voor de anderen sensibiliserend.

13.30 Vergadering met het hele NEROteam en het wijkondersteuningsteam van de politie, dat voor de doorstroming van de overlastdossiers met minderjarigen zorgt. Dit gebeurt regelmatig, vooral wanneer er nieuwe

collega’s tot het wijkondersteuningsteam toetreden. Aan hen geven we de nodige feedback over de werking van onze dienst, we leggen uit wat er binnen het begeleidingstraject van NERO met de dossiers gebeurt – zonder daarbij in te gaan op de inhoud van individuele dossiers, ook wij moeten discreet blijven. We vinden het belangrijk dat de collega’s van de politie ook het preventieve aspect van ons programma leren kennen.

15.00 Ik stel een GAS-bemiddelingscontract op tussen een jongere bewoner en zijn buren, die geluidsoverlast van hem hebben ondervonden. Daarna contacteer ik ook de betrokken partijen om hen rond de tafel te brengen. Zo’n overeenkomst vormt de eindfase van de bemiddelingsprocedure, die overigens steeds vrijwillig is – ze moet worden opgezet op initiatief van de betrokkenen, en het gebeurt nog vaak dat die niet ingaan op het bemiddelingsaanbod. Doen ze dat wel, dan is het resultaat vrijwel altijd positief. De overlastpleger gaat dan een verbintenis aan: hij biedt bijvoorbeeld zijn excuses aan, stemt in met een informatief gesprek, of stelt voor om de aangerichte schade mee te herstellen. Ik voeg een nota met de uitkomst van de bemiddeling toe aan het dossier van de sanctionerende ambtenaar, die daar rekening mee mag houden bij het bepalen van de boete. 16.30 Over enkele weken is het zover:

dan wordt de GAS-bemiddeling naar het hele arrondissement uitgebreid. Er is al veel voorbereidend werk gebeurd. Met de twee sanctionerende ambtenaren bekijk ik wat we tot dan nog kunnen doen ter promotie van dit belangrijke bestuurlijke instrument bij de gemeenten. Ik verheug me er alleszins op om met al die nieuwe gemeentediensten te gaan samenwerken. I PP 1 december 2008 LOKAAL 35

POL DESPEGHEL

Cheryl Keepers, bemiddelaar gemeentelijke administratieve sancties, arrondissement Mechelen


EEN KLEINE INVESTERING EEN GROTE ENERGIEBESPARING

ISOLEER DE LEGE SPOUWMUREN VAN UW BESTAAND PATRIMONIUM. KIES VOOR EEN SYSTEEM MET MEER DAN 30 JAAR PROBLEEMLOZE ERVARING.

MUROTHERM is glaswol voor het na-isoleren van bestaande spouwmuren, en bestaat uit droog ingeblazen vlokken Isover-glaswol. MUROTHERM is waterafstotend, krimpt niet en heeft een constante en goede isolatiewaarde. Door zijn unieke concept geeft MUROTHERM uw gebouw een aanzienlijk verbeterd comfort-gevoel. En wellicht nog belangrijker: het energiepeil daalt aanzienlijk. Dat heeft niet alleen effect op het energiecertificaat, maar minstens even belangrijk, het betekent ook een merkbare vermindering op de energiefactuur. Bovendien voorzien de netbeheerders voor deze ingreep mooie premies!

Q

quality THERMISCHE ISOLATIE Dankzij de specifieke eigenschappen van glaswol, kan probleemloos de volledige spouw gevuld worden, zonder enig vochtrisico. Hierdoor wordt de beschikbare ruimte optimaal benut voor de isolatie. Bovendien is Murotherm uitermate stabiel, waardoor de goede thermische isolatie door de jaren heen perfect behouden blijft.

AKOESTISCHE PRESTATIES Glaswol kent zeer gunstige geluidsabsorberende eigenschappen en draagt daardoor dus merkbaar bij aan het akoestisch isoleren van uw buiten- of binnengevels. Lichte holle binnenwanden (bijvoorbeeld holle gipskartonwanden) die alle geluid doorlaten, dempen de geluiden merkbaar na het vullen met Murotherm.

