Pinakel - augustus 2008

Page 1

1LHXZVEODG YDQ 6WDGVKHUVWHO /HHXZDUGHQ

!

&HHV *HHUWV KRXGW YDVW DDQ œPHQVHOLMNH PDDW¡ LQ FHQWUXP

" #%$ & ')( &+* ,-$ &/.0$ &+1 2 3 4!5 6 7$ # .0$ ,98+$ : ; & <=( 6 .0$ :>; ? 2 2 & ,-$ @ 1 ; &A3)B ; $ #C2 3/D E7F @ * &+G H F 8 ( ( . IKJ ( $ . 6 8 @ ( J H+* ; 6 # ( ( :L. M $ :>@ ( . ; &A3

Binnensteden moeten voldoen aan de ‘menselijke maat’, zegt Cees Geerts, nu ambteloos burger, en in de jaren tachtig van de vorige eeuw vier jaar wethouder ruimtelijke ordening in de stad. Daarvoor was hij raadslid voor de PvdA en toen bleek al dat Geerts een warm pleitbezorger was voor handhaving van oude binnenstedelijke en vaak middeleeuwse- stratenplannen. Als geboren Leeuwarder, aan de Westersingel, groeide hij op temidden van schilderachtige stadsgrachten, gezellige straten en straatjes, en met hogere en lagere stadsdelen, zoals in de Hoogstraten en naaste omgeving. Tijdens zijn Cees Geerts bij de Prins Frederikkazerne studie aan de Technische Universiteit in Delft leerde hij daar opnieuw de charme, de PHQVHOLMNH PDDW, van een oude, typisch Nederlandse stad waarderen. Cees Geerts sloeg als Leeuwarder alarm toen in die jaren zeventig een vernieuwingsgolf – dat kwam vaak neer op slopen- tal van bestuurders in de ban hield, maar gelukkig werd deze dreigende bouwkundige WVXQDPL op een aantal plaatsen afgewend. Niet, bijvoorbeeld in de stad Utrecht, waar een deel van de westelijke binnenstad met +RRJ &DWKDULMQH werd opgeofferd aan een :HVWZDOO van beton. Maar daar gaat de sloper nu al weer aan het werk‌In Leeuwarden voorzag het plan - Kuyper in een doorbraak van het Schoenmakersperk naar het bestuurscentrum aan het Hofplein en omgeving. Alsof iemand met een reuzen gazonmaaier over de noordoostelijke terp zou rijden en een spoor van vernieling achterliet, zo kon de Liwwadder met een beetje inlevingsvermogen zich dat voorstellen. YHUYROJ SDJLQD

1:) HQ JHPHHQWH VWHNHQ QHN XLW YRRU ERXZSURMHFWHQ

Te koop: pand in de Minnemastraat

Dankzij de financiĂŤle inzet van Nieuw Wonen Friesland NWF en de gemeente Leeuwarden worden twee bouwprojecten haalbaar geacht: het betreffen hier twintig woningen in de huursector, voor rekening van NWF. Met de eigenaren wordt binnenkort een koopoptie contract gesloten, met definitieve koop in oktober nadat de besturen daarin hebben toegestemd. De aankopen betreffen een bedrag ‘kosten koper’ van meer dan een miljoen euro. In de volgende Pinakel zullen de projectgegevens bekend worden gemaakt, zoals plaats en vormgeving. Er wordt verder gewerkt aan de restauratieplannen van twee poortwoningen aan de Noorderbegraafplaats en aan negen woningen in de huursector aan de Amelandstraat op het Bonifatiusplein, waarover al eerder is bericht. Voor deze beide projecten is aankoop door de gemeente, die belang heeft bij realisatie, nodig.

