Stad en groen4 2014

Page 1

Jaargang 2 nr. 4, 2014

Vakblad over openbaar Groen en het vergroenen van de buitenruimte

Het wordt wijken of blijven voor de integrale beplantingsmethode

De aannemer in de regiseursstoel • Tuinman en de dood • De integrale beplantinsgmethode • Onderhoud ‘1300’ oorlogsbegraafplaatsen • Dr Bibber op de maaier • Inspirerende groenprojecten • Het belang van groene daken en gevels • Husqvarna introducteert fleet servicessysteem • The next step in duurzaam onkruidbeheer


Productiviteit

Zuinig met brandstof

Innovatie

Lage onderhoudskosten

Het Smart Power™ systeem leest continue de maaiomstandigheden en past de maaisnelheid daar automatisch op aan, waarbij de rotatiesnelheid van de maaimessen constant blijft. Hierdoor wordt de productiviteit verhoogd en een perfect maaibeeld achter gelaten. De constante tractiehulp zorgt in zware omstandigheden op elk moment voor vierwielaandrijving waardoor de machine nooit vast komt te zitten.

De motor is geschikt voor het gebruik van B20 brandstof, voldoet aan de strengste milieu eisen en is zeer zuinig in het gebruik van brandstof waardoor de efficiency sterk wordt verhoogd. Als de motor 5 seconden onbelast draait (bijvoorbeeld voor een stoplicht), wordt automatisch het toerental teruggebracht naar een laag stationair toerental, wat nog weer eens een extra brandstofbesparing oplevert.

Continue vierwiel aangedreven, in twee richtingen. Het gepatenteerde parallelle hydraulische tractiesysteem zorgt ervoor dat er onder alle omstandigheden de benodigde tractie wordt verkregen. Daarmee wordt het maaien van hellingen en natte ondergronden kinderspel. De koelventilator is voorzien van een automatisch omkeermechanisme. Dit systeem blaast maaisel van het inlaatscherm en voorkomt daarmee oververhitting en onnodige kosten aan de motor.

Doordat de onderhoudspunten snel toegankelijk zijn zonder gereedschap, is routine onderhoud zeer eenvoudig uit te voeren. De combinatie van de nieuwe motor en veranderingen in het systeemontwerp zorgen er voor dat de Groundsmaster 4000-D snel en gemakkelijk te onderhouden is. De intervallen voor onderhoud zijn gereduceerd. Dit levert een tijdbesparing van 66% op en brengt een aanzienlijke kostenbesparing met zich mee.

www.jeanheybroek.com


Groundsmaster速 4000-D

www.toro.com


Hoe voorkom je schade aan je stadspark of sportveld(en) als gevolg van engerlingen? Dat blijft voor veel fieldmanagers en opzichters een jaarlijks terugkerende vraag. Om schade te voorkomen, of in ieder geval te beperken, is kennis van zaken van belang! Schroom niet om je te laten helpen door een specialist!

Engerlingen, pak ze nu aan! Foto: Bart van Kollenburg

Engerlingen zijn keverlarven. In sport- en recreatiegrassen zijn het vooral de larven van de meikever, junikever, julikever, rozenkever en soms mestkever die voor schade aan de grasmat zorgen. De larve, die zich onder de grond bevind, vreet aan de graswortels. Hierdoor ontstaat directe groeischade maar neemt ook de opnamecapaciteit voor water en voeding sterk af. Het grootste probleem wordt echter veroorzaakt doordat vogels en sommige andere insecteneters zoals dassen actief op zoek gaan naar engerlingen en deze met grof geweld uit de bodem trekken. Deze laatste vorm van overlast treed doorgaans in de maanden augustus en september op. De engerlingen zijn dan voldoende groot zodat onder andere de vogels ze feilloos weten te vinden. Om nu tot een effectieve bestrijdingsstrategie te komen is het van belang dat bekend is van welke keversoort de engerling is. Niet alle middelen werken namelijk even goed tegen alle soorten engerlingen. Feromoonvallen zijn hierbij het aangewezen hulpmiddel. Gebruik hiervoor altijd de zogenaamde “cross-barrier” vallen. Deze dienen tijdig, in ieder geval nog voor de vlucht, te worden opgehangen. In deze vallen worden de vliegende kevers gevangen waardoor je een goed beeld krijgt van de intensiteit van de plaag en de piek van de vlucht. De vlucht van de meikevers start eind april, begin juni. Meikevers vliegen hoofdzakelijk in de avond waarbij ze op licht afkomen. De rozenkever begint te vliegen vanaf half mei. Rozenkevers vliegen meestal tussen 10.00 uur en 14.00 uur. Juni- juli- en bladsprietkevers vliegen globaal vanaf medio juni. Het meest ideale bestrijdingsmoment is als de eieren zijn uitgekomen en de jonge larven aan het begin van hun ontwikkeling staan. Hoe ouder en groter

de larve wordt, hoe lastiger de bestrijding wordt, of deze nu chemisch of biologisch wordt uitgevoerd… Uit waarnemingen op sportvelden en golfbanen door het land door de adviseurs van Vos Capelle blijkt dat (afhankelijk van de soort en regio) vanaf begin juli het optimale tijdstip is om effectief engerlingen te bestrijden. De eieren van zowel mei- en rozenkever zijn inmiddels uitgekomen. Indien u wilt kiezen voor een biologische bestrijding met insectparasitaire aaltjes (Terranem van Koppert) is het zeker van belang de engerlingen te determineren. De periode van de vlucht geeft al een indicatie van de soort engerling waar u mee te maken hebt, maar u kunt zelf of met hulp van een specialist de engerling ook determineren. Vos Capelle heeft determinatietabellen beschikbaar. De werking van nematoden op meikeverlarven is minimaal te noemen (maximaal 10-15%). U heeft dan twee keuzes: u kunt kiezen voor bestrijding met Merit Turf van Bayer, mits de engerlingen geen tweede- of derdejaars larven zijn óf u kunt de schade voor lief nemen. Het kan interessant zijn om in uw stadsparken of bij uw sportvelden wilde peen in te zaaien. Door inzaai van wilde peen wordt de natuurlijke vijand van de rozenkever, de rozenkeverdolkwesp aangetrokken. Deze parasiteert op de engerlingen van de rozenkever. Om tot een goede bestrijding te komen is het voor beide toepassingen (zowel chemisch als biologisch met nematoden) van belang enkele randvoorwaarden in acht te nemen. Het is van belang om de grasmat te beluchten en vochtig te maken. Het verspuiten van de nematoden door middel van een veldspuit dient nauwkeurig te gebeuren: onder andere toepassen met lage

druk, geen blootstelling van de spuitvloeistof aan zonlicht en verwijder zeefjes uit de spuitapparatuur. De toepassing van Merit Turf kan met een hiervoor geschikte granulaat (duw)strooier. Gebuik geen standaard kunstmeststrooier! Er zijn ook GPS strooiers die perfect kleine hoeveelheden kunnen strooien of elektrische schijvenstrooiers. Voorkom verwaaien van product en strooi nooit op bloeiende (on)kruiden! Engerlingen verkleuren na toepassing van wit-beige naar rood-bruin en het insect verslijmt waardoor het vaak moeilijk terug te vinden is. Vaak is al snel zichtbaar dat de engerling veel minder actief is. De eerste gedode engerlingen kunnen al na twee tot vier dagen worden waargenomen.

Voor meer vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met: Vos Capelle www.voscapelle.nl info@voscapelle.nl T: 0416-311326 Geschreven onder verantwoordelijkheid van Bart van Kollenburg @voscapelle


50

Han Farwick: 'Slim partneren betekent scherper schrijven en dus meer succes'

Dit keer in het ceo interview een ceo uit Twente aan het woord: Han Farwick van Farwick Groenspecialisten. Als je in de voorbereiding van het interview wat rondbelt vallen al gauw termen als coming young man of rising star.

www.stad-en-groen.nl

5


Colofon Stad + Groen is een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt in een gemiddelde oplage van 4400 exemplaren verspreid onder groenbeheerders, groene aannemers, landschapsarchitecten, adviseurs en toeleveranciers in de groene sector. Bij alles staat de praktisch ingestelde vakman centraal.

32

Dr Bibber op de maaier Techniek Het maaiseizoen is alweer volop aan de gang. Dat betekent dat iedere ochtend overal in Nederland maaiers uit de loods worden gereden om aan het werk te gaan. Veel chauffeurs

Redactie & commercie NWST NeWSTories bv Fransestraat 41 Postbus 569 I www.nwst.nl 6500 AN Nijmegen M info@nwst.nl T 024-3602454 F 024-3602464

zitten daarbij algauw zeven tot acht uur per dag op de maaier, terwijl regelgeving aangeeft dat je op veel van de meest gebruikte professionele maaiers niet langer dan ongeveer vier uur mag zitten.

Hoofdredacteur: Hein van Iersel Bladmanager: Santi Raats (santi@nwst.nl) Advertenties: Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Peter Jansen (peter@nwst.nl) Vormgeving: Marie Cecile Oosterhout Abonnementen Controlled circulation: Dit betekent dat alle professionals in de groene sector recht hebben op een gratis abonnement. Niet werkzaam in de groene sector î Ľ91,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. ISSN: 2352-4634 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij NWST NeWSTories BV c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Dit vakblad wordt tevens elektronisch opgeslagen en geĂŤxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

6

www.stad-en-groen.nl

52

De aannemer in de regiseursstoel

en verder

Ambitie

Actueel

Sedert eind 2011 onderhoudt de vestiging Hengelo van Krinkels 126 van de 157 hectare van het universiteitsterrein van de Universiteit Twente (UT) in

8 Nieuws

Realisatie 60 The next step in duurzaam onkruidbeheer

Enschede. Het gata om een bijzonder project. Vooral in de zin dat de aan-

Green Innovation Award

nemer door de opdrachtgever doelbe-

56

wust op de regisseursstoel is gezet.

Big Brother zit gewoon in je trimmer, rider of kettingzaag

Achtergrond 22 28

Vijftig jaar 'de tuinman en de dood' De graven van onze oorlogslachtoffers lagen er weer mooi bij

Column 62 Hoofdredactioneel


inhoud 36

De oogst aan innoverende groenprojecten Realisatie Terreininrichting AOC Twello Een Groene Loper voor Oldenzaal Sophia Revalidatie Den Haag Bedrijfstuin Tuin en Parkmachines Elshout Gronings Wilgenhout als biobrandstof Begraafplaatsen op orde, gemeente Loppersum Plaswijckpark Rotterdam Gemeentehuis Hardenberg Riool gemaal Overgoo Zoetermeer

44

Het belang van een stad vol groene daken en gevels Ambitie Het economisch effect van groen is de laatste jaren veelvuldig onderzocht, behalve dan op macroschaal. PPO heeft recent een onderzoek afgesloten waarbij met name op dat laatste effect is ingezoomd. Wat doen groene daken en gevels voor de stad als geheel?

24

Het wordt wijken of blijven voor de integrale beplantingsmethode Realisatie Bijna iedereen in de sector kent de integrale beplantingmethode van Frits Ruyten en zal ook de voordelen kennen. Toch wordt deze beplantingmethode nog relatief weinig toegepast. Een nieuwe organisatie en aanpak rondom de methode Ruyten moet daar verandering in brengen.

www.stad-en-groen.nl

7


Nieuws VHG en Citaverde

sluiten licentieovereenkomst bedrijfsopleidingen Citaverde Bedrijfsopleidingen in Roermond is vanaf nu officieel licentiehouder van de VHG Brancheopleiding. Rien van der Spek, voorzitter van branchevereniging VHG, en Marcel Creemers, directeur van CITAVERDE Bedrijfsopleidingen, tekenden daarover gezamenlijk een overeenkomst. De VHG Brancheopleiding is een vaktechnische deeltijdopleiding voor werkenden in de groene sector of mensen die in de toekomst in de sector willen gaan werken en niet beschikken over een vakdiploma. In drie jaar wordt de deelnemer in de avonduren opgeleid voor het hoveniersdiploma dat wordt uitgegeven en erkend door Branchevereniging VHG. De brancheopleiding is van belang voor het regionale groene bedrijfsleven, om daarmee nog beter in staat te zijn medewerkers te voorzien van de juiste kwalificaties. De focus op vaktechniek en de praktijk staat centraal in de opleiding. Directeur Marcel Creemers van Citaverde Bedrijfsopleidingen vindt een goede aansluiting en samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven een must voor goed vakmanschap. ‘Met het voeren van de VHG Brancheopleiding wordt het vakmanschap geborgd en verder uitgebouwd in Limburg.’

8

www.stad-en-groen.nl

Oprichting gisib BV Op 29 april jl. hebben DG-Groep uit Hazerswoude en KOAC•NPC uit Apeldoorn hun jarenlange samenwerking bevestigd door de oprichting van gisib BV. Deze onderneming heeft als doel het stimuleren van de ontwikkeling van gisib software en de uitgifte van licenties. Gisib is het software-systeem dat beantwoordt aan de meest actuele eisen op het gebied van het beheer van de openbare ruimte. Het systeem is gebaseerd op de jarenlange ervaring met de ontwikkeling en implementatie van beheersystemen bij beide bedrijven en heeft inmiddels zijn kwaliteiten in de markt bewezen.

Votex komt met zelfrijdende klepelmaaier voor tuin en park Met het terugschroeven van de kwaliteitseisen voor openbaar groen kan het interessant zijn om voor het maaien van bermen, openbaar groen en parken klepelmaaiers in te zetten. Het maaibeeld is beter, klepeldekken gaan beter met lang gras om en zijn minder gevoelig voor oneffenheden. Naast de voordelen zijn er natuurlijk ook nadelen. Een klepeldek heeft meer toeren en dus hydrauliek nodig. Het gewoon vervangen van de cirkeldekken voor klepelmaaiers is dus niet

de oplossing. Dat merkte Ransomes, die in 2011 op de Demodagen kwam met een pilot van deze machine. Dit bleek geen succes. Votex-directeur Gerrit van Nieuwenhuizen meldde tijdens de onlangs gemaakte DPC-persreis dat deze fout niet opnieuw gemaakt is bij de zelfrijdende Votex klepelmaaier. Deze zelfrijder is from scratch ontwikkeld door de eigen R&D-afdeling van Votex. Volgens Van Nieuwenhuizen heeft het daarbij wel geholpen dat het bedrijf naast Votex machines ook John Deere machines bouwt en assembleert. Van Nieuwenhuizen: ‘De kunst van een goed klepeldek is de juiste balans tussen open en dicht. Bouw je een compleet dicht dek, dan is dit weliswaar heel veilig, maar het kost zeer veel vermogen. Maak je het dek volledig open, dan kost dit relatief weinig vermogen, maar is de omgeving niet veilig voor rondvliegende brokstukken.’ Op de DPC Polderdag zal Votex een driedelige versie laten zien. De machine die tijdens de DPCpersreis werd getoond, was een aangepaste John Deere zelfrijder.

Royal Reesink neemt O. de Leeuw Groentechniek over Royal Reesink versterkt dochteronderneming Stierman BV met overname O. de Leeuw Groentechniek BV Royal Reesink heeft met de aandeelhouder van O. de Leeuw Groentechniek BV, gevestigd in Hattem, een principeovereen-


stemming bereikt over overname van 100% van de aandelen. O. de Leeuw Groentechniek is een onderdeel van de eveneens reeds meer dan 200 jaar bestaande O. de Leeuw Groep. Het bedrijf importeert een compleet assortiment kwaliteitsmachines van topmerken voor bos, tuin en park voor professioneel en particulier gebruik, waaronder de merken Eliet, Etesia, Pellenc, Westermann, Solo en Alko. De onderneming behaalde over 2013 met negen medewerkers een omzet van bijna € 3,5 miljoen. Stierman BV is een kleinere organisatie binnen Royal Reesink die al vele jaren actief is in de markt voor bos, tuin en park, maar vooral met toebehoren en onderdelen. De geplande samenvoeging met O. de Leeuw Groentechniek versterkt beide organisaties substantieel. Onder de naam ‘Stierman De Leeuw’ zal via wederverkopers een compleet assortiment aan machines, toebehoren en onderdelen in de markt van bos, tuin en park worden gezet. Partijen streven ernaar de overname in het vierde kwartaal af te ronden. Stierman De Leeuw zal op de huidige locatie van Stierman BV worden gehuisvest.

Het tijdperk van de autonome tractor is begonnen

meekrijgt, zou in staat moeten zijn om via teach&playback vooraf opgenomen taken uit te voeren, en dit volledig zelfstandig en zonder chauffeur. Het oranje prototype van deze autonome trekker is ontwikkeld in een samenwerkingsverband tussen de DPC-dochters Probotiq en Conver. Dit jaar wordt het prototype getest en de 0-serie komt naar verwachting vanaf voorjaar 2015 op de markt. De Greenbot wordt aangedreven door een sterke, nieuwe Perkins 110 pkmotor die sinds één jaar op de markt is. Verder heeft de autonome tractor vierwielaandrijving, een voor- en achterhefinrichting en een kruipgangoptie. Behalve met de al genoemde teach&playbacktechnologie is de Greenbot ook voorzien van een ‘dynamische pad-planning’, waarmee routes volledig van tevoren berekend kunnen worden. Het prototype is een 1,30 meter breed model, dat onder meer geschikt is voor sportvelden en boomgaarden. Bij Conver was het model van 1,50 meter ook al te zien, in aanbouw. Volgens DPC gaat de Greenbot rond de 125.000 euro kosten. Voordeel van de Greenbot is dat je zowel voor als achter deze autonome robot allerlei soorten werktuigen kunt hangen. Nagel en Conver worden dealer van de Greenbot.

Boomkwekerij Udenhout levert Wensboom van Europa Op 17 mei jl. tijdens de jaarlijkse Opendeurdag van de Europese Commissie in Brussel kon iedereen zijn wens uitbrengen voor de toekomst van Europa. Een groot deel van de 15.000 bezoekers uitte zijn wens voor Europa. De gekleurde wensbriefjes werden opgehangen in de Democracy Tree. Deze boom van de democratie, een grootbladige linde Tilia platyphyllos ‘Delft’, werd geleverd door Boomkwekerij Udenhout en is na het evenement geplant in een park van de aangrenzende gemeente Etterbeek. Boomkwekerij Udenhout leverde de Wensboom van Europa aan Europa. Commissaris voor Handel, Karel de Gucht, hangt de eerste wens in de Boom van de democratie.

De Dutch Power Company (DPC), een holding waar onder andere Herder, Votex, Conver, Probotiq en Louis Nagel onder vallen, zal tijdens haar Polderdag op 26 juni een autonome tractor presenteren. De machine, die de naam Conver Greenbot

www.stad-en-groen.nl

9


STV compacttrekkers 32 t/m 40 pk

Zoek en vind: Kubota Tuin en Park

dichterbij dan u denkt!

Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak Bomen maken onze stedelijke omgeving leefbaar. Een gezonde groene infrastructuur in de stad is daarom onmisbaar. GreenMax is gespecialiseerd in duurzame innovatieve producten voor de inrichting van de plantplaats

Gebr. De Vor Achterveld BV Hessenweg 164 • Postbus 2 • 3790 CA ACHTERVELD Tel. 0342 45 95 41 • info@devor.nl • www.devor.nl

boven en ondergronds, zodat groen en infrastructuur samengaan.

