Leidraad oktober 2020

Page 1

NR. 3  2020

Leidraad ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

1

ALUMNIMAGAZINE NR. 3 2020

Olympisch roeier Boudewijn Röell

‘Ik wil a ­ ltijd de beste versie van mezelf zijn’

Leids coronaonderzoek:

Wat is er bereikt?

Dossier

2030

De wereld over tien jaar


Leidraad

tribuut 2

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2020

TEKST: LIZA JANSON, FOTO: HIELCO KUIPERS

Ús Bertus

Het is bijna te cliché om een verhaal mee te beginnen, maar wie de Friese bakkerij Ús Bertus binnenstapt, ontkomt niet aan de geur van versgebakken brood. Terwijl aan de gevel aan de Groenhazengracht de Friese vlag wappert, vliegen binnen suiker- en desembroden over de toonbank. En dat al bijna 90 jaar lang, vanaf het moment dat de heer Zwerver in 1933 besloot een Friese bakkerij in Leiden te openen. Waarom hij voor Leiden koos is nog altijd een raadsel. ‘Niemand die het weet’, zegt de huidige eigenaar. De bakkerij is al jaren een paradijs voor studenten. Tijdens de open dag van de universiteit loopt menig alumnus met zoon of dochter het winkeltje binnen ter voorbereiding op hun studententijd in Leiden. Dan verhaalt vader of moeder over hoe die hier ’s nachts voor de deur

om croissantjes stond te bedelen. Ook voor alumna Mirjam Sombroek is het winkeltje een begrip. Ze komt er al sinds haar studententijd. Vanuit Friesland vertrok ze – na een studie in Parijs – naar Leiden om er te studeren en al snel ontdekte ze ‘het Friese bakkertje’ om de hoek bij de faculteit. ‘Ik was al blij als ik de Friese vlag zag, het voelde een beetje als thuis.’ Wekelijks, misschien wel vaker, liep ze er binnen voor een Fries suikerbrood. ‘Het lekkerste dat er is. Ik miste dat, daarom kwam ik er zo vaak.’ Nog altijd komt ze regelmatig in de bakkerij, al is dat nu meestal de andere vestiging, in de Doeza­straat. Als ze haar ogen dichtdoet, herinnert ze zich nog goed de sfeer van toen, in haar studententijd. ‘De toonbank, alle broden, de geur. Niks zo lekker als versgebakken brood.’


3

binnenkomer

Klimaatverandering zet de manier waarop we, wereldwijd, met elkaar zijn verweven in de spotlights. We worden gedwongen kritisch te kijken naar de manier waarop we ons verhouden tot degenen die nu het minst profiteren – of zelfs schade ondervinden – van de manier waarop we wereldwijd met elkaar samenleven.

Tim Meijers, filosoof / 34


inhoud NR. 3  2020

○ Tribuut

Ús Bertus

23

Dossier 2030

/2

○ Carel houdt woord / 5 ○ Kort nieuws / 6

○ Eén studie twee wegen / 14 ○ Geven / 16 ○ Interview

Boudewijn Röell / 18

○ Mijn kamer

Stadsbouwhuis / 22

○ Terug in de banken

Webinars / 35

○ Signalen van faculteiten

en verenigingen / 40

○ De jonge wetenschapper

Barbora Budinská / 46

○ Cleveringabijeenkomsten

2020 / 48 ○ Werkplek van Ratna Mahabier / 49 ○ Lezen, luisteren, doen / 50

36

Studeren in tijden van corona ‘We doen iets heel nieuws’

8-13

Corona en de universiteit

○ interview Eric Snijder

○ corona onderzoek LUMC


Leidraad is een uitgave van de directie Strategische Communicatie & Marketing/Development en Alumnirelaties van de Universiteit Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar. Uitgever: Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumni­relaties en Fondsenwerving Concept: Fred Hermsen (Maters en Hermsen) Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en vormgeving: Stephan van den Burg, Marjolijn Schoonderbeek (Maters en Hermsen) Lithografie: Studio Boon Tekst: Fred Hermsen, Malou van Hintum, Arno van ’t Hoog, Liza Janson, Marijn Kramp, Job de Kruiff, Nienke L ­ edegang, Wilke Martens, Nicolline van der Spek, Annette Zeelenberg Foto cover: Frank Ruiter Fotografie: Taco van der Eb, Marc de Haan, Hielco Kuipers, Bram Petraeus, Marius Roos, Frank Ruiter, Monique Shaw, Edwin Weers Coördinatie Universiteit Leiden: Wendy Persson Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden Twitter: @leidenalumni Website: www.universiteitleiden.nl/alumni Oplage: 81.000 Adreswijzigingen: wijziging@alumni.leidenuniv.nl Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.

klimaatneutraal

5

Carel Stolker bij het Pesthuis.

Vijf jaar geleden nodigde de Universiteit van Granada een a ­ antal Europese rectoren uit om een vooruitblik te schrijven op het jaar waarin ze 500 jaar oud zou worden: 2031. Ik was een van die ­rectoren. En natuurlijk vroeg ik me ook af hoe onze eigen universiteit er dan uit zou zien. Ik keek vooral naar bedreigingen. Het was immers de tijd van de ‘disruptive innovations’. En zo schreef ik over de genadeloze opkomst van de MOOCs, de ­massive open online courses. Ik dacht aan een verschrikkelijke schending van de wetenschappelijke integriteit waardoor onze universiteit wereldwijd de risée onder de academies zou worden. Ik stelde me een plotselinge campus voor van de Universiteit van Oxford in Leiderdorp of Den Haag. Ik dacht aan een rijksoverheid die het helemaal gehad had met haar universiteiten. Eén bedreiging kwam in mijn stuk niet voor: een pandemie. Niet aan gedacht. Stom, want voor de Leidse Universiteit is corona niet de ­eerste epidemie. De meest ingrijpende was de pest in 1635. Mare schreef er onlangs over, in een mooi drieluik. Door het grote a ­ antal slacht­offers en omdat veel mensen de stad ontvluchtten werden college­zalen steeds leger. Om verdere uitloop te voorkomen, deden de curatoren een dringend verzoek aan alle professoren: “kom terug!”. De andere zorg was het terughalen van studenten. De meesten waren naar Utrecht gevlucht, en daarom besloot die stad zelf een universiteit te stichten – een derde binnenlandse concurrent voor Leiden. Zo zie je maar, terugkijkend: uit ellende kán iets moois ontstaan. Misschien is dat een mooi houvast voor de toekomst, waar onze universiteit zich volop mee bezighoudt. Niet door in een glazen bol te ­kijken, maar door te onderzoeken en doceren wat we denken dat ons te wachten staat. Dat leert ons hoe we ons kunnen gedragen, waar we ons op moeten voorbereiden, hoe we kunnen bijsturen waar nodig. Het is niet toevallig dat we voor deze Leidraad, midden in een belangrijke episode in onze geschiedenis, met enkele onderzoekers vooruitblikken naar het jaar 2030. Niet door stellig te verkondigen hoe de wereld er dan uitziet – we weten niet eens wat morgen ons brengt – maar door met ze te verkennen met welke scenario’s we rekening kunnen houden. Prof.mr. Carel Stolker is rector magnificus & voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden

natureOffice.com | NL-077-863852

gedrukt

Leidraad

FOTO: MARC DE HAAN

COLOFON

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Carel houdt woord

NR. 3  2020

@CarelStolker


kort

NR. 3  2020

Bibi Dumon Tak gastschrijver

Sluiter KNAWpresident Ineke Sluiter, hoogleraar Grieks aan de Universiteit Leiden, is sinds juni de nieuwe president van de KNAW. Ze was al twee jaar vicepresident. Bij de aanvaarding van haar presidentschap zei Sluiter dat veel van ­datgene waar de KNAW voor staat in deze tijd

alleen maar prangender is geworden. Een groot publiek kijkt mee over de schouders van wetenschappers. Ze vindt het belangrijk om uit te leggen hoe die wetenschap werkt: wat is de rol van onzekerheid, van debat, en het proces van ‘failing forward’ – fouten maken en juist

daardoor vooruit komen. Als speerpunten voor de KNAW noemt Sluiter wetenschappelijke ex­ cellentie, die floreert bij inclusiviteit en diversiteit aan talenten, maatschappelijke betrokkenheid, en internationalisering. Ook wijst ze op de kwetsbare positie van jonge onderzoekers.

Auteur Bibi Dumon Tak is dit najaar de gastschrijver van de Universiteit Leiden. Ze is bekend van haar jeugdliteratuur, veelal non-­fictie, maar schrijft ook romans voor volwassenen. Eerder dit jaar verscheen De dag dat ik mijn naam veranderde, een boek over haar overleden zus dat veel media-­ aandacht kreeg. Dumon Tak verzorgt dit najaar een collegeserie onder de titel De waarheid in verhalen. Vast onderdeel van het gastschrijverschap is ook de Albert Verwey-lezing, die zij op 19 november om 17.00 uur zal geven. Nadere informatie, ook de eventuele beperkingen vanwege corona, volgt in de agenda­ berichten van de universiteit.

Ottow voorzitter, Bijl rector Annetje Ottow wordt per 8 f­ ebruari 2021 voorzitter in het college van bestuur van de Universiteit Leiden. Zij is de eerste vrouw op die post. Prof.mr. Annetje Thecla Ottow (1965) is momenteel vice-voorzitter van het college van bestuur aan de Universiteit van Utrecht, waar zij e ­ erder decaan was van de faculteit Rechtsgeleerdheid, Economie, Bestuur en Organisatie. Ook is zij hoogleraar Economisch Publiekrecht. Deze leerstoel gaat ze in Leiden bekleden bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Ottow is een Leids alumna: zij studeerde er cum laude af in het bedrijfsrecht. Met Ottows benoeming telt het college van bestuur twee

vrouwen. Eerder werd al bekend dat Hester Bijl, de huidige vice-­rector, de nieuwe rector wordt. Carel S ­ tolker treedt op de komende dies n ­ atalis, 8 februari, na acht jaar terug als ­rector magnificus en voorzitter van het c ­ ollege van bestuur. Hij gaat met ­emeritaat. Per die datum heeft de ­universiteit een ander besturingsmodel, waarbij de functie van voorzitter en rector magnificus gescheiden zullen zijn. Het college van bestuur is dan als volgt samengesteld: Prof.mr. Annetje Ottow voorzitter Prof.dr.ir.drs. Hester Bijl rector magnificus Drs. Martijn Ridderbos vice-voorzitter


Leidraad

7

Maarten Biesheuvel (1939-2020)

Inclusief onderwijs en onderzoek, een veilige en toegankelijke leer- en werkomgeving en een goede afspiegeling van de samenleving. Dat zijn de doelen in het werkplan D ­ iversiteit en Inclusie, dat de universiteit deze zomer heeft vastgesteld. Het is geschreven door diversity officer Aya Ezawa en beschrijft de stappen die de komende jaren worden gezet. Meer vrouwen aan de top is een vanzelfsprekende ontwikkeling. Ook het aantal internationale ­docenten en ­studenten groeit flink in de m ­ eeste faculteiten. Maar naast gender, ­nationaliteit en etniciteit gaat het ook om seksuele oriëntatie, gezond-

heid, beperkingen, religie, leeftijd en ­sociaaleconomische achtergrond. Bovendien: ‘Een diverse g ­ emeenschap is niet automatisch een i­nclusieve gemeenschap waar iedereen zich thuis voelt en zijn of haar talenten volledig kan ontplooien’, benadrukt Ezawa. De recente Black Lives Matter-­ protesten onderstrepen het belang de structurele oorzaken van ongelijkheid, en met name institutioneel racisme, aan te pakken. Dit najaar zijn er ­trainingen op het gebied van ­onbewuste vooroordelen, inclusief onderwijs en curricula. Alle mede­ werkers kunnen trainingen volgen die hen bewust maken van hun eigen vooroordelen in werving en selectie.

Nieuwe LUF-directeur Sinds 1 juli is L ­ ilian Visscher ­directeur van het Leids ­Universiteits Fonds (LUF). Ze was eerder interim-directeur en bekleedt deze functie nu permanent. Ze combineert haar n ­ ieuwe functie met haar oude; Visscher blijft ook aan als d ­ irecteur alumni­ relaties en fondsen­werving bij de Universiteit Leiden en is hoofd­ redacteur van Leidraad.

Spinoza- en Stevinpremie voor LUMC-hoogleraren De Leidse hoogleraar ­Chemische Immunolo­ gie Sjaak Neefjes heeft in juni een van de vier NWO ­Spinozapremies toegekend gekregen.

De volgens de Spinoza­ commissie ‘uitzonderlij­ ke wetenschapper met een intelligente stout­ moedigheid’ gebruikt de 2,5 miljoen euro voor

zijn onderzoek naar anti-­ kankermedicijnen met minder schadelijke bijwer­ kingen. Zijn collega Ton Schumacher, als hoog­ leraar Immuuntechno­

logie verbonden aan de Universiteit Leiden, het LUMC en het Antoni van Leeuwen­hoek, krijgt de Stevin­premie, die eenzelf­ de omvang heeft.

FOTO’S: ANP, KOOS BREUKEL, ISTOCK

Werkplan over diversiteit en inclusie

Op 30 juli overleed Maarten ­Biesheuvel (Rechten, 1960-1970). Biesheuvel schreef als student onder meer voor het verenigingsblad van Catena en voor het Leids Universiteits Blad. Hij d ­ ebuteerde in 1972 met de bundel In de bovenkooi en geldt als een van de beste korteverhalenschrijvers uit de Nederlandse letteren.


corona

NR. 3  2020

Afstuderen op 1,5 meter Van de redactie Het zal u niet ­verbazen: in deze Leidraad is corona overal. We belichten het onderzoek dat in ­Leiden naar het virus wordt gedaan, laten zien hoe het universitair onderwijs in aangepaste vorm doorgaat en kijken met wetenschappers vooruit. Naar een tijd waarin de pandemie hopelijk achter ons ligt, maar misschien wel van blijvende invloed op de samenleving is geweest. Evenementen die in dit nummer worden aangekondigd, zijn onder enig voorbehoud. Tegelijk is er meer dan ooit waar u online bij kunt zijn. Bij promoties en oraties zitten momenteel wat minder mensen in de zaal, maar soms honderden ‘bezoekers’ achter een beeldscherm. En zo kunt ook u dit najaar bij interessante lezingen en zelfs de Cleveringabijeenkomsten over de hele wereld zijn. Zien we u daar?

In 2017 ging de nieuwe Engelstalige track Arts, Media and Society van start, als onderdeel van de bacheloropleiding Kunstgeschiedenis. De studenten die daar toen aan begonnen konden niet bevroeden hoe hun afstudeerceremonie er anno 2020 uit zou zien. Eind augustus namen 17 kandidaten plaats in het Groot Auditorium van het Academie­gebouw, ieder met maximaal twee familieleden. Ondanks ­corona was het beeld vertrouwd: opge­ dofte kandi­daten, mooie speeches, bloemen en felicitaties. En alles netjes op anderhalve meter afstand.

DRIE VRAGEN AAN

Jacco Wallinga Hoofd afdeling modellering bij het RIVM en hoogleraar Mathematische modellering van infectieziekten bij het LUMC.

1

Uw RIVM-werk heeft waarschijnlijk even de overhand? ‘Ja, op het moment zijn veel van mijn LUMC-activiteiten gelukkig overgenomen door collega’s. Wat mijn afdeling van het RIVM doet, zijn alle berekeningen die met infectieziekten te maken hebben. Hoeveel tests er nodig zijn en wat we kunnen verwachten aan bron- en contactonderzoek. En ook de berekening van het reproductiegetal, een term die iedereen opeens kent.’

2

Wat is voor u het bijzonderste aan corona? ‘Dat is niet een eigenschap van het virus zelf, maar de schaal waarop het zich afspeelt. Door deze infectie zijn heel

veel mensen in het ziekenhuis of op de IC beland, hoewel dat nu redelijk onder controle lijkt, en heeft iedereen zijn gedrag moeten aanpassen. En ook het feit dat we als RIVM zo in het middelpunt van de belangstelling staan. We krijgen veel kritiek, maar ook aanmoedigingen. En mails van bijvoorbeeld gepensioneerde wiskundigen die ons hun rekenwerk aanbieden. We hebben het gevoel dat 17 miljoen mensen meekijken. Daar moet je mee om leren gaan. Wij zijn gewend dat de ­berekeningen zelf het belangrijkst zijn, nu is dat eerder het verhaal bij de berekening.’

3

Hoe staan we er begin oktober voor, denkt u? ‘Dat kunnen wij niet uitrekenen. Wij gebruiken de resultaten van de teststraten als input en rekenen een paar dagen vooruit. Je weet nooit wat er over een maand gebeurt. Doordat het een nieuw virus is, maar ook doordat een van de grootste factoren het gedrag van mensen is, en dat is moeilijk te voorspellen. In oktober gaan we zien of er een effect is onder de studentenpopulatie van het hoger onderwijs dat nu weer begint.’


FOTO: MONIQUE SHAW

CORONADOSCORONASIER DOSSIER

Duizenden steunen #wakeuptocorona De crowdfundingsactie #wakeupto­ corona heeft meer dan een m ­ iljoen euro opgebracht. Mede dankzij die grote opbrengst kon het LUMC het onderzoek naar virusremmers, ­ andere geneesmiddelen en naar kandidaat-vaccins uitbreiden. De actie begon in maart en was een enorm succes. Duizenden donateurs uit heel Nederland en daarbuiten ­droegen bij. Medio juli werd de grens van een miljoen doorbroken. De donaties maakten een tweede, veilig laboratorium mogelijk voor de groep van prof.dr. Eric Snijder. Ten minste negen nieuwe onderzoeks­ projecten zullen hiervan profiteren. De actie #wakeuptocorona, een initiatief van het Leids Universiteits Fonds en de Bontius Stichting van het LUMC, gaat door om nog meer onderzoek mogelijk te maken.

