Boek 324

Page 1

februari 2009 • jaargang 36 • nummer 324


36e jaargang nr. 324, februari 2009 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de Afdeling Psychologie, Universiteit van Amsterdam

Kamer A.511 Afdeling Psychologie Roetersstraat 15 1018 WB Amsterdam t: 020 - 525 67 58 e: spiegeloog@fmg.uva.nl

511 Hoezo kwaad?

HoofdEind Simon Nak & Lydia Sprenger.

'Knibbel, knabbel, knuisje, wie snoept er van mijn huisje?' Iedereen zal deze uitspraak van de heks uit Hans & Grietje wel herkennen. Boezemde de heks uit Hans & Grietje, de grote boze wolf uit Roodkapje, of anders wel de stiefmoeder van Sneeuwwitje veel kinderen angst in voor Het Kwaad: bij nader inzien blijken ze vrij onschuldig. Immers, de goeien winnen het altijd van de kwaaien. Het lijken tegenwoordig de kinderen zelf te zijn die 'Het Kwaad' gestalte geven. Buiten hun schuld om, natuurlijk. In het artikel 'How to create a monster?' van Inge Wolsink kun je lezen hoe ouders van hun tandeloze baby's tomeloze bijtertjes kunnen maken. Die ze vervolgens zelf niet meer in de hand hebben. In extreme gevallen worden ouders door hun kinderen vermoord. Forensisch psycholoog Frans Koenraadt deed hier onderzoek naar en schreef het boek 'Ouderdoding als ultiem delict'. In de rubriek Psycholoog aan het Werk vertelt hij onder welke omstandigheden zonen (en soms dochters) tot deze daad kunnen komen. Daders van deze, maar natuurlijk ook andere, delicten krijgen soms door de rechter de tbs-maatregel opgelegd. In het artikel 'Bescherming tegen het kwaad' wordt deze regel nader toegelicht. En als je dan toch zo lang in de gevangenis zit, dan wel graag met een vrouw erbij. In 'Boef zoekt vrouw' wordt de initiatiefnemer van het Bonjo Contactbureau voor gedetineerden geïnterviewd. Er is ook aandacht voor de meer spirituele kant van 'Het Kwaad'. Redactielid Hannah Mathkor woonde in Brazilië een bezetenheidsritueel bij. In haar artikel kun je alles lezen over de zogenaamde 'Altered States of Consciousness' die in sommige culturen doodgewoon zijn. Bij ons psychologen gaat het er een stuk zachtaardiger aan toe. Hoewel Denny Borsboom zich vanuit zijn Ivoren Toren kwaad maakt over het gebruik van de term 'Het Kwaad', rapporteren de psychologiestudenten in De Wandelgang slechts kleine irritaties wanneer Spiegeloog vraagt: Wat maakt jou kwaad? En Kopstuk Carl Rogers? Die probeerde vooral vrede te stichten.

Lydia & Simon

Redactie Maartje Bult, Lise-Lotte Geutjes, Bo van Houwelingen, Hannah Mathkor, Vera van der Molen, Joost Molenaar, Raïsa van Olden, Annelinde Rep, Ditke Schwartz, Inge Wolsink. Medewerkers Denny Borsboom, Arnold van Emmerik, Roos Schouw, Mark Spiering, Pleun van Vliet, Corinde Wiers. Fotografie Bo van Houwelingen, Hannah Mathkor, Vera van der Molen, Joost Molenaar, Raïsa van Olden, Roos Schouw, Corinde Wiers. Omslagillustratie Kim Rebelo Oliveira dos Santos. Layout Simon Nak & Lydia Sprenger. Druk Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Een abonnement op Spiegeloog kost € 12,50 per jaar. Indien geïnteresseerd, stuur een bericht met uw naam en adres naar de redactie. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.


Inhoud

4

12

24

How to create a monster?

Op Kamers

In de ban van het kwaad

Een tien stappenplan voor een monsterlijke opvoeding

Eva de Ruiter & Eva Lith

Altered states of consciousness: bezetenheid en trance

Jezus Christ Superstar Work on me

7

Pravda Nieuwsrubriek

Kopstukken Carl Rogers

8

Tabula Rasa Zwaluwziek

26

Filmrecensie 18 The Boy in the Striped Pyjamas

Grenzenloos Roos & Corinde

27

16

Boef zoekt Vrouw Bonjo Contactbureau voor gedetineerden

10

Beschermd tegen het Kwaad De tbs-maatregel

19

Mededelingen Activiteiten voor studenten

28

Psycholoog aan het Werk Forensisch psycholoog Frans Koenraadt

13

Ramsj! Leesvoer voor psychologen

21

De Wandelgang Wat maakt jou kwaad?

30

Ivoren Toren Het Kwaad en zijn soortgenoten

15

Rondvraag Van Beckers aan Van der Leij

22

Bacchus Living on the edge

32


How to create a monster? Maak in tien stappen van je kind een persoon die met niemand door één deur kan. Kwaadaardige mensen zijn er genoeg. Helaas is onze wereld niet bevolkt door louter goedhartige altruïsten. In elke straat woont wel een rotte appel. Er moet een reden zijn waarom zij geworden zijn zoals ze zijn. In dit artikel wordt duidelijk wat er in hun jeugd allemaal fout kan zijn gegaan. Tekst: Inge Wolsink

Spiegeloog

4

februari 2009

Ooit begon ik met een baantje in de bediening bij café-restaurant Vertigo, gelegen in het Vondelpark in Amsterdam. Op de drukke zondagen viel het toen al op hoe ontzettend veel ouders hun kinderen vrij lieten rondrennen tussen de benen van obers met hete borden, hun baby’s lieten kruipen over de met gebroken glas bezaaide vloeren, en hun peuters warme chocolademelk met rum voerden in de hoop dat ze dan wel rustig zouden worden. Toen was ik in de veronderstelling dat dit soort gedrag alleen op zondagen werd gedoogd. Later werd me langzaamaan duidelijk dat het overal gebeurt, in de trein, in de bioscoop, in de rij voor de kassa van de supermarkt, in de tuin van de buren, bij al mijn volgende baantjes en op elk mogelijk tijdstip van de week. Kinderen zijn agressief, luisteren niet naar hun ouders, draaien door als ze hun zin niet krijgen en lijken het volstrekt normaal te vinden dat ze overal recht op hebben. De vraag is hoe dat komt. Zou het komen doordat ze snoepjes krijgen als ze blèren, of doordat ze wel twintig zachtaardige waarschuwingen krijgen in plaats van één duidelijke? Als ze tikkertje doen in een vol restaurant waar elk moment gloeiend hete thee voorbij wordt gedragen, dan zegt papa tegen de serveerster: ‘maakt je maar geen zorgen, het kan geen kwaad.’ Diezelfde papa zal waarschijnlijk volledig over de rooie gaan als de ober die net twee dagen in het restaurant werkt door het kind onder de voet wordt gelopen, struikelt, en een tweedegraads brandwond in het gezicht van het engeltje veroorzaakt met de eerder genoemde hete thee. Waarschijnlijk heeft de arme ober het dan allemaal gedaan, de ouders hebben uiteraard geen schuld. En in een extreem geval kan het zelfs ook nog zo zijn dat het papa helemaal geen bal kan schelen wat er met zijn kind gebeurt. Ik vraag me wel eens af of sommige ouders de gevolgen niet inzien van hun koers van opvoeden. Waarom lijkt het

toch zo dat de gemiddelde ouder in Nederland z’n eigen kinderen niet aankan? Zijn dit slechts een paar opvallende gevallen, of voeden ouders van nu hun kinderen echt slechter op dan ooit? En als dat zo is, wat gaat er dan allemaal niet goed? Creëren we een generatie vol egocentrische aanstellers die denken dat hun wereld vergaat als het even niet gaat zoals zij het hebben willen? En hoe inconsequent of nalatig moet een opvoeding zijn om, naast de narcistische dreinkoppen, echte monsters te creëren? Maccoby (2000) stelt dat het belang van een goede ouderlijke omgeving nog wel eens over het hoofd wordt gezien. Dit terwijl er sinds 1980 genoeg wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd is waarin de relatie tussen opvoedingsstijl en gedrag van kinderen naar voren komt. Hoewel genetische opmaak en de invloed van peers absoluut belangrijk zijn, verklaren opvoedingsvariabelen toch vaak tussen de 20 en de 50 procent van de variantie in gedrag van kinderen en adolescenten. Reden genoeg om daar eens goed naar te kijken. Wat kan er, naast biologische invloeden, allemaal fout gaan in een opvoeding? En dan bedoel ik fout in de zin dat deze kinderen veranderen in adolescenten en volwassenen die andere mensen het leven zuur maken. Het ontwikkelen van een persoonlijkheidsstoornis is één van de meest extreme gevolgen waar een opvoeding aan kan bijdragen. Vooral de dramatische persoonlijkheidsstoornissen maken het bijna onmogelijk om er prettige relaties met anderen op na te houden. Ze zijn op te delen in vier soorten: Theatraal, narcistisch, borderline en antisociaal, waarvan de laatste twee de meeste problemen voor andere mensen opleveren, omdat ze andermans grenzen vaak niet respecteren. Borderliners vertonen vaak grensoverschrijdend manipulerend gedrag tegenover partners, doen dikwijls aan zelfmutilatie en vergrijpen zich vaak aan drugs of drank. Mensen met een antisociale persoonlijk-

- Creëren we een generatie vol egocentrische aanstellers? -


1. Wees níet consequent Kinderen moeten goed in de gaten gehouden worden om op tijd gecorrigeerd te kunnen worden. Dat kost tijd en energie. Als ouders vaak afwezig zijn, of altijd moe door een drukke baan wil dit er nog weleens bij inschieten. Zowel in het geval van goedkeuring, als bij afkeuring, is inconsistente discpline schadelijk voor de socialisering van het kind (Watson, 1971, aangehaald in Baumrind, 1994). Een gedesorganiseerd huishouden waarin de regels niet duidelijk zijn, zorgt ervoor dat kinderen niet leren welk gedrag wel en niet geoorloofd is. Inconsequent belonen wordt zelfs in verband gebracht met een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Capaldi & Patterson (1994, aangehaald in Comer, 2005) suggereren dat sommige ouders hun kinderen onbedoeld antisociaal gedrag aanleren door regelmatig toe te geven om de lieve vrede maar te bewaren. Op deze manier leren ze het kind aan om koppig en agressief te zijn en andermans grenzen niet te respecteren. 2. Geef niet het goede voorbeeld, ook niet buitenshuis Antisociaal gedrag van de ouders tijdens opvoeding wordt gelinkt aan agressie en criminaliteit in volwassenheid (Johnson et al. 2004). Antisociale symptomen zouden kunnen worden aangeleerd door middel van imitatie. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben vaker ouders die de stoornis ook hebben dan ‘normale’ mensen (Paris, 2001, aangehaald in Comer, 2005), hoewel dit ook een biologische oorzaak kan hebben. Ouders zijn, tot het ontwikkelen van relaties met vriendjes, voor kinderen de belangrijkste bron van informatie over het vervullen van sociale rollen (Herrington, Parke, Gauvain en Locke 2006). Conflicten hebben de meest negatieve invloed wanneer ze niet op een positieve manier worden opgelost.

4. Creëer chaos in je leefomgeving Chaos in de leefomgeving van je kind is minstens net zo erg als een slechte opvoeding. Lawaai, onrust, weinig ruimte en weinig routine kunnen leiden tot problematisch gedrag bij kinderen en zijn vooral effectief in combinatie met een negatieve en niet al te warme manier van opvoeden (Coldwell, Pike en Dunn, 2006). Hoewel de twee vaak samen gaan kan ook chaos alleen grote invloed hebben op de sociale en cognitieve ontwikkeling van je kind. 5. Raak je baan kwijt Eén van de steeds in onderzoek terugkomende factoren die vaak samenhangen met gedragsproblemen bij kinderen is economische stress (Baumrind, 1994). Bij gezinnen die in relatieve armoede leven wordt vaker misbruik en verwaarlozing gerapporteerd. Hoe armer gezinnen zijn, hoe vaker verwaarlozing voorkomt. De emotionele druk die de ouders dragen komt de relatie met de kinderen vaak niet ten goede. 6. Word alcoholist Alcohol- en drugsmisbruik komt vaker voor bij kinderen of adolescenten die opgroeien in gezinnen waar overmatig alcoholgebruik normaal is. Alcoholisme van moeders tijdens de zwangerschap brengt bovendien een aantal grote risico’s met zich mee en kan gedragsstoornissen en zelfs >>>

Spiegeloog

Opvoeden is een moeilijke taak. Er zijn dan ook tal van dingen die fout kunnen gaan. Maar welke fouten kun je als ouder maken? (ervan uitgaande dat je een kind op de wereld wilt zetten dat niet aan bovenstaande beschrijvingen voldoet). Het zijn er een hele hoop. Hieronder vind je de tien geboden van de godsdienst van het slechte ouderschap. Zoals met elke godsdienst werken de geboden niet altijd op zichzelf, een zorgvuldig gekozen mix heeft vaak het beste resultaat, en het veroorzaken van een persoonlijkheidsstoornis is alleen weggelegd voor de diehards onder ons.

3. Laat je relatie op de klippen lopen (en maak vooral je ex-partner zwart tegenover je kind) Pas gescheiden ouders worden minder autocratisch, minder ondersteunend en minder effectief in het monitoren van het gedrag van hun kinderen. Een autocratische ouder geeft liefde en goedkeuring en geeft het kind een redelijke ruimte om zichzelf te zijn en zelf beslissingen te nemen, binnen een kader van duidelijk aangegeven grenzen. De periode vlak na een scheiding is vaak chaotisch en stressvol. Het veranderen van woonruimte, school en andere onderdelen van de omgeving van een kind kunnen negatieve effecten hebben. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben vaak veel stress in hun jeugd. Armoede, geweld in de familie en conflict tussen ouders of scheiding zijn vaak genoemde stressoren. Maar ook de ontwikkeling van een narcistische persoonlijkheidsstoornis is met echtscheiding in verband gebracht. Kinderen die één of beide ouders verliezen door adoptie, scheiding of dood lopen een bijzonder risico om deze persoonlijkheidsstoornis te ontwikkelen (Kernberg,1989, aangehaald in Comer, 2005). Doordat een gezin uiteenvalt kunnen kinderen ook het gevoel kwijtraken ergens bij te horen en kunnen ze bang zijn verlaten te worden, wat vaak in verband wordt gebracht met borderline.

5

februari 2009

heidsstoornis komen het meest in aanraking met criminaliteit, omdat de rechten van anderen hen meestal vreemd zijn. (Comer, 2005) Ze kunnen vaak geen baan houden, liegen, zijn roekeloos met geld, agressief, egocentrisch, en kunnen niet met drugs en drank omgaan.


mentale retardatie tot gevolg hebben (Hetherington et. al, 2006). Verder hebben mensen die gediagnosticeerd zijn met borderline of een antisociale persoonlijkheidsstoornis vaak ouders met drankproblemen.

Spiegeloog

6

7. Straf je kind vaak en hard Agressieve adolescenten en niet agressieve adolescenten verschillen vaak in de mate waarop ze eerder zijn blootgesteld aan psychotraumatische gebeurtenissen zoals seksueel misbruik, fysiek misbruik en verscheurde gezinnen (Barnow en Freienberger, 2001). Harde straffen en emotionele afwijzing zijn belangrijke factoren die latere agressie kunnen voorspellen en zijn ook in verband gebracht met aandachtsproblemen, depressie en angst. LaVoie et al. (2002) vonden zelfs dat kinderen van ouders die een harde opvoedingsstijl hanteerden op 16 en 17 jarige leeftijd eerder geneigd waren om hun liefdespartners te misbruiken. Zowel borderline als de antisociale persoonlijkheidsstoornis worden in verband gebracht met deze factor in de opvoeding. Borderline wordt soms ook wel gezien als een soort verlengde posttraumatische stress stoornis, omdat de stoornis vaak samenhangt met jeugdtrauma’s, bijvoorbeeld als gevolg van fysiek, verbaal of seksueel misbruik. Ook drugsafhankelijkheid wordt vaak in verband gebracht met misbruik in de jeugd.

februari 2009

8. Wees niet responsief en geef het kind geen eigen ruimte Responsiviteit is een functie van affectieve warmte (Baumrind, 1994), hetgeen refereert aan de emotionele expressie van liefde van de ouder naar het kind. Een gebrek hieraan kan problemen opleveren in de ontwikkeling van morele oriëntatie. Hierin moet alleen niet overdreven worden: warmte geeft een kind de ruimte om te exploreren, overbezorgdheid en extreme betrokkenheid laten het kind daarvoor geen ruimte. De theatrale persoonlijkheid wordt door Bender et al. (2001) en Gunderson (1988, aangehaald in Comer, 2005) in verband gebracht met koude en controlerende opvoedingsstijlen.

