Leidraad no 3 2016

Page 1

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE NR. 3  2016

Schrijfster Franca Treur

‘ Ik ben een ploeteraar’

Archeoloog David Fontijn Waarom die bizarre vernietigingen? Dossier Creativiteit ‘Ik speel zelf wel eens voor embryo’


Leidraad

tribuut 2

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

Pilgrim Fathers

Tussen de kleden en kaarsen en historische prenten in het Leiden American Pilgrim Museum ligt de Geneefse Bijbel, met commentaar in de kantlijn, zodat er geen discussie mogelijk is over de uitleg. Op tafel liggen pijpen, een typisch product van de zeventiende eeuw. De Pilgrim Fathers zorgden voor de tabak. In het veertiende-eeuwse huis waar het museum gevestigd is, vind je niet de voetstappen, maar wel de sfeer van de groep Engelse puriteinse gelovigen die in 1609 voor de rust en de vrijheid van het geloof naar Leiden kwam. Deze vluchtelingen woonden in wevershuisjes rond de Kloksteeg. Kerkdiensten hielden ze in een kapel van de universiteit aan het Rapenburg. Prominente leden volgden colleges en vielen zo onder het beschermende universiteitsrecht. Omdat het leven in het toen economisch

arme Leiden zwaar was en in hun ogen te liberaal, besloten de meeste van de ongeveer 500 protestanten vanaf 1620 naar Amerika te varen op het schip de Mayflower. Daar worden ze als founding fathers van het land beschouwd en brachten zij zeven presidenten voort. Dat is over vier jaar 400 jaar geleden, aanleiding voor het Pilgrimjaar dat Leiden in 2020 wil meevieren. De groep stichtte de staat New England, met het uit Nederland gekopieerde civiele huwelijk en het door het 3-Oktoberfeest geĂŻnspireerde Thanksgiving. De Pilgrim Fathers werden de Founding Fathers, de grondleggers van een nieuwe samenleving. De 44ste president is Barack Obama, afstammeling van Elizabeth Blossom, een echte Leidse Pilgrim Mother. Een derde van de bezoekers van het kleine Leidse museum is Amerikaans.

Het Leiden American Pilgrim Museum staat aan Beschuitsteeg 9 en is open van donderdag tot en met zaterdag, tussen 13 en 17 uur.

TEKST: JANET VAN DIJK, FOTO: ROB OVERMEER

DE LEIDSE ROOTS VAN OBAMA


inhoud 11

Lilian van Rumpt:

‘Ik heb als student voor Leiden ­gekozen vanwege Gullivers reizen’

30

Carsten de Dreu:

‘Een idee heeft tijd nodig om te sudderen’

34

Pauline Slot:

‘Creatief schrijven is voor iedereen interessant’


inhoud

18

Franca Treur: ‘De stad was een speeltuin’

NR. 3  2016

○ Tribuut

Pilgrim Fathers / 2

○ Carel houdt woord / 5

○ Het verleden vertelt geen

eenduidig verhaal / 6

○ Eén studie, twee wegen / 10 ○ Terug in de banken

Nienke de Jong / 12

○ Herinneringen aan

Kraakflat Stationsplein / 13

○ Kort nieuws

Berichten van de universiteit / 14

○ Geven / 16

○ Alumni Huis / 22

○ Dossier creativiteit / 23 ○ Object / 35

○ De groep van

Jeroen Steens / 39

○ Signalen van faculteiten en

verenigingen / 40 ○ Cleveringalezingen 2016 / 48 ○ Lezen, luisteren, doen / 50 ○ Cleveringa wereldwijd / 52

36

Honours Academy

‘Ik wist meteen dat dit echt iets voor mij was’

17

Historicus met een eigen museum


COLOFON

Leidraad is een uitgave van de directie Strategische Communicatie & Marketing/Development en Alumnirelaties van de Universiteit Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar. Uitgever: Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumni­relaties en Fondsenwerving Concept: Fred Hermsen (Maters & Hermsen Journalistiek) Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en vormgeving: Jelle Hoogendam, Marjolijn Schoonderbeek (Maters & Hermsen Vormgeving) Lithografie: Mark Boon Tekst: Jos Damen, Janet van Dijk, Fred Hermsen, Malou van Hintum, Eric de Jager, Liza Janson, Job de Kruiff, Nienke L ­ edegang, Friederike de Raat, Astrid Smit, Nicolline van der Spek, Lilian Visscher, Annette Zeelenberg Foto cover: Taco van der Eb Fotografie: Freek van den Bergh, Taco van der Eb, Marc de Haan, ­Hollandse Hoogte, Peter de Krom, Hielco Kuipers, Rob Overmeer, Milette Raats, Monique Shaw, Edwin Weers Coördinatie Universiteit Leiden: Wendy Persson Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden Twitter: @leidenalumni Website: www.universiteitleiden.nl/alumni Oplage: 70.000 Adreswijzigingen: wijziging@alumni.leidenuniv.nl Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.

Leidraad

5

FOTO: MONIQUE SHAW

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Carel houdt woord

NR. 3  2016

Organisaties hebben vaak de mond vol van creativiteit. Ook wij als universiteit maken ons daar schuldig aan. Het is verleidelijk om te ­denken dat creativiteit ten grondslag ligt aan grote ontdekkingen en dat zij de sleutel is naar innovatie. Dat kun je natuurlijk in twijfel trekken. Ik ben er zelf van overtuigd dat belangrijk onderzoek en alles wat daaruit voortkomt vooral stoelt op de volharding van mensen, op hard, slim en consciëntieus w ­ erken. Waar ik wél in geloof is dat een omgeving waarin ruimte is voor ­creativiteit een voorwaarde is om tot grootse resultaten te komen. Dat kunnen simpele dingen zijn. Een paar jaar geleden vaardigde een Japans bedrijf drie oekazes uit: (i) werknemers mochten niet langer bij koffieautomaten rondhangen, (ii) als ze zich binnen het bedrijf verplaatsten dan moesten ze minstens vijf kilometer per uur lopen, en (iii) altijd: handen uit de zakken. Ik draai graag die drie oekazes om: wandel zo rustig mogelijk naar de koffie, liefst met je handen in de zakken en hang daar vervolgens zo lang mogelijk rond. Want dáár gebeurt het: dáár krijgt creativiteit een kans. In de niet-georganiseerde ontmoeting tussen mensen. Het stimuleren van creativiteit vraagt binnen de universitaire context om een brede aanpak, onder meer gericht op het scouten en binden van excellente studenten, van jonge faculteitsmedewerkers die b ­ uiten de gebaande paden gaan, en van mensen (studenten en m ­ edewerkers) die om een andere reden niet tot de mainstream behoren. Want diversiteit is een voorwaarde voor creativiteit. Het h ­ onoursonderwijs, ­waarover in deze Leidraad een artikel staat, is een voorbeeld van hoe wij in Leiden ruimte schenken aan creativiteit, talent, mensen die anders willen denken. Hoogleraren en andere leidinggevenden hebben daarin een voorbeeldrol te vervullen. Het is tenslotte net als opvoeden: de nieuwe generatie doet niet wat je zegt, maar wat je doet. Prof.mr. Carel Stolker is rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden


6

Archeoloog David Fontijn onderzoekt raadselachtige vernielingen

‘Het verleden vertelt geen Onze voorvaderen in de Bronstijd vernietigden soms moedwillig hun eigen bijlen, zwaarden en ­sieraden. Archeoloog David Fontijn noemt het een ‘irrationele kant van de Europese identiteit’ en zoekt naar een verklaring.

H TEKST: MALOU VAN HINTUM, FOTO’S: ROB OVERMEER

ij is net terug uit Denemarken, waar hij veldwerk heeft gedaan. ‘Ik vind het heel erg leuk om te graven. Dat is je meest directe ­confrontatie met het verleden. In het veld kom je, juist omdat je ­midden in het landschap staat, op ideeën die je anders niet verzint. Daar ben je allemaal samen, daar voer je de beste ­discussies met elkaar.’ David Fontijn stak zijn eerste ­schopje in de aarde toen hij nog een kleuter was. Als vierjarige verzamelde hij in het dorp waar hij woonde scherfjes en pijpenkopjes op de plaats waar ooit een kasteel had gestaan. Niet modieus

Tegenwoordig graaft de ­gelauwerde Leidse hoogleraar ­A rcheologie van het vroege Europa ­meestal in ­boeken. Want archeologie is niet alleen eeuwen­oude voorwerpen naar het daglicht brengen, maar ­vooral ­nieuwe ideeën opdoen en oude clichés op hun houdbaarheid ­toetsen. Dat ­laatste speelt een belangrijke rol in Fontijns onderzoek Economies of ­destruction, waarvoor hij in ­september 2015 een


NR. 3  2016

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

eenduidig verhaal’

Leidraad

7


8

Leidraad

Vici-subsidie kreeg (een persoons­ gebonden bedrag dat NWO periodiek uitkeert aan talentvolle onderzoekers) en waar hij sindsdien aan werkt. Hij had niet verwacht dat hij in de prijzen zou vallen: ‘Het is geen modieus onderwerp.’ Fontijn vraagt zich af waarom mensen die in het Bronzen Tijdperk leefden, tussen 2300 en 800 voor Christus, op grote schaal waardevolle voorwerpen vernietigden. Bijlen, zwaarden en sieraden verdwenen onder de grond of in moerassen en rivieren. ­Prachtige bronzen voorwerpen werden vaak moedwillig aan gort geslagen, en bijlen soms deels verbogen. Dat laatste ging niet zomaar; daarvoor moest het metaal eerst worden verwarmd. Dat maakt het nog veel curieuzer. Kennelijk was het ‘vernietigen van een grondstof’ zoals Fontijn het noemt, een goed doordachte actie, en niet het resultaat van razernij of collectieve gekte. Maar waarom gooiden de mensen bruikbare voorwerpen, sierlijke accessoires en zelfs schitterende kunstwerken weg? Waarom besloten ze om deze niet langer te gebruiken, en óók om ze niet om te smelten? Alsof je een houtkachel met een briefje van honderd aansteekt, maar dan op heel grote schaal. En dat ook nog eens honderden jaren achter elkaar. Raadselachtig

Fontijn kwam patronen op het spoor tijdens het opgraven van al die vaak, maar niet altijd, vernielde archeologische schatten. Er werd ­millennia geleden niet achteloos maar wat in het rond gesmeten, ontdekte hij, nee, er zat een plan achter, een idee. ‘Bepaalde soorten sieraden en zwaarden kom je nooit samen op dezelfde plaats tegen. We vinden bijlen die op een bepaalde manier zijn behandeld bij elkaar op één bepaalde plek – en dan heb ik het niet over een paar bijlen, maar over honderden.’ Boeren in de Bronstijd kunnen niet zonder bijl, maar kennelijk was er sprake van zo’n overvloed dat ze gemakkelijk gemist

konden worden. En dat is raadsel­ achtig, want zo gemakkelijk waren koper en tin destijds nou ook weer niet te krijgen; die grondstoffen moesten van heel erg ver komen. Computerscience

Fontijn laat afbeeldingen zien van een lur, een soort hoorn van brons van anderhalve tot twee meter lang, vaak in de vorm van een grote lus. De luren zijn altijd in tweetallen gevonden, meestal in een Deens of Duits ­moeras. Waarom? Fontijn weet het (nog) niet. ‘Ik ben pas een jaar bezig’, zegt hij bijna verontschuldigend. Hij speurt naar aanwijzingen. Heeft het iets te maken met de inrichting van het landschap? Om dat te onderzoeken brengt hij veel tijd achter zijn computer door. ‘Met behulp van ­computerprogramma’s kunnen we op een interessante manier landschappen modelleren en beslissingsmodellen maken: ­welke factoren in het landschap ­verklaren nou het beste waarom een ­specifiek object op een specifieke plaats is ­achtergelaten?’ Archeologie als ­computerscience.

‘­Waarom gooiden de mensen ­bruikbare ­voorwerpen en zelfs ­schitterende kunst weg?’


9

Nº 3 2016

Prof.dr. David Fontijn is hoogleraar aan en onderzoeksdirecteur van de Faculteit Archeologie van Universiteit Leiden. Zijn ­expertise is de prehistorie van Europa. Zijn onderzoek richt zich met name op de vroege agrarische samenlevingen in ­Europa in vooral de Bronstijd en vroege IJzertijd. Fontijn is cum laude afgestudeerd en gepromoveerd aan Universiteit Leiden. In 2008 won hij de onderwijsprijs van de Universiteit Leiden.

­ enken, buiten de categorieën die w­e d van oudsher gebruiken, en heel veel mogelijke situaties te visualiseren. Bijvoorbeeld: dingen gaan alleen de rivier in als ze eerder op een bepaalde manier zijn gebruikt, of als ze een bepaalde versiering hebben.’

En ja, vanzelfsprekend kijkt hij ook naar het landschap dat zich ver boven hem uitstrekt. Fontijn laat een afbeelding zien van een schijf van Nebra, een bronzen schijf met een ­diameter van ongeveer dertig centimeter waarop de maan, de zon, de Plejaden en wat losse sterren zijn afgebeeld. Is er misschien een verband tussen de stand van de planeten en de destructieve handelingen die zijn uitgevoerd? Het voert onvermijdelijk naar de vraag of er sprake was van een bepaald ritueel dat periodiek werd herhaald. Out of the box

Maar ja, zegt Fontijn: ‘Wat zegt dat dan, “een ritueel”? Ik zie een heel gestructureerd patroon, en dat suggereert dat er een soort logica achter zit: als ik een zwaard vind, is dat meestal gebogen en in een rivier gegooid. Daar kun je nog veel meer ­variabelen aan toevoegen. Die variabelen kun je modelleren en vervolgens visualiseren als een netwerk. Deze geavanceerde technologische mogelijk­heden dwingen mij om out of the box te

Hij hoopt over vijf jaar te ­begrijpen wat er toen is gebeurd. ‘Het is enorm spannend om dat nu op ­Europese schaal te onderzoeken. We ­hebben wat vage ideeën, maar het moet ­lukken om die patronen op basis van hard evidence te verklaren en greep te krijgen op wat die mensen bezielde – al kunnen we natuurlijk nooit in hun hoofden kijken.’ Het Europese zelfbeeld

De ‘vernietiging van schaars goed’ is niet alleen fascinerend, ze geeft ook een andere blik op de West-Europese geschiedenis, zegt Fontijn. De vernietigers uit de Bronstijd slaan ook ons Europese zelfbeeld aan ­diggelen. ­Fontijn: ‘Historici hebben vaak de ­neiging om terug te kijken tot de zestiende eeuw, toen de kolonisering van grote delen van de wereld door West-Europa is begonnen. Toen is een begin gemaakt met de handel, het kapitalisme, de concurrentie en de innovatie die West-Europa in de loop van de tijd zo succesvol ­hebben gemaakt en die gelden als typische kenmerken van onze cultuur. Maar kijk je verder terug, dan stuit je op deze bizarre economie van vernietiging. Die maakt óók deel uit van onze

geschiedenis, maar spoort helemaal niet met het verlichte, euro­centrische beeld dat wij ervan hebben.’ Als je het hebt over ons verleden, dan hoort deze tot nu toe ­onbegrijpelijke geschiedenis daar ook bij, zegt hij. ‘We vinden die niet bij ons zelfbeeld passen, maar ze is toch ook deel van wie we zijn. Als in het verleden de kern ligt van ons Europees zijn, heeft die Europese identiteit ook een ­irrationele kant.’ Het verleden vertelt dus geen eenduidig verhaal, en een begrip als ‘onze voorouders’ dat wordt gebruikt om ons met dat verleden verbinden, vindt hij lastig: ‘Wie zijn dat dan? Je identiteit is voor een belangrijk deel iets cultureels, iets sociaals. Maar in de media wordt identiteit vaak gereduceerd tot genetische kenmerken.’ Genetica is heel interessant als informatiebron over het verleden, maar je moet er niet reductionistisch mee omgaan, waarschuwt Fontijn. ‘Je bent niet iemand op basis van je genen. Mensen hebben juist een groot sociaal en cultureel aanpassingsvermogen. Als je met een archeologische bril op naar de geschiedenis kijkt, zie je dat mensen een materiële cultuur deelden, en dat ze waren wie ze waren door wat ze aan hadden en gebruikten. Ze lieten zich begraven met de parafernalia uit het gebiedje waar ze woonden, ook als ze ergens anders vandaan kwamen. Dat lijkt op een vorm van integratie, en dat is een verhaal dat we ook moeten vertellen.’


10

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

één studie

twee wegen

Waar een studie Geneeskunde toe kan leiden...

