Digitaal verslag Kinderboek 3.0

Page 1

Open Source Kinderboek

Mediawijsheid

www.writealong.nl Iris de Snaijer, ANR 234099

Siri Hol , ANR 768409

I.deSnaijer@uvt.nl

s.hol@uvt.nl

Dr. H.A.M.J. van Driel

Tilburg University 2011-­‐2012

www.timonbos.eu

Prinses Julianaschool Dordrecht

Alle kinderen van groep 7

27 maart -­‐ 21 mei

In samenwerking met: Timon Bos

Projecttijd:


2


Inhoudsopgave Hoofdstuk

Paginanummer

1. Aanleiding………………………………………………………………………………………….. 4 1.1. Hoe het allemaal begon ………………………………………………..…………….. 4 2. Theoretisch kader………………………………………………………………………………..5 2.1. Theoretisch kader m.b.t. informeel leren, en de leerstijlen van KOLB en de MI………………………………………………………………………………………. 5 2.2. Informeel leren en het opensource kinderboek. ……………………………. 5 2.3. Informeel leren versus formeel leren…………………………………………… 9 2.4. De leerstijlen van Kolb en de Meervoudige Intelligentie gekoppeld aan het open-­‐source kinderboek…………………………………………………… 9 2.5. Onderwijs in de veranderende samenleving………………………………… 11 2.6. Talentontwikkeling, ……………………………………………………………….….. 13 2.7. 21th Century Skills. ………………………………………………………………..…… 13 3. Projectomschrijving ……………………………………………………………………….. 15 3.1. Projectomschrijving………………………………………………………………..……. 15 3.2. Plan van aanpak……………………………………………………………………..….. 16 3.3. Prognose……………………………………………………………………….……………. 16 4. Verloop van het project ………………………………………………….……………….. 17 4.1. Verloop van het project………………………………………………………………. 17 5. Uitkomsten en evaluatie …………………………………………………………………. 19 5.1. Een terugblik aan de hand van de prognose. ……………….……………… 19 5.2. Resultaten uit de peiling…………………………………………….……………….. 19 5.3. Resultaten uit het interview……………………………………….……………….. 22 6. Aanbevelingen………………………………………………………………….……………… 24 6.1. De website………………………………………………………………….….……….…. 24 6.2. Samenwerking…………………………………………………………….….….………

25

6.3. Gebruik binnen educatieve instanties………………………….……….…….. 25 7. Nawoord /reflectie ………………………………………………………….……….……… 26 8. Literatuurlijst……………………………………………………………………..……..……….. 28 9. Links met betrekking tot Writealong.nl……………………………..………..……… 29 10. Bijlagen……………………………………………………………………..………………………… 30

3


Aanleiding 1.1 Hoe het allemaal begon Het bezoek bij S2M in Tilburg inspireerde ons een project te starten. Met een open structuur bevestigde Incubate dat de mogelijkheden van het internet oneindig zijn. Als een open source festival mogelijk is, waarom dan geen open source kinderboek? Iris heeft een achtergrond in het onderwijs en pedagogiek, Siri in illustratie en beeldende vorming. Deze disciplines smelten in het open source kinderboek samen.

Het is een feit dat de digitalisering heeft gezorgd voor een netwerksamenleving. Van

een top-­‐down 1.0 samenleving vind een omslag plaats naar samenleving 3.0. Hierin staat het delen van kennis centraal. Er vinden belangrijke ontwikkelingen plaats op het gebied van social media en de digitale wereld infiltreert in de fysieke wereld. ‘Society3.0 is een samenleving die zich kenmerkt door om de gevestigde orde heen te gaan en zoveel mogelijk zelf te organiseren’ (van den Hoff, 2011).

Wij willen onderzoeken of er in deze 3.0-­‐wereld vraag is naar een 3.0 kinderboek, het

zogeheten ‘open-­‐source-­‐kinderboek’. Inspelend op het informeel leren, meervoudige intelligentie en verschillende leerstijlen zullen wij een website ontwikkelen waar kinderen zelf het vervolg van een kinderboek bepalen. Een soortgelijk idee zijn wij nog niet tegen gekomen. De opensource kinderboeken die wij hebben gevonden zijn doorgaans educatief op een top-­‐down manier en bovenal gemaakt door volwassenen. Het project heeft als basisidee een boek te maken dat is samengesteld door kinderen. De bedoeling hiervan is het vormen van een dynamisch geheel dat ontstaat door reageren en bewerken. In plaats van De benadering van dit project is experimenteel, we maken geen gebruik van bestaande projecten en zien de uitdaging om dit platform te ontwikkelen. Het is mogelijk dat er verschillende versies van een verhaal ontstaan, diverse verhaallijnen naast elkaar. Ook is het mogelijk de input te verwerken zodat er één verhaal ontstaat. Naast het feit dat ons project experimenteel is kan de input van de kinderen waardevol zijn om te zien wat kinderen van een bepaalde leeftijd willen lezen, zien en gebruiken. Welke vorm dit gaat aannemen laten wij open. Lees meer over het ontstaan van het idee op onderstaande blogs: Iris & Siri

4


H. 2. Theoretisch kader 2.1 Theoretisch kader m.b.t. informeel leren, en de leerstijlen van KOLB en de MI Zoals Suzanne Keurntjes (2008) zegt; informeel leren is een vorm van educatie. Precies wat wij voor ogen hebben met ons project. Informeel leren is een intentionele activiteit gericht op het oproepen van leerervaringen om daarmee anderen in staat te stellen nieuwe kennis, inzichten of vaardigheden te ontwikkelen (Keurntjes, 2008). Het opzetten van een kinderboek waar kinderen de macht in handen hebben door tekst-­‐ of beeldmateriaal toe te voegen en zelf het vervolg bepalen, moet uiteindelijk de kinderen motiveren om talenten in te zetten om deze doelen te bereiken. Het wordt een kunst-­‐ en cultuuruiting die oefening van concrete vaardigheden uitlokt, zoals het taalonderdeel stellen. Ganzeboom (1998) noemt het beleven van plezier een van de belangrijkste factoren die meespelen in het deelnemen aan kunst en cultuur. 2.2 Informeel leren en het opensource kinderboek Sierens (2007) deelt informeel leren in de volgende categorieën; zelfgestuurd leren, incidenteel leren en socialisatie. Zelfgestuurd leren (wordt ook wel actieleren genoemd) is een vorm van leren waarbij de lerende van tevoren de bedoeling heeft om iets te leren en achteraf beseft iets geleerd te hebben. Incidenteel leren is een vorm van leren waarbij de lerende vooraf niet de bedoeling heeft iets te gaan leren, maar achteraf beseft iets te hebben geleerd. Socialisatie is volgens Sierens intentioneel noch bewust, het leerproces verloopt ongepland en onbewust.

Met het open-­‐source kinderboek hopen we het meest op de vorm van het

incidenteel leren; de leerlingen zullen vooraf niet de bedoeling hebben om iets te leren maar we hopen dat ze achteraf beseffen dat ze iets hebben geleerd. Namelijk het oefenen met het stellen (als taalvaardigheid), het werken met de computer als middel om doelen waar te maken en beeldmateriaal te creëren (21th century skills).Vooraf moeten ze vooral zin hebben om aan de slag te gaan, en moet het plezier voorop staan. Het informeel leren wordt vaak tegenover het formeel leren geplaatst. Formeel leren is een vorm van leren waarbij een leraar het gezag heeft om te bepalen dat leerlingen daadwerkelijk een curriculum moeten doorlopen dat uit een vooraf vastgesteld corpus (verzameling documenten) van kennis is afgeleid (Keurntjes, 2008). Dit is de vorm die in het

5


hedendaagse basisonderwijs de dominante macht en kracht is achter het onderwijs (wat niet altijd ten gunste is voor het leertraject van een kind). Wij willen met het kinderboek een manier van leren aanreiken waarbij kinderen de mogelijkheid hebben om te leren met zo min mogelijk formele factoren. Binnen informeel leren spelen ervaring en contact met personen in de directe sociale omgeving een grote rol. We maken hier een onderscheid tussen ervaren en beleven; ervaring is de verwerkte beleving (Keurntjes, 2008). Het schema van Simons (1991) geeft een indruk van de stadia die de lerende kan doorlopen.

Afbeelding 1. Leeractiviteiten (Simons, 1999)

De leerling kan op elk moment van het schema instappen en de ontwikkeling doormaken. Zoals Keurntjes (2008) aangeeft dat het festival invloed uit kan oefenen op verschillende leeractiviteiten in verschillende stadia, zo kunnen wij ook met ons project invloed uitoefenen. De nieuwsgierigheid, interesse en voorkennis worden opgewekt door een goede promotie tijdens het geven van onze introductie in de klas. Tijdens een klassengesprek kunnen we de voorkennis van de kinderen activeren. Door het betrekken van eerdere vergelijkbare ervaringen worden ze betrokken bij het project. Daarnaast zorgen we voor een krachtige leeromgeving (een krachtige website) zodat kinderen de mogelijkheid krijgen om voldoende te oefenen, proberen, gebruiken en toepassen. Ook hebben wij de mogelijkheid om samen met de kinderen de uitkomsten te formuleren en vast te leggen. Daardoor kunnen we reflecteren op de gemaakte leerervaringen.

6


Simons (1991) beschrijft een krachtige leeromgeving als een omgeving waar sprake is van volwaardigheid in alle typen leeractiviteiten, waarin een evenwicht is tussen het formele leren, het actieleren (ook wel het zelfgestuurd leren) en het ervaringsleren. Een krachtige leeromgeving is een belangrijke voorwaarde in het leerproces. Dit betekent voor ons dat wij een digitale leeromgeving maken die voldoet aan de volgende kenmerken: •

Ze moet compleet en rijk zijn (uitdrukkelijk gericht op begrijpen en voldoende afwisseling bieden). De website is compleet en rijk; de leerlingen kunnen de website begrijpen en de website biedt voldoende afwisseling.

Ze moet uitnodigen tot activiteit (Het gaat erom dat de leerling iets met de leerstof doet, tot denkactiviteiten oproept en uitdagend is) De website nodigt uit tot activiteit; de leerling leest de eerder gemaakte verhalen, of kiest een vervolgverhaal waar hij/zij zich uitgedaagd voelt. De leerling voert zelf denkactiviteiten uit en schrijft een vervolgverhaal of maakt een illustratie en plaatst deze op de website.

