Progrez Jaarverslag 1999

Page 1

Woningstichting Progrez 1999

• antwoordkaart

• balans per 31 december 1999

• winst- en verliesrekening 1999

• kengetallen

• structuur en samenwerking

• zorg

• welzijn

• wonen

• inleiding: een eeuw voorbij

Inhoudsopgave:


door het realiseren van aantrekkelijke woonmilieus in de buurt, wijk, stad en regio.

Vooruitgang - waarin opgenomen Woningstich-

ting Dubbeldam - en Woningbouwstichting Ons

Zuid-Holland Zuid. Opereren als knooppuntorganisatie.

wonen als de integrerende factor in het leven van

mensen. Woningstichting Progrez is een woon-

Onze bezieling Een gedreven kwaliteitsorganisatie: professioneel alert, klantgericht, doelmatig en vernieuwingsgericht.

leving. Als knooppuntorganisatie biedt zij op het

gebied van wonen beschikbaarheid, zekerheid

en keuzevrijheid. Dit wordt vanuit een samen-

hangende bedrijfsfilosofie tot stand gebracht.

maatschappij in een sterk veranderende samen-

Een toonaangevende woonmaatschappij in

Woningstichting Progrez beschouwt het

Ons perspectief

vormen en het bevorderen van sociale samenhang

januari 1997 uit een fusie tussen Woningstichting

Huis, beide gevestigd te Dordrecht.

Het bieden van een breed scala aan woon-

Woningstichting Progrez is ontstaan op 1

Ons bestaansrecht


den. Mensen en organisaties die alleen maar oog hebben voor de toekomst zijn als bladeren die niet weten wat een boom is. Als organisatie willen we de lessen van gisteren

Natuurlijk bestaat de toekomst niet zonder het verle-

dan achteruit gekeken. Want hoe groot de verleiding is zeker aan het begin van een nieuwe eeuw - om achterom te zien; morgen blijft in onze ogen belangrijker dan gisteren. In dit boekje blikken we dus veel vooruit. En we maken daarbij gebruik van de mogelijkheid om onze visie op het wonen in de 21e eeuw aan u te presenteren.

Evenals vorig jaar wordt er in deze uitgave meer voor-

In 1998 en 1999 liet Progrez naast het ‘officiële’ jaarverslag ook een meer leesbaar, populair jaarverslag verschijnen. We handhaven deze traditie in 2000 bij de verslaglegging over 1999.

Inleiding: Een eeuw voorbij


thema’s. In de eerste plaats het wonen: een bezigheid die de laatste jaren sterk in beweging is en de komende jaren steeds beweeglijker zal worden. Daarnaast het thema welzijn. Wonen is daar weliswaar een belangrijke factor in maar welzijn gaat verder. We willen daar graag bij stilstaan, evenals bij de bijdrage die organisaties als de onze daaraan kunnen verlenen. Met het oog op de naderende vergrijzing is het thema van de zorg natuurlijk onvermijdelijk in een publicatie als deze. Als vierde besteden we aandacht aan het thema structuur. Structuur, zowel in de samenleving als van onze eigen organisatie, vormt een belangrijke houvast in het bestaan van alledag. Een belangrijke voorwaarde daarbij is naar onze opvatting samenwerking. En dat is tevens het laatste thema waar we in dit korte bestek op in willen gaan.

We bouwen deze uitgave op rond een aantal

mede gebruiken voor de opgaven van morgen. Vandaar dat op veel plaatsen in deze uitgave ook teruggekeken wordt.

Wim van der Linden directeur/bestuurder

woningen. En het wonen is in beweging. Sterker nog: wonen ís beweging. In de vormgeving van deze uitgave vindt u beide elementen - mensen en beweging - dan ook terug. Ik wens u met dit boekje veel leesplezier toe.

Wonen gaat steeds meer om mensen dan om

jaarverslag uiteraard ook in uw bezit krijgen. Dat kan via de antwoordkaart die in deze uitgave is opgenomen. Maar uiteraard is de volledige tekst (in PDF-formaat) ook te downloaden via onze website www.progrez.nl.

Evenals vorig jaar kunt u de officiële versie van het

een meer populaire uitgave als deze - ook ruimte moet zijn voor een financiële paragraaf. Die vindt u op de laatste pagina’s.

