Ntc3 lwb praktisch vbpg

Page 1

Leerwerkboek

Praktijkgerichte richtingen

Johan Verstraete Glenn Van Belleghem CĂŠline Bundervoet Marita Van Auwenis Brigitte Ketels Lieve Knop Annemie Schepens Marian Van den Bunder Greet Verstocken

inclusief

onlinelesmateriaal

3


Aan de slag met Hoe zit een les in elkaar? Dit leerwerkboek bestaat uit acht delen, die je ook terugvindt in de uitgebreide inhoudsopgave op blz. 5-8.

Wil je ook een goed

Vraag 50 figuur slaan? Over figuurgedichten

De leerstof vertrekt telkens van een prikkelende vraag. De ondertitel geeft duidelijkheid over de inhoud van de les. In totaal zijn er 57 vragen. Bij het begin van elke vraag vind je een overzicht van de verschillende lesonderdelen.

In reclame worden we overspoeld met modellen die er buitengewoon goed uitzien. Hun figuur is meer dan perfect. Maar wat als jouw figuur niet in dat plaatje past?

1 Ik wil een goed figuur slaan 2 Figuurgedichten om u tegen te zeggen 3 Creatief figuurdichten

Een icoontje leidt je naar opdrachten waar je de pc voor nodig hebt. Alle nodige informatie vind je op www.knooppunt.net. Af en toe vind je een verwijzing naar het vademecum achteraan in het leerwerkboek. Daar staat belangrijke informatie over spelling gebundeld.

Waar vind je wat je moet kennen en kunnen? Wat je moet studeren, vind je in de groene Vastgeschroefdkaders.

Wat je moet kennen en kunnen, vind je aan het einde van iedere vraag in een blauw kader.

Een groep mensen waarvoor je radio- of televisieprogramma’s maakt, een tekst schrijft, campagnes opstelt, reclame maakt … noem je het doelpubliek of de ontvangers.

Wat moet je kennen? Je kent het begrip titel. Je kent het begrip tussentitel.

Wat moet je kunnen? Je kunt een treffende titel schrijven. Je kunt een beknopte titel juist formuleren. Je kunt de juiste tussentitel kiezen. Je kunt een treffende tussentitel bedenken voor een alinea.


Talloze tips helpen je onderweg. Bij twijfel raadpleeg je het Groene Boekje.

tip

In de woordverklaring onderaan de bladzijde vind je uitleg bij moeilijke woorden.

Woordverklaring doorzien, begrijpen doorgronden = volledig

Waar ben je mee bezig? Volg de verschillende stappen en word een expert op het vlak van zakelijk lezen, luisteren en kijken, spreken en schrijven! Je leert elke vaardigheid stapsgewijs aan. Houd daarbij deze icoontjes goed in de gaten. Ze geven aan welke vaardigheid je aanleert en welke stap je zet.

schrijven

zakelijk lezen

luisteren en kijken

spreken

Wat moet je weten over spreek- en schrijfopdrachten? Bij elke schrijf- en spreekopdracht ga je aan de hand van de OVUR-strategie gestructureerd te werk. Erna vind je telkens een vorderingsfiche. Die helpt je om je persoonlijke evolutie te volgen en je werkpunten te noteren. 106 Vorderingsfiche

Deel 2

Noteer hier je eigen vorderingen. Je wordt beoordeeld op stap 1, stap 2 en je reflectievaardigheid.

Stap 1: Afstemmen op doel

/10

Beginner

Gevorderde

De leerling geeft weinig informatie. Het doel van de videoclip is bovendien helemaal niet duidelijk.

De leerling geeft voldoende informatie, maar het doel van de videoclip is niet duidelijk. Het doel van de videoclip is duidelijk, maar de leerling geeft onvoldoende informatie.

0

1

2

3

4

5

Stap 2: Non-verbale communicatie

De leerling kijkt nauwelijks of niet in de camera. kijkt zijn partner(s) nauwelijks of niet aan. Mimiek straalt te weinig enthousiasme uit.