Kinderen van afstandelijke en controlerende ouders zouden zich niet geliefd voelen en bang zijn verlaten te worden omdat ze niet goed genoeg zijn. Om zich hiertegen te wapenen zouden kinderen kunnen leren zich dramatisch te gedragen zodat anderen gedwongen zijn zich beschermend op te stellen. In vergelijking met een meer democratische opvoedingsstijl zijn kinderen van autoritaire ouders sneller geneigd om in de adolescentie heftig drugs te gebruiken. 9. Wijs je kind emotioneel af (combineert goed met hard straffen) Mensen met borderline zijn in hun jeugd vaak door hun ouders afgewezen of verwaarloosd. Het gebrek aan acceptatie door de ouders zou zorgen voor het verlies van zelfvertrouwen, verhoogde afhankelijkheid en de onmogelijkheid om met scheiding om te gaan (Bartholomew et al., 2001; Richman & Sokolove, 1992, aangehaald in Comer, 2005). Ook de narcistische persoonlijkheidsstoornis wordt met koud, afwijzend ouderschap in verband gebracht. Mensen met zo’n jeugd zouden hun leven lang vechten tegen gevoelens van afwijzing en minderwaardigheid (Wink, 1996, aangehaald in Comer, 2005). Dit doen ze door zichzelf eindeloos te blijven vertellen dat ze eigenlijk perfect zijn en gewild door anderen, van wie ze constant bewondering verwachten (Vaillant, 1994, aangehaald in Comer, 2005). Er is echter ook een aantal cognitieve en gedragspsychologen die menen dat een narcistische persoonlijkheidsstoornis zich kan ontwikkelen doordat ouders hun kinderen juist te positief behandelen. Een superieure houding wordt ontwikkeld doordat ouders hen aanleren hun eigenwaarde te overwaarderen (Sperry, 2003; Millon, 1987, aangehaald in Comer, 2005). 10. Prijs je kind de hemel in Eerstgeboren kinderen of enig geboren kinderen worden door hun ouders vaak gezien als speciaal intelligent en getalenteerd, en scoren ook hoger dan andere kinderen op metingen van narcisme (Curtis & Cowell, 1993, aangehaald in Comer, 2005). In een artikel in de Volkskrant (13 november, 2008) wordt gesteld dat de zelfwaardering die in de westerse opvoeding zo centraal staat naast positieve ook wel eens negatieve gevolgen kan hebben. Eigenliefde en grootheidsfantasieën zijn de afgelopen decennia dan ook exponentieel toegenomen. Het zou fout gaan wanneer die zelfwaardering niet voortkomt uit een reële inschatting van eigen capaciteiten. Wie zich hierdoor superieur voelt aan anderen zal waarschijnlijk narcistische persoonlijkheidstrekjes vertonen, en mensen die het vanzelfsprekend vinden overal recht op te hebben zijn ontzettend onprettig om mee te leven of samen te werken. In een aanverwant artikel in de Volkskrant wordt een onderzoek gerapporteerd waaruit blijkt dat maarliefst tweederde van de jeugd zelf vindt dat jongeren van tegenwoordig een scheef beeld hebben van


Hoe gaat het met...

Jesus Christ Superstar?

Eindeloos veel mogelijkheden dus, om ervoor te zorgen dat jouw broedsels in conflict raken met zichzelf, hun vrienden, drugsdealers en de overheid, of zelfs jou misschien nog een keer omleggen, waarover je meer kunt lezen in het artikel van Bo van Houwelingen over ouderdoding (zie pagina 13 van deze Spiegeloog). Dan rest mij nog eenieder met een kinderwens veel succes toe te wensen, en te verzoeken de kinderen later niet mee te nemen naar een openbare gelegenheid als aan het bovenstaande tien stappenplan is voldaan. <<<

Bronnen: - Baumrind, D. (1994). The social context of child maltreat ment. Family Relations, 4, 360-368. - Coldwell, J., Pike, A., & Dunn, J. (2006). Householdchaos links with parenting and child behaviour. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 11, 1116-1122. - Comer, R., J. (2005). Fundamentals of Abnormal Psycho logy. Worth Publishers, New York, vierde editie. - Hetherington, E. M., Ross. D. P., Gauvain, M., & Locke, V. O. (2006). Child psychology a contemporary viewpoint. McGraw Hill, zesde editie. - Johnson, J. G., Smailes, E., Cohen, P, Kasen, S., & Brook, J. S. (2004). Anti-social parental behaviour, problematic parenting and aggressive offspring behaviour during adulthood. Brittish Journal of Criminology, 6, 915-930. - Koglin, U., & Petermann, F. (2008). Inconsistent parental discipline – a risk factor for agressive behavior? Zeitschrift für psychiatrie psychologie und psychotherapie, 4, 285-291. - LaVoie, F., Hébert, M., Tremblay, R. Vitaro, F. Vézina, & McDuff, P. (2002). History of family dysfunction and perpetration of dating violence by adolescent boys: a longitudinal study. Journal of Adolescent Health, 30, 375383. - Maccoby, E., E. (2000). Parenting and its effect on children: on reading and misreading behavior genetics. Annual Review Psychology, 51, 1-27. - Vitacco, M. J., Neumann, C. S., Ramos, V., & Roberts, M. K. (2003). Ineffective parenting: a precursor to psychopathic traits and delinquency in Hispanic females. New York Academy of Sciences, 1008, 300-303. - http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1091245ece/ Jongere_is_vol_van_liefde..._voor_zichzelf -http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1091238. ece/Jeugd_vindt_zichzelf_veel_te_verwend Afbeelding: www.pro.corbis.com/images

‘Work on me, Jesus’, klinkt een gospellied, ‘It took you just a week to make the moon and the stars, the sun and the earth, Jupiter and Mars. How loving and patient you must be, to work on me’. Vergeleken met de productie van Jesus Christ Superstar is de schepping van de wereld een peulenschil. Kerst brengt de eerste dip en ruzies: ons benefietfeest in Club 8 trekt 32 betalende bezoekers en transformeert daarmee van hoopvolle credit- naar zorgbarende debetpost; de integratie van band, koor, dans en solo-zangers brengt een crisis in de command structure die de crew in verwarring achterlaat. ‘Teach me, Lord, to wait while hearts are aflame. Help me humble my pride and call your name’. Een bijeenkomst met theologen wordt met verdeeld genoegen ontvangen door onze hoofdrolspelers: ‘Ze gaan ons toch niet bekeren, hè?’. Een rabbijn-in-opleiding betoogt dat de voorstelling niet opgevoerd mag worden: ‘Het verhaal dat Jezus door de Joden ter dood is gebracht is nooit bewezen. Toch is dit verhaal als rechtvaardiging opgevoerd voor de grootste gruweldaden. Ik zie in dit stuk geen nuancering van dit standpunt. Willen jullie de uitdraging van dit hatelijke stereotype op je geweten hebben?’. Toe maar, het leed van de wereld op onze schouders, en we zijn Jezus niet eens… ‘Het verhaal gaat over hoe mensen de mist ingaan met hun pretenties’, zegt een zachtaardige pastor, ‘het is een tragedie van goedwillende mensen die het verkeerde doen’. We doen allemaal het verkeerde: we willen niet hard genoeg, of we willen juist teveel. Wat is het juiste? We houden een ping-pongbenefiet en halen ons de woede van een complete studiezaal op de hals. ‘Jezus is ongrijpbaar’, meent de pastor, ‘Hij is een steen in de vijver. Iedereen wil iets van hem, maar ze weten niet hoe’. ‘Keep my faith renewed, my eyes on thee’. Houd je hoofd maar koel in het licht van een droom wanneer alles de mist in dreigt te gaan. ‘Teach me, Lord, to wait down on my knees, ‘till in your time you answer my pleas’. Langzaam verschijnen er weer lichtpuntjes: een uitvaartcentrum wil ons voor 4000,- sponsoren wanneer we in Zaandam optreden en ook de Thomaskerk toont interesse; de choreograaf doneert de kosten die zij gemaakt heeft aan oefenruimte als gulle gift; de eerste t-shirts van de band schijnen waanzinnig te zijn dankzij onze positief-denkende imagodeskundige; en Club 8 stelt tot en met april gratis oefenruimte ter beschikking. ‘Work on me, Jesus’… Pleun

Benieuwd naar onze complete cast & crew? Zij stellen zich graag aan je voor op onze website www.whatsthebuzz.nl. Kaarten voor de JCS-voorstellingen op 11 april 2009 kunnen gekocht worden via onze website.

7 7

februari februari 2009 2009

hun eigen rechten en plichten in de samenleving. Dat komt naar eigen zeggen doordat leeftijdsgenoten teveel verwend worden en teveel worden aangemoedigd om zich goed over zichzelf te voelen. Rekening houden met mensen in hun omgeving schiet er mede daardoor vaak bij in.

Spiegeloog Spiegeloog

What's the buzz: Work on me


Kopstukken Naam: Geboren: Overleden: Kopstuk, want:

Carl Ransom Rogers 8 januari 1902 4 februari 1987 is de bedenker van de cliëntgerichte theorie en bijbehorende psychotherapie Tekst: Raïsa van Olden

Spiegeloog

8 februari 2009

Carl Rogers werd in 1902 geboren in Illinois. Zijn ouders ouders schreef hij later: ‘I think the attitude toward persons waren Walter Rogers, succesvol bouwkundige en Julia outside our large family can be summed up schematically in this way: Cushing, huisvrouw. Hij was de vierde van zes kinderen. In 'Other persons behave in dubious ways, which we do not approve of het gezin werd veel waarde gehecht aan orthodox protesin our family. Many of them play cards, go to movies, smoke, dance, tante geloofsopvattingen, zuinigheid en hard werken. Het drink, and engage in other activities, some unmentionable. So the best werd al vroeg duidelijk dat Rogers een intelligent kind was, thing to do is to be tolerant of them, since they may not know better, hij kon bijvoorbeeld al lezen voordat hij naar school ging. but to keep away from any close communication with them.’’ (A Way Door de centrale plek die het geloof innam in het gezin, of Being, 1980). las hij vooral de Bijbel. Toen Rogers naar school ging werd Na zijn afstuderen trouwde hij met Helen Elliot, tegen hij gezien als een uitstekende leerling, die onafhankelijk de wens van zijn ouders in. Zij vonden het namelijk geen en gedisciplineerd overkwam. Hij trok weinig met andere goed idee dat Rogers ging trouwen voordat hij een goed kinderen op en was erg op zichzelf, hoewel hij later als lopende carrière had. Na de bruiloft verhuisde Rogers naar volwassene toe zou geven dat hij zijn hele leven een grote New York. Hij begon aan een opleiding tot predikant, maar behoefte heeft gehad aan menselijk contact. Het lukte hem stapte al snel over op een studie Psychologie aan Columechter zelden zijn gesloten houding te laten varen en zich bia University. Een van zijn docenten aan deze universiteit, open te stellen voor de mensen om hem heen. Leta Hollingworth, had met haar warme menselijke instelToen Rogers twaalf jaar oud was, verhuisde het gezin naar ling en aanpak gericht op het gebruik van het gezonde vereen boerderij. Hij raakte hierdoor geïnteresseerd in landstand veel invloed op Rogers. Dit waren voor hem nieuwe bouwkunde en kreeg een fascinatie voor biologie, planervaringen, na de huiselijke strengheid en de studie landten en dieren. Door zelfstudie ontdekte hij in zijn jonge bouwkunde met een afstandelijke wetenschappelijke benajaren de wetenschappelijke principes, zoals het toetsen van dering van vraagstukken. Hij studeerde in 1928 af aan de hypothesen door een Colombia University experimentele groep en promoveerde hier te vergelijken met - Alle individuen bestaan in een continu veranderende wereld in 1931. een controlegroep. Na zijn afstuderen van ervaring waarvan zijzelf het centrum zijn Deze principes zou werkte hij twaalf hij later toepassen in jaar als hoofdbezijn onderzoek naar handelaar in een klide effecten van de cliëntgerichte psychotherapie. Rogers niek voor gedragsgestoorde kinderen. In 1939 schreef hij begon in 1919 aan een studie landbouwkunde aan de Uni'The Clinical Treatment Of The Problem Child'. Rogers begon versity of Wisconsin. samen met collega’s te experimenteren met verschillende Toen hij twintig jaar was werd hij door zijn universiteit behandelmethoden, wat uiteindelijk zou leiden tot zijn thegeselecteerd om voor zes maanden op studiereis naar orie over de cliëntgerichte psychotherapie. In 1940 werd hij China te gaan, om een internationale Christelijke confehoogleraar in de Klinische Psychologie aan de Ohio State rentie bij te wonen. Tijdens zijn verblijf daar begon hij te University. Hij schreef hierna zijn tweede boek 'Counseling twijfelen aan zijn geloof. In China ontdekte hij namelijk dat and Psychotherapy'. Hierin schreef Rogers dat een cliënt proeerlijke en open mensen verschillende religies konden aanblemen kan oplossen en meer inzicht kan krijgen in zichzelf hangen. Rogers stapte af van zijn orthodoxe geloof, wat er en zijn leven, door een goede relatie met een begrijpende toe leidde dat zijn ouders hem bijna onterfden. Over zijn en accepterende therapeut.


traal staat bij deze vorm van psychotherapie. Dit kan al een belangrijk veranderingsproces in de cliënt teweeg brengen. Laat de cliënt zelf het gespreksonderwerp kiezen, zij weten wat hun problemen zijn en wanneer ze gereed zijn die onder ogen te zien. Het is de taak van de therapeut om een veilige sfeer te creëren, waarin de cliënt uiteindelijk ‘als vanzelf ’ de weg naar zijn gezondheid kan vinden. De therapeut reflecteert de gevoelens van de cliënt, zonder deze een vastgestelde therapeutische richting op te leggen. Door gesprekken komt de patiënt tot inzichten en emoties die eerst verborgen waren. Er zijn drie begrippen die volgens Rogers belangrijk zijn bij een goed gesprek. De eerste is onvoorwaardelijke acceptatie, de mens verdient respect voor zijn autonomie en eigenheid. Je moet degene met wie je het gesprek voert onvoorwaardelijk accepteren. Het volgende begrip is empathie. Dat is de manier om de belevingswereld van de cliënt binnen te treden. Toon als therapeut empathie en laat zien dat je luistert en je kunt inleven in de gedachten en gevoelens van een ander. Het laatste begrip is congruentie. Een congruente therapeut is oprecht in de behandeling, hij gedraag zich niet onnatuurlijk. Tijdens een psychologiecongres in 1940 kwam Rogers met de stelling dat ieder weldenkend mens zonder officiële opleiding in staat was een goede therapeut te zijn. Ook heeft hij zijn hele leven volgehouden dat hij in zijn carrière als psychotherapeut en wetenschapper meer van zijn cliënten heeft geleerd dan van zijn opleiding.