Elke Stenfert (52) CV

1986: propedeutisch examen psychologie UvA 1992: doctoraal examen Geneeskunde UvA 1994: basisarts-examen Leiden 2005-2009: Huisartsgeneeskunde LUMC 2009: hidha International Health Centre The Hague 2009-2013: fulltime waarnemer regio Den Haag 2014: huisartsenpraktijk Stenfert, Wassenaar

J

e bent pas laat huisarts geworden. Hoe dat zo? ‘Ik heb altijd arts willen zijn, vanaf de lagere school al. Dat heeft mij gedreven om door te zetten op school. Het eerste jaar werd ik uitgeloot en heb ik psychologie als parkeerstudie gekozen. Voor de liefde ben ik van Amsterdam naar Leiden gegaan, hier heb ik mijn co-schappen gelopen. Huisarts worden had toen al mijn voorkeur, maar ik heb mijn huisartsenopleiding uitgesteld omdat wij vroeg kinderen kregen. De opleiding kon toen nog niet parttime gedaan worden. Op zeker moment kreeg mijn man een droombaan bij de VN-vluchtelingenorganisatie in Gaza. We kwamen terug naar Nederland met drie kleine kinderen. Ik ben parttime gaan werken in een verpleeghuis. Toen de kinderen op de basisschool zaten, ben ik aan de huisartsenopleiding in Leiden begonnen. Ik merkte dat ik in een hele andere levensfase zat dan mijn mede-haio’s.’

Was dat lastig? ‘Door mijn levenservaring had ik geen moeite met de patiënten. Ik was er wel een tijd uit geweest en niet handig met de computer. Voor mijn opleiders was het soms verwarrend, omdat ik ouder was, maar in kennis op gelijke voet stond met de ­andere studenten. De co-schappen huisartsgeneeskunde kon ik doen bij mijn eigen huisarts, dokter Van Schie in Leiden. Zij heeft mij veel vrijheid gegeven en het mooie van het vak laten zien. Het is een veelzijdig vak. Het ene moment zit een patiënt in tranen tegenover mij, later pakt hij of zij de draad weer op. Dat is prachtig. Ik vind het belangrijk goed contact met mensen te hebben en de hele familie te kennen, zodat ik weet uit welk systeem ze komen.’ Wat heeft jouw afwijkende loopbaan je gebracht? ‘Mijn onconventionele carrièrepad heeft geleid tot mijn eigen praktijk in Wassenaar. Met alle expats hier komt mijn buitenlandse ervaring van pas. Ik krijg nu co-assistenten in mijn praktijk en als ik meer ruimte heb, wil ik ook huisartsen in opleiding begeleiden. Ik zeg ze altijd: volg je hart, doe wat je leuk vindt. Als je doorzet kom je er altijd, desnoods met een omweg.’

Elke Stenfert

is huisarts in Wassenaar


11

CV Lilian van Rumpt (42) 1992: studie Geneeskunde in Leiden 2001: artsexamen 2002-2004: agnio SFG Rotterdam 2004-2010: opleiding gynaecologie Maasstad Ziekenhuis / EMC / Reinier de Graaf Gasthuis 2011: chef de clinique Reinier de Graaf Gasthuis 2012: toetreding maatschap gynaecologie Reinier de Graaf

J

e bent voor de gynaecologie gevallen? ‘Voor mij stond al vroeg vast dat ik geneeskunde wilde studeren. Ik ben een doener en bloedfanatiek, dat is een Spakenburgs trekje, denk ik. Ik vond eigenlijk alle co-schappen leuk, van chirurgie tot interne geneeskunde. Maar bij gynaecologie vielen alle puzzelstukjes op hun plek. Het heeft alles: polikliniek met verrichtingen, verloskunde, acute gevallen, opereren.’ Hoe geef jij op je eigen manier inhoud aan dit vak? ‘Het is helaas niet altijd rozengeur en maneschijn in de verloskunde. Het is een emotioneel en intiem vak en dat maakt het bijzonder. Over het ­algemeen heb ik geen langdurig contact met ­patiënten, maar ik ben wel bij ze op bijzondere momenten in hun leven en ik wil dat ze daar een goed gevoel aan overhouden. Voor mij is het daarom belangrijk mensen vanaf de eerste handdruk gerust te stellen. Het doet mij veel als ik familie of collega’s van patiënten in mijn spreekkamer krijg die komen omdat de vorige patiënt tevreden was. Een groter compliment kun je niet krijgen.’

TEKST: ERIC DE JAGER, FOTO’S: MONIQUE SHAW

Was de keuze voor Leiden destijds weloverwogen? ‘Ik heb als student voor Leiden gekozen vanwege Gullivers Reizen van Jonathan Swift. Daarin stond dat Lemuel Gulliver zijn artsenopleiding in Leiden had gekregen. De historie van de universiteit sprak me aan. De vakken die ik heb gevolgd bij George Maat waren briljant. Leiden is leuk en niet te groot. Het is wel een stad waar je lid moet zijn van een studenten- of sportvereniging om echt aan het sociale leven deel te nemen.’

Lilian van Rumpt

is gynaecoloog in het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft

Heeft Leiden jou gebracht waar je wilde komen? ‘Tijdens het laatste jaar van mijn opleiding werkte ik twee dagen per week in het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft, waar ik kon blijven en waar ik een jaar chef de clinique ben geweest. In 2012 kwam er een plek vrij in de maatschap. Ik ben heel tevreden met mijn beroep en met mijn ziekenhuis. Dat is belangrijk voor werk waarbij zoveel gevoel komt kijken. Natuurlijk, een medisch specialist ­verdient goed, maar het werk vergt heel veel tijd en energie.’


12 Leidraad terug in de banken

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Nienke de Jong (68)

TEKST: FRIEDERIKE DE RAAT, FOTO: HIELCO KUIPERS

Nienke de Jong volgde aan de Leidse universiteit al vele cursussen van HOVO (Hoger Onderwijs Voor Ouderen).

HEAVY USER ‘Dat ik terug ben gegaan naar de schoolbanken komt door mijn broer die een HOVO-­ cursus volgde over Japan en daar heel ­enthousiast over was. Ik heb toen een kijkje genomen op de website en ik vond het aanbod ­fantastisch. Mijn ­eerste cursus ging over het ­Chinese keizerrijk. Daarna heb ik er nog zo’n vijfentwintig gevolgd, onder meer over de Oudheid, muziek, de evolutie, ­Mondriaan en veel medische cursussen. Alleen afgelopen voorjaar al heb ik er zes gedaan. Ja, ik ben

een heavy user en ben van plan dat te blijven.’ LOUTER PLEZIER ‘Studeren neemt, naast ­tuinieren en klassieke muziek, een belangrijke plaats in mijn leven in sinds ik met ­pensioen ben. Een van de fijne dingen van de HOVO-­ cursussen is dat er geen tentamens zijn. Je hoeft dus niet te stampen, zoals vroeger. Deze vorm van studeren geeft louter plezier. Je kunt zo diep in het onderwerp duiken als je wilt, door boeken en websites met meer informatie te lezen. Wat ook leuk is,

is dat je kennismaakt met medestudenten met een andere achtergrond.’ DE ROMEINSE KUST ‘De cursussen maken me nieuwsgierig naar wat er nog meer te leren valt, met name op ­gebieden waar ik weinig van weet. Zo ging het ook met de ­cursus De Romeinse kust. Ik dacht altijd dat de Romeinen niet verder dan de grote rivieren waren gekomen, maar er zijn ook Romeinse sporen in Noord-Holland en op Texel aangetroffen. Daar wilde ik meer van weten.’

DOCENTEN ‘Twee van mijn favoriete docenten zijn historicus Henk Singor en kunsthistorica Kathleen Nieuwenhuisen. Tijdens de colleges hangen de studenten aan hun lippen. Mijn tip aan mensen die overwegen een HOVO-cursus te gaan doen, is: neem contact op met studenten die al cursussen hebben gedaan en vraag wie goede docenten zijn.’ Dit najaar zijn er weer ­HOVO-collegereeksen voor iedereen van vijftig jaar en ouder, op univer­ sitair niveau. hovo.leidenuniv.nl


NR. 3  2016

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

13

herinneringen aan

Kraakflat Stationsplein

TEKST: LIZA JANSON, FOTO: HIELCO KUIPERS

‘T

oen we begin dit jaar het kraakpand uit moesten, voelde het heel raar. Alles was ­dichtgetimmerd. Het maakte het moeilijk om er langs te fietsen, ik kon niet meer naar ‘huis’. Toen ze de muren gingen slopen en het een gat was geworden, kwam het besef dat het echt weg was. In 2006 is de kantoorflat aan het Schuttersveld gekraakt. Zes jaar later kwam ik erin wonen. Ik ben gaan ­kraken omdat het type mensen me aanspreekt. Ze zijn open, idealistisch en maatschappijkritisch. Zelf ben ik veganistisch en ik voelde me thuis in de kraakwereld. Ik moest in het begin erg wennen. Op mijn studentenkamer was het alleen ik, in het kraakpand had ik juist altijd mensen om me heen. Ze liepen constant naar binnen. Bijna alle Leidse krakers hebben in de kraakflat gewoond. Iedereen heeft nostalgische verhalen. Ik heb er vier jaar gewoond. Een fijne tijd. Het was een pand waar je feestjes – zoals benefietconcerten en jamsessies – kon geven, omdat er geen buren waren. Je kon er schilderingen op de muren maken, je was heel vrij. En er was een veganistisch eetcafé waar het altijd heel gezellig was en mensen voor een kleine gift konden eten. Zo had ik het idee dat ik wat kon neer­ zetten, dat ik iets deed voor de stad. In de winter was het koud in het gebouw. We hadden geen centrale verwarming, op mijn kamer stond alleen een klein elektrisch kacheltje.

Hier, tegenover het Leidse station, verrijzen de komende jaren drie woonen k ­ antoortorens (tot 70 meter hoog), met onderin winkels, bedrijven en een stalling voor 4800 fietsen.

Dat was wennen, maar je kon je er naar kleden. Wc-bril Uiteindelijk zijn we overhaast weg­ gegaan. De verhuizing was veel meer werk dan gedacht. Normaal verhuizen we alles in bakfietsen, maar dat ging nu niet, dus huurden we op het laatste moment een busje. We hebben nog stukjes uit het pand meegenomen als aandenken. Een wc-bril en stukjes muur. Voor het afscheidsfeest haalden we bier bij de Aldi. We reden met een

steekkar vol kratjes over het Stationsplein, dat beeld vergeet ik nooit meer. Op het moment dat ambtenaren de deur aan het dichtschroeven waren, heb ik nog snel een paar plantjes uit de tuin gehaald. Een man van de gemeente heeft nog geholpen om de laatste bieten te oogsten. Ik schaam me wel een beetje hoe het is achtergelaten. Nou ja, de slopers zullen het wel overleefd hebben.’ Kraker Lotte, 28 jaar Biologie 2006-2016


kort 2017

AZIËJAAR

De website is i­n de lucht, op de tweede ­ verdieping van de Universiteitsbibliotheek wordt druk gebouwd aan wat de Asian Library moet worden. Kortom, alles wordt in gereedheid gebracht voor het Leiden Asia Year, dat de Universiteit in 2017 houdt. Met tal van activiteiten, evenementen en tentoonstellingen. De UBL bezit een van de grootste Azië-collecties ter wereld en de grootste collectie Indonesië-­geschriften: dertig kilometer aan boeken, t­ ijdschriften, manuscripten, prenten en foto’s. Deze zijn straks te vinden in een nieuwe vleugel van de Universiteitsbibliotheek aan de Witte Singel. In het najaar van 2017 gaat de Asian Library open. www.leidenasiayear.nl

Prijs voor colleges Studenten die college geven in het verzorgingshuis. Voor dat bijzondere initiatief zijn C ­ hristophe Mombers en Arian Khoshchin bekroond met de Mr. K.J. Cathprijs van Universiteit Leiden.

D

e twee studenten Biofarmaceutische Wetenschappen vonden dat jongeren en senioren te weinig contact met elkaar hebben. Daarom richtten ze vorig jaar stichting Edisen (Educatie

voor senioren) op. Inmiddels verzorgen studenten namens die organisatie meerdere keren per maand toegankelijke en begrijpelijke colleges in woonzorgcentra in Leiden, Lisse, Voorschoten en Oegstgeest, maar ook in de regio’s Den Haag, Utrecht en Rotterdam. De studenten worden geselecteerd op hun presentatievaardigheden, opdat de interactieve colleges energiek en luchtig zijn, gecombineerd met een dosis kennisoverdracht.

Verdere groei in Den Haag De Universiteit Leiden wil haar ­campus in Den Haag de k ­ omende vijf jaar laten uitgroeien tot een internationaal vooraanstaand ­academisch centrum met onderzoek en onderwijs die direct aansluiten op het profiel van de stad. Alle faculteiten gaan bijdragen aan deze groei. Hiertoe heeft de univer-

siteit een samenwerkingsovereenkomst getekend met de gemeente Den Haag. De universiteit heeft vier thema’s gekozen waarop ze haar onderzoek en onderwijs in Den Haag wil c ­ oncentreren: (1) internationaal recht, vrede & veiligheid, (2) ­politiek & openbaar bestuur, (3) ste-


NR. 3  2016

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

15

FOTO: TACO VAN DER EB

Frank Westerman gastschrijver

ouderen De Cathprijs wordt eens per twee jaar uitgereikt, bij de opening van het ­academisch jaar, aan iemand die een bijzondere bijdrage aan de naam en faam van de universiteit heeft geleverd. De jury zei onder de indruk te zijn van de inspanningen van de studenten van Edisen. ‘De prijs kan worden beschouwd als een aanmoediging van ‘de ondernemende student’ die belangeloos initiatief neemt om contact te leggen met de oudere ­generatie’, aldus de jury.

delijke vraag­stukken en (4) gezondheid & zorg (in nauwe samenwerking met het LUMC). Alle faculteiten zullen a ­ ctiviteiten gaan ontplooien in Den Haag. Ook voorzieningen voor ­studenten en medewerkers op de campus (onderwijs, onderzoek, bibliotheek) ­worden uitgebreid.

Frank Westerman is dit najaar gastschrijver aan de Universiteit Leiden. Hij geeft gedurende een semester colleges aan de ­universiteit, en tevens een aantal openbare lezingen. Westerman is bekend van boeken als De graanrepubliek, Stikvallei en Een woord een woord. Het Leidse gastschrijverschap bestaat sinds 1985 en wordt georganiseerd in samenwerking met NRC Handelsblad. Uitgangspunt is dat studenten en docenten op deze manier in aanraking komen met een schrijver die zelf literatuur maakt en die gewend is op een andere manier te kijken en te formuleren dan aan de universiteit gebruikelijk is. Vast onderdeel van het gastschrijverschap is de jaarlijkse Albert Verwey-lezing, die Westerman geeft op 3 november in het Groot Auditorium van het Academiegebouw, Rapenburg 73.

Hester Bijl nieuwe vice-rector magnificus Wiskundige Hester Bijl wordt per 1 n ­ ovember 2016 vice-rector magnificus en lid van het ­College van Bestuur van de Universiteit Leiden. Ze volgt Simone Buitendijk op. Prof.dr.ir.drs. Hester Bijl (1970) is hoogleraar Aerodynamica aan de TU Delft. Sinds 2013 is zij decaan van de Faculteit Luchtvaart- en Ruimte­ vaarttechniek. De raad van toezicht van de ­Universiteit Leiden is ingenomen met de benoeming van Bijl, die onder meer de p ­ ortefeuille onderwijs krijgt. ‘Hester Bijl is een wetenschapper met een uitstekende reputatie en met een degelijke bestuurlijke ervaring. Met haar ervaring en visie zal zij kunnen bijdragen aan de verdere versterking van ons onderwijs, en aan de ­positionering van onze universiteit als E ­ uropese topuniversiteit en als aantrekkelijke instelling voor studenten en medewerkers’, aldus voor­ zitter Nout Wellink. Bijl studeerde Technische Wiskunde aan de TU Delft, waar zij ook promoveerde. Daarnaast behaalde zij een master in Engelse Taal en ­Literatuur aan de Universiteit Leiden.

Oud-­pedel ­Willem van Beelen ­overleden Op 19 mei bereikte de Universiteit Leiden het droevige bericht dat, totaal onverwacht, Willem van Beelen op 64-jarige leeftijd was overleden. Hij was 27 jaar pedel van de universiteit Leiden en ging op 29 februari

2016 met pensioen. In zijn hoedanigheid als pedel was Willem van Beelen een boegbeeld van de universiteit. Hij begeleidde talloze belangrijke gasten en stond nieuwe hoogleraren en promovendi bij tijdens ceremonies.


16

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

geven De wereld zien dankzij Swaantje Mondt Fonds

Afgelopen zomer richtten Martine en Jaap Mondt het Swaantje Mondt Fonds op. Het stelt jaarlijks 20.000 euro beschik­baar voor promovendi van de faculteiten Rechtsgeleerdheid en Wiskunde en Natuurwetenschappen om onderzoek te doen in het buitenland. En om buitenlandse promovendi de kans te geven aan deze faculteiten onderzoek te doen.