Lichaamshouding /10 Reflectie

/5

De leerling beweegt amper en is heel zenuwachtig. De lichaamstaal van de leerling is niet afgestemd op de situatie. 0

1

2

3

4

5

H et lukt de leerling niet om kritisch over zichzelf na te denken. De informatie die de leerling opzocht, is niet betrouwbaar. De leerling haalde zijn informatie uit één bron. 0

1

6

7

8

De leerling kijkt af en toe in de camera. kijkt zijn partner(s) geregeld aan. straalt voldoende enthousiasme uit. De leerling beweegt voldoende en probeert zijn zenuwen te verbergen, maar valt af en toe nog eens door de mand, bijvoorbeeld door een kleine tic. D e lichaamstaal van de leerling is voldoende afgestemd op de situatie. 6

7

8

D e leerling kan zichzelf op bepaalde punten kritisch beoordelen, maar heeft het met enkele items toch nog moeilijk. De informatie die de leerling opzocht, is over het algemeen betrouwbaar. D e leerling haalde zijn informatie uit meer dan één bron.

2

3

Expert De leerling geeft veel informatie. Bovendien is het doel van de videoclip overduidelijk. 9

10

De leerling kijkt voortdurend in de camera. kijkt zijn partner(s) aan. straalt veel enthousiasme en zelfvertrouwen uit. De leerling beweegt vlot en komt heel natuurlijk over. De lichaamstaal van de leerling is volledig afgestemd op de situatie 9

10

D e leerling slaagt erin zichzelf kritisch te beoordelen. De informatie die de leerling opzocht, is volledig betrouwbaar. De leerling haalde zijn informatie uit verschillende bronnen. 4

5

Attitude Je bent een beginner. Je hebt nog een aantal werkpunten:

Je bent goed op weg. Dit heb je erg goed gedaan:

TOTAAL /25

Misschien kun je de volgende keer op dit werkpunt letten:

Knappe prestatie: je bent een expert.


Voorbij de vragen … Op het einde van elk deel krijg je een overzicht van de schooltaalwoorden die je pad kruisten in de Woordencocktail. Moeilijke woorden met een speciale schrijfwijze krijgen aandacht in Buitenspel.

Woordencocktail 1 Woorden heb je dagelijks nodig. Om een gesprek te kunnen aanknopen, om iets te begrijpen … Zonder woorden ben je niks. In de eerste lessen heb je al heel wat nieuwe woorden gezien. Hier herhalen we ze nog eens.

1 2 3 4

Computertermen Werkwoorden (Her)Ken je deze woorden nog? Creatief

Buitenspel 1

In deze les oefen je dertig woorden die voorkwamen in deel 1. Het zijn woorden die zichzelf buitenspel zetten omdat ze zich niet schikken naar de regels. Die spelbrekers kunnen dus voor problemen zorgen!

Hoe test je jezelf? Zelftoets 1

Na elk deel maak je een zelftoets. Je test wat je al kent en kunt. Met een verbetersleutel verbeter je jezelf. Bij het onlinelesmateriaal vind je een uitgebreidere versie van de toets.

Wat heb ik geleerd en wat weet ik daar nog van? Werk samen met een partner. Maak elke opdracht eerst afzonderlijk. Vergelijk daarna jullie oplossingen en bespreek de verschillen. Als je twijfelt, kun je je leraar om hulp vragen.

Zakelijk lezen – Literatuur – Poëzie 1

Wat is het tekstdoel in de volgende teksttypes? a een artikel in een tijdschrift met als titel Het regenwoud moet blijven

b een strip waarin aan mensen in India het belang van gekookt water wordt uitgelegd

Als je dit logo ziet, werk je per twee. Bij dit logo ga je in groep aan de slag.

/10


Deel 1 Blz.

Vraag

Taalonderdeel

Wat leer je? Wat oefen je?

9

1

Wat neem je mee op reis? Een kennismakingsles

Schrijven Spreken

Kennismakingsles

12

2

Kies jij soms ook de verkeerde schoenen? Over tekstsoorten, teksttypes en tekstdoelen

Luisteren en kijken

STAP 1 Luisteren en kijken – tekstsoorten/teksttypes/tekstdoelen bepalen STAP 1 Zakelijk lezen – tekstsoorten/teksttypes/tekstdoelen bepalen

Zakelijk lezen

21

3

Hoe gebruik je een kompas? Over hoe je een spreekdoel vooraf bepaalt

Spreken

STAP 1 Spreken – spreekdoel bepalen

26

4

Mag ik even wegdromen in boekenland? Over verhaalsoorten

Literatuur

Herkennen van verhaalsoorten, genres

33

5

Moeder, waarom lez(v)en wij? Enquête over leesgedrag

Literatuur

Aanzet tot portfolio

35

6

Wat is er mis met sitroen? Over het belang van een correcte spelling

Taalbeschouwing: spelling

Waarom moet je correct schrijven? Manieren om zonder fouten te schrijven

44

7

Hoe is het gesteld met je spelling? Even testen

Taalbeschouwing: spelling

Diagnostisch dictee Remediëringsoefeningen

50

8

Wil je zwemmen tussen haaien of vliegen naar de regenboog? Informatie verzamelen voor een schrijfopdracht

