Ben beleefd tegen de docent

Page 1

jaargang 53 | 5 november 2015 #04

Onafhankelijk magazine Tilburg university

Ben beleefd tegen de docent Bildung moet

Algemene vorming voor studenten

Strijd der economen

To be or not to be in de media

Get out of the EU

Philosopher Scruton pleads for Brexit and Nexit


2

In deze Univers

04

08

‘Meneer Jan, waar is de les?’

Strijd der economen

Academisch, ongemanierd en onwetend. Sommige docenten ergeren zich groen en geel aan studenten die een volstrekt gebrek aan etiquette aan de dag leggen.

Journalisten kloppen graag bij economen aan. Bij sommigen staat de deur altijd open. Anderen geven niet thuis omdat “het vaak niets met wetenschap te maken heeft.” Het mediaoptreden als splijtzwam van een beroepsgroep.

24

Met Bildung naar een betere wereld

‘The EU is sheer madness’

Academische vakkennis opdoen is één ding. Maar de student is ook gebaat bij algemene vorming. Bildung dus. Het begrip valt te pas en te onpas. Wat moeten we ermee? OVERIGE ARTIKELEN 22 Warning: brain drain! Rubrieken 7 Waar is Univers 7 FF bellen met 12 De Vijf van Eijff 13 Goudhaantje

5 november 2015

The viewpoints of Roger Scruton have always been controversial. But less so now that the European Union is cracking at the seams. An interview with Britain’s most conservative philosopher.

13 En Passant 14 Beeldend 20 Recensies 20 Wé nou? 21 Masterscriptie 21 Over de schutting 28 Schappelijk Nieuws

COLUMNS 3 Luuk Koelman 11 Tom Grosfeld 19 Erik-Jan Broers 27 Marianne Lalande

foto Robert Goddyn

16


3

Van de redactie Een rare tijd We zitten in het laatste rondje van de grote stoelendans van de reorganisatie BEST. Veel mensen weten nog niet precies waar ze aan toe zijn. Bij Univers horen we vooral verhalen van mensen die al jaren hopen door te stromen naar een hogere post binnen hun afdeling, maar die nu overruled worden door een herplaatser. Goede managers die het pand moeten verlaten. Mensen huilend op de gang. Collega’s die tegen heug en meug op een dood spoor geparkeerd worden. Alle sussende woorden ten spijt, BEST is geen kattenpis. Ik wens iedereen die verplaatst wordt, overruled wordt of die te horen kreeg dat er geen plaats is voor hem of haar, heel veel sterkte toe.

column Luuk Koelman

Kut Francine Bardoel, hoofdredacteur f.bardoel@uvt.nl

Poll

Duidelijke fatsoensregels zijn ook in Tilburg nodig

41%

41%

Ik heb het niet nodig: ik spreek docenten altijd netjes aan met ‘u’

Ja, sommige studenten zijn best wel respectloos naar docenten toe

(55 stemmen)

(54 stemmen)

18% Nee, docenten moeten niet zeuren. Tijden veranderen (24 stemmen)

Stemmen op de volgende poll ‘Moet Tilburg University studenten trainen in 21st century skills’ kan op Universonline.

colofon

Univers #4 | 5 november 2015

Adres Postbus 90153, 5000 LE Tilburg, univers@uvt.nl Internet www.universonline.nl Basisontwerp Death Valley/Pascal Tieman Cover Pascal Tieman Productie PrismaPrint Uitgave Univers is het driewekelijks onafhankelijk magazine van Tilburg University Volgende editie Univers 5 van jaargang 53 verschijnt op 1 december 2015 Redactieraad Voorzitter Wiel Schmetz (w.schmetz@fontys.nl) Dit nummer is gemaakt door Francine Bardoel (hoofdredactie), Martien Bos, Erik-Jan Broers, Adrian van den Eerenbeemt, Nathan de Groot, Tom Grosveld, Marianne Lalande, Luuk Koelman, Jan Ligthart, Bas van der Schot, Bart Smout, Pascal Tieman, Jack Tummers, Ron Vaessen, Niek Willems, Jozien Wijkhuijs.

Goed nieuws! De meeste scheldtweets op Twitter komen uit Tilburg. Dat blijkt uit een analyse van NOS op 3 onder twintig steden. De krachtterm ‘kut’ is het meest populair. Eindelijk erkenning voor Tilburg als het nieuwe Maaskantje. De stad waar de universiteit vijftien jaar lang geheel ten onrechte ‘Katholieke Universiteit Brabant’ heette, enkel en alleen omdat ‘Katholieke Universiteit Tilburg’ tot een niet-wenselijke afkorting zou leiden. Onbegrijpelijk. Wat is er in godsnaam mis met het woordje ‘kut’? Oké, neerlandici zetten ‘kut’ weg als een uiting voor taalarmoede. Maar daarmee doe je het woord schromelijk tekort. Wanneer je taal ziet als een immense blokkendoos van woorden, is ‘kut’ juist het handigste blokje van allemaal. Klein maar fijn; je kunt het overal kwijt. Ga maar na: er is geen zelfstandig naamwoord te bedenken waar je het woordje ’kut’ niet voor kunt plakken. Lekker praktisch toch? ‘Kut’ plakt altijd en overal. Het woord is de duct-tape van onze taal. Tilburgers snappen dat. ’Kut’ klinkt lekker informeel, maar ademt plots urgentie wanneer je er een uitroepteken achter plaatst. Rauw, maar ook boordevol hartstocht. Als één woord appelleert aan het Tilburgs temperament, is het wel het woordje ‘kut’. ‘Kut’ is passie. ‘Kut’ is als het leven zelf. ‘Kut’ is alles. Dus dan zeg ik: als Tilburgers overal het woordje ‘kut’ voor plakken, stem daar dan je citymarketing op af. Plaats nieuwe reclameborden langs alle toegangswegen. Weg met die grote letter T. Een immense K volstaat voor elke automobilist die Tilburg, de schôônste stad van ‘t laand, komt binnenrijden: ‘Kut, je bent er.’

5 november 2015


4

leestijd

6

minuten

tekst niek willems illustratie Pascal tieman

De ongemanierde student

‘Hoi meneer Jan, waar is de les?’ De hoogleraar mailen om te vragen naar de collegelocatie, te laat komen en vervolgens whatsappen tijdens de uitleg. Sommige docenten op Tilburg University ergeren zich aan ongemanierde studenten. Maar zij voelen zich allesbehalve geroepen om een collegezaal op te voeden: “Ik ben geen kleuterjuffrouw, ik probeer een vak over te brengen.”

T

wee studenten komen structureel elke week een kwartier te laat tijdens een college. Hoogleraar sociologie Paul de Graaf vraagt om opheldering. Ze antwoorden: “Als we een trein eerder nemen, dan zijn we een kwartier te vroeg op de universiteit.” Hij reageert verbaasd: “Zo erg is dat toch niet? Dan kun je toch even een krantje lezen om de tijd te doden?” Tijdens een ander college wil een student eerder weg. De reden: “Dan ben ik namelijk op tijd voor het avondeten.” Verzin een betere smoes, denkt De Graaf. Een faux pas in de collegezaal. Het kan nog erger, als je verhalen van andere docenten op Tilburg University mag geloven. Studenten waar nog geen ‘goedemorgen’ vanaf kan als een hoogleraar bij de deur staat om iedereen welkom te heten. Belabberde e-mailtjes met een verkeerde aanhef – ‘Beste meneer Jan’ - vol gruwelijke taalfouten en irrelevante vragen: “Waar is de les vanmiddag?” Om nog maar te zwijgen over het gebruik van mobiele telefoons in de collegezaal. En als de hoogleraar een student aanspreekt die al twintig minuten met zijn telefoon zit te spelen, krijgt hij of zij een snauw: “Ik ben toch stil?” Tilburg University kent een speciale code of conduct: een document met omgangsregels op Tilburg University. Hierin staat onder andere beschreven dat studenten actief moeten deelnemen aan de colleges. Ook schrijft de code voor dat het

5 november 2015

contact tussen studenten en docenten respectvol moet zijn. “Dit uit zich onder meer in de stijl, toon en aanspreekvorm in e-mails en directe contacten,” aldus het document. Volgens sommige hoogleraren zou menig student dit document best een keer mogen doorlezen.

‘Studenten denken dat ik de hele dag de tijd heb om mijn mail te beantwoorden’ Etiquette-probleem “Studenten hebben een etiquette-probleem,” zegt socioloog Paul de Graaf. En dat levert hem en zijn collega’s regelmatig gespreksstof op: “Moet je deze mail van een student eens lezen, zeggen we dan tegen elkaar tijdens de lunchpauze.” Volgens hem is het vooral de nieuwe lichting studenten die de academische etiquette niet snapt. Of hij er wakker van ligt? Nee hoor. “Ze

doen het niet bewust. Ik ben ook niet snel beledigd. Maar het komt wel heel onbeholpen over als een student bijvoorbeeld vraagt waar de les is. Ze hebben de omgangsvormen nooit geleerd. Als je ergens solliciteert, dan zeg je ook niet letterlijk tegen het bedrijf: ik wil voor jullie komen werken.” Opvallend is dat socioloog De Graaf aangeeft dat internationale studenten een stuk beleefder zijn: “Ik vind het leuk om internationale studenten les te geven. Die noemen mij professor,” zegt hij met een knipoog. “Ze kijken de kat uit de boom en zijn nooit vrijpostig.” Ook universitair hoofddocent Juliette Schaafsma geeft aan dat sommige studenten een etiquetteprobleem hebben. Ze hanteert daarom strenge regels in de collegezaal, vooral bij eerstejaars. Want om een academisch denkniveau te bereiken, moeten de juiste randvoorwaarden worden geschept: “Daarom is elektronica in mijn collegezaal niet toegestaan, dat leidt alleen maar af. Te laat komen mag ook niet. De student mag dan pas na de pauze binnenkomen.” Schaafsma geeft aan dat haar studenten ondertussen wel weten hoe ze een fatsoenlijk mailtje moeten schrijven: met een correcte aanhef en een inhoudelijke vraag. Een e-mail met de tekst Wanneer is het tentamen beantwoordt ze dus niet. “Sommige studenten denken dat ik de hele dag de tijd heb om te antwoorden. Maar ik moet zeggen: ze mailen me tegenwoordig keurig. Voordat ik die regel in het leven riep, kreeg ik veel spam.” Beschouwt ze zichzelf als een strenge docent? Jazeker. “En


