Gehechtheid, diagnostiek en jeugdzorg wetenschappelijk

Page 1

1. Zin en Onzin rond Hechting en gedragsproblemen in Jeugdhulp/zorg (Is juridiseren nodig? Hoe met zorginkoop?) Naar wetenschappelijke inzichten beschouwen we… • • • • • •

Welke vormen van gehechtheid (als voorbeeld) ? Welke oorzaken van onveilige gehechtheid ? Welke gevolgen van onveilige gehechtheid ? Welke gevolgen van verkeerd handelen ? De financiële kant van zorgverlening ? Wetenschap en wet…(bijlagen)

1


2. Jeugdzorg of Diagnostiek? #

Gedragsproblemen kunnen leiden tot hulpzoeken door de ouder(s), of tot een ‘melding kindermishandeling’ door een ander (school, gezinsregisseur, ZAT-team, Consultatiebureau, buurtbewoners, SpoedEisendeHulp, etc.). Jeugdzorg of Raad komt dan in beeld. # Gedragsproblemen worden niet herkend door dit jeugdzorgniveau. # Er bestaat ook jeugd-(G)GZ, dat diagnostisch werkt. # Daarom is het goed zelf kennis op te doen, onderbouwd te zijn. Bezie de zorginkoop van uw gemeente… # We kijken voornamelijk naar de gehechtheid, een fundamenteel kindbelang

2


3. Hoe geven we passende hulp?: - We kijken bovenal naar het gebruik van kreten zoals "hechtingsstoornis" en dergelijke, als bewering door jeugdzorg en Raad, zodat het kind onder een dwangmaatregel (OTS/UHP) komt te staan, en in een pleegsetting zou belanden. - We zien dat waar beweerd wordt dat een dwangmaatregel nodig is, eerst gediagnosticeerd moet worden ter beveiliging van het kind. - Een kind moet ontzien worden. Niet belast met werkgelegenheid door jeugdzorg. - Verderop komen we op een alternatief voor de a.s. zorginkoop van gemeenten met het oog op de Jeugdwet. 3


4. Vormen van gehechtheid: # Veilige gehechtheid: - Gelukkig ontwikkelen de meeste kinderen een basisvertrouwen door de respons van de ouders op de baby- of kind-signalen. - Het kind heeft daarop een zekere verwachting, basisvertrouwen, hechting, ontwikkelt ten aanzien van de beschikbaarheid van de ouder.

http://mens-en-samenleving.infonu.nl/pedagogiek/29913-onve - DĂŹt kind heeft geen voortdurende angst en alertheid, of apathie, nodig. (Naar Mary Dozier, 2002, AKC-symposium, e.a.)

4


Deze vormen van gehechtheid hebben gevolgen op het verdere leven, en er bestaan therapieĂŤn voor! (http://www.hechtingsproblemen.nl/nl/behandelvormen ): # Vermijdende gehechtheid: - Het kind baseert zijn verwachting om door de opvoeder afgewezen te worden: het kind toont zijn gevoel niet en anticipeert op teleurgesteld te worden. (OOK WEL: GEPREOCCUPEERD)

# Afwerende gehechtheid: - Het kind ontwikkelt niet de verwachting dat de opvoeder consistent beschikbaar is; het kind raakt snel in paniek en is innerlijk boos, en blijft hangen aan de aanwezige opvoeder, zodat het niet tot spelen komt. (OOK WEL: GERESERVEERD) # Gedesorganiseerde gehechtheid: - Het kind is bang van diegene waar het juist geruststelling zoekt; het kind gedraagt zich vreemd inconsistent en onvoorspelbaar wanneer het bang of overstuur is. 5


6. Georganiseerde en gedesorganiseerde gehechtheid # Veilige gehechtheid is optimaal, doch onveilig-vermijdende en onveilig-afwerende gehechtheid zijn ‘georganiseerd’ met oog op de beschikbaarheid van de opvoeder; hier kan therapie samen met de ouders goed werk doen. # Er is geen sprake van strategie bij gedesorganiseerd- ofwel gedesoriënteerd-onveilige gehechtheid. - Vroege gedesorganiseerde gehechtheid kan tot grote problemen later leiden, dus is juiste diagnostiek belangrijk. - Dissociatieve symptomen kunnen zich later openbaren. - Ook hier is passende therapie nodig, op basis van gespecialiseerde diagnostiek (met testen, liefst met EAS, Emotional Availability Scales) (prof.F.Juffer, Research memorandum 6, 2010, pag. 29; link achteraan, en FJR 2012/95).

maandblad

* In Jeugdzorg wordt onveilige gehechtheid (of het beweren daarvan) al snel zonder diagnostiek benoemd als “hechtings-stoornis”, en dat is eigenlijk de pathogene vorm. Dus een uiterste! Wijl onveilige gehechtheid een glijdende schaal kent als zoveel gedragsproblemen, en de mate diagnostisch bepaald dient te worden, mag dit niet beweerd worden. Dat kan veel kinderen6schaden.