Op de website van de universiteit verschijnen bijna dagelijks nieuwe artikelen. Met nieuws over onderzoek dat gaande is, duiding door Leidse wetenschappers en blogs over ons gedrag. Een paar voorbeelden: Hoogleraar ondermijnings­ studies Pieter Tops vertelt over de impact van corona op de drugscriminaliteit. ‘ The importance of c ­ offee breaks’, een blog van psycho­ loge Susanne Asscheman. Een pleidooi van hoog­leraar gezondheidspsychologie ­Andrea Evers voor concrete informatie bij de persconferenties over de coronamaatregelen.

universiteitleiden.nl/ corona

‘Lessen voor de volgende keer’ Heeft Nederland de corona­ crisis goed aangepakt? Een groep auteurs onder wie de ­Leidse hoogleraar A ­ rjen Boin analy­ seerde de Nederlandse aanpak. Het in juli verschenen boek COVID-19. Een analyse van de ­nationale crisisrespons leest als een spannende reconstructie. Van de eerste berichten over het raadselachtige virus in C ­ hina tot het voorzichtig opheffen van de intelli­ gente lockdown in Nederland. De auteurs – Arjen Boin, W ­ erner ­Overdijk, C ­ haron van der Ham, ­Jessy ­Hendriks, ­Dionne Sloof – zijn allen L ­ eidse ­alumni. Ze geven toe dat het verleidelijk is om met ‘de wijsheid van achteraf’ erin te

­ rijven hoe Nederland meer levens w had kunnen besparen. Carnaval, skivakanties, concerten, sport: ­volgens de critici hadden ze weken ­eerder geannuleerd moeten worden. De vraag is of Nederlanders in de vroege fase zo gehoorzaam hadden geluisterd. De auteurs willen dan ook niet de schuldvraag centraal stellen, maar formuleren lessen. Enkele daarvan: herken de crisis op tijd (door i­nternationale samenwerking), leer leven met onzekerheid (maar zorg voor data), toon politiek leider­schap, gebruik de expertise van defensie. Hopelijk nemen de crisis­leiders deze lessen ter harte, zodat Nederland klaar is voor de volgende golf of ­pandemie.


10

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Het virus ontrafeld

NR. 3  2020


NR. 3  2020

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

De onderzoeksgroep van hoogleraar Moleculaire virologie Eric Snijder (LUMC) doet al decennia onderzoek naar coronavirussen. In maart raakte hun werk in een ongekende stroomversnelling. De eerste nieuwe resultaten zijn daar: inzicht in hoe het virus zich vermenigvuldigt.

O

f hij druk voelt, nu de hele wereld op een oplossing hoopt, en werkt hij daar dag en nacht aan? ‘Ach, de wereld heeft meer problemen dan virussen alleen. Al maken we inderdaad nog meer overuren dan anders. We proberen bij te dragen wat we kunnen’, zegt Snijder nuchter. Toch beaamt hij dat het een vreemde gewaar­ wording was, toen zijn vakgebied het afgelopen jaar opeens uitgroeide tot booming business. ‘Pas nu we een wereldwijd probleem hebben – iets waarvoor virologen al jaren waarschuwden – gaat de geldkraan wagenwijd open.’

TEKST: MALOU VAN HINTUM

Corona had snel de hele wereld in zijn greep. Hoe komt dat? ‘Dat heeft met veel factoren te maken, zoals de enorm toegenomen mobiliteit, de bevolkingsdicht­ heid, de manier waarop we met dieren omgaan. En toeval of pech speelt een rol. Vaak krijgen virussen die overspringen naar een nieuwe gast­ heer, geen voet aan de grond. Maar als dat wel lukt, opereren ze heel geraffineerd. Ze kennen als het ware het wachtwoord en de pincodes van onze cellen: ze komen binnen, kopiëren hun genoom in de cel, vertrekken weer, en verspreiden zich ver­ volgens in een hoog tempo in het lichaam. En wij, de gastheer, zijn niet bestand tegen de snelheid waarmee dat gebeurt.’ Uw groep heeft recent ontdekt hoe het nieuwe genoom de membraanstructuren verlaat waarin het in de geïnfecteerde cel wordt aangemaakt. ‘Het virus maakt zelf een doorgang naar b ­ uiten. Het zou natuurlijk mooi zijn als we die route ­kunnen blokkeren, dus deze ontdekking biedt

in elk geval een nieuw aanknopingspunt voor de ­ontwikkeling van virusremmers.’ De wereld lijkt helemaal gefocust op vaccins, over virusremmers hoor je veel minder. ‘Ze zijn allebei nodig. Met vaccins kun je infecties voorkomen, maar de ontwikkeling kost tijd. Virus­ remmers zijn vooraf al te ontwikkelen en kun je dus klaarleggen om een epidemie in de kiem te smoren. Een infectie voorkomen is uiteraard beter dan genezen. Maar omdat je moet afwachten met welk virus precies je te maken krijgt, kost het min­ stens één tot twee jaar om een vaccin te ontwikke­ len. Bij SARS-CoV-2, zoals het virus officieel heet, is er vrij snel voor gekozen om alleen het Spike-­eiwit na te maken en als vaccin te gebruiken. Of dat ook het beste vaccin oplevert, moet nog blijken. Bovendien kan het Spike-eiwit veranderen als de immuniteit in de bevolking groter wordt, om zo te ontsnappen aan de immuunrespons en zijn over­ levingskansen te vergroten.’ Hebben virusremmers een bredere werking dan vaccins? ‘Ja. SARS-CoV-2 is genetisch voor 80 procent ­identiek aan SARS-CoV-1. Dat betekent dat je in principe virusremmers kunt maken die werken tegen een aantal of misschien wel alle corona­ virussen. Virusremmers zijn moleculen die het virus zelf bestrijden door de eerste fase van de infectie te blokkeren. Dat virusremmers heel effectief kunnen zijn, zie je aan de overlevings­ kansen die de huidige behandeling biedt aan HIV-dragers.’ Hoe lang duurt het voordat je goed werkende virusremmers hebt? ‘Minstens vijf tot tien jaar. Maar dan zijn ze ook

11


12

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2020

Eric Snijder 1986 Biologie, cum laude, Universiteit van Utrecht 1991 Promotie, cum laude 2000 C.J. Kokprijs voor onderzoek aan nidovirussen 2007 ­Hoogleraar Moleculaire v ­ irologie, Leiden 2012 lid ­American Academy of ­Microbiology

meteen klaar voor gebruik als er een epidemie dreigt. Dat is het voordeel vergeleken met vaccins.’ Waarom duurt het zo lang? ‘Voor het ontwikkelen van een virusremmer heb je eerst een potentieel bruikbare hit nodig: een chemische stof met een bepaalde virusremmen­ de werking. Die kun je op drie manieren v ­ inden. Op dit moment screent een CARE-robot in L ­ euven 600.000 potentiële virusremmers. Dat zal een paar honderd hits opleveren, waarbij we niet weten of het medicijn een virale functie remt, of dat het de gastheercel beïnvloedt en misschien zelfs doodt. Dat laatste moet natuurlijk niet; de gastheer moet wel blijven leven. Uitpluizen hoe dat precies in elkaar zit, kost veel tijd. De tweede aanpak is het gericht ontwerpen van een geneesmiddel op basis van kennis van het virus. Maar gaat het dan ook werken in l­ evende cellen? De derde route is drug repurposing, het ­testen van al bestaande geneesmiddelen. Het bekendste voorbeeld daarvan is remdesivir, een ebola-remmer die ook coronavirussen enigszins blijkt te remmen.’ Wat is er naast medische interventies nodig om pandemieën als deze te voorkomen? ‘Zolang de mobiliteit zo hoog blijft, de wereldbe­ volking blijft groeien en we ons voedingspatroon niet veranderen, zullen er pandemieën blijven komen. Vijftien jaar geleden kon een uitbraak als SARS-1 nog net lokaal blijven, maar nu vliegen veel meer mensen en goederen de wereld rond. Daar­ om is er op internationaal niveau een integrale aanpak nodig waarin medische, sociale en econo­ mische perspectieven met elkaar zijn verknoopt. Nu reageert iedereen vanuit zijn eigen hokje. Dat gaat niet helpen.’ Wat verwacht u voor volgend jaar? ‘In 2021 zal de vaccinatie voor een deel van de wereldbevolking goed op dreef zijn, maar het virus zal zich intussen wel blijven verspreiden. Daarbij zal, net zoals nu, een veel groter aantal mensen immuun worden dan er overlijden.’

Onderzoek in de versnelling Eric Snijder ontvangt dankzij de coronapandemie meer subsidie. Hij kan zijn onderzoeksgroep met minstens tien onderzoekers uitbreiden. Er is een g ­ rote Europese CARE-subsidie om écht goede coronavirusremmers te ontwikkelen en uitgebreid te testen, mede als voor­ bereiding op ­toekomstige coronavirusuitbraken. De Leidse crowdfundingsactie #wakeuptocorona heeft dankzij vele donateurs maar liefst 1 ­miljoen euro opgeleverd. Dat geld wordt onder meer gebruikt om een tweede lab voor coronavirusonderzoek in te richten, waarin ook het CARE-project kan

worden uitgevoerd. ‘Dat basaal onderzoek zo tot de verbeelding kan spreken, heeft me verrast’, zegt ­Snijder. Had hij die weelde maar eerder gekend, voegt hij eraan toe. ‘Als er meteen na de eerste SARS-epidemie in 2003 voldoende geïnvesteerd was, hadden de virusremmers voor het huidige virus nu op de plank gelegen.’ Dat geld kwam er niet. Want SARS1 doofde uit, andere virussen maakten hun entree – de Mexicaanse griep, Ebola, MERS, Zika – maar die raakten de Europese wereld niet of nauwelijks.


Meer corona-onderzoek

13

Van medicijn- naar Covidonderzoek

Covid-19 bij kinderen

Meer dan vijftien afdelingen uit het LUMC werken samen in de zogenoemde BEAT-Covid trial. Dit ambitieuze project heeft tot doel om Covid-19 beter te begrijpen. De deelnemende afdelingen hopen vragen te kunnen beantwoorden over de rol van het afweersysteem en factoren die het beloop van de ziekte kunnen voorspellen om tot een geïndividualiseerde behandeling van patiënten te komen. De trial is uniek: artsen en onderzoekers werken samen in een groot onderzoek waarin verbetering van de zorg voor de patiënt met Covid-19 centraal staat.

Nederlandse kinderartsen zijn, onder leiding van het Willem-Alexander Kinderziekenhuis (WAKZ) in Leiden, begonnen met het systematisch verzamelen van gegevens van kinderen die in het ziekenhuis komen door een infectie met het coronavirus. Ze hopen hiermee meer te leren over de uiting, het verloop en de behandeling van Covid-19 bij kinderen. ‘Het lijkt erop dat Covid-19 bij kinderen milder verloopt, maar het is nog niet bekend hoe dat komt. Ook is o ­ nduidelijk of sommige kinderen die al een andere ziekte hebben, kwetsbaar zijn en wat de beste behandeling is’, aldus hoofdonderzoeker en kinderarts-immunoloog ­Emmeline Buddingh van het WAKZ. De onder­ zoekers werken samen met een taskforce van de N ­ ederlandse Vereniging voor ­Kindergeneeskunde.

Vaccinwerking De afdeling Medische Microbiologie van het LUMC onderzoekt de werking van een nieuw experimenteel vaccin tegen het coronavirus. Het onderzoek vindt plaats in samenwerking met het Leidse farmaceutische bedrijf Janssen, de ontwikkelaar van het kandidaat-vaccin. ­Janssen is onderdeel van het Amerikaanse moederbedrijf Johnson & Johnson. In het LUMC worden de immuun­ reacties getest die worden opgewekt door de kandidaatvaccins. Het onderzoeksteam van dr.ir. Marjolein Kikkert en prof.dr. Eric Snijder gaat tests ontwikkelen die toe­ gepast kunnen worden om aan te tonen of de door het vaccin geïnduceerde antilichamen kunnen voorkomen dat SARS-CoV-2, het virus dat Covid-19 veroorzaakt, de cellen binnendringt.

Ernstige symptomen of niet? Een van de veelbelovende onderzoeken van het ­Leiden Academic Centre for Drug Research (LACDR) is dat van hoogleraar Analytische Biowetenschappen ­Thomas ­Hankemeier. Met zijn onderzoeksgroep zoekt hij in ­bloedmonsters stoffen die voorspellen of patiënten ­ernstige Covid-19-symptomen zullen ontwikkelen of niet. Aan de hand van die kennis willen ze gerichte behandelingen aandragen om ernstige symptomen te voorkomen.

Covid Radar app Het LUMC verzamelt met de Covid Radar gegevens over klachten en het gedrag van mensen. Dit geeft een beter beeld van hoe de epidemie met het coronavirus zich in verschillende regio’s ontwikkelt.Ook deelnemen? De app is te downloaden via www.lumc.nl/covidradar.

Herseninfarcten en trombose Wetenschappers van het LUMC gaan onderzoek doen naar Covid-19 en herseninfarcten en veneuze ­trombose. Ze krijgen hiervoor twee subsidies van gezamenlijk 1,3 miljoen euro. Inmiddels is bekend dat bloedvaten van patiënten met een coronavirusinfectie verstopt kunnen raken door bloedstolsels. Dit verschijnsel heet trombose. Bij Covid-19 patiënten gaat het vaak om een ­longembolie of een trombosebeen. Ook kan een herseninfarct ­ontstaan als gevolg van deze infectie.

Hart-op-een-chip Onderzoekers van het LUMC gaan samen met ­collega’s van de Universiteit Twente een hart-op-een-chip gebruiken om de onbekende effecten van Covid-19 op het hart te meten. Met de technologie kan ook het effect van medicatie tegen Covid-19 op het hart worden geëvalueerd. De onderzoekers gebruiken bestaande hart-opeen-chip-­modellen, gemaakt van pluripotente stam­ cellen, om ­potentiële nieuwe medicijnen tegen Covid-19 te testen op hun effect op het hart. Tevens zullen ze bestaande ­modellen aanpassen, zodat ze geschikt zijn om het effect van een infectie met het SARS-CoV2-virus op het hart beter te begrijpen.


14

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

één studie

twee wegen Waar een studie toe kan leiden: Archeologie

NR. 3  2020

Jeroen Rensen (42) CV Collectiebeheerder RMO 1997-1999 Studie Geschiedenis, Leiden 2002-2011 Studie Archeologie, Leiden 2004-2015 Verschillende opgravingen en net zoveel bijbanen 2015-nu Collectiebeheerder Rijksmuseum van Oudheden

W

at voor student was je? ‘Ik ben een paar keer de focus kwijt­ geraakt, maar als ik mijn hoofd erbij hield schoot ik er makkelijk doorheen. Ik was geen feestbeest. Ik had een leuke vriendenkring aan de middelbare school in Voorburg over­­gehouden. Die heb ik behouden.’ Waarom stopte je met Geschiedenis? ‘Ik koos het omdat het een brede studie was, en juist dat keerde zich tegen me. Ik wilde graag de oude kant op, maar voor ik het wist deed ik Amerikanistiek. Ik ben een tijdje gaan werken en op een dag, in de spoelkeuken van een verzorgingstehuis, dacht ik: dit is natuurlijk ook niet de rest van het leven.’ Dus schreef je je in voor Archeologie? ‘Precies. Als klein ventje was ik altijd al met opgravingen bezig in Leidschendam. Ik had een enorme verzameling pijpjes, scherven en stenen. De studie vond ik vanaf dag één superleuk. Door veldwerktraining en practica kreeg ik snel het gevoel dat ik echt een vak aan het leren was. Het Nabije Oosten, het onderwerp van mijn eindscriptie, bleek een schot in de roos. Elk volk heeft daar door de eeuwen heen de meest fantastische dingen gedaan.’

Welke mensen zijn bepalend geweest voor je loopbaan? ‘Doctor Gerrit van der Kooij beschouw ik als mijn mentor in de archeologie. In mijn tweede jaar mocht ik al met hem mee op opgraving. Toen wist ik: dit is wat ik wil. Na mijn studie is Lucas Petit, van het RMO, bepalend geweest. Tijdens een van de opgravingen wees hij mij op de baan van assistent-collectiebeheerder. De vacature was nog intern, maar ik dacht: ik schrijf gewoon een brief. De rest is geschiedenis.’

TEKST: MARIJN KRAMP, FOTO’S: TACO VAN DER EB

Je meest bijzondere vondst? ‘Zonder twijfel een grafveld uit de ijzertijd. Dat was een unieke vondst in Jordanië. We vonden het op het moment dat we moesten opgeven. Iedereen was al vertrokken, alleen ik en een student waren nog bezig.’


