Sport Amerika The Magazine Nummer 16

Page 1




HOOFDREDACTIE Neal Petersen EINDREDACTIE Geert Jan Darwinkel Kasper Dijk REDACTIE Lennart Beishuizen Bert Jan Brands Pieter Brouwers Geert Jan Darwinkel Vincent Van Genechten Luc van Kemenade Paul Klomp Ingmar Meijer Marco Post Joep Smeets Jurian Ubachs Jeroen Veenstra Richard van Welie Frank Wielaard Jules Zane Jan Willem Zeldenrust COLUMNISTEN Jeroen Elshoff Matthijs Meeuwsen Leander Schaerlaeckens FOTOGRAFIE Getty Images PRODUCTION, ART DIRECTION & DESIGN DarChicago Ltd. MET DANK AAN Issuu Digital Publishing Scribus Desktop Publishing

SportAmerika The Magazine is een uitgave van Petersen Media. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. © Petersen Media 2012 ­ Alle rechten voorbehouden.

Ik had mijn column deze keer willen houden over het bizarre

gedrag van NFL­sterren in de offseason, maar het drama rondom Penn State zorgde voor een abrupte wending. Het Nittany Lions footballprogramma is sinds deze week meer dood dan levend. Maandag maakte de NCAA namelijk bekend dat de football­tak van Penn State keihard zal worden gestraft naar aanleiding van de misselijkmakende kindermisbruikzaak die jaren lang plaatsvond onder het bewind van Jerry Sandusky, assistent­coach van de Nittany Lions.

Voormalig headcoach Joe Paterno wist wat zijn assistent uitspookte, maar zag er nooit het nut van in om hier melding van te maken of om hardhandig in te grijpen. Sterker nog: Paterno stemde toe dat Sandusky voor Penn State behouden, en van alle faciliteiten gebruik mocht blijven maken, zodat hij nog veertien jaar zijn gang kon blijven gaan.

De NCAA nam dit JoePa, die zelf een half jaar geleden overleed,

uiteindelijk zeer kwalijk. Zij namen hem alle overwinningen vanaf 1998 af en zodoende raakte Paterno het record van de college coach met de meeste wins kwijt.

Zijn dit de straffen die het er toe doen? Nee, absoluut niet, maar het is wel een goed teken dat ook dit wordt aangepakt. Het respect wat JoePa met zijn resultaten had afgedwongen, is hij in mijn ogen door het faciliteren van kindermisbruik volkomen kwijt geraakt. Moet ik deze zaken niet los zien van elkaar? Misschien wel, maar ik kan dat echt niet. De komende jaren zal Penn State moeten lijden onder de straffen. Zo mogen er minder nieuwe spelers aangetrokken worden, moet de universiteit de winst die het jaarlijks met het football team maakt (zo’n zestig miljoen dollar) overmaken naar een goed doel en zal het team de vier jaar uitgesloten zijn van deelname aan Bowls (de play­offs). Met andere woorden: Penn State zal voor z'n huidige­ en potentiele spelers nauwelijks interessant meer zijn.

Verderop in het magazine kan je alles over dit pijnlijke

onderwerp lezen. Jules Zane, liefhebber én kenner van college footballer kenner op de redactie, worstelde met dit onderwerp, maar leverde een prachtartikel af.










Weekly RoundUp

Robert Griffin III

verstreek. De grote vraag was natuurlijk: komen de New Orleans Saints en Drew Brees eindelijk een langdurig contract overeen?

Losse eindjes voor Training Camp

Brees tekende zijn welverdiende vijfjarige contract ter waarde van 100 miljoen dollar. Het was het eerste goede nieuws dat de Saints dit offseason te melden hadden en het is een groot raadsel waarom niet al veel eerder gebeurde wat nu gebeurd is. De Saints, die coach Sean Payton dit seizoen al moeten missen, zijn immers helemaal nergens zonder Brees. Running back Matt Forte van de Chicago Bears dichtte zichzelf ook zo’n status toe en hengelde zodoende al bijna een jaar naar een nieuwe, forse deal. De Bears hielden de boot af tot alsnog de deadline zijn werk deed en Forte een vierjarig contract tekende ter waarde van 32 miljoen dollar. Ook de Baltimore Ravens en Ray Rice kwamen uiteindelijk alsnog tot een vergelijk: vijf jaar en 40 miljoen dollar. Onder meer Cliff Avril (Lions), Wes Welker (Patriots) en Dwayne Bowe (Chiefs) blijven achter zonder contract.

ondertekende eindelijk zijn rookie contract: 4 jaar Redskins voor 21 miljoen dollar ● De Cleveland Browns gebruikten de supplemental draft om met een tweede ronde pick wide receiver Josh Gordan (Baylor) te kiezen ● Dez Bryant maakte een goede beurt bij zijn bloedeigen moeder: hij viel haar aan in het ouderlijk huis, waarna ma Bryant zich gedwongen voelde 911 te bellen. ● Nog meer nieuws in de categorie ‘verveling doet een NFL speler geen goed’: Asante Samuel, onlangs door de Eagles getrade naar de Falcons, ging via Twitter de strijd aan met de Eagles fanbase door ze te betichten van het verraden van hun eigen team ●

Dit weekend starten alle NFL teams met hun jaarlijkse trainingskampen voorafgaand aan de seizoensstart, ruim een maand later, vanaf 5 september. De komende maand zullen teams gebruiken om de rookies wegwijs te maken, nieuwe spelers te installeren in de rotation, de selectie fysiek klaar te stomen en finale beslissingen te nemen over de samenstelling van die selectie. Een eerste stap in die richting werd in de afgelopen week genomen toen de in het vorige magazine al gememoreerde deadline voor het contracteren van de franchise tagees

Het antwoord is ja;

In de komende

week zal het gros van de rookies die nog geen

overeenkomst met hun team zijn overeengekomen, zeer waarschijnlijk ook contracten ondertekenen. Dan is het nog slechts wachten op de jaarlijkse training camp holdouts. Want ja, ook dit jaar zullen er spelers zijn die, met het oog op verbetering van hun toch al niet bescheiden arbeidscontracten, hun aanwezigheid in het trainingskamp zolang mogelijk willen uitstellen. Mogelijke kandidaten? Percy Harvin (Vikings), Darrelle Revis (Jets), Ed Reed (Ravens), Maurice Jones­Drew (Jaguars) en Mike Wallace (Steelers).

Ten slotte is er nog die

andere lockout, die van de NFL referees. Er wordt weinig aandacht aan besteed door de media (referees zijn niet bepaald sexy) maar met het seizoen snel naderend heeft de NFL inmiddels een noodplan opgesteld: men wil vervangers rekruteren onder gepensioneerde ex­ college referees en referees van lagere, (semi­) professionele niveaus. Iedereen die wel eens ooit een NFL wedstrijd heeft gezien weet dat dit nooit goed kan gaan. Alle reden om ons hart een klein beetje vast te houden, dus. •


Een levende legende als head coach, een

schitterende historie, één van de grootste stadions ter wereld, uitzonderlijk fanatieke supporters en tradities waar je U tegen zegt. Pennsylvania State University en hun Nittany Lions footballteam waren onder 45 jaar leiderschap van hun verafgode coach Joe Paterno uitgegroeid tot het schoolvoorbeeld van alles dat de klasse van college football benadrukt. Tot het najaar van 2011, toen het footballprogramma van Penn State, zoals de school in de volksmond heet, werd opgeschrikt door een omvangrijk misbruik­ schandaal. Spil in dit schandaal is Jerry Sandusky, de voormalig rechterhand van Paterno en sinds jaar en dag verbonden aan de universiteit. Hij verkrachtte stelselmatig tientallen kansarme, minderjarige jongens op de campus, in het stadion en zelfs bij uitjes naar uitwedstrijden. Sinds 1998 (!) wisten niet alleen Paterno, maar ook andere assistenten, de athletics director en zelfs de president van de school dat onder hun neus kinderen werden misbruikt. Het werd echter doelbewust genegeerd en in de doofpot gestopt door iedereen met ook maar enig zeggen­ schap, want het imago van de school en succes van de ploeg vond men belangrijker dan het leed van vele kinderen. Joe Paterno is inmiddels overleden, maar er is geen nieuw icoon en de herinnering aan de legende wordt bevlekt en verdrongen. Penn State football lijkt op sterven na dood. D O O R

J U L E S

Z A N E



Om te begrijpen hoe groot Penn State

Joseph Vincent Paterno werd geboren op 21

football is en hoe belangrijk Joe Paterno voor december 1926 in Brooklyn, New York en zou hen was, moeten we eerst terugblikken op de zichzelf in de kijker spelen als quarterback en cornerback op Brown University in historie van de Nittany Lions. Ze speelden hun eerste voorzichtige oefenpotjes reeds in 1887 en spelen sinds 1890 in de simpele, klassieke kleuren en jerseystijl die nog altijd gedragen worden. Geen logo’s, geen namen, geen poespas. Sinds 2011 zelfs geen andersgekleurde mouwen meer. Donkerblauw en wit. Dat is Penn State. De school verslijt tot vlak na de Eerste Wereldoorlog aardig wat coaches, maar heeft er tot het ontslag van Paterno in 2011 nog maar vijf. Op één coach na – jawel, Sam Boyle in 1899 – hebben alle vijftien coaches een gemeenschappelijke deler: winning records. Joe Paterno was in die zin slechts de voortzetting in extremo van een traditie van succes voor de Nittany Lions.

Providence, Rhode Island. Daar studeerde hij af in 1950, waarop hij zijn ware droom meteen bij de hoorns vatte. Paterno


beschreef dat zelf ooit aan de hand van een citaat van zijn vader, die hoopte dat Joe advocaat wilde worden. Op het bericht dat Joe liever football wilde coachen had hij slechts gereageerd met de vraag: “Waarom ben je dan gaan studeren?”

zijn carrière als coach voort te zetten, werd dat niet alleen bevestigend beantwoord, maar nam hij Joe Paterno mee om hem te assisteren. Het zou het begin betekenen van Paterno’s 61 dienstjaren in College Station, Pennsylvania.

deuren en bleek voor Paterno een uitgelezen kans om zijn kijk op het spelletje te etaleren. En kijk op het spel, dat had hij als geen ander. Dat talent werd onderkend door Rip Engle, die in Paterno’s jaren als student de hoofdcoach was zowel het football­ als basketballteam van Brown University. Toen Engle werd gepolst door Penn State om daar

Engle in 1950 op Penn State arriveerde was de school nog een independent in de Division 1. Penn State zou dat blijven tot 1992, toen de ploeg overstag ging en zich bij een conference aansloot. Vandaag de dag is dat uitzonderlijk, maar in die tijd was college football nog niet zo strak georganiseerd als tegenwoordig en zelfs nu nog zijn wisse­ lingen aan de orde van de dag.

Dat antwoord is simpel. Het opende

Toen Joe Paterno in het kielzog van Rip


Thuisbasis van de Nittany Lions was Beaver Field. Een stadion, genoemd naar oud­ gouverneur James Beaver, dat plaats bood aan dertigduizend toeschouwers en daarmee lange tijd afdoende was.

Negen jaar later werd Beaver Field echter

afgebroken en in zijn geheel verplaatst naar elders op de campus. Er kwamen zo’n vijftienduizend zitplaatsen bij en het werd hernoemd tot Beaver Stadium. Op die plek staat het nog steeds, maar het stadion van nu is inmiddels ruim drie keer zo groot als het stadion van 1950 en kent twee veelzeggende bijnamen. Er werd zoveel gewonnen dat de fanatieke aanhang het vanzelf Happy Valley ging noemen en dat succes had Penn State vooral te danken aan één man. Beaver Stadium werd The House that Paterno Built.

In 1966 had Rip Engle er op 60­jarige leeftijd wel genoeg van. Zijn teams hadden in 1961, 1962 en 1964 de officieuze titel van de oostkust veroverd en het was tijd voor de toen 40­jarige assistent coach Joe Paterno om het stokje over te nemen. Dat deed Paterno met verve. Niet alleen op de lange termijn bleek zijn visie ongekend succesvol, reeds twee jaar later verraste Penn State met twee ongeslagen (11­0) seizoenen op rij. Beide jaren werden afgesloten met succesvolle deelnames aan de Orange Bowl in Florida.

Het zou het wervelende begin blijken van de

carrière van de Winningest Coach in Football. Paterno zou zijn team in 44 seizoenen als head coach liefst 37 keer kwalificeren voor een bowl game en dat was vooral in de beginjaren een topprestatie. Tegenwoordig maakt bijna de helft van de teams hun opwachting in een bowl, maar in 1970 bleek zelfs een negentiende plek op de nationale ranking niet voldoende voor een bid.

Dat maakte Paterno weinig uit. Hij zou van 1971 tot 1992 nog slechts twee keer geen bowl bereiken en van de negentien bowls die de Nittany Lions wel bereikten, werden er twaalf gewonnen. Winst in de Sugar Bowl van 1982 en Fiesta Bowl van 1986 bleek zelfs voldoende voor de nationale titel. De enige nationale titels voor Paterno, die zijn team vanaf 1992 zag uitkomen in de Big Ten. Opvallend genoeg was Penn State het elfde team in deze historische conference vol met grote scholen als Michigan en Ohio State.


Het winstmoyenne van de inmiddels 62­ jarige Paterno begon vanaf 1992 ook ietwat te dalen. Paterno pakte dan wel Big Ten titels in 1994, 2005 en 2008 en won in 1994 en 2008 tevens de Rose Bowl, zijn winstpercentage in de conference lag op ‘slechts’ .638. Voor een 95­54 record in bijna twintig jaar conference play zou menig coach tekenen, maar als je weet dat Paterno eindigde met een percentage van .749 en ongekend winning record van 409­136 en 3 gelijke spelen, dan is de impact van de zwaardere conference plots veel duidelijker.

Toch wordt Paterno in de ogen van

sportanalytici herinnerd als footballgenius en icoon. Het zware brilmontuur, zijn pientere imago, het warme contact met de studenten en de opgerolde broekspijpen, om te voorkomen dat ze te snel zouden verweren of vies werden. Joe Paterno was een winnaar en acteur, die perfect aanvoelde wat er nodig was om zijn team en de aanhang aan te sporen. Een zorgvuldig opgebouwd imago van grote denkers en nog hardere werkers voor hemzelf en de school. Een imago waar de grootste talenten van de sport maar te graag deel van wilden uitmaken. Een imago dat onfeilbaar leek. JoePa, zoals de dan 84­jarige footballcoach liefkozend werd genoemd, is God op Penn State.

Tot zaterdagochtend 5 november 2011.

‘Voormalig’ Penn State assistent coach Jerry Sandusky wordt gearresteerd op verdenking van stelselmatig misbruik van minderjarige jongens. Het spel is uit. Het geheim is bekend. De beerput is open.

***

Inmiddels bevinden we ons in de zomer van

2012 en over enkele weken staat het nieuwe college football­seizoen alweer voor de deur. Penn State liep uiteindelijk vorig jaar in het laatste weekend een plek in de Conference Final mis en verloor aansluitend ook de bowl game waarvoor ze na een sportief goed seizoen werden uitgenodigd. Op 22 januari 2012, kort na het seizoen overleed Joe Paterno op 85­jarige leeftijd aan de gevolgen van longkanker. Hij mocht zijn laatste seizoen niet afmaken, want het schandaal kostte hem zijn baan.


Op de dag dat hij ontslagen werd, werd er door studenten woedend gereageerd. JoePa mocht van hen niet bestraft worden voor de daden van een ander en het bestuur van de school zou overhaast gereageerd hebben. Anno nu weten we beter. Het bestuur wist niet alleen dat Paterno schuldig was, ze wisten ook tot in de gruwelijke details welk drama zich sinds jaar en dag op de campus voltrok. Het snelle ontslag van icoon Paterno was het logische gevolg van het uitlekken van dat geheim. Inmiddels dreigt de in verhouding onbenullige TicketCity Bowl tegen de Houston Cougars op 2 januari 2012 de laatste wedstrijd van de Nittany Lions te zijn geweest.

