Passerelle krant 2017

Page 1

platform voor jonge dans


VOORWOORD Dankbaar vooruitkijken “Bij Passerelle krijgen intuïtie en instinct nog een plaats en kan ik in alle vrijheid creëren, zeldzaam maar essentieel,” zegt Bérengère Bodin in deze uitgave. Passerelle mocht dit jaar opnieuw samenwerken met deze artieste. “Ik heb liever dat dansers dansen om zich gelukkig te voelen, niet omdat het moet. Dan krijg je ook die heel bijzondere vrijheid in de bewegingen, net als bij kinderen.” Daarmee heeft ze ook meteen gezegd waarvoor we staan. Dat blijkt ook uit de verhalen in deze krant. Verbeeldingskracht, kansen geven en plezier maken. Passerelle mag de komende jaren haar recept blijven verkennen en verspreiden. De minister van Jeugd en de Vlaamse overheid waarderen onze ambitie om uit te breiden en te verdiepen, en kennen ons ook een hogere subsidie toe. Een schouderklop die kan tellen. Groeien en tegelijk onze kwaliteit behouden. Dat wordt de uitdaging. Gelukkig kunnen we steunen op een sterk team, ervaren coaches en choreografen, trouwe vrijwilligers en heel wat kinderen en jongeren die zich graag storten op hedendaagse dans. Daar kunnen we alleen maar dankbaar voor zijn. Tot binnenkort, in een school, op een dansvloer of ergens op straat! Het bestuur van Passerelle Bert, Lien, Liesbeth, Kurt, Noemi, Rita, Dries en Bart

Editie: oktober 2017 Vormgeving: Happy Design Teksten: Sproke Foto’s: Luc Depreitere Coverfoto: Atelier Delta 2.0 Druk: Drukkerij Vandekerckhove Coördinatie: Pol Coussement & Sabine Vanhoutte V.U.: Bart Noels, Neder Mosscher 16, 8500 Kortrijk

Holding Space

Dank aan de sponsors & overheden die Passerelle een warm hart toedragen en ons structureel steunen

platform voor jonge dans


IN DIT NUMMER Passerelle in vogelvlucht

4

Groeien maar blijven pionieren

6

A Vos Souhaits!

8

Een greep uit onze werking tijdens het seizoen 2016-2017

Bart Noels en Noemi De Clercq over de beleidsnota 2018-2021

Bérengère Bodin en Julie Vanhuysse over A Vos Souhaits!

Levenskunstenaars op scène

10

Sterk in de (dans)schoenen

12

United to Forget

14

Inbreken in stad en regio

16

Dansproject in beeld

19

Gudrun Callewaert en Jan Goddaer over ZieDieMens

Kim Cras, Yentl de Werdt en Linda Lermytte over ’t Zal WELzijn

Sarah Bostoen en Nuria Tondat over United to Forget

in Kortrijk, de Westhoek en Menen

Holding Space

sfeerbeelden Heldenmoed

PASSERELLE KRANT 2017 / 3


PA S S E R E L L E I N V O G E LV L U C H T

Een greep uit onze werking tijdens het seizoen 2016-2017

MUDA@Buda

Make Your Own

Workshops i.k.v. Kunstendag voor Kinderen

Danshumaniora MUDA uit Evergem palmt een hele week het Buda-eiland in. Passerelle ondersteunt de studenten bij het maken van hun eigen solo’s via workshops en artistieke coaching.

Passerelle laat studenten van de lerarenopleiding zelf zien en voelen hoe danseducatie in de klas meer dan een verschil kan maken.

De danscoaches van Passerelle laten kinderen tussen 6 en 12 jaar een hele middag lang proeven van beweging, expressie en dans. Tussen de (dans)regels door ontdekken ze wat ze allemaal kunnen.

Workshops en voorstellingen - Michael Bugdahn, Judith Clijsters, Pol Coussement, Darline Deprez, Anneleen Keppens, Denise Namura, Nicolas Vladyslav en Mole Wetherell

Cultuurdagen voor leraren in opleiding@deSingel Pol Coussement

Morgane Van Weyenbergh en Darline Deprez

Expressielab

Pix&Moves

Westerkwartier

Passerelle breekt in op de artistieke retraite van de eerstejaarsstudenten van de lerarenopleiding van HU Brussel. Dansen om te leren en leren om te dansen.

Geïnspireerd door animatiefilmkunstenaar Norman McLaren gaat het choreografenduo Denise Namura (BR) en Michael Bugdahn (D) op zoek naar de perfecte symbiose tussen beeld, geluid en beweging.

Geen danservaring, maar wel veel goesting om te bewegen en te experimenteren. Passerelle geeft kinderen uit een maatschappelijk kwetsbare buurt in Oostende de kans om volop te genieten van cultuur.

Creatie Budascoop Kortrijk Denise Namura en Michael Bugdah

Project i.o.v. Sociaal Huis en De Grote Post Oostende Darline Deprez en Valentine Galeyn

Workshops OKAN-klassen Sint-Niklaas

Holding Space

Digidans

Omdat dans van alle talen en culturen is. Passerelle helpt de talenten van anderstalige nieuwkomers naar boven halen met een reeks inspirerende workshops in en buiten de klas.

De jonge choreografe Judith Clijsters pakt uit met een fysiek uitdagende choreografie, die ze voor en samen met vijf dansers creëert.

Een danskamp dat tieners in hun leefwereld vastgrijpt en de iPad en GoPro als verrassende, creatieve compagnons inzet.

Creatie Budascoop Kortrijk Judith Clijsters

Dansproject CC Wevelgem Julie Vanhuysse

Workshops voor leraren in opleiding Destelheide, Dworp - Valentine Galeyn

Workshops Sint-Niklaas - Valentine Galeyn

platform voor jonge dans


ZOEK

Atelier Delta 2.0

DNeye

Net zoals iedereen zijn ze op zoek naar een plek waar ze zichzelf kunnen zijn. Passerelle laat anderstalige jongeren via een intensief danstraject thuiskomen bij zichzelf.

De creatie Delta van choreograaf Aimar Perez Gali krijgt een tweede leven in deze creatieve remake van Ine Naessens samen met zes dansers.

OKAN-project i.s.m. CC De Steiger Menen Pol Coussement

Creatie Budascoop Ine Naessens

Passerelle gaat samen met schoolkinderen uit Kortrijk én Roubaix op zoek naar de verschillen en de gelijkenissen boven en onder de grens, het DNA van zichzelf en hun ‘over’buren.

Gente

Heldenmoed

Diep in de zee

De OKAN-leerlingen van de Petrus & Paulusscholen in Oostende laten zich inspireren door de zee en schitteren in het toonmoment Gente, het resultaat van een hele dansreis begeleid door Passerelle.

Dertien lokale helden laten zich in dit danskamp inspireren door superhelden en verrassen zichzelf en hun omgeving met heel eigen superkrachten.

Kinderen van 6 tot 12 jaar duiken tijdens dit zomerdansatelier nog een laatste keer diep in de zee en zichzelf, vooraleer weer boven te komen.

OKAN-project i.s.m. De Grote Post, Oostende

Dansproject i.s.m. sportdienst Kortrijk Darline Deprez

Vakantieateliers Budascoop Kortrijk Lot Jansen, Morgane Van Weyenbergh en Darline Deprez

Iedereen Danser

Bodies in Urban Spaces

Vel tegen Vel

Jong en oud tasten letterlijk elkaars grenzen af en maken samen een pakkende dansvoorstelling. Omdat iedereen kan dansen, of je nu 10 of 80 jaar bent.

Passerelle laat de Oostenrijkse Cie. Willi Dorner los op de Sinksenfeesten in Kortrijk. Keldergaten en verloren hoekjes worden ingenomen door gymnasten in onmogelijke posities. Een uitdaging die door de Koninklijke Turnvereniging Kortrijk met verve wordt opgenomen.

Jongeren van de wijk en leerlingen van een buurtschool gaan samen met danscoaches van Passerelle aan de slag en creëren in twee dagen tijd een verbazende, verbluffende voorstelling.