15

Zander (37) CV Marco Pizzabakker en ondernemer 2000-2002 Bouwkunde Hogeschool Rotterdam (propedeuse) 2002-2010 Studie Archeologie, Leiden 2008 Freelance veldarcheoloog 2009-2013 Studie Sociologie, Rotterdam (niet afgemaakt) 2010-2012 Vastgoed & Makelaardij Hogeschool Rotterdam 2012 Catering in de zomer, begin van Old Scuola (parttime) 2015-nu Fulltime Old Scuola, in 2017 uitgebreid met restaurant

V

an Archeologie tot pizza’s, is er een v ­ erband? ‘Een heel dun lijntje is misschien dat mijn favoriete tijdperk het Romeinse rijk is. Plus dat ik gedurende mijn studie in een pizzeria werkte en later, tijdens opgravingen, tijd over had om andere dingen te ondernemen. Want zo is het begonnen. Toen ik 18 maanden in Oldenzaal aan een grafveld werkte, ben ik samen met een vriend op een braderie pizza’s gaan maken. Toen we binnen een paar uur uitverkocht waren, dachten we: hier zit meer in.’ Van het een kwam het ander? ‘Ja, en hoe! Het jaar erop trokken we met een ­trailer met houtovens het land door en ging het helemaal los. Pinkpop belde. Vervolgens ­Lowlands, North Sea Jazz en nu werken we in de zomer met 40 man van Berlijn tot Parijs op alle ­festivals. In het begin deed ik buiten het festivalseizoen nog opgravingen, studeerde er sociologie naast, en haalde mijn deelcertificaten in het vastgoed en makelaardij. Een beetje veel, ja. Vanaf 2015 werd Old Scuola zo groot dat het al mijn ­aandacht vergde. Toen ontstond ook het idee voor een flagship store voor onze pizza’s. In 2017 hebben we dat geopend. In Rotterdam.’ En dan ineens is er corona. ‘Bam! Heel heftig, ja. We zijn, toen we dicht ­moesten, gaan nadenken over onze basis. Dat zijn hele goede ‘Neapolitan style’ pizza’s. Daarmee gooiden onze chefs hoge ogen op internationale wedstrijden. Deze pizza’s verkochten we inmiddels overal, behalve in de supermarkten. Retail; daar zijn we nu dus mee bezig.’ Heb je nog contact met studiegenoten of de universiteit? ‘Niet echt. Ik liep al tijdens mijn studie een beetje uit de pas, deed er veel dingen naast. Daardoor ben ik nooit echt geworteld in het studentenleven. Wel heb ik nog veel contact met andere archeologen, mijn oude collega’s en opdrachtgevers. Die komen bij mij eten, of ik bij hen. Dan vieren we hun mooie vondsten. Want archeologie blijft natuurlijk fantastisch.’


16

Teruggeven aan onderwijs en onderzoek In de Verenigde Staten is schenken aan je alma mater heel gewoon. Maar ook bij ons dragen duizenden Leidse alumni met hun gift bij aan het onderwijs en onderzoek van hun universiteit. Dankzij die steun werken wetenschappers aan baanbrekend onderzoek op het gebied van gezondheid, veiligheid, duurzaamheid en andere maatschappelijke thema’s, en krijgen talentvolle studenten en jonge onderzoekers de kans hun ambities waar te maken.

Student lid

TEKST: NIENKE LEDEGANG

Jezelf iets geven op een andere manier

Safiya van den Berg studeert ­Politicologie en crisis & s­ ecurity management. ‘Het studentlidmaatschap van het LUF is eigenlijk jezelf iets geven op een andere manier. De vijf euro die jij per jaar betaalt, gaan rechtstreeks naar de studie – of studentenvereniging van jouw keuze. Wat mij extra aanspreekt is dat je ook kunt kiezen voor de ­Mandela Scholarship Fund. Dat geeft Zuid-Afrikaanse studenten de ­gelegenheid om hier te studeren. Ondertussen kan het LUF van alles voor je betekenen op het gebied van beurzen, stages en activiteiten. Een leuk extraatje is dat je een kortingskaart krijgt die korting geeft op lokale winkeltjes. Nee, ik heb geen moment geaarzeld om studentlid te worden en iets terug te doen voor de universiteit.’

Doneren

Het belang van ­wetenschap Lizi Xia ­studeerde BioFarmaceutische wetenschappen in Leiden en promoveerde in de moleculaire farmacologie. Nu werkt hij alweer enkele jaren op het Bio Science Park in L ­ eiden. ‘Ik werd gebeld door een student namens het Leids Universiteits Fonds met de vraag of ik ervoor voelde om te doneren aan het LUF. Ik stond daar direct p ­ ositief tegenover. Uit eigen ervaring weet ik natuurlijk hoe belangrijk de wetenschap is en hoe de wetenschap bijdraagt aan de maatschappij. Dat blijkt maar weer eens in deze c ­ oronacrisis. Daarnaast vind ik dat universiteiten onvoldoende financiële middelen ­krijgen van de overheid. Zeker nu ik zelf net vader ben, voel ik het belang van een g ­ oede opleiding. Dat zijn voor mij de twee belangrijkste redenen om te d ­ oneren aan het LUF. Wat mij opvalt is hoe zorgvuldig het LUF met mij als donateur omgaat. Ik doneer wel aan meer goede doelen, maar nergens word ik zo goed op de hoogte gehouden als door het LUF. Ze s­ teken er echt tijd en moeite in om mij als donateur te betrekken bij wat ze doen.’


Leidraad

Sleutel drager

Learn, earn & return ‘Het LUF ken ik al sinds mijn studie Civiel recht’, vertelt Oldrik ­Verloop. ‘De stichting Mara, die in de jaren 90 medicijnen en medische apparatuur naar Joegoslavië bracht, was gevestigd in het LUF-gebouw. Net als Telders Book Support trouwens, waar ik bij betrokken was en dat academisch materiaal naar universiteiten in de Baltische staten bracht. Toen ik drie jaar geleden terugkeerde naar

Nederland, na 20 jaar in landen als ­Kameroen en Zwitserland, merkte ik dat ik nog steeds een verbondenheid voel met Leiden. Het is de plek waar ik (ook academisch) gevormd ben en vriendschappen sloot. Zo ontstond het idee om iets voor de universiteit terug te doen. Iets wat in andere landen vanzelfsprekender is trouwens: learn, earn & return. Het LUF spreekt me aan omdat het een breed vrijheids- en wetenschappelijk denken uitdraagt. De positieve insteek en de impact die het LUF heeft zijn voor mij waardevol en als sleuteldrager hoop ik daaraan bij te kunnen dragen.’

Bevredigend om bij te dragen Nora Stehouwer: ‘Ik heb met ontzettend veel p ­ lezier in ­ eiden gestudeerd van 1970 tot 1975: vormende jaren wat L mij betreft. Niet alleen genoot ik van de vrijheid en n ­ ieuwe vriendschappen, ook zoog ik kennis op (soms met m ­ oeite) en leerde ik wat het is om verantwoordelijkheid te dragen. Ik kijk met veel genoegen terug op die tijd en besloot iets terug te doen voor de universiteit. Via een goede vriend kwam ik bij het LUF terecht en werd sleuteldrager. Ook heb ik het LUF genoemd in mijn testament. Het is zeer bevredigend om aan de ontwikkeling van de wetenschap bij te dragen en/of jongeren de kans te geven te studeren. Het LUF houdt ons goed op de hoogte en organiseert vaak inspirerende bijeenkomsten voor ons met (­ jonge) wetenschappers van de universiteit – nu tijdelijk online. Op die manier ontstaat een persoonlijke betrokkenheid die ik belangrijk vind bij donaties. Ik roep vol overtuiging de lezers op om ook een bijdrage te leveren aan het LUF: je krijgt er veel voor terug.’

Nalaten

Wilt u ook bijdragen aan onderwijs en onderzoek van de Univer­ siteit Leiden? Op www.luf.nl/draag-bij kunt u zien welke vormen van schenken er zijn en welke u het meest aanspreekt. Ook kunt u contact opnemen via 071-5130503 of info@LUF.leidenuniv.nl

17

Fonds op naam

Een goede bestemming voor je geld Prieneke van Hoeve ­richtte een fonds op voor sterrenkundig onderzoek. ‘Sterrenkunde heeft me altijd geboeid, ook al studeerde ik zelf sociologie. Ik hield mij altijd op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen, volgde cursussen en ben lid geweest van de ‘­Astronomical Society of Harare’ in Zimbabwe. Zo gek is het dus niet dat ik uiteindelijk uitkwam bij een fonds voor sterrenkundig onderzoek toen ik een goede bestemming zocht voor mijn geld.’ ‘Ik woon met mijn E ­ ngelse man deels in het Verenigd Koninkrijk. Hij s­ tudeerde aan de Universiteit van C ­ ambridge en mij viel op hoe gewoon het is om daar iets terug te doen voor je alma mater. Ik vind dat een mooie gedachte.’ Uit gesprekken met het LUF en de Sterrewacht Leiden kwam het idee naar voren om p ­ romovendi te ondersteunen bij hun onderzoek. ‘Het fonds bestaat nog niet zo lang, maar het geeft me veel voldoening. Ik waardeer hoe ik bij de activiteiten van het fonds betrokken word. Ik mocht zelfs meepraten over de selectie van een kandidaat-promovendus. Ook zijn mijn man en ik uitgebreid rondgeleid op de ­faculteit. Daardoor ervaar ik heel sterk waar ik het voor doe.’


18

Leidraad

s r e i e o r n e n e g r u ‘Chir


’ n e e m e g l e e v n e b b   he

TEKST: FRED HERMSEN, FOTO’S: FRANK RUITER

NR. 3  2020

Roeier Boudewijn Röell (31) heeft al olympisch eremetaal maar hoopt in Tokio nog één keer te kunnen schitteren. ‘Je moet er wel een keer een punt achter kunnen zetten.’ Makkelijker gezegd dan gedaan, in tijden van corona.

I

n 2012 zat geneeskundestudent Boudewijn Röell nog in het ‘onder 23-team’, om vlak daarna, op zijn 24ste, zijn studie weer op te pakken: ‘Ik liet het sporten toen even volledig los. In de maanden erna werd ik snel behoor­ lijk chubby, ik at bijna alleen nog maar kap­ salonnetjes, haha. Ik werd wakker toen een vriend me een schop onder m’n achterste gaf, en ging in training om te kunnen skydiven. In twee maanden werkte ik er 13 kilo af, tot ik 97 kilo woog. Mijn oude

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

coach vroeg me op dat moment of ik zin had in een skiffwedstrijd. Tot m’n verbazing werd ik vanuit het niets tweede; het begin van mijn tweede roeicarrière.’ Hij verruilde woonplaats Leiden voor Amsterdam, om dicht bij de Bosbaan te wonen, en kreeg de r­ uimte van zijn decaan om topsport en studie te combineren. In de ‘acht met stuurman’ won Boudewijn drie keer op rij brons: op de Europese k ­ ampioenschappen van ­Sevilla in 2013, op de Wereldkampioenschappen in ­Frankrijk in 2015 en met de Holland Acht op de Spelen in Rio in 2016. Opnieuw besloot de roeier na dit hoog­ tepunt zijn studie Geneeskunde voorop te zetten. Dit keer met zijn relatief hoge leeftijd als reden. ‘Na Rio ­schatte ik mijn kansen voor de Olympische S ­ pelen in Tokio niet al te hoog in. Dan zou ik tenslotte al 31 jaar zijn. De jonkies stonden klaar om hun plek op te eisen. Daarbij kwam dat mijn motivatie ook wat slijtage ver­ toonde. Mijn vrienden gingen door met hun leven; ze ­k regen banen, relaties, gingen samenwonen. Ik zag dat de sport lekker ging, en ik woonde samen met

19


20

Leidraad

rijden t s d e w oor v t a l p r verde n e v e l je ‘Je legt minuten’ een voorbeeld: ‘Op trainingskamp ging ik regelma­ van zes ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

mijn t­ oenmalige vriendin, maar mijn studie bleef ach­ ter. Bovendien, in 2013 was ik met mijn roeiersloon de eerste van hen met een aardig salaris, maar in 2016 lagen de verhoudingen wel anders.’ In 2016 nam hij daarom gas terug, zonder het roeien helemaal op te geven. ‘Ik zocht bewust naar een balans, wilde oog houden voor andere belangrijke zaken in het leven.’ Zijn straffe schema van vijftien keer per week trainen verruilde hij voor dagelijkse trainingen op de Bosbaan tussen zeven en acht uur ’s avonds, als hij weer een dag coschappen chirurgie in Gouda achter de rug had. In 2018 keerde hij terug naar Leiden. Steeds sterker

Tijd voor een sociaal leven had hij nog steeds nauwe­ lijks. ‘Topsporters hebben jaren dat ze niet dronken worden. Na ieder feestje moet je gewoon weer vroeg je bed in. Ook vakanties zijn zeldzaam; eind 2017 ging ik voor het eerst in anderhalf jaar weer eens op pad.’ Ook al was Tokio niet zijn directe doel, de sportieve h ­ onger naar deze Spelen bleef knagen. ‘In feite volgt i­ edere toproeier een vierjarencyclus. Als je geselecteerd wordt, stop je niet vlak voor de Spelen.’ Tijdens de selectie bleek hij opnieuw sterk genoeg voor de Acht, maar coach Mark Emke plaatste hem in de Vier. ‘Ik word nog steeds sterker’, voelt hij. ‘Misschien iets minder explosief dan vroeger, maar juist die explo­ siviteit moest ik altijd al een beetje afremmen.’ Roeien is een loodzware sport, er komt veel kracht bij kijken. De boomlange Boudewijn tilt regelmatig 220 kilo. ‘En ik ben niet de enige in mijn team, we h ­ ebben de sterkste Vier ooit.’ Roeiers doen het allemaal voor de sport en de prestatie, zegt hij, niet voor de status of het geld. ‘Een seizoen telt vijf, zes belangrijke wed­ strijden van zes minuten. Daarvoor leg je je v ­ erdere leven plat.’ Het is ook een eerlijke sport: degene die het hardste werkt, bereikt het meest. ‘En dat past bij me, want ik wil altijd de beste versie van mezelf zijn, bij alles wat ik doe. En ik ben ook behoorlijk com­ petitief, maak van iedere hande­ ling een wedstrijdje.’ Hij noemt

Röell met de bronzen plak die hij won met de Holland Acht op de Spelen van 2016 in Rio.

tig hardlopend in plaats van met de gondel de berg op. Dat begon als een extraatje, maar op een gegeven moment gingen andere teamleden dat ook doen, en ­maakten we er wedstrijdjes op Strava van. In ander­ half uur naar boven met een hartslag van 180.’ Inmid­ dels is het een regelmatig onderdeel van de training.’ Zo wisselt hij anekdotes af met persoonlijke bespie­ gelingen, enthousiast, zonder een zweem van groot­ spraak. Boudewijn Röell is een makkelijke prater, die ontvlamt in lyriek als het over zijn sport gaat. Hij doet met zijn hele lichaam de relatief trage, gecontroleerde bewe­ gingen van de roeislag voor, beklemtoont dat die ultie­ me precisie vergt, in harmonie met het slagritme van de anderen in de boot. Als alles goed gaat, denkt hij daar in de wedstrijd trouwens geen moment aan, dan gaat alles vanzelf. Na de eerste slagen raken de roeiers in hun flow, met het gevoel dat de boot door het water snijdt zonder kracht te zetten. Pas na de finish besef­ fen ze hoe uitputtend de achterliggende kilometers zijn geweest. ‘Gek genoeg komt dan ook het bewust­ zijn dat je dit samen hebt gedaan. Tijdens de wedstrijd zelf ben je volledig op jezelf gefocust, denk je nergens anders aan. Die verstilling van je gedachten, je malen­ de hoofd even kunnen uitzetten, helemaal opgaan in je krachtsinspanning, dat is zo ontzettend vet.’ Geen ambitieuze sporters

Het klinkt alsof er nauwelijks strategie aan te pas komt, maar schijn bedriegt: ‘Je bepaalt vooraf: een e ­ xplosieve start of juist een gecontroleerde opbouw. Soms loopt het anders, dan ga je gelijk al zo hard dat je direct op voorsprong komt en uitloopt. Zonder overleg laten we de eerdere strategie dan los. Het mooie is dat je altijd zicht houdt op je achterliggers, geen enkele a ­ ndere sport kent dat. Als je voorop ligt en uitloopt, motiveert dat enorm, maar het uitzicht is een stuk minder als ­achterliggers snel inlopen, en heel eenzaam als je al vanaf het begin achterligt. Je ziet niet of je het goed doet.’ Dat Boudewijn in 2006 voor L ­ eiden koos, lag voor de hand. Zijn zus ­studeerde er ­psychologie en hij wilde niet te ver van zijn ouder­ lijk huis in Den Haag s­ tuderen. ­Boudewijn had nog nooit geroeid, maar was wel een ­fanatiek sporter geweest. ‘Mijn vader was ­marineofficier en werkte daarna voor het K ­ oninklijk Huis, mijn m ­ oeder was HR-­manager.


