10 minute read

Van ziel, zinnen en zaligheid

CAVALIERI’S REVOLUTIONAIRE PROTO-OPERA RAPPRESENTATIONE DI ANIMA E DI CORPO

Advertisement

‘De Liefde’ meert als eerste Nederlandse schip aan in Japan. Francis Bacon ziet het levenslicht. Sebald de Weert legt het bestaan van de Falklandeilanden vast. 1600 was een jaar van ontdekkingen en nieuwe hoofdstukken. Ook in de muziekgeschiedenis staat het geboekstaafd als een kantelpunt: het jaar waarin Emilio de’ Cavalieri de grenzen van het muziekdrama verlegde tot vlak bij de opera.

TEKST / Sofie Taes

BEELD /

Oratorio di Santa Maria in Vallicella, Rome Cavalieri’s creatie kwam uiteraard niet uit de lucht vallen. Muziek en theater vormden al een duo in het antieke Griekenland, en uit de middeleeuwen en renaissance is een veelheid aan mengvormen bekend. Directe voorlopers van de barokopera waren de experimenten van de Camerata Fiorentina, een groep kunstenaars en intellectuelen in Florence die droomde van een ‘dramma per musica’ met tekst, muziek en expressie in volmaakte symbiose. Toch was het Cavalieri, een Romeinse intellectueel, die een van de belangrijkste mijlpalen in de wordingsgeschiedenis van de opera plantte.

Strijd tussen Ziel en Lichaam

Rappresentatione di Anima e di Corpo is nog geen volbloed barokopera maar een mix van liturgisch spel, entertainende entr’acte, humanistisch toneel en contrareformatorisch oratorium. Toch dicht het werk de laatste centimeters van de kloof met het volledig geïntegreerde, scenische muziekdrama: dit is het vroegste nog bewaarde theaterstuk volledig voorzien van muziek en de eerste gepubliceerde compositie met gezongen recitatieven. Er zijn nog meer bijzonderheden op te tekenen: Rappresentatione behoort tot de eerste gedrukte voorbeelden van een becijferde bas en bevat speelaanwijzingen die een uniek beeld schetsen van de uitvoeringspraktijk anno 1600. De tekst is vermoedelijk van Agostino Manni, een dichter uit de kringen van de Congregazione dell’ Oratorio di San Filippo Neri. In drie akten en een kleine honderd (vaak erg korte) nummers wordt de strijd beslecht tussen Ziel (Anima, sopraan) en Lichaam (Corpo, tenor). Zij worden bijgestaan door twaalf andere allegorische personages, zoals Piacere (Genot), Intelletto (Verstand) en diverse

‘Festa’, finale van Cavalieri’s Rappresentatione di Anima e di Corpo

koorgroepen (waaronder de Hemelse engelen en de Gedoemde zielen). Ter discussie staan de verlokkingen van het aardse bestaan tegenover de hemelse genoegens die enkel zijn weggelegd voor wie de verleidingen kan weerstaan. Lichaam en Ziel vinden elkaar aan het einde van de tweede akte en zeggen het wereldlijke leven vaarwel. De laatste akte plaatst de hemelse beloning tegenover eeuwige verdoemenis.

Swingende sinfonia’s

De variatie waarmee Cavalieri tegenwicht weet te bieden aan het enigszins strikte keurslijf van Manni’s rijmende coupletten is wonderlijk. Wervelende, dansante passages breken de overwegend ernstige atmosfeer en qua vocale schriftuur schippert de muziek tussen lyrisch arioso, ‘droog’ recitatief, dynamische ensembles en meer dan twintig (!) koorsecties die nu eens contrapuntisch, dan weer homofoon zijn getoonzet. De eerste en tweede akte besluiten met swingende sinfonia’s, die met hun contrasterende secties en motivische verwantschappen vooruitwijzen naar de klassiek- romantische symfonie. Als slot biedt Cavalieri de keuze tussen een gechoreografeerd lied voor vijfstemmig koor en een achtstemmige koorclimax, te gebruiken op locaties zonder ruimte voor dans.

Nieuw soort muziekervaring

Ondanks zijn moraalles, religieuze inspiratie en dito uitvoeringscontext (het Oratorio di Santa Maria in Vallicella, Rome) is Rappresentatione geen bloedeloze zondagspreek. Zo zou het werk oorspronkelijk op drie podiumniveaus – hemel, aarde en hel – zijn uitgevoerd, zorgden kleurrijke kostuums en veel actie voor visueel spektakel, en werd van de zangers een breed scala aan retorische gestes verwacht. Ook het uitvoerderscollectief is weelderig: sommige zangpartijen zijn dubbel bezet en het voorwoord tot de eerste uitgave verzoekt om ‘een groot aantal instrumenten’. Met echo-effecten, virtuoze uithalen en duizelingwekkende vocale pingpongspelletjes trekt Cavalieri de dramaturgie door tot diep in de notenbalken. Het resultaat is een heel nieuw soort muziekervaring FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2021