5

studenten vinden dat ook. Maar ik merk dat ze die duidelijkheid erg fijn vinden.” Martin van Tuijl, hoofddocent bij het departement Economie, vindt de Tilburgse universiteitsstudent “assertief, maar niet brutaal”. Hij is minder streng dan Schaafsma. “Ik begrijp haar wel; je kunt niet dwars door de laptop kijken of studenten een slide of een YouTube-filmpje open hebben staan. Maar het interesseert mij heel weinig wat ze doen in de collegezaal. Zolang ze mij niet uit mijn flow halen en zolang de goed-

willende student niet wordt gestoord. Ik vind het vooral vervelend als ze te hard praten, of als een groep studenten achter elkaar te laat komt.” Informalisering Het etiquette-probleem is volgens socioloog De Graaf een gevolg van het veranderde academisch onderwijsklimaat van de afgelopen vijftig jaren. “Vroeger kregen studenten veel hoorcolleges. Er waren weinig werkgroepen en de afstand tussen docent en student was veel groter.” De

tijd is voorbij dat je als student met knikkende knieën aanklopte op de kamer van de professor in driedelig pak. “Tegenwoordig schromen studenten niet om docenten aan te spreken. Er is meer contact ontstaan. Er kan via de mail en via Blackboard gecommuniceerd worden.” De Graaf spreekt dan ook over de ‘informalisering’ van de samenleving. Een goede verandering, vindt hij. “Mensen hebben tegenwoordig veel meer contact met elkaar. Vroeger deden arbeiders hun pet af als de directeur langsliep. Dat verschil merk >>

5 november 2015


Foto Jack Tummers

6

Elektronica niet welkom in de klas van Juliette Schaafsma

je ook aan senioren, zij hechten meer waarde aan formaliteit dan jongeren. Laatst sprak ik met een oudere dame die klaagde dat haar huishoudelijke hulp hallo zei in plaats van goedemorgen. Dat is voor haar een heel groot verschil.” Volgens De Graaf spelen social media een grote rol in de informalisering op de universiteit: “Studenten communiceren op dezelfde manier met docenten als met elkaar.” Van Tuijl van het departement Economie voegt daar aan toe: “Het respect voor autoriteit is overal minder geworden in de loop der tijd. Dat merken ze in het parlement. En ook de campus van Tilburg University ontkomt daar niet aan. Dat is nou eenmaal de zeitgeist. Maar dat wil niet zeggen

‘Wie begint met ‘Ik’ is een grote stommerik’ Onlangs stelde hoogleraar André Nuytinck van Erasmus Universiteit een mailetiquette op. Studenten zouden te amicaal mailen. Daarom schreef hij de spoedcursus mailen; noem het een stukje opvoeding. Gebruik geen ‘hallo’ of ‘hoi’ en begin de mail nooit met ‘ik’, stelt hij. Ook belangrijk: maak geen taalfouten. Maar een saillant detail is dat hij het zelf ook niet zo nauw neemt met de taal: “Gebruik een normaal e-mailadres. U bent immers de basisschool ontstegen en een e-mailadres met een verwijzing daarin naar sprookjesfiguren of dierennamen is leuk als u nog geen 12 jaar oud bent, maar is op oudere leeftijd echt onaanvaardbaar. Dat gebruikt u maar in de privésfeer.”

5 november 2015

dat wij vroeger beter waren.” Juliette Schaafsma vindt het kort door de bocht om te zeggen dat het etiquette-probleem wordt veroorzaakt door een generatieverschil. “Storend gedrag in de collegezaal is van alle tijden, alleen zijn er nu andere communicatiemiddelen. Het is voor studenten niet altijd duidelijk wat er van ze wordt verwacht. Mijn ervaring is dat je regels moet opstellen en deze ook moet handhaven. Er zijn docenten die zeggen dat ze

Sommige docenten durven niet op te treden academische vrijheid belangrijker vinden. Maar storend gedrag leidt ook medestudenten af. Je wilt toch dat iedereen meedoet? Academische vrijheid gaat over de vrijheid om je ideeën te ontwikkelen, niet over de vrijheid om te pas en te onpas je Facebook-pagina te checken of te whatsappen. Maar sommige docenten zijn heel erg zoekende en durven niet op te treden.” Hoe is het eigenlijk andersom? Zijn hoogleraren en docenten dan heilig? Maken zij nooit een keer een taalfoutje? Iris Wester van Fractie SAM hoort geen klachten over onfatsoenlijke docenten en heeft hier persoonlijk ook geen ervaring

mee. “Het is belangrijk dat studenten respectvol met docenten omgaan, maar andersom geldt dat natuurlijk ook.” Filosofiestudent Tom van de Wijgert denkt er het zijne van als het gaat om taalvaardigheid en hoogleraren: “Docenten hebben zo af en toe ook een lesje nodig. Mails met minder dan twee woorden, BlackBoard-pagina’s met meer tik- en spelfouten dan goed geschreven woorden: bijzonder.” Opvoeden Terug naar de student. De hamvraag is of het de verantwoordelijkheid is van een universiteit om studenten op te voeden als het om etiquetteregels gaat? “Het is niet de primaire taak, maar soms komt het daar wel een beetje op neer,” aldus Schaafsma. “Als de omgangsvormen veranderen, dan krijgt de docent een belangrijke taak om deze helder te maken.” Socioloog Paul de Graaf gelooft niet in fatsoenscolleges of in een vak als omgangskunde. “Daar zijn boekjes en documenten voor. Het gaat vooral om de eerstejaars, die de ongeschreven regels nog niet kennen. Dit doen ze niet bewust. En ja, er zal altijd wel iemand bij zitten die echt brutaal is.” Martin van Tuijl voelt zich in elk geval allesbehalve geroepen om studenten op te voeden. “Ik ben geen kleuterjuffrouw, ik probeer een vak over te brengen.” Moeten we ons druk maken? Worden docenten over vijftig jaar misschien wel uitgescholden in de collegezaal? Socioloog De Graaf: “Als iedereen is opgegroeid in het informele tijdvlak, dan wordt het contact tussen docent en student nog soepeler. Maar het kan even goed zijn dat de samenleving over twintig jaar weer formaliseert.”


7

Waar is Univers?

tekst Jozien Wijkhuis foto Jack Tummers

misschien wel bij jou in de buurt

ff bellen met

Puck van Tilburg Drie alumni van Tilburg University zijn genomineerd voor de titel ‘Beste Ambtenaar van Nederland’. Eén van hen is Puck van Tilburg, bestuursadviseur bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Hoe is die nominatie tot stand gekomen? “Dat weet ik niet precies. Medewerkers bij de verschillende overheden konden namen van kandidaten opgeven. Blijkbaar heeft iemand mij ook genoemd... Enfin, in elk geval ben ik blij verrast met de nominatie. En hartstikke vereerd!”

laagdrempelig Stoom afblazen en bier drinken Een café, gerund door studenten, aan de overkant van Grand Café Esplanade. De rode vlaggen in dit verhaal zijn overduidelijk, maar operationeel directeur Floris Verschuuren van de vertrouwde ‘Espla’ zei eerder tegen Univers dat hij het allemaal geen probleem vond. Daarom toog Univers op donderdagmiddag naar Tilbury’s, het zaaltje naast de Mensa, waar het permanente happy hour dat Campuscafé heet, is te vinden. Het bier kost €1,25 en je krijgt het ouderwets in een flesje, zonder glas. Het systeemplafond is voor een kroeg wat onfortuinlijk, maar er hangen wel twee dartborden en, zo zegt de gelegenheidsbarman, er is ook Jägermeister. Bij het raam zitten vier jongens, allemaal met een bruin flesje in hun handen, en aan de bar zitten mensen die duidelijk bij het interieur horen. Basten Cobelens van Fractie Front, de club achter het Campuscafé, zegt dat het de rest van de week erg druk is geweest, maar dat het publiek vandaag nog even op zich laat wachten. “Als jullie maandagavond terugkomen, is het hier afgeladen”, zegt hij. Tot nu toe is de proef erg succesvol, gaat hij verder. “We hebben niet

echt een vast einddoel besproken, bijvoorbeeld een minimale omzet die we moeten behalen. We gaan met de universiteit praten als de proeftijd om is en dan verder kijken. Vorige week was het bier zelfs een paar keer op, dus we hadden het niet beter kunnen wensen.” Inmiddels zijn twee leden van het Frontbestuur gaan darten. De vier jongens bij het raam zeggen nog steeds niet veel, en nemen rustige slokjes van hun bier. Het Campuscafé moet een ontmoetingsplek worden waar studenten na college nog even stoom af kunnen blazen. “Zoiets laagdrempeligs als dit was er nog niet”, zegt Basten. “We hopen dat de campus hiermee wat bruisender wordt dan hij nu is.” Voor iedereen die dorst krijgt van de zoute frieten van de Mensa, is er voorlopig dus goedkoop bier waar je maar twee deuren verder voor hoeft te zijn. “Het is te hopen dat we na de pilot door mogen gaan,” zegt één van de bargasten. “Misschien kunnen we dan wel een tap aansluiten en een neonbord ophangen!”