Schrijven

STAP 1 Schrijven – afstemmen op doel – info verzamelen

53

9

Minuscuul ... moet ik dan op de weegschaal gaan staan? Over hoe je woordbetekenissen kunt achterhalen

Taalbeschouwing: woordenschat

Woordbetekenissen achterhalen

59

10 Wat is de zin hiervan? (1) Kijken hoe een zin in mekaar zit

Taalbeschouwing: grammatica

Herhaling zinsleer (1)

68

11 Waarom blijven sommige sporen spoorloos? Over fictie/non-fictie, literair/zakelijk taalgebruik

Taalbeschouwing: taalgebruik

Zakelijk en literair taalgebruik

74

12 Mag ik eens kijken in je toverhoed, vriend van de poëzie? Over algemene kenmerken van poëzie

Poëzie

Algemene kenmerken van poëzie

81

Buitenspel 1

84

Woordencocktail 1

88

Zelftoets 1

moeilijke woorden uit deel 1 inoefenen gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel 1

Deel 2 Blz. 95

Vraag 13 Zie je wat ik voel? Over lichaamstaal

Taalonderdeel Luisteren en kijken Spreken

Wat leer je? Wat oefen je? STAP 2 Luisteren en kijken – non-verbale communicatie leren inschatten STAP 2 Spreken – non-verbale communicatie leren inschatten

105

14 Moet je dat nu echt allemaal lezen? Over leesstrategieën

Zakelijk lezen

STAP 2 Zakelijk lezen – leesstrategieën

114

15 Joew, hey, hallo of goedemorgen? Over je tekst afstemmen op de situatie/context

Schrijven

STAP 2 Schrijven – tekst afstemmen op situatie/context

120

16 Is dit van kapitaal belang? Over het correcte gebruik van hoofdletters

Taalbeschouwing: spelling

Gebruik van hoofdletters

123

17 Zijn ufo’s feit of fictie? Over thema’s, fictie en non-fictie

Literatuur

Thema, fictie en non-fictie

129

18 Waarom dekt de vlag niet altijd de lading? Over titels, covers en achterplatteksten

Literatuur

Titels, covers en achterplatteksten


132

19 Wat is de zin hiervan? (2) Kijken hoe een zin in elkaar zit

140

Woordencocktail 2

142

Zelftoets 2

Taalbeschouwing: grammatica

Herhaling zinsleer (2)

gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel 2

Deel 3 Blz.

Vraag

Taalonderdeel

Wat leer je? Wat oefen je?

150

20 Heb je een luisterend oog? Over kijk- en luisterstrategieën

Luisteren en kijken

STAP 3 Luisteren en kijken – kijk- en luisterstrategieën

156

21 Mag je zomaar met de deur in huis vallen? Over de IMS-tekststructuur

Zakelijk lezen

STAP 3 Zakelijk lezen – globale structuur van een tekst: inleiding - midden - slot

162

22 Staat mijn kop je wel aan? Over titels en tussentitels schrijven

Schrijven

STAP 3 Schrijven – titel en tussentitel bij informatieve teksten

168

23 Is een dt-foudt erg? Over de spelling van de werkwoordsvormen in de tegenwoordige en de verleden tijd

Taalbeschouwing: spelling

Ott en ovt

175

24 Met wie wil je een date? Over personages/types/stereotypes

Literatuur Taalbeschouwing: woordenschat

Personages Stereotypen

186

25 Zet je er graag een punt achter? Over mededelende, vragende, uitroepende en gebiedende zinnen en de eindleestekens

Taalbeschouwing: grammatica Spelling

Soorten zinnen Eindleestekens

190

26 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land? Over beeldspraak

Poëzie Taalbeschouwing: woordenschat

Beeldspraak

195

Buitenspel 2

199

Woordencocktail 3

204

Zelftoets 3

moeilijke woorden uit deel 2 en 3 inoefenen gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel 3

Deel 4 Blz.

Vraag

Taalonderdeel

210

27 Valt je kaartenhuis in duigen? Over de opbouw van alinea’s

Schrijven

STAP 4 Schrijven – midden + opbouw alinea

217

28 Kun jij een geknipt patroon maken? Over tekststructuren van een zakelijke tekst

Luisteren en kijken

STAP 4 Luisteren en kijken – tekststructuren van een zakelijke tekst STAP 4 Zakelijk lezen – tekststructuren van een zakelijke tekst

Zakelijk lezen

Wat leer je? Wat oefen je?