7. Tussenconclusie: Omdat er dus bij gedragsproblemen (zoals hier onveilige gehechtheid) diverse varianten bestaan en verschillende mate van ernst, en vele gedragsproblemen niet herkend kunnen worden door het niveau jeugdzorg/ gezinsregie, moet er gediagnosticeerd worden – voordat sprake is van dwangmaatregelen (OTS, UHP, Ontzegging) – om de juiste therapie er op los te laten. Diagnose‌ Ter beveiliging van binnenkomende kinderen. Het kan blijken dat er geen therapie (of dus OTS) nodig is. 7


8. Oorzaken van onveilige gehechtheid: -

# # # # -

Hier dient men op te letten: Er bestaat een éénrichtings-verband tussen verwaarlozing naar hechting; niet dat èlke onveilige gehechtheid als oorzaak ‘verwaarlozing’ kent. 1. “Reactieve hechtingsstoornis”: (of onveilige gehechtheid) Slecht begeleide ouders kunnen oorzaak zijn van de Reactieve vorm. 2. “Autonome hechtingsstoornis”: Door prenatale of geboorte-ervaringen of door een genetisch defect kan deze vorm ontstaan zijn. 3. “Adoptieve hechtingsstoornis”: Door ervaringen voor en tijdens de adoptie kunnen ook een vorm van reactief-onveilige gehechtheid zijn ontstaan, onafhankelijk van adoptiefouders. 4. “Beweerde hechtingsstoornis”: Oorzaak: beweringen vanuit jeugdzorg/gezinsregie en het uithuisplaatsen. (maandblad FJR 2012/95) 8


9. # # #

#

Tussenopmerking: Raad voor de ‘Kinderbescherming’ en jeugdzorg nemen mede aan de hand van de oorzaak van een probleem een beslissing. Dat kan zijn: een OnderToezichtStelling, een UitHuisPlaatsing en soms uiteindelijk een Ontzegging uit de ouderlijke macht. Er is een diagnose nodig vòòraf aan zo’n beslissing, om ouders niet prematuur vals te beschuldigen, alsof zij de oorzaak van een ‘bedreiging’ zijn, zoals genoemd in de wet, het Burgerlijk Wetboek 1, artikel 254. (10.>) Gewoon doorverwijzen naar een deskundige is passender. Verkeerd handelen bij zo’n ingrijpende beslissing heeft schadelijke effecten op het kind. 9


10. Thuiszorg of Pleegzorg? # # #

1

Bij het (diagnostisch) constateren van een mate van onveilige gehechtheid of een hechtingsstoornis, zoals bij elke gedragsstoornis, is het belangrijk om de juiste therapie toe te gaan passen. (www.hechtingsproblemen.nl) Ouders zijn niet bij voorbaat de ‘bedreiger’ uit onderstaand wetsartikel: BW1:254, lid 1: Indien een minderjarige zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen, kan de kinderrechter hem onder toezicht stellen van een stichting Bureau Jeugdzorg of Jeugdhulp. (BW1 = Burgerlijk Wetboek 1; www.wetten.nl; Rv = Burgerlijke Rechtsvordering)

#

#

Vergelijk: Rv art. 800, lid 3: De beschikkingen tot voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige èn tot [spoed]machtiging [per telefoon of fax] van de stichting BJZ om een minderjarige uit huis te plaatsen … kunnen alleen dan aanstonds worden gegeven, indien de behandeling niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige. … Ouders zijn nodig voor de therapie. 10


11. Thuiszorg of Pleegzorg?

2

#

De diagnose en de therapie dienen gericht te zijn op het oplossen van het gedragsprobleem als ‘bedreigend’. Hierbij moet de ouders betrokken worden. De therapeut werk ‘samen’. Pleegzorg zou een uiterste maatregel dienen te zijn, daar er o.a. representatie-risico’s aan kleven. - Hechtingsstoornissen, gedragsproblemen, kunnen de draagkracht van de opvoeders (tijdelijk) ernstig aantasten. Werken aan goede gehechtheidsrepresentatie is belangrijk. (Representatie: Ouders/ opvoeders ‘leven’ het voorbeeld naar het ontvankelijke kind; diagnostische hulp is welkom). - De Gehechtheids-representatie van de opvoeder is de beste voorspeller van het type gehechtheid bij het kind. Gehechtheids-representatie is de manier waarop volwassenen ‘voorleven’ en omgaan met gehechtheidsgerelateerde gedachten, gevoelens en herinneringen. Dit beïnvloed hun reageren op het kind. Maar de voorspelling geldt enkel bij de reactieve vorm, en dit wordt veel vergeten in de kinderbescherming c.q. jeugdzorg. 11


