Automation Magazine december 2013

Page 1

DEC 2013

194

Hydropneuma

Dé referentie voor industriële automatisering

Dossier Safety : de Machinerichtlijn In Europa kan een machineproducent de verplichtingen van de ‘Machinerichtlijn’ nauwelijks ontlopen. Alleen blijkt deze regelgeving niet altijd even correct of volledig te worden toegepast. Dit kan wel eens verregaande gevolgen hebben. Bij ongevallen kunt u immers aansprakelijk worden gesteld. Een gewaarschuwd man is er dus twee waard...

13

HT 20 IC Z R E V O R A A J

ISERING UTOMAT A E L IË R DUST

IN

UEL SOMMAIRE ANN

2013 IELLE

Antwerpen X - P 309959 - 15 EURO

4de trimester - 43e jaargang - Afgiftekantoor

Driemaandelijks tijdschrift van FIMOP en BELGITRANS -

TR N INDUS ATISATIO L’AUTOM

10 - SAFETY Concertgebouw Brugge: flexibele veiligheidsoplossing in de spotlights

16 - OLIEN EN SMEERMIDDELEN Smeermechanismen met vet in wentellagersystemen

22 - BEURZEN Terugkijken op Matexpo 2013



Belgische beroepsvereniging voor industriële aandrijftechnieken (mechanisch, elektrisch, mechatronisch en hydro-dynamisch)

vzw FIMOP Tel: +32 (0)2 640 77 35 Fax: +32 (0)2 640 84 80 info@fimop.be www.fimop.be

vzw BELGITRANS Tel: +32 (0)2 534 15 15 info@belgitrans.be www.belgitrans.be

RAAD VAN BESTUUR Yves Meulenijzer: Voorzitter Jo Verstraeten: Ondervoorzitter Marcel De Winter: Secretaris Philippe Consiglio: Penningmeester Hugues Maes: Bestuurder Paul Vermeiren: Bestuurder Jean-Pierre Vanderkelen: Bestuurder

RAAD VAN BESTUUR Geert Heyvaert, MGH NV Ludo De Groef, ESCO DRIVES NV Luc Van Hoylandt , ACT IN TIME SPRL Luc Roelandt, GKN STROMAG BENELUX NV Bart Vanhaverbeke, VOITH TURBO NV Steven Cassiers, SIEMENS NV Dick ter Welle, HANSEN INDUSTRIAL TRANSMISSIONS NV

TOEZICHTHOUDERS Jean Schauss, Atlas Copco Maciej Szygowski, Doedijns Fluidap

TOEZICHTHOUDERS Steven Bergia, MEA Marc Goos, Transmo

COMMISSIES Confederatie Toetredingen Algemene voorwaarden CETOP Onderwijs - IHP Events & Beurzen Repertorium Tijdschrift Automation-HP MARCOM GROUP MARKTONDERZOEK - HYDRAULICA - PNEUMATICA - AFSLUITERS E-News - Webstek Beroepsethiek

COMMISSIES MARKETING EXPOSITIONS MEDIA WEBSITE

LEDEN 2013 ABFlex Group AF BELGIUM ASCO NUMATICS BENELUX Atlas Copco Compressors Boge Compressors BOSCH REXROTH Brevini Fluid Power BURKERT CONTROMATIC CLIPPARD EUROPE CQS TECHNOLOGIES COMPAIR GEVEKE DECLEER-GAELENS & PARTNERS Doedijns Fluidap DONALDSON ULTRAFILTER EFC ERIKS + BAUDOIN Euregio Hydraulics FESTO BELGIUM FLUIDTECH GATES EUROPE Hansaflex HYDAC HYDRAULIC ASSISTANCE HYDRAUMEC INTERNATIONAL HYDRAUVISION Hydro Tools INGERSOLL RAND BENELUX IPAR Industrial Partners b.v. K-FLEX LinMotion Manuli Fluiconnecto nv NORGREN PALL BELGIUM PARKER HANNIFIN PIRTEK BENELUX Poclain Hydraulics PROTEC NV REM B SERVICE HYDRO SMC PNEUMATICS Stäubli TESTO VAN DE CALSEYDE VB Parts Hydraulic VAMECO VEMOFLEX Vermeire Motion WTS Hydraulics

LEDEN 2013 ABB - ASEA BROWN BOVERI NV ACT IN TIME SPRL ATB AUTOMATION NV AVD BELGIUM SPRL AZ HOLLINK BELGIUM BVBA BAUER GEAR MOTOR BEGE AANDRIJFTECHNIEK BVBA BRAMMER NV BREVINI BENELUX CALDIC TECHNIEK BELGIUM CET MOTOREN NV ERIKS NV - ERIKS+BAUDOIN ESCO DRIVES NV GKN SERVICE BENELUX GKN STROMAG BENELUX NV HABASIT BELGIUM NV HANSEN INDUSTRIAL TRANSMISSIONS NV KTR BENELUX BV MEA BVBA MGH NV MOTOREN FRANCOYS OPTIBELT GMBH RB SOLUTIONS RENOLD PLC ROTERO BELGIUM BVBA SEW - EURODRIVE BELUX NV SIEMENS NV SKF BELGIUM NV/SA TAS L & CO BVBA TRANSMO NV VIALEC BVBA VOITH TURBO NV WEG BENELUX NV YASKAWA EUROPE GmbH

Hydropneuma

DEC 2013

BELGITRANS

Belgische Verenigingen van Fabricanten, Invoerders en Verdelers van Materiaal voor Industriële Hydraulica, Pneumatica, Automatisatie en aanverwante technieken. Lid van het Europese comité CETOP

194

FIMOP

Dé referentie voor industriële automatisering

Omslagverhaal

COLOFON SECRETARIAAT C. VAN KERCKHOVENSTRAAT 106 B- 2880 BORNEM Tel Fimop: +32 (0)2 640 77 35 Tel Belgitrans: +32 (0)2 640 84 32 Fax: +32 (0)2 640 84 80 automation@hydropneuma.be www.hydropneuma.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Yves Meulenijzer, FIMOP p/a KHNB, Louisalaan 500, B 1050 Brussel REDACTIECOMITE Ing. René Decleer, Ing. Roger Stas, Steven Cassiers, Yves Meulenijzer REALISATIE CxO Europe C. VAN KERCKHOVENSTRAAT 106 B - 2880 BORNEM PUBLICITEIT Dirk Vermant – gsm: +32 (0)477 270 787 e-mail: dirk.vermant@cxonet.be Redactie Arn Borstlap - tel: +32 (0)2 640 77 35 e-mail: automation@hydropneuma.be DRUKKERIJ Artoos, Kampenhout

7-8-9 - Dossier Safety : de Machinerichtlijn In Europa kan een machineproducent de verplichtingen van de ‘Machinerichtlijn’ nauwelijks ontlopen. Alleen blijkt deze regelgeving niet altijd even correct of volledig te worden toegepast.

Inhoud REPORTAGE Consortium brengt tweede editie van colloquium voor bordenbouw

p. 5

DOSSIER SAFETY De Machinerichtlijn Veiligheid in de spotlights

p. 7 p. 10

DOSSIER OLIEN EN SMEERMIDDELEN Smeermechanismen met vet in wentellagersystemen JAAROVERZICHT 2013

p. 16 p. 21-36

Verspreiding 7.500 ex. NL + 3.500 ex FR ABONNEMENT: prijs: 50 euro

BEDRIJFSPROFIEL

Automation Magazine is een uitgave van de beroepsverenigingen Fimop en Belgitrans.

Een hart voor hydraulica en een

De advertenties in Automation Magazine worden ter goedkeuring aan het redactiecomité voorgelegd. Alle advertenties die betrekking hebben op de technieken en de producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie. Alle artikels en berichten in de redactionele bijdragen van dit tijdschrift werden door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen advertenties. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten. Volgend nummer: maart 2014 AUTOMATION paraît aussi en français Lid van de Unie van de uitgevers van de Periodieke Pers.

glasheldere groeistrategie

p. 37

ACTUALITEIT

p. 45

DOSSIER HYBRID HYDRAULICS Hydraulisch-hybride aandrijvingen: deel 2

p. 48

Nieuws en Actualiteit

p. 54

ISSN 0773-6252 Copyright FIMOP 2013

194 - DEC 2013 - P 3


Voorwoord

Laat ons land opnieuw aansluiten bij de koplopers in innovatie Op het moment dat u dit blad leest, behoort 2013 alweer tot het verleden en heeft 2014 zijn intrede gedaan, en sommigen onder U hebben wellicht het hoofd vol nieuwe plannen. Ook Automation Magazine is met frisse moed aan een nieuwe periode begonnen. Maar we doen dit niet zonder het voorbije jaar nog één keer onder de loep te nemen. In dit nummer brengen we in het Jaaroverzicht onder meer enkele vernieuwende producten van het voorbije jaar voor het voetlicht en kijken we met een fotoreeks terug op de Matexpo beurs in Kortrijk. In het thema-artikel over ‘Safety’ leest u meer over de machinerichtlijn. De machinebouwer kan binnen Europa de verplichtingen van de ‘machinerichtlijn’ immers nauwelijks ontlopen. Alleen blijkt deze regelgeving niet altijd even correct of volledig te worden toegepast. Een gewaarschuwd man is er dus twee waard. Automation Magazine blikt ook vooruit. De Hannover Messe in april staat in het teken van ‘Integrated Industry – NEXT STEPS’. Daarmee gaat deze belangrijke industriële vakbeurs in op het thema ‘de toekomst van de sector’ en zet ze de volgende stappen in de richting van de intelligente fabriek.

Meer ingenieurs Over de toekomst van de industriële sector wordt in diverse media veel geschreven, en nog meer meningen verkondigd. In dit licht vond ik vorig jaar de forse stijging van het aantal ingeschreven studenten Industrieel ingenieur een opmerkelijk feit. Ruim 14 procent meer dan de vorige jaren. Dat de opleiding voortaan door de universiteiten gegeven wordt, is mogelijk een verklaring voor de plotse stijging. De verhoogde interesse in de studierichting Industrieel ingenieur kannibaliseert het aantal inschrijvingen burgerlijk ingenieur, maar gelukkig niet helemaal. De stijging bij de industrieel ingenieurs is groter dan de daling bij de burgerlijk ingenieurs, er is wel degelijk sprake van een significante extra instroom.

Belgische ruilvoet De voorbije maanden werd ook de alarmbel geluid naar aanleiding van de verslechtering van de Belgische ruilvoet. De ruilvoet is de verhouding tussen de waarde van de export en de import, of met andere woorden, we verkopen lagere volumes en met minder marge, terwijl we duurder en of meer aankopen buiten onze landsgrenzen. Een blijvend dalende ruilvoet knaagt aan de rentabiliteit van de Belgische economie, en ondermijnt op termijn onze welvaart. Deze dalende trend houdt nu reeds enkele jaren aan, het wordt dus hoog tijd om het tij te keren. Meer exporteren is een

P 4 - 194 - DEC 2013

voor de hand liggend antwoord, helaas stellen we vast dat in 18 jaar tijd de Belgische bedrijven om en bij 25 procent marktaandeel verloren. Dit is vooral te wijten aan het feit dat we de export boot naar de opkomende landen hebben gemist. Doe daar onze zwakke concurrentiepositie, als gevolg van de hoge loonlasten, boven op en je begrijpt dat meer export niet evident is. Gelukkig is er nog een andere manier om onze export op te krikken. Een groter aandeel van hoogkwalitatieve en/of hoogtechnologische producten in onze export, maakt hogere marges mogelijk en we blijven de “kopiërende” concurrentie voor. In de groeimarkten hebben producten en merken van het oude continent nog steeds een iconische imago van degelijkheid en vernuft. We moeten hier blijvend op inspelen door de concurrentie steeds een stap voor blijven met innoverende producten en machines. Enkel dan speelt het prijs effect veel minder, zal de ruilvoet vanzelf stijgen en verzekeren we ons welvaartsniveau. Onze uitvoer richting de groeimarkten evolueert veel te traag ten op zichtte van steile vraag die zich daar de afgelopen 20 jaar heeft ontwikkeld. We moeten dus op zoek naar een hogere versnelling in het ontwikkelen van vooruitstrevende en hoogtechnologische producten. Meer onderzoek en ontwikkeling vormen daarbij de logische hoeksteen, vraag is natuurlijk: waar halen we de middelen vandaan ? De combinatie van lagere marges en hoge fiscale druk annex loonlasten onderdrukken de broodnodige creativiteit en innovatie. Ik zou daarom een lans willen breken voor een “O&O spaarfonds” waarin bedrijven een percentage van de bedrijfsvoorheffing en RSZ storten. Indien deze bedragen niet binnen een bepaalde tijd opnieuw worden geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling, worden ze naar een regionaal investeringsfonds overgeheveld en ter beschikking gesteld aan bedrijven die bijkomende behoefte hebben aan creatief kapitaal. Verlaag de drempel, verruim de definitie van onderzoek en ontwikkeling en beperk de administratieve rompslomp. Alleen dan krijgt men het gevoel dat niet alle opbrengsten van noeste arbeid verdwijnen in de bodemloze put van het Belgische overheidsbeslag. Geef onze ingenieurs uiteindelijk weer de ruimte om nieuwe concepten te bedenken en zo ons land opnieuw te laten aansluiten bij de koplopers van de innovatie. Hoop doet leven! Ik wens u een bijzonder vreugdevol en succesvol 2014 toe.

Yves Meulenijzer Voorzitter FIMOP yves.meulenijzer@fimop.be

n


Actualiteit

Switching on the Future 2.0

Consortium brengt tweede editie van colloquium voor bordenbouw Het tweede Belgische Bordenbouw Colloquium in oktober was alweer een schot in de roos. Specialistenbordenbouwers verzamelden in Zellik voor hun jaarlijkse sectormoment. Ze werden er verwelkomd door ABB, EPLAN, Phoenix Contact en Rittal, samen met nieuwe partner Festo, de leden van het actieve bedrijvenconsortium rond bordenbouw. De klemtoon lag deze keer op het Education Concept. Uit de sectorenquête en het colloquium van vorig jaar bleek één van de grootste pijnpunten de moeilijke zoektocht naar geschoold personeel te zijn. Deelnemers waren er het over eens: scholen bereiden hun studenten te weinig voor op de dagelijkse praktijk en er is zeker nood aan gespecialiseerde opleidingen.

Education Cabinet Het consortium stak de koppen samen en bedacht het ‘Education Concept’. Doel is, met de bordenbouw centraal, om spelers de nodige kennis aan te reiken, een brug te slaan tussen de bedrijven en het technisch onderwijs en de instroom van geschoolde medewerkers te stimuleren. Concreet vertaalde het initiatief zich in de ontwikkeling van het Education Cabinet, een industriële stuurkast die samen met een elektrisch dossier, handleiding en een opleiding voor docenten, wordt aangeboden aan scholen om leerlingen vertrouwd te maken met de competentie bordenbouw. Het zelfbouwpakket bundelt de nieuwste technologieën van de vijf partners: • EPLAN maakt het elektrisch dossier op met EPLAN Electric P8, inclusief de nodige EPLAN Education licenties • RITTAL levert de industriële behuizing als ‘ready-to-start’ waardoor volgende zaken voorbereid zijn: alle uitsparingen op de kastdeuren, montageplaten gemonteerd, Din-rails en draadkokers reeds bevestigd op de montageplaten, … • ABB levert het schakelmateriaal • PHOENIX CONTACT levert de automatiseringscomponenten • FESTO levert een ventieleiland met Profinet

Metalen behuizing De stuurkast bestaat uit een staande metalen behuizing voor het gebruiksgemak gemonteerd op wielen. De twee deuren bevatten alle bedieningen voor de vijf basisschakelingen. De kast is zó opgebouwd dat vier leerlingen tegelijk hun opdracht kunnen uitvoeren. “Het concept werd voorgesteld op de vakbeurs Indumation in april 2013 en tijdens een Education Day in mei 2013,“ aldus Jo Verstraeten, General Manager van Festo. “We ontvingen al 67 voorinschrijvingen van technische scholen uit heel Vlaanderen. En ondertussen zijn de eerste systemen ook al besteld.”

Peterschapsproject Om voor de scholen de investering mogelijk te maken, nam het bedrijvenconsortium al een volgende stap. Zij lanceerden het peterschapsproject waarbij een bordenbouwer zich opwerpt als peter en zodoende, in samenwerking met een bepaalde school, technische leerlingen onder zijn vleugels neemt. Dat heeft zo zijn voordelen. Voor de bordenbouwer die talent opspoort en het tekort aan personeel opvangt, voor de school die haar opleidingen professionaliseert en een doelgerichte ontwikkeling aanbiedt, én natuurlijk voor de leerling die zijn kansen op de arbeidsmarkt ziet stijgen. “We zien het peterschapsproject als een belangrijke investering in de sector,” zegt Jo Verstraeten. “De rol van het consortium is duidelijk: het initiëren van de contacten en het faciliteren van de samenwerking tussen de hoofdrolspelers in dit verhaal.” Een contactdag voor bedrijven en scholen vindt plaats op 22 januari 2014. Inschrijven voor het peterschap kan via www.switchingonthefuture.be n

V.l.n.r.: N.De Baerdemaeker (EPLAN), G. Van der Veken (Rittal), K. Declercq (Phoenix Contact), L. Nysten (ABB), J.P. Stragier, B. Siemons (LimtecAnttec), J. Verstraeten (Festo)

194 - DEC 2013 - P 5



SAFETY

‘Veiligheid’ van machines was tot eind jaren tachtig een materie die elke lidstaat zelf reglementeerde. Maar met het opengaan van de Europese grenzen (en vrije verkeer van handelsgoederen) was er nood aan een algemene, eenduidige regelgeving voor het hele EU-gebied. Vandaar dat de Europese Commissie in 1989 de ‘machinerichtlijn’ lanceerde.