VOX LUMINIS Foto: David Samyn

die onbeschaamd op de emoties van de toehoorder mikt. Ondanks het indrukwekkende aantal ‘eerstes’ dat Rappresentatione kan claimen, is het werk nooit tot de toplaag van de klassieke canon doorgedrongen. Dat heeft mogelijk te maken met de enige categorie waarin Cavalieri geen maximumscore behaalt: de schriftuur, die enigszins traditioneel is en minder verrassend dan pakweg die van Monteverdi’s L’Orfeo. Het hoeft de pret niet te drukken: dit is muziek uit de eredivisie die zichzelf moeiteloos bewijst. ■●

do 2 sep, 20.00 uur TivoliVredenburg, Grote Zaal Vox Luminis / Lionel Meunier Cavalieri: Rappresentatione di Anima e di Corpo MET NAGESPREK

oudemuziek.nl/cavalieri

LIEFDE IN HAAR PUURSTE VORM

EEN BIJNA-DOODERVARING IN BEELD, KLANK EN BEWEGING

ONTARIOMEER CANADA

Foto: Camera Eye Photography DE Belgische danseres en choreografe Michèle Anne De Mey had enkele jaren geleden op een Canadees

vliegveld een bijna-doodervaring. Samen met haar partner, cineast Jaco Van Dormael, maakte ze er een zeer intieme solovoorstelling over: Amor. Bart Naessens en zijn ensemble BachPlus dragen zorg voor de muzikale component.

HET INCIDENT

Winter 2016. Michèle Anne De Mey en haar gezelschap beginnen aan een tournee door Noord-Amerika. De eerste halte is Toronto. Na de laatste voorstelling, een matinee, maakt ze met haar partner en een aantal vrienden een prachtige maar wellicht net iets te lange wandeling op het strand van het Ontariomeer. De temperatuur zakt bij wijlen tot -38°C. Zonder zich ervan bewust te zijn, loopt De Mey ondanks de speciale kleding een thermische shock op. Na een moeizame nacht wordt ze de volgende dag in de vertrekhal van de luchthaven onwel. In de rij voor de incheckbalie gaat ze op haar koffer zitten. Ze glijdt op de grond en raakt kortstondig in coma. Tien minuten lang balanceert ze op de grens tussen leven en dood.

Ze beschrijft haar ervaring als volgt: ‘Er was een fel wit licht, extreem helder en zacht tegelijkertijd. De ruimte was groot en ongedefinieerd. Al mijn dierbaren waren er, zelfs degenen die overleden waren of nog geboren moesten worden. Het waren geen echte mensen maar intense verschijningen die ik duidelijk kon identificeren, ook Jaco en mijn kinderen. Ze straalden een krachtige liefde uit die mij omhulde, me overspoelde en door me heen ging. Onmetelijke liefde, liefde in haar puurste vorm. Het leek veel werkelijker dan de werkelijkheid. Op een bepaald moment hoorde ik stemmen, maar ze versmolten met elkaar. Ik herkende Jaco’s stem en dan een andere “Michèle Anne, knijp in mijn hand, Michèle Anne, kom terug.” Ik begreep niet wat er gebeurde, of eerder, ik begreep dat Jaco in beide plekken was, ik moest terugkeren, de plek verlaten. Maar dat was erg moeilijk. Ik wilde blijven waar ik was. Dat licht, die schoonheid, die warmte… Het was als een shot van liefde.’

TEKST /

Jan Van den Bossche, met dank aan Katrien Steyaert/Gent Festival

BEELD /

Julien Lambert

MICHÈLE ANNE DE MEY JACO VAN DORMAEL

Foto: Michiel Hendryckx

VOOR EN NA

De hele ervaring duurde bij elkaar slechts tien minuten, maar voor De Mey creëerde dit korte vertoeven op de grens van leven en dood een keerpunt in haar leven, een keerpunt dat ze met haar publiek wilde delen in een nieuwe voorstelling. ‘Het was zo’n kapitale gebeurtenis dat het zich simpelweg opdrong. In mijn leven is er echt sprake van een ‘voor’ en een ‘na’. Ik wilde dat artistiek markeren, en de timing was juist. Onze twee eerdere voorstellingen waren in collectief gemaakt, en ik had er behoefte aan om opnieuw alleen op de bühne te staan. Omdat ik stilaan richting de zestig ging, wilde ik het bovendien graag hebben over het verglijden van de tijd, over jeugd, vrouwelijkheid en herinnering. Dat kon allemaal in Amor.’

