Fietsroutes in Waregem

Page 1


www.waregem.be/daguitstappen www.waregem.be/horeca


Inhoud

• • • • • • •

Vlasroute - 15 km FairTrade route Waregem - 17 km FairTrade route deelgemeenten - 24 km Transport door de eeuwen heen - 25 km Tussen Zavelput en Spoorwegberm - 28 km De Taeye Tour - 30 km Waregemse Hoevenroute - 34 km


Vlasroute - 15 km Historiek Het vlas, ‘linum usitatissimum’ of vrij vertaald ‘uiterst nuttig linnen’, is wellicht afkomstig uit het Midden-Oosten, hoewel sommigen beweren dat het afkomstig is uit de hoogvlakten van Azië. Het vlas komt mee naar Europa met de eerste landbouwers die hier rond 2000 voor Christus inwijken. Uit opgravingen blijkt dat het vlas toen reeds gebruikt werd om allerlei weefsels te maken. Tot rond 1500 weten we vrij weinig over het vlas. In de Middeleeuwen was Vlaanderen vooral bekend om zijn wollen weefsels (het Vlaamse laken). De vlasproductie had een eerder landelijk karakter en werd vooral binnen het eigen landbouwershuishouden verwerkt en gebruikt. Het zwaartepunt van de vlasnijverheid lag toen vooral in Henegouwen en Noord-Frankrijk. Na 1500 verschuift de vlasnijverheid ook naar Vlaanderen en reeds in 1518 werd in Kortrijk een lijnwaadhalle opgericht. Vooral in de 18e eeuw kent het vlas een grote opgang en wordt het de belangrijkste huisnijverheid in Vlaanderen. Dit had vooral te maken met de sterke bevolkingsontwikkeling, waardoor er een grote vraag was naar textiel. Anderzijds veroorzaakte die bevolkingsaangroei een sterke versnippering van de landbouwbedrijven, waardoor de kleine boeren moesten uitzien naar een nevenactiviteit. In 1839 begint het mechanisch spinnen van het vlas en kort daarop ook het mechanisch weven. Deze vernieuwingen zorgden voor een ineenstorting van de linnenproductie als huisnijverheid. De vlasnijverheid werd nu opgesplitst in verschillende delen. Er was de vlasteelt door de landbouwer, de vlasvezelbereiding tot voor het spinnen, het spinnen zelf en tenslotte het weven. Deze vlasvezelbereiding wordt stilaan een industrie op zichzelf en kende vooral in de 20e eeuw een sterke technische ontwikkeling. Hierdoor ging de productie nog sterk vooruit maar begon het aantal arbeidskrachten sterk te dalen. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het vlas een sterke concurrent met de opkomst van de kunstvezel. De dalende vraag naar linnen deed heel wat bedrijven verdwijnen vooral in de zestiger jaren, maar de vlasnijverheid overleefde ook deze crisis en heeft nog steeds enkele belangrijke bedrijven in onze regio. Daarna kende de vlasnijverheid goede en slechte perioden omdat het vlas zoals elke vezel sterk overgeleverd is aan de grillen van de mode.

4

Vlasroute


Praktische info Start: Sint-Martinuskerk Desselgem Hoe bereik je de startplaats? De kerk van Desselgem is te bereiken via de E17, afrit 5, Waregem, waarna je de Expresweg N382 volgt richting Sint-Eloois-Vijve en daar de N43 neemt richting Kortrijk. In Desselgem – aan de tweede verkeerslichten sla je rechts af richting centrum. Vanuit Waregem kan je het best aansluiten op de Vlasroute via Sint-ElooisVijve. Aan de kerk neem je Schoendaelestraat richting Desselgem. In deze straat vind je nog enkele duidelijke resten van verspreide vlashandel: zie onder meer vlasschuur en oude roterij op nr. 56. In Desselgem kan je aan de Pitantiestraat of aan de Zilverbergstraat rechts afslaan en de vlasfietsroute volgen of gewoon verder de Nieuwstraat volgen tot aan de kerk van Desselgem. 90

via het fietsnetwerk kan je fietsen van fietsknooppunt 90 (achterkant station Waregem in de Roger Vansteenbruggestraat) naar knooppunt 62 (kruispunt Wetstraat en Kwadestraat in Desselgem) en verder de vlasroute volgen;

via de fietsknooppunten 80 (Leiebrug Sint-Eloois-Vijve)-52-54 en bij de Leiebrug Desselgem-Ooigem het fietsnetwerk verlaten richting kerk van Desselgem;

via de fietsknooppunten 55 (Beveren-Trakel) onmiddellijk de vlasfietsroute volgen (vanaf de Sint-Jansstraat in Beveren-Leie) of verder naar knooppunt 54 en bij de Leiebrug Desselgem-Ooigem het fietsnetwerk verlaten richting kerk van Desselgem.

62

Tip: wie vanuit Waregem komt (via de Vijfseweg) richting de kerk van Sint-Eloois- Vijve, passeert hoe dan ook het voormalige spoorwegstation van Sint-Eloois-Vijve (Vijve Statie - Vijfseweg 200). Dit station werd in 1913 als halte gebouwd op de lijn Ingelmunster-Waregem-Anzegem, die dateert van 1868, en vervulde een belangrijke rol in het transport van vlas. Onder de kroonlijst bevinden zich figuratieve tegels met taferelen uit de vlasnijverheid. De hele stationssite is beschermd.

Fietsroute 15 km

5


Hoewel heel wat van het rijke vlasverleden verdwenen is, ontdek je op deze fietstocht toch nog tal van restanten. Verschillende straatnamen in onze stad verwijzen naar de vlasbewerking: Hekkeniersstraat, Hekelweg, Zwingelweg, Repelstraat, Roterijstraat, enz... Je start aan de kerk van deelgemeente Desselgem. Met de rug naar de hoofdingang van de kerk, rijd je links de Liebaardstraat in, richting BeverenLeie. Sint-Martinuskerk Desselgem - van Belle-orgel De neoclassicistische Sint-Martinuskerk werd opgetrokken in 1841-1843 ter vervanging van een oudere hallenkerk, met bewaarde 18e-eeuwse westtoren. In de kerk is er een bijzonder 17e eeuwse van Belle-orgel. In 1940 beschadigden hevige bombardementen de orgelkast. Herstellingen werden uitgevoerd, maar het orgel bleef stil tot na zijn restauratie in de jaren 1990. Omdat het orgel bestond uit twee historische waardevolle instrumenten, werd het binnenwerk van het 19e-eeuwse Locke-orgel in een nieuwe kast geplaatst, waardoor de kerk nu bestaat uit twee volwaardig historische orgels.

Vlasmagazijn - Liebaardstraat 28 De vlasindustrie kende haar bloeitijd in onze regio in de periode van het Interbellum. We zagen in de jaren 1920 en ‘30 hoe het straatbeeld drastisch wijzigde door de vlasindustrie. Verspreid over de Waregemse gemeenten, maar vooral in de deelgemeenten Beveren-Leie en Desselgem zag je overal vlasschuren, woningen met aangebouwde magazijnen of botehuizen en hier en daar ook warmwaterroterijen opduiken. In vele gevallen was er ook sprake van zwingelkoten of zelfs geïndustrialiseerde zwingelarijen.

Op nr. 28 zie je een halfvrijstaande woning met geïncorporeerd vlasmagazijn die dateert uit 1920 en werd gebouwd door vlaskoopman Desideer Callu. In de toegangsweg tot OC De Mote heb je een goed zicht op de erachter gelegen roterij, later omgebouwd tot wasserij. Briek Schotte - Briek Schotte plein, hoek Liebaardstraat/Meierie Geboren in Kanegem (1919-2004), woonde Briek jarenlang in Desselgem. Alberic Schotte, bijnaam Yzeren Briek, was vlaswerker tot zijn negentiende. Hij is één van onze legendarische flandriens, die tweemaal de Ronde van Vlaanderen

6

Vlasroute


won, in 1942 en 1948 en tweemaal wereldkampioen werd, in 1948 en 1950. Hij nam ook viermaal deel aan de Ronde van Frankrijk en werd er tweede in 1948 achter Gino Bartali. Hij is ereburger van de stad Waregem, waar hij ook begraven is op de stedelijke begraafplaats. In 2010 was Desselgem het ‘Dorp van de Ronde’ om Briek te eren. Jaarlijks wordt in Desselgem nog de Grote Prijs ‘Briek Schotte’ gereden. Vlasschuur - Liebaardstraat 115 Deze vlasschuur, gebouwd in 1911 door vlaskoopman Remi Seynaeve, is een element uit de vlasnijverheid dat je herhaaldelijk zal tegenkomen op je route. Je merkt de verbouwing van de vroegere hoge toegangspoort en rechts de gesloten opening van een vroeger laadluik. Typisch voor de vlasschuren zijn de hoge poorten vóór- en achteraan het gebouw. Dit zorgde voor de doorgang van de hooggestapelde vlaswagens. Opvallend is dat veel van de vroege vlasschuren en -magazijnen opgetrokken zijn in metselwerk. Op het eind van de 19e eeuw waren er heel wat klei-ontginningen in onze streek; ook in Beveren-Leie en Desselgem waren er plaatselijke steenbakkers. Het metselwerk maakte later plaats voor constructies in betonelementen.

In de driehoekige puntgevels is veelal een heiligennis aanwezig. Ze worden beschouwd als volksgeloof, om de vlasser te behoeden voor brand en blikseminslag. Botehuis /botekoper Liebaardstraat: onder andere nrs. 162, 174, 178 en 186 en iets verder in Beveren-Leie op nr. 232,... De Liebaardstraat is naast de Kortrijkseweg een typische vlassersstraat. Hier waren heel wat botekopers gehuisvest. De botekopers kochten het afgewerkte vlas op en verkochten het aan de spinnerijen. De botekoperswoningen herken je aan de legendarische halve deuren in de magazijnen naast de woningen. Net als bij ons zijn ze in andere landen reeds eeuwenlang in gebruik in woonhuizen, dierenstallen, bewaarplaatsen en vooral in renpaardenstallen. In de vlaswereld van de Leiestreek waren de halve deuren typisch voor de zogenaamde ‘magazijnen’ of ‘botehuizen’ in de lintbebouwing van de Kortrijkseweg en de Liebaardstraat in Beveren-Leie en Desselgem. Nu zijn deze ruimten meestal omgebouwd tot garage of gebruikt als uitbreiding van de woning.

Fietsroute 15 km

7


Deze halve deuren waren in de vlasserswereld ideaal voor de luchtverversing maar maakten ook dat er extra licht was om het gezwingeld vlas te sorteren en op te maken. Tevens kon men mondelinge afspraken maken met de botekopers van de diverse verzendingshuizen, zonder de gehele voorraad te moeten tonen. In hun magazijnen gaven de botekopers nog een laatste opsmuk aan het gezwingeld vlas en werd het verder verpakt voor verzending naar de spinnerijen. Een baal vlas bestond uit 72 ‘poten of boten’ van elk ongeveer 1,5 kg. Volgens traditie moest een baal vlas 103 kg bevatten en werd er slechts 100 kg betaald. De prijs die de botekopers met de vlassers overeenkwamen was voorwaardelijk en werd pas definitief als het vlas in hun magazijn geleverd en gekeurd was. Een mooi voorbeeld van een halve deur vind je op nr. 206. Voorbij de Kleine Liebaardstraat kom je al in deelgemeente Beveren-Leie en neem je de eerste straat rechts, de Nijverheidsstraat. Je neemt nu de tweede straat rechts, de Deken De Bostraat. tip: Indien je echter nog een ommetje wilt maken richting de Kortrijkseweg zie je aan de overzijde van de Kortrijkseweg, op nr. 372 een voormalige vlasserswoning met aanpalend zwingelarij en vlasmagazijn met de typische halve deuren. Vlasnijverheid In 1960 werd het laatste gedeelte van de Kleine Heerweg (vanaf de Hoonakker- en Kerkdreef) omgedoopt in de Nijverheidstraat en verwijst naar de in de jaren 1950 reeds aanwezige bedrijven van bescheiden

8

Vlasroute

omvang, onder meer een aantal weverijen en een beginnend vlasmachinebedrijf op nr. 134 en enkele vlasschuren. Nijverheidsstraat 134, Werkhuizen Union. Het bescheiden constructiewerkhuis voor de productie van machines voor de vlasnijverheid, gesticht in 1947, groeit in de jaren 1950 uit tot een belangrijk constructiebedrijf en is nu nog steeds actief. Deken De Bo Leonard Lodewijk De Bo (1826-1885) werd in Beveren-Leie geboren en is gekend als taalkundige en dichter. Hij werd deken in Poperinge. Hij wordt vooral herinnerd door zijn taal- en dialectonderzoek, met als bekendste werk zijn Westvlaamsch Idioticon, waarmee hij een van de voorvechters van het West-Vlaamse dialect was. Verder verschenen van hem ook talrijke gedichten en kruidenkundige werken. Je volgt de Deken De Bostraat tot aan de Hoonakkerdreef, die je rechts oprijdt tot het einde. Je rijdt de Grote Heerweg links in tot aan het kruispunt met de Sint-Jansstraat. Natuurgebied ‘De Zavelput’ De zavelput is het makkelijkst te bereiken via de Sint-Jansstraat, maar op je rechterzijde in de Grote Heerweg, vóór de woning met nr. 91 is er een niet verharde wegel met aanduiding ‘De Zavelput’. De zavelput in de nabijheid van het Goed te Beaulieu (eeuwenoude hoeve die tot de Frankische tijd terug klimt en eind 2011 erkend werd als beschermd monument) is de waterplas die ontstaan is uit een zandwinning. Bij de stopzetting van de ontginning in 1986 heeft de stad het 5 ha groot gebied aangekocht.


De put werd gevoed door grond- en regenwater en werd een interessante vijverbiotoop. Aan de noordoostzijde ontwikkelde zich een wilgenzoom met vlak daarvoor een lisdoddenvegetatie. Gelegen langs de Leie heeft de Zavelput een gunstige ligging omdat de vogels meestal de rivieren volgen voor de winter- en zomertrek. Vanuit de kijkhut zie je misschien een bonte verzameling watervogels zoals de tafel-, kuif- krak- en slobeend of een blauwe reiger. d‘ Oude Plaetse Beveren-Leie Op de hoek van de Grote Heerweg en de Sint-Jansstraat zie je de herberg ’t Leckerke en even verder in de Sint-Jansstraat ‘t Fonteintje. Beide zijn tegenwoordig dranken eetgelegenheden, maar zijn -gezien hun ligging dicht bij de Leie- altijd nauw verbonden geweest met het vlas. Beide fungeerden destijds ook als gemeentehuis van Beveren-Leie. In ’t Leckerke is in de gelagzaal ‘den bak’ (of gevangenis van toen) te bezichtigen. Je bevindt je hier op d’ Oude Plaetse, het vroegere centrum van Beveren-Leie. In 1940 wordt zwaar gevochten tussen Belgische troepen die ingegraven zitten op de linker Leieoever en de aanvallende Duitsers

die de rivier willen oversteken. Op 23 mei 1940 wordt de 18e-eeuwse parochiekerk van Beveren-Leie aan de Sint-Jansstraat opgeblazen door de Belgische troepen, om zo de oprukkende Duitsers een uitkijkpost over de Leievlakte te ontnemen. Even verder, op het einde van de straat, richting Leie, merk je nog het vroegere kerkhof dat naast de kerk lag. Het nieuwe centrum van Beveren-Leie ontwikkelde zich zowat een kilometer verder, ter hoogte van de huidige Kerkdreef. Ook in de SintJansstraat, de voormalige Dorpsstraat, vind je meerdere vlasserswoningen en schuren. Je volgt de Sint-Jansstraat links tot aan de Roestraat. NV Depoortere, Kortrijkseweg 99, Beveren-Leie Omsloten door de Roestraat, SintJansstraat, Schoolstraat en Kortrijkseweg ligt het bedrijf nv Depoortere, producent van vlasbewerkingsmachines. Tot aan de Eerste Wereldoorlog werden er geen echte machines gebruikt in de vlasproductie. Vanaf 1920 echter werden machines ontwikkeld, zowel voor de bewerking van het vlas op het veld, als voor

Fietsroute 15 km

9


Het bedrijf Interlin dat in 1957 werd opgericht, verwerkte als één van de eerste het vlas’afval’, de lemen, tot vlasvezelplaten, die vooral in de meubelnijverheid een sterke afzet vonden. Deze lemen zijn de houtachtige delen van de vlasstengel, die vrijkomen bij het zwingelen. Lange tijd waren deze lemen afval in de echte zin van het woord en werden ze dan ook verbrand, eerst als huisbrandmiddel of gewoon in open lucht, later in de stoomketels bij het warmwaterroten.

de productie van de vezel zelf. Eén van die eerste bedrijven was de firma Julien en Richard Depoortere. Ze bouwden zowel zwingelturbines als slijtmachines. De eerste door paarden getrokken slijtmachine werd in 1923 te Izegem gedemonstreerd. Hierdoor moest het vlas niet langer met de hand uit de grond getrokken worden, wat een zeer vermoeiend werk was. NV Depoortere is nog steeds toonaangevend voor de productie van vlasbewerkingsmachines en voert haar producten uit over de gehele wereld. Via de Roestraat rijd je rechts de Schoolstraat in en neem je links de Koning Albertstraat. Vlasvezelindustrie Tot voor kort was hier het vlasvezelbedrijf Interlin gevestigd. Omwille van stof- en geurhinder werd de verlenging van de exploitatievergunning geweigerd. Na vele jaren onderhandelen werd de site in 2009 afgebroken en opgekocht door Woningbouw Huyzentruyt die hier een gemengd woonproject ‘site Interlin’ heeft ingericht.

10

Vlasroute

Bij de productie van ‘leemplaten’, die vooral na de Tweede Wereldoorlog boomde, werden de lemen gezuiverd en vermengd met lijm om daarna te worden samengeperst tot een plaat. Nu worden boomstammen verpulverd en op deze manier verwerkt tot houtvezelplaten, die van een betere kwaliteit zijn en de vlasvezelplaten bijna volledig hebben verdrongen. Je fietst in de Koning Albertstraat tot aan de Kerkdreef, die je rechts inslaat. Je dwarst de Kortrijkseweg en volgt die links 200 m richting Gent. Je slaat rechts de Paanderstraat in, neemt links de Leenriestraat en vervolgens de Beveren-Dries en de Blommestraat tot aan de Sprietestraat in deelgemeente Desselgem. Je duikt hier onder de spoorweg door en volgt verder de Sprietestraat tot aan de Meelstraat tip: De bebouwing geeft je een beeld van de vroegere stationsbuurt rond de inmiddels verdwenen ‘Desselgemstatie’. Desselgem kreeg in 1869-’70 een station met loskaai voor kolen en vlas, gelegen naast de spoorwegovergang. In diezelfde periode wordt het tracé Liebaardstraat/ Sprietestraat rechtgetrokken en gekasseid. Door de bouw van de brug over de Leie in 1872 (verbinding met Ooigem) en de bloei


van de vlasnijverheid zorgt dit voor een sterke ontwikkeling van de wijk ‘Spriete’ en de vestiging van diverse handelaars in gezwingeld vlas, botekopers en verder een viertal herbergen, waarvan één met weegbrug. Vlasnijverheid anno 21e eeuw Meelstraat 1 De inventaris van het vlaserfgoed vermeldt dat hier reeds in 1932-’33 een roterij met warm- en koudwaterbak opgetrokken werd in opdracht van landbouwer August Steelandt. Later werd er een zwingelarij bijgebouwd, uitgebreid na WO II met nieuwe schuren. De bedrijvigheid in de roterij werd pas in 1994 stilgelegd; de roterij werd in 2011 afgebroken en vervangen door industriële nieuwbouw. De zwingelarij en de vlasschuren zijn nog steeds in gebruik door het moderne vlasbedrijf Dewaele. Tegenwoordig wordt het vlas nog steeds aangevoerd vanuit de typische vlasakkers in Wallonië, waar nog meerdere vlassers uit onze regio actief zijn. Met ondermeer de hedendaagse technologie van machines van NV Depoortere wordt het gerote vlas verwerkt tot ruw gezwingeld vlas. Eén van de belangrijkste afnemers is China dat dit vlas verder bewerkt tot gesponnen garen en allerhande eindproducten.

Het zwingelen Oorspronkelijk werden de lemen met een soort houten hakmes van de vezel geslagen. Later verscheen de stermolen. Hiermee werd op een half mechanische en ook snellere manier gewerkt. De zwingelturbines verschenen rond 1920. In de huidige zwingelarijen gebeuren diverse handelingen in een lange machine. Het opgerolde vlas komt op een machine terecht die het vlas eerst ontrolt. Vandaar gaat het door een repelmachine, die er het zaad afhaalt (bij veldroten wordt pas na het roten ontzaad) en reinigt. Verder gaat het vlas door de brakel. Bij het breken of brakelen wordt de vlasstengel door twee tegen elkaar lopende en gekartelde cilinders gedraaid, waardoor de houtpijp gaat breken. Vroeger was dit een aparte bewerking, die door de vlassers ook ‘slienderen’ werd genoemd, omwille van die twee tegen elkaar draaiende cilinders. Tenslotte gaat het vlas nu in de zwingelturbine, waarbij eerst de onderkant van de stengel tussen de zwingelmessen komt. Hierbij wordt de gebroken houtpijp van de vezel geslagen. In het tweede gedeelte van de turbine wordt de bovenkant dan bewerkt. Evenals het breken was het zwingelen vroeger een aparte activiteit.

Fietsroute 15 km

11


Het afval van het zwingelen bestaat uit lemen en de korte vezel, ook kroten of klodden genoemd. De lemen gaan zoals hoger gezegd naar de vlasvezelindustrie, terwijl de klodden nog eens gezuiverd worden en ook naar de spinnerijen of de papierfabriek kunnen. Je volgt nu verder de Meelstraat tot aan de Leemputstraat. Hier sla je linksaf en volgt de Leemputstraat, over de spoorwegbrug tot aan de Waregemstraat. Je rijdt de Waregemstraat kort links in en houdt halt aan de roterij van Rafael Lavens

Warmwaterroten Desselgem, Waregemstraat 165 Het roten van vlas in een warmwaterroterij werd door de gebroeders Van Steenkiste uit Wevelgem op punt gesteld tussen 1902 en 1911. De vele problemen met het Leieroten (vooral conflicten met milieuvervuiling en vissterfte, maar ook stormvloed en overstromingen) en het uiteindelijk verbod in 1943 leidde tot een gestage aangroei van roterijen in onze streek, vooral vanaf de jaren 1920. Deze roterij werd gebouwd door vlashandelaar Remi Lavens en is een typische vlassite uit de jaren 1940 met roterij, zwingelarij en vlasschuren. Het eerste magazijn dateert van 1931 . Voor het warmwaterroten wordt het ontzaad vlas in een betonnen bak geplaatst, zodat alle gebundelde stengels verticaal staan en de roting gelijkmatig verloopt. Nadat de deur gesloten is, wordt de bak gevuld met koud water en moet het vlas ongeveer acht uren weken. Dan wordt dit water afgelaten en wordt de bak opnieuw gevuld met water van ongeveer 35 graden. Tijdens de roting gaan zich bepaalde bacteriĂŤn ontwikkelen die de pectine losweken die zich tussen de vezel (buitenkant) en de houtpijp bevindt.

tip: Verderop richting Desselgem zie je de nieuwe vestiging van de firma Unilin uit Ooigem (denk aan Quickstep). Uiteraard was de vlasindustrie aan de andere kant van de Leie even belangrijk en kende ook het bedrijf Unilin in 1960 zijn oorsprong in de verwerking van vlasspaan- of leemplaten. Later werd de houtvezel de basis van de groei en bloei van deze voor onze regio belangrijke industrietak... zie ook Interlin in Beveren-Leie.

12

Vlasroute

Het vlas blijft gedurende drie tot vijf dagen in de rootput en de temperatuur wordt op peil gehouden door dagelijks een gedeelte water af te laten en daarna water van 60 tot 70 graden bij te vullen. Het is een kunst om het roten op het goede moment te stoppen. Wanneer het vlas te vroeg uit de put gehaald wordt, heeft men moeilijkheden bij het zwingelen, omdat de vezel niet goed loslaat. Wordt het vlas te laat uit de put getrokken, dan gaat de vezel echt rotten en wordt hij waardeloos. Let op de onderdelen die bij alle roterijen kenmerkend zijn: de rootkamers met


bovengelegen waterbak en klimijzers, de ijzeren schuifdeuren op hangrail, stookkamer en bakstenen schoorsteen. Tegenwoordig wordt terug gebruik gemaakt van het dauw- of veldroten en blijft het ‘gesleten’ vlas op de vooral Waalse akkers liggen tot het voldoende geroot is en wordt dan in grote balen aangevoerd naar de resterende Vlaamse zwingelbedrijven.

De Leie heeft jarenlang een belangrijke rol gespeeld bij het roten van het vlas. Het Leieroten ontstond in de 19e eeuw. Voordien was het verboden om in de Leie te roten, maar handige vlassers maakten afleidingskanaaltjes naar hun rootputten in de grond en lieten het water daarna naar de Leie terugvloeien. Vanaf 1800 ging men roten in hekkens in de Leie zelf.

Je keert even op je stappen terug en neemt links de Kwadestraat, dwarst de Gentseweg, volgt de Zilverbergstraat en steekt de Nieuwstraat over. Sla rechtsaf en volg de Opstalstraat tot aan de Spildoornstraat. Hier sla je linksaf en even verder rijd je links de Robijnstraat in die je volgt tot aan de Dolagestraat. Je volgt die even rechts en slaat onmiddellijk links de Hooistraat in en neemt rechts de Leiestraat die je volgt tot aan de Leie. tip: Aan het einde van de Robijnstraat zie je de restanten van de vroegere roterij van het vlasbedrijf Lefebvre, nu eigendom van een rietdakbedrijf. Indien je de Dolagestraat tot het einde rijdt richting de Leie, zie je links een mooie ruïne van een alleenstaande roterij, daterend van 1928. Leieroten Je volgt straks een kort stuk de Trakelweg langs de Leie, die vroeger gebruikt werd om de schepen te ‘trekken’ of te ‘jagen’ (vandaar ook synoniem jaagpad) vanop de Leieoever. Zeker in de periode van het roten in de Leie was geen gemotoriseerd transport toegelaten en moest men, meestal met handkracht de boten trekken. De huidige Leie is rechtgetrokken in de periode 1974’77, maar in vroegere tijden was de Leie een zeer bochtige rivier, met trage stroming, dus ideaal voor het roten van vlas.

Dit waren grote houten bakken, die gevuld werden met vlas en dan in het water gelaten werden. Daarna werd het hekken belast met zware stenen om het te doen zinken en zo het vlas onder water te houden. Wanneer het vlas geroot was, werden de stenen van de hekkens gehaald. De hekkens werden terug op de oever getrokken door de ‘hekkeniers’ en leeg gemaakt. Het waren de Engelse kooplui die hier vanaf 1839 verschenen, die de Leie haar bijnaam van de Golden River gaven. Het Leievlas was bij hen zeer geliefd omwille van zijn goede kwaliteit.

Fietsroute 15 km

13


Je slaat links in en volgt verder de Leie in westelijke richting. Wanneer je over de Leie kijkt, zie je het Sas van Ooigem. Naast de moderne sluis ligt een geklasseerde drietrapssluis waarin de schepen vroeger tweemaal na elkaar versast werden vanuit het kanaal Roeselare-Leie en omgekeerd. Waar de Abdijstraat op de Trakelweg komt, rijd je linksaf. Van de Abdijstraat kom je in de Ter Lindenstraat. Abdijstraat - Munkenhof De naam Abdijstraat verwijst naar de Gentse Sint-Pietersabdij die in de tiende eeuw een groot stuk van het Desselgemse grondgebied in bezit kreeg van de Vlaamse Graaf. De abdij gaf de nederzetting de naam Thrassaldinghem, wat leidde tot de naam van de later daar gevestigde parochie, Desselgem. De historische hoeve Het Munkenhof, die door de rechttrekking van de Leie, zich nu aan de andere kant van de Leie bevindt, was het bestuurscentrum van deze abdij en behield eeuwenlang zijn invloed in de regio. Aanvankelijk bevonden zich

14

Vlasroute

daar het leenhof, de schepenbank, de gevangenis, een tiendenschuur enz. Later hadden de pachters de functie van baljuw of waren de bewoners generaties na elkaar burgemeester van Desselgem. Je vervolgt je weg via de Leiestraat. Aan de Nieuwstraat sla je rechtsaf en volgt deze tot je terug de kerk van Desselgem – het begin- en eindpunt van deze fietsroute – in het zicht krijgt. tip: Ook de Nieuwstraat wordt getypeerd door de grote aanwezigheid van voormalige vlasserswoningen. Let bijvoorbeeld op nr. 50 met verlaagde laadpoort en nr. 7, vlasschuur met heiligennis.


Fietsroute 15 km

15


Fairtrade Route Waregem - 17 km Je start aan de Oxfam Wereldwinkel Waregem (1 Oxfam Wereldwinkel Olmstraat 32). Met de rug naar de Wereldwinkel aan de linkerkant, rijd je rechtdoor op het kruispunt en volg je de Olmstraat tot aan de Markt. Aan de splitsing met de stationsstraat volg je de weg richting de kerk. Vervolgens draai je links mee langs de kerk en ga je rechtdoor de Keukeldam in (2 Bandini Keukeldam 11). Je gaat de eerste straat rechts in, de Guido Gezellestraat, en op het einde sla je rechtsaf in de Holstraat (3 De Postelein Holstraat 40). Enkele meters verder sla je linksaf de Schakelstraat in en op het einde ga je terug naar links. Nu zie je schuin aan de overkant Cultuurcentrum De Schakel en je rijdt hier voorbij. Onmiddellijk na Cultuurcentrum De Schakel sla je rechts het pad in dat loopt langs de Bibliotheek. Je houdt links aan langs de vijvers en passeert voorbij bistro Het Boothuis. Vervolgens ga je de brug over tot aan de Zuiderlaan, hier neem je op het rondpunt de eerste afslag naar rechts. Aan de eerste verkeerslichten sla je linksaf de Henri Lebbestraat in (4 Devos Andre Henri Lebbestraat 108). Je volgt deze weg en steekt voorzichtig de Expresweg over. Je fietst verder en de Henri Lebbestraat gaat over in de Deerlijkseweg. Aan de splitsing sla je linksaf in de Vichtseweg (5 Jan Degraeve Vichtseweg 25) en je volgt deze weg tot over de brug E 17. Vervolgens rijd je de eerste straat links in, de Brabantstraat (6 chocolatier Vanhoutte Brabantstraat 30), je blijft rechtdoor fietsen en deze straat gaat over in de Mannebeekstraat. Je volgt deze straat tot aan het rondpunt, je neemt de 3e afslag en bent nu in de Industrielaan. Je gaat onder de E 17 en sla de eerste straat rechtsaf, de Kleithoekstraat. Aan de splitsing ga je rechtsaf in de Blauwepoortstraat en volg deze weg tot aan de Expresweg. Je

16

Fairtrade Route Waregem

gaat rechtdoor aan de verkeerslichten tot in de Franklin Rooseveltlaan. Deze weg volg je tot aan het rondpunt en neem de tweede afslag in de Felix Verhaeghestraat. Je fietst verder en aan de splitsing sla je linksaf in de Bessemstraat (7 Vanoverbeke Bessemstraat 65). Deze weg volg je tot aan de T-splitsing met de Nokerseweg en je slaat rechtsaf. Je slaat de eerste straat linksaf, de Driekavenstraat, en op het einde van deze weg ga je terug linksaf. Je gaat rechtsaf in de Grasdreef en aan de T-splitsing met de Gentse Heerweg (8 Deweer Gentse Heerweg 20) ga je naar rechts. Aan de tweede straat sla je linksaf in de Drogenboomstraat, je fietst rechtdoor tot aan de tweede splitsing en slaat rechtsaf in de Kievitstraat (9 Van den broeke Kievitstraat 7). Na het bezoeken van het FairTrade-adres keer je terug naar de Drogenboomstraat en ga rechtsaf. Aan het kruispunt met de Zultseweg sla je linksaf en fiets verder tot aan de tweede splitsing met de Waterstraat en sla hier rechtsaf. Je volgt deze straat tot in de Lentedreef (10 Farmco lentedreef 100). Vervolgens fiets je onder de spoorweg door tot aan de Oude Spoorwegberm en volg het fietspad links naar beneden. Je passeert knooppunt 90 en slaat linksaf in de Vijfseweg. Op het kruispunt (11 Fresh & Cool Isabelle Stationsstraat 172) ga je aan de verkeerslichten naar rechts in de Noorderlaan en vervolgens neem je de eerste straat links in de Olmstraat.


7

5

4

6

1

11

10

2

3

8

9 FairTrade routepunt

Fietsroute 17 km

17


Fairtrade Route deelgemeenten - 24 km Je start aan Wereldwinkel Desselgem (1 Wereldwinkel Nieuwstraat 8). Met de rug naar de Wereldwinkel aan de linkerkant sla je linksaf aan de verkeerslichten. Je fietst rechtdoor en je slaat rechtsaf (2 Casa El Vid Liebaardstraat 150) de Kleine Liebaardstraat in. Je slaat aan de eerste straat linksaf en aan de T-splitsing ga je naar rechts.

Voorbij de wegversperring voor motorfietsen ga je naar links en op het einde sla je rechtsaf. Je volgt deze weg en aan de splitsing ga je links de Deken de Bostraat in. Deze blijf je verder fietsen (3 Vercruysse Johan BeverenDries 4) en aan het kruispunt steek je de Kortrijkseweg over en volg je Beveren Dries. Aan de splitsing ga je rechts de Leenrieststraat in en op het einde sla je linksaf de Paanderstraat in. Net voor de brug ga je rechts de Stuivenbergstraat in. Juist voor de Kortrijkseweg neem je de fietswegel aan de linkerkant en je volgt deze tot aan de Leenakkerstraat. Vervolgens steek je de Leenakkerstraat over en ben je nu in de Poekelaan. Aan de T-splitsing fiets je rechtdoor tot (4 Champignons Desmet Poekelaan 40) en keer je daarna terug richting de Leenakkerstraat. Aan de T-splitsing in de Poekelaan sla je rechtsaf en volg je de weg (5 Ostyn Poekelaan 76). Aan de splitsing fiets je rechtsaf richting de spoorweg en ga je door de spoorwegtunnel. Je neemt de eerste straat links, de Courtensstraat, en aan de T-splitsing ga je terug linksaf de Wagenaarstraat in. Je volgt deze weg en aan het kruispunt steek je de Paanderstraat over. Je fietst verder (6 Putman Willem Wagenaarstraat 200) en op het einde van de straat sla je rechtsaf de Desselgemstraat in. Enkele meters verder sla je linksaf in de Desselgemknokstraat. Je steekt de Desselgemse Steenweg over en vervolgt je weg in de Desselgem Knokstraat. Aan het kruispunt ga je rechtdoor in de (7 Haerinck Harelbekestraat 13) Harelbekestraat en op

18

Fairtrade Route deelgemeenten

het einde van deze straat ga je naar rechts in de Spitaalstraat. Je steekt de Deerlijkseweg over en je volgt de Nieuwenhovestraat tot op het einde. Vervolgens sla je linksaf in de Platanendreef en bij de tweede splitsing ga je rechtsaf. Je ziet nu (8 Goed ten Nieuwenhove) en juist voor de poort volg je het fietspad aan de rechterkant. Je volgt dit pad tot aan de Blauwe Zwaanstraat en vervolgens draai je links mee. Je fietst voorbij het rondpunt aan de rechterkant en volgt de Blauwe Zwaanstraat. Je gaat over de brug van de E17 en slaat de eerste straat rechtsaf (9 Ducatteeuw Wouter Blauwe Zwaanstraat 30). Daarna keer je terug en steek je de Blauwe Zwaanstraat over naar de Lepelboomstraat. Je volgt deze weg en op het einde, aan de T-splitsing, sla je linksaf in de Vichtseweg. Je gaat terug de brug over en slaat de eerstestraat links in. Je steekt het kruispunt over en kort na de bocht ga je rechtsaf in de Europalaan. Op het einde van deze weg ga je rechtsaf in de Kerkhofstraat. Aan de tweede splitsing sla je terug rechtsaf in de Deerlijkseweg. Op het eerste kruispunt sla je links de Mirakelstraat in. Je volgt deze weg en aan de splitsing slaat je rechtsaf in de Caseelstraat (10 Declerck Marleen Caseelstraat 76). Je volgt deze straat tot aan de Desselgemseweg waar je oversteekt en verder fietst in de Tapuitstraat. Je fietst onder de spoorwegbrug en gaat verder tot aan de splitsing. Hier sla je linksaf in de Kruiskesstraat die onmiddellijk overgaat in de Wetstraat. Aan de tweede straat sla je rechtsaf, de Waalshoekstraat in. Op het einde van deze straat steek je de Gentseweg over naar links en enkele meters verder sla je rechtsaf in de Pitantiestraat. Aan het rondpunt neem je de eerste afslag rechts en je fietst verder tot aan de eerste straat links.


Aan het kruispunt ga je rechtdoor en je draait mee in de bocht. Vervolgens houd je links aan en fiets je verder tot aan het kruispunt met de Nieuwstraat.

3

4

FairTrade routepunt

5

1

2

6

11

7

10

8

9

Je slaat de Leiegoeddreef (11 Lambrecht Leiegoeddreef 9) in en aan de T-splitsing sla je linksaf in de Vijve-Trakel. Je volgt deze weg langs de Leie verder tot aan de tweede splitsing en hier sla je linksaf in de Leiestraat.

Fietsroute 24 km

19


Transport door de eeuwen heen - 25km Als we de verkeerswegen doorheen Waregem bekijken, dan merken we – te beginnen met de Leie als oudste verkeersweg – dat ze steeds meer zuidelijk hun weg zoeken. Eerst hebben we de heerwegen op de heuvelruggen, die voor een groot deel de Leie volgen. Daarna komt de Gewestweg Gent-Kortrijk. Nog meer zuidelijk treffen we dan de spoorweg aan en nog dieper werd de E17 aangelegd. De verklaring is eenvoudig… de wegen trokken bewoning aan in de buurt en wanneer een nieuwe transportweg gezocht wordt, moet die zijn tracé zoeken waar minder bewoning is, dus meer naar het zuiden toe. Laten we die wegen die voor Waregem toch zo belangrijk geweest zijn, even van dichtbij bekijken. We starten onze tocht aan het station van Waregem. De Ring rond Waregem, de R35, werd in verschillende fasen aangelegd en in gebruik genomen. Het station te Waregem De tijd van de industriële revolutie bracht een nieuw vervoermiddel aan, de trein – eerst de stoomtrein, later de dieseltrein en de elektrische trein. De spoorlijn Gent-Rijsel werd ingereden op 25 augustus 1839. Dit bracht voor onze streek ernstige veranderingen met zich mee. Zo zien we dat te Waregem heel wat belangrijke bedrijven rond het station ontstonden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de spoorweginstallaties in Waregem sterk uitgebreid. In 1917 moesten daarvoor het kasteeltje Boulez, de hofsteden Vanpraet en ‘het Vapeurke’ plaats maken. Op 19 oktober 1918 werden station en spoor gedynamiseerd door de wegtrekkende Duitsers. Sporen en gebouw

20

Transport door de eeuwen heen

werden grondig vernield. Het voorlopig station dat daarna opgetrokken werd heeft het noodgedwongen zeer lang ‘voorlopig’ uitgehouden. Pas in 1980 werd het huidig stationsgebouw opgetrokken. Dit ging samen met de elektrificatie van de lijn Kortrijk-Gent. Bij die gelegenheid werden bruggen over de spoorlijnen opgetrokken overal waar wegen de sporen dwarsten. Meteen verdwenen de bewaakte en onbewaakte overwegen. Sinds 13 december 2009 is het Waregemse station opgewaardeerd naar de status van IC-station. Omdat er dagelijkse zowat 1800 mensen in of van de trein stappen in onze stad, stopt de IC-trein Antwerpen – Lille Flandres op weekdagen en in het weekend ook in Waregem. Van hieruit rijden we naar de lichten toe en gaan links de spoorwegbrug onder. Iets verder slaan we links de Vandewoestijnelaan in en volgen de fietswegel tot we in de Roger Van Steenbruggestraat komen. Daar gaan we rechts en nemen naast nr. 36 de fietswegel die uitkomt in de Guldensporenlaan, die we rechts meevolgen. Aan het einde slaan we rechtsaf de Jan Borluutstraat in tot we aan de Vijfseweg uitkomen met voor ons het oude station van Sint-Eloois-Vijve. Het station te Sint-Eloois-Vijve Tussen 1868 en 1870 werd de spoorlijn van Anzegem over de Heirweg, Waregem, Vijve en Ingelmunster naar Tielt aangelegd. De trein die erover reed kreeg de volksnaam ‘t Kamielke”. Grote snelheid kon hij zeker niet halen, vooral als men zijn kronkelend tracé bekijkt. Rond 1883 werd het eerste station gebouwd en heeft dienst gedaan tot voor de Eerste Wereldoorlog en werd tijdens de periode 1914-1918 zwaar


beschadigd. Het vroegere station te Sint-Eloois-Vijve is merkwaardig door de keramiektegels (als een fries aangebrachtonder de dakgoot) die de verschillende stadia van de vlasbewerking voorstellen.

We nemen links de Vijfseweg en rijden richting het centrum van Sint-ElooisVijve. Aan de lichten steken we over, de Posterijstraat in. Op de hoek links zien we de Posterij. De Posterij Na de aanleg van de rijksweg Kortrijk-Gent (1716-1718) kwam hier een belangrijke paardenposterij (huurplaats van paarden en rijtuigen) tot stand. Hier stopte dagelijks de postkoets Kortrijk-Gent voor de spoorweg er kwam. Ook zijn ligging aan de Leie droeg bij tot het belang van SintEloois-Vijve als verkeersknooppunt. Reeds in de Romeinse tijd was het een snijpunt van de historische heerwegen KasselTongeren en Bavai-Oudenburg. De Posterij is dus vanouds een belangrijk kruispunt. Iets verderop slaan we voor de brug links de Barrage in. We blijven deze trakelweg langs de Leie volgen.

De Leiebrug Sint-Eloois-Vijve Deze brug was heel belangrijk. Ze vormde niet alleen de verbinding van beide oevers, maar was ook een kruispunt van heerwegen en de verbindingsweg van Leie naar Schelde. Reeds in 1502 wordt er een valbrug vermeld. Wie er over wilde of er onderdoor wilde varen per schip moest tolrecht betalen. Maar in 1580 werd de brug verwoest en vervangen door een overzetbootje. Al was het verlangen naar een brug groot, toch zou het duren tot in 1778 vooraleer die er kwam. Er werd tol betaald tot aan de Franse Revolutie. Pas in 1838 werd de brug eigendom van de staat. In 1950 kwam een nieuwe naoorlogse brug tot stand. Ze ruste op 18 blokken van ieder 80 000 kg, was 30 m lang, 20 m breed en 6 m hoog. De huidige brug kwam er in april 1978. De rijweg van 9 m nuttige breedte wordt geflankeerd door twee voetpaden van 2 m 40 die buiten de boog in uitkraging gebouwd zijn. De sluizen Even verder stroomafwaarts vinden we sluizen. Op 27 december 1862 vond de aanbesteding van de eerste sluis plaats. In 1863 was het in baksteen gebouwde kunstwerk klaar, afzonderlijk gebouwd van de stuw. Dit was een zeer belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de Leie, want hierdoor werd niet alleen een aanzienlijke verbetering van de waterafvoer bekomen, doch de diepgang van de schepen kon meteen van 1,20 m op 1,80 m gebracht worden. De eerste sluis overleefde het oorlogsgeweld van 1914-1918 maar in 1940 werd ze samen met de stuw zo zwaar beschadigd dat ze praktisch volledig vernieuwd moesten worden. Fietsroute 25 km

21


Na de Tweede Wereldoorlog werd een stuwsluis gebouwd die een schip van 300 ton kon versassen. De nieuwe stuw heeft schuiven die automatisch het water op peil houden voor de scheepvaart. De sluisdeuren worden elektrisch bewogen en de kolk meet 43,30 m bij 6 m. De aanleg van de eerste sluis bracht nieuwe bedrijvigheid mee. Heel wat schepen werden hier gelost en voor de paarden die de schepen trokken waren stallen nodig. Tijdens de verbredingswerken van de Leie in de jaren 1970 werd echter een grote sluis gebouwd, enkele honderden meter verder stroomafwaarts, op grondgebied SintBaafs-Vijve. Plannen voor de vernieuwing van deze sluis zijn in de maak. De oude sluis te Sint-Eloois-Vijve werd begin 2000 omgebouwd tot een aanlegplaats voor riviertoerisme. Ook werd de vzw Waregem Yacht Club opgericht voor de uitbouw van een jachthaven. In juli 2001 ging de jachtclub officieel van start en telde een vijftiental ligplaatsen. Al vlug bleek er grote interesse voor de yachthaven en werd uitbreiding noodzakelijk. Er werden veertig ligplaatsen voorzien, met de nodige voorzieningen voor water en electriciteit, alsook met camerabewaking. Barrage Om het overstromingsgevaar van de Leie in te dijken voorzag het Koninklijk Besluit

22

Transport door de eeuwen heen

van 29 maart 1841 in het bouwen van een stuw of een barrage. Op 5 juli 1842 werd de eerste steen van dit kunstwerk gelegd en twee jaar later op 6 juli 1844 was alles afgewerkt. De aanleg van die barrage veranderde de Vijfse dorpskern in niet geringe mate en zo verscheen in die dagen het ‘Gildehuis– nu ‘Ter Leie’ - waar Emiel Claus in 1849 geboren werd. Trakel Meteen zijn we beland bij de trakelwegen. Over gans de lengte van de Leie is op beide oevers een Trakelweg aangelegd, zodat voetgangers en fietsers hier ongestoord kunnen wandelen en fietsen. Trakels vinden hun oorsprong in de tijd dat de schepen werden voortgetrokken door ofwel paardenkracht ofwel door mankracht. Deze trekweg of trakel lag oorspronkelijk alleen op de linkeroever van de rivier. Aangrijpend zijn nu nog de schilderijen en foto’s met de beelden van vrouwen, mannen en ook kinderen die zwaar voorover neigend met de lederen band van het trekzeel op borsthoogte om tors en armen gespannen, stap voor stap, het zware schip een vijftiental meter achter zich doorheen het Leiewater sleuren. Voorbij de brug in Desselgem, zien we op onze linkerkant een hoeve. Iets verder nemen we het pad naar links en komen via deze weg uit op de


Grote Heerweg. We slaan links af en nemen bijna onmiddellijk terug rechts de Hoonakkerdreef. We slaan na de tweede straat rechts af en volgen de fietswegel omrand door een statige rij bomen. Als we bijna aan het einde zijn, zien we nog een fietswegel aan onze linkerkant. We volgen deze en slaan vervolgens links af in de Bermkouter. Op het einde brengt een derde fietswegel ons tot in de Tomberg. Daar gaan we links en steken de Kleine Heerweg over. Op het einde van de Elfde-Julilaan volgen we links mee, de Koning Albertstraat, tot we aan de Kortrijkseweg N43 uitkomen. De heerwegen De heerwegen zijn historische wegen die gebaand werden over de hoogste kouterruggen, dit wellicht reeds 3000 jaar geleden. Langsheen de rechter oever was er een dergelijke historische heerweg die liep van Kortrijk tot Deinze. In Deinze volgde hij dan via een brug de linker Leieoever tot in Gent. Gans het tracé van deze weg is nog goed te volgen. In Beveren-Leie staat die heerweg nu nog bekend als ‘Grote Heerweg’. In Desselgem en Sint-Eloois-Vijve als ‘Nieuwstraat’ en ‘Schoendalestraat’. Bij de voormalige Sint-Annakapel takt de Kleine Heerweg af van de Grote Heerweg. Vooraleer hij de Waregemse Markt aandoet verandert hij al eens van naam: Nijverheidstraat, Waregemstraat, Desselgemseweg, Jozef Duthoystraat, Stormestraat,…

nederzettingen bevonden. Er werden zelfs sporen van ijzertijdbewoning aangetroffen. In 1716-1717 werd de oude bochtige verbindingsweg (Kortrijk - Gent — de Grote Heerweg) vervangen door een steenweg die lijnrecht door de dorpen sneed. Tussen 1937 en 1966 noemde men de Grote Heerweg wel eens ‘het Beverse Macadamke’, dank zij het mooi smal betonwerk. Naast de Grote en Kleine Heerweg was er nog de heerweg die Kortrijk over Deerlijk met Waregem verbond en die samensmolt met de Kleine Heerweg in de Stormestraat. Het is langs deze weg dat de eerste kernen met een kerkje en bewoning zijn ontstaan. We gaan links af en volgen een klein stukje van de Kortrijkseweg, om nadien rechtsaf te slaan in de Paanderstraat te Beveren-Leie. We beklimmen de brug en slaan onmiddellijk links af, de Omloopstraat in. We volgen de weg langs de spoorweg Gent-Kortrijk tot aan het voormalige Desselgems station dat inmiddels afgebroken is. Op het einde buigen we rechts mee en steken de Sprietestraat over om iets verder de Meelstraat in te slaan op onze linkerkant. We vervolgen onze tocht verder richting Nieuwenhove, slaan de Leemputstraat rechts in en volgen nadien de Achterstraat. Op het einde rechtsaf de Spitaalstraat in en rechtdoor over de lichten. Op het einde van de Nieuwenhovestraat gaan we links en nadien terug rechts de Blauwe Zwaanstraat. We beklimmen de tweede brug van onze tocht over de E17.

Opgravingen en oppervlaktevondsten verricht gedurende de laatste jaren op Waregems grondgebied, hebben aangetoond dat in de buurt van die heerwegen zich Gallo-Romeinse Fietsroute 25 km

23


De autosnelweg E17

het kronkelend tracé was het immens niet mogelijk om een hoge snelheid te halen. Er was indertijd op deze lijn een halte voorzien in de Lebbestraat. Precies op deze plaats stond de herberg van Arthur Vandenbroucke, met name ‘De Wachtzaal’. Toepasselijke naam want de reizigers konden daar wachten op de trein. Sedert 1985 is deze lijn evenwel buiten gebruik.

Bij de aanvang werd die E3 genoemd. Deze autosnelweg werd geleidelijk aan in delen in gebruik genomen. Op 28 oktober 1971 werd het noordervak (Waregem Kortrijk-Oost) ingewijd. Op 20 december 1972 volgde het zuidervak (Kortrijk - OostGent). De E17 werd een zeer belangrijke verkeersader en voor Waregem had dat heel wat voordelige gevolgen, dankzij een af- en oprit op Waregems grondgebied. Over die snelweg werden negen bruggen gebouwd die de verbinding verzekeren met het zuidelijke deel van de gemeente. We steken de straat over en volgen de Plasstraat links mee. Aan de splitsing gaan we rechts de Brabantstraat in en volgen deze weg verder tot we aan de rotonde komen. Hier volgen we het fietspad dat aangelegd werd op de voormalige spoorweglijn Anzegem-Waregem-Ingelmunster-Tielt. Dit pad loopt enkele kilometers verder door tot aan het station van Waregem. Onderweg kruisen we de expresweg N382. Spoorweg Anzegem-WaregemIngelmunster-Tielt Deze spoorweglijn werd aangelegd in de periode 1870-1880. De trein die op die lijn reed kreeg de volksnaam ‘t Kamielke. Gezien

24

Transport door de eeuwen heen

De spoorwegberm van deze spoorlijn is ter hoogte van het station te Sint-ElooisVijve vrijgemaakt en werd uitgebouwd tot natuurgebied en wandelpad. Expresweg N382 Op 29 april 1977 werd deze weg tussen de E17 en de Henri Lebbestraat opengesteld. De verlenging naar de Desselgemseweg kwam er pas op 1 juli 1978. We fietsen verder tot het eind van dit fietspad dat ons tot aan de achterkant van het station brengt, de eindbestemming van onze tocht.


Fietsroute 25 km

25


Tussen Zavelput en Spoorwegberm - 28 km We starten aan de stallingen van het park Baron Casier in de Stationsstraat 34. Het stadspark grenst aan het Marktplein en is de groene long in het hartje van Waregem. Het kasteel werd in het midden van de 19e eeuw in neoclassistische stijl opgetrokken door Felix Deruyck. In 1897 kwam baron Casier er wonen en liet de zuidelijke vleugel aanbouwen. Sindsdien was het kasteel steeds door de erfgenamen Casier bewoond tot het domein in 1977 eigendom werd van de gemeente Waregem. In 1982 werd het domein opengesteld voor het publiek. Het park, dat ongeveer 8 ha beslaat, bezit prachtige groepen oude bomen, beschikt over vijvers met fonteinen en heeft goed onderhouden wandelpaden en groen. Sedert 1983 is in het kasteel een tea-room ondergebracht. We verlaten het park en komen via de parking uit aan de Marcel Windelsstraat. We slaan rechtsaf en aan het volgende kruispunt kijken we goed uit onze doppen en gaan linksaf, de Putmanstraat in. We nemen vervolgens de eerste straat rechts, de Meiweg. In deze straat slaan

26

Tussen Zavelput en Spoorwegberm

we rechtsaf tussen de huisnummers 38 en 40 en komen zo uit aan de ring rond Waregem ter hoogte van de Oosterlaan. We volgen de ring rechts mee tot we aan de verkeerslichten komen. Aan de overkant van de weg zie je onderweg de hoeve ‘Goed ter Bauwhede’. Deze hoeve dateert uit de 14e eeuw en hing af van de heren van Ingelmunster. De hoeveheren hadden een pak feodale rechten: lager rechtspraken en visrecht op de Gaverbeek. We gaan aan de lichten links en slaan de Zultseweg in. We nemen onmiddellijk de straat links nog voor we goed en wel in de Zultseweg zijn. Op het einde slaan we links af, de Lentedreef in. Iets verderop duiken we de spoorweg onder en volgen we rechts mee het oude spoorwegberm op. De spoorwegberm is een uitloper van de Slekkeput. Naar het schijnt is dit een legendarische plaats voor veel Waregemnaars, ondermeer omdat nogal wat koppeltjes er in hun gloriejaren rendez-vous hielden en er dus velen nog mooie herinneringen aan hebben. De spoorwegberm ligt op de grens van


West- en Oost-Vlaanderen en maakt deel uit van de oude spoorlijn WaregemIngelmunster die sinds 1985 niet meer in gebruik is. De berm is anderhalve kilometer lang en situeert zich in een vroeger overstromingsgebied van de Gaverbeek. Het is de ideale plaats om te genieten van het landschap, de natuur en de open vlaktes. Het is zelfs een van de weinige plaatsen waar men de levendbarende hagedis nog aantreft. Op onze rechterkant passeren we een oud Pools treinwagonnetje.

deze straat gaan we rechts en steken we de brug over. Voorbij de Leie nemen we drie keer de eerste straat rechts, zodat we ons terug op het jaagpad bevinden, maar deze keer aan de andere kant van de oever. Voorbij de brug, vlak voor de hoogspanningsleiding, zien we op onze rechterkant een oude Leiearm met zicht op Sint-Baafs-Vijve. We blijven rechtdoor rijden en zien in de verte aan de rechterkant het AndrĂŠ Demedtshuis (de vroegere pastorij).

Deze wagon doet dienst als een gezellig en educatief infopunt. Van april tot en met oktober kan je er kennismaken met diverse educatieve en sensibiliserende informatiepanelen, foto’s en andere zaken zoals zaden, braakballen, skeletten,‌ Waar een onverharde weg het spoor kruist, gaan we over de rails en volgen deze weg (Koestraat) rechts mee tot we aan de Meersstraat komen. Liefhebbers kunnen even halt houden en een mooie wandeling maken langs het spoor. We slaan de Meersstraat links in en blijven deze straat volgen. We laten de Ommegangstraat dus op onze rechterkant liggen. Een flink stuk verder draaien we rechts de Ommegangstraat in, om vervolgens links de Gaverbeekstraat te volgen. Even verder komen we uit aan de Gentseweg, die we voorzichtig oversteken. Aan de T-splitsing slaan we linksaf waar we over de Gaverbeek rijden die hier in de Leie uitmondt. We vervolgen onze weg en nemen de eerste kasseiweg rechtsaf, de Leiesas. We volgen het jaagpad links richting Sint-Eloois-Vijve tot 100 meter voor de brug waar we links afslaan om onmiddellijk terug rechts in te draaien, de Emiel Clausstraat in. Aan het einde van

Hier zien we nog restanten van het typische Leielandschap met zijn vroegere vlasnijverheid. Vergeet ook niet om tijdens je tocht de kanaalberm te bewonderen, die door hun lintvormige structuur het ene natuurgebied met het andere verbinden en zo de verspreiding mogelijk maken van plant en dier. Omdat de Leie gebruikt werd voor het transport van stenen, werden de kerken gebouwd langs de Leie. Op beide kanten van de Leie ontstonden zo, naast de reeds bestaande kerken rond hoeven en kastelen, bijkomende parochies. Rond 1100 werden er twee kerken gebouwd, de ene op grond van de Sint-Baafsabdij en de andere op grond van de Sint-Pietersabdij.

Fietsroute 28 km

27


Voor we de brug onderdoor fietsen, kunnen liefhebbers even verderop het andere uiteinde van de Oude Leie SintBaafs-Vijve bewonderen. We vervolgen onze weg langs het jaagpad en rijden onder de brug door. Even verder wijken we even af van de Leie en volgen links mee. Even verder draaien we rechts mee langs het kanaal Leie - Roeselare. Aan de overkant van het water links bevindt zich het natuurreservaat ‘Oude Leiearm’. Dit reservaat is ontstaan uit een Oude Leiearm. De rietkraag vormt een waardevolle biotoop voor onder andere de kleine karekiet en de rietgors.

enkele fraaie meidoornhagen aan de weiden rondom het bos. Een ideale plaats voor de buizerd om te overwinteren terwijl de boomvalk er ’s morgens zijn nestplaats heeft. We volgen het jaagpad ongeveer twee kilometer tot we de Sint-Jansstraat kruisen op onze linkerkant. Links rijden we langs de hoeve Beaulieu. Even voorbij de hoeve kunnen liefhebbers hun fiets aan de ketting leggen voor een mooie wandeling in het natuurgebied de Zavelputten. Goed te Beaulieu

Aan de grote weg steken we het kanaal over en rijden direct terug links naar beneden, via het waterpompstation. Het kanaal is een visrijk gebied. In de winter is dit een echte pleisterplaats voor watervogels. Tussen de vele meerkoeten en de wilde eenden zien we hier ook vaak aalscholvers, tafel- en kuifeenden. Eenmaal voorbij het sas volgen we verder het jaagpad. We passeren rechts het Munkenhof en laten het water links liggen. De historische hofstede Munkenhof was eeuwenlang het centrum van macht en het grondbezit van de Gentse Sint-Pietersabdij. Tien eeuwen lang woonden er monniken op de hoeve, vandaar de naam Munkenhof. Door het rechttrekken van de Leie, kwam het Munkenhof op een eiland te liggen. Op de Desselgemsestraat gekomen, steken we links de brug over en gaan we onmiddellijk terug rechts het jaagpad Beveren-Trakel op. We bevinden ons nu aan de andere kant van de oever. Aan de overkant van de Leie ligt Ooigembos. Dit is een beschermd natuurgebied met

28

Tussen Zavelput en Spoorwegberm

Vlakbij de Leie, even buiten het centrum van Beveren-Leie, ligt het Goed te Beaulieu. Een merkwaardige hoeve met een zeer oude geschiedenis die teruggaat tot de 5e of 6e eeuw. De hoeve speelde een erg belangrijke rol in de ontstaansgeschiedenis van het dorp aan de Leie en groeide in de middeleeuwen uit tot de kernhofstede van de heerlijkheid Beaulieu.


Opvallend bij deze hoeve is de watergracht waarvan we vandaag nog sporen in het weiland kunnen zien. Zavelputten De waterplas in de Zavelputten is ontstaan uit een zandwinning. Bij de stopzetting van de ontginning in 1986 heeft de gemeente het 5 ha groot gebied aangekocht. De put werd gevoed door grond en regenwater en werd zo een interessante vijverbiotoop.

de knop van de lichten vooraleer we oversteken, de Stuivenbergstraat in. We bevinden ons hier in een laaggelegen gebied. Er waren hier dus veel vennen en vochtrijke gronden. Tussen de Stuivenbergstraat en de Kortrijkseweg lag tot kort na WO II het gewad en werd het voor paarden als drinkplaats gebruikt. Goed te Schaecx

Aan de noordoostzijde ontwikkelde zich een wilgenzoom met vlak daarvoor een lisdoddenvegetatie. Gelegen langs de Leie heeft de Zavelput een gunstige ligging aangezien de vogels meestal de rivieren volgen voor de winter- en zomertrek.

Iets verder op de linkerkant zien we ‘Goed te Schaecx’. De naam stamt van de familie Schaec die in 1444 deze hoeve in haar bezit had. Vroeger lag deze hofstede besloten in een ruim stelsel van watergrachten die nu grotendeels gedempt zijn. Deze hoeve gaat terug tot een nederzetting uit de Frankische tijd, dus de 6e of 7e eeuw van onze tijdrekening.

