Emancipatiemonitor 2010

Page 13

s a men vat ting

Onbetaalde arbeid en de combinatie van arbeid en zorg – Nederlandse vrouwen besteden veel meer tijd aan het huishouden en de zorg voor kinderen en veel minder tijd aan betaald werk dan mannen. Totaal besteden Nederlandse vrouwen aan verplichtingen (onderwijs, betaald werk, huishouden en kinderzorg) iets minder tijd dan mannen. Ook is de tijdsbesteding aan verplichtingen van Nederlandse vrouwen het laagst, vergeleken met die van vrouwen in andere Europese landen. Ook Nederlandse mannen hebben het (na Duitse en Belgische mannen) ­minder druk dan mannen in andere landen. – Bij de geboorte van het eerste kind stopt 9% van de moeders met werken. Lager ­opgeleide vrouwen doen dat veel vaker (27%) dan middelbaar en hoger opgeleide vrouwen (12% en 6%). Een grotere groep moeders gaat minder werken (40%). Het aandeel moeders dat evenveel uren blijft werken is toegenomen van 43% in 2007 tot 50% in 2009. – De capaciteit van kinderopvang en vooral van buitenschoolse opvang is van 2006 tot 2008 flink toegenomen. Hoogopgeleiden maken vooral gebruik van formele opvang (kinderdagverblijf, gastouder- en buitenschoolse opvang). Hoewel laag- en middelbaar opgeleiden wel relatief vaker dan hoogopgeleiden gebruikmaken van informele opvang via familie of vrienden, maken zij tegenwoordig meer gebruik van formele dan van informele opvang. – Vrouwen nemen veel vaker ouderschapsverlof op dan mannen (41% tegenover 19%); hoger opgeleide vrouwen doen dit veel vaker dan laag- en middelbaar opgeleide ­v rouwen. – Een ruime meerderheid van de bevolking vindt dat een buitenshuis werkende moeder net zo’n warme relatie met haar kinderen kan hebben als een moeder die niet werkt. Een voltijdbaan voor moeders wordt echter door een grote minderheid (40%) van de bevolking afgekeurd. Voor vrouwen met nog niet schoolgaande kinderen wordt niet werken of een baan van hooguit twee dagen als ideaal gezien. Voor moeders van schoolgaande kinderen geldt de deeltijdbaan van drie dagen als ideaal. Voor vaders met jonge kinderen vindt 40% van de bevolking een baan van vier dagen ideaal en een derde vindt dat van de voltijdbaan. Als de kinderen naar school gaan, vindt de helft een voltijdbaan voor vaders het beste. – Ruim een kwart van de vrouwen en ruim de helft van de mannen vindt een vrouw geschikter om kinderen op te voeden dan een man. – Iets minder dan de helft van de vrouwen en twee derde van de mannen vindt dat ­jonge kinderen (onder de 2 jaar) het best door de eigen ouders kunnen worden ­verzorgd. Omgekeerd staat een minderheid (rond 30%) positief tegenover kinder­opvang in een kinderdagverblijf voor jonge kinderen. Opvang van peuters door anderen dan de ­ouders wordt het meest geaccepteerd (67%). Tegenover buitenschoolse opvang staat een kleinere groep (ruim 40%) positief. De weerstanden tegen kinderopvang en ­buitenschoolse opvang zijn de afgelopen jaren afgenomen. – Een (grote) meerderheid van de bevolking is voorstander van een gelijke verdeling van huishoudelijk en betaald werk tussen vrouwen en mannen. – Driekwart van de vrouwen wil weer gaan werken of meer uren werken, mits aan ­bepaalde voorwaarden is voldaan. Flexibele werktijden, thuiswerken en verlof 13


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.