TEKST: MARJOLEIN VAN DEN ENK, FOTO: MARC DE HAAN

H

et fonds draagt de naam van hun ­dochter Swaantje. In 1998 kwam zij op 19-jarige leeftijd om bij een verkeers­ ongeval. ‘Met dit fonds willen wij ­kansen geven aan jong talent. Uit eigen ervaring weten wij hoe belangrijk het is om veel van de wereld te zien: dat vormt je. Tegelijkertijd hebben wij alle twee ­g rote belangstelling voor de wetenschap. Alles komt in dit fonds samen,’ aldus Jaap Mondt. Martine Mondt, voorheen werkzaam als rechter en staatsraad, nu lid van de bezwaar-advies­commissie bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, studeerde rechten in Utrecht. Ze heeft een hechte band met die universiteit. Maar ook met Leiden, waar zij onder andere deel uitmaakte van de Raad van Advies van het Instituut voor Immigratierecht. ‘Dit ­instituut heeft zijn voortbestaan mede te ­danken aan het Leids ­Universiteits Fonds.’ Jaap Mondt ging na zijn middelbare-

school­periode een jaar naar Amerika. ‘Wat een ervaring was dat!’ Hij deed zijn kandidaatsexamen geologie in Leiden en stapte over naar geofysica in Utrecht, waarin hij ook promoveerde. Jarenlang werkte hij bij Shell in het onderzoeks­ laboratorium. Dochter Swaantje deed de Hotelschool in Den Haag. Martine Mondt: ‘Het anderen naar de zin maken was haar grote passie. Verder was ze heel actief bij zeeverkennersgroep Jan van Galen; een boot van die ­vereniging draagt haar naam. Ook hebben wij nog veel contact met haar vrienden en vriendinnen.’ Het Swaantje Mondt Fonds werd in haar nagedachtenis opgericht. ‘Dit kan voor jong talent een springplank zijn naar uitdagend, grensverleggend onderzoek en een mooie persoonlijke ervaring in het buitenland, waarmee promovendi hun kennis en netwerk kunnen verrijken. En wij blijven ook op deze manier betrokken bij de wetenschap,’ aldus Jaap Mondt.

Fonds op naam

Het Leids Universiteits Fonds beheert nu 59 fondsen op naam, elk met een eigen bestemming. Het S ­ waantje Mondt Fonds is er een van. Kijk voor meer ­informatie op www.luf.nl/fondsen. Overweegt u een fonds op naam in te stellen? Neemt u dan contact op met het LUF: 071 513 05 05 of via info@ luf.leidenuniv.nl


werkplek van

Arie van den Ban

TEKST: LILIAN VISSCHER, FOTO: PETER DE KROM

Een skelet van een dinosaurus staat naast een ­opgezette mammoet, een verzameling stenen ligt uitgestald in een omgebouwde biljarttafel. In de tuin staat onder meer een tank uit WOII en binnenkort ook een bunker. Geschiedenis is de passie van Arie van den Ban. Toen hij na de HBS als kolensjouwer begon in het bedrijf van zijn vader, las hij ’s avonds historische romans. Op zijn 55e, inmiddels directeur-eigenaar van een auto­ bandenhandel, ging hij geschiedenis studeren in Leiden. Een eigen museum was zijn droom. Begin mei opende Historyland in ­Hellevoetsluis

Arie van den Ban Geschiedenis (1999 – 2005)

zijn deuren. Een schijnbaar willekeurige verzameling objecten uit uiteenlopende periodes krijgt er door de mooie verhalen van Arie van den Ban ­duiding en een rode draad. Dagelijks is hij in het museum. Voor een rondleiding, overleg met de ­vrijwilligers of een gesprekje met de bezoekers. ­Kinderen vindt hij het leukst. Soms rijdt hij in een golfkarretje mensen rond die slecht ter been zijn. Laatst nog een groep dementerende ouderen. ‘Die kijken weer heel anders’, zegt hij. www.historyland.nl


TEKST: FRED HERMSEN, FOTO’S: TACO VAN DER EB

‘ Er


NR. 3  2016

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

Franca Treur

is meer dan  één waarheid’

Franca Treur (37) is een veelbesproken schrijfster. Niet in het minst doordat ze in 2009 met Dorsvloer vol ­Confetti een inkijkje gaf in ­bevindelijk gereformeerde ­Walcherse kringen. De wereld waaruit zij zelf komt en waarvan ze zich tijdens haar studie in Leiden langzaam losweekte.

H

et romandebuut Dorsvloer vol Confetti (2009) bracht de reformatorische kringen in beroering. Mensen die het voor haar opnamen – ze zagen de roman als teken dat de kerk het contact met jongeren ­verloor – tegen gelovigen die het boek als het werk van de duivel zagen. Die polemiek was niet haar doel, maar de tekst biedt wel ruimte voor meerdere visies. ‘Ik laat dingen zien, het oordeel is aan de lezer. Afzeiken vind ik een zwaktebod. Ik heb respect voor die wereld, ook al is die niet meer de mijne.’ Zo verschilt haar aanpak nogal van auteurs als Jan Siebelink en Maarten ’t Hart, die zich nadrukkelijk hebben afgezet tegen hun christelijke achtergrond. Franca Treur beschrijft in Dorsvloer vol Confetti het leven van een ­meisje dat ontdekt dat ze in een verhaal leeft, en dat je ook voor een ander verhaal kunt ­k iezen. ‘Maar het boek is niet autobiografisch, ook al heeft het de schijn van authenticiteit. Veel personages in de periferie zijn herkenbaar, en de boerderij en de omgeving zijn dat ook, maar de belangrijkste gebeurtenissen niet.’ Leiden was overzichtelijk

Twaalf jaar voordat het boek verscheen, was ­studeren geen vanzelfsprekendheid voor een gelovig meisje uit Meliskerke. ‘Mijn vriendje destijds was de zoon van de school­directeur. Hij zou gaan studeren en zijn zus deed dat al. Dat heeft me op het spoor gebracht. Met de enige andere

student uit het dorp die in ­Leiden zat, liep ik een dagje colleges mee bij Pedagogiek.’ Franca koos uiteindelijk in 1997 voor Psychologie. Dat het Leiden zou worden, werd vooral door haar ouders bepaald. ‘Amsterdam was eigenlijk van meet af aan geen optie. Te groot, te heidens. ­Leiden was overzichtelijk. Het klonk ook vertrouwd doordat mijn oudoom er wekelijks kwam voor nierdialyse.’ Mores

Franca vond onderdak in een reformatorisch studentenhuis in Hazerswoude – het begin van een lange reeks verhuizingen in en rond de stad. Ze dompelde zichzelf onder in de wereld van ­Panoplia, een van de vier grotere christelijke Leidse studentenverenigingen. ‘Dat ik opnieuw in zo’n besloten wereld terecht zou komen, was voor mij een verrassing. Ik was van plan om me te concentreren op het studeren en op sporten. Ook omdat ik me afvroeg of ik het wel zou kunnen, de universiteit. Ik wilde niet falen en weer terug naar Zeeland. Ik was juist zo blij met mijn nieuwe vrijheid. Toen mijn huisgenoten me uitnodigden voor Panoplia, ben ik daar echter toch gaan kijken. Zo makkelijk was ik blijkbaar over te halen. Die zomer had ik me nog op contact met niet-­ gelovigen voorbereid door in een pizzeria in ­Zoutelande te gaan werken, maar uiteindelijk kreeg ik dus alleen reformatorische vrienden.’ Franca stortte zich na die weifelende start vol in het studentenleven. ‘Panoplia was een vereniging met veel mores. Als je ­bijvoorbeeld bij

19


20

t­ afelgesprekken het woord wilde, moest je gaan staan en er formeel om vragen. De tafelpraeses zei dan: ­“Amica Franca, u heeft het woord.”’ Ze sloeg geen feestje over en ook aan het serieuze werk nam ze deel: elke dinsdag Bijbelkring en op donderdag nog een studiekring, lezing, maaltijd of vergadering. Later werd ze eerst redacteur en later hoofdredacteur van het lijfblad ­Prealabel. Antwoorden in de Bijbel

Nu ze voor dit interview terug in Leiden is, vindt Franca de stad nog steeds lekker compact. Ze herinnert zich: ‘Een keer per jaar speelden we het zogeheten moordspel. Je kreeg dan een briefje met daarop de naam van iemand die je met water moest uitschakelen. De stad was een speeltuin. Nadenken over de wereld, daar was ik niet mee bezig. Dat had ik van huis uit ook niet meegekregen.’ De antwoorden waren er al voordat ze de vraag kon stellen, ze lagen vast in de Bijbel: ‘Op de middelbare school oefenden we de argumenten om het creationisme te verdedigen tegen evolutionisten; een kritische houding zou ik dat niet willen noemen. Op de universiteit veranderde dat voor mijn gevoel niet. Bij Psychologie studeerde je voor multiple choice-tentamens. En met een instelling waarin je God meer gehoorzaam moest zijn dan de mensen, had ik ook weinig ontzag voor instituties, voor de wetenschap, voor de universiteit.’ Die levensinstelling werd niet anders toen ze na een jaar Psychologie in 1998 overstapte naar Nederlands. ‘Ik bestudeerde vooral de historische context van de vele boeken die ik te lezen kreeg. Dus de ontvangst in hun tijd, literaire bewegingen, wie ageerde tegen wie. Ongeveer zoals het er aan toe ging op de Bijbelkring.’ Dat oppervlakkige lezen kon ze in haar eerste studiejaren nog volhouden. De knop ging pas om nadat Franca zich had ingeschreven voor ­Literatuurwetenschap. ‘Ineens kreeg ik te maken met ­nieuwe, kritische manieren van lezen, en leerde ik dat het nogal uitmaakt met welke bril je naar een tekst kijkt. Een tekst van Literatuurwetenschapper Mieke Bal, bijvoorbeeld, liet me zien hoe de rol van de vrouw in het verhaal over schepping en zondeval ingezet is als legitimatie om vrouwen te onderdrukken. Nooit over ­nagedacht.’ Haar hermetische wereldbeeld begon meer scheurtjes te vertonen. Ook door contact met

CV Franca Treur Geboren: 23 juni 1979 in Meliskerke Studie aan de Universiteit ­Leiden: aanvankelijk ­Psychologie, later Nederlands en Literatuurwetenschap, actief bij onder meer weekblad Mare Literair Debuut: Een Dorsvloer vol Confetti (2009), ruim 150 duizend verkochte exemplaren en verfilmd (2014). Voor het boek ontving ze onder meer de Selexys Debuutprijs. Latere fictie: De woongroep (2014), Ik zou maar nergens op rekenen (Zeeuws boekenweek­ geschenk 2015) en X&Y (2016) Daarnaast: columns, essays en verhalen voor onder meer NRC Handelsblad en nrc.next

andersdenkenden. Ze deed enthousiast mee aan activiteiten als Happie­taria, de Leidse Christelijke Studentendag en het Inter­national Fellowship of Evangelical Students. ‘Dat deed wel iets met me, ook al vond ik de minder strenge geloofsrichtingen meestal nep. Ze gingen eraan voorbij dat je Jezus pas echt als verlosser nodig hebt, als je vanwege je eigen zondelast niet meer leven kan. Met dergelijke ideeën was ik geïndoctrineerd. Maar ik leerde in Leiden dat andere gelovigen en ook niet-gelovigen helemaal geen enge mensen waren, ook al keken ze anders naar de wereld.’ Waar haar breuk met haar bevindelijk gereformeerde wortels precies vandaan kwam, weet ze niet meer te achter­ halen, het was geen aan­w ijsbaar moment.

‘Ik gooi de boel nogal eens om’ ‘Het was een combinatie van praten en lezen over filosofie, religie en schriftgezag waardoor ik ging beseffen dat er meer is dan één waarheid.’ In september 2001 zegde ze haar lidmaatschap van Panoplia op. ‘Ik wist: “Vanaf nu moet ik zelf mijn bronnen bepalen. In alle opzichten.” Een moeilijke periode volgde. Ineens viel de vertrouwde warmte van de groep weg. Ik schreef me in voor een Erasmus-uitwisseling in Leuven, een semester lang Germaanse talen.’ Eenzaam

Waar ze in Leiden haar individualiteit had ontdekt, leerde ze in Leuven ermee omgaan. Dat was uit nood geboren. De West-Vlamingen in haar studentenhuis moesten niets van Nederlanders hebben. Een echt studentenleven hielden ze er ook niet op na: ‘Ze vertrokken op donderdagavond al naar huis, om zondagavond met vier magnetronmaaltijden van hun moeder


Leidraad

21

NR. 3  2016

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

terug te komen. Ik zat dus drie dagen per week alleen. Gelukkig was de opleidingsbibliotheek niet ver weg. Ik heb me in die tijd helemaal suf gelezen. En ik leerde goed met eenzaamheid om te gaan. Ik had genoeg aan boeken en mezelf.’

nu een persoonlijke keuze. De vrijheid om alles te kunnen kiezen, vinden we heel belangrijk, maar tegelijkertijd is het een enorme valkuil. Daarin verschilt de quarterlife-crisis van de ­midlife-crisis: vijftigers hebben juist behoefte om te breken met het te vertrouwde en daardoor beklemmende kader. Wij hebben stiekem behoefte aan zo’n keurslijf. Toch houden we alle opties open en kiezen niet. Dat zorgt voor onzekerheid over de toekomst.’ Hiermee gaf ze aan het eind van haar Leidse tijd een stem aan een generatie geboren tussen grofweg 1970 en 1985. Die stem is blijven klinken nadat ze werd benaderd door diverse uitgevers, en ze mede daardoor koos voor een schrijvend bestaan, eerst als redacteur bij NRC, later als romancier. Inmiddels woont en werkt ze in Amsterdam. ‘Ik put nog steeds ook uit mijn Leidse ervaringen. Dat was toch mijn meest sociale tijd. Ik deed er zoveel dingen voor de eerste keer: lazarus worden, naar toneel gaan, een auto kopen, compe­titie spelen, een groep mensen toespreken, uit eten gaan, met iemand slapen, e-mailen, melk uit een pak drinken, een filosoof lezen, een goed onderbouwde tegenovergestelde mening hebben, met mensen met een andere huidskleur praten, echte thee proeven, werken in een koffie- en theewinkel (Het Klaverblad). Die dingen had ik natuurlijk allemaal ook best in een andere stad kunnen doen, maar het gebeurde in Leiden en dus heeft het cachet.’ Franca’s Leidse ervaringen schijnen tussen de regels door in de met sterren overladen bundel miniaturen X&Y. Net als in haar romandebuut laat ze zien dat personages allemaal in hun eigen verhaal leven en geloven. Dat maakt ze eenzaam en onbemind. Soms ook euforisch en gelukkig. Vaak getergd door keuzestress. Haar XY’tjes verschijnen ook in NRC Handelsblad en nrc.next. Het vertalen van terloopse observaties of gedachten in die korte stukjes ervaart ze als een prettige onderbreking van het schrijven aan haar nieuwe roman. Veel wil ze hierover niet kwijt: ‘Ik ben een ploeteraar, gooi de boel nogal eens om.’

Verzeild in artistieke kringen

Terug in Leiden kwam Franca gaandeweg in andere kringen terecht. Ze startte een Bijbelkring voor niet-gelovigen, leidde daar een avond waarin ze Freud losliet op de Bijbel. Ze ging schrijven voor Mare en raakte verzeild in artistieke kringen. Ilja Pfeijffer, Christiaan Weijts, Thomas Blondeau en Arjen van Veelen. Mensen met schrijversplannen. Zelf had Franca tot op dat moment nooit zulke ambities gekoesterd. Wel vermoedde ze talent in die richting. Eerder had ze zich naar hoofdprijzen toegeschreven. Zo won ze een reis naar Parijs op de middelbare school, en in het jaar 2000 een laptop bij een schrijfwedstrijd van de Faculteit der Letteren: ‘Je moest schrijven over een Leidse alumnus, en ik koos de auteur F. Springer. Hem raadde ik in mijn inzending aan – alsof ik een medestudent van hem was – om de letter F. in zijn pseudoniem te gaan gebruiken. Mooie letter natuurlijk, heb ik ook in mijn naam.’ Zelfs met een van de vroegste laptops voor haar neus ontvlamde geen schrijversdroom. ‘Dat was gewoon te hoog gegrepen. Ik ging lesgeven in zakelijk schrijven op de Haagse Hogeschool en had het idee dat mijn toekomst in het onderwijs zou liggen. Al zag ik op den duur wel dat daar mijn hart niet lag. Het is zo praktisch. Ik had juist behoefte aan meer inhoud gekregen. Maar, dacht ik: “zo zit ik in elkaar, ik ben nu eenmaal snel ergens op uitgekeken.”’ Behoefte aan een keurslijf

Na haar studie ging Franca Treur vanuit haar antikraakpand aan de Rijnsburgerweg op zoek naar een nieuw wereldbeeld. Ze had al een paar jaar full-time gewerkt, en ging toen nog een jaar filosofie studeren in Nijmegen. Ze maakte kennis met het werk van onder meer Michel Foucault. Toen nrc.next in 2006 een schrijfwedstrijd uitschreef met ‘macht en onmacht’ als thema, greep ze de kans aan om haar opgedane kennis te koppelen aan eigen observaties. Haar winnend essay Go, go, go! Maak iets van je leven. Maar wat? werd in nrc.next gepubliceerd. Ze schrijft daarin: ‘Traditionele kaders als religie hebben we achter ons gelaten. Zelfs identiteit is

Franca Treur als student in ­Leiden. ’De stad was een speeltuin. Nadenken over de wereld, daar was ik niet mee bezig.’