GreenMax | Tel: 0031 413 29 44 47 | www.greenmax.eu

Wortelopdruk? TFI4000 is uw partner om wortelopdruk tegen te gaan. We gebruiken de unieke TFI-techniek: met behulp van gerichte lage luchtdruk worden nieuwe wortelkanalen gecreëerd en gevuld met organisch materiaal. Hierdoor gaan de bomen dieper wortelen. TFI is geschikt voor uiteenlopende toepassingen, zoals groeiplaatsvoorbereiding, groeiplaatsverbetering, plaagbestrijding, opheffen van bodemverdichting en compensatie van wortelschade. U leest er meer over op onze website: tfi4000.nl

Geef bomen de ruimte

Vanuit de Haarlemmermeer zijn wij, samen met onze medewerkers, als zelfstandig aannemingsbedrijf al meer dan 40 jaar actief in de infra- en cultuurtechniek. Voor de versterking van ons team zijn wij op zoek naar:

Medewerker bedrijfsbureau (ervaren) calculator Je werkzaamheden bestaan uit het ondersteunen van het bedrijfsbureau door o.a. het aanvragen van offertes, beoordelen projectlocatie, maken van kostenbegrotingen, voorbereiden van offertes en aanbestedingen en opstellen plannen van aanpak (EMVI). Shovelmachinist Volvo L60 Je werkzaamheden bestaan uit het samen met je collega’s realiseren van projecten in de infra- en cultuurtechniek. Of je wordt met shovel verhuurd aan collega bedrijven. Wat bieden wij? Een interessante, uitdagende en prettige werkomgeving waar je binnen een enthousiast team een veelzijdige en zelfstandige functie vervult. Voor meer (bedrijfs)informatie kijk op www.ljdewilde.nl of bel met Wilbert Witteman 023-5581194 of Auke de Leeuw 06-22390516. Om te solliciteren, schrijf of mail je een korte brief met CV naar: De Wilde Infra- & Cultuurtechniek B.V. T.a.v. Wilbert Witteman Postbus 37 / 2140 AA Vijfhuizen (NH) e-mail: w.witteman@ljdewilde.nl


Nieuws

Import Yanmar naar Louis Nagel

Stihl toont mogelijkheden Carbon Concept-motorzaag De Stihl Carbon Concept-motorzaag heeft een vermogensgewicht van 1,11 kg/kW en is de eerste volledig functionele motorzaag met elektronisch gestuurde injectie. Deze motorzaag is het resultaat van een toekomstgerichte haalbaarheidsstudie. Met een recordwaarde van 1,11 kg/ kW is de Stihl Carbon Concept krachtig. Met een vermogen van 5,4 kW weegt hij slechts 6,0 kg (met lege tank en zonder zaaggereedschap). Dat is 1,4 kg lichter dan de MS 661 C-M, die met 7,4 kg en hetzelfde vermogen van 5,4 kW momenteel de lichtste machine in deze cilinderinhoudklasse is. De Carbon Concept is dus zo’n 20 procent lichter. Het totale gewicht van de Stihl Carbon Concept met geleider en ketting is slechts 7,3 kg, 2,1 kg minder dus dan de MS 661 C-M, die met een totaalgewicht van 9,4 kg (met lege tank) de huidige norm is van deze cilinderinhoudklasse. Deze gewichtsbesparing was mogelijk door het gebruik van ultralichte materialen, met name carbon. De geleider van de Stihl Rollomatic ES Carbon heeft een lengte van 63 cm en een gewicht van 780 gram; dit is wereldwijd de lichtste geleider met deze zaaglengte. Vergeleken met een geleider van dezelfde lengte in een traditioneel model zoals de Rollomatic ES, betekent dit een besparing van 800 gram, ofwel maar liefst 50% van het gewicht. De carbon geleider is overigens niet alleen maar een concept. Deze wordt momenteel in een beperkte oplage geproduceerd en komt in juli in Duitsland op de markt. Consequente gewichtsverlaging is de rode draad van het hele onderzoek naar de Stihl Carbon Concept-motorzaag. Zo is bijvoorbeeld de beugelhandgreep gemaakt van carbon, de geluidsdemper van titanium, het carter van een speciale hoogwaardige magnesiumlegering, en de tank- en bedieningshandgreepbehuizing

van glasvezelversterkte kunststof. Het voor zijn gewicht buitengewone vermogen van 7,5 pk (5,4 kW) komt van een verbrandingsmotor met elektronische injectie, de Stihl Injection. Ook dat is uniek in de motorzaagtechnologie. Vanaf de koude start worden de instellingen van de machine door de elektronische kaartsturing van de Stihl Injection continu automatisch aangepast aan de actuele en wisselende omstandigheden, zoals de buitentemperatuur, hoogteligging (luchtdruk) en brandstofkwaliteit. Mengselvorming, inspuithoeveelheid en inspuit- en ontstekingstijdstip zijn altijd nauwkeurig afgestemd. Bovendien zorgt de inspuiting voor een uiterst zuinig brandstofverbruik en lage uitlaatgaswaarden.

Ook dit jaar verkiezing beste beheerteam van

Geert Jaspers van Louis Nagel meldt dat zijn bedrijf met ingang van 1 juli de officiële import van de Yanmar compacttractoren over zal nemen. Jaspers: ‘Wij zijn in de hogere pk-klassen voldoende vertegenwoordigd met Landini en Cormick. Alleen in de compact-klasse hadden wij niets. De moeder van Landini en Cormick, Argo, verkoopt onder eigen label wel compact-tractoren, maar dat zijn eigenlijk Kioti tractoren. Omdat Kioti in Nederland bij Pols zit, konden wij deze niet in ons assortiment opnemen. Yanmar is wat dat betreft een goed alternatief. Het bedrijf heeft een goede reputatie, ook al is het marktaandeel in Nederland nooit erg hoog geweest.’ In eerste instantie zal Louis Nagel compacts van Yanmar tot 50 pk gaan verkopen. Jaspers hierover: ‘Yanmar heeft al aangeven dat ze ook gaan komen met tractoren met een traploze transmissie tot 60 en 70 pk. Ook die machines zijn welkom, zeker in combinatie met de mogelijkheden van Probotiq.’ Yanmar werd voorheen in Nederland verkocht door Lozeman. Gerben Lozeman van dit bedrijf meldde enige maanden geleden op deze site dat Yanmar het contract had opgezegd en dat het op zoek was naar een nieuwe importeur. Lozeman verwachtte bij die gelegenheid dat de eigen vestiging van Yanmar de import zou gaan verzorgen.

Nederland Ook dit jaar organiseert het Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte de verkiezing ‘Beste beheerteam van Nederland’. Vorig jaar was de Bewonerscommissie Oosterwolde-Zuid de winnaar. De rol van beheerder wordt steeds belangrijker, complexer en veelzijdiger. Toch zijn veel beheerders zelf nog steeds erg bescheiden als het gaat om hun eigen rol en ideeën. Elk beheerteam dat werkzaam is in de openbare ruimte mag meedoen: van opdrachtgever tot aannemer, van ambtenaar tot bewoner, van projectleider tot student. De leden van de raad van advies beoordelen de inzendingen en selecteren drie genomineerden. Op 27 november kunnen alle deelnemers aan het Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte hun stem op een van de drie genomineerden uitbrengen. Aan het slot van het congres wordt bekendgemaakt welk beheerteam de titel verdient.

www.stad-en-groen.nl

11


BESTIJDING BIOLOGISCH BLADLUIS alia bipunctata, oftewel

Alle bomen leiden naar

t de Ad Bladluis bestrijding meis een milieuvriendelijke e, het lieveheersbeestj dluis bestrijden. manier om effec tief bla htige larven randeerd verse, vraatzuclogische ga ge n ere lev j Wi • producent in bio van ’s werelds grootste elen. idd sm gewasbescherming u met gewone strijdt op plaatsen waart bij kunt. • De Adalia be nie eilijk of bestrijdingsmiddelen mo ngetast, het inheemse aa on jft • Het ecosysteemjeblikomt hier van nature voor. lieveheersbeest

www.piusfloris.nl B O O M V E R Z O R G I N G

Hoofdstraat 35, Sprang-Capelle 0416 - 311 326 www.voscapelle.nl

Aannemersbedrijf Van Wijlen B.V. Heistraat 112a - 5161 GJ Sprang-Capelle - Telefoon (0416) 27 95 69 - Telefax (0416) 28 17 64 www.vanwijlen.eu - info@vanwijlen.eu

• Groenvoorziening

• Afvoer en recycling

• Grondwerk

• Aanleg en onderhoud sportvelden

• Wegenbouw

• Transport

• Riolering

• Landschapsonderhoud

GRONDIG

IN VELDEN EN WEGEN

Vredo doorzaaimachines - (be)groot in groen • • • •

Uw budget waardevol besteden Goede trapveldjes Nette grasstroken en bermen Laat de burger snel in het gras liggen

Vredo is een echte doorzaaimachine die het zaad in de grond brengt, en niet erop legt. Het graszaad wordt niet door de vogels opgevreten en niet door de zon verdord. Hierdoor is er een maximale benutting van kostbaar graszaad! Tot 96% ontkiemingspercentage. Het beste in uw budget

Vredo Dodewaard B.V. Tel. +31 (0) 488 411 254 www.vredo.com


Nieuws VHG pleit voor voortzetting lage btw op hoveniersdiensten Branchevereniging VHG heeft in een brief aan Eric Wiebes, staatssecretaris van Financiën, namens de ondernemers in de groene branche gepleit voor voortzetting van het lage btw-tarief op hoveniersdiensten na 31 december 2014. Ook is de staatssecretaris gevraagd de branche te steunen bij haar inspanningen op Europees niveau om de huidige btw-richtlijn aan te passen, zodat een permanent laag btw-tarief op hoveniersdiensten mogelijk wordt. Voor de hoveniersbranche is de tijdelijke lage btw van 6 procent voor het eerst ingesteld in 2013. Vervolgens werd de regeling verlengd tot en met 31 december 2014. De effecten van de maatregel zijn positief, zo blijkt uit recent onderzoek. 78 procent van de hoveniers die aan het onderzoek deelnamen, heeft meer offertevragen ontvangen, 84 procent heeft meer opdrachten gekregen en 82 procent van de deelnemende hoveniers heeft meer omzet behaald. In totaal 61 procent van de aan het onderzoek deelnemende hoveniers zegt dankzij de tijdelijk lage btw geen of minder mensen te hebben hoeven ontslaan. VHG-directeur Egbert Roozen schrijft aan de staatssecretaris: ‘Behalve bedrijfseconomische ondersteuning en het behoud van werkgelegenheid stimuleert het kabinet met de maatregel ook de innovatiekracht binnen onze branche. Particuliere opdrachtgevers zijn door de lage btw eerder bereid om te investeren in een levende en duurzame buitenruimte en dit werk professioneel te laten uitvoeren.’

gemeentelijk groenbeheerders tonen bekende bedrijven uit de sector de laatste ontwikkelingen in gazongras, bemesting, gewasbescherming en tuin- en parktechniek. Speciale aandacht is er tijdens deze lustrumeditie voor de bodem, die aan de basis staat van een mooi en topfit gazon. Na vier succesvolle edities heeft de Nationale Gazondemodag als proef- en praktijkplatform voor de gazonsector zijn naam gevestigd. Het evenement trekt elk jaar honderden groenprofessionals, die hier de praktijk aan den lijve ondervinden en volop mogelijkheden hebben om hun ervaringen uit te wisselen. Er is van alles te zien, van live demonstraties van machines – die ook zelf uitgeprobeerd mogen worden – tot heuse voorbeeldgazons, die ter plekke aan een inspectie worden onderworpen. Bovenop het reguliere programma krijgt u dit keer extra bagage mee over de bodem. U wordt bijgepraat over bodemanalyse, bodemverbeteraars, bodemvochtgestuurd beregenen en bodembewerkingen. En aan de hand van een profielkuil wordt de conditie en de kwaliteit van de bodem visueel beoordeeld. De Nationale Gazon Demodag kent een doorlopend programma van 10.00 -17.00 uur en wordt gehouden op het terrein van Gramefo Graszoden in Eemnes (Utrecht). De toegang is gratis na voorinschrijving via deze website. De gezamenlijke organisatoren rekenen op een toeloop van honderden hoveniers en groenvoorzieners. ‘Deze breed gedragen manifestatie heeft de groenprofessional veel te bieden in de zin van toegespitste vakkennis, de laatste actualiteiten en noviteiten

en een platform voor het uitwisselen van ervaringen met vakgenoten’, zegt woordvoerder René de Munnik. De Nationale Gazon Demodag is een initiatief van graszaadbedrijf Advanta, meststoffenleverancier DCM, John Deere-dealer Kraakman Perfors en O. de Leeuw Groentechniek en wordt mede mogelijk gemaakt door Eliet, Vredo, Bras Fijnaart, RainTech en Altic.

Heroriëntatie BAMbedrijven – Dick Nootenboom vertrekt bij Nootenboom Sport Het gaat niet goed in de bouw en dus ook niet met de grote bouwbedrijven. Soms betekent dat ontslagen en soms een strategische heroriëntatie. Dat laatste is aan de hand met marktleider BAM, die haar gespecialiseerde groenbedrijven onder één paraplu wil samenbrengen. Concreet betekent dit dat Nootenboom Sport, BAM Milieu en Mostert De Winter onder één directie en op één locatie zullen worden samengevoegd. Directeur Dick Nootenboom van het sportbedrijf Nootenboom Sport heeft daaruit de conclusie getrokken dat hij zijn carrière elders wil voorzetten. Dick Nootenboom: ‘Ik kreeg de vraag om verder te gaan met het GWW-bedrijf Nootenboom Barendrecht. Ik wilde mijn 28 jaar ervaring in de sport echter niet achter me laten en ben daarom ingegaan op een uitnodiging van René Rosmolen van Infra Holland bv om partner te worden in dit bedrijf. Wij onderzoeken op dit moment of we een eigen sporttak kunnen opzetten.’

(Bron: VHG)

Nationale Gazondemodag zoomt in op bodem Op woensdag 24 september vindt in het Utrechtse Eemnes de landelijke praktijkdag voor gazonaanleg en -onderhoud plaats. Op deze breed gedragen manifestatie voor hoveniers en

www.stad-en-groen.nl

13


Grafdelfmachines & Voertuigen Hansa machines onderscheiden zich op gebied van: - Kwaliteit - Stabiliteit - Betrouwbaarheid - Kracht - Compactheid - Wendbaarheid

hofstede - timmerman tuin- en parkmachines - staphorst Importeur: Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Flevoland

Weth. Krollstraat 6, 7951 TJ Staphorst Telefoon: 0522 - 468320

Internet: www.hofstedetimmerman.nl E-mail: jan@hofstedetimmerman.nl Telefax: 0522 - 461859

Importeur: Noord Holland, Zuid Holland, Zeeland en Utrecht (Brabant, Limburg)

Lagendijk 178, 2988 AD Ridderkerk Postbus 158, 2980 AD Ridderkerk Telefoon: 0180 - 421399

E-mail: info@gavdwaal.nl Internet: www.gavdwaal.nl Telefax: 0180 - 423453

PROFESSIONELE ZERO-TURN MAAIERS Pro-Turn™ Series De nieuwe Pro-Turn™ Series zijn professionele no nonsens Zero-Turn maaiers bedoeld voor professioneel gebruik. Voorzien van de beste componenten in zijn klasse zoals Kawasaki 2-cilinder motoren en HydroGear ZT3200 transmissies, de beste prestaties in zijn klasse, de beste garantie in zijn klasse en nu tijdelijk ook nog de beste prijs in zijn klasse. Bekijk en vergelijk de nieuwe Pro-Turn™ Series en u kunt maar tot een conclusie komen, dit is de beste Zero-Turn maaier in zijn klasse.

since 1933

HELTHUIS

Pro-Turn 48 Maaidek 4mm dik hardstalen maaidek met hoogwaardige poedercoating, 10mm stootrand, onderhoudsvrije spindels van gietijzer, extra versteviging rond de spindels (9mm), tweezijdige bevestiging anti-scalpeer wielen, 17maaihoogtes van 25 tot 127mm, voetheffing met instelbare veerondersteuning, instelbare maaidek druk Maaibreedte 122 cm zijlossend optie mulch Motor Professionele 726 cc Kawasaki V-Twin Max. vermogen 23pk / 17kW Wielaandrijving Hydro-Gear ZT 3200 transmissies, Zero-Turn (vooruit 0 tot 15 km/u – achteruit 0 tot 8 km/u) Gewicht 417 kg Bijzonderheden Electrisch startend, extra grote tank (23 liter), parkeerrem, neerklapbare rolbeugel + veiligheidsgordel, verstelbaar en geveerdestoel met verstelbare armsteunen, trillingdempers in stuurhendels en stoelframe, volledig verstelbare stuurhendels, motor en uitlaat bescherming, urenteller met service indicatie Accessoires Mulchkit, verlichtingsset, FLEXTEND™ schouder ondersteuning, elektrisch mechanische maaidek heffing Garantie 2 jr. Pro (levenslang op maaidek en frame, 3 jr. op spindels)* Prijs excl. btw. € 5.780,99

Tuin en Parkmachines B.V.

since 1958

“Poort van Midden Gelderland” Oranje 2 6666 LV Heteren www.helthuis.com

T F E

+31 (0)26 – 4723 464 +31 (0)26 – 4722 722 kathy@helthuis.com

Al meer dan 50 jaar het adres voor tuin- en parkmachines

* Na registratie op www.helthuis.nl en volgens voorwaarden. Fouten en wijzigingen in specificaties en uitvoering voorbehouden.


Nieuws Blog Joost Verhagen

(Cobra): bijenhotel of strafbaar feit? Het verschijnsel is al eeuwen oud: de mens heeft ergens last van en neemt het recht in eigen hand. Zie Kaïn en Abel. Maar dat dit ook gebruikelijk is bij bomen, daar kan ik met mijn pet niet bij. Vaak zelfs bomen die eigendom zijn van ons allemaal. Wat ik bedoel? Een boom met een bijenhotel, iemand die gaten heeft geboord om bijen een slaapplek te geven? De werkelijkheid is veel wranger. Men boort de gaten om de bomen te vernielen. Het liefst met het aanlengen van de sapstroom met een giftig mengseltje. Of men stookt fikkie. Niet alleen bij de historische molen van Burum, maar dus ook rustig bij de stamvoet van een monumentale boom van 350 jaar oud. Bij autobrand op een parkeerplaats worden de bomen vaak ook meegenomen. Mooi dat de rechter dat toch meeweegt. In een uitspraak van de rechtbank Maastricht van 1 augustus 2007 komt de dader wel weg wat betreft het gevaar dat de autobrand had kunnen opleveren, maar het brandstichtinggevaar voor de bomen noemt de rechter wel. Gevolg van deze criminele hobby: 15 maanden gevangenisstraf. Het is niet streekgebonden, dat vernielen; het

komt in heel Nederland voor. Waar minder toezicht is, is dat heimelijk handelen gemakkelijker, zou je denken. Ook dat is niet waar. Zo is er die plaatselijke uitbater die al jaren klaagt over luis, drup en wat al niet. En laat nu juist die klagende ondernemer boven in de plaatselijke regiekamer bekeken worden. Overal hangen tegenwoordig camera's. Zodoende zijn er opnames waarop duidelijk te zien is hoe de entrepreneur bij ‘die luizenboom’ aan het werk is; say cheese! Nog een paar voorbeelden. In de gemeente Den Bosch worden twee mannen op heterdaad betrapt bij het maken van een ‘bijenhotel’ in een van de gemeentelijke bomen. De politie houdt de mannen aan en legt een boete op voor vernieling, van het enorme bedrag van… € 100,-! Onze boomjurist heeft even wat rechterlijke uitspraken over artikel 350 Wetboek van Strafrecht opgedoken. Aktie roept namelijk soms reactie op. Een voorbeeld is een uitspraak van het Hof in Den Bosch op 27 april 2004 over mishandeling. In deze zaak was het slachtoffer bezig (voorbarig) bomen op een braakliggend perceel te kappen. Bij bomenkap kunnen de emoties echter hoog oplopen. Een aanwonende probeerde de kap tegen te houden. Blijkbaar had het slachtoffer de juiste gehoorbeschermingsmiddelen op, want om de aandacht te trekken gooide de boze buur een baksteen. Daarmee nam hij de kans op letsel op de koop toe. Het Hof vond dit geen noodweer. Het molesteren van bomen is natuurlijk geen misdaad die zo ernstig is dat dit mishandeling rechtvaardigt. Denk maar aan die geldboete van € 100,-. Uit een uitspraak van het Hof in Leeuwarden van 15 juli 2011, die onze boomjurist mr. K. Goudzwaard nog even aanhaalt, blijkt dat de rechter niet altijd zo coulant is. Krijgt de dader voor de totale kaalslag van het erf van zijn buurman in eerste instantie alleen maar pijn in zijn portemonnee, in hoger beroep wordt dat danig opgeschroefd. De motorzaag in andermans 40 bomen kost hem nu niet alleen een geldboete, maar ook een onvoorwaardelijke werkstraf van 120 uur schoffelen. Hopelijk in een park met veel bomen en weldoorvoede honden.