KWALITEITSGARANTIE Een spouwmuur is een delicaat bouwonderdeel. Vooraleer de isolatiewerken aangevangen worden, wordt het gebouw door een specialist beoordeeld op zijn hygro-thermisch gedrag. Indien het gebouw geschikt is voor na-isolatie, is het een gespecialiseerd team dat dit werk komt uitvoeren..

binnenmuur MUROTHERM buitenmuur Murotherm wordt ingeblazen

THIERS-HORIZON

WWW.THIERS-HORIZON.BE

BRECHTSEBAAN 116 2900 SCHOTEN T 03 658 68 61 F 03 658 55 72 INFO@THIERS-HORIZON.BE

HOORNSTRAAT 22A 8730 BEERNEM T 050 79 04 11 F 050 79 04 16 BEERNEM@THIERS-HORIZON.BE

WWW.ALBITUM.BE

TOMBRUGSTRAAT 7 8850 ARDOOIE T 051 59 14 77 F 070 22 05 76 ARDOOIE@ALBITUM.BE

MOESTOEMAATHEIDE 35 2440 GEEL T 014 57 42 50 F 014 57 42 57 GEEL@ALBITUM.BE


LAYLA AERTS

WERKVELD MILIEUBELEID

Oostende zet in op energiebesparing Autonoom gemeentebedrijf verstrekt renteloze leningen Inwoners van Oostende kunnen een renteloze lening krijgen voor energiebesparende ingrepen aan hun woning. De stad heeft daartoe het autonome gemeentebedrijf Energiebesparing Oostende opgericht. In de eerste negen maanden van het jaar werden al 182 aanvragen goedgekeurd voor een totaalbedrag van 1,35 miljoen euro. Bart Van Moerkerke

I

n maart 2006 richtte de federale overheid het FRGE op, het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost. De doelstelling van dit Fonds is de energiekosten in woningen terug te dringen door renteloze leningen te verstrekken aan particulieren die structurele energiebesparende maatregelen nemen. Bijzondere aandacht gaat naar sociaal kwetsbare doelgroepen: mensen met een beperkt inkomen of een vervangingsinkomen, mensen in schuldbemiddeling of budgetbegeleiding. Het Fonds stelt de leningen niet zelf ter beschikking, dat doet een lokale entiteit die door de gemeente is aangeduid in overleg met het OCMW. Deze entiteit moet rechtspersoonlijkheid hebben om

het verstrekken en beheren van leningen zo soepel mogelijk te laten verlopen. Gemeente of OCMW kan dus zelf niet als lokale entiteit fungeren.

werd op 24 maart 2007 opgericht en draait sinds begin dit jaar op volle toeren. Even terzijde, het was ook het eerste autonome gemeentebedrijf dat onder de regels van het nieuwe gemeentedecreet in het leven werd geroepen. Groot succes Om hun samenwerking te bezegelen sloten het federale Fonds en het AG EOS een raamovereenkomst af. Het autonome gemeentebedrijf zorgt ervoor dat jaarlijks minstens 200 woningen worden gereno-

Oostende is voorlopig de enige stad in Vlaanderen die een lokale poot van het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost heeft. Oostende is voorlopig de enige stad in Vlaanderen die zo’n lokale poot van het FRGE heeft. Het autonome gemeentebedrijf Energiebesparing Oostende (AG EOS)

veerd in Oostende. Het verbindt er zich ook toe dat minstens 12,7 procent van de leningen naar sociaal kwetsbare doelgroepen gaan en het begeleidt die mensen. Het 1 december 2008 LOKAAL 37


WERKVELD MILIEUBELEID

Fonds stelt het kapitaal voor de renovaties ter beschikking van het autonome gemeentebedrijf en levert modelcontracten. Tom Germonpré is de Oostendse schepen voor Energiebesparing. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van het autonome gemeentebedrijf en lid van het directiecomité. ‘Eind september waren 182 aanvragen voor een renteloze lening goedgekeurd, 15 procent ging naar mensen uit kwetsbare doelgroepen. De 182 leningen zijn goed voor een bedrag van 1,35 miljoen euro. Dat wil zeggen dat de mensen gemiddeld ongeveer 7000 euro lenen, minder dus dan het maximumbedrag van 10.000 euro. Via het FRGE hebben we jaarlijks twee miljoen euro ter beschikking. Dat is voldoende voor minstens tweehonderd woningen. In de praktijk zullen het er iets meer zijn. De som die mensen lenen, hoeft niet in één keer opgenomen te worden. Ze kunnen hun investeringen spreiden in de tijd maar de renteloze lening is beperkt tot in totaal 10.000 euro. Het geleende bedrag wordt over een periode van vijf jaar terugbetaald.’ Woning gescand Een noodzakelijke voorwaarde om een renteloze lening te krijgen is een gratis energiescan van de woning. Het autonome gemeentebedrijf heeft twee energiescanners in dienst die bij geïnteresseerde inwoners langsgaan. Tom Germonpré: ‘Het bezoek van de deskundige moet garanderen dat de meest renderende investeringen gebeuren. Het heeft geen zin zonnepanelen te plaatsen als het dak niet geïsoleerd is. Daarom loopt de energiescanner samen met de bewoners door het hele huis. Hij geeft meteen enkele eenvoudige energiebesparende tips, want kleine gedragsveranderingen en kleine investeringen leveren al veel energiewinst op. Een wijziging in gedrag kan makkelijk voor een besparing van tien procent zorgen.’ Twee weken na het eerste bezoek meldt de man van het autonome gemeentebedrijf zich opnieuw met een rapport vol mogelijke maatregelen. Daarin staan de kleine investeringen, zoals het isoleren van verwarmingsbuizen of het gebruik van spaarlampen, met een korte terugverdientijd. Dikwijls hebben de bewoners in de periode tussen het eerste en het tweede bezoek van de deskundige al enkele van die eenvoudige ingrepen uitgevoerd. Het rapport vermeldt ook grote investeringen met een langere terugverdientijd. Voor die ingrepen kan het autonome gemeentebedrijf 38 LOKAAL 1 december 2008