Zoals gezegd is de spil in het verhaal Jerry

Sandusky. Hij speelde van 1963 tot 1965 als defensive end voor Penn State en werd in 1969 in vaste dienst genomen door zijn alma mater als coach in uiteenlopende rollen. Acht jaar later werd Sandusky de defensive coördinator en daarmee de rechterhand van Joe Paterno. Deze rol zou hij vervullen tot 1999, toen hij, kort nadat hij grondig was doorgelicht door de campuspolitie, werd ontslagen met een opmerkelijk gulle gouden handdruk. Een moeder had Sandusky aangewezen als de dader van de aanranding van haar zoontje.

Sandusky kreeg overigens niet alleen een gouden handdruk. Hij was ook aangewezen als bijzonder coach, een rol vergelijkbaar met emeritus hoogleraar. Niet meer direct in functie, maar nog altijd betrokken en met toegang tot alle faciliteiten. Deze optie gebruikte hij graag voor evenementen met de minderjarige jongeren die hij hielp met zijn goede doel The Second Mile. Dat was een stichting zonder winstoogmerk die zich inzette voor steun aan kansarme, minder bedeelde jongeren in Pennsylvania.

minder weerbare jongens. Voor zover bekend heeft hij er daarvan tientallen aangerand en verkracht en dat zijn slechts de gevallen die vooralsnog naar buiten zijn gekomen. Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat Sandusky jarenlang is weggekomen met zijn walgelijke daden. Er is 1998 ruimschoots onderzoek gedaan en er bleek al sinds 2002 een nieuwe serie ooggetuigen en aanwijzingen op de bureaus van Paterno en het bestuur te liggen. Het antwoord is cynischer dan we ooit voor mogelijk hielden en doet het bloed van zelfs de meest trouwe Penn State fans inmiddels koken. Paterno en de zijnen hebben structureel de aanwijzingen genegeerd en ooggetuigen afgewimpeld, omdat zij het imago van de school en het succes van het footballteam belangrijker vonden dan het leed van Sandusky’s slachtoffers.

Dat is de tragische conclusie van het

Freeh­rapport, dat afgelopen week door oud­ FBI­voorman Louis Freeh naar buiten werd gebracht en naadloos aansluit op de bevindingen van de rechters die de zaak behandelden. Na jaren van langdurig onderzoek is Jerry Sandusky schuldig bevonden aan 45 van de 48 tenlasteleggingen en hoewel de strafmaat nog moet volgen, is het in ieder geval duidelijk dat de nu 68­ jarige pedofiel nooit meer vrij komt. Daarmee is de kous echter niet af, want als Joe Paterno, maar ook bestuursvoorzitter Graham Spanier en athletics director Tim Curley, jarenlang hebben gezwegen, zijn ook zij schuldig. Zij hebben zich dan namelijk niet gehouden aan de Amerikaanse wet, die het melden van verdenkingen en onderzoek daarnaar verplicht stelt.

Het Freeh­rapport noemt die nalatigheid

“gevoelloos en schokkend” en concludeert dat ondanks het politieonderzoek van 1998, he Second Mile bestond al sinds 1977 en er in 2001 geen enkele moeite werd gedaan werd geleid door Jerry Sandusky en zijn om het slachtoffertje te vinden. Een slacht­ vrouw Dorothy. Ze werden lang geroemd om offertje dat volgens klokkenluider en assis­ hun daden, Jerry’s boek Touched over het tent coach Mike McQueary door Sandusky goede doel werd een bestseller en onder meer werd verkracht, terwijl Sandusky het in een voormalig gouverneur van Pennsylvania Rick misselijkmakend recent radio­interview nog Santorum overhandigde hen een prestigieuze als “stoeien, een beetje rondhupsen” afdeed. onderscheiding. The Second Mile bleek McQueary kreeg van Paterno te horen dat echter vooral Jerry’s goede doel, want via zijn taak erop zat. “Het is nu aan mij om de door hen georganiseerde activiteiten kwam juiste beslissing te nemen,” zei de toen al 72­ hij in aanraking met duizenden mentaal jarige coach hem toe.

T


JOE PATERNO Legendarische hoofdcoach, absolute lei­ der van alles football­ gerelateerd op Penn State

JERRY SANDUSKY Seriepedofiel; vindt slacht­ offertjes in zijn valse goe­ de doel; schul­ dig bevonden

GRAHAM SPANIER Bestuursvoor­ zitter PSU; be­ sloot samen met Paterno tot geen onderzoek TIM CURLEY Athletics director Penn State; betrokken bij regelgeving; ook hij zweeg

MIKE MCQUEARY Kroongetuige. Assistent­ coach en student die in 2002 mis­ bruik meldt bij Paterno LOUIS FREEH Voormalige FBI­topman; door Penn State inge­ huurd voor diepgaand onderzoek.


Paterno nam echter de verkeerde beslissing. Er werd slechts besloten om aan Sandusky te vragen zijn “jonge gasten” niet meer mee te nemen naar faciliteiten van de school. Alsof het misbruik spontaan zou verdwijnen als het niet meer onder hun ogen gebeurde. Penn State werd gedomineerd door het aanzien van en de angst voor Joe Paterno. Zo bleek tijdens het onderzoek dat twee schoonmakers zo bang waren geweest voor Paterno’s invloed, dat ze hem in 2000 niet durfden te vertellen dat ze Sandusky een ander jongetje zagen misbruiken.

Freeh en zijn team van onderzoekers con­

cluderen onomwonden dat Penn State niet alleen volstrekt incapabel bleek om met het huidige schandaal om te gaan, maar ook dat het vertrouwen in bestuurders als Paterno en Spanier zo blind was, dat niemand ooit het klankbord van de school informeerde over de vraagtekens rond Sandusky en dat de heren uit gemakzucht zelfs twintig jaar lang geen richtlijnen hadden opgesteld naar aanleiding van de meldingsplicht van misbruik­ verdenking uit 1991. Freeh noemt de sfeer en toon van het bestuur “volstrekt verkeerd” en zegt te zijn geschrokken van de inactiviteit en doofpotintenties van de machtspyramide op Penn State.

***

Minimaal veertien jaar kon en mocht Jerry Sandusky, een seriepedofiel die onder ’t mom van een goed doel een onbekend aantal kansarme jongens voor het leven trauma­ tiseerde, zijn gang gaan. Het is zo ziek dat je er cynisch van wordt, maar de meest geliefde en gelauwerde sportcoach van de Verenigde

Staten besloot kinderverkrachting te bedekken met de mantel der liefde. Liefde voor een sport die hij begreep als geen ander, maar die hem ongekend ver wist te drijven van de realiteitszin die nodig was om het beest Sandusky te stoppen.

Als Freeh’s conclusie klopt en als Paterno

zo werd verafgood dat niemand hem durfde tegen te spreken, dan is ook hij schuldig aan dit drama. Net als de bestuurders om hem heen, die gruwelijk verzaakten en daarmee het imago van hun school erger beschadigden dan dat ze het ooit hadden kunnen beschermen.

Zeker nu de NCAA zich over de zaak gaat buigen en inmiddels is uitgelekt dat een eventuele death penalty niet is uitgesloten. Dat houdt in dat het footballteam voor onbepaalde tijd wordt opgedoekt. Dit is een straf die ooit één keer eerder werd uitgedeeld, aan Southern Methodist University in 1987 naar aanleiding van illegale betalingen aan spelers. Zij keerden na twee jaar terug, maar de klap die het systeem opliep is SMU twintig jaar later amper te boven. Nu dreigt die haast ondenkbare straf ook voor Penn State en het zal erom spannen of de NCAA coulant genoeg is. De huidige staf en spelers zijn tenslotte slechts uiterst zijdelings in dit schandaal betrokken.

Supporterszone Paternoville heet inmid­

dels echter Nittanyville, Nike’s jongeren­ centrum is niet meer vernoemd naar Joe Paterno en het beeld van de juichende JoePa aan de voet van het immense Beaver Sta­ dium is het volgende mikpunt. The House that Paterno Built is het huis dat hij ook weer heeft afgebroken. Success with Honor bleek een holle frase, Beaver Stadium als warm thuis voor minderbedeelden bleek een spookhuis. De cynici hebben gelijk. Het beeld van Paterno, met zijn wijs­ vinger richting de hemel, moet niet weggehaald worden. Het moet worden omgedraaid. Want Joe Paterno was de God die wegkeek. Het icoon dat vergat mens te zijn. •


Oei, dat was even schrikken tijdens Rangers足Twins, twee weken terug: een donderslag vanuit 't niets die het een ieder even dun door de broek deed lopen. Bekijk de video hier.

Tom Brady en de Tuck足rule: "Get the Tuck off me!"




‘XONR8’ leest de afkorting op zijn zwarte capuchontrui.

“Het is de ‘S’ op mijn borst,” zegt Brian Banks, “een symbool van mijn vrijheid.” Die vrijheid is pril. De 27­jarige Banks werd eind mei vrijgesproken van verkrachting en verlost uit de hel die hem tien jaar van zijn leven kostte: vijf jaar cel en vijf jaar voorwaardelijk vrij voor een misdaad die hij nooit pleegde. Vandaar XONR8, een afkorting voor het Engelse exonerate, wat vrijspraak of zuivering betekent. Banks heeft het voor de zekerheid maar op een hele stapel truien en T­ shirts laten drukken. “Het voelt voor mij als Superman die zijn cape aantrekt. Het verandert hem, maakt hem een sterkere man die klaar is om de wereld te redden.” Brian Banks kan de superkrachten goed gebruiken. De linebacker uit Long Beach die als zestienjarige de aandacht trok van verschillende topuniversiteiten, stapte na zijn vrijspraak zo’n beetje rechtstreeks uit de elektronische enkelband het trainingsveld op. En dan geen trapveldje van een amateurclub maar het échte werk met de grote jongens. Banks, die tien jaar lang geen bal aanraakte, moest zich plots bewijzen op proef bij de Seattle Seahawks, de Kansas City Chiefs, de San Diego Chargers en de San Francisco 49ers. De NFL­teams toonden medeleven en gaven gehoor aan Banks’ oproep om hem een kans te geven alsnog zijn jeugddroom uit te laten komen, de droom die tien jaar terug op bizarre wijze in duigen viel.

We gaan terug naar 2002 op de Polytechnic High School in Long Beach, Californië. Het leven lacht de zestienjarige Banks toe. Hij is het toptalent van het football team. Zo goed dat hij wordt uitgenodigd om met een full scholarship voor vier jaar op de University of Southern California voor de USC Tro­ jans te komen spelen. En USC is niet het enige college dat in de rij staat. Ook universiteiten zoals de Ohio State Uni­ versity en de University of Michigan melden zich. Banks weet het zeker: zijn toekomst ligt in de NFL. En niemand kan hem tegenhouden. Of toch? Het is de dan vijftienjarige Wanetta Gibson die Banks’ droom aan duigen gooit als ze overstuur het alarmnummer van de politie belt: ze is verkracht door Banks. Hij heeft haar hardhandig over het schoolplein gesleurd en vervolgens verkracht in de lift, of het trappen­ huis, ze weet het niet helemaal zeker. Toch klaagt Gibson met succes haar middelbare school aan en houdt er ander­ half miljoen dollar schadevergoeding aan over. De school heeft gefaald haar te beschermen tegen een beest zoals Banks, verklaart de rechter.

Banks wordt snel opgepakt, schuldig bevonden aan verkrachting en opgesloten. Hoewel nog minderjarig



wordt hij als een volwassen man veroordeeld. Zijn advocaat raadt hem aan het vonnis niet aan te vechten omdat de jury hem (een grote zwarte man) dan in hoger beroep weleens voor de rest van zijn leven zou kunnen opsluiten. Banks stemt in met het advies van zijn raadsman.

Hij zit meer dan vijf jaar in de cel en wordt

droom, schiet hij tekort. En dat is niet zo verwonderlijk, zegt Ken Norton, coach van de Seahawks. “Dit is de NFL, het beste van het beste, het allerhoogste niveau,” zegt Norton. “En Banks heeft er tien jaar lang uit gelegen. Het wordt dus heel erg moeilijk voor hem.” De NFL is onvergeeflijk.

dan voorwaardelijk vrijgelaten. De volgende vijf jaar brengt hij door op parool. Maar dat betekent verre van een terugkeer naar het normale leven. Banks moet zich laten registreren als zedendelinquent en draagt een enkelband. Het herinnert hem dagelijks aan zijn tijd in de cel en hoe de samenleving hem ziet: als een verkrachter die dag en nacht in de gaten moet worden gehouden.

Banks’ verhaal krijgt een onverwachte wending als Gibson hem via Facebook benadert en opbiecht dat ze de verkrachting uit haar duim heeft gezogen. Hij ruikt een laatste kans op bevrijding en huurt een privédetective in die met haar afspreekt en hun ontmoeting stiekem filmt. Weer geeft Gibson Banks’ onschuld toe. Wat haar ervan weerhoudt met haar bekentenis naar buiten te treden, laat zich eenvoudig raden: ze vreest haar schadegeld kwijt te raken. Maar het is al te laat: alles staat op tape en de rechter aanvaardt het als bewijs dat Banks onschuldig is. Banks is een vrij man en zijn tranen zijn voorpaginanieuws.

Banks geniet van zijn avontuur maar is zich

al te bewust van zijn tekortkomingen en achterstanden: hij heeft college football gemist en een decennium lang stilgezeten. Hij loopt verder achter dan jongens die proberen de NFL Draft te halen na één of ’ve been a monster too long… RAISE ME twee jaar in het leger te hebben gediend (en het vaak niet halen). Maar hij heeft ook de UP!!!” schrijft Banks een paar dagen na de vrijspraak op Twitter. De man die de taak op vechtlust, de hoop en de drang te zorgen voor het perfecte happy end voor zijn verhaal. zich neemt is geen onbekende voor hem: Peter Carroll, de coach die hem rekruteerde voor USC, is intussen werkzaam als coach bij En dus richt Banks zich “voor de volle hon­ derd procent” op zijn training met twee de Seahawks en nodigt hem uit voor een beulen van trainers, Jay Glazer en Travelle proeftraining in Seattle. Coach Carroll zegt Gaines, die weten hoe je een speler klaar­ onder de indruk te zijn van Banks’ strijd­ vaardigheid: “Hij verdient een tweede kans.” stoomt voor een NFL­seizoen, zegt zijn zaak­ waarnemer Bruce Tollner. Er is haast bij geboden. Het seizoen staat voor de deur en Banks grijpt de kans met beide armen aan, Banks’ naam komt vooralsnog op geen enkel maar de try outs bij de Seahawks resulteren roster voor. Het zijn zorgen die hij zegt te niet in de gehoopte uitnodiging voor het ervaren als “een briesje” vergeleken met zijn voorbereidingskamp op het nieuwe NFL­ tijd in de gevangenis. “Ik heb nog een maand seizoen. Ook de andere clubs die hem uitnodigen voor een proeftraining verlaat hij om te trainen, beter te worden, en dan te beginnen aan de try outs voor de camps. Ik zonder contract. Hoewel de trainers die met ben vastbesloten en meedogenloos,” aldus de 6­foot­2, 240 pounds linebacker werken Banks op zijn Twitter. En dan de slag om de onder de indruk zijn van zijn fysiek en arm: “Ik heb al gewonnen.” • vechtlust en ook sympathiseren met zijn

“I





Elk jaar plaatsen 12 van de 32 NFL teams

zich voor het seizoenstoetje: de playoffs. Elk jaar is de samenstelling van die groep van 12 uitverkorenen radicaal anders. Over de afgelopen 16 seizoenen plaatsen zich ieder jaar minimaal 5 'nieuwe' teams voor de playoffs. Dat wil zeggen: minimaal 5 van de 12 teams die zich het ene jaar plaatsen voor de playoffs doen dat het jaar erop niet (zie kaders). De gelukkigen die zich terugvinden in de postseason, al dan niet als vaste klant, rest natuurlijk de opdracht om de Super Bowl te halen en, als het even kan, te winnen. Die opgave is vrijwel onmogelijk en tegelijkertijd velen gegeven. Aan de afgelopen tien Super Bowls deden dertien verschillende teams mee, waarvan er zeven uiteindelijk met de Vince Lombardi Trophy gingen lopen. De laatste keer dat een team zich twee keer achter elkaar plaatste voor de Super Bowl is alweer van 2005, toen de New England Patriots ook twee keer de kampioen waren. Voor een echte dynastie moeten we terug naar begin jaren negentig, toen de Dallas Cowboys in vier jaar tijd aan drie Super Bowls deelnamen en ze allemaal wonnen. Prolongatie van de Super Bowl is sowieso erg zeldzaam: het kwam slechts acht keer voor in 49 edities en is daarmee zeldzamer dan het compleet missen van de playoffs na Super Bowl winst (zie kader). De NFL, en de Super Bowl in het bijzonder, lijkt al met al geen vruchtbare voedingsbodem voor langdurige hegemonie.

