Natuur in Drenthe - zicht op biodiversiteit - deel 1

Page 6

6

Thea Harmelink (provincie Drenthe, afdeling Duurzame ontwikkeling) trad op als projectleider. Duidelijk was dat voor het maken van een nieuwe Natuur in Drenthe de kennis en expertise van externe deskundigen onmisbaar was. Een van de eerste werkzaamheden was dan ook het maken van een keuze van de op te nemen soortgroepen en te beoordelen in hoeverre en in welke vorm hiervoor een bijdrage van buiten de projectgroep gezocht moest worden. In tabel 1.1 is vermeld aan welke instanties en/of personen door de provincie Drenthe opdracht werd verleend voor het actualiseren van de betreffende informatie in Natuur in Drenthe uit 1992. Deze opdrachten resulteerden voor een soortgroep in hetzij afgeronde rapportages voor alle biotopen hetzij deelteksten per biotoop, in beide gevallen meestal met bijbehorende informatie in de vorm van tabellen, figuren en gegevens voor het maken van verspreidingskaartjes. De zakelijke contacten rond deze opdrachten werden verzorgd door Thea Harmelink. Het verwerken en bundelen van de externe informatie, samen met bij de provincie Drenthe beschikbare gegevens over flora en vegetatie, amfibieën en reptielen en dagvlinders, tot conceptteksten met bijbehorende tabellen en illustraties werd verzorgd door Eeuwe Dijk, Ben Hoentjen, Bert Oving en Joop Smittenberg. Tabel 1.1. Instanties c.q. personen die in opdracht van de provincie gegevens over soortgroepen hebben geactualiseerd. Vegetatie en flora

Alterra FLORON Edwin Dijkhuis Bert Lanjouw

Mossen

Bryologische en Lichenologische Werkgroep (BLWG)

Korstmossen

Lichenologisch Onderzoeksbureau Nederland (LON)

Paddenstoelen

Eef Arnolds

Sieralgen

Koeman en Bijkerk

Kiezelwieren

Herman van Dam

Zoogdieren

Zoogdiervereniging/Stichting VZZ

Vogels

SOVON Vogelonderzoek Nederland

Insecten

European Invertebrate Survey (EIS)

Loopkevers

Stichting Willem Beijerinck Biologisch Station (WBBS)

Nachtvlinders

Jelle de Vries

Macrofauna

Herman Wanningen, Reinder Torenbeek, EIS

Biotopen Hoogvenen en Vennen en veentjes

Stichting Bargerveen

Eddy Weeda (Alterra) nam ‑ in samenspraak met Eeuwe Dijk ‑ de actualisatie van de teksten over flora en vegetatie van de biotopen hoogvenen, heiden en stuifzanden, vennen en veentjes, meren en moerassen, beken en bronnen en akkers voor zijn rekening en becommentarieerde de geheel door Eeuwe Dijk herziene tekst van de bossen. Voor de genoemde biotopen leverde hij ook een belangrijke aanvulling in de teksten van de mossen. Daarnaast verzorgde hij het intermezzo over de bramen in Drenthe in nauwe samenspraak met zijn collega’s Rienk-Jan Bijlsma en Rense Haveman. Edwin Dijkhuis (WFD/FLORON) en Bert Oving herzagen de tekst over de plantengroei in bebouwd gebied en deden waardevolle suggesties voor op te nemen recente vondsten van nieuwe soorten en ontwikkelingen in de Drentse flora. Eeuwe Dijk bewerkte de houtwallen. De overige flora- en vegetatieteksten werden herschreven door Bert Oving. Bert Lanjouw droeg bij aan de revisie van de teksten over de plantengroei in wegbermen en spoordijken en in sloten, wijken en kanalen. Alle vegetatietabellen zijn gemaakt door Eeuwe Dijk.