een renteloze lening toestaan. De top vier van de grote ingrepen waarvoor een lening wordt aangevraagd is, in deze volgorde: hoogrendementsglas, een condenserende ketel, dakisolatie, zonnepanelen. Voor eigenaars en huurders Iedereen die bereid is te investeren in de energiezuinigheid van zijn woning kan een lening krijgen. Zowel mensen die een nieuwe woning bouwen, als verbouwers komen in aanmerking. Is de verbouwer eigenaar van de woning en behoort hij niet tot een kwetsbare doelgroep, dan is de procedure zeer eenvoudig. Het AG EOS bezorgt de eigenaar een lijst van aanne-

pen. Natuurlijk is het van groot belang dat zij hun energieverbruik binnen de perken houden. Als zij hun gedrag wijzigen en meer energie gaan verbruiken, dan zijn alle inspanningen nutteloos. Daarom heeft het autonome gemeentebedrijf een energiecoach in dienst die regelmatig bij hen langsgaat en hen begeleidt in het beheren van hun energiefactuur.’ Energiecafé Het autonome gemeentebedrijf zit niet te wachten tot de aanvragen voor een lening binnenkomen, het treedt zelf naar buiten. Een opvallend en efficiënt kanaal is de organisatie van een energiecafé per

De top vier van de grote ingrepen waarvoor een lening wordt aangevraagd is, in deze volgorde: hoogrendementsglas, een condenserende ketel, dakisolatie, zonnepanelen. mers. Hij vraagt zelf de offertes aan en bezorgt die aan het autonome gemeentebedrijf. Dat onderzoekt de kredietwaardigheid van de lener en oordeelt of het de lening kan toestaan. Is alles in orde, dan betaalt de eigenaar maandelijks een vaste som terug zodat de lening na vijf jaar is afgelost. Wil een huurder energiebesparende verbouwingen uitvoeren aan de woning, dan ligt de zaak iets moeilijker. Dan zijn er goede afspraken nodig met de eigenaar van de woning over wie welk deel van de afbetaling voor zijn rekening neemt, over wat er gebeurt als de eigenaar de woning verkoopt. In beide gevallen – eigenaar of huurder – stelt het FRGE modelcontracten ter beschikking van het autonome gemeentebedrijf. ‘Bij mensen uit sociaal kwetsbare doelgroepen is de begeleiding door het autonome gemeentebedrijf veel intensiever,’ legt schepen Germonpré uit. ‘Zij hebben soms al een schuldenprobleem en daarom zou het niet verstandig zijn hun een lening toe te staan. Dat betekent dat EOS zelf als bouwheer kan optreden en ingrepen aan de woning uitvoert, waarbij het zich toespitst op investeringen die zichzelf op een niet al te lange termijn terugverdienen. De afspraak is dat de bewoners maandelijks het bedrag terugbetalen dat zij besparen op hun energiefactuur. Zo geven zij geen euro meer uit dan vóór de energie-ingre-

