Business nationaal 5

Page 1

BUSINESS

Arko van Brakel

‘Nederland moet weer gaan dromen’ BUSINESS NATIONAAL

I


Profiel

Het vallen en opstaan van Arko van Brakel

‘Door te ondernemen, kom ik tot de beste versie van mijzelf’ TEKST MART RIENSTRA

Arko van Brakel is de opvolger van Harry Starren als directeur van De Baak. Hij maakte in de afgelopen decennia naam als entrepreneur, auteur en spreker. Voor velen is Van Brakel het ultieme boegbeeld van ondernemerschap. Alleen daarom al lijkt de 44-jarige de juiste man op de juiste plek. Hoewel hij aanvankelijk twijfelde over zijn nieuwe functie is Van Brakel nu blij, gemotiveerd en vol ideeën. Vooral over Nederland als ondernemersland. ‘We moeten weg uit onze comfortzone, terug naar wie we zijn en wat we willen. Terug naar onze dromen: Nederland ondernemersland.’ Ondernemerschap is een manier van leven. Dat is de volle overtuiging van Arko van Brakel. Na baantjes als bedrijfsleider en hotelrecensent startte hij ooit internetprovider EuroNet, om het na enkele jaren met veel winst te verkopen aan Wanadoo. Van Brakel was amper 30 en financieel onafhankelijk. Maar de entrepreneur kon niet stilzitten en zette het internet-opleidingsbedrijf PuntEDU op. Alweer een voltreffer, zoals hij ook verwachtte met Jamby te cashen. Maar deze voorloper van YouTube was echt te vroeg en spatte na een kortstondig leven uit elkaar. In 2000, tijdens een workshop in Den Bosch was het even ‘over en sluiten’ voor de toen 31-jarige Van Brakel. Hij zakte in elkaar en had een burn-out.

Waardevolle footprint Het duurde enige tijd voordat inspiratie weer vat op hem kreeg. Dat gebeurde na een training van de Amerikaanse managementgoeroe Anthony Robbins. ‘Ik kreeg daar een beslissend inzicht over mijzelf: dat ondernemerschap voor mij een levensvoorwaarde is. Door te ondernemen, kom ik tot de beste versie van mijzelf. En dat is wat ik wil, alleen dan kan ik straks een waardevolle footprint achterlaten. Niet vanuit de behoefte mij te bewijzen, wel vanuit de wens dat het er allemaal toe gedaan heeft.

II

BUSINESS NATIONAAL

Dat ik voor bepaalde mensen een inspirerend voorbeeld ben geweest, een steuntje in de rug.’ Als je Van Brakel zo hoort praten, is het nauwelijks verbazingwekkend dat juist hij nu de scepter zwaait over een opleidingsinstituut dat zo graag leading wil zijn in ondernemerschap en leiderschap. Toch twijfelde hij sterk toen hij door het bestuur van De Baak uitgenodigd werd te komen praten over de opvolging van Harry Starren. ‘Ik vond het een groot compliment, maar had op voorhand al besloten beleefd voor de eer te bedanken. Waarom zou ik dit gaan doen? Ik was druk, succesvol en deed mijn ding lekker op mijn manier.’

Zekerheid en faalangst Maar wat knelde, was zijn missie. ‘Ik heb ooit besloten van Nederland het meest ondernemende land ter wereld te maken. Vanuit deze nieuwe positie is de kans van slagen een stuk groter.’ En dus is hij sinds 1 september de opvolger van een man die jarenlang zijn stempel drukte op De Baak en ‘inspirerend Nederland’. ‘Los van de vele overeenkomsten zijn er ook verschillen tussen Harry en mij. Ik ben en voel mij echt een ondernemer, heb bedrijven gehad, ben succesvol geweest, maar ben ook bijna al mijn geld kwijtgeraakt. Dat alles heeft mij gevormd, van daaruit handel ik en sta

ik voor ondernemerschap en leiderschap in Nederland.’ En dat lijkt nodig, want ons land bevindt zich in een crisis. Toch? ‘Crisis is een zwaar woord. Zo slecht hebben we het niet, tenminste niet financieel. We rijden nog steeds in nieuwe auto’s en trekken er in de herfstvakantie weer massaal op uit.’ Waar de schoen wel wringt is het gebrek aan lef en initiatief. ‘Dat komt door een combinatie van zekerheid en faalangst. Zolang we niet met de rug tegen de muur staan, kiezen we voor continuïteit in plaats van in beweging te komen. Dat heeft ook te maken met het feit dat “falen” in onze samenleving een negatieve connotatie heeft. Ten onrechte, dat zeker. Ik heb juist ontzettend veel geleerd van mijn flops. In die zin wordt het tijd om milder te reageren op initiatieven die niet meteen een succes worden. Daarom ben ik zo blij met de Fenix Award; een prijs voor ondernemers die na hun faillissement een nieuw bedrijf zijn begonnen en dus uit de as herrezen zijn. Dat stimuleert, want ondernemerschap is echt een kwestie van vallen en een keer extra opstaan.’