N O P QSR7 7TU O WVYX[Z0 \A O ! ]V^ _ ` \+abR7 7TU O


X e

1LHXZVEODG YDQ 6WDGVKHUVWHO /HHXZDUGHQ

c! d !c

6WDGVKHUVWHO ]RHNW NRSHUV YRRU YLMI SDQGHQ YHUYROJ SDJLQD STADSHERSTEL heeft (nog steeds) vijf woningen te koop: in Wergea aan de Gele Eker 1B en 1D, in de prijsklasse van euro 175.000, vrij op naam. In de binnenstad wachten de woningen Grote Hoogstraat 37, Minnemastraat 49 en 53 plus vier parkeerplaatsen op een koper. De prijzen zijn euro 182.000 voor de Grote Hoogstraat 37, Minnemastraat 49 euro 300.000 en Minnemastraat 53 euro 330.000. Beide laatste woningen worden verkocht met een overdekte en mechanisch bediende parkeerplaats. De overige parkeerplaatsen kosten euro 30.000, vrij op naam. De moeilijke verkoopbaarheid noopt tot ‘een intensieve zoektocht naar een koper’ aldus de directie. STADSHERSTEL houdt daartoe van tijd tot tijd ‘open huis’ terwijl op zaterdag 27 september a.s zal worden deelgenomen aan het ‘woningfestival’ in de stad. ‘Een redelijk bod van een potentiĂŤle koper zal door STADSHERSTEL welwillend worden overwogen’. Alle vijf woningen zijn van prima/uitstekende kwaliteit. Als gevolg van de geldontwaarding zijn de prijzen relatief verlaagd.

De Koepel in Wergea: nog twee woningen te koop

In de Grote Hoogstraat is nog pand te koop

In de Minnema-straat: huis te koop

&HHV *HHUWV KRXGW YDVW DDQ œPHQVHOLMNH PDDW¡ LQ FHQWUXP

YHUYROJ SDJLQD

Cees Geerts

Al eerder was de menselijke maat aangetast en wel met de aanleg van de Groeneweg. Die vormde een rustige verbinding tussen het Oldehoofsterkerkhof en de Noorderweg, met aan de noordkant de Prinsentuin, en aan de zuidzijde de bescheiden, maar wel karakteristieke bebouwing van het Nieuw Sint Anthony Gasthuis. De stad had een ELQQHQYHUNHHUVWDQJHQW nodig - wethouder Tiekstra was er in de raad de verdediger van- voor het toenemende verkeer en zo kon hier de brede Groeneweg ontstaan. Het autoverkeer kon zijn snelle gang gaan en inderdaad, zonder die verbrede verbinding tussen Westerplantage en de Noorderweg zou het dringen zijn op de noordflank van de binnenstad. Toch was de intimiteit van dit stadsgedeelte voorgoed verdwenen. Nog eerder was een plan van vooral de aanwonende middenstand om de Voorstreek te dempen (of er een verdoken weg van te maken, na het wegpompen van het water) afgewezen. Wel gingen er later stemmen op om het noordelijke stuk gracht, bij het Hoeksterend, te overkluizen ten bate van een betere verkeersafwikkeling op dit, inderdaad, niet overzichtelijke verkeersknooppunt - wat het nog altijd is! Toen meldde Hendrik ten Hoeve zich als groot tegenstander van deze ingreep. Hij was niet de enige‌en het plan werd afgewezen.


1LHXZVEODG YDQ 6WDGVKHUVWHO /HHXZDUGHQ

c! d !c

&HHV *HHUWV KRXGW YDVW DDQ œPHQVHOLMNH PDDW¡ LQ FHQWUXP

YHUYROJ SDJLQD Wat zou van de historische Leeuwarder binnenstad zijn overgebleven als al die soms wilde plannen van dempingen en doorbraken waren doorgegaan? EĂŠn keer ging het faliekant mis, toen de raad besloot het Vliet toch maar te dempen. Daar hebben velen die er destijds bij waren betrokken nog steeds spijt van. Het Vliet, van Oostergracht tot De Centrale is vlees noch vis. Dit gebied kan door zijn heterogene bebouwing niet tot een eenheid worden omgevormd, tenzij over een halve eeuw als de echt oudere bebouwing toch zal moeten worden vervangen. Pogingen om van beide bebouwingsstroken een aantrekkelijk geheel te maken zijn er wel, vooral aan het oostelijke deel van het Zuidvliet. De bewoning van oude pakhuizen aan de zuidkant, maar dan meer richting stad - daterend uit de jaren 80 – bleek trouwens ook een ‘boppeslach’ 2PPHNHHU De ommekeer in het denken over de doorbraak bij het Schoenmakersperk werd ingegeven door een tegenplan van een werkgroep die het gelukkig anders zag. Daarvan maakte ook Cees Geerts deel uit samen met onder anderen Henk ten Hoeve. Het is wel vaker gebeurd dat een kleine groep mensen met een goed idee een grote meerderheid - want die leek er te zijn in de Leeuwarder raad- op andere gedachten kan brengen. Dat is onder meer in Deventer gebeurd, direct na 1945, toen de raad dreigde te kiezen voor afbraak van een historisch centrumdeel. Een groepje industriĂŤlen in de stad voorkwam die nooit meer goed te maken ingreep met een gedegen verhaal over ‘historisch besef en erfdeel der vaad’ren’. De Leeuwarder anti doorbraakgroep was zo gelukkig dat het denken over binnensteden aan het veranderen was. De auto zou in de toekomst toch geen plaats meer kunnen krijgen in de stadscentra, de vloed van de motorisering was niet meer tegen te houden. Waarom dan nu nog die historische stadsdelen drastisch gaan ruimen?