Dat beeld past uitstekend in het parity­/

nivelleringsbeleid van de NFL, waarmee alle 32 teams met gelijke middelen en gelijke kansen aan de start van ieder seizoen zouden moeten staan. Maar dit idee strookt niet helemaal met de realiteit. Er zijn franchises die zich, tegen alle 'parity laws' in, weten te onderscheiden van de rest, zowel in positieve als negatieve zin. De NFL kent dan ook wel degelijk structurele kanshebbers en kanslozen. De Patriots en de Steelers voor de eerste categorie en de Cleveland Browns en Jacksonville Jaguars voor de tweede, vormen daarvan het levende bewijs. Het 'nivelleringsbeleid' van de NFL zorgt dan ook niet zozeer voor gelijke kansen en middelen, maar creëert vooral een competitie waarin teams vloeiender bewegen van de ene categorie naar de andere. Daarom kan een

franchise in het ene jaar tot ver in de playoffs reiken en het jaar erop hopeloos verzuipen in het loodzware reguliere seizoen en vice versa. In welke richting de franchise uiteindelijk beweegt hangt af van een combinatie van enkele cruciale factoren die zowel voor als tegen nivellering werken: geluk, de draft, free agency, franchise tags en de salary cap.

Geluk bestaat in de NFL in vele vormen en gedaanten en het is een onmogelijk te onderschatten element. Het speelt een rol bij het speelschema dat wordt toegewezen aan een team (wat echt doorslaggevend kan zijn voor succes) en drijft fans tot wanhoop via blessures bij belangrijke spelers en de uitkomst van specifieke spelsituaties. Net wel of net niet een first down halen, net wel of net niet een field goal maken; het kan het verschil betekenen tussen alles hebben of alles verliezen. Vraag dat maar aan Billy Cundiff en de Baltimore Ravens.

Omdat geluk beïnvloedbaar noch

kwantificeerbaar is, wordt het meestal niet serieus overwogen als verklaring voor succes, hoe onterecht dat hoogstwaarschijnlijk ook is. In plaats daarvan wordt liever de jaarlijkse draft gezien als één der kritieke succesfactoren in de NFL. Goed draften over een lange periode garandeert inderdaad een sterke selectie, maar de impact ervan mag niet overdreven worden. Hoogst zelden zijn rookies in staat vanaf dag 1 een grote bijdrage te leveren, waardoor de draft bij uitstek pas echt zijn werk doet op de lange termijn. Juist die lange termijn is vaak het ondergeschoven kindje in de NFL, wat het effect van de draft nogal vertroebelt. Teams, en spelers zeker, leven in het hier en nu. Winnen moet vandaag gebeuren, wat de dag van morgen of het volgende jaar brengt is niet zo relevant. Voor de 'win now' aanpak, en als ultiem tegenwicht van gelijkheid in de NFL, is free agency uitgevonden. Franchises die denken nog slechts één speler verwijderd te zijn van succes, en dat zijn er jaar in, jaar uit verrassend veel, brengen een zak met geld naar de spelersmarkt en hopen dat het effect sorteert. Slechts zeer zelden gebeurt dat ook echt. Een NFL team bestaat



Welke playoffploegen van vorig jaar gaan dit jaar het postseason missen en welke ploegen komen daarvoor in de plaats? SportAmerika’s ‘most educated guess’ voor de 5 in en 5 out van 2012: 5 out: Denver Broncos, Cincinnati Bengals, Detroit Lions, New York Giants, Atlanta Falcons 5 in: San Diego Chargers, Buffalo Bills, Chicago Bears, Philadelphia Eagles, Seattle Seahawks


Welke teams namen in

het ene jaar deel aan de playoffs om een seizoen daarna van het toneel te verdwijnen? Hieronder een overzicht (per jaar) van die teams met tussen haakjes aangegeven wat 't resultaat was van playoff­ deelname in het voorgaan­ de jaar en wat het reguliere record was in het daar opvolgende, genoemde jaar.

1999:

Broncos (CHAMPS/6­10) Jets (Conference/8­8) Patriots (Wildcard/8­8) Falcons (Super Bowl/5­11) 49ers (Divisional/4­12) Packers (Wildcard/8­8) Cardinals (Divisional/6­10)

2000:

Jaguars (Conference/7­9) Seahawks (Wildcard/6­10) Bills (Wildcard/8­8) Redskins (Divisional/8­8) Cowboys (Wildcard/5­11) Lions (Wildcard/9­7)

2001:

Titans (Divisional/7­9) Broncos (Wildcard/8­8) Colts (Wildcard/6­10) Giants (Super Bowl/7­9) Vikings (Conference/5­11) Saints (Divisional/7­9)

2002:

1996:

Chiefs (Divisional/9­7) Chargers (Wildcard/8­8) Dolphins (Wildcard/8­8) Lions (Wildcard/5­11) Falcons (Wildcard/3­13)

1997:

Bills (Wildcard/6­10) Colts (Wildcard/3­13) Panthers (Conference/7­9) Cowboys (Divisional/6­10) Eagles (Wildcard/6­9­1)

1998:

Chiefs (Divisional/7­9) Steelers (Divisional/7­9) Giants (Wildcard/8­8) Bucs (Divisional/8­8) Lions (Wildcard/5­11)

Patriots (CHAMPIONS/9­7) Dolphins (Wildcard/9­7) Ravens (Divisional/7­9) Rams (Super Bowl/7­9) Bears (Divisional/4­12)

2003:

Raiders (Super Bowl/4­12) Steelers (Divisional/6­10) Jets (Divisional/6­10) Browns (Wildcard/5­11) Bucs (CHAMPIONS/7­9) 49ers (Divisional/7­9) Giants (Wildcard/4­12) Falcons (Divisional/5­11)

2004:

Chiefs (Divisional/7­9) Ravens (Wildcard/9­7) Titans (Divisional/5­11) Panthers (Super Bowl/7­9) Cowboys (Wildcard/6­10)

2005:

Chargers (Wildcard/9­7) Jets (Divisional/4­12) Eagles (Super Bowl/6­10) Falcons (Conference/8­8) Packers (Wildcard/4­12) Rams (Divisional/6­10) Vikings (Divisional/9­7)

2006:

Broncos (Conference/9­7) Bengals (Wildcard/8­8) Jaguars (Wildcard/8­8) Steelers (CHAMPIONS/8­ 8) Bucs (Wildcard/4­12) Panthers (Conference/8­8) Redskins (Divisional/5­11)

2007:

Ravens (Divisional/5­11) Jets (Wildcard/4­12) Chiefs (Wildcard/4­12) Bears (Super Bowl/7­9) Saints (Conference/7­9) Eagles (Divisional/8­8)

2008:

Patriots (Super Bowl/11­5) Jaguars (Divisional/5­11) Cowboys (Divisional/9­7) Packers (Conference/6­10) Seahawks (Divisional/4­12) Bucs (Wildcard/9­7) Redskins (Wildcard/8­8)

2009:

Titans (Divisional/8­8) Steelers (CHAMPIONS/9­7) Dolphins (Wildcard/7­9) Giants (Divisional/8­8) Panthers (Divisional/8­8) Falcons (Wildcard/9­7)

2010:

Chargers (Divisional/9­7) Bengals (Wildcard/4­12) Vikings (Conference/6­10) Cowboys (Divisional/6­10) Cardinals (Divisional/5­11)

2011:

Colts (Wildcard/2­14) Chiefs (Wildcard/7­9) Jets (Conference/8­8) Bears (Conference/8­8) Eagles (Wildcard/8­8) Seahawks (Divisional/7­9)


uit 53 spelers en de invloed van een enkele aanwinst reikt maar zo ver, tenzij de speler in kwestie van een uitzonderlijk niveau is of op een cruciale positie speelt. Juist voor dat soort spelers en hun vrije rechten heeft de NFL de franchise tag geïnstalleerd, om maar te voorkomen dat de mindere teams (als we dan toch erkennen dat die bestaan) hun top­ spelers verliezen aan succesvollere teams en zo alsnog indirect ongelijkheid ontstaat. De NFL is in die zin het enige communistische instituut in Amerika: het draait de vrije markt en de rechten van het individu de nek om uit hoofde van gelijkheid en balans.

om van team te wisselen of hem juist overtuigen te blijven. De cap is immers voor iedereen gelijk en de ruimte voor grote salarissen relatief beperkt. Binnen de grenzen van de cap is de samenstelling van een kwalitatief hoogwaardige selectie niet meer of minder dan een legpuzzel waarbij slechts de prioriteiten die een franchise stelt bepalen hoe waardevol een speler is voor een team. Of een franchise in staat is de juiste prioriteiten te stellen maakt of breek een team. Die ba­ lans kan in het ene jaar doorslaan in de goede richting en in het andere jaar, door pech of enkele foute keuzes, in de verkeerde.

Succes in de NFL, en de directe aanleiding

voor de jaarlijkse ‘5 in, 5 out’ draaimolen, is dankzij het beleid van de league richting gelijkheid vooral het resultaat van het maximaal benutten van de instrumenten die beschikbaar zijn voor alle teams. De mate waarin een NFL­organisatie erin slaagt die instrumenten op de juiste manier te gebruiken en te combineren (en het geluk wat daarbij komt kijken) geeft de doorslag. Soms ontstaat die succesvolle mix dan bij toeval en koestert men het onverwachte succes. Vaker ontstaat de juiste cocktail door uitgekiend beleid, opgetekend en uitgevoerd e beste vriend van nivellering en door mensen met net wat meer talent, inzicht gelijkheid is de ‘hard salary cap’ die ervoor en intelligentie dan beschikbaar bij andere zorgt dat ieder NFL team werkt met hetzelfde franchises. Juist dankzij het gelijke speelveld budget. Dankzij de cap is het laatste in de NFL ontstaan er kansen voor dat soort redmiddel van competitieve disbalans (en uitzonderlijke talenten om het verschil te gelukkig ook van hopeloze front offices die maken. Daarmee voedt de nivellering denken dat alles te koop is) –geld– niet (gelukkig) uiteindelijk ook dat wat het tracht alleen een doorslaggevende factor maar ook te bestrijden: competitieve disbalans door een beperkende. Het kan een speler verleiden ongelijke middelen en kansen. •

D

Super Bowl Curse

Veel erger nog dan de playoffs missen nadat je ze een jaar eerder wel hebt gehaald is de playoffs missen direct nadat je de Super Bowl hebt gewonnen: de Super Bowl Curse. Sinds 1967 overkwam het 13 kampioenen: Super Bowl II: Packers Super Bowl IV: Chiefs Super Bowl XIV: Steelers Super Bowl XV: Raiders Super Bowl XVI: 49ers Super Bowl XXI: Giants Super Bowl XXII: Redskins Super Bowl XXV: Giants Super Bowl XXXIII: Broncos

Super Bowl XXXVI: Patriots Super Bowl XXXVII: Buccaneers Super Bowl XL: Steelers Super Bowl XLIII: Steelers

Andersom kan het echter ook: het ene jaar de playoffs missen en het volgende seizoen ineens de Super Bowl winnen. Dat gebeurde slechts 5 keer: Super Bowl III: New York Jets Super Bowl XV: Oakland Raiders Super Bowl XVI: San Francisco 49ers Super Bowl XXXIV: St. Louis Rams Super Bowl XXXVI: New England Patriots


Pat Summitt

Breken. Dat moment komt soms ineens. Zonder dat je het echt voelt

aankomen. Bij mij begint het met een wat knijpend gevoel in mijn keel, daarna een ouderwetse trillip en uiteindelijk een paar druppels die tergend langzaam over mijn gezicht naar beneden rollen. Tranen komen soms snel en dat is goed. Afgelopen week gebeurde het meerdere malen. In Washington bij het vuurwerk op Independence Day, een schitterend gezicht vanaf de trappen voor het Jefferson Memorial. Of tijdens de seventh inning stretch tijdens het duel tussen de Washington Nationals en de San Francisco Giants. Dat zijn bij mij tranen van puur en intens geluk. Van genot.

Pat Summitt werd zestig jaar geleden geboren in Clarksville, Tennessee,

als Patricia Sue Head. Toen kon nog niemand bedenken dat deze kleine baby zou uitgroeien tot een van de belangrijkste pioniers in het Amerikaanse vrouwenbasketball. Pat was zelf speelster, won zilver op de Olympische Spelen van Montreal in 1976, maar besloot al vroeg in haar leven ook te gaan coachen. Een roeping, zo bleek later. Summitt, zoals Pat zou heten na haar huwelijk in 1980, werd een groot NCAA­coach en heeft een prijzenkast zo groot als menig studentenkamer. Keihard, recht door zee en goudeerlijk. Een soort moeder voor haar speelsters, maar wel een hele strenge. Het viel de zoon en een aantal basketballsters van Pat ruim een jaar geleden op, dat ze aan het veranderen was. Kleine dingen. Soms was Pat wat afwezig, niet altijd meer even geconcentreerd. In augustus vorig jaar werd de ziekte van Alzheimer geconstateerd bij de vrouw, die bekend stond voor de ijzige blik richting haar speelsters als er weer iets mis ging. Een schok ging door de Amerikaanse sportwereld. Toch maakte Pat, uiteraard in een wat minder dominante rol dan voorheen, het seizoen af als coach van de Tennessee Lady Vols om daarna bekend te maken een punt achter haar carrière te zetten. Een nieuwe wedstrijd was begonnen, de zwaarste uit haar leven. Medelijden hoeft niemand met Summitt te hebben. “There's not going to be any pity party and I'll make sure of that.”

Ik heb weinig tot helemaal niks met vrouwenbasketball en kende Pat

Summitt tot vorige week totaal niet. Rechts zag ik de zon onder gaan in de Golf van Mexico, vlak voor mij stond een uitstekend glas witte wijn en op de televisie keek ik naar The ESPYS, voor het gemak te vergelijken met de Sporter van het Jaar verkiezing in Nederland. Peyton Manning kwam het podium opgelopen om de uitreiking van de Arthur Ashe Courage Award voor zijn rekening te nemen en stak een inleidend verhaal af over een vrouwelijke basketballcoach. Een filmpje van ruim tien minuten volgde. Dat kleine kwartier was genoeg om mij te breken. Het raakte mij diep van binnen en stilte volgde. Nadat Pat Summitt op het podium was verschenen onder een staande ovatie om de award in ontvangst te nemen, zette ik de tv uit. Met het glas wijn in de hand liep ik naar het balkon en keek naar de prachtige zonsondergang. Weer een dag voorbij. Carpe diem.




In de wereld van de autosport is het niet

ongewoon dat een zoon in de voetsporen van zijn vader treedt. Zo kennen we uit de Formule 1 bijvoorbeeld Gilles Villeneuve en zoon Jacques, Damon Hill als zoon van tweevoudig wereldkampioen Graham en Mercedes­coureur Nico Rosberg als zoon van Keke Rosberg, die in seizoen 1982 (het jaar waarin Gilles Villeneuve dodelijk verongelukte) wereldkampioen werd. In de Verenigde Staten kent men zelfs een ware dynastie. Mario Andretti heeft niet alleen een racende zoon in Michael, maar zelfs een racende kleinzoon in Marco. Verder raceten de iets minder bekende Andretti­telgen Aldo, Adam, Jeff en John Andretti ook in verschillende (Amerikaanse) autosportklasses.

De tweeling Mario en Aldo wordt in februari 1940 geboren in Motovun, in het huidige Kroatië. In die tijd was dat nog onderdeel van Italië, maar na de Tweede Wereldoorlog werd het gebied onderdeel van Joegoslavië. Als de jongens acht jaar oud zijn verhuizen ze naar de Verenigde Staten.

constatering van meervoudige botbreuken en fracturen in zijn schedel, jukbeen en kaken ondergaat hij een aantal operatieve ingrepen en zal hij nooit meer op zijn broertje lijken. Na het ongeluk stopt Aldo definitief met racen.