Ze moet realistisch zijn of tenminste ergens naar verwijzen (dat wil zeggen dat ze leerlingen laten ervaren dat leren situatie en inhoud gebonden is. Ook maken ze de leerling duidelijk wat ze met de verworven kennis en vaardigheden wel en niet kunnen doen). De website is realistisch; de kinderen krijgen van ons de macht om zelf een kinderboek met elkaar te schrijven. Het is een boek voor kinderen door kinderen. De kinderen leren op die manier ervaring opdoen in het schrijven en illustreren.

Ze moet modellen bevatten en voorzien in coaching (Als model demonstreert de leerkracht of de leeromgeving welke leer-­‐en denkactiviteiten kunnen worden ingezet. De coach biedt ondersteuning bij het selecteren en uitvoeren van deze leer-­‐en denkactiviteiten. Wij bieden de kinderen modellen aan en coachen ze. Dit doen we door terug te keren naar de school, en via Twitter contact te onderhouden. Wij laten in de introductie zien wat de mogelijkheden zijn.

Ze moet navigatie langzamerhand overlaten aan de lerende (Dit betekent dat in het begin van het leerproces veel sturing wordt gegeven en dat deze geleidelijk aan,

7


wanneer de leerling daaraan toe is, meer wordt verwacht van en meer ruimte wordt geboden voor zelfsturing door de leerling) Wij hopen het leerproces steeds meer los te kunnen laten, zodat de verhalen zelf ontstaan zonder hulp en met minder stimulans van buitenaf. •

Ze moet systematisch het besef van eigen bekwaamheid bij de leerling ontwikkelen (Door van tijd tot tijd het leren af te zetten tegen – ook zelf bepaalde – normen kan de leerling zicht krijgen op de mate waarin hij/zij competenter is geworden. Dit besef van eigen bekwaamheid kan namelijk een belangrijke motiverende rol spelen bij het leren). De kinderen weten aan het einde van het project hoe ze om moeten gaan met de website, en hoe ze twitter in kunnen zetten als middel. 2.3 Informeel leren versus formeel leren Door in te spelen op de kenmerken van Simons (1991) krijgt het project een formele tint. We willen het informeel leren voorop zetten. Keurntjes (2008) spreekt over formele voor-­‐ en natrajecten. Zoals eerder beschreven kunnen deze de ideale leeromgeving compleet maken door zich te richten op de drie volgende kenmerken: •

Ze bevatten modellen en voorzien in coaching

Ze laten de navigatie langzamerhand over aan de lerende

Ze ontwikkelen systematisch het besef van eigen bekwaamheid bij de leerling

Een formeel voor-­‐ en/of natraject kan zich daarbij richten op specifieke leeractiviteiten, zoals de leeractiviteiten waarbij de lerende het geleerde, koppelt aan zijn al bestaande kennis (analyseren, betekenisconstructie, relateren, overzicht krijgen en organiseren). Suzanne Keurntjes wijst er echter op dat door de toevoeging van een formeel leertraject er geen sprake meer is van een informele leeromgeving. Wij kiezen in ons project toch voor de formele voor-­‐ en natrajecten. Het informele karakter moet in de uitstraling en de vorm van het project zitten. We het zetten het vrijblijvend in de klas in. Enkele voorbeelden van formele voortrajecten zijn: •

Verwachting opwekken: de leerlingen nieuwsgierig maken naar wat komen gaat en ze op die manier openstellen voor de ervaring (het is dan wel belangrijk dat de verwachting die wordt gewekt in balans is met de verwachting die wordt gewekt in

8


balans is met wat de ervaring zal bieden). Wij gaan de klas in om de verwachting op te wekken door een korte presentatie te geven over het project. •

Kader bieden: Voorafgaand de leerlingen tijdens een extra les achtergrond informatie bieden met als doel de leerlingen de kans te geven de opgedane informatie te verwerken binnen een bepaalde context. We bieden geen extra les, maar hebben in onze presentatie informatie opgenomen over het concept Twitter door ze een gebruikersfilmpje te tonen.

Enkele voorbeelden van formele natrajecten zijn: •

De ervaring als onderwerp: de ervaring die is opgedaan in een natraject veranderen in het onderwerp van de leerstof.

De ervaring als motivatie

Een nagesprek: Wij gaan de klas in om met de kinderen te praten over het project. We zullen tevens een websurvey inzetten om de meningen over het project te inventariseren.

2.4 De leerstijlen van Kolb en de Meervoudige Intelligentie gekoppeld aan het open-­‐source kinderboek Ieder mens is anders, voelt, denkt, handelt en leert op zijn eigen individuele wijze. Gedurende zijn leven groeit en ontwikkelt de mens zich, door ervaring, door studie, door teleurstellingen, successen, in relaties met anderen, door zelfreflectie, therapie of anderszins (Roelofs & Monsantofils, 2011). Pas begin jaren ’70 kwam er meer aandacht voor differentiatie in het onderwijs, er kwam meer diversiteit in schooltypen en de drempel tot deelname (hiermee bedoelen we niet het niveau) werd verlaagd (Roelofs & Monsantofils, 2011). Een eerste voorbeeld voor maatgerichte aanpak die rekening houdt met de verschillende menstypen en de manier waarop zij kennis en ervaring opdoen is de Multiple Intelligences, die door Howard Gardner in 1983 onderscheiden werden. Dit zijn respectievelijk de interpersoonlijke, intrapersoonlijke, lichamelijk-­‐motorische, logisch-­‐mathematisch, muzikaal-­‐ritmisch, natuurgericht, verbaal-­‐linguistisch en visueel-­‐ruimtelijk. Klik hier voor een beschrijving van de meervoudige intelligenties.

9


Een tweede voorbeeld dat recht doet aan een individuele benadering is te vinden in de leerstijlen van Kolb. Kolb onderscheidt er vier: de Doener, de Dromer, de Denker en de Beslisser. Klik hier voor de volledige beschrijvingen van de leerstijlen van Kolb. Zelf zijn Siri en ik echte doeners, ontdekten we na het afnemen van een test. Een doener steekt de handen uit de mouwen en pakt ideeën van anderen op. Een doener gaat directe ervaring opdoen. Dit zien we ook terug in het starten van ons eigen mediawijsproject; De Doener lost een probleem op en springt in het diepe met een uitdagende taak. De leerstijlen staan in met elkaar in verbinding als een soort leerproces. Iedereen heeft zijn eigen voorkeursstijl waar hij of zij mee begint. Vanuit die leerstijl worden de andere leerstijlen ook ontwikkeld (Roelofs & Monsantofils, 2011). Door dit project hopen wij iedere leerstijl, van zowel de MI als de leerstijlen van Kolb, ruimte te geven om op zijn manier en tempo te reageren. De informatietechnologie heeft een grote invloed op inrichting en organisatie van het onderwijs. Opleiders staan voor de noodzaak leersituaties nadrukkelijk af te stemmen op de specifieke individuele behoeften en die van de organisatie. Daarbij gaat het om inhoud maar ook om de methodiek, het tijdstip en de plaats van de overdracht. Het mooie waar ons project voornamelijk op aansluit is het feit dat leren overal kan; in een instituut, thuis, tijdens werk of op een andere plek naar keuze. Onze website leent zich hier perfect voor, plaats en tijd is niet meer belangrijk. Een individu-­‐gerichte benadering is voorwaarde voor de meest effectieve en resultaatgerichte manier van leren (Roelofs & Monsantofils, 2011). Met onze website kunnen we voldoende differentiëren. Ieder kind kiest ten eerste waar hij het beste in is; schrijven hoeft niet per se. Ze kunnen schrijven of misschien wel dichten. De kinderen die niet van schrijven of taal houden gaan aan de slag met de beeldende kwaliteiten; fotografie, illustreren, schilderen; alles is mogelijk en mag. Daarnaast bestaat er de optie om een vervolg te maken op het verhaal waar ze zelf de meeste uitdaging en/of plezier in vinden. Voor de kinderen die alleen willen werken is er de mogelijkheid om alleen te werken, voor de kinderen die socialer bezig willen zijn er ook voldoende mogelijkheden. Kinderen kunnen samen achter de computer zitten, of ze maken in tweetallen of in groepjes een verhaal. Alle combinaties zijn mogelijk.

10


Differentiatie doet recht aan de individuele mens, met zijn specifieke karakter, wensen, voorkeuren, kennis, ervaring en achtergronden. De hedendaagse samenleving ontwikkelt zich naar een omgeving waarin het individu leven, werk en vrije tijd naar eigen inzicht vormgeeft. Met name in onze Westerse maatschappij zien we op deze gebieden enorme veranderingen ten gevolge van mediatechnologie en het gebruik van social media. Ieder maakt daar op eigen manier en in verschillende mate gebruik van. 2.5 Onderwijs in de veranderende samenleving. In onze veranderende samenleving zullen tijd en ruimte steeds verder van elkaar verwijderd zijn. Via het internet ontstaat een netwerk waarin tijd en ruimte niet meer van belang is. Castells omschrijft de space of flows, de beleving van ruimte als plaats. Digitalisering maakt tijd onbelangrijk. De tijd is versnipperd, flexibel en dynamisch. De tijdloze tijd zou je kunnen zien als een eeuwig heden1. Castells voorspellingen voor de 21e eeuw zijn treffend. Netwerken zijn niet meer lokaal maar globaal en het individu is daar binnen belangrijker dan ooit. Onafhankelijk van ruimte en tijd en kunnen talenten overal benut worden. “De waardecreatie van morgen ontstaat door de mobiliteit van mensen, kennis en energie. Mensen, die vanuit hun sociale netwerkstructuren eenzelfde doel nastreven. Kennis die gedeeld wordt, waardoor er nieuwe kennis en dus nieuwe waarde ontstaat”. (van den Hoff, 2011). Dit zijn ontwikkelingen waar niet aan voorbijgegaan kan worden en een rol dienen te spelenin het onderwijs.