Het spreekt voor zich dat in een jaarverslag - zelfs in


zo goed geweest als aan het begin van de 21e eeuw. Mede dankzij de sterke economische ontwikkeling is de keuzevrijheid voor de consument sterk toegenomen evenals het bedrag dat per huishouden aan wonen wordt besteed. Het valt daarbij op dat met name de koopwoningmarkt erg in trek is. Huren verliest duidelijk aan populariteit. De markt kan de vraagontwikkeling overigens maar nauwelijks bijhouden. Hèt kenmerk van de vastgoedmarkt lijkt hoe langer hoe meer een probleem te worden: woningen zijn nu

De kwaliteit van het wonen is in Nederland nog nooit

Wonen

nota ‘Wonen in de 21e eeuw’ het licht zou laten zien. Die verwachting kwam niet uit. Wat wel verscheen was ‘De Agenda’ die de belangrijkste thema’s van de nota reeds in discussie bracht. Naar inmiddels duidelijk is geworden zal de

In 1999 werd verwacht dat staatssecretaris Remkes zijn

eenmaal niet zo gemakkelijk aan te passen aan veranderende wensen als de meeste andere producten. Het gevolg is echter wel dat de bestaande woningvoorraad in toenemende mate niet meer zal voldoen.


poraties in betekenis zal gaan afnemen. Wij verwachten daarin echter wel een verdergaande verschuiving: van eigenaar/verhuurder naar totaal-dienstverlener, waarbij de eigendomssituatie een afgeleide is. De autoriteit van de woningcorporaties - die meer dan een eeuw gebaseerd was op de macht van het getal, het woningbezit, de bijzondere juridische positie, de bijzondere wijze van financiering - zal plaats gaan maken voor de kwaliteit en het probleemoplossend vermogen van de dienstverlener die zich baseert op de kracht van de netwerken waar hij in zit. Woningbezit is

Dat wil echter niet zeggen dat de rol van woningcor-

definitieve nota aangeven dat het kabinet streeft naar een percentage koopwoningen in 2010 van 65%. Dit percentage kan nooit alleen via nieuwbouw bereikt worden, al was het alleen maar vanwege het feit dat iedere nieuwbouwwijk dan slechts uit koopwoningen zou bestaan. Er wordt dus een grote druk gelegd op de bereidheid van (met name) woningcorporaties om huurwoningen te verkopen.

gerelateerd zijn aan het huisvesten van personen die op eigen kracht niet aan woonruimte kunnen komen. Het traditionele verhuren en beheren van betaalbare woonruimte aan lagere inkomens zal daarin steeds een zichtbaar en herkenbaar element blijven op grond waarvan een bijzondere juridische- en fiscale positie gerechtvaardigd is en gewaarborgd zal moeten blijven. Voor de andere activiteiten van corporaties kan en mag gerekend worden op een positie waarin marktwerking een grotere rol speelt. Van corporaties mag ook verlangd worden dat zij de hen ter beschikking staande middelen zo optimaal mogelijk, verantwoord en inzichtelijk besteden.

Corporaties houden uiteraard een aantal kerntaken die

daarin veel meer een instrument bij het verlenen van diensten dan de bestaansgrond van de organisatie.


Aantal woningen in eigendom waarvan goedkoop/betaalbaar: Aantal verkochte woningen Aantal opgeleverde woningen Aantal gekochte woningen Aantal woningen gesloopt Aantal verhuringen aan lagere inkomens: Gemiddeld bedrag aan onderhoud Gemiddelde huurprijs (eind van het jaar)

1999 9.466 59% 125 2 28 1.008 69% 1.251 Ć’ 734

Onderstaande tabel geeft enkele van de belangrijkste feiten weer:

worden, nog steeds sterk beziggehouden met de traditionele kerntaken: het bouwen en beheren van woningen, met name voor personen die daar zelf niet in konden voorzien.