Machinerichtlijn wordt goed gevolgd, maar het kan nog beter! In Europa kan een machineproducent de verplichtingen van de ‘machinerichtlijn’ nauwelijks ontlopen. Alleen blijkt deze regelgeving niet altijd even correct of volledig te worden toegepast. Dit kan wel eens verregaande gevolgen hebben. Bij ongevallen kan u immers aansprakelijk worden gesteld. Er zijn de boetes en sancties die door de FOD Economie, KMO Middenstand en Energie worden opgelegd. En bij flagrante inbreuken riskeert u dat uw product uit de handel wordt gehaald. Een gewaarschuwd man is er dus twee waard... Jo Boullart, Adviseur Agoria Mechatronica: “De Machinerichtlijnt is een oplijsting van de essentiële vereisten waaraan machines moeten voldoen om als ‘veilig’ voor de gebruikers te worden beschouwd. Alle soorten gevaren worden aangepakt: straling, contaminatie, explosie, elektrische gevaren, allerhande mechanische gevaren,.... De draagwijdte van de regelgeving is erg breed: alle producten die stroken met de definitie van een machine zoals in de richtlijn vermeld, moeten eraan voldoen. Uitzonderingen zijn huishoudelijk elektro, kantoormachines, schakelmaterieel en besturingsapparatuur voor hoogspanningsinstallatiesn voertuigen en bepaalde machines voor specifieke doeleinden (vallen onder specifieke regelgeving - zoals attracties in pretparken of kermissen). We spreken dus zowel over complete volautomatische productie- of verpakkingsinstallaties, als graaf- of takelmachines, kranen, landbouwmachines, kleinere handgereedschappen, ...” Jo Boullart, Adviseur Agoria Mechatronica: “De Machinerichtlijnt is een oplijsting van de essentiële vereisten waaraan machines moeten voldoen om als ‘veilig’ voor de gebruikers te worden beschouwd.”

Twee wijzigingen In 1995 werd een wijziging doorgevoerd waardoor het verplicht werd om de machine, bij het op de markt brengen, van een CEmarkering te voorzien. Jo Boullart: “Hiermee moet de producent naar de buitenwereld toe aangeven dat hij aan de regelgeving

voldoet. De markering wordt aan een verklaring van overeenstemming gekoppeld.” In 2006 onderging de ‘machinerichtlijn’ een derde wijziging (2006/42/EG). Deze herziening impliceerde geen ingrijpende wijzigingen ten opzichte van de eerdere versies. Ze verduidelijkte en versterkte enkel de bepalingen ten behoeve van een betere praktische toepassing ervan. Maureen Logghe, Attaché Dienst Veiligheid van Consumenten, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie: “Een vierde wijziging wordt niet meteen verwacht. Maar de nieuwe ‘markttoezichtsverordening’, die momenteel door de Raad en het Europese Parlement wordt besproken, zal wel een impact op de ‘machinerichtlijn’ hebben. Het zal echter wel eerder gaan over een verbetering van de markttoezichtsmiddelen en een betere samenwerking tussen de autoriteiten van één land en van de verschillende lidstaten.” Maureen Logghe, Attaché Dienst Veiligheid van Consumenten, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie: “De nieuwe ‘markttoezichtsverordening’, die momenteel door de Raad en het Europese Parlement wordt besproken, zal wel een impact op de ‘machinerichtlijn’ hebben.”

Normen zorgen voor duidelijkheid... De lidstaten moeten de ‘machinerichtlijn’ in een eigen wetgeving omzetten. Voor België geldt het KB van 12 augustus 2008 betreffende het op de markt brengen van machines. In de praktijk gaat het om een quasi letterlijke kopie van de richtlijn 2006/42/EG. De enige verplichting die wordt opgelegd, is dat de installatie alle risico’s voor de gebruiker tot een absoluut minimum beperkt (en dat de producent aangeeft dat hij aan de regelgeving voldoet door een CE-markering op zijn product/installatie aan te brengen). Hoe dit in de praktijk moet gebeuren, dus met welke componenten, materialen, methodes en technieken, wordt gespecificeerd in normen die in de Official Journal of the European Union zijn gepubliceerd. Jo Boullart: “Toch zijn die normen niet bindend: de producent heeft de keuze of hij ze al dan niet toepast. Maar kiest hij ervoor ze niet te gebruiken, moet hij wel kunnen aantonen dat zijn manier van werken een even hoog of hoger vei-

194 - DEC 2013 - P 7


SAFETY

ligheidsniveau biedt dan wanneer hij de norm zou toepassen. De enige manier om dit te doen, is door middel van een heel uitgebreide en onderbouwde risicoanalyse. Want enkel door onderzoek naar de gevaren en daaraan gekoppelde risico’s, kan u gepaste maatregelen treffen. Vandaar dat het ook een verplichting is. Alleen hebben we bemerkt dat precies op dat vlak het schoentje wringt: het ontbreken van (of een al te beperkte) risicoanalyse is de inbreuk die de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie het vaakst vaststelt.”

... maar niet altijd Nog een ander obstakel: er bestaan geen normen voor alle systemen die onder de ‘machinerichtlijn’ vallen. Maureen Logghe: “Dat is ook logisch, aangezien er constant wordt geïnnoveerd. In dergelijke gevallen is een uitgebreide en onderbouwde risicoanalyse, samen met het technisch dossier, eveneens het enige bewijs dat er aan de regelgeving wordt voldaan.” Soms is het niet zo eenvoudig om te weten of een product of component al dan niet onder de ‘machinerichtlijn’ valt, zeker als het om innovaties gaat. Vandaar dat de Europese Commissie een gids over de toepassing van de regelgeving heeft uitgebracht. Deze kan trouwens gratis worden gedownload op http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/mechanical/machinery/index_en.htm. Maureen Logghe: “Bij twijfel is het aangeraden om al in een vroeg stadium contact met onze dienst of Agoria op te nemen. Want hoe sneller u weet dat u met de ‘machinerichtlijn’ rekening moet houden, hoe beter u het ontwerp op de verplichtingen kan afstemmen. Want bij de ontwikkeling van een machine wordt in

Ook ‘Aangemelde Instanties’ spelen een rol In bijlage IV van de ‘machinerichtlijn’ staan machines opgelijst waarvoor de tussenkomst van een ‘aangemelde instantie’ (zoals AIB Vinçotte International, TÜV Nord, Bureau Veritas,...) is vereist (op ec.europe. eu vind je welke instanties voor welke machines zijn aangemeld). Het betreft machines die in het verleMarc Vanderhaeghe, Product den als meest gevaarlijk Manager Machinery bij AIB werden beschouwd: houtVinçotte International. bewerking, mechanische persen met manuele voeding, spuitgietmachines, vuilniswagens, ... Marc Vanderhaeghe, Product Manager Machinery bij AIB Vinçotte International: “Zo’n procedure duurt enkele dagen tot een paar weken, afhankelijk van de techniciteit van de ‘machine’ en detoepasselijke ‘bijlagen VIII, IW en X’. Voor de producenten is dat natuurlijk wel een meerkost. Gelukkig betreft het meestal een ‘EG-typeonderzoek’, wat betekent dat er dan meerdere machines van één goedgekeurd type op de markt kunnen worden gebracht. Te vergelijken met

P 8 - 194 - DEC 2013

eerste instantie aan de functionaliteit gedacht. Die kan echter conflicterend zijn met de veiligheid. Indien u al in de ontwerpfase over beide gaat nadenken, kan u vaak heel wat kosten besparen. Of tot de conclusie komen dat uw innovatie niet levensvatbaar is omdat de richtlijnen inzake veiligheid de functionaliteit in de weg staan.” Tenslotte kan het zijn dat er een conflict optreedt tussen de toepassing van de ‘machinerichtlijn’ en andere richtlijnen, bijvoorbeeld over milieu. Maureen Logghe: “Dit zal zelden gebeuren, want alle richtlijnen zijn relatief goed op elkaar afgestemd. Maar mocht het toch voorkomen, dan moet de producent de richtlijn met de meest strikte voorwaarden toepassen. Is het niet duidelijk hoe dit moet worden geïnterpreteerd, dan is het aangeraden om zich bij onze dienst of Agoria te informeren.”

Controles bestaan wel degelijk Maak u zich geen illusies: de overheid onderzoekt wel degelijk of de ‘machinerichtlijn’ wordt nageleefd. In België is dit de taak van FOD Economie, Dienst KMO Middenstand en Energie. “In concreto houden we steekproeven. Jaarlijks kiezen we enkele toepassingsgebieden waarin we een aantal machines onder de loep nemen,” vertelt Maureen Logghe. “Daarnaast doen we ook onderzoek op basis van klachten en op aangeven van de collega’s van de arbeidsinspectie. Bij een ongeval zullen zij immers nagaan of het incident het gevolg van een onjuiste handeling of bediening is. Is dat niet het geval, krijgen wij de vraag om te controleren of de installatie wel aan de ‘machinerichtlijn’ voldoet.”

een nieuw type personenwagen. Op die manier worden de kosten gespreid.”

Ook voor andere machines De aangemelde instanties kunnen echter ook een rol spelen in de toepassing van de ‘machinerichtlijn’ bij machines die niet in de beperkte lijst van Bijlage IV zijn opgenomen. Zo voorzien ze de machinebouwers ook van technische expertise en advies over comformiteit, veiligheid en controle of de machines/installaties wel aan de voorwaarden van alle toepasselijke richtlijnen voldoen. Marc Vanderhaeghe: “Let wel: het gaat niet om een officiële keuring. We adviseren, assisteren, begeleiden de machinebouwers bij het opstellen van het technischdossier, zoals in de Bijlage VII van de richtlijn bepaald. Deze service is niet alleen interessant voor enkelvoudige, maar ook voor ‘samengestelde’ machines. Want volgens de ‘Machinerichtlijn’ moet een samenbouw van meerdere (deel) machines, die als één geheel functioneren, ook als ‘machine’ worden beoordeeld. In de praktijk is dat echter niet zo eenvoudig, want veelal zijn er bij dergelijke projecten meerdere fabrikanten en installateurs en zijn er verschillende richtlijnen van toepassing. In dergelijke gevallen kunnen we niet alleen advies geven over hoe aan iedere richtlijn moet worden voldaan. Ook kunnen we de rol van ‘globale aanpak’ op ons nemen. Met andere woorden: we zoeken naar de grootste gemene deler en oordelen neutraal over welke conformiteitsaspecten voor elke leverancier toepasselijk zijn.”


SAFETY

Gelukkig is de machinerichtlijn vrij goed gekend.

Hoe verloopt een inspectie ? Bij een inspectie wordt eerst het technische dossier opgevraagd. Dit dient onder meer de verklaring van overeenstemming, de risicoanalyse en eventueel testrapporten te bevatten. Maureen Logghe: “Indien we bemerken dat het technische dossier ontbreekt of onvolledig is, vragen we de fabrikant om dit binnen een termijn van twee à vier weken in orde te brengen. Werkt hij goed mee, dan zullen we geen boete uitschrijven. Gaat hij echter niet op onze vraag in, dan moeten we natuurlijk maatregelen treffen. In eerste instantie zal er nog een aanmaning volgen. Wordt deze ook niet gevolgd, dan kunnen we overgaan tot het uitschrijven van boetes tot zelfs het van de markt halen van de installaties. Daarnaast zullen we ook onze collega’s in het buitenland verwittigen, zodat de producten in geen enkele EU-lidstaat meer kunnen worden verhandeld tot ze aan de ‘machinerichtlijn’ voldoen. Let wel: onze tussenkomst heeft niks met het bepalen van aansprakelijkheid te maken.

Soms is het niet zo eenvoudig om te weten of een product of component al dan niet onder de machinerichtlijn valt.

Dit is voer voor de rechtbank. Maar het is natuurlijk wel evident dat een bewijs van non-confirmiteit aan de ‘machinerichtlijn’ door de advocaat van het slachtoffer zal worden aangewend om de aansprakelijkheid van de producent te bewijzen.” Bij de steekproeven wordt over het algemeen enkel het technische dossier gecontroleerd. Is dit in orde, dan zullen er geen bijkomende proeven worden gedaan. Toch kan deze analyse vrij diepgaand zijn. Zo kan de dienst bijvoorbeeld nagaan of er geen inconsistenties zijn in de resultaten van de proeven. Bij ongevallen of klachten wordt dit sowieso gedaan. Maureen Logghe: “Tevens kan het gebeuren dat we de machines zelf (laten) testen. De wet voorziet ook in de mogelijkheid om de machine door een onafhankelijke partij te laten testen, en dit op kosten van de producent.”

Vraag hulp ! Wanneer we de geïnterviewden vragen hoe erg het is gesteld, blijkt het al bij al nog mee te vallen. “Producten van grotere bedrijven zijn meestal in orde,” vertelt Jo Boullart. “Deze ondernemingen beschikken over het algemeen over medewerkers die zich in de (toepassing van de) machinerichtlijn specialiseren. Bij KMO’s ligt de situatie anders, want zij hebben noch de mankracht, noch de middelen om zich uitgebreid met dit thema bezig te houden. Gelukkig is de ‘machinerichtlijn’ vrij goed gekend. Hierdoor is het (althans in België) een zeldzaamheid dat er niet aan de regelgeving wordt voldaan omdat de fabrikant niet weet dat hij deze verplichting heeft. Ook is er altijd wel een basis aan veiligheidsmaatregelen genomen. Maar in sommige gevallen kan het beter, en veelal is dit dus het gevolg van onvoldoende kennis over de ‘machinerichtlijn’ of een zekere nonchalance. Vandaar dat we vooral innovators en KMO’s alleen maar de raad kunnen meegeven ons te contacteren bij vragen over de materie. Wij maken de bedrijven graag wegwijs in de regelgeving. Vaak volstaat het om ze op het juiste pad te zetten en aan te geven waar ze informatie kunnen vinden. Maar indien nodig, zorgen we voor een verregaande begeleiding waarbij we bijvoorbeeld de sturingen berekenen of een risicoanalyseplan opzetten. Daarnaast organiseren we ook geregeld opleidingen over de materie. Beter voorkomen dan genezen, is altijd de boodschap! Want zelfs al is het risico op een boete niet zo groot, niemand wil dat er met zijn machine ongevallen gebeuren. Naast het menselijke leed dat u wil vermijden, moet u er ook rekening mee houden dat de aansprakelijkheid hoog kan oplopen. En dan spreken we nog niet over de financiële gevolgen die uit schade aan het bedrijfsimago resulteren...” Auteur: Els Jonckheere n

194 - DEC 2013 - P 9


Safety

Het Concertgebouw werd geopend in 2002, toen Brugge culturele hoofdstad van Europa was. Sindsdien hebben in de grote concertzaal al vele honderden voorstellingen plaatsgevonden, in de meest uiteenlopende muziekgenres.

Concertgebouw Brugge: flexibele veiligheidsoplossing in de spotlights Kenmerkend aan de zaal is dat men de akoestiek bij elk concert kan aanpassen aan het genre door gebruik te maken van concertplafonds en akoestische gordijnen. De scènetoren kan als klankkast gebruikt worden door deze akoestisch af te sluiten en het gebouw staat op enkele duizenden veren zodat trillingen van buitenaf de akoestiek niet kunnen beïnvloeden. Merkwaardig is verder dat de orkestzone vooraan op het toneel in de hoogte versteld kan worden. Op haar hoogste niveau maakt de zone deel uit van het podium. Op zaalniveau kan ze dienst doen als orkestbak of extra ruimte voor het publiek. De zone kan ook op het kelderniveau gebracht worden, onder het podium, zodat ze als materiaallift gebruikt kan worden. Met zijn merkwaardige architectuur en uitstekende akoestiek geniet het Concertgebouw in Brugge een internationale reputatie. Een van de vele technische hoogstandjes in het gebouw is het liftsysteem waarmee men de voorkant van het podium op verschillende niveaus kan plaatsen. De beveiliging van deze toepassing werd gerealiseerd met SafetyBridge, een flexibel en configureerbaar systeem van Phoenix Contact. De orkestzone vooraan op het toneel wordt aangedreven door spiraalliften, een ingenieus systeem dat nauwelijks plaats in beslag neemt.

Podium beweegt op spiraalliften De orkestzone bestaat uit twee achter elkaar gelegen zones, eigenlijk twee liften die elk 16 meter breed zijn en apart aangedreven worden. De ene lift is 3 meter diep, de andere 1,50 meter. Voor de aandrijving staat elke zone op 6 spiraalliften. Dat zijn spiralen

Dimitri De Coninck: “De scheefloopdetectie en het bewaken van de kettingspanning zijn aangesloten op de veilige I/O’s omdat de motor bij de vaststelling van een probleem onmiddellijk moet stoppen. die naar boven geduwd worden door een verticale metalen band tussen de groeven in de spiralen te duwen. De band blijft door de groeven rechtop staan tussen de windingen en duwt deze uit elkaar, waardoor het geheel steeds hoger wordt. Dimitri De Coninck, Software Engineer bij Van Vooren: “We gebruiken vaak componenten van Phoenix Contact omdat we tevreden zijn over de prijs en functionaliteit.” Het is een ingenieus systeem omdat het in zijn laagste stand bijzonder compact is: de spiraal ligt dan in elkaar gedrukt en de band zit opgerold op een aparte spoel. Daardoor heeft men onder het podium geen extra diepe ruimte nodig om het aandrijfsysteem te huisvesten. Om die reden worden spiraalliften wel vaker gebruikt in de podiumtechniek. De besturing en beveiliging zijn van cruciaal belang want bij een onoordeelkundig gebruik kan een verticale band loskomen uit de groeven waardoor de lift onstabiel wordt.

