Tabula Scripta - tijdschrift Pedagogische Wetenschappen (jaargang 15, nr 2, lente 2015)

Page 1

1


Jouw studievereniging wil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken. Dus hebben ze een boekenleverancier die daarbij past.

Jouw studievereniging werkt nauw samen met studystore. En dat heeft zo z’n voordelen. Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouw complete boekenpakket snel aanbieden tegen een scherpe prijs.

2


Colofon

Tabula Scripta Jaargang 15, Nummer 2 maart 2015 Redactie

Voorzitter/Eindredacteur Sherona van der Donk Secretaris Bente Weevers

v.l.n.r. Bente, Isaben, Sherona, Loeka, Elja, Véronique

Penningmeester Véronique Schoon Eindredacteur Loeka Fischer Redactieleden Isaben Olsthoorn Elja Vellekoop Commissaris en Art Director Meike van Basten Batenburg Druk: Joeri Multimedia B.V. Contact: www.studievereniging-emile.nl emile@fsw.leidenuniv.nl Met dank aan: Jasper van der Veldt Anneke Kaptijn Jesse De Opleidingscommissie Joram Bakker Lieselotte van Dijk Sander Maxine Lampers

Lieve lezers, Daar is hij weer, dit keer in een vrolijk lente jasje! In deze Tabula zullen we jullie een beetje voorbereiden op het zonnetje dat langzaam meer zijn best gaat doen om ons te verwarmen. Zo hebben we deze keer een hele leuke lente slinger die je kunt knutselen met je oppaskindjes, is er weer een gaaf interview met een oud bestuurslid en hebben we iets extra’s toegevoegd in de vorm van een extraordinary rubriek. Ook hebben we een eerste winnaar mogen aanwijzen voor onze emile prijs! Wil jij ook kans maken op deze prijs, ga weer op zoek naar de ballonnetjes, puzzel het woord en stuur je antwoord naar tabulascriptacommissie@gmail.com. Wie weet ben jij de volgende winnaar! Wacht niet langer, sla dit blad snel open en geniet van alle leuke en interessante verhalen die in deze Tabula weer op je af komen. Liefs, namens de Tabula Scripta commissie Meike van Basten Batenburg 3


Inhoud

Aankomende activiteiten

5

Activiteitenverslagen

6

Beyond the obvious

9

Real life story

10

Interview: Oud bestuurslid

12

Kinderen over..

14

Opleidingscommissie

15

Man in de Pedagogiek

16

Fotopagina

18

Studeren in het buitenland

20

Extraordinary kamer

22

Extraordinary sport

24

Recensies

25

ACPA

26

Commissie op stap

28

Verdieping

29

Haarlemmer op

30

Pedagogiek over de grens

32

Recept

34

Leuke uitspraken

35

4

20 20

12

22

28

29

13

14

15 26

16

24


Aankomende activiteiten Emile heeft in de komende maanden weer een aantal super gave activiteiten op het programma. Op deze pagina kun je alvast lezen wat er allemaal op het programma staat. Dus houd je agenda erbij en schrijf de volgende data er vast in op:

K

Lustrumgala - 24 april Dat Emile dit jaar 25 jaar bestaat en dat het dit jaar dus een extraordinary lustrumjaar is, is uiteraard al bekend. Maar naast de gewone lustrumactiviteiten, is een lustrumjaar natuurlijk niet compleet zonder een lustrumgala! Houd daarom vrijdag 24 april vrij in je agenda, want deze dag zal het extraordinary gala van Emile plaatsvinden! De locatie en het thema van het gala zullen nog even geheim blijven, maar dit zal binnenkort op een extraordinary manier bekend worden gemaakt! Er is ondertussen ook een evenement op Facebook aangemaakt voor het gala. De meeste van jullie zullen hiervoor een uitnodiging hebben gehad, maar als dat niet het geval is, kun je het zelf even opzoeken! Houd deze pagina goed in de gaten voor het laatste nieuws over de bekendmaking van het thema, de kaartverkoop en overige informatie. Laat hier ook even weten als je van plan bent om te komen. In de tussentijd kun je alvast op zoek gaan naar die leuke date of die mooie jurk/pak. Wij hebben er in ieder geval al heel veel zin in en we hopen jullie 24 april allemaal in jullie extraordinary jurk of pak te zien op ons lustrumgala!

Carrièredag - 13 mei Dit jaar zal op 13 mei voor het eerst een Carrièredag van studievereniging Emile georganiseerd worden. Deze dag biedt voor jullie als studenten de mogelijkheid om je alvast te oriënteren op wat er gebeurt na je studie. Er is een vol en interessant programma voor jullie vastgesteld. We beginnen de dag met de keuze uit vier lezingen in twee rondes. Deze lezingen zullen gegeven worden door mensen uit het werkveld. Na de lezingen zal er in de centrale hal van de FSW een Carrière markt zijn. Op deze markt zal er informatie te verkrijgen zijn bij verschillende standjes. Daarnaast is er de mogelijkheid om je CV te laten controleren. Tijdens deze markt wordt er een lunch aangeboden zodat je weer op volle kracht kan deelnemen aan het laatste gedeelte van het programma. De afsluiter van de Carrièredag bestaat uit de keuze uit twee workshops georganiseerd door de Studieloopbaan Service. In deze workshops wordt er gefocust op het presenteren van jezelf. Schrijf 13 mei alvast in je agenda om deze interessante dag niet te missen. Wil je op de hoogte blijven van de Carrièredag? Meld je aan voor het Facebook evenement! In aanloop naar de Carrièredag zullen hier de sprekers en verdere informatie bekend worden gemaakt. Alumni-activiteit - 4 juni Zoals jullie wellicht weten, wordt dit jaar de enige echte Alumniactiviteit georganiseerd. Deze dag houdt in dat we reeds afgestudeerde pedagogen in contact laten komen met onze huidige Emilers en vice versa. Hierdoor kunnen de studentenvan nu van alles te weten komen over het werkveld en de ervaringen daarin, en anderzijds kunnen de Alumni-leden herinneringen ophalen aan een hele leuke periode in hun leven. Ooit gehoord van een collegeboot? Zo nee, dan is dit je kans om daar meer over te weten te komen! Op de Alumni-middag wordt er namelijk een rondvaarttocht door Leiden georganiseerd, waarbij men onder het genot van drankjes en hapjes college krijgt. Tussendoor meren we aan en volgt er een borrel, waardoor er met elkaar over het college kan worden gesproken. Schrijf 4 juni alvast in je agenda, want het belooft een razend interessante dag te worden! 5


Activiteitenverslagen Feest: Moulin Rouge

Afgelopen 16 januari was het weer eens tijd voor een legendarisch Emile feestje. Het thema was Moulin Rouge en dat betekent vrouwen met mooie jurkjes en hoge hakken en mannen in pak met hoge hoeden. Tot in de laatste uurtjes werd er gedanst en het was weer een groot succes.

N

Lille reünie

Dinsdag 20 januari was het dan zover, de reünie van de geweldige reis naar Lille. We gingen gezellig met zijn allen bij restaurant VIP eten, waar iedereen onder het genot van wat drankjes en een pizza of pasta lekker bij kon kletsen. Alle fijne herinneringen aan Lille konden worden opgehaald. Wij als reiscommissie hebben ontzettend genoten van Lille en de gezellige reünie. We willen jullie allemaal bedanken voor de gezelligheid en jullie enthousiasme.

Skiën/Snowboarden

6

Op 3 februari vertrokken we met een hele groep niet naar Oostenrijk of Frankrijk, maar naar Den Haag. Nadat iedereen een paar ski’s of een snowboard te bemachtigen, kon de activiteit beginnen. Na wat oefenen op de kleine pistes durfden veel van ons zich al op de grote piste te begeven. En gelukkig is iedereen er zonder kleerscheuren vanaf gekomen.


Lezingen In de afgelopen periode zijn er verschillende boeiende lezingen geweest. We hebben veel geleerd over hoogsensitiviteit, kindermishandeling. Verder hebben we een symposium gehad over trauma waarin meer verteld is over hoe trauma kan ontstaan, door bijvoorbeeld pesten, en hoe je hier mee om kunt gaan.

Actieve ledenweekend

In het weekend van 6 en 7 februari heeft het actieve ledenweekend van Emile weer plaatsgevonden. Met een groep van 55 actieve leden hebben wij een nachtje gelogeerd in Alphen aan de Rijn. Tijdens dit weekend hebben we veel leuke activiteiten ondernomen. Zo was er een wie is de mol?-spel, hebben we ‘levend bingo’ gespeeld en zijn we gaan bowlen!

Kinder EHBO cursus

Sinds 19 februari hebben we er binnen Emile een aantal EHBO’ers bij! De cursus kinder EHBO georganiseerd door de carrièrecommissie was een groot succes! Er is onder leiding van twee vakkundige instructeurs geoefend met reanimeren, verbandjes leggen en nog veel meer.

7


Lustrumactiviteit Efteling

Op 27 februari ging Emile op schoolreisje! Met een groep van 50 Emile-leden hebben wij een extraordinary dag in de Efteling doorgebracht! Naast alle super gave attracties had de commissie nog een extra opdracht voor ons in petto. In de Efteling hebben we allerlei gekke opdrachten uitgevoerd met een Crazy 88! Zo kon je duimworstelen in de wachtrij van de Python, selfies maken met Holle Bolle Gijs of kon je rollend van de Python naar de Joris en de Draak.

E

Feest: Extraordinary Superheroes: Up up and away! Het houdt maar niet op met alle feestjes bij Emile. Op 4 maart heeft het extraordinary superheroes feest plaatsgevonden in samenwerking met de lucht en ruimtevaart studenten uit Delft. De HIFI stond weer op zijn kop met alle feestende superhelden!