De cliëntgerichte psychotherapie

- Van Vliet, P. (2006). Wat drijft de mens? Amsterdam: Boom Uitgeverij. - http://nl.wikipedia.org/wiki/Carl_Rogers - http://www.geestkunde.net/uittreksels/cr-klin-psych. html - http://webspace.ship.edu/cgboer/rogers.html - http://en.wikipedia.org/wiki/Carl_Rogers - http://psychology.about.com/od/ profilesofmajorthinkers/p/bio_rogers.htm - http://www.sonoma.edu/users/d/daniels/Carl_Rogers_ Notes.html - http://www.nrogers.com/ - http://www.mythosandlogos.com/Rogers.html

De cliëntgerichte psychotherapie of rogeriaanse therapie is een vorm van psychotherapie waarin het inzicht van de cliënt centraal staat. Rogers ontwikkelde deze therapie als tegenhanger van de psychoanalytische en behavioristische behandelvormen. Hij vond deze therapieën te sturend en niet geschikt om de zelfontplooiing van de cliënt te bevorderen. Rogers schreef 16 boeken en vele artikelen over zijn theorie. Hij baseerde zijn theorie op 19 proposities, waaronder: ‘Alle individuen bestaan in een continu veranderende wereld van ervaring waarvan zijzelf het centrum zijn.’ En: ‘Dit ervaringsveld is de realiteit voor het individu.’ Het actief luisteren naar de cliënt is een techniek die cen-

‘In my early professional years I was asking the question: How can I treat, or cure, or change this person? Now I would phrase the question in this way: How can I provide a relationship, which this person may use for his own personal growth?’ Carl Rogers, On Becoming a Person

Bronnen:

9 februari 2009

Na zijn aanstelling als hoogleraar kwam Rogers meer in contact met studenten. Hij merkte dat zijn werkwijze moeilijk was uit te leggen aan deze kritische en nieuwsgierige bevolkingsgroep. Dit stimuleerde hem om zijn theorie en methode scherper en vollediger uit te werken en te formuleren. In 1945 ging hij werken aan de University of Chicago, richtte daar een behandelcentrum op en deed onderzoek naar de relatie tussen het therapeutisch proces en behandeleffect. In 1956 werd Rogers de eerste voorzitter van de American Academy of Psychotherapists. Vervolgens gaf hij les in de Psychologie aan de University of Wisconsin. Gedurende deze tijd schreef hij één van zijn bekendste boeken: 'On Becoming a Person'. In 1957 startte hij een onderzoek naar het effect van cliëntgerichte therapie op mensen met schizofrenie. Dit onderzoek liep vast door onduidelijkheden over fraude en daarbij kwam ook dat het onderzoek een negatieve uitkomst had. Dit leidde ertoe dat Rogers in 1964 teleurgesteld zijn wetenschappelijke loopbaan afbrak. Hij ging werken voor het Western Behavioral Sciences Institute in Californië. Hij probeerde de cliëntgerichte benadering toe te passen op niet-therapeutische omgevingen, zoals het onderwijs, de politiek en het bedrijfsleven. Volgens Rogers waren vredesbesprekingen bijvoorbeeld alleen zinvol als de politiek leiders elkaar intensief ontmoetten in groepsverband. Rogers heeft zich in zijn laatste jaren vooral toegelegd op het toepassen van zijn theorieën op nationale conflicten. Hij reisde de wereld over om te proberen bevolkingsgroepen bij elkaar te brengen en de communicatie tussen hen goed te laten verlopen. Hij gaf veel lezingen en workshops. In Ierland bracht hij invloedrijke protestanten en katholieken bij elkaar en in Zuid-Afrika de donkere en blanke bevolkingsgroepen. Zijn laatste reis was naar de Sovjet Unie. Door zijn groeiende beroemdheid werd hij tot zijn afschuw steeds vaker als een goeroe gezien en niet meer als deelnemer aan het therapeutisch proces. In 1987 brak Rogers zijn heup door een val en werd succesvol geopereerd. Helaas kreeg hij last van zijn hart en stierf enkele dagen later, op 85 jarige leeftijd. Voor zijn werk in Ierland en Zuid Afrika werd hij in 1987 genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede, dit nieuws werd echter pas een aantal weken na zijn overlijden bekend.

Spiegeloog

Carl Rogers met zijn dochter Nathalie, die ook psycholoog is


Boef zoekt vrouw Schrijven met een gevangene: angstaanjagend of spannend? Hoewel het doel van zulk briefcontact voor buitenstaanders vaak onduidelijk blijft, draait het meestal niet om een relatie. Nico Epskamp van Stichting Bonjo bedacht een manier om gevangenen juist wel de mogelijkheid te geven een relatie te laten krijgen met mensen buiten de gevangenis. Tekst: Vera van der Molen

Spiegeloog

10

februari 2009

Als iemand vertelt dat zij (meestal zijn het vrouwen) schrijft kerstkaartjes die er weken over doen voordat ze aankomen. met iemand in de gevangenis, wordt daar vaak ontsteld op Hierbij is echter sprake van gewone vriendschap. gereageerd. ‘Waarom?’ is de vraag die op ieders lippen Ex-gedetineerde Nico Epskamp, medewerker van Stichligt. Waarom zou je schrijven met iemand, van wie je weet ting Bonjo, heeft een bureau opgezet waarmee gevangenen dat hij of zij een misdaad heeft begaan? En in het meest ook met mensen buiten de gevangenis in contact kunnen extreme geval: waarom zou je schrijven met een moordekomen. Het doel van het ‘Contactbureau’ is echter precies naar, die binnen afzienbare tijd geëxecuteerd zal worden? dat waarvan de meeste brievenschrijvers menen dat het Want schrijven met Amerikaanse gevangenen op death row geen rol speelt: een relatie. Het nut van ‘zomaar’ brieven gebeurt vaker dan je denkt. Sowieso wordt vrijwel altijd schrijven ziet hij niet: ‘Dan krijg je iemand voor je die het geschreven met gevangenen in het buitenland, meestal beste met je voorheeft. Nee, dáár zitten ze op te wachten. Amerika, omdat bemiddelingsbureaus in Nederland niet te Wat kun je nou doen, samen bidden? Berouw tonen? Ieder vinden zijn. Via www.writeaprisoner.com kun je bijvoorbeeld z’n ding hoor, maar ik heb daar niets mee. Ik geloof niet makkelijk in contact komen met gedetineerden. Voordat je in de effectiviteit’. Hij zag wel iets in een Contactbureau, bij de profielen van de gevangenen kunt komen, staan er in de media vaak tot relatiebemiddelingsbureau gedoopt, wel een paar stukjes tekst die je zogenaamd ‘moet’ lezen, om gevangenen wat meer kans te geven op een gelukkig maar die zijn gemakkelijk over te slaan. Dan kom je op de liefdesleven. Spiegeloog vroeg hem wat het Contactbureau profielensite, met foto’s van talloze mannelijke en ook een nou precies inhoudt. paar vrouwelijke gevangenen. Eén keer klikken op de foto van jouw favoriet, en je krijgt een lijst aan informatie te Wat doet Stichting Bonjo? zien. Robert bijvoorbeeld, heeft bruine ogen, bruin haar en Bonjo is de overkoepelende vereniging van ongeveer 70 veris een weegschaal. Op dezelfde pagina is te zien dat Robert enigingen en organisaties die zich op een of andere manier in 2004 veroordeeld is tot levenslang. Eén keer doorklikbezig houden met (ex)-gedetineerden. Het begon met het ken via 'see crime' en je opzoeken van gevangenen weet dat Robert iemand die verlaten waren door We hebben de uitspraak ‘Wonen, werken en een wijf’ heeft vermoord. In zijn alles en iedereen en geen persoonlijke tekstje aan de bezoek kregen. De laatste maar weer eens van stal gehaald lezer laat hij nog weten dat twee jaar heeft er zich een hij zes kinderen heeft, van beleidswijziging voorgesport houdt, en graag zijn poëzie met iemand wil delen. daan en is Bonjo ook meer eigen projecten gaan ontwikkeIs het pure naastenliefde die vrouwen ertoe beweegt met len, naast dat het een kenniscentrum is. Zo hebben we het Robert te gaan schrijven?? Willen ze hun moedergevoeBonjo Bulletin, het blad voor Bonjoleden, omgevormd tot lens de kans geven, of zijn ze toch op zoek naar wat liefde het Bonjo Bajes Bulletin en de gevangenis in gekregen. Zo in hun leven? Met een beetje surfen op internet kom je kunnen gevangenen zelf ook lezen wat er speelt. Langs die genoeg vrouwen tegen die hun verhaal over het schrijven weg proberen we problemen waar (ex-)gedetineerden mee met gevangenen kwijt willen. Er zijn ook fora waarop ze te maken krijgen onder de aandacht te brengen. Denk bijmet elkaar praten over ‘hun’ gevangenen en waarop ze de voorbeeld aan huisvesting, werk en inkomen, verzekerindagelijkse beslommeringen die hierbij komen kijken delen: gen die ontzettend moeilijk zijn af te sluiten, of waarvoor postzegels voor Amerika die steeds duurder worden, ’s ochmen soms wel drie keer meer moet betalen. We hebben de tends uitkijken naar de postbode die je huis voorbijloopt, uitspraak ‘Wonen, werken en een wijf ’ maar weer eens van

N


Wat zijn het voor mensen die reageren? Sommigen willen zorgzaam zijn, anderen vinden het misschien wel spannend. Of iemand kent iemand in de gevangenis, heeft daar een broer zitten. En er zijn natuurlijk altijd mensen die overal wel voor in zijn. Het zijn mensen uit alle hoeken van de samenleving, hoewel hoogopgeleiden niet zo vaak reageren. Verder kunnen gevangenen ook op elkaars advertentie reageren, als familieleden bijvoorbeeld de advertenties die op de site staan uitprinten en naar hen opsturen. Het aantal reacties toont een continue stijgende lijn. Veel mannen reageren op de vrouwenvleugel. Die vrouwen krijgen een megapost van de Nederlanders, echt ongelooflijk. Wat voor relaties komen eruit voort? Het Contactbureau bestaat pas zeven maanden, dus we weten nog niet zoveel over het resultaat. Wel merken we door het aantal brieven dat we elke dag doorsturen, dat er veel belangstelling is. Elke dag wel een stapeltje brieven en zo’n 30 mailtjes. Maar of zo’n relatie echt standhoudt? Dat weet ik niet. Ik heb nog nooit op een internetsite gedate, maar ik hoor dat dat ook allemaal heel vluchtig is. De omstandigheden veranderen, en dan zijn er natuurlijk heel veel

Nico Epskamp in RTL Boulevard

Kunnen alle gedetineerden een advertentie zetten? Ja, dat is open voor iedereen. Ook voor mensen die een levenslange straf hebben, of tbs. Het is eigenlijk een heel transparant gebeuren. Op andere datingsites kun je zeggen wat je wilt, maar hier weet je in elk geval dat je te maken hebt met een gedetineerde. De meeste zijn heel open, hoor. Hier zie je bijvoorbeeld een advertentie staan: ‘Ik ben weduwnaar sinds 2001. Ik moet nog zitten tot 2011.’ Dan heeft hij waarschijnlijk zijn vrouw omgelegd, maar dat kun je gewoon vragen. Of soms zie je een advertentie: ‘Ik ben een Turk, ik zit voor een moord, ik heb vier jaar geen seks gehad’. Dat is wel heel eerlijk. De mensen die binnen zitten, hebben er wel oren naar. De hormonen vloeien rijkelijk, en het leidt de aandacht een beetje af van alles wat er in de gevangenis gebeurt. Wat gaat er verder nog gebeuren met dit Contactbureau? Najaar 2009 komt hierover een televisieprogramma op een publieke zender. Dat wordt een soort documentaire waarin we de lotgevallen van een gedetineerde en degene die reageert gaan registeren. <<<

Spiegeloog

Wat doen jullie om invulling te geven aan de derde 'w'? We hebben het Bonjo Contactbureau voor gedetineerden opgezet. Gevangenen sturen hun profiel naar ons, wij maken er een advertentie van en plaatsen die op de website en dan kunnen mensen daarop reageren. Wij fungeren in het begin als een soort postkantoor: we krijgen de brieven en sturen ze door. We doet dat twee keer, maar daarna moet het z'n eigen gang gaan. Het is alleen niet onze taak om toezicht te houden op wat er gebeurt, we zijn niet verantwoordelijk. We zeggen wel: geef niet direct je adres door, wees een beetje voorzichtig. Maar de gemiddelde gedetineerde is zo blij met elk contact, die is zelf ook voorzichtig.

redenen dat een relatie verbroken wordt. We zien het ook in brieven: mensen beginnen heel enthousiast, maar dat wordt soms toch minder. Wat wordt er zoal geschreven in de brieven? De reacties zijn heel gevarieerd. Soms begint het met een heel kort briefje: ‘Hallo, hoe gaat het?’. En dan stuurt de ander een brief terug. Dan schrijven ze een beetje over de dagelijkse dingetjes, over wat ze van bepaalde dingen vinden. En dan komen de hete brieven, die komen ook wel eens binnen.

11

februari 2009

stal gehaald. Als aan deze drie factoren wordt voldaan, is de kans op terugval een stuk kleiner. Zo hebben we al een project dat ervoor zorgt dat gevangenen hun huis tijdelijk kunnen verhuren, zodat ze daar later weer kunnen terugkomen. Dat voorkomt dakloosheid.


Op Kamers

Tekst & Foto's: Vera van der Molen

Kamer: A 8.11 Bewoners: Eva Lith en Eva de Ruiter Eva Lith en Eva de Ruiter zijn naamgenoten en beste vriendinnen, creëren samen werkgroepen voor derdejaars klinische bachelorstudenten, geven allebei practicumonderwijs in het eerste jaar en bewonen nu samen kamer 8.11. Groene ezel

Spiegeloog

Hij is nu helaas al weer weg, maar een tijdje geleden hadden Eva Lith en Eva de Ruiter een gigantische, groene ezel op hun kast liggen. De Ruiter: ‘De groene ezel was onderdeel van een kunstproject, waarbij hij van Marokko naar Amsterdam reisde, met behulp van wie dat wilde. Ik heb toen ook een dagje op de ezel gepast. Hij ging mee naar de les en zat hier op de kamer. Mensen konden iets achterlaten in z’n buik, als teken dat hij bij hen was geweest.’ Lith: ‘Wij hebben er een groene jojo in gedaan. Dat vonden we mooi symbolisch voor het onrustige bestaan dat de ezel leidde, dat hij voortdurend heen en weer geslingerd werd.’ De Ruiter: ‘Onze themakleur is groen, dus het was leuk dat de ezel dat ook was.’ Lith: ‘Groen is feng shui-technisch heel goed, heel rustgevend.’

12

februari 2009

Schoolbordkast ‘Deze kast is ons overzichtsding om to do-lijstjes op te schrijven en om boodschappen aan elkaar door te geven als we elkaar mislopen. Er zitten ook magneetjes op, waarmee we heel handig dingen kunnen ophangen. Het was wel een half mislukt project: we gingen hem ‘s middags verven, maar zo’n spuitbus produceert heel veel ellende in de lucht. De hele gang had er last van. We zijn stikkend naar beneden gevlucht, en hebben koekjes gekocht voor onze buren om sorry te zeggen. En alles was vies: de grond, de muur, wij. We hadden wel een paar papiertjes op de grond gelegd, maar dat was blijkbaar niet genoeg.’

Beertjes Net buiten de kamer van Eva Lith en Eva de Ruiter hangen een groen en een blauw beertje. Erop staan hun namen of initialen, en aanwezig of afwezig. Wat doen die daar? Lith: ‘Dit zijn onze aan- en afwezigheidbordjes. De groene is Eva de Ruiter en de blauwe dat ben ik. Als het beertje de gang in kijkt dan is diegene aanwezig, als hij naar de muur kijkt dan is diegene afwezig. We hebben ze gekocht bij de Albert Heijn. Ze werden daar verkocht als kerstversiering. Ik ben sowieso niet echt van de kerstbomen, maar als ik dat zou zijn, dan toch wat traditioneler. Ik zou deze niet in mijn kerstboom hangen.’


Psycholoog aan het Werk: Interview met forensisch psycholoog Frans Koenraadt ‘Ik wou dat jullie dood waren!’ Je hebt het vast wel eens naar je ouders geroepen, terwijl je jankend de trap op stampte tijdens een ruzie. Dat is niks om je voor te schamen, een doodswens ten aanzien van je ouders is een veel voorkomende kronkel in de menselijke psyche. Net zo bang als je soms bent je ouders te verliezen, zo erg kun je ook wensen dat je eindelijk van ze verlost bent. Gelukkig proberen de meeste kinderen hun ouders niet tijdens elke ruzie van kant te maken. Toch gebeurt het wel, er is zelfs een officiële naam voor: parracide. Frans Koenraadt, bijzonder hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit van Utrecht, promoveerde in 1996 met zijn proefschrift ‘Ouderdoding als ultiem delict’.

Hoe kwam u op het idee ouderdoding te onderzoeken? ‘Ik werk naast mijn baan op de universiteit ook bij het Pieter Baan Centrum. Daar bekijk ik onder andere in welke mate mensen die beschuldigd worden van moord of doodslag toerekeningsvatbaar zijn voor hun daden en geef ik advies voor het wel of niet veroordelen tot tbs. In de loop van de tijd kwam ik steeds meer gevallen tegen van kinderen die een ouder hadden gedood. Dat waren interessante gevallen, vooral omdat het zo onnatuurlijk lijkt om je eigen vader of moeder te doden. Naast de ongeveer 100 gevallen die ik zelf in het Pieter

Baan tegenkwam kon ik ook in eerdere literatuur over parracide nog 300 casussen vinden.’ Wat voor kinderen vermoorden hun vader of moeder? ‘Je moet niet denken aan een jochie als Ciske de Rat. Het jongste geval dat ik in de praktijk ben tegen gekomen is een 16-jarige jongen. In de literatuur wordt als jongste geval een meisje van 11 jaar beschreven. Dit zijn echter uitzonderingen, de meeste daders zijn adolescenten, rond de 20 jaar. Op deze leeftijd probeert men zich los te maken van de ouders. Er zijn kinderen die hun hele jeugd mishandeld worden, in de meeste gevallen door hun vader, die ook de rest van het gezin terroriseert. Om de mishandeling onopgemerkt door te kunnen laten gaan wordt het kind vaak afgezonderd van de sociale wereld, het mag niet naar buiten of met vriendjes spelen. Op die manier wordt het kind extra aan huis gebonden, er is geen andere plek waar het heen kan om de mishandeling te ontwijken. Op een gegeven moment is bij een kind de drempel van wat het aankan bereikt. Na de zoveelste afranseling ontstaat er een nietsontziende woede die maar een doel kent, de vader doden. Dit lijkt op dat moment de enige mogelijkheid om ooit aan de mishandeling thuis te ontsnappen. Ook is het beschermen van de moeder en eventuele jongere broertjes of zusjes een motief. De zoon springt dan vaak in de bres voor de rest van het gezin.’