Wij worden steeds meer afhankelijk van media. Sociale relaties worden steeds meer

‘media-­‐gebaseerd, transiënt2 en vervangbaar, en bereikbaar door middel van een muisklik’ (Illera & Kaechele, 2009). Ook scholen zullen hun lesmethoden aan moeten passen aan dit veranderende wereldbeeld. De sociale rol van digitale media zullen moeten worden opgenomen in het lesprogramma. In het onderwijs worden digitale media vaak ingezet als middel om informatie te vergaren om dit vervolgens te knippen en plakken. Er wordt voorbijgegaan aan haar belangrijkste functies; communicatie en entertainment (Illera & Kaechele, 2009). Door digitale media wel voor deze doeleinden te gebruiken zullen kinderen 1 Debroux over Castells. Uit: Studieversie van Jul DEBROUX, Het globaal casino. De netwerksamenleving van Manuel Castells, 2“Transiënt: a) betreft een fysische storing, optredend tussen twee stabiele toestanden; b) betreft die delen van het besturingssysteem die niet resident in het interne geheugen staan en naar behoefte worden geladen; c) heeft betrekking op snelle verandering” Gevonden op http://www.mijnwoordenboek.nl/vertaal/NL/NL/transient 10-­‐6-­‐2012

11


vaardigheden opdoen die gunstig zullen zijn in de netwerksamenleving. Het kinderboek 3.0 voegt plezier, entertainment, communicatie en onderwijs samen en past volledig binnen deze visie. Het onderwijs 1.0 gebruikt digitale media als middel. In samenleving 3.0 is digitale media onderdeel van de leeromgeving. ‘Digitale media is geen middel om vaardigheden mee op te doen maar functioneert binnen een ecosysteem met haar eigen inhoud die betekenis geeft aan het gebruik hiervan’ (Illera & Kaechele, 2009). Door het platform dat binnen en rondom Writealong kan bestaan wordt de media onderdeel van de leeromgeving, maar ook kan de leefomgeving. Klasgenoten maar ook vrienden kunnen samenkomen op Writealong, maar er kan ook gecommuniceerd worden met kinderen aan de andere kant van de wereld. De gebruikers creëren samen een leeromgeving aan de hand van eigen interesses, onafhankelijk van tijd en plaats.

Een soortgelijke omgeving vind plaats rondom het non-­‐profit onderwijsplatform Khan

academy. Dit biedt gratis onderwijs dat beschikbaar is voor iedereen, op ieder moment door middel van een internetaansluiting. Via computer, smartphone en tablet kunnen er leertrajecten worden gevolgd. Op het moment voornamelijk op wiskundig gebied maar onderwijs op het gebied van taal is in ontwikkeling3. Het is mogelijk vanaf over de hele wereld video’s te bekijken en opdrachten te maken waarmee leerlingen op hun eigen tempo. De video’s zijn te zien via de website van Khan Academy en op youtube. Deze kunnen individueel gebruikt worden maar ook leerkrachten kunnen Khan Academy inzetten in de onderwijssetting. Hiermee kunnen badges behaald worden. Een citaat van oprichter Salman Khan (1976, -­‐ ) op de website. "Ik geef les zoals ik zelf les had willen krijgen. De lessen komen van mij en ik ben een levensecht mens die is gefascineerd door de wereld om hem heen." Khan Academy is een zeer succesvol project dat zich blijft ontwikkelen en steeds meer bekendheid krijgt in de educatieve wereld. Hieruit kunnen wij opmaken dat er vraag is naar nieuwe manieren van educatie. Writealong kent in haar eenvoud eenzelfde basisprincipe en heeft potentie om uit te groeien tot een groter platform voor taal en beeldende vaardigheid. 3 Volgens: http://www.khanacademie.nl/nl-­‐content/about.html geraadpleegd op 6-­‐9-­‐2012

12


2.6 Talentontwikkeling Werken binnen een netwerk zorgt voor bewustzijn van positie binnen een groep of samenleving. Door het prikkelen van talenten en interesses kan informeel leren leiden tot non-­‐informeel en intentioneel leren. Activering van talenten kan leiden tot motivatie voor ontwikkeling op persoonlijk vlak en in een buitenschoolse setting. Het idee hierachter is dat het doorzettingsvermogen wordt geprikkeld en meer zelfvertrouwen zal ontstaan. (Metz in cultuur+educatie, 2011). Op Writealong kan er motivatie ontstaan om als maker op te treden, creativiteit wordt ontwikkeld en het is mogelijk om als gebruiker je talent voor het vertellen van verhalen in beeld of tekst te ontdekken. 2.7 21th Century Skills “Om in de toekomst te kunnen blijven meedoen in dat wereldse spel van waardecreatie, zal ons hele onderwijssysteem fundamenteel moeten worden aangepast. Verbetergelden pompen in een dood systeem is heilloos. In mijn optiek beginnen we met nadenken over de letterlijke plek van scholen in de samenleving. Geen gesloten instituut meer, maar een open plek, bruisend, creatief en sociaal: plaats voor ontmoeting en activiteiten binnen de wijk, dorp of stad waar de school gevestigd is” (van den Hoff, 2011). Op p21.org wordt er een kader gegeven waarin de vaardigheden voor de 21e eeuw uiteengezet zijn. De 21th century skills zijn een combinatie van life and career skills, learning and innovation skills, information, media and technologie skills. De learning and innovation skills kenmerken zich door creativiteit en innovatie, kritisch denken en probleemoplossing, communicatie en samenwerking. De information, media and technology skills kenmerken zich door informatiewijsheid, mediawijsheid, ITCwijsheid. De life and career skills kenmerken zich door flexibiliteit en de mogelijkheid tot aanpassen in verschillende rollen en contexten, het tonen van initiatief en zelfstandigheid, sociale en cross-­‐culturele vaardigheden, productiviteit en accountability4 , leiderschap en verantwoordelijkheid. Deze cognitieve vaardigheden zijn belangrijk binnen samenleving 3.0. Om deze vaardigheden te bereiken wordt het integreren van buitenschoolse communities aangemoedigd. 4 Accountability staat synoniem voor: outputsturing, results based accountability Uitleg: rekenschap afleggen over resultaten http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/accountability.htm geraadpleegd op 10-­‐2-­‐2012.

13


Afbeelding 2. 21th Century Skills. bron p21.org

Binnen de 21th century learning environment werken leerlingen op projectbasis of andere toepassingen zoals deze na de schoolperiode ook zullen bestaan. Dit zorgt ervoor dat kinderen leren binnen de context van de 21e eeuw. De leeromgeving kent een gemakkelijke toegang tot leermiddelen, technologie en informatie. En wordt er een uitgebreid internationaal netwerk face-­‐to-­‐face en online betrokken bij het onderwijs. Op Writealong zal het mogelijk zijn op projectbasis te werken. Kinderen kunnen zelf een verhaal beginnen en afronden. Binnen een formeel leertraject is het mogelijk om als leerkracht een opdracht te stellen met een deadline waardoor leerlingen een project kunnen opbouwen, aanpassen en op elkaars werk kunnen reageren. “Sociale netwerken zijn onze toekomstige machtscentra, of misschien beter gezegd: krachtbronnen”(van den Hoff, 2011). Het is daarom van belang dat kinderen deze manire van communiceren in het onderwijs meekrijgen. Lees meer over talentontwikkeling, de netwerksamenleving op http://sirihol.blogspot.com/2012/04/260312.html

14


H.3. Projectomschrijving 3.1 Projectomschrijving De afgelopen tijd zijn er veel ontwikkelingen op het gebied van informeel leren door middel van digitale media zoals apps, video's en games. Met het Kinderboek 3.0 spelen wij hier op in door een platform te ontwikkelen waarin de schrijf-­‐ en beeldende vaardigheden kunnen worden ontwikkeld. De aanzet van het kinderboek bestaat uit een begintekst, en een beginillustratie. Er moet evenveel aandacht voor beeld als de tekst komen. De starttekst en illustratie zijn suggestief, er is voldoende ruimte voor kinderen om op diverse manieren te reageren. De begintekst en beginillustratie is ontworpen met het oog op de diversiteit van mogelijkheden. Het verhaal moet alle kanten op kunnen gaan. We hopen op een verloop waarbij een ieder zijn inbreng tot werkelijkheid laat komen. Schematisch ziet dit er als volgt uit: begin concept

vervolg 2 (door de kinderen)

vervolg 3

vervolg 3

vervolg 2 (doorde kinderen)

vervolg 3

Etc. (tot vervolg 6) Door gebruik te maken van social media kan een community gevormd worden rondom Writalong. Twitter wordt ingezet als primair communicatiemiddel, daarnaast zal er een facebook en hyvesaccount aangemaakt worden.

15


3.2 Plan van aanpak Hierbij wordt een korte uiteenzetting gegeven van het plan van aanpak voor dit project. Ook zullen de verwachtingen worden besproken die we later zullen evalueren.

Het concept voor kinderboek 3.0 is gepresenteerd in de klas. Dit deden wij op

interactieve wijze door het geven van ruimte voor suggestie en het aanzetten tot nadenken over verhalen in tekst en beeld. Hierbij richtten wij ons op een aantal pijlers zodat de kinderen zo snel mogelijk konden deelnemen. De inhoud hiervan was als volgt: A) Hoe werkt een verhaal? Begin-­‐midden-­‐slot. Hierdoor kan er rekening gehouden worden met de tijdsplanning. B) Hoe werkt beeld? Kun je daar een verhaal mee vertellen? C) Het tonen van de website en hoe deze gebruikt kan worden. D) Hoe kun je tekst en beeld maken? Met tekstverwerkers zoals Word maar ook Open Office, Wordpad, of het verhaal direct typen op Writealong. Beeld kan gemaakt worden op digitale en analoge wijze. Hierbij deden we suggesties voor programma’s en lieten de kinderen zelf nadenken over hoe dit gemaakt kan worden. E) Hoe werkt het uploaden op de site? Tekstbestanden (minimaal 300, maximaal 600 woorden) en beeldbestanden. F) We leggen het concept van twitter uit aan de hand van een video (zie prezi) en nodigen ze uit deel te nemen. Zo kunnen de ontwikkelingen op Writealong vervolgens in de gaten gehouden worden. (Dit koppelen we aan Facebook en Hyves). G) Mogelijkheid tot vragen. Vragen kunnen ook later gesteld worden via twitter en ons eigen emailadres. 3.3 Prognose Onze verwachting is dat kinderen een talent kunnen ontdekken en ontwikkelen. De een zal liever schrijven en lezen, de ander vertelt misschien liever een verhaal door middel van beeld. Wij hopen dat het informeel leren, en de digitale opzet om taalkundig en beeldend bezig te zijn, de kinderen voldoende uitnodigt om te reageren op ons project. We hopen op creatieve invullingen en diversiteit voor zowel tekst als beeld. Bovendien hopen we op een multi-­‐ mediaal gebruik; de kinderen gaan twitter gebruiken als middel om op de hoogte te blijven.