Universiteitsbibliotheek Groningen krijgt een gevel- en een daktuin De Universiteitsbibliotheek Groningen krijgt een gevel- en een daktuin. Het gebouw aan het Academieplein moet daarmee uitgroeien tot een toonbeeld van duurzaam groen in de versteende Groningse binnenstad. Dat is de kern van het plan waarmee drie studenten vrijdag 6 juni jl. de Green Mind Award 2014 wonnen. De Green Mind Award is de tweejaarlijkse prijsvraag van de Rijksuniversiteit Groningen voor het beste idee om de universiteit duurzamer te maken. De prijs bestaat uit de uitvoering van het plan en een iPad voor elk van de studenten. De jury koos het winnende plan uit dertien inzendingen. De jury was vooral getroffen door de uitstraling van het ontwerp en door het draagvlak dat de studenten hadden verzameld. Een gevel- en daktuin voor de Universiteitsbibliotheek maakt de duurzaamheid van de universiteit zichtbaar voor iedereen. De tuin geeft een impuls aan de vergroening van de binnenstad. De studenten kregen dan ook veel bijval van zowel de UB en zijn gebruikers als van de gemeente, die graag meer groen in de binnenstad wil realiseren. Een geveltuin is een vernieuwend concept. Het interieur en exterieur van de UB wordt de komende jaren vernieuwd; het winnende plan past daarin.

www.stad-en-groen.nl

15


Niets staat deze machines in de weg.

Verhoog uw productiviteit met de Husqvarna frontmaaiers: de P 520D, P 524 en P 525D. Het compacte ontwerp en de bestuurbare achteras zorgen voor een ongekende wendbaarheid: maaien in krappe ruimtes, rond bomen en struiken, onder banken en langs hekken is geen enkel probleem voor deze machines. Naast deze eigenschappen hebben de machines ook de beschikking over een robuust chassis en vele ergonomische oplossingen die zorgen voor jarenlang winstgevend en zorgeloos maaien. Een breed scala aan accessoires zorgen ervoor dat de P 520D, P 524 en P 525D het gehele jaar inzetbaar zijn. Made for professionals. Powered by you. Copyright Š 2014 Husqvarna AB (publ). All rights reserved.

www.husqvarna.com/nl

Advertentie algemeen (190 mm x 135 mm A5) drukklaar.pdf 1 9-3-2010 15:54:58

HUSQ_Adv_210x148.indd 1

C

M

Y

CM

MY

CY

CMY

K

28-03-14 15:11


Nieuws Fabeltje

aan en direct uitwisselbaar met een sneldekpan. In dat geval zijn de hulpstukken uitgevoerd als ‘hulpstukken zonder groen’. Met de groendakpan is het mogelijk om oude sneldekpannen van het dak af te tillen en groendakpannen terug te leggen.

Begraafplaats St. Laurentius, Zedelgem (B)

Ik beschouw mijzelf als een gastvrij mens. Iedereen is altijd welkom bij mij. Glaasje heet water en als het heel gezellig wordt iets sterkers. Voor een plek binnen huize Hiddema geldt dat wat minder: mijn werkplaats. Ik ben er niet trots op, maar soms is het daar eigenlijk gewoon een rotzooitje. Ik straf mijzelf daar overigens het meeste mee. Als ik iets moet doen, duurt het al gauw een stief uurtje voordat ik alles bij elkaar gescharreld heb en kan beginnen. Je bespaart tijd door niet op te ruimen, maar verspeelt die driedubbel en dwars doordat je niet kunt doorwerken. Met onkruidbeheer is iets dergelijks aan de hand. De politiek denkt centen te besparen door de beeldkwaliteit naar beneden bij te stellen. Van A naar B of zelfs naar C. Beheerders weten vaak wel beter, maar hoe leg je dat uit aan het openbaar bestuur? Het bestuur wil bezuinigen en het lijkt op het eerste gezicht misschien logisch om dat met minder rondjes onkruidbeheer te realiseren. Sorry, heren en dames wethouders, maar dat is een fabeltje en jammer genoeg een zeer hardnekkige fabel. Een beheerder wist mij pasgeleden zelfs te vertellen dat zij – in overleg met de aannemer – gewoon A-kwaliteit neerleggen, terwijl het bestek – en de wethouder – uitgaat van B-kwaliteit. Dit gaat overigens niet alleen op voor onkruidbeheer. Kent u het concept embryo-schoffelen? Dat is schoffelen voordat er iets staat. Natuurlijk kost het wat meer rondjes, maar die rondjes gaan wel razendsnel en u hoeft niks af te voeren. Toch dit weekend maar eens de schuur opruimen. Huub Hiddema Commercieel directeur Wave Weed Control

Een groendakpan zorgt voor klimaat en fleur In het straatbeeld is men gewend aan een vaal oranje of grauw pannendak. Groendak introduceert een groen pannendak met meer kleur en fleur. Door zijn afmetingen en gewicht is de ‘groendakpan’ geheel vergelijkbaar met een dak met gewone dakpannen. De groendakpan is even zwaar als een dakpan. Doordat het dakpansubstraat en de sedummixmat aan de groendakpan zitten, is een dakhelling van 20 graden tot 55 graden haalbaar. De methode is toepasbaar bij nieuwbouw en renovatie. Een groendakpan is hetzelfde als een sneldekpan, maar dan voorzien van levende planten (sedum). De pan is gemakkelijk te leggen op nieuwe, maar ook bestaande daken en kan worden toegepast naast bestaande dakpannen en hulpstukken. Een dak met groendakpannen behoudt de voordelen van een pannendak: het is ventilerend en waterkerend. De groendakpan is gelijkwaardig

(Her)inrichtingsplannen voor begraafplaatsen, kerkhofjes en crematoria. Buro- en projectinformatie: www.adawille.nl ir. Ada Wille bnt Dorpsstraat 37 Koudekerk a/d Rijn tel. 071-3419097/06-23379709 info@adawille.nl

www.stad-en-groen.nl

17


De aannemer in de regisseursstoel Krinkels zorgt voor A+-uitstraling Universiteit Twente

André de Brouwer, Geert de Haan, Benno Nijland.

Sedert eind 2011 onderhoudt de vestiging Hengelo van Krinkels 126 van de 157 hectare van het universiteitsterrein van de Universiteit Twente (UT) in Enschede. Het gata om een bijzonder project. Vooral in de zin dat de aannemer door de opdrachtgever doelbewust op de regisseursstoel is gezet. Auteur: Broer de Boer Het gaat om een werk waarbij alle vier de sectoren, groen, infra, water en sport, aan bod komen. De overeenkomst heeft een looptijd van vier jaar en er is maximaal zes jaar verlenging mogelijk.Het onderhoudsproject in Enschede betreft de groenvoorzieningen, verhardingen, terreininrichting, buitensportvoorzieningen, riolering, vijvers, watergangen, bomen, bos-evenementen, calamiteiten, afvalbeheersing en wintermaatregelen. En dat is om verschillende redenen geen gemakkelijke opgave op dit overigens openbare terrein. De ruim 2.000 studenten die op de campus wonen en de hotelgasten hebben hun rust in de ochtenduren natuurlijk vaak hard nodig. In de directe omgeving van het nieuwe nanolaboratorium zou het gebruik van trilplaten door stratenmakers de onderzoekers tot wanhoop drijven, terwijl een ronkende motorzeis aanleiding kan vormen om een examen ongeldig te laten verklaren. En tijdens kantooruren is geluidsoverlast rondom bepaalde gebouwen taboe. Maar het team van circa 17 vaste medewerkers van Krinkels heeft zich eraan gecommitteerd om het campusterrein op basis van beeldbestek volgens A-kwaliteit te onderhouden. In werkelijkheid zegt

18

www.stad-en-groen.nl

Krinkels zelfs A+ te hanteren om aan de eisen te voldoen. ‘Zo kunnen we A-kwaliteit garanderen’, zegt Benno Nijland,vestigingsmanager van de Hengelose vestiging van Krinkels. Vakmensen ‘Voor zo’n project is een bijzonder beheerplan nodig. Daarnaast zetten we uitsluitend vakmensen in en een scala aan accu-gereedschappen en -materieel om de hoge ambities van de raad van bestuur van de UT te realiseren’, aldus Benno Nijland. ‘Een duurzame manier van onderhoud staat hoog in het vaandel bij de raad van bestuur.’ En hij vervolgt: ‘Maar het is alleen mogelijk om vervolgens aan de kwaliteitseisen te voldoen wanneer je, zoals bij deze universiteit, als gesprekspartner een contractmanager hebt met een stevige groene achtergrond.’ De contractmanager terrein van UT is André de Brouwer. Hij werkt inmiddels tien jaar op deze campus. Vrijwel wekelijks heeft hij (bouw)overleg met alle aannemers die een rol spelen bij het onderhoud, en dan komt ook het groenonderhoud aan de orde.

Actie ondernemen Contractmanager De Brouwer: ‘Krinkels werkt met een jaar- en een weekplanning, maar daarnaast is er vrijwel altijd een online-verbinding met de projectleider van Krinkels op het werk. Dat is Geert de Haan. We moeten hier bij de uitvoering van het werk heel snel kunnen schakelen. Overleg waarbij zaken vastgelegd worden, werkt uiterst snel en simpel: zowel De Brouwer als De Haan en de medewerkers van het team zetten via hun iPad foto’s online van zaken die niet conform A-kwaliteit zijn en waarop vervolgens actie ondernomen wordt. ‘En dat kunnen legio dingen zijn’, aldus De Brouwer. ‘Het varieert van onkruid op de bestrating tot een overvolle prullenbak, een vlag die de studenten in de bomen gehesen hebben tot een onveilige situatie die we zien bij een boom in ons park.’ Zeer transparant Naast deze bijzondere wijze van communiceren over het onderhoud, bestaat ook de mogelijkheid voor zowel het management en de projectleider van Krinkels als voor de contractmanager terrein van de UT om in te loggen op een site met alle


informatie die ook maar enigszins met het onderhoud van het UT-terrein te maken heeft. Het mag best wel bijzonder genoemd worden dat alle partijen hierover beschikken; niet alleen over het uitgebreide beheerbestek en het plan van aanpak, maar bijvoorbeeld ook over alle roosters voor bijzondere evenementen. ‘Zeer transparant dus’, aldus De Haan en De Brouwer, ‘naast een jaaren een weekplanning voor de werkzaamheden is het vooral een kwestie van voortdurend schakelen. Tentamens kunnen opeens in een ander gebouw plaatsvinden, waardoor gepland maaiwerk op een ander tijdstip moet gebeuren.’ Dat brengt ons op de vraag: hoe wordt het geleverde werk gecontroleerd? ‘Als aannemer leveren we zelf foto’s van de hotspots ten behoeve van de kwaliteitscontrole’, vertelt Benno Nijland. ‘Daarbij maakt de TU gebruik van de diensten van een directievoerder, die als onafhankelijk scheidsrechter tussen de partijen functioneert. Dus strikt genomen is dat niet de contractmanager.’ Succesfactoren Betrokkenheid van de medewerkers en een ‘wijgevoel’. Dat is de succesfactor voor de prestaties die bij de UT geleverd worden. Nijland en De Haan van Krinkels en De Brouwer van de UT zijn daarin unaniem. De Brouwer: ‘We hebben een goede mix van wat dat ons kost en wat het ons opbrengt. Krinkels stuurt alleen vakmensen, echte hoveniers, gecertificeerde treeworkers en vakbekwame maaimachinemachinisten. Omdat het onderhoud van diverse hotspots door vaste ploegen wordt gedaan, gebeurt dat snel en

effectief en is er sprake van betrokkenheid bij dit werk. Een goede personele aansturing staat voorop om topkwaliteit te kunnen leveren.’ Benno Nijland steekt ook de loftrompet over de UT: ‘Men weet hier wat men wil. De universiteit ligt in een parkachtige omgeving, ooit aangelegd door een Twentse textielbaron. Dat parkachtige beeld wil de UT als visitekaartje presenteren aan onderzoekers, bezoekers, (toekomstige) studenten en de regio. Men wil kwaliteit en dat mag wat kosten. Maar ook hier weet men scherp te onderhandelen.’ De Haan wijst op nieuwe aanplant en zegt: ‘Bijvoorbeeld bij de 116 bomen 20/25 en de 42 bomen 40/45, en zelfs een boom 80/90 die we afgelopen seizoen aanplantten. Het gaat om verschillende cultivars van acer, gleditsia en blauwe kastanje, om het boomassortiment te vergroten. Als solitaire bomen staan hier relatief veel beuken, eiken en tamme kastanjes. Variatie versterkt het beeld van het park.’ Emvi Ook de gunning van dit voor Krinkels prestigieuze project komt ter sprake. Dat is alweer drie jaar geleden. Benno Nijland: ‘Bij de gunning van dit project op basis van emvi waren er 100 punten te verdienen met de laagste prijs, maar ook 100 punten met het totale plan van aanpak. Wat betreft de prijs was direct uit te rekenen hoeveel punten we haalden, in verband met de gegeven bandbreedte. Bij een inschrijving van 600.000 euro ontving men 100 punten en bij een inschrijving van 850.000 euro 0 punten. Krinkels scoorde hier vrijwel maximaal. Het plan van aanpak

Werkzaamheden Krinkels op Twente Universiteit Groenvoorzieningen, inclusief VTA Vijvers en watergangen Verhardingen Terreininrichting Afvalbeheersing Buitensportvoorzieningen Kolken Evenementen (Weer)calamiteiten Wintermaatregelen

www.stad-en-groen.nl

19


Vasteplanten in het openbaar groen

Griffioen biedt het totaalpakket Green-to-Colour aan voor een duurzaam ingerichte buitenruimte. Het concept, dat zorgt voor snelle dichtgroei met een laag onderhoudsniveau en weinig onkruidgroei, bestaat uit: ontwerp sortimentskeuze grondbewerking P11-kwaliteit planten maai- en bemestingsplan

• • • • •

Meer informatie en voorbeelden van projecten: www.greentocolour.com Griffioen Wassenaar BV

+31 (0)70 517 7175

info@griffioenwassenaar.nl

www.griffioenwassenaar.nl


Universiteit Twente • 157 hectare • 55 gebouwen • 100 bedrijven op de campus • 100 spin-off-bedrijven verwacht • Circa 3.300 medewerkers • Circa 9.000 studenten • 2.000 campusbewoners • Zes faculteiten: GW, MB, EWI, CTW, TNW en ITC • 20 bachelor-opleidingen • 31 master-opleidingen bestond uit de onderdelen organisatie, personeel en aansturing project, weersomstandigheden, procesbeheersing en duurzaamheid of klachtenafhandeling en responstijden, communicatie en planning en de interne controle door ons als aannemer. Ons plan scoorde uiteindelijk 90,8 punten van de 100. Zelfborging ‘Een van de grootste aandachtspunten in het plan van aanpak van dit werk is de zelfborging van de kwaliteit. Zo is er zelfs sprake van een plan dat bij extreme weersomstandigheden in werking treedt.’ Anticiperen op de weersverwachting neemt een belangrijke plek in in het plan van aanpak. ‘Als de UT op zaterdag open dag houdt en op vrijdag wordt regen voorspeld, dan anticiperen we daarop. Eigenlijk zijn we steeds op verschillende plekken met onderhoud bezig. Het is dus geen kwestie van met een heel grote machine en veel geweld alles in één keer maaien. Dat kan afbreuk doen aan het totaal van

de beeldkwaliteit. Vandaar ook dat eigenlijk alles er zo prachtig bij ligt, tot en met het water van de grote koelvijver met een maximale diepte van 17 meter, waarmee gebouwen ‘s zomers gekoeld en ‘s winters verwarmd worden.’ Koning Willem-Alexander Met enige trots tonen de gastheren ook de pas aangelegde parkeerplaats bij Kennispark Twente, een spin-off van de UT, die eind maart door koning Willem-Alexander werd geopend. Dit is een initiatief van de Universiteit Twente, de gemeente Enschede, de regio Twente, de provincie Overijssel en Saxion. Zij delen de missie om via Kennispark Twente met uiteindelijk 100 spinoff-bedrijven zo’n 10.000 nieuwe, hoogwaardige arbeidsplaatsen te realiseren voor de regio en bij te dragen aan de regionale ontwikkeling. In het bedrijfsverzamelgebouw op de campus hebben inmiddels zo’n 20 innovatieve bedrijven hun intrek genomen. Krinkels verzorgde de totale herinrichting van een parkeerplaats met een capaciteit van circa 130 auto’s. De Haan: ‘Die herinrichting moest met spoed, maar wel goed gebeuren. Bij de aanplant zijn grote taxussen gebruikt om de parkeerplaats te begrenzen, en we hoefden ook niet te bezuinigen op het aantal en de maat van de liquidambar rondom de parkeervakken. Het geheel kreeg hier, zoals je ziet, vanaf het begin een fraaie uitstraling.’ Nieuwe parkeerplaats of niet, zo constateren we inderdaad als redactie, aan het kwaliteitsbeeld moest voldaan worden en de nieuw ingerichte parkeerplaats sluit zelfs naadloos aan op de inrichting van de nabijgelegen faculteitsgebouwen.