- Op een gegeven moment is bij een kind de drempel bereikt -

>>>

13

februari 2009

Frans Koenraadt (1952) studeerde klinische psychologie en sociologie in Tilburg, Amsterdam en Illinois, USA. Vanaf 1980 is hij als universitair docent forensische psychiatrie en psychologie werkzaam bij het Willem Pompe Instituut. Sinds 1988 is hij als rapporterend psycholoog verbonden aan het Pieter Baan Centrum te Utrecht, en maakt hij deel uit van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. Hij is tevens zelfstandig gevestigd in een eigen praktijk voor forensische psychologie. Hij is psycholoog NIP, criminoloog, gezondheidszorgpsycholoog en vast beëdigd gerechtelijk deskundige. Als forensisch psycholoog houdt hij zich bezig met gedragskundige rapportage pro Justitia in klinisch en ambulant verband ten behoeve van de strafrechtspraak en de tuchtrechtspraak. In 2008 is hij benoemd tot bijzonder hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Utrecht.

Spiegeloog

Tekst en foto: Bo van Houwelingen


Spiegeloog

14

Dus vaderdoding, patricide, vindt vooral plaats na jarenlange mishandeling. Geldt dat ook voor matricide, moederdoding? ‘In sommige gevallen wel, maar meestal blijkt een moederdoder er geestelijk slecht aan toe te zijn. De dader lijdt vaak aan depressie, schizofrenie of is chronisch psychotisch. De kenmerken van deze stoornissen treden over het algemeen rond de adolescentie voor het eerst op. Soms is het zo dat de moeder in deze gevallen zelf ook een stoornis heeft waardoor een normale moeder-kindrelatie bijna onmogelijk wordt. Ik kan me nog een geval herinneren van een twintigjarige jongen en zijn jongere broertje. Hun moeder was manisch-depressief en zat het grootste gedeelte van de tijd in een psychiatrisch ziekenhuis. De vader van de kinderen woonde niet bij hen en bemoeide zich weinig met zijn zoons. De moeder werd in het weekend altijd naar huis gestuurd door het ziekenhuis. In plaats van dat zij dan voor haar kinderen zorgde moesten zij voor haar zorgen. Dit was een grote last, vooral voor de oudste zoon. Hij had al een aantal keren hulp gevraagd bij zijn vader, die op de hoogte was van de situatie, maar dit haalde niks uit. Ook had de jongen vaak om hulpverlening gevraagd bij allerlei instanties maar deze deden ook niets aan de situatie. Op een gegeven moment liep alles zo uit de hand dat de moeder aan haar zoon vroeg of hij haar wilde doden. Je kunt je voorstellen hoe gruwelijk het is zoiets aan je eigen kind te vragen. De jongen stemde in eerste instantie niet toe maar later, nadat het smeken en dreigen van zijn moeder hem volledig had uitgeput, heeft hij haar toch gedood.’

februari 2009

Wat gebeurt er dan? ‘In Nederland wordt de dader opgepakt en naar het Pieter Baan Centrum gebracht. Daar wordt, onder andere door mijzelf, onderzocht in welke mate de dader toerekeningsvatbaar is. Vaderdoders worden meestal in hogere mate toerekeningsvatbaar geacht dan moederdoders omdat zij bewuster doden en meestal niet psychisch gestoord zijn. Dit in tegenstelling tot de kinderen die matricide plegen. De meeste daders worden overigens berecht voor doodslag. Dat wil zeggen dat ze wel de intentie hadden iemand te doden maar dit niet van tevoren gepland hadden. In het geval van moord, het doden van iemand met voorbedachte rade, geldt er een nog hogere mate van toerekeningsvatbaarheid. Gelukkig wordt er steeds meer rekening gehouden met de situatie waarin de dader verkeerde tijdens het delict en de

Frans Koenraadt

Poena cullei Deze straf voor ouderdoding, die de Romeinen hanteerden, dateert van de laat derde, begin tweede eeuw voor Christus. De moordenaar werd, na geseling, met het hoofd bedekt door een kap van wolfsvel en samen met een aap, een haan, een hond en een slang in een rundlederen zak genaaid. Vervolgens werd hij op een met zwarte runderen bespannen wagen naar de zee of een rivier gereden en daarin geworpen, ‘zodat hij, nog in leven zijnde, het gebruik van alle elementen begint te ontberen en hem levend de hemel, dood de aarde, wordt ontnomen’ (Cloud, 1971). Eeuwenlang is er een debat gevoerd over de betekenis van de verschillende aspecten van deze bijzondere doodstraf. Zo werd wel beweerd dat de dader in zee of rivier werd geworpen opdat hij zich niet met moeder aarde zou kunnen verenigen. De symboliek is in de poena cullei alom tegenwoordig, zoals de vier dieren (fallische symbolen), de zak (symbool van de baarmoeder) en de zee (moederimago). Wellicht werd met het opleggen van deze sanctie aangegeven dat de dader van parracide eigenlijk niet geboren had mogen worden. Bron: - Cloud, J. D., “Parricidium: from the lex Numae to the lex Pompeia de parricidiis,”Zeitschrift der Savigny-Stiftung für Rechtsgeschichte. Romanistische Abteilung 88 (1971), 1–66. voorafgaande situatie. In het geval van de jongen die ik net beschreef was er sprake van slechts enige mate van verminderde toerekeningsvatbaarheid, maar door de speciale omstandigheden heeft hij maar een lichte straf gekregen.’ Zijn er verschillen tussen jongens en meisjes die parracide plegen? ‘Ja, jongens plegen vaker parracide dan meisjes. Waarschijnlijk voelen jongens zich eerder geroepen de rest van het gezin te beschermen voor bijvoorbeeld een gewelddadige vader. Een jongen hoeft niet per se zelf het slachtoffer van mishandeling of misbruik te zijn, hij kan ook zijn vader doden omdat die bijvoorbeeld zijn zusje misbruikt. Jongens handelen ook vaker alleen terwijl meisjes, als die al overgaan tot parracide, vaker mannelijke medeplichtigen hebben. Een meisje wordt bijvoorbeeld vaak geholpen door een broer of een vriendje.’ In het kader van het thema van dit Spiegeloognummer: waar zit uiteindelijk ‘het kwaad’, bij de ouder of het kind? ‘Iedereen heeft in meer of mindere mate agressie en woede in zich. Ik wil het niet per se ‘het kwaad’ noemen. In bepaalde omstandigheden komt deze woede tot uiting. Ik vind het een volkomen begrijpelijke en natuurlijke reactie om je vader te doden nadat jij en de rest van het gezin jarenlang door hem geterroriseerd zijn. Moord en doodslag zijn uitingen van tomeloze woede. In de razernij die


De ivoren toren Het Kwaad en zijn soortgenoten

‘Het Kwaad’ is een speciaal geval van een algemeen linguïstisch fenomeen, namelijk het verbasteren van een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord tot een zelfstandig naamwoord. Met de eerstgenoemde varianten is niet zoveel mis. Iemand kan ‘kwade bedoelingen hebben’ of ‘kwaad doen’. Het gaat daarbij om het karakteriseren van een persoon of daad als moreel afkeurenswaardig. Maar wanneer zo’n karakterisering verworden is tot Het Kwaad, dan gaat het plotseling om een eigenstandig fenomeen, waaraan in het ergste geval zelfs causale krachten worden toegeschreven.

Voorbeeldcasus patricide: Op 8 januari 1965 schoot en stak de dertienjarige Manfred F. zijn vader die op bed lag te slapen dood. Zijn vader was alcoholist, mishandelde zijn vrouw en tiranniseerde het hele gezin, waarin Manfred de derde van zes kinderen was. Op school spijbelde hij regelmatig, want hij moest vaak met vader mee de kroeg in. Ten opzichte van de andere gezinsleden, vooral zijn moeder, had Manfred een sterk verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkeld. Hij voelde zich genoodzaakt voor zijn moeder plaatsvervangend uit noodweer te handelen. Voorbeeldcasus matricide: A. is een jongeman van 21 jaar. Hij is de jongste uit een gezin van zes kinderen. Ieder leeft in het gezin op zichzelf. Vader is erg gesloten. De problemen begonnen in de zomer van 1983. A. kan zich moeilijk concentreren. Drie weken voor het delict voelt hij zich leeg en verloren, alleen. Hij brengt zijn moeder met een twintigtal messteken om het leven; hij doodt haar in koelen bloede, zonder dat er een ruzie of iets dergelijks aan vooraf ging. Bij gedwongen opname in het psychiatrisch ziekenhuis wordt de diagnose schizofrene psychose gesteld en worden achtervolgingswanen geconstateerd. (…) Tijdens het begaan van het delict en erna zijn de tekenen van een schizofrene psychose overduidelijk: koel, onverschillig, volstrekt ongeïnteresseerd in de situatie om zich heen. Hij spreekt zeer afstandelijk over het delict en toont geen enkele emotie.

Wetenschappelijk onderzoekers kunnen daarvan in de war raken. Die gaan zich dan afvragen wat Het Kwaad eigenlijk voor iets is, en waarin de essentie van Het Kwaad schuilt. Soms raakt men zo de draad kwijt, dat men ook nog empirisch onderzoek naar zo’n fenomeen wil doen. Helaas stikt het van zulke voorbeelden in de psychologie. Skinner heeft ze eens algemeen gekarakteriseerd toen hij opmerkte dat ‘once you have formed the noun ‘ability’ from the adjective ‘able’, you are in trouble’. Een voorbeeld betreft de mentale capaciteiten van Het Onbewuste. ‘Onbewust’ is prima als bijvoeglijk naamwoord (‘onbewuste processen’, of zelfs ‘onbewuste verlangens’) maar niet als zelfstandig naamwoord. Er is van alles onbewust, maar niets dat wij ‘Het Onbewuste’ kunnen noemen. Daarom kunnen wij aan dat Onbewuste ook geen eigenschappen toeschrijven. Als de Nederlandse psycholoog Dijksterhuis bijvoorbeeld wil weten ‘whether the unconscious is a good thinker’, dan stelt hij een empirisch zinloze vraag. Het Onbewuste bestaat niet, en is derhalve net zomin een goede denker als een goede muzikant of schaatser. Je kunt opperen dat het hier gaat om onschuldig metaforisch taalgebruik. Daar ben ik het niet mee eens. Ten eerste omdat metaforisch taalgebruik bijna nooit onschuldig is, en ten tweede omdat het in de wetenschap nou net niet de bedoeling is om in metaforen te spreken. Dat laten we over aan politici, schrijvers, en gelovigen. De opdracht van de wetenschap is om een letterlijke beschrijving van de wereld te geven. Daarin heeft noch Het Kwaad, noch Het Onbewuste een plek.

Uit: Ouderdoding als ultiem delict- F. Koenraadt. Denny Borsboom

Spiegeloog

Een van de meest huiveringwekkende Bush-momenten van de afgelopen jaren was de betiteling van Irak, Iran, en Noord-Korea als de Axis of Evil. Het bestempelen van iets als belichaming van Het Kwaad, dat is zwart-wit denken in de meest extreme variant. Met Het Kwaad valt niet te praten, laat staan onderhandelen. Het enige wat je met goed fatsoen met Het Kwaad kan doen, is het bevechten.

15 februari 2009

optreedt is geen enkele remming meer. In dit soort gevallen zie je dan ook vaak dat de vader bijvoorbeeld niet is omgebracht door één, maar door 73 messteken. Iedere vorm van beheersing is weg. Bij alle mensen kan dit soort agressie uitgelokt worden mits er de goede omstandigheden voor zijn. Ik zou zelf ook door het lint gaan als er bijvoorbeeld iets met mijn kinderen zou gebeuren.’ <<<


De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

Als wij er niet over schrijven is het geen nieuws!

Onafhankelijk orgaan voor de afdeling psychologie No 324

Amsterdam, januari 2009

jaargang 36

Machtige mensen kunnen zich niet goed inleven in de emoties van anderen Machtige mensen kunnen zich minder goed inleven in de emoties van anderen dan mensen zonder veel macht. Dat blijkt uit een onderzoek dat psycholoog Gerben van Kleef (Universiteit van Amsterdam) uitvoerde samen met een aantal collega's van de University of California in Berkeley. Van machtige mensen was al bekend dat ze minder aandacht besteden aan hun omgeving en dat ze emoties in onderhandelingen gemakkelijker naast zich neerleggen. Maar dat ze ook zelf emotioneel gezien anders reageren op de emoties van anderen, is nieuw. Van Kleef en zijn collega's onderzochten zowel de mate van emotionele reciprociteit (de mate waarin iemand ook verdriet voelt bij het luisteren naar een verdrietig persoon) als de emotionele complementariteit (de mate waarin iemand medeleven toont). Op beide vlakken scoren machtige mensen significant lager dan mensen zonder macht, zo blijkt uit het onderzoek. In totaal werden 118 proefpersonen onderzocht; zij waren allemaal eenmaal luisteraar en eenmaal verteller. De mate van macht werd niet geënsceneerd, maar vastgesteld aan de hand van een vragenlijst. Deze in Berkeley ontwikkelde vragenlijst vraagt mensen naar hun gevoel van macht. De antwoorden correleren met de daadwerkelijke sociale en

sociaal-economische status van de respondent. De vragenlijst is daarmee een betrouwbaar instrument om iemands power level te meten. Een opvallende uitkomst in het onderzoek is de gemeten waarde van de respiratory sinus arrhythmia (RSA)-activiteit, een index van de hartregulatie via de nervus vagus, een hersenzenuw die ook wel zwervende zenuw wordt genoemd. Hoe hoger de RSA, hoe lager de hartslag en hoe rustiger iemand wordt. Machtige proefpersonen bleken bij het aanhoren van een verdrietig verhaal een hogere RSA-activiteit te vertonen, waardoor hun emotionele respons op hun gesprekspartner aanzienlijk afnam. Willen machtige mensen nu geen compassie tonen, of kunnen ze het eenvoudigweg niet? Van Kleef: ‘Dat is een beetje dubbel. Aan de ene kant hebben ze een hogere RSA die erop wijst dat er een autonome regulatie van de hartslag plaatsvindt die maakt dat ze zich daadwerkelijk minder goed kunnen inleven. Aan de andere kant geven machtige mensen aan dat het hun aan de motivatie ontbreekt om zich te verdiepen in anderen. Ze hebben geen tijd voor ‘irrelevante' stimuli zoals de emoties van anderen en sluiten die daarom buiten.' Volgens Van Kleef kan dat zowel in hun voordeel als in hun nadeel

psycholoog Gerben van Kleef

werken. ‘Mensen die een bedrijf of een afdeling moeten leiden, kunnen niet altijd ‘meehuilen' met hun personeel; een leidinggevende moet immers de grote lijnen bewaken en de organisatie sturen. Maar tegelijkertijd maak je je als baas niet populair door geen oog te hebben voor de relevante emoties van je medewerkers. Als je niet luistert, loop je het risico dat je medewerkers minder gemotiveerd raken.' De tip van Van Kleef voor managers luidt dan ook: ‘Zie het belang in van je daadwerkelijk inleven in je medewerkers. Als de motivatie er is om te luisteren, hef je daarmee de blokkade op en kun je je openstellen.' Niet-machtige mensen moeten zich op hun beurt volgens Van Kleef beter realiseren dat hun klachten en emoties lang niet altijd zullen doordringen tot hun baas. Bron: FMG Communicatie


Derdejaars én masterstudenten tevredener De waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid!

