CHOPIN. Enkele opmerkingen over het boek Preludes van Peer Hultberg, over Chopin als kind.

Page 1

CHOPIN Enkele opmerkingen over het boek Preludes van Peer Hultberg, over Chopin als kind.

Het is heel boeiend om te lezen over de kinderjaren van “Fryc”, de “Mozart van Warschau”, met die raak getroffen typeringen van de normen en waarden van het gezin waarin hij opgroeide, en de piano die hem steeds meer fascineert. Wat gaat er om in het hoofd van een wonderkind, en hoe gaat dat onvermijdelijk botsen met de gewoontes van de gegoede Poolse burgerij in het begin van de 19e eeuw? De flarden van gesprekken en gedachten die elkaar in een beknopt en snel tempo opvolgen in het boek lijken te zijn opgevangen luisterend van achter een deur. Want vooral in die tijd bleven veel gesprekken en gedachten binnenskamers. Normen die we nu als beknellend en bekrompen ervaren, maar wellicht wordt er veel later ook wel heel anders geoordeeld over de tijd waarin we nu leven, het begin van de 21e eeuw. In ieder geval prikkelt het lezen van die in het begin willekeurig lijkende flarden de fantasie van de lezer. Je gaat je langzamerhand een beeld vormen hoe Chopin opgroeide. Of alles conform de realiteit is moeten we maar van Hultberg aannemen. Gelukkig zien de ouders van Fryc wel in dat een klein kind ook gewoon moet kunnen spelen, bijvoorbeeld met zijn zusjes, maar het wordt Fryc toch al wel vroeg ingeprent dat hij zich netjes en fatsoenlijk moet gedragen, dat hij verstandig moet zijn, en dat hij moet oppassen voor gevaren. Al in een vroeg stadium worden angsten van volwassenen gedeeld met de kleine Fryc, die zelf ook bang gaat worden voor bijvoorbeeld de boze zwarte man (de dood) en zweepslagen, hoewel de ouders van Fryc en met name zijn vader duidelijk tegen het slaan van de kinderen waren. Later in het boek wordt herhaaldelijk de angst van de vader beschreven om per abuis levend begraven te worden. Fryc krijgt te verstaan dat hij als enige zoon verantwoordelijk moet zijn dat zoiets nooit, maar dan ook nooit zal gebeuren! Vanaf het begin doet Fryc dan ook zijn best om aan de verwachtingen van zijn ouders en van de meid en de pianoleraar te voldoen. Al in zijn eerste jaren gaat de muziek en de piano een grote rol spelen, en vraagt Fryc bijvoorbeeld telkens weer aan zijn moeder of ze nog een liedje weet. Eerst is dat natuurlijk heel leuk, maar daarna raakt moeder geïrriteerd want ze weet echt geen nieuw liedje meer. Fryc gaat dan ook al gauw zijn eigen melodietjes op de piano spelen, en kort daarna ontstaat zelfs al zijn eerste mazurka , en mag hij van zijn trotse ouders voor anderen, bijvoorbeeld de gravin, zijn kunstjes vertonen. Een hoog schattigheidsgehalte noemen we dat nu. Maar ja, het moet ook weer niet te ver gaan, want van muziek kan je niet leven, en leren voor een goed beroep blijft essentieel. Moeder vindt dat het urenlange pianospelen het gezin soms tiranniseert. Ook moet de muziek niet al te ingewikkeld worden. Mazurka’s en walsen zijn harmonieus en geliefd, maar een ingewikkelde fuga met Bach als groot voorbeeld is meer iets voor de echte kenners en is geen mee-deiner voor het grote publiek. Saint Saëns heeft voor de grap het Carnaval des Animaux gecomponeerd maar deze compositie zoveel mogelijk achtergehouden omdat hij het stuk eigenlijk minderwaardig vond. De componist wil verder, voorbij de populaire wijsjes, maar


