Chemie Magazine - februari 2014

Page 1

Duurzaamheid volgens Jan Paul van Soest

Britten aan de slag met schaliegas

Adviezen voor circulair ondernemen

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 02 • 19 februari 2014

CEO’S LUIDEN NOODKLOK

“ENERGIEKOSTEN EUROPA TE HOOG”


Hoe verhogen en borgen we onze veiligheidscultuur?

Met het maatwerktraject Operationele Veiligheidskunde!

De veiligheidscultuur is een veelbesproken onderwerp binnen productiebedrijven. Het opleggen van veiligheidsregelgeving zorgt niet altijd voor een bewustwording van mensen die werken in een risicovolle omgeving. VAPRO ontwikkelde daarom het maatwerktraject ‘Operationele Veiligheidskunde’ dat het bewustzijn verhoogt en bijdraagt aan het versterken van de veiligheidscultuur. Wilt u meer weten? Ga naar VAPRO-Trainingen.nl/OVK of bel met VAPRO: 070 337 83 01. VAPRO-TRAININGEN.NL

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES


INHOUD 02 | 19 februari | 2014

14

ZORGEN OVER EUROPESE CHEMIE De economie trekt weliswaar voorzichtig weer aan, maar het is de vraag of de Europese chemische industrie daarvan gaat meeprofiteren. De ceo’s van chemiebedrijven maken zich nog steeds grote zorgen. “Het gevaar dreigt dat op de korte termijn iedereen gaat uitbreiden in de VS. De chemie in de EU wordt dan marginaal, investeringen blijven uit, en dan valt de chemie hier uit elkaar.”

ONDERNEMEN IN DE CIRCULAIRE ECONOMIE Het rapport Ondernemen in de circulaire economie laat zien waarop bedrijven kunnen sturen, waarmee zij kringlopen kunnen sluiten en hoe zij nieuwe product-servicecombinaties kunnen ontwikkelen. Maar op weg naar een circulaire economie moeten nog wel wat juridische, operationele, financiële en sociale hobbels worden genomen.

28

februari 2014 Chemie Magazine 3


Integraal asset management Om integraal asset management te laten slagen binnen uw organisatie, is een algehele benadering vanuit het perspectief van onderhoud, productie, veiligheid en financiĂŤn van doorslaggevend belang. De Ultimo EAM-software ondersteunt u hierbij op gebruiksvriendelijke en flexibele wijze, al dan niet conform PAS 55, NEN of andere standaarden in de markt.

Uitgebreide HSE-suite beschikbaar

Met de Ultimo software managet u correctief, preventief, conditiegebaseerd en risicogestuurd onderhoud. Daarnaast is het mogelijk om een langetermijnvisie voor het beheer van assets op te stellen, waarbij u rekening houdt met financiĂŤle implicaties. Door eveneens gebruik te maken van de HSE-suite creĂŤert u een veiligere werkomgeving en borgt u de voor u relevante regelgeving.

www.ultimo.net Uw processen optimaal ondersteund met de meest gebruikte asset management software van Nederland.


INHOUD 02 | 19 februari | 2014

18

Het Verenigd Koninkrijk wil naar schaliegas gaan boren

32

Steeds meer tankwagons met gevaarlijke stoffen krijgen crashbuffers

32

Duurzaam scheidingsproces van Maaike Kroon is game changer

24

Jan Paul van Soest gelooft in de innovatiekracht van de industrie

7

Voorwoord Colette Alma

7

Evenementen

Medailles

NIEUWS 9

Actueel

ACHTERGROND 14

Investeringsklimaat

18

Energie

22 24 28 32

Bedreiging Europese chemie duurt voort Britten gaan boren naar schaliegas Wetenswaardig

Shell Pernis Safety Centre geopend Duurzaamheid

Jan Paul van Soest over rol industrie Duurzaamheid

Ondernemen in de circulaire economie Veiligheid

Steeds meer tankwagons krijgen crashbuffers

35

Onderhoud

38

Uitgelicht

40

Biobased

43

Biobased

47

Transport

49 49 50 50 50

Column Bedrijven Mensen Volgende maand Colofon

Maintenance manager voorkomt productiestoringen Actieplan voor versterking chemie Eemsdelta Amerikaans duo ontwikkelt plastic uit afvalgas Maaike Kroon bezorgt papierindustrie hoera-gevoel Hoe het vrachtverkeer de A15-file kan omzeilen

februari 2014 Chemie Magazine 5


YOUR REPUTATION IS MINE.

KAN UW REPUTATIE ONZE VERANTWOORDELIJKHEID WORDEN?

Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectieen keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 14 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:

Veiligheid - Kwaliteit - Milieu

WWW.VINCOTTE.NL


Voorwoord

MEDAILLES

W

at een prachtig spektakel zijn die Olympische Winterspelen toch. Het is een genot om te zien hoe onze atleten hun best doen om de medailles binnen te slepen. Zo’n medaille is het resultaat van vele jaren voorbereiden en trainen. Naast noeste fysieke en mentale training, om op het juiste moment te kunnen pieken, hebben de atleten ook gezorgd voor een optimale conditie van hun materiaal. Klapschaats, snowboard of bobslee, alles moet maximaal op orde zijn om de best mogelijke prestatie af te leveren. Toch heeft ook de sport geleerd dat er reglementen nodig zijn. Om er zo veel mogelijk voor te zorgen dat de strijd eerlijk is en dat alle deelnemers in principe gelijke kansen hebben om te winnen, zijn er grenzen aan wat je aan een snel pak of een klapschaats mag veranderen. Voor de sport is dat internationaal geregeld, en iedereen respecteert de regels van het IOC. Met een beetje goede wil zou je de wereldmarkt ook als een soort permanente Olympische Spelen kunnen zien, waar de beste winnen. Alleen gaat dit niet helemaal op voor de chemische industrie, zoals u kunt lezen op pagina 14 van

deze Chemie Magazine. Internationale afspraken over energie en klimaat komen nauwelijks tot stand, en bedrijven in Europa hebben geen toegang tot grondstoffen voor dezelfde prijzen als bedrijven in andere regio’s. Daarmee wordt het principe van gelijke kansen ernstig tekortgedaan. En waar de verschillen erg groot zijn rijst de vraag of het nog wel zin heeft om mee te doen aan de wereldwijde competitie. Op het eerste gezicht zou het voor de hand liggen om je terug te trekken, en je in andere takken van sport te bekwamen. Toch is dat een verkeerde conclusie als je bedenkt dat de Europese samenleving de competenties van de chemische industrie nodig heeft om ook in andere topsectoren te kunnen excelleren. We zullen dus wegen moeten vinden om ondanks het ongelijke speelveld ook in onze industrietak op wereldniveau mee te kunnen blijven doen. Anders gaan de medailles aan onze neus voorbij. Colette Alma, directeur VNCI

EVENEMENTEN 6, 12 en 17 maart Workshop zelfanalyse CBRN Security Aandacht voor de zelfanalysemodule CBRN Security, securitymaatregelen, risico- en objectanalyses en registratie van stoffen Locatie: Ministerie van Veiligheid & Justitie, Den Haag Organisator: Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid

Organisatie: DPI Value Centre, in samenwerking met NRK en Berenschot

18 maart Businesskansen voor recyclestromen polymeerketen Workshop waarin deelnemers uit de gehele polymeerketen op zoek gaan naar nieuwe businesskansen voor recyclestromen Locatie: Sita Recycling Services, Rotterdam

26 maart Actiedag Human Capital Topsector Chemie Informatie over de Topsector Chemie, de Human Capital Agenda en de verschillende thema’s van de Topsector Chemie in deze agenda, en het Techniekpact Locatie: TU Delft Organisatie: Topteam Chemie

19-20 maart World Polyolefins Conference 2014 Laatste informatie over de internationale ontwikkelingen in polyolefinen Locatie: NH Grand Hotel Krasnapolsky, Amsterdam Organisatie: ICIS

27 maart Biobased Industry 2014 Directeuren en ceo’s van toonaangevende partijen delen hun visie op biobased chemicaliën, producten en brandstoffen. VNCI-leden krijgen korting Locatie: Maasgebouw De Kuip, Rotterdam Organisatie: Management Producties

VERGADERINGEN VNCI 24.2 SusChem NL 27.2 Stoffenbeleid 5.3 WG Security 12.3 WG Arbeidsveiligheid 13.3 WG Logistieke Veiligheid 21.3 WG Arbeidshygiëne

KIJK VOOR EEN COMPLEET OVERZICHT EN DE AANMELDMOGELIJKHEDEN OP: WWW.VNCI.NL

februari 2014 Chemie Magazine 7


Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

Bereken nu zelf úw besparing op www.idsnl.com/besparing

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is. ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF: • Maak een account aan via www.magzine.nu • Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op Abonnementen en vervolgens op Nu kopen • In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder • Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte account • Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie Magazine via de knop Mijn Magazines VRAGEN OF OPMERKINGEN? Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, znidarsic@vnci.nl


Actueel

Bouw nieuwe fABriek HuntsmAn vordert De bouw van een nieuwe polyolenfabriek voor Huntsman Rotterdam vordert gestaag. Op het terrein van de aannemer in Noord-Brabant zijn de verschillende reactoren en vaten van ‘Project Capstone’ inmiddels opgebouwd. Eind februari wordt de installatie (met een gewicht van ongeveer 400 ton) in vier delen naar Rotterdam verscheept en daar volledig geïntegreerd in de huidige fabriek.

M

et de nieuwe technologie en snellere doorlooptijd hoopt Huntsman zijn polyolencapaciteit uit te breiden met 30 kiloton per jaar. Het project omvat naast de nieuwe fabriek ook twee opslagtanks voor gereed product. Die zijn in januari al op de fundatie gezet, op de site in Rotterdam. Huntsman gebruikt polyolen als monomeer in combinatie met di-isocyanaten in de productie van polyurethanen. Polyurethanen worden gebruikt in onder andere kussens, matrassen, stoelbekleding, als isolatie van gebouwen en koelkasten en in verven en coatings.

Nucleair Security Summit verlamt verkeer Op 24 en 25 maart wordt op de aan- en afvoerwegen naar Den Haag een toegenomen verkeersdrukte verwacht. Weggebruikers moeten rekening houden met afsluitingen. De reden: de internationale conferentie Nucleair Security Summit. De VNCI verzoekt bedrijven in de regio Schiphol-Den Haag-Rotterdam Airport rekening te houden met ernstige verkeerscongestie, met mogelijk grote gevolgen voor de bereikbaarheid en de logistiek.

A

an de conferentie in het Haagse World Forum nemen zo’n 53 landen, 4 internationale organisaties en 60 wereldleiders deel, daarnaast worden duizenden delegatieleden en journalisten verwacht. Uitgangspunt is dat de Randstad, luchthavens en industrie tijdens de conferentie bereikbaar zijn. Bovendien is te allen tijde een vrije doorgang voor hulpverleningsdiensten gegarandeerd. Daarom is Den Haag voor, tijdens en na de conferentie per auto lastig te bereiken. Ook op de toevoerwegen

kan sprake zijn van opstoppingen. Vooral de routes Den Haag-Schiphol en Den Haag- Rotterdam-Airport krijgen te maken met ernstige congestie vanwege het transport van de genodigden van/naar de vliegvelden en de hotels. Op de A4, A5, A13, A44, N14 en N44 worden beperkende maatregelen ingesteld, zoals (tijdelijk) afgesloten rijstroken. Door gebruik van alternatieve routes naar Den Haag wordt ook toegenomen verkeersdrukte verwacht op onder andere de A12. Op het gebied van openbaar vervoer worden onder meer extra treinen ingezet. Actuele informatie is te vinden op: www.vananaarbeter.nl/voorbereidopweg/nss/#.Uvs_7_l5Oao Meer informatie: Peter Bareman, speerpuntmanager VGM, bareman@vnci.nl februari 2014 Chemie Magazine 9


NETZSCH TORNADO® T2 Rotary Lobe Pumps

Full Service in Place (FSIP)  Simple, fast service without dismantling  Replace lobes and seals in minutes  Cartridge seal design for maximum flexibility  Easy to clean, manually or clean-in-place (CIP)

NETZSCH Pompen Nederland B.V Tel.: +31 30 230 7160 Fax: +31 30 230 7161 info.npn@netzsch.com www.netzsch.com

Wil jij werken een veiligere procesindustrie?

Volg dan de opleiding Procesveiligheid! Werk jij in de chemische procesindustrie en wil jij meer weten over de specifieke risico’s? Volg dan nu de opleiding Procesveiligheid. Tijdens de opleiding behandelen we natuurlijk de procesveiligheid, maar ook de organisatie en uitvoering van grote projecten in de chemische procesindustrie.

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: • Procesveiligheid • Uitvoering grote projecten/turn arounds • Procestechnologie en installaties • Externe veiligheid/BRZO/PGS6 • Processchema’s, P&ID’s • Kwalificeren en kwantificeren van risico’s • Mechanische veiligheid, PED • Explosies • Maintenance • Gevaarlijke stoffen • Consequentie kwantificering (QRA, Safeti) • Incidentenonderzoek Heb je het al gehoord? • Instrumentele beveiliging • ATEX PHOV bestaat 25 jaar! Data: 19 en 26 maart, 2, 9, 16 april, 14, 21 mei 2014. Examen is gepland op 4 juni 2014.

Meer informatie: www.phov.nl Voor persoonlijk studieadvies: 030 231 82 12, info@phov.nl Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl


Actueel

VERSLAG CHEMICAL CONFERENCE 2013 Hoge grondstofprijzen in Europa gecombineerd met economische tegenwind plaatsen de Nederlandse chemische industrie voor een stevige uitdaging. Hoe creëer je waarde, en hoe profiteer je daarvan in de toekomst? Dit vraagstuk stond centraal tijdens ‘The Chemical Conference 2013’ op 14 november, georganiseerd door Deloitte, VNCI en TNO. Van deze conferentie is nu een uitgebreid verslag verschenen. Wie volgt OCI Nitrogen op, de winnaar van 2013?

WIE WINT DE RESPONSIBLE CARE-PRIJS 2014?

De VNCI reikt ook dit jaar de Responsible Care-prijs uit aan het meest inspirerende en aansprekende project uit de chemische industrie op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu, duurzaamheid en ketenbeheer. Zowel initiatieven met een bescheiden resultaat als grote projecten maken kans. Een onafhankelijke jury en het lezerspubliek van de VNCI (van de nieuwsbrief en CheAanmelden Bekijk de mie Magazine) kiezen de winnaar uit drie filmpjes van genomineerde projecten. De feestelijke de genomiuitreiking vindt plaats op 19 juni tijdens de neerden van vorig jaar Jaarvergadering van de VNCI. De winnaar dingt ook mee naar de internationale Responsible Care-award van Cefic. p

D

e 160 aanwezigen – vertegenwoordigers van de chemiesector in Nederland – werden verrast met een breed spectrum van voordrachten en discussies. Die spitsten zich toe op twee hoofdthema’s: de impact van schaliegas op de concurrentiepositie Lees hier van het ARRRAhet verslag cluster en het potentieel van advanced materials systems om innovatie en groei aan te zwengelen. p

SCHEIKUNDELERAAR OP ZAK Docent Sieger Kooij van het Comenius Lyceum in Amsterdam zette meer dan tweehonderd scheikundelessen op YouTube. Leerling Ahmet Kaya ontwikkelde een iPhone-app om die lessen mobiel te bekijken. Kortom, de leerlingen hebben hun eigen scheikundeleraar op zak. Ook een Androidversie van de app is in de maak.