In mei/juni 2008 is aan 3000 derdejaars bachelorstudenten en 7000 masterstudenten van de UvA gevraagd mee te doen aan de UvAMonitor voor Studenten. De respons was rond de 30% voor beide groepen. Deze week kwamen de onderzoeksrapportages uit. Daaruit blijkt dat derdejaarsstudenten én masterstudenten tevredener zijn over hun opleiding dan in 2005/2006. Dit jaar is in de rapportages ook veel te vinden over de tevredenheid van studenten over de dienstverlening binnen de UvA. Over hun opleiding zijn studenten meer tevreden dan enkele jaren geleden - maar

ding dan bij eerder onderzoek. Nu geeft 81% aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over de opleiding in het algemeen; in 2005 was dat nog 71%.

er blijven wensen. Wat studenten willen? In elk geval meer werkplekken, meer feedback en een beter perspectief op het beroepenveld. De bachelorstudenten zijn over het algemeen tevredener over hun oplei-

Studenten roepen Mathieu de Bakker uit tot Docent van het Jaar

Ook de masterstudenten hebben in vergelijking tot eerder onderzoek uit 2006 een hogere waardering voor de opleiding in het algemeen, de inhoud en de organisatie. De voorzieningen voor studenten krijgen een ruime voldoende, hoewel de beschikbaarheid (bijvoorbeeld van het aantal computerwerkplekken) volgens de respondenten beter kan. Bron: Bureau Bestuurlijke Informatie

te begeleiden door zijn gedrevenheid, zijn oneindig grote vakkennis en zijn passie voor het vak, aldus het juryrapport. De andere vijf docenten die genomineerd waren, ontvingen van de studentjury allen een speciale prijs die hun individuele kwaliteiten benoemt. Bron: Bureau Communicatie UvA

Chipknip vervangt kopieerkaarten Tijdens de 377ste Dies Natalis van de Universiteit van Amsterdam op donderdag 8 januari is Mathieu de Bakker, docent Griekse en Latijnse taal en cultuur, uitgeroepen tot UvA Docent van het Jaar 2008. De rector magnificus en de voorzitter van de studentjury, Thomas Smits van de ASVA Studentenunie, overhandigden de prijs - een gouden sculptuur van stelten - aan De Bakker. Stelten zijn het symbool van de goede docent, deze steekt boven de anderen uit,

maar moet daarbij een wankel evenwicht zien te bewaren. Juryvoorzitter Smits vertelde tijdens de uitreiking dat alle zes de genomineerden voor de UvA Docent van het Jaar met elkaar gemeen hebben dat ze een grote betrokkenheid hebben bij de studenten en bij de opleidingen waar ze doceren. Ook staan ze alle zes open voor hun studenten. Bij winnaar De Bakker lijkt het geven van college in zijn bloed te zitten. Hij weet zijn studenten naar grote hoogte

In januari 2009 start de uitrol van één betaalsysteem voor de studentenkopieervoorzieningen: de chipknip. De aanpassing gebeurt gefaseerd, zodat iedereen de gelegenheid krijgt de oude kaarten op te maken. Je kunt je chipknip opladen bij de cateringlocaties. Als de chipknip er is, kun je de oude kopieerkaarten niet meer gebruiken. Ze kunnen ook niet worden ingeleverd. Zorg er dus voor dat je oude kopieerkaart tijdig leeg is. Bron: UvA Facilitair Centrum


Filmrecensie Tekst: Bo van Houwelingen

The Boy in the Striped Pyjamas

Spiegeloog

18

februari 2009

De Ier John Boyne schreef in 2006 het boek The Boy in the Striped Pyjamas. Zowel onder kinderen als volwassenen, werd het boek meteen heel populair. Het won twee Irish Book Awards en werd kinderboek van het jaar. Nu is er de film, geregisseerd door Mark Herman. In het verhaal staat de vriendschap tussen twee jongetjes van acht centraal. De Joodse Shmuel zit achter een elektronisch beveiligd hek in een concentratiekamp; de andere is Bruno, het zoontje van de nazi-commandant die de leiding heeft over hetzelfde kamp. Het mooiste aan deze film is de onbevangenheid van Bruno (Asa Butterfield). Lange tijd denkt hij dat het concentratiekamp achter het bos vlakbij zijn huis een boerderij is, waar rare mensen in pyjama’s werken. Hij mag van zijn moeder nooit naar die boerderij toe, maar Bruno wil ontdekkingsreiziger worden dus op een dag ontglipt hij aan het oog van zijn moeder er gaat op onderzoek uit. Hij komt bij het hek achteraan het kamp. Daar zit Shmuel (Jack Scanlon), even oud als Bruno, maar door de ervaringen uit het kamp een stuk minder onnozel. Als Bruno enthousiast zijn bal over het hek gooit geeft Shmuel hem met een angstig gezicht weer terug. ‘Niet doen, dat is gevaarlijk’, fluistert hij. Dan klinkt er gefluit en Shmuel moet weg. ‘Tot morgen’, roept Bruno. De vriendschap is geboren. Elke dag ontmoeten de twee elkaar bij het hek. Bruno neemt vaak eten mee, ze dammen en praten. Nog steeds denkt Bruno dat het kamp een soort rare boerderij is, en dat het gevangenennummer op het pak van Shmuel bij een spel hoort. Hij schijnt zich niet te realiseren dat zijn vriendje er gevangen zit en nodigt hem dan ook regelmatig uit om te komen eten of spelen. Geduldig legt Shmuel hem beetje bij beetje de situatie uit. Hij is Joods en daarom is hij opgesloten door de soldaten. Bruno schrikt: zijn vader is ook een soldaat en over de joden hoort hij alleen maar slechte dingen, maar Shmuel is zijn vriend!

regie: Mark Herman

Bij Bruno thuis gaat het minder goed. Vader wordt steeds wreder tegen joden. Op een gegeven ogenblik wordt een Joodse bediende, met wie Bruno ook bevriend is geraakt, voor zijn ogen in elkaar geslagen. Moeder gaat zich steeds meer realiseren wat er met de joden in het kamp van haar man gebeurt, en waardoor die verschrikkelijke stank uit de schoorstenen van de verbrandingsoven wordt veroorzaakt. Ze begint zich steeds meer tegen haar man af te zetten. Daardoor begint Bruno serieus te twijfelen aan de goedheid van zijn vader, waar hij vroeger juist zo heilig van overtuigd was. De oorlog is het decor van de vriendschap tussen Bruno en Shmuel en speelt geen prominente hoofdrol. Het draait immers om het wereldje van Bruno en die leest liever avonturenboeken dan dat hij zich bezighoudt met de oorlog. In een rustig tempo ontwikkelt zich de vriendschap tussen de twee jongetjes en het verzet van de moeder van Bruno tegen zijn vader. Heel geleidelijk bereikt de film een verbijsterend hoogtepunt. De prachtige beelden uit de film, de grote onschuldige blauwe ogen van Bruno en het ontroerende bleke gezicht van Shmuel worden ondersteund door mooie muziek die als vanzelf de tranen over je wangen doet stromen. Het is alleen jammer dat de film volledig in het Engels is. Bij een Duitse setting, Duitse namen en Duitse oorlog hoort toch echt de Duitse taal, of op zijn minst wat agressief Duits gesnauw van de enge vader van Bruno. Helaas blijft het bij algemeen beschaafd Brits. De boodschap moge duidelijk zijn: ga naar deze film en geniet van een onschuldig kinderverhaal dat zich afspeelt in een schokkend grote mensenverhaal.

The Boy in the Striped Pyjamas is te zien in Pathé Tuschinski


Beschermd tegen het kwaad: de tbs-maatregel ‘Opsluiten tbs'er duivels dilemma.’ ‘TBS-ONTSNAPPING.’ ‘20 jaar cel en tbs voor 'bijlmoord'.’ ‘Nog een tbs'er voortvluchtig na proefverlof uit kliniek.’ Een greep uit de vele krantenkoppen over tbs. De meeste mensen hebben wel een beeld bij tbs’ers: gevaarlijke maniakken met allerlei psychische stoornissen. Meer weet men er meestal niet vanaf. Tijd voor een completer beeld van deze maatregel. Tekst: Annelinde Rep tbs op, omdat gezien zijn stoornis, de kans dat hij dezelfde misdaad nog een keer begaat, het delictgevaar, zo groot is Tbs is een nogal uitgebreide maatregel met veel zijpaaddat hij een gevaar voor de samenleving vormt. jes en bomen waardoor soms het bos niet meer te zien is. Als Henk zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten, wordt hij Om toch zo goed mogelijk uit te leggen hoe het zit met voor behandeling overgeplaatst naar een van de twaalf de maatregel tbs zonder dat het saai wordt (anders had je in Nederland aanwezige forensisch psychiatrische centra wel het Handboek forensische psychiatrie gepakt), laat ik (FPC). Het doel van de behandeling is het verminderen jullie kennis maken met fictieve Henk. Henk heeft onlangs van het recidiverisico, zodat hij weer in de samenleving kan een moord gepleegd en moest voor de rechter verschijnen. functioneren. Totdat dit is bereikt kan de behandeling door Een forensisch psychiater en een psycholoog hebben hem de rechter steeds met maximaal twee jaar worden verlengd. onderzocht en waren van mening dat Henk aan een psyOp advies van de forensisch psychiaters en psychologen chische stoornis lijdt. Zij rapporteren dit aan de rechter kan dit in principe oneindig die vervolgens de mogelijkheid lang doorgaan. Als de behanheeft om Henk ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Dit - Van de niet-behandelde seksueel delinquenten deling na een aantal keer verlenging er nog steeds niet gebeurt echter niet zomaar. recidiveert 24,4 tot 30,7 procent voor zorgt dat Henk minder Alleen het hebben van een gevaarlijk is voor de samenlepsychische stoornis maakt een ving, wordt hij overgeplaatst naar een zogeheten longstay dader niet meteen ontoerekeningsvatbaar. Op het moment afdeling. Ook als Henk weigert mee te werken -en dus de van de moord moet Henk zo onder invloed zijn geweest stoornis c.q. het recidiverisico niet vermindert- komt hij op van zijn psychische stoornis, dat hij niet anders handelen zo’n afdeling terecht. Weigeren mee te werken aan behankon dan hij deed. De stoornis moet dus in relatie staan tot deling als je veroordeeld bent tot tbs met dwangverpleging het delict, zoals dat in jargon heet, waarvoor Henk wordt kan vreemd klinken, maar ‘met dwangverpleging’ betekent veroordeeld. Dit was bij hem inderdaad het geval, zij het slechts dat de patiënt in een gesloten inrichting moet verniet voor honderd procent. De rechter acht de dader nu blijven. Eenmaal in de inrichting moeten patiënt en behanverminderd toerekeningsvatbaar. Voor een deel is Henk delaar het eens worden over de behandeling zoals dat ook dus zelf schuldig en zal hij ook gestraft worden door met niet-criminele patiënten gebeurt. >>> middel van een gevangenisstraf. Verder legt de rechter hem

(on)zin

Hoogleraren en hoofddocenten kozen in 2008 in Elsevier de opleiding psychologie van de Universiteit van Amsterdam als de beste van Nederland. Mark Spiering en Arnold van Emmerik rukken elke maand een zin die onmogelijk aan deze beoordeling kan hebben bijgedragen volledig uit de context. Deze maand viel hun oog op een suggestie voor vervolgonderzoek in een ambitieuze masterthese over persoonlijkheidseigenschappen van mensen met een angststoornis:

‘Exploratief is in dit onderzoek de omvang van de wereld gemeten. De vragenlijst voor deze meting bleek geen goed meetinstrument te zijn. In vervolgonderzoek zou het interessant zijn deze hypothese opnieuw te meten met een ander meetinstrument.’ NB: Producten die beoordeeld zijn met een voldoende kunnen door docenten voor deze rubriek worden genomineerd bij Arnold van Emmerik of Mark Spiering (programmagroep Klinische Psychologie). Anonimiteit gegarandeerd.

Spiegeloog

De maatregel tbs

februari 2009

19


ontoerekeningsvatbaar worden verklaard. Is het bos nog in zicht? Dan gaan we een kijkje nemen in de gevangenis.

De tbs-populatie

Spiegeloog

20

februari 2009

Gelukkig voor de loop van dit artikel wil Henk wel meewerken aan zijn behandeling en al snel ontmoet hij andere patiënten in de kliniek. Deze hebben net als hij een psychi- Behandeling in de gevangenis sche stoornis en hebben ook een ernstig delict gepleegd. Henk is dus na zijn gevangenisstraf overgeplaatst naar een Ongeveer 98 procent van de tbs-gestelden zijn veroordeeld FPC om te beginnen aan de behandeling, in de gevangevanwege het gebruik van geweld of dreiging, zoals moord, nis zelf heeft hij alleen zijn straf uitgezeten. Psychiatrische behandeling in de gevangenis is tegenwoordig echter wel mishandeling, seksuele delicten en brandstichting. Bijna 95 procent van de tbs-gestelden is man en ongeveer mogelijk en soms ook noodzakelijk. Niet alleen gedetineer20 procent heeft een IQ van minder dan 85, terwijl een ver- den die ook tbs zullen krijgen komen in aanmerking, ook gelijkbaar deel van de tbs-populatie een IQ van hoger dan delinquenten die geheel toerekeningsvatbaar zijn verklaard en dus alleen gevangenisstraf moeten uitzitten, kunnen 110 heeft. Opvallend is het aantal patiënten met een persoonlijkheids- behandeling krijgen. stoornis, maar liefst vier op de vijf. Een persoonlijkheids- Een voorbeeld van zo’n behandelingsmogelijkheid is de stoornis is een stoornis waarbij de patiënt op het gebied groepstherapie voor zedendelinquenten in penitentiaire van cognities, affecten, sociale omgang en impulsbeheersing inrichting (PI) De Boschpoort te Breda. Seksueel delinquenduidelijk afwijkt van wat binnen zijn of haar cultuur ver- ten zitten vaak al op aparte afdelingen van gevangenissen wacht zou worden. Deze afwijkingen manifesteren zich vrij- omdat zijn onderaan de sociale ladder staan in de inrichting wel altijd en in verschillende situaties en zorgen voor lijden en doordoor vaak slachtoffer zijn van mishandeling door of beperkingen in het functioneren. De stoornissen worden medegedetineerden. In 1999 is besloten deze groep gedetipersoonlijkheidsstoornissen genoemd omdat de stoornis neerden, die onder andere bestaat uit aanranders, verkrachstabiel en duurzaam is, de stoornis is vaak rond de adoles- ters en pedoseksuelen, te behandelen. centie begonnen en patiënten zijn als het ware vergroeid De behandeling bestaat uit een groepstherapie, eventueel met deze stoornis. De DSM-IV onderscheidt tien specifieke aangevuld met individueel contact. De groepsleden kunnen persoonlijkheidsstoornissen en tevens een ‘persoonlijk- tijdens de sessies openlijk met elkaar praten en herkennen heidsstoornis niet anderszins omschreven’ voor patiënten bij anderen hun eigen denkfouten. Hiernaast wordt aandie wel aan de algemene criteria zoals hierboven genoemd dacht besteed aan het vergroten van het verantwoordelijkvoldoen, maar niet aan de criteria van één van de specifieke heidsgevoel. Seksueel delinquenten praten voor zichzelf stoornissen. Met name antisociale persoonlijkheidsstoornis vaak hun daden goed of bagatelliseren deze. Tijdens de therapie wordt gepoogd dit (onder bepaalde vooraf te leren. waarden psychopathie genoemd) en borderline - Zodra de rechter besluit dat het recidiverisico van Henk Ook wordt gewerkt aan het inlevingsvermogen, persoonlijkheidsstoornis, genoeg verminderd is, mag hij met proefverlof dat vaak niet al te groot komen veel voor in de is bij deze groep mensen. tbs-populatie. Deze perEr wordt stilgestaan bij soonlijkheidsstoornissen de impact die hun daden hebben op de slachtoffers. Voor worden vooral gekenmerkt door instabiliteit en impulsivieen groot deel van de daders biedt dit ook een mogelijkteit. heid tot het verwerken van hun eigen verleden, aangezien Een kleiner deel van de patiënten, ongeveer een kwart, lijdt aan een psychotische stoornis en bijna driekwart van de veel van hen zelf ook (seksueel) misbruikt zijn. Een ander patiënten gebruikte ten tijde van het delict intensief drugs of belangrijk punt is de seksuele voorlichting die wordt gegealcohol, of waren verslaafd hieraan. Het is overigens niet zo ven. Hier komt onder andere het verschil in de beleving van dat mensen die onder invloed van drugs of alcohol een mis- seks tussen vrouwen en mannen, volwassenen en kinderen daad plegen (verminderd) ontoerekeningsvatbaar worden aan de orde. verklaard. De wet stelt dat op het moment dat een persoon Cijfers over de effectiviteit van deze behandeling in Nederbesluit onder invloed van dit soort middelen te raken, deze land zijn op dit moment nog niet bekend. Wel weten we dat persoon weet wat in Nederland van de niet-behandelde seksueel delinquenten deze middelen 24,4 tot 30,7 procent recidiveert. Uit cijfers uit het buitenkunnen veroorza- land blijkt dat van seksueel delinquenten die wel behandeld ken en dus schuld zijn slechts 3,6 tot 8,4 procent recidive pleegt. heeft. Als het verslavingsgedrag voortkomt uit een psychische stoornis, kan de dader wel (verminderd)

Terug naar de samenleving We gaan weer terug naar Henk, die inmiddels een aantal jaar behandeling in de FPC achter de rug heeft. Hoewel Henk nog niet vrij van symptomen is en zijn stoornis dus niet is verholpen, gaat het een stuk beter met hem en hoeft hij