22

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

gesprekken of gewoon een kop koffie’, zegt Visscher. Voor bijzondere gelegenheden is in het Academiegebouw bovendien een stijlvolle Alumnikamer ingericht met meubels van het Leids Universiteits Fonds. Ambassadeurs

Alumni Huis TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO: MARC DE HAAN

De nieuwe thuisbasis van het Leids Universiteits Fonds en het Alumnibureau

Ze werkten al nauw samen, directeur Lilian Visscher van het Alumnibureau van de universiteit en Siep Wijsenbeek, directeur van het Leids Universiteits Fonds. Maar met de recente oplevering van het Alumni Huis – naast de Oude UB aan het Rapenburg waar het Bestuursbureau zetelt – is er geen ontkomen meer aan. ‘Onze bureaus staan hier recht tegenover elkaar’, lacht Visscher. Wijsenbeek: ‘En zo wilden we het ook. Want de één kan niet zonder de ander.’

O

ver een nauwere samenwerking tussen het Alumni­ bureau en het Leids Universiteits Fonds ging het al langer. ‘Dat is ook niet zo gek’, meent Visscher. ‘We zetten ons allebei in

voor de groei en bloei van de universiteit met de hulp en inzet van dezelfde doelgroep: de alumni. We hebben elkaar nodig en vullen elkaar aan. En nu is er voortaan één Alumni Huis om het voor de alumni zo gemakke­ lijk mogelijk te maken. We ­houden allebei onze eigen activiteiten en vanzelf­sprekend blijft het fonds ­onafhankelijk.’ Het Alumni Huis is op 5 september officieel geopend door de voorzitter van de Eerste Kamer en Leids ­alumna Ankie Broekers-Knol. Het is de ­nieuwe thuisbasis van beide teams, alumni zijn er van harte welkom. ­Visscher en Wijsenbeek zijn er erg gelukkig mee. ‘Hier zijn we zichtbaar voor onze alumni. Het is een goede plek om ze te ontvangen voor vergaderingen,

De teams van Wijsenbeek en Visscher zetten zich in om een bijdrage te leveren aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling van alumni. ‘De universiteit heeft veel te bieden, denk aan carrière-activiteiten voor jonge alumni, masterclasses, netwerkbijeenkomsten…’, zegt Visscher. ‘Waarom wij dat doen? Omdat wij de band met onze alumni heel belangrijk vinden.’ ‘Zij zijn onze ambassadeurs’, zegt ­Wijsenbeek, die het overigens belangrijk vindt om te benadrukken dat het Leids Universiteits Fonds altijd zelfstandig zal blijven. ‘Iedereen die geeft, kan ervan verzekerd blijven dat de gift wordt besteed door onze onafhankelijke bestedingscommissie. Zij heeft twee richtlijnen: de doelstelling van het fonds en de wens van de gever.’ Logische dwarsverbanden

De samenwerking is bedoeld om elkaar te inspireren en te helpen. ‘We stemmen uitnodigingen, evenementen en activiteiten op elkaar af’, zegt ­Visscher. ‘Wij willen samenwerking waar er logische dwarsverbanden liggen. Een mooi voorbeeld is de El Cidweek, de introductie voor nieuwe studenten, die dit jaar voor het eerst hier op het Rapenburg, in de oude UB, begon.’ Wijsenbeek: ‘Dat was een ­prachtige start van het academisch jaar. Studenten en medewerkers vonden het geweldig, rector Carel Stolker liep stralend rond. En een mooi resultaat is dat het Leids Universiteits Fonds meer student-donateurs dan ooit heeft kunnen werven.’

Van harte welkom

Wie óók een kijkje wil nemen in het Alumni Huis wordt door zowel Wijsenbeek als Visscher meer dan hartelijk welkom geheten. ‘De deur staat altijd open voor onze alumni’, zeggen ze. Alumni Huis, Rapenburg 68


Onderzoek Hoe gaat dat, creatief zijn?

Zeven fabels

Wie bang is voor fouten, wordt nooit creatief

Onderwijs

Zelf bedenken hoe iets in elkaar zit


24

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

H

oe belangrijk creativiteit is in de wetenschap? NWO-voorzitter Jos Engelen stelt meteen een tegenvraag: ‘Denk je dat je onderzoek kunt doen zonder creatief te zijn? Elk wetenschappelijk onderzoek bevat creativiteit: in de vraagstelling en/ of in de uitvoering.’ Maar hoe gaat dat, creatief zijn? Is creativiteit een combinatie van nieuwsgierigheid, openheid en standvastigheid, waarbij mensen in een flow komen en dan een grote ontdekking doen, zoals creativiteitsonderzoeker Mihaly ­Csikszentmihalyi van de Universiteit van Chicago zegt? Zijn grote ontdekkingen toevalstreffers, of het resultaat van geduldig volgehouden onderzoek? Ook toevallige vondsten worden alleen gedaan door goed voorbereide geesten, schrijft emeritus hoogleraar psychologie (RUG) Pieter van Strien in zijn boek Psychologie van wetenschap. Creativiteit, serendipiteit en de persoonlijke factor. Niet voor niets zeggen uitvinders van geniale ontdekkingen vaak ‘Ik sta op de schouders van reuzen’. Doorbraken komen niet uit het niets. Daar komt bij dat grote ontdekkingen vaak door verschillende wetenschappers tegelijkertijd worden gedaan. Rust, openheid en tijd

TEKST: MALOU VAN HINTUM

Onderzoek moet ­tegenwoordig ‘creatief’ zijn, om geld te krijgen en prijzen te winnen. Maar wat wordt daar precies mee bedoeld? En trouwens, is onderzoek niet per definitie creatief?

Engelen wijst op het belang van de context waarin wetenschap wordt bedreven: ‘Er moet een sfeer van rust en openheid zijn waarin creativiteit kan gedijen.’ NWO heeft verschillende Talentprogramma’s, waarvan de Veni (2,5 ton, voor pas gepromoveerden), de Vidi (8 ton, voor ervaren postdocs), de Vici (1,5 miljoen, voor senior onderzoekers) en de Spinozapremie (2,5 miljoen; de ‘Nederlandse Nobelprijs’) de bekendste zijn. Als universiteiten ­ Veni- en Vidi-aanvragers beter begeleiden, kunnen de ­universitaire structuur en NWO beter op elkaar aansluiten en daar profiteren jonge onderzoekers van, is Engelens overtuiging. Dan worden er minder aanvragen tevergeefs geschreven, en blijft er meer tijd over voor onderzoek. Maar hebben onderzoekers met een heel gewaagd idee dan ook een kans? ‘Een goed en vernieuwend idee maakt natuurlijk altijd kans. Maar creativiteit en out of the box-den-

Creativiteit moet geen doel op zich zijn … maar wordt wel steeds vaker beloond


DOSSIER Creativiteit

Gewaagd

Technologiestichting STW had vorig jaar de eerste editie van haar Open Mind-programma. De jury reikte drie prijzen van elk 50.000 euro uit aan ‘maatschappelijk betrokken onderzoekers met gewaagde onderzoeksideeën’. ­Criteria: de onderzoeksideeën zijn te klein voor een groot onderzoeksproject en een meerjarige financiering, en (nog) niet interessant voor een commerciële partij. De ­ideeën moeten relatief snel te testen zijn, en met een beperkte financiering al iets moois kunnen opleveren. Een van de winnaars was de gerenommeerde hoogleraar Foetale therapie aan het LUMC Dick Oepkes. Hij wil, samen met collega’s, een piepklein 3D-printertje ontwikkelen dat in de baarmoeder een – met het lichaam meegroeiende – afdichting print op het open ruggetje van een foetus. ‘Door het gat af te dichten met een soort kapje dat er overheen ligt, kan het agressieve vruchtwater niet meer bij de openliggende zenuwen komen’, legt Oepkes uit. ‘De grootste ­uitdaging is dat het op de huid onder water moet blijven plakken en waterdicht blijven.’ Het idee ontstond op een Delfts terras – is dat toeval, of goed georganiseerde creativiteit? In elk geval is er nu weer gewoon geld nodig voor de volgende stap. Bij de tweede Open Mind-prijsuitreiking, op 24 november, wil Oepkes een prototype laten zien dat werkt in een levensecht simulatormodel. Daarna hoopt hij vervolgsubsidies te krijgen om het door te ontwikkelen.

‘Kijken met een frisse blik’

‘A

nders dan je misschien verwacht, zit ook de redactie van De Speld gewoon op een kantoor te vergaderen. Wel heb ik altijd mijn Speld-bril op. Dus ook buiten kantooruren. Altijd heb ik die ietwat analyserende blik: wat gebeurt hier en wat is er gek aan? De Speld is het grootste satirische online magazine van Nederland, met maandelijks 1,5 miljoen bezoekers. Een jaar ­geleden liep ik er stage. Daarna mocht ik aanblijven als een van de dertien redacteuren. Op de redactie zijn we vooral bezig met het lezen van het nieuws. We brainstormen regelmatig. Omdat we ­allemaal creatief zijn, komen de ideeën meestal vanzelf. Per dag schrijven we vier stukken voor onze eigen website, kranten en sociale media. Een bepaalde druk kan goed zijn voor het creatieve proces, maar een keiharde deadline zou me blokkeren. De ideale omstandigheid voor dit werk is dat je niet te veel stress hebt. Creativiteit is kijken met een frisse blik. Nieuwsgierig zijn. Dan moet je geest niet clouded zijn. Wel kan creativiteit worden gestimuleerd. Dat heb ik gemerkt op de universiteit. Ik werd tijdens mijn studie heel erg aangemoedigd om vooral op mijn eigen manier essays te schrijven en mijn eigen stijl te ontwikkelen. Daar heb ik bij De Speld dagelijks profijt van.’

LAURA VAN GELDER (26) 2008-2014 Bachelor Italiaans in Leiden 2009-2012 Bachelor Psychologie in Rotterdam 2014-2015 Master Media Studies: Comparative Literature & Literary Theory in Leiden, cum laude 2015 Redacteur De Speld

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

ken moeten geen doel op zich zijn. Onderzoek moet wel resultaten opleveren, en met de grote subsidies van NWO kun je niet zomaar een gokje wagen’, vindt ­Engelen. Met het Off Road-programma van ZonMw, dat dit jaar zijn primeur beleeft, kun je wel een gokje wagen. Off Road is gericht op high risk, high gain-onderzoek. Het honoreert onconventionele onderzoeksideeën van jonge onder­ zoekers. Het programma heeft een miljoen euro in kas, voor acht tot tien wetenschappers; aanzienlijk minder dus dan de NWO Talentsubsidies. De meeste ideeën zullen ­sneven, is de verwachting; die prijs wordt betaald voor enkele echt baanbrekende ontdekkingen. ‘Het gaat erom een inno­vatief idee te ontwikkelen tot een proof of concept’, zegt programmasecretaris Erica van Oort. ‘In Nederland is maar beperkt budget voor onderzoek. Dat versterkt de ­neiging om vooral naar de haalbaarheid van projecten te kijken. Begrijpelijk, maar juist onverwachte kennis kan tot grote doorbraken leiden.’ Off Road hanteert drie criteria: de onderzoeker moet in driehonderd woorden vertellen waarom hij dit kan; het project moet een out of the box-karakter hebben; en er moet een logisch stappenplan zijn om de kennis te gaan benutten. Van Oort: ‘We hebben gevraagd om wilde hypothesen, wat betekent dat het project mag mislukken. Maar het mag niet mislukken omdat je de zaak niet goed hebt aangepakt.’


26

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Het levende lab

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: FREEK VAN DEN BERGH

In het Centre for Innovation in Den Haag wordt aan grote thema’s gewerkt. Creativiteit is er een belangrijke pijler.

NR. 3  2016


DOSSIER Creativiteit

27

H

et Centre for Innovation (CFI) van Universiteit Leiden telt 25 medewerkers, a ­ fkomstig uit diverse vakgebieden. Wat hen verenigt is een soort ‘jongehondengevoel’. Georganiseerd in ‘labs’ wordt in het CFI gewerkt aan actuele thema’s als leiderschap, vrede, voedselvraagstukken en online ­learning. Dat werken houdt in: oplossingen verzinnen, initiatieven opzetten waar de samenleving iets aan heeft. ‘De maatschappelijke uitdagingen zijn zo complex dat ze niet vanuit één richting zijn op te lossen’, zegt Christoph Stettina van het lab dat Agile for ­E xcellence heet. Dus zoekt het CFI de samenwerking. Tussen wetenschappers uit verschillende hoeken, maar ook t­ ussen publieke en private partijen, onderzoeks- en praktijkmensen.

Future Friday Elke vrijdag is het aan de Haagse Schouwburgstraat ‘Open huis’, voor iedereen die een idee heeft, of een probleem. Verwacht geen spreekuur met een wachtkamer, maar een terrein voor ontmoetingen, bij voorkeur kort, informeel en verrassend. Inspiratie en innovatie gegarandeerd. Studenten, ­collega-wetenschappers, ambtenaren, medewerkers van ngo’s en start-ups leggen hier, in gesprek met mensen van het CFI en met elkaar, de basis voor nieuwe plannen. En uiteraard lopen hier ook regelmatig alumni binnen. Men ontmoet elkaar in een ruimte die tegelijk kantine, vergaderzaal en bios­ coop kan zijn. In de lounge daarnaast kun je op een comfortabele bank plaatsnemen voor overleg of aan een workshop meedoen. Er is ook nog een oval office: om te lunchen, of rustig achter je scherm te werken. De ruimten zijn van elkaar gescheiden door glazen wanden, die tijdens cursussen en andere events vooral gebruikt worden om op te schrijven. Het traditionele laboratorium of de aloude collegezaal is hier ver weg. www.centre4innovation.org


28

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

Als het linksom niet lukt,

TEKST: ERIC DE JAGER

Creatief zijn moet je durven. Het afbrandrisico is soms groot, maar wie de gebaande paden verlaat, wordt vaak beloond met nieuwe inzichten en vooruitgang. Zes Leidse onderzoekers doen het anders dan anderen.

Wedstrijd ­stimuleert ­creativiteit

Onderzoek op Lowlands

Simulaties tijdens een festival

Guus de Wit, student Wiskunde en Sterrenkunde, deelnemer aan iGEM 2016.

Karin van der Tuin, arts-onderzoeker op de afdeling klinische ­genetica in het LUMC.

Een wedstrijd verplicht Guus de Wit en zijn teamgenoten, in totaal dertien studenten uit verschillende disciplines, tot creativiteit. Ze nemen namens de universiteit deel aan de jaarlijkse iGEM-competitie voor genetische manipulatie. In Boston willen ze in november laten zien hoe de E.coli-bacterie gebruikt kan worden om giftige perchloraatverbindingen in de bodem van Mars om te zetten naar zuurstof, zodat de bodem van Mars geschikt wordt voor het groeien van planten. ‘We moeten creatief zijn. Dat betekent dat je de gebaande paden verlaat, maar niet dat je zomaar iets doet. Natuurlijk, we maken iets nieuws, dus in die zin ‘doen we maar wat’, maar mij heeft creativiteit vooral structuur gebracht.’

Karin van der Tuin liet bezoekers van het festival Lowlands hun eigen DNA isoleren om vast te ­stellen of ze het ‘avonturen-gen’ bezaten, dat bepaalt hoeveel ‘kicks’ iemand nodig heeft. ‘Ik wil mijn werk met een breed publiek delen en niet alleen zes hoog achter met wetenschap bezig zijn. We hebben iets gekozen dat de Lowlands-bezoeker aanspreekt: er stonden rijen ver buiten de tent. Voor mij was het een stimulans om door te gaan. In de wetenschap loop je altijd tegen iets aan dat niet gaat zoals je wilt. Dan kun je keihard doorgaan, maar soms moet het anders. Lowlands heeft mij gesterkt in de opvatting: als het linksom niet lukt, dan maar rechtsom.’

Femke Nijboer, docent neuro­ psychologie aan de U ­ niversiteit Leiden en sinds 1 september ­onderzoeker aan het NIAS.

Femke Nijboer organiseerde het festival ‘Locked-in? Locked-out!’ voor mensen die zitten opgesloten in hun eigen lichaam. Theater, muziek, kunst en een catwalk boden de bezoekers de kans om zich te uiten. ‘Wij ontwikkelen brain-computerinterfaces die handig kunnen zijn voor mensen met een locked-insyndroom. Dat is nobel en mooi, maar ik vraag me altijd af: hoe komt dit soort ­producten op de markt? Het is ­moeilijk de doelgroep te laten meepraten over neurotechnologie als die zich er geen voorstelling van kan maken. Een festival geeft de gelegenheid om de mogelijk­ heden te visualiseren, en mensen die te laten aanvoelen.’


DOSSIER Creativiteit

29

dan maar rechtsom

Deelnemers zijn tevens onderzoeker

Onderzoek op een body farm

Nieuwe combinaties zoeken in denktank

Bernard Steunenberg, hoogleraar Bestuurskunde. Hij doet onderzoek naar Europese politiek en Europese beleidsvorming.