12. Gehechtheidsrepresentatie als een aandachtspunt bij pleegplaatsen

In de jeugdzorg wordt snel gegrepen naar pleegplaatsen, en daarbij wordt het stadium ‘diagnose’ vergeten. Het moge duidelijk zijn dat bij gedragsproblemen veelal de ouders niet de 'oorzaak' zijn, en dan nog... Ouders kunnen vaak veel leren onder diagnostiektherapeutisch niveau, wat een belang van het kind is. De wetenschap uit dit artikel bewijst juist dat ten onrechte veel kinderen uithuisgeplaatst worden, zonder deze deskundige zorg, zonder het gezondheidszorg-niveau! Het blijkt uit de wetenschap dat juist pleegzorg (UHP) vele gevaren opleveren voor het kind. Daarover verder meer. 12


13. Gehechtheidsrepresentatie van pleegouder van belang: #

Gehechtheidsrepresentatie is te classificeren in: (Gebruik dit niet als DSM-VI of -V)

Autonoom: Spontaan juist in ouderschappelijk levensvoorbeeld voor een goedhechtend kind. (Coherent spreken, interesse in ontwikkelingspsychologie) Gereserveerd. (Ontvluchtend hechtingsgerelateerde herinneringen, idealiseren) Gepreoccupeerd. (Ontvluchtend boos en defensief, afdwalend, dolend in gesprek) Onverwerkt verlies of mishandeling/misbruik in volwassenen jeugdjaren, of soms bij adoptie. (Niet-gerelativeerde beweringen, wisselvallig idealiserend, niet consistent in ‘herinneringen’) Pathogene stoornis. (Gediagnosticeerd, zoals borderline-gedragsstoornis) Laat deze classificatie niet over aan een jeugdzorgwerker, gezinsregisseur, AMK, Ouder-Kind-adviseur, jeugdzorg, ‘kinderbescherming’ of Raadsmedewerker. Vraag naar de academische beroepsregistratie van de (academisch) ‘deskundige’. 13


14. Opvoedzorg hechtingsgerepresenteerd? # Vanuit jeugdzorg gedacht is er een correspondentie tussen gehechtheidsrepresentatie van Opvoeder/pleegouder en gehechtheidsrelatie met het kind: Opvoeder

Gedrag

Gehechtheid kind

(Representatie)

Autonoom

Responsief

Veelal veilig gehecht

Niet-autonoom: Gereserveerd Gepreoccupeerd Onverwerkt Pathogeen

Onresponsief: Afwijzend Inconsistent Beangstigend ?

Mogelijk Onveilig: - Vermijdend - Afwerend - Gedesorganiseerd -‌

#

Relatie gehechtheids-representatie en gehechtheid van kind is 75% , Îş = 0,49 (IJzendoorn, 1995)

14


15. Tussenopmerking #

Waar een Uithuisplaatsing naar pleegzorg – als uiterste – nodig zou zijn, moet de gezinsvoogdij de pleegouders-buiten-het-netwerk screenen op de hechtings-representatie van de pleegouders. (Netwerkpleegouders zijn reeds het kind bekend en zijn een betere tussenoplossing).

#

Uithuisplaatsen is een overplaatsing vanuit een (voor het kind vertrouwde[re]) omgeving, en dient vermeden te worden. Liever de ouders helpen met hun opvoedkwaliteiten!

15


16. Is Uithuisplaatsen verstandig? # Het staat dus niet vast dat de opvoeder de mate van gehechtheid (of een ander gedragsprobleem) bepaalt. # Bij Uithuisplaatsen is een valide diagnose vooraf noodzakelijk als nulmeting. (Geen ‘beweringen’ vanuit het jeugdzorg-niveau mogen leidend zijn om een uithuisplaatsen te bewerkstelligen). # In onderzoek naar respons van baby’s in pleegsetting: kinderen kunnen veilig gedrag gaan vertonen, maar dat kan schijngedrag blijken, zeker bij pleegplaatsing na hun eerste jaar. Opvoeders kunnen met ‘gelijke munt reageren op het kind’ wanneer het pleegkind onveilige gehechtheid gaat vertonen, en dit is een groot risico. (Ook heeft het kind in de identiteitsfase het kennen van z’n afkomst nodig! Bij nodige pleegplaatsing is vanaf aanvang openheid daarover noodzaak. Respecteer de ouders in signalen naar het kind.) (o.a. Mary Dozier)

# Opvoeders, dus ook ouders, blijken bij opkomende onveilige gehechtheid ondersteuning en hulp nodig te hebben. Lerend de herinterpretatie van kind-signalen. 16


17. N.B.: # Omdat de ouders nodig zijn bij therapie, mag het idee om uithuis te plaatsen niet eens opkomen bij jeugdzorgwerkers. Daarmee zouden ze zich ondeskundig tonen. # Bij een mate van (geòrganiseerde) onveilige gehechtheid kan vaak met wat pedagogische tips worden volstaan (TGV-onderzoek, 1994)* en het volgen. (www.BasicTrust.com)