Bronnen: Dienst Justitiële Inrichtingen: www.dji.nl Oostvaarderskliniek: www.oostvaarderskliniek.nl Expertisecentrum Forensische Psychiatrie: www.efp.nl - Leuw, E., Brouwers, M., Smit, J. (1999). Recidive na tbs. Den Haag: WODC. - Raes, B. C. M. en Bakker, F. A. M. (1999). De psychiatrie in het Nederlandse recht. Deventer: Gouda Quint. - Groen, H. en Drost, M. (red.) (2003). Handboek forensische geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: de Tijdstroom.

ramsj! leesvoer voor psychologen

Tekst: Joost Molenaar

Nederland en de 2e Wereldoorlog, René Kok en Erik Somers (2005) In samenwerking met het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie hebben de auteurs aan de hand van 52 thema’s een overzicht samengesteld over het dagelijks leven in Nederland tijdens de 2e Wereldoorlog. Met heel, heel veel foto’s en wat summiere tekst, maar de beelden spreken veelal voor zich. Een fraaie uitgave in twee kloeke delen; hard cover en glimmend papier. Zwolle: Waanders uitgeverij, van €75,00 voor €29,90, Deel I 584 p, Deel II 597 p. Mijn leven als genie, Salvador Dalí (1967) ‘Het enige verschil tussen mij en een gek is dat ik niet gek ben’, en ‘Het leven zou een kwelling zijn als er twee- of driehonderd Dalí’s bestonden’. Niet zomaar twee uitspraken van de beruchte Spaanse kunstenaar Dalí. In mijn leven als genie schildert hijzelf zijn portret in woorden en legt hij op even openhartige als flamboyante wijze de wortels van zijn kunstenaarschap bloot. Een psychologische schatkist. Amsterdam: Amstel Uitgeverij/Pandorapockets, van €10,00 voor €3,90, 253 p De genetica van de mens in een notendop, Joep Geraedts (2005) Wat zijn chromosomen? Hoe treden chromosoomafwijkingen op? Hoe vindt eiwitsynthese plaats? Alles wat je hierover altijd al wilde weten wordt hier in een heel handig naslagboekje in duidelijke en beknopte taal uitgelegd. Erfelijke aandoeningen en de kans op het doorgeven daarvan en genetische manipulatie komen aan de orde. Ook worden belangrijke ethische kwesties besproken. Geraedts is hoogleraar genetica aan de Universiteit van Maastricht. Amsterdam: Bert Bakker, van €9,95 voor €3,90, 126 p. Smart cooking voor studenten, Julius Jaspers (2006) Smart cooking, wat is dat? Volgens eetschrijver Jaspers betekent dat goed voorbereiden en in maximaal 5 minuten afmaken. Als je uitspraken als ‘oké kuikentjes, nu aan de slag’ kunt verteren is dit een aardig kookboekje met lekkere, niet al te ingewikkelde recepten met herkenbare smaken. Recepten in 5 categorieën: van top smart (‘cook to impress’), via slow smart (‘handen vrij voor andere dingen’) tot budget smart (‘einde van de maand’). Aantrekkelijk vormgegeven met mooie foto’s en duidelijke teksten. In ringband en dat is keukenhandig! Wormer: Inmerc, van €13,50 voor €5,00, 96 p. Boeken te koop bij de Selexyz Scheltema, Koningsplein.

Spiegeloog Spiegeloog

Zeven miljoen jaar, Douglas Palmer (2005) Zeven miljoen jaar beschrijft een van de boeiendste raadsels van de mensheid: de evolutie. In dit populair-wetenschappelijke boek treedt Palmer in de voetsporen van Darwin en Leaky en gaat op zoek naar de diepste wortels van de mensheid. Een overzicht van alles wat onderzoekers tot nu toe hebben beschreven. Met noten en literatuurlijst. Tielt: Lannoo, van €24,95 voor €7,90, 293 p.

21 februari december2009 2008

niet naar een longstay-voorziening. De twee andere mogelijkheden na de tbs-kliniek zijn direct zelfstandig wonen of overplaatsing naar een vervolgvoorziening. Na deze vervolgvoorziening kan de patiënt via begeleide woonvormen alsnog zelfstandig gaan wonen of kan hij in een ziekenhuis komen voor chronische psychiatrie. Op grond van klinische voorspelling wordt vastgesteld wat voor Henk het best is. In Nederland wordt er in tegenstelling tot veel andere landen veel gebruik gemaakt van klinische voorspelling, wat inhoudt dat het hoofd van de kliniek op basis van rapportage van medewerkers een oordeel velt. In het buitenland gebeurt dit veelal aan de hand van psychometrische tests. Omdat dit beter lijkt te werken wordt in Nederland ook gewerkt aan het ontwikkelen en geschikt maken van dit soort tests. Het hoofd van de kliniek heeft bepaald dat Henk bij de 25 procent van de patiënten hoort die richting zelfstandig wonen gaan. Er wordt een resocialisatieplan opgesteld en Henk krijgt steeds meer vrijheden. Er wordt extra aandacht besteed aan zijn verslavingsproblemen omdat hij straks in de buitenwereld veel meer in de verleiding zal komen tot het gebruiken van drugs en alcohol. Henk mag af en toe naar familie en bovendien heeft hij werk buiten de kliniek. Zodra de rechter besluit dat het recidiverisico van Henk genoeg verminderd is, mag hij met proefverlof, waarbij de kliniek verantwoordelijk blijft voor het gedrag van Henk. Henk wordt begeleid door een reclasseringsmedewerker die er tevens op toeziet dat hij zich aan de voorwaarden houdt die gesteld zijn door de rechter. Het proefverlof is zeer belangrijk voor de vermindering van het recidiverisico. Uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum blijkt dat van de patiënten zonder proefverlof 30 procent recidive pleegt, tegenover 11 procent van patiënten die wel eerst een proefverlof hebben gehad. Het blijkt echter toch moeilijk om recidive te voorkomen als de patiënten eenmaal met verlof zijn of wanneer de tbs voorwaardelijk is beëindigd. Reclasseringsmedewerkers zien recidive vaak aankomen, maar ingrijpen is moeilijk door de beperkte mogelijkheden die zij hebben. In het geval van Henk is ingrijpen niet nodig. Henk heeft vrijwillige behandeling voor zijn stoornis en leeft nog lang en gelukkig. <<<


De Rondvraag Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen

De vraag van Tom Beckers (Klinische Psychologie)

Beste Andries,

Spiegeloog Spiegeloog december 2008 juni 2008

22 22

Spiegelneuronen worden ons sinds een tiental jaar verkocht als het ultieme mechanisme achter imitatie, empathie, wie weet zelfs theory of mind. Maar heeft de ontdekking van die spiegelneuronen ook echt nieuwe ideeën en gedragsbevindingen gegenereerd, of bieden ze louter een neurofysiologisch substraat voor ideeën en theorieën die al veel ouder zijn, zoals de ideo-motor theorie van William James en de common-coding theorie van Wolfgang Prinz?

Tom

Het antwoord van Andries van der Leij (Psychonomie)

voeren) zouden actieschema’s begrepen en geleerd kunnen worden: understanding-by-doing. Dit brengt ons bij de theorieën die je noemt: William James heeft al in de negentiende eeuw het ideomotorische principe gepostuleerd: het motorsysteem wordt gedreven vanuit doelen en leert welke motorprogramma’s het sterkste met het doel zijn geassocieerd. Prinz suggereerde dat acties en percepties hetzelfde neurale substraat zouden moeten hebben. Het mirrorsysteem (de neuronen zijn nog nooit gemeten bij mensen) lijkt een mooi neuronaal correlaat te bieden voor deze theorieën. Maar heeft het ook tot nieuwe ideeën geleid? Allereerst moet ik zeggen dat ik als cognitief neurowetenschapper van mening ben dat een model dat biologisch gefundeerd is uiteindelijk beter is dan een zuiver cognitief model, omdat het naast gedrag ook licht werpt op het onderliggende proces. Maar daar moet ik bij zeggen dat dit wel afhankelijk is van het niveau van de uitspraak. Als onderzoekers menselijk gedrag willen bestuderen, dan hoeven ze daar geen breinmaten voor aan te wijzen. Maar al te vaak lijken onderzoekers een ‘hoe’ of ‘wat’ vraag te beantwoorden met een ‘daar’ antwoord: ‘Hoe herkennen mensen emoties bij anderen?’ ‘Met hun mirrorsysteem’. Dit brengt je niet dichter bij het antwoord en ik denk dat mirrorneuronen misschien wel net zo vaak mis- als gebruikt worden als fundament voor theorievorming. Toch denk ik dat de ontdekking ons inzicht in de neuronale basis van de perceptie van andermans gedrag heeft uitgediept.

Beste Tom, De ontdekking van mirror neurons was een toevalstreffer en maakt een prachtig verhaal. Drie Italianen (Rizolatti, Fogassi en Fadiga) waren in de jaren '90 bezig om vuurpatronen van hersencellen te meten bij een aap, terwijl het dier naar objecten greep. Rizolatti merkte op dat hetzelfde vuurpatroon hoorbaar was toen niet de aap, maar Fogassi de banaan pakte die voor het dier lag: het mirrorneuron concept was geboren. In het kort liggen er groepen cellen in een gebied van de ventrale premotor schors (F5) van apen die zowel actief zijn als het dier zelf een actie uitvoert, als wanneer hij een ander dier (of hongerige Italiaan) de actie ziet uitvoeren. De onderzoekers poneerden de stelling dat dit wellicht het neuraal mechanisme van sociale cognitie was. Door doelgerichte acties van anderen mentaal te imiteren (zonder ze echt uit te

Persoonlijk ben ik erg geïnteresseerd in de doelgerichtheid van de perceptie van acties. Een heel mooi voorbeeld is een studie van Ulmita et al. (2001), die lieten zien dat de mirrorneuronen van apen ook actief werden wanneer het doel (het object) van de beweging niet zichtbaar was. Een elegante gedragsillustratie werd gegeven door Gergely, Bekkering en Kiraly (2002), die onderzoek deden met baby's van 14 maanden oud. Ze toonden aan dat deze jonge kinderen al rationeel doelgericht imiteerden. Ze kopieerden vreemd gedrag (het indrukken van een knop met het hoofd) minder als er een waarneembare reden was voor dat gedrag: wanneer de proefleider haar handen niet kon gebruiken. Doelgericht drukten kinderen de knop gewoon met de handjes in. Ze kopieerden de hoofdbeweging meer wanneer haar handen wel vrij waren, volgens de onderzoekers rationeeel conclude-


Graag geef ik dit laatste punt door aan iemand die hier veel meer verstand van heeft dan ik: Jaap Murre. Andries van der Leij

bronnen - Umiltà, M.A et al. (2001). "I know what you are doing": A neurophysiological study. Neuron, 32, 91. - Gergely, G., Bekkering, H., & Király, I. (2002). Rational imitation in preverbal infants. Nature, 415, 755. - Aziz-Zadeh, L., Wilson, S., Rizzolatti, G., & Iacoboni, M. (2006). A comparison of premotor areas activated by action observation and action phrases. Current Biology. 16, 1818.

In de neurowetenschappen is er een trend waarneembaar richting modulaire systemen. Het je voorstellen van visuele informatie, maar ook van bijvoorbeeld smaak of geur wordt in dezelfde gebieden verwerkt als de perceptie ervan. Binnen het ‘mirrorgebied’ blijken gebieden multimodaal: deze worden zowel actief bij het waarnemen van een actie, als bij het horen van een beschrijving of een geluid van de actie. Dit soort observaties wordt door onderzoekers samengevat als bewijs voor een compleet modulair cognitief systeem (bijvoorbeeld geformuleerd als grounded cognition door Barsalou). Toch zijn bepaalde vormen van informatie zo abstract (bijvoorbeeld in taal termen als ‘geluk’) dat het moeilijk voor te stellen is dat we helemaal afkunnen zonder amodale systemen. Hoe wordt deze trend richting modulariteit opgevat binnen het computationele veld? Andries

Spiegeloog Spiegeloog

Het is nog onduidelijk hoe groot de rol van het mirrorgebied is in dit brede spectrum van doelgerichte processen. Onlangs is gevonden dat het zien van een actie en het horen van een talige beschrijving van dezelfde handeling tot dezelfde premotoractiviteit leidt (Aziz-Zadeh et al., 2006) en bij apen is gevonden dat zowel acties als geluiden van die acties vergelijkbare activiteit veroorzaken. Zo bezien is het mirrorgebied wellicht vergelijkbaar met visuele gebieden, die zowel actief zijn bij perceptie als imagery, maar dan alleen voor zover er een vertaling van perceptie naar motorische handelingen mogelijk is. En zo zijn we weer terug bij Prinz, die in feite een multimodaal systeem van cognitie voorstelt (net als bijvoorbeeld Barsalou) in tegenstelling tot amodale theorieën zoals die van Fodor en Pylyshyn. Het is spannend te zien hoe dit veld zich verder gaat ontwikkelen en wat voor positie het mirrorgebied zal innemen in modellen die ook in staat zijn om met abstractere vormen van informatie om te gaan.

Beste Jaap,

2323

juni2008 2008 december

rend dat er wel iets bijzonders aan de knop zou kunnen zijn dat het indrukken ervan een hoofdbeweging vereiste. Als je er over nadenkt dan is dit een behoorlijk complex proces dat het interpreteren van de motorische karakteristieken van een waargenomen actie ondergeschikt maakt aan het uiteindelijke doel of de intentie van de actie. Deze doelgerichtheid is ook terug te vinden in taal- en muziekperceptie.

Andries van der Leij (Psychonomie) geeft de Rondvraag door aan Jaap Murre (Psychonomie)


In de ban van het kwaad Altered states of consciousness: bezetenheid en trance In de Westerse samenleving komt het eigenlijk alleen in films voor, maar op veel andere plaatsen in de wereld is bezetenheid een onderdeel van de cultuur. Spiegeloog onderzoekt wat trance en bezetenheid precies zijn. Er wordt zelfs uit eigen ervaring gesproken. Tekst en foto's: Hannah Mathkor

Spiegeloog

24

februari 2009

‘De man op het bed verstarde en zijn spieren leken samen te trekken, hem veranderend in een stenen figuur. Langzaam, heel langzaam, zakte het bed in, alsof er een enorm gewicht op drukte. Het midden van het bed raakte de grond. De aanwezigen grepen de man bij zijn voeten en armen. Zijn gewicht was zo zwaar dat geen van hen hem kon optillen en ze vroegen om assistentie bij de toeschouwers. Zeven mannen konden hem amper optillen want hij was zo zwaar als een gietijzeren standbeeld.’ Bovenstaande is een beschrijving uit de jaren ‘20 van een geestuitdrijving van een Chinese boer. Elk jaar duiken er weer nieuwe en opzienbarende verhalen op over mensen die beweren bezeten te zijn door Satan, demonen of vreemde geesten. Vaak worden deze berichten, wellicht terecht, weinig serieus genomen. Maar in sommige delen van de wereld nemen bezetenheid en in trance raken een heel bijzondere en soms niet weg te denken rol in de samenleving in. Onder welke omstandigheden raken mensen bezeten? Wat is bezetenheid eigenlijk precies? En hoe gaat het er aan toe bij een dergelijk ritueel? ‘Altered states of consciousness’ De parapluterm waar bezetenheid, trance en andere dergelijke ervaringen onder vallen wordt in de literatuur ‘altered states of consciousness’ (ASC) genoemd. Iemand die in trance verkeert of bezeten is, komt dus in een totaal andere staat van bewustzijn dan de bekende bewustzijnstoestanden, zoals de slaap-, waak en droomtoestanden. Het eerste, en meest belangrijke verschil tussen een ASC en andere bewustzijnstoestanden is, dat personen die zich in een ASC bevinden een tijdelijke, maar duidelijk compleet andere staat beschrijven dan de bewustzijnstoestanden die zij gewend zijn. Zij ervaren andere sensaties en emoties dan in hun dagelijks leven. Niet alleen de mensen zelf beschrijven een radicale verandering, ook toeschouwers zijn getuige van een abnormale toestand. Personen in een andere staat van bewustzijn vertonen vreemd motorisch gedrag en ongewone gezichtsuitdrukkingen. Deze worden dikwijls als angstaanjagend beschreven door buitenstaanders vanwege het onnatuurlijke aanzien ervan. Een derde verschil met bekende bewust-

zijnstoestanden is de manier waarop ASC wordt opgewekt. Met behulp van bepaalde technieken en middelen, zoals het gebruik van hallucinogene drugs, sensorische deprivatie of juist het andere uiterste, sensorische overstimulatie, komen mensen in een vreemde bewustzijnstoestand terecht. Er bestaan talloze varianten op de wijze van inductie en deze verschillen van volk tot volk, van gebied tot gebied en van geloof tot geloof. Een veelgebruikte vorm van inductie is ritmische stimulatie, meestal door trommels of andere (percussie-)instrumenten en zang. Sommige mensen, daarentegen, sluiten zich geheel af van hun omgeving en door deze isolatie van andere mensen en gebeurtenissen en een hoge mate van naar binnen gerichte concentratie komen zij in een andere bewustzijnstoestand terecht. Verder kunnen fysieke uitputting, honger, dorst en soms zelfs zelfverminking ook een aanleiding vormen voor een ASC. Bovendien blijkt uit veelvuldig onderzoek dat bij personen die in een andere bewustzijnstoestand verkeren abnormale psychofysiologische metingen worden gedaan. Een voorbeeld hiervan is een afwijkend EEG-patroon. Al deze criteria maken het onderscheid tussen een ‘altered state of consciousness’ en een normale bewustzijnstoestand. Volgens Ludwig (1968) is er een optimale range van exteroceptieve stimulatie – dat wil zeggen stimulatie met betrekking tot het huidgebied, vanwaar door prikkeling reflexen in andere organen kunnen worden opgewekt noodzakelijk om een normale waaktoestand te handhaven. Met normale waaktoestand worden normale perceptuele, motorische, emotionele en cognitieve ervaringen bedoeld. Niveaus boven en onder deze range kunnen leiden tot de productie van een ASC. Bezetenheid & trance Er bestaat een duidelijk verschil tussen bezetenheid en trance, hoewel deze twee termen vaak onterecht voor hetzelfde worden gebruikt. Volgens Bourguignon (1976, 1979) is trance een ervaring en bezetenheid een opvoering waarbij de aanwezigheid van een publiek vereist is. Bezetenheid wordt meestal opgewekt door trommelen en dansen, terwijl trance meestal wordt veroorzaakt door


Bronnen beschikbaar bij de redactie.