De Mey vroeg haar partner Jaco Van Dormael, met wie ze eerder al twee succesvolle producties had gemaakt, of hij ook deze voorstelling wilde regisseren. Hij was getuige van het hele incident en kon als buitenstaander het ideale contrapunt bieden voor het extreem intieme verhaal dat ze in de voorstelling wilde vertellen. Van Dormael liet zich inspireren door de beelden die De Mey had gezien en die ze zeer concreet kon beschrijven. Maar ze doken ook de wetenschap in en voerden intense gesprekken met een neuroloog die al jaren bijna-doodervaringen bestudeert. Met al die ingrediënten maakten ze samen een voorstelling waarin ook een belangrijke rol is weggelegd voor magie en verbeelding, want daar ligt als kunstenaars hun kracht. De Mey: ‘Het publiek ziet wolken, bossen, landschappen: allemaal dingen die de schoonheid benaderen van wat ik in mijn Canadese coma gewaarwerd. Amor is geen documentaire, geen letterlijke reconstructie van mijn ervaring. Die fungeert alleen als opstap naar een totaalbeleving waarmee we het thema en zelfs de werkelijkheid willen overstijgen. Anders kan het ook niet bij anderen resoneren, en daar draait het toch om.’ Wat De Mey boven alles voelde tijdens haar bijna-doodervaring was een overweldigende liefde. Na afloop was ze blij om in leven te zijn en een zekere angst had haar verlaten. Daar wilde ze van getuigen. Amor maakt dan ook veel los bij mensen. ‘De reacties zijn zeer positief. Ik krijg lange brieven, van mensen die verward zijn nadat ze zelf een bijna-doodervaring hebben gehad, maar ook van anderen die in Amor iets van zichzelf terugvonden. Dat doet me enorm plezier.’

LIVEMUZIEK

Een groot deel van de muziek van Amor is barokmuziek: werk voor soloviool van Westhoff en Biber, aria’s van Vivaldi en Alessandro Scarlatti. Een belangrijke rol is weggelegd voor ‘Dido’s Lament’ (‘When I am laid in earth’) uit Purcells Dido and Aeneas. Het stuk komt vier keer voor, op verschillende manieren gezongen. Aanvankelijk klonk de muziek vanaf een opname, maar toen Amor vorig jaar werd uitgenodigd door Gent Festival van Vlaanderen stond directeur Veerle Simoens erop dat de muziek live uitgevoerd zou worden. De Belgische klavecinist en dirigent Bart Naessens werd gevraagd om met zijn ensemble BachPlus plaats te nemen in de bak van de Gentse opera. Bart Naessens: ‘Dat was een prachtige uitnodiging. Ik werd meteen getriggerd door de thematiek van de voorstelling, maar ook

BART NAESSENS

FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2021

za 28 aug, 20.00 uur zo 29 aug, 17.00 uur Stadsschouwburg Utrecht Michèle Anne De Mey & Jaco Van Dormael BachPlus / Bart Naessens AMOR

oudemuziek.nl/amor

door het vooruitzicht met Michèle Anne De Mey te mogen werken. Zij is voor mij een soort van godin. En dan ook nog met Jaco Van Dormael! Vanaf onze eerste ontmoeting in mijn kleine kantoortje in het Brusselse conservatorium verliep de samenwerking fantastisch. Ze hebben allebei een groot respect voor uitvoerende musici. Het is een aparte uitdaging om in een bestaande productie te stappen. De zoektocht is al geweest en de belangrijke beslissingen zijn genomen. Je gaat dan op zoek naar alle sporen van creatie en stelt je dienstbaar op.’

BIZARRE LIJST MUZIEKSTUKKEN

De muzikale dramaturgie van de voorstelling lag al vast, Bart Naessens stapte inderdaad in een rijdende trein. ‘Toen ik het repertoire opgestuurd kreeg, begreep ik er aanvankelijk niet veel van,’ vertelt hij. ‘Ik ging op zoek naar de rode draad, maar het leek vooral een bizarre lijst van stukken die weinig met elkaar te maken hadden. Maar toen ik een opname van de productie bekeek, werd alles meteen duidelijk. De muziek sluit naadloos aan bij het choreografische concept van Michèle Anne en bij het verhaal dat ze vertelt. Daar kun je echt niks aan veranderen, al stond ze wel open voor een paar minimale aanpassingen. Ik moest een aantal dingen herschrijven en aanpassen aan de bezetting van ons ensemble. Daar gaan we de komende maanden ter voorbereiding van de uitvoering in Utrecht nog wat aan werken.’

‘Het is zeer indrukwekkend hoe ze in haar eentje vijfenzeventig minuten lang de hele show draagt’

Voor Naessens en zijn musici werd het een bijzonder project. Het intieme verhaal van De Mey ging hen niet in de koude kleren zitten. ‘Het is voor ons een indringende ervaring. Het onderwerp is op zich al aangrijpend, maar om haar dat verhaal van het leven en de dood te zien dansen, wetende dat ze het zelf heeft meegemaakt, dat is uniek. Het is ook echt een solovoorstelling. Het is zeer indrukwekkend hoe ze in haar eentje vijfenzeventig minuten lang de hele show draagt. Je merkt dat ze enorm geïnspireerd wordt door het werken met livemuziek. Maar ook de beelden op het scherm zijn zeldzaam mooi. De signatuur van Jaco is duidelijk aanwezig. Amor is zonder overdrijven een van de mooiste dingen die ik mijn leven gezien heb. Ik kijk ernaar uit om het in Utrecht opnieuw uit te voeren, en daarna hopelijk nog vele malen.’ ■●

This article is from: