Interview met neuropsycholoog Margriet Sitskoorn

Page 1

Interview

Neuropsycholoog Magriet Sitskoorn ziet wereldwijd de empathie groeien

‘Op naar de homo sapiens verus’ Ons gedrag wordt in hoge mate gestuurd door het pijn- en genotscentrum in onze hersenen. Maar wij zijn geen slaven van onze passies, zegt hoogleraar neuropsychologie Margriet Sitskoorn. Ook wijsheid is in de hersenen verankerd. Trouwens, het brein verandert steeds onder invloed van de omgeving. Wij vallen niet samen met ons brein, zegt Sitskoorn: “Dat is meer Dick Swaab. Ik kijk daar anders naar.” Door Elke van Riel foto Hollandse Hoogte

Hebzucht, lust, afgunst, trots, vraatzucht, woede en luiheid, oftewel de zeven hoofdzonden, zijn in de zesde eeuw na Christus vastgelegd en taboe verklaard door paus Gregorius de Grote, maar de opsomming is nog veel ouder. Ze figureren al sinds de Oudheid op schilderijen, in de literatuur en filosofie. Niemand is zonder deze zonden. Ze zijn namelijk onlosmakelijk verbonden met vaardigheden die de mens evolutionair nodig heeft om te overleven, zo laat Margriet Sitskoorn, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg, zien in haar boek Passies van het Brein. Waarom zondigen zo verleidelijk is. Aan de hand van recent wetenschappelijk neuropsychologisch onderzoek gaat ze hierin op zoek naar een antwoord op de vraag: Waarom blijven we zwichten voor dingen waarvan we weten dat ze schadelijk zijn voor onszelf of anderen? Zijn deugd en zonde onlosmakelijk met elkaar verbonden? “Ja, in het brein wel. In de hersenen is alles wat goed is voor onze overleving, - zoals eten, drinken, seks, verzamelen en bij de groep horen - , gekoppeld aan pijn- en genotsystemen. Die systemen stimuleren ons om bepaald gedrag te vertonen dat ons helpt te overleven. Maar we hebben de neiging daarin door te slaan en onszelf of anderen te schaden. In die zin zijn deugden en zonden met elkaar verbonden.” Dus zonden zitten geprogrammeerd in ons brein? “Ja, omdat ze zo gekoppeld zijn aan pijn en genot, blijven we gemotiveerd om bepaald gedrag te herha-

len. Je moet bijvoorbeeld eten om te overleven. Als je niet eet, krijg je honger en dat is een pijngevoel. Pijn wil je niet, dus dat stimuleert je om eten te zoeken en het ook op te eten. Als je dat doet, wordt je genotsysteem geprikkeld en voel je je lekkerder. Daardoor blijf je gemotiveerd om te eten. Dat systeem werkt perfect in een tijd van schaarste: het is goed om veel te eten als het een koude winter wordt en je niet weet of je de komende tijd nog meer kunt vinden. Maar in onze maatschappij is eten onbeperkt beschikbaar. We blijven geprikkeld om door te eten en eten massaal te veel. Vooral voedsel met vet, suiker en zout vinden we onweerstaanbaar, want dit prikkelt het opiatensysteem, dat zorgt voor genot, het meest.” U schrijft dat de hersenen van nature zijn ingesteld op prosociaal gedrag: gedrag dat goed is voor de groep. Is dat een mechanisme dat ons in bedwang houdt bij het uitleven van die zonden? “Absoluut. Kijk, om te kunnen overleven moeten we bij een groep horen. We kunnen onszelf niet voortdurend beschermen, ons niet alleen voortplanten, of in ons eentje kinderen grootbrengen. Daarom zijn onze hersenen ingesteld om gedrag te vertonen zodat we bij de groep horen. Je genotsysteem wordt niet alleen geprikkeld als je geld, goederen of snoep krijgt, maar ook als je iets aan een ander geeft, of als je vrienden maakt. En dat gebeurt ook als je anderen eerlijk behandelt, of zij jou. Dat is een ontzettend sterke kracht in de hersenen. Als je uitgescholden of buitengesloten wordt, dan wordt het pijnsysteem in de hersenen geprikkeld. Dus pijn en genot sturen niet alleen egoïstisch gedrag, maar ook prosociaal gedrag.” Maar volgens u dreigen we tegenwoordig te vergeten dat we sociale hersenen hebben. “Ja, dat noem ik sociale luiheid: je eigenlijk niet meer interesseren voor de medemens. Dat kan ook zijn omdat je het zo druk hebt met je eigen zaken dat je eigenlijk niets bijdraagt aan de wereld. Als mensen meer macht krijgen, doordat ze in hun eigen behoeften op het gebied van voedsel en veiligheid kunnen voorzien, dan zie je dat ze vaker tekortschieten in prosociaal gedrag. Macht maakt asocialer, dat blijkt