H

et YouTube-kanaal ‘scheikundelessen’ van Sieger Kooij is een regelrechte educatieve hit. Meer dan achtduizend virtuele leerlingen abonneerden zich op het kanaal van de scheikundeleraar. De lessen duren maximaal een kwartier en behandelen havo- en vwo-stof. Van atoombouw en koolstofchemie tot de eindexamenvragen, alles komt aan bod. Geen poespas, geen muziek, geen video-effecten en ook geen spectaculaire proefjes. Gewoon de leraar en zijn schoolbord. Toch zijn de filmpjes

bij elkaar al meer dan 1,2 miljoen keer bekeken. Kooijs verklaring voor het succes: “Uiteindelijk willen leerlingen goede cijfers halen en snappen waar het om gaat. In de klas lukt dat niet altijd even goed. Maar als je geconcentreerd mijn video’s bekijkt, dan blijkt scheikunde best te begrijpen. Desnoods zet je het filmpje even stil, of je kijkt een stukje opnieuw.” Hij maakte de video’s om zijn kennis over te dragen. “Ik ben al heel lang leraar en weet hoe je leerlingen scheikunde kunt laten begrijpen en leuk vinden. Als ik straks met pensioen ga dan zou dat stoppen. Dat is toch jammer? Op deze manier bereik ik ook nieuwe generaties leerlingen.”

lessen sluiten heel goed aan bij het ‘flipping the classroom’-concept. Leerlingen bestuderen de stof thuis en het traditionele ‘huiswerk’ wordt juist op school gemaakt. De leraar heeft dan alle tijd voor vragen en aanvullende uitleg. Kooij zegt hierover: “Leerlingen die van tevoren mijn filmpjes bekijken zijn heel goed voorbereid op zo’n les.” p

Ook andere docenten hebben het YouTube-kanaal weten te vinden. Kooijs videofebruari 2014 Chemie Magazine 11


raad niet naar

UW KOSTEN

Laten we ervoor zorgen dat u uw kosten voor inkoop, mengen, bewerken, afvullen, verpakken, transport en naleving van wetgeving tot in elk gewenst detail kunt beheren. Zo weet u waar u uw marges kunt verbeteren en uw onderneming competitiever maakt.

T. +32 9 336 39 42 info@harmonize-it.be www.harmonize-it.be

Cr

ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE

6+

Opgelost?!

natriumdichromaat • kaliumdichromaat • chroomtrioxide

VAST OF IN OPLOSSING (volledige REACH registraties)

+31 (0)183 304422 INFO@GENTROCHEMA.NL WWW.GENTROCHEMA.NL

Gentrochema bv


TWI TTER

Actueel

ASFALT UIT SNOEIAFVAL Louise O. Fresco @LouiseOFresco Nederland geeft de landbouw een 7.6. Hoe zou dit liggen voor bv de chemische industrie? http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/... Chemie Is Overal @chemieisoveral Zit je ook op Facebook? Help dan het aantal ‘likes’ van onze facebookpagina op 100 te krijgen. We zijn er bijna. https://www.facebook.com/Chemieisoveral Jaap Oldenziel @OYapp Na een interessante ochtend sessie in de BG Energie en Klimaat van de VNCI nu bij Stibbe in Amsterdam op het Competition Law Seminar! AkzoNobel Nederland @AkzoNobelNL Onderhoudsmanager AkzoNobel dingt mee naar prestigieuze prijs http://www.petrochem.nl/onderhoudsmanager-akzonobel-dingt-mee-... Flowid @FlowidNL Flowid is genomineerd voor de Vernufteling 2014 van @de_ ingenieur met de Spinning Disc apparatuur! Wederom een mooie erkenning! Iris de Rijke @irisderijke In het nieuwste chemiemagazine van de VNCI mooi overzicht innovaties in de #BBE lisa kammerer @lisiienchen 2 AM CHEMIE TEST OHMYGOD ich bin gerettet!

Scheikundig technoloog Rob Vasbinder bedacht een mobiel ‘fabriekje’ dat het mogelijk maakt om biomassa in bijvoorbeeld asfalt te verwerken. De machine moet zich de komende twee jaar bewijzen bij asfaltbedrijf Latexfalt.

V

asbinder startte enkele jaren geleden het bedrijf Nettenergy en begon zich te verdiepen in energievoorzieningen. “Het mooie van dit apparaat is dat het verplaatsbaar is”, zegt hij in het Leidsch Dagblad. “De fabriek komt naar het afval toe. Zo hoeft het afval niet eerst te worden verplaatst voordat het wordt omgezet in olie. Dat scheelt veel transportkosten.” Het proefproject bij Latexfalt vormt daarop nog een uitzondering. Het snoeiafval, afkomstig van boomkwekers uit de directe omgeving, wordt naar het terrein van Latexfalt vervoerd. Daar wordt het omgezet in halffabricaten, die kunnen dienen als vervanging van bitumen voor asfalt. Om te testen of dat mogelijk is, krijgen Latexfalt en Nettenergy een subsidie van de provincie Zuid-Holland. Ook de TU Delft is erbij betrokken. De subsidie kan volgens directeur Bert Jan Lommerts van Latexfalt 15 procent van de kosten dekken. Maar dat is niet doorslaggevend geweest om aan de proef te beginnen. “We zien er zelf brood in”, zegt hij. p BRON: LEIDSCH DAGBL AD

CHEMIE KOPLOPER SOCIALE INNOVATIE Het Topsectorenbeleid is te eenzijdig gericht op technologische innovatie, terwijl sociale innovatie doorslaggevend is voor succes. De Topsectoren Chemie en Energie zijn een uitzondering: zij zijn goed bezig op het gebied van sociale innovatie. Dit blijkt uit onderzoek van de Rotterdam School of Management (RSM) van de Erasmus Universiteit en Panteia/EIM. Er namen ruim vijftienhonderd bedrijven aan deel.

D

riekwart van het succes in innovatie wordt bepaald door sociale innovatie: dynamisch managen, flexibel organiseren, slimmer werken en co-creatie met externe partijen. “De Topsectoren Energie en Chemie investeren intensief in R&D en bestaan daarnaast uit relatief grote bedrijven”, zegt professor Henk Volberda, medeauteur van het onderzoeksrapport. “Hierdoor rendeert het niet voor hen om maar een beetje te investeren in sociale innovatie. Hun kracht ligt in het intensief investeren in technologische innovatie in combinatie met slimmere manieren van managen en organiseren en het inzetten van medewerkers, ofwel sociale innovatie.” In de Topsector Chemie ontwikkelt 66 procent van de bedrijven zelf product- of procesinnovaties (‘ontwikkelaars’), zo concludeert het rapport. Ruim eenderde daarvan verricht daarbij ook systematisch R&D-activiteiten. Dit zijn de zogenaamde ‘koplopers’. De chemiesector heeft in vergelijking tot de andere Topsectoren het hoogste aandeel ontwikkelaars en koplopers. p februari 2014 Chemie Magazine 13


CEO’S: BEDREIGING EUROPESE CHEMIE DUURT VOORT

‘ENERGIEKOSTEN EUROPA TE HOOG’

14 Chemie Magazine februari 2014


Investeringsklimaat

De economie trekt langzaamaan weer aan. Dat is goed nieuws. Het is alleen de vraag of de chemische industrie in Europa gaat meeprofiteren. “Het verschil in kostprijs is zo groot dat de economische groei in Europa gevoed gaat worden vanuit Amerika”, vreest bijvoorbeeld Huntsman-topman Max van der Meer. Tekst: Jos de Gruiter

‘D

ow Europa is het lelijke eendje van Dow.” Als Dow Benelux bijvoorbeeld vraagt om geld voor verbeteringen, dan moeten wij daar oneindig veel meer moeite voor doen dan wanneer die vraag komt vanuit het Midden-Oosten of de VS. Dat zorgt voor een neerwaartse spiraal, want investeringen zijn broodnodig voor energie-efficiency, innovatie en nieuwe producten.” Veelzeggende woorden van Willem Huisman, president en voorzitter van de raad van bestuur van Dow Benelux. Hij sprak ze uit tijdens de Chemical Conference in november 2013. De door VNCI, Deloitte en TNO georganiseerde bijeenkomst handelde over de bedreigingen voor de chemische industrie in Europa en Nederland. De ontwikkeling van schaliegas in de VS en de daaruit voortvloeiende lage energie- en grondstofkosten, stonden centraal in de discussie. Huisman waarschuwde zijn toehoorders voor investment leakage: het verschuiven van investeringen in de chemie naar de VS en andere opkomende regio’s in de wereld. Vincent Oomes, partner bij Deloitte Consulting, haakte in op de woorden van de Dow-topman en schetste een zorgelijk beeld. “Het gevaar dreigt dat op de korte termijn iedereen gaat uitbreiden in VS. De chemie in de EU wordt dan marginaal, investeringen blijven uit, en dan valt de chemie hier uit elkaar.” De waarschuwingen volgden elkaar in hoog tempo op. Zo noemde algemeen directeur Hans Grünfeld van

de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (de belangenbehartiger voor de zakelijke elektriciteit-, gasen waterafnemers) medio januari de energiekosten ‘een indirecte sluipmoordenaar’.

Max van der Meer:

‘We moeten ons niet in slaap laten wiegen door een mogelijk aantrekkende economie’

Valutaproblemen

Het FD van 22 januari laat topman Feike Sijbesma van DSM aan het woord. Hij ziet dat de resultaten van de multinational dit jaar verder onder druk komen te staan. “De euro is in het vierde kwartaal sterker geworden ten opzichte van alle andere valuta’s, dat is ongunstig. We hebben aardig wat productiefaciliteiten in Europa en die maken kosten in euro’s, terwijl we de opbrengsten in andere valuta’s krijgen. En die zijn zwakker geworden.” Los van de valutaproblemen ziet Sijbesma in de hoge energieprijs op het oude continent een reden om naar andere delen van de wereld te kijken als het gaat om nieuwe investeringen. “We zijn nu al veel meer verspreid dan vijf jaar geleden. We

e

HOGE ENERGIEPRIJS GEEN NATUURVERSCHIJNSEL

Uit een recente analyse van de Europese Commissie van de energieprijzen in de EU blijken het vooral belastingen en heffingen op gas en elektriciteit te zijn die de energieprijs sinds 2008 hebben opgejaagd. Zo stegen de elektriciteitsprijzen in de crisisjaren voor huishoudens met 30 procent en voor bedrijven met meer dan 120 procent. Voor gas was de stijging respectievelijk 12 en 14 procent. Netwerkkosten gingen met 18 tot 30 procent omhoog. In dezelfde periode gingen de groothandelsprijzen voor elektriciteit met 35 tot 45 procent omlaag en bleef de gasprijs stabiel. De analyse brengt ook aan het licht dat gas in de EU drie tot vier keer zo duur is als in de VS en in Rusland en 12 procent duurder dan in China. Verder zijn de Europese netwerken duurder en heeft Europa gemiddeld genomen de hoogste belastingen en heffingen op energie. Samengevat: hoge energieprijzen zijn geen natuurverschijnsel. Er is met verstandig beleid iets aan te doen. februari 2014 Chemie Magazine 15


Feike Sybesma (in het FD):

‘We hebben al veel geïnvesteerd in China en veel acquisities in Amerika gedaan’ hebben al veel geïnvesteerd in China, zo’n twintig fabrieken in totaal. En we hebben veel acquisities in Amerika gedaan. Zo’n spreiding doe je niet van de ene week op de andere.” DSM wil zich niet terugtrekken uit Europa, benadrukt Sijbesma. “Maar Europa moet wel nadenken over zijn concurrentiepositie, bijvoorbeeld in arbeidswetgeving en in energieprijzen. Dat kan een graadje sterker, als ik het soft mag uitdrukken.” Een ander bericht kwam uit Duitsland: investeringen van de Duitse chemische industrie in de VS blijven toenemen. Volgens het Verband der 16 Chemie Magazine februari 2014

Chemischen Industrie (VCI) wordt van alle investeringen van de chemie in het buitenland 41 procent gerealiseerd in de VS. In 2005 was dat nog maar 28 procent. Als oorzaak noemt algemeen directeur Utz Tillmann van de VCI de hoge energiekosten in Duitsland. De grote verschillen in energie- en grondstofkosten tussen Europa en de VS worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door de winning van schaliegas in de VS. En die verschillen hebben grote invloed op het investeringsgedrag van bedrijven. Op zijn weblog constateert chief economist Han de Jong van ABN Amro dat het bedrijfsleven de afgelopen jaar ‘veel krachtiger’ investeerde in de VS dan in Europa. Hij schrijft: “Enquêtes geven aan dat ondernemers de afgelopen maanden voorzichtig waren als gevolg van onzekerheid over het Amerikaanse begrotingsbeleid. Die onzekerheid is nu grotendeels weggenomen.” De Jong draagt cijfers aan die wijzen op een sterke stijging van investeringen door kleine ondernemingen. De investeringsuitgaven bereiken het hoogste niveau sinds 2005.

Sociale onrust

Tegelijkertijd zitten ook de grote concerns niet stil. Zo kondigde Dow Chemical vorig jaar plannen aan om, met verwijzing naar de schaliegasboom in het homeland, drie nieuwe installaties te bouwen aan de Amerikaanse Golfkust. Gezamenlijke waarde: 4 miljard dollar. Eerder besloot de chemiereus om in een joint venture met de Saudi Arabian Oil Company (Saudi Aramco) voor 20 miljard te investeren in een volledig geïntegreerd chemisch complex in Jubail (Saoedi-Arabië). Naar verwachting zal het complex binnen een paar jaar een jaaropbrengst van 10 miljard dollar realiseren en duizenden mensen werk bieden. “Iedereen zal begrijpen dat er niet zo veel voor Nederland overblijft als elders zulke bedragen worden geïnvesteerd”, reageert Willem Huisman. De topman van Dow Benelux is bezorgd dat de Europese en Nederlandse overheid de bestaande situatie te lang op zijn beloop laat. “Schaliegas blijft goedkoop en de regelgeving in de VS leidt tot minder kosten. Als je dan ziet dat er in

Europa niet veel verandert op die gebieden, dan neem je grote risico’s. Europa moet echt oppassen dat het hier niet leegloopt. Dat is slecht voor de welvaart en voor de werkgelegenheid. En als die verdwijnen ligt sociale onrust op de loer.”

Minister Kamp

Eind november nam de VNCI het initiatief voor overleg tussen een aantal CEO’s van chemiebedrijven en minister Kamp van Economische Zaken. Namens hun bedrijven legden de bestuurders hun problemen op tafel. In een brief aan het parlement, die daaruit voortvloeide, onderstreept de minister hoe belangrijk de sector is voor de Nederlandse economie. Hij benoemt drie factoren die de chemie bedreigen: schaliegas in de VS, concurrentie vanuit het Midden-Oosten en de opkomst van China. Kamp kondigt maatregelen aan voor de energieintensieve industrie: compensatie voor CO2-heffingen, structurele verbetering van het emissiehandelssysteem, versnelde correctie van de nettarieven, verdere integratie van de Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt en restitutie van in het verleden betaalde systeemdiensten. Voor de chemie in het bijzonder wijst de minister op het overleg dat het met de sector voerde. Daarin zijn onder meer afspraken gemaakt over versterking van chemieclusters, het aanpakken van de regeldruk (waardoor chemiebedrijven makkelijker kunnen overschakelen op biobased activiteiten) en verbetering van de kennisinfrastructuur. Operations director Europe Max van der Meer van Huntsman Polyurethanes zat aan tafel met de bewindsman. Hij bewaart er positieve herinneringen aan: “De minister zat goed in het dossier en had goede intenties. Wat ik een beetje mis, is dat er nu wordt doorgepakt.” De Amerikaanse activiteiten van het moederbedrijf deden het vorig jaar overigens prima, vertelt hij. “Dat heeft alles te maken met schaliegas. In Europa hebben we het minder goed gedaan en dat is zorgelijk. De marges staan onder druk door de dure grondstoffen en dure energie. Gas is voor Huntsman zowel energiebron als grondstof.” De prijsverschillen hebben ook


Investeringsklimaat

ACTIES VNCI

Willem Huisman:

‘Ik ben nog niet overtuigd dat Europa in de luxe positie zit om schaliegas links te laten liggen’ gevolgen voor de investeringsstromen. “Het Internationaal Energie Agentschap voorziet dat de prijsverschillen nog tien tot vijftien jaar zullen voortduren. Bovendien hebben wij een Amerikaanse eigenaar. Dat maakt het investeren in Europa nu erg lastig. Ik heb zelfs geruchten gehoord dat bedrijven hun Europese assets verhuizen naar Amerika.” Een opleving van de Europese economieën, waarvoor economen graag signalen aandragen, is geen garantie voor herstel in de Europese chemie, vreest hij. “Het verschil in kostprijs loopt tegen de 25 procent. Dat is zo groot dat de economische groei in Europa gevoed gaat worden vanuit Amerika. We moeten ons niet in slaap laten wiegen door een mogelijk aantrekkende economie.”

