Emancipatiemonitor 2010

Page 46

em a ncipatiemonitor 2010

Zonen van vaders met een agrarisch beroep hebben een veel hogere kans om een op­leiding in de agrarische sector te volgen dan andere jongens (11% versus 2% ­gemiddeld). Diezelfde groep kiest significant iets minder vaak voor een opleiding in de ­medische of verzorgende richting. Omgekeerd kiezen zonen van vaders met een medisch of verzorgend beroep juist vaker voor eenzelfde richting. Een sterk negatief verband wordt gevonden bij de combinatie van vaders met een cultureel beroep en zonen die kiezen voor een technische richting. Terwijl gemiddeld 23% van de jongens kiest voor een technische studie, kiest maar 14% van de zonen van vaders met een cultureel beroep voor deze richting. Meisjes lopen in vo minder vaak vertraging op dan jongens Van de leerlingen die in 2004/’05 startten in een brugklas van het voortgezet onderwijs is tot 2009/’10 nagegaan hoe zij tot dan toe binnen het vo hebben gepresteerd. Leerlingen die vmbo deden, hadden inmiddels allemaal examen gedaan of waren voortijdig uit het vo verdwenen, terwijl van diegenen die zonder vertraging in havo 5 waren gekomen de eerste examenresultaten bekend waren. De onvertraagde vwo’ers van dit cohort zaten in 2009/’10 in het examenjaar. Hiervan waren ten tijde van het samenstellen van deze publicatie de examengegevens nog niet bekend. Leerlingen die zonder diploma uit het vo stroomden zijn lang niet allemaal voortijdig schoolverlater. Een deel van hen is direct of indirect doorgestroomd naar een andere vorm van onderwijs, meestal het mbo. Meer jongens dan meisjes die in 2004/’05 in het vo begonnen hadden in 2009/’10 het vo verlaten. De meisjes hadden hierbij relatief vaker dan de jongens een diploma behaald en ook vaker een diploma op een hoger niveau dan de jongens. Jongens stromen over het algemeen vaker voortijdig uit en meisjes volgen vaker dan jongens hogere niveaus van onderwijs. Meer jongens dan meisjes uit cohort 2004/’05 haalden een diploma in een van de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo. Meisjes hadden in 2009/’10 al vaker een havo-diploma op zak (dus zonder vertraging), terwijl zij ook vaker dan jongens nog onderwijs volgden in het vo. Dit deden zij vooral in het vwo. Binnen alle niveaus liepen meisjes minder vertraging op dan jongens. Van de meisjes die in 2009/’10 in het vwo zaten had 85% (nog) geen vertraging opgelopen, tegen 76% van de vwo-jongens; zij zaten inmiddels dus in leerjaar 6.

46


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.