RifRaf maart 2015 NL

Page 15

15

homegrown

Tekst: Arthur De Zutter

“Het is niet omdat je een plaat uit hebt, dat de hele wereld ernaar gaat luisteren.” vertelt Lee Swinnen. Het siert de Tubelight-frontman - en zoon van - dat hij zo realistisch blijft, want met ‘Heliosphere’ is hij mede verantwoordelijk voor een uitmuntend debuutalbum. De Vlaamse Velvet Underground bestaat en komt uit… Diest. Lee Swinnen: “Buiten The Scabs en Jasper Erkens is er nooit iets muzikaals vanuit Diest over heel Vlaanderen gespoeld. Het meeste van wat er gemaakt wordt, ziet nooit het daglicht. Al kan ik niet zeggen dat ik me stoor aan het ontbreken van een scene. Integendeel, ik zie het als een sterkte en iets dat Tubelight uniek maakt. We kunnen ons canvas vrij beschilderen, zonder dat er een bende leeftijdsgenoten over onze schouder meekijkt. Als je gelinkt bent aan een grotere scene, ben je automatisch ook bezig met andere mensen. Wij hebben ons helemaal kunnen focussen op onszelf. Een unieke positie. Al is de finaleplaats in Humo’s Rock Rally 2012 wel heel belangrijk geweest om ons over de grenzen van onze gemeente te lanceren. Diest is tof, maar if you don’t get out fast enough, you get swallowed. Als je in Gent of Antwerpen al een naam voor jezelf aan het opbouwen bent, dan heb je de Rally misschien niet echt nodig. Maar voor ons was het van onschatbare waarde.”

redeneerde ik. Het was me te onnozel. Maar na een tijdje ben ik toch gezwicht. Ik studeerde cameraman aan het RITS, al zat ik eigenlijk meer op mijn kot gitaar te spelen dan les te volgen. Dus heb ik me dan toch maar ingeschreven. Ik had voor mezelf beslist dat ik verder wilde gaan als muzikant, en dan studeer je beter niet voor cameraman. En uiteindelijk haal je uit de opleiding vooral wat je voor jezelf interessant vindt, hé. De rest laat je maar voor wat het is. Maar als je het echt niet in je hebt, gaan ze het er daar ook niet kunnen uithalen.”

Een zwart randje Het shoegazegeluid maakt tegenwoordig een comeback. Hoe onderscheiden jullie je van de rest? Lee: “Ik denk dat het geluid van Tubelight iets donkerder is dan bands met een soortgelijke sound. Iets weirder ook, het randje rond onze muziek is zwarter dan bij bijvoorbeeld Bed Rugs, minder Beatlesque. Onze invloeden zitten eerder in de dark side of rock. The Velvet Underground, Spaceman 3, Frank Zappa, Sonic Youth, …” Hoe voorkom je eigenlijk dat je eigen sound te vol raakt met invloeden? Hoe hou je het gestroomlijnd en gefocust? Lee: “Ik heb daar eigenlijk totaal geen moeite mee. Als ik een gitaar oppak om een liedje voor Tubelight te schrijven, dan is het resultaat iets dat geschikt is voor Tubelight. Dat instinct heb ik door de jaren heen ontwikkeld, denk ik. Het zit in mijn handen. Voor mij is muziek meer een gevoelskwestie, en ook het songschrijven benader ik grotendeels op gevoel. Van zodra je teveel nadenkt en analyseert, wordt wat je maakt minder spontaan. En spontaniteit, dat vind ik een heel belangrijk aspect van goede muziek, in welk genre ook. Het moet authentiek én spontaan klinken. Buiten Tubelight moet ik me soms wel inhouden. De ene week heb ik bij wijze van spreken zin om een Wu-Tang Clan-coverband op te richten, de volgende week wil ik alleen maar weirde Zappa-achtige dingen doen.” Hoe zinvol is het eigenlijk om ambitieus te zijn als jonge Vlaamse band? Het Vlaamse livecircuit is beperkt, maar negen kansen op tien lukt doorbreken in het buitenland ook niet. Zelfs Wallonië veroveren is zo goed als onmogelijk. Hoe gaan jullie voorkomen dat het wiel vastdraait? Lee: “Dat weet ik niet. Een waterdichte strategie om het te maken in het buitenland bestaat niet hé, en anders hoor ik het graag. Ik denk wel dat er voor bands genoeg mogelijkheden zijn om je te bewijzen bij onze buren, ook in landen die iets snobistischer naar hun eigen music scene kijken, zoals Engeland. En als je daar dan staat, op een of ander showcasefestival of zo, dan moet je er gewoon het allerbeste van maken. De bal in zoveel mogelijk verschillende kampen leggen. Dat gaan wij in ieder geval doen, en lukt het dan toch niet, dan hebben we het tenminste geprobeerd. Je moet ook een beetje realistisch blijven als band natuurlijk. Het is niet omdat je een plaat uit hebt, dat de hele wereld ernaar gaat luisteren.” Wij luisteren alvast wél!