8


Beyond the obvious Pica

Wanneer je een willekeurig persoon iets vraagt over eetstoornissen, zullen ze snel beginnen over anorexia en boulimia. Dit zijn bekende eetstoornissen waar iedereen wel van heeft gehoord. Om verder te kijken dan alleen het bekende, hebben wij ons verdiept in een andere eetstoornis: pica. Deze stoornis houdt niet in dat je wil afvallen of niet wil eten, maar dat je niet-eetbare dingen opeet. Hierbij kan gedacht worden aan stenen, haar of hout, maar ook zeep, plastic en verf. Natuurlijk is dit ontzettend slecht voor je, maar hoe komt het dat er dan toch een drang is om dit te doen? Het komt bij kleine kinderen en baby’s vaak voor dat ze alles in hun mond stoppen. Dit is in de meeste gevallen een onschuldig experiment. Ze zijn nieuwsgierig en hebben de drang om dingen in hun mond te stoppen. Dit komt vooral voor in de eerste twee levensjaren. Vanaf het derde levensjaar neemt dit af en vanaf dan kan pica pas worden gediagnosticeerd. Iemand met pica heeft geen afkeer tegen normaal voedsel, maar in plaats van alleen voedsel in zijn mond te stoppen, ontstaat er ook een neiging om niet eetbare dingen in zijn mond te stoppen. Het woord pica komt van de Latijnse naam voor ekster, een zwart met witte vogel. Deze vogel staat erom bekend dat hij praktisch alles opeet, en dit is wat mensen met pica ook doen. De precieze oorzaak van pica is niet bekend. Wetenschappers weten wel dat het in sommige gevallen samenhangt met ontwikkelingsstoornissen of psychische stoornissen. Als uiting van deze stoornissen zal een kind of volwassene alles in zijn of haar mond willen stoppen. Daarnaast kan de stoornis ook ontstaan door een tekort aan bepaalde mineralen. Dit tekort moet worden aangevuld door het lichaam, en daardoor krijg je de neiging alles in je mond te stoppen om dit tekort te compenseren. Pica kan ontstaan in de kindertijd, maar het is ook mogelijk dat het op latere leeftijd ontwikkelt. Het is van cruciaal belang om een kind dat pica heeft te behandelen. Bepaalde dingen die kinderen eten, kunnen dodelijk zijn. De behandeling van pica kan bestaan uit een specifieke uitleg over wat wel en niet veilig gegeten mag worden. Als de oorzaak een mineralentekort is, kan de voeding aangepast worden met supplementen of een nieuw dieet. Als pica echter veroorzaakt wordt door een psychotische stoornis, zal eerst deze stoornis behandeld moeten worden. Door professionele hulp en eventueel medicijnen kan de stoornis verdwijnen en daarmee wordt in de meeste gevallen pica ook verholpen. Hoewel pica heel zeldzaam is, is het toch belangrijk er attent op te zijn. Het eten van dingen die niet bestemd zijn voor consumptie kan in het ergste geval leiden tot de dood. Door de symptomen te kennen en te weten hoe het verholpen kan worden, kunnen kinderen met deze stoornis geholpen en genezen worden. Het is belangrijk in het achterhoofd te houden dat pica vaak een onderliggende reden heeft en dus niet gemakkelijk op te lossen is. Door VÊronique

R

9


Real Life Story ziek zijn op jonge leeftijd

Jasper van der Veldt is achttien jaar oud en woont in Heemstede. Momenteel zit hij op de middelbare school in zijn examenjaar en doet hij veel aan voetbal. Maar het had net zo goed niet zo kunnen zijn: Toen Jasper vier jaar oud was, is er lymfeklierkanker geconstateerd in zijn been. Op diezelfde plek zit nu nog steeds een litteken, “een herinnering aan wat er gebeurd is”, zoals hij het zelf noemt. Toen Jasper klein was, rende hij vaak met zijn klasgenootjes over het schoolplein. Op een dag kwam hij voorbij de finish gerend en zag hij ineens een rare bult op zijn been zitten. Verbaasd is hij naar de juf toegestapt, die onmiddellijk zijn moeder belde. Al snel ging hij naar de huisarts, die hem vervolgens weer doorstuurde naar het ziekenhuis, waar hij een paar dagen in quarantaine heeft gelegen. Ze waren er op het ziekenhuis al heel snel achter dat hij een vorm van lymfeklierkanker in zijn been had. “In de ambulance ben ik toen naar het AMC gebracht, waar ik een paar dagen heb gelegen en chemo heb gehad. Het is heel snel gegaan.”

Op een dag kwam hij voorbij de finish gerend en zag hij ineens een rare bult op zijn been zitten. De chemokuur die hij heeft gehad, heeft toentertijd weinig effect gehad: “Het enige zichtbare effect wat het op me gehad heeft, was dat ik kaal was. Ik moest een pet dragen en ik had bijna geen haar meer op mijn hoofd.” Er zijn waarschijnlijk wel meer problemen geweest, maar die heeft hij zelf niet bewust mee gekregen. “Daar zullen waarschijnlijk vooral de artsen en mijn ouders last van hebben gehad.” Tegenwoordig zijn er wel meer problemen. Zo werken Jaspers nieren niet helemaal 100 procent meer, krijgt hij sneller gaatjes in bepaalde kiezen en is zijn concentratie slechter dan gemiddeld. Ook lichamelijk is hij niet helemaal topfit. “Aan het begin van het voetbalseizoen, als ik net zes weken niks heb gedaan, is de impact net iets erger. Ik heb gewoon de conditie van een bejaarde.” Dit herstelt gelukkig wel weer na een paar weken, maar in het begin van het seizoen is het dramatisch. Ook wordt hij sneller dik. “Het zijn allemaal kleine dingetjes waar je in het dagelijks leven helemaal geen last van hebt, maar het is wel vervelend.”

zich vooral sterk gehouden. “Ik heb er eigenlijk niet zo veel van meegekregen, het was voor mij allemaal één groot avontuur.” Zijn ouders kwamen dagelijks op bezoek en om de beurt bleven ze bij hem slapen. Ook zijn broertje kwam bijna dagelijks op visite. “Ik weet nog wel dat we altijd door de gangen gingen racen als ik me goed voelde, ik zat dan aan zo’n paal [infuus, red.] vast en mijn broertje reed er in een of ander machinetje achter aan.” Niet alleen familie kwam langs, ook zijn vriendjes kwamen vaak op bezoek met hun ouders. “Ik denk dat ze zich wel met me verbonden voelden, ik zag ze natuurlijk iedere dag op school. En misschien kwamen ze ook wel om hun steun en respect te betuigen.” Niet alleen op die manier steunden ze hem: “Een van mijn vrienden stuurde me elke week een nieuwe kaart met Pokémons erop. Die heb ik laatst ergens gevonden, dat was heel raar om terug te zien.”

“Ik heb er eigenlijk niet zo veel van meegekregen, het was voor mij allemaal één Hoe zijn ouders ermee zijn omgegaan, weet hij niet groot avontuur.” zo goed. Wanneer ze in zijn buurt waren, hebben ze 10


Al met al heeft Jasper weinig slechte herinneringen, maar toch zijn ze er wel: “Ik weet nog dat ik op een gegeven moment een prik in mijn rug kreeg, waar ik me nog heel lang naar door heb gevoeld. Ik kreeg zes of zeven van die naalden in mijn rug gestoken, zonder verdoving.” Gelukkig zijn de herinneringen eigenlijk vooral leuk. Zo kreeg hij na iedere operatie een verzamelkaartje met een plaatje erop. “Ik kon bijvoorbeeld voor een mooie auto sparen, dus dan kreeg ik een plaatje van een motor of zo, dat vond ik toen helemaal cool. Soms kreeg ik ook een speeltje mee.” Ook heeft hij zijn verjaardag in het ziekenhuis gevierd. “Ik heb toen een gitaar gekregen en ik heb met mijn opa en oma geschaakt. Dat waren toch wel mooie dingen allemaal.”

Pas toen hij een jaar of twaalf was, begon hij te beseffen wat er was gebeurd. Zelf heeft hij eigenlijk niet zo goed door gehad wat er aan de hand was. “Ik was meer bezig met wat er op tv was en dat ik Pokémon kon kijken, dan dat ik bezig was met de artsen om me heen. Ik vond het eigenlijk vooral vervelend dat ze aan mijn spullen zaten. Dat was ook zo met Irene Moors, die heeft ook nog aan mijn bed gezeten, maar ik wilde gewoon dat ze weg ging, want ze moest van mijn spullen afblijven.” Pas toen hij een jaar of twaalf was, begon hij te beseffen wat er was gebeurd. “Ik heb er toen wel aardig wat problemen mee gehad. Als iemand me toen uitschold met een woord als kankerjong, had ik daar wel problemen mee. Ik trek me er nu niet zoveel meer van aan, het raakt me nu ook niet meer, maar toen ik twaalf was, kon ik nog wel ineens in tranen uitbarsten.” Toen Jasper elf was, kreeg hij te horen dat hij officieel beter was verklaard, maar hij was toch nog te jong om te beseffen wat dat betekende. “Ik had meer het gevoel van ‘ik hoef niet meer naar het ziekenhuis toe’, maar ik begreep niet echt waarom ik nou beter was verklaard. Volgens mij was het al een paar jaar eerder klaar, toen ik uit het ziekenhuis kwam en niet meer terug hoefde te komen, dus ik dacht vooral ‘hoezo beter? ik was toch al beter?’.” Hij had geen gevoel van intense blijdschap: “Het was gewoon leuk dat er taart en kinderchampagne was toen ik weer terug in de klas kwam.”

Hij weet dat het nu over en afgelopen is, maar toch zal Jasper er altijd rekening mee houden in de dingen die hij doet. Zo zal hij bijvoorbeeld nooit gaan roken en is hij actief bezig om zijn conditie op peil te houden. Hij laat zich niet leiden door het idee dat het terug kan komen. “Ik sta er niet bij stil, je moet lekker doen wat je wil doen, maar je moet er bij sommige dingen gewoon aan denken.” Waar hij wel over nadenkt, is dat er door de chemokuur een kans is dat hij minder vruchtbaar is geworden, waardoor hij later misschien geen kinderen kan krijgen. Gelukkig is er nu wel een medicijn in ontwikkeling die je vruchtbaarheid weer op het normale kan level kan brengen. “Maar kinderen krijgen, daar denk ik nu verder nog niet over na hoor!” “De kans dat het terug komt is bij mij nu ongeveer net zo klein als bij ieder ander, je kunt net zo goed buiten door bliksem getroffen worden.” Om die reden is hij ook niet bang dat het terug komt, maar hij is in sommige opzichten wel voorzichtiger: als hij een bultje heeft, is hij toch wel even alert en houdt hij het goed in de gaten. “Er gaat wel vaak een belletje rinkelen. Je let er toch iets meer op dan mensen die het niet gehad hebben.”