Modulaire opbouw “De zes spiralen onder een zone worden aangedreven met één enkele motor waarvan de beweging via kettingen overgebracht wordt”, legt Dimitri De Coninck van het industriële installatiebedrijf Van Vooren uit. “De mechanische overbrenging garandeert dat de zes liften synchroon aangedreven worden. Ter controle zit er een scheefloopdetectie op en wordt de spanning in de kettingen bewaakt, zodat de motor automatisch stilgelegd wordt wanneer zich een probleem voordoet.” Configuratie in de schakelkast met rechts de SafetyBridge modules.

P 10 - 194 - DEC 2013

Van Vooren kreeg de opdracht om de besturing van het hele systeem te moderniseren, want dat was destijds ingevoerd, met com-


Safety

ponenten op 110 VAC. Die zijn bij ons zeer moeilijk te verkrijgen en de norm in Europa is 230VAC. Bovendien waren er problemen met de vorige sturing. Deze ging soms om een of andere reden in de fout waardoor de lift niet meer wou bewegen, wat uiteraard nefast is voor de uitvoeringen. Voor de nieuwe besturing koos Van Vooren een ILC van Phoenix Contact, uitgebreid met SafetyBridge modules om de vele veiligheidsfuncties te configureren. “We gebruiken vaak componenten van Phoenix Contact omdat we tevreden zijn over de prijs en functionaliteit”, zegt Dimitri De Coninck. “In dit project moest alles ingebouwd worden in een schakelkast van een op een meter. Dankzij de modulaire opbouw was dit geen enkel probleem.” Het systeem werd uitgerust met een eenvoudige interface: de bediening gebeurt met een peer met knoppen en technici krijgen via lampen op de schakelkast feedback over de toestand van het systeem en eventuele problemen.

Veiligheidsfuncties in de SafetyBridge Het SafetyBridge concept bestaat uit een basismodule met uitbreidingsmodules van telkens acht of zestien veilige I/O’s waarvan de functionaliteit in de klemmen zelf geconfigureerd wordt. De modules communiceren onderling over een ProfiSafe protocol en kunnen via de basismodule gelinkt worden aan eender welke PLC. Die krijgt zo toegang tot de veilige in- en uitgangen, maar wordt in noodsituaties overruled door de veiligheidsfuncties in de SafetyBridge zelf. De configuratie van die functies gebeurt met SAFECONF, een intuïtieve softwaretool die geen specifieke programmeerervaring vereist. Dimitri De Coninck: “De scheefloopdetectie en het bewaken van de kettingspanning zijn aangesloten op de veilige I/O’s omdat de motor bij de vaststelling van een probleem onmiddellijk moet stoppen. Daarnaast zijn er de meer klassieke beveiligingen zoals noodstopknoppen en stootranden. Er zijn ook deurcontacten die de lift doen stoppen wanneer iemand de orkestput binnenkomt.” “De sturing kan al deze veilige I/O’s uitlezen en op basis daarvan de lampen aansturen waarmee op de kast aangeduid wordt om

welke reden het systeem een safety stop gedaan heeft. Zo kunnen de mensen ter plaatse het probleem oplossen en de installatie weer opstarten.” Zowel op het podium als op de hoofdkast in de orkestput is een dergelijk synoptisch bord geplaatst.

Integratie van gewone en veiligheidsfuncties De PLC maakt voor de sturing gebruik van een aantal gewone I/O’s die feedback geven over de positie en van de I/O’s op de veiligheidsmodules, die dus zowel voor de sturing als voor de beveiliging gebruikt worden. Die flexibiliteit maakt SafetyBridge interessant: men krijgt de mogelijkheden van een Safety PLC aan een veel lagere installatiekost. De integratie van gewone en veiligheidsfuncties maakt het bovendien mogelijk om een systeem te ontwikkelen dat voor de gebruiker zeer transparant en gebruiksvriendelijk is. Dimitri De Coninck: “De eenvoud voor de gebruikers gaan we nog verbeteren door absolute encoders te plaatsen die ook bij een stroomuitval hun positie blijven onthouden. De bedoeling is dat de technici hier het systeem volop kunnen gebruiken waarvoor het bedoeld is, zonder zich te moeten verdiepen in de automatiseringstechnologie waarmee het allemaal gerealiseerd wordt. Tijdens uitvoeringen is het belangrijk dat het systeem betrouwbaar is en blijft werken. Het synoptisch bord kan helpen om kleine problemen te verhelpen zodat de voorstelling gewoon kan doorgaan. Door gebruik te maken van een override sleutel, die enkel voor bevoegde personen beschikbaar is, kunnen de deurcontacten en stootranden overbrugd worden wanneer er daar een probleem mee is en kan de lift manueel gestuurd worden. Door de transparantie van de PLC en de SafetyBridge krijgen zij een eenvoudige interface waarmee alle aspecten van de toepassing bediend en gecontroleerd kunnen worden.” n

De orkestzone vooraan op het toneel wordt aangedreven door spiraalliften, een ingenieus systeem dan nauwelijks plaats in beslag neemt.

194 - DEC 2013 - P 11


P 12 - 194 - DEC 2013


Bedrijfsprofiel

De bundeling van al onze krachten en competenties De inzet van deze resources verzekeren de klanten van Vermeire Motion van een diepgaande technische en logistieke ondersteuning. Met Vermeire Motion willen we koploper worden in het “Total Drive Train Solution” concept. Vertrekkend bij de lineaire geleidingen, via de reductoren en servomotoren tot en met de drive- en motion control systemen. We zijn ervan overtuigd dat deze nieuwe Business unit zal bijdragen aan de verdere uitbouw van onze aanwezigheid in de Belgische markt, en de Vlaamse machinebouwscène in het bijzonder.

One stop shop linear motion

Benoit en Roland Vermeire, bedrijfsleiders.

Sinds augustus 2013 werken we in stilte aan een nieuwe business unit binnen de Vermeire groep. Vandaag stellen we niet zonder trots Vermeire Motion voor, onze afdeling gespecialiseerd in lineair techniek en lineaire aandrijving. Gebruik makend van de reeds aanwezige expertise en de vele jaren ervaring in dit domein, en gesterkt door het vertrouwen van onze trouwe partners NTN-SNR, THK, Servomech en anderen, willen we met de lancering van Vermeire Motion ons commitment tonen ten aanzien van een marktsegment in volle evolutie. Onze nieuwe business unit krijgt daarom een eigen structuur en organisatie gericht op de projectmatige ondersteuning van uw projecten op het vlak van lineair techniek en mechatronica. Wij zijn overtuigd van de behoefte om reeds in een vroeg stadium, van bij de start van uw project, samen te werken en u te begeleiden tijdens de oriëntatie naar de meest efficiënte oplossing. Het aanbod binnen lineair techniek is de laatste jaren explosief gegroeid. Vermeire Motion wil uw gids zijn, rekening houdend met de gewenste performantie, en technische beperkingen, dit binnen het vooropgestelde budget. De groep Vermeire Belting is steeds trouw gebleven aan zijn DNA: adviserende technische verkoop met een echte meerwaarde aan aandrijfoplossingen in de breedste zin. Hierbij gaan we een stuk verder dan de klassieke distributie. Ruim 45 medewerkers staan garant voor technisch advies, berekeningen, assemblage, maatwerk, support bij indienstname en programmatie. Ons 15.000 m2 groot magazijn herbergt een naar Europese normen ongeziene voorraad, 1.500 m2 werkplaats bieden dan weer onderdak aan ons gecertificeerd assemblage center voor motorreductoren, machines voor het versnijden van tandriemen, aandrijfkettingen, lineaire geleidingen en de assemblage van lineaire modules.

Met Vermeire Motion willen we voortborduren op ruim 30 jaar ervaring op het vlak van lineair & aandrijf techniek binnen de Vermeire groep. Op het eerste zicht niets nieuws dus, ware het niet dat één en ander samengebracht wordt in een competence center met kantoren nabij Gent. Het is onze ambitie klanten te ontzorgen en te begeleiden bij de keuze van de meest geschikte componenten en systemen. De projectafdeling van Vermeire Motion gaat daarbij nog een stap verder, en assisteert u bij het ontwerp van complete motion oplossingen. Naast een zeer compleet gamma van lineair en aandrijfcomponenten bieden we een brede range van complete systemen aan. Van enkelvoudige lineaire bewegingen over multi-as systemen voor onder meer pick & place toepassingen. Kant-en-klaar geleverd, als het ware in een meccano-pakket. Desgewenst inclusief reductoren, motoren en drives. U hoeft enkel nog te assembleren, programmeren, en klaar om proef te draaien. Daarnaast bieden we eerstelijns support bij de instelling en programmatie van de drives en controllers.

Missie • Ondersteuning van het engineering departement • Customer intimacy, meedenken • Flexibele oplossingen en maatwerk • Total Drive Train Solutions concept • Meerwaarde bieden via service • State of the art supply chain - www.vermeire-motion.com

Yves Meulenijzer, Business Unit Manager Vermeire Motion.

n

194 - DEC 2013 - P 13


P 14 - 194 - DEC 2013


DOSSIER

Windturbines en hydraulische aandrijvingen De ‘Offshore Academie voor de toekomst’, zo wordt de Syntra West introductiecursus voor de windturbinetechnicus aangekondigd. De lesgevers hadden het over de windturbineparken in de Noordzee. Wel degelijk ‘off-shore’ dus. Een kort verslag van een ervaren hydraulieker, die zo’n vijftien uur (5 x 3) luisterde, soms in bewondering, soms in verwondering. De eerste windturbines ‘HMZ Windmaster’ hadden hydraulica aan boord, voornamelijk voor het ‘in de windzetten’ (yawn) en de bladverstelling van 0° tot 90°(pitchen) vaanstand. Een ander soort hydraulica is de smering van de tandwielkast (gearbox) die het laag toerental omzet in hoog toerental voor de generator en de hydraulisch bediende remmen.

Ten vierde: de zuiverheidsgraad van de olie is - volgens bijgaande voorschrift - ISO 19/17/14 wat eigenlijk op het randje is van wat mag. De zuiverheidsgraad van een hydraulisch systeem is belangrijk voor de levensduur van het systeem. Het wordt aanbevolen om de filters (of filterelementen) te vervangen, minstens om de zes maand of vaker, afhankelijk van de vervuilingsgraad van de olie. Gebruiksduur : minerale olie 8000 uur of minstens éénmaal per jaar, andere vloeistoffen: 2000 uur of minstens éénmaal per jaar. Ten vijfde : bij de meeste tandwielkasten wordt de smeerolie tweemaal per jaar vervangen; dat blijkt voldoende, zelfs als een elektrische verwarmingssonde in de kast is geplaatst. Andere hebben een nevenstroomsysteem met filter, koeler, verwarmer. Ten zesde: de schema’s die werden geprojecteerd zijn achterhaald. Volgens de lesgever zijn er nog altijd turbines met de dergelijke circuits, zoals aanzuigfilters tussen reservoir en pomp; soms drukfilters met by-pass; ontluchtingsfilters met ingebouwde zeef; magneetelementen in het reservoir, enz. En dat allemaal op een 24/7 machine. Besluit: in de cursus werden enkele windturbineparken voor de Belgische kust behandeld. De ontwerpers en constructeurs zijn niet echt hydrauliekvriendelijk. Daarbij komt dat het onderhoud van de hydrauliek niet aangeleerd wordt op de juiste manier. Zoals bij artsen is een diagnose stellen het moeilijkste. Voor hydraulische systemen is dat evenzo. Zelfs met hopen sensoren op vele plaatsen blijven kennis, logica, inzicht en betrokkenheid noodzakelijk. Quote uit ‘Molens maken’ van Amanda Verdonk:

Enkele vaststellingen Een eerste vaststelling was dat niet iedere windturbine een hydraulische aandrijving voor de ‘yawn’ en/of het ‘pitchen’ heeft. Waar een tandwielkast is, is er wel olie voor de smering. Ten tweede: het normaal onderhoud gebeurt tweemaal per jaar (off shore). Ten derde: een windturbine werkt 24/7. Een CMS is dus aanbevolen en veelal wordt een CMS (Condition Monitoring System) toegepast maar niet voor het hydraulisch(e) circuit(s). De enige oplossing is een Remote Maintenance systeem.

“Windmolens op land worden wel 4 keer per jaar geïnspecteerd. Op zee is dat een te dure hobby want er zijn windmolenparken die een paar uur varen uit de kust liggen. Molens op zee zijn daarom uitgerust met technische snufjes die hun staat in de gaten houden, zoals de temperatuur van de verschillende onderdelen. Veel zeemolens hebben, in tegenstelling tot landmolens,haast geen smeerolie nodig. Ze hebben namelijk geen tandwielkast, vertelt David Pieter Molenaar van windmolenproducent Siemens. Normaal gesproken is zo’n tandwielkast nodig om de lage toerental van de wieken om te zetten in hogere toeren, die de generator aandrijven. Een tandwielkast moet gesmeerd worden. Daar is wel 700 liter olie voor nodig, die regelmatig moet worden ververst. Dus vervangen we de generator door een grotere die ook werkt bij een laag toerental en nauwelijks olie nodig heeft” Auteur: René Decleer n

194 - DEC 2013 - P 15


DOSSIER OLIEN EN SMEERMIDDELEN

Smering met vet biedt duidelijke voordelen ten opzichte van smering met olie: vet lekt niet gemakkelijk, het beschikt over afdichtende eigenschappen en het beschermt de oppervlakken van de lagers tegen corrosie. Vet heeft ook enkele nadelen, zoals een beperkte levensduur en een beperkt koelvermogen. Bovendien bestaat in sommige toepassingen het risico op gebrek aan vet, wat leidt tot een beperking van de smeerfilm.

Smeermechanismen met vet in wentellagersystemen Wanneer echter het juiste vet, het juiste afdichtingssysteem en/of het juiste smeersysteem worden gekozen, biedt smering met vet duidelijke voordelen. In dit artikel, dat gebaseerd is op een nieuw boek dat door ingenieurs van SKF werd geschreven, worden de verschillende aspecten van vetsmeermechanismen in wentellagers samengevat. Vetsmering is een dynamisch proces, dat grofweg in drie verschillende fases kan worden ingedeeld. Na een eerste vulling of bij nasmering komt het vet tussen de rolelementen terecht, waardoor er, tijdens het opstarten of de inlooptijd, grote mechanische verliezen plaatsvinden. Tijdens deze fase (de omwoelfase) wordt het vet naar het volume buiten het slagvolume van het lager geduwd (op de afdichtingen of op de schouders van de lagerring) of blijft het uiteindelijk aan de kooi hangen. Van daaruit voorziet het vet de aanvoerkanalen geleidelijk met smeermiddel door uitvloeiing of onder invloed van afschuifkrachten. Tijdens de tweede fase (de uitvloeiingsfase) wordt de dikte van de smeerfilm bepaald door een toevoer- en verliesmechanisme, waarbij de aanvoerkanalen niet alleen vet toegevoerd krijgen vanuit de vetreservoirs, maar ook smeermiddel verliezen ten gevolge van de zijdelingse stroming en oxidatie. Dit kan leiden tot schaarste - en dan vooral in afgedichte lagers, waar de vetreservoirs kleiner zijn. Daarnaast wordt af en toe vet aangevoerd vanaf de contactvlakken, waar het vet ten gevolge van de plaatselijke warmteontwikkeling zachter wordt. Ook dit is een gevolg van de afbraak van de smeerfilm die zo nu en dan plaatsvindt.

Op een bepaald punt kunnen de reservoirs leeg zijn of zo beschadigd, dat ze niet meer kunnen worden gevuld. Als er dan geen nieuw vet wordt aangevoerd, zal de smeerfilm in hoge mate afbreken. Dit wordt beschouwd als het einde van de levensduur van het vet. Dit fenomeen leidt dan ook tot schade en defecten in de lagers.

P 16 - 194 - DEC 2013

Vorming van vetreservoir De snelheid waarmee het reservoir wordt gevormd, wordt bepaald door de stromingseigenschappen of de reologische eigenschappen van het vet. Dit gegeven bepaalt ook de fysische afbraak van het vet. Smeervet heeft een visco-elastisch gedrag, wat betekent dat de viscositeit van het vet zowel door de afschuifkrachten als door de afschuifsnelheid wordt bepaald. Afb. 2 geeft de viscositeit weer in functie van de afschuifsnelheid voor de verscheidene modellen die vaak worden gebruikt. De afbeelding toont duidelijk dat de viscositeit bij lage afschuifsnelheden heel hoog is. Dit betekent dat de stromingsweerstand heel hoog is als het vet niet wordt aangeraakt d.w.z. buiten het slagvolume. Deze eigenschap wordt ook de consistentie genoemd. Tijdens de omwoelfase is het mogelijk dat het vet iets minder consistent wordt. Deze eigenschap wordt de mechanische stabiliteit genoemd. De viscositeit van smeervet is bij lage afschuifsnelheden zo hoog, dat er alleen kruipstroming plaatsvindt en dat het vet vast lijkt. Zoals in afb.2 wordt weergegeven, vertoont vet afschuifverdunning - d.w.z. wanneer de viscositeit van het vet aanzienlijk daalt wanneer de afschuifkrachten toenemen. Bij heel hoge afschuifsnelheden kan de viscositeit van vet de viscositeitswaarde van basisolie benaderen. Zulke hoge afschuifsnelheden vinden plaats in de smeerfilms tussen de rolelementen en de aanvoerkanalen. Samen met de uitvloeiing van olie is dit de reden waarom de dikte van de smeerfilm in lagers die door vet worden gesmeerd, meestal wordt berekend aan de hand van de basisviscositeit van olie, Ρoil. De reologie van vet kan worden beschreven met behulp van verschillende modellen die worden weergegeven in afb. 2.


