Enschede

Page 126

4 De brandbestrijding na de fatale explosies

4.1

Inleiding

Na de fatale explosies ontstaan op vele plaatsen op en rond het terrein van SE Fireworks kleine branden. Doordat de tijdens de explosies aanwezige brandweereenheden door die explosies worden uitgeschakeld, vindt er enige tijd feitelijk geen brandbestrijding plaats. De branden kunnen zich daardoor uitbreiden over een groot terrein. Pas in de nacht van zondag 14 mei op maandag 15 mei worden de laatste branden gedoofd. In dit hoofdstuk bespreekt en beoordeelt de Commissie de brandbestrijding na de fatale explosies. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de situatie op het Grolsch-complex. 4.2 De brandbestrijding a. Alarmering en opschaling Bij de opschaling van de brandweer geldt als stelregel dat de leidinggevende ter plaatse de verantwoordelijkheid heeft een inschatting te maken of en zo ja hoeveel ondersteuning hij nodig heeft. Deze leidinggevende dient ook het verdere verloop van het proces van opschaling in het oog te houden. Voor een soepel verlopend proces van opschaling is een goede informatie-uitwisseling met de RAC noodzakelijk. In de situatie van Enschede is de OvD die vanaf 15.10 uur ter plaatse is, de bedoelde leidinggevende ter plaatse. De al op het rampterrein aanwezig bevelvoerder van de TS-647 (sectie-Zuid) en de OvD slagen er om 15.38 uur respectievelijk 15.42 uur in om contact te leggen met de regionale alarmcentrale (RAC) en slaan onmiddellijk groot alarm. Zij dringen aan op de komst van “alle ambulances” en de OvD verzoekt om “twee pelotons” en om meer officieren. Ook vraagt de OvD de dienstleiding en de burgemeester te waarschuwen, en bij een tweede contact met de RAC – kort voor 16.00 uur – vraagt hij de RAC om de vliegbasis Twente te laten komen “met alles wat ze hebben”. Geconstateerd kan worden dat de OvD zo spoedig mogelijk en in heldere bewoordingen heeft laten weten dat snel aanzienlijk moest worden opgeschaald. Zijn verzoek wordt ondersteund door de bevelvoerder-Zuid, die eerder nog dan de OvD contact met de RAC heeft weten te verkrijgen. De RAC reageert echter niet adequaat op deze duidelijke verzoeken tot opschaling. Daardoor komt de alarmering door de RAC laat en aanvankelijk ook onvoldoende gestructureerd tot stand. Vóór 16.00 uur alarmeert de RAC alleen twee tankautospuiten uit Enschede en Hengelo; een spontaan hulpaanbod van de bedrijfsbrandweer van Akzo Nobel van rond 15.50 uur wordt door de RAC zelfs van de hand gewezen. Als er daarna een versnelling komt in de alarmering, dan geschiedt deze aanvankelijk toch nog per losse eenheid en niet in groter verband. Deze trage en verbrokkelde alarmering heeft tot gevolg dat brandweereenheden later op het rampterrein arriveren dan nodig was geweest. Wanneer er eerder meer eenheden ter plaatse waren geweest, dan had de uitbreiding van de brand vermoedelijk kunnen worden vertraagd en beperkt.

123


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.