16


Het mooie is dat elk kind op zijn eigen niveau kan werken; ze kunnen een vervolg van eigen niveau kiezen, of simpelweg zelf een nieuw vervolg maken als een ander vervolg hun niet zint; zo kan er gedifferentieerd gewerkt worden. Op deze manier kunnen we dus rekening houden met de leerstijlen van Kolb en de Meervoudige Intelligenties. Als de leerkracht enthousiast is over dit project kan hij het schoolbreed voorstellen om het project over te nemen. Timon Bos, onze education engineer, heeft het idee om het project bij meerdere scholen te introduceren en het op grotere schaal uit te voeren.

17


H. 4 Verloop van het project 4.1 Verloop van het project De externe communicatie gedurende het project is verlopen via de website, Twitter en Hyves. Het laatste vooral op basis van de hoeveelheid hyves-­‐gebruikers onder de kinderen5. Hier stimuleerden we kinderen om te blijven deelnemen aan het project. Daarnaast werkten we met #dtv sessies in de klas. Halverwege het project zijn we de klas ingegaan om feedback te krijgen van de groep en ervaringen te delen. Met een vraaggesprek met een van de leerkrachten van de Julianaschool en een websurvey onder de leerlingen proberen we te achterhalen hoe de kinderen het project hebben ervaren en wat de mogelijkheden zijn voor het inzetten van Kinderboek 3.0 binnen het onderwijs. Aan de hand van een interview met de leerkracht kunnen we achterhalen hoe hij het als onderwijsmiddel heeft ervaren, en of er behoefte is om in de toekomst dergelijke projecten in te zetten als onderwijsmateriaal. Daarnaast is het project door Timon Bos geëvalueerd; Hoe is de samenwerking verlopen, welke vervolgmogelijkheden zijn er? Via Timon Bos plaatsen we een artikel in Vives, een educatief ICT-­‐tijdschrift.

Middels onze blogs en een bijgehouden logboek tijdens het project kunnen we een

beeld geven hoe het verloop er voor ons heeft uitgezien. Het blog is een ideaal middel gebleken om medestudenten en docenten op de hoogte te houden. Dit vonden we echter niet voldoende. We hebben gekozen om een registratie bij te houden via het logboek. Hierdoor hebben we een overzicht over de ontwikkelingen, en de gemaakte keuzes. Lees het logboek door voor een tijd-­‐geregistreerde weergave van het project6. Met het logboek, de uitkomsten van de survey, het verslag van het interview van de groepsleerkracht, de peerreviews van de andere groepjes en onze eigen bevindingen hopen we de uitkomsten te presenteren zodat we kunnen reflecteren op het project.

5 Meer informatie hierover leest u in deze blog van Iris de Snaijer. 6 Voor het logboek wijzen wij u op bijlage nr : 13.1

18


H.5 Uitkomsten en evaluatie 5.1 Een terugblik aan de hand van de prognose Aan de hand van onze verwachtingen en prognoses kijken we terug naar ons project. Daarvoor maken we gebruik van de uitkomsten van de websurvey die de kinderen hebben ingevuld en het verslag van het interview met de groepsleerkracht. Daarnaast gebruiken we onze eigen meningen om te reageren op de eerder gemaakte prognoses en verwachtingen van het project. Dit zetten we af tegen het theoretisch kader; de 21st century skills, het informeel leren beschreven door Suzanne Keurntjes, de leerstijlen van Kolb en de Meervoudige Intelligentie. We willen hier benadrukken dat we de websurvey als peiling gebruiken, en niet als harde academische gegevens7. Het interview8 is daarnaast de mening van deze ene groepsleerkracht, dus ook zijn uitspraken zullen we niet te generaliseren naar andere groepsleerkrachten in het Nederlands onderwijs. 5.2 Resultaten uit de peiling “Onze verwachting is dat kinderen een talent kunnen ontdekken en te ontwikkelen. De een zal liever schrijven en lezen, de ander vertelt misschien liever een verhaal door middel van beeld” 34.48% van de kinderen geeft aan dat ze wel eens een stukje hebben geschreven op Writealong.nl. De meerderheid van de ondervraagde kinderen heeft dus nog nooit wat geschreven op de website. Van de kinderen die wel eens wat hebben geschreven vindt een ruime meerderheid van de kinderen, 72.41% Writealong leuker dan een gewone taalles. Daarentegen vindt slechts 34.48% van de kinderen Writealong leuker dan een gewone tekenles. Tekenen op papier blijft dus de voorkeur behouden. Dit kan komen omdat kinderen nog niet op de hoogte zijn van alle mogelijkheden op de computer en de combinaties van analoog en digitaal werken. Als App zou het wellicht succesvoller kunnen 7 Voor de websurvey wijzen wij u naar de bijlagen. 8 Voor het interview wijzen wij u naar de bijlagen.

19


zijn. Van de ondervraagde kinderen vindt namelijk 69% tekenen wel leuker dan taal in het algemeen.

De meningen zijn verdeeld bij de vraag of de kinderen denken dat ze veel hebben

geleerd van Writealong, zonder dat ze dit doorhadden; 41.36% denkt van wel, 31.03% weet het niet, en 31.04% denkt van niet. Daarnaast geloven ze over het algemeen ook niet dat ze door Writealong beter leren schrijven, slechts 34.48% denkt van wel. En ze geloven ook niet dat ze door Writealong beter met de computer en internet om leren gaan (24.14% denkt van wel). Opvallend is dat meer dan de helft, 62% wel denkt dat ze creatiever worden door Writealong. Men kan zich afvragen welke definities de kinderen toekennen aan het begrip creatief. “Wij hopen dat het informeel leren, en de moderne opzet om taalkundig en beeldend bezig te zijn, de kinderen voldoende uitnodigt om te reageren op ons project. We hopen op creatieve invullingen en diversiteit voor zowel tekst als beeld. Bovendien hopen we op een multi-­‐ mediaal gebruik; de kinderen gaan twitter gebruiken als middel om op de hoogte te blijven etc”. Zoals uit het logboek blijkt, duurde het even voordat er verhalen op gepubliceerd werden. De website, zoals in het begin gebouwd nodigde vooral uit tot het schrijven. Beeld bleef hier lange tijd een ondergeschoven kindje. Door de #DTV-­‐sessie hebben we kinderen echter wel op weg kunnen helpen. Dit leek een tijd zijn vruchten af te werpen; er volgden meer zelfgemaakte illustraties (gemaakt in paint).

Er kan ook nog gediscussieerd worden over de kwaliteit van de teksten die geplaatst

zijn. De kinderen tonen veel niveauverschil; het ene kind heeft duidelijk meer inzicht in de opbouw van teksten en verhalen, terwijl het andere kind worstelt met niet alleen verhaalopbouw; maar ook de spelling en grammatica laten te wensen over. Een voorbeeld hiervan; “Maar waar moet ik dan heen zei ik. ik loopte wat rond maar opeens voelde ik een soort mega banaan”9 Diversiteit in de verhalen was ook lastig terug te vinden; veel kinderen bleven in de sfeer van het beginverhaal hangen; mysterieus en vaag. Creativiteit kwam later beter tot uiting, toen de kinderen doorkregen hoe zij eigen beeldwerk konden toevoegen. 9 http://www.Writealong.nl/index.php?option=com_Writealong&c=1.6.1 geraadpleegd op 10-6-2012

20


We kwamen er vroeg achter dat de meeste kinderen niet actief waren op Twitter.

Groep 8 was het meest actief, en er kwamen retweets en zelfs promotie vanuit die bepaalde groep op Twitter. De andere kinderen, moesten we zien te bereiken via Hyves. Maar ook dit viel niet mee. Zo geeft de groepsleerkracht aan dat internet vele prikkels en verleidingen kent. De kinderen waren volgens hem zeker geïnteresseerd maar als er een tijdje niets gebeurt komen er weer nieuwe prikkels op hun pad, dus verliezen ze ook de interesse heel snel. Deze generatie is gewend om veel te ‘zappen’; ze doen veel dingen, maar de diepte gaan ze niet in. Hier kan rekening mee gehouden worden willen we het project voor de toekomst verbeteren. De meerderheid van de kinderen geven verder aan dat ze het liefste op school aan Writealong werken als levelwerk of weektaak (51.72%), 20.69% heeft hier geen mening over, en 27.59% doet dit liever niet op school. “Het mooie is dat elk kind op zijn eigen niveau kan werken; ze kunnen een vervolg van eigen niveau kiezen, of simpelweg zelf een nieuw vervolg maken als een ander vervolg hun niet zint; zo kan er gedifferentieerd gewerkt worden. Op deze manier kunnen we dus rekening houden met de leerstijlen van Kolb en de Meervoudige Intelligenties”. Met het oog op de verschillende leerstijlen, hoopten we dat de website voldoende mogelijkheden biedt. Er zijn acht verschillende vervolgverhalen gekomen op het eerste verhaal. Van die acht verhalen hebben slechts drie verhalen geen vervolgverhaal. Eén verhaal heeft één vervolgverhaal, twee verhalen hebben vervolgens weer twee vervolgverhalen, één verhaal heeft vier vervolgverhalen, en één vervolgverhaal heeft zelf weer negen vervolgverhalen (www.writealong.nl). Niet alle verhalen hebben beeldmateriaal, en veel bij veel verhalen is beeldmateriaal gebruikt dat van internet is afgehaald. Wat wel opvalt is dat wanneer er in vervolgverhalen wordt geschreven, dat er bepaalde kinderen zijn die samenwerken aan het zelfde verhaal. Sophie en Cynthia hebben samen negen vervolgen geschreven, ook Lotte en Elmarkillian hebben op elkaar gereageerd. Dit komt overeen met wat de kinderen hierover in de survey zeggen; 65.52% zegt het liefst samen te werken aan Writealong. Samenwerken aan de website kan diverse vormen aannemen; kinderen kunnen los van elkaar verhalen en beeld posten, maar ook kunnen ze fysiek samen achter de computer plaats nemen om ter plekke samen te werken.