Buitensport De campusbewoners werken en leven niet alleen in een prachtig en goed onderhouden groen park, maar ze kunnen er ook naar hartenlust sporten. En het aanbod is velerlei. Krinkels onderhoudt tennisbanen, multisportvelden, voetbal-, rugby- en hockeyvelden, een atletiekbaan (gravel) en zelfs een locatie voor boogschieten en beach-volleybal. Dat alles – constateren we als redactie – ligt er spic en span bij. Als een van de geheimen hiervoor geeft De Haan prijs: ‘Het multisportveld, bijvoorbeeld, behandelen we tweemaal per week met de AT Multirake, terwijl we de zand-infill elke twee weken een reinigingsbeurt geven.’ En dat zal niet veel kunststof sportvelden overkomen. Maa ook de vele paden en parkeerplaatsen liggen er keurig en onkruidvrij bij. ‘We hanteren de Dop-methode’, vertelt De Haan, ‘en die blijven we hanteren zolang de wetgever dat toestaat. Wellicht mogen we straks geen Roundup meer gebruiken. Dan zullen we overgaan op de toepassing van de wave-methode: onkruidbestrijding met heet water dus. Dat is de methode van duurzame onkruidbestrijding op (half)verhardingen waarmee we de beste ervaringen hebben.’ Als momentopname liggen perken, bosranden, boomspiegels en alles er keurig bij. Het is opvallend dat hier in de perken nog echt geschoffeld wordt door ervaren hoveniers. ‘Zou je voor onkruidbestrijding werken met een freeskop aan je motorzeis, dan beschadig je onherroepelijk de vaste planten en struiken in de perken. En dat strookt niet met de A-kwaliteit’, aldus De Haan. Neen, als je hier als vakredacteur van Stad en Groen op de campus rondloopt, blijkt – afgezien van de vele fietsen in de rekken bij de faculteitsgebouwen – niet dat hier circa 9.000 studenten en 3.000 medewerkers dagelijks hun werk doen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4683

www.stad-en-groen.nl

21


Vijftig jaar ‘de tuinman en de dood’ Johan Degenkamp zet na vijftig jaar zijn ervaring als begraafplaatsbeheerder op schrift In de negentiende eeuw werd in Amsterdam aan de Spaarndammerdijk een nieuwe katholieke begraafplaats gesticht. In 1932 werd Richard Degenkamp beheerder van St. Barbara. Zijn zoon volgde hem in de jaren zestig op en zette recent een halve eeuw anekdotes en ervaringen op papier. Auteur: Hein van Iersel

Als ik de dag vóór mijn afspraak met Degenkamp nog even bel om de afspraak te bevestigen, blijkt dat een goede ingeving. Degenkamp is net terug uit het ziekenhuis. Hij wil er niet alles over zeggen, maar tussen de regels door is wel duidelijk dat het niet veel had gescheeld of hij was klant geworden van zijn eigen begraafplaats. Degenkamp lijkt er niet mee te zitten. Hij oogt weliswaar broos en is duidelijk nog snel vermoeid, maar op zijn gezicht verschijnt meteen een kwajongensachtige lach als hij over zijn begraafplaats mag vertellen. Hoe is het allemaal ontstaan, welke beroemde Amsterdammers liggen er begraven? Wie heeft de aula en de beheerderswoning aan het eind van de negentiende eeuw ontworpen en gebouwd? Al die verhalen zijn neergelegd in een klein handzaam boekje, dat werkelijk leest als een trein en te koop is op St. Barbara. Dat komt mede door de opzet. Die is niet chronologisch: van 1893, toen de begraafplaats werd geopend, tot anno nu, maar op een anekdotische manier, waardoor het

22

www.stad-en-groen.nl


boekje prettig leesbaar is. In de kaders staat daarvan een aantal samengevatte voorbeelden. In 1932 werd Richard Degenkamp beheerder van St. Barbara. Hij zou de eerste worden van een dynastie van begraafplaatsbeheerders op St. Barbara. De zoon van Richard was de eerste opvolger in de rij. Richard werd opgevolgd door zoon Johan en later door zijn kleinkinderen Richard en Jacqueline. Zoon Johan Degenkamp kwam op zevenjarige leeftijd op de begraafplaats wonen en zal er waarschijnlijk nooit meer weggegaan. Niet bij leven, maar waarschijnlijk ook niet na de dood. Richard en Jacqueline Degenkamp, die sinds 2010 de dagelijkse leiding van vader Johan hebben overgenomen, zijn zelfs geboren in de beheerderswoning op de begraafplaats. Toen Johan Degenkamp rond de twintig was en een opleiding als hovenier had afgerond, zocht

hij een huis waar hij kon gaan wonen. Door de woningnood bleek dat geen makkelijke klus. Het bestuur van de stichting had echter de oplossing. Als Johan in dienst zou komen van de stichting, zou hij een van de drie wooneenheden in de beheerderswoning kunnen betrekken. Dat is nu ruim 50 jaar geleden. Degenkamp is nog steeds van ganser harte betrokken bij het werk op de begraafplaats, maar nu veel meer als adviseur en voor de incidentele klusjes.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4648

‘Bij de aanleg van de begraafplaats in 1893 waren overal iepen geplant. Daar is er nu nog maar een van over, die ik angstvallig in de gaten houd. In 1935 heerste iepenziekte en moesten alle aangetaste bomen gekapt worden. Je kunt je voorstellen wat voor een kale bedoening het hier geweest moet zijn, met alleen maar grafstenen.’ ‘Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleek een van de grafkelders een geschikte plek om onder te duiken. De kelders zijn zeker vier meter diep en tussen de verschillende lagen zitten ijzeren stangen.’ In 1960, na zijn hoveniersopleiding, kwam Johan zelf op St. Barbara werken; eigenlijk niet veel anders dan andere zonen die in die tijd bij hun vader in het bedrijf kwamen werken. Hij trouwde met zijn Annie en zij kregen vier kinderen.

www.stad-en-groen.nl

23


Het wordt wijken of blijven voor de integrale beplantingsmethode

André de Brouwer, Geert de Haan, Benno Nijland.

Bijna iedereen in de sector kent de integrale beplantingmethode van Frits Ruyten en zal ook de voordelen kennen. Toch wordt deze beplantingmethode nog relatief weinig toegepast. Een nieuwe organisatie en aanpak rondom de methode Ruyten moet daar verandering in brengen. Auteur: Hein van Iersel De afgelopen tien, vijftien jaar is herhaaldelijk gepubliceerd over de integrale beplantingsmetode van Frits Ruyten. Deze methode is ‘uitgevonden’ bij de aanleg van de Floriade in 2002 en gaat uit van het gebruik van groter of in ieder geval gevarieerder plantmateriaal. Het voordeel hiervan zou zijn dat je op een snellere en vooral ook goedkopere wijze het beoogde eindbeeld van een beplanting bereikt. Frits Ruyten heeft in die vijftien jaar bij verschillende projecten en in publicaties geprobeerd aan te tonen hoe zijn methode werkt. Dat deed en doet hij onder andere via het opstellen van groeicurves van de diverse soorten beplanting, eventueel ondersteund met een zogenaamde beplantingsfilm. Met de groeicurves wordt een voorspelling gedaan over de groeiontwikkeling van de beplanting over een aantal jaren. De methode Ruyten wil daarmee laten zien dat het voor een beheerder goedkoper is om met relatief groot en gevarieerd plantmateriaal te beginnen dan met bosplantsoen of spillen van allemaal dezelfde maatvoering. Volgens Ruyten is het voorbereiden van een boom goedkoper te organiseren in een boomkwekerij, waar dit veel deskundiger kan

24

www.stad-en-groen.nl

gebeuren. De methode Ruyten zou daarmee goedkoper zijn dan de traditionele blijver-wijkermethode. Door de aanlegkosten af te zetten tegen de onderhoudskosten zou de integrale beplantingsmethode in vergelijk met de traditionele methode op korte termijn een besparing opleveren. Succes Ondanks die overduidelijke voordelen, is de methode van Ruyten toch niet op alle fronten het succes geworden dat men ervan verwacht had. Dit is goed te zien door een bezoek aan het startproject van de methode van Ruyten. Het Prins Bernhardbos is een ongeveer veertig hectare groot wandelbos dat is aangelegd voor de Floriade van 2002. Het unieke van dit project is dat de traditionele blijver-wijkermethode en de methode Ruyten naast elkaar zijn toegepast. Ik bezoek dit bos samen met Frits Ruyten en landschapsarchitect Maarten Grasveld. Als je het bos inwandelt, kom je eerst in een gedeelte dat traditioneel is aangelegd. De bosvlakken zijn daar na meer dan tien jaar fors uitgegroeid en ogen massief en ondoordringbaar. In het tweede deel van

het bos is de methode Ruyten toegepast. Dit bos oogt veel transparanter en vriendelijker voor het menselijk oog. Ruyten: ‘Omgevingspsycholoog Agnes van den Berg heeft onderzoek gedaan naar het verschil in ervaring tussen beide bosvlakken. Het blijkt dat bezoekers zich veiliger voelen in het bos dat met de Ruyten-methode is aangelegd.’ Dat lijkt mij als niet-deskundige volstrekt logisch. Ergens in de mens zit nog een oermens verborgen, die er rekening mee houdt dat achter ieder ondoordringbaar bosje een leeuw verborgen zit. Oorspronkelijk was het de bedoeling om op één locatie de beide methodes op een correcte wijze met elkaar te vergelijken. Dat is niet helemaal zo uitgekomen, omdat in beide bospercelen feitelijk geen onderhoud is gepleegd. Landschapsarchitect Maarten Grasveld hierover: ‘Als je bij de blijver-wijkermethode geen onderhoud pleegt en dus geen dunningen uitvoert om het gewenste eindbeeld te bereiken, dan is de traditionele methode uiteraard goedkoper door de lagere aanlegkosten. Niks doen kost niets, maar dan moet je niet over kwaliteit praten.’


Integrale beplantingsmethode Voor de integrale beplantingsmethode worden grotere maten plantgoed op de definitieve eindafstand aangeplant. Landschapsarchitect Frits Ruyten deed uitgebreid onderzoek naar de integrale beplantingsmethode en ontwikkelde een computersimulatiemodel, de beplantingsfilm, dat de groei van de aanplant door de jaren heen laat zien. Door de hogere aanlegkosten af te zetten tegen de lage onderhoudskosten zou de integrale beplantingsmethode een besparing opleveren, toont Ruyten met berekeningen aan. De integrale beplantingsmethode is in het voorjaar van 1999 voor het eerst toegepast bij de aanleg van het Prins Bernhardbos in de gemeente Haarlemmermeer. Blijver-wijkermethode De blijver-wijkermethode wordt van oorsprong gebruikt in de bosbouw met als doel houtproductie. Bosplantsoen wordt in rijen aangeplant met een onderlinge afstand van 1 tot 5 m. De aanlegkosten van deze beplantingsmethode zijn door het gebruik van goedkoop plantmateriaal laag. Het gebruik van de blijver-wijkermethode in een recreatiegebied brengt echter nogal wat onderhoud met zich mee, waardoor dit duur uitpakt. Bomen en planten moeten gedurende hun ontwikkeling gerooid en gesnoeid worden om andere ruimte te geven om te groeien. Het duurt zeker vijftien jaar voordat het jonge plantgoed is uitgegroeid tot een bos met enige belevingswaarde.

Winst op gebied van biodiversiteit en sociale veiligheid Ton den Dulk van de gemeente Zwijndrecht heeft de afgelopen jaren twee keer ervaring opgedaan met de IBR methode. De eerste keer voor de aanleg van een industrieterrein. De tweede keer voor de inrichting van een entreegebied van Zwijndrecht. Den Dulk: ‘Op bedrijventerrein Bakestein hebben we de traditionele methode en de methode Ruyten met elkaar vergeleken. Innovirens verzorgde daar het ontwerp. Wat daarbij opvalt is dat je met de traditionele methode feitelijk dichte groene muren aan het maken bent, terwijl je bij de methode Ruyten een veel transparanter beeld krijgt. Dat is zowel voor de sociale veiligheid als de biodiversiteit een plus. Het kostenaspect was op dit industrieterrein Zwijndrecht volgens Den Dulk overzichtelijk: ’Bij ons komt realisatie uit hetzelfde potje als onderhoud. Ik hoefde dus alleen mijn teamleider te overtuigen, dat hij nu weliswaar extra kosten heeft, maar dat deze na verloop van tijd terug komen’. Op het industriegebied gaat het om een oppervalk van 300 vierkante meter. Het tweede terrein, Brugweg is groter. Ongeveer 1500 meter.

Frits Ruyten

www.stad-en-groen.nl

25


Methode nog nooit honderd procent volgens de regels uitgevoerd In het dorpje Oud-Sabbinge moest vanwege de uitbreiding van een camping natuurcompensatie plaatsvinden. Dat kon gelukkig op een ongeveer 3,5 hectare grote akker, die zodanig dicht bij de dorpskern ligt dat dit nieuwe bos ook recreatief kan worden gebruikt. De inwoners van het dorp zijn intensief betrokken bij het ontwerp van Frits Ruyten voor dit parkbos. Namens de gemeente Goes was Joachim Koutstaal betrokken bij de realisatie van het project in de eerste maanden van 2012. Koutstaal heeft een ambivalente houding ten opzichte van de methode. Enerzijds ziet hij de voordelen. Anderzijds ziet hij ook hoe moeilijk het is de methode volledig toe te passen. Dat begint al bij de planvorming. Deze schrijft voor dat je alleen die bomen en struiken plant die echt thuishoren op een locatie. Een loffelijk streven, aldus Koutstaal, maar niet erg realistisch, omdat gebruikers en beheerders toch vaak specifieke wensen hebben en deze door extra voorzieningen en grondbewerkingen en of bemesting ook zullen proberen te realiseren. Hetzelfde geldt voor het fenomeen beplantingsfilm. Stel dat uit de beplantingsfilm naar voren komt dat een boom na tien jaar vijftien meter hoog moet zijn en de boom blijft steken bij 13 of 14 meter. Vervang je die boom dan? Natuurlijk niet, je gaat geen vitale bomen of struiken kappen. Een andere belangrijk probleem is dat je de methode –aldus Koutstaal- bijna onmogelijk af zult kunnen prijzen bij een aannemer. Geen enkel aannemer is bereid tegen een reële premie het inboet risico voor de komende 10 jaar op zich te nemen voor plantmateriaal dat door derden is uitgezocht en geleverd. Wat wel mogelijk zou zijn, is om het totaalpakket ontwerp, aanleg en beheer langjarig bij één aannemer neer te leggen. Het bovenstaande is er volgens Koutstaal ook de reden voor dat de methode Ruyten nog nooit ergens honderd procent volledig volgens de regels is uitgevoerd. Ook niet in Oud-Sabbinge.

Maatvoering belangrijk, maar let vooral ook op goede grondbewerking Paul van Lier van Rijkswaterstaat Noord-Brabant heeft in Waalre bij Eindhoven ervaring opgedaan met de methode Ruyten. Aanleiding waren hier bezwaren van de bewoners tegen een zeven meter hoog geluidsscherm om de A2 op een vijf meter hoge dijk. Van Lier is op zich tevreden met de methode Ruyten op deze locatie. Een kritisch punt heeft Van Lier wel ten aanzien van de grondbewerking. Van Lier: ‘Je kunt wel aanleggen met een grotere maat plantgoed, maar alles staat of valt met een goede grondbewerking. Is die niet goed dan staan bomen en planten te kwarren. Voor ons is dat op dit project echt een leermoment geweest. En bij toekomstige projecten zullen we dat ook zeker als eis naar de aannemer opnemen.’

26

www.stad-en-groen.nl

Markt Een tweede reden dat de beplantingsmethode van Ruyten misschien niet altijd het succes heeft gebracht dat ze verdient, is wellicht het wat theoretische en in de ogen van groenprofessionals misschien onduidelijke karakter. Dit vakblad heeft een aantal beheerders gevraagd wat zij vinden van de integrale beplantingsmethode van Ruyten. Al snel blijkt dan dat een aantal beheerders en aannemers de methode of niet kent, of als ingewikkeld en niet relevant voor hun situatie ziet. Daarnaast snappen alle ondervraagde beheerders dat papier geduldig is en dat de beoogde besparing in zekere zin theoretisch is en alleen gehaald kan worden als op een goede manier naar hetzelfde eindbeeld wordt gewerkt. Een aannemer zei zelfs letterlijk: ‘Als er een ton bespaard kan worden op het toepassen van kleiner plantmateriaal, dan zal dat in de huidige tijd heel snel gebeuren. De burger is blij omdat het gebied is vergroend, en de beheerder gaat ervan uit dat er wel een oplossing komt voor het beheersprobleem.’ Daarbij komt dat beheer en aanleg door de toepassing van het schotten-


beheerskosten wel samen inzichtelijk, dan blijkt de methode Ruyten wel degelijk goedkoper uit te vallen dan de traditionele blijver-wijkermethode en ziet men dat met een beperkt beheer toch kwaliteit kan worden verkregen.’

systeem slechts zelden worden gefinancierd uit hetzelfde potje. Maarten Grasveld: ‘Hier ligt dus het probleem. Men durft niet naar de werkelijke beheerskosten te kijken, ook niet naar de interne kosten die bij dit beheer horen. Men bespaart

Maarten Grasveld

liever op de afzonderlijke budgetten, waardoor de kwaliteit steeds verder achteruitgaat en de beheersvraag blijft bestaan. Verdere besparing is alleen nog te behalen door het groen dan maar helemaal weg te halen. Maakt men de aanleg- en

Instituut Ruyten De architecten die veel met de methode Ruyten werken, hebben klaarblijkelijk ingezien waar het aan schort en hebben een meer praktische aanpak rondom de aanpak van Ruyten bewerkstelligd, waardoor beter wordt ingespeeld op de huidige behoefte en mogelijkheden in de markt. Het gedachtegoed van de integrale beplantingsmethode is ondergebracht in het Ruyten Instituut, een kennisinstituut dat de methode verder verfijnt en kennis uitdraagt naar het onderwijs en de beroepsgroep. Een aantal landschapsarchitecten: Patrick Ruijzenaars, Jan-Hein Moors en Maarten Grasveld, gaat zich voortaan actief inzetten om de methode te propageren. Frits Ruyten zal zich daarbij alleen opstellen als onafhankelijk adviseur op de achtergrond. Maarten Grasveld: ‘Groen krijgt in ons vakgebied vooral aandacht tijdens het ontwerpproces en het voortraject van een opdracht, en gek genoeg worden wijzigingen van een groenontwerp binnen ons vakgebied eigenlijk zonder protest geaccepteerd. Dit is mede oorzaak van de verschraling van het openbare groen. Door het toepassen van de methode Ruyten kun je daar op een goede manier weerstand tegen bieden.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4646

www.stad-en-groen.nl

27


De graven van onze oorlogsslachtoffers lagen er weer mooi bij Maar… zorgen over onderhoud zijn er zeker Tijdens een momentopname op 4 mei liggen de graven van onze oorlogsslachtoffers er keurig bij. En eigenlijk vermoeden we dat dit het hele jaar het geval is. Maar welke organisatie zit daarachter en hoe werkt dat? En kan dit uitstekende onderhoud van groen en graven door de BV Nederland gecontinueerd worden, nu we overal moeten bezuinigen? De mensen bij de Oorlogsgravenstichting maken zich daarover zeker wel eens zorgen en spelen daar nu op in met een onderhoudsmodule. Auteur: Broer de Boer

De Oorlogsgravenstichting (OGS) is opgericht op 13 september 1946 in Eindhoven. De stichting is statutair gevestigd in Den Haag en heeft kantoren in Den Haag en Jakarta. In Nederland heeft de OGS 26 en in Indonesië 128 medewerkers. De doelstelling van de Oorlogsgravenstichting is de aanleg, inrichting, instandhouding en verzorging van ongeveer 50.000 Nederlandse oorlogsgraven, waar ter wereld die zich ook bevinden. Deze graven zijn te vinden op Nederlandse en geallieerde erevelden in binnen- en buitenland, maar ook op gewone begraafplaatsen in steden en dorpen. Bovendien houdt de Oorlogsgravenstichting de nagedachtenis in ere van oorlogsslachtoffers voor wie geen graf kan worden ingericht. Hun naam wordt vermeld in een gedenkboek, op een gedenkplaat of een monument. De redactie spreekt met Johan Teeuwisse,

28

www.stad-en-groen.nl

algemeen manager van de OGS. Hij vertelt: ‘In Nederland beheren wij twee erevelden: het ereveld te Loenen, gemeente Apeldoorn en het militair ereveld De Grebbeberg in Rhenen. Daarnaast zorgen wij voor ruim 2.000 Nederlandse oorlogsgraven en circa 10.000 geallieerde oorlogsgraven die verspreid liggen op reguliere begraafplaatsen in Nederland. Samen met de desbetreffende gemeente zijn wij verantwoordelijk voor het onderhoud aan deze oorlogsgraven.’ Consuls De oorlogsgraven in Nederland liggen verdeeld over meer dan 1300 plaatsen; dat is dus een geweldig grote spreiding. Hoe organiseert de OGS dat onderhoud eigenlijk? Johan Teeuwisse: ‘De OGS doet al sinds 1964 een beroep op de “consul” binnen de gemeente. Dat is meestal een medewerker van de gemeente die,

zonder daarvoor enige vergoeding te ontvangen, optreedt als vertegenwoordiger van de Oorlogsgravenstichting. De consul wordt altijd officieel benoemd door de burgemeester. De consul controleert, inspecteert en rapporteert aan de OGS betreffende de toestand van alle oorlogsgraven in zijn gemeente. Op deze manier is het voor de OGS veel efficiënter om haar onderhoudstaak aan oorlogsgraven in Nederland uit te voeren. Voor geconstateerde problemen hebben wij in Nederland twee mobiele teams van elk twee man. Die reizen het hele land door om de oorlogsgraven te reinigen, te renoveren en/ of te voorzien van beplanting. Periodiek reizen ze ook naar Duitsland en Oostenrijk om de graven op de erevelden daar te reinigen. Het dagelijks onderhoud van deze erevelden ligt bij de lokale Duitse autoriteiten.’