DOSSIER OLIEN EN SMEERMIDDELEN

Dynamisch gedrag

Het is bekend dat basisolie en verdikkingsmiddel in het lager doordringen. De dikte van de smeerfilm in lagers die met vet worden gesmeerd, wordt bepaald door grenslagen die worden gevormd door het verdikkingsmateriaal hR en de hydrodynamische werking van de basisolie hEHL (elastohydrodynamische smering, EHL)). Voor het laatstgenoemde aspect kan om de hierboven vermelde redenen ook met de basisolie rekening worden gehouden. De dikte van de film hT bedraagt daarom: hT = hR + hEHL Lagers die door vet worden gesmeerd, werken vaak met heel weinig smeermiddel, waarbij slechts heel dunne lagen olie beschikbaar zijn en waarbij de dikte van de film in de eerste plaats door de dikte van die lagers wordt bepaald (afb. 3). De verandering van de dikte van die lagen wordt bepaald door het verschil tussen de toevoer (uitvloeiing) en de verliesstroomsnelheid naar of uit de aanvoerkanalen. De olie in het kanaal gaat verloren onder invloed van de stroming in de dwarsrichting ten gevolge van de hoge druk binnen de contactvlakken tussen het rolelement en het aanvoerkanaal. Het is mogelijk dat er wat vet wordt bijgevuld. Maar behalve bij heel lage toerentallen en bij het gebruik van basisoliën met een lage viscositeit is dit een heel langzaam proces. Afschuifkrachten en stroomweerstand ten gevolge van kogelrotatie hebben in dit opzicht waarschijnlijk een groter effect. Omwille van zowel de kogelrotatie als de smallere raakvlakken verloopt het hervullen bij kogellagers gemakkelijker dan bij rollagers. Dit is één van de redenen waarom rollagers in vergelijking met kogellagers meer vet nodig hebben, dat vaker moet worden ververst. Bij hogere temperaturen hebben oxidatie en verdamping een impact op de dikte van de film. In die omstandigheden gaat materiaal verloren ten gevolge van oxidatie en verdamping. Dit leidt echter ook tot veranderingen in de viscositeit en de filmsterkte.

Levensduur van vet en nasmering De levensduur van vet wordt bepaald door het tijdstip waarop het vet het lager niet langer kan smeren. Dit tijdstip kan soms ver in de toekomst liggen, waardoor het moeilijk is om het op een testbank te bepalen. Om zo’n test te versnellen wordt de buitenste ring van het testlager opgewarmd, waardoor enerzijds het verouderingsproces wordt versneld en anderzijds de viscositeit van het vet wordt verlaagd. Een voorbeeld van zo’n testbank is de R0F+ grease life tester.

Veilige bediening Smeervetten worden ontwikkeld om binnen een beperkt temperatuurbereik te werken. De maximale temperatuur (HTL of hightemperature limit) wordt bepaald vanaf het punt waar het vet zijn structuur op een onomkeerbare manier verliest. Deze temperatuur mag op geen enkel moment worden overschreden. De veilige maximumtemperatuur (HTPL of high temperature performance limit) ligt dan ook lager. De minimale temperatuur (LTL of low temperature limit) wordt bepaald door de temperatuur waarbij het vet een snelle start van het lager mogelijk maakt. Deze waarde wordt meestal gemeten aan de hand van een startkoppelproef. De veilige minimumtemperatuur (LTPL of low temperature performance limit) ligt dan ook hoger. Binnen de zone tussen deze veilige temperaturen wordt de levensduur van het vet bepaald door de temperatuur. Als vuistregel geldt hier dat de levensduur van het vet bij iedere stijging van de temperatuur met 15 °C met de helft afneemt.

Vetlevensduurmodellen Er bestaan verschillende modellen waarmee de levensduur van vet (of de smeerintervallen) kunnen worden voorspeld. Al deze modellen zijn empirische modellen en zijn gebaseerd op tests van de levensduur van vet. De levensduur van vet wordt gedefinieerd als de L10 levensduur: het tijdstip waarop 10 % van een grote populatie van lagers defect raakt. Er moet nasmering worden voorzien voordat de levensduur van het vet verstreken is, zodat het lager niet wordt be-

194 - DEC 2013 - P 17

t

Dikte van de film

Een gebrekkige smering leidt tot een afname van de dikte van de film, die zich zal doorzetten tot het lager niet goed meer wordt gesmeerd. Contact van metaal op metaal leidt tot lagerschade of kan zoveel hitte doen ontstaan, dat de viscositeit van het smeermiddel vlakbij het raakvlak voor verversing afneemt, wat uiteindelijk tot een gebeurtenis leidt. In het laatste geval zal de dikte van de film opnieuw toenemen, waardoor er voldoende smering is tot de volgende gebeurtenis plaatsvindt. Dit kan enkele keren gebeuren, afhankelijk van het herstelvermogen van het vet, wat op zijn beurt wordt bepaald door het vermogen van het vet om zijn vloeibaarheid te behouden.


t

DOSSIER OLIEN EN SMEERMIDDELEN

schadigd. Het nasmeermodel van SKF is gebaseerd op L01, waarbij wordt verondersteld dat L10 = 2.7 L01 het tijdstip waarop slechts 1 % van de storingen zou plaatsvinden. Het is niet gemakkelijk om algemene regels op te stellen voor nasmering. Wanneer te veel vet wordt gebruikt, blijft het lager in de omwoelfase, met hoge wrijvingsverliezen en hoge temperaturen tot gevolg. Afb. 4 toont de levensduur van vet bij licht belaste kogellagers met afgedekte diepe groeven in functie van de rotatiesnelheid, de gemiddelde lagerdiameter, de bedrijfstemperatuur en het vettype (prestatiefactor van het vet). Er kunnen hierbij correctiefactoren worden toegepast in functie van de impact van de belasting. Modellen voor andere lagertypes zijn op dit model gebaseerd. Daarbij worden andere correctiefactoren toegepast. U vindt deze in de catalogus van SKF voor wentellagers.

Veroudering Zowel de mechanische als de chemische eigenschappen van het vet veranderen wanneer het vet aan freeskrachten en oxidatie in het lager wordt blootgesteld. Het type oxidatie wordt bepaald door de bedrijfsomstandigheden. Fysische veroudering is het belangrijkst bij lagere temperaturen en hogere toerentallen, terwijl chemische veroudering bij hoge temperaturen overheerst. Fysische veroudering leidt tot een wijziging van de reologische eigenschappen van het vet, wat op zijn beurt leidt tot lekken, minder goede uitvloeiingseigenschappen en een aantasting van het vermogen om de raakvlakken opnieuw te vullen. Chemische veroudering wordt voornamelijk veroorzaakt door oxidatie. Antioxidanten vertragen dit proces, maar wanneer deze verbruikt zijn, leidt de oxidatie tot een verlies van smeermiddel ten gevolge van een reactie in vluchtige producten en lakvorming, waardoor het lager niet meer wordt gesmeerd.

meerdere lippen, waardoor de stroming van verontreinigende deeltjes heel langzaam zal zijn. In het geval van drukverschillen tussen beide zijden van de afdichting zal slechts een deel van het vet stromen en zullen verontreinigende deeltjes migreren.

Smeersystemen In situaties waarin het vet het lager niet voldoende ondersteunt zijn levensduur te halen of in het geval van verontreinigingen of water, kan nasmering worden toegepast door middel van smeersystemen. Deze systemen bestaan uit pompen, pijpen, kleppen, verdelers en controllers. Vaak zijn de eigenschappen van vet moeilijk te verenigen met wat goed is voor de pomp van een smeersysteem en het lager. Het smeersysteem moet dan ook ontworpen zijn voor het gebruik van een vet dat het best geschikt is voor het lager. Het ontwerp wordt bepaald door de stromingseigenschappen van het vet. Dit wordt ook de verpompbaarheid genoemd. SKF heeft een testprogramma voor de verpompbaarheid van vet ontwikkeld waarbij rekening wordt gehouden met meerdere aspecten. Die worden hieronder opgesomd, waarbij de testmethode van SKF tussen haakjes worden vermeld: 1. Levering (a) Stromingsweerstand (FTG5 en Lincoln Ventmeter) (b) Samendrukbaarheid (FTG1) (c) Drukontlasting (FTG3 en Lincoln Ventmeter) 2. Vloeibaarheid (a) Stromingsdruk (b) Onbewerkte doordringing (c) Leveringsindex voor de pompinrichting (FTG4) (d) Werking van de pompinrichting 3. Oliescheiding (en verharding): vetverharding onder druk (FTG2).

Conclusies

Vetsmeermechanismen in afdichtingen De grootste verschillen tussen vet en olie voor de smering van afdichtingen heeft te maken met de schaarste (bijvullen van de afdichtingslip) en grensfilmvorming door het verdikkingsmateriaal. Het contactvlak wordt gevuld door afschuifkrachten en olieuitvloeiing uit het vet. De afdichtende werking van vet wordt toegeschreven aan de dichtheid van het vet, wat betekent dat het vet niet gemakkelijk zal wegvloeien van het contactvlak van de dichting. Bovendien zal het vet zakken vormen in afdichtingen met

P 18 - 194 - DEC 2013

Tegenwoordig is het mogelijk om de levensduur van vet als smeermiddel in hoge mate te voorspellen en de resterende levensduur te bewaken. Afdichtingen verlengen de levensduur van lagers in verontreinigde omgevingen, waar vet een extra afdichtingseffect biedt. Er kunnen smeersystemen worden gebruikt die het lager op vastgestelde momenten voorziet van het juiste vet, in de juiste hoeveelheid en op de juiste plaats. Bron: Evolution SKF (3-20013) n


DOSSIER OLIEN EN smeermiddelen

Smeren en recycleren Sinds enkele jaren bestaat er een aanvaardingsplicht voor gebruikte olie. Omdat het voor bedrijven individueel moeilijk is om te voldoen aan deze verplichting, hebben de betrokken federaties met de verschillende gewesten milieubeleidsovereenkomsten (MBO’s) afgesloten. Laat gebruikte smeerolie ophalen door een erkend inzamelaar en alles loopt gesmeerd. Olie is nodig om machines vlot te laten draaien. In motoren zorgt olie voor een goede smering. Olie wordt eveneens gebruikt in transformatoren, tandwielkasten, hydraulische systemen en voor talloze industriële toepassingen. Op een bepaald moment wordt deze olie vuil en is ze aan vervanging toe. Wist u dat één druppel gebruikte olie maar liefst 1.000 liter water kan vervuilen? Daarom is gebruikte olie ook een gevaarlijke afvalstof voor zowel het water, de bodem als de fauna en de flora. Opslag en transport van gebruikte olie zijn dan ook onderworpen aan strenge reglementeringen. Dankzij deze MBO’s (milieubeleidsovereenkomsten) kunnen bedrijven via de vzw Valorlub aan de verplichtingen voldoen. In de MBO is afgesproken op welke wijze dat zal gebeuren. Zo moeten de verkopers van olie geen gebruikte olie meer aanvaarden van hun klanten. De aanvaardingsplicht geldt niet alleen voor producenten en invoerders van olie, maar ook voor deze van olie als integraal onderdeel van een afgewerkt product in bijvoorbeeld voertuigen en machines (first fill).

Laat gebruikte olie niet weglopen

op een door de overheid erkend ophaler. Dat is een garantie dat de olie op een milieuvriendelijke manier kan worden gerecycleerd. Bewaar uw gebruikte olie steeds in een recipiënt dat voldoet aan alle wettelijke vereisten en houd uw gebruikte olie steeds gescheiden van uw andere afvalstoffen. Zo voorkomt u milieuverontreiniging en spaart u onze energiebronnen. Uw gebruikte olie laten ophalen is ook goed voor uw portemonnee. Voor kleine hoeveelheden hebt u namelijk onder bepaalde voorwaarden recht op een forfaitaire vergoeding. Zo lopen de zaken pas echt gesmeerd … Valorlub is een initiatief van het bedrijfsleven en als organisme erkend of aanvaard door de drie regionale overheden. Al meer dan 180 bedrijven vertrouwen de uitvoering van hun wettelijke verplichtingen toe aan Valorlub. 14 ophalers van gebruikte olie rapporteren aan Valorlub de hoeveelheden die ze hebben opgehaald en de wijze waarop de gebruikte olie wordt verwerkt.

Recyclage De in België opgehaalde gebruikte olie op containerparken en bij de professionele gebruiker wordt vandaag de dag bijna voor de volle 100% gerecycleerd tot basisolie voor de productie van nieuwe smeerolie of verwerkt voor de productie van diverse brandstoffen. Valorlub is een initiatief van het bedrijfsleven met de steun van de drie gewesten. De gehomologeerde Valorlub inzamelaars vindt u op www.valorlub.be n

Professionele gebruikers: Als professionele gebruiker moet u nog steeds beroep doen

194 - DEC 2013 - P 19



L’AUTOMATISATION INDUSTRIELLE

SOMMAIRE ANNUEL 2013

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

JAAROVERZICHT 2013

Pneumatische aandrijvingen Hydraulische aandrijvingen Compressoren Afsluiters Ventielen Vacuümtechniek Elektrische aandrijvingen Mechanische aandrijvingen Motion control Sensoriek Veldbussen Besturingssoftware Controlesystemen Besturingssystemen Montagetechnieken Handlingtechnieken Perslucht


BEURZEN

Terugkijken op Matexpo (september 2013) Samen met BAUMA (Munchen) en INTERMAT(Parijs) is de MATEXPO beurs met ruim 40.000 bezoekers in Kortrijk Expo een van de grootste beurzen in Europa. Wij ontmoetten er ‘oude’ collega’s , zien massa’s machines en stellen tot onze vreugde vast dat er ettelijke hectaren hydrauliek te bezichtigen zijn op alle soorten machines. Van machines die diep in de grond graven tot machines die meer dan honderd meter hoog werken. Ruim zeventig foto’s zijn er gemaakt. De redactie heeft er vijf uitgekozen.

Bouwkraan: hoog, hoger, hoogst. Let op de ‘zwarte’ vooraan; de vier cilinders; dat is ‘linear motion’!

Mobiele verticale boorkraan; hydraulische cilinders, slangen en elektrisch bediende kleppen; let op de handbediening voor noodgevallen.

Hydraulisch aangedreven lier op boorkraan, let op de plunjermotoren voor de lieraandrijving - Bosch Rexroth.

Mobiele wegenwerker, hydraulisch aangedreven rupsmotoren en heel veel slangen en kabels.

Toch één machine met elektromotoreductoren; de rest is hydraulisch en het geheel blauw-zwart.

P 22 - 194 - DEC 2013


Jaaroverzicht

Jaaroverzicht 2013: Aandrijf- en besturingstechniek Krachtige versnelling, delicate demping

Nog flexibeler transporteren

Parker’s nieuwe kracht

STÖBER servospindelmotoren EZS en EZM serie

Nieuw lineair railsysteem

Energie-efficiënte hydrauliek eenvoudig te integreren

Compact servo drive systeem voor het besturen van SinaDrives profielen

JUMPFLEX®-To-go

Weforma Mega-Line stootdemper: een lust voor een last

De VG-reeks van Festo

Brevini wereldwijd

Minder energieverbruik

Veilige magneetventielen voor agressieve toepassingen

Nieuwe PowerXL frequentieom- Bedienen van machines en appavormers zijn gebruiksvriendelijk, raten via Smartphone / Tablet efficiënt en robuust

Voor meer info over deze producten: stuur een e-mail met paginavermelding en producttitel naar automation@hydropneuma.be 194 - DEC 2013 - P 23


ACTUALITEIT

Kan één connector het allemaal? Moderne machines en apparatuur vereisen vaak niet alleen verbindingen voor stroom, hydrauliek, koelvloeistof en pneumatiek maar ook voor data transfer, glasvezel, sensoren en thermokoppels. Stäubli’s CombiTac gamma van modulaire connectoren maakt het mogelijk om al deze verbindingen te maken met één handeling: tijdsbesparend en beter voor de integriteit van het circuit. Dit gamma werd geïntroduceerd als antwoord op de toenemende noodzaak voor meervoudige verbindingen op moderne machines en apparatuur. Enerzijds wordt uit een breed gamma de beste vloeistof, gas, data en/of elektrische koppeling geselecteerd en anderzijds worden deze op één makkelijk hanteerbare en plaatsbesparende module geplaatst. Er zijn meer dan 6 miljoen mogelijke configuraties.