# Gedèsorganiseerde onveilige gehechtheid verdient zeker aandacht van een toegesneden diagnost, en daar mag jeugdzorg geen ‘ingang’ zijn, om het doolhof-effect te vermijden. Dolend zoeken naar de juiste hulp kan te lang duren voor een kind. Dus meteen een diagnost en testen (EAS) is noodzaak! # In het volgend schema is daarom aandacht voor de onderste regels nodig… ______________

*

Onveilige gehechtheid kan al in erg lichte mate voorkomen. Het komt gewoon regelmatig voor. Enige mate van onveilige gehechtheid is dus geen signaal voor jeugdzorg. Het kan grotendeels (statistisch) met tips of pedagogische aanwijzingen van deskundigen aan de ouders, waaronder het pedagogische 'benoemen‘, ondervangen worden. Dat is veilig. Deze signalen zijn niet-meldingswaardig! (Dit gezien de hype alles middels een Meldcode te melden aan een – door ogen van diagnosten – ondeskundig niveau in AMK-BJZ; http://fpblog.nl/2012/12/11/de-meldcode/ ). Dat bij pleegouders veel vaker een verkeerde representatie is gemeten, moge terughoudendheid voor uithuisplaatsen oproepen! Plaats niet uithuis waar het kan met gezondheidszorg (goedkoper dan jeugdzorg)! Er komen telkens meer bewijspunten vanuit de onafhankelijke wetenschap dat pleegzorg aan het kind gevaarlijker is dan Jeugdzorg beweert.

17


18. Statistiek Gehechtheids-reprons kind van pleegouders tegenover ouders: Uitsplitsing van gehechtheidclassificatie bij pleegkinderen en kinderen van ouders uit de meta-analyse van Van IJzendoorn, 1995:

Steekproef Gehechtheid van kind

Pleegzorg

Ouders uit meta-analyse

Veilige gehechtheid

56% (n = 28)

52% (n = 287)

6% (n = 3)

21% (n = 116)

6% (n = 3)

5% (n = 28)

32% (n = 16)

21% (n = 117)

Totaal pleegouders: n = 50

Totaal ouders: n = 548

16 op 50 = 32% pleeg

117 op 548 = 21% bij ouders

Vermijdende Afwerende

,, ,,

Gedesorganiseerde ,,

% gedesorganiseerd:

18


19. Statistiek Gedesorganiseerde gehechtheid Thuis tegenover Uithuisplaatsingen:

# Uit onderzoek van Linda van den Dries en Femmie Juffer, Wereldkinderen 2011-1, blijkt dat gedesorganiseerde gehechtheid bij pleegkinderen op 36% te liggen tegenover 15% bij ouders, en bij geïnstitutionaliseerde kinderen (uithuisgeplaatst) ligt dit op zelfs 72%. (Pleegzorg is geen ‘optimale oplossing’.) # Het is dus belangrijk eerst therapeutisch te werken in de thuissituatie, na een diagnose uiteraard. 19


20. Tussenconclusie: #

Bij pleegsetting is het risico op hechtingsrepresentatie voor en ontregeling van gehechtheid groter dan thuis bij ouders. Daar kan evt. hulp geboden worden (http://www.basictrust.com/).

#

In pleegsetting komt meer disregulatie en secundaire, gedesorganiseerd-onveilige gehechtheid voor.

#

En vergeten we niet dat het onvoldoende kennen van de eigen ouders, dat regelmatig geschiedt in de pleegzorg onder jeugdzorg, later voor veel problemen kan zorgen (85%) ĂŹn de opgroeiende, zodat dit ook mee afgewogen dient te worden.

20


21. Risico van pleegzorg, van uithuisplaatsen: # Bij niet-autonome gehechtheids-representatie van pleegouders blijken slechts ca. 30% der pleegkinderen georganiseerde gehecht te zijn, tegenover ca. 83% bij autonome gehechtheids-representatie van de opvoeder. # Aspirant-pleegouders dienen dus vooraf onderzocht te worden op hun gehechtheids-representatie! # Uithuisplaatsen kent dus risico’s. Een zeer frequente bezoekregeling van de ouders is aanbevolen. Percentage autonome en non-autonome pleegouders met kinderen met georganiseerde resp. gedesorganiseerde gehechtheid. (M.Dozier)

Autonome respectievelijk non-autonome representatie

ď‚ž zwart = kind Georganiseerd gehecht ď‚ž wit = kind Gedesorganiseerd gehecht

21


22. Zijn de pleegkinderen ‘veilig’? # Natuurlijk kunnen pleegkinderen gehechtheidsgedrag organiseren rondom hun nieuwe opvoeders, maar ze blijken gedisreguleerd te blijven. (Alicia Lieberman) - De Disregulatie is te onderkennen op Gedragsniveau, Emotioneel niveau, Fysiologisch niveau (bijv. neuro-endocrine disregulatie; neurotransmitters, stresshormonen) # Er vindt divergentie (uiteenlopen) op tussen gedragsmatig en fysiologisch functioneren: # Van hun moeders gescheiden baby-aapjes die hun moeder wel konden zien, schreeuwden en vertoonden verhoogde neuro-endocrine activiteit; gescheiden aapjes die hun moeder niet konden zien, schreeuwden steeds minder, maar de neuro-endocrine activiteit bleef toenemen (Levine). Slechts afgaand op gedrag is niet te zien dat deze babyaapjes bang en verstuur waren. Er is dus divergentie tussen de genoemde punten. 22