Authentieke vent Naast op ondernemerschap richt Van Brakel namens De Baak zijn pijlen op leiderschap. Ook op dat punt wijzigt het beeld snel. ‘Internet heeft de wereld


veranderd en transparant gemaakt. Informatie is nu voor iedereen toegankelijk. Het gaat er dus niet meer om wie de informatie in bezit heeft maar wie deze het beste kan duiden.’ Voorbeelden van moderne leiders die richting geven aan data en op basis daarvan een beweging in gang zetten, zijn er voldoende. Op micro- en macroniveau. ‘Ook in de politiek zie ik ze, zoals Diederik Samsom onlangs naar voren is gestapt. Een authentieke vent die ergens voor staat en vertrouwen uitstraalt. Hetzelfde geldt voor Mark Rutte; beide kerels handelen vanuit hun intrinsieke respect voor mensen en “leven hun visie”.’ Ook in het bedrijfsleven komt hij geloofwaardige leiders tegen. ‘Mensen die zuiver zijn, een idee hebben over waar het met de wereld naar toe moet en daaraan vast houden, ongeacht wat anderen er van denken.’ Is Van Brakel zelf ook zo’n leider? ‘Ik voel mij eerder een inspirator. Mijn kracht zit in het mensen raken, aan het denken zetten en enthousiasmeren. Bijvoorbeeld voor een gezond leven. Ik geloof in een gezond lichaam, een gezonde geest en het resultaat ervan: vitaliteit. Nederland moet vitaler worden, dat is voor mij bijna een religieuze overtuiging. Als we daar in slagen, komen we vanzelf meer in beweging; letterlijk en figuurlijk. Wat dat betreft zie ik graag de Olympische Spelen in 2028 naar ons land komen. Als je ziet wat de impact is van sport en topsporters op kinderen, dat is onvoorstelbaar. Zo’n Usain Bolt is fenomenaal; in zijn eentje zorgt hij ervoor dat overal in de wereld jongens en meisjes aan atletiek gaan doen, in beweging komen. Over leiders gesproken… Alleen jammer dat hij geen Nederlander is.’

‘Ik heb ontzettend veel geleerd van mijn flops.’ BUSINESS NATIONAAL

III



BedriJfsProfiel

Meer controle over je bedrijf

Kennis en inzicht zijn sleutels tot succes OXplus Management Consultancy helpt (inter) nationale bedrijven zoals de NS, Boskalis en Siemens met het automatiseren en optimaliseren van hun businessprocessen. ‘Wij brengen risico’s, kosten, verliezen en prestaties in kaart. Hierdoor wordt de business van een bedrijf voorspelbaar, transparant en meetbaar. Kennis en inzicht zijn de sleutels tot succes,’ aldus managing director Henri Snijders. Samen met compagnon Richard van Dongen richtte Snijders in 2010 OXplus op. Beide heren hebben een jarenlange ervaring op het gebied van onderhoud- en servicemanagement, waarbij de focus ligt op facility management en rolling stock. Van Dongen: ‘Het managen van infrastructuur en doorstromingen, verhoogde veiligheidseisen, kwalitatief onderhoud en betrouwbaarheid spelen in beide specialisaties een grote rol. Als er bijvoorbeeld onverwacht een installatie of trein uitvalt, heeft dit vaak enorme financiële gevolgen voor onze klanten.’ Op het gebied van rollend materieel mag OXplus zich inmiddels expert noemen. ‘Vanuit de hele wereld worden we ingevlogen om onze kennis en kunde op het gebied van rolling stock te delen,’ aldus Snijders.

Enterprise Asset Management System

Eén van de beschikbare tools voor het efficiënt beheren van activa zijn de Enterprise Asset Management (MAXIMO)- en Facility Management (TRIRIGA) Systemen. Snijders: ‘Dit zijn geavanceerde IT-systemen voor het onderhoud van bedrijfsmiddelen, gebouwen en voertuigen. Het helpt de inkoop- en voorraadkosten te verlagen en de bezettingsgraad te verhogen. Tegelijkertijd wordt de productiviteit van de medewerkers verhoogd en de levensduur van complexe en dure activa gemaximaliseerd. Hierdoor kan de winst worden vergroot.’ Voor de technische inrichting werkt OXplus samen met een aantal vaste partners (waaronder IBM), waardoor zij zich volledig op de bedrijfsvoering en procesverbetering kan richten. ‘Wij bieden in het hele traject begeleiding en ondersteuning: van advisering en analyse tot en met de implementatie,’ aldus Van Dongen.

Richard van Dongen en Henri Snijders

Vertaalslag

OXplus maakt de vertaalslag van doelstellingen naar actie op de werkvloer. Van Dongen: ‘Het communiceren met een directeur gaat ons net zo makkelijk af als met een servicemonteur. Alle tien de leden van het OXplus-team hebben hun sporen verdiend in de industrie waarbinnen zij werkzaam zijn. Hierdoor weten onze professionals als geen ander welke problemen er zich kunnen voordoen en hoe men hierop moet anticiperen. Daarnaast is ons team bereid om een stap extra te zetten en eigenaar te worden van het probleem van de klant. We willen geen uren, maar het verschil maken.’  oXplus Postelstraat 59 5211 DX ‘s-Hertogenbosch T Richard van Dongen: 06-54793897 Henri Snijders: 06-53501905 E info@oxplus.com I www.oxplus.com @OXplus

BUSINESS NATIONAAL

V


Trends

Nederland maakt kennis met de ESCo

Geen tovermiddel, wel zeer kansrijk TEKST HANS HAJÉE

wind dat wellicht onvoldoende aanleiding was om te onderzoeken of installaties beter en goedkoper zouden kunnen.’

Doorbraak

Om ze tijdsbestendig te maken, moeten plannen bij een ESCo goed doordacht zijn.

In sommige landen is het een vertrouwd instrument, maar Nederland is voor de Energy Service Company nog vrijwel onontgonnen terrein. Het gaat om een contractvorm waarbij de eigenaar of gebruiker van een gebouw de energievoorziening uitbesteedt aan een externe partij. Deze partner – de ESCo – neemt installaties, energiebeheer en -management over. Op basis van een meerjarig prestatiecontract wordt de integrale energiedienstverlening teruggeleverd aan de opdrachtgever.