225

29 Heb jij boten in je lijf? Over klinkers, tweeklanken en medeklinkers

Taalbeschouwing: spelling

Klinkers, medeklinkers, tweeklanken

235

30 Waar spreken we af? Over ruimte in verhalen

Literatuur

Ruimte in een verhaal

241

31 Ben je een nieuwsgierig aagje of weet je gewoon graag veel? Over de bijwoordelijke bepalingen

Taalbeschouwing: grammatica

De bwb

245

32 Wie springt uit een vliegmachien om jou te zien? Over rijm

Poëzie

Rijmen: eindrijm, assonantie, alliteratie

249

Woordencocktail 4

252

Zelftoets 4

gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel 4


Deel 5 Blz. 257

Vraag

Taalonderdeel

33 Hoe pimp je je spreekbeurt? Over afstemmen op situatie, context en doelpubliek

Luisteren en kijken Spreken

Wat leer je? Wat oefen je? STAP 5 Luisteren en kijken – bepalen van het doelpubliek STAP 3 Spreken – afstemmen op situatie, context en doelpubliek + herformuleren

263

34 Is je relatie van lange duur? Over tijd in verhalen

Literatuur

Tijd: flashback, flashforward, verteltijd, vertelde tijd, verteltempo, tijdsprong

268

35 Hoe voltooid is voltooid? Over de spelling van het voltooid deelwoord

Taalbeschouwing: spelling

Voltooid deelwoord

272

36 Moeten woorden namen hebben? Over de woordsoorten

Taalbeschouwing: grammatica

Woordsoorten: zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord, lidwoord, telwoord, werkwoord, voorzetsel, voegwoord

279

37 Iedere vogel zingt zoals die gebekt is ... Genieten van gedichten

Poëzie

Zelf een gedicht schrijven

283

Buitenspel 3

288

Woordencocktail 5

292

Zelftoets 5

moeilijke woorden uit deel 4 en 5 inoefenen gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel 5

Deel 6 Blz.

Vraag

Taalonderdeel

Wat leer je? Wat oefen je?

295

38 Ben jij een kitesurfexpert? Over hoofdlijnen naar voren brengen

Spreken

STAP 4 Spreken – hoofdlijnen naar voren brengen

301

39 Doe jij ook wel eens aan hersengymnastiek? Over schematiseren

Luisteren en kijken

STAP 6 Luisteren en kijken – schematiseren STAP 5 Zakelijk lezen – schematiseren STAP 5 Schrijven – schema’s maken

Zakelijk lezen Schrijven 307

40 Wie heeft het hier voor het zeggen: ik of hij? Over vertelstandpunt

Literatuur

Vertelperspectief: alwetende en personele hij, vertellende en belevende ik, wisselende verteller

317

41 Heb jij die hottentottententententoonstelling al gecheckt? Over woordvorming

Taalbeschouwing: woordenschat

Woordvorming: samenstellingen, afleidingen, leenwoorden

325

42 Let jij op de kleintjes? Over de spelling van de verkleinwoorden

Taalbeschouwing: spelling

Zelfstandig naamwoord: het verkleinwoord

330

43 Moeten woorden nog meer namen hebben? Over voornaamwoorden

Taalbeschouwing: grammatica

Woordsoorten: persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend, vragend, wederkerend voornaamwoord

338

Woordencocktail 6

341

Zelftoets 6

gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel 6


Deel 7 Blz. 349

Vraag

Taalonderdeel

44 Heb jij een bindmiddel voor die saus? Over bindwoorden

Luisteren en kijken Spreken Schrijven

356

45 Waar is dat feestje? Over instructies

Luisteren en kijken

Wat leer je? Wat oefen je? STAP 7 Luisteren en kijken – structuur door bindwoorden STAP 5 Spreken – structuur door bindwoorden STAP 6 Schrijven – samenhang tussen de alinea’s