Intergenerationeel project i.o.v. Achthoek vzw Sarah Bostoen en Darline Deprez

Locatieproject i.k.v. Sinksen Kortrijk - Cie. Willi Dorner

Uitwisselingsproject Kortrijk-Roubaix Pol Coussement

Dansproject i.k.v. Uitwijken Brugge - Yentl de Werdt, Darline Deprez en Morgane Van Weyenbergh

PASSERELLE KRANT 2017 / 5


GROEIEN MAAR BLIJVEN PIONIEREN Bart Noels en Noemi De Clercq

Het was even bekomen toen half september minister Gatz bevestigde dat Passerelle voor de komende vier jaar op € 201.000 subsidie per jaar mag rekenen om de werking verder uit te bouwen. Een stijging met maar liefst 74% ten opzichte van de huidige subsidie. “Zo’n eenduidig signaal, zowel vanuit de administratie, de commissie als vanuit de minister, doet deugd. Een terechte beloning voor het werk in het verleden en tegelijk een investering in de toekomst, om nog meer en beter te kunnen doen.” Bart Noels, huidig voorzitter van Passerelle: “Pol Coussement heeft indertijd met de oprichting van Passerelle in 2005 een moedige stap gezet. In het begin was het echt een vrijwilligersinitiatief, met een sterke visie van Pol en heel wat goodwill en engagement van mensen rondom hem. Ondertussen is er een serieuze legacy opgebouwd. Als je ziet hoeveel jongeren, choreografen, coaches,… door de Passerelle-molen zijn gedraaid. In al die jaren hebben we een fijne club kunnen creëren, met eenzelfde mindset, eenzelfde overtuiging van het belang van gelaagde danseducatie en eenzelfde open blik op de context waarin we spelen.” “Met de extra middelen kunnen we de organisatie en de werking de komende jaren serieus verder uitbouwen, wat op zich een ongelooflijke kans is. Ik zie uitdagingen op drie vlakken: 1. Groei moet gepaard blijven met kwaliteit Zelfs in de beginperiode, toen het bij momenten echt behelpen was, stond kwaliteit altijd voorop. Pol kent het danslandschap door en door, heeft er een reputatie opgebouwd omwille van zijn sterke visie op dans. Het is belangrijk om die blik van Pol te blijven houden. Zijn durf ook om ja te zeggen op vragen waarvan je niet weet waar je zal uitkomen. Maar wel altijd vanuit een 100% engagement: geen enkele vraag wordt bij Passerelle vrijblijvend opgenomen; er is altijd de drive om er iets zinvols mee te doen, om zaken in beweging te zetten in de omgeving waarin we werken. Met de extra middelen kunnen we op nog meer vragen ingaan, maar het kan niet de bedoeling zijn om nu gewoon succesnummertjes te herschrijven. We moeten blijven gaan voor het niét-vrijblijvende, voor de niet gemakkelijke weg van het inspelen op een specifieke context. 2. Het ecosysteem van Passerelle Doorheen de jaren hebben we een indrukwekkend netwerk uitgebouwd van supporters, vrijwilligers, bestuursleden, coaches, cultuurcentra, scholen, dansers,… Het is typisch voor Passerelle: als we ergens zijn geweest, worden we teruggevraagd of blijft er iets ‘hangen’ van onze passage. Het gaat om het soigneren van je partners, het meedenken met hen. Zo groei je op een toffe, organische manier en word je een huispartner in plaats van een organisatie die geboekt wordt. Straks zullen we nog meer gespreid werken. Het wordt uitkijken hoe we het ecosysteem rond Passerelle kunnen laten groeien zonder te verliezen wat we al hebben, zonder in te boeten aan dat soignerende. 3. De basis blijft hedendaagse dans Hoezeer de werking ook geëvolueerd is, het gaat nog steeds om hedendaagse dans. Het artistieke blijft de vertrekbasis, altijd en overal. Of we nu werken in schoolverband of in de vrije tijd, met kleuters of met jongvolwassenen en alles daar tussenin: hedendaagse dans staat voorop. We doen daar geen toegevingen op, maar net daardoor word je ook ernstig genomen, zowel door het publiek, de deelnemers als de danswereld. Wat er wel is bijgekomen, is het veel bewuster nadenken over de context waarin Passerelle werkt. We vertrekken van de deelnemers en hun leefwereld. Die combinatie maakt dat je een stap verder kan gaan, dat je jongeren zover krijgt dat ze iets bij zichzelf ontdekken. We moeten de komende jaren vanuit het artistieke blijven zoeken hoe we op een omgeving kunnen inspelen, zodat we blijvend impact kunnen creëren.”

platform voor jonge dans


Noemi De Clercq is relatief nieuw in de raad van bestuur: “Ik ben sinds 2013 lid van de raad van bestuur, in sommige cultuurcommissies kan je maar maximum vier jaar lid zijn, dus ‘nieuw’ is het woord niet meer. Het is wel de eerste keer dat ik zo nauw betrokken ben geweest bij de beleidsplanning. Het opstellen van een aanvraagdossier verplicht je om echt stil te staan bij de werking.” “Ik ben eerder toevallig bij Passerelle terechtgekomen, via mijn vorige job op het ministerie van cultuur waar ik rond cultuureducatie werkte. Ondertussen werk ik bij het Vlaams Fonds voor de Letteren. Die combinatie is leuk: bij het Fonds werken we met woorden, bij Passerelle draait het om dans, een woordeloze abstracte taal die ook weer uitnodigt om te communiceren. Wij werken bij het Fonds trouwens ook sterk op diversiteit en het is inspirerend om te zien hoe Passerelle dat aanpakt, zelfs al gaat het om een compleet andere kunstvorm.”

“Passerelle staat voor kwaliteit en verdieping en is een echte referentieorganisatie geworden met een stevig netwerk van dansprofessionals uit heel Vlaanderen. Het is wel belangrijk om de pioniersspirit te behouden, want dat is net een deel van de kracht van Passerelle. Het is niet de bedoeling om ons nu plots als een ‘gevestigde waarde’ te gedragen; we mogen de zoektocht, de ontdekkingsgeest niet verliezen.” “Hoe snel we groeien, wie we daarbij moeten betrekken, hoe we de extra middelen inzetten en matchen aan de belofte die we gemaakt hebben met onze nieuwe beleidsnota: dat is de opdracht in de komende periode. De uitdaging ligt vooral op organisatieniveau, inhoudelijk wordt het gewoon een kwestie van blijven zorgvuldig kiezen voor stimulerende contexten en uitdagende partners.” “De Raad van Bestuur zal allicht ook een stuk mee moeten groeien met de nieuwe situatie. Voorlopig zijn we maar met twee niet-West-Vlamingen, al bestaat de Raad van Bestuur sowieso al uit heel verschillende profielen die zeker niet alleen met dans of cultuureducatie te maken hebben. Het is gewoon een heel gedreven, fijne groep mensen. Op die manier is afzakken naar Kortrijk altijd weer een leuke uitstap. Ik zou die uitstapjes zelfs beginnen missen mochten we in de toekomst centraler in het land gaan vergaderen…”

Pix&Moves

“Bij Passerelle was werken rond diversiteit gewoon de logische volgende stap in de werking, iets dat organisch is gegroeid en niet omdat het was opgelegd. Opschaling wordt de volgende stap. Het zal een uitdaging worden om die organische groei te combineren met een bewuste strategie van decentralisatie en uitbreiding. Het wordt een beetje zoeken om op eenzelfde warme, kwaliteitsvolle manier de Passerellecommunity te behouden en te versterken. Maar ik heb er een goed gevoel bij. In tien jaar tijd bouwden we een hele

sterke werking en visie rond danseducatie uit. Precies daarom komt er nu het positieve signaal vanuit de sector.”