Je bent nog niet eens zo lang ambtenaar...? “Formeel ben ik pas vanaf september in dienst bij deze gemeente. Maar eerder ben ik ook gedetacheerd geweest. Met andere woorden: ik voel me dus al wel wat langer ambtenaar.” Op Tilburg University deed je Bestuurskunde. Wat heb je in de praktijk aan die studie? “Goeie vraag. In mijn werk ben ik volop bezig met het schakelen van ‘theorie’ naar ‘praktijk’. Wat mij daarbij uitstekend van pas komt, is dat ik in Tilburg ook een bestuursjaar heb gedaan namens Fractie SAM. In de praktijk is het zaak dat je onderling goed communiceert, helder en open. Juist dat gebeurde in de universiteitsraad, een prima leerschool dus.” Voer je actief campagne om op 10 december uit de bus te komen? “Haha, niet echt. Nogmaals: ik vind de nominatie al heel mooi.”

5 november 2015


8

leestijd

7

minuten

Strijd

Tekst bart smout illustratie bas van der schot

der economen

Economen zijn graag geziene gasten in de media. En daar is niet iedere academicus even blij mee. “De media-econoom heeft vaak niets met wetenschap te maken.”

W

el of niet op tv? Het lijkt een simpele vraag, maar het is er een die economenland diep verdeelt. Uit recent onderzoek op de economensite MeJudice blijkt dat de zogenaamde ‘media-econoom’ op weinig waardering kan rekenen van academische vakgenoten. “Over één ding zijn economen – in de praktijk en in de academie - het roerend eens: het verschijnen in de media is van ondergeschikt belang om mee te tellen in de wereld,” schrijven de onderzoekers Harry van Dalen, Arjo Klamer en Kees Koedijk op de site. En: “Onder economen vallen dergelijke optredens evenwel slecht en roepen achterdocht op.”

De media-econoom is een vanzelfsprekende aanwezigheid in het nieuws geworden. Of het nu gaat over de Grexit, robotisering, of Europese naheffingen, er is altijd een econoom te vinden die in de krant of op tv duiding geeft. Maar blijkbaar zijn niet alle economen blij

5 november 2015

met die publieke optredens. Er is zelfs sprake van achterdocht. Waar komt die vandaan? In het artikel op MeJudice schrijven de onderzoekers dat naar de oorzaken van de achterdocht slechts gegist kan worden. Harry van Dalen, hoogleraar Economie aan Tilburg University, wil wel een poging wagen. “Economen in de media versimpelen vaak het onderwerp of probleem,” vertelt hij. “Je kunt in de media als econoom nooit de wetenschappelijke kwaliteit van een paper neerzetten. Daarom worden mediaoptredens door academici vaak gemeden en niet serieus genomen.” Van Dalen geeft nog een andere, meer menselijke reden: “Als een econoom vaak in de media verschijnt, ontstaat er een soort Jan des Bouvrieeffect. Dan wordt er al snel gedacht: daar heb je em weer. Het wekt irritatie op.” De Big Five Bestaat er zoiets als een economen-overkill? Journalist Yoshi Tuk deed aan de universiteit

van Leiden onderzoek naar de media-econoom. Hij zocht uit hoe vaak een groep van 264 economie hoogleraren in de periode 2008 – 2013 in de Nederlandse landelijke dagbladen verscheen. Er blijkt sprake te zijn van een heuse big five. Arnoud Boot, Lans Bovenberg, Sylvester Eijffinger, Lex Hoogduin en Sweder van Wijnbergen komen maar liefst in 28 procent van alle artikelen voor. De naam van Sylvester Eijffinger komt daarbij niet als een verrassing. In de jaarlijkse mediatop, samengesteld door Tilburg University, is de econoom al jaren lijstaanvoerder. Hij heeft zelfs een eigen app. Achterdocht en irritatie omdat hij vaak in de media is? Eijffinger kan er weinig mee. Het onderzoek op MeJudice rammelt volgens hem bovendien. “De onderzoekers hebben een enquête afgenomen onder 450 economen. Dat is een veel te kleine groep om iets zinnigs te kunnen zeggen. Daar komt bij dat in die enquête helemaal niet naar achterdocht wordt gevraagd. Waarom de onderzoekers het woord in het artikel dan


9

toch gebruiken, is mij een raadsel.” Eijffinger wijst er ook op dat uit de enquête blijkt dat bijna de helft van de respondenten wel degelijk belang hecht aan mediaoptredens. De media te woord staan is onderdeel van het takenpakket van de moderne econoom, vindt Eijffinger. “Onderzoek, onderwijs en valorisatie, dat zijn de drie hoofdtaken van een wetenschapper. Bij die laatste hoort ook, zeker als econoom, dat je kennis inzichtelijk maakt voor een breed publiek.” Houd je expertise niet gevangen binnen de academische muren, is de boodschap van Eijffinger. Dat is volgens de hoogleraar Financiële Economie ook niet meer van deze tijd. “Tijdens de opening van het academisch jaar noemde de rector van Tilburg University valorisatie nog als een speerpunt.” Van achterdocht en irritatie merkt Eijffinger weinig. De kloof tussen de media-econoom en de academische econoom wordt volgens hem overdreven. “Die dingen gaan prima samen. De meeste media-economen zijn ook topacademici.

Het een sluit het ander niet uit.” Als er achterdocht bestaat, vermoedt Eijffinger dat die vooral leeft onder wetenschappers die niet met hun tijd meegaan. “Je hebt academici die nog altijd liever

De beroepsgroep die iedereen de maat neemt kan zelf ongestraft van alles beweren de deur van hun kantoor op slot houden en zich alleen met hun eigen onderzoek willen bezighouden. Dat kon dertig jaar geleden nog, maar is anno 2015 niet langer houdbaar. De huidige

realiteit eist dat wetenschappers de ivoren toren verlaten.” Ik zit hier niet als wetenschapper Tussen de een en twee miljard. Dat was de financiële schade die de nucleaire top in Den Haag toebracht aan de Nederlandse economie, berekende Eijffinger vorig jaar in Metro. Daarop kreeg hij commentaar van andere economen. De berekening van Eijffinger zou nattevingerwerk zijn. Arbeidseconoom Jan van Ours stelde zelfs een beroepscode voor economen voor. “Het is toch opmerkelijk dat de beroepsgroep die iedereen de maat neemt zelf geen beroepscode heeft en ongestraft van alles kan beweren en neerschrijven?”, schreef Van Ours op zijn blog. De Tilburgse hoogleraar Economie Eric van Damme kan zich daar wel iets bij voorstellen. Hij pleit voor terughoudendheid bij economen als het gaat om mediaoptredens. “Je moet wetenschap en mening scheiden,” meent >>

5 november 2015


10

Ik noem mezelf geen wetenschapper

Je moet wetenschap en mening scheiden

Mathijs bouman

eric van damme foto ben bergmans

foto ben bergmans

De meeste mediaeconomen zijn ook topacademici Sylvester Eijffinger

Van Damme. “Breng alleen wetenschappelijk onderbouwde stellingen naar buiten, met kennis van inhoud.” Volgens Van Damme komt het te vaak voor dat economen in de media buiten hun eigen discipline treden en praten over onderwerpen waar ze geen verstand van hebben. “De media-econoom heeft vaak niets met wetenschap te maken. Hij speculeert over onderwerpen die niet met zijn eigen expertise samenvallen.”

Natuurlijk, valorisatie is belangrijk, vindt ook Van Damme. Maar, zo waarschuwt hij, valoriseer alleen je eigen onderzoek in de media. Zodra je als econoom daarbuiten treedt, vervalt je wetenschappelijke legitimiteit. Van Damme: “Eigenlijk moet je als media-econoom ieder optreden beginnen met de uitspraak: ik zit hier niet als wetenschapper.”

en economisch commentator, onder andere bij RTL-Z en Het Financieele Dagblad. Bouman is gepromoveerd in de economie en heeft onder andere gewerkt aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden. “Maar ik noem mezelf geen wetenschapper,” zegt Bouman, “ik publiceer immers niet meer in wetenschappelijke tijdschriften.”

Gedwongen profeten “Absurd,” oordeelt Mathijs Bouman over de uitspraken van Van Damme. Hij is journalist

Volgens Bouman ben je het als econoom verplicht aan de belastingbetaler om je inzichten via de media toegankelijk te maken als daar om

(advertentie)

BEHEER JIJ MEESTAL DE POT? DAN PAS JIJ BIJ LIDL

MANAGEMENT TRAINEE BIJ LIDL WORD JE NIET, DAT BEN JE Bij jou zijn zaken altijd in vertrouwde handen. Daarom laten mensen dingen graag aan jou over. Jij regelt het met gemak, gaat nauwkeurig te werk en ze kunnen altijd op je rekenen. Herken je jezelf hierin? Dan pas jij bij Lidl. Het retail management traineeship bij Lidl is straks voor jou als ambitieuze doorzetter de ideale start van je carrière. Een intensief 2-jarig programma, waar jouw professionele én persoonlijke ontwikkeling centraal staat, stoomt je klaar voor een brede managementrol als rayonmanager. Voordat je het weet geef je leiding aan meer dan 150 mensen en bouw je mee aan de toekomst van Lidl en die van jezelf.