Onbemind Een ESCo kent geen vaste vorm. Het is meestal een consortium van een aantal technische bedrijven en een financier. De uitvoering van de installaties en andere

VI

BUSINESS NATIONAAL

afspraken zoals financiering en looptijd is maatwerk, afhankelijk van de aard van het object en de eisen en wensen van de eigenaar/gebruiker. Met een ESCo kunnen gebouwen zuiniger worden gemaakt zonder dat het een meerinvestering vergt van de opdrachtgever. De energiebesparende maatregelen worden terugverdiend door een lagere energierekening. De voordelen van een ESCo zijn dus evident. Waarom zijn ze nog geen gemeengoed in Nederland? ‘Onbekend maakt onbemind,’ stelt Harry Sterk, voorzitter van ESCoNetwerk.nl. ‘Deels hangt het samen met het feit dat in landen als Duitsland al jarenlang veel meer nadruk ligt op duurzaamheid en groene energie. Dat levert een vruchtbare voedingsbodem op voor ESCo’s. Ook ging het ons tot voor kort economisch zo voor de

Die drijfveren zijn er nu wel. ‘Hoe wrang het ook klinkt, voor ESCo’s kan de crisis een doorbraak in Nederland betekenen. Door de geldkrapte neemt bij zowel publieke als private partijen het animo toe voor alternatieven waarbij de kwaliteit op peil blijft en de kosten dalen.’ Ook ziet Sterk een toenemende concentratie op kerntaken. ‘Steeds meer organisaties stellen zich de vraag of het aanleggen, onderhouden en exploiteren van installaties wel tot hun core business behoort.’ In samenhang daarmee vindt besluitvorming over installaties en energievoorziening hoger in de organisatie plaats. ‘Voorheen was dat veelal de verantwoordelijkheid van het facilitair management of technische dienst. Nu zien organisaties het als een strategisch onderdeel van het huisvestingsvraagstuk. Integrale uitbesteding is steeds vaker een optie, want hierdoor komen meer middelen en menskracht beschikbaar voor de kerntaken.’

Langjarige verbindingen Een ESCo is ook een manier om de energievoorziening integraal te verduurzamen en zo invulling te geven aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid. ‘Verder past de samenwerkingsvorm naadloos in het streven van steeds meer organisaties om duurzamer met hun toeleveranciers om te gaan. Een relatie waarin het alleen draait om de laagste prijs en leveranciers na een opdracht zo snel mogelijk de deur weer achter zich


Met een Energy Service Company (ESCo) kunnen opdrachtgevers zonder extra kosten hun pand verduurzamen en het energieverbruik beperken. De opdrachtnemer financiert en managet de energie-installaties in ruil voor een langjarige prestatievergoeding. Opdrachtgevers hebben minder vermogensbeslag, geen verrassingen en kunnen zich focussen op kerntaken, opdrachtnemers profiteren van een stabiele cashflow. Al levert niet elk object een geschikte business case op, de verwachtingen rond ESCo’s zijn hooggespannen. ‘Alle voorwaarden voor een snelle opmars zijn aanwezig.’

dichttrekken, heeft amper meerwaarde. Daarom wordt meer en meer gezocht naar langjarige verbindingen waarbij leveranciers de verantwoordelijkheid voor de installaties en het functioneren ervan overnemen, inclusief een prestatieprikkel. De expertise van marktpartijen wordt in een vroeg stadium aangesproken en de samenwerking heeft een lange horizon. Een ESCo waarbij plannen goed doordacht moeten zijn om ze tijdsbestendig te maken, is dus een schoolvoorbeeld van professioneel opdrachtgever- en opdrachtnemerschap. Alle partijen worden gedwongen tot dieper nadenken en worden er dus beter van.’

dat de belangstelling voor PPS en dus ook ESCo’s sterk toeneemt.’

GEEN PROMOTIETEAM

IJzersterke trigger

Het ESCo-netwerk ging op 17 september officieel van start en komt voort uit het al langer bestaande PPS Netwerk Nederland. Ruim twintig organisaties werken samen om meer bekendheid te geven aan de nieuwe samenwerkingsvorm. ‘Naast marktpartijen als installateurs, financiers en adviseurs maken ook publieke opdrachtgevers deel uit van het netwerk,’ verduidelijkt Sterk. ‘Agentschap NL is een strategische partner en ook de Rijksgebouwendienst onderkent het belang van ESCo’s.’ De directeur benadrukt dat het nieuwe netwerk geen promotieteam is. ‘Ons belangrijkste doel is om samen met gebruikers wederzijdse kansen te identificeren en te benutten. We zoeken naar gemeenschappelijke waarde en brengen proposities is kaart. Er kan relatief eenvoudig inzichtelijk worden gemaakt of een object zich leent voor een ESCo. Daar helpen wij bij, onder meer door een quick scan, een databank met voorbeelden, seminars en workshops.’ Meer informatie via www.esconetwerk.nl.

Ondanks alle voordelen waarschuwt Sterk voor teveel euforie. ‘Een ESCo is geen tovermiddel. Als geen passende business case voorligt of onvoldoende middelen of zekerheden beschikbaar zijn, is het geen reëel alternatief. Ook de interne organisatie speelt een rol. Het is goed mogelijk dat een partij uit strategische overwegingen installaties zelf wil beheren, al kan een derde partij dat efficiënter en goedkoper. Ook in zo’n geval is een ESCo geen optie.’