Mario’s carrière verloopt heel wat

voorspoediger. In de vroege jaren zestig is hij al professioneel coureur en in 1965 wordt hij verkozen tot Rookie of the Year als hij derde wordt bij de legendarische Indy 500. Ook wint hij dat jaar zijn eerste IndyCar kampioenschap. Twee jaar later, in 1967, wint Mario opnieuw een wereldberoemde wedstrijd. In een stock car wint hij NASCAR’s Daytona 500 en eveneens wint hij een endurance race, de 12 uur van Sebring. In 1969 wint Mario Andretti de Indy 500 en wordt hij voor de derde keer kampioen in de IndyCar series.

Na zoveel successen op het Amerikaanse con­ tinent vindt Mario het tijd om zijn kunsten te vertonen in de Formule 1. In 1971 behaalt hij als Ferrari­coureur in Zuid­Afrika zijn eerste zege in de koningsklasse van de autosport. Als hij in 1978 voor het Britse team Lotus ind jaren vijftig bouwen Mario en Aldo rijdt laat hij zich zelfs kronen tot wereldkam­ hun eerste racewagen en gaan er stiekem pioen. Hij is dan slechts de tweede Ameri­ mee racen in zogeheten stock car races. De kaan (na Phil Hill) die dit voor elkaar kreeg. ouders van de tweeling weten op dat moment In 1983 rijdt Mario Andretti in de 24 Uur van nog niks van de hobby van hun kroost. In het Le Mans samen met zijn zoon Michael. Ze eerste seizoen hebben ze al meteen succes en worden derde in een Porsche 956. winnen ze allebei twee van de eerste vier races. Ook maken ze direct kennis met de n 1980 debuteert Michael Andretti in de keerzijde van de autosport. Al in zijn eerste autosport. Zijn eerste race is een lokale race seizoen crasht Aldo zwaar en raakt hij in een voor Formule Vee auto’s. Vier jaar later rijdt coma. Gelukkig geneest hij volledig en zetten Michael zijn eerste race in de IndyCars. Met ze allebei hun carrière voort. vijf derde plaatsen en een vijfde plaats bij de Indy 500 sleept ook hij de Rookie of the Hoewel als identieke tweeling geboren, lijken Year­award binnen. In 1986 wint Michael Mario en Aldo niet op elkaar. In 1969 neemt zijn eerste race op Long Beach. Dat eindigt Aldo deel aan een sprint race in Des Moines, hij als tweede in de strijd om het Iowa in een auto die Mario voor hem kocht. kampioenschap. Als hij in 1991 de IndyCar Tijdens de race raakt Aldo opnieuw titel verovert, vestigt hij zijn naam definitief betrokken bij een zwaar ongeluk en crasht in in de Amerikaanse autosport. een hek. Hij raakt ernstig gewond en bij

E

I


The Andretti Curse

Hoewel Mario Andretti in 1969 de Indianapolis 500 wist te winnen, is het sindsdien geen enkele Andretti meer gelukt deze legendarische race als eerste te finishen. De pech, ongelukken of ander misfortuin die de verschillende telgen van de Andretti­familie van de overwinning heeft gehouden staat in de Verenigde Staten ook wel bekend als de ‘Andretti Curse’. Hieronder een greep uit edities van de Indy 500 waaraan één of meerdere Andretti’s deelnamen.

1969: Mario wint de Indy 500. Dit zal de eerste en enige keer zijn dat een Andretti deze race wint. 1970: Mario kwalificeert als 8e. Vanaf deze startplek had nog nooit iemand de race gewonnen. Het

zal ook Mario niet lukken. De enige keer dat een coureur vanaf de 8e startplaats de race zou winnen was 1985, toen winnaar Danny Sullivan ironisch genoeg Mario Andretti inhaalde. 1976: Omdat Mario ook een volledig seizoen in de F1 rijdt, kan hij slechts aan één kwalificatie­sessie meedoen. Hoewel hij daar de absoluut snelte tijd klokt, moet hij achteraan starten als zogenaamde third day qualifier. 1987: Mario start van de eerste startplaats, leidt 170 van de eerste 177 ronden en heeft zo’n grote voorsprong dat hij wat gas terugneemt. Het lagere toerental veroorzaakt onbalans in de motor en een gesprongen klepveer kost hem 20 ronden voor het einde een zeker lijkende overwinning. 1991: Vier Andretti’s nemen deel aan de race, Mario, Michael en neven Jeff en John. Mario en Michael rijden vooraan mee maar als Mario plotseling stopt en een gele vlag veroorzaakt. Er wordt gespeculeerd dat Mario op die manier zijn zoon Michael aan een overwinning wilde helpen, maar het is Rick Mears die de race wint. 1995: Micheal Andretti valt uit in leidende positie als hij de muur raakt in de 77e raceronde. 2006: Michael keert terug van zijn pensioen om samen met zijn zoon Marco te racen op Indy. Met nog 4 ronden te gaan leidt Michael de race op slechts enkele wagenlengtes gevolgd door zijn zoon Marco. Michael laat zijn zoon voorbij om hem een overwinning te schenken, maar ook Sam Hornish Jr. weet Michael te passeren. Tot overmaat van ramp passeert Hornish Marco ook nog enkele meters voor de finish. In de closest finish ooit op Indianapolis worden de Andretti’s tweede en derde.

Michael besluit dan verder in de

voetsporen van zijn vader te treden en gaat het ook proberen in de Formule 1. Hij tekent een contract bij het team van McLaren en wordt teamgenoot van Ayrton Senna. In tegenstelling tot zijn vader behaalt Michael geen successen in de koningsklasse van de autosport. Een serie crashes zorgt ervoor dat hij in zijn eerste 3 races slechts 3 rondjes rijdt. Verder heeft de McLaren te maken met betrouwbaarheidsproblemen waardoor de

prestaties uitblijven. Michael reist tussen de races steeds terug naar huis in de Verenigde Staten en weigert zich in Europa, waar het merendeel van de F1 Grand Prix’ plaatsvinden, te vestigen. Dit komt de prestaties ook niet ten goede. Ondanks een opleving in de vorm van een derde plaats in de Grand Prix van Italië zal Michael na die race niet meer terugkeren in de Formule 1. McLaren vervangt hem door Mika Hakkinen.



Na zijn kortstondige avontuur in de Formule 1 keert Michael in 1994 weer terug in de IndyCars en wint meteen de openingsrace van het seizoen, Surfer’s Paradise in Australië. Hoewel Michael Andretti nog regelmatig zijn overwinningen mee zal pakken en ook nog een tweede plaats in het kampioenschap weet te veroveren, zal hij nooit meer de IndyCar­titel winnen. In 2003 rijdt Michael zijn laatste race in een IndyCar op het circuit van Indianapolis. Zijn laatste overwinning behaalde hij in 2002 op het circuit waar hij zestien jaar eerder zijn eerste zege in de wacht sleepte, Long Beach.

Na zijn dagen als coureur besluit

Michael Andretti zijn geluk te beproeven als teameigenaar. Hij koopt een aandeel in ‘Team Green’ dat vanaf dan verder gaat als Andretti Green Racing. Michael’s zoon, Marco debuteert in 2006 voor dit team als jongste IndyCar­coureur ooit. Met slechts negentien jaar oud is hij te jong om in een auto met alcoholsponsoring te rijden en moet hij van sponsor ruilen met teamgenoot Dario Franchitti. Ook Marco wordt Rookie of the Year en bekroont dit met een tweede plek tijdens de Indy 500. Op het Infineon Circuit in Sonoma, Californië wint Marco zijn eerste race in de IndyCar series en is hij op dat moment met negentien jaar, vijf maanden en veertien dagen de jongste winnaar ooit. Marco rijdt op dit moment nog steeds voor Andretti Autosport, maar is met slechts twee zeges en (nog) geen kampioenschap bij lange na niet zo succesvol als zijn vader en opa. •






Niet alleen de frequentie van de perfect

game neemt toe, ook zijn 'lelijke' broertje, de no­hitter, komt steeds vaker voor. Waar ligt dat aan? Hoe kan het toch dat recentelijk startende werpers zoveel dominanter lijken dan in de decennia hiervoor? Hoe kan een, met alle respect, doorsnee werper met matige cijfers als Francisco Liriano, zich ineens in het rijtje elitepitchers scharen dat een no­no achter zijn naam heeft staan?

Einde steroid era

Enkele jaren geleden werd er een bom onder de Amerikaanse sportwereld gelegd. Er zouden lijsten bestaan met spelers die met hun handen in grootvaders snoeppot hadden gezeten. Deze lijst, waar rond de honderd honkballers op zouden staan, had nooit de impact die de dopingjagers voor ogen hadden, maar maakte desondanks een einde aan wat we nu kennen als de 'Steroid Era'. Van diverse grote spelers, zoals Alex Rodriguez van de New York Yankees en de nu clubloze Manny Ramirez, destijds van de Boston Red Sox, is bekend dat ze op enig moment in een carrière verboden middelen hebben gebruikt. Barry Bonds en Mark McGwire kunnen waarschijnlijk fluiten naar de Hall of Fame door hun vermeende steroïdeverleden.

line­up pakweg vijftien jaar geleden. Toch is het te simpel om gewoon op de drugs te wijzen en dat als voldoende uitleg te beschouwen.

Slaggemiddelde daalt

De toename van no­hitters kan namelijk ook verklaard worden door het slaggemiddelde van de hele Major League te bekijken; daar is niet geheel toevallig al enkele jaren een daling te zien. Het gemiddelde zit sinds 2010 weer onder .260, iets dat sinds begin jaren ’90 niet meer voorgekomen was. Het zijn lichte dalingen, maar een simpele kansberekening leert dat de kans op een no­hitter relatief snel toeneemt als het slaggemiddelde dat de MLB­ hitters samen behalen ook maar een heel klein beetje lager wordt. Een daling van .270 naar .250 zorgt bijvoorbeeld voor een verdubbeling van de kans dat er een no­hitter zal plaatsvinden; 0,020 procent tegenover 0,042 procent kans.

Naar de oorzaak daarvan blijft het gissen.

Wellicht zit er nog steeds rek in het perfectioneren van werptechnieken en worden pitchers daardoor in verhouding langzaam steeds sterker dan batters. Of wie weet is het wel een bijproduct van de sabermetrics die bepaalden dat een vrije loop even effectief is als een honkslag. Voor een no­hitter mag je immers best honklopers tegen krijgen, zo lang och zijn het niet eens die grote namen waar ze maar geen honkslag hebben geslagen. je naar moet kijken als het einde van de Steroid Era in verband wordt gebracht met de Daarbij komt nog dat de knappe koppen van drie opvolgende 'jaren van de pitcher'. Zij zijn de MLB­teams er achter zijn gekomen dat een ook van zichzelf wel in staat enkele tientallen strikeout een team uiteindelijk meer helpt dan ballen per jaar de tribunes in te slaan. Maar een slecht geslagen bal die een dubbelspel hoe zit het met de mindere goden? Stel je voor oplevert. Hitters krijgen instructies om te dat enkele jaren geleden elke middelmatige ­ zoeken naar de ballen die ze richting de voor MLB­begrippen dus ­ slagman de bal net hekken kunnen slaan, en laten raakbare ballen ietsje verder, beter en harder had geslagen lopen, wat uiteindelijk meer strikeouts dan diezelfde slagman nu zou doen? oplevert. Er was een tijd dat talenten ver weg van de Major League­stadions werden Het lijkt vergezocht, maar dat is het niet. Als gehouden zolang ze nog te vaak een strikeout we even uitgaan van het slechte scenario, lieten noteren. Dat is veranderd. Mede namelijk dat gedurende lange periode meer daardoor zien we dit jaar in de MLB een hoger spelers wél dan niet aan verboden middelen strikeout­gemiddelde dan ooit; de slagmensen hebben gezeten, dan kun je er niet omheen dat noteren ongeveer zevenenhalve strikeout per een gemiddelde slagorde in een Major League negen innings: het hoogste gemiddelde ooit in team nu minder imposant oogt dan eenzelfde de MLB.

T



Ubaldo Jimenez, Colorado Rockies, 2010

Nog voor Ubaldo het door heeft, is een bal die net iets te hoog bleef hangen op weg naar het outfield, en plotseling is Jimenez' no­hit bid in gevaar. Diep in het buitenveld weet center fielder Dexter Fowler zijn handschoen met een snoekduik nog net onder de bal te krijgen. Een fantastische vangbal die de no­hitter in leven hield, maar die nooit gemaakt zou zijn als de bal ook maar een halve meter dieper geslagen was.

Johan Santana, New York Mets, 2012

Yadier Molina van de Cardinals leidde niet voor niets de NL catchers in homeruns, en heel even moest Santana vrezen dat ook hij ten prooi viel aan de slagman. Mike Baxter zag de bal over zich heen komen, maar wist met een ultieme sprint en uitgestrekte arm de bal nog net te vangen. Baxter raakte bij die play overigens geblesseerd aan zijn schouder, maar de no­no bleef intact.

Matt Cain, San Francisco Giants, 2012

Heel even gingen de gedachten terug naar ‘the catch’. Gregor Blanco snelde zich in het San Francisco rechtsveld naar de warning track om daar een fantastische over­the­shoulder catch te maken die Cain’s perfect game redde, met een play die wel iets weg had van de legendarische vangbal van Willie Mays, eveneens spelend voor de Giants.

Matt Garza, Tampa Bay Rays, 2010

Met zijn voeten een centimeter of dertig boven de grond en zijn lichaam volledig uitgestrekt wist Rays’ rechtsvelder Ben Zobrist nog net een ‘snowcone catch’ te maken die het verschil betekende voor een of géén no­hitter voor de Rays; Garza gooide die dag de eerste no­hitter in de geschiedenis van de Tampa Bay Rays.

Mark Buehrle, Chicago White Sox, 2009

Mercy! De 'color commentator' van de White Sox, Ken Hawk Harrelson, kan zijn ogen niet geloven. Dewayne Wise heeft zojuist de perfecto van Mark Buehrle gered met een schitterende vangbal (foto rechts). Wise plukte met zijn handschoen een zekere home­run uit de lucht, enkele centimeters over de rand van de muur in het outfield. Een 'snowcone catch' zelfs, waarbij de bal nog maar net in de handschoen is blijven hangen. Elke extra centimeter had Buehrle zijn perfect game gekost.



Die knappe koppen hebben trouwens nog

wel meer veranderd. Wie regelmatig naar de Tampa Bay Rays kijkt, snapt wat we bedoe­ len. Clubs beschikken tegenwoordig over gedetailleerde informatie over elke slagman en passen hun verdediging daar op aan. Rays­manager Joe Maddon is een goed voorbeeld van een manager die zijn defensie regelmatig op creatieve manieren positio­ neert, en hij is lang niet de enige. Dit seizoen wordt het infield van een MLB­team twee keer zo vaak afwijkend gepositioneerd dan in de vorige twee seizoenen het geval was.

Cruciale plays

Clean of niet, de band tussen die web gems en no­hitters is niet te ontkennen. Pitchers zeggen het wel eens: elke no­hitter heeft minimaal één cruciale play, een bal die niet elke veldspeler kan verwerken en die op dat moment dus net wel even gemaakt dient te worden. De meeste no­hitters van de afgelopen jaren hebben zo play ook (zie kader voor enkele voorbeelden). Bedenk je dan even wat er gebeurd zou kunnen zijn in de tijd dat het controleren van spelers op doping nog niet echt aan de orde was. Zo'n bal had nog geen twintig centimeter verder hoeven komen en de play was nooit gemaakt, en de no­hitter nooit de boeken in gegaan. Tegenvraag: hoeveel pitchers zijn in de steroid era een no­hitter op die manier kwijtgeraakt, terwijl het nu misschien wel gelukt zou zijn?

Welke van de besproken oorzaken

uiteindelijk de doorslag geeft valt moeilijk vast te stellen: een combinatie van factoren is de meest logische verklaring, en die combinatie leidt in het algemeen tot zwakkere prestaties door de slagmensen. Of dat komt doordat ze geen verboden middelen gebruiken of doordat een veranderde kijk op diverse elementen van ‘the old ballgame’ het slaggemiddelde onder druk zetten: feit blijft dat pitchers het de laatste jaren beter doen dan de slagmensen.