MEER INFO? KIJK OP WERKENBIJLIDL.NL

5 november 2015


11

Als je vaak in de media verschijnt onstaat er een soort Jan des Bouvrieeffect Harry van dalen

wordt gevraagd. “Daarom vind ik media-econoom ook een belachelijke en denigrerende term. Het is gewoon onderdeel van je werk. Economen die niet praten met de pers, vind ik arrogant.” Dat de uitspraken van economen in de media niet altijd zuiver wetenschappelijk zijn, is onvermijdelijk, vindt Bouman. “Je kunt je wetenschappelijke normen niet opleggen aan het publieke debat. Dat moet je ook niet willen.” Bouman verkondigt hiermee eenzelfde boodschap als Sandra Philippen, hoofdredacteur van Economische Statistische Berichten (ESB), die het in de Volkskrant opnam voor de media-eco-

Journalisten dwingen economen de rol van profeet aan te nemen noom. “De media-econoom duidt verschijnselen weliswaar niet waardevrij maar wel met een betrekkelijk onafhankelijke kijk op de economie,” schrijft zij. “Het feit dat deze duiding veel minder wetenschappelijk is hoeft geen probleem te zijn zolang het maar in een debat of discussie gegoten wordt.” Overigens zouden journalisten hun rol in dat debat weleens mogen heroverwegen, vindt Bouman. “Economen wordt vaak om voorspellingen gevraagd. Gaat Griekenland uit de euro? Is de economie volgend jaar weer aangetrokken? Daarmee dwingen journalisten hen om de rol van profeet aan te nemen. Stel meer inhoudelijke vragen, en je krijgt een meer inhoudelijke media-econoom.” Ja, valoriseren betekent ook dat je soms de schijnwerpers opzoekt. Daarover zijn de meeste economen het wel eens. Maar over het hoe en waarom blijft discussie bestaan. Wel of niet op tv? De strijd der economen is nog lang niet gestreden.

column Tom Grosfeld student CIW

Campuscafé Dat de verkiezingen tussen Front en Sam die plaatsvinden nog ongeloofwaardiger zijn dan een wetenschappelijk onderzoek van Diederik Stapel is bij de meeste mensen inmiddels wel bekend. Vriendjespolitiek, enorme netwerken, een hoop tenenkrommend geblaat en actief stemmen werven van nietsvermoedende en ongeïnteresseerde studenten zijn de vier ingrediënten voor een meerderheid in de Universiteitsraad. De voorbereidingen worden dit jaar al vroeg getroffen wat resulteerde in de opening van het Campuscafé door Fractie Front. Populistischer krijg je het niet. Niemand gaat op Fractie Front stemmen omdat ze de studentendesk op maandag een paar uurtjes langer open willen houden. Op inhoudelijk gebied kunnen er, zoals een echt politicus zou beweren, geen bruggen worden geslagen. Dan maar overtuigen met goedkoop bier. Maar wat is goedkoop bier in een café dat om 19.00 uur sluit? Doe het dan goed en gooi die kroeg gewoon tot vier uur ’s nachts open in plaats van deze laffe openingstijden. Heb je eindelijk genoeg bier gedronken om die waanzinnige vrouw aan de bar met haar fonkelende krullen aan te spreken, word je naar huis gestuurd omdat het alweer zeven uur is. Onder het mom van studentenbelangen wordt een campuscafé geopend waar studenten een biertje kunnen drinken. Maar wie gaan we straks vinden in dat campuscafé? Zullen er studenten een biertje komen doen die geen achtergrond hebben bij Front of Sam? Die geen achtergrond hebben bij een bestuur van een studievereniging? Een ‘ons kent ons’café waar altijd dezelfde studenten te vinden zullen zijn, aangevuld met wat verdwaalde professoren die nog een laatste wanhopige poging doen om zich te voegen onder de studenten. Brabantse nachten zijn in ieder geval op Tilburg University niet lang.

5 november 2015


12

de vijf VAN EIJFF

Turkije bij de EU biedt economisch voordelen Turkije kan zakken vol geld krijgen van Europa in ruil voor opvang van vluchtelingen. De Turkse regering eist dat ook dat de deur wagenwijd open gaat voor een toekomstig EU-lidmaatschap. Hoe goed of slecht is zo’n Turks lidmaatschap? Hoogleraar financiële economie Sylvester Eijffinger geeft antwoord op vijf vragen. 1. Hebben de Turken hun huishouden financieel op orde? Turkije is de vijftiende economie van de wereld met al jaren groeicijfers van 7, 8, 9 procent. Volgens prognoses zou het in 2050 globaal zelfs de negende economie kunnen worden. Het BBP per hoofd van de bevolking van Turkije ligt boven dat van een gemiddeld Oost-Europees land. Onder Erdogan is het land enorm geïndustrialiseerd en zijn de markten geliberaliseerd. De economie is stabiel geworden. Dat heeft Erdogan allemaal goed gedaan. Toch zal Turkije nooit een volwaardig EUlid worden. Niet om economische maar om politieke redenen, om zeg maar de ugly side van Erdogan.

‘Iedereen roept foei, maar alle landen doen het’

2. Los van de politieke argumenten, hoe goed of slecht is Turkse toetreding voor de Europese economie en specifiek voor Nederland? Economisch zou Turkse toetreding een voordeel zijn, zowel voor de Turken als voor Europa. Het zou de economie en daarmee de welvaart een boost kunnen

5 november 2015

geven. En Nederland zou daarbij disproportioneel veel van profiteren vanwege onze open economie. Wij zouden er meer economisch belang bij hebben dan bijvoorbeeld Duitsland of Frankijk. 3. Merkel rolde vorige maand de rode loper uit voor Turkije, tot ergernis van andere EU-landen. Meer dan ooit lijkt alles te staan of te vallen met het machtswoord uit Berlijn. Hoe financieel afhankelijk is Europa van Duitsland? Heel erg. Duitsland heeft altijd immense invloed gehad. Dat land is de paymaster, de grootste economie én het grootste land van Europa. Daarom is het leidend, ongeacht wie de bondskanselier is. Ik vrees alleen dat Angela Merkel dat binnenkort niet meer is. Wat ze heeft gedaan met de vluchtelingen is heel moedig maar onhoudbaar. 4. Een nog grotere EU, TTIP; waar houdt het voordeel van schaalvergroting op? In termen van jurisdicties moet

je oppassen, maar op zich is schaalvergroting alleen maar goed. In termen van handels- en kapitaalverkeer is er niets op tegen. Omdat het gebeurt binnen de bestaande geografische blokken waarin de wereld is opgedeeld. Ook TTIP, mits in balans en symmetrisch voor alle betrokken partijen, zorgt voor meer handel en dus economische groei. 5. Bestaat er een kans dat het omgekeerde gaat gebeuren: dat landen juist de weg van protectionisme gaan inslaan? Na een crisis zie je altijd een toename van protectionistische maatregelen. Ook de afgelopen jaren zag je dat. Sinds 2008 is er volgens CEPR (Centre for Economic Policy Research) letterlijk elke dag een protectionistische maatregel genomen. Dat is logisch. Maar het is niet verstandig. Het roept altijd een reactie op, met als gevolg dalende handel. Iedereen roept foei, maar alle landen doen het. Nederland en Duitsland zijn nog redelijk braaf, maar Frankrijk is bijvoorbeeld van oudsher erg protectionistisch. Het is dom om kortetermijn-gemak te verkiezen boven baten op de lange termijn. Dat zie je ook de afgelopen jaren weer aan de groeicijfers. Wederom: TTIP kan hierin een omkering betekenen. En ook nauwere economische samenwerking met Turkije. Niet als EU-lid maar als een geassocieerd land in het Europa van de verschillende snelheden.


13

Goudhaantje

En passant

Omar Salah Advocaat Omar Salah (1985) promoveerde in 2014 aan Tilburg University op het onderwerp Islamic Finance. Tegenwoordig werkt hij als advocaat voor De Brauw Blackstone Westbroek, een van Nederlands grootste advocatenkantoren, in Singapore. U werkt sinds kort voor De Brauw in Singapore. Wat doet u daar specifiek? Als corporate lawyer ben ik werkzaam op de transactiepraktijk. We adviseren Nederlandse multinationals en financiële instellingen bij fusies, overnames en financieringstransacties in Azië. Ik geef ook advies over het Nederlandse recht als partijen uit Azië zaken doen in Nederland. Hoe kom je terecht bij een van Nederlands grootste advocatenkantoren? Er is geen checklist die je naast je bed kunt leggen. Een goed CV en dito cijferlijst zijn belangrijk, maar het gaat om de total package. Ik maakte via een business course in New York kennis met De Brauw. Dan werk je met een groep studenten aan een casus. Dat is een leuke manier om een advocatenkantoor te leren kennen. U wordt per 1 november Visiting Professor bij IE University in Spanje. Wat houdt dat in? Ik ga als externe professor doceren op het gebied van Islamic finance. Dat is te combineren met mijn baan in Singapore: ik ga veel videocolleges geven. Altijd ervan gedroomd om corporate lawyer te worden? Op de middelbare school wilde ik al advocaat worden. Dat was toen nog gebaseerd op het beeld van een procesadvocaat die veel aan het pleiten is, zoals je vaak in films ziet. De eerste jaren bij De Brauw heb ik dan ook op de procespraktijk gewerkt. Heeft u alles bereikt wat u bereiken wilde? Nee, dat zeker niet. Maar een aantal mooie momenten tot nu toe waren wel mijn promotie en de stap naar Singapore.