NR. 3  2020

En ook al maken mijn vader en ik nog steeds stevige wandelingen in de ­Zwitserse bergen, mijn ouders zijn geen ambitieuze sporters. En mijn oudoom die roei­ trainer was, kende ik nauwelijks. Het heeft dus sim­ pelweg in mezelf gezeten.’ Het startschot van zijn ­roeicarrière klonk in zijn eerste jaar op Quintus. ‘Een dispuutsgenoot stelde voor met een paar vrienden te gaan roeien bij Asopos de Vliet. We wonnen met onze acht zo ongeveer niets, maar het was wel bere­ gezellig. Die mannen zijn nog steeds mijn beste vrien­ den.’ ­Boudewijn wilde echter meer en zijn talent was gezien. Hij kwam in de Heren Acht, maakte in 2007 de overstap naar nationaal niveau en deed in 2010 en 2011 met de acht mee aan de WK onder de 23. Op de tiende graad

Van zijn decaan kreeg hij – naarmate de successen gro­ ter werden – steeds meer ruimte voor de sport. Sinds 2017 weet hij dat zijn toekomst na het roeien in de chi­ rurgie ligt. Omdat de ‘snijders’ het vooral moeten heb­ ben van hun fijne motoriek, zou je dat niet verwachten van een stevige roeier. ‘Toch wel’, zegt Boudewijn. ‘In fijnafstemming ligt de sleutel tot succes van roeiers. De riem van drie meter zeventig heeft een hefboom op 1,15 meter. Op de tiende graad stellen we de hoeken van de

Biografie

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

dollen af om die overdracht perfect te krijgen, echt heel pietluttig werk. En toen we laatst met nieuwe carbon riemen roeiden, bleek dat we er ondanks alle mooie metingen niet goed mee uit de voeten konden. Het voel­ de gewoon niet fijn, en dat lieten we uitzoeken. Hieruit kwam naar voren dat de bladen zodra ze onder water kwamen, onder de hoge druk een paar millimeter ver­ vormden. Dat voel je dus haarfijn aan. Ik denk dat dat precieze, dat streven naar perfectie, ook de chirurg kenmerkt. En daar komt bij dat je ook bij een medische ingreep in een flow terechtkomt waarbij je aan niets anders denkt dan wat zich onder je handen bevindt.’ Dat zijn roeicarrière hem ook op andere manieren helpt om een goed chirurg te worden, daar twijfelt hij niet aan. ‘Ik heb leren presteren onder druk, leef gezond en heb mijn zenuwen onder controle. Roeiers nemen ook altijd de verantwoordelijkheid voor hun eigen daden. Ook dat past bij een chirurg.’ En tijdens zijn coschappen heeft hij gezien dat chirurgen zich niet gek laten maken, net als roeiers. Toen kwam de lockdown

Begin dit jaar was Boudewijn hard op weg naar zijn laatste sportprestatie op het wereldtoneel, om daarna zijn studie af te ronden. En toen kwam de lockdown. Roeien kon niet meer en de Spelen werden uitgesteld. Dus daar zat hij met zijn strakke plan, gevangen in zijn huis aan de Herenstraat. ‘Ik moet zeggen dat ik er een maand flink van heb gebaald. Ik wist – en weet – dat ik uit het Olympisch Team gezet kan worden als ik mijn c­ oschappen vóór de Spelen doe. Ik ben nu dus in gesprek met de decaan om te kijken of ik die coschap­ pen tot na de Spelen van 2021 kan uitstellen.’ De roeier verzeilde niet in lamlendig bingewatchen of online gamen. ‘Ik zat veel op de fiets – het was prachtig weer – en kreeg een ergometer van Asopos mee. Samen met een vriend heb ik nog flink kunnen ­­trainen. En ineens kreeg ik de tijd voor geintjes die ik altijd al had willen leren, zoals opdrukken in vrije handstand.’ Zonder veel aanmoediging geeft hij een demonstratie naast zijn stoel. Een minuut lang gaat het interview op z’n kop door, terwijl hij zich recht­ standig op zijn handen opdrukt.’ Je weet: hier staat een toekomstig chirurg; weinig houdt Boudewijn Röell tegen als hij ergens zijn zinnen op heeft gezet.

12 mei 1989 Geboren in Leidschendam zoon van ir. W.F.A. baron Röell, voormalig adjudant van koningin Beatrix begon in 2006 aan Geneeskunde in Leiden was lid van Quintus en Asopos de Vliet brons op de ­Europese Kampioenschappen van 2013 brons op de Wereldkampioenschappen in 2015 brons in de Holland Acht op de Olympische Spelen van 2016 Lees de blogs van Boudewijn op @boudewijnroell op Instagram

21


De kenmerkende draaideur van het Stadsbouw­ huis aan de Langegracht blijft dicht. Jonathan Pilgram (22) ontvangt ons bij de zij-ingang. Een­ maal binnen in de centrale hal van het gebouw aan de Leidse Langegracht is het als vanouds en mis je alleen de baliemedewerkers. Je kunt er zo UWV’tje spelen, of een imaginaire bouw­ vergunning aanvragen.

M

aar dat doet Jonathan niet. De student Natuurkunde en Sterrenkunde (­dubbele bachelor), kent het gebouw alleen als zijn studentenhuis. Eentje met een heel ­grote ontvangsthal, enorme ­gezamenlijke ­ruimtes, toiletten met paarsblauw licht zodat aderen onvindbaar zijn, en heel veel gangen. In het begin, vertelt Jonathan, verdwaalde hij weleens als hij ’s avonds laat thuiskwam. ‘Had ik natuurlijk wel een paar biertjes op.’ Hiervoor woonde Jonathan op kamers bij zijn opa en oma in de Merenwijk. Hartstikke handig en reuzegezellig, maar na een paar jaar wilde hij ‘alles voor zichzelf hebben’

NR. 3  2020

en wat dichter op het centrum zitten. Dat werd dus antikraak, in het centrum van de stad, en op een kamer van wel 40 vierkante meter. De huur, of bruikleenvergoeding zoals dat bij anti-kraak heet, bedraagt maar 260,86 euro per maand. De koning te rijk, beaamt hij tevreden. Hij had zich wel verkeken op de inrichting. ‘Ik had veel spullen nodig om deze ruimte een beetje te vullen.’ Een tweepersoonsbed, twee stellingen, twee ­kledingkasten, een werktafel (‘Ik houd van knutselen met ­elektronica’), een bureau, een piano, eettafel met stoelen, bank en ­enorme koelkast sieren de kamer. Kom daar maar eens om in een gemiddelde studentenkamer. ‘Er zijn zelfs nog veel grotere kamers. Van wel 140 vierkante meter!’ Die kamers zijn bestemd voor de captains: mensen die extra verantwoordelijkheden op zich nemen. Zo is er een captain schoonmaak, een captain keuken en een captain groen. Die laatste stort zich vol overgave op allerlei duur­ zame projecten. Zo staat er een stel aquaria in de gemeen­ schappelijke ruimte waar tot voor kort de Stadsbouwhuis­ medewerkers lunchten. Die aquaria vormen een gesloten kringloop. Heel boeiend, vindt Jonathan. Hoe lang de ongeveer honderd jongeren in het Stadsbouw­ huis mogen blijven is niet duidelijk. ‘Dat weet je nooit bij ­anti-kraak. Maar ik hoop dat het een jaar of twee, drie wordt.’

TEKST: MARIJN KRAMP, FOTO: TACO VAN DER EB

mijn kamer


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

2030 DOSSIER

eHealth

Zorg van de toekomst

Verstedelijking

Opmars van de stad neemt af

Klimaatdoelen

Voor wie doen we het eigenlijk?

23


24

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2020

ZORG VAN DE TOEKOMST

Dokter aan de pols

TEKST: JOB DE KRUIFF

Niels Chavannes is hoogleraar eHealth applications in population health management. Hij werkt aan digitale toepassingen die de zorg betaalbaar moeten houden en die prettig zijn voor patiënten. ‘Door corona was de winst opeens duidelijk.’ Ziet u eHealth als de geneeskunde van de ­toekomst? ‘Om te beginnen: eHealth is een onmogelijk ruim begrip. Elke internettoepassing in de zorg valt ­eronder. Van het receptje dat niet meer in het hand­ schrift van de dokter wordt uitgeschreven, maar dat per mail naar de apotheek gaat, tot aan de robot die een operatie uitvoert. Het hoeft geen hightech te zijn. Wij meten ons succes vooral af aan een­voudige oplossingen voor de problemen die een patiënt ervaart. Digitalisering is geen doel maar een middel. Wij ­w illen met onze toepassingen de zorg efficiënter en minder belastend maken. Deels is dat g ­ elukkig al geen toekomst meer en is die ontwikkeling v ­ olop gaande. Denk maar aan hoe tijdens corona heel veel zorg online ging. In de GGZ zagen we een vertwintig­ voudiging van het aantal teleconsulten, in de cardio­ logie een vertienvoudiging. Driekwart van de huis­ artsenpraktijken ging over op digitale consulten.’

Was corona in die zin een zegen voor uw ­vakgebied? ‘Het was een katalysator zonder weerga. N ­ ormaal is er best veel koudwatervrees, en hebben a ­ rtsen bezwaren tegen nieuwe technieken. Ze willen hun patiënt kunnen ruiken, zeggen ze dan. Nu móésten ze wel aan het online consult. Geen arts kon volhouden dat hij of zij er niet aan meedeed. En iedereen heeft gezien hoe goed een digitaal consult kan werken, hoe prettig het voor patiënten kan zijn. Zeker als mensen al bekend zijn bij de dokter, als het alleen maar een controle is, dan kan dat in veel gevallen digitaal. Wij artsen onderschatten hoeveel moeite m ­ ensen moeten doen om een dokter lijfelijk te zien. Dat begint al met bellen om de afspraak te maken, tot en met het vrij nemen als je naar het ziekenhuis moet. Het kost veel tijd, je zit tussen andere z­ ieke mensen, dat levert risico’s op. De winst van online alternatie­ ven was nu in één keer duidelijk, voor behandelaars maar ook voor hun p ­ atiënten.


NR. NR.3 3 2020 2020

Neem patiënten die zelf met een trombose-app de mate van bloedstolling monitoren. Die doen dat even tussendoor op hun werk, en zijn opeens patiënt-af. Zo hebben we ook een toolkit gemaakt (de Covid Box) waarmee mensen na corona thuis konden uit­ zieken, waarbij ze zelf hun temperatuur en zuur­ stofsaturatie in de gaten hielden. Dat scheelt veel ­opnametijd in het ziekenhuis. En dus ook kosten.’

Zo’n toepassing is dus ook een b ­ ezuiniging? ‘Het kan inderdaad een beetje tijd en, na de ontwik­ kelfase, ook geld schelen. Maar weet je wat de groot­ ste bottleneck is in de zorg? Dat heeft de coronacrisis ook duidelijk laten zien: het zijn uiteindelijk niet de kosten, zelfs niet de aantallen sterfgevallen, maar de bemensing. We hebben te weinig handjes, met name van verpleegkundigen. Dát is in de zorg het grootste probleem, met de enorme hoeveelheden chronische patiënten die er zijn en nog komen gaan. Want we zijn allemaal chronische patiënten in spe. De oplos­ sing die wij proberen te ontwikkelen, is met slimme digitale toepassingen ‘handjes’ creëren.’ En uiteindelijk wordt de dokter een robot? ‘Nee, daarvoor is de mens te ingewikkeld. Er is wel gedacht, toen de computer eenmaal van Kasparov won, dat hij dan ook wel het werk kon overnemen dat de dokter doet. Maar dan vergeet je de verschil­ len. Op een schaakbord zijn de grenzen duidelijk en de mogelijke zetten kun je uitrekenen. In de genees­ kunde zijn veel meer variabelen, en sommige onbe­ perkt. Veel is intuïtief, of associatief, of we snappen het nog steeds niet helemaal. Zoals het placebo-­ effect: dat iets werkt omdat je dénkt dat het werkt. Er was ooit een onderzoek waarbij ze artificial intelli­ gence de risicofactoren bij grote buikoperaties l­ ieten uitrekenen. Daaruit kwam als grootste gevaar de donderdag. Dat was omdat in dat ziekenhuis op don­ derdag de moeilijke gevallen in het ­multidisciplinair overleg werden ­besproken. Maar dat snapte die ­computer natuurlijk niet. Die snapt niks van de ­werkelijke context. Het enige wat-ie kan is in grote hoeveelheden data patronen herkennen.’ Wat voor toepassingen gaan we dan wél op ­ grote schaal zien? ‘Ik denk dat de computer straks met de arts mee­ kijkt bij hoogcomplexe patiënten. Als iemand meer­ dere aandoeningen heeft, en medicijnen die allemaal op elkaar inwerken, is dat heel ingewikkeld. Nu pro­ beert wel af en toe iemand het geheel te bekijken, dus ook wat de d ­ iabetesmedicatie voor de bijnierfunctie doet. Maar de computer kan dat realtime, continu en is nooit moe.’

2030 Leidraad DOSSIER

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

25

En wat is er over tien jaar veranderd voor de patiënt? ‘Die heeft dan een wearable (apparaat om de pols, red.) met een stappenteller maar ook een voedings­ coach erin, die hem of haar influistert: als je nu de trap neemt, kun je vanavond een drankje nemen. In eHealth-toepassingen zit vaak zo’n spelelement en een beloning. Het is persuasive design, oftewel: dezelfde trucs waarmee bedrijven je iets verkopen. Een heel simpel voorbeeld komt uit onze studie, die in The Lancet is gepubliceerd, naar stoppen met roken via het werk. Als werkgevers stoppen-met-­ rokenprogramma’s aanbieden en daar ook een gel­ delijke beloning aan koppelen, is dat een gigantisch succes. Voor de werkgever is het interessant, want rokers missen een uur per dag en zijn twee keer zo vaak ziek. En het werkt d ­ oordat niemand op zijn werk te boek wil staan als de loser die niet kan stop­ pen. Zeker als er een beloning wacht, maak je het voor mensen prettig om goed gedrag te vertonen.’ De kwaliteit van de zorg, is die gediend met apps en digitalisering? ‘Gemiddeld blijft de zorg even goed. Want die is hier al ontzettend goed en kan moeilijk beter. Je zou kunnen vrezen voor ‘verkilling’, want digitale zorg bestaat uit nullen en enen. Maar de bedoeling is juist dat het heel servicegericht is. De beleving van de patiënt staat centraal. Toepassingen sluiten aan bij de behoeften van mensen en bij wat ze echt gebrui­ ken. Onderzoek in Azië en Afrika laat daar wel waan­ zinnige verbeteringen zien in de zorg, zoals door ­g rotere medicatietrouw. Het werkt enorm goed als een sms mensen herinnert aan hun aidsmedicatie.’ Zit de winst in zulke simpele dingen? ‘Dat is precies wat wij nastreven: dat onze toepas­ singen als simpel worden gezien, en dat het gebruik ervan net zo gewoon wordt als tandenpoetsen.’

Niels Chavannes

(1972) is hoogleraar Huisarts­ geneeskunde, hoofd onderzoek en oprichter van het National eHealth Living Lab (NELL) aan de afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde van het LUMC. Hij is daarnaast visiting professor aan het Respiratory Research Institute van Zhongshan ­Hospital, Fudan University in Shanghai. Om ‘het klinische gevoel te houden’ werkt hij ook als huisarts bij de ‘straatdoktersgroep’ van de Pauluskerk in Rotterdam.


26

Leidraad

ILLUSTRATIE: ARON VELLEKOOP LEÓN

Blik op de toekomst ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2020


NR. 3  2020

2030 Leidraad DOSSIER

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

27


28

Leidraad GAAN WE STRAKS ALLEMAAL MET LOKAAL GELD BETALEN?

Voor de

‘ Honger is het grootste oplosbare probleem ter wereld’

ereldwijd zijn er 690 miljoen mensen met honger, ofwel 1 op de 11. In 2015 ­hebben 193 wereldleiders zich tot doel gesteld dit naar nul te reduceren in 2030. Aan die VN-doelstelling dragen wij bij met The Hunger Project, een organisatie opgezet door vrijwilligers, ontstaan in de Verenigde Staten. We zijn begonnen als een protestbeweging, met als doel: honger de wereld uit. Als kinderen in de eerste duizend dagen van hun leven niet voldoende voedingsstoffen binnen krijgen, blijven ze daar de rest van hun leven last van houden. Die cirkel moeten we doorbreken. Dat kan ook. Honger is het grootste oplosbare probleem ter wereld. De lat ligt hoog met de VN-doelstelling voor 2030, maar ik ben positief. Ik zie dat onze projecten werken. We focussen niet op één ding, maar op een totaalpakket. We trainen gemeenschappen op tal van onderwerpen, zoals micro­ kredieten, waterbeheer en empowerment van vrouwen. Honger de wereld uit is niet een kwestie van broodjes uitdelen. Het is een kwestie van armoede bestrijden. Met als sleutel: eigen regie. Waar The Hunger Project werkt, zijn mensen zelf aan zet.’

ANNELIES KANIS (44) 1995-2000 Socio­logie der niet-westerse samenlevingen 2000-2010 NCDO 2010-2017 hoofd projecten en programma’s Stichting Kinderpost­zegels Nederland 2017-HEDEN directeur The Hunger Project Nederland

‘M

ede door corona, dat ons bewust maakt van allerlei systemische ­misstanden in de samenleving, inclusief het huidige geldsysteem, zal steeds meer worden geëxperi­ menteerd met lokaal geld. Ander­ zijds zal het de euro niet vervangen. Wel – dat zie ik ook in mijn onderzoek – gedraagt alternatief geld zich steeds professioneler. Het wordt binnen Europa op steeds grotere schaal geïnstitutionaliseerd.’ Hippie

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

‘W

Koopt Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar! Dat was de slogan in de jaren dertig. Red de lokale ondernemer! is het nu. Lokaal geld kan daarbij helpen. Antropoloog Coco Kanters promoveert op het onderwerp en doet alvast een voorspelling voor 2030: ‘Lokaal geld wordt steeds professioneler, maar zal de euro niet vervangen.’

aldus alumna Annelies

‘Vroeger had alternatief geld een hippie-imago. Het was iets voor mensen die bij elkaar in de buurt woon­ den. De een bakte taarten, de ander gaf yogales. Maar zo is het allang niet meer. Kijk naar de Bristol Pound, die in 2012 werd gelanceerd en inmiddels een mythische status heeft. Ook in Nederland zie je voor­ beelden, zoals de Utrechtse Euro. Op dit moment is zelfs een hele gemeente betrokken bij het invoeren van een ander soort geld. Welke dat is mag ik helaas niet zeggen. Ook de EU investeert in dit soort initia­ tieven. Niet omdat lokaal geld economisch nou zo’n enorme impact heeft, want dat heeft het niet. Het doel van lokaal geld, het creëren van een d ­ uurzame, lokale en gesloten economie, waarbij het geld zo lang mogelijk binnen de gemeente blijft, is nergens be­ wezen. Zelfs niet in Bristol, waar zo’n 600 bedrijven en 1500 particulieren zijn aangesloten bij de Bristol Pound. Wil lokaal geld succesvol zijn, dan moet echt iedereen binnen een gemeente meedoen.