,,Tot onze grote verwondering kregen we de raad, zeker de PvdA-fractie, aan onze kant‌’’, herinnert Cees Geerts zich. Dat ging zo: fractievoorzitter Jakob Vellenga stond op van zijn zetel, - die had de raad toen, zetels met pluche erop - knoopte zijn colbertjasje dicht en hij begon zijn rede. Daarbij ontbrak zelden de strofe ‘meneer de voorzitter, ik hecht eraan‌’gevolgd door wat hem op het hart lag. Destijds repte Vellenga over het mooie van de stadsbebouwing, de glooiingen, de knusse straatjes, die behouden moesten blijven. Alles samengevat onder de woorden ‘tengels af van de terpen’ . Voor beeldspraak had de raadsnestor zeker een bepaald gevoel ontwikkeld. Zo behield de Friese hoofdstad een belangrijk stuk oude bebouwing in het noord - oostelijke centrum.

X e `


X e c

1LHXZVEODG YDQ 6WDGVKHUVWHO /HHXZDUGHQ

c! d !c

&HHV *HHUWV KRXGW YDVW DDQ œPHQVHOLMNH PDDW¡ LQ FHQWUXP 6WDGVYHUQLHXZLQJ

YHUYROJ SDJLQD

Cees Geerts werd gekozen in de gemeenteraad, zes jaar later maakte hij deel uit van het college van burgemeester en wethouders, met Brandsma als voorzitter. ,,Ik kwam tot zijn dood wel bij hem op bezoek, ik kon het goed met Brandsma vinden, hij praatte veel, ook op latere leeftijd, en bijna altijd over Leeuwarden‌ ’’. Niet al zijn daden als wethouder kunnen we in dit bestek naar voren halen, maar het onderwerp stadsvernieuwing past in het kader van de werken van STADSHERSTEL. Met die stedelijke vernieuwing, speciaal van de ‘schilwijken’ rondom de binnenstad maakte Leeuwarden een heel beste haal. ,,We kregen vijftig miljoen gulden per jaar van het rijksfonds, daar konden we al onze plannen mee uitvoeren‌ ’’. Ir. Cees Geerts voegt er meteen aan toe dat zijn voorganger ir.Cornelis Rijpma en de hoofddirecteur van Stadsontwikkeling Jacob van der Wal plus de gemeentelijke financiĂŤle experts een ‘prachtplan’ hadden opgesteld dat door het rijk volledig werd gehonoreerd. Op de ‘werkvloer’ deed een man als Gabe Yntema prima werk. Naar schatting ontving de stad zo’ n half miljard guldens voor de uitvoering van de stadsvernieuwingsplannen, Met zoveel geld zou STADSHERSTEL ook wel fraaie restauratieplannen kunnen uitvoeren‌ Dan, met een beetje leedvermaak:,,De stad Groningen klaagde dat wij zoveel geld kregen, de 6WDGMHUV grepen er naast omdat ze hun plannen niet op tijd klaar hadden. Wij zorgden er altijd voor dat we direct een plan in Den Haag konden indienen als we vernamen dat er geld was‌ ’’. Deel uitmaken van een college als dat in Leeuwarden ‘was een eer en bovendien was het er fijn werken, zo met elkaar’. Geerts noemt dan vooral zijn collega Wijcher Miedema, die inmiddels is overleden. ,,Er heerste harmonie in het college we waren wel ambitieus, maar we joegen geen directe persoonlijk successen na, zoals onze Groninger collega’s toen deden’’.

)UHGHULN ND]HUQH EOHHI Het zit Cees Geerts nog steeds dwars dat hij tijdens zijn wethouderschap ‘Cees de Sloper’ is genoemd in pamfletten van PAL. ,, Ik w a s helemaal geen sloper, dat blijkt wel uit mijn rol tijdens de voorgenomen doorbraak over de terpen, in 1973. Ik wilde in principe alle bebouwing in de binnenstad wel bewaren, maar dat was onmogelijk. Bovendien kon ik bepaalde besluiten toch niet tegenhouden, ook al was ik wethouder van ruimtelijke ordening‌ ’’. In Geerts’ tijd is de Prins Frederikkazerne behouden gebleven voor de stad, een groot goed: het gebouw staat op een markant punt op de oostelijke GZLQJHU, en het sluit het zicht vanaf de Eerste Kanaalbrug in noordelijke richting, langs de Oostergracht, fraai af.