PASSERELLE KRANT 2017 / 7


Snikheet is het in de Tacktoren waar Bérengère Bodin haar creatie voorbereidt. Tegen het voorstel om het interview buiten op het dak te doen waar een koel windje te rapen valt, zeg ik niet neen. Dat het bijzonder oncomfortabel zitten en noteren is, merk ik pas wanneer ik een uurtje later recht moet krabbelen. Want een gesprek met Bérengère Bodin is een ervaring, dat is het minste wat je ervan kan zeggen. Een ervaring waar de hele beleveniseconomie die zo in is vandaag, nog kan van leren. Het is niet de eerste keer dat Bérengère bij Passerelle een deel van de double bill maakt. In 2013 kon je haar voorstelling Palimpseste al beleven. Een voorstelling met laagjes, om af te pellen en stuk voor stuk te ontdekken. Ze keert graag terug naar Passerelle: “Ik weet me gesteund tijdens het maakproces door Pol en zijn entourage, dat neemt veel zorgen weg. We weten ook van elkaar waarvoor we staan. We hebben geen grote theorieën of uitleg nodig; bij Passerelle krijgen intuïtie en instinct nog een plaats en kan ik in alle vrijheid creëren, zeldzaam maar essentieel!” A Vos Souhaits! zal net als Palimpseste al even vol zitten met ideeën, dat merk je aan het gesprek. De term ‘bedachtzaam’ wordt ineens heel erg tastbaar: je ziet het denkproces van Bérengère letterlijk voor je, haar zoeken naar woorden, de gebaren die moeten ondersteunen als de juiste woorden niet meteen komen. Inspiratie voor de grondgedachte van de voorstelling vond ze onder meer bij Harari’s Homo Sapiens: hoe is het met ons geluk gesteld in deze technologische tijden waar alles steeds makkelijker lijkt te worden? Wat definieert onze levenskwaliteit? Hebben we elkaar nodig om ons gelukkig te voelen? De vorm die ze deze keer gekozen heeft, is een triptiek. Een kunstvorm die we vooral kennen uit de religieuze sfeer. Bij Bérengère biedt het drieluik de kans om het samenspel tussen drie solo’s te onderzoeken: een unisono, die toch afwijkt. Drie dansers die elk hun eigen parcours ontdekken en bespelen, vertrekkende van dezelfde muziek en dezelfde beperking van ruimte. “Een soort van blind dance,” zo zie ik het. “De dansers zien elkaar niet echt, maar horen elkaars bewegingen. Hoe spelen ze op elkaar in zonder echt samen te dansen? Ik wil de impact die je anders uit het dansen in groep krijgt, opnieuw creëren in de drie solo’s. Door de uitdrukking van het lichaam, de kwaliteit van de bewegingen: aan elkaar verbonden en gebonden, en toch weer niet.” De zoektocht boeit haar, de vragen stellen is belangrijker dan de antwoorden vinden. Een zoektocht die ze samen met haar dansers opneemt: “Het basisconcept, het kader, dat is er. Maar dan begint het proces om de theorie om te zetten in de praktijk, om dingen af te tasten en uit te zoeken samen met de dansers. Hoe passen de fantasieën die zij hebben in mijn fantasie? De dansers krijgen van mij ’s avonds iedere keer ‘huiswerk’ mee, een vraag waar ze over moeten nadenken en waarmee we ’s anderendaags aan de slag gaan. Ik wil geen dansers die puur ‘bevelen’ uitvoeren; dat werkt voor mezelf ook niet. Maar het vraagt tijd om in zo’n proces te komen, om gaandeweg plezier te krijgen in het experimenteren, om de vrijheid te vinden in het creëren.”

Ze maakt het de dansers niet gemakkelijk, dat beseft ze goed. “Ik verwacht dat ze diep gaan: in het durven experimenteren, maar ook in het dansen zelf. Ik hoef geen technisch perfect geschoolde dansers. Net zoals bij butoh vertrek ik liever van het aftasten van alle mogelijkheden die het lichaam in zich heeft. De spanning erin opzoeken, tot in de diepste spieren. Scholing is daarbij niet echt van belang, maar je moet je lichaam wel door en door (leren) kennen, de microbewegingen leren beheersen om er dan voluit mee te kunnen experimenteren. Ik heb liever dat dansers dansen om zich gelukkig te voelen, niet omdat het moet. Dan krijg je ook die heel bijzondere vrijheid in de bewegingen, net als bij kinderen.” Het aftasten van het samen dansen en toch alleen, is ook terug te vinden in hoe Bérengère zelf werkt. Ze heeft haar eigen ideeën, maar vindt het belangrijk om die niet alleen uit te werken. Ze werkt voor deze voorstelling dan ook samen met Lenneke Rasschaert en Nicolas Marie. Lenneke ondersteunt het artistieke maakproces,

Tuur Uyttenhove

Bérengère Bodin (°1980, Fontenay-le-Comte, FR) toonde van jongs af een sterk sociaal engagement. Als tiener wou ze straathoekwerker worden. Ze zette zich ook een tijdlang in voor ‘les Restos du Coeur’, de Franse tegenhanger van Poverello. Pas toen ze vijftien werd, ging ze dansen. Ondertussen maakt ze deel uit van les ballets C de la B van choreograaf Alain Platel. Ze schitterde onder meer in de voorstelling C(H)OEURS, tauberbach en nicht schlafen.

BÉRENGÈRE BODIN E N J U L I E VA N H U Y S S E A VOS SOUHAITS!

Nicolas zorgt voor de scenografie en laat de vorm van de triptiek letterlijk tot leven komen. “Het is belangrijk om dingen te kunnen aftoetsen, om bij momenten alleen te kunnen werken en dan toch weer als groep samen te werken ten dienste van de creatie. Op die manier kan een voorstelling echt naar boven komen, ‘émerger’.” Het duizelt me een beetje na het gesprek en niet alleen door de hitte of de hoogte. Ondanks het feit dat Bérengère de tijd neemt om haar ideeën heel zorgvuldig onder woorden te brengen, heb ik op nog geen uur tijd een overweldigende stroom aan gedachten, visie en creativiteit meegekregen. En hoewel ik normaal geen fan ben van het Frans, zijn een paar bijzonder mooie termen blijven hangen. Zoals het zoeken naar ‘la beauté’ in ‘la

platform voor jonge dans

petitesse’. Geef toe, die ‘petitesse’ klinkt zoveel beter dan het Nederlandstalige ‘kleinheid, onbeduidendheid’. Dat het woord niet alleen goed klinkt, maar ook op scène volledig tot zijn recht komt, mag ik ’s anderendaags ondervinden bij de eerste try-out. Zonder scenografie nog, en met een paar ruwe kantjes, maar de essentie is er. De idee van de triptiek, van de drie dansers die op dezelfde muziek dansen binnen dezelfde ruimte, maar er toch elk apart staan met hun unieke karakter. De idee van het verschil in de kleine dingen, die net impact creëren en doen nadenken. A Vos Souhaits! wordt geen ‘petite’ voorstelling, maar een echt kleinood, om langzaam te ondergaan en te beleven. De beleveniseconomie een hak gezet door een ‘grande dame’ van de dans.


JULIE VANHUYSSE, DANSER Bérengère Bodin geeft het zelf al aan, ze maakt het haar dansers niet altijd even gemakkelijk. En toch doet Julie Vanhuysse voor de tweede keer mee in een choreografie van Bérengère. Ze stond in 2013 op scène in Palimpseste en nu neemt ze een luik van de triptiek voor haar rekening. Zo ‘lastig’ zal de choreografe dan wel niet zijn? “De repetities zijn vrij intens en je moet die gecombineerd krijgen met school, werk, sociaal leven,… Maar je leert er veel van. Palimpseste was een heel andere voorstelling, er was minder structuur en de groep

dansers was een stuk groter. Nu is alles scherper afgelijnd door de vorm van de triptiek.” “De manier van werken blijft wel dezelfde: Bérengère heeft een concept voor ogen, maar vult dit in met onze reacties en input. We krijgen effectief ook huiswerk mee na de repetities. Dat is bij momenten lastig: je hebt jezelf dan al de hele dag gegeven, zowel qua dans- als qua denkwerk, en dan moet je je ’s avonds nog eens inspannen. Maar het werkt: het geeft je de kans om je eigen ding te doen en niet te veel te leunen op wat de andere dansers doen.”

“Werken met Bérengère heeft me nieuwe zaken in mezelf leren ontdekken. Mijn performance is veel bewuster geworden: hoe je er staat op het podium, hoe je kijkt. Wat ik ook leuk vind, is de combinatie van Bérengère en Lenneke: je krijgt twee mensen die feedback geven en ideeën aanreiken. En al denken ze in dezelfde lijn, je krijgt toch net weer wat andere input. Bérengère mag dan trouwens perfectionistisch zijn, ze heeft het goed voor met haar dansers. We krijgen regelmatig na de repetities peptalk via sms. Die ‘well dones’ maken dat we telkens weer met veel zin in de studio staan.”

PASSERELLE KRANT 2017 / 9


LEVENSKUNSTENAARS OP SCÈNE Jan Goddaer en Gudrun Callewaert

Woonzorgcentrum De Weister ziet er aan de ene kant strak-hedendaags uit, aan de andere kant zie je her en der oud-vertrouwd woonkamermeubilair en warme kunstwerken opduiken. Moderne zorg, op maat en tempo van de bewoners. “De Weister is in 2010 geopend met als belangrijkste opdracht de participatie en integratie van ouderen met dementie in Aalbeke.” Dat het niet bij woorden bleef, wordt al snel duidelijk in het gesprek met directeur Jan Goddaer. “Ondertussen is Aalbeke uitgeroepen tot dementievriendelijke gemeente en kregen we internationaal erkenning met onze projecten.”