DOSSIER 2030

bakker Het i­ nteressante van alternatief geld – en hier komt mijn vak om de hoek kijken – schuilt in iets anders: het zegt iets over welke waarden mensen belangrijk vinden en in welke wereld zij willen leven.’ Wereld verbeteren

‘Als antropoloog kijk je naar hoe mensen acteren in bepaalde systemen. Welke systemen zien we als eer­ lijk, welke als oneerlijk? En hoe handelen mensen om systemen te veranderen? Achter lokaal geld zit de wens om de wereld te verbeteren. We willen geen producten meer kopen die de halve wereld zijn over­ gevlogen. We willen de lokale ondernemer helpen. Jumbo en AH blijven wel overeind in een crisis, maar hoe zorgen we dat de bakker het redt?’ ‘Het huidige geldsysteem – het neoliberalisme – is zo goed als failliet. Het is gebaseerd op groei. Het leidt tot ongelijkheid, tot klimaatverandering, tot monoculturen en monopolisering en tot wat mijn onderzoeksparticipanten zo mooi noemen: ‘­geldwoestijnen’. Geld stroomt weg waar weinig geld is. Een lokale munt maakt mensen weer bewust van de rol van geld. Het is een smeermiddel dat bedoeld is om de economie en dus ook de gemeenschap divers, veerkrachtig en levendig te houden.’ ‘Wat lokaal geld interessant maakt voor ­gemeenten is dat je er goed burgerschap mee kunt stimuleren. Doet iemand vrijwilligerswerk of scheidt hij of zij afval, dan kan de gemeente dit belonen met lokaal geld. Dat komt dan met zekerheid ten goede van de lokale economie. Dit is een voorbeeld van hoe men­ sen sociale waarden die zij belangrijk vinden probe­ ren te institutionaliseren in een geldsysteem.’

‘ In 2030 hebben we meer digitale etiquette ontwikkeld’

‘D

aldus alumnus Wouter

e afgelopen jaren zaten we met zijn allen in de puberteit wat technologie betreft. Alsof je stiekem in de auto van je vader rijdt. Je hebt iets heel gaafs ontdekt, maar je weet er nog niet verstandig mee om te gaan. Zo langzamerhand dringt door dat het niet om speeltjes gaat, maar om bedrijven als Google en Facebook die machtiger zijn dan natiestaten en ons hele leven beheersen. Hoe we de macht van deze tech-reuzen moeten inperken weten we nog niet precies. In die fase zitten we nu. In 2030 zal de technologische samenleving hopelijk zijn omgevormd tot een nieuw systeem, waarin er wel democratische controle is, de macht van de tech-bedrijven zal zijn ingeperkt, de gebruiker meer zeggenschap heeft over zijn data en zijn ­privacy is gewaarborgd. We krijgen bijvoorbeeld zoiets als datakluisjes. Ook hebben we tegen die tijd meer digitale etiquette ­ontwikkeld, betere omgangsvormen met technologie. De tegenbeweging is nu al ingezet. Steeds vaker hoor je: leg dat ding eens weg. Hoe moeilijk dat ook is, want als iets duidelijk is geworden de afgelopen jaren, dan is het wel dat we met zijn allen verslaafd zijn aan onze smartphone.’

Coco Kanters

(32) studeerde Antropologie aan University College ­London. Haar master behaalde ze in 2013. Ze hoopt begin 2021 aan de Universiteit Leiden te promoveren op de institutio­ nalisering van alter­natief geld in Noordwest-Europa.

29

WOUTER VAN NOORT (35) 2003-2008 Politico­ logie en Journalistiek 2010 Elsevier ­(technologie)journalist 2015-HEDEN NRC (technologie)journalist

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

NR. 3  2020


30

Leidraad DE STAD IN 2030

‘Steden eisen steeds Steden zijn de toekomst. Althans, dat was decennialang het adagium. Maar de coronacrisis heeft juist steden buitensporig hard getroffen. Wat betekent dit voor de ontwikkeling van steden? Blijft hun aantrekkingskracht post-corona net zo groot? André Gerrits, hoogleraar en hoofd van de bacheloropleiding Urban Studies, kijkt vooruit naar de stad van 2030.

TEKST: WILKE MARTENS

Veel mensen hebben positieve associaties bij de stad. Hoe komt dat? ‘Er gaat een stevige aantrekkings­ kracht uit van de stad, omdat er werk is én ontspanning. De helft van de wereldbevolking woont al in steden. Anderen trekken naar de stad van­ wege de kans op werk en een ­betere toekomst. Dit is een mondiaal ver­ schijnsel, maar de kans op een beter bestaan is realistischer in steden op het noordelijk halfrond – hoewel ook daar ongelijkheid fors lijkt toe­ genomen. Miljoenensteden op het zuidelijk halfrond zijn de afgelopen decennia ongecontroleerd gegroeid, met veel werkloosheid, armoede en ­criminaliteit tot gevolg. Er vallen doorgaans meer doden door geweld in miljoenensteden in Latijns-Amerika dan door oorlog elders in de wereld.’ Zal deze groei doorzetten na ­corona? ‘Bij alle epidemieën uit de geschiede­ nis zijn steden onevenredig hard getroffen. In het begin van de corona­ crisis viel ongeveer 90 procent van de slachtoffers in steden. ­Daarna ­verspreidde het virus zich naar ­kleinere plaatsen en plattelands­ gemeenten. Grote steden zullen ­corona overleven, zoals ze alle ­andere epidemieën hebben overleefd. Dat betekent e ­ chter niet dat er niks veran­ dert. ­Integendeel: ontwikkelingen

die al gaande waren, worden in een hogere versnelling gezet.’

Welke ontwikkelingen zijn dat? ‘Ten eerste versterkt de ­coronacrisis segregatie, omdat corona vooral min­ derbedeelden raakt. Steden blijven mechanismen van modernisering en innovatie, wat werkgelegenheid ­oplevert voor hoogopgeleiden. Maar

er werken ook veel mensen in een­ voudiger beroepen, met een lager inkomen: de beroepen die we sinds corona vaak als ‘essentieel’ of ‘onmis­ baar’ aanduiden. Voor hen wordt het te duur om in de stad te blijven wonen. Of het nu gaat om Amster­ dam, Londen of San Francisco: de meest aantrekkelijke delen van de stad zijn niet meer toegankelijk voor


DOSSIER 2030

NR. 3  2020

zelfstandiger rol’ mensen met een laag of zelfs gemid­ deld inkomen. Ten tweede zet de groei van e-com­ merce en elektronische dienst­ verlening door, wat het aangezicht van de stad verder verandert: meer winkelpanden komen leeg te staan, horeca komt ervoor in de plaats. De glans van de stad gaat er zo wel wat af. Ten derde zal de mobiliteit in en naar de stad veranderen. We gaan steeds meer weg van auto’s en het openbaar vervoer verandert. Ook hier groeit de ongelijkheid, want niet iedereen kan zich de luxe van thuiswerken permitteren. Veel mensen, voor­ al in de midden- en lagere inkomens­ groepen, ­blijven dagelijks naar de stad reizen. Ten vierde zullen mensen meer ruim­ te willen als gevolg van corona. Het inwonertal van Amsterdam is het afgelopen jaar teruggelopen, maar de vraag is of deze verandering perma­ nent is. Men was al afgestapt van het idee dat steden moeten blijven groei­ en: niet alleen vanwege pandemieën, maar ook vanwege milieu, welzijn en leefbaarheid. Dit zal leiden tot minder verdichtingsbouw, al hangt die ont­ wikkeling sterk af van hoe lang het coronavirus nog rondwaart. Tot slot zullen nieuwe technologieën die de ontwikkeling van het corona­ virus volgen, onderdeel van de stede­ lijke werkelijkheid blijven. Onze bewegingen en gedragingen, onze gezondheid en onze contacten zul­ len voortdurend worden gecheckt. Het hangt van verschillende politie­ ke, financiële en maatschappelijke ­factoren af, maar onze privacy – en misschien wel onze vrijheid – is door corona blijvend ondermijnd. In welke stad ter wereld dan ook.’

André Gerrits

(1958) is hoogleraar International Studies en voorzitter van de ­bacheloropleiding Urban Studies. ­Hiervoor ­bekleedde hij de leerstoel in Russische geschiedenis en ­politiek aan de U ­ niversiteit ­Leiden. Hij schreef verschillende ­boeken, ­waaronder ­Nationalism in ­Europe since 1945. Tevens is hij commissielid van de Netherlands ­Helsinki Comité, een ngo die zich inzet voor ­mensenrechten en de democratie in Europa wil versterken.

Welk inzicht geeft Urban Studies dat andere disciplines niet geven? ‘Het unieke aan deze opleiding is dat meerdere faculteiten eraan ­verbonden zijn: geesteswetenschap­ pen, ­sociale wetenschappen, wisen natuurkunde, rechten. Daar­ door kunnen studenten op basis van ­cultureel-historische, sociale en juri­ dische context nadenken over hoe we problemen van de stad kunnen aanpakken. De opleiding is ontstaan ­vanuit het idee dat steden een steeds belangrijkere rol spelen op het inter­ nationale toneel.’ Gaat stedelijke politiek de ­nationale overstijgen? ‘Steden eisen een steeds zelfstandi­ ger rol op in de samenleving. ­Steden ­treffen bijvoorbeeld eigen milieu­ maatregelen, nemen v ­ luchtelingen op, of nemen eigen maatregelen tegen verspreiding van het corona­ virus, zoals de mondkapjesplicht in gebieden in Rotterdam en Amster­ dam. Let mayors rule the world, hoor je wel eens. Burgemeesters zouden ­midden in de samenleving staan, zonder onnodige ideologische of ­politieke last. Maar zo simpel is het niet. Burgemeesters bedrijven ook politiek, maar anders dan landelijke overheden. Steden zijn geen staten in het klein, maar hebben economisch gezien zo’n gewicht dat ze landelijke politici naar de kroon steken. En daar zou meer politieke verant­ woordelijkheid aan gekoppeld moe­ ten worden. ­Tachtig procent van wat wereldwijd wordt geproduceerd komt uit een stedelijke omgeving, dus het is niet zo gek dat steden meer zeggen­ schap krijgen.’

31


32

Leidraad DE ECONOMIE IN 2030

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

‘ We hebben een hang naar natuurlijke materialen’

‘A

aldus alumna Eva

ls wetenschapper – ik ben opgeleid als farmaceut – denk ik analytisch. Dat vermogen heb ik meegenomen naar mijn huidige werkzaamheden als interieurontwerper en trendwatcher op het gebied van lifestyle, wat toch meer mijn belangstelling heeft. Wat we doen en waar we in de toekomst heen gaan kun je analyseren aan de hand van maatschappelijke ontwikkelingen. Neem corona. De VN stelt dat de helft van de bevolking in 2050 in steden zal wonen. Ik denk van niet. Door corona zie ik een tegenbeweging. Wie de keuze heeft woont straks ­liever niet in de stad. En wie wel in de stad blijft, heeft behoefte aan flexibel combineren van wonen en werken, waardoor er anders gebruik zal worden gemaakt van de beschikbare ruimte. We ­willen immers niet meer zo dicht op elkaar wonen. Zoals we ook een hang hebben naar natuurlijke materialen als tegenhanger van de vele technologie om ons heen. We hebben behoefte aan zachte en natuurlijke ­materialen: wol, linnen, hout met een mooie nerf. De kleur groen vinden we ook mooi. We blijven als mens toch ­bio­logische wezens.’

EVA LINDFORS (45) 2000 Bio-Farmaceutische Wetenschappen 2000-2007 Klinisch geneesmiddelenonderzoek in de farmaceutische industrie 2007-2015 Diverse opleidingen Interieur Ontwerp, o.a. aan de HKU 2015-HEDEN Eigenaar Matter of Space

Op zoek naar het dominoeffect Voor natuurkundige Diego Garlaschelli is de coronacrisis een groot experiment. Hij bouwt economische modellen waarin burgers, banken en bedrijven een complex netwerk vormen. In de hoop dat ­beleidsmakers daardoor doortastender op een ­volgende crisis kunnen reageren.

‘D

e coronacrisis is voor mij als natuur­ kundige natuurlijk geen klassiek expe­ riment, zoals je als wetenschapper in een laboratorium doet. Er wordt wel geprobeerd om onderdelen van de eco­ nomie in het lab na te bootsen, zoals menselijk gedrag, maar dat kan de complexiteit van echte economie niet benaderen. Wat ik wel kan doen is met een andere bril naar alle data kijken, en zo nieuwe patronen en mechanismen ontdekken.’ Juist een wereldomvattende recessie door een pan­ demie levert voor Garlaschelli nieuwe impulsen om onderzoek te doen. Want economen beschikken wel­ iswaar over zeeën van statistieken en gegevens, maar begrip van hoe burgers, bedrijven, overheid en ban­ ken samen de economie maken, dat is nog schaars. Het klinkt misschien vreemd, een n ­ atuurkundige die economische processen bestudeert, maar ­Garlaschelli’s vakgebied van de econofysica bestaat al een jaar of twintig. Hij verdeelt zijn tijd tussen


DOSSIER 2030

NR. 3  2020

Verborgen risico

Het formaat van de bank en het aantal contacten met collega-banken kun je beter niet uitdrukken in een gemiddelde, juist de variatie levert een realistischer model, zegt Garlaschelli. Banken zijn schakels in een groot netwerk, doordat ze onderling geld aan elkaar lenen. ‘Een gezond ogende bank kan financiële rela­ ties hebben met ongezonde banken. Dat is een ver­

borgen risico. Zelfs als een kleine bank failliet gaat, kan dat afhankelijk van de plek in het netwerk zor­ gen voor een onverwacht domino-effect van finan­ ciële stress bij grote banken.’ Met zijn netwerk-aanpak wil Garlaschelli de komen­ de jaren de gevolgen van de coronacrisis voor het Nederlandse bedrijfsleven in kaart brengen. Dat is namelijk ook een groot netwerk waarin bedrij­ ven onderling producten aan elkaar leveren. ‘Als een bedrijf failliet gaat, heeft dat gevolgen voor veel andere bedrijven. Het netwerk bepaalt of er een alternatieve aanleverroute gevonden kan worden. Als dat niet lukt kunnen de consequenties voor de hele economie enorm zijn, zelfs als een klein gespe­ cialiseerd bedrijfje omvalt.’ Wat gegevens betreft is dit onderzoek een stuk inge­ wikkelder dan het modelleren van banken, waar relaties altijd draaien om geld. ‘Daarom werk ik samen met ING en ABN Amro. Zij hebben gegevens van relaties en transacties tussen bedrijven, en sala­ risbetalingen aan werknemers. Met die kennis kun je onderzoeken hoe bedrijven elkaar beïnvloeden, of hoe een faillissement zich vertaalt in werkloosheid.’ Goed model

Er zijn nog obstakels wat betreft privacy, zegt Garla­ schelli, maar met uitgeklede informatie kan hij toch een goed model bouwen, door kennis van de eco­ nomie aan te vullen met gegevens over interacties en relaties. Daarbij werkt hij samen met het CBS. Hij hoopt dat over een aantal jaar beleidsmakers meer rekening houden met de complexiteit van netwer­ ken, als ze regels maken voor banken of leningen aan bedrijven. ‘Realistischer modellen en economische scenario’s kun je gebruiken om beleid te maken. Het blijft natuurlijk onmogelijk om de toekomst te voor­ spellen, maar het is voor beleidsmakers wel belang­ rijk te weten dat er netwerkeffecten bestaan die klei­ ne economische verstoringen kunnen versterken.’

Diego Garlaschelli

2001 Theoretische Natuur­ kunde, Rome, 2005 Promotie, ­Siena, 2011 Universitair hoofddocent bij het Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde (LION). Eigen onderzoeksgroep ­‘Econophysics and Network Theory’.

TEKST: ARNO VAN ‘T HOOG

een aanstelling bij LION in Leiden en IMT A ­ dvanced School in Lucca, Italië. Zijn onderzoek leverde al interessante nieuwe inzichten in de financiële c­ risis van 2008, toen wereldwijd banken plotseling in ­g rote financiële problemen kwamen. Samen met De Nederlandsche Bank bekeek hij de economische data van het Nederlandse banken­ netwerk. Met een nieuw model zijn daarin al vanaf 2005 waarschuwingssignalen te zien, ruim voor de crisis van 2008. ‘Dat was een onverwachte toevals­ treffer, en het interessante van academisch onder­ zoek, als je onbevangen naar de data kunt kijken.’ De crux van Garlaschelli’s werk zit in het m ­ odelleren van complexiteit en dynamische netwerken. ‘Eigen­ lijk gaan veel traditionele economische modellen ervan uit dat je alle variatie in de echte wereld als een soort gemiddelde in een model kunt stoppen. In zulke modellen zijn burgers of bedrijven of banken kopieën van elkaar. We hebben inmiddels geleerd dat die benadering niet goed aansluit bij de com­ plexiteit van de economie.’