1LHXZVEODG YDQ 6WDGVKHUVWHO /HHXZDUGHQ

c! d !c

&HHV *HHUWV KRXGW YDVW DDQ œPHQVHOLMNH PDDW¡ LQ FHQWUXP

YHUYROJ SDJLQD Burgemeester Brandsma was bang voor ‘gedonder’ als de kazerne een woonbebouwing zou krijgen, maar zijn mening werd niet door de raad gedeeld, en terecht, achteraf. Cees Geerts’ rol in het behoud van de kazerne was evident. In zijn ‘tijd’ kwam ook het plein afsluitend gebouw op het Zaailand gereed, na een vrij lange voorbereidingstijd. Âľ6ODSSH NQLHsQÂś Na zijn werkzame periode onder meer bij het Kadaster begon de exwethouder, nu 70 jaar, zich weer meer bezig te houden met de stad die hem zo na aan het hart ligt. Er verscheen wel eens een kritisch ingezonden stuk van zijn hand in de LC en samen met Piet van der Wal, ‘nog altijd een goed maatje van me’ richtte hij de actiegroep ‘6ODSSH .QLHsQ’ op, die zich onder meer keerde tegen de voorgenomen hoogbouw van de Friesland Bank, aan het Zaailand. De directie dacht aan een nieuw hoofdkantoor van ‘zeker 60 meter’ maar allicht zou het nog hoger uitvallen. De acht tot tien ‘slappe knieĂŤn’ (‘we hadden maar een paar medestanders‌ ’) waren het daarmee oneens, zoveel hoogte binnen de stadsgrachten, en ze begonnen een media - offensief dat kennelijk indruk maakte op de bankdirectie. De hoogbouw van de tekentafel maakte in werkelijkheid plaats voor een fraaie koepel, die een alleszins waardevolle toevoeging is van de binnenstadsbebouwing. In Cees Geerts’ werkkamer in Goutum, met uitzicht op de stad, hangen fotografische herinneringen, tekeningen en schilderijen van ‘vroeger’, hoewel hij echt niet in het verleden leeft. Op fietstochten in de stad, dat doet Cees Geerts al heel lang, bekijkt hij nieuwe projecten, veranderingen, en plaatsen waar zijns inziens nodig moet worden ingegrepen. Dan ziet hij met de goedkeurende blik van de aandeelhouder ook, dat STADSHERSTEL goed werk heeft gedaan.

1LHXZH YRQGVWHQ YHUPHOG LQ XLWJDYH RYHU GH *URWH .HUN Eenmaal in De Kosterij moet menig bezoeker even door de kloostergangen lopen, om het verleden in te ademen. Dan ‘kijken de eeuwen op ons neer’ en het zijn er in dit geval wel zeven - 700 jaren geleden wandelden hier al mensen, vooral monniken en vooral dominicanen. Aan de destijds uiterste noordzijde van het stadje Leeuwarden was een belangrijk religieus centrum ingericht, inclusief een kloosterkerk. Dat is nu de Grote of Jacobijnerkerk, niet de grootste van de stad, want dat is de ‘noordelijke rk kathedraal van Sint Bonifatius’ maar toch altijd nog een belangrijke plaats van samenkomst van zowel gelovigen als ‘wereldlijken’. Er is in de loop van de tijd veel geschreven over de kerk, die tijdens de $OWHUDWLH, rond 1580, overging naar de protestanten, hoewel de ‘roomsen’ nog wel even samen met de nieuwe eigenaren de kerk gebruikten voor hun eredienst. Mr. Bernhard van Haersma Buma noemt dit feit in zijn ‘historie en architectuur van een kloosterkerk’. Het is een handzaam boekje geworden, met mooie foto’s en ook oude illustraties die een goed beeld geven van wat binnenin het gebouw is te zien. Buma heeft de uitgave geschreven op verzoek van de Beheerscommissie die vond dat bezoekers van de kerk daaraan behoefte zouden hebben.