In 1999 heeft onze organisatie zich, zoals verwacht mag

1998 9.617 69% 35 24 1.110 77% 1.277 Ć’ 709


het niveau van welzijn is het niet allesbepalend. Een woning van voldoende kwaliteit is gemakkelijk te leveren maar een leefomgeving waarin mensen zich welbevinden vraagt om meer. Hier doet zich een vreemd fenomeen voor: hoewel de vraag naar ‘goed wonen’ per definitie breder is dan naar alleen een ‘goede woning’ richt de woonconsument zich met zijn bestedingen in toenemende mate op het privégedeelte. Er is veel behoefte aan privacy - zowel in als om de woning - en aan een eigen domein. Daarin wordt fors geïnvesteerd. Zelf investeren in de omgeving gebeurt vrij weinig; dat wordt in toenemende mate overgelaten aan publieke en private organisaties zoals overheden, woningcorporaties, wijkverenigingen e.d.

Hoewel wonen een belangrijke determinant is voor

Welzijn

den van corporaties. Progrez ziet ook daarin voor zichzelf een nadrukkelijke rol weggelegd. Al sinds jaar en dag tracht de organisatie aanwezig te zijn in de buurten en wijken, onder andere via het inzetten van wijkhuismeesters. Zij vormen de ogen en oren maar ook het gezicht van de organisatie in de directe woonomgeving. Voorts probeert Progrez de kwaliteit van de voorzieningen in de directe omgeving van woningen (groen, speelvoorzieningen, gemeenschappelijke ruimtes, parkeerplekken) op een behoorlijk peil te houden. Waar nodig wordt ook opgetreden indien gebruikers van de wijk hun afspraken niet nakomen.

De woon- en leefomgeving behoren tot de werkgebie-

geving niet aan de uitkomsten van de vrije marktwerking overgelaten worden: zorg en aandacht van oprecht betrokken partijen moet georganiseerd en gegarandeerd worden. Corporaties - of beter: woonmaatschappijen - kunnen daarin het voortouw nemen. Zij zijn bij uitstek geschikt en geëquipeerd om in de diverse wijken als knooppuntorganisatie op te treden en daarbij op het juiste moment de juiste partijen met elkaar en met de bewoners van de wijk in contact te brengen.

Naar onze opvatting kan een goede woon- en leefom-


Aantal wijkhuismeesters Medewerkers leefbaarheid + woonmaatschappelijk werk Aantal bemiddelingen in conflicten door woonmaatsch. werk Aantal ontruimingen Bedrag per woning t.b.v. participatie Omvang Volkshuisvestingsfonds per woning

1998 11,33 1 n.v.t 39 ƒ 7,50 ƒ 104

totstandkomen van lange-termijn-prestatieafspraken rond het wonen in de wijken van Dordrecht. In samenspraak met de gemeente en de andere corporaties zijn visies neergelegd over de toekomst van de wijken en het aanpakken van bestaande knelpunten daarin. Bij die prestatieafspraken is onder meer aandacht besteed aan de bevolkingsopbouw, de wenselijke verhouding koop/huurwoningen, de menging van goedkope-, betaalbare- en dure woningen per wijk, de (wenselijke) voorzieningen enzovoorts.

duidelijke visie op de wijk, zorgvuldig beheer van de gebouwde, de groene en sociale omgeving en een actief participeren van bewoners, bedrijven en instellingen in het functioneren van een wijk zijn randvoorwaarden om dat functioneren tot een succes te maken. Progrez wil daar graag een trekkersrol in spelen door het aanbieden van een breed scala aan producten en diensten en door het inschakelen van instellingen en bedrijven die daarop nog aanvullingen kunnen leveren.

1999 12,33 3 42 55 ƒ 7,50 ƒ 630

In 1999 is Progrez een van de trekkers geweest bij het

Maar werken aan goed wonen gaat nog verder: een


is inmiddels op een ongekend hoog niveau aangeland. Een en ander wordt uiteraard veroorzaakt door de sterk groeiende economie waardoor vrijwel iedereen in onze samenleving het beter krijgt. ‘Vrijwel’, daar gaat het om: niet iedereen krijgt het beter. Er zijn en blijven knelgroepen die - vaak door een samenloop van oorzaken - steeds verder in het nauw komen. Progrez blijft het als haar taak zien om met

De welvaart - en daarmee kwaliteit van het wonen -

E  : name ook voor deze knelgroepen te werken. Dat kan in de vorm van bijzondere projecten (waarvan Progrez er inmiddels een aantal heeft gerealiseerd), bijzondere samenwerkingsverbanden (zoals genoemd aan het eind van deze uitgave), extra medewerkers die goed bekend zijn met de leden van die groepen, kantoren in de wijken en het optreden als knooppuntorganisatie tussen klanten respectievelijk leveranciers van hulp en diensten.