“De kans dat het terug komt is bij mij nu ongeveer net zo klein als bij ieder ander, je kunt net zo goed buiten door bliksem getroffen worden.” Volgend jaar wil Jasper gaan beginnen aan de PABO, maar hij denkt niet dat de ervaringen die hij zelf heeft meegemaakt op de basisschool in die keuze meespelen. Wel denkt hij dat hij misschien beter dan de gemiddelde leerkracht in staat zal zijn met zieke kinderen om te gaan. “Ik heb het toch wel een beetje zelf meegemaakt, dus ik weet hoe het is.” Door Loeka

S

11


“Bier drinken was toen echt heel ruig” Interview met Anneke Kaptein, voorzitter van het tiende Emile bestuur

Anneke Kaptein was de voorzitter van het tiende bestuur van Emile (1999-2000). In dat jaar werd het tweede lustrum van de vereniging gevierd. Op dit moment woont Anneke in Delft met haar Australische vriend en hun twee kinderen. Ze heeft haar eigen bedrijf, Kaptein Mens en Werk, waarbij ze professionals coacht en advies geeft. Wij hebben haar opgezocht en gevraagd over haar bestuursjaar bij Emile, op welke manier er aandacht besteed werd aan het lustrum en hoe haar leven na haar afstuderen is verlopen. We hebben afgesproken op de werkplek van Anneke in Delft. Een vrolijke en enthousiaste verschijning komt ons tegenmoet. Ze heeft een aantal tassen mee en… een appeltaart! Ze vertelt dat ze deze de vorige dag met haar zoontje heeft gebakken. Met een lekker kopje koffie erbij gaan we zitten. Het begin bij Emile Het eerste jaar van haar studie is Anneke actief in een aantal commissies van Emile. In het tweede jaar besluit ze te solliciteren voor het bestuur. Dit doet ze niet zomaar, want ze is vastberaden een heleboel dingen te gaan ontwikkelen. “Ik kwam met twee A4-tjes vol met ideeën. Ze waren een beetje ‘flabbergasted’. Ik had vooral de behoefte om Emile steviger neer te zetten. Dat je aan anderen duidelijk kunt vertellen wat de studenten aan Emile hebben en waarom je lid moet worden. En wat je vertelt, ga je dan ook ècht doen: Liever nog, overtreffen!” De indeling van het bestuur ziet er al veel meer uit zoals het tegenwoordig is, in tegenstelling tot het zevende bestuur, zoals Sanne van Rijswijk vertelde in de vorige Tabula. Het tiende bestuur bestaat uit: voorzitter, secretaris, penningmeester, commissie buitenland, commissie binnenland en publiciteit. Grote veranderingen “Het lag nogal op z’n gat”; dat idee had Anneke over de vereniging op het moment dat zij bestuur werd. Ze heeft er veel voor gedaan om de verenging weer op te peppen. Van de hobbyclub Emile (zoals Sanne van Rijswijk het noemde) was na het bestuursjaar van Anneke niets meer over. Eén van de dingen die beter kon, was de boekverkoop: “Er werd geturfd, gewoon met de hand. Mensen kregen soms verkeerde boeken of een verkeerde prijs”. Het tiende bestuur heeft er voor gezorgd dat de boekverkoop geautomatiseerd werd. Daarnaast is het sponsorgeld ook enorm toegenomen in dat jaar. Boekhandel Kooyker sponsorde Emile met een bedrag van 2.000 gulden. 12

“Door strak te onderhandelen is dit bedrag omhoog gegaan naar 10.000 gulden. Hierdoor kon de vereniging veel meer gaan ondernemen. Ik heb zoiets van; het kan altijd beter!”. Ook zijn de ledenpasjes in dat jaar ingevoerd, zoals wij die nu nog steeds kennen. “Het zijn mijn trotse baby’s!” Wat Anneke vooral zo leuk vond bij Emile, is dat je meteen resultaat zag van wat je deed. “Je zag wat je deed en je inspireerde weer andere mensen”. Aan het eind van het bestuursjaar vond Anneke het lastig om afscheid te nemen: “Het is bizar, het is toch een soort van je kindje en die moet je dan weer loslaten”. Lustrumactiviteiten Aan het vijfde lustrum van Emile wordt dit jaar veel aandacht besteed. In de tijd van Anneke was dat anders: “Het hele jaar was al heel bijzonder, dus we hebben niet specifiek iets met het lustrum gedaan. Ik heb het ook nooit echt lustrum genoemd, we moesten gewoon Emile redden!” Wel is er een lustrumborrel georganiseerd. “We gingen toen bier drinken, dat was echt heel ruig! Ik was een beetje Delfts, dus ik wilde het wel in een kroeg houden. Niet op de universiteit zelf in de hal, ik wilde het een beetje stoer neerzetten. Het idee stuitte eerst op enige weerstand, maar daarna werd het toch wel heel leuk gevonden. Ik was groot voorstander om allemaal in pak en de verenigingskleuren zwart en rood te gaan, dat was netter en vond ik professioneler.


Naast Emile-leden waren er ook enkele oud bestuursleden, onze sponsor Kooyker en wat studenten uit Delft. Ik probeerde altijd Leiden te koppelen met Delft. Er moesten wel wat heren komen, dat maakte het extra leuk!” Er zijn twee reizen georganiseerd dat jaar: een lang weekend naar Barcelona en een week naar Boedapest. “In Barcelona deden we super veel leuke dingen, zoals een paarden- en een flamencoshow. We deden ook wat studie-gebonden activiteiten. Het is zo leuk om op buitenlandse universiteiten gepassioneerde mensen over je vakgebied te spreken! Het boeit dan niet dat je duizenden kilometers uit elkaar woont.” Er zijn wel ideeën geweest voor een almanak en een gala. Deze zijn er allebei helaas niet gekomen. Tegenslag Alles ging Anneke voor de wind. Ze rondde haar studie succesvol af, maar toen sloeg het noodlot toe. “Na mijn afstuderen kreeg ik een infectie in mijn hersenen. Dat zorgde ervoor dat mijn schrijven met rechts voelde als met links. Mijn spraak voelde anders en slikken ging moeilijk. Gelukkig zijn de infecties binnen enkele weken vanzelf weggegaan en werd ik na 3 maanden genezen verklaard. Ik vroeg me wel af wat ik nog kon en ging voorzichtig aan de slag met mijn eerste baan van paspoorten controleren bij een schoonmaakdienst. Al snel merkte ik dat mij prima af ging”. Vervolgens heeft Anneke nog diverse andere banen gehad, onder andere bij TNO en Rabobank. “Ik heb daar met veel plezier gewerkt, maar het was allemaal uitvoerend werk. Ik kon niet zelf bepalen wat ik wilde doen. Op een gegeven moment voelde ik dat ik mijn WO-niveau weer op kon pakken. Ik heb toen twee weekenden een persoonlijkheidstraining gedaan. Daar kreeg ik van een medecursist een boekje, genaamd ‘De TAO van het Coachen’. Toen ik het las, kwam ik erachter dat dit helemaal mijn ding was en ben ik me verder gaan professionaliseren als Business Coach.”

Businesscoaching “Met mijn werk richt ik mij op professionals in loondienst of als zelfstandige die hun meerwaarde als mens en als professional willen vergroten en meer sturing willen geven aan hun carrière. Ik zet mensen over tot actie en leer ze om eigenlijk vooral meer zichzelf te worden. Het is geweldig als je mensen zo ziet groeien! Zo is een klant enkele maanden naar Australië gegaan en gaat nu de marathon in New York doen, anderen hebben weten te voorkomen dat zij in een burn-out kwamen of zijn weer in hun kracht in een nieuwe, beter passende baan”. “Op één na heb ik met alle bestuursleden nog contact. Vroeger kwamen we regelmatig met z’n allen bij elkaar. Nu heeft iedereen kinderen en is dat een stuk lastiger. Toch heb ik er hele goede vriendinnen aan over gehouden. Zo heb ik tijdens een verhuizing twee weken lang bij één van mijn bestuursgenoten gelogeerd met mijn gezin. Binnenkort komen we weer samen voor de geboorte van een kindje van ons. Ik vind het prachtig hoe deze verbinding er nog steeds is, en dat dankzij Emile!”

Namens Emile willen we Anneke Kaptein heel erg bedanken voor de enthousiaste verhalen en oude foto’s! 13 Door: Bente


Kinderen over... Koningsdag

Voor deze editie van ‘Kinderen Over...’ zijn we op zoek gegaan naar een kind om te interviewen. Mijn neefje Jesse van 8 jaar leek mij de geschikte kandidaat omdat hij altijd zijn woordje klaar heeft. In deze ‘Kinderen Over ...’ vertelt Jesse waarom we Koningsdag vieren en wat hij zou doen als hij koning zou zijn. Wat is Koningsdag denk je? Dan is de koning ongeveer wel jarig. Op welke dag is de Koning jarig en wat gaan we dan doen? Dat weet ik niet, maar ik weet wel dat er heel veel mensen dan met vlaggetjes en zo daarheen komen. Bijvoorbeeld naar een heel groot podium of ergens anders heen. Heb je Koningsdag ook al eens op school gevierd? Nee op school vieren we dat nooit, maar dan nemen we wel vlaggetjes mee en dan krijgen we vlaggetjes in de Nederlandse vlagkleur, gewoon rood wit blauw. Wat doet de Koning denk je voor werk? Hij doet tenminste een beetje netjes en hij zorgt voor de stad. Hij zorgt voor het eten en drinken voor de mensen en dat de mensen kunnen werken. Net zoals Jezus had gedaan. Dan is de Koning dus best belangrijk? Nou de koning is even belangrijk iedereen, dat maakt niet uit. Net zo belangrijk als wij zijn. Hoe oud is de Koning? Nou, er is net een nieuwe koning. Want eerst was het Koninginnedag he. Ik weet niet hoe die koningin heet, maar die was wel oud hé? Ik denk dat de koning ongeveer net zou oud is als papa. Hoeveel zou de Koning verdienen? Super veel! Koningen krijgen heel veel geld, daarom zijn ze zo rijk. Wat denk je dat de Koning voor huis heeft? Vroeger woonden koningen in een kasteel, maar dat is al uit deze eeuw. Hij heeft nu een heel groot huis. Hoe herken je de Koning? Aan de kroon, op zijn rug heeft hij een soort cape en sommige Koningen hebben een staf om mee te lopen. Eigenlijk een soort sinterklaas dus? Haha, dat ook.

I

Wat zou jij doen als je een Koning bent? Nou, tenminste een groot huis kopen en ik zou voor mensen gaan zorgen en heel hard gaan werken. Hoeveel baantjes ik ook moet krijgen, hoe druk ik het ook heb. Dat wil ik voor de mensen doen die in het land wonen. De koning moet wat meer werk doen en geld aan de mensen geven, dan kunnen ze wat meer kopen. Want sommigen hebben helemaal geen geld en die kunnen wel wat geld gebruiken. Zij kunnen niet eens aan een baantje komen. Door Sherona 14


De Opleidingscommissie

E

In de vorige Tabula hebben wij ons al kort voorgesteld, nu volgt een korte samenvatting van waar de OCP tot nu toe mee bezig is geweest. Wat hebben wij tot nu toe gedaan? De OCP heeft al een aantal vergaderingen achter de rug, zowel met als zonder de docentleden erbij. In de vergaderingen zonder de docentleden bespreken wij de binnengekomen vragen en opmerkingen van studenten en focussen wij ons op de speerpunten die we aan het begin van het jaar hebben gesteld. Zo werken we aan onze naamsbekendheid door collegepraatjes te houden. In dit korte collegepraatje vertellen we wie de OCP is, wat haar taken zijn en hoe studenten ons kunnen bereiken. We hebben al een praatje gehouden bij alle eerste- en derdejaars, en binnenkort zijn de tweedejaars en pre-masterstudenten aan de beurt. Ook proberen wij zoveel mogelijk actief te zijn op ons Facebookaccount. Heb je ons nog niet als vriend op Facebook? Voeg ons dan toe: Opleidingscommissie Pedagogische Wetenschappen Universiteit Leiden. Docentvergaderingen en evaluaties EĂŠn keer in de maand vergaderen de studentleden en de docentleden met elkaar. In deze vergaderingen leggen wij binnengekomen klachten, die wij niet hebben kunnen oplossen, voor aan de docentleden. De docentleden geven dan raad of brengen de juiste oplossing.