Geen risico op foutieve of kruisverbinding De belangrijkste voordelen zijn het sneller kunnen maken van de verbindingen en het elimineren van elke kans op foutieve of kruisverbinding aangezien de multikoppelingen slechts in één positive verbonden kunnen worden. Kwalitatieve geleidings- en sluitsystemen verzekeren veilige verbindingen. ‘Clean break’ connectoren voorkomen het verlies van vloeistof bij koppelen of ontkoppelen evenals het binnendringen van deeltjes de circuits vervuilen. Het CombiTac gamma is IP65 (IP68 beschikbaar op aanvraag) en voorziet een op maat gemaakte oplossing voor elke toepassing. De modules kunnen opgemaakt worden met:

• 7 types snelkoppelingen voor vloeistoffen en gassen (3 tot 8 mm) • Talrijke elektrische contacten waaronder 4- en 2-polige modules (1 tot 8 mm) – tot 26 contacten per module – capaciteit tot 600 V en 125 A • Datatransmissie door CAT 5 en CAT6 • Ethernet IEEE 802.3 • Profibus, Interbus, CANbus Elke CombiTac module kan zowel in een mobiele behuizing voor manuele verbindingen als een ‘rackable’ oplossing voor automatische verbinding geplaatst worden. Stäubli’s gamma maakt alle configuraties mogelijk. (www.staubli.com) n

TROMMELMOTOREN: voor compacte conveyoraandrijving Trommelmotoren en motorrollen zijn gemotoriseerde rollen die vooral worden toegepast op bandtransporteurs en op palletrollenbanen. Met de LAT-trommelmotoren enerzijds en met de DAVID-motorrollen anderzijds beschikt ACT IN TIME over een geschikte gemotoriseerde rol voor elke toepassing. Een gemotoriseerde rol bestaat uit zijn rol en zijn interne aandrijving. Afgedekt met flenzen wordt hij opgehangen aan de assen aan beide zijden van de rol. Een van de assen is ofwel voorzien van een elektrische kabel ofwel van een klemmenkast. De aangebrachte elektrische energie wordt omgezet in mechanisch vermogen op de rol via de interne motorreductor. Een trommelmotor (Ø 50 tot Ø 800 mm) zal de band aandrijven en dusdanig de constructie van de bandtransporteur besparen van: motorstoel, ketting of V-snaar, regelmatig onderhoud en smering, opspanbeurten, uitlijningen en extra beschermingen voor de aandrijving. Hij is dus compacter en eenvoudiger, maar ook hygiënischer, omdat hij hogedrukreiniging toelaat. Hij kan voorzien worden van een borstel of bekleding. Een motorrol (Ø 89 of 114 mm) is in direct contact met de pallet of met het stukgoed. Via het dubbele kettingwiel op een van

P 24 - 194 - DEC 2013

zijn assen drijft hij een 20-tal andere motorloze rollen via kettingen aan, waarbij hij aan een complete sectie tot 2 ton drijfkracht kan leveren. Opnieuw wordt de constructie heel wat vereenvoudigd en veel compacter. De bestendige aangroei van installaties uitgerust van gemotoriseerde rollen bewijst dat hun toepassing succes oogst. Omdat ze volgende voordelen brengen: lagere kosten, minder componenten, een snellere montage en een efficiëntere productie dan met een constructie aangedreven door een motorreductor. Het complete gamma met technische karakteristieken en afmetingen kan geraadpleegd worden op www.actintime.be. n


Jaaroverzicht

Nieuwe elektrische ‘plug in’ ventiel

Jaaroverzicht 2013: Aandrijf- en besturingstechniek

Nieuwe IVAC cilinder vermindert energie- en bedrijfskosten

Multicontact connectoren en aansluitingen

Hygiënisch autorisatiesysteem

Nieuwe kosteneffectieve HMIserie boordevol functionaliteit

AC30V modulaire frequentieregelaars

Geïntegreerde servomotoren van JVL

Nieuwe vlambestendige, explosieveilige 1MD5-motoren in rendementsklasse IE2

L.TAS & Co. sluit overeenkomst met MAX GmbH

Nieuwe elektrische ‘plug in’ ventiel

Teekay mechanische snelkoppelingen

TS IT-rack ‘Ready To Use’

De Wieland klem : selos

CombiView: alarmmanagement voor procesbewaking

Elektromechanische schakelaars vervolledigen multi-touch

Fitness Check van Bosch Rexroth

Voor meer info over deze producten: stuur een e-mail met paginavermelding en producttitel naar automation@hydropneuma.be 194 - DEC 2013 - P 25


P 26 - 194 - DEC 2013


Jaaroverzicht

Jaaroverzicht 2013: Aandrijf- en besturingstechniek Hoge snelheid elektrische lineaire actuators RCP4 serie

REM-B en Eaton sluiten overeenkomst

Omspoten ESD-connectors

Debietmeter om de doorstroming van een pulserende stroming te meten

Blade compressoren: perslucht voor een competitieve prijs

Roestvast stalen filter-drukregelaar

Servo voor iedereen: Optimised Motion Series

HiTeX bundelt een reeks aandrijf-producten

EMS Elektronische Motor Starter Serie: multitalent in de schakelkast

Polyvalente robot voor de machinebouwer

STĂ–BER hoog precisie motion control oplossing

Succesvolle kwadratuur van de cirkel

Modulaire en vermogenautomaten

Lichtgewicht, makkelijk te reinigen kegelwielreductoren

Kleurensensor bij afstandsverschillen

Voor meer info over deze producten: stuur een e-mail met paginavermelding en producttitel naar automation@hydropneuma.be 194 - DEC 2013 - P 27


JAAROVERZICHT

De HANNOVER MESSE 2014 staat in het teken van het motto “Integrated Industry – NEXT STEPS”. Daarmee gaat de belangrijkste industriële vakbeurs ter wereld in op het centrale thema voor de toekomst van de sector en zet ze de volgende stappen in de richting van de intelligente fabriek die zichzelf organiseert.

HANNOVER MESSE 2014 (7 tot 11 april 2014): Integrated Industry – Next steps

“Om concurrerend te blijven, moeten industriële ondernemingen grondstoffenefficiënt produceren, snel op marktschommelingen reageren en tegelijk aan de groeiende behoefte aan individuele producten beantwoorden”, aldus Dr. Jochen Köckler, lid van de Raad van Bestuur van de Deutsche Messe AG. “Het antwoord op die uitdagingen luistert naar de naam “Integrated Industry” – ofwel productieprocessen met een maximale flexibiliteit. In de afgelopen jaren werden talrijke technologieën ontwikkeld om dit in de praktijk om te zetten. In een volgende stap moeten deze technologieën gesynchroniseerd, op elkaar afgestemd en genetwerkt in de industriële productie worden geïntegreerd. Dit brengt een aanzienlijke behoefte aan informatie, gesprekken en onderlinge afstemming met zich mee. Op dit ogenblik is de standaardisering, bijvoorbeeld, een bijzonder belangrijke uitdaging. Wanneer onderdelen, machines en fabrieken in een netwerk met elkaar moeten worden verbonden, moet de software compatibel zijn. De belangrijkste industriële vakbeurs ter wereld, met de deelgebieden automatisering, energie, toelevering, en onderzoek en ontwikkeling, biedt hiervoor het ideale platform”. Zowat één vierde van alle exposanten op de HANNOVER MESSE houdt zich bezig met de thema’s energieopwekking, -verdeling of -opslag. In dit verband belicht “Integrated Industry – NEXT STEPS” de steeds grotere transformatie van het energiesysteem. Daarbij gaat het in wezen om de herschikking en de uitbouw van de leiding- en gegevensnetwerken en om de vraag hoe het bestaande systeem, dat uit tientallen grote elektriciteitscentrales bestaat, kan worden vervangen door een systeem met honderdduizenden kleine elektriciteitscentrales op basis van aardgas, zon, wind en biomassa.

P 28 - 194 - DEC 2013

Nederland is partnerland Op de belangrijkste industriële vakbeurs ter wereld zal deze vooraanstaande hightech- en exportnatie haar visitekaartje afgeven. Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink, voorzitter van de Nederlandse werkgeversorganisatie voor de technologische industrie FME-CWM, benadrukt: “Nederland is in heel wat opzichten een bijzonder land: klein van oppervlakte, dicht bevolkt, met innovatieve en tegelijk pragmatische ondernemers. Dit zorgt ervoor dat de Nederlandse bedrijven snel groeien en hun technische nieuwigheden naar het buitenland uitvoeren. Duitsland is onze voornaamste handelspartner en de HANNOVER MESSE de grootste en belangrijkste industriële vakbeurs wereldwijd – voor ons is dat dus dé ideale omgeving. Daarom ben ik bijzonder blij en vereerd dat Nederland in 2014 het partnerland van de HANNOVER MESSE is. De Nederlandse bedrijven kunnen talrijke hoogontwikkelde en innovatieve oplossingen aanbieden – en nu krijgen ze een uitgelezen kans om die aan het Duitse en internationale publiek voor te stellen.” Ook de Nederlandse regering zal het optreden van het partnerland daadkrachtig ondersteunen”.

Praktische informatie Voor meer informatie: www.messe.be of +32 16 73 45 51. U kan een gratis inkomkaart voor de beurs aanvragen door een mail te sturen aan info@messe.be met de promotiecode «Automation Magazine». n


Jaaroverzicht

Jaaroverzicht 2013: Aandrijf- en besturingstechniek Nieuwe sensoren van Omron

Parker FRL Moduflex Lite P3X

Proportioneel ventielen

Micro-spindels met moer voor mechatronica-toepassingen

Visiesensor optimaliseert kwaliteitscontrole in productie

Verbeterde one-touch KQ2-koppelingen

De nieuwe prestatieklasse: de PFC200 controllers

Variabele snelheidsregeling met ingebouwde micro-PLC

Viking Xtreme 3/2 ventielen, klein en extreem functioneel

Hoogwaardige infraroodthermometer

Certificaat voor igus kabelrupsen

IndustriĂŤle stekkers

DEiTech vriesdrogers leveren budgetvriendelijke lucht

Olievrije schroefcompressoren

xEffect serie schakelmateriaal voor industriĂŤle toepassingen

Voor meer info over deze producten: stuur een e-mail met paginavermelding en producttitel naar automation@hydropneuma.be 194 - DEC 2013 - P 29


P 30 - 194 - DEC 2013


Jaaroverzicht

Jaaroverzicht 2013: Aandrijf- en besturingstechniek Koppeling tussen Eplan en Teamcenter

GlobalSpiral Maximum™: stripvrij tot 2”

Hybride koelers

16 bar vloeistofpomp

Slijtagevrije softstarter en reverse starter

Sysmacgeïntegreerde veiligheid

Nieuwe VP1-130 hydraulische pomp

Borstelloze DC-motor met ijzerloze en groefloze stator

Nieuwe Schunk klauwencataloog

Intelligente camera’s: Pictor M16xx

OD Mini afstandssensor

Nieuwe aanvulling elektrische actuators

Uitbreiding gamma

Nieuwe prestatieklasse: de PFC200 controllers

Flenzen sneller, gemakkelijker en veiliger uitlijnen

Voor meer info over deze producten: stuur een e-mail met paginavermelding en producttitel naar automation@hydropneuma.be 194 - DEC 2013 - P 31


P 32 - 194 - DEC 2013


JAAROVERZICHT

De aandrijfwereld in beweging De techniek verandert razendsnel. Eisen en regelgeving worden strenger, en ook markten en marktpartijen zijn voortdurend aan verandering onderhevig. Kortom, de aandrijfwereld is volop in beweging – letterlijk en figuurlijk. Wie hierop vooruit wil lopen, moet beschikken over een alerte en flexibele instelling, uitgebreide kennis en ervaring en een uitstekend gevoel voor kwaliteit. Hydrauvision herbergt die eigenschappen in één organisatie. Roland Picavet, Sales Manager, omschrijft de aanpak van Hydrauvision als volgt: “Bij Hydrauvision denken we mee, lossen we op, en helpen we mee aan de continuïteit van de productieprocessen van onze klanten.”

Kwaliteit Kwaliteit is daarbij een onmiskenbaar en in alle geledingen terugkerend thema. Die kwaliteit begint bij onze producten: hoogwaardig, degelijk, duurzaam en betrouwbaar. “Neem bijvoorbeeld de producten van Danfoss, waarvoor wij in Nederland en België al in 2004 aangewezen werden als Appointed Service Center. Het is niet alleen zo dat Danfoss voor ons heeft gekozen – hetzelfde geldt ook andersom. De duurzaamheid en technologische superioriteit waar Danfoss om bekend staat, is voor ons de reden dat wij al jarenlang van dit merk gebruik maken bij de ontwikkeling van onze eigen hydraulische maatwerk- en systeembouwoplossingen.” En ook ná het leveringsproces blijft de focus van Hydrauvision gericht op kwaliteit: oplossend, snel, doeltreffend. Picavet legt uit: “Kwaliteit gaat verder dan het product alleen. Ook voor onze diensten, de organisatie en processen geldt hetzelfde hoge kwaliteitsniveau. Korte lijnen, heldere communicatie, continue interactie met opdrachtgevers en state-of-the-art technologie zijn begrippen

die de organisatie van ons bedrijf kenmerken en medebepalend zijn voor onze kwaliteit.”

Distributeur en importeur van kwaliteitsonderdelen Integrale kwaliteitszorg is dan ook de reden dat onderdelenfabrikant Danfoss Hydrauvision heeft aangewezen als distributeur. Hydrauvision is voor Danfoss-klanten in België hét aanspreekpunt voor alle technische en commerciële vragen, waarbij Pieter Bal u graag te woord zal staan over Danfoss en andere kwaliteitsonderdelen. Naast Danfoss is Hydrauvision namelijk ook importeur voor Turolla tandradpompen en -motoren, distributeur van Siro pompen (super-silent pompen met rimpelloze pomp-opbrengst), en importeur van ASA zuigleiding-componenten voor hydraulische installaties. Verder heeft het bedrijf een complete lijn met hydrauliekkoelers in huis. Ongetwijfeld speelt ook de goede geografische dekking van Hydrauvision in de Benelux een belangrijke rol. Nauwe klant-leverancier-relaties zijn zowel voor de producenten van deze kwaliteitsproducten als voor Hydrauvision van groot belang. Immers, productvoorraad, korte lever- en reactietijden, en technische ondersteuning zijn cruciaal voor de klanten van deze bedrijven (meer informatie vindt u op www.hydrauvision.com). n

194 - DEC 2013 - P 33



Jaaroverzicht

Kleine compressor, grote ideeën Atlas Copco verraste de markt met een nieuwe, zeer compacte oliegeïnjecteerde roterende schroefcompressor: de GA 7-37 VSD+ (7 tot 37 kW). Naast een klein vloeroppervlak is deze compressor een grote sprong voorwaarts in vrij debiet (verbeteringen tot 12%) met een baanbrekende energy-efficiëntie: deze compressor verbruikt gemiddeld 50% minder energie dan een vergelijkbare standaardcompressor. Dit nieuwe type compresssor kent met zijn variabel toerental (frequentieregeling) een aanzienlijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de groene economie. Atlas Copco heeft de grootste verwachtingen van de klanten in dit nieuwe type compressor gerealiseerd, nl. betere prestaties, een lager energieverbruik, lagere geluidsniveaus en een klein vloeroppervlak. Een efficiëntere ventilator, een robuust luchtinlaatsysteem, geen afblaasverliezen en de beste elektronische onderdelen zorgen samen met het nieuwe aandrijfsysteem voor energiebesparingen tot gemiddeld 50% vergeleken met een traditionele stationaire compressor van hetzelfde type. De nieuwe GA VSD+ is ook 15% efficiënter dan de gewone VSD-compressor met variabele toerentalaandrijving van Atlas Copco. De GA VSD+ met variabele toerental presteert dus beter dan gelijk

welke vergelijkbare stationaire compressor, zelfs bij volle belasting. Deze innovatie zorgt ervoor dat álle compressorgebruikers kunnen overstappen naar een echt zuinige compressor, en tegelijk bijdragen aan een duurzamere industrie. n

ACTUALITEIT

Mini vacuum Purifier VUD 1 is een compacte vacuum Purifier handig te gebruiken op alle oliesoorten (mineraal of synthetisch). Dit EFC / HYPRO toestel is aangewezen op alle installaties tot ongeveer 1000 L inhoud (andere types beschikbaar voor grotere volumes) : 100% vrij water en gas extractie en > 90% voor opgelost water en gassen. Ingebouwde hoge efficiency deeltjesfiltratie met DFE filter media (Dynamic Filter Efficiency) – alle met BetaX©1000 validatie. VUD 1 Purifier is 100% mobiel en met hand verplaatsbaar tot in de moeilijkste bereikbare locaties. Het toestel is voorzien van een olieverwarmer en condensor, en is geschikt zowel voor hydrauliek als smeringstoepassingen besmet door water, gassen en vaste deeltjes. Verlengt de olie levensduur en beschermt de installatie tegen oxidatie effect en slijten van componenten. Meer informatie op www. efc-belgium.be. n

Eéntrapsaandrijvingen voor zware industrie Hansen Industrial Transmissions (HIT) commercialiseert ééntrapsaandrijvingen voor industriële blowers. Omdat er geen specifieke oplossing voorradig was voor de grotere uitvoeringen werd een oplossing ontworpen waarbij gestart werd van de standaard horizontaal parallelle tweetrapshuizen van de “Hansen P4” serie. HIT ziet een belangrijk marktpotentieel voor gelijkaardige ééntrapsaandrijvingen, ook buiten Europa en voornamelijk in de mijnbouw (bvb. voor centrifugaalpompen), voor blowers, compressoren, raffineermachines, enz. Een specifiek grote ééntrapskast die bvb gebruikt wordt voor de P4 eentraps-monoblockuitvoeringen zou voor deze toepassingen echter niet geschikt zijn. Daarom heeft HIT zijn huidige robuuste P4 tweetraps huis herbruikt. Het gebruik van eigen HIT-tools leverde een groot aantal mogelijke tandwielstellen op. Van een mechanisch geoptimiseerde subset werd een finale selectie gemaakt gebaseerd op de dynamische- en geluidseigenschappen wat resulteerde in een uiterst optimale reeks van tandwielstellen. Met een selectieratio tot op 1% exact wordt bijna telkens de optimale werkingssnelheid zo nauwkeurig mogelijk benaderd. De speciaal ontworpen smering voor deze nieuwe productreeks –gebaseerd op het multi Megawatt principe- zorgt voor druksmering van het tandwielstel en alle lagers. n

194 - DEC 2013 - P 35



BEDRIJFSPROFIEL

VB Parts Hydrauliek

Een hart voor hydraulica en een glasheldere groeistrategie We worden ontvangen door Rik Vanwynsberghe en zijn broer Filip. We leerden Filip al eerder kennen op een mini-vakbeurs bij Howest op het einde van een Tetra-project. Toen al stond hij op het punt aan te sluiten bij FIMOP. Een blik achter de schermen van dit nieuwe FIMOP-lid. VB Parts Hydrauliek ontstond na een geschil tussen twee vennoten van een firma in Roeselare in 1989. Jacques Vanwynsberghe vertrok, stelde zijn garage thuis open en ging de baan op om ‘zeven dagen op zeven’ vroegere klanten en nieuwe te vinden voor zijn eenmansbedrijf van auto-onderdelen. Hij voerde ook onderdelen in uit Frankrijk. Zes maanden later startte hij het nieuwe bedrijf: VB Parts Hydrauliek was geboren, en hij nam ook de hydrauliekkomponenten erbij. In het begin waren dat buis- en perskoppelingen, cilinders, tandwielpompen en orbitmotoren (equivalent van Danfoss).