onze samenleving mee te maken krijgt. Nu reeds worden allerwegen berekeningen gemaakt over de kosten van de ‘Grijze Golf ’ en de betaalbaarheid van de zorg. Progrez is van mening dat woningcorporaties een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het welbevinden van (oudere en jongere) zorgbehoevenden in de regio. Het beeld dat wij daarbij hebben ziet er als volgt uit: • de reeds een aantal jaren geleden in gang gezette ‘scheiding tussen wonen en zorg’ zal alleen nog maar verder doorgaan. Zelfs ziekenhuizen zullen op termijn geen verblijffuncties meer kennen maar zich uitsluitend concentreren op het verrichten van ingrepen;

De vergrijzing zal de komende decennia een van de belangrijkste items worden waar

Zorg


verpleeghuizen zullen niet meer in voldoende aantallen worden bijgebouwd om de totale verpleegbehoefte intramuraal op te kunnen lossen. Dat laatste is overigens ook nooit de bedoeling geweest. Er is een rijksnorm die gehandhaafd blijft waardoor het (toenemend) aantal ouderen (55-plussers) langer zelfstandig zullen moeten blijven wonen. De zorgbehoefte neemt met name toe onder de 75-plussers, die ook in aantal sterk toe zullen nemen;

• zorgvragers zullen dus in toenemende mate zorg gaan ontvangen in de eigen woonsituatie. En het is dan van belang dat die zorg (cure én care) ook op een goede manier geleverd kan worden. Basiseisen zijn dan dat er voldoende zorgcapaciteit is, dat de zorginfrastructuur optimaal functioneert en dat de communicatie- en informatiestromen zo soepel mogelijk verlopen; • verder is het van groot belang dat woningen zodanig gedimensioneerd en uitgerust zijn dat er geen fysische


hun beleid nadrukkelijk rekening houden met deze ontwikkelingen. Uitzonderingen vormen woonvormen voor meer gefortuneerde zorgvragers: het lijkt haast alsof iedere vastgoedbeheerder daar een of meerdere projecten voor ontwikkelt. Corporaties (woonmaatschappijen) kunnen in het hierboven geschetste beeld een belangrijke rol gaan spelen mits zij in staat zijn om het combineren van wonen/zorg/verpleging ook organisatorisch goed voor elkaar te krijgen. Het kunnen beschikken over een goed netwerk met deskundige en betrouwbare partners is daarbij cruciaal. Dat is ook de reden dat Progrez veel tijd steekt in het onderhouden van dat netwerk. In het volgende hoofdstuk (in de paragraaf over samenwerking) wordt daar nader op ingegaan.

In de praktijk blijkt dat nog niet veel vastgoedeigenaren in

belemmeringen zijn voor het eventueel verlenen van zorg- of verpleegdiensten. Mochten dergelijke belemmeringen wel bestaan dan dienen die zo goed mogelijk weggenomen te worden; • indien het wegnemen van de fysische belemmeringen geen optie is dient gezorgd te worden voor de beschikbaarheid van andere (desnoods tijdelijke) woonruimte.

vragen en waar Progrez activiteiten voor ontplooit. Genoemd kunnen onder andere worden: • Projecten voor lichamelijk gehandicapten (2 FOKUSprojecten) • Verhuur van woningen aan het Leger des Heils • Verhuur van woonruimte t.b.v. ex-psychiatrische patiënten (via De Grote Rivieren)

Naast ouderen zijn ook nog andere groepen die zorg

het leeuwendeel van de zorg in Nederland. Tot de belangrijkste activiteiten van Progrez voor deze groep behoren onder andere: • verhuur van woningen aan zorginstellingen (Spectrum, Vijverhof) • inhuren van zorg via zorginstellingen (De Linde, Wielborgh) • samenwerking bij de verhuur van woonruimte voor ouderen (Spectrum, Wielborgh)

De zorg die nodig kan zijn bij het ouder worden vormt


kort neer op de constatering dat woningcorporaties voor het

De conclusie van de MDW-werkgroep kwam heel in het

specifieke werkterrein van woningcorporaties en over de bijzondere bevoegdheden en vrijstellingen die corporaties daarvoor worden gegund. Door de staatssecretaris zijn de woningcorporaties dan ook aangemeld voor een zogenoemde MDW-toetsing (marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit). Dit houdt in dat getoetst wordt of de markt de taken niet in voldoende mate zou kunnen overnemen en - mocht dat niet het geval zijn - onder welke voorwaarden er aan bepaalde instellingen bijzondere bevoegdheden moeten worden verstrekt. Eind 1999 rapporteerde de werkgroep aan de staatssecretaris.