ZieDieMens is één van die projecten. Een bijzonder project, dat merk je meteen aan het vuur waarmee Jan Goddaer erover praat; mijn pen moet in vijfde versnelling schieten. “Het project is er gekomen op vraag van de Stad Kortrijk, die graag een campagne wou om het taboe rond dementie te helpen doorbreken. Wij hebben samen met de Stad en partners zoals het Expertisecentrum voor Dementie Sophia, Het Ventiel en Logo een podiumproject uitgewerkt. Uit de eerste brainstorm kwam al snel naar boven om iets met bewegen, dans te doen. Maar het moest professioneel, artistiek zijn. We wilden niet zomaar een T-dansant organiseren. Het project moest een sérieux krijgen; personen met een beperking verdienen dat respect.” “Als je het over dans hebt, kom je in Kortrijk snel bij Pol Coussement uit. Gudrun van Het Ventiel en ik zijn met hem gaan praten om het concept te finetunen: wat is de problematiek van jongdementie juist, hoe kunnen we dat laten zien? De boodschap was van in het begin duidelijk: inzetten op wat de mensen nog kunnen, tonen dat het leven niet stopt bij de diagnose van jongdementie. We wilden het ook graag opentrekken en de brede omgeving erbij betrekken: partners, kinderen en kleinkinderen, mantelzorgers, zorgprofessionals,… Uiteindelijk zijn we met een groep van zestien dansers aan de slag gegaan, waarvan drie mensen met jongdementie.” “Pol heeft zelf de regie gedaan en het traject begeleid van het begin tot het einde. Ik heb uiteindelijk zelf ook meegedanst, wat eerst helemaal niet de bedoeling

was. Ik ben een pure sporter, een triatleet; dansen is mij compleet vreemd. Maar dat was net het goede aan de groep: bijna niemand had danservaring. Dat maakte dat we allemaal onzeker waren en op elkaar beroep moesten doen. We waren allemaal lotgenoten, jongdementie of niet.” “Ook mijn dochter van zeventien heeft meegedanst. Haar overgrootmoeder had dementie, ze heeft die problematiek vanop afstand deels meegemaakt. Maar het is een compleet ander gegeven als je dementie ziet bij zo’n jonge mensen. Het werd dan ook bij momenten heel emotioneel en confronterend. Maar tegelijk ook mooi, het creëerde een verbondenheid die er vandaag nog is. We hebben elk ons leven, plannen en werk, maar we blijven contact houden met elkaar.” “In het begin was het aftasten, zoeken naar wat mogelijk was. Pol had wel een bepaald beeld en muziek voor ogen bij de start, maar daarna heeft hij gewerkt met improvisatie en de voorstelling opgebouwd vanuit onze reacties en vanuit de interviews met alle deelnemers. Het klankmateriaal daarvan is trouwens tijdens de voorstelling gebruikt. Het is de verdienste van Pol dat hij iedereen een gelijkwaardige rol heeft gegeven. Hij heeft ons ook het metier geleerd, ons getoond waarop we moesten letten. Gewoon rondwandelen op scène bijvoorbeeld wordt al snel houterig, hij heeft ons een naturel geleerd. Ik heb op die manier de kunstvorm dans echt leren appreciëren.”

platform voor jonge dans

“Wat niet wegnam dat ik plankenkoorts had telkens voor een optreden. Het bijzondere was dat Brigitte, een van de drie dansers met jongdementie, dat aanvoelde. Zij was net niet nerveus en kalmeerde mij. Dat was zo’n rijke ervaring. Brigitte is verschrikkelijk genoeg eind april overleden bij een fietsongeval. We hebben in Oostende onlangs nog een voorstelling van ZieDieMens opgevoerd, als een hommage aan haar. Dat was extra pakkend, zowel voor ons als voor het publiek.” “Het publiek heeft trouwens iedere keer bijzonder positief gereageerd. Ik had daar vragen bij op voorhand: zou onze boodschap wel overkomen? Waarom zouden de mensen onze voorstelling appreciëren? Danstechnisch waren we niet sterk, artistiek konden we ook niet opboksen tegen professionele gezelschappen, en toch was het publiek iedere keer weer ondersteboven. Net omdat we fouten maakten, was de voorstelling ontroerend en kregen we keer op keer heftige reacties, van een staande ovatie tot letterlijk tranen in de ogen. Dat mogen meemaken, doet wel iets met een mens.”


GUDRUN CALLEWAERT Gudrun Callewaert nodigt me bij haar thuis uit voor het interview over ZieDieMens. Thuis is tegelijk ook de uitvalsbasis voor de buddywerking van Het Ventiel, een vereniging voor mensen met jongdementie en hun omgeving. Ik krijg er een warm en persoonlijk welkom, tekenend voor de werking van Het Ventiel, die focust op ‘levensvreugde, de kwaliteit van het bestaan en een gevoel van eigenwaarde. Want die zijn van groot belang, niet alleen voor de mensen met jongdementie, maar voor ons allemaal.’ “Mijn man Patrick heeft een aantal jaren geleden de diagnose van jongdementie gekregen. Het was een ziekte die op dat moment zeer weinig gekend was. In het kader van Te Gek!? werd in 2013 voor het eerst een nationale campagne rond jongdementie opgezet. Parallel met de Tour de France fietsten mensen met jongdementie hun eigen ‘ronde’, samen met BV’s zoals Rick de Leeuw. De kinderen en ik hebben Patrick gepusht om eraan mee te doen. Patrick fietste ervoor zelden of nooit, zelfs naar de bakker gaan gebeurde met de auto. Hij is toen gestart met trainen, eerst op een hometrainer thuis, daarna op de baan in groep. Voor het eerst sedert de diagnose had hij weer een reden om ’s morgens op te staan. Bij de uiteindelijke Tour kreeg elke deelnemer met jongdementie een eigen buddy mee, niet iemand die voorop fietste, maar naast de deelnemers, om hen aan te moedigen, samen te genieten van de rit.” “Ik heb op de Mont Ventoux voor het eerst weer een twinkel in Patrick zijn ogen gezien. Het besef is toen ook gegroeid dat het verhaal daar niet mocht stoppen, niet voor Patrick maar ook niet voor anderen in dezelfde situatie. We zijn daarom gestart met Het Ventiel, waarbij we mensen met jongdementie de kans geven om samen met anderen dingen te doen, gewoon mensen onder elkaar. We blijven niet steken bij wat er niet meer kan, maar proberen nieuwe zaken uit. Ik vind de dubbele betekenis van ‘ventiel’ extra van toepassing: aan de ene kant het letterlijk lucht in de banden pompen, weer energie geven; aan de andere kant ook lucht lossen, even kunnen ventileren en stoom aflaten.” “We doen niet enkel activiteiten voor mensen met jongdementie maar voor iedereen rondom hen. Uiteindelijk hebben de buddy’s er ook veel aan. Jongdementie is fataal, je kan er niet tegen vechten. Als je dan ziet hoe mensen in zo’n uitzichtloze situatie toch nog volop van het leven kunnen genieten, dan geeft dat ook voor de omgeving een boost. Rick de Leeuw gebruikt de term ‘levenskunstenaars’. En dat is precies wat het is.” ZieDieMens betekende voor Het Ventiel de eerste samenwerking met Passerelle; voordien kenden ze elkaar niet. “We zijn met Het Ventiel eerder toevallig in het project gerold, doordat Jan er ons bij betrokken heeft. Op de eerste vergadering ben ik spontaan beginnen vertellen over Het Ventiel. Waarom ik er indertijd mee gestart ben, wat jongdementie betekent in het leven van een mens en zijn omgeving. Ik denk dat het nogal overdonderend was; Pol heeft het even moeten laten bezinken. Maar kort daarna, vanop vakantie, belde hij om te laten weten dat hij het zag zitten, dat hij al een beeld en muziek in zijn hoofd had.” “Het mocht niet zomaar een voorstelling worden over jongdementie, maar een voorstelling mét mensen met jongdementie en de mensen die hen omringen. Op de eerste repetitie heeft Pol vooral geluisterd naar iedereen, vragen gesteld. Op een bepaald moment hadden we zoiets van: laat het ons gewoon proberen, laat ons een aantal bewegingen uittesten. Van daaruit is de voorstelling letterlijk gegroeid doorheen de repetities. Repetities zou ik het eigenlijk niet willen noemen. Het waren eerder ‘warme bijeenkomsten’. Pol lanceerde telkens iets en wij pikten daarop in. Die reacties bracht Pol dan samen en maakte er een verhaal van.” “Aanvankelijk was het de bedoeling om de creatie éénmaal te tonen, in de Kortrijkse Schouwburg. De zaal zat gewoon vol. Met familie en vrienden, maar ook met beleidsmensen, stadsmedewerkers,… Allicht allemaal mensen die uit sympathie waren gekomen, maar niet echt met de verwachting om iets ‘moois’ te zien. Op het einde van de voorstelling, bij het groeten, was het muisstil. Ik hoorde Jan zeggen ‘Het is niet overgekomen’, maar dan ineens barstte het applaus letterlijk los. De mensen waren echt geraakt. De voorstelling was perfect, net omdat ze niet perfect was.” We hebben de voorstelling nog zes keer hernomen, en echt iedere keer opnieuw wisten we de mensen te ontroeren. Het is moeilijk om onder woorden te brengen. Het is gewoon een warme, emotionele voorstelling, die perfect de boodschap weet over te brengen: het leven stopt niét bij de diagnose van jongdementie.”