Dingen in beweging zetten Filip Vanwynsberghe: “Hydraulica brengt krachten over. Wat is er mooier dan een machine (opnieuw) horen draaien en weten dat jouw interventie of jouw onderdeel dat mogelijk heeft gemaakt.” Filip Vanwynsberghe en zijn broer Rik, die onlangs hun vader en pionier Jacques opvolgden aan het hoofd van VB Parts Hydrauliek, combineren een hart voor hydraulica met een glasheldere groeistrategie. Filip: “VB Parts Hydrauliek heeft in nauwelijks twee decennia een solide reputatie opgebouwd als leverancier van hydraulica-toepassingen. Onze klanten zijn constructeurs van machines voor zowel de industrie als de landbouw of de bouw: van aardappelmachines tot tailers en rupsvoertuigen. Vaak nemen die klanten de samenbouw van die machines voor hun eigen rekening, voor anderen rusten wij de hele machine uit met de hydraulische installatie, sleutelklaar. Wij zetten dingen mee in beweging. Daarin schuilt wellicht het meest pure aspect van onze professionele voldoening: krachten overbrengen en machines doen draaien, dat is bijzonder mooi.”

Stock & service “Onze klantenportefeuille is de voorbije jaren zodanig gegroeid dat we door uitbreiding drie keer naar een groter gebouw zijn verhuisd. Ons recept is simpel: stock en service zijn de twee grote groeimotoren. Hydraulica is een betrekkelijk kleine wereld. Dus gaat het nieuws snel rond dat je bij ons kunt vinden wat je zoekt en dat je snel en goed geholpen wordt.”

Filip Vanwynsberghe: “Wat is er mooier dan een machine horen draaien en weten dat jouw interventie of jouw onderdeel dat mogelijk heeft gemaakt.”

VB Parts Hydrauliek heeft in nauwelijks twee decennia een solide reputatie opgebouwd als leverancier van hydraulica-toepassingen. “Een grote stock vormt uiteraard een groot risico, maar daartegenover staat dat een grote voorraad een heel sterke troef is ten aanzien van ons cliënteel dat bijvoorbeeld vaak alle componenten van een bepaald hydrosysteem bij ons kan vinden én zo sneller gedepanneerd geraakt. Wij proberen veel flexibeler dan anderen te zijn, die enkel binnen de kantooruren werken. We zijn ook op zaterdag beschikbaar.”

Na de filosofie: de hydraulica zelf De merkenlijst van vertegenwoordigingen huist grote namen zoals SAI, LINDE, SALAMI en DUPLOMATIC die al minstens 50 jaar bestaan. De andere componenten, een tiental, vervolledigen het zeer brede aanbod. Zeker niet te vergeten zijn de koppelingen en slangen van TIEFFE en SEMPERIT. Ook de Inox buis- en perskoppelingen liggen op voorraad. Dit alles is in grote hoeveelheden te vinden in het enorme magazijn van 3500m2. In 45 jaar hydraulica hebben we nooit een dergelijk groot magazijn gezien, de magazijnen van de constructeurs van componenten niet mee gerekend. Niet alleen de massa losse componenten zijn er te vinden, maar ook vooraf ingeschroefde patroonblokken liggen klaar.

Groepenbouw Groepenbouw is een normaal item in het programma, op maat of genormaliseerd volgens ISO-norm. Onderhoud en onderhoudscontracten zijn dagelijks brood en ‘pannes’ komen regelmatig op de ‘to do’ lijst. Herstellen van cilinders (ook voor mobiele machines) is geen uitdaging meer. Installeren, inbedrijfstellen, advies geven, probleemoplossend vermogen, updaten van systemen Dit alles is de kracht van een firma zoals VB Parts Hydrauliek, gerund door 16 personen, waarvan drie in buitendienst, één ingenieur die systemen en schema’s uitdoktert en een bachelor die de opvolging verzekert. VB Parts Hydrauliek is een VCA gecertificeerd bedrijf. n VB Parts Hydrauliek Abraham Hansstraat 7 8800 Roeselare Tel: 051/24 06 05 Fax: 051/ 24 04 34 info@vbparts.be www.vbparts.be

194 - DEC 2013 - P 37


P 38 - 194 - DEC 2013


ACTUALITEIT

Vlaamse bedrijven naar West-Afrika

Nu ook hydraulische momentsleutels

REM-B Hydraulics en Shippartner bvba hebben samen een bedrijf opgericht in de West-Afrikaanse havenstad Tema, Ghana: REM-B Hydraulics West Africa. Van hieruit gaan ze de Ghanese markt voorzien in al hun hydraulische noden en behoeften.

Atlas Copco heeft sinds kort ook hydraulische momentsleutels in het programma. De groep heeft de in de VS gevestigde onderneming Rapid-Torc overgenomen die dergelijke gereedschappen produceert en verkoopt. Door de overname verruimt Atlas Copco het productaanbod en breidt het de klantenbasis uit. Rapid-Torc heeft kantoren in Houston/Texas en Brussel en behaalde in 2012 een omzet van 11 miljoen dollar (ongeveer 8 miljoen euro) met een 30-tal medewerkers. De Amerikaanse firma is gespecialiseerd in hydraulische momentsleutels voor koppels tot 72.000 Newtonmeter (Nm), maar levert ook moeraanzetters en gerelateerde accessoires voor toepassingen met hoge aanhaalkoppels. Rapid-Torc werd ondergebracht in de divisie industriële techniek van Atlas Copco, de divisie waartoe ook Atlas Copco Tools Central Europe GmbH in Essen (Duitsland) behoort. n

Reden van het oprichten van het nieuwe bedrijf is het lokaal ontbreken van gespecialiseerde hydraulische herstellers en verdelers, positieve evaluatie van eerder opgedane ervaringen, de samenstelling van de economische sectoren en de politieke stabiliteit in Ghana. REM-B Hydraulics, gevestigd in Beerse, is marktleider in België op het gebied van herstellingen, distributie en onderhoud van hydraulisch materiaal. Met meer dan 25 jaar ervaring staat REM-B Hydraulics garant voor technologische expertise en kennis van de hydraulische markt. Vanuit het credo ‘think global, act local’ wensen ze door middel van lokale verankeringen hun afzetmarkt wereldwijd vergroten. Om deze internationale expansie te accommoderen en nieuwe markten aan te boren heeft REM-B Hydraulics een overkoepelende zusterfirma opgericht in November 2013: REM-B International. n

194 - DEC 2013 - P 39


P 40 - 194 - DEC 2013


Toepassing

Kortere werkstukwisseltijden door Weiss LS280 lineair assemblagesysteem

De sleutel naar succes Op het eerste gezicht zien ze er allemaal hetzelfde uit, de cilindersloten, die bij Aumat via een Weiss LS280 lineair systeem het volautomatische cilinderslot-montagesysteem doorlopen. Het Duitse bedrijf heeft zich onder meer gespecialiseerd in bewerkingsmachines en assemblagelijnen voor de productie van cilindersloten. Het huidige systeem assembleert volledig automatisch het binnenwerk van een cilinderslot. Door het zeer hoge aantal verschillende stiften en platen, ontstaat een enorm aantal slotcombinaties. Positioneernauwkeurigheid en een lage cyclustijd waren in het ontwerp van het nieuwe systeem van groot belang. Vanwege het hoge aantal bewerkingsstations kwam men uit op een transfersysteem. Naast de conventionele draaitafels biedt Weiss het lineaire transfersysteem LS280. Een bewezen technologie en een degelijke uitvoering, waarvoor WEISS bekend staat. Paarsgewijs aan elkaar gekoppelde werkstukdragers rijden spelingsvrij over een geharde en geslepen V-vormige geleiding. De werkstukdrager wordt tegen een transportband gedrukt en beweegt zich voort.

Lineairsysteem met draaitafel-DNA: in de vergrendelingsstations volgt een nok van de werkstukdrager een CAM-profiel. Positioneert zich, en blijft op positie met de hoogste precisie en minimale wisseltijd.

Bewegingsproces Het LS280 transfersysteem is een typisch Weiss product. Dit wordt duidelijk zodra de werkstukdrager binnen de positioneermodule komt. De nokken van de werkstukdrager grijpen in een CAM profiel en de werkstukdragers komen los van de transportband. Vervolgens worden de werkstukdragers verplaatst en gepositioneerd voor assemblage van het product. Transport en vergrendeling zijn daardoor één bewegingsproces. De werkstukdrager is snel en staat exact in de volgende positie. Met het Weiss LS280 systeem ontstaat een transportsysteem dat de voordelen van een draaitafel - korte cyclustijd, positioneernauwkeurigheid en rustige aanloop - met de flexibiliteit en ruimte van een lineaire transfersysteem combineert.

Draaitafel Voor Aumat was deze lange draaitafel in de ruimste zin van het woord, de sleutel tot het nieuwe systeem. De werkstukwisseltijd van slechts een halve seconde was perfect. Nu kon het werk

Per uur doorlopen 360 cilindersloten het systeem.

met het cilinderslot-montagesysteem beginnen. Het resultaat is een twaalf meter lang, recht systeem met twee keerpunten, 15 bewerkingsstations en 42 rondgaande werkstukdragers. Op een handmatig werkstation worden de sloten in de houder op de werkstukdrager geplaatst. De voorgemonteerde cilindersloten worden met een laser gemeten, met de juiste stiften en veren gevuld, visueel geïnspecteerd en met pluggen geperst.

Stabiel systeem Aumat waardeert de stabiele uitvoering van het systeem. “De modules van het lineaire systeem worden compleet met een degelijk machine-onderstel geleverd. Wij hoeven daardoor geen frame meer te bouwen. In het frame zijn ook de schakelkasten gebouwd met de besturing van het lineairsysteem met een master PLC. De Weiss WAS.LS toepassingssoftware neemt de communicatie met de bovenliggende systeemaansturing op zich. Alle relevante waarden zijn al voorgeprogrammeerd. Enkel de besturingsbits voor de gedefinieerde interface signalen dienen voor onze systeembesturing te worden ingegeven, om de LS280 te integreren. Dit is de eenvoud van het systeem.”

Het Weiss LS280 lineairsysteem combineert een CAM- en transportbandsysteem. De positioneertijden worden enorm verkort.

Met medewerking van ATB Automation n

194 - DEC 2013 - P 41


Publireportage

AZ Hollink Belgium bvba is de exclusieve distributeur en partner in België, Frankrijk en Luxemburg van RENK, wereldleider op vlak van glijlagers, pennenkoppelingen, boogtandkoppelingen en tandwielkasten.

De koppelingsspecialist bij uitstek Dankzij specifieke technische kennis en een vast programma van producten, nestelt AZ Hollink Belgium zich in de markt als een koppelingsspecialist voor elke markt en toepassing. AZ Hollink Belgium bvba maakt deel uit van de internationale AZ Hollink Group. De aandrijfspecialist ontwikkelde zich de afgelopen decennia van een lokale speler tot een groep die wereldwijd actief is in de aandrijfmarkt. Met 4 filialen en een dealernetwerk bewerkt de AZ Hollink Group de lokale markten, bouwen ze aan een Europees dealernetwerk en zijn ze sinds twee jaar verankerd in Afrika. Speerpunt in Europa vormt de uitbreiding naar Frankrijk met daarbij vooral het RENK-pakket.

Renk AZ Hollink behoort met de RENK-importeurschappen in 38 landen tot één van de grootste RENK-distributeurs wereldwijd. RENK is een klinkende naam binnen de mechanische aandrijftechniek. De Duitse fabrikant en onderdeel van de MAN-group, produceert glijlagers, boogtandkoppelingen, pennenkoppelingen en turbotandwielkasten. Al meer dan 30 jaar is AZ Hollink de vaste RENK-partner in Nederland en België, en werd de samenwerking in de loop der jaren verstevigd. Frans Cools-Ceuppens, Managing Director AZ Hollink BeLux: “RENK is voor ons een heel belangrijke strategische partner. Met de producten van RENK draaien we mee in het topsegment van de aandrijftechniek. Onze portefeuille RENK-klanten blijft groeien en dat vooral bij de klinkende namen uit de industrie. Tenslotte gaat het hier om uiterst complexe toepassingen denk maar aan: generatoren, windturbines, scheepsmotoren, etc. Vandaar ook dat de focus op Frankrijk heel belangrijk is. We spreken over koppelingen die tot 4000 kNm halen en glijlagers met een doorsnede tot 1400 mm in standaard. Zonder schroom: onze RENK-producten worden alleen toegepast als de meest hoogwaardige oplossing binnen een aandrijfvraagstuk. Een RENK-dossier vraagt van onze medewerkers heel wat technische ondersteuning, projectopvolging, ervaren communicatie met de engineersafdeling van de fabrikant,… Vaak gaat het om maar één stuk in de vervangingsvraag, maar dat stuk is wel het hart van de aandrijflijn. Die nauwgezette opvolging is cruciaal en dertig jaar kennis onze grootste troef.”

AZ Hollink Belgium bvba Die kennis vertaalt zich ook binnen AZ Hollink Belgium bvba. Frans Cools-Ceuppens: “We kunnen prat gaan op de specifieke technische kennis die we hier in Stabroek in huis hebben. Dankzij enerzijds het gamma van RENK, maar ook de aanvullende merken zoals Warner, Wichita, Stieber, Schmidt,… die we sinds jaar en dag zowel in Nederland als België voeren, kunnen we aangepaste oplossingen voor onze klanten aanbieden. Daarbij wordt de nodige tijd geïnvesteerd in het meedenken en uitrekenen van de koppeling.

P 42 - 194 - DEC 2013

Vaak gaat het om kleinere componenten die we op voorraad houden, maar we maken evengoed mee dat klanten binnen die range een specifieke oplossing vragen. Dan kunnen we advies geven of meedenken: het echte engineering- of productmanagement, zeg maar. Regelmatig ontwikkelen we met onze projectafdeling specifieke oplossingen. Zo maakt één van onze klanten liften om vanuit een hoog flatgebouw heel snel naar beneden te komen in geval van nood. Wij helpen dan om de juiste remmen te ontwikkelen.

HiTeX De AZ Hollink Group is naast exclusief importeur van o.a. RENK en tal van andere lijnen, ook eigenaar van het merk HiTeX. HiTeX bundelt een reeks aandrijfcomponenten die de standaard in de markt vertegenwoordigen. Populaire producten die vaak één op één uitwisselbaar zijn en makkelijk worden ingezet. Denk daarbij aan koppelingen, tandwielkasten, klemringen, etc. Frans Cools-Ceuppens: “Met de AZ Hollink Group, en voornamelijk zusteronderneming European Transmission Company, zijn we het afgelopen jaar op zoek gegaan naar kanalen om HiTeX ook in andere Europese landen af te zetten en dat werpt zijn vruchten af. Zo vindt u straks onze HiTeX-koppelingen op de Engelse markt en gaat er ook een UK-webshop online. Ook in BeLux en Frankrijk wordt HiTeX verder verdeeld via ons kantoor AZ Hollink Belgium bvba in Stabroek. AZ Hollink Belgium bvba, Conservenweg 4C, 2940 Stabroek, Tel: +32 (0)3 722 11 18, F +32 (0)3 722 11 19, E-mail: belgium@azhollink.eu, Website: www.azhollink.eu, Website: www.azhollinkgroup.com. n


DOSSIER

Van 30 september tot en met 3 oktober 2014 is de automatiseringsindustrie aanwezig op World of Technology & Science in de Jaarbeurs Utrecht.

World of Technology & Science stelt zich voor aan Belgische bedrijven Met de samenwerking tussen FHI (Nederlandse federatie van technologiebranches en FEDA (Nederlandse branchevereniging op het gebied van aandrijf- en automatiseringstechniek) zijn de beurzen ‘ Het Instrument’ en ‘Industrial Automation & Drives’ overgegaan in ‘World of Technology & Science’, kortweg WOTS. Speciaal voor Belgische firma’s organiseerden FHI en FEDA een informatiemiddag in Mechelen. In de beurstitel ‘World of Technology & Science’ komen de werelden van technologie en wetenschap bij elkaar. De beurs weerspiegelt daarmee de keten van technologie. WOTS bestaat uit 4 branches: laboratoriumtechnologie, industriële automatisering, motion en drives en industriële elektronica. “Elke branche heeft een eigen hal met eigen projecten,” zegt Linda Bos, communicatiemanager van FHI. “De exposanten en bezoekers in de betrokken branches krijgen hun eigen identiteit: World of Automation, World of Laboratory, World of Electronics en World of Motion & Drives. Hiermee worden de vier branches, die FEDA en FHI vertegenwoordigen, gebundeld. De doelgroepen van de beurs zijn verscheiden. Dit gaat van machinebouw, industrial equipment, (petro)chemische industrie, farmaceutische industrie, voedingsindustrie tot universiteiten en instituten, biotechnologische bedrijven, test- en milieulaboratoria, ziekenhuizen, en energiebedrijven. We voorzien 15.000 vierkante meter, 15.000 bezoekers en ruim 400 exposanten.”

Kennisoverdracht en beleving Speciaal voor Belgische firma’s organiseerden de FHI en FEDA een informatiemiddag in Mechelen om de vakbeurs aan de Belgische markt te introduceren. Zo konden de Belgische exposanten hun beurservaringen met de aanwezigen delen. Daarnaast gingen de presentaties in op het beursconcept en de invulling van de seminars en beursvloerprojecten. Afgesloten werd met een korte toelichting op de praktische zaken zoals beursplattegrond, deelnamekosten en standlocatie. “Dynamiek, bele-

ving en enthousiasme zijn de kernwoorden van WOTS,” zegt Linda Bos. “Tijdens de beurs zal er bijzonder veel te zien en te doen zijn, er zullen thematours en testprojecten worden georganiseerd om zo de leden en de bezoekers te enthousiasmeren. We willen technologie overbrengen als iets heel moois, iets innovatiefs. Ook studenten die zich verder willen oriënteren zijn van harte welkom. Zij zijn onze toekomst, zij zullen de vernieuwing brengen. Op deze beurs kunnen ze hun netwerk uitbouwen en nieuwe contacten leggen.”