25

februari 2009

vasten, sensorische deprivatie of drugs. Iemand in trance kan hallucinaties ervaren die vaak de vorm aannemen van een interactie met een of meerdere geesten. Hierbij is het mogelijk dat de geest of ziel van de persoon in kwestie tijdens de trance het lichaam heeft verlaten. Deze ervaring moet worden onthouden om aan anderen door te geven of te gebruiken voor helende doeleinden. Bezetenheid daarentegen is, kort gezegd, de manifestatie van een secundaire persoonlijkheid in de bezeten persoon. Deze persoonlijkheid is een resultaat van de interactie van culturele patronen en gebruiken en de individuele persoonlijkheid. De bezetene wordt echt een ander wezen, zijn lichaam wordt overgenomen door een geest. Deze gebeurtenis kan gezien worden als een soort geconditioneerde reflex, een psychologisch proces dat ontwikkeld is in overeenstemming met de normen en gebruiken van de cultuur. Dit proces is zodanig geïnternaliseerd dat het vrijwel nooit bewust wordt meegemaakt. In tegenstelling tot mensen in trance herinneren bezeten mensen zich vaak dus niets van wat er gebeurt tijdens de periode van bezetenheid. Om die reden moeten er anderen aanwezig zijn om te horen wat de geesten overbrengen. Wanneer de stimulus, bijvoorbeeld het getrommel, wordt gegeven treedt de reactie automatisch op omdat de persoon gewend is aan een patroon waar hij niets abnormaals in ziet. In een culturele omgeving waar mensen geloven in meerdere goden en geesten en waar een kind van jongs af aan wordt geleerd dat hij ertoe in staat zal zijn om een god in zich te ontvangen wanneer de trommels het juiste ritme bereiken, is het waarschijnlijk dat dat onder de juiste omstandigheden ook in de gewenste respons resulteert. De persoon wordt bezeten. Elke god heeft zo zijn eigen persoonlijke ritme waarop zijn toegewijden reageren. Sommige mensen zijn zelfs zo geconditioneerd door de ritmes dat zij onder welke omstandigheden dan ook meteen bezeten raken wanneer ze een bepaald ritme horen. De ritmische stimulatie door middel van trommels heeft waarschijnlijk ook een verdovend effect. Tijdens bezetenheid doen mensen immers vaak dingen die ze in een normale bewustzijnstoestand fysiek niet zouden kunnen doorstaan. Zo lopen ze over hete kolen, steken hun armen in kokende olie of in ijskoud water. Uit laboratoriumexperimenten blijkt dat sterke sensorische stimulatie die tegelijkertijd met pijn optreedt de overdracht van pijnsignalen naar de ‘bewuste’ hersengebieden kan voorkomen.

ceremoniële bezetenheid in Brazilië Zelf heb ik een paar jaar geleden tijdens mijn bezoek aan Brazilië een ritueel mogen aanschouwen van de Candomblé. Na een lange busreis langs de sloppenwijken en door de bergen van Sao Paulo kwam mijn groep aan op onze eindbestemming. We werden begroet door mensen in voornamelijk witte kledij. Tot onze verbazing hoorden wij ineens iemand in het Nederlands terug praten. Deze man, tevens toegewijde van het geloof, had vijf jaar in Amsterdam gewoond en wilde ons wel wat vertellen over de oorsprong van de Candomblé. Zoals eigenlijk alles in Brazilië is het geloof een mix van culturen en gebruiken van over de hele wereld, zei hij. Het doel van het ritueel dat wij zouden gaan bijwonen was om door middel van een medium, een persoon tussen het ‘aardse en het hemelse’, dichter bij de natuur te komen. Buiten begonnen handen op trommels te slaan en nieuwsgierig namen wij plaats op de aangewezen houten krukjes. De leden van de Candomblé stonden in een halve maan te zingen en mee te deinzen op het ritme van de trommels. In hun midden een man van middelbare leeftijd die met zijn handen in de lucht stond. Al vrij snel begon zijn lichaam te schokken en zijn ogen begonnen te rollen. Hij liep een rondje langs de aanwezigen. Sommige leden van de Candomblé trok hij tegen zich aan en terwijl hij ze weer losliet zag je hun gezichtsuitdrukkingen veranderen en hun lichamen schokken: zij waren nu ook bezeten. Ronddraaiend en dansend bewoog de groep over de grond. Na verloop van tijd kwam de eerstgenoemde man, die even het kleine houten huisje was binnengegaan, naar buiten rennen in een blauwe bloemetjesjurk, compleet met iets wat erg deed denken aan een gebreid tafelkleedje op zijn hoofd. Parmantig liep hij rond, met zijn tong uit zijn mond en een fles wijn in de hand. Bezeten door een vrouwelijke geest. Inmiddels was ongeveer de helft van onze Nederlandse groep mopperend en mompelend weggelopen, terug naar het busje. “Stelletje gekken!” Een jongeman nam nu plaats in het midden van de cirkel. Onze vertaalster fluisterde dat deze graag contact wilde met zijn overleden vader. De vrouwelijke geest was daar het medium bij uitstek voor. De jongeman werd versierd met bloemen en andere planten en hij tilde zijn brilletje van zijn betraande gezicht. De bezeten man drukte zijn voorhoofd een tijdje tegen zijn voorhoofd aan. Beiden sloten hun ogen. Een innige omhelzing volgde. Tot slot kregen wij nog de gelegenheid iets te vragen aan de gelovigen, die nu allemaal bezeten waren door verschillende geesten. Ik bedankte vriendelijk, waar ik eigenlijk achteraf wel spijt van heb. De Nederlandssprekende man vertelde ons na afloop wat zijn beroep is: acteur. Of je er nou in gelooft of niet, het blijft een fascinerend cultureel fenomeen. <<<

Spiegeloog

De bezeten Candomblé tijdens het ritueel


Tabula Rasa Zwaluwziek, leven na een herseninfarct Anthony Mertens Tekst: Joost Molenaar

Spiegeloog

26

februari 2009

‘U moet er rekening mee houden dat het infarct uw leven grondig zal veranderen, waarschijnlijk zijn bepaalde delen van uw hersenen ernstig en onherstelbaar aangetast.’ Dat is de boodschap die de hoofdpersoon uit Zwaluwziek van de dienstdoende arts in het AMC te horen krijgt. Anthony Mertens (59) was lange tijd docent Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en werd daarna redacteur bij Uitgeverij Querido, waar hij gerenommeerde Nederlandse schrijvers begeleidde bij het schrijven van literatuur, totdat hij getroffen werd door een hersenbloeding in zijn linker hersenhelft. In één klap was hij niet meer in staat tot het spreken en schrijven van de simpelste taaluitingen. Tijdens zijn herstel wordt hij vaak bezocht door de schrijver J. Bernlef, die zelf met zijn boek Hersenschimmen een indringend portret van een Alzheimerpatiënt schetste. Bernlef leert hem weer opnieuw kijken naar de werkelijkheid en hij is degene die Mertens uiteindelijk aanspoort tot het schrijven van dit boek over zijn leven na het herseninfarct. In Zwaluwziek vertelt Mertens niet alleen openhartig en zonder gêne over zijn worsteling met het dagelijks bestaan na zijn herseninfarct, daarnaast beschrijft hij in verschillende flashbacks episoden uit zijn leven vanaf zijn kindertijd waarin hij eveneens zeer vrijmoedig en onbeschroomd tot in de intiemste details treedt. Zo bekent hij dat hij als klein jongetje liegt over een toneelstuk dat hij zou schrijven voor een wedstrijd, totdat zijn moeder erachter komt en hij spontaan van angst en schaamte een zaadlozing krijgt. Tijdens de logopedielessen in het revalidatiecentrum aan de Overtoom waarbij hij woorden met een 'k' moet leren zeggen, lukt het woord 'kroepoek' niet zo goed. Hij perst de k eruit en zegt dan ‘kut!’, wat hem op een reprimande van de therapeute komt te staan. Ook zijn naaste familieleden merken dat Mertens de oude niet meer is. Hij geeft ongezouten commentaar op alles wat hem niet zint. Zijn zoon zegt dat hij van een romantisch-melancholicus nu een cholericus is geworden. ‘Pa jaagt ons de stuipen op het lijf met zijn gescheld op nikkers, terwijl we midden in Paramaribo wonen.’ Het gezin woont in Amsterdam Z-O. Dit verlies aan sociaal decorum is onmiskenbaar een gevolg van het herseninfarct, in die zin dat Mertens minder geremd is geworden doordat delen van de prefrontale cortex zijn aangedaan. Bruno, een vriend die ook regelmatig langskomt,

zegt Mertens dat hij eerst terug moet naar nul voordat hij zich zijn gevoelens weer kan herinneren, en dan bestaat de kans dat hij zichzelf zal hervinden. Dat probeert Mertens dan ook door steeds herinneringen op te halen uit zijn jeugd. Als metafoor gebruikt hij een kindertekening met wasco waarbij eerst een vel vol kleuren gekrast wordt en vervolgens helemaal bedekt met zwarte krijt. Daarna wordt met een scherp voorwerp het zwart verwijderd en komt de lijntekening in allerlei kleuren tevoorschijn. Zo ziet Mertens zijn herinneringen, bedekt onder een zwarte laag die langzaam weggenomen wordt. De titel Zwaluwziek is niet zo gemakkelijk te duiden. Het woord komt een aantal keren voor in het boek, maar wat er precies mee wordt bedoeld is vaag. De eerste keer ziet Mertens het in de ogen van een jonge vrouw, die later een man blijkt te zijn. Later beschrijft hij het als een verlangen gelijk het voorgevoel van komende lente en dan weer als piepende zwaluwen in zijn vermoeide hoofd. Aan het einde van het boek beschrijft Mertens de viering van zijn 59e verjaardag bij hem thuis te midden van zijn vrouw en kinderen en enkele bevriende schrijvers. Hij voelt zich goed en wil een toespraak houden. Hij schrijft zelfs aantekeningen op een bord in de kamer, maar raakt de tekst kwijt. Totdat hij ineens ontdekt dat hij met rechts geschreven heeft, wat hij tot voorheen onmogelijk achtte ooit nog eens te doen. Het boek is geschreven vier jaar na de hersenbloeding en in de tussentijd heeft er al een flink herstel opgetreden. Mertens heeft zijn verhaal heel literair opgeschreven en ondanks de persoonlijke ontboezemingen hier en daar haast gewoontegetrouw geromantiseerd. Beschrijvingen van zijn worstelingen met taal en spreken zijn maar heel sporadisch, terwijl dat in het begin toch heel ernstig moet zijn geweest. Wanneer je dit boek leest denk je: hoe is het mogelijk dat dit allemaal geschreven is door een auteur met een hersenbloeding? Niettemin schetst Zwaluwziek een herkenbaar relaas van een ingrijpende gebeurtenis die niet alleen het leven van het slachtoffer zelf op zijn kop zet, maar ook dat van famillie en vrienden. Daarbij is het vanwege de literaire vorm aangenaam om te lezen. Zwaluwziek, Antony Mertens Amsterdam: De Bezige Bij, 2008, € 18,50


Vlak voor oud en nieuw heb ik Buenos Aires verlaten en ben richting Peru vertrokken. Omdat het hier nu zomervakantie is, zijn de meeste toeristen van Zuid-Amerikaanse afkomst en vooral de Argentijnen zijn alom vertegenwoordigd. Het is grappig te merken welk beeld de rest van Zuid-Amerika heeft van Argentijnen. Toen ik in Buenos Aires zat was het me al bekend dat de Argentijnen zich net iets beter voelen dan de rest van ZuidAmerika, zich identificeren met Europa en Europeanen zowat de hemel in werken. Toch valt Buenos Aires daardoor net tussen de wal en het schip; het is absoluut geen Zuid-Amerikaanse stad, maar Europees kan je het ook niet

Corinde Wiers is zesdejaars psychobiologie en psychologie en doet haar master psychonomie in Brighton (GB). noemen. De Porteños (inwoners van Buenos Aires) zijn echter wel bijzonder trots op hun stad. Sinds ik op reis ben, heb ik veel, heel veel reizende Argentijnen ontmoet, en allen zijn zeer kleinerend over de Peruaanse steden. Buenos Aires is gewoon veel beter. Niet per se helemaal onterecht, maar het wordt met zoveel arrogantie gebracht dat ik me goed kan voorstellen dat dit de Peruanen de keel uit hangt. Argentijnen op vakantie in Zuid-Amerika zijn eigenlijk te vergelijken met Hollanders op vakantie in Europa; je struikelt erover, ze zijn overal net iets te luid aanwezig en op een of andere manier bewegen ze zich in groepen. En, zoals sommige Nederlanders kaas en hagelslag mee naar de camping nemen, zo slepen de Argentijnen overal hun maté en thermosfles met heet water mee naartoe. Dit is zo'n beetje het onhandigste attribuut om mee op reis te nemen; een grote thermosfles, een zakje groene kruiden en een uitgeholde kalebas met rietje. Zelfs op de jungletour richting Machu Picchu, waar je echt zo weinig mogelijk bagage bij je wilt hebben, heb ik ze nog langs de weg zien slurpen. Wellicht tijd voor een potje 'ik ga op reis en neem mee'... Saludos,

Roos Schouw studeert een semester aan de Universidad Torcuato Di Tella in Buenos Aires (Argentinië).

Psychologie studeren in het buitenland? Neem contact op met het International Office, kamer A 2.14 A, inloopspreekuur: woensdag van 15.00 - 17.00 uur, e-mail: internationaloffice-psychology@uva.nl, telefoon: 020-525 6773.

Spiegeloog

Na Kerst nam ik eens niet het vliegtuig, maar de boot. Een vergeten voertuig bleek direct, want met 13 (!) mede-voetgangerspassagiers was ‘ie wat licht beladen. De bioscoop aan boord was leeg, de juffrouw van het roulettespel staarde verveeld naar haar ongebruikte fiches en niemand nipte van de wodka in de boot-bars. Toch, met zoveel ruimte gaan mensen zich niet voorspelbaar afstandelijk positioneren zoals in de trein en het vliegtuig, maar zoeken elkaar juist op. Zo ontmoette ik een Amerikaan met een koffer vol wiet die af en toe, al pingelend aan een ondefinieerbaar muziekinstrument, het dak op ging om een joint te roken. Een autistiforme landgenoot was niet uitgepraat te krijgen over de verschui-

ving van continentale platen, zijn 25 jaar jongere Somalische vrouw in Londen en patentaanvragen voor hybride auto’s met voorwielmotoren. Zo hoor je nog eens wat! Na nog een treintocht van Harwich via London naar Brighton kwam ik afgeblaft thuis, waar ik terror aantrof. M’n huisgenootjes hadden examens en m’n Canadese buurvrouw begroette me met een ‘Coriander, I’m gonna die, I’m gonna die!!’. Haar gezicht zag bleek en haar pupillen waren wijd opengesperd. Wat doe je met zo iemand? Een kopje thee en vooral niet te serieus nemen bleek de perfecte aanpak en na een kruisverhoor over de oorzaak bleek dat ze ‘concentratiemedicijn’ Modafinil samen met liters koffie tot zich had genomen en de dagen ervoor nauwelijks had geslapen. Over cultuurverschillen gesproken! Bij wijze van experiment wilde ik haar aan een übermanschema helpen, een polyfasische slaap waarin je om de 4 uur een half uur slaapt en dus maar 6 uur per dag in bed ligt. Programmeurs en kunstenaars zweren erbij, maar neuropsychologen weten nog niet of het oké is. Het leek haar niks, maar ik zie er wel wat in. Vooral nu het laatste half jaar van mijn studerend leven is aangebroken en ik als toetje een volgepropt programma volg bij meerdere faculteiten. Heeft er niet toevallig iemand een tijdverdrijver à la Hermelien Griffel in de aanbieding?