PASSERELLE KRANT 2017 / 11


STERK IN DE (DANS)SCHOENEN Kim Cras, Yentl de Werdt en Linda Lermytte

De Vlaamse Onderwijsraad, CANON Cultuurcel en Iedereen Leest zetten in 2016-2017 ’t Zal WELzijn op, een project om pesten op school zichtbaar en bespreekbaar te maken. Meer dan 50 scholen verspreid over Vlaanderen werkten samen met een cultuureducatieve organisatie; het resultaat werd begin 2017 getoond tijdens de Vlaamse Week tegen het Pesten. Passerelle was één van de geselecteerde organisaties en stuurde danscoaches op pad naar negen scholen. Kim Cras en Yentl de Werdt gingen aan de slag in de Gemeenteschool van Steenkerke (Veurne) en in de Vrije Basisschool Bolderberg in Heusden-Zolder.

“Ik wou absoluut vertrekken van een positief uitgangspunt: zorgen dat iedereen sterk in zijn schoenen staat, zelfvertrouwen en zelfwaarde heeft, respect voor de ander. Op die manier krijgt pesten geen kans. Het kwam er op aan om via eenvoudige oefeningen en technieken vertrouwen te kweken, in zichzelf en de groep. Zoals complimentjes leren geven en aanvaarden. Die oefeningen hebben we omgezet in bewegingen, om van daaruit een voorstelling te maken. Het was niet zomaar een dansstukje aanleren, maar samen werken en creëren.” “Er zaten telkens drie opeenvolgende leerjaren in een groep, waardoor de leeftijd nogal uit elkaar lag. Het was niet zo evident om opdrachten te vinden die de jongsten konden begrijpen en die nog uitdagend genoeg waren voor de oudsten. Er waren ook enkele kinderen met een sociale rugzak; gestructureerd en concreet werken wordt dan extra belangrijk. Gelukkig heb ik daar vanuit mijn dagjob ervaring mee. We sloten ook telkens af met een kleine evaluatieronde, waarin iedereen mocht zeggen wat hij of zij dacht of voelde.”

KIM Kim Cras combineert een job in de zorgsector met het geven van danslessen in bijberoep. Voor Passerelle begeleidt ze als danscoach regelmatig een workshop. ’t Zal WELzijn was het eerste, langere traject dat ze mocht coachen voor Passerelle. Het werd meteen een “ongelooflijke ervaring. Mocht ik zoiets fulltime kunnen doen, ik zou iedere dag al huppelend naar mijn werk gaan.” “Het is fijn als je gedurende een langere periode intensief rond een diepgaand thema kan werken. De groep was klein, waardoor je een band kan opbouwen. Het waren op den duur ‘mijn kindjes.’ De school waarin ik aan de slag ging, was een gemeenteschool in Steenkerke met een 20-tal leerlingen in totaal, verspreid over twee klassen. Doordat de school zo klein is, heeft het meteen impact op heel de school als er een akkefietje is of als er kliekjes gevormd worden. Pesten voorkomen is dan ook extra belangrijk.”

platform voor jonge dans

“In januari-februari heb ik zo een zevental workshops van telkens een halve dag begeleid. De laatste keer was er een toonmoment voor de pers, familie, directies van andere scholen,… Het is heel bijzonder om te zien hoe kinderen doorheen zo’n traject groeien en veel meer durven. Niet alleen in hun bewegingen, maar bijvoorbeeld ook in hun stemgebruik. Tijdens de eerste sessie was het vaak nog wat bedeesd fluisteren, maar op het eind viel die schroom helemaal weg. Je ziet die jongeren daar dan gewoon staan, met al hun talenten.” “Ik ben in juni nog eens teruggevraagd om een extra sessie te geven; dat was gewoon een superfijn weerzien. Ik geloof sterk in trajecten waarbij je gedurende een langere periode intensief rond een thema kan werken op een niet-klassikale manier. Het is jammer dat zoiets beperkt blijft tot één keer, dit zou eigenlijk in een langetermijnvisie op onderwijs moeten ingepast worden. Er mag gerust een vak zijn rond samenwerking, rond ‘ik in mijn omgeving’. Zo kan je kinderen een stuk weerbaarder maken. Passerelle zet meer en meer in op zo’n trajecten. Ik vind het een ongelooflijk mooie ervaring dat ik dat verhaal mee mag helpen brengen als coach.”


Linda Lermytte, Gemeenteschool Steenkerke Het is druk, zo bij de start van het nieuwe schooljaar. Maar Linda Lermytte, directrice van de gemeenteschool van Steenkerke maakt toch tijd om even terug te kijken op ’t Zal WELzijn. “Het project was voor ons op twee vlakken interessant: omwille van de kennismaking met het muzische, het bewegen, en omwille van de koppeling met de actuele problematiek van verdraagzaamheid en het voorkomen van pesten.”

LINDA

Yentl de Werdt begeleidde net als Kim Cras een tweetal groepen in het kader van ’t Zal WELzijn, maar dan aan de andere kant van het land, in Heusden-Zolder. Ze werkte al vaker freelance voor Passerelle, maar ook voor haar was het de eerste keer dat ze in een langer traject instapte. Het mocht wat haar betreft nog wat langer duren, “al krijg je wel de kans om gedurende die zeven weken de kinderen echt te leren kennen en de vooruitgang te zien.” “Ik ben altijd met heel uiteenlopende projecten bezig, maar dit was extra fijn om te doen. Je krijgt het gevoel dat je echt een verschil kan maken, dat de wereld er een stukje beter op wordt. Het doet iets als je verhalen over pesten hoort, als je ziet hoe kinderen al op zo’n jonge leeftijd kunnen afzien, hoe lastig ze het elkaar kunnen maken. Als je via een project als ’t Zal WELzijn kan helpen om dat tegen te gaan, dan doet dat deugd. Het doet sowieso deugd om kinderen te zien openbloeien, om hen de kans te geven om heel andere talenten en disciplines te ontdekken dan tijdens de lesuren.” Ook Yentl ging heel wat verder dan gewoon wat danspasjes aanleren. “Met non-verbale, creatieve technieken werkten we samen aan zelfbeheersing en zelfvertrouwen, het ontdekken van de mogelijkheden en de sterkte van je eigen lichaam en houding. Met yoga-oefeningen leerden ze bijvoorbeeld om langer op één been te staan.

“Dans is redelijk abstract als taal, zeker voor kinderen van die leeftijd. Maar het helpt om zaken aan te raken op een heel natuurlijke manier. Het is aan ons om wat de kinderen impliciet via dans leren ook expliciet te maken in de klas. Bijvoorbeeld via een nabespreking, zodat de boodschap nog beter blijft hangen. Het project is héél goed meegevallen. Kim was op den duur een deel van de ‘familie’. Hoe zij erin geslaagd is om dingen naar boven te halen bij de kinderen, daar stonden we echt van te kijken. Zelfs de meest timide kreeg ze mee, wat ons in de klas lang niet altijd lukt. Dus ja, mochten we nog eens zo’n project met Kim kunnen doen: graag!”

Ze moesten ook tegen elkaar leunen, elkaars gewicht dragen; op die manier leren ze letterlijk op elkaar steunen en vertrouwen. Uit al die opdrachten en technieken hebben we samen bewegingen gepuurd. Er zijn heel mooie dingen uitgekomen. Da’s dan mijn opdracht als coach: de ideeën uit hen naar boven halen en daar een structuur rond creëren.” “Ik werkte met twee groepen die dezelfde opdrachten kregen, maar de output was bij de twee compleet anders, waardoor je ook twee choreografieën krijgt. Tijdens het toonmoment hebben we de twee na elkaar laten zien. Het valt dan extra op hoe anders ze met eenzelfde thema zijn omgegaan, hoe creatief ze waren. Maar het valt vooral op hoezeer ze kunnen groeien, zelfs in zo een korte periode. Zo’n eindresultaat is zalig, je voelt de impact van het samen iets in beweging zetten. Je leert hen zichzelf en de anderen ontdekken, ze leren praten over vragen en problemen, met elkaar en met de leerkracht.” “Ik wéét dat deze ervaring op lange termijn zal doorwerken, maar het is jammer dat je de groepen niet kan blijven opvolgen; je raakt aan hen gehecht door zo nauw samen te werken. Ik weet wel dat ze de voorstellingen nog eens opgevoerd hebben tijdens het schoolfeest vlak voor de zomer. Ze zijn duidelijk trots op het resultaat, en met reden. Ze stonden er ook echt, allemaal.”