stadswijk. Na Raversijde kwam op 27 september 2008 de volkswijk Westerkwartier aan de beurt. Alle negenduizend inwoners van de wijk werden uitgenodigd voor het energiecafé in het Technisch Instituut. Achter de naam café gaat een kleine energiebeurs schuil, waar iedereen een overzicht krijgt van de verschillende methodes om energie te besparen. Het autonome gemeentebedrijf en de stad zijn uiteraard aanwezig met alle mogelijke informatie. Bezoekers kunnen er meteen een afspraak maken met een van de energiescanners. Fabrikanten en installateurs tonen er hun producten. Het is een heel praktisch gericht evenement. In de loop van de volgende jaren moeten alle wijken van Oostende het café op bezoek krijgen. Naast de energiebeurs worden de klassieke kanalen ingezet, zoals het stedelijke informatieblad, de website, de plaatselijke pers. Via het OCMW en de socialehuisvestingsmaatschappijen worden ook sociaal kwetsbare doelgroepen bereikt. ‘Als we zien dat het aantal aanvragen voor een energiescan daalt, levert een klein artikeltje in een lokale krant onmiddellijk resultaat op,’ zegt Tom Germonpré. ‘Het was onze doelstelling om zeshonderd scans per jaar uit te voeren. Dat aantal hebben we nu al overschreden. We zaten eind september aan 752. Daarvan worden er 257 door Eandis betaald, dat is opgelegd door het energiedecreet, de rest is voor rekening van EOS.’


PRAKTIJK

Stad investeert fors Bij het AG EOS werken momenteel vijf mensen: een directeur, twee scanners, een energiecoach en iemand die de leningen beheert. Het autonome bedrijf vindt voorlopig onderdak in het stadhuis, er wordt uitgekeken naar een pand dat energiezuinig kan worden ingericht. De stad Oostende levert met een subsidie van 250.000 euro ongeveer 70 procent van de middelen van EOS. Het FRGE schiet het bedrag van de leningen voor en komt ook tussen in de kosten voor het beheer van de leningen. Eandis betaalt, zoals gezegd, een deel van de energiescans. De raad van bestuur van het autonome gemeentebedrijf bestaat uit twaalf leden, de samenstelling weerspiegelt de politieke verhoudingen in de gemeenteraad. Voorzitter is de schepen bevoegd voor energie. Het directiecomité telt zeven leden, vier politici en drie experts. De specialisten zijn de directeur van het AG, een jurist en een energiedeskundige.

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

IGEMO - Sinds oktober overhandigen tien gemeenten uit de Mechelse regio een duurzaam blik als welkomstgeschenk aan elke nieuwe inwoner. Dit gadget is een idee en een realisatie van IGEMO. De vennootgemeenten willen immers werk maken van duurzaam gemeentelijk beleid.

Een duurzaam blik als welkomstgeschenk ‘Met dit hebbeding verwelkomen en sensibiliseren de gemeenten hun nieuwe inwoners op een originele manier met de nadruk op duurzamer leven,’ vertelt Walter Laurent van IGEMO. ‘Een aantrekkelijk bedrukt blik met woordspelingen en leuke tekeningen van onze huisvormgever Bas Kok is gevuld met veertien gadgets die een blik op een duurzame toekomst werpen. Elk ingrediënt zet je aan om je dagelijkse gewoonten af te stemmen op een duurzame levenswandel en toekomst. Een groente- en fruitkalender vertelt je waarom je het best seizoensgroenten en -vruchten eet en wanneer dat dan is, een pocketboodschappentas helpt je bij afvalarm winkelen, het microvezeldoekje leert je schoonmaken met weinig water en schoonmaakmiddelen. De bijsluiter bevat uitleg over elk object en een cd-rom geeft op een speelse manier nuttige tips over milieuvriendelijk leven en wonen. Door de grote oplage is dit relatiegeschenk betaalbaar en past het binnen de gangbare prijzenpolitiek op de gadgetmarkt. We schakelden ook de dichtbij gelegen socialetewerkstellingsplaats Arbeidszorg van het OCMW in om de 6500 blikken te vullen.’ Vorige zaterdag overhandigden burgemeester Eddy Vercammen en schepen van Milieu Bert De Keyser van SintKatelijne-Waver met plezier de eerste

GF

Ook voor stadsgebouwen Behalve voor particuliere woningen wil EOS ook een energiebesparende rol spelen voor openbare gebouwen, te beginnen met de stadsgebouwen. Tom Germonpré: ‘Met de eerste stap zijn we volop bezig, dat is werken op het gedrag. Dat is altijd de ingreep met het hoogste rendement. Een interne campagne in het stadhuis heeft geleid tot een gemiddelde daling van het energieverbruik met tien procent. Ik had dit resultaat niet verwacht in het stadhuis, een gebouw dat toch van niemand persoonlijk is. De volgende stap is nu kleine ingrepen uitvoeren, later kunnen dan de grote investeringen volgen.’ ‘In een van onze andere stadsgebouwen, dat heel slecht scoort, is de opdracht voor een energie-audit door een extern bureau klaar. En we zijn ook energieprestatiecontracten aan het voorbereiden, naar het voorbeeld van de stad Berlijn. Zo’n contract is een overeenkomst tussen de stad en een gespecialiseerd bureau voor energiebesparende ingrepen. Daarin wordt vastgelegd dat het de verantwoordelijkheid van het bureau en de aannemer is als de voorgespiegelde energiebesparing niet wordt gehaald. Zo willen we vermijden dat we allerlei investeringen doen zonder dat de energiefactuur daalt.’