Ook evalueren wij tijdens deze vergaderingen alle vakken: we kijken naar de resultaten van de evaluatieformulieren die de studenten na elk tentamen invullen. Zo kunnen wij zien wat goed gaat binnen een vak en waar verbetering nodig is. Het is dus belangrijk dat je de evaluatieformulieren eerlijk en accuraat invult! Alleen dan kunnen wij namelijk zien of de kwaliteit van het onderwijs goed is, en waar de verbeterpunten liggen. Verder willen wij jullie op de hoogte brengen van een nieuw idee van ons. Wij willen proberen om vanaf blok 3 bij elk tentamen in de hal bij het USC zitten, zodat de studenten na het tentamen opmerkingen en klachten over het desbetreffende vak meteen aan ons kunnen doorgeven. We hopen dat studenten de OCP op deze manier makkelijker weten te vinden. Natuurlijk nemen wij ook op andere momenten jullie klachten, opmerkingen en verbeteringen aan. Wil je graag iets kwijt over de studie? Laat het ons weten! Wij zijn op verschillende manieren te bereiken: via de OCP-Blackboardpagina via Facebook via de mail

v.l.n.r.: Sandhia Bansi, Hannah Peters, Jacoline Hagenaar, Aneska Holwerda Anne Deurhof

15


Man in de pedagogiek Interview met een mannelijke orthopedagoog

Joram Bakker is 27 jaar, woonachtig in Leiden, vorig jaar getrouwd, houdt van voetballen én is één van de schaarse mannelijke orthopedagogen. Ruim twee jaar geleden heeft hij zijn master forensische orthopedagogiek in Utrecht behaald. Nu werkt hij twee dagen in de week bij GGZ De Hoop in Houten en drie dagen in de week in een Jeugd- en Gezinsteam in Leiden. Hoe ziet je werkdag eruit? Eigenlijk doe ik drie dingen in een week. Dat zijn de intakes, een stuk diagnostiek en een deel behandeling. Behandeling bestaat uit zowel individuele behandelingen als ouderbehandelingen. Ik doe één intake per week. Daarbij komen ouders met een jongere op bezoek en ga je in anderhalf uur de hele problematiek uitvragen. In je achterhoofd probeer je dan vast te bedenken wat het probleem is en welke hulp er nodig is. Dit overleg ik met de gezondheidszorgpsycholoog en dan ga ik een voorstel schrijven voor de behandeling. Het voorstel wordt besproken in het team waarin een psychiater, psychologen en orthopedagogen zitten en met elkaar bekijk je dan wat goed is om in het behandelingsplan te zetten. Soms is er dan nog meer diagnostiek nodig, zoals bijvoorbeeld intelligentietesten, concentratietesten of onderzoeken naar autisme. Die testen neem ik zelf dan ook af. Nadat het voorstel dan ook goed is gekeurd door de ouders, kan de behandeling beginnen en dat vind ik zelf het leukste stuk. Wat vind je zo leuk aan je baan als orthopedagoog? Het is voor mij zo leuk dat je direct met mensen bezig bent. Na een dag werken heb je echt een voldaan gevoel om het feit dat je rechtstreeks iets voor een mensenleven hebt betekend, terwijl dat bij een andere beroepsgroep vaak op een indirecte manier gebeurt. Je bent als orthopedagoog meer met de inhoud bezig, het gaat dieper en dat geeft mij heel veel voldoening. Ik zou ook niet meer zomaar uit de zorg weggaan. Wat vind je minder leuk aan het beroep? Wat ik het minst leuk vind, is de verslaglegging die je moet doen, dat is best veel werk. Als je een intakegesprek doet, moet je echt proberen dat gesprek zo goed mogelijk weer te geven. Je moet dan zo veel mogelijk informatie die relevant is voor een 16

behandeling in een verslag opschrijven. Dat kan soms wel veel tijd vergen. De verhouding is ongeveer 60% direct cliëntcontact en 40% verslaglegging. Ik zou het eerder zo willen zien dat 80% van de tijd bestaat uit contact met cliënten en 20% van de tijd bestaat uit verslaglegging. Maar je bent met een zware doelgroep bezig, dus je moet alles ook echt goed rapporteren en in kaart brengen. Hoeveel mannelijke collega’s heb je eigenlijk? In mijn team in Houten is de psychiater een man en verder heb ik daar vier vrouwelijke collega’s. De kinderarts is een vrouw en ook bij de receptie werken allemaal vrouwen. Dus ja, maar één man naast mij, en dat is heel weinig vind ik. In het Jeugd- en Gezinsteam ben ik de enige man van de vijftien mensen die hier werken. De verhoudingen die je ziet in de collegezalen zie je ook echt terug in de praktijk! Hoe zou dat komen denk je? Ik denk dat de zorg sowieso vrouwen meer trekt dan mannen, als je het heel zwart-wit schetst. De zorg kent ook een heleboel varianten, je hoeft niet ‘soft’ bezig te zijn. Het zijn namelijk ook super ingrijpende


dingen waar je mee te maken krijgt, met heftige situaties zoals jongeren met zware drugsverslavingen of heftige gedragsproblematiek. Daar denken mensen niet direct aan als ze aan jeugdzorg denken. Ik denk dat de meesten geen goed beeld hebben van wat je in de praktijk allemaal doet. Terwijl ik juist denk dat je ook een goede afspiegeling tussen mannen en vrouwen zou moeten hebben. Dat vind ik nu wel een gemis. Hoe kan volgens jou de orthopedagogiek aantrekkelijker worden gemaakt voor mannen? Ik weet niet of het inhoudelijk goed zou zijn, maar misschien specifiekere opleidingstrajecten bieden. Zodat je je van het begin af aan al kan gaan richten op jeugdcriminaliteit of op psychiatrie bijvoorbeeld. Je hoeft je dan niet te richten op leerproblematiek en op kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Inhoudelijk is het natuurlijk wel heel belangrijk dat je dat allemaal meeneemt, maar als je je voor je gevoel al kan focussen op de doelgroep waar je het meest enthousiast over bent, maakt dat het misschien aantrekkelijker.

Wat was jouw beeld van een orthopedagoog tijdens je studie? Is dat hetzelfde als je nu ervaart? Wat ik nu bij De Hoop doe, is wel het beeld wat ik tijdens mijn studie ook had. Maar ik zie in de praktijk ook dat andere orthopedagogen meer aansturende functies hebben of in praktijken meer de pedagogische medewerkers aansturen. Dat beeld had ik niet van tevoren. Ik dacht dat ik veel meer cliëntcontact zou hebben en dat er heel veel diagnostiek zou zijn, dat doe ik nu eigenlijk veel minder dan ik had gedacht. Wat voor eigenschappen zou een orthopedagoog moeten hebben volgens jou? Er werken heel veel verschillende mensen als orthopedagoog en je hebt denk ik wel een goede diverse mix aan eigenschappen nodig om elkaar aan te vullen. Wat wel heel belangrijk is, is dat je

mee kunt voelen met mensen. Dat je sensitief bent, maar je moet ook wel afstand kunnen bewaren in gesprekken. Verder moet je analytisch sterk zijn, inzicht hebben in wat er moet gebeuren en daarover moet je vervolgens wel met een kritische blik naar jezelf kunnen kijken. Het heeft geen zin om alleen maar de positieve kanten te vertellen, maar je moet ook toegeven wat jijzelf lastig vindt of wat minder goed gaat. Als je dat niet doet, dan heb je ook niet echt een back-up van een team die je wel zou kunnen krijgen. Het klinkt natuurlijk heel ‘soft ’, maar die openheid, het kwetsbaar durven opstellen en durven praten over je eigen gevoelens en kwetsbaarheden is wel echt nodig. Want je werkt echt met jezelf. Je maakt jezelf eigenlijk heel zwak als je dat niet kan, want dan kan je ook geen gebruik maken van het team dat achter je staat. Heb je nog een gouden tip voor onze (mannelijke) studenten? Als je in een collegezaal zit vol met vrouwen kan ik me voorstellen dat je het idee krijgt dat het een vrouwelijk werkgebied is, terwijl dat gewoon onzin is. Ik vind het niet meer vrouwelijk, dan dat het mannelijk zou zijn. Laat je daar dus vooral niet door ontmoedigen. Probeer ook wel goed te zoeken naar welk deel van het werkgebied jij interessant vindt. Je hoeft ook niet alles leuk te vinden, maar richt je dan vooral op datgene wat jou wel trekt. Dit hoeven echt niet per se kleine kinderen te zijn. Voor studenten die gaan afstuderen: de banen liggen niet voor het oprapen, maar ik zou als advies geven om elke kans en ervaring die je tegenkomt te pakken. Je komt vanzelf echt wel terecht op de plek die je leuk vindt, maar blijf daar ook voor gaan. Word niet ontmoedigd en ga geen werk doen in een hele andere richting omdat je denkt dat je nooit aan de bak komt als pedagoog. Blijf vooral proberen!

Mannen in de pedagogiek, schaam je dus niet voor je studie, want het is echt niet zo ‘soft ’ als andere mensen denken! We willen Joram hartelijk bedanken voor het interview en zijn goede tips! Door Elja

E 17


18


19


Studeren in het buitenland Het Canadese avontuur

Tegenwoordig denkt bijna elke student er wel over na: studeren in het buitenland. Binnen of buiten Europa, op exchange, voor een semester of zelfs voor langere tijd weg. Ook voor studenten aan de Universiteit Leiden zijn er ontzettend veel mogelijkheden. Lieselotte van Dijk (22) ging het avontuur aan. Zij vertrok op uitwisseling naar Canada om daar gedurende één semester te studeren aan Queen’s University, in de stad Kingston, Ontario. Even voorstellen… Mijn naam is Lieselotte van Dijk en ik ben 22 jaar oud. Momenteel ben ik vierdejaars bachelor student Pedagogische Wetenschappen, gespecialiseerd in orthopedagogiek. Ik woon in Leiden, ik ben lid bij Augustinus en bij studievereniging Emile. Waarom heb je voor Canada gekozen? Toen ik nadacht over waar ik wilde gaan studeren in het buitenland, wist ik een aantal dingen zeker. Ik wilde sowieso naar een Engelstalig land, omdat ik graag mijn Engels verder wilde verbeteren. Ook wilde ik graag buiten de grenzen van Europa gaan. Dit vooral omdat er binnen Europa weinig mogelijkheden zijn voor een uitwisseling met onze studie, pedagogiek. Oostenrijk en Denemarken boden het wel aan, maar de Duitse taal lag mij niet en het vakkenpakket in Denemarken was zeer beperkt. Dit viel dus af. Ook leek het mij mooi om naar een land te gaan waar veel cultuur en natuur is. Dit is in Canada zeker te vinden! De natuur daar is prachtig en er heerst in Canada een soort emigratiecultuur. Veel Canadezen hebben namelijk hun ‘roots’ in andere, Europese landen. Ook is het een jong land. Dit alles zorgt voor een bepaalde sfeer. Canada sprak mij ‘overall’ heel erg aan! En waarom dan naar Kingston? Wanneer je in het buitenland gaat studeren, kun je aan de universiteit een top drie opgeven van universiteiten waar je graag naartoe zou willen gaan. Kingston was in deze top drie mijn derde keus. Achteraf ben ik wel heel blij dat ik in Kingston ben geplaatst! Kingston is een wat kleinere stad, met erg veel studenten en heeft ook een groot studentenkarakter. Het lijkt wel wat op Leiden, er is erg veel sfeer. Ook de ligging van Kingston was erg fijn. De stad ligt erg centraal, het is een perfecte uitvalsbasis om te reizen. Wanneer was je daar? Ik ben in Kingston geweest vanaf eind augustus tot eind december. Veel studenten gaan naar het buitenland in hun derde jaar, maar het nadeel 20