Huishoudboekje

”Ik heb geen patentenoplossing”, zegt Willem Huisman (Dow). “Goedkope grondstoffen en goedkope energie zouden uiteraard helpen, maar ik zie ook de nood van de staat. Er is zo 6 miljard nodig om het huishoudboekje op orde te krijgen. Het zou een goed begin zijn als het kabinet een keer zou stoppen met het uitmelken van de industrie. Met een lastenverzwaring hier en een lastenverzwaring daar, die inspanningen op een ander vlak weer tenietdoen. We zitten nu midden in de BOL-discussie, de belasting op lei-

dingwater. In een paar weken tijd schommelde het effect daarvan voor ons bedrijf van 5 miljoen per jaar naar 33.000 en weer terug naar een half miljoen per jaar. Daarbij ging het niet om argumenten, maar om het feit dat de overheid geld tekortkomt. Dat is geen beleid, maar chaos. Wat Den Haag maar niet wil begrijpen, is dat zulke dingen worden meegenomen als een hoofdkantoor beoordeelt waar een nieuwe fabriek moet worden gebouwd.” Tot slot: de rol van schaliegas. “Ik ben er nog niet van overtuigd dat Europa in de luxe positie zit om het links te laten liggen”, vindt Huisman. “Voor de korte termijn is het geen remedie, maar het is wel degelijk zinvol om de mogelijkheden met de nodige spoed te onderzoeken.” “We zijn niet concreet geworden”, vult Van der Meer (Huntsman) aan. “Nu zijn we te laat. We moeten doorgaan met innoveren en vermindering van het energieverbruik. In het Rotterdamse havengebied zijn nog legio mogelijkheden om met energiereductie bezig te zijn, zoals ons anilineproject waarin de energie-integratie tussen bedrijven kan worden versterkt. Dit soort projecten moet de volle steun van Kamp krijgen. Pappen en nathouden betekent dat de chemische industrie in Nederland veroudert en dan kom je in de doemscenario’s terecht. Dat is mijn zorg.” p

De VNCI zit ondertussen niet stil en heeft afgelopen najaar samen met Deloitte een update uitgebracht van de Visie 2030-2050 (studie naar de toekomstkansen van de chemische industrie). Volgens deze update loopt door de schaliegasrevolutie in de VS de productie van ethyleen, ammonia, chloor en natriumhydroxide in Europa gevaar. Dit plaatst bijna 30 procent van de werkgelegenheid in de Nederlandse chemische industrie in de risicozone. De VNCI heeft op basis van de update overlegd met minister Kamp van EZ, wat heeft geleid tot toezeggingen om via ‘een gezamenlijke aanpak de ergste pijn weg te nemen’. In een brief aan de Tweede Kamer onderstreepte de minister begin december 2013 het belang van de chemiesector voor de Nederlandse economie en gaf gezamenlijke acties aan, waaronder investeringen in regionale clusters, versterking van het concurrentievermogen en een actieplan om de lastendruk te verminderen. Verder zat de VNCI aan tafel bij de onderhandelingen over het SER-energieakkoord en heeft daarbij onder meer bereikt dat bedrijven die veel energie gebruiken compensatie kunnen krijgen voor hun hogere elektriciteitsrekening (door het CO2-handelssysteem). De impact van de schaliegasrevolutie in de VS was ook een van de hoofdthema’s van de Chemical Conference 2013 van de VNCI. Ook in diverse media roerde de VNCI zich. ‘Zware industrie krijgt klappen’, kopte Het Financieele Dagblad op 13 november naar aanleiding van de update van de VNCI en Deloitte. “Europese bedrijven zijn in het nadeel doordat de energiekosten in Europa veel hoger zijn”, aldus de krant. “Nederland moet oppassen niet té onaantrekkelijk te worden voor chemische multinationals.” In Forum, het blad van VNO-NCW, noemde VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann de hoge gasprijs ‘Gif voor de chemie’. Op 4 februari kondigde Kamp in een brief aan de Tweede Kamer aan een werkgroep in het leven te roepen die op 10 maart een actieplan moet presenteren voor ‘economische structuurversterking’ van het chemiecluster Eemsdelta. Daarmee geeft de minister een extra versnelling aan de afspraken die hij eerder maakte met vertegenwoordigers van de chemische industrie om de concurrentiekracht te versterken. De werkgroep staat onder leiding van oud-VNCI-voorzitter Rein Willems. De VNCI zal, samen met de bedrijven uit de regio, haar ideeën inbrengen over de vraag hoe (onder meer) het chemiecluster structureel kan worden voorzien van stroom tegen concurrerende prijzen. Ook op het vlak van infrastructuur, kennisontwikkeling, innovatie en verduurzaming ziet de VNCI mogelijkheden voor de regio. februari 2014 Chemie Magazine 17


Verenigd KoninKrijK Kiest Voor schaliegas en boort tientallen putten

De Britten winnen s De chemische industrie in het Verenigd Koninkrijk ondersteunt sterk de initiatieven van de coalitieregering om de eerste producent van schaliegas in WestEuropa te worden. Brancheorganisatie Chemical Industries Association hoopt dat als het boren van putten dit jaar is afgerond, er vanaf 2017 kan worden begonnen met de productie van de eerste commerciële hoeveelheden schaliegas. Tekst: Sean Milmo

‘I

n het Verenigd Koninkrijk heeft de productie van schaliegas een behoorlijke impuls gekregen”, vertelt Steve Elliott, bestuursvoorzitter van de Chemical Industries Association (CIA), die de chemieproducenten in het land vertegenwoordigt. “Het zou een grote gemiste kans zijn als er geen productie van schaliegas komt. Schaliegas zou de ambitie van de Britse chemische industrie om tot 2030 een groei van 50 procent te realiseren aanzienlijk helpen.” Langzamerhand is er over de productie van schaliegas consensus ontstaan bij de meeste partijen in het land, op voorwaarde dat dit veilig voor de gezondheid en het milieu gebeurt. Naast de chemische en andere industrieën in het Verenigd Koninkrijk willen nu ook de belangrijkste politieke partijen met schaliegas aan de slag. Zelfs een kleine meerderheid van het publiek (53 procent) is voor schaliegaswinning. Al was dit in 2012 nog 58 procent. Over het algemeen lijken publieke opinie, ministers, andere politici, vertegenwoordigers van de industrie en het merendeel van de media ervan overtuigd dat schaliegas kan helpen bij het oplossen van problemen in de energievoorziening van het land en dat aanjagen van de schaliegasproductie banen kan opleveren. Zoals in de VS, waar een hausse in de productie van schaliegas de gasprijzen fors heeft verlaagd, wat leidde tot een wederopstanding van de productiesectoren.

18 Chemie Magazine februari 2014

Overigens is er wel aanzienlijke lokale weerstand op plaatsen waar boringen naar schaliegas zijn gedaan.

Bowland-schalielagen

Verwacht wordt dat dit jaar twintig tot veertig putten worden geboord voor de exploitatie van mogelijk aanzienlijke voorraden schaliegas. Die zouden de dalende opbrengst van de aardgasvelden in de Noordzee kunnen vervangen. De British Geological Survey (BGS), onderdeel van de Natural Environment Research Council van de Britse regering, heeft vorig jaar geraamd dat er in de belangrijkste Bowland-schalielagen in Centraal- en Noord-Engeland 38 biljoen kubieke meter gas voorradig is, waarvan 10 procent inbaar is. Het is genoeg gas om veertig jaar lang in de behoeften van het land te voorzien. Momenteel worden er ook onderzoeken uitgevoerd in de overige belangrijke schaliegasreservoirs in het Wessex- en Wealthgebied in Zuid-Engeland en in Centraal-Schotland en in Wales. De Energy Information Administration (EIA) in de VS, dat periodiek geologische studies verricht naar schaliegasreserves over de hele wereld, berekende vorig jaar met gebruikmaking van een relatief conservatieve methode dat het Verenigd Koninkrijk technisch winbare reserves heeft van 0,7 biljoen kubieke meter (Polen 4,2 biljoen; Frankrijk 3,9 biljoen; Roemenië 1,4 biljoen en Nederland 0,7 biljoen).

Een belangrijke negatieve factor volgens de EIA is dat de geologie in het Verenigd Koninkrijk, maar ook in de andere Europese landen, veel complexer is dan in de VS. “Breuklijnen komen veel voor en schaliegasputten zijn veel duurder om te boren.” Ongeacht de hoeveelheid schaliegas in de bodem, is het in het Verenigd Koninkrijk algemeen geaccepteerd dat de belangrijkste factoren de economische haalbaarheid en vooral de milieukosten van de productie zullen zijn. In Polen, het Europese land met het meest uitgebreide programma van schaliegasproductie (40 geboorde bronnen eind vorig jaar), hebben Amerikaanse energiebedrijven als ExxonMobil en Marathon zich uit de sector teruggetrokken vanwege de hoge productiekosten veroorzaakt door de complexe geologie. Volgens Nick Sturgeon, directeur energie van de CIA, zouden de productiekosten van schaliegas in het Verenigd Koninkrijk echter behoorlijk lager kunnen uitvallen dan verwacht. “Het Bowland-reservoir is buitengewoon diep – ongeveer tien maal dikker dan een gemiddelde schaliegasformatie in de VS – dus dat betekent dat er potentieel veel meer gas per boorput is.”

Vanaf 2017

De CIA hoopt dat als het boren van putten dit jaar is afgerond, er vanaf 2017 kan worden begonnen met de productie van de eerste commerciele hoeveelheden schaliegas.

e


energie

n straks wel

dustrie, die niet alleen energie-intensief is, maar ook schaliegas zou kunnen gebruiken als een bron van veilige en concurrerend geprijsde basisgrondstoffen”, aldus het bedrijf in een schriftelijke verklaring tijdens een hoorzitting over schaliegas. “energie-intensieve industrieën lopen serieus gevaar om uit het Verenigd Koninkrijk te worden verjaagd, wat resulteert in banenverlies, een lager bbp en minder belastingopbrengsten. schaliegas zou kunnen helpen dit probleem aan te pakken, door de concurrentiekracht van energie-intensieve industrieën te behouden.”

Foto: shut terstocK

BehouD energie-intensieve inDustrie Door schaliegas

twee van de drie britse ethyleenkrakers – Mossmorran in Fife en grangemouth, beide in schotland – zijn volledig afhankelijk van aardgas uit de noordzee. de derde, die in Wilton in noordoost-engeland met een jaarlijkse capaciteit van 865.000 ton, draait op nafta maar kan ook draaien op vloeibaar aardgas. ineos, het grootste petrochemische bedrijf in het Verenigd Koninkrijk, overweegt al om geïmporteerd ethaan uit schaliegas uit de Vs te gebruiken voor zijn kraker (830.000 ton per jaar) op het raffinaderijcomplex op grangemouth. “schaliegas is vooral van belang voor de britse petrochemische in-

februari 2014 Chemie Magazine 19


Discussie in neDerlanD nog niet Beslecht

Minister Kamp van eZ presenteerde afgelopen augustus een rapport van Witteveen+bos. het bureau onderzocht in opdracht van de minister de gevolgen van het opsporen en winnen van schaliegas voor veiligheid van mens, natuur en milieu en concludeerde dat dit veilig kan. op advies van de commissie voor de Milieu effect rapportage, die de overheid adviseert over milieugevolgen van overheidsbeleid, besloot Kamp vervolgens een onderzoek in te stellen naar alle locaties in nederland waar proefboringen naar schaliegas kunnen plaatsvinden. dit onderzoek zou één tot anderhalf jaar duren. de Vnci kan zich vinden in deze aanpak waarbij de overheid meer tijd uittrekt om alle gezichtspunten na te gaan en af te wegen, want vanzelfsprekend moeten opsporing en winning op veilige en milieuverantwoorde wijze gebeuren. omdat het voor chemiebedrijven cruciaal is dat zij beschikken over gas tegen op de wereldmarkt concurrerende prijzen, pleit de Vnci ervoor dat de nederlandse overheid een langetermijnvisie ontwikkelt over energie, waarin gas een duidelijke rol krijgt als brand- en grondstof in de transitiefase naar een duurzame economie. de chemische industrie is van mening dat de inzet van schaliegas, mits verantwoord en veilig gewonnen, binnen die langetermijnstrategie kan bijdragen aan het versterken van de economie en het beperken van de co2-uitstoot.

Daarna is er volgens Sturgeon nog wat tijd nodig om de productie op te voeren naar hoeveelheden van enige betekenis. “In het begin van de jaren 2020 kan schaliegas goed zijn voor ongeveer 20 procent van de gasvoorziening in het Verenigd Koninkrijk, momenteel de belangrijkste bron van warmte voor industrie en huishoudens en goed voor circa 30 procent van de elektriciteitsproductie.” De CIA hoopt ook dat schaliegas binnen enkele jaren voldoende impact heeft op de energievoorziening om meer stabiliteit te brengen in de energieprijzen. De wisselvalligheid is in de afgelopen jaren een groot probleem geweest voor de energie-intensieve sectoren zoals de petrochemie en de productie van chloor en afgeleide producten. Maar Sturgeon denkt niet dat schaliegas de gasprijzen er behoorlijk zal verlagen. “Het land maakt onderdeel uit van de Europese energiemarkt, waardoor de gasprijzen door de Europese vraag en aanbod worden 20 Chemie Magazine februari 2014

‘Het zou een grote gemiste kans zijn als er geen productie van schaliegas komt’

bepaald.” Maar schaliegas kan wel uitschieters in de prijs voorkomen tijdens pieken in de vraag gedurende de winter. Zoals de afgelopen jaren, toen de chemische industrie er het hoofd moest bieden aan stijgende gasprijzen met soms wel 40 tot 50 procent. Zelfs als de schaliegasproductie snel wordt uitgebreid, zal dit niet snel genoeg gaan om een mogelijke energiecrisis te voorkomen. Die kan in het Verenigd Koninkrijk binnen twee jaar ontstaan door de sluiting van kolen- en zelfs gasgestookte centrales, voornamelijk vanwege milieuverordeningen over uitstoot. De sluitingen worden niet opgevangen door het bouwen van nieuwe gasgestookte elektriciteitsproductiecapaciteit vanwege de onzekerheid over de voorziening en kosten van gas. In voorgaande jaren was er zo’n 20 procent meer productiecapaciteit dan nodig voor een normale elektriciteitsbehoefte. Volgens cijfers van Ofgem, de toezichthouder op de elektriciteitsmarkt in het Verenigd Koninkrijk, is er nu minder dan 5 procent reservecapaciteit om pieken in de vraag in de winter op te vangen, waardoor stroomuitval de activiteiten van energie-intensieve industrieën kan bedreigen. “In 2015 of 2016 zal de capaciteitsmarge nagenoeg nul zijn”, vertelde Dieter Helm, professor voor energiepolitiek aan de Universiteit van Oxford, onlangs tijdens een hoorzitting over schaliegas. “Ik heb zelfs enkele berekeningen gemaakt die aangeven dat het onder nul kan uitkomen.”