Integratie “Eigenlijk is de samenwerking tussen FHI en FEDA een logische stap. Met een gezamenlijk aanbod vanuit de wereld van de aandrijftechniek, industriële automatisering, laboratoriumtechnologie en industriële elektronica is het codewoord: integratie. We geloven in de kracht van de samenwerking. Deze verschillende domeinen vloeien in elkaar over.

Technologie in één week op één plek Tijdens WOTS vinden in de Jaarbeurs van Utrecht nog drie andere technologiebeurzen plaats: ‘Macropak’, ‘Industrial European Dairy Show’ en ‘Industrial Processing’. Ze kunnen in één week, op één locatie een breed technologisch aanbod beleven. De bezoeker krijgt 1 badge voor de verschillende beurzen,” aldus Linda Bos van FHI. n

194 - DEC 2013 - P 43



ACTUALITEIT

Laagfrequente luchtveerelementen

Gemotoriseerde klepafsluiters met roestvast stalen behuizing

Nieuwe planetaire vertragingskast PE

Omdat laagfrequente trillingen en sterke schokken en krachtpieken de nauwkeurigheid, productiekwaliteit en productiviteit van precisiemachines en machines met hoog vermogen sterk kunnen beïnvloeden, ondersteunt ACE de gebruikers nu met de pneumatische luchtveerelementen van het type PLM. Hun belangrijkste voordeel is de enorm lage eigenfrequentie. Deze bedraagt in optimale toestand 3 Hz. In drukloze toestand vertonen de isolatoren een eigenfrequentie van zo’n 10 Hz, zodat zelfs storingen tot 14 Hz in grote mate worden geïsoleerd. Al vanaf 5 Hz zorgen de PLM-typen voor indrukwekkende resultaten in de stabilisering van meettechnische apparatuur, precisieproductiemachines of andere gevoelige installaties en MRT-apparatuur. De doeltreffendheid blijkt ook uit het feit dat met een verhouding van 1:1 tussen horizontale en verticale energiefrequentie een zeer goede horizontale stabiliteit gegeven is. Dit is in vergelijking met traditionele producten een groot pluspunt. Zo slagen de luchtveerelementen erin voor stabiliteit te zorgen en storende trillingen effectief te verminderen. Op deze manier kunnen machines met hoog vermogen perfect worden geïsoleerd, zodat ze noch de arbeiders, noch activiteiten zoals bijv. meting of productie storen.

De gemotoriseerde klepafsluiters van de 290-serie zijn compact en lichtgewicht en hebben een laag energieverbruik van slechts 12W in zowel AC als DC ASCO Numatics introduceert een reeks compacte en lichtgewicht gemotoriseerde klepafsluiters voor toepassingen die elektrische aandrijving vereisen. De nieuwe afsluiters zijn stil in het gebruik en kunnen worden gevoed met 24V DC of door 24 tot 48V en 110 tot 250V (50 of 60Hz) AC. Voor het openen en sluiten van de afsluiter is slechts 12W nodig. Vergeleken met de 40 tot 50W die vergelijkbare producten verbruiken, is de 290-serie een aantrekkelijk en energie-efficiënt alternatief. De 290-serie is verkrijgbaar in een G 3/8”, 1/2” en 3/4” roestvast stalen behuizing met IP65 dichtheidsklasse waardoor de afsluiters ook buiten gebruikt kunnen worden zonder extra omkasting. De gemotoriseerde afsluiters zijn geschikt voor vloeistoftemperaturen tot 90°C. Het “schuine zitting” ontwerp biedt een hoge doorlaatcapaciteit en testen hebben uitgewezen dat de afsluiters meer dan een miljoen schakelingen kunnen maken zonder aan betrouwbaarheid en kwaliteit in te leveren, wat de onderhoudskosten en downtime aanzienlijk ten goede komt. Met een snelle responstijd (< twee seconden per open / dicht schakeling), is er geen stroom nodig om de afsluiter in positie te houden. Het lage energieverbruik zorgt er voor dat zowel kabels als voedingen geminimaliseerd kunnen worden, wat kosten en ruimte bespaart.

Stöber heeft haar brede reeks planetaire vertragingskasten voor servomotoren uitgebreid met de aantrekkelijk geprijste PE-serie. Deze compacte planetaire vertragingskast met schuine vertanding heeft een speling van 8 boogminuten (1-traps) of 10 boogminuten (2-traps). De schuine vertanding levert een lager geluidsniveau dan conventionele tandwielkasten met een rechte vertanding. De PE planetaire vertragingskast is uitermate geschikt voor dynamische toepassingen zoals in de verpakkingsindustrie en handlingsystemen.

www.aceolator.eu n

De PE planetaire tandwielkast is leverbaar met een adapter en spelingvrije koppeling voor aansluiting op elk type en fabricaat servomotor. Voor de veel voorkomende servomotoren is een zeer prijsgunstige uitvoering leverbaar, waarbij de aansluitmaten van de servomotor direct in de behuizing van de tandwielkast zijn verwerkt. Daarnaast is de PE planetaire vertragingskast ook leverbaar direct gemonteerd aan de Stöber EZ servomotoren. Dat creëert een zeer compacte en dynamische servoaandrijving, omdat er geen adapter en koppeling nodig is. www.atb-automation.be n

www.asconumatics.be n

194 - DEC 2013 - P 45


P 46 - 194 - DEC 2013


ACTUALITEIT

Chroom-6 en nikkelvrije schroefverbindingen

Sysmac geïntegreerde veiligheid

LIQUIfit® en LIQUIfit+ insteekkoppeling voor water- en drankapplicaties

Wereldwijd staat het gebruik van chroom-6 al langere tijd ter discussie met het oog op de gezondheid. Een alternatief is het gebruik van chroom 3-oppervlaktebehandelingen. Deze zilverkleurige oppervlaktebescherming is een innovatie van Arco. Arco Armaturenfabrik Obrigheim is meer dan 25 jaar producent van snijringkoppelingen. Het innovatieve procedé is het resultaat van intensief onderzoek in de galvaniseertechniek. Hierbij gaat het om een speciaal oppervlaktesysteem op zinkbasis, dat galvanisch wordt aangebracht. De zinklaag wordt met een speciaal procedé gepassiveerd. Alle koppelingen worden standaard voorzien van een dikke chroom-6-vrije laag. Het brede en gevarieerde assortiment omvat snijringkoppelingen voor zowel remsystemen als hydrauliek systemen. De klantenkring bestaat uit producenten van bedrijfsvoertuigen, bouw- en landbouwmachines, werktuigmachines als ook producenten van hydraulische systemen, componenten leveranciers en internationale handelaren. In de Benelux vertegenwoordigt IPAR hun productenpakket. Arco is gecertificeerd volgens ISO TS 16949 en 14001 en in het bezit van het “Type Approval Certificate” van Germanischen Lloyd.

De nieuwe NX-veiligheidsbesturing (NX Safety) van Omron maakt gebruik van geavanceerde technologie en wordt in het nieuwste NX I/Osysteem toegepast. Een nieuwe en innovatieve I/O-technologie is NsynX, waarmee buitengewone snelheid en prestaties mogelijk zijn en een resolutie van een nanoseconde binnen een EtherCAT-netwerk, een nieuwe norm voor snelheid en nauwkeurigheid in automatisering. De veiligheidscommunicatielaag staat bekend als Safety over EtherCAT (FSoE - FailSafe over EtherCAT) en wordt gebruikt om veiligheidsdata te verzenden tussen een NX-veiligheidsbesturing en de NX I/O gekoppelde veiligheidsapparatuur. Met de introductie van de NX-veiligheidsbesturing als onderdeel van de geïntegreerde Sysmac-architectuur zijn Omron veiligheidssystemen geschikt voor toepassingen tot categorie 4 en prestatieniveau (PLe) conform ISO 13849-1. Een van de voordelen van geavanceerde veiligheidsbesturingen ten opzichte van klassieke, bekabelde veiligheidsoplossingen is de flexibiliteit en herbruikbaarheid van code. De NX-veiligheidsbesturingen van Omron worden geprogrammeerd in overeenstemming met de IEC 61131-3 standaard met gebruikmaking van dezelfde geïntegreerde ontwikkelingsomgeving (Sysmac Studio) die ook voor de rest van de Sysmacapparatuur wordt gebruikt.

De divisie Fluid System Connectors Europa (eerder Legris) van Parker Hannifin, wereldleider in “motion and control” systemen en technologieën, introduceert het LIQUIfit® en LIQUIfit+ programma, een nieuwe reeks van lekvrije insteekkoppelingen, slangen en toebehoren voor talrijke applicaties in de water- en drankindustrie. Het koppelinghuis en de draadaansluiting zijn gemaakt van een unieke, hoge kwaliteit biologische polyamide, geproduceerd uit plantaardige oliën en zaden. Parker streeft ernaar om bij de ontwikkeling van nieuwe producten het milieu zoveel mogelijk te ontlasten door onder andere meer gebruik te maken van niet-fossiele grondstoffen en door de CO2 uitstoot van producten tijdens hun levenscyclus zoveel mogelijk te beperken. De LIQUIfit®-fittingen stoten gemiddeld 5 keer minder CO2 uit gedurende hun levenscyclus in vergelijking met standaard producten die op de markt verkrijgbaar zijn. Door de gepatenteerde afdichting- en klemtechnologie zal het zogenoemde ‘pompeffect’ niet optreden. Dit betekent een optimale prestatie van uw systeem dankzij de goede geleiding en een positieve afdichting (gepatenteerde D-vormige afdichting) van de slang bij zowel statische als dynamische applicaties.

www.ipar.be n

www.parker.com/be n

industrial.omron.eu n

194 - DEC 2013 - P 47


DOSSIER HYBRID HYDRAULICS

Hydraulisch-hybride aandrijvingen in voertuigen: deel 2 (2006 –2009) Een hydraulisch-hybride aandrijving is een combinatie van een verbrandingsmotor en aandrijving door middel van hydrauliek olie. Deze ontwikkeling maakte aanvankelijk vooral in de Amerikaanse auto-industrie opgang. Deze bijdrage is een vervolg op het artikel in het septembernummer van Automation Magazine. In 2006 verwachtte het logistieke bedrijf UPS (United Parcel Service, vloot van 91.000 bestelwagens) dankzij dit aandrijfsysteem een brandstofbesparing van 70% te realiseren, en een vermindering van de CO2-uitstoot tot 40%. “Brandstofbesparing is een kritieke factor voor ons bedrijf,” zei toen Frank Whalley, vice-president UPS. Het bedrijf had daarvoor al pogingen gedaan met waterstofcellen, vloeibaar aardgas, propaan en volledig elektrische systemen. Tot het besloot om vanaf nul een project uit de grond te stampen met als doel het brandstofverbruik drastisch te verminderen door middel van ‘hydraulic-hybrid technology’. Samen met een team van Eaton Corp. International Truck and Engine, het EPA(Environmental Protection Agency), en het National Automotive Center van het Amerikaanse leger, ging UPS aan de slag. Hieronder ziet u het eerste prototype van de hybride aandrijving van een Class-6 bestelwagen. Dit bestaat uit een pomp, accumulatoren (laagdruk en hoogdruk) en een geïntegreerde hydraulische

Daardoor zijn ze 90% lichter dan hun evenknie in staal en leveren ze een rendement van meer dan 98% input/output . Ze zijn berekend op een werkdruk van 5000 psi (~350 bar).

Hydraulisch hybride aandrijvingen breken door In 2008 doet New York onderzoek naar het gebruik van de hybrid technologie voor de vuilniswagens van de stad. De firma Bosch Rexroth werd gekozen om met hun ‘Hydrostatic Regenerative Brake (HRB)’ systeem bij te dragen aan het project. Dit HRB systeem bevat een hydrostatisch hybride aandrijving dat gebruik maakt van hydraulica in de plaats van batterijen. Zo wordt een aanzienlijke vermindering van het brandstofverbruik gerealiseerd zelfs bij zeer zware voertuigen (zie tekening hieronder). Doel was om 30 tot 50% in brandstofverbruik en CO2-uitstoot te besparen.

Afvalvermindering met hybride aandrijvingen Het in Texas gevestigde Waste Management Inc. voegde in 2008 vier parallel hydraulic hybrid aangedreven diesel ophaalwagens toe aan hun vloot. De vier voertuigen gebruiken het Hydraulic Launch Assist (HLA) systeem, ontworpen door Eaton Corp. (zie fi-

hybrid op de achteras, waarin drie pomp/motor eenheden zijn vervat. Het tweede prototype bestond uit een serieel hydraulische hybrid aandrijving en een enkele pomp/motor eenheid. Deze was gekoppeld aan een computergestuurde, schakelloze transmissie met vier versnellingen. Omdat er geen mechanische verbinding bestaat tussen de verbrandingsmotor en de wielen, kan de motor worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld bij vertragen of bij stilstand. Dit betekent dat bij een ‘stop-and-go’ in een stedelijke omgeving, de verbrandingsmotor maar de helft van de tijd in werking is. De meerprijs voor een hydraulische hybrid aandrijving wordt geschat op 7.000 dollar, dit is minder dan 15% van de prijs van het basisvoertuig. Rekening houdend met de huidige brandstofprijzen wordt deze technologie dus terugverdiend in minder dan drie jaar. Het EPA heeft berekend dat over de hele levensduur (20 jaar) de brandstof- en onderhoudsbesparingen meer dan 50.000 dollar bedragen. Een belangrijk ‘detail’: de accumulatoren die in deze prototypes werden gebruikt zijn gemaakt van koolstofvezels.

P 48 - 194 - DEC 2013

In het vorige nummer van Automation Magazine (september 2013) werd de Fendt-Vario voorgesteld (1995-8) als een eerste ‘power split’ aandrijfsysteem van een landbouwtractor. In het FLUID-nummer van oktober 2013 staat de nieuwe versie, de 700 reeks, die het succes van de Vario bevestigt.


DOSSIER HYBRID HYDRAULICS

guren hieronder). Het systeem vergaart en stockeert energie tijdens het remmen. Dit verbetert niet alleen het rendement maar vermindert ook de slijtage aan de remblokken. De levensduur van de remmen ligt bij deze voertuigen die vaak stoppen, 2 tot 4 maal hoger. De gestockeerde energie wordt omgezet om het voertuig te versnellen tot het volgende ophaalpunt. Dit vermindert het brandstofverbruik en de slijtage van de motor. Uit berekeningen blijkt dat een ophaalwagen die per dag 1000 keer start en stopt, met dit systeem 19 tot 28 % minder brandstof verbruikt.

De parallelhybride aandrijving van Volvo De hybride aandrijving van Volvo is een parallelhybride aandrijving. Dit houdt in dat de dieselmotor en de elektromotor zowel tegelijk als apart kunnen worden ingezet. De elektromotor heeft drie taken. Ten eerste drijft hij de wagen aan. Ten tweede fungeert hij als generator bij het afremmen en ter derde als startmotor voor de dieselmotor. Bij het wegrijden wordt de elektromotor gebruikt tot de wagen vaart krijgt. Dan wordt de dieselmotor gestart. Wanneer de wagen bijvoorbeeld bij een verkeerslicht stopt, slaat de dieselmotor automatisch af. De elektromotor functioneert als motorrem. Met de remenergie wordt de accu geladen. Als de wagen een helling oprijdt, kan de elektromotor de dieselmotor bijstaan om zo extra vermogen te ontwikkelen

Eaton: zowel elektrisch als hydraulisch Eaton is lange tijd de enige geweest die zowel de elektrische hybrid als de hydraulische hybrid aandrijving op de markt bracht. In de jaren 2008 en 2009 werden beide vaak tegenover elkaar afgewogen. De hydraulische pomp/motor is vervangen door een elektromotor en de olieaccumulatoren door elektrobatterijen. Het elektromotor koppel ondersteunt het koppel van de brandstofmotor. Dit ‘blended’ of geïntegreerd systeem levert een aantal voordelen: - Tot 60% vermindering van het brandstofverbruik

In het volgende nummer leest u deel 3 van deze reeks: elektrisch of hydraulisch hybride aandrijving? Auteur: René Decleer n

- Tot 87% vermindering van vrijloop tijd - Verminderd onderhoud - Verminderde uitstoot - Minder lawaai en betere versnelling

194 - DEC 2013 - P 49


ACTUALITEIT

40% meer ruimte in de schakelkast Pepperl + Fuchs breidt haar programma modules uit met de nieuw ontwikkelde achtkanaals digitale inputmodules. Pepperl + Fuchs heeft deze nieuwe modules mogelijk gemaakt door een nieuw elektrisch ontwerp te maken. De nieuwe behuizingen van de digitale highdensity inputmodules zijn half zo breed als die van de vorige versie, maar dit is mede te danken aan het compacte plug ontwerp. De twee plug-in connectoren op de voorzijde van de behuizing hebben elk acht contacten. Daarnaast is de vernieuwde behuizing voorzien van status LEDs voor elk van de acht beschikbare kanalen, waardoor snelle diagnose mogelijk wordt en zowel de inbedrijfstelling als het onderhoud worden versneld.