X e


X e f

1LHXZVEODG YDQ 6WDGVKHUVWHO /HHXZDUGHQ

c! d !c

1LHXZH YRQGVWHQ YHUPHOG LQ XLWJDYH RYHU GH *URWH .HUN

De schrijver heeft het werk ingedeeld in vier hoofdstukken, het eerste over de stichting en de geschiedenis van het dominicaner klooster in de late 13de eeuw, gevolgd door de historie van de Reformatie tot op de dag van vandaag. In het tweede deel wordt de bouwgeschiedenis behandeld, daarna het interieur en tenslotte werpt Buma een blik op de buitenkant en de naaste omgeving van deze ‘stadskerk’. Er is in de loop van de eeuwen veel gebeurd met dit gebouw, waaraan en waarin de experts zeker acht verschillende bouwstijlen herkennen. De auteur ontdekte tijdens zijn speurtocht in de archieven en de annalen, zomede door bronnen te combineren nieuwe feiten over deze kerkgeschiedenis. Duidelijk is dat de beroemde Albertus Magnus er is een afbeelding van hem afgedrukt - in het voorjaar van 1256 een bezoek heeft gebracht aan de stad en de kerk. De preek die hij toen hield is bewaard gebleven. Aangetoond wordt dat de Jacobijnerkerk ‘een karakteristiek voorbeeld is van kloosterarchitectuur’. Er is een vermoeden, aldus de auteur, dat de als sacristie aangeduide kapel - hier werd de overval op de gevangenis tijdens de bezetting voorbereid- is gebouwd als devotiekapel voor de Saksische vorsten. In deze uitgave wordt de toepassing van de Davidsster in het ronde raampje in de oostwand van de noordbeuk opgehelderd. 3HWUXV HQ $GUHDV De aanwezigheid van een 13de eeuwse grafzerk wordt voor het eerst vermeld. Buma schenkt aandacht aan de herkomst van het koororgel, uit Vlaanderen. Volgens hem zijn de veronderstelde afbeeldingen van ‘Petrus en Paulus’ van Petrus en Andreas. Het ontstaansjaar van de Maria - figuur in de kerk is niet in 1514, zoals werd aangenomen, maar 1575. Ook schenkt de auteur aandacht aan de familiewapens in de muurschilderingen in de kerk. Buma schrijft dat de architect van het St. Elisabeth klooster niet Wolter ter Riele is geweest (volgens Monumenten Fryslân) maar de Leeuwarder architect Jan Doedes van der Weide.. Er zijn ‘zeer gespecialiseerde’ werken en werkjes verschenen over dit gebouw, en die leveren aardige wetenswaardigheden op. De bibliografie (zo’ n vijftig uitgaven) die Buma heeft geraadpleegd plus ook nog de dispositie van het beroemde MĂźller orgel zijn toegevoegd. Op dit indrukwekkende muziekinstrument hebben Saint SaĂŤns en Albert Schweitzer gespeeld, maar vanzelfsprekend herinneren latere generaties zich de organisten Piet Post en Jan Jongepier, beiden van nationale vermaardheid. Na gesprekken met specialisten en ‘toevallig geĂŻnteresseerden’ moest de auteur soms weer naar de pen grijpen: mooie bijzonderheden voor het boek legde hij dan vast. Het is wel duidelijk dat deze aflevering over de Grote of Jacobijnerkerk thuishoort in de boekenkast van elke rechtgeaarde Leeuwarder. En dat voor de prijs van een kwart aandeel van STADSHERSTEL

7,1.(520 De aandeelhouders van STADSHERSTEL worden van harte uitgenodigd voor de OPEN MONUMENTENDAG 2008, zaterdag 13 september. Om 12.00 uur is de deur van De Kosterij open, en daarna is het tijd voor een maaltijd en een slokje. STADSHERSTEL zorgt als gewoonlijk voor eigen vervoer, met de koets of met de boot, ditmaal naar de (voormalige) gevangenis De Blokhuispoort. Om 17.00 uur wordt ieder terugverwacht voor een gezellige nazit en de trekking van de verloting door mr.S.Swart. Wie dit evenement inclusief maaltijd wil bijwonen moet zich wel even melden bij de directie, email Stadsherstel-Leeuwarden@chello.nl Wie geen email heeft kan bellen:058-2883300. Stadsherstel op internet: Website: www.stadsherstel-leeuwarden.nl Redactie: Symen Kingma – tel/ fax 058-2120995 symen.kingma@zonnet.nl

Samenstelling: Adema Architecten


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.