23. Disregulatie op hormonaal niveau: # De HPA-regulatie weerspiegelt de regulatie door het lichaam van stress; # H = Hypothalamus, die reageert op stress, en stuurt neuraal en endocrien bericht naar de pituitaire klier; # P = Pituitaire klier, die endocrien bericht stuurt naar de bijnierschors (‘adrenal gland’); # A = Bijnierschors, dat Cortisol produceert, dat ook terecht komt in speeksel. #  2 functies van dit systeem: Respons op stress-toename, gevolgd door afname Regelen van diürnaal ritme, afname tijdens waaktijd. # Cortisolgehalte is te meten bij pleeg- en onveilig gehechte kinderen en vergelijken met een niet-uithuisgeplaatste controlegroep…… Kijken we naar meetresultaten en grafieken:

23


24. Cortisol-gehalte door de dag heen: # # # # #

Normaal daalt de waarde Cortisol door de dag. Normale waarden: ’s ochtends boven de 0,3, ’s middags boven de 0,2, en afname van ochtend naar middag naar bedtijd; Laag: ’s ochtends onder de 0,3, en/of ’s middags onder de 0,2; Hoog: minstens 3 standaarddeviaties boven gemiddeld; Onregelmatig: geen afname van ochtend naar middag naar avond. Diürnaal ritme Cortisol van normaal:

• Gewone controlegroep = Normaal 24


ď‚Ł

Wit is Normaal;

ď‚ž Zwart in grafieken geeft Cortisol-gehalte bij pleegkinderen weer: duidelijk anders dan normaal! Ongezond.

25


26. N.B.: De vele pleegkinderen met hoge, afwijkende waarden Cortisol-productie in de pleeggroepen valt op.

26


27. Cortisol-gehalte kan Opgroeien schaden #

Baby’s die verbreking van kind-ouder-relatie hebben meegemaakt, laten vaak het normale dißrnale ritme van cortisol-productie niet zien. # Deze disregulatie van een basaal systeem in de hersenen maakt deze (pleeg)kinderen hoogst-waarschijnlijk kwetsbaar voor stressoren, en leidt tot risico op PTSD (Post-Traumatic Stress-Disorder). (Bijvoorbeeld: constant op de tenen moeten lopen door het gehalte, heeft een negatieve invloed op de psychologische ontwikkeling van het kind en diens zelfbeeld.) # Net zoals bij adoptie (tot 6 jaar naar wet, Wobka) kunnen kinderen gehechtheidsgedrag organiseren rondom de beschikbaarheid van een nieuwe opvoeder. # Dat neemt niet weg dat verbreking van relaties en/of vroege inadequate (pre-adoptieve of pleeg)opvoeding hinderlijk kunnen zijn voor het kindvermogen gevoelens, gedachten, gedrag en fysiologie te reguleren, jaren nadat de verbreking hebben plaatsgevonden. Bv: Kennis van historie en gemis aan afkomst kennen, kunnen daarbij het kind zwaar beklemmen. # Opvoeders moeten kinderen helpen zelf-regulerende vermogens te ontwikkelen met de nodige deskundigen/therapeuten. (Mary Dozier, 2002)

27


28. Tussenopmerkingen #

Naast dat diagnostiek rond zorg aan jeugd nodig bleek kleven er veel risico’s aan (dwang)uithuisplaatsen.

#

De gevolgen van uithuisplaatsen zijn divers, van mogelijke verminderde gehechtheid, disregulatie, tot grotere kans op nadelige gevolgen van ‘eigen ouders niet (durend) kennen’, slecht zelfbeeld, verslaving, tienerouderschap, crimineel gedrag, PAS, etc.

28


29. Financieel (Jeugdzorg versus jeugd-Gezondheidszorg) $ Jeugdzorg: - Jeugdzorg kent diverse taken, waaronder: indiceren en gezinsvoogdij. - Voor ‘etiketten’ en gezinsvoogdij-vormen bestaat subsidie aan Jeugdzorg (Regeling Normbedragen Jeugdzorg keert niet uit op effectiviteit). - Er bestaat belang van werkgelegenheid. - Dwang levert werkgelegenheid (‘Kind in eigen beheer houden’). - Jeugdzorg-zittingsvertegenwoordigers (op de rechtszaken) zijn niet beëdigd. $ Jeugd-Gezondheidszorg: - Doorverwijzing door diagnosten levert geen financieel belang op. Academisch gevormde diagnosten werken onder beroepscode en de wet WGBO (= BW7:446 e.v.).

- De huisarts als ingang heeft geen belang bij ‘in eigen beheer houden’, en heeft het druk genoeg. De ideale doorverwijzer!