Personeel in het wild Univers overvalt je: wat ben je aan het doen? Donderdagmiddag, Cobbenhagengebouw. De kamer van Jacqueline Wayers is behangen met slingers en ballonnen. Jacqueline is 40 jaar in dienst. Zij is nu secretaresse van het College voor Promoties en van secretaris Gabe van der Zee. Hiervoor was ze 22 jaar lang de secretaresse van de Rector Magnificus. De deur wordt platgelopen door mensen die komen feliciteren. Later die middag is er een feest. “Ik heb genoeg leuke mensen uitgenodigd om de kleine foyer te kunnen vullen,” zegt ze. Constitutie & borrels Een plechtige festiviteit vol overdreven formaliteiten omdat de vereniging een nieuw bestuur heeft? Nee hoor! AEGEE Tilburg pakt het iets anders aan. Zonder pedel of recipiëren, maar met pingpongballen, rode bekers en een lading bier. Gewoon in de Cultuurtuin van het Esplanade-gebouw. Tijd voor een cultuuromslag? vluchtelingen & Amnesty Amnesty International stond twee volle middagen in het Cobbenhagengebouw om studenten voor te lichten over de vluchtelingen. Daarnaast was iedereen welkom om spullen en geld te doneren voor mensen die het nu nodig hebben. Gezeik over hoge kosten voor salarissen en huisvesting ten spijt, goed werk van die Amnesty-leden. Fietsen & rekken Het bord dat voor de Universiteitsbibliotheek is geplaatst, laat toch weinig te raden over. Fietsen moeten op deze universiteit netjes in de rekken staan, anders komt iemand ze verplaatsen of zelfs weghalen. Sterk anarchisme is bij de gemiddelde student op veel vlakken al niet meer aanwezig, maar als het gaat om het parkeren van fietsen wel. De brutaliteit... 5 november 2015


14

foto Jack Tummers

Beeldend

5 november 2015


15

TiUniform Drukte, overal op de campus. De fotograaf gevraagd dat eens in beeld te brengen. Deed ie netjes. Maar wat valt op: niet de drukte maar de dresscode. Het is alsof er stilzwijgend een TiU-uniform is geïntroduceerd. Iedereen gaat gekleed in stemmig blauw, van jassen tot schoenen tot rugzakken. Witte en zwarte steunkleuren zijn toegestaan. Verder is alles blauw, blauw, blauw. Zo’n rood sjaaltje is dan ook geen statement meer te noemen maar een regelrechte provocatie. Of een fijn gevoel voor stijl.

5 november 2015


16

leestijd

7

minuten

Tekst Ron VAessen illustratie Martien Bos

Heel Holland bouwt

Met Bildung naar een betere wereld

Al het universitaire is specialistischer geworden, nauwer. Niet vrijzinnige geesten maar diploma’s, marktonderzoek, werken met SPSS zijn de norm. Voor algemene vorming, ook wel Bildung genoemd, lijkt geen aandacht te bestaan. Terwijl onder studenten de behoefte naar die bredere vorming juist groot is. De liederlijke paradox: hoe krapper de gangen, hoe harder en vaker de echo klinkt. Bildung, Bildung... Bildung.

B

ildung, dat had toch iets met kritisch denken te maken? Dat gaat in ieder geval niet op voor hoe de term zelf gebruikt wordt. Te pas en onpas zwaaien we ermee. Onder het mom van Bildung kan neergekeken worden op samenvattingen en PowerPoints verslindende zesjesstudenten. Het kan aangewend worden in het verzet tegen rendement en efficiëntie. Het begrip leent zich voor de oprichting van een Bildung Academie, als verzet tegen het té intellectuele karakter van studies. En in een beetje academische jaaropening wordt Bildung minstens een maal genoemd. De precieze semantiek wordt niet door experts bepaald, maar hangt vooral af van de eigen vooroordelen en doeleinden. Bildung waait met alle winden mee – als het maar enigszins opwaarts is. We verheffen ons ermee boven de dagelijkse realiteit van economisch nut, efficiëntie en rendement. Dat is althans de historische imperatief. In het achttiende-eeuwse Duitsland steeg Bildung in de handen van historische figuren als Goethe, Kant en Von Humboldt tot ongekende hoogtes. Het humanisme, de stroming die elke vorm van

5 november 2015

kennis wilde baseren op de klassieke oudheid, vierde hoogtij. Ieder individu had de plicht van zichzelf een kunstwerk te maken, in zijn persoon ware humaniteit te verwezenlijken. Men musiceerde, schreef en las poëzie en literatuur. De eigentijdse realistische vorming, die erom draaide de mens op het beroepsleven en burgerschap voor te bereiden, verdween naar de achtergrond. Natuurwetenschap, politiek en economie daalden in aanzien. Anno 2015 lezen we op Wikipedia: “Bildung is een begrip dat wordt toegeschreven aan de Duitse geleerde en diplomaat Wilhelm von Humboldt (1767-1835).” Zijn ideaal stond lange tijd aan de basis van het onderwijs. Humboldt probeerde, zegt filosoof en voormalig campusdichter Arthur Kok, een algemeen

vormingsidee binnen de context van een universitaire opleiding gedaante te geven. De vraag te beantwoorden: wat moet er op school geleerd worden? Niet dat er maar één idee over Bildung in omgang was. Maar Napoleon zei al: “What is history, but a fable agreed upon?” Humboldt wordt herinnerd, de rest vergeten. Terwijl dat algemene vormingsidee bijvoorbeeld uitgewerkt werd door filosofen als Marx en Hegel, weet Kok. “Bij Hegel is Bildung een vorming die plaatsvindt onder de condities van de vrije markt. Het gaat dan niet over onderwijs, maar over dat je in een vrije markt – dat heet dan een burgerlijke maatschappij – onderzoekt wat jouw talenten zijn. Het gaat om de vorming van het vrije individu.” Universitair student of niet. >>

Maar dan vraag ik me af: wat bedoel je anno 2015 nog met samenleving?


17

5 november 2015


18

Burgerschap Dat is hoe het ooit was. Want algemene oriëntatie heeft het onderspit gedolven en is vervangen door het credo van de verdergaande specialisatie. Dat iedereen ondertussen de mond vol heeft van Bildung, is niet echt geruststellend. Blaffende honden bijten niet. Noemenswaardig is wel de zet van onderwijsminister Jet Bussemaker. Zij diende een wetsvoorstel in, waarmee ze burgerschap in het hoger onderwijs wil verplichten. Eerder pleitte Bussemaker al voor meer idealisme en maatschappelijke betrokkenheid onder studenten. En ook zij spreekt over Bildung. Zou alles wat Bussemaker predikt doorgang vinden, dan krijgen humanistische én realistische vorming een zetje. Niet alleen worden studenten dan voorbereid op beroepsleven en burgerschap, ook het overstijgende vormingsideaal krijgt dan prioriteit. Het mag een uitdaging heten. Maar onduidelijk is wat Bussemaker precies voor ogen heeft. Kritiek is er al wel. Linze Schaap, universitair hoofddocent aan de rechtenfaculteit, zei eerder deze maand tegen Univers: “Burgerschap houdt in dat je belasting betaalt en je aan de wet houdt. Daarnaast is er burgerzin, waarbij iemand ook daadwerkelijk bij wil dragen aan de maatschappij.” Dat burgerschap (nog?) niet door de overheid gedefinieerd is, is volgens Schaap een goede zaak. “Een overheid die bepaalt wat goede burgers zijn en wat slechte – daar hebben we in het verleden leergeld voor betaald.” Arthur Kok twijfelt niet aan de noodzaak om mensen tot burgers te vormen. Let wel: op school, niet op een universiteit. De academie is bedoeld om mensen een academische denkhouding aan te leren. “Dat is niet voor iedereen weggelegd, en dat is ook niet nodig. Je kan een goede burger zijn zonder universitaire opleiding.” Dat een universitaire opleiding aandacht heeft voor persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijk bewustzijn is terecht, zegt Kok. “Maar je mag dat niet benaderen als ‘opvoeding tot burgerschap’. Dan suggereer je

5 november 2015

dat studenten nog kinderen zijn.” Dat op politiek niveau kritiek geuit wordt, vindt Kok een goede zaak. “Maar het model van Bussemaker is ook te eenvoudig. In het klassieke Bildungsideaal worden disciplines als verstrooid gezien, die samengebracht moeten worden in een soort generalistische opvatting van wat academische vorming is. Dat kan aangedragen worden door de samenleving, want dat is een algemene sfeer. Maar dan vraag ik me af: wat bedoel je anno 2015 nog met samenleving? Die bestaat tegenwoordig uit een veelheid van samenlevingen.” En die samenlevingen bestaan in een complex verband van internationale betrekkingen. Het gaat niet langer alleen over de eigen natie, zoals bij de oervaders van Bildung nog het geval was.

want het leerproces kan eigenlijk niet geïnstitutionaliseerd worden. Bij onderwijs gaat het om vertrouwen, bij instituties om controle. Wat niet wegneemt dat onze samenleving wel instituties voor onderwijs nodig heeft.” Die spanning op de spits drijven is in ieder geval geen goede strategie. “Ga er op een redelijke manier mee om.” Kok noemt als voorbeeld de filosofievakken die in de Tilburgse bachelors opgenomen zijn. Het is een manier om de student uit het eenzijdige kader van de vakdiscipline te halen, te confronteren met een ander perspectief. En zo in te zetten op een meer algemene vorming. De filosofievakken zijn eigen aan Tilburg University. Niet vreemd, want oprichter Cobbenhagen had een holistisch mensbeeld. De mens moest als geheel begrepen worden, de economie is daar slechts een gezichtspunt op, zegt Kok. Logicus Reinhard Muskens kent de vakken goed. Al jaren is hij betrokken bij colleges wetenschapsfilosofie voor bijvoorbeeld econometristen. De studenten komen zo in aanraking met ideeën over wat goede wetenschap is, hoe kennis tot stand komt. Een groot goed, vindt Muskens. “Het lijkt me dat iedere academicus daar geïnformeerde opinies over zou moeten hebben.” Over de soort vorming laat Muskens geen misverstand bestaan: “Je kunt die wetenschapsfilosofiecolleges zien als algemene vorming, maar dan wel algemene vorming speciaal voor toekomstige academici, dus toch weer niet volledig algemeen.” Paradigma-verbrijzelend zijn de vakken overigens niet per se. “Er zullen ongetwijfeld ideeën bij zijn die nieuw zijn voor veel studenten.” Maar ander onderwijs, dat van een afstand alleen over de nauwe vakkennis lijkt te gaan, confronteert studenten ook met perspectieven die ze nog niet hadden. Bezorgd om de