Hayley Mickleburgh, bio­ archeoloog en postdoctoraal onderzoeker.

René Orij, managing director van het centrum voor ondernemerschap en innovatie en opleidingsdirecteur rechtsgeleerdheid.

Over de Europese Unie wordt veel gezegd en geschreven, maar goed onderzoek is tijdrovend en kostbaar. Bernard Steunenberg zet een wereldwijde massive open online course (MOOC) op waarin de deelnemers ook de onderzoekers zijn. ‘Ik wil deze MOOC gebruiken om mensen te laten uitpluizen wat ze terugzien van Europees beleid op geselecteerde dossiers. Deze vorm van onderwijs en onderzoek helpt mij een breedte te krijgen die nog nooit is vertoond. Deelnemers van binnen en buiten Europa leren over Europees beleid en leveren vergelijkingsmateriaal: is bijvoorbeeld de luchtkwaliteit, waar Europa veel aandacht aan schenkt, beter dan in China of Zuid-Amerika?’

Hayley Mickleburgh doet onderzoek op een niet-alledaagse plek: een body farm in Texas. Daar volgt zij nauwgezet de decompositie van een menselijk lichaam. ‘Als archeologen reconstrueren we rituelen en sociale gebruiken door te kijken hoe de botten van een skelet erbij liggen. Lang is daarvoor gewerkt met modellen die zijn gemaakt aan de hand van archeologische vondsten. Maar dat is het eindresultaat, de stap naar decompositieonderzoek is nooit gezet. Het idee van een body farm, waar vele lichamen bijeen liggen, lijkt wild en creatief, maar uiteindelijk ga je door dezelfde molen als bij elk onderzoek. En wat nu vreemd lijkt, is over tien jaar misschien normaal.’

Rene Orij is een van de oprichters van de Legal Tech Denktank, die zich richt op het snijvlak van recht, technologie, innovatie en ondernemerschap. ‘Ik doe alles met het doel rechtenstudenten verder te helpen, zodat ze betere academici worden. Dat worden ze door te combineren en kansen te zien. Ik haal er ondernemers bij of een kunstenaar. Neue Kombinationen, noemde de Oostenrijkse econoom Schumpeter innovatie al. Voor vooruitgang moet je echt vernieuwen, nieuwe combinaties zoeken. Zoals die tussen techniek, ondernemerschap en rechten.’


30

Leidraad

Creativiteit behoort tot de meest ­gevraagde vaardigheden van de 21ste eeuw. Maar is dat geen modegril? ­Carsten de Dreu, hoog­ leraar Sociale en Organisatie­ psychologie, veegt de vloer aan met een aantal fabels.

fabels over ­creativiteit Zonder creativiteit geen innovatie

Het ­oudste kind is vaak minder ­creatief

TEKST: FRIEDERIKE DE RAAT

De beste ideeën borrelen op in bad, bed of bus

‘Nee, dat is niet zo. Het is een mooi verhaal voor je naamsbekendheid. Zie Archimedes, die volgens de overlevering in bad zijn beroemde wet verzon en Eureka! riep. Dat veel mensen dénken dat je de beste ideeën in bad, bed of bus krijgt, komt waarschijnlijk doordat het opvallende plekken zijn. Maar doorbraken doen zich ook voor in gesprek met collega’s of achter je pc. Afstand nemen helpt, blijkt uit onderzoek. Haal koffie of ga sporten. Dan schoon je je werkgeheugen op en ontstaat ruimte. Een idee heeft tijd nodig om te sudderen.’

‘Daarvoor is weinig bewijs. Wel is het zo dat het oudste kind meer binnen de gebaande paden blijft. Maar daar zit ’m de kneep: als de ouders heel creatief zijn, is het oudste kind dat juist ook. De oudste wordt dan bij wijze van spreken kunstenaar en de jongere bankier. De theorie is dat het afzetten tegen de ouders te maken heeft met de plek in het gezin: het oudste kind hoeft zich alleen te onderscheiden van de ouders, het derde kind moet zich ook onderscheiden van twee oudere kinderen. Maar nogmaals, de wetenschappelijke onderbouwing is mager.’

‘Creativiteit en innovatie kunnen samengaan, maar staan in principe los van elkaar. De essentie van creativiteit is dat iets origineel is. Innovatie is het introduceren van iets dat nuttig is voor mensen, maar dat nieuwe hoeft niet origineel te zijn. Je kunt dus innoveren zonder creatief te zijn. Bedrijven die creatieve mensen zoeken met als doel te innoveren, kunnen misschien beter met toeleveranciers praten en vakbladen lezen. De iPhone is een goed voorbeeld van een mengeling van innovaties in een bestaand systeem (er bestonden al smartphones) en creativiteit (Apple bedacht een leuk ontwerp en deed de marketing goed). Overigens is creativiteit altijd ‘in the eye of the beholder’: Jobs werd een soort godheid van de creativiteit, terwijl hij niet de eerste was die een slimme telefoon bedacht. Van Gogh overkwam het omgekeerde: zijn werk was briljant, maar dat zagen mensen pas na zijn dood.’

Wie bang is voor fouten, wordt nooit creatief

‘Daar zijn weinig aanwijzingen voor. Wel floreren faalangstige mensen beter in een gestructureerde omgeving. En het kost hun meer mentale kracht om creatief te zijn. Ze blijven op een bepaald pad en wijken daar niet graag van af. Dan kun je best tot creatieve gedachten komen, alleen duurt het wat langer.’


DOSSIER Creativiteit

In groepsverband brainstormen stimuleert de creativiteit

Zonder ­conflicten geen creativiteit

‘Ook onzin. In bedrijven en in de politiek wordt vaak gedacht dat er wrijving nodig is om creativiteit te laten ontstaan. Conflicten zijn ongetwijfeld goed voor veel dingen, maar niet voor de creativiteit. Competitie slaat namelijk snel om in achterdocht en jaloezie en daar is creativiteit niet bij gebaat. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat leer­ gericht werken betere resultaten geeft dan prestatiegericht ­werken. Denk aan sporters: mensen die ­werken aan hun eigen prestaties doen het beter dan mensen die zich altijd maar meten met anderen.’

Hoe rommeliger het bureau, hoe creatiever de gebruiker ervan

‘Nee, als je binnenloopt bij een collega met een rommelig bureau heb je niet per se te maken met een c ­ reatieveling. Misschien wel met een fanatiekeling die heel druk is en geen tijd of zin heeft om zijn bureau op te ruimen. Voor ordelijke mensen kan een rommelig bureau zelfs dodelijk zijn voor de creativiteit. Ze worden erdoor afgeleid. Zelf heb ik net een nieuwe werkkamer bij de universiteit en die is nog zeer ­ordelijk. Maar als je over een jaar komt ­kijken, is het hier een puinbak: o ­ veral stapels papier, misschien wel ergens een dooie muis. Maar de staat van mijn kamer zegt niets over mijn creativiteit.’

Carsten de Dreu en Daniel S ­ ligte, Creativiteit krijg je niet voor niks, De psychologie van creativiteit in werk en wetenschap. Koninklijke Van Gorcum, 2016.

‘Een grap is maar één keer leuk’

aldus alumnus Bram

‘C

reativiteit is de rode draad in alles wat ik doe. En dat begon al op mijn zevende toen ik poppen maakte en stripverhalen schreef. Overal om me heen zag ik duizenden-een scenario’s, zoals pratende bomen, avontuurlijke hagedissen en grappige complottheorieën. Als creative director bij DDB & Tribal Amsterdam is dat niet anders. Nog altijd bekijk ik de wereld door een totaal andere lens dan de meeste mensen. Trots ben ik op de MTV-campagne uit de begintijd van mijn carrière, een van de ­eerste 360-campagnes, die veel meer omvatte dan alleen print en tv. Een recent voorbeeld is de interactieve film The Loft voor Heineken Inter­national. Origineel zijn. Daar draait het om. Vergelijk het met een grap in een tv-serie. Die is één keer leuk, niet twee keer. Helaas is het begrip ‘creativiteit’ wel aan slijtage onderhevig. Zo wordt het remixen van een hit vaak al als creatief gezien, terwijl je in mijn ogen pas echt creatief bent als je die eerste hit schrijft, helemaal uit het ‘niets’. Eigenlijk is ieder mens creatief op zijn eigen manier, maar om het dagelijks binnen een strakke deadline heel gericht te kunnen toepassen vraagt om een gezonde overdosis van deze eigenschap. Daarom past dit werk ook zo goed bij me, denk ik!’

BRAM ­HOLZAPFEL (47) 1987-1989 ­Rechten in Leiden 1989-1993 Engels in Leiden 1993-1999 Copy­writer bij diverse reclame­bureaus 2007 Oprichter ­reclamebureau Let’s be Frank 2012 Creative Director DDB & Tribal Amsterdam

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

‘Onzin. In een groep kost dingen verzinnen meer tijd, omdat iedereen naar elkaar moet luisteren. En als je luistert, kan je hersenpan niet verzinnen. Daardoor is onze productie als groep lager dan wanneer we in ons eentje werken. Er is een uitzondering: is de groep heel divers samengesteld, dan kán dat het negatieve effect dempen, want dan kunnen mensen elkaar voeden met ideeën. Maar doorgaans is het blokkerende effect in een groep groter dan het stimulerende effect.’

31


32

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

Docenten over ‘ Ik speel wel eens zelf voor embryo’ De docenten Carolina Jost en ­Beerend Hierck van het LUMC laten studenten actief hun kennis vergaren. ‘Het college is daarvoor geen efficiënte manier.’

C

arolina Jost, docent bij de opleiding Biomedische Wetenschappen, schuift achter de computer en laat een doorsnede van een virtueel zebravisje zien. ’Geweldig, niet? Je kunt net als bij Google Maps in- en uitzoomen en elke dwarsdoorsnede van de cel op nanoschaal bestuderen.’ Toen ze hoorde van de stitch van het zebravisembryo – onderzoekers van de afdeling Moleculaire Celbiologie hebben 26.000 elektronen­ microscopische opnames aan elkaar geplakt – dacht ze meteen aan toe­ passing in het onderwijs. Ze vroeg haar collega’s van de afdeling Anatomie

TEKST: ASTRID SMIT

Een master bomvol ­ creativiteit Bas Haring is bijzonder hoogleraar ‘publiek begrip van wetenschap’ en oprichter van het Leidse masterprogramma ‘Media Technology’ voor creatieve wetenschap. Onconventionaliteit staat er centraal.

en Embryologie de stitch voor het onderwijs geschikt te maken. Dat is gelukt. Jost: ‘Vroeger kregen studenten een elektronenmicroscopische afbeelding van één cel te zien. Nu kunnen ze door de coupe van een zebravisje navigeren en de diversiteit en de context van de cellen zien.’ Zelf bedenken

Jost, die twee keer werd genomineerd voor een LUMC-onderwijsprijs, probeert continu te innoveren en ervoor te zorgen dat studenten actief hun kennis vergaren. Zo laat ze hen zoveel mogelijk zélf bedenken hoe iets in elkaar zit. Tijdens een practicum ­k rijgen ze vragen over de virtuele zebravis. Als ze denken de goede antwoorden te hebben, mogen ze naar huis. ‘Ik bespreek de antwoorden niet. Ik zie tijdens de tentamens wel of ze er goed over hebben nagedacht’, aldus Jost. Ook Beerend Hierck, docent embryologie en anatomie voor studenten Biomedische Wetenschappen, Geneeskunde en Biofarmaceutische Wetenschappen, laat de studenten

‘Wetenschap op de meest platte manier is: je begint met een vraag, daarna ga je iets doen dat meestal onderzoek heet en ten ­slotte formuleer je het ­antwoord. Wij nodigen ­masterstudenten uit om deze drie stappen op een onconventionele manier uit te werken. Om creatieve vragen te stellen, onderzoek te doen en het antwoord te

stoeien met de stof. ‘Het college is geen efficiënte manier om kennis over te brengen, blijkt uit onderzoek. Studenten onthouden maar twintig procent van wat je vertelt.’ Daarom bereiden de studenten de stof thuis voor met boeken, filmpjes of een ­speciale casus. In de collegezaal bespreekt hij de stof en legt hij ­ingewikkelde zaken nog eens goed uit, meestal met theatrale middelen. Hierck: ‘Ik speel dan zelf voor embryo, bijvoorbeeld.’ Het juiste moment, de juiste manier

Creatief onderwijs is volgens hem bestaande onderwijstechnieken ­toepassen op het juiste moment en de juiste manier, zodat studenten betrokken raken en kennis tot zich nemen. ‘En je moet blijven innoveren.’ Zo heeft hij samen met collega’s van Anatomie een 3D-animatie gemaakt van de ontwikkeling van de buikorganen. ‘De darmen draaien op een ingenieuze manier in elkaar, zodat ze precies in de buikholte passen. De 3D-animatie kunnen studenten nu thuis bekijken’, aldus Hierck,

formuleren. Ze hoeven het antwoord niet per se te ­presenteren via een wetenschappelijk artikel, het mag ook een game, toneelstuk of een poster zijn. Ze moeten de optimale vorm vinden.’ Ontstaan vanuit interesse ‘We hadden een student die zich afvroeg of je met drones de structuur van

een spreeuwenzwerm kunt veranderen. Dat bleek te ingewikkeld. Hij heeft uit­ eindelijk samen met een bioloog onderzocht in ­hoeverre je met drones het gedrag van vogels kunt bestuderen. Ook prima. Het beginpunt was persoonlijk en ontstond vanuit interesse, dat vind ik belangrijk. In een ander onderzoek bestudeert een studente


DOSSIER Creativiteit

die twee onderwijsprijzen van het LUMC ontving en de onderwijsprijs van de hele universiteit. Beide docenten vinden dat ze veel ruimte voor creatief onderwijs krijgen van de universiteit. Als fellow van de Leiden Teachers Academy ontvingen ze twee jaar geleden 25.000 euro voor hun nieuwe onderwijsproject. Jost had daarvoor al geld van de Gratama Stichting via het Leids Universiteits Fonds ontvangen. ‘En ik kreeg van de afdelingen ­A natomie en Histologie alle medewerking, zonder hen was het niet voor elkaar gekomen’, aldus Jost.

sleutelbakjes van mensen. Ze werkt met een wetenschappelijke aanpak uit de culturele antro­ pologie waarbij je niet van tevoren al een vraag moet hebben. Ze moest zich deze aanpak eerst eigen maken en heeft nu een hypothese geformuleerd. Ik denk dat de samenleving gebaat is bij mensen die fris, creatief en origi-

neel kunnen denken. Goede onderzoekers blijken in de praktijk heel vaak mensen die juist over deze eigenschappen beschikken. Vrij veel studenten van ons worden later promovendi bij een universiteit of komen op een plek waarvan je vooraf niet dacht dat ze daarvoor in aanmerking ­zouden komen.’

‘I

k geef leiding bij THNK, school of creative leadership, dat ondernemers helpt bij hun groeiplannen. Omdat we een school zijn, vind ik het extra leuk dat we in een voormalige hbs zitten. Hartje Amsterdam. De stad die creativiteit in het DNA heeft zitten. Bij ‘creativiteit’ denken veel mensen aan de creatieve sector. THNK geeft het begrip een andere betekenis. We associëren het met innovatie: met het ontwikkelen van nieuwe bedrijfsconcepten die een positieve bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Een mooi voorbeeld is Rebuild, ons programma voor statushouders, waaronder een aantal Syrische vluchtelingen, die een eigen bedrijf willen beginnen. In Leiden heb ik Natuurkunde gestudeerd. Dat lijkt een enorm contrast met creativiteit, maar het gaf mij een besef van dynamiek, complexiteit en onvoorspelbaarheid – basisbegrippen voor ­creativiteit. Creativiteit is een combinatie van ontdekkingsgeest, lateraal denken, spelend leren en bouwen – en dat kun je trainen. Helaas wordt het vaak onderdrukt op de middelbare school en universiteit, terwijl de inventiviteit van de mens om iets van het leven te maken een enorm sterke drijfveer is.’

MENNO VAN DIJK (52) 1981-1986 Natuurkunde in Leiden 1991 Master of Business ­Administration (MBA) – INSEAD, Fontainebleau 1988-2010 Senior ­Firmant ­McKinsey & Company 2011 Oprichter THNK, School of Creative ­Leadership 2016 Partner THNK, oprichter ­ScaleUp­Nation

aldus alumnus Menno

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

onderwijs

‘Creativiteit kun je trainen’

33


34

Leidraad

Beter schrijven in 5 tips Schrijfster ­Pauline Slot geeft het c ­ ollege ­Creative Writing aan studenten van de Honours Academy. Komend jaar is C ­ reative Writing voor het eerst ook een keuzevak bij ­Geesteswetenschappen. Dit zijn haar vijf ­belangrijkste schrijftips.

TEKST: JANET VAN DIJK, FOTO: JAKOLIEN VAN DOORN

1.