wordt niet altijd gewaardeerd. Fryc vindt dat het nu maar eens uit moet zijn met die polonaises en mazurka’s waarop Basca de meid kan zingen en de meisjes kunnen dansen. Fryc heeft als achtjarige een driestemmige fuga gecomponeerd en speelt hem telkens weer om hem te controleren op fouten (er mogen geen parallelle kwinten en octaven in zitten) totdat zijn moeder genoeg krijgt van deze afschuwelijke kattenmuziek en Fryc de partituur verscheurt. Opmerkelijk dat een achtjarige zijn best doet om precies volgens de protocollen van Bach en meneer Żywny, zijn leraar, een dergelijke compositie systematisch in elkaar te zetten. Dit heeft ook vast te maken met het belang van normen en waarden, ook in de muziek, dat hem vanaf het begin goed ingeprent is. Ook hier komt weer de voorkeur van veel bekende componisten voor een bepaalde toonaard naar voren. Bach hield van b-klein, Messiaen hield veel van E-groot met zijn hemelse kracht, en Fryc is van gklein gaan houden. Bach componeerde het Wohltemperiertes Klavier met een prelude en een fuga voor iedere toonaard omdat dat mogelijk was geworden door de gelijkzwevende stemming van het gemoderniseerde klavier. Toch hield hij veel van b-klein (net als de verscheurde fuga van Fryc). Fryc zegt veel van g-klein te houden, want g-klein is de zwaarmoedigheid van het verdriet, en het is Händel en het zijn diepe tonen en het zijn de klemmende tonen van de hobo. Opmerkelijke geluiden van een jong kind. Zou je eerder verwachten in de puberjaren. Later blijkt Chopin 24 preludes gecomponeerd te hebben waarin ook alle toonsoorten gebruikt worden. Verder gaat Fryc aan de gang met andere formules in de muziek, zoals die van de passacaglia, volgens de uitleg van meneer Żywny. De muziek komt bij Fryc in een stroomversnelling die door zijn ouders en zijn leraar niet meer bij te houden is. Hultberg beschrijft goed in de flarden die we hierover lezen hoe vader, moeder, zusjes, leraar en Basca hierover denken. “Denk je soms dat mijnheer Paganini geen geduld heeft! Haastige spoed is zelden goed, en het blijft niet voornaam om je te haasten!” Maar ondertussen valt al te horen dat Fryc de Mozart van de Slaven wordt genoemd. Fryc mijmert: Mozart en ik zouden elkaar hebben begrepen. Tegelijkertijd realiseert hij zich dat hij gelukkig zijn plas goed kan ophouden met zijn gezelschapsblaas, want het lijkt toch nergens op als je tijdens je optreden achter de piano plotseling moet stoppen om te plassen. Zou Hultberg dit in zijn jeugd ook zo ingepeperd hebben gekregen? Iedere schrijver schrijft toch ook onwillekeurig over zijn eigen jeugd? Opmerkelijk dat Fryc daarna, nog steeds op lagere-school-leeftijd, een sonate gaat componeren, in D-groot, met een mooi rondo. Ten slotte wordt hij ontboden om voor de grootvorst te spelen, maar die luistert nauwelijks. En Fryc wordt nerveus van al dit gedoe, en dat is niet naar de zin van zijn vader, die liever met zijn zoon naar het turkse bad gaat. Maar dat vindt de gevoelige Fryc weer niet fijn. Van de stemmen, de stank, het zweet en het zuur moet hij bijna overgeven. Zijn leraar vindt hem tenslotte groot genoeg om de fuga in As-groot te spelen van Bach, een plechtige kathedraal van tonen, een heiligdom. Fryc vindt dat hij zich waardig moet tonen. Als lagere-school-jongen! Later zal blijken dat de componist Chopin een gevoelig, ernstig en introvert karakter heeft, met een teer gestel. Boeiend om dan via de schrijver Peer Hultberg te vernemen wat er in Chopin als kind


omging, hoe hij zich voelde, wat hij deed en hoe hij toen wellicht gevormd werd voor zijn latere leven. En beter te begrijpen hoe hij later zijn puur romantische heel gevoelige pianomuziek componeerde. Hetzij voor piano solo, hetzij kamermuziek of piano met orkest, maar toch altijd met de piano duidelijk in de hoofdrol. En hoe hij in Parijs ondanks alles in zijn jeugd toch bleef terugverlangen naar zijn geboorteland, Polen. Ook de leraar componeert zelf, maar zijn muziek is niet uitgegeven, en zal alleen echt begrepen worden door een kleine minderheid van musici en componisten, in Bach’s geest, en zeker niet door de gewone mensen die alleen maar mazurka’s en walsen waarderen. Interessant is om te lezen dat Fryc een eigen etude ontwikkelt. Om de zwakkere vierde en vijfde vingers beter te ontwikkelen bedenkt hij een etude waarbij hij duim en wijsvinger fixeert, en loopt zo als het ware het hele klavier over. Later blijkt dat Chopin een prachtige bundel concert-etudes heeft gecomponeerd, opus 10 en opus 25. In de etude van opus 10 nr 2 worden de behendigheid van de derde, vierde en vijfde vinger van de rechter hand, en later ook links, op deze manier geoefend. Maar dan in de vorm van een prachtig stuk muziek! Uit Preludes blijkt niet dat Fryc regelmatig met vriendjes of vriendinnetjes speelt. Hij had natuurlijk zijn zusjes, maar geleidelijk aan ontstaan er verschillen. Chopin was niet iemand die gemakkelijk was in relaties. Bekend was zijn latere relatie met de bijzondere schrijfster George Sand. Als je het boek uit hebt krijg je zin om te lezen hoe het Chopin verging op het gymnasium. Maar dat blijft dan over voor je eigen fantasie… ROELOF DE JONG


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.