Murray Park. Als de kinderen uit de
buurt er wilden basketballen was het donker, koud, regende of sneeuwde het. De pickup games werden soms verstoord door geweerschoten in de buurt. “Men sen rennen weg als ze schoten horen”, meent Rose. “Maar bij ons in de buurt was het eigenlijk heel normaal. Het klinkt absurd, maar wij speelden gewoon verder.”
De buurt waar de 24jarige spelverdeler over praat is bepaald geen Vinexwijk. Englewood staat bekend als één van de armste stadsdelen van de Windy City. De armoede en werkloosheidcijfers zitten dik boven het landelijk gemiddelde en volgens de gegevens van het Chicago Police Department gebeuren er twee keer zoveel overvallen en geweldplegingen dan op andere plekken in de stad. Er zijn in het verleden meerdere pogingen gedaan om de buurt op te knappen, maar de stappen verlopen moeizaam.
Pooh
Murray Park is echter één van de weinige openbare plekken in de buurt waar de bewoners bijeenkomen. De ouderen op het veld lieten hun blik destijds vallen op een stille 11jarige jongen met een hoog basketballIQ. Rose was toen beter bekend als ‘Pooh’, een bijnaam die hij had gekregen van zijn moeder Brenda. Het was duidelijk dat Rose over talent beschikte en zo mocht hij al meedoen met de grote jongens.
Naarmate Rose ouder en beter werd
als speler begon zijn naam steeds verder rond te zingen in de buurt. Steeds vaker kwamen leden van straatbendes naar het park om te zien hoe speciaal deze jongen was en of er iets voor hen te halen viel. Gelukkig was daar altijd Derrick’s oudere broer Reggie om hem te beschermen. Hij vertelde de bendes dan dat ze bij Rose aan het verkeerde adres waren. Het zou niet de eerste keer zijn dat een veelbelovende speler ten onder gaat aan drugs en het leven op straat.