Schrijven

STAP 8 Luisteren en kijken Instructies Instructies

360

46 Blijf jij ook liever single? Over enkelvoudige en samengestelde zinnen, nevenschikking en onderschikking

Taalbeschouwing: grammatica

Enkelvoudige en samengestelde zinnen en verbinden van zinnen

364

47 Ben jij een tekentalent? Over het gebruik van hulptekens: trema, apostrof en koppelteken

Taalbeschouwing: spelling

Hulptekens

374

48 Is er nog vuurwerk of is de vlam al gedoofd? Over spanning in verhalen

Literatuur

Verhaallijn en spanningsopbouw

388

49 Geef je er graag een kleurtje aan? Over bijwoorden

Taalbeschouwing: grammatica

Woordsoorten: het bijwoord

391

50 Wil je een goed figuur slaan? Over figuurgedichten

Poëzie

Figuurgedichten

395

Buitenspel 4

397

Woordencocktail 7

400

Zelftoets 7

moeilijke woorden uit deel 6 en 7 inoefenen gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel 7

Deel 8 Blz. 404

Vraag 51 Mag ik beginnen? Over het begin en het einde van een spreekoefening

Taalonderdeel Spreken

Schrijven

Wat leer je? Wat oefen je? STAP 6 Spreken – begin en einde van een spreekopdracht STAP 7 Schrijven – begin en einde van een verhaal

412

52 Spring jij soms van de hak op de tak? Over samenhang bij spreken

Spreken

STAP 7 Spreken – samenhang

416

53 Moet ik er een tekeningetje bij maken? Over visuele hulp/info gebruiken

Luisteren en kijken

Visuele hulp/info gebruiken

419

54 Wie wil Nijntje kussen voor 5 euro? Over het al dan niet aaneenschrijven van woorden

Taalbeschouwing: spelling

Aaaneenschrijven van woorden

429

55 Krijg jij daar kop noch staart aan? Over het begin en einde van een zakelijke tekst

Schrijven

STAP 8 Schrijven – begin en einde van een zakelijke tekst

438

56 Wie zegt dat ik gezegd heb dat jij dat gezegd hebt? Over directe en indirecte rede

Taalbeschouwing: grammatica

Directe en indirecte rede

443

57 Vergis ik me of is dit nu wiskunde? Over grafieken interpreteren

Zakelijk lezen

STAP 6 Zakelijk lezen – grafieken interpreteren

448

Buitenspel 5

452

Woordencocktail 8

454

Zelftoets 8

457

Vademecum spelling

moeilijke woorden uit deel 8 inoefenen gevarieerde woordenschatoefeningen met woorden uit deel 8


Vraag 22

Staat mijn kop je wel aan?

Over titels en tussentitels schrijven

Je hebt het zeker ook al eens meegemaakt: de kaft van een tijdschrift meldt een veelbelovend artikel. Nieuwsgierig spreek je je zakgeld aan en koop je het tijdschrift. Maar wat blijkt achteraf? De vlag dekte de lading niet. De titel op de kaft verwijst naar een klein artikel zonder nieuwswaarde. Over tijdschriften en titels gesproken …

1 2 3 4 5

Welk tijdschrift geeft antwoord op je vragen? De meest passende titel kiezen Tussentitels bij de vleet Dekt de vlag de lading? Op zoek naar een treffende titel

1 Welk tijdschrift geeft antwoord op je vragen? 1

Waarop baseer je je als je in de krantenwinkel op zoek gaat naar het tijdschrift dat je het meeste aanspreekt?

2

Stel dat je twee verschillende artikels vindt over het gezochte onderwerp. Hoe maak je dan je keuze?

tip

Om een tijdschrift aantrekkelijk te maken is het belangrijk om goede titels en tussentitels te formuleren.

2 De meest passende titel kiezen Opdracht 1

Lees de tekst en kies de gepaste titel.

Een rustig ontbijt zit er voor heel wat gezinnen niet meer in. Tweederde verkeert tijdens de ochtend in tijdsnood. Te laat opstaan of treuzelende kinderen vormen de oorzaak. In opdracht van een fabrikant van ontbijtgranen werden 790 Nederlandse gezinnen met jonge kinderen over hun ontbijtgewoonten ondervraagd. Vooral bij gezinnen met jonge kinderen tot en met 12 jaar is er ‘s ochtends tijdgebrek. Rustig ontbijten is er niet meer bij, een haastige snack in de mond lijkt schering en inslag. 85 procent maakt het ontbijt in minder dan tien minuten klaar, één op twee eet de belangrijkste maaltijd in negen minuten of minder.