WERKVELD WERKGELEGENHEIDSBELEID

Een blik boordevol duurzame gadgets moet nieuwe inwoners van de tien vennootgemeenten van IGEMO aanzetten om het milieubeleid mee te ondersteunen.

45 blikken aan nieuwe inwoners. Met dit welkomstgeschenk willen niet alleen Sint-Katelijne-Waver maar ook Putte, Berlaar, Lier, Duffel, Sint-Katelijne-Waver, Bonheiden, Mechelen, Willebroek, Bornem en Sint-Amands hun duurzame accenten en afspraken aan de nieuwe inwoners bekend maken. Deze gemeenten hopen hun nieuwe inwoners er ook toe aan te zetten hun duurzame beleid mee te ondersteunen. Inge Ruiters

ii Walter Laurent, medewerker doelgroepenbeleid IGEMO, Intergemeentelijke vereniging voor ontwikkeling van het gewest Mechelen en omgeving, T 015- 29 47 62, walter.laurent@igemo.be, www.igemo.be 1 december 2008 LOKAAL 39


De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw zoekt een

Stafmedewerker m/v voor het steunpunt landelijke regio’s en middelgrote steden Ter versterking van haar ledenwerking wenst de VVSG een steunpunt landelijke regio’s en middelgrote steden op te richten met als doel de VVSG in de landelijke regio’s sterker uit te bouwen als een ledenvereniging die via veelvuldige structurele contacten met de leden (gemeenten, OCMW’s, politiezones) en met de bestaande regionale samenwerkingsverbanden de belangenbehartiging voor het lokale bestuursniveau met een groter draagvlak van onderuit kan realiseren. Functie - Je coördineert de werking van de VVSG op het lokale terrein. - Je fungeert als front-office waarbij je een beroep kunt doen op gespecialiseerde medewerkers in Brussel. - Je volgt op de voet de ontwikkelingen op lokaal niveau. - Je neemt deel aan regionale contactvergaderingen van secretarissen, burgemeesters, OCMW-voorzitters, intercommunales, Resoc’s en Logo’s. - Je werkt samen met de bestaande regionale samenwerkingsverbanden. - Je legt contacten met besturen die vanuit Brussel niet bereikt worden. Profiel - Je hebt een universitair diploma – bij voorkeur in de richting publiek management, bestuurskunde en/of politieke en sociale wetenschappen of gelijkwaardig door ervaring. - Je hebt kennis van en ervaring met de werking van de lokale besturen in al zijn vormen. - Je hebt de feeling om te werken in de politieke omgeving van lokale besturen in Vlaanderen. - Je kunt zelfstandig werken, neemt graag initiatief en je bent sterk in communicatie en netwerking. - Je bent stressbestendig, enthousiast en flexibel. - Je hebt een praktische kennis van informaticatoepassingen. - Je bent in het bezit van een rijbewijs B en bent bereid om je veel te verplaatsen. Aanbod Een contract van onbepaalde duur, een aangepast loonpakket en een werkomgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan. Detachering vanuit een lokaal bestuur is mogelijk. Interesse? Sollicitaties met cv stuur je bij voorkeur per e-mail tot 10 december 2008 naar Hildegarde.Merckx@vvsg.be.

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website Inlevering van personeelsadvertenties voor: Lokaal 1 (10 tot 31 januari 2009): 11 december 2008 Lokaal 2 (1 tot 15 februari 2009): 12 januari 2009 Informatie: Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

40 LOKAAL 1 december 2008

Het OCMW-Dilbeek organiseert een niet-vergelijkende selectieprocedure met het oog op de aanwerving van een