21


Wij vinden zelf dat de kracht in het concept zit dat kinderen de vrijheid hebben om

te kiezen en creëren waar de eigen interesses liggen. 5.3 Resultaten uit het interview “Als de leerkracht enthousiast is over dit project kan hij het schoolbreed voorstellen om het project over te nemen.”. De groepsleerkracht vindt het middel voornamelijk geschikt om buiten de methode te gebruiken, naast een taalmethode. Hij ziet heil om het middel te gebruiken voor de kinderen die begaafd zijn, meer talig en waar natuurlijke interesses liggen zodat zij buiten de reguliere lesstof met de website aan de slag kunnen. Ook de leerkracht van de andere school had aangegeven het in te zetten als levelwerk. Volgens de groepsleerkracht is het materiaal in deze vorm, en op deze manier gepresenteerd niet geschikt voor alle leerstijlen (MI en Kolb). De groepsleerkracht van groep 7 van de Julianaschool vindt het geschikt om projectmatig mee aan de slag te gaan, omdat het een risico draagt; de ‘magie’ kan er snel vanaf gaan. Internet kent veel prikkels, veel verleidingen. De kinderen waren erg geïnteresseerd, maar als er niets gebeurd komen er weer nieuwe prikkels op hun pad, dus verliezen ze interesse ook weer heel snel. De leerkracht vond Writealong lastig te implementeren in het reguliere onderwijs. Het onderwijspakket is volgens hem momenteel erg vol. Zelf hoopt hij wel op een verandering in de toekomst in het onderwijs; als het aan hem ligt gaan de kinderen in de toekomst werken met digitale leermiddelen zoals Ipads. Hij beaamt dat het huidig onderwijs niet met zijn tijd meegaat, school is ouderwets en komt niet tegemoet aan de behoeften van de kinderen van de netwerksamenleving. Zij moeten in het onderwijs hierop voorbereid worden. Hij had verder meer met het project willen doen had hij van tevoren duidelijker geweten wat de bedoeling was. Dat is het nadeel met het werken van een experiment, en onze leerstijl als doeners. Wij lopen tijdens het project tegen problemen aan die we vooraf niet hadden ingecalculeerd. Als de groepsleerkracht beter wist wat zijn rol was in het geheel had hij de kinderen beter kunnen helpen.

22


De groepsleerkracht ziet ons project als een digitale vervanging wat al analoog

bestond. Leerkrachten hebben moeite met stelopdrachten10 in het onderwijs. De nieuwe taalmethode die de Julianaschool hanteert vindt hij echter de afgelopen jaren wel sterk verbeterd; waar vroeger de stelopdrachten vrij werden gelaten en niet meegenomen werd, geeft de huidige methode concrete leerdoelen aan. Hij volgt verder met wat inhoudelijke tips voor de inhoud; we kunnen er een competitie-­‐element aan toevoegen, en we krijgen als tip mee de kinderen te laten werken met realistische verslagen in plaats van fictie. Hij is van mening dat dit door werkt op de intrinsieke motivatie. We denken dan aan om, de website, te gebruiken als medium voor de boekenbeurten, spreekbeurten of als persoonlijk dagboek. Hij vindt het daarnaast verbeterd ten opzichte van de handgeschreven versie; het spreekt de kinderen meer aan en ze kunnen thuis heel makkelijk doorwerken.

Andere aanraders die door het interview naar voren zijn gekomen is om het medium

minder schools te maken. Veel kinderen zijn daar allergisch voor. Het heeft echter zeker de potentie om informeel leren te stimuleren, maar misschien is het te groot om mee te werken. Als je kijkt naar andere media waar de kinderen mee werken, MSN en Hyves als voorbeeld genoemd, zie je dat zij werken met kortere teksten en waar meer interactie in voorkomt. Hij vindt dat met beeld meer gedaan kan worden, aan de andere kant erkent hij de technische moeilijkheid waar wij tegen aanliepen. Om beeldende vorming meer tot uiting te laten komen is een hoger niveau van technische ‘know-­‐how’ vereist. Het beste zou zijn als er een programma in de website geïmplementeerd zou kunnen worden. Wellicht is het een idee om van dit project een app te maken zodat de kinderen het kunnen gebruiken op een tablet en smartphone.

10 Stel-­‐opdrachten zijn opdrachten waarbij je de kinderen een verhaal laat maken; stellen.

23


H. 6 Aanbevelingen 6.1 De website Om de participatie te vergroten en te verduidelijken zou er op de startpagina een introductie moeten zijn in de vorm van een video11 met een korte uitleg over hoe het werkt. Om de schrijf-­‐ en beeldende vaardigheden optimaal te kunnen benutten is het van groot belang dat het beeld gelijkwaardig is aan de tekst. Voor verdere ontwikkeling van de website horen beide elementen evenveel ruimte in beslag nemen. Zo is het ook zaak dat de links onder de bijdragen van gebruikers gelijkwaardig zijn door middel van een soortgelijke button op dezelfde hoogte. Het is van belang dat de auteur van de bijdrage duidelijk vermeld wordt, en het mogelijk is thumbs up te geven. Dit kan het zelfvertrouwen vergroten, en het genereren van likes zal zorgen voor een hogere graad van participatie.

Crossmedialiteit is belangrijk voor communicatie tussen gebruikers en het genereren

van naamsbekendheid. Daarom is het van belang Writealong te verbinden aan andere sociale media platforms. Deze kunnen vorm van duidelijke buttons op de site geplaatst worden.

Door het vertakkingssysteem (zie projectbeschrijving) ontstaat een veelheid aan

boeken. Op het moment dat er verschillende verhaallijnen ontstaat is het belangrijk dat de website overzichtelijk blijft. Het lijkt ons goed als er een mogelijkheid ontstaat om een boekje te exporteren naar een pdf-­‐formaat of een document te kunnen plaatsen waar doorheen gebladerd kan worden12.

In het kader van informeel leren is motivatie zeer belangrijk. Daarom pleiten wij voor

een beloningsysteem, en sluiten wij aan bij het competitie-­‐element die de leerkracht noemde in het interview. Dit kan zijn in de vorm van een ereplaats op de website verhaal of beeld van de week. Ook zijn er aanpassingen nodig waardoor de site eenvoudiger toegankelijk kan worden. Het uploaden en het aanmaken van een account zorgt soms nog voor problemen.

11 Naar het voorbeeld van rekentuin 12 Mogelijkheid om te bladeren naar het voorbeeld van issuu.

24


6.2 Samenwerking Het zou goed zijn om een samenwerking aan te gaan met opensource software bedrijven13 die een programma kunnen ontwikkelen waarin deelname aan Writealong wordt vereenvoudigd. De website zal baat hebben bij een uitbreiding in de vorm van een applicatie voor smartphone en tablet. 6.3 Gebruik binnen educatieve instanties Writealong kan geïmplementeerd worden in de reguliere taalles en beeldende vorming. Het vertellen van verhalen via beeld en/of taal kan hierbij centraal staan. Het principe van het open source kinderboek leent zich naast het verkrijgen van schrijf-­‐ en beeldende vaardigheden ook voor het implementeren binnen andere vakken zoals geschiedenis. Zo is het goed mogelijk om verslagen en werkstukken te maken. Individueel en in groepsverband. Hiernaast zijn er veel meer mogelijkheden. Zo zien wij de mogelijkheid om als leerkracht een verhaal te beginnen over een (sociaal maatschappelijk) thema om ethische kwesties op een speelse manier te benaderen. Writealong is volgens ons geschikt als middel om in te zetten in het onderwijs voor verwerking van bijvoorbeeld werkstukken, opdrachten mbt de zaakvakken, en boekbesprekingen. Verder vinden de kinderen het prettiger om in groepsverband te werken (Zoals is gebleken uit de survey en de website zelf). Ook is het geschikt om in te zetten als levelwerk en/of weektaak. Zowel de leerlingen als de leerkracht blijkt daar voorkeur voor te hebben. Tijdens dit project hebben we een start mogen maken met WriteAlong, en hierboven staan al verschillende mogelijkheden beschreven die de online tool biedt. Timon is van mening dat er nog meer potentie in de WriteAlong tool zit dan dat we ons op dit moment realiseren. Als leerkracht ziet hij vooral mogelijkheden betreft het construeren van kennis. Doordat werk van leerlingen gepubliceerd wordt en andere mensen daarop kunnen reageren worden gebruikers uitgedaagd om mee te werken, op zo’n wijze dat andere daarop aan kunnen sluiten. Immers; het meeste voldoening vindt iemand van zijn werk als er veel andere gebruikers op reageren. 13 Zoals www.tuxpaint.org, draw free en glogster

25


Nawoord / reflectie Terugblikkend op de cursus mediawijsheid en het project kinderboek 3.0 zijn wij in staat de ontwikkeling van samenleving 1.0 naar samenleven 3.0 in theorie en praktijk tot uiting te brengen. In onze blogs gaan wij uitgebreid in op theorie met betrekking tot het veranderende wereldbeeld en de consequenties hiervan op de hedendaagse en toekomstige Westerse samenleving. Daarnaast is deze informatie –en dan met name toepast op de veranderingen binnen het onderwijs -­‐ een van de uitgangspunten voor Writealong.

Het delen van kennis hebben wij toegepast in het project door onze beide disciplines

samen te voegen en hierbij een samenwerking aan te gaan met Timon Bos, education engineer en de Julianaschool in Dordrecht. Ook is er gesproken met studiegenoten en collega’s buiten school. Het artikel in Vives zal zorgen voor meer naamsbekendheid voor onszelf en het project. Dit kan gunstig zijn voor de verdere ontwikkeling van het project en ons carrièreperspectief. We hebben actief gebruik gemaakt van ons netwerk en dit uitgebreid. De interne communicatie is verlopen middels yammer, dropbox, mail en face-­‐to-­‐ face contact. De externe communicatie verliep voornamelijk via twitter en hyves, mailcontact met docenten en leerlingen.

Door een project op te zetten dat zich richt op informeel leren is ook voor ons een

(informeel) leertraject geworden. Uit eigen interesse en eigen initiatief starten wij dit platform. Deze manier van aanpak sluit aan bij samenleving 3.0 en de 21th century skills. De door ons verzamelde theorie en theorie uit de colleges hebben wij ingezet in de praktijk. Tijdens het verloop van het project stuitten wij steeds op problemen waardoor het project op een dynamische manier tot stand is gekomen. Evaluatie van het project door Timon Bos “Delen is vermenigvuldigen” Dat wordt helemaal duidelijk wanneer je gebruik maakt van WriteAlong, want iedere nieuwe thread kan leiden tot nieuwe reacties. Persoonlijk vind ik het mooi dat het “delen” in dit project op verschillende manieren opgevat kan worden. Ten eerste kunnen gebruikers kennis en informatie met elkaar delen door gebruik te maken van WriteAlong. Maar ook de techniek van het platform is Open Source: andere programmeurs en geïnteresseerden kunnen een eigen WriteAlong beginnen. Doordat wij met elkaar hebben nagedacht over het concept achter WriteAlong hebben we niet alleen

26


een leerzaam project voor kinderen opgezet, maar tevens een component ontwikkeld waar een grote groep ontwikkelaars gebruik van kan maken in toekomstige web applicaties en social media14. Lees onze persoonlijke evaluaties op onderstaande blogs. Siri & Iris

14 Hiervoor verwijst Timon naar; http://www.joomla.org/about-­‐joomla/contribute-­‐to-­‐

joomla.html

27


Literatuurlijst: •

Bisschop Boele, E., Heijnen, E., Kerremans, J., Meewis, V., Waal, de, V. (2011) Informeel leren in de kunsten: theorie en praktijken. Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht.