27

februari 2009

Grenzenloos


Mededelingen voor nummer 325 kunnen tot 18 februari worden ingeleverd, liefst via e-mail. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten. Nummer 325 komt begin maart 2009 uit.

VSPA activiteiten Spiegeloog

28

Borrel Do 29 januari

Battle of the Bands Di 3 februari

17:00 tot 20:00 uur, in café de Krater. Leer je medestudenten kennen tijdens deze gezellige borrel van psychologie!

21:00 tot 03:00 uur, Studio 80, Rembrandtplein 17. Heb jij een band en zit daar minstens 1 psychologiestudent aan de UvA in? Doe dan mee met de Battle of the Bands! Inschrijven: muzicie@vspa.nl

februari 2009

De VSPA heeft vele leuke commissies. Deze commissies zijn aan het starten en er zijn nog wat plaatsten! Heb je interesse, wees er dan snel bij en kom langs op kamer A105 in gebouw A. Je kunt hier het commissieboekje vinden en je inschrijven op de lijsten aan het prikbord. Voor meer informatie zie www.vspa.nl

3e Revesz-lezing - Adolescence, Puberty, and Brain Development Do 19 februari 16.00 – 17.00 uur, gebouw A, Roetersstraat 15. Adolescence is a period of increased vulnerability for developing a wide range of behavioural and emotional problems in youth. These vulnerabilities emerge at the interface of biological, behavioural, and social changes during this period of maturation. This presentation considers the role of brain/behaviour/socialcontext interactions during pubertal maturation that can influence individual trajectories-in both negative and positive ways. symposium geluk Za 31 januari

Het SPS-NIP organiseert gedurende het hele jaar lezingen, excursies en workshops om elke richting in de psychologie kennis te laten nemen van psychologie in de praktijk! Ook voor de komende maanden heeft het SPSNIP leuke dingen voor je in petto. Hoewel de precieze data nog niet bekend zijn, verwachten we onder andere in februari wegens

groot succes opnieuw de lezing over transseksualiteit. Verder kijken we natuurlijk uit naar de therapieweek in maart! Geïnteresseerd? Hou je studentenmail in de gaten of neem eens een kijkje op www.spsnip.nl en www.spsnip-uva.hyves.nl! Sectie Psychologie Studenten NIP

09.00 – 17.00 uur, UB, Doelenzaal. Ochtendprogramma - Valerie Deprycker: Gepromoveerd aan de Universiteit van Gent op de relatie tussen geluk en politiek. Zal een inleiding verzorgen over de relatie tussen geluk en politiek. - Prof. dr. Arnold Heertje (econoom en emeritus hoogleraar): de laatste decennia is de nadruk steeds meer komen te liggen op

het in geld uitdrukbare en is de welvaarttheorie niet meer als leidraad genomen. Wanneer de inzichten van de welvaartstheorie weer meer worden weergegeven, zal het thema geluk overbodig worden. - Prof. dr. Ruut Veenhoven (emeritus hoogleraar 'social conditions for human happiness'): Op het moment doet Veenhoven onderzoek naar de ‘subjective quality of life'. - Prof. dr. Henk Barendregt (leerstoel voor wiskunde en informatica, Radboud Universiteit en adjunct-hoogleraar aan de Carnegie-Mellon Universiteit). - Else-Marie van den Eerenbeemt (relatietherapeut en schrijfster). Middagprogramma Een aantal politici zal aan het woord komen: - Mei Li Vos (TweedeKamerlid PvdA) - Femke Halsema (Fractievoorzitter Groenlinks) - Stef Blok (TweedeKamerlid VVD) - Lea Manders (nieuwe partij Mens en Spirit) Het levert 2 colloquiumpunten op en deelnemers krijgen een boekje van Arnold Heertje. Een eenvoudige lunch wordt verzorgd. Kosten 6 euro.


Economics of organized Crime in Europe donderdag 5 februari

20.00 uur, CREA theater. (i.s.m. Kleio) Spreker: Hans Daalder (emeritus hoogleraar Politicologie Leiden, auteur ‘Drees en Soestdijk’). Toen Cees Fasseur in december naar buiten kwam met zijn monografie over de Greet Hofmans-affaire leverde hem dit van diverse kanten felle kritiek op. Hans Daalder geeft kritische kanttekeningen en houdt het werk van Fasseur tegen het licht. Achteraf gelegenheid voor vragen en discussie. Toegang: gratis voor studenten en UvA-medewerkers / € 5,- alle anderen.

20.00 uur, CREA theater Speakers: Dr Francesco Strazzari and Cecile Landman. The network of crime, corruption and violence so vividly described by Roberto Saviano in his best-seller book Gomorra (2006) extends over the border of Italy and reaches places once thought to be immune from the cancer of organized crime. Francesco Strazzari and Cecile Landman will discuss how this parallel crime world touches everyone of us. English spoken. Toegang: gratis voor studenten en UvA-medewerkers / € 5,- alle anderen.

Lezing: De aanklacht tegen de Soedanese president Al -Bashir dinsdag 3 februari

Lezingen: Evolutie en de oorsprong van de moraal maandag 9 februari

20.00 uur, CREA muziekzaal. (Centrum voor Holocaust en Genocide Studies) Spreker: Alex de Waal (schrijver, onderzoeker en directeur van Justice Africa). Vorig jaar werd de president van Sudan, Omar al-Bashir, door het Internationaal Strafhof aangeklaagd wegens genocide en oorlogsmisdaden in Darfur. De aanklagers zeggen dat regeringsmilities driehonderdduizend mensen in die regio hebben vermoord, en houdt het huidige regime daarvoor verantwoordelijk. Alex de Waal zal ingaan op de gang van zaken rond deze aanklacht en de betekenis ervan voor de situatie in Darfur. Voertaal Engels. Toegang: gratis. Lezing: The State of Crime - the

20.00 uur, CREA theater. (i.s.m. Uitgeverij Nieuwezijds) - Het morele instinct. Spreker: dr Jan Verplaetse (docent Moraalfilosofie, Universiteit Gent). In zijn boek Het morele instinct (2008) stelt Jan Verplaetse in navolging van Darwin en diens opvatting dat morele emoties een natuurlijke oorsprong hebben. “Morele processen zijn even lichamelijk als zintuigen”, zoals ook neurologische onderzoeken laten zien. In zijn lezing zal Verplaetse ingaan op de intrigerende verhouding tussen natuur en cultuur. - Evolutie en moraal. Spreker: drs Patrick Delaere (docent Praktische filosofie, Erasmus Universiteit Rotterdam) zal commentaar

Docurama (1): The Corporation dinsdag 10 februari 20.00 uur, CREA theater. (i.s.m. Machiavelli) Sprekers: dr. Ewald Engelen (UHD en auteur van ‘De burger en de onderneming’) e.a. Bedrijven bepalen in belangrijke mate hoe onze wereld eruit ziet. Politiek, burgers en zelfs de media lijken daar weinig invloed op te hebben. Hoe komt dit precies? Welke regels schrijft de wet bedrijven voor en hoe gaan bedrijven zelf om met hun verantwoordelijkheden? Deze vragen komen aan bod in de documentaire ‘The Corporation’ (2004), met sprekers als Milton Friedman, Noam Chomsky en Sir Mark Moody-Stuart, oud voorzitter van Royal Dutch Shell. Na afloop geven de sprekers commentaar. Toegang: gratis voor studenten / € 5,- alle anderen. Lezing: De status van de criticus dinsdag 17 februari 20.00 uur , CREA theater. (i.s.m. Xi) Sprekers: André Waardenburg (film- en kunstcriticus), Maarten Doorman (hoogleraar Kunstkritiek, UvA) en Hans Beerekamp (film- en televisiecriticus). De status van de (kunst) criticus brokkelt af. Kranten verdwijnen, meningen floreren op blogs en op internetfora. In het publieke debat verandert zijn rol, door nieuwe ideeën over kunst, cultuur en maatschappij. Wat is de rol van de (kunst) criticus nog? Bestaat er nog een noodzaak voor serieuze journalistieke kritiek? Heeft

Lezing: Er is niets mis met cultuurrelativisme maandag 23 februari 20.00 uur, CREA theater. - De waarde van cultuurrelativisme. Spreker: Sjoerd de Jong (filosoof en journalist). In zijn boek Een wereld van verschil (2008) houdt De Jong een enthousiast pleidooi voor cultuurrelativisme. Van vele kanten is er kritiek losgebarsten op dit concept: iedereen zou trots moeten zijn op de eigen cultuur, in plaats van die te relativeren. De Jong pleit daarentegen voor de blijvende waarde van een verlicht en pluralistisch relativeren van eigen waarden en normen en die van anderen. - Cultuurrelativisme en de culturele antropologie. Spreker: dr. Arij Ouweneel (CEDLA; emeritus hoogleraar Culturele antropologie) zal commentaar geven op het boek van De Jong. Toegang: gratis voor studenten/€ 5,- alle anderen. Docurama (2): Five steps to tyranny dinsdag 24 februari 20.00 uur, CREA theater. (i.s.m. Machiavelli) Sprekers nog niet bekend. De BBC documentaire ‘Five Steps to Tyranny’ (2000) analyseert de technieken van dictators. Engelstalig. Toegang: gratis voor studenten en UvA-medewerkers / € 5,alle anderen.

Inlichtingen: 525 1420. CREA, Turfdraagsterpad 17, 1012 XT Amsterdam. Website: www.crea.uva.nl

Spiegeloog

Lezing - Onderzoek naar het Koningshuis dinsdag 3 februari

de criticus een toekomst? Toegang: gratis voor studenten en UvA-medewerkers / € 5,- alle anderen.

29

februari 2009

CREA

geven op het boek van Jan Verplaetse en zijn eigen visie op evolutie en moraal uiteenzetten. Toegang: gratis voor studenten / € 5,- alle anderen.


de Wandelgang Sommige mensen schieten bij het minste of geringste uit hun slof. Anderen blijven de rust zelve als iemand per ongeluk/express tegen hen aanloopt. Spiegeloog vroeg in de wandelgang: Wat maakt jou kwaad? En kwam erachter dat de gemiddelde student zich niet erg druk maakt over grote maatschappelijke problemen, maar zich vooral kan irriteren aan de ‘kleinere’ dingen om zich heen. Tekst & Foto's: Raïsa van Olden

Spiegeloog

Marloes: Ik kan me er aan ergeren als mensen zeuren wanneer je op de stoep fietst. En als klanten in de Bijenkorf, waar ik werk, na sluitingstijd nog hun cadeautje ingepakt willen hebben. Daar is dan eigenlijk echt geen tijd meer voor want de winkel is in principe dicht. Ook kan ik er kwaad om worden als ik op eenhonderdste na een tentamen niet heb gehaald.

30 februari 2009

Nina: Ik raak geïrriteerd als mensen de algemene ruimte van het studentenhuis waar ik woon niet schoonmaken. Bijvoorbeeld toen we Sinterklaas gingen vieren. Ik ging daarna alles opruimen en mijn medebewoners vonden het toen leuk om bierdopjes achter mijn bezem aan op de grond schieten, heel vervelend.

Leanne: Als ze het onderzoekspracticum tijdens de vakantie en tijdens de tentamens van de eerstejaars plannen. Zo is het een stuk moeilijker om aan proefpersonen te komen. En ik kan boos worden als ik ’s nachts in mijn bed lig en mijn huisgenootje om vier uur thuis komt met vrienden. Die maken dan altijd heel veel lawaai.

Laurens: Ik kan me kwaad maken als ik goed geleerd heb voor een tentamen en het dan niet haal. Zoals bij Inleiding in de Psychologie. Dat is dan echt heel vervelend.


Philip: Ab Klink (minister van Volksgezondheid) maakt mij kwaad. Hij heeft gezorgd voor het rookverbod, dat de sigaretten duurder worden en dat de paddo’s worden verboden. Hij laat de keuze niet aan de mensen zelf en daar ben ik het niet mee eens.

Jojanneke: Ik vind het heel vervelend als mensen voordringen. Bijvoorbeeld in het openbaar vervoer of in winkels. Die mensen denken dat zij wel voorrang zullen hebben, maar dat is natuurlijk niet zo.

Spiegeloog

Sophie: Ik liep gister in een bomvolle tram, wat op zich al vervelend was. Toen liep ik langs een vrouw die wijdbeens op een stoel zat, en raakte haar per ongeluk aan. Ze pakte mij heel ruw beet en werd heel boos! Dat sloeg nergens op.

Tesse: Ik kan me kwaad maken om mensen van goede doelen, die cognitieve dissonantie technieken gebruiken om geld te krijgen. Ze zeggen dan bijvoorbeeld: ‘Er worden zeehondjes vermoord, vind je dat erg? Wij doen er iets tegen, vind je dat goed? Wil je zelf meehelpen? Geef dan geld.’ Ik had er zelfs eentje aan de deur die een fout maakte in zijn schema, hij zei: ‘Wil je geld geven voor dit goede doel? O nee, wacht. Vind je het erg dat…?’

Mandy: Ik kan er kort over zijn, dit maakt mij kwaad: onrecht, kindermishandeling en de OV Chippas.

31

februari 2009

Sanne: Ik kan me soms irriteren aan mijn kat. Die gaat vaak ’s ochtends aan mijn deur zitten krabben en miauwen en hij blijft ook miauwen als ik al ben opgestaan. Als ik ’s ochtends slaperig ben, kan ik dat er echt niet bij hebben.


bacchus Living on the edge

Op 2 januari begon ik meteen aan de uitvoering van de traditionele goede voornemens. Na al het geschrans en alcoholvergiet tijdens de feestdagen was het nu tijd geworden om naar de sportschool te gaan. Toen ik alle cross- , home- en andersoortige trainers weer overleefd had, stortte ik neer in de sauna. Die verliet ik pas weer toen ik nog net niet gesmolten was. Buiten stapte ik versuft op de fiets en reed over de stoep. Even keek ik verschrikt om me heen of er geen geniepige agent stond die me een lullige boete aan mijn broek zou hangen. Ik stelde mezelf gerust met de gedachte dat alle agenten in december vast heel hard hadden geprobeerd alle boetetargets te halen en in januari niet meer de bittere kou zouden trotseren voor zulke rotklusjes. Bovendien heb ik nog nooit een boete gehad, daar ben ik altijd slinks genoeg voor geweest. Tijdens het rondje stoere verhalen vertellen in het café verkondigde ik graag aan menigeen dat ik zo goed was in het ‘onder boetes uitkomen’. Ik ben drie keer staande gehouden zonder fietslicht en heb me altijd onder de boete uit weten te praten. Na mijn opschepperige verhaal klopte ik natuurlijk wel altijd even af op een houten tafeltje. En dat terwijl ik bijgeloof als iets aanstellerigs beschouw, je weet maar nooit. Met een gerust hart vervolgde ik mijn route naar huis. Ver weg in dromenland met een gezellig muziekje in mijn oren reed ik over de Ceintuurbaan. Daar staat een stoplicht dat het negeren waard is, dus dat deed ik ook.

Ik keek wel uit of er niet toch een autootje van links of rechts zou komen. Helaas was het oplettende gedrag mijn valkuil geworden want voor ik het wist stond er een agent voor mijn neus te gebaren dat ik met hem mee de stoep op moest. Door de ironie van mijn eigen hersenspinsels had ik opeens de moed niet meer om tegen te stribbelen. Het was toch ook overduidelijk rood. Ik feliciteerde de agent met het feit dat hij de eerste was die mij een boete aansmeerde. Ik maakte een babbeltje met hem en hij babbelde vrolijk terug. De sfeer was in ieder geval niet zuur. Nog even dacht ik: zal ik toch zielig gaan doen, slijmen en bambi-ogen opzetten? Ach, ik kon toch ook wel eens de verantwoordelijkheid voor mijn daden op me nemen. De agent zei dat het was om het verkeer veilig te maken. Hoewel ik het stoplicht nutteloos vond voor fietsers, kon ik daar niets tegen inbrengen. Overigens vind ik dat stoplicht nu nog steeds het negeren waard. Bovendien zijn er voor mij nog meer stoplichten van dat kaliber bijgekomen, want ik heb in de weken daarna uit frustratie door meer rode stoplichten gereden dan ik ooit heb gedaan. Ik begin dit jaar gewoon anders dan altijd. Dit jaar verkies ik living on the edge. Op hout afkloppen doe ik trouwens ook nooit meer. Maartje


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.