De conceptteksten over de mossen en korstmossen zijn respectievelijk door André Aptroot (BLWG) en Kok van Herk (LON) geleverd. Ze zijn bewerkt en aangevuld door Bert Oving. Op basis van deze teksten maakte laatstgenoemde ook de intermezzo’s ‘Korstmossen als milieu-indicatoren’ en ‘Mossen en korstmossen op hunebedden’. De eindversies van de teksten over flora, vegetatie en mossen van bijna alle biotopen zijn door Joop Smittenberg nog een keer kritisch doorgelezen. De bijdragen over de paddenstoelen, geschreven door Eef Arnolds (PWD), zijn vrijwel onverkort in dit rapport overgenomen. Ina Bultstra en Ronald Bijkerk (Koeman en Bijkerk) namen de conceptteksten over sieralgen voor hun rekening; Herman van Dam die van de kiezelwieren. Net als bij de teksten van de paddenstoelen zijn die over de vogels, aangeleverd door Arend van Dijk (SOVON), vrijwel integraal in dit rapport opgenomen. Voor de soortgroepen zoogdieren, amfibieën en reptielen en vissen leverde Ate Dijkstra de basisteksten. Deze werden door Ben Hoentjen (zoogdieren en amfibieën en reptielen) en Bert Oving (vissen) verder bewerkt en aangevuld. Voor de zoogdieren werd hierbij gebruik gemaakt van de informatie geleverd door Jasja Dekker van de Zoogdiervereniging/Stichting VZZ. Ook voor de verschillende insectengroepen, met uitzondering van de nachtvlinders, legde Ate Dijkstra de basis voor de eindteksten die Bert Oving voor zijn rekening nam. Laatstgenoemde kon hiervoor gebruik maken van de bijdragen van het EIS (Vincent Kalkman, Roy Kleukers, André van Loon, René Manger, Hans Nieuwenhuijsen, Menno Reemer en John Smit) en van de rapportage van Rikjan Vermeulen en Jinze Noordijk van de Stichting WBBS over loopkevers. Jelle de Vries (VWD) beschreef de voor Drenthe kenmerkende nachtvlinders van verschillende biotopen. Gegevens van Rykel de Bruyne (Stichting Anemoon) over zoetwatermollusken en van EIS over overige ongewervelden zijn geïntegreerd in de teksten over de Drentse macrofauna, toegeleverd door Herman Wanningen en Reinder Torenbeek. Dat geldt ook voor onderdelen van de teksten van de Stichting Bargerveen (Arnold van den Burg, Gert-Jan van Duinen, Marten Geertsma, Hein van Kleef, Marijn Nijssen en Joost Vogels), aangeleverd voor de biotopen hoogvenen en vennen en veentjes. Hoofdstuk 2, over de ontstaansgeschiedenis, bodem en waterhuishouding van Drenthe, is het werk van Eeuwe Dijk en Joop Smittenberg. Joop Smittenberg schreef hoofdstuk 4, dat gaat over beleidsontwikkelingen. Bert Oving en Ben Hoentjen verzorgden de contacten met de vele fotografen die hun foto’s beschikbaar stelden (zie colofon) en daarmee een zeer waardevolle bijdrage aan dit rapport leverden. Bij elke foto in het rapport is de naam van de maker vermeld. Eeuwe Dijk en Ben Hoentjen maakten de basisbestanden voor de kaartjes en grafieken en Thea Harmelink stelde de literatuurlijst samen. Wim Piepot van de afdeling Facilitaire ondersteuning, sectie GIS/Cartografie verzorgde de kaartjes, grafieken en tekeningen. De opmaak was in handen van Henk Stadman (afdeling Facilitaire ondersteuning team Documenten), in samenspraak met Albert Rademaker, die het stramien voor de lay-out ontwierp. Ben Hoentjen coördineerde de productie van de illustraties en trad op als contactpersoon met de vormgevers. De eindredactie was in handen van Henk van den Brink, die ook de samenvatting maakte.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.