Woordverklaring

162

Deel 3

nartikel, een kop = titel van een krante van mensen en el sde aam lich hoofd is een n) rde sommige dieren (bv. paa


Favoriete bezigheden Het ontbijt wordt door zowel ouders als kinderen als één van de favoriete bezigheden aangestipt. 60 procent van de ondervraagden zou het het liefst gezamenlijk doen, terwijl dat uiteindelijk slechts bij 14 procent van de ondervraagden daadwerkelijk lukt. Goed nieuws is wel dat, ondanks de weinige tijd, het ochtendmaal zelden of nooit overgeslagen wordt. Acht op de tien gezinnen ontbijt elke dag. Al is dat geen rustig gegeven. Samen met het ontbijt wordt er gelezen, tv gekeken of wordt de brooddoos gevuld voor de anderen. (lvl) Naar: www.goedgevoel.be

Kies uit: a b c d

Gezin te weinig tijd voor rustig ontbijt Te laat opstaan of treuzelende kinderen Gezamenlijk ontbijt Ontbijtgewoonten

Een 16-jarige Engelsman uit Londen heeft een record beet: hij is de jongste persoon aller tijden die de hoogste berg op alle zeven de continenten heeft weten te bedwingen. George Atkinson begon op 11-jarige leeftijd al aan zijn uitdaging. In 2005 beklom hij in Tanzania de Kilimanjaro. In 2007 volgde de Elbrus (in Rusland) en in 2008 beklom hij de Carstensz Piramide (in Indonesië) en de Aconcagua (gelegen in Argentinië). Daarna volgden Mount McKinley (VS) en Mount Vinson (op Antarctica) nog. Afgelopen dinsdag voltooide hij zijn werk door de top van de Mount Everest, de hoogste berg ter wereld, te bereiken. Atkinson onttroont Johnny Collinson, een Amerikaan die ‘pas’ op zijn zeventiende de zeven wereldtoppen bedwong. Veel scheelde het echter niet: Atkinson vestigde zijn record op de leeftijd van 16 jaar en 362 dagen. Zondag wordt hij 17.

Naar: www.zita.be

Kies uit: a Een record voor de Londener b 16-jarige is jongste die de zeven wereldtoppen beklimt c Op de top van Mount Everest

Opdracht 2

De titel van een informatieve tekst vat treffend de inhoud van het artikel samen en zet (meestal) aan tot lezen.

Omcirkel bij welke tekst deze titel past: Trekken met rugzak en rimpels. 1/2/3/4 1 Of het nu gaat om een sjaal breien of een cd branden, we doen het graag zelf. We klagen over te weinig tijd, en toch willen we dingen zelf doen. Zelf klussen in huis of zelf borduren kan ook al die tijdsdruk en stress tegengaan. Van een kluwen wol een mooi gebreide sjaal maken, wat is dat anders dan chaos tot orde scheppen? Zelf koekjes bakken of zelf schilderen kan ook een vorm van bezigheidstherapie zijn: je bespaart geld, je doet iets nuttigs, en het is ook nog ontspannend.

Woordverklaring stoten onttronen = van de troon

Vraag 22 - Staat mijn kop je wel aan?

163


2 Het is begonnen met de digitale thermometer, maar daar zal het niet mee stoppen. Nu is er ook een bloeddrukmeter voor thuisgebruik, je kunt je stappen tellen met een toestelletje en er is zelfs een reanimatietoestel dat je voor noodgevallen thuis kunt aanschaffen, zodat je zelf de eerste elektroshocks kunt toedienen. Selfmedication, of zelf doktertje spelen, zal een trend zijn die niet snel weggaat: de drijvende kracht erachter is namelijk de vergrijzing. Mensen die een dagje ouder zijn, willen graag weten hoe het met hun gezondheid gesteld is, zonder dat ze daar elke keer voor naar de dokter moeten gaan. 3 De oudste man die de top van de Mount Everest beklom was zestig, maar nu krijgt hij concurrentie. De 85-jarige Mary Woodbridge wil dit voorjaar in Nepal de Mount Everest op. Ze is geen uitzondering. ‘Het aantal actieve vijftigplussers die met de rugzak willen rondtrekken, neemt toe. Daarom hebben wij vanaf dit jaar een avontuurlijke reisformule voor hen ontwikkeld: Kaap 46’, zegt Annick Holvoet van Joker Reizen. 4 Na programma’s over plastische chirurgie om jezelf te veranderen, komen er nu innerlijke operaties aan. Selfness, zo noemen we het verlangen om een make-over van je manier van leven en denken te doen. Mensen willen graag hun leven veranderen. Dat zijn vaak intensieve, soms pijnlijke processen, maar het levert wel boeiende tv op. De Believers op Eén, waarbij gedetineerden met drugsproblemen gevolgd worden, is daar een goed voorbeeld van. Maar je hebt ook De afvallers of Supernanny, waarbij je kunt zien hoe mensen of gezinnen hun manier van leven veranderen. Wie aan zichzelf wil werken en zijn leven veranderen, is dit jaar niet alleen. Mental coaches en mental make-overs zijn in. Veel sportpersoonlijkheden, zoals Clijsters of Henin, schrikken er vandaag ook niet voor terug om over hun mental coaches te praten. Een mental coach is iemand die erin slaagt om het beste uit jezelf te halen. Dat is wat mensen willen.