Debroux, J. (jaartal ontbreekt) Het globaal casino. De netwerksamenleving van Manuel Castells, studieversie.

Driel, van H. (2012). Samenleven 3.0 , Veranderen in leven en denken, ook in het kunstonderwijs. Verschenen in: Pleidooi voor polyfonie, HKU (pp. 70-­‐83)

Ganzeboom, H. & C. van Rees (1998). Culturele canons en culturele competenties. Subsidieaanvragen NWO, Programma multiculturele pluriforme samenleving, Den Haag.

Hoff van den, R. (2011), Society 3.0, Creative Commons 2011, Stichting Society3.0 & Ronald van den Hoff, ISBN 978-­‐90-­‐816935-­‐1-­‐6 www.society30.com

Illera, J.L.R & Kaechele, (2009), Digital Literacy and Activty Systems in adolescents, Springer science + Business Media B.V.

Keurntjes, S. (2008) (in)formeel lezen op en rond festivals, Universiteit van Tilburg

Roelofs, A., Monsantofils, D. Differentiëren (2010-­‐2011). Cursus Mediawijsheid, Universiteit van Tilburg

Soetaert, R. (2006). Perspectieven Op digitalisering, Cultuur van het lezen, p.49-­‐-­‐-­‐56.

http://en.wikipedia.org/wiki/Salman_Khan_%28educator%29

http://www.p21.org/ http://www.p21.org/overview/skills-­‐framework http://www.p21.org/overview/skills-­‐framework/266

28


http://www.p21.org/overview/skills-­‐framework/352 http://www.p21.org/overview/skills-­‐framework/354 •

http://www.thesis.nl/kolb/

Links met betrekking tot Writealong.nl •

http://www.facebook.com/OpenBoekJulianaschool

http://www.facebook.com/OpenBoek

http://openboekjuliana.hyves.nl/

Prezi gebruikt voor presentatie in de klas op 27-­‐3-­‐2012: http://prezi.com/heir8b66zdms/kinderboek-­‐ 30/?auth_key=c6714a9e49b4b2a07d5b2082c3cf7cbac9606850

https://twitter.com/#!/OpenBoek1

www.Writealong.nl

29


11. Bijlagen

Paginanummer

11.1.

Begintekst………………………………………………………………………………

31

11.2.

Beginillustratie…………………………………………….………………………

32

11.3.

Logboek………………………………………………………………………….……

33

11.4.

Websurvey……………………………………………….……………………… …

40

11.5.

Interview……………………………………………………………………………..

46

11.6.

Reactie op feedbackformulieren n.a.v. presentatie………………

49

11.7

Voorbeeld van een pagina uit het kinderboek………………………

50

30


11.1 Begintekst Opgesloten … Het wordt langzaam licht door de kier. Ik weet niet hoe lang ik hier al lig. Het zou een uur maar het zou evengoed een dag kunnen zijn. Het enige wat ik weet is dat ik wakker ben en dat het hierbinnen een klein beetje stinkt. Het ruikt zoals die ene keer dat ik mijn brooddoos te lang in mijn tas heb laten zitten. Een halve banaan, de korsten van mijn boterhammen met kaas en heel veel schimmel. Ja, dat stinkt als je het maar lang genoeg vergeet op te ruimen. Die muffigheid ruik ik hierbinnen dus ook. Ik zet mijn voeten tegen de deur (of misschien is het wel een luik of een dichtgespijkerde plank) en begin te duwen met mijn rug en voeten tegelijk. Ik hoor het hout kraken en het begint al wat meer mee te geven dan de eerste keer dat ik het probeerde. Nog een paar keer, en ik moet het kunnen breken. Ik voel een briesje door de kier komen en het brengt een nieuwe geur met zich mee. Ik kan de geur die van buiten komt niet plaatsen. Maar het is in ieder geval beter dan die vieze geur die hier binnen in die donkere ruimte lijkt te blijven. Het is net alsof dit donkere gebeuren en die vieze geur bij elkaar horen. Ik kijk naar mijn gymschoenen en ik zie dat de veters aan elkaar geknoopt zijn. Ik ga nog een keer proberen hier uit te komen. Net wanneer ik kracht zet en per ongeluk een wind laat breken mijn gymschoenen door het hout heen. Het licht van buiten verblind mij. Na wat knipperen met mijn ogen begint de wereld buiten zijn vorm aan te nemen …

31


11.2 Beginillustratie:

32


11.3 Logboek 27 maart

Vandaag hebben we de presentatie gegeven op de Julianaschool. We hebben een Prezi aangemaakt. Het idee was om het niet langer te maken dan 20 minuten ivm de spanningsboog van de kinderen, deze tijd hebben we overschreden met zeker tien minuten. We hebben door middel van het Smartboard de website laten zien, en welke mogelijkheden er zijn. De reacties waren uiteenlopend; er vielen veel stiltes maar er was ook ruimte voor eigen inbreng door vragen die wij stelden. Die vragen waren voornamelijk gericht op het achterhalen van de voorkennis. De kinderen blijken het een en ander af te weten van computerprogramma’s, maar onze verwachting blijkt te hoog. Ze zijn nog vrij analoog ingesteld. Dit kan komen door het onderwijs waar zij al jaren op dezelfde manier les krijgen. Bevestiging volgde op onze introductiezin; de kinderen beaamden dat het raar is dat volwassenen kinderboeken maken, terwijl het gaat over kinderen. Weten kinderen zelf niet veel beter wat ze leuk vinden? Op deze manier proberen we kinderen uit te dagen om actief te worden op Writealong.nl. In de presentatie was er ook aandacht voor Twitter; na de vraag wie actief op Twitter is kwamen slechts enkele vingers omhoog. Kinderen zijn actiever op Hyves blijkt. De kinderen blijken veel interesse te tonen in het bouwen van websites, met name de jongens. We

33


hopen alle leerstijlen te hebben aangesproken; doeners, dromers, denkers en beslissers zodat het leerproces ingang kan worden gezet. We hebben in de klas, en op prikborden door de school onze promotieposter opgehangen

Hyves pagina aanmaken (linken naar onze Hyvessite)

Timon mailen om beeld evenveel ruimte als de tekst te geven op de website. Tevens moet duidelijker zijn hoe beeldmateriaal te uploaden

Vragen aan de groepsleerkracht of hij het werken met de website op neemt in de zogenaamde weektaak. Kinderen die klaar zijn met het reguliere werk kunnen vrij aan de slag met de website.

3 april Na overleg met elkaar (Iris, Siri en Timon) hebben we besloten om voor een groter bereik te kiezen om het tevens in te zetten in groep 8 van dezelfde school. Er gebeurt nog weinig op de website. Het nichtje van Iris was nieuwsgierig naar het project. We willen Writealong openbaar maken voor meerdere kinderen, hopelijk ontstaat er dan meer (inter)actie. Actiepunten: •

Via Twitter kenbaar maken dat alle kinderen uitgenodigd zijn om een vervolg te maken op de starttekst en illustratie.

34


Dinsdag 10 april gaat Iris het project presenteren in groep 8 van de school waar het project is begonnen.

4 april Om de website meer aandacht te geven zetten Iris, Timon en Siri Twitter in. We hopen dat onze eigen followers kinderen in contact kunnen brengen met de website. Dit werkt; er zijn ondertussen wat verhalen gepost op www.Writealong.nl. Via een leerlingenlijst zijn alle leerlingen van groep 7 toegevoegd aan de ondertussen aangemaakte Hyvesprofiel. Alle kinderen zijn persoonlijk gekrabbeld om deel te nemen. 10 april Vandaag is de presentatie gegeven in groep 8. De kinderen waren erg enthousiast. Opvallend was dat in groep 8 een veel grotere groep actief op Twitter is. De kinderen zijn bekend met het begrip social media, en ze snappen waarvoor het ingezet kan worden. De Juf heeft het project opgenomen onder de weektaak bij het vak taal; wanneer de kinderen beeldend aan de website willen werken moeten ze dat thuis doen. Helaas is dat niet wat wij willen promoten, het is juist de bedoeling dat iedereen zijn eigen keuze kan maken! Een leerling vroeg of ze de website en de gegevens eromheen ook door mogen geven aan vriendjes die niet op deze school zitten. Daar hebben we instemmend en positief op gereageerd. Ondertussen heeft de groepsleerkracht van groep 7 gemaild dat het sommige kinderen niet lukt om een account op de website aan te maken, ze ontvangen een foutmelding. Zelf heeft hij het ook geprobeerd. We hebben deze vragen direct aan Timon doorgespeeld; het blijkt dat de kinderen niet weten dat ze in een bevestigingsmail de accounts moeten activeren. Na het doorspelen van deze informatie aan de groepsleerkracht is het in orde gekomen. Ondertussen blijven we elke dag berichten posten op Twitter en Hyves. Wanneer kinderen wat maken op Writealong dan berichten we ze persoonlijk met complimenten. De groepsleerkracht van het nichtje van Iris heeft ondertussen gemaild. Zij wil graag de website inzetten als ‘levelwerk’ in de klas. Dit betekent verrijkend werk voor kinderen die verder in de lesstof zijn.

35


Actiepunten: •

Omdat het beeldaspect onderbelicht blijft, en om kinderen te begeleiden hebben we besloten dat we een durf-­‐te-­‐vragen-­‐sessie ingaan zetten op de school. Wij zullen langs gaan en kijken waar we kinderen (verder)kunnen helpen. Iris maakt een afspraak met de groepsleerkracht van groep 7 van de Julianaschool.