L

hiervan is dat je dan vakken uit jaar drie in jaar twee moet halen. Hierom heb ik ervoor gekozen om in mijn vierde jaar te gaan. Ik heb toen één vak uitgesteld, zodat mijn bachelor nog niet was afgerond. Wat heb je qua voorbereiding in Nederland moeten doen? Vanuit Nederland heb ik al een aantal dingen kunnen regelen. Ik heb bijvoorbeeld mijn verzekering uitgebreid, mijn ticket geboekt en mijn studentenkamer in Leiden onderverhuurd. Ik hoefde gelukkig geen visa aan te vragen of toelatingstesten te doen, dat was erg fijn. Verder heb ik nog iets heel belangrijks gedaan, namelijk het aanvragen van beurzen. Een van deze beurzen was speciaal voor Leidse studenten die in Canada gaan studeren. Hoe heb je het leven daar geregeld? Ik heb vanuit Nederland niks geregeld voor mijn verblijf daar. Queen’s University heeft normaal gesproken een campus voor eerstejaars en buitenlandse studenten, maar helaas waren er dit jaar zoveel eerstejaars dat er voor de rest geen plaats meer was. Daarom heb ik pas in Canada zelf mijn woonruimte gezocht. Alle exchange studenten vormden als het ware groepjes en zochten mensen met wie ze in een huis wilden wonen. Uiteindelijk


ben ik terecht gekomen in een huis met nog drie andere studenten. Verder heb ik in Canada een bankpas, simkaart en nieuwe telefoon aangeschaft. Ik werd over het algemeen heel goed geholpen door het ‘International Office’, een organisatie die internationale studenten helpt bij praktische zaken, dus dat was erg prettig! Hoe ging het daar verder? Eenmaal in Canada werd ik gelukkig niet aan mijn lot over gelaten. Er was een grote introductieweek met alle uitwisselingsstudenten, dit waren er wel 500. Het is erg leuk dat iedereen heel erg openstond voor nieuwe vrienden, er heerste een leuke sfeer. Hierna begonnen pas de lessen zodat je al wat mensen op de universiteit kent.

Wat deed je daar aan je studie? Aangezien mijn universiteit geen pedagogiek vakken aanbood, ben ik als psychologiestudente gaan studeren. Ik heb in Nederland een aantal vakken moeten kiezen, maar deze zijn bij aankomst in Canada weer volledig omgegooid. Ik heb vier vakken gevolgd, drie psychologie vakken en één business vak. De studiedruk lag in Canada een stuk hoger dan in Nederland, er waren namelijk kortere semesters om dezelfde hoeveelheid stof te behandelen. Ook de zesjescultuur bestaat daar totaal niet, iedereen is erg ijverig in de les en houdt bijvoorbeeld leeswerk goed bij. Er waren veel tussentijdse toetsen, ‘mid-terms’ genaamd, waardoor je veel en vaak aan het studeren was. De vakken die ik heb gevolgd zijn Health Psychology, Introduction to Comparative Cognition, Psychology of Social Influence & Business Communication in North America. De colleges waren erg leuk, omdat de docenten daar van het lesgeven een hele show maken. Ze geven echt les ‘op zijn Amerikaans’ en vertellen vol passie en overtuiging. Het is een hele andere beleving dan de colleges hier!

Wat kun je vertellen over de universiteit? In Canada heb je heel veel clubs vanuit de universiteit. Ikzelf zat bij de Queen’s Dance Club. De universiteit zorgde echt voor de band tussen de studenten, terwijl dat in Nederland meer gebeurt door de studentenverenigingen. Doordat er een campus is, heb je het gevoel dat dit je eigen kleine dorp is, je eigen plek. Je krijgt een gevoel van saamhorigheid. Wat heb je buiten je studie gedaan? Heel veel! Ik heb veel tripjes gemaakt naar grote steden in Canada, naar steden in Amerika en naar nationale parken. Ik huurde een auto en boekte een hostel met andere studenten en ging een weekend weg. Ook waren er veel typisch Amerikaanse feestjes, echte houseparty’s met drankjes in ‘red cups’. Natuurlijk had je ook gewoon veel kroegen en leuke restaurantjes. Daarnaast ben ik veel naar sportwedstrijden geweest, onder andere ijshockeyen footballwedstrijden. Wat zou je een andere student meegeven? Ik vond het heel fijn om in het eerste semester te gaan, omdat iedereen dan begint aan een nieuw jaar en erg ‘openminded’ is. Ook is de temperatuur rond die tijd in Canada prettig. Het regelen van mijn huisvesting in Canada vond ik stressvol, dus ik zou aanraden om dit vóór vertrek te regelen. Verder kan ik iedereen aanraden de beurzen aan te vragen, er zijn altijd wel beurzen waarvoor je in aanmerking komt! Ik kreeg zowel de Lustra+-beurs als de Dokter A.M. Blokmanbeurs. Vergeet ook niet je OV-studentenreisproduct om te zetten, zodat je hier nog een extraatje voor krijgt. Door Isaben

21


Extraordinary Studentenkamer Meestal is je studentenkamer niets bijzonders. Je tweepersoons bed past er net in, samen met een kast en een bureautje. Ach, je bent toch vaak weg van huis, dus dat je er nauwelijks meer kunt lopen, maakt niet uit. Toch zijn niet alle studentenkamers zo. Om in het lustrumthema te blijven zijn wij voor deze Tabula op zoek gegaan naar een extraordinary studentenkamer, en deze hebben wij gevonden! Sander is geschiedenisstudent en woont op de Hooigracht in Leiden. Zijn kamer is maar liefst 60 vierkante meter groot en hier betaalt hij slechts 350 euro voor (na aftrek van huursubsidie). Daarnaast woont hij met maar liefst 21 huisgenoten. Maar wat deze kamer echt zo bijzonder maakt, zijn de 18deeeuwse muurschilderingen. Hoe ben je aan deze kamer gekomen? Een clubgenootje zat eerst in deze kamer. Hij ging op een gegeven moment naar een andere kamer, omdat hij een wat eenvoudigere kamer wilde. Op het moment dat hij deze kamer kreeg, plaatste hij een foto op Facebook. Ik zag de foto langskomen en vanaf dat moment had ik nog maar één doel in mijn leven: deze kamer bemachtigen! Een jaar later zat ik hier. Moest je voor deze kamer hospiteren? Nou, nee. Deze kamer wordt samen met een kleinere kamer in het huis verhuurd als een appartement. Eigenlijk zou ik geen kans maken op dit appartement, omdat mensen die al een hele lange tijd huren voorrang hebben. Er kwamen naast mij wel andere kijkers, vaak stelletjes, voor de kamer, maar tijdens de rondleiding praatten de bewoners, nu mijn huisgenoten, heel negatief over de kamer. Ze benadrukten dat het een heel druk huis is, waar het erg gehorig is en waar veel gefeest wordt.

22

T Wat zijn de voordelen? Kijk om je heen! De schilderingen zijn voor mij als geschiedenisstudent ook heel interessant. Daarnaast is de kamer super ruim, het plafond is heel hoog. Volgens mij wil ik later nooit meer een normale Vinex woning, dat kan alleen maar tegenvallen! Daarnaast kan ik gewoon heel hard muziek draaien en niemand die het hoort, want het is heel goed geïsoleerd. Mijn kamer wordt ook gebruikt voor feesten en diners. Aanstaande vrijdag is het huisdiner, dan zitten we hier met 40 man, iedereen in rokkostuum en mooie jurken. Dan heb je ineens ook heel veel sfeer. Dus er staat wel wat tegenover, maar ik vind het alleen maar leuk. Wat zijn de nadelen? Ik zie zelf geen nadelen, maar sommigen zouden het een nadeel kunnen vinden dat een paar keer per week, maar soms ook drie keer per dag, mensen komen kijken. Ik vind het alleen maar leuk om over deze kamer te vertellen. Wel is het lastig schoon te maken, omdat het zo hoog is. Zo hangen er in de hoeken spinnenwebben die je op geen enkele manier weg kunt halen.


Wat is de geschiedenis van de kamer? Het huis was vroeger van rijke lakenhandelaren. In de 18e eeuw was er een rijke man die graag wilde laten zien dat hij veel geld had. Hij bouwde een kast van een huis en in die tijd had elk huis een stouwkamer (pronkkamer) met muurschilderingen. Elk groot huis in Leiden had dat, totdat het weer uit de mode raakte en mensen er behang overheen gingen plakken. In dit huis is dat niet gebeurd. De schilderingen komen uit 1735 en beelden verschillende jachttaferelen uit. In de eerste maanden dat ik hier woonde, ontdekte ik elke keer als ik naar de schilderingen keek weer iets nieuws. Is er nog meer te zien in deze kamer dan de muurschilderingen? Ja, ook op het plafond kun je schilderingen bewonderen. Daar zie je een stucwerk die de vier jaargetijden laat zien. Het was in de 18e eeuw heel populair om dat met baby’s uit te beelden, vandaar dat die ook zijn verwerkt in dit stucwerk. In de gang van het huis zijn op het plafond met stucwerk de zintuigen uitgebeeld. Nadat de lakenhandelaren hier weg gingen, heeft de kamer nog verschillende functies gehad, zo was het bijvoorbeeld ook een tijd een dokterspost. We hebben nog veel oude foto’s van deze kamer van 50 tot 100 jaar geleden! Door Bente

23


Extraordinary Sport Om in het thema van ‘Extraordinary’ te blijven, zijn we op zoek geweest naar een extraordinary sport! Die hebben we gevonden: Piloxing! Piloxing is een vrij nieuwe sport, die gevormd wordt door een samenstelling van pilates, boxen en dansen. Om wat meer inzicht in deze sport te krijgen, heeft de Tabula oud-bestuurslid Maxine Lampers geïnterviewd. Maxine is 23 jaar oud en zit in het 3e jaar van Pedagogische Wetenschappen. In haar vrije tijd beoefent zij Piloxing. Piloxing is een extraordinary sport, waarbij de drie onderdelen pilates, boxen en dansen worden afgewisseld. Deze drie sporten worden om de tien minuten afgewisseld. Dat maakt Piloxing ook zo leuk. “Het voelt niet heel erg als sporten. Het is niet erg om te doen.” De sport is nieuw en upcoming en kan worden uitgeoefend in het USC op hele harde muziek. Een les Piloxing duurt een uur, waarvan het laatste kwartier bestaat uit buikspieroefeningen. “Als je écht sportief bent is het niet echt een zware sport. Het is een goede sport voor mensen die niet sportief zijn. Ikzelf ben na drie kwartier Piloxing flink afgemat”.