Reeds jaren is er sprake van een discussie over het

S

Structuur en samenwerking

organisatie in december 1999 heeft plaatsgevonden rond de ondernemingsstructuur. Zoals reeds verwoord in de ondernemingsvisie (Waar wonen leeft 2005) streeft Progrez reeds langer naar een ondernemingsstructuur waarin publieke en

Dit advies past bij de besluitvorming die binnen onze

kunnen uitvoeren van de kerntaken (het bieden van huisvesting voor die huishoudens die vanwege hun financiële positie of door andere omstandigheden geen of onvoldoende toegang hebben tot huisvesting op de vrije markt) nog steeds een bijzonder positie dienen te behouden. Echter wat betreft de doelmatigheid en het zogenoemde ‘gelijke speelveld’ (concurrentiepositie met de vrije markt) liggen risico’s op de loer. De commissie adviseert dan ook om de bestaande situatie voor wat betreft de taken die binnen het BBSH passen vooralsnog te behouden maar op de gebieden daarbuiten meer marktwerking te introduceren.


zien als een van de meest belangrijke factoren voor het welslagen van onze onderneming. Het spreekt dan ook voor zich dat er ook in 1999 met veel organisaties en instellingen op veel gebieden werd samengewerkt. In deze paragraaf kunnen we helaas - dan ook slechts een gedeeltelijk overzicht bieden.

Uit bovenstaande alinea blijkt al dat wij samenwerking

S

holding (Pro-Groep) met daarin twee kernbedrijven (Progrez en Pro-Net). Binnen de holding wordt intensief samengewerkt waarbij de holding nadrukkelijk stuurt op resultaten. De holding zelf staat open voor verdere samenwerking, niet alleen op de traditionele terreinen van het wonen maar zeker ook om resultaten te behalen op de terreinen welzijn en zorg.

In 2000 wordt gewerkt aan de totstandkoming van een

private taken door publieke- respectievelijk private bedrijven in samenhang kunnen worden uitgevoerd. Heldere scheiding van taakvelden, transparantie, toetsbaarheid en synergie vormen daarbij kernbegrippen.

met de stichting Gecombineerd Woningbeheer uit Zwijndrecht, een collega-corporatie met dezelfde ideeën en ambities als Progrez en waarmee daardoor een combinatie met perspectief is ontstaan. Reeds eind 1998 hebben de directies van Woningstichting Progrez en Gecombineerd Woningbeheer besloten om te gaan samenwerken. In januari 1999 is de samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen getekend. In de loop van 1999 is de samenwerking op diverse onderdelen geconcretiseerd. Voorbeelden hiervan zijn: - per oktober 1999 één vernieuwd “frontoffice”-kantoor bij Gecombineerd Woningbeheer voor zowel Gecombineerd Woningbeheer als Progrez; - strategische samenwerking bij herstructurerings- en uitleglocaties als risicodragende partijen; - onderzoek naar de mogelijkheden van gezamenlijke projectontwikkeling; - financieel beleidsvergelijk op basis van waarderingsgrondslagen en meerjarenbegroting en daar waar gewenst aanpassingen doorgevoerd; - uitwisselen van personeel/deskundigheid.

In de eerste plaats willen we noemen de samenwerking

G W


Progrez, Gecombineerd Woningbeheer, zorgcentrum Swinhove en zorgcentrum Wielborgh plannen maken voor hotelachtige voorzieningen voor senioren op het gebied van wonen, welzijn en zorg.