YENTL

PASSERELLE KRANT 2017 / 13


Het zit Sarah Bostoen niet echt mee: een danser is out en dus heeft ze de repetities moeten afgelasten. Door file miserie arriveert ze ook iets te laat op onze afspraak. In haar plaats zou mijn humeur onmiskenbaar richting vriespunt zijn gegaan, maar niet zo bij Sarah. Voor mij zit de rust en de kalmte zelve, en tegelijk ook een brok energie. Iemand die duidelijk haar plek gevonden heeft en een hoofd vol ideeën voor toekomstige projecten heeft. Maar nu eerst: United to Forget. Hoewel pas vooraan de dertig, is Sarah een ancien als het op dansen aankomt: ze danst al sinds haar vijfde. De laatste jaren is daar ook zeer duidelijk ‘dans maken’ bijgekomen: ze wil zelf creëren, samen met dansers aan de slag gaan om ideeën vorm te geven en een voorstelling te zien groeien. Die liefde voor het maken kan ze kwijt in haar eigen gezelschap, compagnie Monica. Daarnaast speelt ze graag in op freelance opdrachten, zoals deze double bill voor Passerelle. Een buitenkans, vindt ze zelf. “Ik heb tot nog toe vooral producties met een kleine bezetting gemaakt. Bij Passerelle krijg ik nu de tijd en de middelen om met een grotere groep te werken, daar had ik al lang zin in.” Tegelijk krijgt ze bij Passerelle de vrijheid die ze in haar eigen compagnie heeft: “Ik heb geen richtlijnen meegekregen, behalve dat het een voorstelling van 30 à 40 minuten moest worden. Voor de rest stond alles open: de thematiek, de keuze van de dansers, muziek,…“ Een link met de creatie van Bérengère Bodin, de andere helft van de double bill, hoefde ook niet. “Maar ik ben wel benieuwd om de twee voorstellingen na elkaar te zien, om te weten of de combinatie werkt. Spannend.” Spannend, zo heeft ze het graag. Het woord ‘uitdaging’ valt regelmatig tijdens het gesprek. Hoever ze daarin gaat, wordt al snel duidelijk wanneer ik vraag hoe ze aan de creatie van een voorstelling begint. Is alles al netjes op voorhand uitgewerkt op papier? Neen, dus. Maar dan toch wel op zijn minst in haar hoofd? Ook niet. “Ik heb wel altijd een concept voor ogen, iets wat me op dat moment bezighoudt. Maar hoe het eruit moet zien, neen, dat niet. Ik maak het liefst een voorstelling samen met de dansers. De eindbeslissing ligt wel bij mij, maar iedereen heeft zijn inbreng. Het gaat voor mij echt om samenwerken, de voorstelling laten groeien vanuit de dansers.” De keuze van de dansers is dan ook cruciaal? “Dat klopt, de voorstelling begint eigenlijk al zijn eerste vorm te krijgen tijdens de open workshops. Ik ga daarbij op zoek naar technisch sterke dansers, maar eigenlijk kijk ik vooral uit naar sterke karakters. Dansers die zich durven openstellen, die willen mee gaan en mee denken in het proces. Géén dansers die puur bewegingen uitvoeren, maar die fysiek en mentaal veel van zichzelf geven en durven geven.”

Uiteindelijk zijn het vijf jonge meisjes geworden, tussen 16 en 21 jaar. “Jong, maar tegelijk al heel krachtig. Want ik wil echt sterke vrouwen laten zien op scène.” Een beeld dat ze letterlijk kracht bijzet door iedereen op hakken te laten dansen. De idee daarvoor kreeg ze toen een van de meisjes tijdens de repetities op haar tenen in de hoogte aan het reiken was. Een momentopname die ze capteerde: het op de tenen staan werd vertaald naar dansen op hakken, om de meisjes letterlijk nog een trapje hoger te brengen en hun sterkte te laten zien. Dat is precies hoe Sarah Bostoen werkt: “Er gebeurt heel veel in de studio. De dansers krijgen van mij een opdracht, zij reageren daarop en met die input ga ik terug aan de slag. Ik moet dan ook constant alert zijn, om de interessante dingen eruit te kunnen pikken. Dat is best wel intensief. Ik neem ook alles op, zodat ik achteraf de repetities nog eens kan bekijken. Maar het werkt op die manier. Ik ben er ondertussen ook efficiënt in geworden:

Tuur Uyttenhove

Sarah Bostoen (°1985, Roeselare, BE) studeerde danstheater aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg (NL). Naast het performen creëert Sarah eigen werk, zowel freelance als met haar eigen compagnie Monica. Als freelancer creëerde ze o.a. Alle mooie dingen is verdwenen een solo voor Arnaud Rogard - en werkte ze samen met Hein Mortier (Wit.h vzw/ De Figuranten). Met compagnie Monica creëerde ze twee solo’s: It’s all about my birthday (2010) en Sometimes the blues is just a passing bird (2013), genomineerd voor de Side-By-Side prijs (NRW Düsseldorf). Voor de productie Glimpses In Turbid Water, die in november 2015 in première ging, werkte Sarah samen met dansers Meri Pajunpää en Miguel do Vale, componist Ralph Timmermans en dramaturge Lise Surmont. Momenteel werkt ze aan een nieuwe creatie Poetic Machine.

SARAH BOSTOEN E N N U R I A T O N D AT UNITED TO FORGET ik zie vrij snel wat de sterktes van de dansers zijn, wat werkt en niet werkt.” Zo’n manier van werken kan alleen maar als er vertrouwen is in de groep? “Vertrouwen is super belangrijk. Ik steek ook veel energie in het leren kennen van de dansers en zorgen dat zij elkaar leren kennen. Via kleine dingen zoals samen eten, samen babbelen over zaken die niks met de voorstelling te maken hebben. Ik geef zelf ook veel vertrouwen: ik oordeel niet. Alle input die de dansers aanleveren, is OK. Ik heb de dansers gekozen om wie ze zijn. Iedereen heeft een sterke kant, of het nu om het technisch-dansante gaat of om het theatrale. Het is gewoon een kwestie van die sterktes te zien en ze eruit te lichten. Eigenlijk creëer ik bij iedere productie een soort van mini-familie. Ik hou de mensen met wie ik graag samen werk, ook ‘dicht’ bij mij. Zo werk ik voor deze voorstelling opnieuw samen met Ralph Timmermans, een Nederlandse componist. Hij maakt momenteel de muziek voor deze voorstelling. Ook die staat dus nog niet op voorhand vast.” Voor controlefreaks zou deze manier van werken de hel zijn, maar voor Sarah is het een noodzaak: “Het is belangrijk dat er continu ruimte is voor het scherper krijgen van de voorstelling, het finetunen. Je moet zelf verwonderd kunnen blijven, ook de dansers. Het proces mag niet stilvallen, niet tijdens de repetities en

platform voor jonge dans

niet tijdens de voorstellingen. Iedere avond is uniek: de interactie tussen de dansers en met het publiek is telkens weer anders. Je evolueert wel naar een soort van ‘gezetheid’, een zekerheid bij de dansers. Ze weten waarvoor zij staan, waarvoor de voorstelling staat. Maar de dynamiek van de avond zelf moet ook nog een plaats krijgen.” Het werkproces is belangrijk, dat is duidelijk. Maar het concept? “United to Forget, wordt de titel. Het gaat over herinneren en vergeten. Over hoe moeilijk het is om dingen te vergeten die je wil vergeten, en om dingen te onthouden die je wil onthouden. We willen onaangename dingen liefst zo snel mogelijk aan de kant schuiven, maar dat is niet zo simpel. Loslaten is een heel proces waar je door moet, dat vraagt zijn tijd. Hoe werkt dat in ons hoofd? Dat wil ik graag uitzoeken en laten zien. Net daarom is het ook goed om met een grotere groep dansers te werken. Het samen bewegen, de groepsdynamiek, sluiten perfect aan bij het thema: het collectieve geheugen en het collectieve vergeten.” Het mag op dit moment misschien nog niet duidelijk zijn hoe de voorstelling er precies uit zal zien, één ding is wel al duidelijk: United to Forget wordt een voorstelling om net niét los te laten, om te laten nazinderen.