De sport is zeker aan te raden, omdat het afwisselend is en onwijs leuk om te doen. Het hele lichaam wordt met Piloxen getraind. Zo train je met het boxen de conditie, want de bewegingen die je daarbij maakt zijn best heftig. Ook je spieren worden getraind, namelijk bij het onderdeel pilates. Pilates verschilt van yoga, omdat je bij pilates continu in beweging bent. Waar je bij yoga op één been stil blijft staan, blijf je bij Pilates continu in beweging met bijvoorbeeld je armen. Pilates is zwaarder dan yoga. Pilates is meer gericht op kracht en balans houden en yoga is meer ontspannend. Het boxen bij Piloxing is niet te vergelijken met gewoon boxen. Bij Piloxing box je in de lucht en wordt er niet gelet op de techniek. Het is puur en alleen de boxbewegingen maken. Ook het dansen volgt geen vast programma: “Het dansen is niet altijd hetzelfde, zo heb ik een keer de Chachacha gedaan en ook wel eens de Salsa.” Door Sherona

E 24


Recensies Billy Elliot In 2005 werd de musical Billy Elliot voor het eerst opgevoerd, in Londen. Nu, zo’n 10 jaar later is deze musical ook in Nederland te zien. De musical volgt het verhaal van een 11-jarig jongetje, Billy Elliot, dat opgroeit in het Engeland van 1984/85. Zijn vader en broer, beiden stakende mijnwerkers, willen dat hij gaat boksen, maar Billy zelf heeft een heel andere droom: hij wil balletdansen. Dit aspect van de musical is dan ook heel goed neergezet. Billy Elliot danst niet alleen een flink staaltje ballet, daarnaast moet hij ook nog eens kunnen acteren, zingen en tapdansen! En ook dat gaat hem allemaal heel goed af. Ook de andere acteurs weten hun rol goed neer te zetten, met name Billy’s gay best friend Mitchell. Het enige nadeel van de musical is dat je het rare accent moet kunnen negeren (een soort combinatie tussen Limburgs, plat Amsterdams en zo ongeveer alle andere dialecten). Verder is deze musical zeker het kijken waard! ‘Van de straat ‘ Voor als je tijdens het soggen even iets wil kijken, bekijk dan eens de uitzendingen van ‘Van de straat’ op uitzending gemist. Psycholoog en coach Kas Stuyf neemt in dit programma vier ontspoorde jongeren mee naar het buitenland en gaat met hen aan de slag om hun leven weer op de rit te krijgen. In dit programma zie je verschillende soorten problemen: van agressie tot gameverslaving tot eetproblemen. Het is heel interessant om er naar te kijken met wat we (tot nu toe) hebben geleerd op onze opleiding. Want verschillende soorten therapieën en aanpakken van Kas komen ook voor in onze theorie. Short term 12 Deze film doet je weer beseffen waarom je Pedagogiek studeert en waarom je graag kinderen/jongeren wilt helpen. In deze film werken Grace en haar vriend Mason samen in een opvanghuis voor jongeren. Deze jongeren zijn verwaarloosd of hebben andere problemen, waardoor ze (voorlopig) niet thuis kunnen wonen. Grace heeft een hart voor deze jongeren en helpt ze zo goed waar ze kan. Dit doet ze terwijl zij zelf eigenlijk ook nog geholpen moet worden, omdat ze emotioneel nog niet helemaal stabiel is. Mason houdt de boel een beetje luchtig met zijn humor, maar de film is eigenlijk heel zwaar en emotioneel.

Meisje met de negen pruiken Nog nooit is zo duidelijk opgeschreven hoe het is om kanker te hebben en hoe een persoon daar mee omgaat. Sophie geeft in haar zelfgeschreven boek een duidelijke kijk in haar gevoelens en gedachten over hoe het is om kanker te hebben. Ze schrijft ontroerend, maar met gevoel voor humor. Als ze kaal wordt door de chemotherapie, gaat ze verschillende pruiken gebruiken. Die pruiken maken haar telkens tot een ander persoon. Het boek is ook verfilmd in het Duits: Heute Bin Ich Blond. 25


ACPA Column Meesterjuf

In de vorige editie konden we in Véronique’s column lezen hoe ze niet zo handig was met de weg wijzen op haar stage. Deze keer is het woord aan Loeka. Loeke is eerstejaarsstudent Academische Pabo en houdt van schrijven. In haar column vertelt zo over een heel bijzondere wens! Iedereen weet wel dat het onderwijs van tegenwoordig voor een groot deel uit vrouwen bestaat. Mannen zijn, laten we zeggen, ronduit zeldzaam (prijs je, oh mannelijke ACPA-studenten, voor dit vrouwenparadijs). Veel kinderen vinden het juist onwijs leuk om een meester voor de klas te hebben en ze balen dan ook vaak dat zij tijdens hun basisschooltijd slechts een paar jaar (of nog minder) een meester voor de klas hebben. Toen ik zelf nog op de basisschool zat, heb ik twee jaar een meester gehad; meester Bart. Ook ik merkte toen de verschillen: hij was losser, minder streng en hij had veel meer humor dan de meeste juffen. Ik was in die tijd een behoorlijk eigenwijs en koppig kind (old habits never die..) en ook meester Bart kon daar wat van. Maar ondanks dat we nogal eens botsten, heb ik wel een hele leuke tijd gehad bij hem in de klas. Zo kan ik me nog wel anekdotes herinneren dat hij kinderen op de kop in de prullenbak zette en meer van dat soort geintjes. Maar ook met problemen wist hij goed om te gaan: hij wist alles op te lossen op een serieuze, maar toch vaak hele leuke manier. Goed, om een lang verhaal kort te maken: ook mijn voorkeur gaat uit naar een meester. Het is dan ook niet gek dat ik, toen ik besloot dat ik het onderwijs in wilde, eigenlijk vrijwel meteen van plan was om geen ‘gewone’ juf te worden. Nu wil ik niet ineens alle dames te kort doen (niet helemaal de goede plek, vrees ik), maar over het algemeen zijn juffen toch wat minder los. Ik heb nog een ander voorbeeld waarom meesters leuker zijn dan juffen: op de basisschool was ik echt een gigantische klimgeit. Via de prullenbakken of via de muren op het dak van het schuurtje van de school, of gewoon de boom in. De juffen reageerden hier altijd onmiddellijk op met reacties als ‘kom daar van af!’, terwijl de meesters me zowat aanmoedigden. Nou ja, aanmoedigen is een groot woord.. Ze reageerden in ieder geval niet zo spastisch als de juffen. Kortom, de juf is geen meester en de meester is geen juf. En wat dat onderscheid betreft, ben ik misschien wel een beetje een vreemde eend in de bijt: biologisch gezien ben ik geen meester, maar ik wil ook geen juf worden, op de manier hoe ik het eerder beschreven heb. Ik word gewoon een ‘meesterjuf’. En dan niet in de arrogante zin van het woord als zijnde ‘oh, ik ben echt een mééster in muziek maken’ of whatever, maar meer in het kader van een mannelijke juf, figuurlijk gesproken dan. Misschien heeft meester Bart toch een grotere invloed op me gehad dan ik eigenlijk wil toegeven. 26

Liefs, Loeka

L


ACPA Lesideeën

Het is tijd om de klas op te fleuren voor de lente! Dit idee kun je eigenlijk zo lang of zo kort maken als je zelf wilt, aangezien het uit twee kleine onderdelen bestaat, die worden herhaald: een lammetje en een kuikentje maken. Allebei de dieren zullen apart worden besproken. Benodigheden De meeste spullen heb je waarschijnlijk al wel in huis of in de klas en anders is de Action een mooie winkel waar je voor weinig geld papier of wol kan vinden! Je hebt nodig: Voor het lammetje: • Karton • Schaar • Lijm • Potlood/pen/stift • Watjes • Eventueel een silhouet van een lammetje

Voor het kuikentje: • Vork • Gele wol • Rode/oranje vilt • Lijm • Schaar • Eventueel opplakoogjes

Lammetje Leg het silhouet van het lammetje (zo groot of klein als je wilt) op het karton en trek deze over. Ook kan het lammetje zelf getekend worden, afhankelijk van de leeftijd en creativiteit van het kind. Knip vervolgens de vorm uit het karton. Trek de watjes in kleine zachte stukjes uiteen en plak deze met de lijm op allebei de kanten van het kartonnetje. Als het goed is heb je nu een klein, zacht lammetje! Kuikentje Leg een draadje van de wol van ongeveer tien centimeter tussen twee tanden van de vork, het liefst in het midden. Draai vervolgens de wol om de tanden van de vork heen. Als er een goede hoeveelheid omheen zit, zodat je echt een beetje een dik omwindsel hebt, knip je het uiteinde af, zodat er alleen nog touw om de vork zit. Daarna knoop je het touwtje dat je van tevoren tussen de handen hebt gelegd eromheen. Haal de wol van de vork af en als het goed is heb je nu een klein rondje. Deze knip je nu doormidden, zodat je allemaal losse stukjes draad aan de zijkanten van het middelste draadje hebt. Maak het een beetje los. Nu heb je een soort pompoennetje. Knip nu een snaveltje uit het vilt en plak die op het pompoennetje. Eventueel kun je nog twee plakoogjes opplakken. Je kuikentje is klaar!

Deze twee diertjes kun je zo vaak laten maken als je wilt. Het kan bijvoorbeeld heel leuk zijn om ze om en om aan een draadje te hangen, zodat je een soort slinger van lammetjes en kuikentjes krijgt, maar je kunt ze ook prima als losse versiering gebruiken. Super leuk voor de lente en Pasen! Door Loeka

27


De commissie op stap Etentje bij Kasual

Man, o, man! Wat hebben wij héérlijk gegeten! Op een steenworpafstand van het station zit restaurant Kasual, en dat zeer zeker een aanrader! Het restaurant is van binnen erg gezellig en oogt modern. Het meisje van de bediening kwam al snel langs om onze drankjes op te nemen. De rest van de avond was de bediening ook helemaal prima. We konden een menu kiezen bestaande uit een bite, een main course, een side dish en een dessert voor een passelijke prijs van €19,95. Vol belangstelling bekeken we de originele en simpele kaart op een klembord: wat stonden er lekkere dingen op! De bites zijn kleine hapjes die je als voorafje krijgt.