3 Tussentitels bij de vleet Opdracht 3

Lees de tussentitels. Zet ze boven de passende alinea in de tekst. a b c d e

Ambassadeur van Vlaanderen Lekker Land Verhalen van de hopplukkers Hopscheuten plukken Inkrimping van de hopvelden Opkikkeren met een Hommeldruppel

Proeven van lekker Vlaanderen in Poperinge Tafelen in Vlaanderen koos uit 25 laureaten vijf ambassadeurs van Vlaanderen Lekker Land. Via die smakelijke bestemmingen speelt Vlaanderen Lekker Land zijn culinaire troeven uit. Reisreporter Sofie beleefde de hopcultuur in Poperinge op het veld, in het museum en in het glas!

Poperinge is al jarenlang de absolute hopmetropool. De sympathieke West-Vlaamse stad zit barstensvol tradities en cultuur rond de edele hopplant. Nauwelijks 55 jaar geleden streken elk najaar ongeveer 8 000 plukkers neer in Poperinge. Zo startte het schooljaar in Poperinge toen twee weken later, zodat de kinderen konden helpen met de ‘hoppepluk’. Dat behoort allemaal tot het verleden, maar de hop staat in Poperinge nog steeds centraal. We gaan op tocht in het spoor van de beroemde plant.

Woordverklaring

164

Deel 3

oordiger ambassadeur = vertegenw


We merken dat er niet zoveel hopvelden meer te vinden zijn in Poperinge. Wereldwijd wordt ongeveer 50 000 hectare hop geteeld, waarvan 200 in het Poperingse. Ondanks een sterke inkrimping van de totale oppervlakte wordt de wereldmarkt gekenmerkt door een overaanbod. Daardoor produceren de hopboeren al jaren onder de kostprijs. De brouwerijen willen geen langetermijncontracten meer afsluiten, omdat ze goedkoper kunnen kopen op de vrije markt. Zo blijven er nu nog 27 hopbedrijven over in Poperinge.

Hopboeren worden dan maar creatief met hop! In ’t Hoppecruyt, leiden Wout en Benedikte ons naar hun hopvelden, waar ze hop telen zowel voor de hoppebellen als voor de hopscheuten. In het hopscheutenseizoen (maart tot begin april) kun je tijdens een bezoek vers geplukte hopscheuten proeven in het hopveld. En dat plukken is niet zo eenvoudig als het lijkt! Zo is er slechts een klein deeltje van de wortel geschikt om te eten. De kunst zit er hem in om net niet te weinig af te snijden.

Naast de hopscheuten verwerken Benedikte en Wout de hoppebellen in hun lekkere hopijs. Ideaal voor de kinderen, maar aan de ouders werd ook gedacht! Ze bieden namelijk een delicieuze hopjenever, genaamd de Hommeldruppel, aan. De verse hop brengen ze naar stokerij De Jans, die ze gebruikt om de Hommeldruppel te creëren. Terwijl Benedikte ons een proevertje uitschenkt, vertelt ze hoe de hop familie is van de cannabisplant. Geen wonder dat we er zo rustig van worden!

Meer leren over de geschiedenis van de hoppestreek doen we in het Hopmuseum. De Zakker, de Neus en andere kleurrijke personages leiden de bezoekers rond. Het leukste zijn de verhalen over de mensen die meer dan zeven eeuwen hun brood verdienden met hop. Even zit ik neer op een stoel achter een hoppestruik en pluk ik mee met al de figuren op de zwart-wit foto’s. Ze zijn de stille getuigen van ons hopverleden. Naar: www.zita.be

Tussentitels helpen om uit elke alinea het centrale idee te distilleren. Gebruik bij voorkeur korte tussentitels. Die maken het oriënterend lezen van een informatieve tekst makkelijker.

4 Dekt de vlag de lading? Opdracht 4

Bekijk aandachtig het fragment uit het Journaal op Eén en let op grappige titels. Waarover gaat het bij deze grappige of dubbelzinnige titels? Maak de krantenkoppen ondubbelzinnig. a Warme bakker koud gemaakt!