Prima te verdedigen theorieën die

allemaal bijdragen aan het dalende slaggemiddelde, maar een andere tendens die dit jaar zichtbaar is lijkt toch weer meer op het wegvallen van de medische hulpmiddelen te wijzen. Het viel de presentatoren van één van de programma's van ESPN onlangs ook al op: waarom hebben we zoveel 'web gems'? Hoe kan het dat we tegenwoordig zoveel spectaculaire plays zien voor, tegen of zelfs iets boven de muren in het outfield? Volgens de presentatoren in kwestie een stille getuige van het feit dat spelers toch vooral clean voor de dag komen tegenwoordig.

Maatregelen?

Het signaleren van een trend is niet zo moeilijk. Het verklaren van een trend is al lastiger en blijft voor een deel giswerk. Het voorspellen van hoe het verder gaat is al helemaal ondoenlijk, maar desondanks niet minder interessant. Afgaande op de historie van de MLB zullen de slagmensen, als de dominantie van de pitchers voortduurt, uiteindelijk een handje geholpen worden. Zo zou de pitcher’s mound verlaagd kunnen worden en de slagzone verkleind. Tot die tijd zou het nog wel even door kunnen gaan met de parade van no­no’s en perfecto’s. •


Weekly RoundUp

Geen DUI's in de MLB de

afgelopen weken, in de NBA en NFL is dat getal oneindig • Sinds 1994 geen lockdowns of holdouts in baseball, de NHL zou komend seizoen wel eens later kunnen beginnen of helemaal niet • CC Sabathia en Roy Halladay zijn allebei van de DL af • De Phillies en Brewers proberen free agents to be Cole Hamels en Zack Greinke te contracteren voor het einde van het seizoen. Tot nu toe met weinig succes • De Royals en Rockies hebben werpers geruild. Jonathan Sanchez vertrekt richting Denver, Jeremy Guthrie bewandelt de tegenovergestelde richting • De Blue Jays en Astros maakten in de afgelopen week een trade waarin tien spelers van team verwisselden. De Jays deden een salarisdump en kregen wat hulp in de pitching in de vorm van J.A. Happ. De Astros ontvingen in ruil voor het salaris dat ze absorberen een paar redelijke prospects.

Upton grootste trade target

De 2005 first overall pick van de Arizona Diamondbacks, Justin Upton is beschikbaar gemaakt door GM Kevin Towers. De nummer vier in de MVP­ stemming van 2011 mag vertrekken uit Phoenix, zodat de Diamond­ backs het team voor de

toekomst kunnen versterken.

De grootste kanshebber op de diensten van Upton zijn de Pittsburgh Pirates. De Buccos hebben talent genoeg in het farmsystem rondlopen om een deal met Arizona te kunnen maken. Op hun beurt hebben de Pirates offensieve kracht nodig om afstand te kunnen nemen op de Cincinnati Reds en de St. Louis Cardinals.

van Dempster zelf. Die twee teams zouden hem goed kunnen gebruiken.

Upton kan zelf trades

blokkeren naar de New York Yankees, Boston Red Sox, Chicago Cubs en Cleveland Indians. Deze team zijn in principe niet geïnteresseerd in de diensten van Upton, omdat ze of een vol buitenveld hebben, of niet meedoen om de prijzen.

Cubs sellers bij trade deadline

Niet dat het ook maar een

beetje nieuws is, maar: de Chicago Cubs doen bij de trade deadline zo veel mogelijk spelers in de uitverkoop. De twee spelers die bijna zeker gaan vertrekken zijn werpers Matt Garza en Ryan Dempster.

Garza is extreem constant in zijn carrière. Hij heeft bewezen uit te voeten te kunnen in de American League East toen hij bij de Tampa Bay Rays speelde en is dus een goed doelwit voor AL teams die om starter verlegen zitten. Dempster zit middenin het beste seizoen uit zijn carrière. De 35­jarige righty heeft een ERA van onder de twee en dat is overal bruikbaar. De Los Angeles Dodgers en Atlanta Braves staan hoog op het lijstje

Ook left fielder Alfonso

Soriano is beschikbaar. De Cubs zullen echter veel salaris van hem moeten blijven betalen om hem te kunnen dealen.

Votto maand out

Slechts nieuws voor de

Cincinnati Reds. Eerste honkman en 2010 NL MVP Joey Votto is onder het mes gegaan om zijn meniscus te repareren en komt daardoor een maand niet in actie. De Reds zijn in een spannend gevecht verwikkeld met de Pittsburgh Pirates om de titel in de NL Central. Het verlies van de beste speler is daarbij een flinke klap. •




Een jaar geleden was de stemming in de

South Side van Chicago grimmig. Manager Ozzie Guillen ging met zijn team all­in, maar het seizoen eindigde in mineur. De White Sox bleven met een 79­83 record steken op een derde plaats in de divisie, ver achter de Detroit Tigers en de Cleveland Indians. Nieuwe aankoop Adam Dunn sloeg geen deuk in een pakje boter en ook outfielder Alex Rios stelde teleur met een .227 slaggemiddelde. De tijd voor verandering was daar. Guillen vertrok naar de Miami Marlins en ace Mark Buehrle, één van de populairste spelers, volgde zijn weg naar South Beach.

De verwachtingen voorafgaande aan dit seizoen waren dan ook niet hoog gespannen. Sports Illustrated voorspelde zelfs dat de Sox tegen 95 nederlagen aan zouden lopen. Gelukkig worden wedstrijden niet gespeeld op papier, maar op het veld en dat doen de White Sox vanaf dag één prima onder leiding van de nieuwe manager Robin Ventura. The Good Guys gingen trots de All­Star break in met een eerste plaats in de divisie. Dunn (zie kader) en Rios weten de bal weer te raken, A.J. Pierzynski en Paul Konerko halen hun niveau en pitcher Jake Peavy is eindelijk fit en gezond, maar er is één speler die er met kop en schouders bovenuit steekt: de 23­jarige Chris Sale.

De eerste is binnen

De opluchting op zijn gezicht spreekt boekdelen. Het is 9 april 2012 en Sale heeft net zijn eerste overwinning als starter in de Major League binnen. “So far, so good”, zegt de wat slungelig ogende Sale (1 meter 98 en slechts 81 kilo). Laat je niet afleiden door zijn uiterlijk, eenmaal op de heuvel laat hij zijn arm spreken. De lefty hield de Cleveland Indians op één run over 6.2 innings en leidde zijn ploeg naar een 4­2 zege.

Het was even wennen voor Sale om

zo lang op de heuvel te staan. De laatste twee seizoenen maakte hij als reliever 79 keer het loopje vanuit de bullpen. Het vertrek van Buehrle opende voor Sale een plek in de start­ rotatie. “Hij gooide geweldig”, zei Ventura na afloop. “De snelheid van zij pitches was in orde en ook de slider zat


BREAKING: Adam Dunn, aka Donkey, kan wel degelijk een balletje slaan. De 32­jarige slugger ging All­Star break in met 25 homeruns en 61 binnengeslagen punten achter zijn naam. Dat zijn duide­ lijk betere cijfers dan in zijn debuut­ seizoen voor de Chicago White Sox, een jaar geleden. Dunn kwam over van de Washington Nationals, tekende een con­ tract voor vier seizoenen ter waarde van 56 miljoen dollar, maar kon dat niet terug­ betalen op het veld. Dunn sloeg .156, of zoals de Amerikanen dat zo mooi zeggen: a buck 56, gepaard met 11 homeruns en 177 strikeouts.

Het kan verkeren in base­ ball. Een jaar gele­ den werd Dunn dage­ lijks uitge­ jouwd, dit sei­ zoen maakte hij deel uit van de American League All­Stars in Kansas City. Toch ging het tijdens het gebruikelijke perspraatje niet over zijn huidige vorm, de journalisten waren zijn dramatische seizoen nog niet vergeten. De ene na de andere vraag kreeg Dunn voor zijn kiezen, alsof hij voor het gerecht stond. “Man, ik ben er echt klaar mee om over vorig seizoen te praten”, zei Dunn getergd. Het enige wat hij kwijt wilde was dat zijn familie hem door een moeilijke periode heeft geholpen. “Niemand geeft meer om je dan je familie. Dat je thuis komt en je vrouw en kinderen ziet, ik weet niet of ik zo’n slump tien jaar geleden had aangekund.” Dunn’s slaggemiddelde is nog niet wat het moet zijn, en ook zijn strikeoutaantal is wat aan de hoge kant, maar het verschil met een jaar geleden is zichtbaar. Dunn jaagt de ballen de tribunes in. Daar hebben de White Sox hem voor gehaald.


er goed op. Dat zagen we al tijdens Spring Training, prachtig dat hij het ook nu laat zien.” Sale kreeg na zijn optreden de nodige high­fives van zijn teamgenoten. “Zie hier de pitcher van de toekomst”, riep 2007 Cy Young Award­winnaar Jake Peavy.

Toegegeven, Sale gooide tegen een matig

Cleveland. Sinds zijn vuurdoop is hij niet meer te stoppen. In de maand mei werd hij AL Pitcher of the Month dankzij een 4­1 record, 1.71 ERA, 35 strikeouts en slagmannen die gezamenlijk een mager .181 tegen hem sloegen. Sale schreef op 28 mei 2012 bijna geschiedenis door tegen de Tampa Bay Rays vijftien strikeouts te gooien. Hij kwam één strikeout te kort om het teamrecord van Jack Harshman te evenaren die op 25 juli 1954 goed was voor zestien K’s tegen Boston.

Uiteraard had Sale tijdens de wedstrijd geen idee van het record. Hij focuste zich, zoals altijd, op de slagmannen tegenover zich. “Deze jongen kan tegen veel teams vijftien strikeouts gooien”, meent Rays’ manager Joe Maddon. “His stuff was that good.” Sale sprak over een speciale dag. Hij groeide op in Lakeland, niet ver van St. Petersburg. “Ik was een echte Rays­fan. Samen met mijn oom zag ik hier mijn eerste wedstrijd van de Rays.”

Oh, de White Sox versloegen de Rays dankzij een two­run homerun van de opgeleefde Dunn, wie anders?

All­Star Game

Het was geen verrassing dat Sale door de fans werd gekozen om in Kansas City te pitchen voor de American League All­Stars. In de zesde inning, met een 8­0 score voor de National League op het scorebord, mocht Sale de heuvel betreden. Het zou een inning worden die hij niet snel zal vergeten. Hij stond namelijk tegenover zijn jeugdidool, Chipper Jones. In huize Sale vind je ergens

onder in een la nog een foto van Jones met een 12­jarige Chris.

Jones is bezig met een farewell season en

pakte, na een staande ovatie van de fans in Kansas, direct de eerste pitch van Sale. Single. De eerste jaars All­Star herpakte zich en eindigde de inning met een strikeout op David Freese. “Het is nooit leuk om een honkslag op te geven, maar met deze heb ik minder moeite”, zei Sale over Jones’ single. “Iemand als hij verdient het. De staande ovatie die hij kreeg, de honkslag, het kon gewoon niet beter.”

Sale maakte indruk tijdens All­Star weekend. “Sale is een hoop armen en benen”, zei Home Run Derby winnaar Prince Fielder. “Het feit dat hij 97 mph gooit en over drie goede pitches beschikt, maakt van hem een geweldige werper.” Zelfs de beste sluggers in de Majors hebben moeite met zijn verschillende fastballs. “Hij gooit hard en is moeilijk te lezen”, vindt José Bautista.

Het bijzondere aan Sale is dat hij

verschillende grips gebruikt voor zijn fastball, waardoor het voor slagmannen lijkt of er een soort slider of cut fastball op hun af komt. Fielder noemde Sale all arms and legs,



maar je hebt baas boven baas. “He is all elbows and knees”, aldus Ian Kinsler van de Texas Rangers. “Hij is lang, slungelachtig, maar heeft controle over al zijn pitches. Hij doet me denken aan Jered Weaver van de LA Angels. Hij gooide ook hard, maar naarmate hij ouder werd begon hij snelheden te variëren. Chris doet dat nu al en als hij zich blijft ontwikkelen is de sky the limit.”

Justin Verlander

Snelheid terugnemen helpt Sale om krachten te sparen. “Zou houd ik in een beetje extra over voor mijn hardste fastball, mocht ik die laat in de wedstrijd nodig hebben.” Zijn manier van denken heeft veel weg van één van de beste pitchers die er in de Majors rondloopt: Justin Verlander. De ace van de

Detroit Tigers wisselt met al zijn pitches van snelheid. Sale: “Dat is iets wat ik probeer te leren.”

Er schuilt echter wel gevaar in de opmars

van de 23­jarige werper. Wellicht komt er een innings limiet, net zoals bij Stephen Strasburg, aangezien dit het eerste volledige seizoen is voor Sale en hij richting de 200 innings gaat.

Feit is dat de White Sox een 1­2 punch in huis hebben met Sale en Peavy en als Dunn, Rios en nieuweling Kevin Youkilis hun huidige vorm doorzetten, is het geen gekke gedachte dat de ploeg een kans maakt om de divisie te winnen. Wie had dat gedacht na afgelopen seizoen? •

Het is maandag 16 juli 2012, Fenway Park. Kevin Youkilis maakt zich klaar voor zijn eerste slagbeurt, zoals hij dat al honderden keren hier heeft gedaan, maar er is één verschil. Het rood­witte tenue van de Boston Red Sox heeft plaats gemaakt voor het grijs­zwart van de White Sox. Red Sox Nation lijkt het voor even niet uit te maken en geeft Youk een staande ovatie als dank voor bewezen diensten. Youkilis geniet, doet zijn helm af en bedankt het publiek, het applaus wordt alleen maar luider. Youkilis keerde voor het eerst sinds de trade terug in Beantown. De wedstrijd werd door journalisten al omgedoopt in Youk vs. Bobby V. De manager uitte in het begin seizoen kritiek door te verklaren dat Youkilis er mentaal en fysiek met de pet naar gooide. Youkilis kon er niet mee omgaan en mede dankzij blessures en de opmars van rookie Will Middlebrooks, vielen zijn cijfers tegen (4 HR, 13 RBI’s en een .233 slaggemiddelde in 42 wedstrijden).

Het huwelijk was voorbij. Youkilis was toe aan een nieuwe uitdaging, een nieuwe omgeving en nieuwe mensen. Het is dan ook niet vreemd dat de 33­jarige slugger opleeft aan de South Side van Chicago. Youkilis’ cijfers na 18 wedstrijden: .318 slaggemiddelde, 4 homeruns en 18 binnengeslagen punten, waarvan vijf die een wedstrijd beslisten. “Ik heb het hier naar mijn zin en ik denk dat hier minder drama is. In Boston was er altijd wel een verhaal. Hier gaat het gewoon om de wedstrijd.”


Schoonheidsfoutjes

NEW YORK – Over het gravel van het infield waren een paar

lappen gras gerold. De werpersheuvel was letterlijk met de grond gelijk gemaakt. De warning track kreeg ook wat gras transplantaties. En zo was het nieuwe Yankee Stadium, de honkbaltempel van $1,5 miljard brutaal tot voetbalstadion verbouwd. Afgelopen zondagavond werd er voor het eerst gevoetbald tussen Chelsea en Paris Saint­ Germain. Het valt niet mee met een stadion met een dergelijk prijskaartje het budget rond te krijgen. In welke economie dan ook. Dat was wel te merken. Ik was erbij, op zondag. De kaartjes kostten tot wel $330. Parkeren was $45. En, zoals gebruikelijk, was je voor een biertje en wat te eten ook al makkelijk $20 de man kwijt. En dat voor een zomers oefenpotje tussen ongeïnteresseerde teams in de door marketers verzonnen World Football Challenge – een pseudo­ toernooitje.

Ik was met de New Yorkse supportersclub van Paris Saint­Germain

mee in verband met een verhaaltje voor een andere werkgever. Leuke jongens, bijna zonder uitzondering Fransen tegen het eind van hun twintiger jaren die op Wall Street werken. In de metro maakten ze er een feestje van. De New Yorkers keken raar op van al dit voetbal­ lawaai. En bij de wedstrijd waren ze dan ook de enigen die voor een beetje sfeer zorgden. De rest van het stadion mocht dan bijna zonder uitzondering in het blauw van Chelsea gekleed zijn, maar van supporteren hadden ze geen kaas gegeten. (Ik laat het logische flauwe grapje over het soort kaas hier achterwege.) De 120 Fransmannen waren goed te horen, te midden het publiek van 38.000. Het enige wat er tegen hun goed ingestudeerde liedjes in te brengen viel was: “Let’s go Chelsea”, gezongen op het ritme van de alom bekende honkbalkreet.