Kies het juiste perspectief ‘Creative writing is niet alleen interessant voor mensen die ooit een roman willen schrijven, het is ook voor a ­ ndere vakgebieden relevant, omdat je leert op een ander manier te kijken. Je krijgt er een leniger geest van. In fictie is het kiezen van het perspectief bepalend: door wiens ogen kijk je? Voor bijvoorbeeld mensen die in de gezondheidszorg werken is het nuttig om daarmee te experimenteren: zij moeten zich immers in hun patiënten kunnen verplaatsen. Creatief schrijven vergt diep onder het oppervlak ook analytische vaardigheden: welke vraag stel je, welke ontwikkeling is er, welke stappen zet je?’

2.

Zorg dat de lezer zich kan identificeren ‘Het schrijven – en lezen – van zakelijke teksten is vaak lastig omdat de mens verdwijnt. De schrijver is niet

DOSSIER Creativiteit

Pauline Slot ging in 1979 Nederlands studeren in Leiden en promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze woont in ­Warmond, doet redactiewerk,

geeft schrijf­ trainingen en schrijft ­boeken. In 1999 ­debuteerde ze met de roman Zuiderkruis, waarvan 130.000 exemplaren werden verkocht. Eind mei verscheen haar ­nieuwste boek, Dood van een thriller­ schrijfster.

zichtbaar, de lezer is niet zichtbaar en de mensen over wie het gaat zijn niet zichtbaar. Natuurlijk kan abstractie nodig zijn, maar er zijn altijd passages waar de mens in beeld kan komen, bijvoorbeeld in de inleiding en het slot. Daar kun je verhaaltechnieken gebruiken, zorgen dat de lezer zich kan identificeren, iets voor zich ziet. In kaders kun je ook ­prima mensen opvoeren. En wees niet bang om ‘ik’ of ‘wij’ te ­zeggen in een zakelijke tekst.’

3.

Gebruik alinea’s ‘Ik ben een grote fan van de alinea. Je helpt de lezer enorm als je ordening laat zien en verbanden aanbrengt. Als de lezer elke eerste zin van de alinea leest en weet: dit is de hoofdlijn van het betoog, dan zit hij te dansen op zijn stoel: hij hoeft de stappen niet zelf te ontwarren.’

4.

Kies je thema ‘Het is belangrijk om te weten, al is het maar i­ntuïtief, wat je thema is: waar gaat je verhaal ten diepste over? Als je dat weet, kun je gaan selecteren, want 98 procent van wat een personage doet is niet interessant. Je maakt altijd een uitsnede, en je moet goed weten waarom je juist die uit­ snede maakt.’

5.

Show, don’t tell ‘Een bekende tip is: show, don’t tell. Beginnende ­schrijvers hebben de neiging om te zeggen hoe iemand zich voelt, omdat ze veronderstellen dat de lezer denkt: ach, wat zielig. Dat is niet zo. Door te beschrijven wat iemand doet en zegt, gaat de lezer zelf interpreteren. Dan word je als lezer niet geclaimd.’


35

NR. 3  2016

object

Het Academisch Historisch Museum in Leiden verzamelt en toont vooral wetenschappelijke zaken. Wat deze Friese doorlopers een museumstuk maakt, is hun berijder: sterrenkundige Jan Oort (1900-1992), die tot op hoge leeftijd een fanatiek schaatser was. Pas na een val op de Kagerplassen in 1981 stopte hij. Oort is een van de belangrijkste N ­ ederlandse astronomen. Hij was directeur van de L ­ eidse Sterrewacht, beschreef de Oortwolk, was een van de grondleggers van de radioastronomie en ontving in 1987 de Kyoto Prize (de ‘Nobelprijs voor de sterrenkunde’). Oort was al inter­ disciplinair voor dat woord modieus werd: zo maakte hij in 1942 samen met de Leidse s­ inoloog Jan Duyvendak op grond van oude Chinese

documenten duidelijk dat waarnemingen in 1054 in feite een supernova b ­ eschreven. Sterrenkundige Jet Katgert-Merkelijn schreef diverse artikelen over Oort. ‘Zijn belang ligt er vooral in dat hij een goede neus had voor onderzoek dat werkelijk nieuwe resultaten opleverde en in zijn fysisch inzicht: hij was altijd op zoek naar de fysische betekenis achter wiskundige vergelijkingen.’ Oorts archief bevindt zich in de Universiteits­ bibliotheek. Het paar schaatsen (in blauwe katoenen opbergzak) werd in 2012 door Oorts nazaten geschonken aan het A ­ cademisch ­Historisch Museum in het Academiegebouw. Daar staan ze voor het oude adagium: een gezonde geest huist in een gezond lichaam.

TEKST: JOS DAMEN, FOTO: EDWIN WEERS

uit een Leidse collectie


36

NR. 3  2016

Honours Academy

‘We willen niet alle studenten door dezelfde molen halen’ In de maatschappij klinkt de roep om excellentie steeds luider. Ton van Haaften, dean van de Honours Academy, vertelt hoe de Universiteit Leiden hieraan gehoor geeft.

O

f ze zichzelf nu als ‘excellent’ zien of niet, ambitieus zijn ze zeker: bachelor- en masterstudenten en zelfs scholieren op zoek naar extra kennis en uitdaging. Dat is ­precies de doelgroep die de ­Honours ­Academy met haar ­onderwijsprogramma’s voor ogen heeft. ‘Hier bieden we studenten die meer willen en kunnen, uitdagend onderwijs dat vaak interdisciplinair van aard is’, zegt Ton van ­Haaften, die in maart Willemien den Ouden

Hans Schoenmakers (19) volgde als 1e jaars student Psychologie het Nederlandstalige ­honoursprogramma van de Faculteit ­Sociale Wetenschappen

opvolgde als dean van de Honours Academy. En nee, dat is niet elitair. ‘Ik heb niets tegen excellentie, maar ik ben wel tegen ­elitair onderwijs. De Honours Academy is een antwoord op de behoefte aan diversiteit in het onderwijsaanbod. We willen niet alle studenten door dezelfde molen halen. Het volgen van honoursprogramma’s is overigens niet de enige route. Er zijn genoeg excellente studenten die hun ambities op een andere manier invullen. Maar als universiteit zijn we er voor verantwoordelijk om ook de groep

‘Toen ik over de Honours Academy hoorde, wist ik meteen dat dit echt iets voor mij was. Om in aanmerking te komen, moet je een goede cijferlijst hebben. Maar je moet ook een sterke motivatiebrief schrijven, en dat is mij dus blijkbaar gelukt. In dit programma maak ik kennis met mensen en informatie die ik anders niet tegen zou komen. We hebben bijvoorbeeld college gehad van Ton Dietz, hoogleraar bij Afrika Studies, en er was zelfs een college

sterrenkunde. Ook houd ik me hier bezig met onderwerpen als politicologie, daardoor krijg je toch een heel ander perspectief – ook op je eigen studie. De interactie met de professoren vind ik fijn. Voorafgaand aan een college eten we samen en dan schuift de docent ook aan. Zo kom je echt met elkaar in gesprek. De deelname aan het honours­ programma staat niet alleen goed op je cv, maar ik merk ook dat ik meer gemotiveerd ben voor mijn eigen studie.’


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Motivatie

De Leidse universiteit is hier al zo’n 15 jaar mee bezig, maar de laatste jaren heeft het honours­ onderwijs een vlucht genomen. Het ministerie van Onderwijs stelde geld beschikbaar voor onderwijs aan excellente studenten. De zeven ­Leidse ­faculteiten bieden nu elk een eigen traject aan, waarvan een aantal ook openstaat voor studenten van buiten de eigen faculteit. Maar studenten kunnen ook een individueel pad uitstippelen. De standaard is hoog, benadrukt Van Haaften. ‘De selectie is streng, en motivatie is daar een onderdeel van. Wie honours­onderwijs alleen wil volgen omdat het goed staat op het cv, valt af. Dat soort motivatie is te mager.’ Pre-University College

Het Pre-University ­College is een bijzonder onderdeel van het Leidse honoursonderwijs. De deelnemers zijn 16 tot 18 jaar. Elk jaar volgen 90 middelbare ­scholieren een breed tweejarig academisch ­programma. Leiden werkt hierbij samen met zo’n 40 middelbare

Fleur Jeras (24) ­volgde als 1e-jaars student Latijns-Amerika ­Studies het ­Nederlandstalige ­honoursprogramma van de Faculteit Sociale Wetenschappen ‘Ik zocht extra academische verdieping, die miste ik in mijn eigen opleiding. Ook tussen de s­ tudenten onderling is er bijvoorbeeld weinig discussie. Dat is hier heel anders. Het ­programma Wetenschap en Samenleving van de Faculteit Sociale Weten-

schappen biedt heel veel diversiteit en diepte. Ik vind het bijzonder dat de professoren zo benaderbaar zijn. In de koffiepauze kun je bijvoorbeeld zo naar ze toe lopen en je vragen stellen. Omdat ze vrij zijn in de keuze van het onderwerp van hun college, zijn wij als studenten verzekerd van een goed verhaal. De professoren kiezen immers altijd iets waar ze veel vanaf weten en waar ze enthousiast over zijn. Daarnaast bouw je via de contacten met je medestudenten een netwerk op, we vormen een hechte groep. Discussiëren, presenteren – dat zijn dingen die hier belangrijk zijn. Maar ik leer hier vooral anders kijken en denken. Je wordt gedwongen om meerdere standpunten te bekijken, dat is goed voor je inlevingsvermogen.’

scholen, die zelf de voorselectie doen. De scholieren maken kennis met alle disciplines die de Leidse universiteit in huis heeft, ­volgen colleges en maken opdrachten. Ze kunnen zelfs meedraaien bij wetenschappelijke onderzoeksprojecten. Het mooiste is dan natuurlijk als zo’n onderzoek tot een wetenschappelijke publicatie leidt. Het doel is om via het Pre-­University ­College de academische wereld te openen voor deze scholieren, ze kunnen hier meemaken wat het betekent om student te zijn. Honours College

37

Voor de gelukkigen die geselecteerd worden voor het Honours College wacht een ­academisch ­walhalla. In het Honours College, met een

TEKST: ANNETTE ZEELENBERG, PORTRETTEN: HIELCO KUIPERS

te bedienen die op zoek is naar uitdagend extra onderwijs.’ Waar vroeger ambitieuze studenten een ­t weede studie of keuzevakken gingen volgen, ­kunnen ze tegenwoordig ook kiezen uit een breed aanbod aan honoursonderwijs. Van Haaften: ‘Die tweede studie of die keuzevakken zijn natuurlijk nog steeds een optie. De honoursprogramma’s maken het echter gemakkelijker om naast de studie een gedifferentieerd extra pakket te volgen.’ De ­Honours Academy verenigt drie programma’s, die aansluiten bij verschillende stadia in de studieloopbaan. Voor middelbare scholieren is er het Pre-University College, voor bachelorstudenten het Honours College en voor masterstudenten het Leiden Leadership Programme.

Leidraad


38

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

instroom van zo’n 450 studenten per jaar het grootste programma van de Honours Academy, krijgen bachelorstudenten colleges over onderwerpen die ze niet zo snel in hun ‘eigen’ studie zouden tegen­ komen. Ze hebben rechtstreeks contact met deskundigen uit de universitaire wereld en allerlei andere maatschappelijke sectoren. Van ­Haaften: ‘Voor de universiteit is het honoursonderwijs bovendien een proeftuin. We kunnen hier met verschillende vakken en onderwijsvormen experimenteren, die soms later ook in het reguliere onderwijs worden opgenomen.’ Hij noemt het onderwijs­ platform Pitch2Peer, waar studenten online elkaars werk kunnen beoordelen – ‘peer-beoordeling is een

‘ De selectie is streng, en motivatie is daar een onderdeel van’ belangrijke academische vaardigheid’. Dit platform wordt nu breder binnen de universiteit ingezet. Maar ook Creative Writing, sinds september een keuzevak bij Geesteswetenschappen, is binnen het Honours College ontwikkeld. Leiden Leadership Programme

Ook voor masterstudenten is er honoursonderwijs. Elk jaar kan een kleine groep studenten meedoen aan het Leiden Leadership Programme. Hierbij staat – de naam zegt het al – leiderschap centraal, met veel aandacht voor persoonlijke ­ontwikkeling. Daarom beginnen de deelnemers met een assessment, waarna zij zelf hun persoon­ lijke leerdoelen opstellen. Het onderwijs is sterk praktijkgericht. Zo zijn er trainingen in zaken als onderhandelen, conflicthantering en motiveren en geven naast wetenschappers ook mensen uit het bedrijfs­leven en maatschappelijke organisaties er college. De studenten passen de geleerde vaardig­ heden toe in een opdracht die ze in een klein team binnen een bedrijf of organisatie uitvoeren. De partners van het programma zijn niet de minsten, zo doen ING, AkzoNobel, KLM, de gemeente Den Haag, de politie en Oxfam Novib mee. De ­combinatie van masterstudie en het Leiden Leadership ­Programme is pittig, maar zeer gewild – elk jaar melden zich zo’n 200 mensen aan, van wie er maximaal 90 worden geselecteerd.

Celine Chaigneau (18) volgde als 1e jaars ­student International ­Psychology het Engels­ talige ­honoursprogramma van de Faculteit ­Sociale Wetenschappen ‘Ik heb voor de Engels­talige stroom van het H ­ onours gekozen omdat ik ook een Engelstalige studie volg. Bovendien heb ik het tweetalig vwo gedaan, zodat ik al gewend ben om in het Engels te schrijven en ­discussiëren. In mijn groep zitten veel verschillende nationaliteiten, er zijn men-

sen uit Duitsland, Amerika, Israël, Peru, en natuurlijk uit Nederland. Dat levert uiteenlopende inzichten op. Zo hadden we een college over DNA-­onderzoek, waar de Amerikanen en D ­ uitsers een ander perspectief hadden dan de Nederlanders. De colleges in dit eerste jaar waren heel divers, de onderwerpen varieerden van ­cognitieve ­psychologie tot de r­ echten van etnische groepen. Ook in de colleges die niet direct met mijn hoofdstudie te maken ­hebben, is er een link met ­psychologie. Toen het over de rechten van etnische groepen ging, keken we bijvoorbeeld ook naar het psychologische aspect. Daardoor ga ik anders nadenken over mijn eigen vak.’


39

NR. 3  2016

de groep van

alumnus Jeroen Steens (45)

En hoe liep het af? ‘Als stunt was het geslaagd. We kwamen bij Erik de Zwart op radio Veronica, we stonden in de Telegraaf, mijn moeder heeft een heel fotoboek gemaakt. Maar we hebben het niet volgehouden. Volgens mij wilden we het 72 uur doen, en zijn we na 67 uur gestopt, op de ochtend van de laatste dag. We hadden vooraf afgesproken dat we zouden ophouden bij de derde uitvaller. De finish was in zicht, maar het ging niet meer.’ Weet je nog hoe je je voelde? ‘In de laatste nacht raakte ik in een dissociatieve toestand. Je voelt je alsof je in een aquarium zit, stemmen en gelui-

den lijken van ver weg te komen. En je wordt ook labiel. Toen het afgelopen was, hadden we een heel emotioneel moment. Maar wat me ook nog bijstaat is dat je na 63 uur nog steeds weet wat de hoofdstad van Tibet is. Merkwaardig, dat je hersenen zo werken.’ Vind je het, terugkijkend nu je arts bent, eigenlijk wel verantwoord wat jullie deden? ‘Daar zeg ik inderdaad niet zomaar ja op. Het was heel goed aangepakt, hoor. We mochten om de twee uur een kwartier pauzeren, er waren masseurs, diëtisten en fysiotherapeuten, hulptroepen die voor eten en drinken zorgden. Neuroloog professor Kamphuisen deed dat hersenonderzoek en die kwam ook ’s avonds en ’s nachts kijken hoe het ging. Er zijn ook serieuze publicaties uit voortgekomen. Maar het is echt heftig geweest. Toen we stopten ben ik meteen in bed gedoken en heb ik 36 uur geslapen.’ En hoe was het als sociaal experiment? ‘Je zit nogal lang op elkaars lip natuurlijk. Maar er waren ook voortdurend vrienden en familie en afwisseling. Er is geen bonje geweest, niet met ­driehoekjes gegooid of met het speelbord. Jeroen en Ralph zijn nog steeds mijn beste vrienden.’ Jeroen Steens, Geneeskunde 1989-1997

TEKST: JOB DE KRUIFF

Wat zien we hier? ‘Een groepje geneeskundestudenten dat aan het Trivianten is. We deden dat bij wijze van stunt voor de eerstejaars tijdens de introductieweek van Geneeskunde in 1991. Triviant was vrij nieuw en wij vonden het een hartstikke leuk spelletje. We, dat zijn Liesbeth Ras, Edwoud Groot, Ralph Paap, Jan Duijvestijn en ik. Samen met Jeroen van Vugt, een vriend uit het bestuur van studievereniging MFLS, had ik bedacht om een week te Trivianten en daarmee een record te vestigen. We zamelden ook geld in voor Artsen zonder Grenzen en er werd hersenonderzoek gedaan.’