Onderhoudsmodule Ook de OGS heeft te maken met renovaties en moet daarbij naar besparingen zoeken. Hoe pakt men zoiets aan? Als voorbeeld noemt Johan Teeuwisse een ingrijpende renovatie van de beplanting op het Nederlandse ereveld in Orryla-Ville nabij Parijs, zie inzet. Bij deze renovatie blijkt duidelijk dat er nagedacht wordt over de kostenaspecten van het onderhoud: de keuze valt op minder arbeidsintensief onderhoud. Johan Teeuwisse: ‘Geld om onze taak naar behoren te kunnen uitvoeren, krijgen wij van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) op grond van de Regeling subsidiëring Oorlogsgravenstichting die sinds 1 januari 1997 van kracht is. Maar dat neemt niet weg dat ook wij slimmer en beter onderhoud moeten toepassen. Daartoe hebben we een onderhoudmodule ontwikkeld. Die is op 26 maart jl. in Den Haag ten doop gehouden.’

‘Ook oud-strijders en verzetsmensen die in een particulier graf zijn begraven, ontsnappen niet aan de aandacht van onze consuls' Deze onderhoudsmodule is het geestelijk kindje van Roel Broer, hoofd beheer en onderhoud van de Oorlogsgravenstichting. Hij zegt hierover: ‘We maken ons daar wel eens zorgen over. Mede door bezuinigingen bij gemeenten en door fusies van gemeenten wordt het steeds moeilijker om het hoge onderhoudsniveau van oorlogsgraven dat ons voor ogen staat te handhaven. Ook al zijn de consuls door de burgemeester aangesteld, toch kunnen ze op het gebied van onderhoud met conflicterende situaties te maken krijgen. Bij ons kunnen ze echter altijd op ondersteuning rekenen. Daarbij is het absoluut niet de bedoeling dat goedbedoelende particulieren oorlogsgraven “adopteren” en met een sopje en een boender aan het werk gaan, of dat een locale hovenier een bordje bij oorlogsgraven plaatst om aan te geven dat hij die graven onderhoudt. Er zit een structuur in het onderhoud van oorlogsgraven en zolang de BV Nederland dit als opdracht geeft, zullen we ons daar ook met zijn allen aan moeten proberen te conformeren.’

Grootscheepse renovatie beplanting op Nederlands ereveld Orry-la-Ville Hoek Hoveniers is in opdracht van de Oorlogsgravenstichting begin maart 2014 gestart met een grootschalige renovatie van de beplanting op het Nederlandse ereveld te Orry-la-Ville nabij Parijs in Frankrijk. De heggen op en rond het ereveld, alsmede struiken en planten zijn gerooid en ruim twintig bomen zijn gekapt. Vervolgens wordt aan de hand van een ontwerp van tuin- en landschapsarchitect John Todirijo de beplanting op het ereveld opnieuw ingericht. Hiermee wordt de oorspronkelijke symmetrische opzet van het ereveld hersteld. Ook wordt van de gelegenheid gebruiktgemaakt om de beplanting onderhoudsvriendelijker te maken. Rondom het ereveld en achter de graven worden nieuwe beuken en taxushagen aangebracht. Aan de linker- en rechterzijde van het ereveld worden ter vervanging van de Servische sparren acht nieuwe beuken Dawyck Purple geplant met een hoogte van 7 meter. In nieuw in te richten beplantingsvakken worden hortensia's, magnolia's en spirea's gepoot. Voor de graven wordt de bodembedekker Waldsteinia aangebracht. Ook het toegangshek en het voorterrein dat dagelijks in gebruik is als parkeerplaats voor de bezoekers van het ereveld worden aangepakt. Zo wordt onder andere het pad vernieuwd. De totale renovatie zal drie weken in beslag nemen, zodat het ereveld er voor 4 mei 2014 weer goed verzorgd bij zal liggen. Spoedig na 4 mei zal de grasmat op het ereveld vervangen worden.

Kwaliteitseisen Roel Broer vervolgt: ‘Met de ontwikkelde onderhoudsmodule verkorten we de lijnen tussen de consuls en de OGS. Maar ook geven wij hen handvatten om zowel de graven zelf als het groen op begraafplaatsen naar onze normen goed te (laten) onderhouden. Wanneer het onderhoudsniveau op een gemeentelijke begraafplaats verlaagd wordt van A naar C, heeft dat consequenties. Wij hebben de taak om desondanks eer te betonen aan gesneuvelde oud-strijders en verzetslieden door niets af te doen aan

114 Nederlandse oorlogsgraven Op het ereveld in Orry-la-Ville liggen 114 Nederlandse oorlogsslachtoffers begraven die vanuit heel Frankrijk op dit ereveld geconcentreerd zijn. Op gedenkplaten in het paviljoen staan de namen vermeld van 108 oorlogsslachtoffers die elders in Frankrijk begraven liggen. Hun graven konden niet worden overgebracht. Het ereveld is aangelegd door de Oorlogsgravenstichting en ingewijd op 3 mei 1958. Sindsdien wordt het onderhouden door haar Franse zusterorganisatie, l' Office National des Anciens Combattants. De tuinlieden die door deze organisatie werden aangesteld, hadden een grote mate van zelfstandigheid bij het onderhouden van het ereveld. Met name de laatste vaste opzichter van het ereveld bracht bijzonder fraaie, maar onderhoudsintensieve beplanting aan. Toen hij vervangen werd door een ambulante medewerker die ook op andere locaties werkzaamheden moest verrichten, liep de kwaliteit van het onderhoud zienderogen terug. Dit had niets te maken met de inzet van de nieuwe medewerker, maar alles met de arbeidsintensieve beplanting op het ereveld. Na deze ingrijpende renovatie zal dit tot het verleden behoren. Met de nieuwe beplanting en goede werkinstructies wordt het beheer vereenvoudigd en zal het groen op het ereveld met minder arbeid beter te onderhouden zijn.

de kwaliteitseisen die de Oorlogsgravenstichting hiervoor hanteert. En daarbij nemen de consuls een belangrijke positie in.’ Maar er is nog een facet waarbij de consuls een prominente rol spelen. Roel Broer: ‘Ook oud-strijders en verzetsmensen die in een particulier graf zijn begraven, ontsnappen niet aan de aandacht van onze consuls. Als een graf waarin een oorlogsslachtoffer ligt begraven om welke reden dan ook geruimd dreigt te worden, komt de OGS via haar consuls in actie. Het slachtoffer kan dan namelijk op kosten van de OGS worden overgebracht naar

www.stad-en-groen.nl

29


0%

Professionals kiezen PELLENC! meer vermogen – langere levensduur – hoogwaardiger componenten – lichter

CO2

Kies voor een PREMIUM merk: PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC

weet alles van accu-gereedschap accu’s leveren veel meer vermogen heeft een intelligent laadsysteem accu’s hebben een langere levensduur laadt ook met zonnepanelen gereedschappen zijn lichter en sterker biedt een breed leveringsprogramma levert converters van 44V naar 220V

stil licht rendabel

schoon Een compleet programma rendabel electrisch gereedschap:

Electrisch PELLENC gereedschap kent geen brandstofkosten, is vrijwel geluidloos en spaart het milieu. Daarbij is PELLENC gereedschap licht van gewicht, maar krachtiger dan ieder ander merk. Duurzamer werken is niet mogelijk. Bent u professional? Probeer dan het electrische gereedschap van de professionals van PELLENC. Wij weten zeker dat u niet anders meer wilt! Vraag het uw PELLENC dealer in de regio.

bosmaaiers bladblazers kettingzagen hoogsnoeiers heggenscharen

snoeischaren LED noodverlichting schoffels zonnepanelen converters naar 220 V

Exclusief PELLENC importeur voor Nederland

Hoopjesweg 48 - 50, 8051 DC Hattem Tel. 038 - 44 46 160 www.odeleeuwgroentechniek.nl


een van de twee erevelden die zij in beheer heeft: militair ereveld De Grebbeberg en ereveld Loenen, gemeente Apeldoorn. Aldaar garandeert de OGS een eeuwigdurende grafrust. Dankzij de nieuwe online onderhoudsmodule kunnen we ook dat beter en gemakkelijker signaleren en structureren. Als BV Nederland hebben we een ereschuld aan deze oorlogsslachtoffers. De komende maanden gaan we de onderhoudsmodule per provincie aan alle consuls presenteren en uitrollen.’

'Ook op lokale begraafplaatsen worden natuurlijk oorlogsgraven onderhouden' Erebegraafplaatsen Maar hoe vindt het onderhoud van graven en begraafplaatsen van bijvoorbeeld Engelse oorlogsslachtoffers plaats? ‘Onze Engelse zusterorganisatie opereert feitelijk net als wij. Het terrein van een erebegraafplaats wordt in feite in bruikleen afgestaan. De Britse erebegraafplaatsen

bij Mierlo, Overloon en Bergen op Zoom worden onderhouden door een dienst van Britten vanuit het Belgische Ieper. Het is dus niet zo dat deze grond een onderdeel vormt van de Britse Gemenebest, zoals velen denken. Het is in het verleden wel eens voorgekomen dat zwangere vrouwen in den vreemde naar een Amerikaanse of Engelse erebegraafplaats gingen om juist daar te bevallen, met het idee dat een geboorte op de begraafplaats de jonge boreling bijvoorbeeld het Amerikaanse of het Britse staatburgerschap zou bezorgen. Een beheerder zal dergelijke aanstaande moeders direct uit de droom helpen. Zo werkt dat niet…’ Plaatselijk Maar ook op lokale begraafplaatsen worden natuurlijk oorlogsgraven onderhouden. Neem het voorbeeld van de Gelderse gemeente Lochem. Ook hier hebben we een zeer toegewijde consul, de heer A. Baarssen. Hij is ook betrokken bij het onderhoud van een tiental Gemenebestgraven op de begraafplaats in Gorssel. ‘Als er plantkundige renovaties nodig zijn bij deze Gemenebestgraven, wordt dat eerst besproken met onze Engelse zusterorganisatie, de Commonwealth War Graves

Commission. Op de begraafplaats in Lochem bijvoorbeeld beheren wij twee Nederlandse oorlogsgraven. Bij deze twee graven hebben wij informatiebordjes geplaatst met het portret van de slachtoffers en hun levensverhaal in het kort. Dit willen wij bij alle Nederlandse oorlogsgraven in het land doen. Maar dat is weer een ander aspect van ons werk. Via onze website www.ogs.nl kan je het slachtofferregister raadplegen. Daarin kan je zoeken op naam van een slachtoffer en ook op naam van de plaats en de begraafplaats.’ Dit artikel uit een serie over begraafplaatsen is mede mogelijk gemaakt door:

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4647

www.stad-en-groen.nl

31


Dr. Bibber op de maaier Veel zelfrijdende maaiers kunnen niet een volledige dag benut worden, maar de rijstijl en vooral ook de ondergrond zijn in hoge mate meebepalend Het maaiseizoen is alweer volop aan de gang. Dat betekent dat iedere ochtend overal in Nederland maaiers uit de loods worden gereden om aan het werk te gaan. Veel chauffeurs zitten daarbij algauw zeven tot acht uur per dag op de maaier, terwijl regelgeving aangeeft dat je op veel van de meest gebruikte professionele maaiers niet langer dan ongeveer vier uur mag zitten. Auteur: Hein van Iersel

32

www.stad-en-groen.nl


Even een stukje geschiedenis. In 2013 presenteert de VHG de resultaten van haar onderzoek met de titel ‘Lichaamstrillingen op zelfrijdende maaimachines’. Dit onderzoek werd mede namens FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen openbaar gemaakt tijdens GroenTechniek Holland in september 2013. Sinds 2005 geldt er een Europese richtlijn, die grenzen stelt aan de maximale dosis trillingen waaraan een bestuurder per dag mag blootstaan. Dit houdt in dat medewerkers slechts beperkt op een zelfrijdende maaimachine mogen rijden als deze machine niet de juiste specificaties heeft. In de dagelijkse praktijk wordt daar eigenlijk nog weinig rekening mee gehouden. Waarschijnlijk zien zowel ondernemers als werknemers de ernst van het gevaar niet zo in. Daarnaast is het verbod ook amper te implementeren. Als het groeizaam weer is, is het voor iedereen alle hens aan dek en is het lastig om een halve dag maaien af te wisselen met ander werk. Daarom zouden veel ondernemers in de hoveniers- en groenvoorzienersbranche graag zien dat

'Als het groeizaam weer is, is het voor iedereen alle hens aan dek en is het lastig om een halve dag maaien af te wisselen met ander werk' medewerkers de hele week op dergelijke machines mogen werken. Tegelijkertijd wil de branche de gezondheid van haar werknemers beschermen en zorg dragen voor goede arbeidsomstandigheden; reden voor de sociale partners om te onderzoeken of dit met de huidige stand van de techniek mogelijk is. De huidige normen voor het werken op zelf-

rijdende maaimachines zijn afkomstig uit een trillingsonderzoek dat in 2005 en 2006 is uitgevoerd. Doel van het onderzoek uit 2013 was om na te gaan of moderne maaimachines dusdanig zijn verbeterd dat de trillingsbelasting is verminderd. Dat zou dan kunnen leiden tot een aanpassing van de maximaal toegestane werkduur per dag voor het maaien van plantsoenen. Mocht de uitslag niet leiden tot een verandering van de richtlijnen, dan moeten de sociale partners en marktpartijen met de fabrikanten om tafel gaan om te bekijken of de maaimachines zodanig kunnen worden verbeterd dat minder trillingsbelasting wordt veroorzaakt. Het onderzoek heeft plaatsgevonden met medewerking van Federatie Agrotechniek, de brancheorganisatie voor fabrikanten en importeurs van onder andere tuin- en parkmachines. Ergolab Research heeft het trillingsonderzoek uitgevoerd. Drie medewerkers met verschillend lichaamsgewicht hebben een aantal testopdrachten met cirkelmaaimachines uitgevoerd op locatie

www.stad-en-groen.nl

33


bij een bedrijf, met onder andere verschillende maaisnelheden. De maaimachines waren voorzien van sensoren om de trillingen te meten. De conclusie van het rapport is dat bij geen van de drie geteste machines de trillingswaarden zo laag zijn, dat er een volledige dag mee gewerkt kan worden. Als de chauffeurs gevraagd wordt om haastig te rijden, mag er ongeveer vijf tot zes uur met de geteste John Deere 1505-S, Toro 4010-D en Ransomes HR 6010 gewerkt worden. Bij beheerst werken is die grenswaarde overigens

34

www.stad-en-groen.nl

veel hoger. Er mag dan tussen zeven en acht uur met dezelfde machines gewerkt worden. Kort samengevat zijn er twee soorten trillingen: horizontaal en verticaal. De verticale trillingen zijn inmiddels op veel moderne machines redelijk goed onder controle, maar horizontaal is een ander verhaal. Dat is met een veersysteem eigenlijk niet op te lossen en is in hoge mate afhankelijk van de ondergrond. En die ondergrond is op veel plekken een probleem. Op een golfbaan of sportveld zal het meestal meevallen. Daar heb

je met een relatief gladde en goed onderhouden ondergrond te maken. Anders is het in het openbaar groen. De maaifrequentie wordt daar door bezuinigingen hoger en dat betekent waarschijnlijk ook dat de ondergrond steeds ruiger en ongelijker wordt. Storm Veel meer dan een kleine storm in een borrelglaasje water bracht het rapport uit 2013 niet teweeg. De industrie verweerde zich via artikelen in collega-vakblad Tuin & Park Techniek. Haar reactie laat zich als volgt samenvatten: ‘Het verminderen van trillingen van maaimachines is wel mogelijk, maar de huidige marktsituatie laat dit niet toe. Of met andere woorden: gemeentes en aannemers hebben te maken met krimpende budgetten en gaan voor de goedkoopste oplossing. Daardoor ontbreekt het geld dat geïnvesteerd kan worden in innovaties en verlaging van het trillingsniveau.’ Je zou kunnen stellen dat dit een te defensieve opstelling is van de geïnterviewde marktpartijen Toro, Ransomes en John Deere. Het is ontegenzeggelijk waar dat in de huidige markt sommige kopers de cabine op een maaier achterwege laten met de redenering dat de opdrachtgever daar niet voor wil betalen, maar het is te kort door de bocht dat wereldbedrijven als John Deere, Toro en Ransomes terughoudend zijn met innovaties omdat de Nederlandse markt geconfronteerd wordt met een crisis. Overigens zijn er ook voorbeelden van hoe het anders kan en gaat. De gemeente Nijmegen zorgde bij een nieuwe aanbesteding van een maaibestek dat de uitrusting van de deelnemende aannemers een forse upgrade kreeg. Nijmegen vroeg onder andere de toepassing van Tier-IV-motoren. Op zich heeft dit weinig te maken met trillingen, maar het bewijst wel dat een kritische opdrachtgever de macht heeft om iets te veranderen. Daarnaast zijn er diverse innovaties te noemen: Smartpower van Toro bijvoorbeeld. Dit systeem zorgt er in wezen voor dat het vermogen van de machine op een meer gedoseerde manier vrijkomt. Door dit systeem past de machine de maaisnelheid automatisch aan, al naar gelang de omstandigheden. Bij het maaien van hoog gras wordt de snelheid automatisch verlaagd, waarbij de rotatiesnelheid van de maaimessen constant blijft en de totale productiviteit niet aangetast wordt. De chauffeur wordt als het ware door de machine gedwongen om beheerst te rijden. Daarnaast ontbreekt bij deze machine een directe mechanische verbinding tussen tractiepedaal en


hydrostaat, maar wordt dit elektronisch overgebracht. Toro is overigens niet de enige die dit drive by wire-principe naar de traditionele markt van zelfrijdende maaiers heeft gebracht. Ook John Deere past dit systeem toe in zijn driedelige plantsoenmaaiers. Het is opmerkelijk, maar als je chauffeurs die dag in, dag uit met een zelfrijdende maaier op pad zijn, ondervraagt over hun ervaringen, dan wordt er sneller verwezen naar deze techniek dan naar de complete constellatie van de machine. In de test worden trillingen die via het tractiepedaal naar de voet worden doorgegeven, overigens niet meegenomen. Een aantal greenkeepers en fieldmanagers die door dit vakblad ondervraagd werden, noemt overigens juist dit aspect als erg belangrijk. Theo van Engelen van Toro-importeur Jean Heybroek brengt nog een ander aspect naar voren. ‘Als wij met andere landen overleggen, blijkt hoe anders de Nederlandse markt is. In Frankrijk wordt op jaarbasis misschien 400 uur met een machine gewerkt. Bij ons is 800 tot 1000 uur heel normaal. Dat komt doordat functies in het groen in die landen vaak als een soort sociaal vangnet worden gebruikt.’ Een ander buitenlands voorbeeld is België. Hier worden, aldus Van Engelen, amper machines met grote werkbreedtes verkocht. Maaien zit daar nog veel vaker bij een gemeente en die heeft als eerste taak haar mensen aan het werk te houden. Capaciteit is minder van belang. In Nederland ligt de situatie anders. Er zijn nog amper gemeentes die zelf maaien. Dit werk ligt bij aannemers en