OCMW-ontvanger

m/v

voltijds statutair Functieprofiel De ontvanger geeft leiding aan en coördineert de medewerkers van de financiële dienst. Hij plant, organiseert, coördineert en volgt de dagelijkse activiteiten van de dienst Financiën op en draagt bij tot de voorbereiding van beleidsbeslissingen, -voorstellen en -adviezen, teneinde efficiënt en effectief de realisatie van het strategische beleid van het OCMW (financieel) te helpen verzekeren, rekening houdend met de vooropgestelde kwaliteitsnormen. Aanwervingsvoorwaarden - Belg zijn - de burgerlijke en politieke rechten genieten - van onberispelijk gedrag zijn - aan de dienstplichtwetten voldoen - de vereiste lichamelijke geschiktheid bezitten - houder zijn van een diploma of getuigschrift dat toegang geeft tot het niveau A (licentiaats- of masterdiploma of gelijkgesteld) - minimaal vier jaar relevante beroepservaring hebben - slagen in een selectieprocedure. Meer informatie met betrekking tot de diplomavoorwaarden, functiebeschrijving en selectieprocedure kunt u bekomen op www.ocmw-dilbeek.be en bij de personeelsdienst van het OCMW-Dilbeek, T 02-568 08 95, sonja.timmermans@ocmw-dilbeek.be. Kandidaatstelling Stuur ten laatste op 19 december 2008 per post uw gemotiveerde kandidatuur samen met het inschrijvingsformulier (te downloaden op hogervermelde website) en een kopie van het vereiste diploma naar het OCMW-Dilbeek, Itterbeeksebaan 210, 1701 Dilbeek.

Het OCMW-Tessenderlo werft aan in statutair verband met aanleg van een werfreserve:

Hoofd maatschappelijk assistent

m/v

Functie Voltijds (38/38) leidinggevende in de sociale dienst van het OCMW. Vereisten - bachelor maatschappelijk assistent met minimaal vier jaar relevante ervaring in de welzijnssector - bijkomende relevante vorming hebben opgedaan. Wij bieden - loonbarema B4 – B5 - maaltijdcheques - hospitalisatieverzekering - terugbetaling openbaar vervoer of mobiliteitsvergoeding. Interesse? stuur je kandidatuur vergezeld van een kopie van diploma en vormingsattesten voor 19 december 2008 schriftelijk naar de voorzitter van het OCMW, Solveld 32, 3980 Tessenderlo (geen kandidaturen via e-mail ).

Inlichtingen over de inhoud van de kandidatuurstelling kun je verkrijgen op de personeelsdienst, T 013-67 98 37, ludo.wouters@ publilink.be


NIEUW VAN VVSG-POLITEIA

wetmatig berichten

STEFAN DEWICKERE

De aansprakelijkheid van het lokale bestuur: een praktisch handboek

In polyvalente zalen en culturele centra blijven in 2009 dezelfde tarieven billijke vergoeding van de auteurswetgeving gelden.

Tarieven billijke vergoeding blijven gelden De tarieven voor de billijke vergoeding blijven ook in 2009 ongewijzigd. Dat besloot de bevoegde paritaire Commissie Artikel 42 die dit onderdeel van de auteurswetgeving behartigt. Voor de socioculturele sector gaat het meer bepaald om de tarieven voor de jeugdhuizen, polyvalente zalen en culturele centra die golden tot 31 december 2008, en die opnieuw met een jaar verlengd worden. De tarieven zijn bepaald per sector en bindend verklaard bij Koninklijk Besluit. Het huidige akkoord met de beheersvennootschappen wordt nu opnieuw verlengd tot eind 2009. De enige verhoging in 2009 – die natuurlijk ook telt – is de wettelijk bepaalde indexering. De beheersvennootschappen zijn wel vragende partij om in 2009 het gesprek te openen over tariefherzieningen en andere aanpassingen vanaf 2010. De VVSG zal samen met de sociaal-culturele sector dit gesprek op tijd en stond voeren vanuit de specifieke eigenheid en het belang van de vele lokale betrokkenen in cultuur, jeugd en sport. hilde.plas@vvsg.be

Het wijzigingsbesluit zal gepubliceerd worden op het einde van dit jaar. Meer informatie over de billijke vergoeding op www.bvergoed.be

Lokale besturen staan dicht bij de burger en zijn vaak de eerste die een klacht ontvangen. Omgaan met klachten is niet altijd eenvoudig: het aansprakelijkheidsrecht is een erg complex geheel van rechtsregels en rechtspraak. Het handboek De aansprakelijkheid van het lokale bestuur biedt de lezer geen stapel wetteksten, maar maakt in duidelijke taal het aansprakelijkheidsrecht toegankelijk voor alle medewerkers van lokale besturen. Naast het aansprakelijkheidsrecht besteedt auteur Geert Vandenwijngaert ook aandacht aan het verzekeren van de aansprakelijkheid: tegen welke risico’s moet of kan een lokaal bestuur zich verzekeren, en wat zijn hierbij de aandachtspunten? Inzicht in het aansprakelijkheidsrecht en de behandeling van geschillen kan een extra troef zijn om een volwaardig klachtenmanagement uit te bouwen. Dit nieuwe handboek De aansprakelijkheid van het lokale bestuur is losbladig en wordt meermaals per jaar aangevuld. Abonnees betalen 46 cent per pagina en 29 euro per cdupdate. Bestellen kan op www.politeia.be, door te mailen naar info@politeia.be of door te faxen naar 02-289 26 19.

advertentie

Snel ruimte nodig??