De vraag naar bildung van onderuit is in mijn ervaring groter dan ooit

Confrontatie De echo beweegt zich door de krappere gangen van de academie. Mensen worden wakker, komen in verzet. Hoogleraar sociolinguïstiek Jan Blommaert ziet twee tegenstelde krachten. “De druk van bovenuit is om alles te doen behalve Bildung, terwijl de vraag naar Bildung van onderuit – ook bij studenten - in mijn ervaring groter is dan ooit.” Kok herkent die spanning. “Die is onoplosbaar,


19

algemene vorming van Tilburg University studenten is Muskens niet. Hoe belangrijk algemeen vormende vakken ook zijn, we moeten niet vergeten waar het óók om gaat: “In een curriculum van vier jaar moet natuurlijk ook uitgebreid plaats gegeven worden aan de vakken die de kern van een discipline vormen.” Bijdrage leveren Rector magnificus Emile Aarts stelt Bildung in ieder geval heel serieus te nemen. De intellectueel aanvoerder van de universiteit sprak tijdens de jaaropening over een “huge population of highly motivated students who greatly appreciate the education and Bildung we provide.” Geen uitspraak voor de bühne, licht Aarts toe: “Tilburg University streeft een brede oriëntatie en ontwikkeling van studenten na. Zodat zij voorbereid zijn op hun toekomst en carrière. En in staat zijn hun goede bijdrage te leveren aan het op een hoger plan tillen van de samenleving.” Aarts verwelkomt de opdracht van Bussemaker dan ook met open armen. Het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef van studenten bevorderen, dat doet de universiteit al tijden. Het motto – Understanding Society – wijst daar op. “Ik zou zelfs graag zien dat we opschalen naar Advancing Society. Onze universiteit houdt zich bij uitstek bezig met maatschappelijke vraagstukken – ik zie hier dan ook een belangrijke taak voor onze studenten.” Overgespecialiseerde studenten afleveren is nadrukkelijk niet de bedoeling. “De samenleving is uiterst complex en vereist dat vraagstukken van diverse kanten worden bezien. Ik wil daarom graag zien dat onze studenten ondernemende denkers worden, creatief, initiatiefrijk en innoverend. Dat vinden studenten in onze opleidingen terug en we stimuleren ze deel te nemen aan extra-curriculaire activiteiten op de campus en daarbuiten. Ook vinden we het erg belangrijk dat studenten binnen hun studie in het buitenland ervaring op doen.” De universiteit biedt inderdaad veel. Zo organiseert Academic Forum bijvoorbeeld symposia en andere activiteiten op het vlak van wetenschap, maatschappij en levensbeschouwing, er zijn programma’s voor excellente studenten, sport- en cultuurverenigingen, enzovoorts. De universiteit is een pretpark voor de student die alles uit de studententijd wil halen. Daarover kraakt Kok nog wel een kritische noot: “Studententevredenheid is een aspect van Bildung, maar niet het belangrijkste criterium. Er moet een concreet idee zijn hoe deze activiteiten bijdragen aan academische vorming. Met nadruk op academisch.” Want uiteindelijk ben je op de universiteit om je te vormen, niet om schoolpret te beleven.

column Erik-Jan Broers

docent rechtenfaculteit

Kijkdoos Het is herfst. Sommige mensen zijn dan een paar dagen depressief. Vallende bladeren. Vergankelijkheid. Andere mensen genieten juist van dit jaargetijde. Maken lange boswandelingen, met de hond of met hun vrouw en de kinderen. Ze snuiven de boslucht op, de geur van mos, van hout, van bladeren in stervende kleurenpracht: rood, oranje, geel, goud. Overal paddenstoelen, overal elfenbankjes. Meubilair voor de kleine bosbewoners. Bij mij in de straat woont zo’n man. Hij vindt de herfst het mooiste jaargetijde dat er is. Mooier dan de lente, mooier dan de winter. Mooier zelfs dan de zomer. Voor een zongenieter als ik is dat laatste onbegrijpelijk, maar je hebt van die mensen en ze zijn ongevaarlijk. Die man heeft dat altijd al gehad, vanaf zijn vroegste jeugd. Waar andere kinderen uitkeken naar de zomervakantie, hele dagen zwemmen in de zon, of naar de winterse pret van schaatsen en sleeën, verlangde hij naar de herfst. Hij ging dan met zijn ouders naar het bos en plukte paddenstoelen, verzamelde bladeren en takjes, kastanjes en mos. Thuis nam hij een oude schoenendoos, maakte een kijkgat in één van de korte zijden en met al het spul dat hij had verzameld maakte hij in die doos een herfstig landschapje. Een kijkdoos. Tegenwoordig doen kinderen dat niet meer. Die weten dat je paddenstoelen beter in de natuur kunt laten staan, waar ze thuishoren. Maar vroeger, toen er nog geen spelcomputers en geen smartphones waren, toen maakten kinderen een kijkdoos. Die man bij mij in de straat dus ook – toen hij jong was, elk jaar weer, zijn lust en zijn leven. Een kijkdoos. Later is die man gynaecoloog geworden. Tsja, zo gaan die dingen.

5 november 2015


20

Recensies deze keer serie, seizoen, boek

Wé nou? tilburgse reacties op Het nieuws

Ariely weet het ook niet Wetenschap moet leuk zijn, anders lusten de mensen het niet. Gelukkig zijn er mensen zoals Dan Ariely, die vragen over het gedrag van mensen kunnen beantwoorden in hapklare brokken. De titel van Ariely’s boek zou het goed doen op zelfhulpafdelingen: Ariely weet raad. Het is alleen te hopen dat mensen op zoek naar goed advies zich wapenen, want de gedragspsycholoog weet de antwoorden op levensvragen ook niet. Dat zou kunnen liggen aan de vertaling. Tijdens zijn TEDtalk blijkt Ariely namelijk geestig en welbespraakt. In het Nederlands klinken zijn korte, onbegrijpelijke antwoorden vooral flauw. (Jozien Wijkhuijs)

De hel die herfst heet Rode en gele bladerdekken. Aardse geuren. Mistige ochtenden en krimpende avonden. Herfst. Het favoriete seizoen van schilders, schrijvers en dichters met een romantische ziel. Romantisch of niet, ik zie, ruik en voel het vooral als cyclische depressiviteit. Het is een reality-check van de natuur: even snoeihard op de vergankelijkheid van het bestaan wijzen. Het riekt naar rotting, dit seizoen voor eikels. En niks rood en geel; bruin, grijs en grauw is het. Fijne huiskleuren voor andere planeten, maar hier hoort het blauw te zijn, godverdomme. Waar zijn mijn pilletjes? (Jan Ligthart)

Drie dagen weekend Wé nou hard werken. Minder werken, dat zouden we moeten! Want minder werken is meer vrijheid. Klinkt als een goed idee, toch? Steeds vaker gaan er stemmen op die pleiten voor een werkweek van vier dagen. Goed tegen de stress en fijn voor de kinderen. Maar zijn de workaholics onder de Tilburgse studenten er ook blij mee? “Als ik meer vrije tijd krijg, zou ik mijn eigen utopia oprichten. Minder werken betekent dat je meer tijd overhoudt voor vrijwilligerswerk of het helpen van andere mensen. Minder werk en meer vrije tijd zou best tot een betere wereld kunnen leiden.” Sophie Müller-Bahlke, 19, Global Management of Social Issues

“Ik zou me echt te pletter vervelen als ik niet veel hoef te werken. Waarschijnlijk hang ik dan hele dagen op de bank met een zak chips in mijn hand. Nee, meer vrije tijd hoef ik echt niet. Twee dagen weekend is meer dan genoeg.” Rens Claassen, 21, Bedrijfseconomie

Bloed in de sneeuw Netflix is gestart met seizoen 2 van Fargo. Grootste zorg voor de kijker: hoe haal je in godsnaam het niveau van het eerste seizoen? Want daarin waren Billy Bob Thornton (als de ijskoude hitman Lorne Malvo) en Martin Freeman (verzekeringslulletje Lester Nygaard) ongeëvenaard. Bovendien gaat het bij dit tweede seizoen om een prequel, een trucje dat schrijvers wel vaker gebruiken als ze het niet meer weten. Gelukkig: de beginafleveringen staan als een huis. Kirsten Dunst met watergolf is even wennen, maar verder struikel je over de gekende ingrediënten. Een klunzige moordpartij; een misdaadsyndicaat waarmee je niet gaat lachen; konkelende echtgenotes en goudeerlijke dienders. Kortom: vergeet Narcos, kijk Fargo. (Frank van den Nieuwenhuijzen)

5 november 2015

“Mensen hebben werk ook nodig voor hun sociale contacten en om zich gewaardeerd te voelen. Ik betwijfel dus of minder werken gelukkig maakt. Je zou er best eenzaam van kunnen worden. Bovendien gaan mensen meer consumeren als ze meer vrije tijd hebben, maar minder produceren. Dat bijt elkaar.” Suzanne van Tol, 19, Global Management of Social Issues

“Voor gezinnen met kinderen kan het een uitkomst zijn. Het lijkt me alleen slecht voor de economie, zeker als je internationaal wilt concurreren.” Marcel van Veen, 20, Fiscale Economie


21

Masterscriptie

Over de schutting wat gebeurt er ondertussen op de andere universiteiten?