Wonen à la Carte is een project waarin Woningstichting

W   C

dere samenwerkingsvormen, een meer-waarde op moeten leveren in de vorm van betere producten en diensten voor de klant, een betere prijs/kwaliteitsverhouding, perfecte dienstverlening, een beter financieel rendement en verdere professionalisering van beide organisaties. De opgaven in de volkshuisvesting in de regio staan hierbij centraal, niet de samenwerkingsvorm. Beide organisaties gaan uit van gelijkwaardigheid en behoud van zelfstandigheid. Daarbij geven de organisaties elkaar het exclusieve recht om gebruik te maken van elkaars producten, diensten, kennis en kunde.

In 2000 zal deze samenwerking, gekoppeld aan meer-

woningen in de nieuwe wijk Volgerlanden in Hendrik-IdoAmbacht maakte Progrez al deel uit van de Stichting

Voor wat betreft de realisatie van een flink deel van de

VINEX- V

een woongebouw gerealiseerd met 74 appartementen voor ouderen: 24 koop- en 50 huurappartementen. De huurappartementen zijn voor de helft in eigendom van woningstichting De Maashoek en voor de andere helft van Progrez.

Naast het zorgcentrum Swinhove te Zwijndrecht wordt

P D P

C Z Het Centrumplan Zwijndrecht is een project waarin Gecombineerd Woningbeheer en Woningstichting Progrez met de Gemeente Zwijndrecht actief het centrum van Zwijndrecht mee ontwikkelen tot een aantrekkelijk stadshart.


gezien als de wijk met de grootste herstructureringsopgave in de regio. Als een van de verhuurders in de wijk werkt Progrez samen met de andere twee corporaties aan de ontwikkeling van plannen voor het verbeteren van de leefbaarheid waarbij een scala aan middelen (sloop/nieuwbouw, restauratie, renovatie en verkoop) zal worden ingezet.

De wijk Oud Krispijn in Dordrecht wordt allerwegen

H O K

onder firma (v.o.f.) opgericht met de vier corporaties onder de naam Volgerlanden Ontwikkelingscombinatie (VOC). De VOC is operationeel per 1 januari 2000.

In 1999 werd naast deze stichting een vennootschap

Samenwerkende Woningcorporaties Volgerlanden. Daarin zitten ook Gecombineerd Woningbeheer, de stichting Volkshuisvesting Zwijndrecht/Dordrecht (beide uit Zwijndrecht) en de woningstichting Algemeen Belang uit HendrikIdo-Ambacht.


W Z-H Z Progrez neemt actief deel aan de vereniging van Woningcorporaties Zuid-Holland Zuid onder meer door het organiseren van bijeenkomsten, het leggen van contacten en het ontwikkelen van producten zoals de Woonmonitor. Binnen de vereniging zijn drie ‘kamers’ te onderschei-

R  Door de woningcorporaties in het Drechtstedengebied is in 1999 gewerkt aan de totstandkoming van een regionaal aanbodsysteem voor leegkomende woningen van corporaties. Per 1 januari 2000 is dit systeem van start gegaan.

het fenomeen wijkbeheer aan de orde. Op het niveau van de wijk (en in het belang van de wijk) wordt door een groot aantal instanties samengewerkt om de leefbaarheid te verbeteren of in stand te houden. Tot die instanties behoren de gemeente, het welzijnswerk, de politie, gemeentelijke diensten, zorginstellingen en uiteraard de corporaties.

In diverse wijken in Dordrecht en Zwijndrecht is

W

samen aan de totstandkoming van een gezamenlijk programma ten behoeve van de Investeringsvisie Stedelijke Vernieuwing. Ook Progrez heeft in 1999 een actieve inbreng gehad in de totstandkoming van een samenhangend programma stedelijke vernieuwing. In dat programma staat

De gemeenten in de Drechtsteden werkten in 1999

P D

Rotterdam heeft Progrez het initiatief genomen om een bijeenkomst te beleggen van alle corporaties en wethouders volkshuisvesting uit het oostelijk deel van IJsselmonde. Doel van de bijeenkomst was te bezien in hoeverre de partijen uit dit gebied elkaar zouden kunnen bijstaan in het gezamenlijk formuleren en bereiken van gemeenschappelijke belangen en doelen. In 2000 wordt er een vervolg gegeven aan deze bijeenkomsten.