33


34

Leidraad

DOSSIER 2030 ESSAY OVER 2030

Voorbij het hier en nu Volgens de in 2015 overeengekomen klimaat­doelen Maar klimaatverandering trekt zich weinig aan van moet Nederland in 2030 40 procent minder CO2 landsgrenzen. En dat betekent dat de verplichting om ­uitstoten dan in 1990. De klimaatwet is zelfs nog er iets tegen te doen haast wel een verplichting moet ­ambitieuzer, en mikt op een vermindering van 49 zijn aan onze nakomelingen wereldwijd. Dat is te illus­ treren aan de hand van onze eigen positie. Ons land is ­procent (en 95 procent minder in 2050). Dit zijn wettelijke verplichtingen, maar de ­meesten van natuurlijk bijzonder kwetsbaar voor een stijgende zee­ spiegel. Als andere landen zeggen: ‘dat is niet ons pro­ ons voelen het ook als een morele ­verplichting. Het zou bleem, laat maar stijgen die zeespiegel!’, zijn toekom­ verkeerd zijn om niets te doen en ­klimaatverandering stige Nederlanders de sigaar. De meeste mensen zullen op zijn beloop te laten. Maar aan wie zijn we het eigen­ lijk verplicht om iets te doen? de houding van hoger gelegen landen laken. Maar dan Sommigen zouden de intrinsieke waarde van bio­ is de conclusie logisch: je kunt niet ontkennen dat wij diversiteit of dierenwelzijn noemen, maar de ­meeste verplichtingen hebben aan toekomstige ­buitenlanders, mensen zullen zeggen dat ze zich verplicht voelen de maar wel vinden dat zij verplichtingen hebben aan wereld goed achter te laten voor toekomstige gene­ toekomstige Nederlanders. Een nationalistische raties. Maar wie verstaan we onder die ­toekomstige ­klimaatethiek is, kortgezegd, geen optie. generaties? Onze directe nakomelingen? De hele We hebben dus verplichtingen aan toekomstige men­ sen buiten onze landsgrenzen, terwijl we ons op dit wereldbevolking? Iets er tussenin? moment het lot van mensen buiten onze Klimaatverandering is een wereldwijd eigen landsgrenzen relatief weinig aan­ probleem, en heeft al ernstige gevolgen. Je kunt niet trekken. Zelfs wanneer een deel van de Oprukkende woestijnen, hevige over­ ontkennen stromingen en heftige stormen. De con­ oorzaak voortkomt uit ons eigen hande­ dat wij sequenties worden vooral gevoeld op len. Maar als we verplichtingen hebben plekken waar klimaatverandering niet aan toekom­stige buitenlanders, hebben verplichtingen primair veroorzaakt is. De woestijn rukt we dan niet minstens net zo veel ver­ hebben aan plichtingen aan tijdgenoten – met wie we op in Afrika door uitstoot in onder meer toekomstige veel meer gemeen hebben – elders in de Europa en Noord-Amerika. De vraag buitenlanders wereld? is hoe we op een eerlijke manier maat­ Het is moeilijk vol te houden dat we regelen nemen. Bijvoorbeeld: wie moet mensen die het nu moeilijk hebben niet hoeven te betalen voor het aanpassen van de landbouw, ster­ kere huizen en waterwerken? Rijke landen die mede­ ondersteunen. Zo zet klimaatverandering de manier verantwoordelijk zijn voor de uitstoot, tonen zich waarop we, wereldwijd, met elkaar zijn verweven in vooralsnog niet happig als het gaat om het verlichten de spotlights. We worden gedwongen kritisch te kijken van de invloed van klimaatverandering op het leven naar de manier waarop we ons verhouden tot degenen van mensen elders in de wereld. We gedragen ons die nu het minst profiteren – of zelfs schade ondervin­ den – van de manier waarop we wereldwijd met elkaar vaak alsof we maar zeer beperkte morele verplichtin­ gen hebben aan mensen buiten onze landsgrenzen. samenleven. Volgens mij kan de conclusie alleen maar zijn, dat we verregaande verplichtingen hebben voor­ Relatieve onverschilligheid bij het hier en nu. Is dat wel een houdbare positie? Ook in de toekomst heeft klimaatverandering niet overal ter wereld dezelf­ de gevolgen. Aan welke toekomstige mensen zijn wij, Tim Meijers de huidige generatie Nederlanders, verplicht om iets te is universitair docent aan het doen? Aan Nederlanders, of ook aan Denen, Russen, Instituut voor Wijsbegeerte Cambodjanen, Soedanezen? Een mogelijk antwoord is en doet onderzoek naar onze dat we wel denken aan toekomstige generaties, maar verplichtingen aan toekomvooral aan ‘onze’ toekomstige generaties. Dat is in lijn stige generaties. met hoe het nu gaat: de relatieve onverschilligheid ten aanzien van ellende elders in de wereld.


terug in de banken Lydeke van Os-Roos Alumna Nederlands Lydeke van Os-Roos volgde twee webinars s ­ peciaal voor alumni. AFWISSELING ‘Moet iets aan elkaar of juist los? Waar komt een woord vandaan? Op dat soort vragen geven mijn collega’s en ik ant­ woord bij het Taalloket van Onze Taal. Er komt ook elke dag wel een vraag binnen waarop we het antwoord niet direct weten. Dat bespreken we dan met elkaar. Dat laatste is in de corona­ tijd een beetje weggevallen. Je belt elkaar voor het hoogstnoodzakelijke, niet voor elk wis­ sewasje. Terwijl de uitwisseling rond wisse­ wasjes ook leerzaam en leuk is. Zulke prikkels, de afwisseling, miste ik toen we thuis ­k wamen te werken. Dus toen heb ik onder meer de webinars ‘Stress op de werkvloer in tijden van corona’ en ‘21st century skills voor publieke professionals’ gevolgd.’ JONG GELEERD ‘In de webinar over 21st century skills ging het erover dat ­jongeren niet alleen van ouderen kunnen leren maar andersom ook. Omdat we door ­corona ineens anders moesten leren werken, ben ik daar meer op gaan letten. En dan valt plots op hoe­ veel gemakkelijker jongeren bijvoorbeeld met Teams uit de voeten kunnen. Mijn oudere col­ lega’s lukt dat ook hoor, maar zij moeten veel meer zoeken. Bij jongeren zit de navigatie van zo’n programma ingebakken.’

TEKST: MARIJN KRAMP, FOTO: MARIUS ROOS

PAUZES NEMEN ‘De webinar ‘Stress op de werkvloer in coronatijd’ was best praktisch. Op tijd je pauzes nemen. Zorgen voor een goe­ de zithouding. Aan een echt bureau werken in plaats van aan de keukentafel. Dat soort ­dingen heb ik wel op orde. Maar het is goed om weer eens te horen waarom dat nodig is. Want als je thuis werkt, sla je die pauzes maar al te gemakkelijk over en werk je langer door.’ ECHT CONTACT ‘Binnenkort begin ik met een communicatietraining – ja, ik leer graag nieuwe dingen bij. Ik heb er veel zin in. Ook omdat het weer fysiek is, in een kleine groep. Want met zo’n webinar krijg je wel prikkels van buiten, maar echt ­contact is toch wat anders.’ Ook webinars voor alumni volgen? Kijk voor het programma voor de komende maanden op www.universiteitleiden.nl/alumni

Leidraad

35


Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Fysieke interactie is in het Studeren in tijden van corona, hoe bevalt dat? En hoe ziet het universitair onderwijs er momenteel precies uit? Vice-rector Hester Bijl legt uit, studenten en docenten delen hun ervaringen.

TEKST: ANNETTE ZEELENBERG, FOTO: MONIQUE SHAW

H

alf maart gebeurde iets dat niemand had kunnen verzinnen: al het onderwijs op de universiteit moest opeens online. De collegezalen waren leeg, studenten en docenten zaten thuis. Hester Bijl is vice-rector magnificus van het col­ lege van bestuur en wordt in februari 2021 de nieuwe rector magnificus. Zij weet als geen ander hoe moeilijk deze omschakeling voor iedereen was. ‘Het was een ongelooflijk intensieve tijd.’ Nu, in het nieuwe academisch jaar, is online onderwijs het ­nieuwe normaal, een term waar ze eigenlijk een hekel aan heeft, maar waar ze niet omheen kan. Vooralsnog is er meer fysiek onder­ wijs mogelijk dan in het voorjaar, maar er zijn grote beperkingen. Bij

het ter perse gaan van deze Leidraad was in principe voor de eerstejaars een kwart van het onderwijs fysiek, en voor ouderejaars een vijfde. Daar­ in zit per studie nog wel wat verschil: ‘De beschikbare ruimte is immers voor elk gebouw anders. Ook de inhoud van de studie speelt een rol, want practica kunnen nu eenmaal heel moeilijk online gegeven worden.’ Tutorgroepen

Binnen de studentenpopulatie zijn vooral de eerstejaars een kwets­bare groep. ‘Het is een grote stap van de middelbare school naar de univer­ siteit. Dan is het belangrijk om aan­ sluiting te vinden in de nieuwe om­ geving, en dat is nu natuurlijk pittig.’ Vandaar dat alle eerstejaars bachelor­ studenten nu in kleine t­ utorgroepen zitten; de groepsleden komen één

keer per week fysiek bij elkaar. Een student-mentor en een docent-­tutor maken de studenten wegwijs in de stad en op de universiteit, en b ­ ieden ondersteuning bij het online stude­ ren. Daarnaast is er ­speciale ­aandacht voor studenten die niet fysiek op de universiteit a ­ anwezig kunnen zijn, bijvoorbeeld omdat ze een kwets­bare gezondheid hebben of mantelzorg geven en het r­ isico op corona zo veel mogelijk moeten beperken. Maar eigenlijk zijn er zorgen voor alle studenten, zegt Bijl. ‘In de eerste peri­ ode waren we erg bezorgd dat we stu­ denten kwijt zouden raken.’ Daarom zijn er toen direct methodes ontwik­ keld om te voorkomen dat studenten tussen wal en schip raken: van meld­ punten voor problemen tot wekelijk­ se enquêtes die ­k nelpunten in kaart brengen. Ook monitorde de universi­


Leidraad

NR. 3  2020

37

onderwijs belangrijk teit de tentamendeelname, die ook in de eerste coronaperiode grotendeels op peil bleek te blijven, net zoals het slagingspercentage. ‘We houden voortdurend de vinger aan de pols.’ Meer saamhorigheid

Hoe zit het eigenlijk met de kwaliteit van het onderwijs, kan Leiden ook in deze omstandigheden zijn reputatie waarmaken? ‘Binnen de mogelijkhe­ den levert onze universiteit nog steeds de best mogelijke kwaliteit. Maar je moet reëel zijn, omdat we iets heel nieuws doen, kunnen we niet in één keer topkwaliteit leveren. Daarbij is het niet eenvoudig om voor elkaar te krijgen dat de digitale interactie goed verloopt. En bedenk: live interactie in de collegezaal of werkgroep is voor studenten en docenten heel belang­ rijk. Tegelijk: we hebben geen k ­ euze,

‘ Deze situatie is voor niemand makkelijk’

we volgen de richtlijnen van de over­ heid.’ Bijl vertelt dat 70 procent van de docenten in een recente s­ urvey aangaf dat ze in de afgelopen p ­ eriode steeds beter zijn geworden in o ­ nline onder­ wijs. ‘We doen alles om hen daarin te ondersteunen. Ons Centre for Inno­ vation en het ICLON hebben voor docenten een website en webstreams opgezet over online onderwijs en de faculteiten hebben nu speciale onderwijsondersteuningsteams. De docenten hebben al zoveel tot stand gebracht, ik heb enorme waardering voor hun werk.’ De nieuwe situatie is voor niemand makkelijk, maar toch is er ook een positieve kant. ‘Ondanks het feit dat docenten en bestuur elkaar veel ­minder fysiek ontmoeten, is de saam­ horigheid sterker geworden.’ Er zijn digitale overleggen en collegiale uit­ wisselingen, en het blijkt ook gezel­ lig om met je collega’s online koffie te drinken. Bijl ziet nog een ander voor­ deel: ‘We hebben met elkaar in korte tijd enorm veel ervaring in digitalise­ ring op gedaan, en dat is winst in een wereld die steeds meer digitaliseert.’

Onderzoek onder studenten Samen met drie andere ­universiteiten (VU, Utrecht, ­Maastricht) heeft Leiden deze zomer een groot onderzoek gehouden naar het wel­bevinden en e ­ ventuele ­psychische problemen van s ­ tudenten. In totaal is naar 87 duizend studenten een v ­ ragenlijst gestuurd. Daar zaten ook vragen tussen over hoe ze de Covid-19 pandemie ervaren en hoe ze omgaan met de consequenties ervan. De eerste resultaten van dit onderzoek worden naar verwachting in oktober bekend­gemaakt. In een ander onderzoek is aan Leidse studenten ­specifiek gevraagd hoe ze het online onderwijs ervaren, wat zo moet blijven en wat er beter kan. Ook van dat onderzoek waren de uitkomsten nog niet bekend bij het ter perse gaan van dit blad.


Studeren in tijden van corona

NR. 3  2020

Practicum aan huis

Hoe geef je in coronatijd een p ­ racticum natuurkunde? Paul Logman, docent ­wiskunde en natuurwetenschappen bij het Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde (LION), vond samen met zijn collega’s een inventieve oplossing. Ze vroegen hun eerstejaars ­studenten om thuis een klein laboratorium op te zetten om hun proeven voor het vak Optica te doen. Logman: ‘Ze moesten een klein lasertje aanschaffen en verder gebruikten ze huis-tuin-en-keukenspullen.’ Bijvoorbeeld een cd, een tv-scherm of scheermesjes. ‘Maar er was ook een student, Louw Feenstra, die de vereiste opstelling maakte met behulp van legoblokken. Waarschijnlijk verschijnt daar zelfs een artikel over in een tijdschrift voor wetenschappelijk onderwijs, wat natuurlijk extra motiverend is.’

Student

Gaan of blijven?

Hoogleraar

FOTO: MARC DE HAAN

Caroline Head, tweedejaarsstudent International Studies: ‘Door corona moest ik beslissen: hier blijven of naar mijn familie in Canada gaan. Heel lastig, maar ik ben toch in Den Haag gebleven. Het onderwijs ging helemaal online. Dat is eigenlijk niets voor mij, ik heb persoonlijke interactie nodig om goed te functioneren. Toch beviel de online classroom me best goed. We hadden contact met elkaar en de docent, en ik had het gevoel: we zitten in hetzelfde schui�tje. Maar toen we ons voor de examens moesten voorbereiden en er geen online colleges meer waren, vond ik dat moeilijk. Ik miste het gevoel deel te zijn van een gemeenschap. Ook had ik het idee dat ik zomaar tussen wal en schip zou kunnen vallen, dat niemand dat zou merken. Nu ben ik toch wel gespannen voor het n ­ ieuwe studiejaar. Mijn ­studie in Nederland duurt drie jaar, het zou zomaar kunnen dat ik straks een derde van die tijd online heb gestudeerd.’

Interactie Tjerk Oosterkamp, hoogleraar ­Experimentele natuurkunde: ‘Het is begrijpelijk dat je in een c ­ risis drastische maatregelen neemt. De echte paniek rond corona duurde een maand, daarna werd de situatie overzichtelijker. Wat mij betreft had de fase met uitsluitend online onderwijs ook niet langer dan die maand moeten duren. Dit studiejaar moet het onderwijs weer zo veel mogelijk fysiek zijn. Met onderwijs op afstand wordt studeren gereduceerd tot het behalen van punten. Maar studeren is zoveel méér – zowel in de interactie met a ­ ndere studenten als met de docenten. Als ik een practicum geef, stimuleer ik de studenten om te reflecteren op hun angst om tijdens het onderzoek wegen te bewandelen waarvan ze niet weten of die doodlopen. Ook vind ik het belangrijk om hun geloof in eigen kunnen te versterken. Dat doe ik door mee te kijken, suggesties te geven en stil te staan bij successen. Zoiets lukt mij niet bij online onderwijs.’


Leidraad

NR. 3  2020

39

Docent

Onderwijs­ vernieuwing

Dubbele pech Jan van Staalduinen, masterstudent Rechten en Computer Science: ‘Door corona liep alles anders dan ik had verwacht. Voor mijn rechten­ studie kon ik een maand stage lopen op een advocatenkantoor in New York. Fantastisch natuurlijk. Begin maart, ik was er net een week, kondigde Trump aan dat de grenzen met Europa dicht zouden gaan. Eerst dacht ik: ik ben hier nu, ze krijgen mij niet zo snel weg. Maar toen mijn collega’s thuis gingen werken en de onrust toenam, ben ik toch op het vliegtuig gestapt. In Nederland ging ik verder met de eindscriptie voor mijn studie Computer Science. Ik had mijn pasje voor het LUMC al binnen, daar zou ik een deel van mijn onderzoek doen. Ook dat ging niet door. Ik kon wel gebruikmaken van hun servers, maar dan vanuit huis. Dat is fijn, maar toch een b ­ eetje kaal. Ik heb een wekelijkse video call met mijn begeleider, maar mis de informele contacten en het echt deel uitmaken van een onderzoeksgroep.’

Student

Eveline Hoebe, docent ­Academische vaardigheden bij LACDR (Leiden Academic Centre for Drug Research): ‘Door de coronacrisis bewees het nieuwe e-learning skills platform voor bachelor­ studenten ­Bio-Farmaceutische Wetenschappen zijn nut. We zagen dit voorjaar dat studenten die van het platform gebruikmaakten hoger scoorden. Dat gebeurde ook bij de bachelor-eindopdracht. Het platform is opgebouwd uit elementen die belangrijk zijn in de opleiding, zoals schrijven, onderzoek, (online) presen­ taties en samenwerking. Corona laat zien hoe belangrijk dit soort onderwijsvernieuwing is. Dat is positief. Tegelijk ben ik kritisch en maak ik me zorgen. Online onderwijs vraagt zelf­ sturend vermogen van de studenten, niet iedereen kan dit. Daarnaast speelt het gebrek aan sociale cohesie. Ook al worden er nog zulke mooie digitale cafés opgezet, die zijn toch een slap aftreksel. En voor mijzelf? Ik ben docent geworden vanwege het persoonlijke contact met de studenten. Dat valt nu voor een deel weg, en dat mis ik ontzettend.’