Jan Plooij

die besteden ook weer vaak uit, bijvoorbeeld aan een zzp’er, die misschien wel 60 tot 80 uur per week op de maaier zit. Dilemma De fabrikanten van zelfrijdende maaimachines verkeren door de opstelling van bezuinigende overheden en aannemers in tweestrijd. Enerzijds willen zij graag hun nieuwste machines met nieuwste technieken verkopen; anderzijds hebben hun klanten te maken met een lastige markt. Voor Jan Plooij, verkoopleider bij Toro-importeur Heybroek, ligt de oplossing in total cost of ownership. Plooij, lachend: ‘Wij zijn toch al niet de goedkoopste, en moeten daarom onze klanten laten zien dat wij over de totale levensduur van een machine gerekend de laagste kosten hebben. Op die manier kunnen wij klanten overtuigen voor onze machines te kiezen. Het Smart Power-systeem van Toro zorgt er bijvoorbeeld voor dat een greenkeeper of fieldmanager minder trillingen ondervindt, maar ook dat het brandstofverbruik wordt gereduceerd. Een winwinsituatie dus.’ Ander concept Gerd-Jan Driessen van Briggs & Stratton neemt een bijzondere positie in in wat hij met een moeilijk woord de oscillatieproblematiek noemt. In het portfolio van Briggs & Stratton zitten sinds jaar en dag de zero turns van Ferris. De zelfrijder van dit merk is als enige voorzien van een vering zoals die ook op auto’s of moderne tractoren zit. Doorgaans zul je geen vering op een maaima-

chine willen, omdat dit negatieve effecten heeft op het maaibeeld. Door het veren zal namelijk ook het maaidek op en neer gaan en dus de maaihoogte veranderen. Ferris heeft dit opgelost via een slimme constructie waarbij de vering van het maaidek gecompenseerd wordt. Driessen demonstreert de werking. Hij vraagt mij mijn voet onder een maaidek te steken, terwijl hij met zijn volle lichaamsgewicht op de maaier duwt. En inderdaad: de uitslag van het maaidek is veel kleiner dan de uitslag van de totale maaier. Dankzij deze vering zou het met de Ferris maaiers mogelijk moeten zijn om met veel hogere snelheden te maaien. Driessen zegt dat je met 16 tot 19 kilometer per uur kunt maaien, tenminste als het terrein dat toelaat. Op maaiers zonder dit veersysteem zou dat volgens Driessen niet kunnen, omdat je dan bijna van de machine af zult stuiteren. Het lastige aan het trillingsverhaal is dat maaiers op dit gebied moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Eigenlijk zou dat volgens Driessen wel moeten, en dat is ook te realiseren als fabrikanten de trillingsgegevens openbaar maken in een declaration of conformity, het document dat fabrikanten moeten opstellen om te bewijzen dat zij aan de EC-normen voldoen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4644

Gerd-Jan Driessen

www.stad-en-groen.nl

35


De oogst aan inspirerende groenprojecten Een Groene Loper voor Oldenzaal BTL heeft onlangs de groene werkzaamheden afgerond bij het vernieuwde stationsplein (het busstation, P+R-terrein en stationsgebouw) in Oldenzaal. Deze omgeving heeft een ware metamorfose ondergaan. Onderdeel van dit project is de aanleg van de Groene Loper, de groene verbinding tussen de wijk Zuid-Berghuizen, het stationsgebied en de Oldenzaalse binnenstad. Twents landschappelijk reliëf Ontwerpbureau BDP.khandekar heeft de esthetische vormgeving van de tunnel en het ontwerp van de openbare ruimte gemaakt. Er is voor gekozen

36

www.stad-en-groen.nl

om de tunnel te laten opgaan in de Groene Loper. Eén wand is uitgevoerd in metselwerk terwijl de invulling van andere wand een parkachtige invulling kreeg. De wereld van het station staat haaks op de groene parkachtige loper en wordt versterkt door betonmaterialen als tunnelwand en tunnelplafond. Het bijzondere Twentse landschappelijk reliëf is in deze wand verbeeld. Aanneemsom: N.v.t. Opdrachtgever: Gemeente Oldenzaal Architect: Ontwerpbureau BDP.khandekar


Bedrijfstuin Tuin en Parkmachines Elshout Aanleg inspirerende bloeiende bedrijfstuin. Verdere bijzonderheden (bijvoorbeeld bijzondere technieken): 3d ontwerp, douglas veranda, natuurlijke vijver, mos/sedumdak Opdrachtgever: tuin en parkmachines Elshout Contactpersoon opdrachtgever: A.Muskens Architect: Roel Pelders Aannemer: Hoveniersbedrijf De Langstraat

Terreininrichting AOC Twello Complete buitenterrein inrichting van VMBO en MBO college AOC te Twello Verdere bijzonderheden (bijvoorbeeld bijzondere technieken): Assortimentstuin, Uniek Gebouw, Leerlingen betrokken bij project, beeldbepalend in omgeving. Aanneemsom: â‚Ź 185.000,Opdrachtgever: AOC Twello Contactpersoon opdrachtgever: Dhr. J. van den Noort Contactgegevens opdrachtgever: AOC Oost, VMBO en MBO Groen Twello Architect: ORelse Contactpersoon architect: Ing. M. van der Bij Aannemer: Ter Riele B.V. Contactpersoon aannemer: Ing. S. Buitenhuis & Ing. H. v.d. Langemheen

www.stad-en-groen.nl

37


Boomrooierij Weijtmans méér dan bomen rooien

Wij zijn u graag van dienst

Onze vrachtauto’s voldoen aan strenge milieu-eisen

Onze telescoopkranen zijn vrijwel overal inzetbaar

Bomen rooien Bomen snoeien Stobben frezen / rooien Transport Hijswerk In- en verkoop van hout Advies In-/verkoop van houtsnippers Afvoeren van snoeihout en blad

Boomrooierij Weijtmans beschikt over goed opgeleide treeworkers zodat ieder karwei een honderd procent tevreden klant oplevert. Bovendien werken wij met uniek materieel en maken alleen gebruik van materialen en brandstoffen die aan de strengste milieu-eisen voldoen. Boomrooierij Weijtmans beschikt over 10 eigen

Onze opdrachtgevers zijn particulieren,

vrachtwagens en kan u daarom altijd direct

bedrijven, instellingen en de overheid.

helpen. Het merendeel bestaat uit Euro-V en

Wij zijn tevens leerbedrijf en gecertificeerd

EEV-voertuigen die aan de milieu-normen voldoen

iepen verwijderaar. Erbo erkend, VCA**, NEN,

en prima in te zetten zijn in stedelijk gebied.

ISO 9001 en Groenkeur gecertificeerd.

Twee Euro-VI auto’s staan bij de opbouwer. Natuurlijk komen wij graag bij u langs om de Uniek zijn onze telescoopkranen, waarmee we

situatie en eventuele obstakels vakkundig te

tot een hoogte van 32 meter takken vast kunnen

beoordelen.

pakken en afzagen, voor veilig en gecontroleerd rooien van bomen. Onze derde telescoopkraan is in bestelling.

38

www.stad-en-groen.nl

Kreitenmolenstraat 175

Tel. 013-51114 83

algemeen@weijtmans.nl

5071 BD Udenhout

Fax 013-511 43 73

www.boomrooierijweijtmans.nl


Begraafplaatsen op orde, gemeente Loppersum Het project “Begraafplaatsen op orde”, klaar voor een waardige toekomst’ betreft renovatie van de 8 gemeentelijke begraafplaatsen, met als doel verhogen beeldkwaliteit en verminderen beheerskosten. Samen met de vertegenwoordigers van de begraafplaatsen (begrafenisverenigingen en verenigingen dorpsbelangen/historische verenigingen) zijn voor alle begraafplaatsen renovatieplannen opgesteld. De gemene deler is dat voor alle begraafplaatsen is gekozen om tussen de schelpenpaden en de grafvelden een opsluiting van cortenstaalstrips aan te brengen. Het plaatsen van de strips en de verdere renovatie van de paden en beplanting is uitgevoerd door hetzelfde werkvoorzieningschap, waarbij de samenwerking is gezocht met groenvoorziening A.J. van der Werf uit Bedum. Aanneemsom: € 130.000 (Kosten totale project € 350.000) Opdrachtgever: Gemeente Loppersum Contactpersoon opdrachtgever: Menno Smit Architect: Kybys begraafplaatsadviseurs Contactpersoon architect: Gerhard Guliker Aannemer: Werkvoorzieningschap Fivelingo Appingedam (onderaannemer Groenvoorziening A.J. van der Werf Bedum) Contactpersoon aannemer: Peter van Tholen Contactpersoon onderaannemer: Hans Brouwers

Plaswijckpark Rotterdam Onder de benaming Like a Leaf Landscape Building is in het Plaswijckpark in Rotterdam Noord een nieuwe accommodatie gebouwd. De inspiratie voor het ontwerp is een blad. Door de overkapping van de speelplaats op een heuvel te laten lijken, bestaat het dak uit een verzameling van 37 vlakken onder wisselende hoeken. Op het totale dakoppervlak heeft Van der Tol gras, sedum en klimbegroeiing aangebracht. Sedums op de dakhellingen tussen 15 en 25 graden en gras op de wand aan de noordzijde van de ‘heuvel’ waar de helling overgaat van 37 graden (onderste deel) naar 58 graden (bovenste stuk). Op het onderste deel is met nylon draden gewapend gras neergelegd in georasters met substraat. De klimplanten komen voor op de steile zuidwestgevel en op die plekken van de ‘heuvel’ waar geen gras of sedum zit en als gevelbegroeiing op het entreegebouwtje en de dakhuisjes. Opdrachtgever: Stichting Plaswijckpark Rotterdam Architect: Ssse|OvO associates architects Aannemer: Leven op daken Van der Tol bv en Mastum Daksystemen

www.stad-en-groen.nl

39


Woensdag 10 en Donderdag 11 September 2014 - NSC Papendal, Arnhem

www.optigroen.nl | www.optigreen.be

Nijverheidsweg Noord 60.85 | 3812 PM AMERSFOORT | T. 033 - 463 56 81 | F. 033 - 463 56 82 | info@optigroen.nl


Sophia Revalidatie Den Haag Afgelopen 17 juni werd door HKH Prinses Margriet de nieuwbouw Sophia Revalidatie in Den Haag geopend. De medewerkers van T&G vestiging West Nederland hebben voorafgaand aan de opening hard gewerkt om de tuin naar ontwerp van B+B architecten in te richten. Een groene oase midden in het stedelijk gebied. Ondanks de opening van Sophia Revalidatie wordt nog hard doorgebouwd en zal de tuin aansluitend op het bouwproces in fases worden afgerond. Indrukwekkend in deze aanlegfase is de vaste plantentuin met circa 17.000 stuks vaste planten en siergrassen, welke door T&G is aangelegd. Opdrachtgever: Sophia Revalidatie Den Haag Architect: B+B architecten Contactpersoon architect: Frans Boots Aannemer: T&G vestiging West Nederland Contactpersoon aannemer: George van Lit

Riool gemaal Overgoo Zoetermeer Nieuwbouw gemaal op laten gaan in de natuurlijke omgeving en opwerken vanaf maaiveld nivo Bijzondere technieken: Hoogte opvang met schanskorven Naam opdrachtgever: VOBI Aannemer: Naturadaken Contactpersoon aannemer: Dittmar

www.stad-en-groen.nl

41


Gronings Wilgenhout als biobrandstof Krinkels en Quercus Boomverzorging hebben in Groningen op braakliggende grond een wilgenplantage aangeplant. De 15 ha grond behoort tot het nieuwe bedrijventerrein Roodehaan. Met de wilgensnippers gaat Groningen het gemeentelijk Sportcentrum Kardinge verwarmen. Daarvoor is een speciale houtpelletkachel ter grootte van een zeecontainer aangeschaft. Hierin kan behalve de wilgensnippers ook het gemeentelijk snoeiafval worden opgestookt. Met de wilgenplantage heeft de gemeente nu een constante stroom biobrandstof. In het project neemt Krinkels wij de aanplant, het beheer en de oogst van de wilgen voor onze rekening. Iederz, de sociale werkvoorziening van de gemeente levert de mankracht. Opdrachtgever: PPS constructie Gemeente Groningen, Krinkels BV en Quercus Boomverzorging Contactpersoon opdrachtgever: Anne Helwig Contactgegevens opdrachtgever: anne.helwig@groningen.nl Aannemer: Krinkels BV en Quercus Boomverzorging Contactpersoon aannemer: Rob Gulmans

Gemeentehuis Hardenberg Gemeentehuis Hardenberg: een rolstoelvriendelijk park op een kunstmatige heuvel. Het nieuwe gemeentehuis is gebouwd op een parkeergarage van drie lagen, naar een ontwerp van de Architecten Cie. Daardoor blijft de omgeving autovrij en groen. Het dak van de garage steekt wel twee meter uit boven de omgeving. De parkeergarage is daarom ingepakt in een groene heuvel. Het park dat ontstaat heeft de vorm van een glooiend graslandschap. Op de steilste delen zijn hagen aangeplant. Binnen de hagen zijn zo de grootste niveauverschillen opgevangen. Voor elke haag is een andere soort gebruikt waardoor er variatie in kleur en textuur is ontstaan. Aanneemsom: â‚Ź 714.500,-- Opdrachtgever: Gemeente Hardenberg Contactpersoon opdrachtgever: Arend van de Wetering Architect: Buro Mien Ruys, Tuin- en Landschapsarchitecten Contactpersoon architect: Anet Scholma Aannemer: BTL Realisatie bv, vestiging Hengelo Contactpersoon aannemer: Peter Hesselink

42

www.stad-en-groen.nl

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4680


Onder het motto ‘Een goede bodem is het halve werk’ wordt op woensdag 24 september a.s. in het Utrechtse Eemnes de 5e Nationale Gazon Demodag gehouden. Een echte praktijkdag voor hoveniers en gemeentelijk groen-beheerders over alles wat met gazonaanleg en –onderhoud te maken heeft. De toegang is gratis na voorinschrijving op www.nationalegazondemodag.nl.

Nationale Gazon Demodag zoomt in op bodem 8000m2 demoveld is vrijgemaakt op het buitenterrein van Gramefo Graszoden voor het tonen van verschillende soorten gras en gazons, vergelijkende bemestingsproeven en live demonstraties van tuin- en parkmachines en beregeningsapparatuur. De bezoeker wacht een keur aan activiteiten die dit keer in het teken zullen staan van de bodem, de basis voor een mooi en topfit gazon of grasveld. Profielkuil U wordt bijgepraat over bodemanalyse, bodemverbeteraars, bodembewerkingen en bodemvocht gestuurd beregenen. En aan de hand van een profielkuil krijgt u handvatten mee voor het visueel beoordelen van de conditie en kwaliteit van de bodem. Diverse onderhoudsmachines tonen hun kunnen en mogen bovendien zelf uitgeprobeerd worden. Andere eyecatchers zijn de demo’s hydroseeding, robotmaaien en het werken met door zonne-energie opgeladen accugereedschappen. Veel belangstelling De gezamenlijke organisatoren rekenen op een toeloop van honderden hoveniers en groenvoorzieners. “Deze breed gedragen manifestatie heeft de groenprofessional veel te bieden in de zin van toegespitste vakkennis, de laatste actualiteiten en noviteiten en een platform voor het uitwisselen van ervaringen met vakgenoten”, zegt woordvoerder René de Munnik. “Er zijn nu al zo’n honderd inschrijvingen binnen, dus er is weer veel belangstelling vanuit de sector, zo ging het ook met de voorgaande vier edities.”

Advanta graszaden toont in haar grassendemo hoe de gazonsamenstelling nog beter afgestemd kan worden op het gebruik. “Wij laten de belangrijkste soorten en mengsels voor sier-, speel- en sportgazons zien en geven praktische tips en adviezen om de grassenkennis onder groenvoorzieners verder te vergroten. Ook zijn er vele kleurige veldbloemenobjecten te bewonderen die gelden als een voordelige grondbedekker en aantrekkelijke manier van natuurontwikkeling en in toenemende mate de rol van vaste beplanting overnemen.” DCM meststoffen focust zich vooral op de bodemstructuur. Denk daarbij aan voedingselementen die zorgen voor een betere beworteling en afvoer van water, waardoor er minder uitval en inboet is. “Wij laten in proefvelden zien hoe producten als Vivimus en Lava Oxygen werken en toegepast kunnen worden. Verder kunt u met al uw praktijkvragen over voeding en groei terecht bij onze bemestingsadviseurs.” Kraakman Perfors demonstreert grote machinemerken als John Deere, Avant, Vredo en Trilo. Ze staan centraal in live demonstraties grondbewerking, prikrollen, beluchten, verticuteren en doorzaaien. “Functionaliteit, efficiency, veiligheid en optimaal bedieningsgemak, dat is wat we willen laten zien met de nieuwste machinegeneraties.” O. de Leeuw Groentechniek benadrukt dat het succes van een blijvend mooi gazon begint bij de aanleg. “Wij presenteren groenvoorzieners een totaalconcept voor het zaaien en onderhoud. Er zijn machinedemonstraties voor zowel het snel egaliseren en inzaaien van nieuwe gazons, als voor het verjongen of doorzaaien van bestaande gazons. Een absolute primeur is de Eliet DZC600, een bijzonder innovatieve hoveniersmachine waaraan een uniek - samen met Advanta ontwikkeld - doorzaaiconcept ten grondslag ligt.” Nationale Gazon Demodag wordt mede mogelijk gemaakt door Gramefo Graszoden, Bras Fijnaart, RainTech, Altic en Stad+Groen.