36


12 april De leerkracht van het nichtje van Iris vraag of 13 april een presentatie gegeven kan worden aan de klas; zij gaat het vervolgens als levelwerk inzetten. Ondertussen beginnen de verhalen binnen te stromen; we vragen ons af of dit het gevolg is van een verplichte taak. Helaas is zoals eerder opgevallen het werk van het beeldend werk niet van niveau; er worden foto’s en illustraties van internet afgehaald en ze presenteren ze als ondersteunend beeldmateriaal. Dit is echter niet de bedoeling. De kinderen moeten uitgedaagd worden om zelf beeldmateriaal te maken. We blijven ons bezig houden hoe we beeld op kunnen trekken aan de tekst, zodat het niet ondergeschikt blijft. Ze moeten gelijkwaardig gepresenteerd worden. 13 april Vandaag is er gepresenteerd op de school van het nichtje van Iris. Een hele andere samenstelling van kinderen; een kleinere klas met verschillende culturele achtergronden. Duidelijk meer doeners; er waren kinderen die tijdens de presentatie achter de computer doken. Verder waren de kinderen in deze groep eerder geïnteresseerd in beeld, en met name stripverhalen. Er is besproken dat een stripverhaal ook beeldend is, dus dit mag uiteraard ook ingezet worden. De leerkracht gaat het op deze school inzetten als levelwerk en maakte dit kenbaar aan de klas. Hier werd fel op gereageerd: “ Maar dat is niet eerlijk! Dan kunnen alleen de kinderen die levelwerk doen hier aan werken”. Deze kinderen hebben gelijk; ook de zwakkere leerlingen zouden mogen werken aan de website. De leerkracht vroeg zich af of er met een nieuw verhaal mag worden gestart. Dit is een goed punt om mee te nemen in de evaluatie. Op dit moment kan dat niet; kinderen moeten op zijn minst een vervolgverhaal schrijven op de starttekst. Met illustratie zit dat anders, ook bij de starttekst kan ander beeldmateriaal geplaatst worden. In deze groep kende niemand Twitter, wel Hyves. De leerkracht was erg enthousiast; ze vindt het een leerzame aanvulling en wellicht wel vervanging voor het taalwerk dat nu gegeven wordt. De kinderen beaamden dit.

37


17 april (durf-­‐te-­‐vragen-­‐sessie) Siri heeft ondertussen een nieuwe lay-­‐out ontworpen voor de website die meer gericht is op het beeld. Timon gaat deze lay-­‐out verwerken op de website. Er komen ook ‘like’-­‐ knoppen (facebook) en ‘respect’-­‐knoppen (hyves) op de website. Daarnaast komt er ruimte waar berichten achter gelaten kan worden. Op deze manier hopen we de interactie te verbeteren, en de website ‘socialer’ te maken. Timon heeft geregeld dat we een artikel mogen maken over Writealong voor in het educatieve ICT-­‐blad Vives. Deze wordt gepubliceerd in de maand mei. De #dtv-­‐sessie We hebben met een klein groepje van groep 7 concreet kunnen werken aan de site. Wij hebben vandaag laten zien hoe je heel simpel een tekening met paint kan maken en deze vervolgens kan uploaden. De kinderen hebben ook samengewerkt. Sommige kinderen wilden graag in tweetallen werken. Groep 7 heeft daarnaast ook technische uitleg gekregen. We waren alledrie aanwezig; Timon heeft zich bezig gehouden met de technische onderdelen van het project, Siri heeft kinderen op weg geholpen met beeldmateriaal en Iris heeft zich bezig gehouden met het ontwikkelen van de tekst verhalen. Door middel van taalkundige vragen zijn kinderen op weg geholpen met de vervolgverhalen (door bijvoorbeeld te vragen wie de hoofdpersoon is).

In groep 8 hebben we het klassikaal aangepakt. We hebben gevraagd of er problemen waren, wie er aan gewerkt hebben.

38


Het resultaat van de dtv-­‐sessie mag er zijn; er zijn beduidend meer zelfgemaakte illustraties bijgekomen. We hopen dat de kinderen die we concreet hebben kunnen helpen tijdens de sessie, dat zij andere kinderen nu concreet op weg kunnen helpen. 26 april Deze week zijn de presentaties op de universiteit gegeven in peer-­‐groepjes. Tijdens de #dtv-­‐ sessie was er ruimte voor de andere groepjes vragen te laten stellen en te reageren op ons project. In de sessie zelf, na de presentatie kwam de tip om het project te combineren met een Pabo. Wegens nakijkwerk voor het vak jeugdliteratuur op de pabo, heeft Iris kans gezien om het project voor te leggen aan de Nederlands docenten. Zij waren erg enthousiast en denken na over een manier waarop we dit project kunnen aanbieden in het vak Jeugdliteratuur of Nederlands op de pabo. Ideeën waren gastcolleges of workshops voor de studenten. Na de #dtv-­‐sessie hebben de peergroepjes de peerreviews ingeleverd. Wij hebben als afsluiting van het project een duoblog geschreven naar aanleiding hiervan die te lezen is op de blogs van Siri en Iris15.

15Lees deel één hier; http://irisss84.blogspot.nl/2012/05/duo-­‐blog-­‐ism-­‐siri-­‐hol.html En het tweede deel hier; http://sirihol.blogspot.nl/2012/05/duoblog-­‐ism-­‐iris-­‐de-­‐snaijer.html

39


11.4 Websurvey voor de kinderen Resultaten Survey Writealong.nl Vraag 1 Heb je wel eens op de website writealong.nl gekeken? Antwoord Telling JA dat vind ik! (1) 7 Ja, wel een beetje (2) 9 Dat weet ik niet (of soms) 2 (3) Nee, niet echt (4) 8 NEE echt niet! (5) 3 Vraag 2 Heb je wel eens een stukje geschreven op writealong?

Percentage 24.14% 31.03% 6.90% 27.59% 10.34%

Antwoord Telling Percentage JA dat vind ik! (1) 6 20.69% Ja, wel een beetje (2) 4 13.79% Dat weet ik niet (of soms) 0 0.00% (3) Nee, niet echt (4) 10 34.48% NEE echt niet! (5) 9 31.03% Vraag 3 Ik werk het liefst samen met een vriendje of vriendinnetje. Antwoord Telling JA dat vind ik! (1) Ja, wel een beetje (2) Dat weet ik niet (of soms) (3) Nee, niet echt (4) NEE echt niet! (5) Vraag 4 Ik werk altijd alleen aan writealong.nl Antwoord JA dat vind ik! (1) Ja, wel een beetje (2) Dat weet ik niet (of soms) (3) Nee, niet echt (4) NEE echt niet! (5)

Telling

Percentage 11 37.93% 8 27.59% 5 17.24% 3 10.34% 2 6.90%

Percentage 4 13.79% 5 17.24% 1 3.45% 9 31.03% 10 34.48%

40


Vraag 5 Ik vind tekenen leuker dan schrijven. Antwoord Telling JA dat vind ik! (1) Ja, wel een beetje (2) Dat weet ik niet (of soms) (3) Nee, niet echt (4) NEE echt niet! (5) Vraag 6 Ik vind writealong leuker dan een gewone taalles.

Percentage 12 41.38% 8 27.59% 6 20.69%

Antwoord Telling JA dat vind ik! (1) Ja, wel een beetje (2) Dat weet ik niet (of soms) (3) Nee, niet echt (4) NEE echt niet! (5) Vraag 7 Ik vind writealong leuker dan een gewone tekenles.

Percentage 17 58.62% 4 13.79% 5 17.24%

0 0.00% 4 13.79%

3 10.34% 1 3.45%

Antwoord Telling Percentage JA dat vind ik! (1) 5 17.24% Ja, wel een beetje (2) 5 17.24% Dat weet ik niet (of soms) 5 17.24% (3) Nee, niet echt (4) 10 34.48% NEE echt niet! (5) 5 17.24% Vraag 8 Ik denk dat ik van writealong veel dingen leer, waarvan ik niet door heb dat ik ze leer. Antwoord JA dat vind ik! (1) Ja, wel een beetje (2) Dat weet ik niet (of soms) (3) Nee, niet echt (4) NEE echt niet! (5)

Telling

Percentage 3 10.34% 9 31.03% 9 31.03% 8 27.59% 1 3.45%

41


Vraag 9 Door writealong leer ik beter schrijven. Antwoord JA dat vind ik! (1) Ja, wel een beetje (2) Dat weet ik niet (of soms) (3) Nee, niet echt (4) NEE echt niet! (5)

Telling

Percentage 4 13.79% 6 20.69% 9 31.03% 8 27.59% 3 10.34%

Vraag 10 Door writealong te gebruiken kan ik beter leren omgaan met de computer en internet Antwoord Telling Percentage JA dat vind ik! (1) 2 6.90% Ja, wel een beetje (2) 5 17.24% Dat weet ik niet (of soms) 6 20.69% (3) Nee, niet echt (4) 10 34.48% NEE echt niet! (5) 6 20.69% Vraag 11 Door writealong leer ik creatiever te zijn Antwoord Telling Percentage JA dat vind ik! (1) 5 17.24% Ja, wel een beetje (2) 13 44.83% Dat weet ik niet (of soms) 5 17.24% (3) Nee, niet echt (4) 7 24.14% NEE echt niet! (5) 0 0.00% Vraag 12 Writealong doe ik liever op school (als weektaak of plustaak). Antwoord JA dat vind ik! (1) Ja, wel een beetje (2) Dat weet ik niet (of soms) (3) Nee, niet echt (4) NEE echt niet! (5)

Telling

Percentage 10 34.48% 5 17.24% 6 20.69% 6 20.69% 2 6.90%

42


Vraag 13 Writealong doe ik liever thuis Antwoord JA dat vind ik! (1) Ja, wel een beetje (2) Dat weet ik niet (of soms) (3) Nee, niet echt (4) NEE echt niet! (5)

Telling

Percentage 4 13.79% 4 13.79% 4 13.79% 9 31.03% 9 31.03%

Vraag 14 Hoe oud ben je? Berekening Resultaat Telling 29 Som 323 Standaardafwijking 0,63 Gemiddelde 11,14 Minimum 10 1e kwartiel (K1) 11 Mediaanwaarde 11 3e kwartiel (K3) 12 Maximum 12 Ontbrekende waarden zijn genegeerd in de berekeningen Q1 en Q3 berekend door gebruik te maken van minitab methode Vraag 15 In welke groep zit je? Berekening Resultaat Telling 29 Som 209 Standaardafwijking 0,41 Gemiddelde 7,21 Minimum 7 1e kwartiel (K1) 7 Mediaanwaarde 7 3e kwartiel (K3) 7 Maximum 8 Ontbrekende waarden zijn genegeerd in de berekeningen Q1 en Q3 berekend door gebruik te maken van minitab methode

43


Vraag 16 Ben je een jongen of een meisje? Antwoord Een jongen (1) Een meisje (2)