8 VolZin | 3 februari 2012

393572.indd 2

30-1-2012 11:29:21


‘Het negatieve werkt sterker door dan het positieve. Daarom is het goed als je bewust schoonheid en goedheid opzoekt en ontwikkelt’ 3 februari 2012 | VolZin 9

393572.indd 3

30-1-2012 11:29:28


uit allerlei onderzoeken. Daarmee berokken je niet alleen de ander veel schade, maar ook jezelf. Want je pijn- en genotsysteem is erop gericht, dat als je vrienden maakt of als er vertrouwen is tussen jou en anderen, jouw genotsysteem geprikkeld wordt.” Ook moreel handelen of iemand vergeven moduleert het pijn- en beloningsnetwerken in de hersenen en zorgt daardoor voor positievere gevoelens, zo beschrijft u. Is prosociaal gedrag dan dus altijd ook eigenbelang? “Absoluut. Zo werkt het brein: het is gericht op eigen overleving en op overleving van je nageslacht, je eigen groep. Het geeft je een goed gevoel als je goed doet. In die zin is alles eigenbelang.” Dus puur altruïsme, zonder eigenbelang, bestaat volgens u niet? “Inderdaad. Neem moeder Teresa. Het helpen van anderen gaf haar natuurlijk ook een goed gevoel en daarin zit een beloning. Dat zorgt ervoor dat zij gemotiveerd blijft om dat gedrag te herhalen.” Maar soms kan iemand toch iets doen dat haaks staat op zijn persoonlijke belangen? Bijvoorbeeld iemand die tijdens de Tweede Wereldoorlog Joodse onderduikers in huis nam en voor z’n leven moest vrezen. “Wij zijn geen slaaf van onze passies, van onze pijnen genotsystemen. Dat zijn evolutionair oude systemen die ons gedrag in heel belangrijke mate sturen. Maar er is ook een evolutionair nieuwer systeem: de prefrontale hersenschors en dan met name de ventromediale prefrontale hersenschors, een gebied achter je voorhoofd, ongeveer ter hoogte van de oogkas-

sen. Dat is relatief laat ontwikkeld en heeft te maken met wat men door alle heen culturen heen wijsheid noemt. Het gaat dan om zaken als: plannen, de consequenties van je daden overzien, het onderdrukken van ongewenst gedrag, keuzes maken die goed zijn voor de lange termijn en voor anderen, rechtvaardigheid, normen en waarden volgen, creatief zijn, leiderschap tonen en verantwoordelijkheid nemen. Die prefrontale hersenschors is in staat om die oudere systemen van pijn en genot te sturen en te onderdrukken. De onderzoekers Meeks en Jeste van de Universiteit van Californië noemen de balans tussen de nieuwe en de oudere hersendelen het neurobiologische netwerk van wijsheid. Dan kun je inderdaad tot gedrag komen als: ik moet in deze situatie die mensen helpen, ook al is het met gevaar voor eigen leven.” Bijvoorbeeld vanuit solidariteit? “Ja, ik vind het heel mooi wat je nu ziet gebeuren in de wereld. Waar vroeger je eigen groep heel dichtbij je stond: je naaste familie, zie je nu, door ontwikkelingen in de technologie, dat onze groep steeds groter kan worden. Wij kunnen betrokken zijn bij mensen in Tunesië en China en empathie voor ze voelen. Empathie betekent dat, als je mensen ziet lijden, in jouw hersenen ongeveer hetzelfde pijnnetwerk wordt gestimuleerd. Daardoor zul je eerder gemotiveerd zijn de ander te helpen.” Zit het geweten ook in de evolutionair nieuwere hersendelen? “Het geweten zit niet op één plek, het is een netwerk door de hersenen heen. Maar die prefrontale hersenschors speelt daar zeker een rol in, want die is belangrijk voor zelfreflectie en dat heeft natuurlijk

Invloed uitoefenen op onze hersenen Margriet Sitskoorn (1966) is hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg. Ze onderzoekt de relatie tussen hersenen en gedrag. Ze schreef de boeken Het maakbare brein. Gebruik je hersens en word wie je wilt zijn (2006), Lang leven de hersenen, positieve prikkels voor hersenen die ouder worden (2008), Passies van het brein: waarom zondigen zo verleidelijk is (2010). Komend voorjaar verschijnt een nieuw boek, werktitel: Manipuleren. Beïnvloed de hersenen en zet dingen naar je hand. Dat gaat erover hoe je het gedrag en de emoties van jezelf en anderen op een positieve manier kunt beïnvloeden. Onlangs was Sitskoorn nog te zien op tv als deskundig in ‘De Nationale IQ Test’ van omroep BNN. (foto Ghislaine Vink)