Samen met Volkshuisvestingsgroep Woonbron uit

IJ-O

den, samenvallend met de drie subregio’s Hoeksche Waard, Drechtsteden en Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.


greep uit het grote aantal samenwerkingsverbanden. Een dergelijke opsomming kan nooit volledig zijn en doet daarmee ook geen recht aan de inspanningen die door alle medewerkers en zakelijke partners worden geleverd om de beoogde resultaten te behalen. Op deze plaats is een woord van dank aan iedereen die met ons samenwerkt op z’n plaats.

Zoals gezegd is de bovenstaande opsomming slechts een

T 

status in de vorm van een stichting. Progrez is blij met het feit dat het Zorgberaad een actieve bijdrage heeft geleverd aan de planvorming voor de Volgerlanden en aan het onderzoek naar de geschiktheid van woningen voor ouderen.

In 1999 kreeg het regionaal zorgberaad een officiële

R Z

de versterking van het gehele Drechtstedengebied centraal waarbij de (harde maar kwetsbare) grens met het groen hoge prioriteit krijgt.


M    . A  . A  . A  . A 

G    VHE

T   ( ƒ .,‒)

A  (VHE) . W   . G . B . O  



K

 - -

.

..

.    .



-



.

..

.    .



, , ,

P-  . G   WWS . G 

, ,

K . A    , . A    , . K      , . K     , . T     .,

A    (   %   ) . G < ,‒ . B < ,‒ . D > ,‒



, ,

.,

,

,

, ,

, , ,




, , , .

,

, , , .

O A     ,

S L R   E   

. . . .







F K


. . . . . . . .  .  . . . .  . -. 

 . . .  . . . , .

B . A . E . S . S  . L  . O  T 

R    . . R  . O    . . R -. J .



. . . .







B . H . E . V . O . B    . O  T 

W-   

 ƒ .,‒

 ƒ .,‒

. . . . . . . . . .

P E  E V S    S    T 



V  - M   - F   V  T 

A

B   

. . . . . .

. . . .



 ƒ .,‒


De belangrijkste stijging van het jaarresultaat 1999 in vergelijking met 1998 wordt veroorzaakt door de toename van het aantal verkochte woningen (125 t.o.v. 35). In de jaarplannen is de intentie opgenomen om tot 2005 jaarlijks ca. 100 woningen te verkopen. De stijging van het eigen vermogen wordt veroorzaakt door het hogere resultaat over 1999 die deels is toegevoegd aan het eigen vermogen. Er heeft een extra dotatie aan het ‘Volkshuisvestingsfonds’ plaatsgevonden, waardoor de stand van deze voorziening eind 1999 niet de begrote ƒ 3 mln bedroeg maar bijna ƒ 6 mln. Het Volkshuisvestingsfonds is bedoeld voor herstructurering van wijken en de ontwikkeling van de VINEX-locatie Volgerlanden.

Toelichting


Vormgeving: Drukkerij: Oplage: Uitgave:

Studio Van Pelt, Amsterdam Dombosch, Raamsdonksveer 500 exemplaren Woningstichting Progrez

Colofon

078-654 88 88 078-654 88 99 info@progrez.nl www.progrez.nl

Telefoon: Fax: Email: Website:

Ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Dordrecht onder nummer 23034318

Postbus 8008 3301 CA Dordrecht

Callistolaan 2 3318 JA Dordrecht

Woningstichting Progrez

‘Wonen in beweging’ is het populaire jaarverslag van woningstichting Progrez over 1999.


Wonen in beweging


Emailadres:

Woonplaats:

Postcode:

Adres:

T.a.v.:

Naam:

Al deze documenten kunt u ook bekijken en downloaden vanaf onze website: www.progrez.nl

De Bedrijfsfilosofie De Kwaliteitsverklaring Ondernemingsvisie ‘Waar Wonen Leeft 2005’ Het volledige jaarverslag 1999 Brochure Geschillenadviescommissie Brochure Servicekosten Onderhouds-ABC Brochure Verzekeringspakket Progrez Woonmagazine Hou mij regelmatig op de hoogte van nieuwe uitgaven

daarvan de volgende informatie:

Ik heb ‘Wonen in beweging’ gelezen. Stuur mij naar aanleiding

Antwoordkaart


Woningstichting Progrez Antwoordnummer 125 3300 VB DORDRECHT

Geen postzegel nodig


www.progrez.nl


Wonen

in beweging

jaarverslag 1999


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.