Rotterdamse pilot Rotterdam beet in Nederland het spits af met een ESCo voor het verduurzamen van negen gemeentelijke zwembaden. Dit levert jaarlijks bijna 2.000 ton minder CO2-uitstoot op en zorgt voor een verhoging van de water- en luchtkwaliteit. De pilot moet leiden tot 34% besparing op de energiekosten, wat neerkomt op een bedrag van 3,4 miljoen euro. Een ESCo is geschikt voor alle objecten met grote installaties zoals ziekenhuizen, scholen en verzorgingshuizen. In tegenstelling tot een PPS kunnen ook private opdrachtgevers gebruik maken van de nieuwe samenwerkingsvorm. De verwachting is wel dat overheden er erg warm voor zullen lopen. ‘Decentrale overheden krijgen waarschijnlijk te maken met de Wet Houdbaarheid Overheids-financiën, waardoor het lastiger wordt grote projecten zelf te financieren of ineens grote afschrijvingen op projecten te doen. Je merkt mede daardoor

Alle voorwaarden voor een snelle opmars zijn aanwezig

Maar dat na Rotterdam veel ESCo’s zullen volgen, leidt volgens Sterk geen twijfel. ‘Het uitgangspunt – geld besparen met behoud of zelfs verbetering van kwaliteit, inclusief integrale verduurzaming van de installaties – blijft een ijzersterke trigger. De potentiële markt is enorm en de tijd is rijp, mede door de economische situatie. Dat de startbijeenkomst van het ESConetwerk binnen twee dagen overtekend was, onderstreept dit eens te meer.’

BUSINESS NATIONAAL

VII


liTerATUUr BENEDICTIJNS LEIDERSCHAP

HEBBES!

PAARS MANAGEMENT

Door Adriaan Oomen

Door Lou Van Beirendonck

Cultuurhistoricus en trainer Yvonne Nieuwenhuijs geeft inzicht in het leiderschap van Benedictus van Nursia, een monnik die bijna 15 eeuwen geleden leefde. Hij leerde zichzelf kennen, vond zijn weg en inspireerde vervolgens anderen om datzelfde te doen. Daartoe stelde hij een handleiding op voor het gezamenlijke kloosterleven, de regel van Benedictus. Een van de onderdelen: een strikt ritme van acht uur bidden, werken en slapen. De regel vormde de grondslag voor de orde der Benedictijnen die zich in korte tijd over Europa verspreidde. Nieuwenhuijs kenschetst Benedictus als een authentiek leider met een groot inzicht in de menselijke aard. Een eigenschap die ook voor hedendaagse leiders onmisbaar is. Benedictijns Leiderschap maakt de Benedictijnse regel inzichtelijk, zodat de lezers die in hun eigen situatie kunnen toepassen.

Er zijn maar een paar Apple’s, stelt Adriaan Oomen in Hebbes!: bedrijven met zoveel kracht en macht dat zij primair van zichzelf kunnen uitgaan. Maar dit zijn witte raven. Gewone ondernemende stervelingen redden het zeker niet met deze benadering. Marktgericht positioneren is voor hen de enige manier om succesvol te zijn. Ofwel: stel de klant bij alles wat je doet centraal. Daarom vindt Oomen dat de unique selling points vaak overgewaardeerd worden. Hij ziet dat zelfs als een achterhaalde marketingtheorie. Want al zijn USP’s belangrijk, doorslaggevend is de UBP, de unique buying proposition: wat en waarom willen klanten kopen? Om daar inzicht in te krijgen, draait het volgens Oomen om de 3 B’s: behoefte, belofte en bewijs. Die helpen om uit te vinden en vervolgens duidelijk te maken waarom klanten voor jou moeten kiezen en niet voor een ander.

Een paars kabinet zit er – hoogstwaarschijnlijk – niet in. Wel breekt Lou Van Beirendonck een lans voor paars management. Een mix van blauw en rood, waarbij de eerste kleur staat voor de missie van een organisatie. Rood management daarentegen stelt mensen en hun talenten centraal. Om dit potentiële spanningsveld tot een harmonisch samenspel te maken, is volgens Van Beirendonck ander peoplemanagement nodig, een ander HRM. Grote uitdaging daarbij is de vergrijzing, waardoor schaarste aan geschikte medewerkers in de toekomst onvermijdelijk lijkt. Het is dus cruciaal om de bedrijfsmissie in overeenstemming te brengen met de passie van de werknemers. De auteur geeft inzichten en tips die moeten leiden tot een symbiose van organisatie- en mensgericht management, vanaf werving en selectie tot het moment dat een medewerker afscheid neemt.

176 pag. ISBN 978-90-2590-164-6. Prijs € 19,95. Uitgeverij Ten Have.

144 pag. ISBN 978-90-5261-942-2. Prijs € 24,95. Sdu Uitgevers.

167 pag. ISBN 978-90-7743-256-3. Prijs € 16,99. Scriptum.

Door Yvonne Nieuwenhuijs

DE KRACHT VAN DUURZAAM VERANDEREN Door Anne-Marie Rakhorst Anne-Marie Rakhorst is al jarenlang een warm pleitbezorgster voor duurzaam ondernemen. Zij is ervan overtuigd dat het lineaire groeimodel plaats zal maken voor een circulaire economie. Organisaties die zich aan weten te passen aan de veranderde eisen plukken daar de vruchten van door loyalere stakeholders en meer rendement. De kracht van duurzaam veranderen is het vierde boek van de voormalig zakenvrouw van het jaar. Met deze uitgave wil ze organisaties opnieuw inspireren en helpen bij verduurzaming. Goed voorbeeld doet goed volgen. Daarom bevat het boek veel voorbeelden, oplossingen en best practices. Rakhorst sprak daartoe met een groot aantal kopstukken van bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en politiek in binnen- en buitenland. Onder meer Desso, DSM, Marks & Spencer en Unilever geven een kijkje in de keuken en laten zien hoe zij het duurzame verschil willen maken. 232 pag. ISBN 978-90-5594-224-4. Prijs € 29,95. Search Knowledge/Scriptum.