40

Leidraad

NR. 3  2020

AGENDA In verband met de corona­crisis zijn aan­ kondigingen onder voor­behoud en zijn sommige lezingen ­wellicht alleen ­online te bezoeken. Zie www.universiteitleiden.nl/ agenda voor actuele informatie. Faculteit Geesteswetenschappen

1 oktober-26 november MUSEUMTALKS Hoogleraar K ­ unstgeschiedenis Stijn Bussels organiseert een serie l­ezingen door negen deskundigen uit de m ­ useumwereld. Online te volgen, sommige ook bij te wonen op locatie. bit.ly/MuseumTalksLeiden ONLINE TE ZIEN Eindpresentatie Practicum Artium programma (het Beeldende Kunsttraject voor Leidse studenten op de KABK in Den Haag). researchcatalogue.net/view/846952/918366

FOTO: STIJN POELSTRA

11 december HUIZINGALEZING Filosoof en schrijver Maxim Februari houdt de 49e Huizinga­lezing. Voor kaarten en meer informatie: universiteitleiden.nl/ agenda/series/huizinga-lezing

Het platform Thingsthattalk geeft h ­ istorische objecten die normaal a ­ chter gesloten d ­ euren blijven een podium. thingsthattalk.net Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen LEZINGEN Met regelmaat vinden er openbare (online) lezingen plaats op de faculteit. Alumni zijn van h ­ arte welkom. universiteit­leiden.nl/ lezingenbijscience Catena 24 oktober REÜNISTENDAG Alle oud-leden zijn welkom, op gepaste afstand in de Kolfmakersteeg. Minerva UITGESTELD De lustrumviering van VVSL en LSC 1970 is i.v.m. corona uitgesteld, naar 29 mei 2021. jaarlustrum1970@gmail.com JONGE ALUMNI DAG Het (deels online, deels fysieke) programma en de datum zijn nog niet bekend. Houd de website en social media in de gaten: universiteitleiden.nl/jan Uitnodigingen ontvangen? Geef uw e-mailadres door:info@alumni.leidenuniv.nl

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Nieuwe start gevluchte wetenschapper Het Instituut Psychologie heeft een nieuwe collega die om politieke redenen uit Turkije moest vluchten. ‘Ik ben blij dat ik nu weer kan doen waarvoor ik ben opgeleid en waar ik gepassioneerd over ben’, vertelt ‘Reha’ (een gefingeerde naam) in een interview op de website van de universiteit.

T

wee jaar is hij nu in Nederland. Reha deed in Turkije onderzoek op het gebied van positieve psychologie, een vakgebied dat zich richt op het bestuderen van positieve ervaringen en eigenschappen, en het inzetten ervan bij behandelingen. Een vriend die zelf naar Duitsland was gevlucht, gaf hem de tip om onderzoekers

in zijn vakgebied te mailen die werkten bij universiteiten in de buurt. De zoektocht leidde uiteindelijk tot de aanvraag van een NWO-­Hestiabeurs – bedoeld om gevluchte wetenschappers de kans te geven hun academische carrière weer op te pakken – en zo tot een aanstelling in Leiden voor anderhalf jaar. Samen met collega Anke Klein gaat Reha kijken hoe de behandeling van specifieke angststoornissen bij kinderen effectiever kan. Ze gaan in totaal tachtig kinderen onderzoeken. Klein is blij met Reha in het team. ‘Zijn kennis vanuit de positieve psychologie is heel waardevol.’ Lees het hele interview: www.universiteitleiden.nl/ hestiabeurs


SIGNALEN

41

GEESTESWETENSCHAPPEN

Het monumentale Arsenaal, voorheen de thuisbasis van China-, Japanen Korea­studies, is de afgelopen maanden grondig verbouwd tot een moderne lichte locatie. Er zijn honderd studieplekken, twee college­ zalen, werk­kamers voor mede­werkers, ­koffiecorners en ruimtes voor de verschillende studieverenigingen en de onderwijs­administratie. Het ­Arsenaal is vanaf nu primair de thuisbasis voor het Leiden University Centre for the Arts in Society (LUCAS) en medewerkers van de bacheloropleidingen Engels en Duits. WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Samenwerken aan ­oplossingen in de zorg In het nieuwe Medical Delta fieldlab Phenomix werken wetenschap, zorginstellingen en bedrijfsleven samen aan innovatieve toepassingen op het gebied van ‘meta­ bolomics’. Met dit onderzoeksveld kan onder meer bepaald worden welke geneesmiddelen effectief zullen zijn voor welk individu. Het onderzoeksveld ‘metabolomics’ kijkt naar stofwisselingsprocessen van mensen. Aan de hand hiervan kan onder meer worden bepaald voor ­welke aandoeningen een individu vatbaar is, maar ook welke medicijnen extra werkzaam zijn. Het is een v ­ eelbelovende richting binnen de zogeheten ­precisiegeneeskunde. Het field-

lab, dat in juli openging, is gehuisvest in het Leiden Academic C ­ entre for Drug Research (LACDR). Het is enerzijds een laboratorium dat, als het eenmaal volledig is uitgerust, jaarlijks zo’n 50.000 bloedmonsters kan analyseren. Anderzijds is Phenomix een ontmoetingsplek voor allerlei partijen om zo snel mogelijk innovatieve praktijktoepassingen voor metabolomics te ontwikkelen. Hoogleraar Thomas Hankemeier was de initiatiefnemer van het fieldlab.

RECHTEN

AI voor juristen Op 29 oktober gaat de nieuwe o ­ nline leergang ‘Artificial Intelligence voor juristen’ van start bij Juridisch Post Academisch Onderwijs. Deze beslaat drie middagen, gevolgd door ­minimaal één specialisatiemodule. A ­ rtificial ­Intelligence (AI) gaat ons leven de komende jaren drastisch veranderen. We gebruiken het al volop, als we online shoppen, de smartphone raadplegen of Netflix kijken. Ook bij het stellen van medische diagnoses, gezichtsherkenning, zelfrijdende auto’s, data-­ analyse of het nemen van b ­ eslissingen: AI is overal. Het maakt ons leven gemakkelijker, maar de juridische kanten worden ook steeds zichtbaarder. Hoe voorkomen we ingebouwde vooroordelen, welke wetgeving geldt voor autonoom handelende robots, is onze privacy gewaarborgd, kun je mense­ lijke waarden en morele codes in ­algo­ritmes inbouwen? En: Gaat AI ook het werk van juristen overnemen? Voor meer informatie, ook over andere webinars en opleidingen: paoleiden.nl

HOVO

HOVO gaat online Leefstijl als medicijn, oerplanten, persoonlijkheidspsychologie. Het zijn enkele van de onderwerpen uit het brede aanbod van HOVO (Hoger Onderwijs voor Ouderen) van dit najaar. Sommige c ­ olleges zijn op locatie en zijn voor een kleine groep live te bezoeken, veel reeksen zijn daarnaast – of zelfs uitsluitend – online te volgen. universiteitleiden.nl/hovo


42

Leidraad

NR. 3  2020

GEESTESWETENSCHAPPEN

Geesteswetenschappers vinden snel baan Het gaat goed met afgestudeerde geesteswetenschappers. Dat blijkt uit het facultaire arbeidsmarktonderzoek dat eens in de vier jaar wordt ­uitgevoerd. Het onderzoek laat zien dat alumni die de afgelopen vier jaar afstudeerden, snel een passende baan vinden. Het merendeel is na de bachelor doorgegaan met een master en die kennis­ investering loont. Voor masters is de eerste baan vaker op hbo- of acade-

misch niveau (83%) dan bij bachelors (70%). Er is weinig verschil in de zoekduur. Rond de 70% van de bachelors en masters vindt binnen twee maanden na het afstuderen die eerste baan. ‘Bij mijn studie leerde ik kijken naar wat mensen beweegt, waarom ze de dingen doen die ze doen. Dat past goed bij mijn huidige baan als Projectleider en adviseur Ondermijning, Tactisch Centrum Handhaving bij de gemeente Rotterdam’, aldus alumnus Religiewetenschappen Jaino Mohammedamin.

Verhalen van andere alumni en meer uitkomsten van het onderzoek vind je op www.baannajestudie.nl. Ook afgestudeerd bij Geesteswetenschappen, en een interessante baan? Deel je verhaal met alumnicoördinator Sanderien de Jong via alumni@hum.leidenuniv. nl. Voor vragen over het onderzoek: loopbaanadviseur Loes Nordlohne via l.nordlohne@hum.leidenuniv.nl

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Veel lezingen in lustrumjaar NGL Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan organiseert het ­Natuurwetenschappelijk Gezelschap Leiden (NGL) – net als in de tijd van Lorentz en Kamerlingh Onnes – elke twee weken op donderdag een avondlezing. Het zijn hoogstaande natuur­ wetenschappelijke lezingen, voor een breed publiek toegankelijk. De m ­ eeste ­lezingen z­ ullen over een aspect van de corona­pandemie gaan, maar dit wordt a ­ fgewisseld met andere thema’s. NGL-­leden, a ­ lumni, (oud-)mede­ werkers, studenten en alle ­ andere geïnteresseerden in de natuur­ wetenschappen zijn van h ­ arte ­welkom. De lezingen zijn voorlopig alleen online ‘bij te wonen’. Publiek kan vanuit huis wel vragen stellen via de chat.

UB

Keuzes in oorlogstijd Waarom kozen sommige studenten ervoor om in het verzet te gaan, en anderen om te collaboreren met de bezetter? En kun je altijd spreken van een keuze? ­Bijvoorbeeld wanneer je gedeporteerd wordt naar een kamp en vervolgens moet ‘kiezen’ of je je kinderen meeneemt of bij on­ bekenden laat onderduiken. Dat ­laatste overkwam de Leidse hoogleraar en latere rector magnificus Sem Dresden. In de geschiedschrijving over de

Tweede Wereldoorlog is met het verstrijken van de tijd meer ruimte ontstaan voor de ­complexiteit van keuzes. De tentoonstelling ‘Keuzes in oorlogstijd’ zoekt aansluiting bij deze ontwikkeling. ­Persoonlijke verhalen van hoogleraren, studenten, schrijvers en dichters maken complexe dilemma’s inzichtelijk. De tentoonstelling is vanaf 20 oktober te zien via de website van de Universiteitsbibliotheek: bibliotheek.universiteitleiden.nl


SIGNALEN

43

CATENA

Eric Schreurs (1958-2020) Op 29 mei is striptekenaar Eric Schreurs overleden. Schreurs was erelid van V.S.L. Catena, waar hij behalve herinneringen ook wandtekeningen heeft achtergelaten. Zijn bekendste strip is Joop Klepzeiker. In 2002 won hij voor zijn oeuvre de Stripschapprijs.

RECHTEN

MOOC over internationale tribunalen MINERVA, QUINTUS, AUGUSTINUS, DAC, NJORD

Verenigingen breken records Zeshonderd nieuwe Minervanen, een ledenstop bij Quintus en veel teleur­ gestelde aspirant-roeiers. De aanmeldingen bij de Leidse studentenverenigingen braken dit jaar alle records. Juist in tijden van c ­ oronamaatregelen lijken de eerstejaars de aansluiting bij een vereniging te zoeken om hun ­studentenleven vorm te geven.

D

e introductieweken hadden dit jaar een aangepaste vorm. De El Cid week speelde zich groten­ deels online af en was uitgesmeerd over twee weken om de drukte te spreiden. In kleine groepen konden de aankomende studenten op één dag een paar uitgekozen locaties fysiek bezoeken. Ook de HOPweek (The Hague Orientation Programme) in Den Haag had een dergelijke formule: geen massale bijeenkomsten, veel virtuele kennis­

making, en slechts één dag in de stad. De angst van verenigingen dat ze door deze beperkte introductie ook matig zouden ‘scoren’ kwam dus geenszins uit. Augustinus bereikte zijn ledenstop van 400 al voordat het fysieke gedeelte van de introductieweek begonnen was. Bij Minerva gold hetzelfde en werd de stop van 550 ‘na veel berekeningen over de capaciteit van het pand’ met 50 plekken verhoogd. Ook bij Quintus (320 nieuwe leden) en het nog jonge DAC (Dinsdag Avond Club) liep het storm. Njord maakte het nog bonter. ‘Ons record van inschrijvingen stond rond de 400,’ liet voorzitter van de introductiecommissie Femke Heddema weten aan de Leidse lokale omroep Unity. ‘Dit jaar zijn dat er meer dan 500.’ Helaas kan de roeivereniging niet iedereen een plek beloven. Er is slechts plek voor 280 nieuwe leden.

‘The Arbitration of I­nternational Disputes’ is de derde MOOC (Massive Open Online C ­ ourse) in de serie over de internationale tribunalen in Den Haag. Deze gaat 29 oktober (weer) van start. In de cursus wordt de werkwijze van die ­tribunalen geanalyseerd, wordt ge­ keken op welke rechtsgebieden deze betrekking hebben, en wordt ingegaan op de bijdrage die ze kunnen leveren aan de wereldvrede, door het beslechten van geschillen tussen staten onderling of tussen staten en inter­ nationale organisaties. Net als veel andere MOOCs wordt deze meerdere keren per jaar gegeven en is deel­name gratis. coursera.org/learn/arbitrationinternational-disputes


44

Leidraad

NR. 3  2020

NJORD

Njord in de oorlog In november verschijnt het boek Njord in de Oorlog. Oud-leden van de roeivereniging zijn de afgelopen twee jaar in de archieven gedoken en hebben met alle informatie en opgedoken foto’s een boek van zo’n 100 pagina’s samengesteld. Het boek laat goed de totale ommekeer in het Leidse studentenleven zien. Op 5 mei 1940 neemt Njord nog deel

aan de Varsity. Vijf dagen later breekt de oorlog uit en is alles anders. Zij die jong en onbevangen naar Leiden zijn gekomen om te studeren, om van het studentenleven te genieten en te gaan wedstrijdroeien, worden geconfronteerd met oorlog. Velen komen in de strijd tegen de bezetter voor soms zware keuzes te staan. Studeren en roeien heeft geen hoge prioriteit meer. Welke keuzes maakten de studenten

en hoe troffen ze Njord na de oorlog weer aan? De verschijning van het boek wordt op een aangepaste manier ‘gevierd’. In de week van de Cleveringalezingen (21-27 november) verzorgen roeiers van Njord op twintig middelbare scholen in ­Leiden een geschiedenisles over vrede en vrijheid, waarna ze het boekje aan de scholieren uitreiken. njord.nl

FGGA

Leergangen rond (rechts-)extremisme

UB

Benali gastconservator

Schrijver Abdelkader Benali heeft samen met conservatoren van de Universitaire Bibliotheken L ­ eiden de digitale tentoonstelling ‘Reizigers van nieuwe tijd’ gemaakt. Ter gelegenheid van de Maand van de Geschiedenis verscheen van Benali een essay onder dezelfde titel. In de tentoonstelling toont hij d ­ iverse topstukken uit de Leidse collecties. De stukken zijn door Benali van persoonlijk commentaar voorzien. Ook zijn ingesproken teksten van Benali te beluisteren. De tentoonstelling is voor iedereen online te bekijken: bibliotheek.universiteitleiden.nl

B

ij het Centre for ­Professional Learning in Den Haag zijn de komende tijd onder meer twee cursussen rond extremisme. In de week van 25 januari is er het (Engelstalige) programma ‘Preventing, detecting and responding to violent extremism’. Dit is bedoeld voor beleidsmakers, onderzoekers, ­journalisten en anderen die werkzaam zijn op het terrein van (de bestrijding van) gewelddadig ­extremisme. Van 4 tot 6 november wordt

de training ­Ontwikkelingen rondom rechts-­extremisme gegeven. De ­afgelopen jaren is er een grotere manifestatie te zien van extreemrechtse denkbeelden en incidenten in Nederland. Deelnemers gaan aan de slag met vragen omtrent herkennen en duiden van signalen van rechts-­ extremisme, de dilemma’s en uitdagingen. Ook gaan zij in gesprek over de effectiviteit van hun mogelijke interventies. universiteitleiden.nl/cpl


SIGNALEN

45

MINERVA

All American Night STUDIUM GENERALE

Podcastserie van Studium Generale Studium Generale heeft sinds kort ook een podcastserie. Onder de titel Radio Horzelnest worden geleerden, auteurs en kenners van uiteenlopende vakgebieden uitgebreid geïnterviewd. Iedere twee weken verschijnt een n ­ ieuwe aflevering online van ongeveer een uur. Zo kunt u vanuit huis (of onderweg) toch plaatsnemen in de ‘collegebanken’ en iets opsteken over een variëteit aan onderwerpen: van D ­ arwin en de Tweede Wereldoorlog tot botanisch illustreren. De serie ontleent zijn naam aan de titel van het boek van W ­ illem O ­ tterspeer over de oorlogsjaren van de ­Leidse u ­ niversiteit. Daarover gaat ook een van de e ­ erste podcasts (gesproken documentaires). Historicus Pieter S ­ laman bevraagt daarin zijn collega O ­ tterspeer, over waarom de bezetters de ­Universiteit Leiden als een van hun eerste en belangrijkste doelwitten zagen, hoe het kwam dat vooral in Leiden en met name aan de R ­ echtenfaculteit het verzet zo massaal was, en nog veel meer. De podcast is te vinden op You­ Tube of via universiteitleiden.nl/ studium-generale/podcast

Ook dit jaar organiseert Minerva t­ ijdens de Amerikaanse ­presidentsverkiezingen de All American Night. Daarbij hangt het wel van de coronamaat­ regelen af hoe het evenement op 2 en 3 november er precies uitziet. De dinsdag­ avond begint in elk geval met een

s­ ymposium en voor­ zover mogelijk volgt daarna gedurende de verkiezingsnacht ook een feest. Deze traditie bestaat al sinds 1968, ten tijde van het toen nog ongemengde ‘Leids Studenten Corps’. De verkiezingen werden destijds nog bijgehouden via de radio en alle speeches

werden vertaald in het Nederlands. Op de Facebook­ pagina van All American Night is de a ­ ctuele informatie over het programma te vinden. Daar staat ook hoeveel ruimte er zal zijn voor bezoekers – onder wie reünisten – en de eventuele aanmeldings­ procedure.