Vanuit de kijkhut zie je misschien een bonte verzameling watervogels zoals tafel-, kuif-, krak- en slobeend of een blauwe reiger.

Deze hofstede had in de vorige eeuw een grote kudde schapen en daarvoor had ze een schaapherder in dienst.

We volgen verder de Sint-Jansstraat tot aan het kruispunt met de Grote Heerweg, waar we rechtdoor rijden. We slaan nadien de eerste straat linksaf, de Kleine Heerweg, om vervolgens de Schoolstraat rechts in te slaan. Deze volgen we tot we aan de Kortrijkseweg uitkomen. Aan het kruispunt drukken we best even op

Doorheen dit landbouwgebied volgen we de Stuivenbergstraat langs de spoorweg en draaien links mee naar de voet van de brug. Daar slaan we de Paanderstraat links af en nemen iets verderop rechts de Leenriestraat. Deze blijven we volgen tot we weer naast de sporen rijden.

Fietsroute 28 km

29


Op het einde van de weg, vlak voor de spoorwegbrug, nemen we de fietstunnel onder de spoorweg. Eenmaal aan de overkant volgen we opnieuw de spoorlijn richting Kortrijk. Aan de Ingelramstraat slaan we linksaf en vervolgen we onze weg door de akkers. Waar de weg rechts draait, rijden we rechtdoor om dan de eerste straat op onze linkerkant in te slaan, de Knokstraat. We volgen deze straat tot aan het kruispunt, waar we de straat oversteken. Aan het volgende kruispunt gaan we links, de Leemputstraat in, om vervolgens rechts de Achterstraat in te slaan. Deze straat volgen we tot aan de T-splitsing met de Caseelstraat, die we links inslaan. Iets verder in de straat passeren we langs de gelijknamige hoeve ‘Goed ter Caysele’. Goed ter Caysele Het Goed ter Caysele behoorde tot het gebied van de heren van Ingelmunster, die heel dikwijls hun griffier op deze heerlijkheid onderbrachten. De hoeve brandde grotendeels uit op 25 juli 1851 door een blikseminslag en hield er een tijdlang de naam ‘t Verbrand Hof aan over. Vooral het woonhuis en de oostelijke schuur hadden van de brand te lijden. De poort met de lage gebouwen links en het eerste deel van de grote schuur rechts van de poort gaan terug tot de 18e eeuw. Deze hoeve was vroeger ook volledig omwald. Merkwaardig is vooral de poort, waar vier kapitelen werden in verwerkt. In het midden van de poort vinden we een grote witsteen met een halfreliëf. Centraal in deze steen staat een uurwerk, eronder een moeilijk te herkennen schild, rechts een paard en links een man. Men beweert dat dit zou betekenen: ‘Boever, let op uw tijd’. Boever staat hier voor boerenknecht.

30

Tussen Zavelput en Spoorwegberm

We blijven de Caseelstraat volgen en laten de Oude Desselgemstraat rechts liggen. Aan het kruispunt steken we voorzichtig de Desselgemseweg over, de Tapuitstraat in. Ongeveer 200 meter voorbij de spoorweg, ter hoogte van huisnummer 63, slaan we linksaf een voetwegeltje in. Kerkwegeltjes waren er vroeger bij de vleet. Deze veilige wegen zijn ideaal om van de rust en de natuur te genieten. Aan het einde van dit wegeltje slaan we rechtsaf de Kruiskesstraat in. We rijden door tot we terug aan de Tapuitstraat komen, waar we de Waterstraat rechtdoor inrijden. Aan de T-splitsing volgen we links mee en komen zo tot aan de fietsbrug over de Expresweg. Aan het volgende kruispunt rijden we rechtdoor om dan de volgende straat rechtsaf te slaan, onder de spoorweg door. Aan de kerk van het Gaverke, volgen we de Broekstraat en rijden zo verder tot aan de Jozef Duthoystraat. We gaan links richting het centrum en steken het kruispunt aan de lichten over. Via het rondpunt rijden we de Stormestraat in en komen zo uit op de Markt, vlakbij ons beginpunt.


Fietsroute 28 km

31


De Taeye Tour - 30 km Deze fietstocht toont je tien Waregemse woonwijken die werden gerealiseerd door huisvestingsmaatschappijen als Helpt Elkander, Mijn Huis en de Nationale Maatschappij voor Kleine Landeigendom. De naam verwijst naar Alfred De Taeye, oudminister van Volksgezondheid en Gezin, die in 1948 een voorstel indiende dat zou leiden tot de Wet De Taeye. Eén van de grote aandachtspunten binnen het overheidsbeleid na de oorlog was het voorzien van goedkope, comfortabele woningen voor de gehele bevolking. De huisvestingswet “De Taeye” voorzag staatspremies om individuele woningbouw te stimuleren. In 1954 werd de honderdduizendste “De Taeye-premie” uitgereikt te Waregem. Er zouden er nog vele volgen. Torenhof

Met de rug naar ingang van de kerk draai je kort af naar links en vervolg je de Markt, die overgaat in de Keukeldam. Over de rotonde neem je dan de tweede afslag naar de Zultseweg. Niet veel verder kom je op je rechterzijde de Torenlaan tegen. Wanneer je deze inslaat treed je het Torenhof binnen. Op de gronden die de Samenwerkende Maatschappij voor Goedkope Woningen Helpt Elkander in de vroege jaren 1960 had aangekocht, verrees de grootste woonwijk van

32

De Taeye Tour

Waregem, het Torenhof. De naam verwijst naar het reeds afgebroken, 19e-eeuwse torentje van Eertbrugge en de bijhorende villa In De Toren. Dit huisvestingsproject werd in de jaren 1960 en 1970 in verschillende fases gerealiseerd. Tien Waregemse architecten werden ingezet in de realisatie van dit totaalproject, waarbij er ook een kleuterschool, winkels en speelpleinen en 585 woongelegenheden werden ingericht. Met 22 woningen per hectare heeft het Torenhof de grootste woningdichtheid van de stad. De woonwijk wordt gekenmerkt door een eigentijdse architectuur, met moderne rijwoningen en nieuwe bouwtypes, zoals de “duplexwoning”, de bel-etagewoning, de patiowoning en de hoogbouw. Wanneer je de Torenlaan inrijdt, neem dan even de tijd om wat zijstraatjes te verkennen. Je vindt er prachtige voorbeelden van eigentijdse sociale woningbouw. Zoek daarna de Torenlaan terug op. Aan het einde van de Torenlaan ga je links, op de Kruishoutemseweg, en steek je de ringweg over. Dan ga je onmiddellijk rechtsaf, de Zuiderlaan op. Na een halve kilometer neem je links de Nokerse Weg. Op het einde van de Nokerse Weg ga je schuin rechts de Hazewindstraat in. Die rijd je verder ten einde en sla dan rechtsaf. Deze straat, de Bessemstraat, loopt even later over in de Brouwerijstraat. Sla een beetje verderop op een kruispunt de Nachtegaallaan in. Villapark Vanaf de Nachtegaallaan begint een tweede grote woonwijk, het Villapark. De Nationale Maatschappij voor Kleine Landeigendom richtte haar werking in hoofdzaak op de ontwikkeling van de landelijke woning en was vooral actief in plattelandsgemeenten waar ze het wonen


‘op de buiten’ aantrekkelijker probeerde te maken en daarbij ook de kleinschalige landbouw en veeteelt trachtte te stimuleren. Het gemeentebestuur van Waregem kon door het landelijk karakter van de gemeente te onderlijnen de Maatschappij ervan overtuigen ook op haar grondgebied een woonwijk aan te leggen, mits de bewoners zich verbonden gedurende 30 jaar aan kleinveeteelt te doen en de inrichting van de tuin niet te wijzigen. In 1955 werden er op de wijk Villapark, in het vroegere Broukbos, 56 bescheiden, witgeschilderde woningen gebouwd, die dankzij hun landelijk karakter rust en eenheid uitstraalden.

Veertig Huizen en Nieuwhuizen Niet veel verder kom je aan je rechterhand een parkeerpleintje met grote bomen

tegen. Erachter pronkt een derde grote Waregemse woonwijk. Je kan er gerust een blokje rondfietsen.

Neem vanuit de Nachtegaallaan de eerste straat links, de Ruitersdreef. Je slaat dan rechts de Groendreef in en houdt deze links aan tot je terug op de Nachtegaallaan komt. Ga vervolgens links terug de Brouwerijstraat op. Vervolg deze in de Vredestraat en ga na even rijden rechtdoor over de rotonde de Bieststraat op. Houd op het eind van de straat rechts aan en sla onmiddellijk links, de Mottestraat in. Na 200 m ga je rechts het smalle fietspad op de oude spoorweg op. Na een kleine kilometer kom je op de Expressweg. Deze volg je tot aan een kruispunt met op je linkerzijde de Desselgemse weg. Je steekt de Expressweg over en rijdt de Jozef Duthoystraat in.

In 1922 werden door de huisvestingsmaatschappij Helpt Elkander op de wijk Ten Heede veertig woongelegenheden gebouwd, later bekend als de Veertig Huizen. De woningen werden symmetrisch ingeplant ten opzichte van een centraal gelegen groen pleintje dat vandaag als parking functioneert. Ondanks dat de architectuur een zekere eenheid en uniformiteit uitstraalde, stond in deze tuinwijk het individuele wonen en leven centraal. Ieder huis kreeg namelijk een smal achtertuintje, op de bouwplannen netjes afgesloten door een tuinmuur met poortje. Drie jaar later werd de woonwijk uitgebreid met 25 woongelegenheden, de zogenaamde Nieuwhuizen. In tegenstelling tot de Veertig Huizen waren de nieuwe woningen veel eenvoudiger en bedoeld om arbeiders aan te trekken. In 1929 werden er nog eens veertien eenvoudige woningen bijgebouwd.

Fietsroute 30 km

33


Door het privatiseren van de woningen ging het oorspronkelijke karakter en de architecturale eenheid echter grotendeels verloren. Keer even op je stappen terug tot aan de Expressweg, steek hem over en ga links de Stijn Streuvelsstraat in. Neem na even rijden de tweede straat op je rechterzijde, de Vlasboemstraat. Sla op het eind van de Vlasbloemstraat rechtsaf naar de Hoogmolenstraat. Deze straat gaat uiteindelijk over in de Oude Desselgemstraat, die je links volgt. Na ongeveer 200 m ga je linksaf in de Caseelstraat, die later de Spitaalstraat wordt. Volg deze voor een tweetal kilometer. Steek vervolgens het kruispunt met de Deerlijkseweg over en neem de eerste straat links. Wijk Nieuwenhove

Hier begint de rustig gelegen Wijk Nieuwenhove. Ga maar eens kijken op pleintje op je linkerkant. Vier bouwfasen tussen 1953 en 1962 gaven de Sint-Margrietwijk haar hedendaagse aanzien. De maatschappij Helpt Elkander verwezenlijkte de bouw van 79 woongelegenheden, met een opvallende architecturale verscheidenheid om het individuele wonen en leven van de

34

De Taeye Tour

huurders te benadrukken. Analoog aan de vier bouwfasen werden er vier stijlen en typologieĂŤn uitgewerkt. De eerste vijfentwintig woningen, gebouwd in 1953, waren eenvoudig van vormgeving met een traditioneel interieur. De volgende twaalf woningen, gebouwd in 1954, kregen onder invloed van de pas afgestudeerde architect Johan Van Geluwe een meer eigentijdse uitstraling aangemeten. In hetzelfde jaar werden er nog 24 woningen opgetrokken, opnieuw in een eerder traditionele bouwstijl. Van deze woningen hadden er acht een beperkte bewoonbare oppervlakte van slechts 48 m2; de eerste bejaardenwoningen van Helpt Elkander. Uiteindelijk bouwde de maatschappij in 1962 nog 18 bel-etage woningen. Dit type woning, met de leefruimtes op de verdieping, vond haar oorsprong in de introductie van de garage, die bij dit soort woningen aan het gelijkvloers werd toegevoegd. Om naar de volgende wijk te rijden rijd je terug naar Caseelstraat via de Nieuwenhovestraat en de Spitaalstraat Ditmaal volg je echter de Spitaalstraat naar links, net voor deze in de Caseelstraat overgaat. Bij het eerste kruispunt ga je links de Achterstraat in. Op het eind van deze straat ga je naar rechts, de Leemputstraat in. Na ongeveer een kleine kilometer fietsen sla je bij hetkruispunt linksaf naar de Meelstraat. Op het eind van deze weg ga je rechtsaf, de Sprietestraat in. Je fietst even onder de spoorweg en gaat vervolgens de eerste straat links in. Terug tegen de spoorweg ga je op het eind van de Sprietestraat naar rechts op de Blommestraat/BeverenDries. Na een goede 500 m fietsen neem je de tweede straat rechts en blijf je de Beveren-Dries volgen.


Je steekt de Kortrijksesteenweg over en komt dan in de Deken de Bostraat. Deze blijf je links volgen, voorbij het rondpunt tot je opnieuw een kruispunt tegenkomt. Daar ga je rechtsaf naar de Hoonakkerdreef, onmiddellijk links naar de Kleurvinge en op het eind van de straat ga je links op de Kouters. Tomberg

In de Kouters neem je de eerste straat op je rechterkant, de Auwblauwstraat en vervolgens de eerste straat links, de Tomberg. Op het eind van de Tomberg ga je linksaf naar de Kleine Heerweg. Na even fietsen gaat deze straat over in de Nijverheidsstraat die je blijft volgen tot je aan een grotere baan komt, de Liebaardstraat. Die baan steek je schuin over. Vervolgens neem je de eerste straat links, de Meierie en na 100 m de Albrecht Rodenbachwijk rechts. Rodenbachwijk

Door inspanningen van de huisvestingsmaatschappij Mijn Huis groeide de Tomberg uit de grootste woonwijk van BeverenLeie. Na enkele realisaties van Mijn Huis in de vroege jaren 1950 in onder meer de Nijverheidstraat en de Deken De Bostraat werden van de hand van dezelfde architect 25 woongelegenheden opgericht in 1961 in het begin van de Tomberg. Een traditioneel zadeldak stond daarbij in contrast tot de bijzondere look van de voorgevels met hun betonnen kadrering van de inspringende raam- en inkompartijen, in combinatie met het gebruik van twee soorten baksteen. Tien jaar later bouwde de maatschappij nog 70 woningen, ontworpen in een strakke en moderne stijl. De witgeschilderde gevelvlakken in combinatie met de donkere baksteen geven de huizengroep een nog steeds actuele uitstraling. Tijdens het trekken van de funderingssleuven werden bijzondere Gallo-Romeinse overblijfselen blootgelegd. In 1976 werd de woonwijk een laatste maal uitgebreid met 28 woningen.

In 1955 kocht de maatschappij Mijn Huis grond aan op de wijk Dries voor de aanleg van een nieuwe weg en de oprichting van 34 woningen. Negen groepen woningen werden rond twee langwerpige groene pleintjes ingepland en geven de kleinschalige Rodenbachwijk ook vandaag nog een rustige aanblik. Het waren goedkope woningen met een eenvoudige en sobere vormgeving van het exterieur en een minimale inrichting binnenin. Aanvankelijk werd er in de kleine keuken enkel een gootsteen met onderkast geplaatst en was er zelfs geen ingericht ebadkamer voorzien. Nochtans was de vraag naar de woningen groot. Nog v贸贸r de straat werd gelegd, werden de eerste woningen reeds betrokken. Fietsroute 30 km

35


Vandaag behoort nog slechts een derde van de woningen tot het huurpatrimonium van Mijn Huis. Toch bracht de verkoop van de woningen geen grondige wijzigingen met zich mee, waardoor de visuele eenheid van de gehele woonwijk bewaard bleef. Op het eind van de Albrecht Rodenbachwijk kom je op de Kleine Driesstraat, waarna je rechtsaf afslaat naar de Desselgem-Dries. Na ongeveer 300 meter ga je links de Kasteelstraat in en fietst de zevende Groot-Waregemse woonwijk binnen, De Nieuwe Wijk. De Nieuwe Wijk

De Kasteelwijk, in de volksmond beter gekend als de Nieuwe Wijk, is het resultaat van twee opeenvolgende bouwprojecten, telkenmale gerealiseerd door de maatschappij Mijn Huis. De eerste 60 woongelegenheden werden in 1966 opgetrokken. De gevels kregen een strakke indeling, waarbij de combinatie van bakstenen metselwerk met beschilderd stucwerk erg typerend en beeldbepalend is. Desalniettemin oogt de Nieuwe Wijk een harmonisch en eigentijds geheel. Vijf jaar later werd de wijk uitgebreid met twee eengezinswoningen, een

36

De Taeye Tour

bejaardencomplex met vijf kleine gelijkvloerse woongelegenheden en drie appartementsgebouwen, later officieus benoemd als “aan d’appartementen”. Deze nieuwe woningen waren eenvoudiger opgevat, zonder stucwerk, en steken daardoor een beetje af tegenover de oudere woningen. De appartementsgebouwen vallen eveneens op door hun gele baksteenkleur en werden met ruime groene tussenzones achter elkaar ingeplant, waardoor er een aangename en rustgevende leefomgeving werd gecreëerd. Je vervolgt de Kasteelstraat, steekt de Nieuwstraat over en gaat verder in de Leiestraat. Deze straat houd je bij de eerstvolgende T-splitsing rechts aan tot je op de Leie uitkomt. Daarna sla je rechtsaf naar de Dolagestraat en blijft het pad naast de Leie voor enkele kilometers volgen. Als je de Expressweg hebt gekruist, volg je het pad nog even tot je terug op een autoweg komt. Daar neem je rechts de Grottelaan. Op het eind van de Grottelaan ga je vervolgens even links de Schoendalestraat in en onmiddellijk rechts naar het Rozenhof. Rozenhof De maatschappij Helpt Elkander begon in 1956 met de bouw van 40 nieuwe woningen aan de Peter Benoitlaan. Beide straatzijden kregen hierbij een andere architecturale opvatting, ingevuld door twee verschillende architecten. De realisatie van deze huizen vormde daarmee de aanzet tot een groter woonproject, dat in de jaren 1960 door de Waregemse maatschappij werd verwezenlijkt en gekend is als het Rozenhof. Op 29 juni 1963 vond de gezegende, eerste steenlegging plaats


van de volgende 54 volkswoningen, waarvan zes huisjes voor bejaarden. Ook ditmaal werd er niet voor gekozen een architecturale eenheid en harmonie na te streven. Twee architecten ontwikkelden twee ontwerpen, met hetzelfde grondplan maar met een verschillend exterieur. Een derde type woningen werd door een derde architect gerealiseerd op basis van een kleiner oppervlakte en een meer traditionele vormgeving. In 1966 volgde een uitbreiding van de wijk met tien eengezinswoningen en 21 woningen voor bejaarden, ontworpen op basis van de voorafgaande plannen.

Je kan de tijd nemen om in de gezellige straatjes rond te fietsen, langs het Rozenhof, de Herlaarstraat en de Ernest Brengierstraat. Uiteindelijk kom je na het doorrijden van deze wijk uit op de Koekoekstraat, die je naar rechts inrijdt. Je blijft het volgen tot je de Gentse Steenweg oversteekt en verder gaat op de Roterijstraat. Na 300 m sla je vervolgens de derde straat linksaf, de Lindestraat en de tweede straat opnieuw naar links, de Hazelaarlaan in. Op het eind van de Hazelaarlaan ga je rechtsaf naar de Bilkhagelaan. Op het eind van de Bilkhagelaan ga je tot slot even naar rechts en onmiddellijk naar links de Lavendellaan in.

Bilkhage

De woningen op de Bilkhage dragen met hun witgeschilderde gevels en schrijnwerk een typerende stempel van de Nationale Maatschappij van Kleine Landeigendom, die in twee fasen tussen 1962 en 1966 op de wijk de Bilkhage 43 woongelegenheden oprichtte. De eerste fase voorzag twee verschillende types woningen. De enkelwoonsten hadden met hun tipgevel aan de straatkant, een veel traditionelere vormgeving, die een vage herinnering opriep aan de woningen van het Villapark. De tweewoonsten hadden een meer eigentijdse uitstraling, met glasbouwstenen en verticale gevelstroken in donkerrode baksteen, een moderne, minder herkenbare stijl in het oeuvre van de maatschappij. De woningen van de tweede reeks waren erg gelijkend aan de halfopen bebouwing van de eerste reeks, met als belangrijkste verschil, de plaats waar de woningen aan elkaar geschakeld werden. Waar de eerste huizen gekoppeld werden ter hoogte van de woonkamer, gebeurde dit bij de jongere woningen tussen de garages. Op die manier werd het ideaalbeeld van een individuele, vrijstaande woning benaderd.

Fietsroute 30 km

37


Je vervolgt de Lavendellaan tot het eind, gaat dan even links, de Baanstknokstraat, en vervolgens direct rechts de Hugo Verrieststraat in. Na een kleine 500 m ga je onder de spoorweg. Hier in de Tjollenstraat kom je in de tiende grote woonwijk, het Gaverke. Gaverke

Het eerste grote wooncomplex van Waregem werd tussen 1956 en 1965 door de huisvestingsmaatschappij Helpt Elkander gerealiseerd. Meer dan honderd goedkope woningen gaven gestalte aan de Gavertuin, beter gekend als het Gaverhof, op de voormalige wijk het Gaverke. In het bijzonder werden er sociale huurwoningen gecreëerd voor de zogenaamde “uitgebloeide gezinnen”. Studies wezen namelijk op het belang van zelfstandigheid en onafhankelijkheid voor deze bevolkingsgroep. Bejaarden moesten daarbij zo lang mogelijk in hun eigen woning kunnen wonen. Om echter ook diversiteit in het Gaverhof te stimuleren, werden er verscheidene woningtypes voor verschillende gezinssamenstellingen ingericht en een gemengd voorkomen van huur- en koopwoningen voorzien. Bovenop de initiële 113 woongelegenheden werd het Gaverhof in 1965 uitgebreid

38

De Taeye Tour

met een bijkomende zestien woningen voor bejaarden, op basis van dezelfde bouwplannen die voor de realisatie van de bejaardenwoonsten in het Rozenhof enkele jaren eerder werden gebruikt. Om de fietstocht af te ronden vervolg je de Tjollenstraat en ga je over de rotonde rechtdoor in de Zeswegenstraat. Op het eerstvolgende kruispunt ga je rechts de Westerlaan op. Na ongeveer 400 m steek je de Westerlaan over en sla je rechtsaf naar de Vennestraat. Op het eind van de Vennestraat sla je aan het rondpunt linksaf naar de Stormestraat. Deze blijf je volgen tot je weer aan de kerk van Waregem komt.


Fietsroute 30 km

39


Waregemse Hoeveroute - 34 km Wat zeldzaam is of op het punt staat te verdwijnen, wordt dierbaarder. Zo ook onze hofsteden. Veel is al afgebroken of verdwenen. Maar er bestaat nog heel wat moois dat in ons landelijk en toeristisch patrimonium een grote plaats inneemt. Daarom deze fietstocht langs Waregemse hoeves. We vetrekken vanaf de binnenplaats van het Goed te Nieuwenhove, Platanendreef 16. Goed te Nieuwenhove Het Goed te Nieuwenhove is een hoevecomplex dat in zijn huidige toestand nog in grote delen teruggaat tot de 18e eeuw. Het gaat om het foncier van de vroegere heerlijkheid Nieuwenhove. Het foncier was het gedeelte van een heerlijkheid dat bewoond en ontgonnen werd door de heer zelf. Het grondbezit van de hoeve strekte zich uit aan beide zijden van de Gaverbeek en omvatte vooral zandkouters en natte weiden. Nieuwenhove was ‘het nieuwe hof’ van de heren van Vichte en bestond uit een kasteel met bijhorend neerhof. De eerste vermelding dateert van 1403 toen Olivier vander Vichte heer van Nieuwenhove werd. Het verdwenen kasteel wordt rond 1758 beschreven als een bakstenen gebouw met drie trapgevels.

40

Waregemse Hoeveroute

Dit kasteel brandde uit tijdens de Franse Revolutie. Het complex lag oorspronkelijk binnen een grote omwalling, waarvan nu nog gedeelten bestaan. Het kasteel had binnen die grote omwalling nog eens een eigen gracht. De hoeve bestond toen uit een woonhuis, schuur, stallingen, paardenstallen, duiventoren en poortgebouw. Deze gebouwen waren gedeeltelijk in baksteen opgetrokken en gedeeltelijk in vakwerk en voorzien van strodaken. Het poortgebouw bevat nog het schild van de heren van Nieuwenhove. Het woonhuis werd heropgetrokken in 1757, maar daarvan blijven alleen de twee zijgevels over. De rest van de huidige woning stamt uit het begin van de 19e eeuw. De duiventoren (de enige nog bestaande in groot-Waregem) is volledig in baksteen opgetrokken met hoeken in witsteen. Het was een recht voor sommige heren om een duivenvlucht te houden en vooral om ze zonder enige schadevergoeding te laten eten op de omliggende akkers. Gezien de relatieve schaarste was pluimvee in de middeleeuwen een zeerdure delicatesse. De schuur, die nog volledig bestaat uit een eikenhouten skelet, dat rust op een baksteen plaat, is een mooi voorbeeld van landelijke architectuur. Het is een van de


weinige nog resterende vakwerkschuren in Vlaanderen. Aan de achterzijde zijn nog resten van het vroegere plakwerk te zien. Aan de Platanendreef nemen we links en rijden rechts mee de Nieuwenhovestraat in, die we volgen tot de Deerlijkseweg. Aan de verkeerslichten steken we over, richting Spitaalstraat. Zoals de bordjes aangeven volgen we de Spitaalstraat tot de splitsing met de Caseelstraat. Achter de firma Soliver zien we de omwalde hoeve het Goed te Sint-Jans. Daarvoor moeten we de Spitaalstraat verder volgen. Het Goed te Sint-Jans

De heerlijkheid bestond uit een foncier van 26 bunder (ongeveer 40 ha) en bezat in Waregem nog 16 bunders (22 ha) rentegrond. Verder hadden ze nog percelen op Desselgem, Zwevegem, Tiegem en Wielsbeke. Deze heerlijkheid bezat ook de hoogste rechtsmacht en had om die reden dan ook een galg. De plaatsnaam Spitaal (afgeleid van hospitaal), die men hier in de buurt veelvuldig terugvindt, verwijst naar een van de belangrijkste taken van de ridderorde van Malta, namelijk het herbergen en verzorgen van reizigers. De hoeve bezat een kapel die reeds verdwenen was in 1788. Verder bezat de hoeve een duiventoren, varkensstallen, een schaapsstal en een bakhuis. Het woonhuis is zowat het enige dat nog is overgebleven van de vroegere hoeve, maar werd reeds grondig verbouwd. We volgen nu de Caseelstraat en komen hier voorbij het Goed te Caysele en even verder Klein Caysele. Goed te Caysele

Deze hoeve ligt net buiten het parcours. Wie er even heen wil volgt de Spitaalstraat en ziet de hoeve dan aan de rechterzijde. Deze omwalde hoeve was de kern van de gelijknamige heerlijkheid. Ze was bezit van de Kommanderij van de Ridders van Malta. De Orde van Malta heette aanvankelijk de Orde van Sint-Jan, waarnaar de naam van de hoeve ook verwijst. Het goed moet reeds bestaan hebben in 1312 (opheffing van de Tempelorde), maar de eerste schriftelijke vermelding dateert van 1370. Toen maakte men ook melding van de Spitaalmolen, die van Sint-Jan afhing en de oudste molen van Waregem zou geweest zijn.

Het Goed te Caysele behoorde tot het gebied van de heren van Ingelmunster, die heel dikwijls hun griffier op deze heerlijkheid onderbrachten. De hoeve brandde grotendeels uit op 25 juli 1851 door een blikseminslag en hield er een tijdlang de

Fietsroute 34 km

41


naam ‘t Verbrand Hof aan over. Vooral het woonhuis en de oostelijke schuur hadden van de brand te lijden. De poort met de lage gebouwen links en het van de grote schuur rechts van de poort gaan terug tot de 18e eeuw. Deze hoeve was vroeger ook volledig omwald. Merkwaardig is vooral de poort, waar vier kapitelen werden in verwerkt. In het midden van de poort vinden we een grote witsteen met een halfreliëf. Centraal in deze steen staat een uurwerk, eronder een moeilijk te herkennen schild, rechts een paard en links een man. Men beweert dat dit zou betekenen: ‘Boever, let op uw tijd’. Boever staat hier voor boerenknecht.

aantreffen op de kaarten uit de 18e eeuw. De oudste vermelding van de hoeve in de documenten van de Gentse Sint-Pietersabdij dateert uit het jaar 1396.

Goed te Klein Caysele Wat verder rechts in de bocht vinden we het kleinere broertje van Caysele. Het behoorde aan dezelfde eigenaars en was volledig omwald. De hoeve werd grondig verbouwd. Er kwam een nieuw woonhuis en een nieuwe schuur. Achteraan op het hof vinden we in het verlengde van de huidige woning nog het vroegere lagere woonhuis. Verder resteren er ook nog delen van de vroegere stallingen en schuur. Aan het einde van de weg slaan we links af en volgen de Desselgemseweg tot aan de grens met Desselgem, na even alle krachten gebundeld te hebben om over de spoorwegbrug te komen. Net voor de grens met de deelgemeente Desselgem, zien we aan onze linkerhand het Goed te Hoger Damme. Goed te Hoger Damme Hoger Damme ligt op de rand van de Damkouter in het dal van de Krekelbeek. De omgeving van deze eeuwenoude site is nog vrij mooi en landelijk. Alle gebouwen staan nog op dezelfde plaats waarop we ze

42

Waregemse Hoeveroute

Het woonhuis zit onder één dak met de vroegere paardenstal en bestaat uit 18e- en 19e-eeuws metselwerk. De paardenstal werd in 1965 bij het woonhuis ingenomen. Het dak is versierd met het typisch dakruitertje met het klokje dat het volk voor de “getijden” of de maaltijden naar de hofstede moest terugroepen. De dwarsschuur dateert uit 1875, het jaartal dat in de noordelijke topgevel geschilderd is. Naast de schuur zijn er twee ruimten die bestemd waren als wagenhuis en bergplaats voor de koets. Het 18e-eeuws bakhuis of ovenbuur werd later verbouwd tot melkhuis. Merkwaardig is de overdekte poort die grotendeels uit 19e-eeuws metselwerk bestaat maar ook nog 18e-eeuwse delen vertoont. In de zoldertjes boven de poort overnachtten vroeger de “boevers” (boerenknechten) en de “trimards” (bietenmannen) die geregeld de grote hofsteden aandeden voor seizoenwerk.


We volgen verder de Desselgemseweg die aan de gemeentegrens verandert in Waregemstraat. Aan het eerstvolgende kruispunt, “De Krekel” genoemd naar de vroegere café “De Krekel”, slaan we links af en belanden in de Leemputstraat, waar we de tweede spoorwegbrug over moeten. Net over die brug slaan we rechts af en komen we zo in de Meelstraat. Even verder aan de rechterkant, zien we het Goed te Mele. Goed te Mele Het Goed te Mele, gelegen in de Meelstraat ontleent zijn naam aan het Medelewoud of Methelawoud. Dat woud wordt in een akte uit het jaar 965 als eikenwoud vermeld. Vanaf de 11e eeuw werd het gerooid om er geleidelijk aan hoeven te gaan bouwen. Het Goed te Mele is er één van. Vroeger was deze hofstede volledig omwald. De poortdeuren in olmenhout bleven vrij goed bewaard. Vanaf 1950 werd de eeuwenoude watergracht geleidelijk gedempt.

We volgen dan verder de Meelstraat tot het einde en slaan dan rechts af en volgen even de Sprietestraat, richting spoorweg. We gaan de brug niet over, maar rijden links naar de spoorweg, richting Gravenland. We volgen even de spoorweg Gent-Kortrijk en nemen dan links de Ingelramstraat, die we volgen tot aan de splitsing met de Wagenaarstraat. Vlakbij ligt de gemeentegrens tussen Beveren-Leie en Deerlijk. We slaan rechts af en blijven zo in Beveren-Leie. De eerste hoeve die we hier op de linkerkant zien is het Goed ter Hellen. Goed ter Hellen

De benaming “Ter Hellen” dateert reeds uit 1572. Toen was deze hoeve bewoond door een zekere Betram Tanghe. De hoeve omvatte toen “huus, schuere, swijnscot, ovenbuer ende porte”. De betekenis van “ter hellen” is hier: afgelegen plaats. Deze omwalde hoeve is ontstaan als een 11e-eeuwse ontginning in het Medelewoud. Het poortgebouw is 18e-eeuws en heeft zijn olmenhouten poortvleugels vrij goed bewaard. Het woonhuis dateert van kort na 1834 en de stal ten noorden van dit woonhuis van na 1911.

Fietsroute 34 km

43


Even verder moeten we rechtsaf en komen in het Ruifeleinde. In de eerste bocht links zien we de Elst, waar vooral de koepelvormige aardappelkelder opvalt.

we onze remmen dicht en rijden links een landweg in. Dit is de Stuivenbergstraat die ons langs het Goed te Schaecx leidt tot aan de Kortrijkseweg.

De Elst

Goed te Schaecx

De naam verwijst naar een oud toponiem in de buurt en betekent “bij een groep elzen�. De hoeve is ontstaan als ontginning in het Medelewoud. In de geschreven bronnen wordt ze voor het eerst vermeld in 1480. Het oude woonhuis is 18e-eeuws maar wordt sinds 1870 niet meer als dusdanig gebruikt. Omstreeks dat jaar werd een nieuw woonhuis gebouwd op de westkant van het erf. Eveneens omstreeks 1870 verdween het bakhuis of ovenbuur. Het moest plaats maken voor een gemetselde aardappelkelder die gedeeltelijk in de grond steekt en waarvan de bovenkant met aarde bedekt is. De schuur en de stallingen werden omstreeks 1860-1870 ook helemaal vernieuwd. De poortpijlers en het smeedijzeren hekken zijn 19e-eeuws. Omstreeks 1989 - 1991 werden alle gebouwen hier grondig gerenoveerd.

De naam stamt van de familie Schaec die in 1444 deze hoeve in haar bezit had. Goed te Schaecx is altijd een prachthoeve geweest. Vroeger lag deze hofstede besloten in een ruim stelsel van watergrachten die nu grotendeels gedempt zijn. Op de zuidwestkant ligt de Stuivenberkouter, het akkerland van deze hoeve.

Even verder zien we opnieuw de spoorweg opdoemen en een nieuwe brug. We volgen links de Omloopstraat en rijden rechts de brug op. Daarmee komen we in de Paanderstraat, maar niet voor lang, want bij het afrijden van de brug trekken

De Robijn - De hofstede ten Poperputte

44

Waregemse Hoeveroute

We maken hier best gebruik van de voetgangerslichten om de drukke weg Gent-Kortrijk over te steken naar de Schoolstraat, die we volgen tot aan de Roestraat (eerste straat links). Op het einde slaan we rechts af. Om de hoek zien we De Robijn. We volgen nu de Sint-Jansstraat en even voorbij De Robijn hebben we links De hofstede ten Poperputte.

De naam Robijn is ontleend aan een 18e-eeuws toponiem in de buurt van deze hoeve. Vroeger liep de nu ingebuisde Vennebeek er omheen. De twee


19e-eeuwse gemetselde poortpijlers met het smeedijzeren hekken en de twee lindebomen bij de ingang vormen het sieraad van deze hofplaats. Het woonhuis dateert in zijn huidige staat uit 1865, te oordelen naar het jaartal in een arduintegel in de topgevel aan de straatzijde. De vroegere koestal was op de oostkant tegen dit woonhuis aangebouwd. Op de oostkant van het erf staat een 18e-eeuws gebouw dat tot voor kort als wagenhuis en paardenstal in gebruik was. De schuur op de zuidkant van het erf moet gebouwd zijn tussen 1778 en 1834. Ze vertoont heel wat bouwfasen. Er zit ondermeer een aardappelkelder in verwerkt. Het 19 e-eeuwse ovenbuur staat ten noorden achter het woonhuis helemaal verbouwd in functie van de tuinbouwhandel die in de plaats gekomen is van de vroegere landbouwactiviteiten op de hoeve. Verderop links in de straat zien we twee kleine landbouwuitbatingen uit vroegere tijden. De hofstede ten Poperputte heeft twee gemetselde poortpijlers met een

sierlijk smeedijzeren hekken. Even verder in de diepte zien we een tweede hoevetje dat nu een boomkwekerij geworden is. De laag gelegen weide vóór deze hoeve heet van oude tijden “de Poperput”. Poper is een oud Vlaams woord voor “riet”. We volgen verder de Sint-Jansstraat tot we aan de Leie komen. Voor we BeverenTrakel naar rechts oprijden, zien we de goed bewaarde hoeve Goed te Beaulieu. Goed te Beaulieu De benaming Goed te Beaulieu duikt voor het eerst op in het jaar 1396. Daarvoor wordt deze site vermeld in het jaar 965 als “Beverna”. Het gaat hier inderdaad om de nederzetting die aanleiding gaf tot het ontstaan van het dorp Beveren. Het is duidelijk een 6e- of 7e-eeuwse Frankische nederzetting, dicht bij de Leie. Oorspronkelijk was deze hoeve voorzien van een omwalling in achtvorm, dus met opperhof en neerhof. Het was hier, op de kouter ten zuiden van de hoeve, dat het eerste Beverse kerkje gebouwd werd. Op die plaats zien we nu enkel nog het kerkhof. Fietsroute 34 km

45


Het woonhuis is 18e-eeuws en staat niet op zijn oorspronkelijke plaats: het is met zijn voorgevel op een voor onze streek ongebruikelijke wijze naar het noorden georiënteerd. Oude kaarten wijzen er op dat het stond op de plaats van het huidige wagenhuis, dat dateert uit 1896. De schuur op de oostzijde van het erf is 19e-eeuws. De koestal werd omstreeks 1920 vernieuwd ter vervanging van een kleinere stal. Het bouwvallig ovenbuur op de westkant is vroeg 19e-eeuws. Het oorspronkelijk poortgebouw is reeds lang verdwenen en vervangen door minder sierlijke betonpijlers. Van de omwalling rest nog maar een klein deel over op de noordkant. In de vorige eeuw was deze hoeve met haar ruime weilanden langs de Leie zeer belangrijk voor de vlasbewerking. Niet minder dan 80 “hekkens” of rootbakken lagen langs haar grondgebied in de Leie. We volgen de Trakelweg verder. De eerste hoeve die we nu voorbijrijden op de kouterrand is de Cleurvink. Ze kreeg het hard te verduren tijdens de Leieslag in 1940. De Cleurvink Langs het jaagpad komen we aan de achterzijde van deze hoeve. Ze situeert zich op de plaats waar vroeger een Leiemeander dicht bij de kouter kwam. De hoeve werd

46

Waregemse Hoeveroute

op de kouterrand gebouwd en daarom lag er ook nooit een watergracht omheen. Ook deze site is te situeren in de 6e of 7e eeuw. Haar oude naam luidde “Clervingem” of “Cleringem”. Door verschrijving werd het uiteindelijk “De Cleurvink”. Het woonhuis kreeg het in 1940 hard te verduren tijdens de Leieslag. Tot 1917 had het een strodak. De stallingen van het erf dateren uit 1889 (jaartal te zien in de zuidelijke topgevel). Ze zijn ondertussen sterk verbouwd. De dwarsschuur op de zuidkant is 19e-eeuws. Het bakhuis, tevens zwingelhuis staat gemetseld in de afzink van de Leie. De hofplaats is afgesloten met twee gemetselde poortpijlers en een smeedijzeren hekken.

Terwijl we nu rustig genieten van de natuur in de Leievallei, volgen we verder de Trakel tot Desselgem. We rijden hier onder de brug door. Bij het bovenkomen zien we links op de andere oever van de Leie het Munkenhof.


Het Munkenhof

het grotendeels uit een houtconstructie met plak-en-stakwerk. Nu nog ziet het gebouwencomplex er indrukwekkend uit. Het poortgebouw (in 1992 gerestaureerd) en de oude brouwerij met de vroegere gevangenistoren (herbouwd in 1983-1984) bevinden zich op de zuidwestkant. Het woonhuis met de 19e-eeuwse tabakast sluiten daarbij aan op de noordwestkant van het erf. De ruime koestallen bevinden zich op de noordwestkant en op de zuidoostkant zien we een ruime schuur met de laat 19e-eeuwse brouwerijgebouwen.

Wie het Munkenhof van dichterbij wil bekijken moet even de Leiebrug over naar de andere zijde van het jaagpad. De naam is ontstaan uit Monnikenhof, het hof van de monniken van de Gentse Sint-Pietersabdij. De abdij kreeg deze hofstede geschonken omstreeks het jaar 964 vanwege de Vlaamse graaf Arnulf. In die bewaard gebleven schenkingsakte heet het goed “Thrassaldinghem�, wat betekent het hem of heem van de Thrassaldingers, dus de lieden van een zekere Thrassald. Thrassald moet een 6e of 7e-eeuwse Frank geweest zijn die op deze plaats dicht bij de rivier aan de rand van het vruchtbare kouterland zijn hoeve bouwde. Bij de kerstening (het massaal bekeren tot het christendom) van de streek werd bij de hoeve het eerste Desselgems kerkje opgericht, vermoedelijk op de plaats waar zich nu de gekanaliseerde Leie bevindt. De bouwgeschiedenis van deze hoeve is dankzij de goed bewaarde archieven van de Gentse Sint-Pietersabdij, goed gekend. Zo weten we dat dit groot pachthof in 1598 door de geuzen van Oostende volledig in de as werd gelegd. Tot dan bestond

Het gebouw midden op het erf is 19e- en 20e-eeuws. Het grote ovenbuur of bakhuis en het wagenhuis staan ten oosten achter de koestallen. Vroeger stond het wagenhuis midden de ruime hofplaats. Van de ruime achtvormige watergrachten is helaas maar een fractie bewaard gebleven. Het zal niemand verwonderen dat de bewoners van dit grote pachtgoed doorgaans de ambtenaren en burgemeesters van Desselgem leverden. We volgen nu verder Desselgem-Trakel tot aan de Leiestraat, waar we rechts nemen. Wat verder slaan we opnieuw rechts af, de Hooistraat in. In de Ter Lindestraat vinden we het Goed ter Linden. We volgen de straat links. Goed ter Linden De oudste vermelding van de naam van deze vroeger volledig omwalde hofstede treffen we aan in een document uit 1415. In een sluitsteen die nu in de gevel van het woonhuis gemetseld zit, staat het jaar 1749 vermeld. Dat moet het jaar geweest zijn waarin het woonhuis volledig nieuw en in baksteen herbouwd werd dit in vervanging van het plak-en-stak gebouw van vroeger.

Fietsroute 34 km

47


Tijdens de Leieslag van mei 1940 hebben alle gebouwen hier sterk geleden. De schuur brandde volledig uit. De paardenstal ten westen van het woonhuis werd gebouwd in 1914 en intussen bij de woning ingenomen. In 1920-1921 verdween het poortgebouw dat vergelijkbaar was met dit van het Goed te Mele in de Meelstraat. De landbouwactiviteiten op ter Linden gaan onverminderd verder. Vandaar de vele recente functionele gebouwen die de oude toestand evenwel bijna onherkenbaar maken. Op het einde van de Ter Lindenstraat rijden we links en volgen onmiddellijk rechts de Leiestraat, waar we de eerste straat links inrijden en zo in de Opstalstraat komen. Een flink stuk verder zien we op de linkerkant het Goed te Zilverberghe. Goed te Zilverberghe De naam van deze mooie hoeve werd eerst opgetekend in 1458. Tot op heden is voor die naam nog geen verklaring gevonden. Ook deze hoeve was omringd door een vierkante watergracht die nu totaal gedempt is. Het woonhuis is laat 18e-eeuws en heeft reeds een verdieping wat uitzonderlijk was voor die tijd. Het is nog versierd met een dakruitertje met windhaan en getijdenklokje.

48

Waregemse Hoeveroute

In de 19e en 20e eeuw werd het woonhuis uitgebreid. De stallen op de zuidzijde van het erf dateren eveneens uit de 18e en 19e eeuw. De schouw in dit gebouw wijst er op dat hier ooit een woongelegenheid was voor inwonend personeel. De schuur op de westzijde van het erf is in de loop van de laatste decennia totaal verbouwd tot stalling. Op de oostkant van het erf staat het 19e-eeuws wagenhuis. Het ovenbuur verdween hier omstreeks 1950. De kloeke overhoeks gemetselde poortpijlers en het smeedijzeren hekken zijn 19e-eeuws. Vroeger was ook hier een gemetseld poortgebouw met houten poorten zoals op het Goed te Mele en het Goed ter Hellen. We volgen de Opstalstraat tot het einde en rijden dan rechts de Pitantiestraat in. Aan de rotonde gaan we links richting Sint-Eloois-Vijve en volgen de Schoendalestraat. Voorbij de oude Leiearm nemen we de eerste straat links, de Leiegoeddreef die ons terugbrengt naar de Leie. Het huis nr. 12 is een mooi voorbeeld van een langgeveltype. Verder in de straat komen we ook voorbij het Goed te Mullem en het Goed ter Leijen.


Leiegoeddreef 12

Op de rechterkant van de straat zien we een mooi voorbeeld van een hoevetje van het langgeveltype. Een “koeiplekje” dus. Het woonhuis op de oostkant zit er onder één dak met het stalletje en het schuurtje. Vroeger stond er nog een schuur op de oostkant van het erf. We weten dit dankzij het 18e-eeuws landboek van Sint-ElooisVijve. Het ovenbuur op de zuidkant van het erf bestaat nog.

brandde dit woonhuis volledig uit en werd kort nadien heropgebouwd. In 1991 werd het grondig gerenoveerd. Paardenstal, koestallen en de oude dwarsschuur staan aan elkaar gebouwd op de noordkant van het erf. Ze vertonen zeer veel opeenvolgende bouwfasen. Het bouwvallig ovenbuur staat helemaal ten westen achter het woonhuis, nog op dezelfde plaats als in 1784. Op de zuidkant van de hofplaats staat een omstreeks 1900 gebouwde zwingerlarij en in het midden bevindt zich een sterk verbouwd wagenhuis. veel van de voornoemde gebouwen zijn inmiddels onderling verbonden en inwendig totaal verbouwd in functie van de fruitteelt, de huidige hoofdbezigheid op de hoeve.

Goed te Mullem

Helemaal ten noordwesten achter de hofplaats, staat een grote vlashangaar die nu gebruikt wordt als fruitopslagplaats. Ten westen achter het woonhuis staat een soort waterreservoir met een werkhuis dat dateert van omstreeks 1940.

Onmiddellijk aan de linkerzijde van de straat ligt het Goed te Mullem. Op het landboek van Sint-Eloois-Vijve uit het jaar 1764, zien we deze hofplaats toen al met zes gebouwen. Men kan vaststellen dat er sedertdien nog heel wat zijn bijgekomen. Er werd uitgebreid en verbouwd zodat nauwelijks nog iets origineels uit de 18e eeuw te bespeuren valt.

Toen werd op de hoeve een tijdlang een tulpenbollenteelt gedaan. Voor onze streek dient deze hoeve eerder onder de grotere gerekend te worden. Ze omvatte ooit 33 ha en de trekkracht werd er verzekerd door vijf paarden. Het laatste paard verliet in 1972 de hoeve. Het was in de bloeitijd van de vlasnijverheid tevens een belangrijke vlasroterij, dankzij de vele Leiemeersen waarover de hoeve beschikte.

Ten zuiden langs de straat voor de hoeve zien we een 20e-eeuwse tabaksast, nu buiten gebruik. Bij de toegangspoort werd een vroegere zwingelarij gesloopt. Het gebouw langs de straat naast de huidige inkompoort, vertoont zeer veel bouwfasen. Het woonhuis staat ietwat ongewoon op de westkant van het erf met de voorgevel naar het oosten gericht, zoals ook in het landboek weergegeven wordt. In 1905 Fietsroute 34 km

49


Goed ter Leijen

Hier zien we een historische hoeve die erg geleden heeft tijdens de Leieslag in mei 1940. Het woonhuis brandde volledig uit met alles wat er in was. De eigenaar, de heer Lefevere de ten Hove uit Gent, liet nog datzelfde jaar een nieuwe woning bouwen volgens plannen van de Gentse architect Carette. Van het oude huis zijn nog een paar sporen overgebleven in de kelder op de oostgevel met ook een restant in de achtergevel. Op de westkant is een deel van de oude westgevel bewaard gebleven. Het langwerpige gebouw langs de straat is samengesteld uit een aantal onderdelen die uit verschillende tijdstippen stammen. In het centraal gedeelte waar nu de doorgang is, zijn er restanten van het 18e-eeuws poortgebouw. Zowel op de linker als de rechterzijde daarvan werden er in de loop van de 19e en 20e eeuw bergingen en stallingen gebouwd. Uiteindelijk geraakte dit geheel in de loop van de 20e eeuw onder één lang zadeldak. Op de zuidkant van dit lang gebouw zat ooit het ovenbuur of bakhuis naast een cichoreiast. Op de westkant van het erf zien we een lange dwarsschuur uit de vroege 19e eeuw. In de oostgevel zitten drie doorgangen met lager gebouwde poorten voor het wegtrekken van de leeggemaakte wagen.

50

Waregemse Hoeveroute

De rechtse doorgang werd als wagenhuis gebruikt. Op de westkant achteraan de schuur is een moderne varkensstal aangebouwd. Op de zuidkant van het erf is er een overbouwde mesthoop met een ruime koestal, beide dateren omstreeks 1930. In het verlengde van deze koestal zijn er restanten van een andere stal uit de 19e eeuw. Globaal gezien stemt de inplanting van de gebouwen nog overeen met die van het landboek van Vijve uit 1764. De gebouwen zijn evenwel sterk gemoderniseerd en de ruimten ertussen zijn dichtgeslibd door allerlei kleine gebouwen. We rijden het jaagpad rechts op en volgen nu Vijve-Trakel. Een flink stuk verder nemen we rechts en komen zo in de Grottelaan. Aan de rechterkant ligt het Goed ter Steene. Naast de hoeve staat een bezienswaardige Lourdesgrot. Goed ter Steene Hier komen we bij de ongetwijfeld best bewaarde hofstede van Vijve, zeker wat de gebouwen betreft. Die hebben nog duidelijk hun losse stand die we reeds zien op het Vijfse landboek uit 1764. Het erf wordt afgesloten met twee kloeke gemetselde pijlers en een smeedijzeren hek dat uit de vorige eeuw stamt. Vroeger was de hoeve omwald in een vierkant. Behalve de beek met afvoerwater van een nabijgelegen verkaveling op de zuidkant van het erf aan de Lourdesgrot, is van deze watergrachten niets meer overgebleven. Op de oostkant van het erf zien we de ruime stallen die uit de tongewelfjes gemetseld tussen staalprofielen bestaan. Het opschrift “Hof ter Linden” op de noordgevel van de stal is evenwel een uitvinding van de bewoners.


“Goed ter Steene” is de benaming uit de archiefstukken. De ondervinding leert dat dergelijke “steentoponiemen” wijzen op Gallo-Romeinse bewoning in het begin van onze tijdrekening. Op de oostkant achter de stallen zien we een ruime overdekte mesthoop, ook 19e-eeuws. De strook tussen beide gebouwen is afgedekt en het geheel is in gebruik als veestal. Op de zuidkant van het erf zien we een zeer mooie dwarsschuur. Ze valt te dateren op de wisseling van de 18e en 19e eeuw. Deze schuur omvat twee doorgangen, een wagenhuis met graanzolder en twee aardappelkelders. Het dakgebinte in olmenhout is bijna perfect bewaard gebleven. In de oostelijke zijgevel zien we een drietal varkenshokken en een “vertrek” van de oude stempel. Merkwaardig is hier de gemetselde buitentrap met deurtje dat toegang geeft tot de graanzolder boven het wagenhuis. De topgevels hebben nog hun oude gemetselde “schichten” (vlechtwerk in het metselwerk). Het woonhuis op de noordkant van het erf, staat traditiegetrouw naar het zuiden

georiënteerd met zijn lange voorgevel. De acht ramen met hun luiken en de inkomdeur zijn mooie voorbeelden van vroeg 19e-eeuws schrijnwerk. Sporen van een kleiner en smaller 18e-eeuws woonhuis zijn te zien op de oostelijke zijgevel en op de hoek van de achtergevel. Daar zien we de kelder met de voutekamer erboven. Helemaal ten noorden achter het woonhuis staat een prachtig laat 18e-eeuws ovenbuur. De achterzijde met de oven, werd herbouwd en uitgebreid in de 19e eeuw zodat het geheel nu onder één zadeldak steekt. In de meeste gevallen heeft de oven een lager uitvallend zadeldakje. Op de oostkant van het woonhuis, ten noorden van de stallen, staat nog een kleine laat 19e-eeuwse stal gebouwd. Hij vertoont allerlei aanbouwsels uit de 20e eeuw. Op de westkant van het erf staat een primitief 20e-eeuws “alaamkot”. Buiten het erf getuigen verlaten rootputten en een grote vlashangaar van de drukke vlasactiviteiten van weleer. Momenteel is de uitbating voornamelijk gericht op zoogkoeien en vleesproductie.

Fietsroute 34 km

51


Op het einde van de Grottelaan rijden we naar rechts en zijn we opnieuw in de Schoendalestraat. We nemen dan links de Staakmolenstraat, die ons tot aan de drukke gewestweg brengt. We steken over en komen zo in de Tapuitstraat. Onmiddellijk rechts zien we de Hoeve Vanderstichele. Hoeve Vanderstichele De eigenaars hebben als opschrift aan deze hoeve “t Cauwenhof” opgehangen. Zeker is evenwel dat de familie Cauwe hier nooit gewoond heeft, wel even verderop in de “Tapuit”. De gebouwen van deze hoeve zitten achter een welig groenscherm verborgen. Het woonhuis op de noordzijde van de hofplaats is totaal verbouwd in de loop van de laatste veertig jaar. De schuur op de westkant van het erf is een tiental jaren geleden ook tot woonruimte verbouwd. Van de stallingen langs de straat is een deel gesloopt en de rest dient als bergruimte. Er is hier geen landbouwactiviteit meer. In 1764 was het nog een bedrijf van een goede 22 ha. We volgen de Tapuitstraat die ons tot aan Den Tapuit brengt. Deze plaats vormt de overgang tussen Vijve en Waregem. Vroeger bevond zich hier de herberg “Den Tapuit”. We blijven de Tapuitstraat volgen tot aan de Desselgemseweg. Hier moeten we linksaf langs de Desselgemseweg tot aan taverne De Toekomst. Hier gaan we rechtsaf en onmiddellijk weer links. Zo komen we in de Hoogmolenstraat, die we volgen tot het einde. We steken de Deerlijkseweg over en komen in de Industrielaan. Voor we links de Mottestraat nemen kunnen we nog even doorrijden tot aan De Mote.

52

Waregemse Hoeveroute

De Mote Aan de rechterkant van de Industrielaan ligt een mooi hoevetje op een mote of aarden ophoping. In de 18e eeuw was het woonhuis daarbij nog omwald. De bedrijfsgebouwen lagen buiten de omwalling. Het woonhuis en bijgebouw werden volledig vernieuwd. De Mottestraat brengt ons aan het kerkplein van De Biest. We volgen de Bieststraat tot aan de Expresweg N382. Hier moeten we rechtsaf. We volgen even de Expresweg en nemen dan rechts de Blauwpoortstraat, die ons tot aan het Goed ten Bossche brengt, goed te herkennen aan zijn ast in het poortgebouw. Het Goed ten Bossche of de Blauwpoorte

Deze hoeve lag vroeger vlak tegen de bossen aan. Wat verderop over de E17 zijn er nog grote restanten van die bossen. Deze hoeve ontleende haar naam aan de blauwe kleur van de poortdeuren. Ze is reeds sedert 1274 eigendom van het Hospitaal (nu OCMW) van Kortrijk. Het goed werd door de zusters aangekocht van ridder Walter van Hamme, baljuw van Kortrijk. Het was een belangrijke uitbating


die jarenlang bewoond werd door de familie Putman. Deze familie leverde in de 18e eeuw verschillende burgemeesters in Waregem. Opvallend is het poortgebouw dat in meerdere fasen werd omgebouwd tot cichoreiast. Het gebruik van cichorei als vervangmiddel voor koffie kende een grote uitbreiding door de Continentale Blokkade van Napoleon tegen Engeland. Wellicht werd het poortgebouw dan ook in de 19e eeuw omgebouwd. Deze ast is een van de weinige in de streek, die nog steeds werkt. Typisch voor de cichoreiasten was ook de weegbrug, die we hier aan de overkant van de straat terugvinden. Het woonhuis en de schuur vertonen diverse bouwfasen, die teruggaan naar de 18e en 19e eeuw. Er zijn ook nog restanten van een omwalling die vroeger zeer uitgebreid was. Op het einde van de Blauwpoortstraat moeten we naar links en we volgen even de E17. De Kleithoekstraat brengt ons tot Le Crebe. Le Crèbe Over de geschiedenis van de hoeve weten we eigenlijk voorlopig heel weinig. Ze stond wel in het 18e eeuwse landboek. Volgens de

schets daar had ze geen omwalling. Het was wel een vrij uitgebreid gebouwencomplex, bestaande uit een woonhuis, een bakhuis, een poortgebouw en een tweetal andere bedrijfsgebouwen. De naam die op het dak van de hoeve prijkt, komt uit de Tweede Wereldoorlog. Toen was deze hoeve de verzamelplaats van het verzet in Waregem en kreeg twee schuilnamen: Le Crèbe en de Doodaars. De schuilplaats zat onder een houtmijt die op de hoeve stond en van daaruit werden de acties van het verzet, (o.a. wapentrafiek) gecoördineerd. De Kleithoekstraat brengt ons terug naar de Industrielaan. We rijden onder de brug door van de E17. Aan het rondpunt rijden we rechtdoor. We nemen de eerste straat rechts: de Brabantstraat. We volgen de Brabantstraat met de bordjes. Bijna op het einde van deze straat nemen we links de Plasstraat. Op het kruispunt met de Ingooigemstraat gaan we rechts en steken we de Vichtseweg over. Zo komen we in de Blauwe Zwaanstraat. Net voor we de brug van de E17 overrijden zien we twee historische hoeven.

Fietsroute 34 km

53


Goed te Ketelshove of te Kelishove Aan de linkerzijde van de brug van de E17 ligt het Goed te Ketelshove. Deze hoeve waarvan reeds meldingen zijn in 1487, behoorde tot de eigendommen van de heren van Nieuwenhove. Het kasteel had trouwens wat verder achter deze hoeve zijn grote boomgaarden. De hoeve is intussen sterk verbouwd. Alleen het woonhuis met zijn dakruiter heeft nog een zekere bouwtraditie. Goed te Lepelbooms Tegenover het Goed te Ketelshove, ligt het Goed te Lepelbooms eveneens eigendom van de heren van Nieuwenhove. Ook deze

54

Waregemse Hoeveroute

hoeve werd reeds vermeld in 1487. Het is echter niet duidelijk of het hier gaat om de Grote, dan wel de Kleine Lepelboom. De hoeve is vrij mooi bewaard. Een lepelboom is een grote Noord-Amerikaanse heester, die hier ooit in onze streken werd ingevoerd. Bovenop de brug zien we rechts in de verte terug het Goed te Nieuwenhove, het begin van onze tocht. Aan het einde van de Blauwe-Zwaanstraat moeten we naar rechts om weer aan het startpunt te komen.


Fietsroute 34 km

55


Fietsen in Waregem, editie juni 2013

Wie aan Waregem denkt, begint spontaan over de Waregem Koerse Feesten. Onze stad is niet voor niets dĂŠ paardenhoofdstad van Vlaanderen. De befaamde Grote Steeple Chase van Vlaanderen met de spectaculaire sprong over de Gaverbeek, brengt sport en sensatie en lokt jaarlijks een grote massa naar de Gaverbeekhippodroom. Ook de Ballonhappening/Kinderstad, Parkies kasteekconcerten en vele andere evenementen brengen ieder jaar heel wat mensen op de been richting Waregem. Maar Waregem is natuurlijk veel meer dan dat. Trek je graag je wandelschoenen aan of haal je liever je fiets van de haak? Verdiep je je graag in de historie van de stad? Of

snuif je liever een beetje cultuur op? Waregem heeft voor elk wat wils. Mensen die van cultuur houden, zijn in Waregem aan het juiste adres. Een voorstelling bijwonen in het Cultuurcentrum De Schakel is altijd genieten, maar je kan ook nieuwe en moderne kunstvormen ontdekken in het provinciaal Platform voor Actuele Kunst Be-Part. Tot slot heeft Waregem heel wat winkels met charme en uitstraling. Je kan er gerust een dagje genieten en uitblazen op de talrijke terrasjes, in de tearooms en restaurants. Gezelligheid staat hier zeker en vast centraal. Waregem, veel meer keuze dan je denkt!

Ontdek ook onze wandelroutes, vraag ernaar in de stadswinkel


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.