Snel nood aan ruimte? Op zoek naar een snelle, flexibele oplossing? Een duidelijke, gedetailleerde offerte binnen de 48u? Verifieerbare kwaliteit, niet enkel in België maar wereldwijd? Frisomat ontwerpt, produceert en bouwt reeds 30 jaar innovatieve gebouwen uit koudgewalst, verzinkt staal. Een juiste prijs en korte levertijd voor elk project. Just in time, in overeenstemming met lokale statische normering.

Snel ruimte nodig, praat met ons. Lokaal08_nl_sept08.indd 1

www.frisomat.be

13/08/2008 16:59:11

1 december 2008 LOKAAL 41


AGENDA

Gent 1 december Antwerpen 4 december Hasselt 9 december Brugge 10 december Leuven 11 december Kwaliteitsvol verkavelen Studiedagen van het departement Ruimtelijk Ordening van de Vlaamse overheid. www.cibe-cvo.be/studiedagen Brussel 4 december De lokale samenleving en diversiteit In gesprek met Paul Scheffer, auteur van Het land van aankomst, over grootstedelijke problemen. www.vvsg.be (kalender) Aalst 5 december Woonzorgcentra in de praktijk Studiedag voor directies en middenkader van openbare woonzorgcentra, OCMW-secretarissen en mandatarissen. www.vvsg.be (kalender) Retie 8 - 11 december Ontwikkelingsmanagement bij de lokale overheid Seminarie voor topambtenaren, teamhoofden en medewerkers van gemeenten en OCMW’s. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 9 december Bezoek het Felixarchief Workshop van de studiedag Wie klasseert, die vindt. Hedendaags document- en archiefbeheer in besturen en organisaties. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 9 december Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2008 Colloquium met focus op armoede doorheen de levensloop. www.ua.ac.be/oases

NIX TrIljoen

42 LOKAAL 1 december 2008

Antwerpen 10 december - 24 mei Valdisni Thematentoonstelling met tips om vallen te voorkomen. www.provant.be (leren, vormingscentra, provinciaal veiligheidsinstituut, campagne vallen) Sint-Niklaas 11 december Schuldbemiddeling en -begeleiding Studiedag over stand van zaken voor welzijnswerkers en schuldbemiddelaars. www.schuldbemiddeling.be Gent 12 december Mechelen 15 december Marktraadpleging en marktverkenning door openbare besturen Studienamiddagen over nieuwe tools van het Kenniscentrum PPS van de Vlaamse overheid. www.vlaanderen.be/pps Dilbeek 16 december Expeditie CC. Cultuurcentra en gemeenschapscentra in de beleveniseconomie Colloquium van de Vereniging voor Vlaamse Cultuur- en gemeenschapscentra. www.cultuurcentra.be Leuven 16 januari, 20 februari, 20 maart, 24 april, 15 mei en 19 juni Personeelsmanagement bij de overheid Opleidingsprogramma over humanresourcesbeleid voor ambtenaren met personeels- en managementverantwoordelijkheden op een hoog niveau in een openbaar bestuur. www.instituutvoordeoverheid.be (vorming) Leuven 20 en 27 januari Klachtenmanagement Opleiding voor management- en beleidsverantwoordelijken van lokaal, provinciaal, regionaal, federaal bestuur. www.instituutvoordeoverheid.be (vorming)

Leuven 29 januari Hergebruik van overheidsinformatie voor lokale besturen Studiedag voor lokale management- en beleidsverantwoordelijken over de belangrijkste principes en mogelijkheden van de nieuwe regelgeving. www.instituutvoordeoverheid.be (vorming) Brussel 29 januari Communicatie met uw personeel Vormingscyclus divers personeelsbeleid voor personeelsverantwoordelijken. www.vvsg.be (kalender) Gent 29 januari Antwerpen 3 februari Brugge 10 februari Asse 12 februari Hasselt 17 februari Het nieuwe OCMW-decreet Wat verandert er op bestuurlijk vlak, voor de mandatarissen en personeel? Wat betekenen de wijzigingen voor financiën, de administratieve organisatie en de verzelfstandiging? www.vvsg.be (kalender) Kessel-Lo 2 februari, 30 maart, 4 mei, 14 september en 16 november Regionale ondersteuningspunten kinderopvang 2009 Voor verantwoordelijken van kinderdagverblijven, diensten voor onthaalouders en initiatieven voor buitenschoolse opvang. www.vvsg.be (kalender) Leuven 5 en 12 maart De implementatie van een diversiteitsbeleid in publieke organisaties Opleiding over veranderingstraject richting diversiteitsmanagement voor diversiteitscorrespondenten en managers personeel, werving en selectie, HRM. www.instituutvoordeoverheid.be (vorming)