Nationale Gazon Demodag 2014 datum: woensdag 24 september a.s. Locatie: Te Veenweg Zuid 2, 3755 ML Eemnes Openingstijden: 10:00 -17:00 uur Toegang: gratis na voorinschrijving op www.nationalegazondemodag.nl

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4681

www.stad-en-groen.nl

43


Het belang van een stad vol groene daken en gevels Wat is het belang van groene daken en gevels op macroschaal? Het economisch effect van groen is de laatste jaren veelvuldig onderzocht, behalve dan op macroschaal. PPO heeft recent een onderzoek afgesloten waarbij met name op dat laatste effect is ingezoomd. Wat doen groene daken en gevels voor de stad als geheel? Auteurs: Margareth Hop en Jelle Hiemstra, PPO

De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de nuttige effecten van groene daken en groene gevels. Meestal ging men hierbij uit van het standpunt van een gebouweigenaar: binnen hoeveel tijd kan deze de aanleg terugverdienen? Over de baten voor een hele stad en voor de begroting van gemeenten en instanties is veel minder bekend. Dat is wel logisch, aangezien er nog vrijwel nergens zo veel groene daken en gevels aanwezig zijn dat het effect op stadsschaal direct te meten is. Maar het is wel te modelleren. Wat zou er gebeuren als bijvoorbeeld een derde tot de helft van alle platte daken groen zou zijn? PPO verzamelde alles wat hierover in de internationale literatuur bekend is, om zo een beeld te schetsen van de baten die het op grotere schaal benutten van dak- en gevelgroen kan opleveren. Daarbij is zo veel mogelijk gezocht naar harde cijfers die ook voor Nederland relevant zijn. We hebben de baten voor de stadsbewoners ingedeeld in drie categorieën: fysieke behoeften, bestaanszekerheid en sociale en psychologische behoeften. Waaraan kan dak- en gevelgroen nu echt een bijdrage leveren? Naar de eerste twee categorieën is al veel onderzoek gedaan, maar

44

www.stad-en-groen.nl

het blijkt dat onderzoek naar de sociale en psychologische behoeften er tot nu toe wat bekaaid van afgekomen is. De belangrijkste conclusies uit het rapport in het kort: Fysieke behoeften Luchtzuivering Het effect van dak- en gevelgroen op vluchtige stoffen en fijn stof in de lucht is zeer moeilijk te meten. Het is waarschijnlijk klein, met een maximale verlaging van minder dan 10% van de vluchtige stoffen en 0,5-4% van het fijne stof. Dak- en gevelgroen inzetten is alleen kosteneffectief als andere vormen van groen niet passen op de locatie. Intensieve groendaken hebben meer reinigend effect dan extensieve groendaken, en ook met de plantenkeuze is de effectiviteit wat te verhogen. Gevelgroen lijkt vooral effectief op hoge wanden langs drukke straten. Verwerking regenwater De beste manier om het regenwater dat jaarrond valt te verwerken, is de aanwezigheid van veel stadsgroen (dat een deel van de neerslag vertraagd doorgeeft en verdampt). Bij minder dan

25% verhard oppervlak kan het water zo veel mogelijk rechtstreeks in de bodem wegzakken. Groendaken zijn in staat om 25-100% (gemiddeld 70%) van de jaarlijkse neerslag die op het dak valt op te nemen en te verdampen, en beperken daarmee de afvoer via het riool. Of dit ook voldoende is bij een hevige plensbui, hangt af van het type dak en van de vraag of het voor de bui vol of leeg was. Intensieve daken hebben een hogere opnamecapaciteit dan extensieve. Groene gevels verdampen wel, maar houden slechts weinig water vast. In een wijk waar eenderde van de daken groen is en die opvangbassins of wadi’s heeft voor heftige buien, kan regenwater worden verwerkt zonder dat het in de riolering komt. Het water dat van een groen dak af stroomt, is gewoonlijk goed van kwaliteit. Temperatuur Met elke 20% meer stadsgroen dalen de piektemperaturen (het urban heat island-effect) in de stad in de zomer met 1 °C. In Nederlandse steden is het gemiddeld 2,3 °C warmer dan buiten de stad, op piekdagen zelfs 5,3 °C. Planten koelen overdag en ’s nachts; het effect is het grootst


bij grote groenelementen die voldoende water hebben. Beplantingen op maaiveldniveau en gevelgroen zijn de effectiefste oplossingen. Ook dakgroen op laagbouw levert een bijdrage. Daken gevelgroen helpen ook de binnentemperatuur te regelen. Isolatie door een groen dak bespaart circa 6% op de jaarlijkse koelingskosten en 1% op de verwarmingskosten. Het beperkt daardoor de CO2-productie door stoken en koelen. Ook groene gevels – vooral gevelpanelen – isoleren een gebouw.

Geluidsreductie Groene daken en gevels dempen het geluid dat huizen binnendringt met 3-10 dB. Gevelgroen vermindert weerkaatsing van geluid tussen hoge gebouwen. Ook de verspreiding van geluid over de stad wordt door dakgroen met 3 dB gedempt. Voedselproductie Voedselproductie op eigen dak bespaart op transportkilometers. Het wordt alleen nog kleinschalig gedaan, maar groenten, fruit en kruiden kunnen er goed gekweekt worden. Als alle platte

daken een moestuin werden, zou een stad als Amsterdam wat betreft deze producten zelfvoorzienend kunnen zijn. Energieproductie De lagere temperatuur op een groen dak laat zonnecellen efficiënter werken. Daarnaast worden momenteel methoden ontwikkeld om stroom van dakplanten af te tappen (PMFC). Bestaanszekerheid: Lichamelijke en geestelijke gezondheid Groen heeft positieve effecten op de lichamelijke en geestelijke gezondheid, maar het verband is moeilijk te meten. Er zijn aanwijzingen voor een positief effect op het herstel van stress. Biodivers en goed onderhouden groen heeft het grootste positieve effect. Werkgelegenheid Dak- en gevelgroen verbeteren de werkomstandigheden in kantoren en fabrieken en leveren werk voor hoveniers. Ze trekken klanten aan voor horeca en sportfaciliteiten. CO2-reductie Alleen in hout ligt CO2 voor langere tijd vast; wat betreft groen zijn dus alleen straatbomen of (de nog schaarse) dakbomen effectief. De isolatiewaarde van dak- en gevelgroen helpt de CO2productie te reduceren. Levensduur en milieuvriendelijkheid Groene daken verdubbelen de levensduur van een dak, beperken het energieverbruik en de gebruikte materialen veroorzaken tijdens hun productie minder emissies dan die voor conventionele daken. Biodiversiteit Vooral vogels en insecten broeden en foerageren op groene daken en gevels. Groene daken met een watergeefsysteem kunnen meer verschillende soorten huisvesten dan zonder systeem. De rol van groene daken en gevels als groene verbinding tussen stadsdelen lijkt van belang voor de biodiversiteit in steden. Verhogen waarde vastgoed Goed aangelegd en goed onderhouden dak- en gevelgroen verhoogt de waarde van vastgoed, vooral als er extra betreedbare buitenruimte wordt gecreëerd. Sociale en psychologische behoeften: Sociale contacten

www.stad-en-groen.nl

45


Vol hydraulisch aangedreven machine zowel hand als radiografisch bedienbaar. Grote variatie aan wielen met als special de originele BRIELMAIER aluminium noppenwals, verkrijgbaar in 3-4-5 rijen breed.

De hellingspecialist

Diverse aanbouwwerktuigen zoals: - Dubbele messenbalken 1.25 tot 6.00 m werkbreedte - Klepelmaaier 1.25 m en 1.60 m werkbreedte - Balenpers - Bandhooier 1.80 m werkbreedte - Cirkelmulcher 1.22 cm werkbreedte - Safety mulcher - Hill-Rake 2.00 cm en 2.40 cm werkbreedte

Lagendijk 178, 2988 AD Ridderkerk Postbus 158, 2980 AD Ridderkerk Telefoon: 0180 - 421399

Cito

E-mail: info@gavdwaal.nl Internet: www.gavdwaal.nl Telefax: 0180 - 423453

Global herbicide

natuurlijk tegen onkruid!

Voor op verhardingen en permanent onbeteeld terrein. Meer informatie:

Beatrixhaven 25 / 4251 NK Werkendam W: www.innogreen.nl / E: info@innogreen.nl T: 0183-509796 / F: 0183-509795


PPO voerde een literatuurstudie uit over dit onderwerp. Het volledige rapport is te downloaden op http://edepot.wur.nl/286734

Sommige groene daken – vooral de grote en openbaar toegankelijke – zijn geschikt voor sociale contacten. Groene gevels kunnen ontmoetingsplaatsen aantrekkelijker maken. Als mensen een actieve rol kunnen spelen bij aanleg of onderhoud van een groen dak, kan dit de sociale cohesie bevorderen. Een goede organisatie eromheen is vereist. Kennis: educatieve mogelijkheden Er zijn wel veel voorbeelden van groene daken en gevels bij scholen, maar er is nog geen onderzoek naar het effect ervan gedaan. • Vrije tijd Dak- en gevelgroen kunnen vrijetijdslocaties aantrekkelijker maken. • Creatieve mogelijkheden Dak- en gevelgroen bieden veel creatieve keuzemogelijkheden bij de inrichting. • Identiteit Groene daken en gevels versterken een milieuvriendelijk imago van personen of bedrijven. • Vrijheid Groene daken en gevels bieden mensen autonomie op voedsel- en energiegebied. Mix van diensten bepaalt waarde Het is juist de combinatie van al deze diensten die dak- en gevelgroen voor een stad waardevol maakt. Als puur gekeken wordt naar de diensten waarvan de geldwaarde redelijk goed in te schatten is, dan springen er enkele uit. De levensduurverlenging van het dak is veel waard, maar dit komt ten goede aan de gebouweigenaar. Voor de stad zijn de diensten op het gebied van wateropvang het grootst, doordat met een kleinere

maat hemelwaterafvoer in straten kan worden volstaan en er minder vaak waterschade is. Ook isolatie en luchtzuivering dragen bij aan de waarde. Van andere diensten, zoals verbetering van de volksgezondheid, kan de economische waarde op dit moment nog niet exact aan een groenelement worden toegerekend, maar zelfs een kleine besparing op zorgkosten en uitkeringen vertegenwoordigt al een hoog bedrag. Voor een huiseigenaar wegen de kosten van een groen dak op dit moment niet op tegen de baten. Maar voor de stad als geheel kan grootschalige toepassing van dak- en gevelgroen wel degelijk kostenbesparend werken, niet door één specifieke dienst, maar juist door de combinatie van verschillende baten. Het mooie is dat deze typen groen ingezet kunnen worden op plaatsen waar nu gebrek aan groen is en de ruimte op maaiveldniveau beperkt. Dat zijn vaak de stadscentra, met een hoge bewoningsdichtheid. Intensieve groendaken kunnen bijna alle baten in wat hogere mate leveren dan extensieve groendaken. Maar ook extensieve daken hebben vooral op de fysieke leefomgeving een gunstig effect. Groene gevels hebben vooral veel potentie om sociale en psychologische diensten te leveren. Als groene daken en gevels op grotere schaal zouden worden toegepast, zouden ze volgens de huidige kennis zeker een positief effect hebben op de leefbaarheid van de stad.

Margareth Hop

Jelle Hiemstra

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4643

www.stad-en-groen.nl

47


Bomen kosten goed geld………. Tja, een waarheid als een koe. Plan, ontwerp, aankoop, aanplant, beheer, alles bij elkaar zijn er bij wasdom boom, heel wat euro’s door de portemonnee gegaan. Boombeschadiging maakt daar soms in één klap een eind aan. Investeringen horen niet door andermans schuld verloren te gaan. Dat lijkt simpel. En dus wordt iedere boomschade verhaald………toch? Dat is echter lang niet altijd het geval.

Teveel werk De grote grap dat een ambtenaar niets doet, is er een uit de oude doos. Maar door werkdruk blijven er heel veel schadezaken op de plank liggen. Tijdgebrek is vooral fnuikend bij boomschade waar een onbekend voertuig bij betrokken is. Dan moet namelijk binnen 2 weken na bekendheid met schade aangifte worden gedaan bij politie. Tip: zoek een simpele oplossing in de vorm van uitbesteden. Dus niet zelf afhandelen maar uitbesteden. Uitbesteden aan Cobra’s taxatieservice! Dan komt de melding van de boomschade per mail of direct via een App bij een van onze beoordelaars binnen. Deze beoordelen eerst globaal of er wel sprake is van een significante waardevermindering. Na veldbezoek moet blijken of er daadwerkelijk sprake is van verhaalbare schade. Vervolgens wordt schade verwerkt in een

48

www.stad-en-groen.nl

taxatierapport. Nog steeds geen tijd? Laat dan ook het verhaal van de schade door de boomjurist van Cobra groenjuristen afhandelen.

Over juristen gesproken Soms zegt de boombeheerder dat schadeverhaal prima loopt. Hij meldt het namelijk bij de eigen juridisch medewerker. En ja, hoort daar vervolgens nooit meer iets over. Zijn conclusie: schade is verhaald. Of dat werkelijk zo is…? Het bedrag en de plaats waar het geld terug te vinden is; daar is vaak geen terugkoppeling op. Vaak een verschil met de werkelijke schade van duizenden euro’s. En maar al te vaak blijkt het taxatierapport onder in de la gegooid te worden om er vervolgens nooit meer iets mee te doen. Dat is dan wel schrikken als blijkt hoe de vork in de steel zit.

Gebeurt dit structureel? Dan is dit toch echt het laken voor schaar houden! Verkeerde ‘portemonnee’ Gaat een boomwaarde verloren dan hoort de ‘vermogensschade’ terug te vloeien naar pot van de boombeheerder. En niet te ‘verdwijnen’ in de algemene middelen. Want dat is een groot probleem; de afdeling beheer doet zuinig aan met zijn budget maar boomschadeverhaal geeft ook kosten. Zuur, als schadegelden dan wel blijvend buiten bereik zijn. Tel daar de verloren gegane boomwaarde, de manuren bij op en de schade voor afdeling beheer is drie-dubbel. Boombeheerders maken een kosten-batenanalyse en laten ook om die reden schades liggen.


niet om als gemeente niet in een kwaad daglicht te komen staan. Rekenmethode NVTB Cobra boomadviseurs bv werkt met taxateurs aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB) en Verenigd Register van Taxateurs (VRT). Bijzonder: de gemiddelde burger maar ook beleidsmaker heeft vaak geen idee van boomwaarde! Het gaat niet goed als zelfs groenspecialisten niet weten dat er zo iets is als een rekenmethode van de NVTB. Sommige blijven stug hangen in de niet meer gebruikte methode Raad. De rekenmethode van de NVTB geeft heldere aanwijzingen wanneer / welke methodiek moet worden gebruikt. Soms zijn er twijfelgevallen die om maatwerk vragen. Die gevallen behoeven dan ook een extra stevige onderbouwing. Schades van de plank door Corbra’s taxatieservice Hoe werkt nu Cobra’s taxatieservice? Er zijn namelijk verschillende mogelijkheden. Boombeheerders kunnen per schadegeval een melding maken, bijvoorbeeld via de gratis schade-app. Cobra beoordeelt kosteloos de melding. Is er sprake van een significante waardevermindering dan volgt een veldbezoek en wordt een taxatierapport opgesteld. Doen wij de claimafwikkeling? Dan volgt de boomjurist van Cobra groenjuristen op de voet! De opdrachtgever kan ook kiezen voor een maatwerk raamovereenkomst. Met daarin vastgelegd de wensen, mogelijkheden en afspraken. Daarin staan vooral de keuzemogelijkheden om tot schadeverhaal te komen.

Stralingsgevaar Schades niet verhalen heeft een zeer kwalijke uitstraling. Is de dader/vandaal niet bekend, laat dan toch taxeren. Mocht de dader bekend raken dan is er in ieder geval een omschrijving van boom en schade. Niet alle schade is altijd even gemakkelijk te verhalen. Denk daarbij aan de onbekende dader of de dader die in het buitenland woont. Bij die schades gaat de kost blijvend voor de baat uit. Boombeheerders hebben het verder erg moeilijk met schadeverhaal waarbij een dode is gevallen. Afdelingen maken daar blijkbaar wel afspraken over. Soms verhaalt men

Nieuw! Boomschadeverhaal Geheel los van Cobra’s taxatieservice: een totaal nieuwe dienst, namelijk het geheel overnemen van de schade. Het kan voor een boombeheerder erg aantrekkelijk zijn wanneer de schade in één keer wordt overgenomen. De voordelen zijn al snel helder; de boombeheerder krijgt direct een vast bedrag en heeft geen zorgen meer over de claimafwikkeling. Snel geld en geen gedoe. Anders dan bij Cobra’s taxatieservice wordt na melding van de schade, de taxatie uitbesteed aan een onafhankelijke derde. Zo blijven belangen helder en ontstaat geen verstrengeling in de claimafwikkeling. Meer weten? Neem dan contact met ons op.

Joost Verhagen is directeur/eigenaar van de vijf Cobra-loten; Cobra boomadviseurs bv, Cobra planadviseurs bv, Cobra ecoadviseurs bv, Cobra geoadviseurs bv en Cobra groenjuristen. Cobra is sinds 2000 actief in het groene domein van de openbare ruimte. Joost, registertaxateur-VRT en lid van de NVTB, is een autoriteit op het gebied van schade aan bomen. Samen met boomjurist Kitty Goudzwaard en een team van veelzijdig specialisten staan zij garant voor gedegen onderzoek en betrouwbaar advies. Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Joost Verhagen. Hij is bereikbaar op telefoonnummer 088 – 262 72 00 of per e-mail: Joost.Verhagen@Cobra-adviseurs.nl. Bedrijf: Cobra adviseurs Naam: Joost Verhagen Functie: Directeur Plaats: Wilbertoord, Cuijk, Meppel, Pijnakker Omvang: 25 medewerkers Thema: Schade aan bomen Geschreven onder verantwoordelijkheid van Joost Verhagen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4685

www.stad-en-groen.nl

49


Slim partneren betekent scherper schrijven en dus meer succes Ceo Han Farwick: ‘Samenwerken is niet moeilijk op het moment dat alles goed gaat en iedereen geld verdient’ Dit keer in het ceo-interview een ceo uit Twente aan het woord: Han Farwick van Farwick Groenspecialisten. Als je tijdens de voorbereiding van het interview wat rondbelt, vallen al gauw termen als coming young man en rising star. Auteur: Hein van Iersel

50

www.stad-en-groen.nl


Han Farwick is de vierde generatie ceo van een middelgroot Twents hoveniersbedrijf annex groenvoorziener. Het bedrijf heeft op dit moment 35 man op de payroll staan en is – heel bescheiden – weer aan het groeien na een saneringsronde, enkele jaren geleden. Het bedrijf is Twents, maar Farwick oogt dat zelf niet, ondanks het feit dat hij er geboren is. Wat ontbreekt, is in ieder geval de karakteristieke, wat knauwerige Twentse tongval, maar ook de rondborstigheid die Twentenaren met Brabanders gemeen hebben. Farwick oogt meer – en zo typeert hij zichzelf later ook – als een bedrijfsman, meer een koel analyserende ondernemer dan een hovenier die voor de bloemetjes en de bijtjes gaat. Het ontbreken van een Twentse identiteit heeft alles te maken met Farwicks carrière. Als achttienjarige verliet hij Twente om op Larenstein te gaan studeren. Na zijn studie kon hij bij Binder Groenprojecten in het Rotterdamse aan de slag, waar hij naar eigen zeggen het vak heeft geleerd. Farwick: ‘Ik ben nu echt eigen baas, maar bij Binder Groenprojecten voelde ik mij niet minder verantwoordelijk.’ Tijdens zijn dertienjarige verblijf in het westen, inclusief trouwen en de geboorte van het eerste kind, bleven de roots en het familiebedrijf wel trekken. Hoewel Farwick er naar eigen zeggen ook steeds rekening mee had gehouden dat hij niet meer terug naar Twente zou komen en dat het 115 jaar oude familiebedrijf verkocht zou worden aan derden. In 2010 werd dan toch de knoop doorgehakt en besloot Han Farwick het bedrijf van zijn vader over te nemen. Farwick: ‘Een familiebedrijf overnemen is altijd gezeur, omdat privé en zakelijk door elkaar lopen. Als koper wil je zo weinig mogelijk betalen, maar binnen een familie is dat ingewikkeld. Dat was een hectische periode: binnen een week had ik mijn huis in het westen te koop gezet, een huis in Twente gekocht en getekend voor de overdracht van het bedrijf. Niet veel later werd mijn vrouw zwanger van onze tweede, dus privé ook alle hens aan dek.’ Vader en zoon Vader Farwick was duidelijk een ander type ondernemer dan Han Farwick: ‘Geef mijn vader een potlood en hij maakt de mooiste en meest creatieve tuinontwerpen. Ik bezit die gave niet. Ik ben meer een bedrijfsman, altijd op zoek naar manieren om het bedrijf efficiënter en slimmer te organiseren.’ Wellicht tekenend hiervoor is de manier waarop de overdracht plaatsvond. Vader Farwick ging met pensioen op exact dezelfde dag

dat Han Farwick aantrad als directeur. Farwick: ‘Mijn vader komt nog wel op het bedrijf, maar bemoeit zich eigenlijk nergens meer mee.’