VIII

BUSINESS NATIONAAL


Your global translation partner www.companytranslations.nl

Zoekt u ondernemingskansen?

Wilt u een eigen onderneming starten? Of bent u een ondernemer die de bakens wil verzetten? Wilt u een vliegende start maken en niet het wiel opnieuw uitvinden? Denk dan eens aan franchise. Als ondernemer wilt u graag verzekerd zijn van een marktpotentieel waarmee u een succesvolle organisatie kunt opbouwen. Repay Payroll kan u dat bieden. Payrolling is namelijk een markt met explosieve groeikansen. Het is een van de weinige branches met dit uitzonderlijk gunstige perspectief. Wat is Payrolling? Dankzij payrolling kan een bedrijf zijn loonadministratie en het juridisch werkgeverschap overdragen aan een payrollorganisatie. Een ideale formule. Toch is slechts 2% van de beroepsbevolking in dienst van een payrollorganisatie. Dat aandeel zal substantieel groeien, want verantwoord ondernemen is meer dan een goed HR-beleid. Het vergt ook een goede risicobeheersing. En dat is waar franchisenemers van Repay Payroll bedrijven in ondersteunen. Zeker voor starters en het MKB, waar het aantrekken van medewerkers vaak moeilijke beslissingen zijn, is payrolling de ideale manier om een flexibele schil van arbeidskrachten op te bouwen.

Wie is Repay Payroll? Repay Payroll biedt sinds 2005 payrolldiensten aan in het MKB. Met meer dan 7 jaar ervaring in het payrollvak zijn wij uitgegroeid tot marktleider. Met een landelijk netwerk van franchisenemers kunnen wij deze marktpositie versterken en uitbreiden, waardoor wij de beste

prijskwaliteitverhouding bieden en de concurrentie op ruime afstand houden.

De formule van Repay Payroll Als franchisenemer van Repay Payroll kunt u uw commerciële talenten maximaal inzetten voor het werven en onderhouden van relaties. Wij ondersteunen u daarbij met een uitgebreid opleidingsprogramma, zodat u verzekerd bent van de nodige kennis en vaardigheden om uw marktgebied te bedienen. Maar dat is nog niet alles, want al uw backofficewerkzaamheden worden verzorgd door Noad Service Center. Dit is een onderdeel van Royal NOAD, de franchisegever van Repay Payroll. Uw investering voor de opstart van deze franchiseformule met uitstekende rendementsvooruitzichten bedraagt 50.000 euro en zal zich ruimschoots terugverdienen.

Franchisenemers Renee de Gruijter (Den Haag) en Jeff Hudig (Breda)

organisaties. Zij hebben een HBO werk- en denkniveau, wonen in de regio en kennen de taal en handelscultuur van hun potentiële relaties. Kennis van HRM is meegenomen, maar niet noodzakelijk.

Bent u geïnteresseerd? Kijk dan eens op www.noadfranchise.com of neem contact op met Jaap Sanders van Well via 08800 21650, hij vertelt u graag meer.

Wat maakt een franchisenemer van Repay Payroll succesvol? Onze franchisenemers zijn gedreven ondernemers die graag netwerken en die oprecht geïnteresseerd zijn in mensen en

w w w . r e p a y p a y r o l l . n l


case

Rijksgebouwendienst bestaat 90 jaar

Trendsetter in dynamische markt TEKST CEES LOUWERS

De Rijksgebouwendienst is al 90 jaar verantwoordelijk voor de huisvesting van de rijksoverheid. En een belangrijke speler op de landelijke vastgoedmarkt, met in een gemeente als Den Haag zelfs een dominante rol. De dienst neemt haar verantwoordelijkheid als trendsetter op het gebied van duurzaamheid en nieuwe samenwerkingsvormen serieus. De Rijksgebouwendienst (Rgd) viel tot voor kort onder het ministerie van VROM, maar maakt sinds 2011 deel uit van Binnenlandse Zaken. Een eeuwfeest in de huidige vorm zit er niet in. Samen met het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf wordt een fusie voorbereid. De nieuwe organisatie zal opereren onder de naam Rijksvastgoedbedrijf.

Flexibele portefeuille

De wintertuin van het gerenoveerde ministerie van Financiën, de eerste PPS voor rijkshuisvesting in Nederland.

X

BUSINESS NATIONAAL

De vastgoedportefeuille van de Rgd bestaat voor 60% uit kantoren: ministeries, rechtbanken, belastingkantoren en andere ambtenarenhuisvesting. Bij het overige deel is sprake van specifieke panden: denk aan gevangenissen, musea en archieven, maar ook aan paleizen als Noordeinde en Huis ten Bosch. De Rgd heeft een strategie vastgesteld om te komen tot een ideale kantorenvoorraad. Hierbij gaat het zowel om eigendom als huur. De dienst streeft ernaar om een strategische kern van kantoorpanden te beheren die voor lange tijd in gebruik blijft. Daarnaast is ruimte voor kortere periode nodig. Strategische objecten zijn veelal eigendom, de flexibele behoefte wordt vooral gehuurd. Op die manier kunnen groei en krimp worden opgevangen.

Vraag neemt af De portefeuillestrategie voor de Rgd-kantoren wordt uitgewerkt in masterplannen, één voor Den Haag (in 2011 bepaald) en twaalf voor de provincies (vastgesteld eind 2013). Hierin vindt afstemming plaats tussen aanbod en vraag. De laatste zal onvermijdelijk afnemen. Er zijn minder ambtenaren en ook het aantal vierkante meters per persoon daalt. Ter illustratie: in het masterplan Den Haag zijn voor de rijkskantoren in 2020 ruim 400.000 vierkante meters minder voorzien dan in 2011. Dat komt bijvoorbeeld omdat de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu samen gehuisvest worden in het gebouw van het voormalige ministerie van VROM. Het huidige onderkomen van Buitenlandse Zaken wordt verkocht en ook het ministerie van Sociale Zaken brengt de Rgd op de markt. Voor Den Haag zijn de gevolgen groot. Forse extra leegstand betekent een dito uitdaging, zeker in de huidige markt.