NURIA TONDAT, DANSER Nuria Tondat danst al langer, maar het is de eerste keer dat ze deelneemt aan een project van Passerelle. Zij en haar ‘mede-dansers’ komen zo goed als allemaal uit het Gentse. Hoewel ze toegeeft dat de verplaatsing naar Kortrijk soms wat lastig is, neemt ze het er graag bij: “Ik heb samen met twee vriendinnen deelgenomen aan de open workshops, en Sarah heeft ons eruit gekozen.”

“Elke choreograaf heeft zijn eigen manier van werken, en je leert daar telkens uit. Ik was het bijvoorbeeld gewoon om te improviseren, maar bij Sarah is het nog meer gewoon doén: de muziek op en start. Geen grote brainstorms vooraf, gewoon meteen via kleine opdrachtjes beginnen dansen. Het leuke is dat al het materiaal voor de voorstelling van onszelf komt. Sarah pikt er de interessante zaken uit en van daaruit werken we verder.

Het resultaat kan dus soms totaal iets anders worden, maar het vertrekt wel telkens vanuit de dansers. In het begin is het best zwaar. Na drie dagen aan een stuk improviseren, ben je echt op. Maar Sarah wist ons telkens weer te motiveren en eens er een basis aan materiaal is, gaat het vlotter en zie je het geheel groeien. Straks repeteren we weer voor het eerst samen na zowat twee maanden ‘rust’. Spannend, maar ik kijk er al naar uit!”

PASSERELLE KRANT 2017 / 15


I N B R E K E N I N S TA D E N R E G I O Marnix Theys, Sien Esprit, Dieter David, Bart Bogaert en Monika Rudyte

Passerelle breekt uit de stad Kortrijk en breekt in in andere steden en regio’s. In een andere context, maar met dezelfde missie: deelnemers en hun omgeving in beweging brengen, wendbaar en weerbaar maken. Met ZieDieMens zocht Passerelle een heel specifieke doelgroep op, in de projecten voor de Sinksenfeesten gaat het er net om om iÊdereen te raken, van de toevallige passant tot de diehard evenementenganger. Met Iedereen Danser wordt dan weer gespeeld met het combineren van doelgroepen, de generatiekloof tussen oud en jong grandioos achter zich latend. En tot slot het woord aan Menen, waar Passerelle een echte huispartner is geworden voor heel uiteenlopende projecten.

platform voor jonge dans


SINKSENFEESTEN Marnix Theys, coördinator van de Kortrijkse Sinksenfeesten: “We experimenteerden in 2015 voor het eerst met een nieuwe formule van participatie. Er werd een brede oproep gelanceerd naar organisaties om deel te nemen aan de Sinksenfeesten met een eigen creatie. Van een streetact over een parade tot het innemen van een plein of straat: de organisatoren stonden open voor alle zotte en minder zotte ideeën. De formule was pril maar deed goesting krijgen naar meer. De oproep werd dus in 2016 en 2017 herhaald. Een organisatie die er van bij de start bij was en er, om het cliché maar te noemen, letterlijk en figuurlijk uitsprong was Passerelle. Voor coördinator Marnix Theys, is Passerelle “een gedroomde partner om mee samen te werken.” “De creaties van Passerelle zijn een verrijking voor Sinksen. Passerelle snapt perfect waar we met ons participatieverhaal naar toe willen. Ze zorgen voor een nieuw project op maat van de Sinksenfeesten dat niet zomaar een doorslagje van hun ‘normale’ werking is. Ze zijn het ook gewoon om met heel diverse groepen en in verschillende contexten te werken; ideaal om een zo breed mogelijk publiek in hun Sinksencreatie te betrekken.” “Hun creatie is ook inhoudelijk een verrijking voor de programmering van Sinksen. Ze zetten een nieuw artistiek product neer, telkens gemaakt onder begeleiding van een internationaal kunstengezelschap. In 2016 deden ze voor WeCanBeHeroes beroep op de Franse groep Groupenfonction, en voor Bodies in Urban Spaces haalden ze dit jaar de Oostenrijkse Cie. Willi Dorner naar Kortrijk. De deelnemers krijgen zo een unieke kans om samen te werken met internationale kunstenaars, en het publiek krijgt topperformances te zien.”

“Het was ook heel tof om te zien hoe de performances dit jaar letterlijk in het stadsbeeld werden geïntegreerd. Ik ben met Cie. Willi Dorner meegegaan toen ze de stad verkenden. Grappig hoe ze er dan locaties uitpikken waar ik zelf totaal aan voorbij zou gaan: een keldergat aan ’t Hospitaal bijvoorbeeld. Ik zou er nooit aan denken om daar een performance neer te poten, maar het publiek kreeg zo de stad letterlijk vanuit een andere hoek te zien, leuk.” “We hebben onze oproep voor Sinksen 2018 ondertussen al gelanceerd, ik hoop dat Passerelle er opnieuw aan meedoet. Werken op een outdoor locatie is voor hen misschien niet zo evident, maar ze doen het op een schitterende manier en het publiek krijgt er een artistieke creatie bij die doet nadenken over onze stad.” Sien Esprit is turncoach bij de Koninklijke Turnvereniging Kortrijk. Haar vereniging kreeg de vraag om in te stappen in Bodies in Urban Spaces. “Normaal gezien doen we zoiets nooit. Maar ik heb meteen ja gezegd, zonder er zelfs over na te denken.” Die onmiddellijke ja ging niet meteen op voor de 12jarige gymnasten die ze traint; het was in het begin héél voorzichtig aftasten, veel aarzelen en zelfs afhaken. “Esther Steinkoger, de choreografe van de Oostenrijkse Cie. Willi Dorner, kwam in de paasvakantie af voor een kennismaking met de groep. Zo kon Esther zien wat de gymnasten aan konden en mijn groep kon al even proeven van waar het project om ging.” Dat laatste riep precies wel meer vraagtekens op dan dat het antwoorden bood. “Ze vonden het vooral raar.

Het was pas toen ze begonnen te oefenen op het straatparcours dat ze echt enthousiast werden en iets hadden van ‘dat zal kweenie hoe chic zijn’. Wat ook meespeelde, is dat turnen op zich een individuele sport is. Voor Bodies in Urban Spaces moesten ze voor het eerst echt letterlijk fysiek nauw samenwerken en elkaar helpen.” “Uiteindelijk tekende een 15-tal turners in. Mijn rol was die van go-between tussen de Oostenrijkse choreografe en mijn turners, het geven van peptalk wanneer ze het even niet meer zagen zitten. Want zelfs voor mijn turners, die een en ander gewoon zijn, was het lastig. Ze hebben spieren ontdekt waarvan ze niet wisten dat ze die hadden.” De repetities startten iedere keer met een meditatieoefening, ook dat was nieuw. “De deelnemers moesten tijdens het optreden een drietal minuten in dezelfde positie blijven en moesten volledig in zichzelf gekeerd zijn. Wat ook nog een uitdaging was, was dat het publiek eigenlijk niet mocht zien hoe de groep zijn positie innam zodat het effect van de verrassing bleef. Op de locatie aan het Hospitaal bijvoorbeeld, was het precies alsof de turners allemaal letterlijk op een hoop gesmeten waren, wat er spectaculair uitzag. Maar voor de turners was het iedere keer perfect timen en zich haasten van de ene naar de andere locatie.” “Het publiek was absoluut enthousiast, we kregen een mega-applaus. Dat maakte het voor de turners extra motiverend. Mochten ze nu de vraag krijgen om opnieuw mee te doen, dan zou het antwoord meteen ja zijn.”