Telling

Percentage 11 37.93% 18 62.07%

44


11.5 Interview groepsleerkracht groep 7, (Ernst) -­‐

-­‐ -­‐

-­‐

-­‐

-­‐ -­‐

-­‐

-­‐

Het middel is voornamelijk geschikt om buiten de methode te gebruiken. Het is uitstekend als verrijkend materiaal. Voor kinderen die begaafd zijn, ‘talig’ zijn en waar de natuurlijke interesses liggen zodat zij buiten de reguliere lesstof om nog hieraan verder kunnen werken. Verder is het geschikt om projectmatig mee te werken, dit omdat het ook het risico heeft te gaan vervelen; de ‘magie’ kan er snel vanaf gaan. Aan te raden is het wel in te zetten voor het oudere kind; dus de bovenbouw van een lagere school, of de middelbare school. Het was lastig om het te implementeren in het reguliere onderwijs; Het onderwijs pakket is erg vol. Zelf hoopt Ernst wel op een verandering in de toekomst in het onderwijs; als het aan hem ligt gaan de kinderen wel in de toekomst werken met Ipads etc (zie de SteveJobs School). Ik vraag hem of hij digitale producten niet als vervanging wil zien ipv verrijking/ aanvullend. Hij beaamt dit; school is ouderwets; kinderen moeten voorbereid worden op de nieuwe netwerksamenleving. Ernst had er meer mee willen doen als het hij wat eerder had geweten wat de bedoeling was; voor ons was het ook een experiment. In eerste instantie wilden we alleen de presentatie geven en het op zijn verloop laten gaan. Later hebben we besloten kinderen te begeleiden middenin het project/ en een #dtv-­‐sessie in te lassen. Veel kinderen waren enthousiast maar omdat Ernst niet goed wist wat zijn rol hierbinnen was kon hij de kinderen niet helpen. Dit idee is de digitale vervanging voor wat al analoog bestond; Hij is van mening dat het wel beter is dan de handgeschreven versie; het spreekt kinderen meer aan, en ze kunnen heel makkelijk thuis doorwerken (voordeel van de gelijktijdigheid van het internet).-­‐-­‐> Maar hoe zorgen we voor: mulitmedialiteit/ interactiviteit-­‐ participatie-­‐ virtualiteit (kenmerken van digitalisering (zie college cult sociologie). Dus van 2.0 naar 3.0? Het materiaal is zoals eerder gezegd volgens hem op deze manier/ frequentie dus niet geschikt voor alle leerstijlen. (MI en Kolb) Internet kent veel prikkels, veel verleidingen. De kinderen waren erg geinteresseerd, maar als er niets gebeurd komen er weer nieuwe prikkels op hun pad, dus verliezen ze interesse ook weer heel snel; hoe kunnen we daarop inspelen? à gamification? Het medium is nu te schools; en daar zijn veel kinderen allergisch voor; volgens ernst heeft het wel de potentie om informeel leren te stimuleren.; misschien ook te groot om mee te werken; Als je kijkt naar MSN, hyves andere dingen waar kinderen wel mee werken, die werken met kortere teksten; meer interactie? Ernst geeft als tip ipv met fictie te werken, ze echte verslagen (realistische) verslagen te laten maken à werkt door op de intrinsieke motivatie .. Dus bijvoorbeeld als medium voor de boekenbeurten/ spreekbeurten/ persoonlijk dagboek?

45


-­‐

-­‐

-­‐

-­‐

Met beeld had meer gedaan kunnen worden, hij geeft aan dat het tegelijkertijd (technisch) wel weer lastiger is om wat mee te doen. Hij geeft als tip dat we iets kunnen maken wat geschikt is voor een tablet, dus een app eraan koppelen? De stelopdrachten zijn pittig voor leerkrachten; de nieuwetaalmethode zijn sterk verbeterd; geeft concrete leerdoelen mbt stellen; kunnen wij ook gebruiken, ze laten schrijven met een opdracht en daar dan een competitie-­‐element aan toevoegen? (formeel gekoppeld aan informeel). Vroeg zich af hoe wij dit vantevoren zagen; ik zeg dat het een experiment was; wij zijn doeners, wij komen halverwege achter nieuwe dingen.We hebben ons echt in het project gestort; De website kan sterk verbeterd worden (apps/ meer interactie/ meer spelelement/ meer competitie-­‐element), verder moet het echt gecombineerd worden met formele trajecten. Een voorbeeld van een pagina op writealong.nl

46


11.6 Reactie op de feedback Via het feedbackformulier zoals gegeven in de cursus mediawijsheid worden de punten met de gegeven feedback door groep 7 en 9 besproken: Wordt de centrale onderzoeksvraag helder en duidelijk geformuleerd? Worden de belangrijkste concepten aangegeven? Is er een goede verantwoording van de keuze van het onderwerp, de maatschappelijke en/of wetenschappelijke relevantie? •

Ja, de onderzoeksvraag wordt duidelijk geformuleerd, net als de belangrijkste concepten en de relevantie.

Leuk idee, maar wat is het uiteindelijke doel, wie gaat het doorzetten/gebruiken etc en waarvoor?

Onze reactie: De site kan worden ingezet voor educatieve doeleinden binnen basisscholen, maar ook andere onderwijsinstellingen zoals bibliotheken etc. De site kan een onafhankelijk platform worden zoals rekentuin of kahn academy. Dit maakt het mogelijk voor kinderen wereldwijd om gebruik te maken van de site. Het doel is informeel leren, talentontwikkeling, creativiteit, beeldende activiteit, schrijfvaardigheid, samenwerken etc.Het doel is vooral om op een creatieve manier om te gaan met beeld en tekst. De vraag is hoe je het informele aan het formele kan koppelen, of puur informeel mogelijk is. Een andere relevantie is het aanleren van 21th century skills die taal/ beeldende creativiteit combineert; kinderen leren omgaan met internet/ werken op de computer/ omgaan met social media (inzetten van twitter/ facebook) om op de hoogte te blijven etc. Is de theorie/literatuur die wordt genoemd relevant in het kader van de vraagstelling? Wordt aangegeven hoe de theorie/literatuur zal worden ingezet? Moet de literatuur nog aangevuld worden? •

Theorie komt goed naar voren, sluit ook goed aan bij het onderwerp. Wel lastig hoe jullie het aan moeten pakken met het formele leren omdat dit toch wel naar voren komt tijdens het onderzoek/project. Dit kan misschien ook gewoon een conclusie zijn.

47


Wat ga je uiteindelijk gebruiken aan theoretisch kader buiten bekende concepten uit de cursus? De achterliggende theorieën kunnen meer beschreven worden

Onze reactie: Zoals Keurntjes in haar stuk schrijft kan informeel leren haast niet geschieden zonder een steuntje in de rug of een formeel traject na afloop van een activiteit. Het is de vraag of puur informeel leren kan bestaan. Wat dat betreft komen onze bevindingen overeen met de literatuur. Ook interessant zijn http://www.p21.org/ http://o4nt.nl/. We zullen hiernaast bronnen gebruiken die in onze blogs ter sprake zijn gekomen ter ondersteuning van de praktijksituatie. Zo schreven wij bijvoorbeeld over talentontwikkeling, creative commons, interrealiteit etc. Andere literatuur die binnen het thema past is de leerstijlen van Kolb, de Meervoudige intelligenties en Kahn-­‐academy. Worden de stappen die gezet moeten worden om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag adequaat toegelicht? •

De stappen zou heel duidelijk zichtbaar in jullie presentatie.

Goed ingespeeld op struikelmomenten

Onze reactie: Wij zijn beide doeners, dit zie je terug in de aanpak van het project. We hebben onszelf letterlijk in dit stuk gegooid; een eigen project past beter bij ons dan het aansluiten bij een bestaand product. Denk aan de opdracht die vanuit de praktijk kwam bij methodologie 2; daar zitten veel nadelen aan zoals de belangen van de opdrachtgever. Wij hebben alle vrijheid gehad om het project te laten leiden zoals wij dat wilden, zonder bemoeienis van anderen Het kent ook nadelen; minder afgebakend, moeilijk om het overzicht te bewaken. Het project wordt al snel groter dan je wil. Het samenwerken met Timon Bos, onze websitemaker/ projectgenoot buiten de universiteit verliep ook niet altijd vlekkeloos wegens communicatieproblemen en verschillen in visie. Het bracht ook weer voordelen; aandacht in de publiciteit; we hebben een artikel kunnen krijgen in het ICT-­‐vakblad Vives.

48


Is de voorgestelde opzet van het werkstuk helder en logisch? •

Het project is erg inspirerend en origineel. Wel nog de vraag hoe de eindopdracht gepresenteerd wordt? En aan wie? Is de website het eindproduct?

Goed dat jullie inspelen op wat ‘nodig’ is om de kinderen te motiveren.

Onze reactie: De eindopdracht wordt gepresenteerd aan de Julianaschool in Dordrecht, samen met Timon Bos. Artikel in Vives. De eindopdracht wordt gepresenteerd in de vorm van de website en een verslag waarin een analyse van de bevindingen wordt gemaakt en aanbevelingen worden gedaan voor toekomstige ontwikkeling van het project. Opmerkingen: •

Nogmaals, een erg leuk idee! (wel intensief). We zijn erg benieuwd naar de uitkomst!

Ouders voorlichten voor toegang tot internet voor kinderen, misschien via kinderafdeling bibliotheek?

Onze reactie: Ouders, docenten, bibliotheken, volwassenen, educatieve organen spelen zeker een rol bij het stimuleren van actieve deelname van kinderen. Het is inderdaad verstandig om deze te betrekken bij het project. Het project is ook voorgelegd aan de pabo (Inholland); ook zij kunnen dit inzetten voor de ontwikkeling van leerkrachten.

49


11.7 Voorbeeld van een pagina uit het kinderboek Een uitweg: Toen ik gewend was aan het felle licht zag ik dat er een knalrode luchtballon voorbij vloog. De luchtballon begon langzaam te dalen. hij kwam steeds dichterbij. Doen hij op de grond stond kwam er een raar meneertje met een wit pakje uit het mandje. In dat pakje zat waarschijnlijk een groot geldbedrag. De vieze geur van binnen was langzaam aan het verdwijnen. De man kwam de donkere ruimte in. Hij kwam steeds dichterbij. toen hij voor mij stond bleek hij niet groter te zijn dan tot mijn nek. Hij zei met een piep stem: "HALLO!!! een pakje voor je moeder.16

Illustratie door …… bij ‘Een uitweg’ door: Suzanne

16 http://www.Writealong.nl/index.php?option=com_Writealong&c=1.7 geraadpleegd op 10-­‐6-­‐ 2012

50


Contact: Iris de Snaijer Siri Hol

I.deSnaijer@uvt.nl s.hol@uvt.nl

51


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.