29


30. Bedragen $

$ $ $

“Een misverstand is dat kinderpsychiatrie duur is. Kinderpsychiatrie is specialistisch zorg en ‘specialistische zorg is duur’, is de redenering. Feitelijk kost een kind een jaar in zorg in de jeugd-GGZ gemiddeld € 4.000 (inclusief de heel dure zorgvormen), terwijl een kind wat één jaar in de jeugdzorg in zorg is, € 24.000 kost.” (Accare) Een gemiddeld hulptraject onder jeugd-GGZ duurt minder dan 2 jaar (460 dagen), dus zijn daar de totale kosten (incl. huisarts als doorverwijzer): ca. € 6.000,~-. Daar tegenover staat dat een gemiddeld Jeugdzorg-traject ruim 4 jaar duurt, zodat daar de gemiddelde kosten ca. € 100.000,~ bedragen (excl. gevolgen). De zorginkoop (vanaf 2015) kan de gemeentelijke lasten verzwaren indien er het niveau jeugdzorg wordt ingekocht: Waar jeugdzorg werkt met dwang via de rechter, heeft de gemeente geen sturing maar mag wel betalen (a.s. Jeugdwet per 2015). (Voor ‘dwang’ heeft de rechter op vraag van jeugdzorg beslist.) - Daar tegenover: Met diagnosten betalen blijft deze zorg goedkoper. (Gemeentelijk aanpassen van structuur zorginkoop voor 2015) 30


31. Conclusie Zowel uit de behoefte aan ‘het kind niet beschadigen’ wegens gebrek aan jeugdzorg-inzicht, dat vòòr een interventie vergeet aan diagnostiek te doen, als qua financiële structuur, is zorg aan jeugd verstrekken via de huisarts voordelig.

Waar de gemeente Jeugdzorgniveau inkoopt (niet-wetend dat Jeugdzorg en Raad wel gedragsdeskundigen in dienst heeft maar dat die de cliënt niet zien of onderzoeken) en deze dwangzorg indiceren, zal de gemeente van deze ‘jeugdzorg' te horen krijgen: "De rechter heeft beslist; het kind moest uithuisgeplaatst, dus moet er betaald worden". Hierdoor zullen de heffingen (bv: WOZ) sterk omhoog kunnen gaan om het gat te dichten in de begroting. Daarentegen: De gemeente kan dus ook als zorginkoop de structuur aanleggen door de diagnosten (voor zorg aan jeugd) declarabel te maken. Diagnostiek is veiliger en goedkoper voor het kind en de gemeente.

31


32.

Hierna volgen bijlagen met gegevens

Hoogleraar C. Schuengel heeft eens (2008) gezegd: “Wanneer u kinderen een warm hart toedraagt, koester dan de ouders�. Dit is een mooi advies aan allen die geacht worden een gezin hulp te bieden. 32


33. Wet en wetenschap

1

# Rapport ‘909 zorgen’, N.W. Slot et al, 2002: “Met 28 procent van de jongeren die onder toezicht zijn gesteld, gaat het na twee jaar beter, maar met 33 procent slechter; voor de resterende 38 procent is de situatie beter noch slechter geworden.” Dus 72% verbetert niet door jeugdzorg’s OTS (+UHP). # FJR 2010, nr. 10, no.92: Raadsheer Van Teeffelen: “We vroegen ons af of er ook geen lessen uit het verleden te trekken vallen. … Het wordt lastig, indien adequate beantwoording [van BJZ op diens verantwoordingsplicht] uitblijft en het wordt dubbel lastig, indien het hof niet kan instemmen met de lijn, die het bureau in het verleden heeft uitgezet, omdat het hof die bij een afweging van alle belangen niet voldoende redelijk vindt. In de praktijk is het dan voor het hof niet eenvoudig om het beleid van Bureau Jeugdzorg een beetje bij (c.q. om) te buigen, laat staan dat dit voor cliënten in een rechtstreeks contact met Bureau Jeugdzorg een gemakkelijk haalbare zaak is. … Om te beginnen met het eerste knelpunt, kinderen worden met een machtiging uit huis geplaatst en vervolgens gebeurt er bij de ouders lange tijd niets. Ouders stellen de vraag wat zij moeten doen om de kinderen weer terug thuis te krijgen en krijgen daarop geen antwoord of worden min of meer met een kluitje in het riet gestuurd. Als ouders via derden zelf hulpverlening organiseren [als daaraan al wordt meegewerkt], duurt het erg lang voordat Bureau Jeugdzorg een beslissing tot terugplaatsing overweegt, laat staan voordat die genomen is. Zeker als het kind 'goed zit', is er weinig animo tot terugplaatsing. Uiteraard krijgen we als hof regelmatig die situatie ter beoordeling en een fatsoenlijk antwoord op de vraag naar de inspanningen die worden gedaan om het kind terug te plaatsen bij de ouders krijgen we lang niet altijd. Toch is het met name bij jonge kinderen de bedoeling van de wetgever dat terugkeer naar huis binnen het kader van de ondertoezichtstelling echt serieus genomen wordt. In deze situatie (dus niet voor, maar na de uithuisplaatsing) merken we weinig van het effect van de landelijk ingevoerde Delta-methode.” (Citaten) {Ouders zien hun inbreng niet terug in Plan van Aanpak of Indicatiebesluit van Jeugdzorg.} ©