IEDEREEN DANSER Achthoek is een cultureel samenwerkingsverband tussen acht gemeenten in de Noordelijke Westhoek. Dieter David: “Een gemeente op zich is misschien te klein om een speciaal project op te zetten, maar samen lukt dit wel. In 2015 werkten we iets uit rond het thema van comedy. Omdat dit zo goed meeviel, wilden we het opnieuw doen, maar deze keer rond het thema dans, aansluitend op zowel Erfgoeddag 2017, die in het teken van zorg stond, als op Dag van de Dans. Samen met Pol Coussement hebben we het concept uitgetekend. Iedereen Danser is uiteindelijk een traject geworden waarbij ouderen en jongeren samen een dansvoorstelling maakten en de hele regio betrokken werd.” “De rekrutering werd door de gemeenten zelf getrokken. Je moest niet als grootouder en kleinkind samen intekenen, individuele deelnemers waren meer dan welkom. Uiteindelijk hebben we drie groepen kunnen vormen, in een evenwichtige 50/50 verhouding tussen oud en jong. Die zijn dan tijdens de paasvakantie aan de slag gegaan op drie locaties. De meeste deelnemers

kenden elkaar niet, het was dus wat aftasten tijdens die eerste repetities. Maar er waren groepen bij waarvan het vanaf dag 1 klikte. In Veurne bijvoorbeeld werd de jongere garde zowat ‘geadopteerd’ door de oudere deelnemers en werden die hun oma’s.” “Er waren toch behoorlijk wat vooroordelen te doorbreken, in beide richtingen. Ouderen die moesten toegeven dat die ‘jonge gastjes’ al verrassend veel kunnen, en die jonge gastjes die alleen maar konden vaststellen dat die ‘oude knarren’ best nog creatief en energiek zijn. Die wisselwerking was mooi om te zien. Dat was ook de voornaamste doelstelling van het project: zorgen dat beide generaties elkaar leerden appreciëren. De eindcreatie op zich was in die zin minder belangrijk dan het naar de voorstelling toe werken.” “De choreografen die het traject begeleidden, hebben dat zeer goed aangepakt. Het was niet zomaar wat danspasjes aanleren. Ze zijn erin geslaagd om vertrouwen tussen de deelnemers te doen groeien en het

zelfvertrouwen bij elke individuele deelnemer te versterken. Er kon ook letterlijk geen verkeerd idee vanuit de groep komen; met alles werd aan de slag gegaan. We zijn dan ook geëindigd met drie verschillende voorstellingen in plaats van één toonmoment. Het publiek kon van de ene voorstelling naar de andere wandelen en zo mooi zien hoe eenzelfde vertrekpunt tot compleet andere verhalen leidde bij de drie groepen.” “Zo is vanuit een simpel idee, een geestig project gegroeid dat bij de deelnemers één en ander in gang gezet heeft. Passerelle is thuis in zo’n projecten, in het naar boven halen van talenten bij de deelnemers. Zelf moet je alleen maar instaan voor de organisatie. Het inhoudelijke werk, de begeleiding wordt opgenomen door Passerelle en je weet dat je daarop kan vertrouwen. Het geeft in ieder geval goesting om met de regio opnieuw iets anders-dan-anders te doen.”

PASSERELLE KRANT 2017 / 17


ZOEK EN SALTO Bart Bogaert : “Vanuit CC De Steiger was het de eerste keer dat we zo intensief met Passerelle hebben samengewerkt. Pol Coussement was in 2017 zowel curator van het stadsfestival Salto als trekker van het OKAN-project ZOEK. Die samenwerking is heel spontaan ontstaan, maar we hebben elkaar bewust de kans gegeven om in de samenwerking te groeien. Het is gewoon fijn om vanuit het cultuurcentrum met mensen en organisaties een duurzame band aan te gaan: je weet op den duur wat je aan elkaar hebt en zo kan je makkelijker samen projecten realiseren die er echt toe doen.” “Zielzoekers is de naam van de voorstelling die de Iraakse theatermaker Mokhallad Rasem bij ons in residentie heeft gemaakt. We hebben er vanuit CC De Steiger samen met heel wat partners een breder project rond gemaakt in het kader van het vluchtelingenthema. Het was niet de bedoeling om gratuit iets ‘over’ vluchtelingen te doen omdat het toevallig actueel was. We wilden samen met hen aan de slag, om het thema op een positieve manier te belichten en aan te geven dat we uiteindelijk allemaal op zoek zijn, vluchteling of niet.” “Een van de projecten i.k.v. Zielzoekers was het OKAN-project ZOEK. OKAN staat voor OnthaalKlas voor Anderstalige Nieuwkomers. Een aantal jongere vluchtelingen volgt onderwijs bij ons in de Grenslandscholen. Wij hebben de school in contact gebracht met Pol Coussement om samen een danstraject op te zetten. Pol heeft ervaring in dans uiteraard, maar heeft ook rui-

me ervaring met participatieprojecten, een combinatie die je elders niet meteen vindt.” “Tijdens de eerste repetities was er nogal wat verloop, jongeren die afhaakten maar uiteindelijk toch terug instapten, enzovoort. Pol bleef daar zeer geduldig bij maar op een bepaald moment werd echt engagement gevraagd. Twintig jongeren zijn daarop ingegaan en hebben het hele traject doorlopen tot en met de eindvoorstelling. Het is niet iedereen gegeven om zo’n trajecten te begeleiden. Maar Pol kan dit wel, hij ademt respect uit voor zijn ‘gasten’, neemt de jongeren waarmee hij samenwerkt serieus en laat dat in alles zien. En tegelijk dwingt hij zelf ook respect af, nemen ze hem als coach en mentor au sérieux. Ook de leerkrachten meekrijgen was geen probleem, terwijl dit voor hen toch een stuk buiten hun comfortzone werken was. Uiteindelijk was de reactie bij zowel de jongeren, de leerkrachten als het publiek unaniem: ‘machtig!’ ZOEK heeft veel teweeggebracht, in die mate dat we nu al samen met De Grote Post in Oostende en Passerelle een volgende editie aan het voorbereiden zijn, met nog meer slagkracht. Ook de scholen zijn enthousiast om opnieuw in te stappen, al betekent dit voor hen wel een inbreken op hun normale werking.” “Het uit de comfortzone halen, stond ook voorop in het stadsfestival Salto. Het was dit jaar de derde editie. Met Salto gebruiken we de stad als speeltuin en zorgen we voor een zeer divers programma, met een grote klem-

toon op participatie van de Menenaars. Het thema dit jaar was ‘bewegen’. De link naar dans is dan snel gemaakt en aangezien we toch al met Pol samenwerkten voor ZOEK, hebben we hem als curator voor het festival gevraagd. Zijn focus, en ook zijn sterkte, was om niet zomaar goede dansers en artiesten neer te poten (wat je van een curator zou verwachten), maar om op zoek te gaan naar projecten die konden uitgevoerd worden met mensen en verenigingen van ter plaatse. Dit leidde uiteindelijk tot een zestal producties. Zo heeft hij met twee lokale dansverenigingen samengewerkt, danstheater Arte uit Lauwe en Helios, een danswerking die indertijd uit het cultuurcentrum is ontstaan. Met hen maakte Passerelle twee totaal verschillende creaties.” “Ik zie het als een soort cadeau: verenigingen krijgen een unieke kans om met professionele danscoaches te werken, die hen onderdompelen in een andere manier van werken en denken. Dit betekent wel altijd een beetje inbreken op, wat soms op weerstand botst. Maar Passerelle weet daar uitstekend mee om te gaan. Ze vertrekken vanuit een diep respect voor wat er is en slagen erin om van daaruit iedereen mee te krijgen en dan net een stap verder te gaan. De impact van zoiets is misschien niet meteen zichtbaar, maar ik geloof erin dat we mensen op die manier een ervaring bieden die ze met zich meedragen.”

MONIKA RUDYTE, DANSER & PERFORMER Monika Rudyte woonde tot haar zestiende in Litouwen, maar is nu al bijna vier jaar in Kortrijk. Ze volgt school, werkt en in haar vrije tijd zingt en danst ze. Dat laatste doet ze bij Passerelle, vol overtuiging. Ze leerde Passerelle de eerste keer kennen op school, via het OKAN-project Grenzeloos. Dat viel zo goed mee dat ze ondertussen mee deed aan beide edities van WeCanBeHeroes: in 2016 op de Sinksensfeesten in Kortrijk, en in 2017 in Menen tijdens Salto. Waarom twee keer? “Omdat het gewoon een

superleuke ervaring was. Het was wel twee keer werken met dezelfde muziek, maar de mensen zijn anders en de omgeving waarin je werkt ook. Ik vind het niet erg om nieuwe mensen te leren kennen, integendeel, ik werk graag in groep. Ik heb er ook vrienden aan over gehouden, die ik nu nog regelmatig zie. Het is gewoon een leuke sfeer bij Passerelle; de mensen zijn er allemaal super vriendelijk en warm. Iedereen is altijd blij om elkaar te zien en iedereen steunt elkaar, dat is zo fijn.”

platform voor jonge dans

Plannen genoeg, in ieder geval. Ze is momenteel nog aan het revalideren na een knieoperatie, maar ze denkt eraan om een YouTube kanaal te starten met dansfilmpjes. En ondertussen heeft ze er met succes de blind auditions van The Voice Vlaanderen op zitten. We horen en zien haar binnenkort nog, zoveel is duidelijk, zowel bij Passerelle als in de rest van Vlaanderen!


DANSPROJECT IN BEELD sfeerbeelden Heldenmoed - Darline Deprez

PASSERELLE KRANT 2017 / 19


met de steun van

volg ons op Facebook via Passerelle vzw of bekijk onze filmpjes op YouTube via passerellevzw

Kapucijnenstraat 10, 8500 Kortrijk ¡ info@passerellevzw.be ¡ www.passerellevzw.be

M V


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.