SSR

Ingrijpende verbouwing SSR SSR is al een jaar aan het verbouwen. De vereniging wist het pand aan Utrechtse Veer 3, achter de bestaande sociëteit, te kopen en kan dus flink uitbreiden. De verbouwing bestond uit onder meer veel sloopwerk, een nieuwe f­ undering, een doos-in-doosconstructie en een laag piepschuim voor de

geluidsdemping. Inmiddels is de toekomstige danszaal b ­ ijna helemaal klaar en zitten de b ­ ouwers in de afrondende fase. Ook de bar zit er al volledig in, er komt alleen helaas nog geen bier uit. De g ­ roeiende vereniging popelt om het nieuwe pand volop te gaan gebruiken.


46

de jonge wetenschapper

TEKST: WILKE MARTENS, FOTO: TACO VAN DER EB

Barbora Budinská

‘De crisis door corona had nog veel erger kunnen zijn’


NR. 3  2020

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Het bankensysteem moest op de schop, dat was na de kredietcrisis van 2008 wel duidelijk. In de Europese Unie zijn sindsdien ingrijpende veranderingen doorgevoerd. Rechtenpromovenda Barbora Budinská onderzoekt de juridische geldigheid van de nieuwe manier waarop banken gecontroleerd worden.

W

aarom houden we ons wel aan de ene regel, maar aan de ­andere niet? Het was haar interesse in mense­ lijk gedrag die Barbora Budinská (31) uiteindelijk naar een rechtenstudie leidde. Hoewel sociologie en psycho­ logie zich ook op deze vraagstukken richten, intrigeerde rechten haar het meest. ‘En die intuïtieve keuze is vol­ ledig tot haar recht gekomen’, lacht de Slowaakse, twee jaar op weg in haar PhD-onderzoek aan de Leidse rechtenfaculteit. Budinská groeide op in een ­stadje in Slowakije, met van oudsher een ­grote groep Duitstalige bewoners. Het was een ‘natuurlijke keuze’ om twee­ talig onderwijs te volgen en ook Duits te leren. Een universitaire studie in ­Berlijn lag daarna voor de hand. ‘De rechtenstudie in Berlijn was gericht op het Duitse recht, Duitse cultuur, Duitse geschiedenis’, zegt Budinská. ‘In welk land je ook rechten studeert, het begint altijd met nationaal recht. Maar Europese wetgeving heeft zoveel impact op de nationale systemen, dat je er meer van móet weten. Voor een advocaat in een EU-land is het naar mijn idee noodzakelijk om enigs­

Wat is... de Europese bankenunie? De Europese bankenunie is in 2014 opgericht om commerciële banken binnen de

zins het Europees recht te begrijpen, anders kun je je werk niet goed doen.’ Europees georiënteerd

Haar oriëntatie op Europa heeft ze waarschijnlijk onbewust als ­tiener meegekregen. ‘Slowakije kwam in 2004 bij de Europese Unie’, ­vertelt ze. ‘Plotseling stond voor jonge ­mensen een deur open die voor een ­oudere generatie niet open stond. Ik realiseerde me dat er een inter­ nationale gemeenschap was, dichtbij, waar ik zelf deel van uitmaak.’ Haar interesse in internationa­ le betrekkingen was al groot, maar ­verschoof steeds meer naar ­Europa. ‘Europees recht is fascinerend, omdat er zoveel gebeurt. Je zit er midden­ in, of je nu wil of niet’, vertelt ze. ‘Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat de Europese bankenunie bestaat, laat staan dat deze goed functioneert. Zo zou de coronacrisis veel erger zijn geweest zonder de bankenunie. Onze banken zijn veerkrachtiger geworden, hebben grotere buffers die ze in tijden van crisis kunnen gebruiken.’ De verbetering is vooral te ­danken aan controle van commerciële ­banken door de Europese Centrale Bank (ECB), in plaats van alleen door

Europese Unie beter te kunnen controleren. Daarvóór lag de verantwoordelijkheid voor controle bij nationale centrale banken en andere autoriteiten; zo controleerde De Nederlandsche Bank de ABN Amro,

Leidraad

47

nationale toezichthouders. ‘Voor het eerst in de geschiedenis moet een Europees instituut – de ECB – natio­ nale wetten toepassen in plaats van Europese. Deze compleet ­nieuwe situatie roept allerlei juridische ­v ragen op. Een van mijn onderzoeks­ vragen is hoe het Hof van Justitie van de Europese Unie de legaliteit kan controleren van ECB-beslissingen die gebaseerd zijn op de verschillende nationale wetten van negentien euro­ landen. Kortom, juridisch onderzoek kan het functioneren van de Europe­ se bankenunie helpen verbeteren.’ Interactie met studenten

Budinská combineert haar onder­ zoek met lesgeven aan Leidse rechten­studenten. Dat doet ze vol overgave. ‘Je hebt docenten nodig om een rechtenstudie interessant te maken. Het maakt een wereld van verschil als je docent haar eigen onderzoek wil delen, als ze vertelt welke moeilijkheden ze heeft gehad, waarom bepaalde onderwerpen zo ingewikkeld zijn.’ De interactie met studenten is dan ook belangrijk voor Budinská. ‘Ik probeer mijn studenten vooral te ­helpen een gefundeerde mening te vormen, ook over Europa. Ik geloof dat de EU een enorm potentieel heeft om onze levens te verbeteren. Tot op zekere hoogte is dat ook gebeurd, maar er is veel ruimte voor verbete­ ring. Daarom moet je kritisch blijven. Als ik kan bijdragen aan belangrijke discussies in de wereld door mijn stu­ denten te helpen hun mening aan te scherpen, dan is mijn doel bereikt.’

Rabobank, ING et cetera. Dit werkte echter niet optimaal en dat uitte zich tijdens de kredietcrisis van 2008. Om te voorkomen dat de eurozone uit elkaar zou vallen en landen zouden t­ eruggrijpen naar hun

oude munt, werd de controle van commerciële banken ‘ver-europeaniseerd’. Dit zorgde ervoor dat banken financieel gezonder zijn en dat risico’s voor spaarders en belastingbetalers zijn afgenomen.


Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Cleveringabijeenkomsten voor alumni De Cleveringabijeenkomsten brengen jaarlijks ‘een beetje Universiteit Leiden’ naar onze alumni. Het draait er om Leidse wetenschappers die hun verhaal vertellen, het netwerk en de ontmoeting met andere Leidse alumni. Door corona zien de bijeenkomsten er dit jaar anders uit. In Nederland is er, in aangepaste vorm, een aantal fysieke bijeenkomsten. De tot nu toe bekende staan hieronder u ­ itgelicht. Daarnaast zal een aantal lezingen online bij te wonen zijn.

Nederland Amsterdam 26 november Prof.dr. Wilco Peul ‘Moreel beraad in acute fase bij ernstig hersenletsel; een socio-economische & humanistische benadering’ Breda 25 november Prof.dr. Wim Voermans ‘Het land moet wel bestuurd worden: over Machiavelli in de polder.’ Den Haag 26 november Prof.dr. Erwin Muller (decaan FGGA) en prof.dr. Koen ­Caminada (vice-decaan FGGA) ‘Leiden University The Hague zet in op multidisciplinaire maatschappijwetenschappen én de kinderen van de stad’. Friesland 26 november Prof.dr. Kees Schuyt ‘Hoe ‘vrij’ was professor ­Cleveringa op 26 ­november 1940? Belangrijke mensen in het leven van een moedig ­individu; enkele gedachten over Vrijheid, toen en nu.’

’t Gooi 21 november Prof.dr. Remco Breuker, ­hoogleraar Korea studies Limburg op of rond 26 november Prof.dr. Bas Haring, hoogleraar Publiek begrip van wetenschap Nijmegen/Arnhem Prof.dr. Job Cohen ‘De herinneringen van mijn moeder, die aanwezig was bij de rede van Cleveringa’ Twente 26 november Prof.dr. Adam Cohen ‘Van werken naar helpen, maar hoe? Geneesmiddelontwikkeling in een pandemie’ Utrecht/Amersfoort 26 november Prof.dr. Carsten de Dreu ‘Waarom vechten mensen?’ en Prof.dr. David Fontijn ‘Vrede en Wreedheid. Wat het (on)aangename verleden van de mensheid ons vertelt over onszelf’ Als u de lezing live online wilt volgen, mail dan naar: Dijkmanpost@outlook.com

Buitenland Bijeenkomsten in het buitenland zijn onzeker en in ieder geval beperkt. Mogelijk worden er online lezingen aangeboden door de plaatselijke comités. De meest recente ­informatie is te vinden op www.luf.nl/cleveringa en alumni worden zoveel mogelijk via e-mail op de hoogte gebracht en ­uitgenodigd.

NR. 3  2020

‘ Noodgedwongen ­ blijven we vernieuwen’ Frederieke Dijkman-Post is Leids ­alumna en lid van het Cleveringacomité Utrecht-Amersfoort. Met haar collega’s zette zij een nieuw programma in elkaar. ‘Het is weliswaar coronatijd, maar wij laten het er als comité niet bij zitten.’

D

ijkman is sinds vier jaar lid van het Cleveringacomité nabij haar woonplaats Zeist. ‘De afgelopen jaren hebben we stevig ­ingezet op vernieuwing van het aanbod’, vertelt zij enthousiast. ‘De beste sprekers, een ­korte borrel in plaats van een diner en dit jaar voor het eerst twee hoogleraren die hetzelfde thema vanuit hun eigen discipline belichten. Hoogleraar Sociale en organisatiepsychologie Carsten de Dreu stond eerder al op ons lijstje. Hem hebben we gevraagd iets te vertellen over mensen en conflict. Ook vroegen we hem met welke collega hij een passende lezing kan en wil geven. Hij kwam toen zelf met hoog­leraar Archeologie David Fontijn, met wie hij al eerder samenwerkte. Fontijn vertelt over wat het verleden van de mensheid ons over onszelf en ons soms wrede gedrag vertelt. Wat ons betreft een actueel onderwerp, gezien de huidige spanningen op het wereldtoneel.’ Dijkman is terecht trots op het ­programma. ‘Enerzijds is het jammer dat we door Covid-19 maximaal 30 mensen kunnen ontvangen. De afgelopen jaren hadden we ruim honderd deelnemers, onder wie een flink aantal heel dierbare vaste gasten. Anderzijds ­bieden we de lezing deze keer ook interactief aan via YouTube. Wie weet boren we daarmee weer een heel ­nieuwe en nog grotere doelgroep aan. Noodgedwongen blijven we vernieuwen’, lacht ze.

FOTO: MARIE LOUISE NIJSING

48


TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO: BRAM PETRAEUS

NR. 3  2020

werkplek van

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Ratna Mahabier (38)

Alles op de redactie van de NOS ademt nieuws. De tv-schermen aan de wand, het geroezemoes van collega’s die nieuwsuitzendingen voor­bereiden, de concentratie in de regiekamer bij een live-­ uitzending. Het is al ruim twaalf jaar een vertrouwde omgeving voor Ratna Mahabier. Tijdens haar master Journalistiek en Nieuwe Media liep de historica stage bij de NOS, om er nooit meer weg te gaan. Via de 24-uurs redactie kwam ze terecht bij het Jeugd­journaal. Recent werd ze c ­ oördinator op de economie­redactie. Wat heet: vandaag is pas haar derde dag. ‘Maar omdat ik hier al zo lang

Leidraad

rondloop, voelt het heel vertrouwd. Dit werk past bij mij, de redactie voelt als mijn tweede huis. Ik weet nog dat ik mijn scriptie schreef. Dat vond ik veel te eenzaam. Hier gebeurt altijd wat, elke dag is onvoorspelbaar. Als coördinator economie ben ik de spil tussen de verslaggevers, de redacteuren van de online redactie, de hoofd- en de eind­redactie. Samen bepalen we welk nieuws we brengen, en hoe we dat doen. Dat vraagt om snelle beslissingen en voortdurend overleg. Ik sta altijd ‘aan’, ook als ik thuis ben. Dat vind ik niet erg. Wat ik doe, voelt niet als werk. Ik krijg er energie van.’

Geschiedenis en Journalistiek en Nieuwe Media 2001-2007

49


50

NR. 3  2020

lezen, luisteren, doen

RIVM-directeur en Leids alumnus Jaap van Dissel heeft een bijdrage g ­ eleverd aan de expositie Besmet!, momenteel te zien in Rijksmuseum Boerhaave in ­Leiden. Zijn exemplaar van een boek over ‘Tyfus Mary’, een kokkin die begin vorige eeuw een superverspreider van tyfus in de Verenigde Staten bleek te zijn, heeft een prominente plek gekregen op de tentoonstelling. Besmet! gaat over uit­ braken van besmettelijke ziekten en hoe die het leven kunnen ontwrichten. www.rijksmuseumboerhaave.nl

Hortus warme winter middag Genieten van kleinschalige buiten­ activiteiten: een historische proeverij, vuurkorf, verhalenverteller, g ­ lühwein, specerijenspeur en meer. Tijdens de Hortus warme wintermiddag op 8 november blijft de hortus botanicus een uurtje langer open. Kom gezellig schemeren in de frisse buitenlucht.

FOTO: ALICE DE JONG

Jaap van Dissel en zijn Tyfus Mary

Wandelen in het Singelpark Dankzij een opknapbeurt van het Blekerspark (foto) en de komst van drie bruggen (de Loviumbrug, de Hapynionbrug en de Wisenniabrug) is het Singelpark, het aangesloten stuk park rond de Leidse singels, een stukje dichter bij zijn voltooiing. Afgelopen zomer is in het Blekerspark de beplanting aangebracht. Heel bijzonder wordt de Vredesboom, een nakomeling van een ginkgo boom die in Hiroshima de ontploffing van de eerste atoombom heeft overleefd, 75 jaar

­ eleden. De boom is zorgvuldig g opgekweekt in de hortus botanicus en wordt zodra het mogelijk is geplant. Iedere tweede zondag van de maand organiseren de Vrienden van het Singelpark een w ­ andeling langs een deel van de Leidse ­singels. De wandeling begint om 14 uur en duurt ongeveer twee uur. De route voert langs veel groen, prachtige gebouwen en de deelnemers horen meer over de laatste ontwikkelingen in het Singelpark en de historie van de stad. www.singelpark.nl


51

FOTO: WIKIPEDIA

Lunchen met Herman Herinnert u zich stier H ­ erman nog? Op de plek waar ooit de eerste genetisch gemanipuleerde stier ter wereld woonde, zit sinds jaar en dag De Stal. De afgelopen jaren breidde het café, dat midden in het Bio S ­ cience Park zit, flink uit. Tegenwoordig is het een g ­ eliefde plek om te lunchen en te borrelen. De kaart van De Stal is zoveel mogelijk biologisch, duurzaam en lokaal. De Stal, Darwinweg 1, Leiden

Oudheden gaat online De coronatijd bracht het Rijksmuseum van Oud­ heden op het creatieve idee van online pop-uptentoonstellingen. Regelmatig verschijnen er op de website van het m ­ useum kleine ­tentoonstellingen die alleen online te bewonderen zijn. Het zijn compacte ­webexposities

met een knipoog of ­interessante invalshoek. Live bezoek aan het ­museum is ook mogelijk. Zo is er tot en met 28 februari de familietentoonstelling Romeinen langs de Rijn te zien. In de tentoonstelling verkent de bezoeker het leven van a ­ lledag langs de grens. Er zijn

­ erhalen over soldaten en v families, bouw- en kookkunsten, spellen en vermaak. Ook voor kinderen is er veel te doen, met spellen door de hele tentoonstelling en een doe-boekje vol opdrachten en hersenkrakers. Vooraf reserveren is aan te raden. www.rmo.nl

Verschenen De gelukkige ­piekeraar In De ­gelukkige piekeraar legt de Leidse onderzoeker en psycholoog Bart ­Verkuil uit waar piekergedachten v ­ andaan komen, wat we er evolutionair aan hebben gehad en hoe we er anno 2020 ons voordeel mee kunnen doen. Herfsttij der Middeleeuwen vertaald De ­klassieker ­Herfsttij der ­Middeleeuwen van historicus en Leids hoogleraar Johan Huizinga is na 100 jaar in een Engelse vertaling verschenen, dankzij de inspanningen van Anton van der Lem, de voormalig conservator van de L ­ eidse UB. De vertaling is verzorgd door Diane Webb.

200 jaar ­Naturalis De goede Spanjaard

In het Stadhuismuseum Zierikzee is tot 22 november een tentoonstelling te zien over Cristóbal de Mondragón. De Spaanse bevelhebber verwierf tijdens de Tachtigjarige Oorlog faam als de man die Zierikzee spaarde en kwam bekend te staan als ‘de goede Spanjaard’. Bij de tentoonstelling verscheen een boek over Mondragón van ­Raymond Fagel, universitair docent Algemene Geschiedenis aan de Universiteit Leiden.

In de jubileumtentoonstelling ‘Van onschat­bare waarde – 200 jaar Naturalis’ toont ­Naturalis vijfentwintig hoogtepunten uit de collectie. Op 9 augustus was het tweehonderd jaar geleden dat koning Willem I het ‘s R ­ ijksmuseum van Natuurlijke ­Historie ­oprichtte. Wat ooit begon met de ­persoonlijke

collectie van de koning g ­ roeide in twee eeuwen uit tot een van de meest omvang­rijke en ­toonaangevende collecties ter wereld. Een natuurhistorische schat met maar liefst 42 miljoen objecten. Voor een bezoek aan het m ­ useum moeten ­vooraf ­tickets worden gereserveerd via ticket.naturalis.nl


Cleveringabijeenkomsten voor alumni – ook online

Luister live vanuit New York (en de rest van de wereld)


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.