Deze kun je gewoon de hele dag door bestellen. Denk hierbij aan speltbrood, gegrilde courgette, loempia’s en nog veel meer. Zo nam Sherona de Yakitori Sticks, drie zoetige Japanse kipspiesjes. Volgens haar waren ze erg lekker, maar wel een beetje aan de vettige kant. Isaben kreeg vier stukjes gebakken tonijn in sesam gerold en heeft hier flink van gesmuld. Bente en ik hadden allebei twee verschillende soorten sushi: nigri zalm en maki zalm. Deze waren lekker vers bereid en dat proefde je ook echt! Véronique had garnalenkroketjes en Meike gefrituurde garnalen, die allebei erg in de smaak vielen. Maar de echte helden van de avond waren toch wel Bente en Loeka, zij hebben namelijk sprinkhaan gegeten! Ja, zelfs dat stond op de kaart: gefrituurde sprinkhaan met chocolade en verse munt. Gruwelend hebben we toegekeken hoe zo’n beestje in de monden van deze stoere meiden verdween. Loeka: “Het voelt nogal chrunchy aan in je mond, waardoor er weinig smaak aan zit. De chocola proef je, maar de munt is ver te zoeken.” 28

Bij het hoofdgerecht was er veel keus tussen vis en vlees. En als je niet kan kiezen of je nu vis óf vlees wilt, dan neem je de Surf en Turf: een combinatie van allebei. Je krijgt dan een Alpen beefsteak met een sereh gambaspies. Onze echte biefstukkenner Sherona heeft de Alpen beefsteak goedgekeurd, ze vond hem heel mals. Er werd alleen niet door de bediening gevraagd hoe je deze bereid wilde hebben. Ook de andere meiden waren er dik tevreden over, al was de pepersaus soms iets te pittig. Ikzelf had de eendenborst, rosé gebraden met zoete sesamsaus en ik vond het erg lekker. Als side dishes bestelden bijna iedereen twisterfriet met truffelmayonaise, wat in een schattig frituurmandje was opgediend. Véronique had daarentegen gebakken rijst, want dat paste beter bij haar Thaise kipcurry met kokos, koriander en gewokte groente. De kaart biedt dus iets voor ieder wat wils. Het nagerecht was ook om te smullen! Véronique had een overheerlijke cheesecake. Bente kreeg een goddelijk bordje Chocolade trio met chocolademousse, orange brownie en chocoladeijs. Sherona had een lekkere frisse crème brulee met stukjes fruit. Ikzelf koos voor de apple crumble en toen de bediening vroeg of ik het warm wilde, kon ik daar natuurlijk geen nee op zeggen! Meike hoorde dit en heeft toen snel haar toetje daar ook naar veranderd. Ook Isaben heeft zich laten verleiden en ze hadden er allebei geen spijt van! Als nadeel kan ik misschien zeggen dat we best lang moesten wachten op het nagerecht, maar wat wil je ook anders met zo’n lekkere apple crumble die vers uit de oven kwam! We hebben dus ontzettend lekker gegeten voor een goede prijs. Dit restaurant is zeker een aanrader als je nog iets zoekt voor bijvoorbeeld je commissieuitje. Ik beloof je, hier krijgen jullie zeker geen spijt van! Door Elja


Verdieping Cyberpesten

Van alle jongeren tussen de 12 en 25 jaar in Nederland, beschikt 86 procent over mobiel internet via smartphone of tablet. Jongeren hebben hiermee continu toegang tot bronnen als YouTube, Facebook en Whatsapp. Deze technologische ontwikkeling zorgt voor mooie dingen, zoals het makkelijker in contact komen met vrienden en vriendinnen, maar er is er ook een donkere kant. Sociale media dienen namelijk als een platform voor cyberpesten. Hoewel pesten vaker voorkomt, lijkt cyberpesten nog veel hardnekkiger te zijn. Maar wat is cyberpesten precies? Wat is het verschil tussen ‘gewoon’ pesten en cyberpesten? En hoe komt het dat de relatie tussen zelfmoord en cyberpesten bij jongeren zo groot is? Kort gezegd is cyberpesten alles aan ongewenst contact op het internet. Het sturen van beledigende of bedreigende berichten, het plaatsen van nare foto’s van iemand of het ongevraagd verspreiden van video’s van een persoon vallen allemaal onder cyberpesten. Dit kan zelfs zo ver gaan totdat men spreekt van cyberstalking. Tussen ouderwets pesten en cyberpesten zijn een aantal belangrijke verschillen te zien. Het eerste grote verschil is de context waarbinnen het pesten gebeurt. Waar pesten zich vaak op school of op de sportclub afspeelt, kan cyberpesten overal gebeuren. Doordat jongeren elk moment van de dag in contact kunnen komen met elkaar is de pester in staat het pestslachtoffer altijd te bereiken. Het pestslachtoffer kan dus zelfs in zijn eigen huis worden gepest. Het slachtoffer kan zichzelf hierdoor nergens meer veilig voelen. Ten tweede is het bij pesten duidelijk wie de pester is. Deze staat immers voor de neus van het pestslachtoffer bij pesterijtjes of ruzies. Bij cyberpesten is dit niet zo. De pester kan achter zijn computerof telefoonscherm ongestoord een ander pesten, zonder dat diegene weet wie hij is. Cyberpesters hullen zich dus in anonimiteit. Dit maakt het voor de pester een stuk makkelijker om te pesten, omdat niemand hem op zijn pestgedrag aanspreekt. Ook ziet de pester de gevolgen van zijn daden niet, omdat hij niet oog in oog staat met het slachtoffer. Hij zal dan ook minder snel geneigd zijn het cyberpesten te stoppen. Daarnaast kan het pestslachtoffer flink op zijn hoede zijn en extra onzeker gedrag vertonen. Hij weet niet wie hem zo treitert, dus vertrouwt hij niemand om zich heen. Iedereen kan immers de pester zijn. De vaak weinige vriendjes die zo’n pestslachtoffer heeft, vallen hierdoor ook weg.

Een laatste verschil is dat cyberpesten een nog grotere impact heeft dan gewoon pesten. Cyberpesten is namelijk een grote publieke vernedering. Hoewel er bij pesten op het schoolplein ook sprake is van vernederd worden ten overstaan van klasgenoten, is dit bij cyberpesten nog erger. Wanneer de pester een filmpje uploadt van het pestslachtoffer, zal dat filmpje nooit meer van internet verdwijnen. De hele wereld weet dan dat het slachtoffer wordt gepest, niet alleen schoolgenoten. Daarbij zijn de middelen die worden gebruikt om te cyberpesten voorgoed op het internet te vinden. Wanneer de pester een filmpje upload van het pestslachtoffer zal dat filmpje nooit meer terug te krijgen zijn. De gevolgen van het cyberpesten zijn dus definitief. Al deze verschillen geven aan waarom cyberpesten nog grotere gevolgen heeft dan gewoon pesten. De pestslachtoffers van cyberpesten kampen met een groot gevoel van machteloosheid en verlorenheid. Juist omdat het cyberpesten zo zichtbaar lijkt te zijn, maar de pestslachtoffers toch geen hulp ontvangen, voelen zij zich alsof niemand hen kan helpen. Helaas lijken veel slachtoffers de enige uitweg te vinden in het plegen van zelfmoord. Hierin is de relatie tussen cyberpesten en zelfmoord te duiden. Ook zijn er jongeren die helemaal geen signalen over gepest worden afgeven, ondanks dat ze er wel mee te maken hebben. Het is dus erg belangrijk om ook hierop alert 29 te zijn. Door Isaben


De Haarlemmer op In ‘de Haarlemmer op!’ stappen wij op de mensen af om hen een pedagogisch gerelateerde kwestie voor te leggen. Deze keer zijn Bente en Isaben de Haarlemmerstraat op gegaan om de vraag te stellen: Wat vindt u van voor-vroegschoolse educatie? Indramakstenieks, 60 jaar: “Ik ben er tegen. Er is steeds minder tijd voor kinderen om kind te zijn. Met acht jaar moeten ze al Engels spreken en het liefst nog meer talen. Als je kijkt naar een werkadvertentie, dan vragen ze iemand van 24 jaar die al werkervaring heeft en een enorme opleiding heeft, dan moet je al in de baarmoeder gaan studeren! Er wordt te veel druk gelegd, we gaan richting Japan. Ik las laatst ook in de krant over een kamp dat kinderen hun achterstanden in de schoolvakanties gaan inhalen, zodat ze niet blijven zitten. Geen vakantie, alleen maar leren, leren, leren. ”

‘‘Ik ben niet voor op drie jarige leeftijd kinderen al naar school sturen. Kinderen moeten gekoesterd worden door hun moeder. Zoals het nu is, vier jaar, vind ik goed. Het moet geen verplichting zijn.

Anne, 23 jaar: “Afhankelijk van het kind zelf. Als ouders moet je beslissen wanneer je kind er klaar voor is, wanneer hij klaar is met spelen. Zoals het systeem nu is, is het goed.” Laura, 23 jaar: “Kinderen hoeven niet naar de peuterspeelzaal voordat ze naar de basisschool gaan, ze leren alles daar wel. Qua talen leren vind ik wel hoe eerder, hoe beter. Met Engels mogen ze wel eerder op de basisschool beginnen, want als kind leer je het veel sneller.”

30

B Peter, 56 jaar & Arwin, 24 jaar: “Ik ben voor de vrije school. Daar wachten ze tot de laadklep bij kinderen openstaat en dan schuiven de dosis kennis erin. Je kan wel tegen een dichte deur staan trappen, maar dat werkt niet. Dat gebeurt nu wel op lagere scholen. Op de vrije school gaan kinderen spelenderwijs alles ervaren. Op de lagere school wordt veel minder aandacht besteed aan wat er om de kinderen heen gebeurt. Neem de kinderen mee naar buiten zodat ze zien waar de melk vandaan komt en waar de schapen leven.”


Almerik, 32 jaar: “Dat vind ik goed. Als je er eerder mee begint, zit er minder druk op. Als het kind zelf aangeeft dat hij het leuk vindt, dan is het goed en moet je het stimuleren. Als kinderen het niet leuk vinden, dan hebben ze nog genoeg tijd om het later alsnog te leren.” Marina, 33 jaar: “Onze eigen dochter zit nu in groep twee en krijgt al Engels. Ze vindt het geweldig! Volgens mij kan het dan geen kwaad. Hoe jonger, hoe leergieriger het kind nog is.”

Bob, 52 jaar: “Vanaf het moment dat het kind geboren is, leert het zich eigenlijk al ontwikkelen. Sommige kinderen komen op de basisschool met een taalachterstand. Als thuis niet genoeg taal wordt geoefend, denk ik dat school daar een middel in kan zijn om net dat stukje meer te geven wat ze thuis niet krijgen. Daarnaast leer je ook delen en spelen met anderen.”

Gert-Jan, 22 jaar & DJ, 21 jaar: “Ik heb niks tegen een kind uitdagen om iets te leren, maar het moet niet gedwongen worden. Als het in een instantie gebeurt, heb ik het idee dat het kind gedwongen wordt. Kinderen moeten meer vrijheid krijgen om te ontdekken wat ze leuk vinden. Ouders moeten thuis aan kinderen vragen: Wil je dit proberen?”

Mustafa, 40 jaar: “Wij zijn zelf met onze dochter ook al vroeg begonnen met dingen aanleren. Ze gaat naar de crèche omdat wij willen dat ze sociale vaardigheden leert, dat is voor ons heel belangrijk. Rekenen et cetera leren ze uiteindelijk wel vanaf de basisschool, dat hoeft nu nog niet.”