Meebewegen Primaire doelstelling van de Rgd is de zorg voor een adequate huisvesting tegen zo laag mogelijke kosten.


Foto Felice Buonadonna (DNA-beeldbank) Rijkswaterstaat in Terneuzen: nummer 3 in de duurzame top 10.

Daarbij beweegt zij mee met marktontwikkelingen en de veranderende behoeften van gebruikers. Maar de rijksdienst loopt volgens Alex Vermeulen ook graag voorop: ‘Toen het milieu een hot item werd, hingen wij energielabels op en bedachten andere maatregelen om ons milieu te sparen,’ aldus de Rgd-directeur in zijn speech ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum op 6 september in het Muiderslot. ‘Toen het marktdenken belangrijk werd, kwamen we met nieuwe publiek-private samenwerkingscontracten. Ook bij vernieuwingen in de bouw is de Rgd voortrekker geweest. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de nieuwe geïntegreerde inspecties van gebouwen en prestatiemeting.’

Gebruikers worden gestimuleerd om in te zetten op duurzaamheid

optimaal eindresultaat van het bouwproces. Een PPS voorziet hierin. Ook richt de samenwerkingsvorm zich op de totale huisvestingsvraag: een integrale aanpak van ontwerp tot langjarig beheer. Het eerste project voor rijkshuisvesting in Nederland dat op basis van PPS tot stand kwam, was de renovatie van het ministerie van Financiën. Het verouderde gebouw onderging een ingrijpende revitalisering. De gevel werd vernieuwd, installaties, inrichting en indeling aangepast. Ook is een aantal binnentuinen gecreëerd. Eind 2008 werd het gerenoveerde ministerie opgeleverd. Het betreft een zogenaamd Design, Build, Finance, Maintain en Operate (DBFMO) contract met een looptijd van 25 jaar. Hierbij zijn marktpartijen niet alleen verantwoordelijk voor financiering, ontwerp en bouw van een object, maar ook voor het onderhoud en levering van de facilitaire diensten gedurende de looptijd. Deze innovatieve samenwerkingsvorm leverde bij het ministerie van Financiën een kostenbesparing van 15% op in vergelijking met een traditionele aanbesteding.

Meerwaarde Innovatieve samenwerking Al geruime tijd initieert de Rgd publiek-private samenwerking (PPS) voor gebouwgebonden huisvestingsprojecten. Hieraan liggen meerdere overwegingen ten grondslag. Zo hecht de dienst aan transparantie en een

In vervolg op het eerste succesvolle voorbeeld zijn meer projecten door de Rgd als PPS aanbesteed. Bij alle rijkshuisvestingsprojecten met een te verwachten investering van 25 miljoen euro en meer wordt onderzocht of een PPS kwalitatieve en kwantitatieve meerwaarde heeft ten opzichte van de traditionele aanpak. Recent werd het Nationaal Militair Luchtvaartmuseum

in Soesterberg toegewezen aan een consortium met onder meer bouwer Heijmans en installateur Burgers Ergon. Andere voorbeelden zijn het nieuwe gebouw van de Hoge Raad in Den Haag – gegund in november – en de nieuwbouw van het RIVM (Utrecht), waarvoor de selectiefase is gestart.

GreenCalc Ook op het gebied van duurzaamheid wil de Rgd een voortrekkersrol spelen. Dat gebeurt door gebouwen energiezuiniger te maken en te kiezen voor duurzaam materiaalgebruik conform GreenCalc. Met dit instrument wordt de duurzaamheid van een gebouw of gebied in kaart gebracht, rekeninghoudend met materiaal-, water- en energiegebruik. Inmiddels staan verscheidene rijksgebouwen in de GreenCalc-top 10, waaronder – op nummer 3 – het kantoor van Rijkswaterstaat in Terneuzen. De bestaande voorraad gebouwen wordt eveneens verduurzaamd. Voorbeelden zijn het eerdergenoemde ministerie van Financiën en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. En ook de gebruikers van rijksgebouwen worden gestimuleerd om in te zetten op duurzaamheid. Met een pakket aan maatregelen helpt de Rgd hen om de door het kabinet gestelde energiebesparingsdoelstellingen te halen.

BUSINESS NATIONAAL

XI


THEMA

FMN wil snel meer ondertekenaars gedragscode eindgebruikers

Gebouwen en werkomgeving moeten duurzamer TEKST PAUL DE GRAM

Het stimuleren en versnellen van de verduurzaming van gebouwen en de werkomgeving. Die ambitieuze doelstelling hebben beroepsvereniging Facility Management Nederland (FMN) en de Dutch Green Building Council vervat in een gedragscode voor duurzame eindgebruikers. Sinds de lancering van het fenomeen in het najaar van 2011 hebben zeven bedrijven de code ondertekend. Wat FMN (ruim 2.400 leden) betreft, worden dat er snel meer. Dagschoonmaak is duurzamer: verlichting, cv en airconditioning hoeven ’s avonds niet aan te blijven.