Het partijtje modderde aan. Het was duidelijk dat het nieuwe

Yankees stadion – in tegenstelling tot haar voorganger – niet met voetbal in gedachten ontworpen was. Het oude Yankee Stadium werd regelmatig voor American football gebruikt. En al in 1931 speelde Celtic er een voetbal wedstrijd. De duurste stoeltjes stonden bij het voetbal immers nog steeds achter de backstop. Maar daar er van de omheining in het linksveld tot die achter het eerste honk gespeeld werd lagen juist die stoeltjes het verste van het veld.

Schoonheidsfoutjes. Het werd een leuke avond. Zo lang je bij de juiste supporters stond.




De aanloop naar de Olympische Spelen in

Londen was verre van vlekkeloos voor Team USA. Het begon al met de lockout. Hierdoor liep het seizoen uit, waardoor er met minder voorbereidingstijd genoegen moest worden genomen. Daarna verdween de ene na de andere topper. Dwight Howard, Derrick Rose, Dwyane Wade en Chris Bosh haakten allemaal af vanwege blessures. Met de Tyson Chandler als enige echte center is de kans groot dat de VS niet alleen qua verwachtingspatroon op de Heat lijken, maar ook qua speelstijl veel weg zullen hebben van de regerend NBA­kampioen. “We hebben spelers die op veel posities uit de voeten kunnen”, stelde LeBron James in de voorbereiding. “Durant kan op 2­5, ik kan op 1­5. Iguodala kan het en ook ‘Melo kan op meerdere plekken spelen. Dat wordt dus leuk. Als Coach K rare of unieke lineups op het veld wil zetten, heeft hij de mogelijkheid om dat te doen.” Het klinkt bijna als coach Erik Spoelstra die bij Miami in het afgelopen seizoen zonder echte center de ene onorthodoxe line­up na de andere uit zijn hoge hoed toverde. “Onze

sterke punten zijn snelheid en atletisch vermogen. We zijn als team heel flexibel.” Iets wat ook noodzakelijk zal zijn aangezien de Amerikanen het tekort aan lengte moeten compenseren met het overschot aan talent en veel inzet.

Talent is er genoeg. Buiten de bekende

namen is de aanwezigheid van rookie Anthony Davis opvallend. Davis werd op de valreep opgeroepen na een blessure, jawel, van Blake Griffin. Het is voor het eerst sinds het Dream Team in 1992, met Christian Laettner, dat er een speler meegaat die nog geen wedstrijd in de NBA heeft gespeeld. De eerste keus van New Orleans in de draft van vorige maand liet tijdens de voorbereiding in de eenvoudige zege op Groot­Brit­ tannië met elf punten en vier blocks zien dat hij van waarde kan zijn voor het team. “Hij was verreweg de beste college­ speler. Hij past zich hier snel aan en speelde uitstekend tegen de Britten”, stelde Krzyzewski.


Team USA was ook veel te sterk voor de

Dominicaanse Republiek, terwijl het tegen Brazilië niet echt liep bij de VS. De Brazilianen waren ondanks een goed eerste kwart niet in staat in de buurt te blijven. James is echter vol vertrouwen in aanloop naar het toernooi: “Het maakt niet uit wie er speelt. De coach kan doen wat hij wil, want de spelers die we hebben zullen stuk voor stuk het spel spelen waarmee we het beste resultaat gaan behalen.”

Spanje

De meeste gevreesde tegenstander voor de VS is Spanje. De Spanjaarden zijn gebrand op revanche na de nederlaag in de finale van vier jaar geleden in Beijing. Tot in de slotfase van de wedstrijd had Team USA het moeilijk en met een kleine twee minuten te gaan had Spanje de tegenstander binnen handbereik met een 108­104 stand. Verder kwamen de gebroeders Gasol en co echter niet. Nu volgt in Londen een nieuwe kans. Buiten Pau en Marc Gasol hebben de Zuid­Europeanen de beschikking over de NBA­spelers José

Calderon, Serge Ibaka en Victor Klaver, die werd gedraft in 2009 en deze maand een contract tekende bij de Portland Trail Blazers.

Daarnaast beschikt de ploeg ook nog over

twee oud­NBA­spelers in Rudy Fernandez en captain en scherpschutter Juan Carlos Navarro. Helaas moet de Spaanse equipe het stellen zonder guard Ricky Rubio. Dat is een aderlating waarvan moet blijken hoe groot de impact is op het spel van de ploeg. Tijdens het WK twee jaar geleden was de kwartfinale het eindstation, terwijl in 2006 de mondiale titel nog werd gewonnen, twee jaar later de zilver medaille op de Spelen werd behaald en in 2009 de EK­titel werd gepakt. De vraag is of de Spanjaarden de nieuwe Argentijnen kunnen worden en Team USA van goud kunnen houden.

Concurrentie

Een korte blik op de andere concurrenten van Team USA leert ons dat de torenhoge verwachtingen op een gouden plak niet



Het begon met Kobe Bryant en

het eindigde met Barack Obama. Daartussenin maakten Michael ‘ik­heb­zeker­gelachen’ Jordan, Charles Barkley, Larry Bird en Scottie Pippen de stompzinnigheid duidelijk van de gedachte dat er een team beter zou zijn dan het Team USA uit 1992. En als zelfs de president van de Verenigde Staten vindt dat het Dream Team de beste van de twee is, dan is de discussie gesloten.

en James Harden voor Dwight Howard, Dwyane Wade en Derrick Rose. Hmmm, dan wordt het ineens een ander verhaal. Davis, zeg maar de Laettner van deze groep, heeft zeker meer potentie. Het is alleen nog iets te vroeg om hem een plaats in de Hall of Fame toe te schrijven, of te onthouden.

Deze groep zit echter zonder Een uitsluitend antwoord is er

natuurlijk niet te vinden, de tijden zijn niet met elkaar te vergelijken. Het argument van Jordan dat elf van de twaalf spelers zijn opgenomen in de Hall of Fame is steekhoudend. Buiten Christian Laettner, die het nooit tot de Hall zal schop­ pen, zijn tussen 1998 (Larry Bird) en 2011 (Chris Mullin) alle spelers toegetreden tot de exclusieve groep basketballers in Springfield. Van het huidige team is niet te verwachten dat er elf Hall of Famers worden geproduceerd. Echter, vervang Tyson Chandler, Andre Iguodala

Howard, Wade en Rose en is dus minder getalenteerd. Wat niet inhoudt dat ze niet kunnen winnen van Jordan en co, zoals Bryant suggereerde. Verliezen met 44 punten verschil, zoals de teams tijdens de Olympische Spelen in Barcelona, zullen ze zeker niet. In een best­of­7 zou zelfs een wedstrijdje of twee gewonnen kunnen worden. Maar natuurlijk bijten Bryant en James in het stof als Jordan in de slotseconden van Game 6 zijn dodelijke cross over vervolgt met een even dodelijk jump schot vanaf net buiten de bucket. Swishhhh. In alle eerlijkheid: nooit wordt het meer zó perfect als in 1992.


onterecht zijn. Frankrijk is goed, maar heeft in Tony Parker slechts één go­to­ guy. Het feit dat Ronny Turiaf in de startopstelling begint en bij NBA­ kampioen Miami Heat niet tot nauwelijks aan spelen toekwam zegt genoeg.

Het hoogst haalbare voor de Fransen is

een plaats in de halve finale. Hetzelfde geldt voor Litouwen. Op het laatste WK derde, maar verloor bij de laatste vier met vijftien punten verschil van de VS. Het Zuid­Amerikaanse duo Brazilië en Argen­ tinië heeft een hoop kwaliteit en strijd­ lust, maar de Brazilianen werden vorige week relatief eenvoudig door Team USA opzij gezet (met een kwart waarin ze slechts vijf punten scoorden) en de Argentijnen zijn niet meer zo van goud als ze in het begin van deze eeuw waren toen ze de VS tweemaal versloegen tijdens een WK (2002) en de Olympische Spelen (2004). Met Frankrijk en Litou­ wen gaan deze twee landen strijden om twee plaatsen in de halve finale. Mocht één van hen doorstoten naar de finale, zou dit een regelrechte sensatie zijn.

Het lijkt echter niet meer dan logisch

dan dat de enige echte min of meer gelijkwaardige opponent, het al eerder genoemde Spanje, deze plek opeist. In een best­of­7 zouden de Spanjaarden kansloos zijn tegen de Amerikanen, maar bij een slechte dag van Team USA (zoals bij het WK in 2006 in de halve finale tegen Griekenland) en een goede dag van de Spanjaarden kan het raar lopen. De logica, en meest veilige gok, zegt echter dat LeBron James en co voor de veertiende maal in de olympische historie het goud mee naar de States brengen. De druk is hoog, maar Team USA neemt met minder geen genoegen. James: “De gouden medaille van vier jaar geleden hangt op een mooi plekje. De bronzen plak van vier jaar daarvoor absoluut niet. Dat was geen prestatie.” •

D12 Sweepstakes

Howard naar de Nets. Howard niet naar

de Nets. Howard naar de Rockets. Howard niet naar de Rockets. Howard naar de Hawks. Howard niet naar de Hawks. Howard naar de Mavs. Howard niet naar de Mavs. Howard toch naar de Nets. Nee, Howard naar de Lakers.

Het zou wat zijn als D12 inder­ daad dezelfde weg af zou leggen als zijn illustere voorganger Shaquille, maar niemand weet echt waar Howard uiteindelijk terecht gaat komen. Normaal gesproken was Howard teamgenoot geworden van D­Will bij de Nets. Ware het niet dat hij in maart om onverklaarbare redenen de mogelijkheid om deze zomer free agent te worden liet lopen. Als Howard toen zijn handtekening niet had gezet, had hij al lang en breed in Brooklyn gezeten en waren we nu verlost van deze Dwightmare.

Dwight Howard wordt echter betaald om

goed te ballen (iets wat hij over het alge­ meen naar behoren doet), niet om zakelijk uit te blinken. Wat dat betreft heeft de Magic het onheil over zichzelf afgeroepen met jarenlang mismanagement. Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat je er als organisatie niet in slaagt om twee van de meest dominante spelers in de afgelopen dertig jaar langer aan je te binden? Orlando is tenslotte geen Cleveland. Mooi weer, prima leefomstandigheden. Verzeker je ster van goede secundaire voorwaarden, oftewel omring hem met goede teamgenoten, en klaar is Kees. Stuk voor stuk faalden ze, de coaches, managers en directeuren. (Oké, de Finals in 1995 en 2009 niet meegerekend.) Beide partijen verdienen niet de schoon­ heidsprijs in deze situatie. De verantwoor­ delijken bij de Orlando Magic moeten zich echter schamen. Diep schamen. #fail #bigfail


Weekly RoundUp

Jason Kidd was zo onder

de indruk van zijn contract bij de Knicks dat hij zich lazarus dronk en zijn Cadillac Escalade op een telefoonpaal knalde. Hij kwam er met lichte verwondingen vanaf • Achteraf excuseerde hij zich op Twitter •

De Boston Celtics blijven hun roster verbeteren. Nadat onder andere Jason Terry werd aange­ trokken, komt ook Courtney Lee de rangen versterken na een deal met de Rockets en de Blazers • Het drama rond Dwight Howard blijft voortduren. Nadat hij aangaf een contract­ extensie te willen tekenen bij de Lakers, ontkrachtte zijn agent dit door te stellen dat Howard nergens een extensie zal tekenen. Op den duur wordt ieders reactie: who cares?

Conclusies uit Vegas

De Las Vegas

Summer League zit er weer op. Tien dagen lang lieten heel wat talentrijke jongens het beste (en slechtste) van zichzelf zien. Aan het eind van elk verhaal worden conclusies getrokken en voor Vegas zijn dat de volgende.

Damian Lilliard liet zien dat

hij te laag gedraft werd. De point guard ging als zesde naar Portland. Lilliard werd verkozen tot co­MVP (naast Josh Selby van Memphis) nadat hij tekende voor gemiddeld 27 punten, vier rebounds, vijf assists en een schotpercentage van 44 procent waaronder 38 procent vanaf de driepuntslijn. Hij toonde veel gelijkenissen met Kyrie Irving omdat hij constant de basket aanviel en toonde dat hij plays kon maken voor anderen.

Daarnaast werd duidelijk dat Thomas Robinson te hoog gedraft werd. De power forward ging als vierde naar Sacramento. Hij tekende wel voor gemiddeld dertien punten, tien rebounds en drie assists maar ook voor een schotpercentage van amper 34 procent en liefst vijf balverliezen. Vooral offensief is hij veel te passief en niet agressief genoeg.

Talent in Milwaukee

Ook de Milwaukee Bucks

hadden een team paraat voor de Vegas Summer League. Ze wonnen vier van hun vijf wedstrijden. Dit hadden ze vooral te danken aan twee spelers: Tobias Harris en John Henson. Beide lijken klaar voor een belangrijke rol voor de ‘echte’ Bucks, in de NBA.

Henson werd als

veertiende gedraft door de Bucks. De 22­jarige power forward stond vooral bekend om zijn defensieve kwaliteiten en had bij de North Carolina Tar Heels veel

weg van een JaVale McGee of een Anthony Randolph. Maar Henson speelde gewoonweg subliem in Vegas, ook offensief. Hij tekende voor gemiddeld achttien punten, zeven rebounds, één steal, bijna twee blocks en een schotpercentage van 53 procent. Henson toonde zijn atletisch vermogen aan beide kanten van het terrein maar ook zijn talent om een jump shot te maken, waaronder driepunters. De Bucks hebben dus misschien dé steal van de draft in huis gehaald.

Lin naar Houston

Wat waren het toch geweldige

momenten. Jeremy Lin, afgestudeerd aan de befaamde Harvard University, deed Madison Square Garden op haar grondvesten daveren met de ene na de andere topprestatie. Linsanity werd cult en het basketbalarme New York kreeg weer zin in haar Knicks. Logisch dus dat Lin ook volgend seizoen een Knicksuniform zal dragen, alleen al voor de extra fans en de gekte die hij met zich meebrengt. Lin is een ster in New York en… Wacht eens even. Ik droom. Linsanity is voorbij in New York want kleine Jeremy trekt naar de Houston Rockets voor een contract van drie jaar ter waarde van zo’n 25 miljoen dollar.

De Knicks hadden de keuze

om het voorstel van de Rockets te matchen maar gingen hieraan voorbij. Ze kozen voor een trio van Jason Kidd, Pablo Prigioni en Raymond Felton om de point guard­positie te vullen. Op zich alle drie meer dan degelijke spelers maar vooral de eerste twee zijn stokoud en geen van de drie heeft de ‘flash’ die Lin heeft. Bovendien wilde heel New York genieten van Linsanity en wilde Lin dat zelf ook. •




Met de komst van de twee meestbegeerde free

agents lijkt de ploeg van coach Mike Yeo een serieuze kandidaat om in de aankomende seizoenen wel aan de playoffs deel te nemen. “Iedereen is zoveel enthousiaster, wetende wat deze jongens kunnen toevoegen. Het verandert de manier waarop we naar onszelf kijken.” De laatste keer dat de Wild de playoffs wel haalden, dateert alweer uit het seizoen 2007/2008, toen de ploeg de sterkste bleek in de Northwest Division, maar in de eerste ronde werd uitgeschakeld door de Colorado Avalanche.

In het afgelopen seizoen waren de Wild het team dat verreweg de minste doelpunten wist te produceren. In 82 wedstrijden kwamen de Wild niet verder dan 166 doelpunten; 2,02 per wedstrijd. De nummer 29 was de uiteindelijke kampioen Los Angeles Kings, die 188 goals maakten.

Dat de Kings uiteindelijk wel de playoffs haalden,

hadden zij te danken aan het eveneens minieme aantal tegendoelpunten dat zij te verwerken kregen: 170. Daarmee waren zij achter de St. Louis Blues de op één na beste ploeg van de NHL. De Minnesota Wild kennen eveneens geen onaardige verdediging, maar de dertiende plaats in de NHL op dat gebied is onvoldoende als je zelf bijna geen doelpunten maakt.