Cherryl, 27 jaar & Hester, 25 jaar: “Ik vind het goed. We gaan er toch wel naar toe dat kinderen, net als in België, vanaf tweeënhalf jaar al naar school gaan. Aan de ene kant vind ik het goed, maar je moet ze ook kind laten zijn. De leeftijd waarop je moet beginnen met het aanleren van schoolse vaardigheden verschilt per kind. Je kan een kind niet dwingen.” Door Bente en Isaben

Door Bente en Isaben 31


Pedagogiek over de Grens Opvoeding in Italië

Italië is het land waar iedereen katholiek is, pizza eet en opera zingt en waar de moeder heel de dag in de keuken staat met een schort voor. Althans, dat is wat veel mensen denken. Naast deze clichés is het ook het land van een betrokken, maar toch strenge opvoeding en het land waar de meeste kinderen bij hun ouders blijven wonen tot ze een jaar of 25 zijn. Om door sommige stereotypes heen te breken of om ze juist te bevestigen, heeft de Tabula Scripta via Italiaanse connecties een klein onderzoek onder 54 hoogopgeleide ouders uit Milaan gedaan. We hebben ze een aantal vragen voorgelegd en met de resultaten hiervan hopen we een interessant en leuk beeld te geven van de opvoeding in een ander land. Er zijn meer verschillen dan men denkt tussen een land als Nederland en andere Europese landen, zoals Italië. Ons onderzoek gaat echter niet over het gehele land, maar alleen over het Noorden, namelijk over de stad Milaan. Hier zijn mensen hoog opgeleid, minder gelovig en brengen ze minder tijd in de keuken door. We hebben een groep ouders vragen gesteld over een aantal onderwerpen om een beeld te kunnen scheppen van de opvoeding in Milaan.

Het geloof speelt een grote rol Italië is een katholiek land. Vooral in het Zuiden is dit zeer sterk te merken: alle kinderen worden gedoopt en in de opvoeding speelt het geloof een grote rol. In het Noorden komt dit ook voor, maar minder. Dit is vergelijkbaar met Nederland: in het Zuiden zijn de mensen van oorsprong katholiek, in het Noorden veel minder. 20% van onze ondervraagden gaf zelfs aan helemaal geen religie mee te laten spelen in de opvoeding. Dit is iets wat in Nederland in de 21ste eeuw heel normaal is, maar in Italië nog een vrij nieuw en modern idee is. Daarnaast is het in Nederland heel normaal dat jongeren tijdens de studie uit huis gaan. In Italië wordt er veel waarde gehecht aan de economische onafhankelijkheid op het moment van op jezelf wonen. In Nederland leven studenten van de studiefinanciering, een bijbaantje en af en toe een extraatje van hun ouders. In Italië wordt van de kinderen verwacht dat ze thuis blijven wonen totdat ze in staat zijn het op zichzelf wonen volledig zelf te kunnen bekostigen. Ook wordt ook het hebben van een vaste relatie of het vooruitzicht van een huwelijk als een reden gezien om uit huis te gaan. Deze twee redenen zijn redenen die in Nederland 50 jaar geleden gegeven werden, maar in Italië gaat het er in veel gezinnen nog steeds zo aan toe. 32


Een van de moeders uit ons onderzoek vond het idee dat haar - nu achttienjarige zoon - ging studeren in een andere stad en daardoor het huis uit moest, geen fijn idee. Om te kijken hoe streng Italiaanse ouders zijn voor hun kinderen hebben we gekeken naar de manier waarop ouders het kind aanpakken als het slecht gedrag vertoont en niet luistert. Daarnaast zijn we ook ingegaan op de houding van de ouders tegenover het kind. In de meeste gevallen reageren ouders niet extreem boos of streng in situaties waar het kind iets doet wat niet mag. Als het gedrag echter uit de hand loopt en een diepere oorzaak kan hebben (zoals agressie) zullen de ouders echter wel streng optreden. Dit is niet bijzonder, want veel ouders in Nederland doen dit ook. Als het gaat om de manier waarop

ouders zich opstellen tegenover hun kinderen, zijn er wel opvallende zaken te noemen.

‘‘ Een gezin is geen democratisch instituut’’ Eén van de ondervraagden vertelde het volgende: “Wij zijn er van overtuigd dat een gezin geen democratisch instituut is en dat kinderen begeleiding nodig hebben. Ze moeten niet belast worden met het maken van keuzes en met het nemen van moeilijke beslissingen. Dit moet voor ze gedaan worden, om ze de emotionele energie te geven om volwassen te worden. Het gaat er meer om dat we ons op een manier gedragen die de kinderen inspireert, dan dat we ze gaan vertellen wat ze wel en niet moeten doen.” Dit is wel een verschil met ouders in Nederland. In Nederland hebben kinderen over het algemeen meer vrijheid als het gaat om het maken van keuzes en kunnen ze opener zijn tegen hun ouders over wat ze wel en niet willen. In Italië zijn de meeste ouders

uit ons onderzoek ervan overtuigd dat de relatie tussen ouders en hun kinderen wordt bepaald door de ouders. De ouders bepalen de regels, hun mening is belangrijker dan die van de kinderen en de ouders nemen de beslissingen.

Ze moeten zelf leren hun taken te kunnen volbrengen Als het gaat om school zijn Italiaanse ouders wat betreft begeleiding te vergelijken met de meeste Nederlandse ouders: ze zijn betrokken bij de toetsen en opdrachten die leerlingen moeten doen voor school. Hoe ouder de kinderen worden, hoe minder betrokken de ouders zijn. Het is niet dat het ze dan niet meer interesseert, maar ze vinden het belangrijk dat de kinderen zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun schooltaken en zich voorbereiden op latere studies. Kinderen hebben in het begin begeleiding nodig, maar uiteindelijk moeten ze leren zelf hun taken te kunnen volbrengen. Over het algemeen zijn de uitkomsten zowel bevestigend als ontkrachtend voor de stereotypes. Het idee dat Italiaanse ouders hun kinderen graag dicht bij zich houden klopt. Dat blijkt uit het feit dat Italiaanse kinderen lang thuis blijven wonen. Ook het feit dat de ouders de overheersende rol hebben thuis, laat zien dat het draait om de mening en verwachtingen van de ouders. De kinderen moeten ervoor zorgen dat ze aan deze verwachtingen voldoen. Als het gaat om geloof en de begeleiding bij schooltaken, is Italië juist heel vergelijkbaar met Nederland. Het stereotype van de Italiaanse moeder die alles beslist en veel kookt, kan deels bevestigd worden, maar er moet wel worden bedacht dat het minder zwart-wit is dan de meeste mensen denken. Door Véronique 33


Recept In de vorige Tabula hadden we een low-budget maaltijd gemaakt met een pasta en een kersentoetje. Soms wil je ook eens iets anders dan een simpele pasta, maar wil je toch niet veel geld uitgeven. Daarom hebben we deze keer een voorgerecht en hoofdgerecht die je niet elke dag eet, maar die toch voor een studentenprijsje te maken zijn! Courgettesoep De boodschappen zijn gedaan bij Hoogvliet. Als voorgerecht hebben we courgettesoep gemaakt. Hier heb je het volgende voor nodig: Voor 4 personen: 1 courgette €1,39 500 ml kippenbouillon (1 blokje) 1 pakje met 8 blokjes €0,85 2 eetlepels groene pesto 1 potje à €0,89 200 ml melk 1 liter à €0,59 ------------------------------------------------------------------ €3,72 Snijd een ui en de courgette in stukjes en fruit dit samen in hete olie. Voeg de bouillon en de pesto toe en kook de courgette in ca. 8 minuten zachtjes gaar. Pureer de courgette met het vocht met de staafmixer tot een gladde soep en meng de melk erdoor. Warm de soep nog even op en voeg zout en peper naar smaak toe. Tip! Wanneer je de soep serveert in een kommetje, doe hier dan een reepje gerookte zalm in. Met één courgette is het een lichte soep die lekker is als voorgerecht. Je kunt ook meerdere courgettes gebruiken, dan wordt de soep iets dikker en kun je hem met een broodje en salade erbij opdienen als maaltijdsoep! Gnocci ovenschotel Als hoofdgerecht hebben we een ovenschotel met gnocchi en aubergines gemaakt. Gnocchi is een Italiaanse pastasoort, het zijn ovalen balletjes van aardappel en tarwemeel.

34

voor 4 personen: 1 pak gnocchi €1,89 2 aubergines €2,38 1 potje zongedroogde tomaatjes €1,69 1 pakje geitenkaas €2,65 ------------------------------------------------------------------ €8,61 Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius. Breng water aan de kook in een ruime pan en voeg een stuf zout toe. Doe de gnocchi hierin, na enkele minuten komen ze bovendrijven en dan zijn ze gaar. Gnocchi laten uitlekken in een vergiet en afspoelen met koud water. Snijd de aubergines in dobbelstenen. Een teen knoflook pellen en fijnsnijden. Verhit olijfolie in een koekenpan en verhit hierin de aubergine met knoflook. Strooi daarna een theelepel rozemarijn eroverheen. Laat de zongedroogde tomaatjes uitlekken en schep ze door de aubergine. Schep nu de gnocchi en het auberginemengsel in een ovenschaal. Verkruimel de geitenkaas erover. Zet de schotel 15 minuten in de oven tot het goudbruin is.


Leuke uitspraken Af en toe hoor je dingen in de collegezaal waarvan je denkt, zei de docent dat echt?! De Tabula redactie heeft de afgelopen tijd goed opgelet tijdens colleges en heeft een aantal leuke uitspraken voor jullie verzameld. IPO 2: Docent over een stelling over IPO 2: Student: “Wat als een kind mannen: ‘’Wie is het met mij eens?’’ tweetalig wordt opgevoed?” Docent: (Er gaan twee handen de lucht in) “Dat is hartstikke slecht natuurlijk! Docent: “Nu moeten de mannen wel Nee, wat is precies je vraag?” hun handen opsteken en mij bijstaan, anders sta ik hier zo in m’n eentje”. IPO 2: “Kennen jullie professor ……? Dat is de vrouw op deze foto. Met dat grote hoofd.” Studenten lachen. “Ik bedoel dat de foto is ingezoomd, niet dat ze een groot hoofd heeft, hoor!”

IPO 2: “Jullie zijn wat onrustig dus of dat betekent dat jullie me niet goed horen of dat het saai is. Horen jullie me wel goed?” Collegezaal lachend: “Ja!” Docent: “Oh..”

IPO 2: Laat een afbeelding zien. “Dit is dus een kikker, zie je dat? Ik zag het vorig jaar serieus pas voor het eerst dat het dus een kikker is en ik gebruik deze sheet al tien jaar!”

IPO 2: Mannelijke docent: “Zijn er ook mannen in de zaal? Ah, gelukkig! Want ik werk alleen maar met vrouwen, al mijn collega’s zijn vrouwen, mijn studenten zijn vrouwen, zelfs in mijn gezin zijn het allemaal vrouwen. Jullie moeten me dus bijstaan.”

Winnaar Tabula prijs! We hebben de eerste winnaar van de Tabula prijs mogen benoemen! Anique Zonneveld heeft het woord in de eerste Tabula geraden. Gefeliciteerd, Anique! Veel plezier met jouw prijs! Voor de geïnteresseerden, het woord was tweeduizendvijftien. Wil jij ook zo’n leuke prijs? Zoek alle letters in de ballonnetjes, maak er een woord van dat te maken heeft met deze editie en stuur het woord op naar tabulascriptacommissie@gmail.com Wie weet mag jij de volgende keer de prijs op komen halen!

35


36


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.