In het streven naar verduurzaming zijn eindgebruikers volgens Facility Management Nederland en de Dutch Green Building Council (DGBC) uitermate belangrijk. Reden waarom beide organisaties pogen hen bewust te maken van de rol die zij kunnen spelen en hen aan te moedigen om hierin hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. FMN en DGBC doen dat

XII

BUSINESS NATIONAAL

onder meer door het verzorgen van op de gedragscode toegesneden workshops. Tijdens die bijeenkomsten wordt facility managers geleerd hoe zij als gebruiker invloed kunnen uitoefenen op de duurzaamheid van de eigen gebouwen, hoe de bedrijfsvoering valt te verduurzamen en hoe collega’s te motiveren zijn om bewuster te werken.

Geen keurmerk FMN-voorzitter Wim Ledder beklemtoont dat de gedragscode geen keurmerk is. ‘Wij toetsen niet of een organisatie duurzaam opereert. Wij willen slechts stimuleren dat organisaties het meenemen in hun dagelijkse business en de kennis die ze daarbij opdoen, beschikbaar stellen aan de rest van de wereld. Bij ondertekening van


TIEN GEDRAGSREGELS Ondertekenaars van de gedragscode voor duurzame eindgebruikers van FMN en DGBC committeren zich aan navolgende tien gedragsregels: 1. Onze organisatie is verant woordelijk voor de verduurza ming van onze werkomgeving.

de code committeer je je als organisatie aan het delen van kennis over verduurzaming van je bedrijfsvoering en gebouwen. Vanaf volgend jaar vragen wij de organisaties om best practices op de verschillende onderwerpen, die een plek krijgen op onze website www.fmn.nl. Zo willen wij bevorderen dat nuttige kennis en business cases niet binnen de eigen muren blijven. Wij doen niets met papier; op de site komt een inspiratiedossier dat organisaties helpt bij het vormen van hun eigen businesscase. Verder kunnen de leden directe inhoudelijke vragen stellen aan onze Kenniskring Duurzaam. Tenslotte willen wij een interactief medium opzetten, zodat ook organisaties elkaar kunnen vinden om kennis te delen.’

Misverstand Volgens Ledder is het een misverstand te denken dat duurzaam ondernemen geld kost. ‘Duurzaam ondernemen is een economische, ecologische en sociale balans en kan dus nooit economisch onvoordelig zijn. Wel is het belangrijk dat je de economische visie verbreedt. Investeringen in duurzame maatregelen zijn wellicht hoger, maar wanneer je daar een terugverdientijd aan kunt hangen (ook al duurt die vijf jaar), dan ga je er uiteindelijk op vooruit ten opzichte van de huidige situatie. Zeker ervan uitgaande dat grondstoffen vanwege schaarste almaar duurder worden.’ ‘Duurzaamheid’, weet de FMNvoorman, ‘vraagt om een langetermijnvisie. Nu je werkomgeving en

processen inrichten op hoe de komende tien jaar van de organisatie eruit gaat zien. Dus flexibiliteit is belangrijk, duurzame materialen die lang meegaan, geen verspilling van grondstoffen, kwaliteit in plaats van kwantiteit. Dat is op lange termijn bezuinigen. Er zijn tegenwoordig bovendien tal van oplossingen voor de investeringsvraagstukken. Met prestatiecontracten kun je leveranciers betrekken bij het investeren in duurzame innovatie.’

Verbreed het draagvlak en creëer betrokkenheid

Samenwerken Ledder noemt het voor verduurzaming van belang dat alle ondersteunende afdelingen met elkaar samenwerken en groene toepassingen afstemmen: ICT (apparatuur en systemen), HR (personeelsbeleid, werving en selectie, arbeidsvoorwaarden, opleiding, mobiliteitsbeleid), financiën (digitale factuurstroom), huisvesting (locaties huur en koop). ‘Uiteindelijk is de facility manager betrokken bij de uitvoering van maatregelen – gebouwbeheer en installaties, ruimtebeheer, werkprocessen,

2. Wij maken onze medewerkers door gedragsverandering bewust van de bijdrage die zij kunnen leveren aan de verduurzaming van hun eigen werkomgeving. 3. Wij hanteren duurzaamheids eisen voor de panden die wij gebruiken. 4. Wij laten alleen een nieuw pand ontwikkelen als er geen bestaand alternatief is. 5. Wij nemen als gebruiker (en als huurder) verantwoordelijk heid voor een pand dat wij achterlaten, voor zover mogelijk. 6. Wij bekijken onze huisves tingslasten integraal, zodat ruimte is voor investeringen in duurzaamheidsmaatregelen. 7. Wij voeren een actief milieu beleid. 8. Wij meten en verbeteren de fysieke werkomgeving van onze medewerkers. 9. Wij delen en promoten onze kennis en ervaring over de duurzaamheid van onze werk omgeving. 10. Wij voeren actief beleid, of ontwikkelen dat voor de verduurzaming van onze werkomgeving.

BUSINESS NATIONAAL

XIII


THEMA

FMN-voorzitter Wim Ledder: ‘Duurzaam ondernemen is een economische, ecologische en sociale balans en kan dus nooit economisch onvoordelig zijn.’

facilitaire diensten, materiaalgebruik – en de samenwerking met leveranciers.’ De FMN-voorzitter drukt hen op het hart huisvestingslasten integraal te bezien, waardoor langetermijninvesteringen mogelijk worden. ‘Verleng je economische visie. Betrek leveranciers bij je doelstellingen, zoek samenwerking. Zij zijn specialist op hun vakgebied, maak daar gebruik van. Ook prestatiecontracten maken het mogelijk dat alle partijen verdienen aan duurzame investeringen. Regel effectieve en doeltreffende oplossingen voor je bedrijfsvoering. Vaak zitten er onnodig veel handelingen in processen. Laat medewerkers meedenken in oplossingen. Verbreed het draagvlak en creëer betrokkenheid. Kortom, maak duurzaam ondernemen vast onderdeel van het werk.’