Injectie

De opdracht voor de Wild voor dit off­season was dus duidelijk: de aanval verdient een stevige kwaliteitsinjectie. Met de komst van Zach Parise en Ryan Suter lijken de Wild daar goed aan te voldoen. Winger Zach Parise was in het afgelopen seizoen goed voor 31 doelpunten en de voormalig captain van de New Jersey Devils scoorde in totaal 69 punten. Verdediger Ryan Suter is in eerste instantie een versterking voor de verdediging, maar ook aanvallend voegt Suter het nodige toe aan de selectie van de Wild. Suter schoot zeven keer zelf raak en noteerde 39 assists. In het afgelopen seizoen was Jared Spurgeon onder de verdedigers van Minnesota de topscorer met 23 punten: precies de helft van het aantal dat Suter noteerde.

De fans reageerden in elk geval hoopvol op het

nieuws. In de dagen na de bekendmaking van het contracteren van Suter en Parise stond de telefoon in het Xcel Energy Centre rood­ gloeiend met mensen die een seizoenkaart



danwel een jersey met de opdruk ‘Suter’ of ‘Parise’ wilden bestellen.

Met Suter wordt de defensie van de Wild

aanvallend gevaarlijker. Dat was nodig ook, want de druk op het trio doelmannen Niklas Backström, Josh Harding en Matt Hackett was hoog. Waar de aanval 2174 schoten loste op het vijandelijke doel, kregen de doelmannen van Minnesota 2571 schoten te verwerken. Door het spel verder naar voren te verleggen, kunnen de Wild allicht de druk op hun goalies wat verlichten en zodoende zowel de aanval als de verdediging verbeteren.

Breder

Hoewel die cijfers er niet florissant uitzien, begon het seizoen voor de Wild ontzettend sterk. In november werd een franchise record neergezet, door in die maand liefst elf overwinningen te boeken. Dat was nog niet eerder voorgekomen en leverde begin december zelfs de koppositie in de NHL op. Diverse langdurige blessures voor sleutelspelers gooiden de prestaties van het team ver terug. Aan het eind van het seizoen begon de vorm met de terugkeer van die sleutelspelers weer langzaam terug te komen, maar het was al te laat om nog een plaats in de playoffs te veroveren.

Met de komst van Suter en Parise, maar ook

het vastleggen van top prospect Mikael Granlund en het aanblijven van de sterke forwards die de Wild al in huis hadden, ziet het toekomstperspectief er ineens rooskleurig uit. Een enkele blessure zal gemakkelijker op te lossen zijn en allicht dat de korte opleving dan een seizoen lang goed hockey en een plek in de playoffs kan opleveren.

Het mes snijdt echter altijd aan twee kanten. Parise en Suter tekenden beide een 13­jarig contract, waarin beide spelers 98 miljoen euro zullen opstrijken. Dat betekent dat zij jaarlijks een cap hit van iets meer dan 7,5 miljoen dollar vertegenwoordigen. Daarmee hebben de Wild


nauwelijks ruimte over om het team verder te versterken. Daarnaast beschikken drie spelers over een aflopend contract over de mogelijkheid om in alle vrijheid de free agent markt op te gaan: doelman Niklas Backström en de forwards Matt Cullen en Pierre Marc Bouchard kunnen volgend jaar zomer zomaar vrij de deur uit lopen, mochten ze dat willen. De groep die nu in Minnesota klaar staat voor het nieuwe seizoen lijkt sterker dan vorig jaar, maar is nog steeds niet heel breed. Zaak is dus om alle spelers fit te houden, of enkele duurdere spelers via een trade de deur uit te doen in ruil voor goede, goedkopere spelers. Anders wacht er mogelijk een goed, maar ook een zeer grillig seizoen met pieken en dalen, waarin een plaats verdienen bij de laatste 16 een realistisch doel is, maar nog zeker geen vanzelfsprekendheid.

Two shots, two hits

Voor de neutrale toeschouwer blijven de keuzes van Ryan Suter en Zach Parise zeer opvallend. Zelfs GM Chuck Fletcher had niet voor mogelijk gehouden dat beide spelers naar Minnesota zouden komen. “We gingen voor onze kansen en richtten ons op beide spelers. Dat we ze uiteindelijk beide hebben gecontracteerd, daarmee zijn we heel gelukkig geweest.”

Financieel gezien zijn de bomen in Minnesota niet het hoogst. Grote franchises als de Chicago Blackhawks, de New York Rangers, de New Jersey Devils, de Detroit Red Wings en de Pittsburgh Penguins hadden contracten klaarliggen voor tenminste één van beide spelers waarvan de meeste spelers het grote geld en de grotere hoeveelheid aandacht hadden geprefereerd boven een verblijf in Minnesota.

En eerlijk is eerlijk: Wat moeten één van de meeste begeerde verdedigers van de NHL en de captain van de verliezend Stanley Cup­finalist bij een ploeg die in het afgelopen seizoen nog niet eens in de buurt kwam van een plaats in de Stanley Cup playoffs? Tussen beide spelers zijn vele gelijkenissen vast te stellen en beide keuzes staan dan ook zeker niet op zichzelf. De komst van beide spelers werd in dezelf­ de mededeling van de club aange­ kondigd en beide spelers hadden zelfs naarstig contact met elkaar om samen de weg naar Minnesota te bewandelen.


Een belangrijke reden voor beiden is dat zowel Parise als Suter terugkeert naar de plaats waar hun jeugd zich afspeelde. Suter, 27, werd op 21 januari 1985 geboren in Madison, Wisconsin, een plaats die zich op ongeveer vijf uur rijden van het Xcel Energy Centre in Saint Paul, Minnesota bevindt. Hoewel de club Minnesota Wild toentertijd nog niet bestond, staat het Xcel Energy Centre nu in de voormalige achtertuin van Parise. De winger zag op 28 juli 1984 het levenslicht in Minneapolis, Minnesota. Dat is nog geen twintig minuten rijden.

“In het verleden hebben we er wel eens

grapjes over gemaakt om samen terug te keren naar Minnesota. Stomtoevallig werden we tegelijkertijd free agent en toen werden onze plannen serieuzer. We voelden dat dit een prachtige stap voor ons zou kunnen zijn”, zo sprak Parise.

naar de New York Rangers. Buiten Gaborik speelden alle sterren van de NHL uitwedstrijden in het Xcel Energy Centre.

Met Zach Parise en Ryan Suter hebben de Wild dan eindelijk twee sterren gevonden die graag in Minnesota actief zullen zijn. Tijdens de perspresentatie zei Zach Parise: “Ik wist dat ik graag thuis zou willen spelen en hier mijn carrière afsluiten.” Om die reden was er bij hem dan ook geen enkele twijfel om bij de Wild een 13­jarig contract te tekenen.

In de dertien jaar die komen, hopen beide

spelers van de Minnesota Wild een grotere franchise te maken dan het op dit moment is. “Alle spelers in de NHL zien met wat voor warm welkom wij hier binnengehaald zijn”, zo sprak Suter bij de perspresentatie. “Ze zien ook hoe begaan de eigenaar is met de club. Dat is belangrijk voor de meeste spelers. We zullen proberen om zoveel spelers deze kant op te lokken als we kunnen; onze komst is voor ons slechts het begin. Naar mijn mening is Minnesota een grote markt, die alleen nog maar groter zal worden.” Parise voegt toe: “Goede spelers willen uiteindelijk vooral één ding: samenspelen met andere goede spelers.”

Eindelijk sterren

Beiden zagen zij in 1993 hoe de Minnesota North Stars verhuisden naar Dallas, waarna Minnesota zomaar zonder hockeyteam kwam te zitten. Daar kwam in 2000 verandering in, toen de Minnesota Wild hun eerste wedstrijd in de NHL speelden. Erg succesvol was dit team toch nog niet in de nabije historie, in totaal werden drie keer de playoffs gehaald, waarbij de Conference quarterfinals tweemaal het hoogst haalbare bleken. In 2003 waren de Conference Finals het eindstation, waarin de Anaheim Ducks met een sweep te sterk waren.

De nog niet zeer overtuigende resultaten

van de eerste 11 seizoenen waren mede debet aan het feit dat de grote sterren Minnesota niet wisten te vinden. Met Marian Gaborik hadden de Wild tussen 2000 en 2009 een ster in hun midden, maar hij vertrok toen

De Minnesota Wild zijn een slapende reus, die in de komende jaren wel eens wakker kan gaan worden. Op bepaalde punten mag de franchise gezien worden als een grote, maar de prestaties waren er nog niet naar. De Wild hebben een grote achterban en zowel de club als de sport leeft in de regio enorm. Kinderen leren bij wijze van spreken eerder schaatsen dan lopen. De komst van Suter en Parise geeft de franchise in elk geval een (tijdelijke) boost in aandacht en een boel hoop onder de schare supporters. Om die boost definitief te maken, zullen Parise en Suter moeten opstaan. •


Weekly RoundUp

De New Jersey Devils trekken

twee nieuwe assistent­trainers aan. Matt Shaw en Hall of Famer Scott Stevens vervangen Larry Robinson en Adam Oates • De Buffalo Sabres bereikten overeenstemming met hun eerste keuze in de afgelopen NHL Draft. Mikhail Grigorenko tekende een driejarig contract • Ook de Anaheim Ducks en Washington Capitals bereikten overeenstemming met hun eerste draft­keuzes. Hampus Lindholm en Tom Wilson zetten hun krabbel onder een contract dat hen voor drie jaar aan respectievelijk de Ducks en de Capitals bindt • De Chicago Blackhawks benoemden Jamie Kompon als assistent­coach. Hij komt over van de LA Kings, waarmee hij dit jaar de Stanley Cup won • De Colorado Avalanche verlengen het contract van aanvaller Jamie McGinn met twee jaar

contract bij de Ducks ter waarde van 4,5 miljoen dollar • Volgens Tsjechische media is Winnipeg Jets­goalie Ondrej Pavelec in mei gearresteerd wegens rijden onder invloed. Hij heeft een voorwaardelijk proeftijd van een half jaar gekregen, evenals een rijontzegging van twintig maanden.

Rentree Modano?

Mike Modano denkt aan een

rentree in de NHL. Tijdens een persconferentie ter ere van het feit dat hij wordt opgenomen in de Hockey Hall of Fame gaf de 42­jarige oud­center te kennen dat hij een terugkeer niet uitsluit. Modano kwam gedurende twintig seizoenen uit voor de Minnesota North Stars/Dallas Stars­franchise en eentje voor de Detroit Red Wings, waar hij in 2011 zijn carrière (vooralsnog) beëindigde. In 21 NHL­jaren kwam hij tot 561 goals en 813 assists, de meeste goals en de meeste punten ooit voor een in de VS geboren speler. Daarnaast werd hij in totaal acht keer voor de NHL All­Star Game gekozen en won hij in 1999 de Stanley Cup met de Dallas Stars.

Drew Doughty ontloopt vervolging

• De Buffalo Sabres zien niets in een terugkeer van Dominik Hasek onder de lat. Mocht de 47­ jarige oud­goalie terugkeren in de NHL, dan is het zeker niet bij de club waarbij hij twee keer tot MVP en zes keer tot beste goalie van het seizoen werd uitgeroepen • Teemu Selanne keert volgend seizoen in ieder geval wel terug in de NHL. Hij tekende een eenjarig

Drew Doughty komt zoals

het er nu naar uitziet niet in de problemen in een zaak waarin hij wordt beschuldigd van verkrachting. Een 25­ jarige vrouw claimt dat de speler van de LA Kings zich aan haar vergreep nadat zij eerder op de avond in aanwezigheid van een aantal van zijn teamgenoten niet op zijn avances was ingegaan. Doughty had een paar

maanden daarvoor al wel een keer seks gehad met de vrouw, maar liep dit keer dus een blauwtje. Iets was de verdediger maar moeilijk kon verkroppen volgens het vermeende slachtoffer.

De politie concludeerde echter

dat de vrouw niet echt open stond om volledig mee te werken aan het onderzoek en vond dingen die de geloofwaardigheid van haar ondermijnde. De openbare aanklager besloot vervolgens om de zaak te laten vallen vanwege een gebrek aan bewijs.

Green verlengt bij Capitals

Washington Capitals

bereikten overeenstemming met Mike Green over een verlenging van diens contract. De verdediger tekende voor drie jaar bij en gaat in deze periode ruim achttien miljoen dollar verdienen. De 26­jarige Green is eindelijk weer blessurevrij en staat te trappelen om zijn team te laten zien dat de goede prestaties van een paar jaar geleden geen toevalstreffers waren. Als hij zijn vorm van de seizoenen 2008/2009 en 2009/2010 weer weet te halen, dan behoort hij ook zeker tot de betere verdedigers van de league. In deze seizoenen kwam hij in totaal namelijk tot 149 punten in 143 wedstrijden en dat zijn cijfers waarmee je kunt thuis komen. •




Geen fan is zo gelukkig geweest in de

afgelopen twaalf jaar als die uit Boston. Hoe vaak gebeurt het niet dat een team of soms zelfs een stad decennialang geen kampioenschap kan vieren? Aan de andere kant: Boston kan daarover meepraten.

The Bambino Ruth, een aardige werper die ook een balletje kon slaan, voor een appel en een ei aan de Yankees. Babe Ruth groeide uit tot de beste slagman aller tijden en de Curse of the Bambino was geboren.

Red Sox Nation

De Red Sox zijn de trots van Boston. De franchise speelt al honderd jaar in Fenway Park aan Yawkey Way in het hart van de stad. De BoSox zijn in 1901 opgericht als de Boston Americans, verwijzend naar de American League, die ook dat jaar werd opgericht. De Braves bevonden zich destijds ook nog in Boston en speelden in de National League.

De Sox hadden niet lang nodig om er met

de eerste World Series­titel vandoor te gaan. In 1903 was het al raak tijdens de eerste World Series ooit. De toen nog Americans versloegen de Pittsburgh Pirates met 5­3 in wedstrij­ den, mede door het goede werpen van Cy Young, die nu al jarenlang de naamgever is van de belangrijkste prijs voor werpers in de MLB. Tussen 1912, het jaar van de opening van Fenway, en 1918 wonnen de Red Sox vier World Series­titels en de Sox hadden de mogelijkheid de grootste franchise ooit te worden. Helaas had toenmalig eigenaar andere ideeën. Hij verkocht ene Babe

De vloek zorgde er (voor wie erin wil

geloven) voor dat de grootste Red Sox­speler aller tijden, Ted Williams, slechts één World Series speelde. Dat deed hij in 1946 tegen de St. Louis Cardinals. De Sox verloren in zeven wedstrijden en in 1967 deden de twee ploe­ gen dat dunnetjes over. Acht jaar later ston­ den de Red Sox tegenover de Cincinnati Reds in misschien wel de meest legendarische World Series ooit. De Reds stonden bekend als 'The Big Red Machine' en stonden voor de derde keer in vijf jaar in de World Series. On­ danks de walk­off homerun van catcher Carlton Fisk in Game 6 gingen de Red Sox opnieuw in Game 7 ten onder.


wedstrijden, een voorsprong die nog geen ploeg ooit had weggegeven. Dankzij het legendarische gestolen honk van Dave Roberts bij een 4­3 achterstand in de negende inning van Game 4, een honkslag van Bill Mueller tegen Mariano Rivera en een two­run walk­off van David Ortiz overleefden de Sox. Uiteindelijk wonnen de Red Sox de series en kwamen ze de St. Louis Cardinals weer eens tegen. De Cards werden echter met 4­0 opzij gezet en de Sox mochten eindelijk, na 86 jaar, een World Series­titel vieren. In 1986 was het de beurt aan de New York Mets om de harten van Red Sox Nation na zeven wedstrijden te breken. Bij een 3­2 voorsprong in wedstrijden en een 5­3 voor­ sprong in de tiende inning met twee uit wisten de Red Sox het alsnog uit handen te geven. Nadat eerst twee punten scoorden, waaronder één door een wilde worp, maakte Billy Buckner de grootste veldfout in de his­ torie van Major League Baseball. De eerste honkman liet een bal van Mets slagman Mookie Wilson door zijn stelten rollen, waar­ door het winnende punt over de thuisplaat kwam. Ook Game 7 werd door de Red Sox verloren. In 2003 kregen de Red Sox weer een klap van een New Yorks team: in Game 7 van de American League Championship Series werd in extra innings van de Yankees verloren.