Nieuwe investeringen

De productie van de chemische industrie was in het Verenigd Koninkrijk vorig jaar nog steeds 20 procent lager dan het niveau in 2007. Dit kwam voornamelijk door een

sterke daling in de productie van bulkchemie, veroorzaakt door het uitblijven van investeringen in modernisatie van fabrieken door de hoge energiekosten. De CIA denkt dat op het moment dat schaliegas een relatief groot aandeel levert in de energievoorziening, dit nieuwe investeringen zal aantrekken in de chemiesector, met name in de energie-intensieve petrochemie. “Investeringen worden nu uitgesteld door de onzekerheid en onvoorspelbaarheid van energiekosten,” aldus Elliott, “maar ook de onzekerheid over de toekomst van de chemische grondstoffen door de vermindering van de aardgasproductie in de Noordzee.” Ineos, de CIA en energiedeskundigen benadrukken overigens dat de voordelen van schaliegas in Europa niet ten volle zullen worden benut zolang het niet in de hele regio wordt geproduceerd. Als schaliegas in het Verenigd Koninkrijk en uit reserves in andere Europese landen kan worden geproduceerd “zouden de voordelen aanzienlijk kunnen zijn voor met name de energie-intensieve industrieën die kwetsbaar zijn voor prijsverhogingen”, stelde Ineos. Zonder de winning van schaliegas in Europa zou de toekomst van de energie-intensieve industrie, waaronder de (petro)chemie, gevaar kunnen lopen, verklaarde professor Helm. “Er wordt nu geen enkele investering gedaan in energie-intensieve activiteiten in heel Europa.” Veel hangt af van het succes of het mislukken van het Britse schaliegasprogramma. Het land kan in Europa leidend zijn door te tonen dat de productie veilig en economisch haalbaar is. Aan de andere kant zou het ook kunnen aantonen dat de productie niet rendabel is, niet alleen in het Verenigd Koninkrijk maar overal in West-Europa. p


Clear insight

www.ApplusRTD.com Applus RTD is de wereldwijde referentie voor Asset Integrity Services, met een solide basis in Niet-Destructief Onderzoek en Inspecties. Onze focus ligt op het leveren van totaal oplossingen op het gebied van testen, inspecteren en certificeren, die u inzicht geven in de integriteit van uw installaties. Dit doen we al sinds 1937. Onze Asset Integrity Services, standaard en op maat gemaakt, verzekeren de integriteit en conformiteit van uw installaties en verlagen daarmee uw total cost of ownership. Meer informatie ? Applus RTD Nederland Delftweg 144 3046 NC Rotterdam T+ 31 10 716 60 00

Postbus 10065 3004 AB Rotterdam E info.netherlands@applusrtd.com


Op 29 januari heeft burgemeester Aboutaleb van Rotterdam samen met Dick Benschop, president-directeur Shell Nederland, het innovatieve Shell Pernis Safety Centre officieel geopend. Met dit permanente trainingscentrum over veiligheid maakt Shell een nieuwe stap in het streven naar verdere verbetering van veiligheidsprestaties. In het Safety Centre geeft Shell alle veiligheidstrainingen (theorie en praktijk) die vereist zijn voor eigen medewerkers en medewerkers van aannemers. Het centrum is in nauwe samenwerking tussen Shell Pernis en grote huisaannemers opgezet, ingericht en bekostigd. De filosofie achter het centrum is dat teams samen met hun leidinggevenden door de training gaan en bewuster worden van het thema veiligheid.

Levensecht

Meerdere praktijkopstellingen van onderhoudssituaties in fabrieken maken de trainingen levensecht. Er zijn bijvoorbeeld simulaties op het gebied van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, openen en sluiten van installaties, werken op hoogte, schone werkplekken en het juiste gebruik van hulpmiddelen zoals steigers en gereedschappen. De ervaring leert dat bij deze thema’s de risico’s op incidenten het grootst zijn. Deze situaties zijn voor alle medewerkers in de praktijk zeer 22 Chemie Magazine februari 2014

herkenbaar, zodat zij elkaar erop aan kunnen spreken en er in voorkomende situaties naar kunnen verwijzen. “De Rotterdamse haven is van groot belang voor de inwoners van de Rijnmondregio en voor heel Nederland”, zei burgemeester Aboutaleb bij de opening. “Veiligheid is van het allergrootste belang, en dat gaat alle Rotterdammers zeer ter harte. Gelukkig zie ik dat de overgrote meerderheid van de bedrijven hier bewust en consequent mee bezig is. En ik complimenteer Shell Pernis met dit bijzondere initiatief om de veiligheid van medewerkers, aannemers en daarmee ook omwonenden op een hoger plan te brengen.”

Nooit klaar

Dick Benschop, president-directeur van Shell Nederland, vulde aan: “Veiligheid is in Shells visie de uitkomst van professioneel handelen. Goed gerunde productielocaties zijn ook de veiligste locaties. Het betekent dat je alle processen in de hand hebt. De medewerkers van Shell en van onze aannemers laten al zien dat het onderhoudswerk steeds veiliger kan en we horen absoluut bij de goede bedrijven op dit gebied. Maar met veiligheid ben je nooit klaar. Elk ongeval en incident is er één te veel en onacceptabel. Ons nieuwe Safety Centre gaat zeker helpen bij het voorkomen van veiligheidsincidenten. Het is een stap op weg naar een nog veiligere omgeving. Ik ben er trots op.” p


Wetenswaardig

februari 2014 Chemie Magazine 23


DuuRZAAMHEID VolGENS JAN PAul VAN SoESt

‘InnoVatIeKRaCHt Van De InDuStRIe ZoRGt VooR De VeRGRoenInG’ Een offensief industriebeleid dat de zware intensieve industrie tot gangmaker maakt van de transitie naar een duurzame economie. Volgens Jan Paul van Soest is er geen andere weg. “Je hebt de maakindustrie nodig voor bepaalde spullen, diensten en energievoorzieningen.” Daarnaast laten diverse routekaarten, waaronder de Routekaart Chemie 2030, zien dat de industrie de klimaatdoelen kan halen. Maar het is niet genoeg. “Je moet een zekere maatschappelijke kritische massa creëren waar de overheid niet omheen kan.” Tekst: Igor Znidarsic

24 Chemie Magazine februari 2014


Duurzaamheid

was dat de kanteling rond 2020 zou plaatsvinden. We hebben sinds de jaren zeventig veel milieu-innovaties doorgevoerd, productieprocessen schoner en zuiniger gemaakt, maar aan wezenlijke systeemveranderingen, zoals het beprijzen van externe kosten waaronder die van carbon, hebben we weinig gedaan, zodat de kans dat zogeheten overshoot- en collapse-scenario’s à la de Club van Rome toch naderbij komen wel degelijk aanwezig is. Neem alleen de klimaatverandering, die overigens door de Club van Rome destijds niet is voorzien.”

Foto: SIMoNE-MIcHEllE DE BlouW

‘I

k werk voor veel verschillende organisaties, met één gemeenschappelijk factor: duurzaamheid, en dan vooral de planetkant”, zo vat hij zijn werkzaamheden samen. Behalve eigenaar van Jan Paul van Soest Advies voor Duurzaamheid, is Jan Paul van Soest onder meer partner bij De Gemeynt (een coöperatie van zelfstandige adviseurs, denkers en entrepreneurs die zich bezighouden met het organiseren van samenwerking tussen sleutelspelers om duurzame oplossingen mogelijk te maken) en voorzitter van de raad van advies van De Groene Zaak (een vereniging van 170 bedrijven die vaart willen maken met de vergroening van de economie, van kleine adviespraktijken tot Eneco, PGGM en Heijmans). Hij deed onderzoek naar Carbon capture & storage, was betrokken bij de oprichting van Plant One, adviseerde menig bedrijf, waaronder Shell. Op de middelbare school al werd hij gegrepen door het vak ecologie, ‘het vernuft waarmee de ecosystemen in elkaar zitten’. Toen hij het rapport van de Club van Rome las, wist hij waar zijn toekomst lag en ging hij milieuhygiëne studeren. Hoe kijkt u nu terug op de voorspellingen van de Club van Rome?

“Het is een populair misverstand dat die voorspellingen niet klopten. Het ‘ongewijzigd beleid’-scenario

Als oplossing pleitte Liesbeth van Tongeren van GroenLinks onlangs in Trouw voor - kort door de bocht gezegd - afschaffing van de zware energieintensieve industrie. U reageerde daarop met de stelling dat we de zware industrie juist moeten inzetten als gangmaker voor verduurzaming.

“Ik bestrijd het beeld dat je in de nieuwe, groene economie de basisproductie niet meer nodig hebt. Onze economie heeft een stevige materiële basis nodig. Er zullen wereldwijd verschuivingen in plaatsvinden, en de samenstelling van onze productportfolio zal onder invloed van verduurzaming veran-

de CO2-uitstoot daardoor niet af, misschien zelfs toe. Volgens mij kan de basisindustrie van onderdeel van het probleem onderdeel van de oplossing worden. Je moet ook niet de bal alleen bij de industrie neerleggen wat betreft het milieu. Samenleving, overheid en maatschappelijke organisaties moeten samen de verantwoordelijkheid dragen om de voorwaarden te scheppen, zoals een goed economisch klimaat, zodat de industrie haar rol kan oppakken en voor de innovaties kan zorgen. Voor de windturbines die GroenLinks zo graag wil is heel veel staal nodig en kunststof en allerlei innovatieve materialen.” Wat moet de rol van de overheid hierbij zijn?

“De overheid trekt zich steeds verder terug, roept alleen af en toe dat iets moet gebeuren of juist niet. Het resulteert in een jojo-koers waar de industrie niet zijn investeringsagenda op kan baseren. Dat vind ik schadelijk. Ik denk dat industrie, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen gezamenlijk tegen de overheid moeten zeggen: dit is wat er nodig is en dit is wat de overheid zou moeten doen. Je zou

‘Op jojo-koers van overheid kan industrie investeringsagenda niet baseren’ deren, maar je hebt de maakindustrie gewoon nodig voor bepaalde spullen, diensten en energievoorzieningen.” Met het de deur uit doen van de zware industrie wordt het probleem volgens u alleen maar verplaatst.

“De afgelopen tien, twintig jaar is een belangrijk deel van de productie door diverse ontwikkelingen verlegd naar China en andere landen waar de ontwikkeling van milieubeleid minder vergevorderd is. We hebben een deel van onze klimaatproblemen geëxporteerd. Per saldo neemt

veel invloed en belangen uit verschillende hoeken op tafel moeten leggen en daarmee laten zien dat de samenleving een bepaalde kant op wil en de plannen goed heeft uitgedacht, zodat de overheid alleen nog kan zeggen: wie zijn wij om dat tegen te houden? De industrie moet die rol van ‘leiderschap nemen in een maatschappelijk proces’ nog oppakken.” Is de Routekaart Chemie 2030 een voorbeeld van die rol?

“Die Routekaart is een hartstikke goed verhaal. Die laat zien, net als februari 2014 Chemie Magazine 25

e


‘Onze economie heeft een stevige materiële basis nodig’

chemie al heel ver met ketensamenwerking? Je moet je dan gaan buigen over de beleidsmaatregelen die daarbij horen, de incentives, de stimulansen die nodig zijn. Naar mijn idee is het collectieve bedrijfsleven op dat punt toch nog meer defensief dan proactief.” Aan wat voor beleidsmaatregelen denkt u?

“Een bepaalde CO2-prijs per ton, terwijl je ondertussen als Europa de concurrentieslag niet wilt verliezen. Je zou kunnen nadenken over een systeem waarin je bepaalde slimmigheden – compensatiegelden, dat soort instrumenten – introduceert, die de industrie in het economisch speelveld uit de wind houden. Engeland zorgt ervoor dat bij aanbestedingen van grote windparken op zee de Engelse industrie aan bod komt en haar innovatieve rol kan vervullen. Maar Nederland wil het liberaalste jongetje van de klas zijn, we zijn wars geworden van ideeën voor industriebeleid.” Wat kan de chemische industrie zelf doen richting verduurzaming?

de Routekaart van de metaalindustrie, dat de industrie de klimaatdoelen kan halen. Maar ik denk dat je nog verder moet gaan en een zekere maatschappelijke kritische massa moet creëren waar de overheid gewoon niet omheen kan.” Hoe kan de chemische industrie nog verder bijdragen aan de verduurzaming van de samenleving?

“Binnen de bedrijfspoorten en binnen de huidige spelregels gebeurt er al heel veel. Er wordt naar de eco-footprint gekeken en andere impacts op natuur en milieu. Vaak zit men al tegen de grenzen aan van wat mogelijk is. Je moet je dan afvragen waar die grenzen dan precies in zitten. Zijn het de fundamentele – economische – spelregels die we hebben afgesproken? Zijn het de barrières in de keten, ook al is de 26 Chemie Magazine februari 2014

“Je kunt hogere percentages biogrondstoffen en gerecyclede materialen in plaats van virgin materialen gebruiken. Dat kun je eisen, gewoon via inkooporders. Wat je ook kan doen is de overschotten aan elektriciteit vanwege duurzame energiebronnen nuttig gebruiken. Je kunt daaruit waterstof produceren, die je deels in je chemische processen kunt inzetten. Zo zijn er nog tal van wegen die je kunt inslaan. Maar help wel zelf de juiste beleidsvoorwaarden te creëren.” U heeft zich ook beziggehouden met Carbon capture & storage (CCS). In hoeverre is dat een oplossing voor het klimaatprobleem?

“Ik ken geen geloofwaardig scenario waarin CCS niet voorkomt als je in de buurt van de 2-graden-doelstelling wilt komen (tijdens de Klimaatconferentie in 2009 is afgesproken dat de opwarming van de aarde

beperkt wordt tot 2 graden Celsius – red.). Maar het is evident dat CCS bij de huidige CO2-prijzen niet van de grond komt. Het heeft alleen kans van slagen als er een bonus op de CO2-verwijdering komt.” Even terug naar de Club van Rome. Die beweerde dat de fossiele grondstoffen binnen een bepaalde tijd zouden opraken. Dat idee is achterhaald. We moeten dus niet naar een duurzame economie omdat de fossiele grondstoffen opraken maar vanwege het klimaat?

“Klopt. Vanwege het klimaat, en vanwege andere neveneffecten van diverse fossiele brandstoffen. De radioactiviteit van een kolencentrale bijvoorbeeld is groter dan die van een werkende kerncentrale. Zoals het er nu naar uitziet stijgt de temperatuur deze eeuw 4 graden. Dat is een nogal heftig scenario.” De klimaatsceptici bestrijden dat.

“Zij hebben inhoudelijk geen punt, maar ze voeren een handige campagne, die precies dezelfde is als die van de tabaksindustrie die bedreigd was: twijfel zaaien, je niks aantrekken van wetenschappelijke theorieën en consensus, maar met nepexperts en pseudowetenschap proberen aan politici en publiek het beeld op te dringen dat de wetenschap er nog lang niet uit is en dat er helemaal geen maatregelen nodig zijn. Binnenkort verschijnt van mij een boek waarin ik van het klimaatsceptisch denken gehakt maak.” Hoe heftig is het scenario als we niks doen?

“De afgelopen 8000 jaar, in het holoceen, sinds de ijstijd toen het gemiddeld 3,5 graad koeler was dan nu, heeft de mensheid zich kunnen ontwikkelen, landbouw kunnen bedrijven, en dat is voor een belangrijk deel gebeurd dankzij een betrekkelijk stabiel klimaat. We gaan nu 4 graden omhoog, in korte tijd. Dat betekent veel extreem weer, forse stijging van de zeespiegel, beperkte


Duurzaamheid

Foto: SIMoNE-MIcHEllE DE BlouW

CV Jan Paul Van SoeSt

beschikbaarheid van water, droogtes, plantensoorten die de veranderende klimaatzones niet kunnen bijbenen, ecosystemen die ontregeld raken. Mugjes en larven die door vogels gegeten worden komen in een bepaald gebied eerder uit dan de vogels er zijn geland, wat de vogelpopulatie verzwakt. Het kan ook zijn dat sommige soorten die er juist goed tegen kunnen gaan domineren. En als je in Australië gewend bent aan 40 graden in de zomer en dat wordt 45 graden, kan dat het verschil zijn tussen nog net leefbaar en dieren en mensen die kapotgaan aan de hittestress.” Hoe voorkomen we dat?

“Niet door de zware industrie de deur uit te doen. Om de groene slag te maken hebben we juist die ongelooflijke hoeveelheid kennis, capaci-

teit, innovatie en materiaalkunde vanuit de industrie nodig. Bij de chemie, de metaal en andere industrieën zitten professionals die de productieprocessen kennen, die weten wat er allemaal voor stofjes in je materiaalstromen zitten, wat voor recycling wel en niet mogelijk is. Dat kun je van een consument niet verwachten. Het moet echt door de sectoren worden gedaan. Je kunt niet van een individu verwachten dat hij in de supermarkt met een zakjapanner de life cycle analysis gaat zitten uitrekenen van een kopje versus een wegwerpbekertje, en dat voor alle dagelijkse boodschappen. Dat gaat niet. Dat moet voor een belangrijk deel rusten op de innovatiekracht van de industrie.” Die innovatiekracht kan alleen gedijen bij een gezonde economische

Jan Paul van Soest studeerde milieuhygiëne in Wageningen en wetenschapsjournalistiek. Hij is lid van talrijke raden en denktanks. Zijn werk is gebaseerd op het idee dat onze samenleving en economie alleen maar kunnen bloeien en groeien als de veerkracht van de aardse ecosystemen niet wordt overschreden. Zijn samenwerkingsverband De Gemeynt ontwikkelt eigen initiatieven en geeft bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties strategisch advies. Hij was onder andere lid van de Algemene Energieraad en de raad van toezicht van het Wereld Natuur Fonds Nederland en voorzitter van de Bezinningsgroep Energiebeleid. Momenteel is hij onder meer voorzitter van de raad van advies van De Groene Zaak. Hij heeft talloze artikelen en enkele boeken op zijn naam staan, waaronder De aarde heeft koorts (2008). In april verschijnt een nieuw boek, over klimaatscepsis.

basis. Ondertussen vecht de Europese chemie voor haar bestaan. De concurrentie uit de VS is, vanwege de lage energieprijzen dankzij schaliegas, groot.