het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Tijdens de uitreiking van de Golden Service Awards begin dit jaar ontving het concern daarvoor de MVO-award. CSU onderstreept met zijn handtekening nu ook de rol van de eindgebruiker. Facilicom Facility Solutions, NewDirections, Van Doorne, Dell, Procore en Bouwinvest deden dat al eerder. De belangrijkste uitdaging was volgens commercieel directeur Ruud van Swieten om op een praktische manier met ISO 26000 aan de slag te gaan, passend bij de ‘niet praten maar poetsen’ mentaliteit van de onderneming. Door concrete en vaak alledaagse maatregelen maakt het schoonmaakbedrijf duurzaam handelen begrijpbaar en toepasbaar voor ieder-

een. ‘Op kantoren hebben we verlichting met sensoren en onze elektrische apparatuur heeft een spaarstand. Verder werken we met virtuele servers, gebruiken we groene stroom en waterbesparende kranen op de eigen vestigingen. Printercartridges en telefoons worden gescheiden ingezameld. Door wastemanagement en afvalscheiding zorgen we dat eindgebruikers bewuster omgaan met afval,’ aldus Van Swieten, die benadrukt voorstander te zijn van dagschoonmaak. ‘Verlichting, cv en airconditioning in gebouwen hoeven dan ’s avonds niet aan te blijven. Doordat gebouwgebruikers getuige zijn van ons werk ontstaan wederzijdse betrokkenheid, waardering en begrip. Bovendien is de veiligheid van onze mensen beter gewaarborgd.’

Omarmd Schoonmaakconcern CSU (ruim 14.000 vaste medewerkers, 34 vestigingen) heeft de gedragscode voor duurzame eindgebruikers van FMN en DGBC kortgeleden formeel omarmd. Het bedrijf is al geruime tijd actief op

XIV

BUSINESS NATIONAAL

Commercieel directeur Ruud van Swieten van CSU ontvangt uit handen van Kenniskring Duurzaamvoorzitter Yvette Watson het certificaat, behorend bij de gedragscode voor duurzame eindgebruikers.


Business Nationaal: Landelijk bereik via dé 22 regionale BUSINESS-magazines De totale oplage van BUSINESS Nationaal, het landelijk katern van de 22 Business-uitgaven, bedraagt ruim 100.000 exemplaren. Door een meeleesfactor van drie personen bereikt elke editie van BUSINESS Nationaal meer dan 300.000 zakelijke beslissers. Adverteren in BUSINESS Nationaal is werken aan zakelijk succes.

Noord-Nederland Business Assen Groningen Leeuwarden e.o.

Arnhem Business Arnhem Duiven Oosterbeek e.o.

Noordoost-Brabant Business ‘s-Hertogenbosch Oss Veghel Eindhoven e.o.

Drechtsteden Business Dordrecht Sliedrecht Gorinchem e.o. Driesteden Business Apeldoorn Deventer Zutphen e.o.

Want zaken doe je met elkaar in de regio!

Facts & figures: - Toonaangevend sinds 1984 - Oplage 100.000+ - Bereik 300.000+ - Verschijning 6x per jaar - Sterke regionale binding

Flevoland & Gooi en Eemland Business Almere Lelystad Hilversum Amersfoort e.o. Haaglanden Business Den Haag Zoetermeer Leidschendam Wassenaar e.o. Kennemer Business Haarlem Beverwijk IJmond e.o.

BUSINESS

Midden-Brabant Business Tilburg Waalwijk Oisterwijk e.o.

Arko van Brakel

‘Nederland moet weer gaan dromen’ BUSINESS NATIONAAL

BusinessNationaal5.indd 1

I

09-10-12 14:41

Vallei Business Ede Wageningen Veenendaal e.o.

Amsterdam Business Amsterdam Amstelveen Schiphol Diemen e.o.

Nijmegen Business Nijmegen Malden Boxmeer e.o. Noord-Limburg Business Gennep Venlo Roermond e.o.

West-Brabant Business Breda Roosendaal Etten-Leur Oosterhout Bergen op Zoom e.o. Zeeland Business Vlissingen Goes Terneuzen Zierikzee e.o.

Oost-Gelderland Business Doetinchem Winterswijk Zevenaar e.o.

Zwolle Business Zwolle Kampen Hardenberg Steenwijk e.o.

Rijnmond Business Rotterdam Spijkenisse Schiedam Vlaardingen e.o. Rijnstreek Business Leiden Alphen aan den Rijn Bodegraven Lisse e.o. Rivierenland Business Tiel Zaltbommel Leerdam e.o.

Leeuwarden

Assen

Twente Business Enschede Hengelo Almelo Oldenzaal e.o.

Alkmaar Zwolle Almere

Haarlem Amsterdam

Utrecht Business Leiden Utrecht Nieuwegein 's Gravenhage Houten Zeist e.o.

Enschede

Utrecht

Ede Tiel

Arnhem

Nijmegen

's Hertogenbosch

Breda

www.business-nationaal.nl voor zakelijk succes!

Apeldoorn

Amersfoort

Rotterdam Dordrecht

Middelburg

Groningen

Tilburg

Venlo

Maastricht

Winterswijk


Gaat u voor de 1000 euro vraag? Women on Wings is een Nederlandse organisatie die ondernemende vrouwen in India een vliegende start geeft. Women on Wings werkt zonder subsidies. Ze bereikt haar resultaten omdat vrienden en bedrijven het werk van Women on Wings omarmen. De 1000 euro vraag: Geeft u ook met duizend euro in geld of diensten Women on Wings vleugels? Kijk op womenonwings.nl/ getinvolved hoe u dat kunt doen. En wat Women on Wings ervoor terugdoet.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.