#Seksrobots

Ongelijkheid leidde tot welvaart De industriële revolutie bracht de wereld in een stroomversnelling. Van alle landen was Engeland het meest succesvol. Terwijl het eiland niet de beste kaarten had. Balázs Spéder onderzocht hoe het zo kon lopen. Een ontwikkelde bevolking wordt als bepalend gezien voor welvaart. Maar vergeleken met de rest van het negentiende-eeuwse Europa, was de Engelse bevolking weinig ontwikkeld. Terwijl een nieuwe industriële elite behoefte had aan meer ontwikkelde arbeiders, wilden de landeigenaren en grote boeren de zaken houden zoals ze waren. Land(rente) was hun primaire bron van inkomen. Arbeiders lieten ze dan ook liever op het land ploeteren, dan in de schoolbanken. Toch ging het Engeland voor de wind. Balázs legt de twee hoofdoorzaken daarvoor bloot: het land was ongelijk verdeeld, en de Engelse ambachtslieden waren erg goed in hun vak. Van ongelijkheid wordt gedacht dat het slecht is voor economische ontwikkeling. Maar de ongelijkheid die Balázs onderzocht, blijkt er juist goed voor te zijn. De Engelse landongelijkheid kwam namelijk niet voort uit machtspolitiek, maar economische efficiëntie. De mensen zeiden: niet iedereen kan (winstgevend) hetzelfde produceren, op gelijke schaal. Er is slechts plek voor een handjevol kaas- of melkboerderijen en producenten van naaimachines. De rest van het land richtte zich op andere producten, terwijl alles ook efficiënter werd. Meer efficiëntie betekende hogere inkomens, waardoor de rijkere bevolking meer kon consumeren. Dat creëerde kansen voor de ambachtelijke sector om zich te ontwikkelen en specialiseren. Er was niet alleen meer koopkracht, maar ook vraag naar nieuwe producten. Vakkundigheid loonde. Engeland steeg, kortom, boven de andere landen uit door een onvermoede wisselwerking van landongelijkheid en toenemende vakkundigheid. Cijfer 9

In Eindhoven maken ze zich zorgen over robots, lezen we in Cursor. Niet voor de werk stelende robots, of zelfs maar de autonome vechtrobots. Nee, het zijn juist de huisrobots waar we ons zorgen over moeten maken. Wie geanimeerde gesprekken kan voeren met belezen gezelschapsrobots, heeft geen vrienden meer nodig. En waarom zou je nog copuleren met je partner, als seksrobots zich snel zullen door ontwikkelen? De mens heeft de mens niet meer nodig, maar kan straks zonder. Dat is een verlies.

#Mijmeren over toekomst Wat weegt 140 gram, telt 40 miljard cellen en kost 250 duizend euro? De eerste kweekburger, mogelijk hét antwoord op de uit de kluwen gegroeide bio-industrie en de toenemende wereldwijde voedselbehoefte. Maar ondanks het bewijs dat het kán, zo’n burger maken, en de financiële steun van Google-oprichter Sergej Brin, komt er nog weinig van de grond. Misschien geloven mensen niet in kweekvlees als antwoord op de wereldvoedselproblematiek, mijmert bedenker Mark Post in het Maastrichtse Observant.

#studeer in de kroeg Het is druk. Enorme aantallen studenten overspoelen de TiU-campus. Het is dringen in de Mensa, UB of welke studieruimte ook, fietsenrekken zijn volgeladen. Wie na half 10 ’s ochtends nog een plekje zoekt, moet het vaak doen met de rumoerige studentenkamer. In Utrecht pakken ze dat anders aan, lezen we in DUB. Daar vertrekt de slimme student rechtstreeks naar een koffiebar. Tilburgse studenten zouden de Westermarkt kunnen overwegen. Daar hebben ze ook een koffieshop. Met appeltaart.

#ff bellen met Obama Wie zich iets in zijn kop haalt, wil dat de wereld buigt. Zo bedacht een stagiaire bij Bull, het blad van University of Sydney Union, dat het leuk zou zijn Barack Obama te interviewen. Ze had alleen geen telefoonnummer. Geen nood. Ze mailde het Witte Huis, stuurde een ongeduldige tweet, probeerde een trending hashtag te creëren door vrienden en kennissen op te stoken, mailde en belde met politici en de BBC. Uiteindelijk volgde een beleefde afwijzing van de persvoorlichter. Tsja, wat had ze dan gedacht?

5 november 2015


22

reading time

5

minutes

Warning: text Jozien wijkhuijs photo Hernán Piñera

brain drain! The academic community sounds the alarm: top academic talents are increasingly drawn abroad, where research funds are plentiful and regulations are less of an issue. Tilburg University rector Emile Aarts acknowledges the problem. What do our academics think?

A

re universities abroad sucking our pool of academic talent dry? For the past few weeks, the Dutch academic community has been in turmoil, since the news broke that chemical engineer Maaike Kroon is leaving to Abu Dhabi, igniting a debate about a brain drain. Kroon has recently been heralded as this years’ Scientific Talent by the New Scientist journal. There are no numbers that confirm a brain drain, but there is a lot of hearsay that academic elite is drawn away by large sums of money and a promise of less regulations, writes Dutch newspaper NRC. The same paper wrote that the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences has no numbers to underpin the debate. And the former Leiden University rector is quoted in the article as saying he has encountered the notion that the Netherlands is not deemed attractive by talent from abroad. The question is: does this pose a real threat to the Dutch research community? The Tilburg University Executive Board thinks so. Rector Emile Aarts states that the effects of a brain drain are hard to measure. “Researchers are leaving, but new ones are also joining us. The fact is that our researchers are under pressure, more so than in the past,” he says. “Governmental research funds are in decline. In addition, researchers have to put more time into writing research proposals, which are less likely to be accepted.” The university supports researchers by listening to them and tailoring to their needs. “We try to make their lives as easy as possible, in order to retain them,” rector Aarts explains. Personal instead of financial motivations Others within the university hold a different perspective on the issue. According to Jaap Pauwe, vice dean for research of TSB, the concept of the brain drain is an old fashioned one. “A well-connected researcher is in touch with America, China, Australia and New Zealand on a daily basis. We live in a global village,” he says. “We regret it of course, when

5 november 2015


23

a capable researcher decides to leave us. We try to sustain our network by offering them a 0.1 FTE for three years, so they’ll stay connected to our school.” Such arrangements are altogether advantageous to us. “These researchers contribute to a more international and better research.” Successful researchers leave the Netherlands more for personal than financial reasons, Paauwe says. “We see international researchers go back to their homeland to raise their children there. The same goes for Dutch academics that have worked abroad for a while. Personal motivations compel them to return, bringing a wealth of experience with them.” These researchers are unbelievably valuable to the Dutch scientific community. “When a researcher returns from the US for example, they have practiced research in a country focused on publishing in top journals. They bring their networks with them.” Paauwe plays down the criticism about the burden of regulations. “Top academics will get the funds, no matter where they are. We demand a lot from our university lecturers, which makes them more eligible for a position as associate professor or professor elsewhere.” Philip Joos, vice dean of education at TiSEM, has seen indications of a brain drain. “The field of science is a competitive one. Its elite moves around a lot and their mobility is ever increas-

ing, especially in the business school community.” Financially, we cannot compete with universities abroad, especially those in the US, Joos says. He worked at the Californian Stanford University from 1995 until 2000. “TiSEM has just offered a top student a job. His salary will start at 40,000 euros, possibly 45,000. In the US, salaries can start at 250,000 euros.”

‘Top academics will get the funds, no matter where they are’ Counter offers Joos says that a drain of talented academics is undeniably an issue, as it in turn makes the Netherlands a less attractive place to work for experienced academics. However, so-called knowledge workers are of prime importance to the Dutch economy. So, something has to hap-

pen. “One of the fields we can compete in, is the academic field. But the culture needs to change, the first steps of which have already been taken.” Tobias Klein, associate professor at TiSEM and involved in the Tilburg Law and Economics Center (TILEC), mostly focuses changing the current restrained approach when offering top positions. “At Tilburg University, we are very capable of attracting new talent,” he says. “But we are less successful at retaining them. We need to improve our counter offers when someone wants to leave.” Universities abroad have less compunctions in this regard. “Elite academics should be offered good job perspectives, in addition to a nice salary, not so much in regard to obtaining funds, but in offering interesting job opportunities in the long term.” Joos focuses on a cultural change with respect to the triple helix, the government-industryacademia triangle. “American universities excel at this.” Stanford University is deeply connected with Silicon Valley and knows what happens at Google, whereas I have no idea what happens a few miles down the road at Tesla.” Steps are taken in the right direction though, starting with the new center for Data Science. “Companies are more often willing to financially support PhD students. The government can do a lot by funding research, but in the end the responsibility should be shared by the industry, universities and the government.”

5 november 2015


24

5 november 2015


25

reading time

6

minutes

text Jan Ligthart Photo pete helme

The EU is sheer madness From Brexit to Nexit. If it was up to Roger Scruton not only Great Britain would step out of the EU, but the Netherlands as well. Scruton is the most prominent conservative philosopher of Great Britain. He is thoroughly against state intervention, so it comes as no surprise that he is also a staunch opponent of anything that comes out of Brussels.

When your country joined the EEC, the predecessor of the EU, the British leaders must have had idealistic motives for doing so. Were they wrong? “It was introduced by people who did not know what idealism was. I do not believe those leaders knew what they were doing. No one was ever told that this would be the result. We were told that it was only a commercial deal, a free market treaty that would increase the level of trade.” You believe a Brexit is the best and probably the only way to go for your country. What are your grievances about the British membership of the EU? “My biggest grievance is with the freedom of movement clause, which has saturated our country with immigrants. The whole domestic non-discrimination nonsense is another of my grievances. A third grievance is that we are living under a Napoleonic system of law that is not compatible with our common law system. And then there is the intention to detach us from the Anglosphere and make us part of Europe, while we have never really been a part of Europe. That is also really difficult for people to live with. Other countries will come to the same conclu-

sion in due course. Because there is a dynamic process here lead by a political class that is largely insulated from popular opinion. They do not have to stand for elections, all those commissioners and so on. They will go on with their agenda, regardless, until something will say: that’s it, we are withdrawing.” You are worried about the British identity. Some would say that you can also conserve your own identity while being member of bigger entity, because this entity would provide a stronger harness for each of its members. “Some will say exactly this, that being part of a larger entity one would be able to absorb immigrants more easily. But that does not reckon with the important fact that all of those immigrants only want to live in either Germany, Holland or England. That is why a larger institute does not really matter.”