De bal in verschillende kampen leggen

Je vader is Guy Swinnen, frontman van The Scabs. Wat vinden jullie van elkaars band? Lee: “Voor zover ik weet is hij redelijk trots, hij vindt het wel leuk wat we maken. Jammer genoeg is zijn band niet echt mijn ding. (lacht) Het laatste wat de puberende zoon van een muzikant graag hoort, is natuurlijk de muziek van zijn pa. En dat is helaas voor hem wat aan mij blijven kleven. Nu ik een paar jaartjes ouder ben, kan ik sommige dingen van hem wel beter appreciëren. Zijn soloplaat vind ik bijvoorbeeld best goed, net als de muziek uit zijn punkperiode. Maar ‘Royalty In Exile’? Daar heb ik het nog altijd niet voor.” Heeft hij je aangemoedigd om muziek te maken, of heeft hij je proberen tegenhouden? Lee: “Hij heeft me daar vooral heel vrij in gelaten. Wel lag het thuis vol met gitaren, dus de verleiding om het spelen op te pakken was bij ons hoger dan bij het gemiddelde Vlaamse gezin. En eigenlijk, alleen al opgroeien in zo’n omgeving vormt je voor een stuk. Ook mijn tweelingbroer en jongere broer laten zich leiden door creativiteit. Die eerste is bezig met animatie en maakt onder andere videoclips voor elektronische acts, die tweede speelt in een punkbandje en schrijft gedichten. Muziek is de rode draad door onze levens, al heb ik de meest directe link met wat mijn vader doet natuurlijk.” Je hebt een opleiding aan de pop- en rockschool gevolgd. In hoeverre kunnen ze je daar dingen aanleren, en in hoeverre moet je zelf talent hebben? Lee: “Je moet natuurlijk wel al een basistalent hebben om daar binnen te geraken, maar eenmaal aan boord leer je ook echt wel wat bij. Vooral omdat ze je er dwingen elke dag met muziek bezig te zijn. En je komt er in een handige netwerk van mensen terecht met allemaal dezelfde droom. Grappig hoe de dingen kunnen lopen eigenlijk, want toen ik voor het eerst over PXL hoorde, was ik één en al achterdocht. Als ze je al op school moeten leren hoe je een fijne rockster kan worden, dan ben je eigenlijk al verloren,

on stage 22 maart: 25 maart: 26 maart: 27 maart:

AB Club, Brussel (w/ ID!OTS, The Germans) STUK, Leuven Hall Of Fame, Tilburg (NL) (w/ Purling Hiss) CoStA, Antwerpen

Tubelight ‘Heliosphere’ Noisesome Recordings/Caroline

Wie bij dit album een Scabs light verwacht, vooral niet luisteren! De appel is immers verder van de boom gevallen. Tubelight doet meer denken aan Lou Reed – ten tijde van ‘Wight Light/White Heat’ en ‘Venus In Furs’ - dan aan Guy Swinnen. Ook The Stooges, Spaceman 3 en My Bloody Valentine zitten in de mix, wat resulteert in een droom van een debuut-cd met alleen maar goede nummers. ‘Visions’ trekt het album heerlijk op gang, de gitaarriff van ‘Coming After You’ zindert prettig na in je hoofd, en waarom is het meeslepend mooie meesterwerk ‘Suzy’s Suicide’ eigenlijk nog geen grote radiohit op Studio Brussel? ‘I Wanna Hit’ sluit het album af zoals het hoort, een kopstoot van een nummer dat net zo goed een Birthday Partyklassieker had kunnen zijn. ‘Heliosphere’ is wild, vurig en heel, heel goed. Als Tubelight dit niveau kan vasthouden, dan gaan wij én de band nog heel wat mooie jaren tegemoet. (adz)


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.