Mindere inbouwruimte De nieuwe modules hebben in een compleet remote I/O systeem circa 40% minder installatieruimte nodig, inclusief com. unit koppeling en voeding, afhankelijk van de signaalmix. Deze verminderde inbouwruimte verhoogt de flexibiliteit bij het plannen van automatiseringsoplossingen met de Pepperl + Fuchs remote I/O systemen. De innovatieve, slanke modules kunnen worden geïnstalleerd in ruimtes waar grotere schakelkasten niet passen. De high-density modules zijn half zo groot en hun slanke profiel maakt ruimte vrij voor meer modules.

Analoge tegenhangers De analoge tegenhangers werden enige tijd geleden geïntroduceerd en zijn het resultaat van een innovatief elektrisch ontwerp. Met een breedte van 16 millimeter, passen de highdensity modules in bestaande achterpanelen en zijn bovendien eenvoudig te configureren. n

Warmterecuperatie ook bij kleinere compressoren

Slimme TECHLINE® actuator

Een compressor is bij uitstek geschikt voor warmteterugwinning. Het biedt een eenvoudige besparingsmogelijkheid met groot rendement, want maar liefst 80% van de geproduceerde warmte is vrij eenvoudig terug te winnen. CompAir, producent van compressoren, heeft daarom warmterecuperatie ook beschikbaar gemaakt voor de kleinere types compressoren. Vanaf nu kunnen de CompAir L15 – L29 schroefcompressoren (vermogens van 15 – 29 kW) worden uitgerust met een heat recovery kit. Deze kit kan in de fabriek worden gemonteerd, maar kan ook achteraf op de compressor worden gemonteerd. Het warmteterugwinsysteem van CompAir is voorzien van een geïntegreerde platenwisselaar. Dankzij een eigen oliethermostaat is het systeem uiterst efficiënt. Watertemperaturen tot 70 °C zijn mogelijk. De herwonnen warmte is onder andere te gebruiken voor het voorverwarmen van proceswater in industriële toepassingen en de levering van warm water voor verwarming of tapwater. CompAir wordt in België vertegenwoordigd door CompAir Geveke te Vilvoorde. www.compair-geveke.be n

De actuator LA36 van TECHLINE is een robuuste actuator die onder extreme omstandigheden blijft presteren.

P 50 - 194 - DEC 2013

Hierdoor is de LA36 geschikt voor een groot aantal applicaties in bijvoorbeeld de land- en tuinbouw, en in de constructiewereld. TECHLINE presenteert de LA36 met iFLEX opties. TECHLINE actuators met iFLEX worden gekenmerkt door een geïntegreerde H-brug, waardoor iFLEX oplossingen weinig ruimte en minder kabels nodig hebben dan traditionele actuatoroplossingen. De controlebox is eenvoudig in de actuator in te bouwen, wat de installatie eenvoudig en gebruiksvriendelijk maakt. De iFLEX heeft veel intelligente kenmerken. Om de juiste keuze te maken zijn de iFlex opties in 4 versies onderverdeeld: IC Basic, IC Advanced, Bus en Parallel. www.linak.be n


ACTUALITEIT

Nieuwe lineaire geleidingen

Assemblagecenter voor motorreductoren

Nieuwe Simotics FDmotorreeks

Rollon, fabrikant van lineaire assen en geleidingen, breidt de productfamilie van de Telescopic Rail uit met de nieuwe gesynchroniseerde, volledig uitschuifbare DSS 43 Syn-serie. Door deze uitbreiding vande lineaire geleidingen is een gecontroleerde en gelijkmatige beweging van alle uitschuifbare onderdelen mogelijk. De verschillende varianten van de nieuwe volledig uitschuifbare DSS 43-serie bestaan uit twee geleidingen, die in combinatie met een S-vormig tussenelement een gesloten systeem vormen. De uitbreiding omvat drie nieuwe exemplaren, namelijk de DSS met eenzijdige uitschuifbare geleiding, de DSB voor eenzijdige uitschuifbare geleidingen met blokkering bij ingetrokken toestand en de DSD met tweezijdige uitschuifbare geleiding. Bij deze geleidingen worden de vaste en bewegende geleidingsrails via een tandwiel gesynchroniseerd. Hierdoor is een gecontroleerde en gelijkmatige beweging van alle uitschuifbare elementen mogelijk. Het is tijdens deze beweging belangrijk dat draagkrachten en productdimensies onveranderd blijven. Ook het portfolio van corrosiebestendige telescopen en geleidingen is uitgebreid. Zo zijn de volledig uitschuifbare LFX uit de Light Rail-productfamilie en de gebogen geleiding van edelstaal uit de Curviline-serie de nieuwste producten binnen dit segment. Naast het ontwikkelen van compleet nieuwe producten, probeert Rollon ook continue het bestaande assortiment te verbeteren. Momenteel worden de originele producten van de DSS 43-familie geoptimaliseerd en wordt de buigstijfheid van de deels uitschuifbare telescopische Rail ASN 28 bij gelijke constructieve afmetingen, verhoogd.

Vermeire-Belting is sinds ruim 20 jaar het gecertifieerd assemblage center voor de gerenommeerde producenten van motorreductoren zoals het Oostenrijkse Watt-Drive, behorende tot de Weg Group, en het Italiaanse Motovario. Door de stijgende vraag van de machineconstructeurs, om steeds sneller en steeds meer reductoren just in time te leveren, barste de bestaande infrastructuur letterlijk uit zijn voegen. Begin 2013 werd op de site van Vermeire-Belting in EnsivalVerviers de eerste steen gelegd om de bestaande 15.000 m2 opslag ruimte uit te breiden met een ultra moderne werkplaats. Het nieuwe assemblage center beslaat ruim 1000 m2, en is uitgerust met de meest moderne apparatuur en machines voor het monteren en testen van reductoren. Dankzij de geïntegreerde rolbrug, liggen nu ook de planetaire reductoren voor grotere vermogens tot 30.000 Nm binnen bereik. Het intelligent onderdelen beheer (tandwielen, aanbouwflenzen, remmen, geforceerde koeling,…), en puttend uit onze voorraad met ruim 3000 basis units en nog eens 3000 motoren, stelt ons in staat om extreem snel, waar nodig binnen het uur, te assembleren met alle mogelijke opties. n

Met de nieuwe Simotics FD-motorreeks presenteert de Siemens-divisie Drive Technologies een nieuw type motorontwerp met vermogens van 200 tot meer dan 1.600 kW in maximale configuratie. De motoren zijn opgebouwd als een intelligent modulair systeem met een innovatief ontwerp met interne koelvinnen. Daardoor zijn verschillende koelingswijzen en bevestigingsposities mogelijk, waardoor de flexibiliteit voor de planning van de installatie toeneemt en er meer toepassingsmogelijkheden zijn voor motoren in pompen, ventilatoren, compressoren, transportsystemen en takelapparatuur. Omdat de Sinamics-frequentieomvormers optimaal aangepast zijn aan de laagspanningsmotoren, kan Siemens in het kader van zijn Integrated Drive Systems-strategie ook een efficiënt totaalsysteem leveren met hoge vermogensdensiteit en laag geluidsniveau. Op die manier kan Siemens een economisch totaalsysteem aanbieden met een hoge vermogensdensiteit, laag installatievolume en laag geluidsniveau. Dit vermijdt overdimensionering van de omvormer en verzekert dat de spanning optimaal wordt benut. In talrijke toepassingen met constant koppel kunnen reductoren aan Simotics FD worden gekoppeld, waardoor een naadloze opname in een geïntegreerd aandrijfsysteem mogelijk is. www.siemens.com/industry n

www.rollon.be n

194 - DEC 2013 - P 51


P 52 - 194 - DEC 2013


ACTUALITEIT

Verbeterde roterende actuator

Proportionele ventielen compact en comfortabel aansturen

Haakse vertragingskasten

SMC Pneumatics heeft een verbeterde versie van pneumatische oplossingen, heeft een verbeterde versie van zijn draaicilinders met vaan uit zijn CRB2 serie gelanceerd. Naast de dubbele as beschikt de vernieuwde CRB2-Z standaard over een enkelvoudige as en voorziet hij in eenvoudiger fitwerk dankzij de parallelle plaatsing van de poorten. Die bevinden zich aan de zijkant of parallel aan de as. Deze wijzigingen bewijzen dat SMC er continu alles aan doet om de prestaties en mogelijkheden van zijn producten te verbeteren. De CRB2-Z is verkrijgbaar met vier rotatiehoeken van 90° tot 270° en is ideaal voor toepassingen in krappe ruimtes, robotica en materiaalverplaatsing. Ook zwaardere belastingen zijn geen probleem dankzij het dubbele vaantype. Deze beschikt over een tweemaal zo groot draaimoment als de optie met de enkele vaan, maar heeft dezelfde afmetingen. Voor extra flexibiliteit kunt u de CRB2-Z ook uitrusten met naderingschakelaars – die in elke positie in de omtrekrichting kunnen worden bevestigd – en/of een hoek-insteleenheid. Beide optionele accessoires kunt u rechtstreeks op de draaicilinder monteren.

De nieuwe proportionele ventielmodule integreert hydraulische of pneumatische ventielen bijzonder gemakkelijk in het WAGO-I/O-SYSTEM 750. Groot stroombereik, vele features: de proportionele ventielmodule (750-632) is met een bouwbreedte van slechts 12 mm een compacte en eveneens krachtige oplossing, om hydraulische of pneumatische ventielen in het WAGOI/O-SYSTEM 750 te integreren. Twee éénspoelse ventielen of een tweespoels ventiel kunnen unidirectioneel of bidirectioneel worden aangestuurd. De uitgangsstroom bedraagt in het 1-kanaalbedrijf 2 A en in het 2-kanaalbedrijf 1,6 A per kanaal of spoel. In combinatie met een geringe afwijking tussen de gewenste en werkelijke waarde laten zich zowel kleine als grotere ventielen betrouwbaar en met grote herhaalbaarheid aansturen. De proportionele ventielmodule beschikt over twee stroomgeregelde PWM-uitgangen (24 V) met instelbare dithering. Het afzonderlijk instellen van de ditherfrequentie maakt een aan het ventiel aangepaste minimale beweging rondom de rustpositie mogelijk. Dit heeft het voordeel, dat de gewenste waarde kan worden behouden, zonder de statische wrijving in acht te moeten nemen. Bovendien wordt het vastplakken van het ventiel omwille van residus uit het medium voorkomen. De ingestelde wenswaarde laat zich via een scalering alsook via parametreerbare stijgings- en dalingscurven aan de toepassing aanpassen. Karakteristiekaanpassingen zoals nulpuntverschuiving, knikcompensatie of bereiksbeperkingen kunnen via parameters worden ingesteld. Twee extra, configureerbare digitale ingangen maken de directe integratie van sensoren of schakelaars, zoals bijvoorbeeld voor eindpositiecontrole, mogelijk.

Wittenstein overstijgt met haar nieuwe gamma vertragingskasten de huidige standaard. Dit blijkt uit de gemiddeld 30% hogere nominale snelheid en 20% hogere versnelling. Dit nieuwe gamma is opgebouwd uit drie verschillende types met een elegant design en werd gemonteerd in een segment waar dynamiek en nauwkeurigheid noodzakelijk zijn. Het nieuwe gamma van haakse vertragingskasten werd ontworpen als een oplossing voor toepassingen die een lage reductieverhouding vereisen. De eentrapsversie betreft de 1:1 en 1:2 verhoudingen en levert een maximale versnellingskoppel van 10 tot 315 Nm met niet meer dan 4 boogminuten torsiespeling. De tweetrapsmodellen met laag verlies en een geïntegreerde, planetaire transmissie zijn beschikbaar met een as (SPC+) of flens (TPC+) output en reductieverhoudingen van i=4 tot i=10. Hun prestaties zijn evenzeer overtuigend: versnellingskoppel tussen 30 en 1600 Nm en hoekverdraaiingsspeling van 2 tot 4 boogminuten.

www.smcpneumatics.be n

www.wittenstein.biz n

www.wago.be n 194 - DEC 2013 - P 53


Nieuws en Actualiteit Siemens en KUKA kondigen samenwerking aan Op EMO in Hannover hebben de Siemens-divisie Drive Technologies en KUKA Roboter GmbH een uitgebreide samenwerking aangekondigd. De centrale pijler van de samenwerking is de integratie van KUKA-robots en Siemens CNC-oplossingen voor het laden en uitrusten van werktuigmachines. “Door deze gezamenlijke aanpak versterken beide bedrijven het basisconcept van geïntegreerde productie en kunnen ze o.a. nieuwe markten ontwikkelen dankzij de nauwe verweving van werktuigmachinetaken en laad- en uitrustingstaken”, aldus Manfred Gundel, CEO van KUKA Roboter GmbH. “De CNC-sturing van Siemens en de robotsturingen van KUKA zijn ideaal voor de integratie van robot- en CNC-technologie. Door deze samenwerking, wordt onze jarenlange partnerrelatie verder versterkt en kunnen we samen intelligente automatiseringsoplossingen ontwikkelen, zoals omschreven in het Industrie 4.0-project, en dit ten voordele van beide partners en met het oog op de uitbreiding van onze business”, aldus Robert Neuhauser, CEO van de Business Unit Motion Control Systems bij Siemens.

Nieuwe General Manager Bosch Rexroth Benelux Ron van den Oetelaar is de nieuwe General Manager bij Bosch Rexroth, specialist in aandrijf- en besturingstechniek. Ron heeft uitgebreide kennis op het gebied van engineering en project management en veel ervaring in de drive & control wereld. In een vorige functie was hij Vice President Global Sales Marine & Offshore Technology bij Bosch RexRoth. Ron van den Oetelaar neemt het stokje over van Jörg de la Motte, die een nieuwe internationale management-functie binnen het Bosch concern in Duitsland heeft aanvaard.

WEG en KSB leveren motoren en pompen voor project Water-link in Walem De integratie van hoogrendementsmotoren is een item waar steeds meer eindklanten in de waterindustrie open voor staan. Dat geldt ook voor een project van Water-link in Walem, waar een nieuwe drinkwaterlijn wordt aangelegd naar TMVW in Buggenhout. KSB deed hiervoor een beroep op WEG voor de levering van de motoren voor zes pompen. KSB levert voor dit project zes pompen (inclusief motoren) aan. Het gaat om vrij grote pompen, die de capaciteit van 6815 m3 perfect aankunnen. Elke pomp beschikt over een motor met een vermogen van 315kW.

Nieuw bedrijf in hydraulische componenten REM-B Hydraulics nv en Indupro nv hebben de krachten gebundeld in een nieuw bedrijf: REM- B Indupro nv. Voor de Oostendse regio zal REM-B Indupro zijn klanten van dienst zijn voor al hun hydraulische noden en behoeften. Speciale aandacht zal gaan naar de offshore energiesector, en met name naar het onderhoud van bestaande en nieuwe windturbines.

P 54 - 194 - DEC 2013


Vereniging Platform Hydrauliek: kennis over hydraulica bundelen Automation Magazine sprak met Ivo Willemsen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Platform Hydrauliek. Deze vereniging, opgericht in 1997, is een Nederlands platform voor iedereen die geïnteresseerd is in, of affiniteit heeft met, het vakgebied hydraulica. De Vereniging Platform Hydrauliek organiseert vijf maal per jaar een bedrijfsbezoek. Dit was een bezoek aan de firma Conrad Stanen, producent van verticale boormachines.

Voorzitter Ivo Willemsen: “De vereniging kent inmiddels meer dan 130 leden enthousiaste leden die op persoonlijke titel lid zijn. Ons doel is het borgen en doorgeven van kennis binnen het vakgebied hydraulica.” Ook Belgische bedrijven en specialisten zijn welkom. Hiertoe organiseert de Vereniging vijf maal per jaar een bedrijfsbezoek waar een relevant hydraulisch onderwerp besproken wordt.”

Symposium Tevens organiseert de Vereniging één maal per twee jaar in samenwerking met de FEDA (Nederlandse Federatie Aandrijven en Besturen) ‘Het Hydrauliek Symposium’, waarbij een dagvullend programma aan een actueel thema binnen het vakgebied hydraulica wordt besteed.

INDEX

Het symposium heeft een eigen site: voor meer info zie www.het-hydrauliek-symposium.nl en brengt “Het Vademecum Hydrauliek” uit, een must voor iedereen die actief met hydrauliek te maken heeft. Belgische leden zijn meer dan welkom. Lid worden gaat eenvoudig via de site www.platform-hydrauliek.nl. Een lidmaatschap kost 100 euro per jaar.

ADVERTEERDERSINDEX

Staubli

26

Tas & co

40

Testo

38

TITEL

PAG.

ABB

46

Valorlub

20

Act in Time

26

Vermeire Motion

44

Asco Numatics

14

Wago

6

ATB Automation

14

Atlas Copco

30

AZ Hollink

30

Belgitrans-Fimop

52

TITEL

Boge

43

Consortium brengt tweede editie van colloquium voor bordenbouw

5

Bosch RexRoth

56

Machinerichtlijn wordt goed gevolgd, maar het kan nog beter!

7

Brevini

38

Concertgebouw Brugge : flexibele veiligheidsoplossing in de spotlights 10

Euregio Hydraulics

32

Windturbines en hydraulische aandrijvingen

15

Festo

2

Smeermechanismen met vet in wentellagersystemen

16

Hansa-Flex

12

Jaaroverzicht

21

Global Fairs

34

Hannover Messe 2014: Integrated Industry – Next steps

28

Hydrauvision

36

De aandrijfwereld in beweging

33

MGH

32

Een hart voor hydraulica en een glasheldere groeistrategie

37

Omron

32

De sleutel naar succes

41

Parker

39

De koppelingsspecialist bij uitstek

42

Pepperl + Fuchs

40

Actualiteit

45

REM-B

46

Hydraulisch-hybride aandrijvingen in voertuigen: deel 2

48

Service Hydro

12

Nieuws en Actualiteit

54

SMC Pneumatics

19

ARTIKELENINDEX

PAG.

194 - DEC 2013 - P 55



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.