33


34. Wet en wetenschap

2

# BW1:257, lid 1. “De stichting BJz, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg, houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met het gezag belaste ouder hulp en steun worden geboden teneinde de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van de minderjarige af te wenden. 2. Deze hulp en steun zijn erop gericht de met het gezag belaste ouder de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding zoveel mogelijk te doen behouden. … 4. De stichting Bureau jeugdzorg… bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouder en de minderjarige.” # In de Herziening van de maatregelen van kinderbescherming (Wetsvoorstel 32 015) staat de parallelle concepttekst BW1: “Artikel 262, lid 1. De stichting houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met het gezag belaste ouders of ouder hulp en steun worden geboden opdat de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige, bedoeld in artikel 255concept, vijfde lid, binnen de duur van de ondertoezichtstelling worden weggenomen. De inspanningen van de stichting zijn erop gericht de ouders of de ouder zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen te laten dragen. 3. De stichting bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige.” http://www.peterprinsen.nl/HERZIENINGOTS.htm (rechter kolom). # Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK), moreel artikel 24: Het kind heeft recht op de hoogst mogelijke mate van gezondheid en daarbij horende gezondheidszorg. Waar wetenschappers adviseren om tot zwaargewichten of specialisten in de ingang te komen, en bevonden dat de reguliere jeugdzorg de kennis niet matcht bij de case, is jeugdzorg in de ingang te laag. # McMichael-arrest, EHRM, 24-02-1995: beide partijen in rechte (zowel jeugdzorg/Raad als het gezin) moeten over dezelfde stukken beschikken. (Dus jeugdzorg/Raad is een partij voor de rechter, al vergeet die dat) die bijdroegen aan een bestreden besluit. Het gezin heeft daarnaast naar de Wet Bescherming Persoonsgegevens recht op elk stuk waar hun naam op staat, en regelmatige inzage in (jeugdzorg)dossiers 34 (evt. de naam van een derde afgeschermd).


35. Wet en wetenschap

3

# Bezoekregelingen zijn regelmatig te kort om hechting in stand te houden en de biologische ouders te blijven ‘kennen’. Uitspraak rechter: “De kinderrechter overweegt dat kinderen ook kunnen worden beschadigd indien sprake is van een zeer beperkte omgangsregeling met hun ouder(s).” Op: http:// uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id =ECLI%3ANL%3ARBAMS%3A2013%3ACA3239&keyword=LJN met Zaaknummer 13/557-539088 d.d. 14-06-2013. # Netwerkpleegouders kennen het gezin en het kind, visa versa, zodat er minder kindschade te verwachten is; en dat bleek ook uit Vlaamse studie: via CBCL werden minder inter- en externatiserende gedragsproblemen gemeld. Verklaarbaar mogelijk door bekende culturele en religieuze achtergronden. In ‘vreemde’ gezinsvoogdij-pleegplaatsingen wordt het kind beschadigd door vaker (87%) doorgeplaatst te worden. In België is minder gezinsvoogdij-‘bemoeien’. Netwerkpleegouders hebben wel vaker een lager inkomen, en aangeraden werd dezen te ondersteunen. Goede begeleiding geeft minder opvoedingsstress. Er moeten duidelijke, begrenzende afspraken gemaakt worden vòòr pleegplaatsen. (Orthopedagogiek: Onderzoek&Praktijk, jg.51, nr.10, 432-445)

# Doorplaatsen bij pleegzorg geeft schade aan het kind. Het uithuisgeplaatst-zijn kent al schadelijk aspecten. In Nederland wordt deze schade door wegplaatsen niet meegewogen tegenover de door jeugdzorg geïndiceerde beweerde bedreiging (UHP). 35