For that reason Germany and Holland want a fair distribution of immigrants among the EU-states. If everyone would abide by the rules, that system should work... “Yes, it could work if indeed everyone would abide by those rules. But this is not the case. The French have never done so, especially the rules that they themselves make. The only thing that makes people abide by the rules is a national identity and loyalty to the country, not the rules that are made by someone else.”

‘The freedom of movement clause has saturated our country with immigrants’

Would you perhaps endorse a smaller EU, or a European Union with a smaller mandate? “Yes. If it was smaller and if it had not expanded in that crazy way to absorb all the eastern European countries. If it had gone slowly and if it had revised itself, revised the treaty – especially the freedom of movement >>

5 november 2015


photo Dolph Cantrijn

26

Roger Scruton at the Nexus conference 'How to change the world?' in 2012

and the freedom of capital transfers, then it would look very different. But let’s face it, the treaty was conceived and signed 60 years ago in circumstances that have vanished and by people who are dead. Why should one be bound by a treaty that is like a dead hand? This is the problem: treaties, unlike democratic parliaments, cannot be changed. That is what we have all experienced. You have to get 29 signatures of sovereign states, not all of which are very democratic and most of which have different interests. It is sheer madness to be governed by such a thing.”

Roger Scruton is an English philosopher, specialized in aesthetics. He is known around the world for his traditional conservative views and is widely seen as the most prominent British conservative since Edmund Burke. He wrote over thirty books, including Art and Imagination, The Meaning of Conservatism and How to Think Seriously About the Planet: The Case for an Environmental Conservatism. Scruton held positions at Birkbeck College in London, Boston University, the American Enterprise Institute and the University of St Andrews.

5 november 2015

It sounds as if you truly believe a Brexit will happen... “It could. I don’t know, I am not a prophet. We will have to see. Our situation is not so different from that in Holland. We are both old monarchies, both of us have lost parts of a former empire. People will say that an exit from the EU would harm the trading position of that country. But the regulatory regime, the massive legislation that is passed by the European Commission is making all those European states less competitive. Once we have left the EU and have shown that we can do it by reconnecting with our old imperial provinces, you Dutch people will think: why can’t we do that as well. Why can’t we be like we were in Rembrandt’s day?”

tain proper alliances, the military ones most important of all, and recognize our common interests. It won’t be the chaos mister Putin will create when he marches into Latvia for instance, or such as the one that Merkel is causing by inviting the entire Middle East into Germany. I think it would wake up people to what really matters. Which is not economics and all that nonsense but defense and protection of your homeland from the predator. In the end you have to make decisions in the national interest. One must not be afraid of chaos. I mean: the world is chaos. It is universal entropy in the face of which one carves out small pools of order. Which is what our country has been and what your country has been: a pool of order. But we are being dragged into the universal entropy by the EU.”

‘Why should one be bound by a treaty that is like a dead hand?’

Why would you, as a true conservative, want to promote chaos and radical change by supporting a Brexit? “I do not believe Brexit would create chaos. Why should it? Yes, other countries might follow. That might be better. As long as we main-

But surely the people in Brussels are working with the best intentions when it comes to the member states and the European people? “Are you sure? You may be right, but I have


27

never discovered a bureaucrat with best intentions before. There are very large salaries involved and early and vast pensions. For bureaucrats the motives for staying in the EU are huge.” Across Europe, parties and politicians with more extreme points of view are popular. Anti-immigrant parties won in Poland and Switzerland, Geert Wilders is leading in the Dutch polls, Syriza in Greece is a political outlier and the same can be said about your new Labour leader Jeremy Corbyn. Does that worry you or do you welcome this development? “You have to accept the way the public opinion is going. You just have to do your best to influence that opinion and make sure it moves into a peaceful and conciliatory direction. You do it by discussing the issues and coming to a compromise. You may be right about Wilders and others probably not wanting a discussion or a compromise. It is difficult. But that is what politics is. I just do not think that the solution to everything is to let laws be made in Brussels. By bureaucrats who have nothing to do with the countries on which they are imposing those laws. It is better to accept what people are saying.” That can be quite dangerous.... “People are dangerous. There is no easy solution to this other, than promoting rational discussion and proper legal process. The answer is certainly not to control them from above by bureaucracy.” ‘Brexit: Yes or No’ is the title of the Nexus masterclass at Tilburg University. After a short introduction philosopher Roger Scruton will participate with students in a Brexit debate on Tuesday November 10, 19.00-20.30. Location: lecture hall DZ2. Free entry for anyone under 26 years. Tickets available at www.nexus-instituut.nl

(advertisement)

Follow or Lead?

400 years new

Univers_104x140.indd 1

column Marianne Lalande liberal arts student

Mondays are rough Your phone informs you that it is currently 7:30 in the morning. Good, you’re early. You lock your bike then hasten to sink your hands back into your pockets. The season’s chilly and the leaves are wet under your feet. You pay extra attention not to slip. As you walk towards your first class of the day, you realise you’re in desperate need of a chai tea latte, or a hot chocolate, or whatever pumpkin spice drink is available at the moment. So you walk into the café and you give your order. It takes your waiter a split second to register you just spoke English to him, and you think about how you really should put more effort into learning Dutch. But then a long list of all your deadlines and all the TV shows you still have to catch up on pops into your head... No, now is really not a good time to try and fit a new language into your overpacked brain. Your class is too early to be interesting, and none of your friends even showed up because of the party yesterday night. So in the 15-minute break you sit awkwardly by yourself, your entire face swallowed by your phone so that you don’t have to look idle - or worse, lonely. You reluctantly make your way to the library, checking your phone every minute or so in case your friends have replied. You look around. The others look like they are working way harder than you are. You think that you might just need a break from your books and computer so you dive into your phone again. You hate yourself as you do it because you know that there is nothing new on there and yet here you go again texting friends who simply will not answer to any message. Enough is enough. You pack your bag and the next student is already there to replace you. You walk towards the forest behind the Copenhagen building, muttering fuck its and godverdommes at the thought of all the work you are not doing. Finally, you reach the trees, sit on the floor - wet your ass and get right back up - and sigh your lungs out. Mondays are rough.

www.rug.nl/mastersweek

06-10-15 14:33

5 november 2015


28

Schappelijk nieuws

medewerker van de maand Elk nummer kiest Univers een Medewerker van de Maand. Dat gebeurt op basis van onder meer bijzondere verdiensten of prestaties, grote inzet en opvallende collegiale activiteiten. Chris Pothoven heeft het predicaat Medewerker van de Maand november veroverd. Een enorme verrassing, ook en vooral voor hemzelf. De recordbeheerder bij MS/Documentary Information wint de meest begeerde titel op de campus hiermee voor de derde maal op rij. “Frappant”, noemt Chris het zelf. “Ik had het niet nog een keer verwacht. Zeker nu niet. Omdat ik anderen ook graag een keer iets zie winnen, hield ik me juist heel erg op de achtergrond.” In de ogen van de Univers-jury was juist dat de grote verdienste van Chris in oktober. Waar anderen zich met het oog op de BEST-reorganisatie een uur in de rondte profileerden, was Chris volstrekt onzichtbaar op de werkvloer. “Een enkele collega zag me wel eens aan het einde van de dag bij het fietsenrek. Dan kreeg ik zo’n verbaasde hé-wasjij-er-toch-reactie.” De jury hoopt dat deze prijs voor Chris een aanmoediging is voor alle TiU-medewerkers om net zo opofferingsgezind te zijn.

Verdwaalde student gered uit Cobbenhagen Door nathan de Groot De verdwaalde student Menno van Ochten (22) is dinsdag gered uit Cobbenhagen Building, waar hij al anderhalve week heeft rondgedoold. Reddingswerkers zijn drie dagen in touw geweest om hem te vinden. Door de ambigue bewegwijzering en een lege iPhone kon de student de uitgang niet op eigen kracht vinden. Van Ochten heeft zijn avontuur ‘relatief goed doorstaan’ en ligt voorlopig thuis op de bank. Dat zegt een woordvoerder van Tilburg University. Dinsdagmiddag werd Van Ochten eindelijk gelokaliseerd nadat hij kilometers in rondjes had gelopen. Dagelijks verdwalen vele tientallen studenten in Cobbenhagen Building, maar de meeste komen er op eigen kracht weer uit. Van Ochten had geluk dat hij af en toe langs

een kantine kwam, anders had zijn dwaaltocht anders kunnen aflopen. Van Ochten liep eind oktober Cobbenhagen Building in. Hij was aan de late kant voor zijn college Supply Chain Management. Die beruchte dag niet in C1.08 maar in C1.135. Hij heeft die zaal op floor F in zone M van building C (voorheen A) nooit gevonden en dagenlang door het gebouw gedoold. Zijn docente Supply Chain Management, Dominique Plankaert, was opgelucht met de goede afloop. “Ik hoop dat dit niet nog een keer gebeurt.” Joshua van Opstal, beveiliger van dienst, wil dat de toegang tot Cobbenhagen Building wordt afgesloten. In voorgaande jaren leidde ramptoerisme er namelijk toe dat veel mensen zich zonder plattegrond in Prisma Building begaven. “Laten we dergelijke taferelen nu voorkomen,” aldus Van Opstal.

Oproep

WIl je ook in de rubri ek ‘De Groete n uit’. Stuu r d an je leukste fo to Tilburgse lo van een catie naar univers@u vt.nl.

5 november 2015

Een najaarsbarbecue van Dispuut Omnis Cervisia (Plato).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.