Woordverklaring ing inkrimping = verminder produceren = maken delicieus = heerlijk

Vraag 22 - Staat mijn kop je wel aan?

165


b Afgemaakte hond krijgt staartje

c Wasmachine rukt arm jongetje af

d Aantal deelnemers wandelvierdaagse loopt achteruit

e Agent schiet man met nepgeweer dood

f Dinosauruseieren onder de hamer

g Ongewild urineverlies in apotheek

h Gevangenis van Brugge na drie jaar helemaal open

i Antwerpse middenstanders slikken hondenpoep niet meer

j Mannelijke zaad holt achteruit

k Drie doden in Rotterdam door messteken om leven gebracht

Soms moet je woorden weglaten om de titel kort te houden. Zorg er wel voor dat je titel dan nog duidelijk en ondubbelzinnig blijft.

Opdracht 5 Verduidelijk de inhoud van een titel in enkele zinnen. Schrijf een korte informatieve tekst over ĂŠĂŠn van de gecorrigeerde titels uit opdracht 4.

166

Deel 3


5 Op zoek naar een treffende titel Opdracht 6

Bekijk het fragment uit Alles kan beter. Noteer de titels die ze daar verzinnen. Zoek voor elk artikel een korte titel die de inhoud treffend weergeeft. Lees daarvoor het artikel of de lead en onderstreep de kernwoorden.

Kinderen in koudere en nattere steden hebben vaker last van astma omdat er op die plaatsen minder zonlicht is. Dat beweren Spaanse onderzoekers. De mens krijgt zijn noodzakelijke vitamine D-inname vooral door de zon. Vitamine D heeft een invloed op de hoeveelheid antilichamen en eosinofielen, een bepaald type witte bloedcellen. Beide spelen een rol bij zowel allergieën als astma. Een op drie kinderen met astma heeft te lage vitamine D-waarden. De onderzoekers van verschillende Spaanse organisaties en universiteiten bestudeerden 45 000 kinderen en tieners van negen verschillende Spaanse steden. Daar kwam uit voort dat het klimaat, en daarvan vooral de hoeveelheid zonnestralen, de geografische verspreiding van astma kan verklaren. De studieresultaten tonen dat astma in Spanje vaker voorkomt op nattere plekken met minder zon. In noordelijke landen wordt aangeraden een halfuur per dag in de zon door te brengen, om voldoende vitamine D op te nemen. Te lang in de zon of zonnebaden in het midden van de dag is ook niet goed, want dat kan huidkanker veroorzaken. In die landen die hoger liggen dan 40° noorderbreedte is er tijdens de wintermaanden niet genoeg zon om aan de dagelijkse dosis te komen. Mensen zouden tijdens die maanden supplementen moeten nemen, om het risico te verlagen. (as) Naar: www.eosmagazine.eu

Het juiste paar schoenen onder een outfit is van primair belang voor vrouwen. Met de opgang van de ecologische schoen heb je weer een extra reden om een shopnamiddag te houden. Het milieuvriendelijke aanbod reikt bovendien veel verder dan een stel rieten sloffen. Vooral sneakers en sandalen doen het goed in de milieubewuste fashionwereld. Heel wat merken werken met natuurlijke materialen zoals hennep, zijde, wol, plastic, gerecycleerde autobanden en zelfs kokosnoot. Milieubewuste fashionista’s kunnen behalve sportschoenen ook elegante en milieuvriendelijk hiellaarsjes aanschaffen. De Braziliaanse schoenenfabrikant Melissa is onlangs mee op de ecologische kar gesprongen. Melissa werkt onder meer samen met topontwerpers Jean Paul Gaultier en Vivienne Westwood en lanceerde onlangs botjes die honderd procent recycleerbaar zijn. Het Franse merk FAGUO gaat nog een stapje verder. Bij elk paar sneakers dat ze verkopen, planten ze een boom. Uit: www.zita.be

Wat moet je kennen? Je kent het begrip titel. Je kent het begrip tussentitel.

Wat moet je kunnen? Je kunt een passende titel schrijven. Je kunt een treffende tussentitel voor een alinea kiezen. Je kunt de inhoud van een tekst deels achterhalen met behulp van de tussentitels. Je kunt de inhoud van een titel verduidelijken in enkele zinnen.

Woordverklaring at belangrijkste informatie bev lead = de inleiding die de ats primair = op de eerste pla lijk nde vrie ieu mil ecologisch = de laatste mode volgt kt stri die uw vro = ta nis fashio

Vraag 22 - Staat mijn kop je wel aan?

167


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.