36. Wet en wetenschap

4

Rond diagnostiek en het ‘terugplaats-beleid’ van BJZ herkent raadsheer mr. P. A. J. Th. van Teeffelen van het Hof te ’s Hertogen-bosch (juristenblad FJR, 10, 2010, no.92 p. 248) knelpunten. Hij somt 3 knelpunten op in de BJZ-inzet, die door de opbouw der stukken voor een rechtsgeleerde al een waar zoekplaatje oplevert, laat staan voor ouders: “…Het tweede knelpunt heeft betrekking op de uit te brengen rapportage. Aan het hof en uiteraard ook aan ouders dient te worden gerapporteerd. Rapportage van het Bureau Jeugdzorg is in het algemeen niet eenvoudig te lezen. Voor de jaarlijks uit te brengen rapportage schijnt ‘protocol’ te zijn, dat grote delen van het rapport van de raad letterlijk worden overgenomen en daarvoor, daartussen of daarachter worden de eigen bevindingen van het Bureau Jeugdzorg opgenomen. Het indicatiebesluit en het plan van aanpak zijn in de praktijk grotendeels gelijkluidend en het is soms heel moeilijk te lezen of bepaalde doeleinden nog behaald moeten worden of inmiddels al zijn gerealiseerd. Het komt verder nogal eens voor, dat de rapportage van Bureau Jeugdzorg soms tientallen pagina's lang is en een waar zoekplaatje. Een behoorlijk geschreven verweerschrift van Bureau Jeugdzorg is dan noodzakelijk om een goed beeld te krijgen van de situatie. Bepaalde bevindingen van raad of bureau, die in het verleden door cliënten met succes zijn aangevochten, blijven regelmatig in de volgende rapportage weer terugkomen.… Ouders stellen de vraag wat zij moeten doen om de kinderen weer terug thuis te krijgen en krijgen daarop geen antwoord of worden min of meer met een kluitje in het riet gestuurd. … Onwillekeurig rijst dan de vraag nogal eens: ‘is het bureau er voor de cliënten of zijn de cliënten er voor het bureau?’”… (Citaten). ©

36


37. Zo blijkt open diagnostisch onderzoek belangrijk -- zonder sturende, beperkende, gesloten onderzoeksvragen vanuit kinderbescherming, jeugdzorg of gezinsregisseur. # Gevolgen van òngediagnosticerde UitHuisPlaatsing kunnen zeer nadelig zijn voor het opgroeien van het kind. # De signalen die tijdens het opgroeien in een pleegsetting tot het kind komen, kunnen onthechtend zijn, tot ouder-vervreemdingssyndroom leiden, tot minderwaardigheids-zelfbeeld, en zo voort‌ :

37


38. Kans op gevolg van pleegplaatsen: # Verhoogde kans op Seksueel misbruik ‘onder toezicht’ van gezinsvoogdij, op # Verslaving (alcohol, drugs, roken), # Vroegtijdig schoolverlaten, # Criminaliteit en verlaagd geweten, # Tienerouderschap, # In de WAjong belanden, # Psychische problematiek… een leven lang…

Al met al, pleegplaatsen dient uiterst diagnostisch te geschieden zonder jeugdzorgbemoeien, en dient als uiterste hulpmiddel. Er dient veel hulp thuis aan vooraf te gaan, bewezen. 38


39. Links naar therapie en wetenschap: http://www.hechtingsproblemen.nl/nl/behandelvormen , site van drs. Anniek ThoomesVreugdenhil met meer informatie (BIG-geregistreerd). # http://research.fss.uu.nl/nietgen/adoptie_uni.htm met boeken n.a.v. adoptiewetenschappen en niet-genetisch ouderschap en -zorg. # http://www.hechting.eu/index.php?pagina=artikel.txt , site van dr. Ger de Lange. # Adoptie: http://www.logadoptie.nl/ of http://www.adoptie.org/ . # http://www.basictrust.com/ voor thuisbegeleiding met video-interactie. # http://www.artsennet.nl/opinie/artsen-blogs/Robert-Vermeiren/Blogbericht-RobertVermeiren/130655/Kinderpsychiatrie-uit-het-basispakket.htm en meer over bedenkingen tegen (de zoekwoorden) “jeugdzorg” en “transitie” op artsennet.nl of: http://www.stroeckenverdult.be/site/upload/docs/HECHTING%20EN %20HECHTINGSSTOORNISSEN.pdf over gehechtheid, Rien Verdult. # http://mens-en-samenleving.infonu.nl/pedagogiek/29913-onveilige-hechting-en-veiligegehechtheid-kindvolwassenen.html over hechting. # http://www.deknoop.org/articles.php?lng=nl&pg=14 over hechting en diagnose. # http://www.rechtspraak.nl/organisatie/publicaties-enbrochures/researchmemoranda/documents/researchmemorandum20106_beslissingen-overkinderen-in-problematische-opvoedingssituaties.pdf over in feite Reactieve vorm van onveilige gehechtheid en juridisch handelen, alsmede, beter, in maandblad FJR 2012, nr. 11, no. 95, blz. 291—293 (Bieb.). #

39


40. Kinderen hebben belangen, waarvan zorg er één is die stevig ingrijpt.

$

Waarom komt OTS en Uithuisplaatsen zo veel vaker voor in Nederland t.o.v. Europese landen? Het blijkt duur.

In pdf op: https://www.dropbox.com/s/19rhq581gj2kw1p/2013.%20Word

%20van%20PPS%20Gehechtheid%2C%20diagn%2BJeugdhulp.pdf

Hoogleraar C. Schuengel heeft eens (2008) gezegd:

“Wanneer u kinderen een warm hart toedraagt, koester dan de ouders”. Dit is een mooi advies aan allen die geacht worden een gezin hulp te bieden, in onderzoek, in beleid, in zorg. 40


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.