“Je moet niet ideologisch maar idealistisch én realistisch bezig zijn. Wel vergroenen, maar de concurrentiepositie ondertussen niet uit het oog verliezen. De industrie mag best meeprofiteren van de baten van duurzame energie. Dan moet de samenleving wel bereid zijn om een stukje van de investeringslasten van duurzame energie, ook als die mede ten goede komt van de industrie, voor haar rekening te nemen. Duitsland is dat deels aan het doen. De vergroeningslasten gezamenlijk dragen, dat is een interessante koers. Zie het als een energieakkoord-plus.”‘p februari 2014 Chemie Magazine 27


CirCulair ondernemen

Draai aan De juiste knoppen Hoe kan ik als individueel bedrijf de overgang maken naar een meer circulaire manier van ondernemen? Deze vraag staat centraal in een recent verschenen rapport van OPAi in samenwerking met MVO Nederland. Ondernemers krijgen daarin praktische adviezen over hoe ze reeds gebruikte chemische stoffen, materialen, componenten en producten kunnen hergebruiken als waardevolle grondstoffen. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

‘D

e wereldbevolking is in de twintigste eeuw 34 keer meer materialen, 27 keer meer mineralen, 12 keer meer fossiele brandstoffen en 3,6 keer meer biomassa gaan gebruiken”, schreef staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu vorig jaar in een brief aan de Tweede Kamer. De stijging van de wereldbevolking en de toenemende welvaart leggen een steeds groter beslag op de natuurlijke hulpbronnen van de aarde en zorgen ervoor dat ecosystemen volledig uit balans raken. “Het roer moet om”, is de stellige overtuiging van senior programmamanager Planet Michel Schuurman van MVO Nederland. “Wij moeten naar een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt en waarbij ondernemers waardecreatie in iedere schakel van het systeem nastreven. Weg van het lineaire systeem waarbij wij steeds nieuwe grondstoffen delven, er iets van maken en daarna weggooien. Kortom, het is tijd voor

28 Chemie Magazine februari 2014

de overgang naar een circulaire economie.”

Geen verspilling

Schuurman staat in zijn pleidooi zeker niet alleen. Zo maakte Philipstopman Frans van Houten zich begin januari samen met andere topondernemers in Davos nog sterk voor de circulaire economie, waarin niets meer wordt verspild. Als opvolger van de lineaire economie, met haar ‘kortzichtige’ focus op de goedkoopste vorm van produceren en consumeren. Philips en Unilever zijn twee van de vijf global partners in de Ellen MacArthur Foundation, die door McKinsey wordt begeleid. Het onderzoeksbureau concludeerde in 2012 dat een meer circulaire economie voor Europa 340 tot 630 miljard dollar aan besparingen op materiaal per jaar kan opleveren. TNO heeft vervolgens in opdracht van het ministerie van IenM een analyse voor Nederland gemaakt. In het rapport Kansen voor de circulaire economie in Nederland concludeert de kennisorganisatie dat een meer circulaire economie ruim 7 miljard euro per jaar en 50.000 nieuwe

banen kan opleveren. “Het TNOrapport gaf ondernemers echter nog te weinig concrete adviezen hoe ze deze kansen kunnen verzilveren in hun eigen bedrijf”, zegt Schuurman. “MVO Nederland heeft daarom op initiatief van het One Planet Architecture Institute (OPAi) en in samenwerking met andere partijen, waaronder de VNCI, het rapport Ondernemen in de circulaire economie uitgebracht. PwC heeft daarin vijftien variabelen (KPI’s) op een rij gezet waarop bedrijven kunnen sturen, waarmee zij kringlopen kunnen sluiten en nieuwe product-servicecombinaties kunnen ontwikkelen. Knoppen waaraan een ondernemer kan draaien om invulling te geven aan de circulaire economie.”

Persoonlijk leiderschap

De samenstellers van het rapport waarschuwen ervoor dat op weg naar een werkelijk circulaire economie nog de nodige juridische, operationele, financiële en sociale obstakels moeten worden genomen. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Waar moet je beginnen? Schuurman benadrukt dat er geen algemeen


Foto: jan willem groen

Duurzaamheid

Koning Willem-Alexander krijgt het eerste exemplaar van het rapport ‘Ondernemen in de circulaire economie’ aangeboden door co-auteur Douwe Jan Joustra (links) van het OPAi en Willem Lageweg, directeur-bestuurder van MVO Nederland (rechts).

antwoord is. “Het hangt af van het type onderneming. Zo maakt het nogal een verschil of je een producent van basischemicaliën of een toepasser van verfproducten bent. De oplossingen liggen vaak aan de voorkant óf de achterkant van een onderneming. De manier waarop een bedrijf slimme keuzes kan maken bij het ontwerpproces, de inkoop van materialen of recycling is voor iedere onderneming weer anders. Net als de vraag of een onderneming beter een dienst in plaats van een product kan verkopen.” Persoonlijk leiderschap is volgens hem essentieel om de noodzakelijke veranderingen in gang te zetten. “Of je nu inkoper, marketeer of productontwikkelaar bent, medewerkers moeten zich afvragen welke ruimte zij in hun functie kunnen creëren om meer circulair te gaan werken. Maar zolang de circulaire economie nog bij veel bedrijven de verantwoordelijkheid is van een commercieel persoon of een marketing of mvomanager en de inkoper wordt afgerekend op de laagste prijs, gaan de ontwikkelingen niet snel genoeg.

Sociale innovatie is daarom een voorwaarde voor de overgang naar een circulaire economie. Dat bleek onlangs nog uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit waarin werd onderstreept dat sociale innovatie voor 77 procent bepaalt of een bedrijf succesvol is in het ontwikkelen van succesvolle producten. Slechts 23 procent van het innovatiesucces wordt bepaald door technologische innovaties. Door flexibel

en slimmer te werken, beter samen te werken met externe partijen en nieuwe vormen van management te zoeken, kunnen bedrijven veel beter gaan presteren en de noodzakelijke transitie maken”, stelt Schuurman.

Goed gepositioneerd

De chemische industrie in ons land is volgens hem goed gepositioneerd om invulling te geven aan de circulaire economie. “Grote bedrijven als

e

BusinessmoDel uitwerken voor vijf praktijkcases

Het nieuwe businessmodel Take Back Chemicals (ook wel ‘chemicaliën leasen’ genoemd) houdt simpel gezegd in dat een leverancier van chemicaliën betaald krijgt voor een dienst in plaats van voor de hoeveelheid geleverd product. Het model is ontwikkeld door royal HaskoningDHV, in samenwerking met essenscia vlaanderen en a-worx. in Vlaanderen zijn inmiddels drie succesvolle proefprojecten uitgevoerd: bij Solvay, johnson & johnson en tessenderlo Chemie. royal HaskoningDHV gaat nu ook in nederland (samen met onder andere de VnCi, iSPt, het ministerie van infrastructuur en milieu, de rijksdienst voor ondernemend nederland, Havenbedrijf rotterdam en DPi Value Centre) het businessmodel uitwerken voor praktijkcases bij vijf chemie(gerelateerde) bedrijven. Doel is om succesfactoren en belemmeringen in kaart te brengen zodat ook andere bedrijven met het model aan de slag kunnen gaan. Daarnaast moeten de proefprojecten tot een advies aan de overheid leiden om de uitrol van het model in nederland en europa te bevorderen. VnCi-directeur Colette alma benadrukt in haar bijdrage in het rapport dat het van groot belang is dat de chemische industrie investeert in innovatieprocessen die invulling geven aan de circulaire economie. “Chemical leasing is een mooi voorbeeld”, aldus alma. februari 2014 Chemie Magazine 29


‘Zolang inkoper wordt afgerekend op laagste prijs, gaan ontwikkelingen niet snel genoeg’ AkzoNobel en DSM realiseren zich dat de circulaire economie niet alleen een business driver is, maar een voorwaarde voor het voortbestaan van een bedrijf op de langere termijn. Er liggen gigantische kansen voor de sector om bestaande afvalstromen te transformeren tot waardevolle grondstoffen. En omdat de chemische industrie aan het begin van de keten staat, heeft de branche veel mogelijkheden om met toeleveranciers en klanten kringlopen te sluiten. Ook maken chemiebedrijven veel producten die bijdragen aan een vermindering van de milieubelasting en verlaging van kosten in ketens.”

Wereld te winnen

Tegelijkertijd signaleert Schuurman dat de chemische industrie ontzettend energie-intensief is en voor haar productie en energiebehoefte nog vooral gebruik maakt van fossiele grondstoffen. “Daar valt nog een wereld te winnen. Initiatieven zoals de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom, waar bedrijven en kennisinstellingen werken aan een op groene grondstoffen gebaseerde economie, zijn uiteraard geweldig, maar een druppel op de gloeiende plaat voor de noodzakelijke systeemveranderingen. Net als transitiehoogleraar Jan Rotmans ben ik het er mee eens dat Neder-

land eigenlijk tientallen van dit soort initiatieven nodig heeft.” Het rapport geeft verder aan dat chemiebedrijven met oplopende maatschappelijke en politieke druk worden geconfronteerd, terwijl hun afnemers (nog) niet bereid zijn om een ecopremie te betalen. Volgens Schuurman is dit ook in andere sectoren het geval. “Daarom is het belangrijk dat een ecopremie in zijn gehele context wordt gewaardeerd. Neem bijvoorbeeld de coating van AkzoNobel die ervoor zorgt dat schepen minder weerstand hebben omdat het product algengroei voorkomt. Daar betaal je in eerste instantie meer voor dan voor reguliere verf, maar op de langere termijn zorgt het wel voor een aanzienlijke brandstofbesparing. Daarom zou een inkoper van deze verf meer budgettaire ruimte moeten krijgen van zijn baas omdat hij kan aantonen dat de hogere initiële investering in het product zich in de verbruikersof zelfs afvalverwerkingsfase dubbel en dwars terugverdient. Daarom zijn de KPI’s die PwC heeft opgesteld ook zo belangrijk. Bedrijven moeten die meer oplijnen naar de dieperliggende waardes, zodat een inkoper meer geld kan uitgeven als hij kan aantonen dat er op de langere termijn niet alleen milieu-, maar ook economisch voordeel wordt gerealiseerd.”p

Zeven nieuwe manieren van werken

Bedrijven, overheid en kennisinstellingen kunnen volgens het rapport de omslag van een lineaire naar een circulaire economie versnellen door zeven nieuwe manieren van werken: • ontwerp nieuwe businesscases op basis van de essentie van de circulaire economie. • leer van de natuur om ontwerpprincipes te vinden voor nieuwe bedrijven, producten en marktbenadering. • Sluit prestatiecontracten af tussen producenten en gebruikers waarin niet eigendom centraal staat, maar waarin de geleverde prestatie op waarde wordt geschat. • ontwikkel een nieuwe manier van zakendoen gebaseerd op het verlenen van service en prestatie. • Stel kennisdeling tussen bedrijfsleven, onderzoek en onderwijs centraal om bestaande businesscases aan te passen. • Heb meer aandacht voor coöperatief bezit, zoals dat nu al het geval is bij auto’s. • Creëer als overheid de juiste condities, bijvoorbeeld door duurzaam inkopen, om de introductie van circulaire businessmodellen in de markt te versnellen.

nieuw coörDinatiepunt voor onDernemers

Het ministerie van ienm heeft binnen het programma ‘Van afval naar grondstof’ acht doelstellingen geformuleerd om de transitie naar een circulaire economie te bevorderen. Zo wil het ministerie onder meer het bestaande nationale en europese afvalbeleid doorlichten en waar nodig aanpassen om hergebruik van secundaire grondstoffen te stimuleren. Daarnaast komt er meer aandacht voor co-creatie tussen sectoren, bedrijven en kennisinstellingen om de invoering van de circulaire economie te versnellen. De doelstellingen worden de komende maanden uitgewerkt in een serie concrete beleidsacties. ook komt er in samenwerking met rijkswaterstaat een coördinatiepunt waar ondernemers met hun vragen over de circulaire economie terecht kunnen. 30 Chemie Magazine februari 2014


DĂŠ afvalverwerker Verwerker van: Industrieel afvalwater Oliehoudend afval Brandstofresten Chemisch afval Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

ATM

Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)


STEEDS VAKER EXTRA BOTS-BEVEILIGING OP TANKWAGONS

NIET HET SPOOR OP ZONDER CRASHBUFFER Chemiebedrijven in Nederland laten steeds meer tankwagons voor gevaarlijke stoffen van crashbuffers voorzien, ook al is dit niet in alle gevallen wettelijk verplicht. Hierdoor vermindert de kans op ernstige gevolgen bij botsingen of ontsporingen. Tekst: Erik te Roller

‘M

et de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor loopt Nederland voorop”, zegt Henk Bril. Hij is voorzitter van de VNCI-werkgroep Logistieke veiligheid, waarin crashbuffers en andere veiligheidsmaatregelen onderwerp van gesprek zijn. “Dit is te danken aan de stevige discussie die is gevoerd over het vervoer van gevaarlijke stoffen door binnensteden. Bedrijven beseffen welke gevolgen incidenten kunnen hebben en investeren daarom extra in veiligheid.” Bij een botsing tussen twee goederentreinen bij Barendrecht in 2009 bewezen crashbuffers hun nut. Enkele tankwagons bevatten gascondensaat van SABIC, een zeer brandbare vloeistof, vergelijkbaar met benzine. Dankzij de crashbuffers bleven de tanks van de wagons intact, waardoor er geen brand uitbrak. SABIC had de crashbuffers erop laten zetten, hoewel dit niet verplicht was. Naar aanleiding van het ongeluk besloot het bedrijf al zijn tankwagons van crashbuffers te

32 Chemie Magazine februari 2014

laten voorzien. Onder meer voor dit initiatief heeft SABIC in 2011 de Responsible Care-prijs ontvangen. Volgens Bril, expert transportveiligheid bij SABIC, zullen eind dit jaar alle ruim vierhonderd gehuurde tankwagons met crashbuffers zijn uitgerust.

Chloor en ammoniak

Ook AkzoNobel maakt gebruik van crashbuffers. Het bedrijf vervoert in Nederland bijna geen chloor meer

per spoor, maar nog wel in het buitenland. Sinds eind 2012 moeten alle chloorwagons, zowel oude als nieuwe, volgens de Europese regels crashbuffers hebben. Volgens Tonnie Rupert, verantwoordelijk voor transportveiligheid, heeft het bedrijf vooruitlopend op de regelgeving al in 2004 twintig nieuwe wagons aangeschaft met crashbuffers en een veiligheidsschild voor de tank. In 2006 volgde een serie van vijftig nieuwe wagons, waaraan ook nog een bescherming tegen override werd toegevoegd. Dat is een extra frame om de buffers van de wagons op te vangen wanneer die bij een botsing over elkaar heen mochten schieten. De kosten van deze zeventig wagons, allemaal bestemd voor vervoer van chloor, kwamen voor rekening van de verhuurder en zijn verrekend in de huurprijs. Chemiebedrijf Yara huurt volgens

KLEINE BOTSINGEN OPVANGEN Anders dan gewone buffers, bevatten crashbuffers niet alleen een veer om kleine botsingen tot 7 kilometer per uur op te vangen, maar ook een soort kreukelzone om de botsingsenergie bij hogere snelheden tot 40 kilometer per uur te absorberen. Ze kosten ongeveer 1600 euro per stuk. Crashbuffers zijn in Europa sinds 2005 verplicht voor nieuwe wagons die zeer giftige vloeistoffen vervoeren of giftige gassen zoals ammoniak en chloor. Sinds 2007 zijn ze ook verplicht voor nieuwe wagons met brandbare gassen zoals lpg. Bestaande tankwagons van voor 2005 mogen zonder crashbuffers blijven rijden. Uitzondering vormen de wagons die zeer giftige vloeistoffen of giftige gassen zoals ammoniak en chloor vervoeren. Die moeten sinds eind 2011 van crashbuffers zijn voorzien. Tankwagons voor het vervoer van brandbare vloeistoffen, zoals methanol, ethanol en benzine, hoeven nog geen crashbuffers te hebben.


Eind dit jaar zullen alle door SABIC gehuurde tankwagons (ruim vierhonderd) met crashbuffers zijn uitgerust.

ZWAARDERE WIELEN EN ASSEN VOOR TANKWAGONS VTG

‘Bedrijven beseffen welke gevolgen incidenten kunnen hebben’ transportveiligheidsdeskundige Claudy Dalne enkele honderden wagons voor het transport van ammoniak. Sinds 1 januari 2007 moeten alle nieuwe ammoniakwagons uitgerust zijn met crashbuffers en sinds eind 2011 ook alle oudere ammoniakwagons. Al in 2010 heeft de verhuurder op verzoek van Yara binnen een jaar tijd crashbuffers op de bestaande wagons aangebracht. Verder test Yara momenteel twee nieuwe typen wagons voor het vervoer van salpeterzuur. Deze zijn standaard voorzien van crashbuffers, hoewel dat voor salpeterzuur niet verplicht is. Het zuur is niet brandbaar of giftig, maar sterk corrosief. Als de test in augustus 2015 is afgerond en de laatste wijzigingen in het ontwerp zijn opgenomen laat Yara alle oude salpeterzuurwagons vervangen door nieuwe van de Franse fabrikant Magyar.

Brandbare vloeistoffen

Shell Moerdijk heeft inmiddels alle wagons voor het vervoer van het zeer brandbare etheenoxide van crashbuffers laten voorzien, hoewel

dit officieel niet verplicht is. De wagons voor propeenoxide, een licht ontvlambare vloeistof, worden in de loop van het jaar uitgerust met crashbuffers, evenals die voor de brandbare vloeistof styreen. Hoewel crashbuffers ook voor deze stoffen niet verplicht zijn. In januari 2011 lekte op het rangeerterrein Kijfhoek na een ongeluk ethanol uit een beschadigde tankwagon en vatte vlam. De Onderzoeksraad voor Veiligheid raadde daarna aan om crashbuffers ook voor tankwagons met brandbare vloeistoffen verplicht te stellen. Eind 2013 presenteerde Klaas Tiemersma van het ministerie van Infrastructuur en Milieu hiertoe een Nederlands voorstel in het RID Committee of Experts, een werkgroep die regels voorbereidt voor transport van gevaarlijke goederen per spoor in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Het voorstel was om crashbuffers voor het vervoer van meer gevaarlijke vloeistoffen (waaronder alle brandbare vloeistoffen) en gassen te verplichten, voor nieuwe wagons en staps-

Op verzoek van klanten uit met name Nederland en België heeft de Duitse verhuurder van tankwagons VTG inmiddels 2100 van zijn in totaal 25.000 tankwagons voor gevaarlijke stoffen van crashbuffers voorzien. Maar volgens Joachim Wirtgen, onderhouds- en veiligheidsdeskundige van VTG, doet het bedrijf nog meer om de veiligheid te verhogen. “Tegenwoordig rusten we al onze nieuwe wagons met zwaardere wielen en assen uit. Ook hebben we al enige duizenden wagons van onze bestaande vloot van zwaardere wielstellen en assen voorzien.” Met zwaardere wielen en assen neemt het risico op mogelijke scheurtjes in het metaal af. Mocht er onverhoopt toch een metaalscheurtje ontstaan, dan is de kans dat dit leidt tot een breuk volgens Wirtgen de helft kleiner. Er is meer tijd om scheurtjes tijdig te detecteren en in te grijpen om zo ongevallen te voorkomen. “Punt is wel dat de nieuwe wagons hierdoor zwaarder zijn en daardoor minder lading kunnen vervoeren (maximaal toegestaan gewicht is 90 ton, red.), maar klanten nemen dit voor lief.”

gewijs voor oudere wagons. Maar de werkgroep wil eerst meer informatie hebben over de vermindering van schade door crashbuffers bij ongevallen, over hoeveel wagons van crashbuffers moeten worden voorzien en wat dit kost. Op de achtergrond speelt de discussie of het niet beter is om spoorwegongevallen met maatregelen te voorkomen dan de gevolgen ervan te bestrijden. Tiemersma zegt hierover: “Het Nederlandse standpunt is dat er ondanks alle preventieve maatregelen toch nog weleens wat misgaat en dat crashbuffers dan helpen om erger te voorkomen.” p februari 2014 Chemie Magazine 33

FOTO: SABIC

Veiligheid


onderhoud

Johan Wolt (akzonobel) in race voor titel Maintenance Manager van het Jaar

Productiestoringen in de chemische industrie zijn uit den boze. Installaties moeten juist grotere volumes kunnen produceren. In de MCA-fabriek van AkzoNobel in Delfzijl zijn hiertoe diverse verbeteringen doorgevoerd. En daarom is maintenance manager Johan Wolt nu finalist in de Maintenance Manager van het Jaar Verkiezing. “We hebben de capaciteit verhoogd, het energieverbruik gereduceerd en het aantal storingen fors teruggebracht.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk

D

e schaalvergroting in de chemische industrie heeft ertoe geleid dat het belang van de integriteit en betrouwbaarheid van de installatie enorm is toegenomen, zegt Johan Wolt, maintenance manager van de MCA-fabriek (monochloorazijnzuur) van AkzoNobel in Delfzijl. “Er zijn minder installaties, maar die moeten wel hogere volumes produceren. En dat betekent dat een fabriek zo min mogelijk productiestoringen moet hebben om aan de vraag van klanten te kunnen blijven voldoen.” Wolt levert hieraan een belangrijke bijdrage en is daardoor als een van de drie finalisten in de race voor de titel Maintenance Manager van het Jaar (zie kader). Hij maakt gebruik van de mogelijkheden die de voortschrijdende technologie hem biedt om storingen te voorkomen en op een slimme manier maintenance te

foto: Jeroen van kooten

Storing alS grootSte vijand

verrichten. “De verschillende onderdelen van de fabriek, zoals regelkleppen en meetinstrumenten, zijn verbonden met het procescontrolesysteem. Deze onderdelen zijn steeds intelligenter door het gebruik van geavanceerde software, waardoor operators vanzelf een signaal krijgen als er iets mis is. Ook levert het systeem waardevolle informatie op voor de staat van onderhoud. Net als de boordcomputer van een auto die in een garage wordt uitgelezen op storingen.”

Infrarood scan

De maintenance manager en zijn team maken ook steeds vaker gebruik van vernieuwende inspectiemethodes om bijvoorbeeld de staat van onderhoud in kaart te brengen. “Met infrarood camera’s scannen wij kunststof of elektronische apparatuur op mogelijke afwijkin- e februari 2014 Chemie Magazine 35


REACH 2018: de tijd vliegt! Welke stoffen moet u registreren? Zorgvuldige planning vergt tijd – nú is het moment van handelen en u af te vragen: » Hoeveel moet ik investeren in REACH tot aan 2018? » Kan ik mijn huidige stoffenportfolio behouden? » Met wie kan ik mijn kosten delen? Deze vragen zijn kritisch voor uw zakelijk succes. De experts van knoell kunnen uw registratiekosten gunstig beïnvloeden. Met onze ervaring vinden wij de meest efficiente strategie, helpen wij u met het vinden van partners in de SIEFs en met het verzorgen van uw complete dossier. Wij realiseren spreiding en beheersing van uw registratiekosten via een stapsgewijze aanpak en met beproefde methodes. Gebruik knoell als uw ‘gründliche’ partner in registratie en verzeker zo een ononderbroken supply chain en naleving van de wet.

Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels meer dan 400 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multinationals voor het midden- en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met: Dr. Knoell Consult GmbH, Wageningen Danny Haacke of Jan Tuinstra Tel +31 (0)317 466 800 info@knoell.com www.knoell.com


foto: Jeroen van kooten

Maintenance manager Johan Wolt (l.): “Drie jaar geleden bevond de MCA-fabriek zich nog in een slechte situatie. Inmiddels is het tij gekeerd.”

gen. Daarbij kijken wij vooral naar de isolatie van bepaalde onderdelen van de installatie. Als die niet goed is ontstaat temperatuurverschil en neemt de kans op corrosie toe. Door eerst een nulmeting uit te voeren en die na vier jaar te herhalen, weet je precies hoe de conditie is en waar je eventueel maatregelen moet nemen.” Het belang van maintenance komt eveneens tot uiting in de manier waarop Wolt en zijn team erin geslaagd zijn om het aantal lekkages te reduceren. “Door de corrosieve aard van het proces maken wij gebruik van veel staal-emaillen leidingen en apparaten. Staal-emaillen geeft echter extra veel flensverbindingen, waardoor de kans op lekkages veel groter is. In 2010 zijn wij met een project gestart om de integriteit en betrouwbaarheid van de installatie op een hoger plan te krijgen, waarbij het reduceren van flenslekkages topprioriteit was. Wij hebben niet alleen de aanhaalprocedure voor de flenzen geoptimaliseerd, maar tevens het ontwerp van een gedeelte van de installatie herzien om het aantal lekkages met succes te verlagen.” Alle inspanningen hebben ertoe geleid dat de plant er

van leerling-monteur tot maintenance manager Johan Wolt startte op 16-jarige leeftijd als leerling-monteur bij de technische dienst van AkzoNobel in Delfzijl. Tien jaar later gaf hij er leiding aan de werktuigbouwkundige dienst. Hij volgde in de avonduren niet alleen een tweedegraads lerarenopleiding mechanische techniek, maar eveneens verschillende vakopleidingen en managementcursussen. “AkzoNobel heeft alle mogelijkheden geboden om mijzelf te ontwikkelen. Uiteraard heb ik deze kansen gepakt. Vooral het schakelen tussen mensen van verschillende disciplines spreekt mij erg aan in mijn baan als maintenance manager. Het ene moment beslis ik over een technisch detail, terwijl ik op een ander moment veel meer op conceptueel niveau bezig ben.” 36 Chemie Magazine februari 2014

verkiezing op 20 maart Door het intensieve samenspel tussen productie, technologie en onderhoud heeft de Mca-fabriek een hoge beschikbaarheid gerealiseerd. reden voor het management om de 50-jarige Wolt voor te dragen als kandidaat voor de Maintenance Manager van het Jaar verkiezing van de nederlandse vereniging voor Doelmatig onderhoud (nvDo) en i-Maintain. op 20 maart strijdt hij met twee andere maintenanceprofessionals om de titel. het gaat daarbij om de maintenance manager die het best een duidelijke visie op onderhoud heeft omgezet in een resultaatgericht beleid. Wolt ziet de publiciteit die de verkiezing oplevert onder meer als een uitgelezen manier om jongeren te enthousiasmeren voor een baan in de techniek. “in nederland zijn verschillende organisaties bezig de belangen van het onderhoud of assetmanagement te behartigen. ik denk dat als wij deze organisaties zouden kunnen laten samengaan, we dit op diverse niveaus nog beter zouden kunnen doen. als ik daaraan een bijdrage kan leveren, doe ik dat graag.”

inmiddels weer prima voorstaat, stelt Wolt. “Drie jaar geleden bevond de MCA-fabriek zich nog in een slechte situatie. Inmiddels is het tij gekeerd. Door verschillende verbeterprogramma’s hebben wij de capaciteit verhoogd, het energieverbruik gereduceerd en het aantal storingen fors teruggebracht.” Gelukkig kon hij daarbij ook steeds meer rekenen op verdere harmonisatie van Europese wet- en regelgeving, normen en voorschriften. “Dat brengt voor een internationaal opererend bedrijf verschillende voordelen met zich mee. Als wij bijvoorbeeld een bepaald onderdeel inkopen, hebben wij daar met collega’s in andere landen geen discussie meer over omdat de normen overal hetzelfde zijn. En dat is niet alleen efficiënter, maar het bevordert tevens de veiligheid.”

Tekort technici

Wolt maakt zich overigens wel steeds meer zorgen over het tekort aan technici. “Vooral bij onderhoudsstops is het lastig om voldoende personeel te krijgen. Mede daarom hebben wij de frequentie teruggebracht van twee naar één jaar, om het werk beter te kunnen spreiden. Ook stemmen wij de stops af met andere AkzoNobel-bedrijven in de regio.” Ontwerpers houden volgens hem ook steeds meer rekening met het tekort aan vaklieden. “Bijvoorbeeld door nieuwe fabrieken modulair te ontwerpen. Daardoor kun je tijdens stops de modules uitwisselen en het noodzakelijk onderhoud verrichten. Zo zijn niet alleen minder mensen nodig, maar verkort je ook de tijd van een onderhoudsstop.” Door het aanbieden van leerwerkplaatsen levert AkzoNobel zelf ook een bijdrage aan de oplossing van het probleem, benadrukt de maintenance manager. “Zo hebben wij onlangs nog een mbo’er mechatronica een leerwerkervaringsplaats aangeboden. Hij werkt nu vier dagen in de week bij ons en gaat één dag in de week naar school om zijn hbo-diploma te halen.” p


Valuepark Terneuzen beschikt over 140 hectare ideaal gelegen terrein. Als bedrijf profiteert u van de nabijheid van gevestigde proces industrie waaronder Dow Benelux BV, de ondersteuning van Zeeland Seaports en diensten van service bedrijven die zich hier al gevestigd hebben.

NOG 80 HECTARE BESCHIKBAAR!

Op zoek naar een unieke locatie voor uw proces industrie?

Waarom Valuepark Terneuzen kiezen? - In het hart van de Noord/West-Europese industrialisatie; - Diepzeehaven met directe toegang tot de Noordzee (100.000 dwt); - Uitstekende verbindingen met het achterland via weg, spoor en binnenwateren; - Rail en shortsea container terminal; - Granulaatopslag en -overslag; - Opslagtanks en verwerking; - Diverse utiliteiten inclusief centrale brandbluswatersystemen.

www.vpterneuzen.com Valuepark Terneuzen is een gezamenlijke onderneming van Zeeland Seaports en Dow Benelux.

park your added value where it can grow


Chemiepark Delfzijl.

38 Chemie Magazine februari 2014


Uitgelicht

De VNCI is verheugd over het initiatief van minister Henk Kamp van Economische Zaken om op korte termijn concrete plannen te realiseren die leiden tot versterking van het chemiecluster in NoordoostGroningen. In een brief aan het parlement kondigde de bewindsman op 4 februari aan een werkgroep in het leven te roepen die op 10 maart een actieplan moet presenteren voor 'economische structuurversterking' van het chemiecluster Eemsdelta.

FOTO: ANP - YOUR CAPTAIN

Met de brief geeft de minister een extra versnelling aan de afspraken die hij op 31 oktober 2013 maakte met vertegenwoordigers van de chemische industrie om de concurrentiekracht te versterken. De werkgroep staat onder leiding van oud-VNCI-voorzitter Rein Willems. Het actieplan is gericht op verduurzaming, werkgelegenheid, kennisontwikkeling en innovatie, zo schrijft de minister. Het ministerie en de provincie Groningen dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de werkgroep. Ondernemers, industrie, gemeenten, andere Topsectoren en brancheorganisaties worden intensief betrokken. De VNCI zal, samen met de bedrijven uit de regio, haar ideeën inbrengen over de vraag hoe onder meer het chemiecluster structureel kan worden voorzien van stroom tegen concurrerende prijzen. Ook op het vlak van infrastructuur, kennisontwikkeling, innovatie en verduurzaming ziet de VNCI mogelijkheden voor de regio. De minister noemt het chemiecluster Eemsdelta ‘van cruciaal belang voor de regio’. Het levert werkgelegenheid aan 2250 directe en 3400 indirecte arbeidskrachten in de regio. p

februari 2014 Chemie Magazine 39


AmerikAAns duo ontwikkelt bioplAstic uit koolstofhoudend AfvAlgAs

Kunststof uit Koeienscheten Het Amerikaanse bedrijf Newlight Technologies beschikt over technologie om PHA-bioplastic te maken uit afvalgas. Volgens oprichter Mark Herrema kan zijn AirCarbon met traditionele plastics concurreren. In kwaliteit én prijs. Het materiaal kreeg diverse innovatieprijzen en werd uitgeroepen tot ‘Biomaterial of the Year 2013’. Een mooi verhaal van succesvolle innovatie door gedreven chemici. Tekst: Harm Ikink

40 Chemie Magazine februari 2014


Biobased

H

et verhaal begint in 2003. Mark Herrema studeert politieke wetenschappen aan de universiteit van Princeton. Hij leest een artikel over de emissies van veeteeltbedrijven. Koeienscheten bevatten methaan, een krachtig broeikasgas, en vormen daarom een potentieel klimaatprobleem. Maar Herrema heeft een aantal chemiecolleges gevolgd tijdens zijn bachelorstudie. Hij beseft dat het methaan ook een waardevolle grondstof kan zijn. Wat als het zou lukken om er iets nuttigs mee te maken? Herrema belt zijn jeugdvriend Kenton Kimmel, die biotechnologie studeert aan de Northwestern University in Chicago. Ze maken een plan waar ze zich tien jaar lang in vastbijten. Na hun afstuderen (Herrema zelfs magna cum laude) maken ze lange dagen. In allerlei baantjes, zoals piccolo en hotelbediende, verdienen ze het geld voor hun onderzoek. De ondernemende academici laten zich niet ontmoedigen door experts die roepen dat het zinloos is. Natuurlijk is hun onderzoeksonderwerp niet uniek: gerenommeerde laboratoria werken eraan, vaak met succes. Maar het lukt niemand een proces te ontwikkelen waarmee geld valt te verdienen. Tot nu dus, als je Herrema en Kimmel moet geloven. Hun bedrijf Newlight Technologies heeft inmiddels een aardig patentenportfolio. In 2007 vroegen ze octrooi aan op een micro-organisme dat uiterst effectief PHA-bioplastic kan produceren uit methaan. PHA staat voor polyhydroxyalkanoaat, de algemene naam voor een klasse van thermoplastische bioplastics met uiteenlopende eigenschappen. Wereldwijd is veel belangstelling voor deze ‘groene’ kunststoffen.

Geheime samenstelling

De precieze chemische samenstelling van hun PHA geven Herrema en Kimmel niet prijs. Ze claimen wel dat de kwaliteit goed genoeg is om bestaande kunststoffen te vervangen. Daarbij noemen ze onder andere PE, PP, ABS en PS. Hun PHA is op alle gangbare manieren te verwerken, zoals extrusie, folieblazen, vezelspinnen en spuitgieten. Newlight Technologies zegt het PHA te produceren uit een mengsel van lucht en koolstofhoudende afvalgassen. Behalve koeienscheten betreft dat ook afvalwaterzuiveringen, stortplaatsen en energie-installaties. Uit interviews van Amerikaanse media met Herrema valt op te maken dat de focus nog op methaan ligt.

Diverse opties phA-proDuctie

Maar het lijkt ook mogelijk om CO2-houdende stromen te benutten. De biokunststof wordt onder de naam AirCarbon aan de man gebracht. De marketing is gericht op de ‘koolstofbindende’ eigenschappen – een variatie op het thema ‘CO2-neutraal’. Herrema claimt dat alle AirCarbon-varianten ‘koolstofnegatief’ zijn: het plastic legt meer koolstof vast dan er voor de vervaardiging wordt uitgestoten. Dit is inclusief energieverbruik, transport en afvalverwerking. Goede eigenschappen én koolstofnegatief, wat wil je nog meer? Dat weet Herrema wel: het moet betaalbaar zijn. Sterker nog, hij denkt juist op prijs te kunnen concurreren met de traditionele, op olie gebaseerde kunststoffen. Tegen USA Today zei hij: “Onze doorbraak was dat we de opbrengst enorm hebben weten te vergroten. Op dit moment ligt die een grootteorde hoger dan bij vergelijkbare processen.”

Virgin Mobile

Het probleem met Amerikaans nieuws is nogal eens dat een werkelijk succesverhaal lastig is te onderscheiden van een zorgvuldig georkestreerde publiciteitshype. Toch lijkt hier sprake van een serieus te nemen ontwikkeling. William Dowd, jarenlang verantwoordelijk voor de R&D in industriële biotechnologie bij Dow Chemical, zei tegen USA Today versteld te staan van de resultaten van Herrema en Kimmel. “Was ik zelf maar zo slim geweest dit uit te vinden”, aldus Dowd. Eind januari nam Newlight Technologies in Californië een productiefaciliteit van industriële omvang in gebruik. Herrema maakte vorig jaar bekend dat een Amerikaanse kantoormeubelenfabrikant stoelen gaat maken van AirCarbon. En telecomprovider Virgin Mobile levert dit jaar telefoonhoesjes van dit materiaal. Daarnaast liggen er toepassingen in folie in het verschiet. p

de productie van phA-biopolymeren is doorgaans gebaseerd op bacteriële fermentatie. in bioreactoren kweekt men één of meerdere bacteriestammen onder condities waarbij ze zo veel mogelijk polymeer aanmaken. dit is vervolgens uit de bacteriën te ‘oogsten’. de synthese door genetisch gemodificeerde planten is ook een kansrijke optie. dit wordt vooral in de verenigde staten onderzocht, waar de regelgeving rond genetische modificatie minder beperkend is dan in europa. en dan is er de optie van enzymatische katalyse, die wellicht door newlight technologies wordt benut, aangezien er sprake is van een speciale ‘biokatalysator’. het zou kunnen betekenen dat het herrema en kimmel is gelukt uit de micro-organismen cruciale enzymen te isoleren die koolstofrijke bronmaterialen als methaan en co2 omzetten in phA-bioplastic.

technologische hAKen en ogen

Ook Nederland kent meerdere initiatieven op het gebied van PHA-bioplastics. Bij de onderzoeksgroep Food & Biobased Research van Wageningen UR toont Hans Mooibroek zich enigszins sceptisch over de Amerikaanse claims. Hij verwacht dat de Amerikanen vooral PHB maken. Dat is een PHA uit korte monomeren met vier koolstofatomen (hydroxy-butyraat). Mooibroek stelt dat PHA’s uit langere monomeren – met zes tot veertien koolstofatomen – van betere kwaliteit zijn. Ook zitten er volgens hem nog wel wat technologische haken en ogen aan het benutten van afvalstromen voor PHA-productie: “Je hebt vaak te maken met verschillende koolstofverbindingen. Die mix bepaalt in sterke mate de kwaliteit van je eindproduct. Dus dat moet je goed kunnen beheersen.” Mooibroeks collega Christiaan Bolck toont zich positiever, ook al kent hij niet alle Amerikaanse details. Bolck leidt een Nederlands toepassingsgericht programma om afvalstromen te benutten voor PHA-productie. “Uiteindelijk gaat het erom dat je de business case rond krijgt”, zegt hij. “Wie dat kan, verdient bewondering.” Hij tekent daar wel bij aan dat Amerikanen geneigd zijn snel grote stappen te zetten. “Laten we hopen dat ze de verwachtingen waarmaken.” februari 2014 Chemie Magazine 41


enviro-chemie.nl

U heeft met spoed

random packing nodig?

MADE IN HOLLAND

Al 35 jaar leverancier van industriĂŤle water- en afvalwater zuiveringsinstallaties

Waarderweg 52C 2031 BP Haarlem

+31(0)23-5345405

info@enviro-chemie.nl

Transportservice van huis uit

Zie hoe onze machines dat mogelijk maken.. Ga naar: www.mte-bv.com/ mte-university e sales@mte-bv.com

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11 E leebv@vanderlee.nl

I www.vanderlee.nl


Biobased

BIJZONDERE MENGSELS LONKEN NAAR DE BIOBASED CHEMIE

De onderzoeksgroep van de Eindhovense hoogleraar Maaike Kroon ontwikkelde een energiezuinig procedé om zuivere lignine uit hout te winnen. Het bezorgde de papierindustrie al een ‘hoera-gevoel’. Maar ook voor de biobased chemie biedt het volop kansen. Als het straks lukt lignine in monomeren ‘op te knippen’ valt er misschien zelfs bioplastic mee te maken. Tekst: Pieter van den Brand

I

n de papiersector vielen ze van hun stoel. De industrie stelt zelfs goud in handen te hebben met het ‘sensationele middel’. Een game changer, zegt een vertegenwoordiger van Cepi, de belangenorganisatie van de Europese papierindustrie, in Het Financieele Dagblad. Weliswaar ligt de horizon nog op 2050, maar een geduldige sector kan dan wel een minimaal 40 procent lagere energierekening verwachten. Zelf blijft Maaike Kroon nuchter onder alle loftuitingen. Wat de hoogleraar scheidingstechnologie aan de TU Eindhoven er niet van weerhoudt de potentie van de ‘eigenaardige oplosmiddelen’, zoals ze in het krantenbericht werden genoemd, nog eens over het voetlicht te brengen. De bijzondere oplosmiddelen werden in 2003 ontdekt door de universiteit van Leicester. De onderzoeksgroep van hoogleraar fysische chemie Andrew Abbott beoogde met duurzame grondstoffen op kamertemperatuur vloeibare elektrolyten voor batterijen te maken. In dit onderzoek werd een mengsel van twee vaste stoffen met een hoog smeltpunt (ver boven 100 graden) al vloeibaar op 12 graden, een uiterst diepe temperatuurval. Het laagste smeltpunt heet eutecticum, vandaar de naam deep eutectic solvents, kortweg DES. Op basis van de Britse ontdekking probeerde de onderzoeksgroep van Kroon in Eindhoven zo’n zeshonderd mengsels uit, op zoek naar geschikte combinaties in de juiste verhoudingen. Zo’n vijftig solvents staan er nu op een

rijtje. Alleen over de mengsels waarover gepubliceerd is, mag Kroon wat zeggen. Ze experimenteert met combinaties van natuurlijke organische zuren (appelzuur en melkzuur) en aldehyden of monosachariden (suikers) met natuurlijke zouten en aminozuren (bouwstenen van eiwitten). “We hebben bewust gekozen voor natuurlijke stoffen, omdat we in eerste instantie dachten aan schone én goedkope toepassingen voor de voedingsindustrie.” Vanwege de samenstelling van de solvents kwam al snel biomassa – hout – in beeld. De oplosmiddelen bleken geschikt voor het scheiden van cellulose en lignine. In rap tempo, want het proces bleek al in een half uur afgerond.

Zwavelvrij

Dankzij de veel lagere temperaturen – 60 tot 80 graden – bespaart het nieuwe procedé veel energie, vergeleken met het traditionele proces in de papierindustrie van 150 tot 200 graden. Ook ‘pulpt’ men in het zogeheten Kraftproces met natriumsulfide. Het DES-proces levert zwavelvrije lignine op. Ook is er veel minder water nodig bij de papierproductie. Water dat de papiermaker met veel energie weer weg moet drogen. “Dat verklaart het hoera-gevoel van de papierindustrie”, zegt Kroon. De lignine wordt nu nog verbrand om warmte te genereren voor het productieproces. Voor de papierfabriek nieuwe stijl is echter nog een periode van twintig jaar onderzoek e

februari 2014 Chemie Magazine 43


TNO ONderzOekT ligNiNe iN asfalT

Lignine kan zich, net als methaan/methanol en CO2, tot een van de nieuwe grondstoffen van de chemie ontpoppen, stelt Arij van Berkel van TNO. Zelf onderzoekt TNO met een aantal partners de toepassing van lignine in asfalt als ‘groene’ vervanger van bitumen uit de olie-industrie. “Lignine heeft brandvertragende eigenschappen, dus het is ook geschikt in blusmiddelen.” Naast in lijm is de houtstof volgens Van Berkel te verwerken in lakken. Nadeel is alleen dat deze lakken dan altijd bruin van kleur zijn. “Daar moet je van houden, maar dat is geen punt bij niet-zichtbare onderdelen in elektronica, denk aan warmteproducerende laptops of servers. Dit soort toepassingen is niet eens zo ver weg, verwacht ik.” en proeven nodig. In principe kunnen de ontwikkelde oplosmiddelen alle soorten hout aan, al is per houtsoort een ander mengsel nodig. Voordeel hiervan is wel, aldus Kroon, dat je met kleinschalige (lees: minder kapitaalintensieve) installaties aan de slag kunt. Ook afvalhout is een optie, al zal het scheidingsproces bij de combinatie van houtsoorten langzamer gaan, omdat het langer duurt voor de vaste stoffen opgelost zijn. “Het oplossen gaat het snelst als hout is fijngemalen. Ergens ligt een optimum en dat zal een economische keuze zijn, dus of er een gezonde business case is.” Kroon ziet tal van mogelijkheden voor bioraffinage. Concreet heeft de TU Eindhoven al plannen in die richting op de Chemelot Campus, samen met de universiteit van Maastricht.

Lijm

“Beslist een interessante ontwikkeling”, reageert onderzoeker Richard Gosselink van Wageningen UR, “al is de kwaliteit van de lignine bepalend voor mogelijke toepassingen ervan.” Gosselink doet al zo’n vijftien jaar onderzoek naar de houtstof en geldt als dé lignine-expert van ons land. Op korte termijn, voorziet de wetenschapper, is lignine een geschikt alternatief voor synthetische lijm. In een Europees consortium boekt Wageningen UR hier inmiddels goede resultaten mee, aldus Gosselink. “Nu worden in lijm uit ruwe olie gewonnen componenten als fenol-formaldehyde gebruikt, die zeer giftig zijn. In de VS staat deze stof al op de lijst van verboden kankerverwekkende stoffen. Ook meubelfabrikanten willen ervan af.”

44 Chemie Magazine februari 2014

Maaike Kroon: ‘Het oplossen gaat het snelst als hout is fijngemalen.’

Lignine wordt al toegepast in composietmaterialen voor designtoepassingen en verpakkingen, samen met onder meer hout- en hennepvezels. “Dat is nu nog een nichemarkt door de beperkte beschikbaarheid van zuivere, natuurlijke lignine. Maar de belangstelling vanuit de industrie en ook de chemie groeit, dus ook het aanbod van lignine zal toenemen.”

Opknippen

Veelbelovend is volgens hem het ‘opknippen’ van lignine in monomeren. Daarmee komt bioplastic in beeld. Fenol, een van de hoofdbestanddelen van lignine, is een bouwsteen voor polycarbonaat, de kunststof waar de cd voor een deel uit bestaat. Daarnaast kunnen deze bioaromaten als bouwstenen dienen in polymeren voor pet-producten, polyurethanen en plastic in onder meer bloempotjes en margarinekuipjes. “Maar er is nog veel onderzoek nodig”, zegt Gosselink. Ook volgens Arij van Berkel, directeur voor innovatieve chemische procestechnologie bij TNO, is het kraken van de macromoleculen van lignine in monomeren vanwege de complexe polymerenstructuur nog toekomstmuziek. “Technisch gezien is dat niet eenvoudig. Een gelukkige omstandigheid is wel dat de lignine straks zwavelvrij is, want voor veel toepassingen is dat een belemmering.” Voor het opknippen komen enzymen in aanmerking, precies zoals schimmels enzymen produceren om hout af te breken, “maar daar komen nog niet vanzelf de gewenste monomeren, zoals fenol, bij vrij. De hele wereld breekt er op dit moment zijn hoofd over hoe dat te realiseren.” p


WWW.VERSTEIJNEN.NL

OPSLAG

Wat is de + voor uw bedrijf? The + in your logistics

HANDLING

(GECONDITIONEERD) TRANSPORT

ADR OPSLAG (KLASSE 3,6,8 EN 9)

DIRECTE DISTRIBUTIE

GECONDITIONEERD TRANSPORT

GESPECIALISEERD IN TIJDLEVERINGEN

ISO, AEO EN SQAS GECERTIFICEERD


Op 17 en 24 maart 2014 in NH Waalwijk

Forwarding is our passion. Since 1879.

Basisprincipes toxicologie

Leschaco – your specialist for supply chain solutions. We offer integrated, intercontinental logistics with responsible care for the chemical industry.

(incl. ARBO wetgeving) U krijgt iNzicHt iN : • Belangrijke toxicologische begrippen en principes • Opmaak en interpretatie van e-SDS • Toxicologische risico-evaluatie • Toxicologische informatiebronnen • REACH • Stoffenmanager en ECETOC TRA TOOL (incl praktijkgerichte oefeningen)

Beneluxpark 1  B - 8500 Kortrijk +32 (0)56 20 36 23  info@amelior.be  www.amelior.be

Leschaco Nederland B.V. Hoogvlietsekerkweg 164 NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet

phone (31) 10.7541 600 | info@leschaco.nl | www.leschaco.com

ONLINE FAILLISSEMENTSVERKOPING te houden in opdracht van mr. S.M.W.L. van Boven en mr. F.T. Hiemstra van Van Boven Advocaten te Middelburg en mr. R. van den Bos van Dirkzwager advocaten & notarissen te Arnhem in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van

THERMPHOS INTERNATIONAL B.V. Europaweg-Zuid 4 - 4389 PD Vlissingen-Oost

Producent van fosfor en fosfaten BIG BAG VERPAKKINGSLIJNEN w.o. autom. zakkenvul-/verpakkingsmachine “Haver & Boecker” 3 Lep-U, 3 afzak vulinstallaties “Dinnissen”, 2 folieverpakkingskrimplijnen “BTH”; 2 lage druk compressoren “Atlas Copco” ZE 4H, cap. 2.25 bar;

3 HOOFDTRANSFORMATOREN “Brown Boveri” TOWF 25500, 25.500 kVA en “Pauwels”, 12.5 MVA; 2 transformatoren “Smit”, 10 elektromotoren “Siemens”, 210-800 kW, etc. COMPLETE WERKPLAATS w.o. 5 (precisie) draaibanken o.a. “Heyligenstadt” en “VDF”, werpstraalcabine “Straaltechniek”, guillotineschaar, kantbank, MIG/TIG lasmachines “Lincoln”, (hand) gereedschappen; partijen ferro/non-ferro staal; GROTE VOORRAAD WISSEL-/RESERVEDELEN; 11 VORKHEFTRUCKS “Toyota” (o.a. 2012); kompaktlader “Case”; werktruck met laadkraan “Irion”; werftrekker met aanhanger; rupshoogwerker “Hinowa” (2011); 5 silo goederenwagens; bovenloophalkranen; hefbruggen; overslag-, druken mengtanks o.a. “De Gouwe” (2011), etc.

SLUITING: donderdag 6 MAART vanaf 14.00 uur Bezichtiging: dinsdag 4 maart uitsluitend na aanmelding via thermphos@troostwijkauctions.com FOTO’S / Catalogus:

www.TroostwijkAuctions.com


Transport

foto: Holl andse Hoogte

Hoe Het vracHtverkeer de Botlekspits kan omzeilen

lekkeR dooRRijden op de a15 Vervoerders voor de chemie sluiten nog te vaak aan in de file op de A15, zo meent De Verkeersonderneming. Dit kost tijd, dus geld. Terwijl een timeshift voor het vervoer over de weg prima mogelijk is en chemiebedrijven zich zo niet steeds met gevaarlijke lading door de spits hoeven te worstelen. Tekst: Marloes Hooimeijer

‘V

an al het verkeer dat in de spits over de A15 bij de Botlek rijdt is 20 à 25 procent vrachtverkeer. Het aandeel tankwagens en tankcontainers daarbinnen is 20 procent, waarvan een kwart gevaarlijke stoffen vervoert.” Zeker dat laatste vindt Aernout van der Bend, directeur van De Verkeersonderneming, opmerkelijk. “Voor de chemiesector zijn veiligheid en tijdigheid zo belangrijk en toch zagen onze ‘spotters’ iedere keer weer dezelfde vrachtwagens bij de Botlek de file op de A15 in rijden.”

Spitsshift Top-20

De Spitsshift Top-20, het netwerk van vervoerders en verladers in de Rotterdamse haven, zoekt naar oplossingen voor het fileprobleem op de A15. De Spitsshift maakt deel uit van De Verkeersonderneming. Jos Benders, oudtopman van Lyondell, is voorzitter. “Hij heeft ervoor gezorgd dat inmiddels ook chemie en petrochemie zijn aangehaakt”, zegt Van der Bend. De ‘chemiegroep’ wordt gevormd door bedrijven als Q8, Shell,

Huntsman en Lyondell. De chemiebedrijven herkennen zich volgens Van der Bend wel in de gepresenteerde cijfers, al tonen zij zich ook sceptisch over de mogelijke oplossingen. “Totdat ze horen van andere bedrijven dat het wél werkt. De pilot nachtrijden van Den Hartogh bijvoorbeeld, die verliep boven verwachting goed: twintig minuten winst per rit door deze ’s nachts uit te voeren.”

Haastlading

Een timeshift staat ook bij andere oplossingsrichtingen centraal. Zo haalt transporteur Hoyer tegenwoordig vroeger de lading op bij Huntsman en mijdt zo de spits. Ook volgt het nu vaker het procedé van ‘drop and swap’: om spitsrijden met gevaarlijke stoffen te voorkomen levert het tanks af en haalt die pas later gevuld weer op – chauffeurs blijven er niet op wachten. “Ook plannen voor meer driver operated loading zijn veelbelovend”, zegt Van der Bend. “Als de chauffeur zelf mag laden en lossen ben je niet afhankelijk van de ploegbezetting op laad- en loslocatie. In de petrochemie zie je dit steeds meer, de chemie kan hiervan leren.” Het veiligheidsaspect dient uiteraard wel goed geborgd te worden. Maar waar Van der Bend nog het meest in gelooft is meer vraaggestuurd, flexibeler vervoer. “Nu wordt al het vervoer in standaardcontracten gegoten: binnen een bepaald tijdslot moet de handel geladen en

gelost zijn. Je kunt beter differentiëren door in de spits bijvoorbeeld alleen ‘haastlading’ te vervoeren en door de tarieven voor vervoer buiten de spits lager te maken. Den Hartogh, Hoyer en GCA verkennen hiervan momenteel de mogelijkheden.”

Verdubbeling vrachtvervoer

Aangezien er met de komst van de Tweede Maasvlakte een verdubbeling van het vrachtvervoer aan komt en ‘logistieke efficiency ook kostenefficiency betekent’, zit er volgens de directeur van De Verkeersonderneming niets anders op: “We moeten met elkaar de achttien nietspitsuren op de A15 echt beter gaan benutten.” p Chemiebedrijven die willen meedenken over oplossingen voor de (A15-)fileproblemen, kunnen contact opnemen met De Verkeersonderneming: 010 - 402 63 26.

RijkswaTeRsTaaT pakT boTTleneck aan Rijkswaterstaat heeft de zuidbaan van de A15 inmiddels verdubbeld, de noordbaan zal snel volgen. Ook de Botlekbrug – voor het vervoer van gevaarlijke stoffen – krijgt twee keer twee rijbanen en hoeft straks minder vaak open voor de scheepvaart omdat die wordt verhoogd. februari 2014 Chemie Magazine 47


14 MEI 2014 AMSTERDAM RAI

THE CAREER EVENT FOR

BIO, CHEMISTRY, FOOD & PHARMA Ontmoet Chemie Talent! BCF Career Event is dĂŠ manier om in direct contact te komen met talent in de chemie en life sciences en uw netwerk uit te breiden. Voor meer informatie en het aanmeldformulier, neem contact op via: info@bcfevent.nl of 035-6230781. VNCI Leden: 500 euro introductiekorting (Deze eenmalige korting geldt alleen bij een eerste deelname.)

Gold Sponsor

Silver Sponsors

Partner

Organisatie

www.bcfcareerevent.nl


Bedr ijven

Column/Bedrijven Peter Bareman

CHeMie

emerald Kalama Chemicals, producent van chemicaliën voor toepassing in de industrie en de voedingsmiddelenbranche, laat op de locatie Botlek een nieuw opslagsysteem bouwen voor het conserveermiddel benzoëzuur. Met het nieuwe opslagsysteem kan het chemiebedrijf haar productie- en opslagcapaciteit vergroten. Het project moet komende zomer afgerond zijn. Dankzij de versoepeling van de economische boycot tegen Iran mag Tessenderlo Chemie Ham (TCH) 60.000 ton kunstmeststoffen leveren aan Iran. Het gaat hoofdzakelijk om kaliumsulfaat, een meststof die de productiviteit van de Iraanse bodem moet verhogen om de snel aangroeiende bevolking te voeden. Door aanhoudende stakingen onder de arbeiders zag TCH vorig jaar nog heel wat orders aan zijn neus voorbijgaan.

Peter Bareman is speerpuntmanager Veiligheid, Gezondheid en Milieu bij de VNCI.

dSM is door het Nederlands Instituut voor Marketing uitgeroepen tot Marketingcompany van 2013. Volgens de jury heeft DSM een succesvolle omslag gemaakt van een chemiereus naar een gespecialiseerde multinational: “De manier waarop DSM het marketing-denken heeft omarmd is indrukwekkend en een voorbeeld voor andere. Klanten worden bij de startfase van nieuwe producten en diensten betrokken. Dat heeft geleid tot een enorme toename van strategische samenwerkingsverbanden op het gebied van technologische en sociale innovaties.” Chemiebedrijf Oxea heeft de productiecapaciteit voor esters in Amsterdam met 20 procent verhoogd door bestaande processen te optimaliseren. De esters, op de markt gezet onder de naam Oxsoft GPO, zijn onder meer bedoeld voor producenten van medische apparatuur en vloeren die geen weekmakers in hun producten willen verwerken. Vorig jaar maakten enkele grote spelers bekend af te willen stappen van ftalaat-houdende grondstoffen.

‘Zonder chemie springt er geen vonk over en blijven resultaten uit’

W

aar zouden we zijn zonder chemie? Chemie heeft een rijke historie, is toekomstbestendig en brengt verbindingen tot stand. Onze verre voorvaderen pasten al ‘biobased chemie’ toe door hout met zuurstof uit de lucht onder bepaalde omstandigheden te laten reageren. Bij deze exotherme reactie komt warmte vrij, die nog steeds een prettig effect heeft op de mens. Daarnaast is chemie een ontdekkingsreis, waarbij met de elementen uit het periodiek systeem via allerlei reactieprincipes eeuwenoude en nieuwe stoffen en materialen gemaakt worden. Als voormalig chemisch analist denk ik nog terug aan het laboratorium, waar je in de afzuigkast opstellingen bouwde om proeven en syntheses uit te voeren. Vervolgens mocht je met infraroodspectrometrie de stof identificeren en ontdekken of je iets nieuws had gemaakt. Deze chemische bouwstenen worden dagelijks door ons gebruikt en maken het leven prettiger en veiliger. Daarnaast is de chemie voortdurend op zoek naar oplossingen voor actuele vraagstukken, onder meer op het gebied van gezondheid, voeding en leefomgeving. Volgens Van Dale heeft het woord chemie nóg een betekenis: de specifieke reactie tussen bepaalde personen en organisaties. Als er geen ‘chemie’ is, springt er geen vonk over en blijven resultaten uit. Deze betekenis is voor mij een belangrijke drijfveer in mijn werk bij de VNCI. De positieve energie uit deze chemie motiveert mij om met mijn collega’s, bedrijven, branche-organisaties, regionale veiligheidsnetwerken en overheidsdiensten gezamenlijk de veiligheidsen milieuprestaties van de sector te waarborgen en naar een nog hoger niveau te brengen. Het landelijke programma Veiligheid Voorop is daarbij een belangrijk kader. Het is de chemie tussen mens, techniek en organisatie die de veiligheidscultuur bij onze bedrijven vormt. Daarnaast brengt de chemie ook een reactie teweeg tussen de partners in de chemieketen, inclusief de contractors. Dit leidt ertoe dat de veiligheidsperformance ook in de keten wordt geborgd. Bovendien vormen de regionale veiligheidsnetwerken een ‘katalytische omgeving’ om best practices te delen en elkaar te stimuleren tot excellent opereren. En vorig jaar is het estafettestokje Veiligheid Voorop aangeboden aan de overheid, om de chemie tussen bedrijfsleven en overheid te versterken. Ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, maar met een gezamenlijk belang en positieve uitwerking op het gebied van de license to operate. Kortom: waar zouden we zijn zonder chemie?

februari 2014 Chemie Magazine 49


COL OFON

Service

MENSEN SHELL

Joke Driessen, general manager Shell Moerdijk, verlaat Shell per 1 maart. Zij heeft een nieuwe uitdaging gevonden als hoofd operations en technologie bij Perstorp, een chemiebedrijf met het hoofdkantoor in Zweden. Driessen heeft 29 jaar bij Shell gewerkt in verschillende functies op diverse locaties, waaronder Amsterdam, Den Haag, Rheinland, Singapore en Stanlow. De afgelopen zeven jaar was ze werkzaam bij Shell Moerdijk, waarvan de laatste vier jaar als general manager. Johan Verburgh, production manager Shell Moerdijk, is per 1 februari benoemd als interim general manager. Shell is nog op zoek naar een definitieve opvolger van Driessen.

Chemie Magazine is het maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

Redactie Igor Znidarsic (hoofdredacteur) Marloes Hooimeijer (eindredactie) Jos de Gruiter (redacteur)

Contact redactie Loire 150, 2491 AK, Den Haag T 070 337 87 28, F 070 320 39 03 E redactie@vnci.nl

ICHEME

Institution of Chemical Engineers (IChemE) heeft Trish Kerin benoemd als directeur van het IChemE Safety Centre (ISC), dat aanvankelijk vanuit het Australische Melbourne zal opereren. Kerin studeerde aan het Royal Melbourne Institute of Technology (RMIT) en vervulde daarna diverse veiligheidsfuncties bij onder meer Mobil Oil, Australian Vinyls en Wesfarmers Kleenheat Gas, waar zij national health and safety manager was.

Medewerkers Joost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert

Vormgeving Curve, Haarlem

Advertentie-exploitatie Mooijman Marketing & Sales, Julius RĂśntgenstraat 17, 2551 KS Den Haag, T 070 323 40 70, E dm@mooijmanmarketing.nl Advertenties vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie

VOLGENDE MAAND (19 MAART)

LIGNINE: GRONDSTOF VAN DE TOEKOMST? FOSFAATRECYCLING JOHAN SANDERS, EMERITUS HOOGLERAAR WUR DIGITAL SAFETY PASSPORT

Druk DeltaHage, Den Haag

Abonnementen Wie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via crs@vnci. nl of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx

EN NOG VEEL MEER‌

en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: znidarsic@vnci.nl of 070 337 87 28.

Overname

VNCI ONLINE WWW.VNCI.NL

Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

Overname van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schrifteTWITTER.COM/VNCI

De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

lijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld cover Curve

WW.VNCI.NL/LINKEDIN

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF

Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

50 Chemie Magazine februari 2014

Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

ISSN 1572-2996


chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formuleren

en mengen van chemische vloeistoffen en poeders AD Productions B.V.

services

Markweg Zuid 27 4794 SN Heijningen Postbus 102 4793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900 F +31 (0)167 - 526 969 info@adinternationalbv.com www.adinternationalbv.com

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nl

Dedicated to Excellence

recruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food


making the difference

SGS is unique in the market in finding and creating opportunities and is recognized as the global benchmark for quality and integrity. As the world’s leading inspection, verification, testing and certification company, with more than 75,000 employees, SGS operates a network of over 1,500 offices and laboratories around the world. SGS helps to improve quality, safety, performance and efficiency for the following industries: Agricultural - Automotive Consumer Testing - Environmental - Industrial - Life Science - Minerals - Oil, Gas & Chemicals - Systems & Services Certification Governments & Institutions.

sgs gRoUP NETHERLANDs

sgs gRoUP BELgiUm

Malledijk 18 P.O. Box 200 NL-3200 AE Spijkenisse t +31 (0)181 69 33 33 e sgs.nl@sgs.com

SGS House Noorderlaan 87 B-2030 Antwerpen t +32 (0)3 545 44 00 e sgs.be@sgs.com

www.sgs.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.