Stadsbestuur Herentals zoekt een

De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw zoekt

Directeur grondgebonden zaken A5a-A5b – m/v – mandaatfunctie

Uw functie: De directeur grondgebonden zaken leidt, coördineert en coacht de afdeling en coördineert de werking van de hele organisatie en bewaakt de kwaliteit van de werking. De directeur grondgebonden zaken is lid van het managementteam. Aanwervingsvoorwaarden: Diploma: - Een diploma hebben dat toegang geeft tot het niveau A. - Een diploma, getuigschrift, brevet of attest hebben van één of meerdere managementgerichte opleidingen of van specifieke regelgeving in domeinen waarvoor de directeur bevoegd is, met een totaal van minstens 150 opleidingsuren. De kandidaat bewijst deze vorming door de diploma’s, getuigschriften, brevetten of attesten voor te leggen bij de indiensttreding. Ervaring: Minstens vier jaar anciënniteit kunnen aantonen in een leidinggevende functie op het niveau A bij een openbaar bestuur. Wij bieden: een aantrekkelijke wedde, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering en mobiliteitsvergoeding (fiets, openbaar vervoer).

Functie Visieontwikkeling en adviesverlening met betrekking tot het ouderenbeleid van de lokale besturen. Voor meer informatie kun je bellen naar Elke Verlinden 02-211 55 71 Profiel - Je hebt een universitair diploma. - Je kent de reglementeringen van de ouderenvoorzieningen in de openbare sector en hebt bij voorkeur enkele jaren ervaring in een instelling. - Je bent kritisch en analytisch ingesteld. - Je kunt zelfstandig werken en werken in teamverband. - Je bent communicatief ingesteld en beschikt over een vlotte pen. - Je bent een duizendpoot die stressbestendig is. - Je hebt een zeer praktische kennis van informaticatoepassingen (o.a. outlook, excel, word). Aanbod Een voltijds en een deeltijds contract voor 1 jaar (verlenging mogelijk afhankelijk van de subsidie), een aangepast loonpakket en soepele werkregeling in een omgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan. Detachering vanuit de overheid behoort tot de mogelijkheden. Interesse? Sollicitaties met cv stuur je bij voorkeur per e-mail tot 10 december 2008 naar Hildegarde.Merckx@vvsg.be.

StockDesigners

Solliciteren: Raadpleeg vooraf de inlichtingenbrochure over deze betrekking op www.herentals.be, knop algemene info, vacatures. Zend uw kandidaatstelling samen met een uitgebreid cv en een kopie van het diploma ten laatste tegen 15 december 2008 aan het college van burgemeester en schepenen, administratief centrum, Augustijnenlaan 30, 2200 Herentals. Meer inlichtingen: Contacteer onze personeelsdienst, T 014-28 50 50, info@herentals.be

Projectmedewerkers lokaal ouderenbeleid m/v

1ste vakbeurs voor mobiliteit, parkeren en verkeersveiligheid

Kortrijk Xpo (B) 28 & 29-01-2009 9.30u >17.30u - Hal 6 www.parkandroad.be Partners


Energy Line, samen vechten

Op m a sn ge at

te rn ati eve energ ie

tegen de opwarming van de aarde

ed l en opl ea k ossingen inza

Dexia is gespecialiseerd in de financiering van de lokale besturen en het beheer van spaartegoeden. Gelet op de aard van zijn activiteiten hecht Dexia veel waarde aan een langetermijnvisie en het algemeen welzijn. Dexia is op die manier uitgegroeid tot een wereldspeler inzake duurzame ontwikkeling, met name op het gebied van de hernieuwbare energie. Vandaag wendt Dexia met Energy Line al zijn knowhow op dit vlak aan ten behoeve van de lokale besturen, om de productie van schone energie aan te moedigen, het verbruik van fossiele brandstoffen terug te schroeven, de inspanningen voor biodiversiteit te steunen en de gepaste financiĂŤle instrumenten ter beschikking te stellen. Om te weten wat Energy Line concreet kan bijdragen aan de goede werking van uw bestuur en dus ook aan de welvaart van de planeet, contacteer uw Public Banker.

PUBLIC FINANCE

short term has no future


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.