40

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

agenda Algemeen 17 oktober MOOC ‘Music and Society’ door prof.dr. M.A. Cobussen is een van de nieuwe MOOCs. Dat zijn gratis online cursussen voor iedereen. coursera.org/leiden 17 oktober HOVO De cursus Griekse Kunst van HOVO be­gint 17 oktober en wordt gegeven door Paul Meyboom. HOVO’s programma staat op onderwijs.leidenuniv.nl/hovo/aanbod 19 oktober STUDIUM GENERALE De laatste twee lezingen uit de reeks ‘Het Spektakel van de Stad’ zijn op 19 en 26 oktober (‘Wat als burgemeesters de wereld regeren?’). www.voorzieningen. leidenuniv.nl/studium_generale 25 oktober COACHCAFÉ Voor jonge alumni. Ga met coaches en mede-alumni in gesprek over je loopbaan. Scheltema, 19.00 uur 3 november HERFSTBORREL Anne Kremers, de jongste museumdirecteur van Nederland, deelt haar ervaringen tijdens de herfstborrel. Hortus Botanicus, 19.00 uur. www.universiteitleiden.nl/alumni/jan Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen 27 oktober LEZING Sterrenkundige Vincent Icke spreekt bij het Natuurwetenschappelijk Gezelschap. Aanmelden: universiteitleiden.nl/ngl 22 t/m 25 november DIES NATALIS De Leidse Biologen Club viert zijn verjaardag met o.a. gala, borrel en excursie. leidsebiologenclub.nl Faculteit Rechtsgeleerdheid 25 november LEZING Recht en Literatuur Leiden organiseert een lezing over Dostojevski (Misdaad en Straf) in rechtsfilosofisch perspectief, door Claudia Bouteligier. rlleiden.nl/alumni 14 december LEZING De Hazelhoff Guest Lecture door Prof. Steven L. Schwarcz, hoogleraar in de VS. Kamerlingh Onnes Gebouw, 15.30 uur.

NR. 3  2016

LUMC LUMC 23 oktober WETENSCHAPSDAG Een open dag van het LUMC over patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs. Voor jong en oud is er van alles te beleven. www.lumc.nl/wetenschapsdag 26 oktober LEZING Heineken award lezing door Steve Jackson. Faculteit Geesteswetenschappen 4 november AFSCHEIDSCOLLEGE Willem Otterspeer, hoogleraar universiteitsgeschiedenis 5 november MARKT Midden-Oosten Cultuurmarkt in het RMO georganiseerd door het Leids Universitair Centrum voor de studie van Islam en Samenleving. 5 december AFSCHEIDSCOLLEGE Adam Fairclough, hoogleraar Amerikaanse geschiedenis. 9 december HUIZINGALEZING Musicus en hoogleraar Oude Muziek Ton Koopman bespreekt Bachs Hohe Messe en verzorgt een uitvoering met het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Pieterskerk, aanvang 19.30 uur. Faculteit Governance and Global Affairs 13 en 14 oktober MASTERCLASS Big Data voor de Publieke Sector. professionallearning.nl 27 oktober 2016 CONFERENTIE Leadership in Agile Organisations. agileforexcellence.org 9-10 November 2016 CONFERENTIE Openingscongres van Institute of Security and Global Affairs. Verenigingen MINERVA Jaardies: 8 oktober LSC 1956, 15 oktober LSC 1966 27 oktober LSC 1951, 29 oktober VVSL 1966 Reünistenavond: 29 oktober 1937-1960, 5 november 1961-1970, 12 november 1971-1977, 19 november 1978-1984 CATENA 15 oktober Horus Pubquiz Kijk voor meer informatie en activiteiten op www.universiteitleiden.nl/agenda

Nieuwe ­master ­Farmacie Vanaf september 2016 ­bieden het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en de Universiteit Leiden (Faculteit der W ­ iskunde en ­Natuurwetenschappen) de masteropleiding ­Farmacie aan. Hiermee worden ­studenten opgeleid tot ­apotheker.

D

e Leidse opleiding onderscheidt zich door, anders dan de a ­ ndere farmacie-opleidingen in Nederland, een sterke focus te leggen op de farmaceutische patiëntenzorg en het farmaceutisch behandelaarschap en zo p ­ atiëntgerichte apothekers op te leiden. De nieuwe studie combineert de sterk ­wetenschappelijke basis van de bestaande o ­ pleiding Bio-Farmaceutische Wetenschappen (BFW) met de ­patiëntgerichte elementen van Geneeskunde.


SIGNALEN SPORT

Leids ­ eremetaal in Rio

Boudewijn Röell (27), ­student Geneeskunde in Leiden, heeft met de ­Holland Acht een bronzen medaille gewonnen op de Olym­pische Spelen in Rio. De roeiers eindigden ­achter Groot-Brittannië en Duitsland, in een race die

­volgens decaan ­Pancras Hogendoorn door veel LUMC’ers met extra belangstelling werd gevolgd. Voor psychologiestudenten Tessa van Schagen (22) en Naomi Sedney (21) verliepen de Spelen minder glorieus. Op de 4x100 meter kwamen de sprintsters als

41

gevolg van een m ­ islukte wissel niet in de finale. Van Schagen sneuvelde op de 200 meter ook in de e ­ erste ronde. Beste Leidenaar in Rio was Njordroeister (en onderwijzeres) N ­ icole ­Beukers (26) met een ­zilveren medaille, behaald in de dubbelvier.

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

Boudewijn Röell (onderste rij, tweede van links) en zijn teamgenoten.

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Stichting Econophysics ­ontvangt financiële ­bijdrage

D

e Stichting Econophysics heeft onlangs opnieuw een ruimhartige ­ondersteuning ­ontvangen van de partners van D ­ uyfken ­Knowledge Trading. Met dit geld kan de in 2008 opgerichte vakgroep E ­ conophysics van het Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuur­kunde van Universiteit Leiden v ­ erder investeren in zijn ­onderzoeksprogramma. Econophysics is dat deel van de natuurkunde dat bijdraagt aan economische vraagstukken. De Stichting Econo­physics is opgericht ter bevordering van onderzoek en onderwijs op het gebied van Econophysics in Nederland.

UNIVERSITEIT LEIDEN

HUBspot: voor innovatie en onder­ nemerschap Dit najaar gaat Centrum voor Innovatie en Ondernemerschap HUBspot open. De belangrijkste functies van dit centrum zijn vaardigheidsonderwijs aan studenten, onderzoekers en ondernemers, en

het begeleiden van start-ups. HUBspot is een i­nitiatief van Universiteit L ­ eiden, Hogeschool Leiden, gemeente ­Leiden en Economie 071. Met de komst van HUBspot naar Langegracht 70 concentreert zich daar een aantal belangrijke Leidse kenniscentra. Ook Luris, het valorisatie-­ instituut van de universiteit en het LUMC, trekt in het gebouw. Evenals Lugus, de pre-incubator voor Leidse studenten van universiteit en hogeschool die ­spelen met een idee voor een onderneming.


42

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

Masteropleiding Cyber Security voor professionals De Cyber Security Academy biedt met ingang van februari 2017 een ­executive masteropleiding Cyber Security voor professionals. De deeltijdopleiding is multidisciplinair; de aandacht gaat uit naar zowel technologische als juridische, bestuurs­kundige, economische en psycho­logische aspecten van digitale veiligheid. De opleiding is bedoeld voor onder meer informatici, beleidsmakers en a ­ dvocaten. www.csacademy.nl

RECHTEN

FOTO: MONIQUE SHAW

Joanne van der Leun nieuwe decaan Rechts­ geleerdheid Criminologe professor Joanne van der Leun is op 1 september aangetreden als de nieuwe decaan van de F ­ aculteit der Rechtsgeleerdheid. Zij volgt professor Rick Lawson op, die sinds 2011 decaan was. Van der Leun werkte hiervoor als wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Strafrecht en ­Criminologie. Lawson is enthousiast over zijn opvolgster, die al sinds 2001 verbonden is aan de L ­ eidse ­juridische faculteit. Lawson: ‘Van der Leun is niet alleen een voortreffelijk onderzoekster en docente, maar ze kent de faculteit ook heel goed.’

LUMC

Lustrum voor alumnivereniging LUMC De alumnivereniging van het LUMC viert woensdag 30 november haar 20-jarig bestaan met een feestelijke bijeenkomst met meerdere sprekers. De voorheen Leidse ­Alumnivereniging Geneeskunde (LAG) draagt v ­ oortaan de naam LUMC Alumni Vereniging.

T

ijdens de lustrumviering van de vereniging komen onder anderen prof.dr. George Maat, emeritus hoogleraar A ­ natomie en Fysische Antropologie, en prof.mr. Carel Stolker, r­ ector magnificus van Universiteit Leiden, aan het woord. De bijeenkomst wordt a ­ fgesloten met een gezamenlijk diner. Ongetwijfeld wordt t­ ijdens deze avond ook kort stilgestaan bij de naamswijziging van de ­alumnivereniging. De reden voor deze ­wijziging is dat

vanaf 2016 naast Genees­kunde en Bio­medische Wetenschappen meer ­universitaire opleidingen gevolgd kunnen worden binnen het LUMC. ‘De h ­ uidige naam, Leidse Alumnivereniging Geneeskunde, is hiermee niet meer toereikend. Het bestuur heeft dan ook unaniem besloten om de naam aan te passen naar LUMC Alumni Vereniging’, aldus voorzitter prof.dr. Jan Bolk. De nieuwe vereniging heeft ook een nieuwe website: www.lumc.nl/ alumni. Hier kunnen geïnteres­ seerden zich aanmelden voor de lustrum­bijeenkomst op 30 november.


SIGNALEN

43

13e MINERVA

All American Night Wordt het Trump of Clinton? LSV Minerva organiseert dit jaar voor de dertiende keer de All American Night. Sinds 1968 volgt Minerva live de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Een evenement dat de aandacht trekt van studenten, reünisten, ­politici en journalisten uit het hele land. Het tweedaagse event is op 7 en 8 november. Op maandag 7 november wordt gestart met een symposium over de ­Amerikaanse verkiezingen in de Pieterskerk. Op de verkiezingsavond, dinsdag 8 november is het feest op Sociëteit Minerva. Informatie over sprekers, artiesten en ­kaartverkoop: www.allamericannight.com

SOCIALE WETENSCHAPPEN

­ amenwerking S nodig bij ­opvoeding en onderwijs Wat hebben kinderen en jongeren nodig aan ­opvoeding, onderwijs en begeleiding zodat zij ­kunnen bijdragen aan de samen­leving van de 21e eeuw?

D

ie vraag stond dit voorjaar centraal op een s­ ymposium onder leiding van prof.dr. Judi Mesman. De resul­taten zijn deze zomer overhandigd aan de stuurgroep van de Nationale Wetenschaps Agenda. Mesman: ‘We staan voor uitdagingen op het gebied

van technologie, internet, relaties, etnisch-­religieuze diversiteit, werkgelegen­ heid, duurzaamheid, ­verstedelijking en globalisering.’ Daarom kwamen ruim 50 onderzoekers en professionals uit de praktijk van jeugd en onderwijs samen. Een van hun bevindingen is dat w ­ etenschappelijke kennis op het moment onvoldoende in de praktijk

belandt. ‘Dit heeft vooral te maken met een gebrek aan werkelijke samenwerking’, aldus Mesman. ‘Wetenschappers en professionals zijn het er bijvoorbeeld over eens dat kennis over het belang van samenwerking tussen gezinnen en scholen belangrijk is. Maar er is nauwelijks onderzoek naar effectieve manieren om dit tot stand te brengen.’

RECHTEN

Boek over ­onbemande vliegtuig­ systemen Benjamin Scott, s­ tudent Lucht- en Ruimterecht in ­Leiden, stelde een boek samen over het luchtrecht voor o ­ nbemande vliegtuig­systemen. Hij deed dit in opdracht van hoogleraar Luchten Ruimterecht prof.dr. ­Pablo Mendes de Leon. The Law of Un­manned Aircraft Systems is een veelomvattend werk waaraan vele luchtvaartexperts hebben bijgedragen die een sterke binding hebben met het Internationaal Instituut voor Lucht- en Ruimterecht van de U ­ niversiteit Leiden. Daarmee is het ook een boek g ­ eworden dat de ‘successen van de staf, de studenten en de vrienden van het IIASL viert’, aldus Scott. ‘Het doel van het boek is h ­ et onderwerp luchtrecht verder uit te diepen en kritisch onder de loep te nemen.’


44

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Alles onder één dak Een atrium van 100 meter lang ­verbindt drie vleugels in het n ­ ieuwe Gorlaeus Gebouw. Straks werken hier ruim 600 mensen op een vloeroppervlak van ongeveer 45.000 vierkante meter.

D

eel één van de nieuwbouw werd in september in gebruik genomen en is onderdeel van het compleet v ­ ernieuwde Gorlaeus Gebouw, dat over circa vijf jaar zijn voltooiing moet krijgen. In

de toekomst worden alle ­afdelingen en instituten van de Faculteit der ­Wiskunde en Natuurwetenschappen onder één dak gehuisvest. Het nieuwe Gorlaeus Gebouw biedt een hightech omgeving met state of the art onderzoeks- en ­onderwijsfaciliteiten, bijvoorbeeld een trillingsarm lab. Projectmanager namens de ­Universiteit Leiden, Peter Hamel: ‘Dit is z­ onder overdrijven het meest complexe bouwwerk van Nederland. We zijn in 2008 begonnen met de ontwikkeling

van een faculteit die de tand des tijds kan doorstaan, qua gebruik en duurzaamheid. Wat we hebben neergezet is fantastisch mooi en de ontwikkeling was tegelijkertijd een grote uitdaging. Er zijn in de eerste fase laboratoria gebouwd van de ingewikkeldste categorie en we moesten voor de nieuwbouw uit slopen. Dat zal de komende jaren nog wel zo blijven. We gaan nu verder met de tweede fase die straks zal aansluiten op de centrale hal van de nieuwbouw.’

GEESTESWETENSCHAPPEN

Decaan Wim van den Doel naar raad van bestuur NWO Professor Wim van den Doel, decaan van de Faculteit Geestes­ wetenschappen van de U ­ niversiteit Leiden, is per 1 januari 2017 benoemd tot lid van de raad van bestuur van de Nederlandse

­ rganisatie voor Wetenschappelijk O Onderzoek (NWO). Hij wordt ook voor­zitter van het nieuwe domein Sociale en ­Geesteswetenschappen van NWO. Van den Doel zal per 1 j­anuari zijn

­positie als decaan in L ­ eiden neerleggen. Hij blijft wel als hoog­leraar ­Algemene Geschiedenis aan de­universiteit­verbonden.


SIGNALEN

45

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

Leergang over terrorisme, recht en veiligheid Masterclass en workshop voor alumni

De grenzen van goed leiderschap

FOTO: MARC DE HAAN

W

Wat is goed leiderschap? Wanneer en waarom verwordt goed leiderschap soms tot het tegendeel? In de Masterclass ‘The Dark Side of Leadership’ op 11 oktober gaat het over de grenzen van goed leider­ schap in de politiek, bij de overheid, in het bedrijfsleven en op het wereldtoneel. Behalve kerndocenten van de universiteit als Dr. Toon Kerkhoff (UD Bestuurskunde) draagt ook acteur Jappe Claes van het Nationale Toneel bij. Hiernaast biedt de universiteit ­alumni in dit Shakespearejaar op zaterdag 19 november de gelegenheid om de kracht van woorden te ervaren en hun leiderschap te ­versterken in een workshop. In ‘De kunst van het spreken: S ­ hakespeare en retorica’ oefent u met technieken en inzichten uit het toneelvak en leert u vaardiger, rustiger, meer ontspannen en zelfverzekerd om te gaan met communicatie. Ook hierbij wordt samengewerkt met Jappe Claes van het Nationale Toneel. De masterclass en workshop worden georganiseerd in samenwerking met het Centre for Professional Learning van de Universiteit Leiden. The Dark Side of Leadership, Masterclass, 11 oktober, Leiden Shakespeare en retorica Workshop, 19 november, Den Haag Aanmelding: www.universiteitleiden.nl/ masterclasses

Het Haagse Centre for Pro­ fes­sional Learning biedt dit najaar een verdiepingsleergang ­terrorisme, recht en veiligheid voor ­practitioners.