Die laatste nederlaag, was die een

voorbode voor nieuw leed in 2004? Nee. De Yanks kwamen in de ALCS weliswaar op een normaal gesproken onoverkomelijke 3­0 in

Drie jaar later was het weer raak. In 2007

kwamen de Red Sox met 3­1 achter tegen de Cleveland Indians in de ALCS, maar opnieuw vochten de Red Sox terug. In de World Series werd debutant Colorado Rockies met 4­0 verslagen voor een tweede World Series in vier jaar voor een definitief einde van de Curse of the Bambino.


Pat Patriot

De jongste telg in de Boston­sportfamilie is veruit het succesvolst in de laatste vijftien jaar.

van voor overtime te gaan wist Brady de bal op de 31 van de Rams te krijgen en de bal te e Pats zagen in 1960 het levenslicht als de spiken met nog zeven seconden op de klok. Boston Patriots en verhuisden in 1971, een Kicker Adam Vinatieri mocht aanleggen en jaar na de 'merger' tussen de AFL en de NFL zo wonnen de Pats onder leiding van naar Foxborough om daar als de New Belichick en Brady de eerste Super Bowl. In England Patriots verder te gaan. 2003 en 2004 volgden er nog twee voor de Brady Bunch. Een nieuwe dynastie was geboren.

D

In 2007 deden de Patriots iets unieks sinds

In 1985, de vijfde playoffdeelname voor de Pats in vijftien jaar, haalden de Pats hun eerste Super Bowl. In Super Bowl XX verloren de Pats met 46­10 van de Chicago Bears. Een jaar later werden de playoffs weer gehaald, maar verloren de Pats van Jon Elway's Denver Broncos. Vervolgens braken er magere jaren aan in Foxborough. De franchise verwisselde in acht jaar tijd maar liefst drie keer van eigenaar. In 1993 werd ex­ New York Giants headcoach Bill Parcells aangetrokken om de Pats te leiden. Onder zijn leiding bereikten de Patriots in 1996 Super Bowl XXXI, waarin met 35­21 werd verloren van de Green Bay Packers. Kort daarna vertrok Parcells samen met onder andere assistent Bill Belichick naar concurrent New York Jets. Een paar jaar later keerde Belichick als hoofdcoach terug naar New England.

In 2000 draftten de Pats als 199ste overall

ene Tom Brady. Brady begon in 2000 als fourth string quarterback bij de Pats, maar eindigde het jaar als backup voor eerste QB Drew Bledsoe. In 2001 verloren de Pats de eerste twee wedstrijden en Bledsoe raakte geblesseerd. Hierdoor mocht Brady de derde wedstrijd van het seizoen starten. Hij kwam, zag en overwon. In Super Bowl XXXVI dat seizoen stonden de Pats en de St. Louis Rams 17­17 gelijk met nog 1.21 op de klok. In plaats

de introductie van het schema van zestien wedstrijden: 16­0 gaan in het reguliere seizoen. Brady en de Patriots wisten vervolgens ook de Divisional Round en de Conference Final te winnen. Met een 18­0 record gingen de Pats in SuperBowl XLII op jacht naar het eerste perfecte seizoen sinds de 1972 Miami Dolphins. Eli Manning en de New York Giants staken daar echter een stokje voor: mede dankzij de legendarische 'helmet catch' van Benjamin Watson verloren de Pats met 17­14, waardoor het seizoen op 18­1 bleef steken. In het afgelopen seizoen stootten de Patriots weer door tot de Super Bowl. Evenals in 2007 waren het Eli Mannings New York Giants die de in de weg stonden. In Indianapolis waren de Giants met 21­17 te sterk voor de Pats.

De Patriots zijn, ondanks de twee verloren

finales tegen de Giants, de succesvolste ploeg sinds de eeuwwisseling en het lijkt erop dat de Pats, in ieder geval zolang Tom Brady de quarterback is, elk seizoen één van de favorieten zijn voor het winnen van de Super Bowl.



I C championships

De Boston Celtics zijn met zeven­ tien NBA Championships de suc­ cesvolste basketball franchise ooit. Na de oprichting in 1946 kwamen de eerste successen in 1957. De Celtics wonnen de Eastern Conference en versloegen de St. Louis Hawks voor de eerste Championship. Een jaar later was er een rematch tussen de twee ploegen, met dit keer de Hawks als winnaar.

Toch was dit het begin van een

dynastie. De Celtics hadden cen­ ter Bill Russell (vijfvoudig MVP), point guard Bob Cousy en for­ ward Tom Heinsohn in de gelede­ ren. In 1958 kwam daar ook nog eens K.C. Jones bij. Samen behaalden ze tussen 1959 en 1966 maar liefst acht Championships achtereen. Ook in 1968 en 1969 wonnen de C's, waarna het weer een tijdje rustig werd.

In de 1978 draft hadden de Celtics twee first round draft picks. Eén van die picks, de zesde overall, werd gebruikt om junior Larry Bird te draften, in de weten­ schap dat Bird ook nog zijn senior jaar wilde spelen bij Indiana State.

TED WILLIAMS Williams hoort in elk rijtje met grote honkbalspelers thuis. Hij heeft niet een legendarisch record als Joe DiMaggio, een prijzenkast als Babe Ruth of een culturele waarde als Jackie Robinson, maar toch is hij een echte. Williams speelde zijn gehele 22­ jarige carrière voor de Red Sox, werd twee keer MVP en is de laatste die ooit een slaggemiddelde van .400 haalde in een seizoen. Er is niemand met meer dan vijfhonderd homeruns die een hoger slaggemiddelde heeft dan hij. Hij haalde negentien keer de All­Star Game. Hij won geen World Series.

BILL RUSSELL De 78­ jarige ex­center van de Celtics was de eerste Afro­Amerikaan die een ster werd in de NBA en was tevens de eerste Afro­ Amerikaanse coach. Hij was de spil van de Celtics tijdens de gouden jaren tussen 1959 en 1966, toen de Celtics acht jaar achtereen de NBA­titel wonnen. LARRY BIRD De beste speler van de Big Three in de jaren tachtig van de Celtics. Drie keer won hij met de Celtics de NBA­titel, drie keer werd hij MVP, twee keer de Finals MVP en twaalf keer haalde hij het All­Star Team. Hij is de enige die ooit MVP, Coach of the Year


en Executive of the Year werd en als klap op de vuur­ pijl: het logo van Twitter is naar hem vernoemd: Larry.

BOBBY ORR Dé speler van de Boston Bruins. Tekende in 1966 in Boston en had een paar jaar later twee Stanley Cup titels op zak. Orr vertrok in 1975 bij de Bruins om voor de Chicago Blackhawks te spelen. Achteraf bleek dat Orrs zakenwaarnemer infor­ matie over een bod van de Bruins achtergehouden had en geld van Orr had verduis­ terd. Er is 'm destijds dus flink een oor aangenaaid. TOM BRADY Eén van de populairste spelers ooit in Boston is de posterboy van het moderne football. De tweevoudig MVP heeft top­ sport en een celeb zijn naar ongekende hoogte gebracht. De man van topmodel Gisele Bündchen figureerde in tig reclames, maar is als quarterback bekend om zijn scherpe inzicht en harde werk. Samen met Bill Belichick heeft hij ervoor gezorgd dat de Patriots de succesvolste NFL­fran­ chise is op dit mo­ ment.

CARL YASTRZEMSKI De inmiddels 72­jarige 'Yaz' was de opvolger van Ted Williams in het linksveld van de Red Sox. Ook hij speelde zijn gehele carrière in Boston. Hij is een member van de 3000 hit club, sloeg 452 homeruns, was achttien keer All­ Star en één keer MVP. Yastrzemski is de laatste ooit die de 'Triple Crown' won. Hij deed dat in zijn MVP­jaar 1967, met een .326 slaggemiddelde, 44 homeruns en 121 RBI's.

RED AUERBACH Auerbach was van 1950 tot en met zijn dood in 2006 verbonden aan de Boston Cel­tics. De ex­coach en president van de Celtics drukte een gigantisch stem­pel op de successen van de franchise. Auerbach veran­derde basketball als coach in een meer teamgeo­ riënteerde sport. Verder had hij een sleutelrol bij het

verbreken van de 'color barrier' in de NBA door als eerste een donkere speler te draften en een volledig donker team op het veld op te stellen.

BILL BELICHICK In 1999 besloot Bill Parcells als manager te stoppen de New York Jets. Zijn assistent Bill Belichick volgde hem op. Wat volgde was één van de meest legendarische persconferenties. Belichick, net één dag head coach, besloot zijn ontslag in te dienen vlak voor de persco. Dat deed hij op een briefje waarop stond: 'I resign as HC of the NYJ'. Niet veel later werd Belichick gepresenteerd als de nieuwe headcoach van de Patriots. Een officiële start van de rivaliteit tussen de Patriots en de Jets, die in dezelfde divisie spelen. •


Een jaar later voegde Bird zich bij de Celtics en vormde hij samen met Robert Parish en Kevin McHale de eerste 'Big Three' bij de Celtics.

Het trio won drie Championships, in 1981,

1984 en 1986. In de NBA Finals van 1984 wonnen de C's van rivaal Los Angeles Lakers, met Birds eeuwige rivaal en tegenwoordig goede vriend Magic Johnson, die zelf in 1985 en 1987 aan het langste eind trokken. Vervolgens braken de magere jaren ‘90 aan. In 1998 draftten de Celtics collegester Paul Pierce als tiende overall, veel lager dan van tevoren werd verwacht. Net als Bird een paar decennia eerder, gaf Pierce de Celtics weer het elan waar de fans lang op moesten wachten. En in 2001 was het raak. Onder leiding van Pierce behaalden de Celtics voor het eerst sinds 1988 de Eastern Conference Finals. Het duurde echter nog vijf jaar voordat de Celtics echt weer boven Jan kwamen. Pas toen in 2007 Ray Allen en Kevin Garnett kwamen, ging het echt lopen. Samen met Pierce vormden Allen en Garnett de nieuwe 'Big Three' van de Celtics. De C's gingen 66­16 in regular season en wonnen uiteindelijk hun zeventiende NBA Championship ten koste van de Lakers. Pierce had jarenlang moeten vechten tegen de bierkaai in Beantown, maar kreeg wat hij verdiende: een ring.

In 2009/2010 haalden de Celtics opnieuw de NBA Finals tegen de Lakers, maar de 'Core Four' met Pierce, Allen, Garnett en Rajon Rondo wist in zeven wedstrijden niet te winnen. Inmiddels is de core­four een core­ three: Ray Allen vertrok onlangs als free agent naar de Miami Heat. Misschien gaan er weer magere jaren komen, maar één ding is zeker: de Celtics komen er altijd weer bovenop.

Big bad Bruins

En dan de Boston Bruins, opgericht in 1924.

De hockeyfranchise was de eerste in de VS en is onderdeel van de Original Six van de NHL en spelen net als de Celtics de thuiswedstrijden in de TD Garden in Boston.

De eerste Stanley Cup werd gewonnen in

1929 ten koste van de New York Rangers. Sterspeler bij de Bruins was Hall of Famer Eddie Shore in het eerste jaar in de legendarische Boston Garden. Een jaar later zetten de Bruins de beste winning percentage ooit neer door 38­6 te gaan. De Bruins verloren de finale echter van eeuwige rivaal Montreal Canadiens. In 1939 en 1941 wonnen de Bruins twee keer in drie jaar de Stanley Cup, maar vervolgens moesten hockeyfans in Boston 29 jaar wachten op het volgende kampioenschap. De Tweede Wereldoorlog was daar een grote oorzaak van. De kern van de Bruins vertrok richting het front in het midden van hun 'prime', de Bruins met een verzwakt team achterlatend. In 1966 tekende Bobby Orr bij de Bruins. Orr wordt door veel mensen gezien als de beste speler ooit. En dat bleef niet zonder gevolgen in Boston. In 1970 wonnen de Bruins eindelijk weer een Stanley Cup, mede door een goal van Orr in overtime in de beslissingswedstrijd.

Een jaar later maakten de Bruins hun beste

seizoen ooit door, maar net als de Patriots in 2008, wisten de Bruins het niet af te maken. Vier spelers, waaronder Orr, scoorden honderd punten in het seizoen en ze waren dat jaar ook allen First Team All­Stars. De Bruins lieten het echter liggen in de kwartfinale tegen de Canadiens. Gelukkig voor de Bruins maakten ze dat het jaar erop goed door wèl te winnen. En toen was er niets. De Bruins waren net drie jaar uit een 'funk' van 29 jaar zonder titel, maar er zouden weer 39 jaar volgen. Pas in 2011, vorig jaar dus, werden de Bruins weer kampioen. In de Stanley Cup Finals hadden de Bruins zeven wedstrijden nodig om de Van­ couver Canucks opzij te zetten. De zege kreeg een ietwat wrange nasmaak, toen goalie Tim Thomas weigerde naar het Witte Huis te gaan om de traditionele felicitaties van de president (in dit geval Barack Obama) in ontvangst te nemen. Het is een smet op de overwinning van de Bruins, die na zo'n lange tijd en na al het succes van de andere drie ploegen uit Boston ook eens wat te vieren hadden. •




Fan Favorites

We mogen ons hier in Chicago gelukkig

prijzen met een aantal ideale schoonzonen. Blackhawks' Jonathan Toews en Bulls' Derrick Rose koppelen hun superster­ status aan voorbeeldig gedrag, en zijn derhalve ongemeen populair bij het (grote) publiek. Fan favorites pur sang ­ hun jerseys zijn niet aan te slepen, en zolang de fans 't voor het zeggen hebben, zullen ze niet snel een All Star­wedstrijd mislopen.

Daar tegenover staan de, op z'n zachtst gezegd, wat minder populaire spelers. Neem een Jay Cutler. Menig collega, als ook vele fans, kan z'n bloed wel drinken. Mocht Jay ooit op 't randje van een Pro Bowl­ nominatie balanceren, dan kun je er vergif op innemen dat­ie de cut niet zal halen.

AJ Pierzynski, nog zo een. De fans en

menig tegenstander kunnen de White Sox­ catcher wel schieten. Vraag me niet wat AJ precies (heeft ge)flikt dat een ieders bloed doet koken, maar dat­ie de afgelopen All Star Game aan z'n neus voorbij zag gaan, was natuurlijk geen toeval.

Nee, de populariteitspoll zullen ze aan de South Side van Chicago niet snel winnen. Zeker niet na het aantrekken van reliever Brett Myers. Ook Myers staat, zachtjes uitgedrukt, nou niet bepaald te boek als 't populairste jongetje van de klas. 'n Douche eerste klas schijnt 't te zijn.

Mij zal 't aan m'n reet roesten

of m'n spelers met mes en vork eten, ouden van de dagen de straat over helpen, of netjes richting aangeven als ze willen afslaan. Zo lang ze maar voor outs zorgen, touchdowns gooien en hun vrije worpen maken.

Het lijkt 1960 wel!

In elke Amerikaanse sport zijn er drie

belangrijke ijkpunten in een kalenderjaar: de playoffs, free agency in het offseason en de trade deadline in het seizoen.

Voor twee sporten is het weer zover. In de NBA wordt flink gesign­and­trade en worden restricted free agents gek gemaakt met torenhoge salarissen. In de MLB is het echter de tijd waarin het kaf zich van het koren scheidt. Nieuw als contenders dit jaar zijn de Pittsburgh Pirates en Washington Nationals. Voor de mensen die baseball pas in de afgelopen twintig jaar zijn gaan volgen: de Pirates zijn die gasten in het geel­zwart die elk jaar onderaan de National League Central bungelden en de Nationals gingen vroeger door het leven als de Montreal Expos. Die speelden in Canada.

Het is gek, twee totaal nieuwe teams die

letterlijk al decennialang voor niets gedeald hebben. Beide franchises zijn in de loop der jaren fantastische spelers kwijtgeraakt, maar nu moeten spelers halen. Dat is andere koek, maar met een jonge kern noodzakelijk. De twee ploegen gaan de komende jaren de dienst uitmaken in de National League en kunnen nu al voor het eerst de playoffs halen. De week richting de deadline van 31 juli wordt cruciaal voor de twee, die niet goed genoeg zijn om met hun huidige teams de concurrentie op zeker af te schudden. Maar als ze het doen, spelers lokken, playoffs halen. Dan is er toch echt de kans dat één van de twee de World Series haalt. Pittsburgh Pirates – New York Yankees. Het lijkt 1960 wel.



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.