10 VolZin | 3 februari 2012

393572.indd 4

30-1-2012 11:29:30


met geweten te maken, met de vraag: kan ik verantwoorden wat ik doe, is het wel goed?” Is het niet deterministisch om menselijk gedrag te beschrijven in termen van hersenprocessen? In hoeverre laat dat nog ruimte voor vrijheid en verantwoordelijkheid? “Ik ben in mijn boek bewust niet op dat thema ingegaan. Dat is namelijk een vraag die ik ook voor mezelf nog niet beantwoord heb. Maar, zeggen: wij zijn ons brein, dat is meer Dick Swaab. Ik kijk daar anders naar. Het is namelijk in ieder geval niet zo dat je geboren wordt met een bepaald brein en dat je daardoor een bepaalde persoonlijkheid, vaardigheden, emoties en motivaties hebt en dat was het dan. Er is altijd interactie tussen genen en omgeving. Mijn boek Het maakbare brein gaat helemaal over hoe genen en omgeving voortdurend interacteren en zo voortdurend jouw brein en de functionaliteit van jouw hersenen en daardoor je persoonlijkheid, je motivatie, je gevoel en je geweten vormen. Natuurlijk heeft de een door zijn genen meer aanleg tot sociale hersenen dan de ander, maar je hersenen blijven zich ontwikkelen onder invloed van de omgeving en het gedrag.” U schrijft dat de evolutie niet stilstaat. Onze uitdaging is: uitgroeien tot homo sapiens verus: de waarlijk wijze mens. Zijn we al op de goede weg? “Dat denk ik wel. Natuurlijk zie ik veel slechte dingen in de wereld, ik ben heus niet naïef, maar ik zie ook veel goeds: dat mensen zich prosocialer ten opzichte van elkaar gedragen en zaken als verantwoordelijkheid rechtvaardigheid en eerlijkheid wel degelijk heel belangrijk vinden, hoe mensen ageren tegen onrecht en de toenemende ongelijkheid tussen mensen.” Doelt u op zaken als het afschaffen van de slavernij, homorechten en dierenrechten? “Zeker”. Uw boek bevat een expliciete oproep om te vechten voor de mooie dingen in het leven: liefde, creativiteit, schoonheid en waardering. Waarom hebt u die erin opgenomen? “Iedereen moet dat voor zich uitmaken, maar voor mij is dat een belangrijke levensinvulling. Je kunt je zo laten neerslaan door al het negatieve, door het idee dat iets goeds doen slechts een druppel op de gloeiende plaat is, maar die instelling - die sociale luiheid waar we het net over hadden - brengt niemand ergens. We weten uit onderzoek dat alles dat negatief is veel harder doorwerkt in de hersenen dan wat positief is. Als je tien keer lekker eet in een restaurant, maar de

‘Natuurlijk zie ik veel slechte dingen in de wereld, ik ben heus niet naïef, maar ik zie ook veel goeds

elfde keer is het slecht, dan overschaduwt dat alle voorgaande keren. Een bordje lekker eten met een bordje poep ernaast wordt vies, maar een drol met een bosje bloemen ernaast wordt niet mooier. Als je je daar niet teveel door wilt laten meeslepen, zul je bewust schoonheid en goedheid moeten waarnemen en ontwikkelen. Misschien is het op wereldniveau helemaal niets, maar voor die ene mens die je ermee helpt is het belangrijk. Dat is eigenlijk wat ik daarmee wil zeggen.” U schrijft: wijsheid kan ervoor zorgen dat ons gedrag uitstijgt boven de directe sturing van pijn en genot. Maar: goed doen prikkelt onze hersenen en is belonend. Geldt dat niet ook voor wijs zijn? “Jawel, maar dan niet op een hoogmoedige manier. Ik beschrijf een verschil tussen trots en hoogmoed. Trots ben je op dingen die ook echt goed zijn, maar daardoor kijk je niet op anderen neer. Hoogmoed doet je je beter voelen dan de rest. Trots zorgt ervoor dat je meer gewaardeerd wordt door de groep, terwijl hoogmoed je uiteindelijk helemaal alleen zet op de apenrots. Als je eenmaal de kracht van de beloning van prosociaal gedrag ervaart, zal dat je stimuleren om dat meer te doen. Als je nog jong bent, lijkt de kracht van ‘hebben’, wat automatischer te komen dan de kracht van prosociaal gedrag, dus daarin moet je wat gevormd worden in de opvoeding.” Hoe kunnen we dat neurobiologisch netwerk van wijsheid actief ontwikkelen? “Wat we weten is, dat als je bewust nadenkt over zaken als eerlijkheid en rechtvaardigheid en je ook in een omgeving verkeert waar dat belangrijke waarden zijn, dat tot ontwikkeling komt. Rechtvaardig behandeld worden, maakt de kans groter dat je anderen rechtvaardig behandelt. Ik ken geen programma dat bewust dat soort ontwikkelingen in gang zet. Die zullen er misschien wel zijn hoor, maar ik heb me daar niet in verdiept. Het is wel interessant.” Is wijsheid in die zin net zoiets als pianospelen: naarmate je er meer mee bezig bent, worden je hersenen er beter in? “Ik ga ervan uit dat dat zo is.” ■

3 februari 2012 | VolZin 11

393572.indd 5

30-1-2012 11:29:31


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.