I

n deze leergang gaan de deel­ nemers op zoek naar de verbindingen en grenzen in informatie­deling en samenwerking. Zij krijgen een overzicht van ­rollen, culturen, bevoegdheden en ­belangen van verschillende

­ rganisaties en gaan in op vragen o als: hoe raken bepaalde interventies en m ­ aatregelen anderen? En op welke manier p ­ assen deze in het grotere veiligheidsdoel? Experts uit het veld en de wetenschap geven een update over de laatste ontwikkelingen in hun vakgebied. Zij duiden en verdiepen de context van de cases die door deelnemers behandeld worden. www.professionallearning.nl

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Binnenkort vader? Wordt u dit jaar of begin 2017 voor het eerst vader? Onderzoekers van de Faculteit Sociale Wetenschappen willen meer inzicht krijgen in de effecten van hormonen op het aankomend vaderschap en op de betrokken processen in de hersenen. Ze zijn daarvoor op zoek naar aanstaande vaders. In veel onderzoek naar ouderschap gaat de ­aandacht vooral uit naar de moeders, ­terwijl eigenlijk weinig bekend is over de rol van de vader. Voor het onderzoek ‘Vaders in beeld’ worden daarom mannen gezocht die dit jaar of begin 2017 voor het eerst vader worden. Het onderzoek bestaat uit twee ­sessies in het LUMC en zoekt antwoord op vragen als: Hoe veranderen ­aankomende vaders tijdens de zwangerschap? Spelen daarbij h ­ ormonen een rol en w ­ elke effecten ­hebben die hormonen op het brein van de ­aanstaande vader? www.vadersinbeeld.nl


46

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 3  2016

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

Hervormingen in de publieke sector

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Studenten op bezoek bij alumni in Bio Science Park Na het succes van vorig jaar gaan op woensdag 23 november bèta­studenten van de Universiteit Leiden weer naar het Bio Science Park in hun stad. Tijdens de Bio Science Park Excursie nemen zij een kijkje bij alumni die daar werken. Deze alumni vertellen iets over hun studie en hun werk. Alumni die op het park werken, kunnen zich aanmelden voor de excursie. Alle alumni zijn om 17.00 uur bovendien welkom bij de ­borrel bij Biopartner. www.betabanenmarkt.nl/bsp-excursion

GEESTESWETENSCHAPPEN

Hoe Noord-Korea dwangarbeiders in Polen laat werken

L

eidse onderzoekers ontdekten dat Noord-Koreaanse dwangarbeiders op grote schaal in Polen werken. Hoogleraar Koreastudies Remco Breuker presenteerde deze zomer op het congres ‘Slaves To The System’ een rapport over de misstanden in Polen. Het onderzoeksteam van Breuker constateerde dat driekwart van de 500 tot 800 dwangarbeiders tot de hogere partijkringen van de Noord-Koreaanse staat behoort. Breuker: ‘Het regime stuurt mensen die ze vertrouwen, waardoor er minder kans is dat ze overlopen.’ In mei van dit jaar bracht Breuker al de eerste onderzoeksresultaten naar buiten. Wereldwijd werd geschokt gereageerd door politici en mensenrechten­ organisaties. Agnes Jongerius van de PvdA stelde ­vragen in het Europees Parlement.

Onlangs verscheen een nieuw boek onder redactie van de Leidse hoogleraar Publiek Management prof.dr. Sandra Groeneveld. Theory and Practice of Public Sector Reform biedt verschillende theoretische instrumenten om het proces van hervormingen in de publieke sector te onderzoeken. Daarnaast geeft het een overzicht van de belangrijkste trends in hervormingen in de publieke sector in Europa en de Verenigde Staten. Groeneveld werkte bij de samenstelling en eind­ redactie van het boek nauw samen met haar collega-hoogleraar Steven Van de Walle van de KU Leuven en Erasmus Universiteit Rotterdam. Theory and Practice of Public Sector Reform, Steven Van de Walle en Sandra Groeneveld, Uitgeverij Routledge

6000

nieuwe studenten (eerstejaars en ­masters) meldden zich dit jaar in ­Leiden. Daar maakten ze ook kennis met het ­rijke ­Leidse verenigingsleven. Van de vijf ­grote ­verenigingen haalde Minerva de grootste nieuwe lichting binnen.

Top 5

1. Minerva 2. Augustinus 3. Quintus 4. SSR 5. Catena

427 390 301 210 112


SIGNALEN

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Kinderen uit de Schilderswijk volgen college in Leiden

D

ertig slimme basisschoolkinderen uit de Haagse Schilderswijk kwamen dit voorjaar naar Leiden. Ze ­kregen college in opvoeding en ontwikkeling. De bedoeling: hen zelfvertrouwen geven. Voor leerlingen van de basis­

scholen in de Schilderswijk is de universiteit ver weg. Ze kennen weinig mensen die studeren en voor veel ouders is de academische wereld onbekend. Om de kloof te overbruggen kwamen de dertig slimme kinderen een dagje naar Leiden. Dat gebeurde in het kader van de Schilderswijk

­ niversity. De scholieren l­eerden U bijvoorbeeld over het v ­ erschil in opvoeding t­ ussen j­ongens en meisjes. Daarna volgden ze een workshop over virtual r­ eality en gingen ze met studente Rechts­ geleerdheid Birgül Açiksöz in gesprek over hun toekomst­ beelden.

47


48

HOOR DE ECHO VAN CLEVERINGA

Ik vrees, dat de woorden, die ik zou kunnen vinden, hoe ik ze ook koos, te ver achter zouden blijven bij de smartelijke en wrange gevoelens, die het bij mij en bij mijn ambtgenooten heeft opgeroepen; en, ik ben ervan overtuigd, ook bij U en bij talloozen binnen en – waar zij het zullen vernemen – buiten onze grenzen. Goede wetenschap gaat gepaard met passie, betrokkenheid en scherpe argumentatie. Dit vraagt om een cultuur waarin vrijheid van denken en spreken buiten kijf staan. Rudolph Cleveringa kwam met gevaar voor eigen leven op voor zijn Joodse leermeester Eduard Meijers, en eiste daarmee de vrijheid binnen de universiteit op. Ook als er niet zoveel op het spel staat als in 1940 blijft vrijheid de ware basis voor wetenschappers. De universiteit benadrukt samen met het Leids Universiteits Fonds jaarlijks het belang daarvan in wereldwijd georganiseerde Cleveringalezingen. Vrijheid blijft zeker in deze tijd onze opdracht; wij nodigen u van harte uit om hiervan getuige te zijn.

Cleveringalezingen 2016 Nederland  Amersfoort/Utrecht

‘De eerste Nassaus in Nederland’ Prof.dr. G.J.R. Maat, 25 november  Amsterdam

‘Bruin vet is hot!’

Prof.dr. P.C.N. Rensen, 25 november  Breda

‘De Wankele Democratie’

Prof.dr. R.B. Andeweg, 25 november  Den Haag

‘Prof.mr. R.P. Cleveringa en de drie klassieke typen van ­rechtvaardigheid’

Prof.dr.mr. C.J.M. Schuyt, 24 november  Friesland

‘Klassieke ankers: innovatie en verankering’ Prof.dr. I. Sluiter, 26 november  ‘t Gooi

‘De actualiteit van Cleveringa’

Prof.mr.dr. M.J. Cohen, 26 november  Haarlem

Hoogleraar International Relations en Diplomatic Practice

Prof.dr. J.G. de Hoop Scheffer, 23 november  Harderwijk

‘Verleden, heden en toekomst van de Leidse Instrumentmakers school (LiS)’ Ing. D.W. Harms, 27 november Leiden

‘Landelijke referenda. Democratische zegen of bestuurlijke nachtmerrie (allebei of geen van beide?)’ Prof.dr. W.J.M. Voermans, 29 november  Limburg

‘Artrose; een zoektocht naar ­bewegen zonder pijn’ Dr. I. Meulenbelt, 25 november


NR. 3  2016

Nijmegen/Arnhem

‘De eerste Nassaus in Nederland’ Prof.dr. G.J.R. Maat, 26 november  Rotterdam

Hoogleraar Pathologie en decaan van het Leids Universitair Medisch Centrum

Prof.dr. P.C.W. Hogendoorn, 23 november  Twente

‘Teleportatie: Het vervoermiddel van de toekomst?’

Prof.dr. C.W.J. Beenakker, 29 november  Zeeland

‘Ethische Beslissingen en Data Science’

Prof.dr. H.J. van den Herik, 23 november  Zutphen

‘Vluchtelingenmigratie in historisch perspectief’

Prof.dr. M. Schrover, 26 november

Buiten Nederland  Bern

‘Tax planning door multinationals’

Prof.mr. T. Bender, 25 november  Brussel

‘De grenzeloze staat’

Prof.dr. A.K. Yesilkagit, 1  december  Caïro

‘After God. Informal Requests in Arabic Papyri’

Prof.dr. P.M. Sijpesteijn, 27 november  Genève

‘Tax planning door multinationals’

Prof.mr. T. Bender, 24 november  Istanbul

‘The Future of the EU after Brexit’ Prof.mr. L.J. Brinkhorst, 26 november  Johannesburg

‘Tipping the Balance towards Stress Resilience’

Prof.dr. E.R. de Kloet, 24 november

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Londen

‘Meijers & Cleveringa, het Nieuw Burgerlijk Wetboek en de wereld’ Prof.dr. H.J. Snijders, 24 november  Luxemburg

‘Vrijheid en verantwoordelijkheid in het financiële recht’ Prof.mr. R.P. Raas, 24 november  Mexico

‘Health care, law and gender: do all patients have equal rights to health care?’

Prof.mr.dr. A.C. Hendriks, 17 november  New York

‘The European Economic Outlook’

Prof.dr. V. Halberstadt, 6 december  Nice

‘Tolerantie, het praesidium libertatis en weerbare democratie’

Prof.dr. P.B. Cliteur, 26 november  Osaka

Software, sterrenhopen, supercomputers

Prof.dr. S.F. Portegies Zwart, eind oktober  Parijs

‘Samen voor optimale zorg: Hoe het placebo effect de gezondheidszorg kan verbeteren’

Prof.dr. A.W.M. Evers, 24 november  Rabat

African Studies Centre

Prof. dr. A.J. Dietz, op of rond 26 november  Rome

‘Wat is de rol van complexe netwerken in onze maatschappij?’ Prof.dr. W.T.F. den Hollander, 25 november  Santiago (Chili)

Pharmacognosy, in particular plant cell biotechnology Prof.dr. R. Verpoorte, op of rond 26 november

Leidraad

49

Singapore

Encyclopedia of Chinese Language and Linguistics Prof.dr. R.P.E. Sybesma, op of rond 26 november  Straatsburg

‘De Tweede Wereldoorlog, het Internationaal Strafhof en het misdrijf agressie – over individuen die het verschil maken en het belang van internationale instellingen’ Prof.dr. N.M. Blokker, 24 november (lezing in het Engels)  Sydney

‘Gaia: one billion stars in three dimensions’

Dr. A.G.A. Brown, 24 november  Tokyo

‘Sustainability goes global’ Prof.dr. A.W. Kleijn, op of rond 26 november  Washington

‘The Psychology of Politics and Elections’ Prof.dr. A.J.W. van der Does, op 31 oktober of 1 november

Meer lezingen

Ook in Beijing, Bratislava, C ­ algary, Curaçao, Israël, Jakarta, M ­ ontréal, Shanghai en Vancouver zullen Cleveringa­lezingen georganiseerd ­worden. Voor meer informatie kunt u op onze website terecht www.LUF.nl/Cleveringa.

Aanmelden en informatie U kunt zich opgeven via de website van het Leids Universiteits Fonds: www.LUF.nl/Cleveringa. Op deze site vindt u ook actuele i­ nformatie over de sprekers, onderwerpen, locaties, kosten en aanvangs­tijden. Indien u niet beschikt over internet kunt u ons ook telefonisch b ­ ereiken met uw vragen en aanmelding: 071 -513 05 03.


50

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

lezen, luisteren, doen

Biografie ­Maduro Vanwege zijn honderdste geboorte­jaar verscheen onlangs een bio­grafie van de Leidse ­alumnus George Maduro, verzetsheld en de naamgever van Madurodam. De A ­ merikaanse ­Kathleen Brandt-­Carey, die in Nederland woont en werkt, schreef het boek, g ­ etiteld Ridder zonder vrees of blaam. De biografie beschrijft de bijzondere levensloop van Maduro, die op 2 ­ 8-jarige leeftijd stierf in concentratie­ kamp Dachau, nadat hij verraden was vanwege zijn rol in het verzet tegen de D ­ uitse bezetter. Zijn familieleden besloten hem te eren en ter nagedachtenis aan hem een miniatuurpark op te richten: Madurodam. In het boek wordt zijn L ­ eidse tijd uitgebreid b ­ eschreven. De vertaling van de E ­ ngelse naar de Nederlandse v ­ ersie is van de hand van C ­ onstanteyn R ­ oelofs, Leids ­alumnus geschiedenis. Ridder zonder vrees of blaam, het leven van George Maduro 1916-1945 is verschenen bij Uit­ ge­verij Spectrum

Boek voor jarig Prenten­ kabinet Tweehonderd jaar is verstreken sinds de ­oprichting van het Leidse Prenten­ kabinet, tegenwoordig een van de omvangrijkste collecties papieren kunst in Nederland. Dit najaar verschijnt het boek For Study and Delight, dat een overzicht geeft van de c ­ ollectie van de zestiende eeuw tot nu. Vanwege de ­publicatie van het boek is in november de tentoonstelling in Ars A ­ emula N ­ aturae. De moderne collecties worden hier in hun samenhang getoond. For Study and Delight. ­Drawings and Prints from Leiden U ­ niversity, ­University Press en Ars Aemula Naturae, Pieterskerkgracht 8, Leiden, 12-27 november, dagelijks van 13.00 tot 17.00 uur

Kruidig college De bekende culinair journalist Onno Kleyn geeft op zondag 27 november om 14.30 uur het Hortus Wintercollege. Hij zal d ­ aarin ­vertellen over specerijen. Als het weer het toelaat, kan het luisterende publiek na afloop nog even met Kleyn door de tuin of de kassen wandelen. Het Hortus Winter­college duurt van 14.30 tot 16.00 uur en kost 1,50 euro plus entree voor de h ­ ortus botanicus. Onno Kleyn schrijft ook speciaal voor de ­hortus botanicus acht originele recepten waarin telkens één specerij centraal staat.


51

NR. 3  2016

Wereldpremière op Leids filmfestival De elfde editie van het Leiden Internationaal Film Festival (LIFF) opent met de wereldpremière van Behind the Telescopes. De film is een samenwerking van harpiste Lavinia Meijer en animatiekunstenaar Aimée de Jongh. De muziek begeleidt het verhaal van het meisje Lyra dat is uitverkoren om

HEERLIJK, DE NIEUWE ­WERELD Kunst, cultuur, filosofie, wetenschap, technologie en storytelling komen samen op Brave New World: een tweedaags evenement op 2 en 3 november in de ­Stadsgehoorzaal voor ­mensen die meer willen weten over wat de toekomst gaat brengen. Het gaat dan niet om de techniek, maar om de maatschappelijke en e ­ thische ­gevolgen ervan. Brave New W ­ orld is een i­nitiatief van onder meer ­Universiteit L ­ eiden en de organisatie van het Leids filmfestival. De deelnemers zullen discussiëren over vragen als ‘Hoe ver willen we gaan in het verbeteren van ons lichaam?’, ‘Kunnen we computers het verschil tussen goed en kwaad leren?’ en ‘Wordt ­privacy een luxeproduct?’ Meer informatie en inschrijven: www.bravenewworld.nl.

een ruimtereis naar Mars te maken. Het LIFF is dit jaar van 28 o ­ ktober tot en met 6 november. Opgericht in 2006 door een aantal ­studenten, is het LIFF een van de belangrijkste festivals in Nederland voor films op het grensvlak van arthouse en mainstream c ­ inema. www.leidenfilmfestival.nl

n w a ter a v d Wi l Maartje van den Heuvel, als curator verbonden aan Universiteit Leiden, is ­gastconservator van de tentoonstelling ‘Wild van Water’ in het Zuiderzee­ museum. De kunst van het genieten in en op het water is diepgeworteld in de N ­ ederlandse cultuur. Zeilers, zwemmers, vissers en schaatsers worden al ­eeuwen vastgelegd door kunstenaars. Het Zuiderzeemuseum toont een selectie van deze nationale ‘waterkunstwerken’. Van den Heuvel selecteerde bijna 150 werken uit museale collecties en van hedendaagse kunstenaars. T/m 6 november, Zuiderzeemuseum Enkhuizen

Alles van Waarde Lodewijk van Oord studeerde Geschiedenis in Leiden en publiceerde eerder dit jaar het boek Alles van Waarde, dat zich grotendeels in de Leidse universitaire wereld afspeelt. De Leidse wetenschapper Wijnand Struif kan – en wil – zich geen andere omgeving ­voorstellen dan zijn kantoorruimte aan de

­ niversiteit Leiden: dit is U zijn werk, zijn thuis, zijn leven. Maar de universiteit is volop in beweging. Oude tradities

­moeten plaatsmaken voor moderne ideeën, verliesgevende instituten worden gesloten, ­kleine opleidingen ­gedwongen te fuseren. Wijnands Instituut voor Numis­ matiek beheert een kostbare verzameling oude munten, die bestuurder Sjuul van Baarlo wil gebruiken om het gat in de begroting te dichten. Alles van waarde is een verhaal over zilver en goud, origineel en kopie, lichaam en geest. Alles van Waarde, Cossee Uitgeverij


De echo van Cleveringa

Het is een belangrijke traditie, die wij Leidenaren in ere houden. Wereldwijd vinden rond 26 november weer vele Cleveringalezingen plaats waarvoor u als alumni van harte bent uitgenodigd.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.