'Een van de deelnemingen is U-space, dat kant-en-klare en niet vergunningsplichtige woonunits levert aan particulieren en bedrijven' Crisis Farwick beschrijft hoe hij na de overname optrad: eerst een tijdje aanzien en daarna in actie komen. Farwick: ‘Ik trof het bedrijf midden in crisistijd aan en mijn eerste doel was om de efficiency te vergroten. Dat heeft ertoe geleid dat we van ongeveer de helft van onze overhead afscheid hebben genomen.’ Daarnaast heeft Farwick ook gewerkt aan de implementatie van Groenvision-software binnen het bedrijf. Een andere manier om efficiënter te werken, is het toepassen van track & trace. Alle auto’s van Farwick Groenspecialisten zijn voorzien van gps. Bij een snelle klus weet de planner dus precies wie het dichtst in de buurt is. Ook wordt er beter gekeken naar wie waar woont. Van oudsher was het de gewoonte dat iedereen vanuit de hoofdvestiging naar zijn klus reed. Dat gebeurt niet meer. Farwick: ‘Niet iedereen vindt dat leuk, natuurlijk, maar het levert zo veel extra efficiency

op. Medewerkers uit bijvoorbeeld Hengelo reden vanuit Hengelo naar ons hoofdkantoor, om daarna opnieuw te vertrekken naar Hengelo. En ’s avonds in omgekeerde richting.’ Wauw Voor het Thales-project, waar Farwick mij heeft uitgenodigd, kan alleen maar het oordeel ‘wauw’ gelden. Het hightech elektronicabedrijf Thales is met enkele duizenden medewerkers een van de grotere werkgevers van de regio. Het bedrijf staat voor de enorme uitdaging dat het de komende periode aantrekkelijk moet blijven voor hoog opgeleide medewerkers, die even makkelijk in Amsterdam, London of Berlijn aan de slag kunnen. Een van de wapens die daarvoor ingezet worden, is de ombouw van het oude, achterhaald ogende bedrijfsterrein tot een hypermoderne campus met daarbij behorend park. Voor Farwick is deze opdracht een buitenkans, die hij na een zware selectie van een aantal gevestigdeorde-bedrijven als BTL, Donker en Van Ginkel heeft gewonnen. Farwick: ‘Toen deze opdracht op de markt kwam, zijn we daar echt voor gegaan. Maar niet tegen iedere prijs, natuurlijk.’ Al snel werden twee van de vier aanbieders terzijde geschoven op basis van prijs. Daarna werd de selectie niet verder gevoerd op prijs, maar op plan van aanpak en suggesties om het werk slimmer en beter uit te voeren. Een competitie die het bedrijf won, onder andere met het idee om de 4500 meter grote centrale vijver met klei in plaats van met folie uit te voeren, en verder

Centrale eiland in de Thales campustuin met op de achtergrond de testtoren waar de radarapparatuur van Thales getest wordt.

www.stad-en-groen.nl

51


landschapsarchitecten met een grote boog om ons heen liepen. Dat wilde ik graag veranderen. We hebben nu een netwerk van architecten met wie we vaker werken, en afhankelijk van de aard van de klus halen wij er een ontwerper bij.’ Het belangrijkste is volgens Farwick dat je elkaar als partners ook kunt helpen. ‘Infrapartner Van Heteren bijvoorbeeld heeft ook hoveniersklussen, en daar worden wij weer bij betrokken.’

'Ik ben meer een bedrijfsman, die altijd op zoek is naar manieren om het bedrijf efficiënter en slimmer te organiseren' Als ik het campustuin bezoek is de officiële opening net achter de rug. Hiervoor waren de net niet helemaal maatvaste hardsteen zitelementen die in regie geleverd waren alvast maar geplaatst. Op de foto worden de elementen verwijderd om maatvast te maken. Bomen als hier een groepje van onderaf geveerde beuken zijn belangrijk in het MTD ontwerp van het Thales campuspark. Het park moet meteen vanaf dag een volwassen aanblik geven.

door de paden met asfalt aan te leggen in plaats van met halfverharding. Beide suggesties zouden prijsverlagend en kwaliteitsverhogend hebben gewerkt. Een ander aspect waarmee Farwick zich voor dit project in de kijker kon spelen, was het creëren van een eigen beveiligde ingang tot het terrein voor de duur van de bouw. Farwick: ‘Dat scheelde ons veel geld en tijd, terwijl de opdrachtgever minimale overlast ondervond van smerige toegangswegen. Daarnaast hadden wij een goede oplossing voor de vervuilde grond die vrijkwam bij het ontgraven van de vijver.’

'Gevolg daarvan is dat tuin- en landschapsarchitecten met een grote boog om ons heen gingen' Klei Farwick: ‘Alleen al de vijver scheelde circa tienduizend euro. Wij hebben het voordeel dat wij heel nauw hebben samengewerkt met onze infrapartner Van Heteren, die het bouwen van vijvers en watergangen goed beheerst. Feitelijk is het niet veel meer dan stuccen met een kraanbak. Je moet door het afstrijken van de twintig centimeter dikke kleilaag zorgen dat de bodem waterdicht wordt. Een ander voordeel van bouwen met klei is dat je een veel mooiere overgang kunt maken dan met folie.’

52

www.stad-en-groen.nl

Het werk binnenhalen De manier waarop met infrapartner Van Heteren werd samengewerkt, is typerend voor de aanpak van Farwick. Farwick is hoofdaannemer en het zou gebruikelijk zijn als hij een opslag hanteert voor het werk van onderaannemers. Dat geldt niet voor Van Heteren. Zijn kosten worden een op een doorgefactureerd, zonder opslag, waarbij Farwick wel verantwoordelijk is voor het eindresultaat en garantie moet geven. Logisch dus dat het bedrijf op deze manier niet met iedere onderaannemer werkt. Er moet over en weer sprake zijn van vertrouwen. Han Farwick: ‘In mijn tijd bij Binder werkten wij ook vaak als onderaannemer, bijvoorbeeld onder een dakdekkersbedrijf. Dan verloren zij een project omdat ze een opslag van 25 procent op onze prijs hadden gezet. Dat helpt natuurlijk niet. Mijn primaire doel moet zijn om de eigen mensen op een goede manier aan het werk te houden. Op onze manier schrijf je scherper in en heb je een hogere scoringskans.’ Samenwerken is niet moeilijk, aldus Farwick. Tenminste op het moment dat alles goed gaat en iedereen geld verdient. Maar dat is natuurlijk een illusie. Er gaan ook dingen mis en ook dan moet je op elkaar kunnen vertrouwen. Naast de samenwerking met Van Heteren werkt Farwick zo ook met een aantal tuin- en landschapsarchitecten. Han Farwick: ‘In de tijd van mijn vader hadden we een eigen ontwerpafdeling. Gevolg daarvan was dat de lokale tuin- en

MTD Bij het Thales-project is overigens geen sprake van samenwerking met een landschapsarchitect. Deze campustuin is ontworpen door MTD uit Den Bosch. Farwick zegt weinig over de samenwerking met deze partij, maar tussen de regels door kun je wel iets te weten komen. Farwick heeft het Thales-project in één keer afgeprijsd. Ruimte voor meerwerk was er daarom niet of nauwelijks, ook als de aannemer en architect van mening verschilden over de precieze uitvoering en kwaliteit. Ik wijs tijdens mijn wandeling over de campus


Een tweede activiteit waar Farwick als aandeelhouder bij betrokken is, is RGVO plus. RVGO staat voor ‘resultaatgericht vastgoedonderhoud’. Farwick is betrokken bij een bedrijf dat een app en een softwarepakket heeft ontwikkeld voor beheerders van vastgoedprojecten, zoals gemeentes en woningbouwcorporaties. Het pakket biedt klanten de mogelijkheid om onderhoudsbudgetten over disciplines en panden te verdelen en de voortgang van onderhoudsprojecten digitaal te volgen. Farwick over zijn motivatie om hieraan deel te nemen: ‘Wij zijn het enige groenbedrijf dat hierbij betrokken is. Ik ben ervan overtuigd dat innovatie het enige middel is om onze zakelijke klanten te verrassen. En daardoor in gesprek te komen over andere aspecten van groenvoorziening dan alleen de kostprijs van onze dienstverlening.’

Bomen als hier een groepje van onderaf geveerde beuken zijn belangrijk in het MTD ontwerp van het Thales campuspark. Het park moet meteen vanaf dag een een volwassen aanblik geven.

een groepje van onderaf geveerde beuken aan met de vraag. Wij heeft die nu geleverd? Achter deze beuken zit overduidelijk een verhaal, want Farwick reageert verrast. ‘Waarom vraag je dat? ‘ Later legt hij uit wat hier aan de hand is: ‘Wij hadden alle bomen in het project volgens de RAW systematiek afgeprijsd. MTD wilde echter

inspraak in de bijzondere bomen, en daar wij geen rekening mee gehouden. Dat was wel een twistpunt. Gelukkig zijn we daar goed uit gekomen. Ondernemer Inmiddels is Farwick naast directeur en eigenaar van Farwick Groenprojecten ook betrokken bij een aantal andere ondernemingen. Een van die bedrijven is U-Space, dat kant-en-klare en niet-vergunningsplichtige woonunits levert aan particulieren en bedrijven. Deze huisjes kunnen gebruikt worden als thuiswerkplek, mantelzorgverblijf of atelier. Farwick: ‘Door een slimme bouwmethode te kiezen zijn onze gebouwtjes niet vergunningsplichtig. Dat doen we onder andere door het toepassen van een schroeffundatie.’ Farwick beseft dat het bouwen en plaatsen van deze woonunits misschien een bijzondere activiteit is voor een hoveniersbedrijf. Anderzijds moet bij iedereen waar deze units worden geplaatst, ook wel iets in de tuin gedaan worden. Voor deze luxe woonunits zou volgens Farwick een grote markt zijn, onder particulieren, maar ook onder bedrijven. ‘Wij onderhandelen nu met een bank over grotere aantallen, die ingezet worden als thuiswerkplek voor medewerkers. Dat is goedkoper dan een auto van de zaak. En de woonunits zijn representatief genoeg om klanten in te ontvangen.’

Ambitie Hoe ziet hij de toekomst en wat wil hij nog bereiken? Een landelijke speler wil Farwick niet worden, maar hij gaat wel voor groei. Daarom heeft het bedrijf dit jaar een commercieel manager aangesteld, die zich gaat richten op acquisitie. Groei moet er onder andere komen door het vergroten van het werkgebied: grofweg een straal van één uur rijden rondom het thuishonk. Dat betekent ook aanwezigheid in Duitsland. Dat laatste is overigens nog niet zo gemakkelijk, door een groot aantal bureaucratische voorwaarden waar het bedrijf dan aan moet voldoen. Inmiddels zijn al die barrières overigens geslecht en kan er ook geworven worden voor klussen in Duitsland.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4684

www.stad-en-groen.nl

53


54

www.stad-en-groen.nl


www.stad-en-groen.nl

55


Big Brother zit gewoon in je trimmer, rider of kettingzaag Husqvarna introduceert fleet services-systeem voor zijn professionele machinelijn In 1948 schreef George Orwell het boek 1984. Het idee van het boek: een dictator met de naam Big Brother, die ons compleet controleert en alles wat wij doen of laten weet. 1984 is inmiddels alweer 30 jaar geleden en alles in ogenschouw nemend is het niet Big Brother die alles weet, maar het internet. Van alles wat we doen worden gegevens opgeslagen en vergeleken met andere big data. Husqvarna is met de introductie van een fleet services-systeem de eerste aanbieder die een dergelijk systeem rondom zijn professionele tuin- en parkmachines heeft gebouwd. Auteur: Hein van Iersel Het fleet services-systeem van Husqvarna werd gepresenteerd aan de internationale pers tijdens een persbijeenkomst in juni 2014 in het gelijknamige stadje Huskvarna, waar deze multinational exact 325 jaar geleden zou zijn gestart. Het systeem komt voort uit het gegeven dat trimmers, bosmaaiers en motorkettingzagen net als iedere andere machine frequent onderhoud nodig hebben, maar dat door het ontbreken van een deugdelijke urenregistratie simpelweg niet krijgen. Arian Essenstam, productspecialist van Husqvarna, daarover: ‘Wat wij zien, is dat onze klanten de machines of één keer per jaar servicen, of nog vaker gewoon gebruiken totdat de machine het begeeft en dan voor reparatie meegeven aan een dealer. Dat is natuurlijk niet optimaal. Trimmers, bosmaaiers en motorkettingzagen zijn weliswaar relatief goedkope machines, maar ook hier geldt dat de gebruiker niet productief is als een machine kapotgaat. Het niet-productief zijn is veel duurder dan de schade aan de machine. Daarnaast gaat een goed onderhouden machine langer mee en presteert hij beter dan een machine die niet wordt onderhouden.’

56

www.stad-en-groen.nl

Vonk Het verhaal van frequent onderhoud kennen we natuurlijk allemaal. Maar dat was in de praktijk nooit te realiseren, omdat de machines waar het hier over gaat geen urenregistratie kennen. Met de introductie van het Husqvarna fleet servicessysteem komt hier verandering in. Het basisidee is, zoals altijd, simpel. Op de machine wordt een sensor gemonteerd met het formaat van een fors uitgevoerd herenhorloge. Deze sensor doet feitelijk niets meer dan het tellen én timen van het aantal sparks van de bougie, en weet op die manier of de machine werkt en op welk toerental. Deze gegevens worden eens per dag volautomatisch doorgestuurd naar het web via een basisstation dat in schuur of loods staat opgesteld. Als de sensor in de buurt van het basisstation komt, wordt de info volautomatisch doorgestuurd. Afhankelijk van de gekozen configuratie wordt met de urenregistratie soms ook de identiteit van de gebruiker meegestuurd. Ook dit gaat volautomatisch. Het is dan wel nodig dat de gebruikers worden voorzien van een gebruikerspas of operator tag. Dit is niet meer dan een soort creditcard


GREEN INNOVATION

2014 award

voorzien van een RFID-chip, die de gebruiker bij zich moet dragen. Het managementsysteem dat Husqvarna achter de sensor heeft gebouwd, heeft voldoende aan deze informatie. Essenstam daarover: ‘Het gaat in de basis om vier zaken: allereerst een goede urenregistratie met een ingebouwde planning om de machines te servicen, machinegebruik gekoppeld aan bediener, een werkplanning en ten slotte nog een voorziening die gebruikers kan waarschuwen als deze te veel trillingen hebben opgelopen.’ De gebruiker kan op verschillende manieren geïnformeerd worden over het gebruik van zijn of haar machines. De basisinsteek is gratis en bestaat uit een digitale online urenregistratie, gekoppeld aan de geadviseerde onderhoudsfrequentie en het onderhoudsboekje. De fleetmanager of monteur krijgt een seintje via mail of sms dat een machine onderhoud nodig heeft. In de uitgebreidere uitvoeringen van het fleet services-systeem krijgt de fleetmanager, vaak het hoofd werkplaats van een aannemersbedrijf of gemeente, veel meer informatie, waarbij het systeem ook suggesties zal doen over het gebruik van de machines. Essenstam: ‘Als iemand consequent met een te korte trimmerdraad werkt, zal het toerental van de machine te hoog zijn, wat na verloop van tijd slecht is voor de machine. Het

systeem registreert dat en doet suggesties om dat te veranderen. Het hoofd technische dienst kan daarnaast ook zien hoeveel uur iemand echt met de machine in de weer is geweest en op welk toerental. Wat wij nu al geconcludeerd hebben, is dat het daadwerkelijke gebruik van de machine eigenlijk veel lager ligt dan wij altijd denken.’ Niet alleen de fleetmanager krijgt informatie over de machine via het online management systeem.

Ook de individuele gebruiker kan zijn eigen account krijgen. Hij of zij weet dan precies hoe en met welke machine hij of zij gewerkt heeft en welke trillingen dat heeft opgeleverd. Essenstam erkent overigens dat de trillingen die het systeem registreert, niet de werkelijke belasting weergeven. Het systeem berekent deze door het aantal uren te vermenigvuldigen met de A8-norm, de theoretisch gemiddelde waarde. In de praktijk kan dat hoger of lager zijn, bijvoorbeeld door een defect aan de machine of uitzonderlijke omstandigheden. De sensor is op dit moment op iedere machine te plakken waarvan het aantal vonken geteld kan worden. Kunst is natuurlijk wel om deze op de juiste plek te monteren, waar de sensor ongestoord het aantal sparks van de bougie kan tellen. Allereerst natuurlijk op machines van Husqvarna, maar het systeem zal ook werken bij concurrerende machines. Het systeem is dan niet meer dan een urenregistratie, omdat in de achterliggende database geen gegevens over deze specifieke machine beschikbaar zijn, zoals onderhoudsintervallen en trillingsniveau. Wat dat betreft is het misschien wel jammer dat deze innovatie van een machinemerk komt en dat er geen white label-systeem is ontwikkeld, waarbij ieder merk zijn eigen machines in de database kan invoeren. Sw-bedrijven Husqvarna heeft het systeem primair voor pro-

www.stad-en-groen.nl

57


Kennisupdate | Demo’s

Boom Innovatie Dag

25 SEPTEMBER Udenhout

BOOM

INNOVATIE

DAG

2 5 S E P TEMBER 2014

www.demodagbomen.nl

25 september 2014 • 10.00 tot 16.30 uur Boomkwekerij Udenhout, Udenhout

58

www.stad-en-groen.nl

GREEN INNOVATION

2014 award


GREEN INNOVATION

2014 award

fessionele gebruikers ontwikkeld. Voor kleine hoveniers met twee of drie medewerkers zal het weinig meerwaarde hebben. Typische gebruikers zouden veeleer de grotere groenvoorzieners en sw-bedrijven zijn. Over de kosten van het systeem kan Essenstam niet veel zeggen, gewoon omdat die nog niet bekend zijn. De gebruikerspas of operator tag zal ongeveer 60 euro kosten en de sensor ongeveer 90 euro. De prijzen voor de abonnementen zijn nog niet bekend. Op dit moment zijn alle professionele machines ingevoerd in de database, met uitzondering van de accumachines en een aantal zware professionele motorkettingzagen. De accumachines zullen binnenkort ook in het systeem worden gezet.

Arian Essenstam

Trillingen Husqvarna ziet het registreren van de trillingen als een belangrijke plus van het systeem, maar erkent tegelijk dat de gegevens die dit oplevert eigenlijk theoretische gegevens zijn, gebaseerd op de A8-norm, die weinig met het werkelijke trillingsniveau te maken hoeven hebben. Het probleem dat hier om de hoek komt kijken, is dat het technisch nog extreem lastig is om op de machine een sensor te plakken die ook trillingen doorgeeft. Als het systeem het trillingsniveau koppelt aan het toerental, zou dit echter al een forse verbetering betekenen. Productspecialist Essenstam geeft dat in zekere zin toe en laat tussen de regels door merken dat er nog verbeteringen en aanpassingen zullen volgen: ‘Dit is pas systeem 1.0’.

'Dit is pas systeem 1.0 er volgen nog aanpassingen en verbeteringen' Nederland heeft in de ontwikkeling van het systeem een belangrijke rol gespeeld. Een aantal Nederlandse groenvoorzieners en gemeentes heeft meegedraaid in de pilot om een en ander in de praktijk te testen. Op 15 augustus van dit jaar moet het systeem volledig operationeel zijn en kan iedereen erop inhaken.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4645

www.stad-en-groen.nl

59


Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4650

60

www.stad-en-groen.nl


The Next Step in duurzaam onkruidbeheer Heet water lijkt een van de meest geĂŤigende middelen om onkruid te bestrijden op verharding. Nadeel van de methode is dat het relatief veel energie kost. Door de inzet van zonneboilers probeert Wave Weed Control in Eindhoven de benodigde energie en daarmee de kosten te verlagen. Dit systeem wordt nu voor het eerst toegepast in Eindhoven in opdracht van het SW-bedrijf Ergon en is ontwikkeld door Wave Weed Control in samenwerking met Rivusol uit Eindhoven. De zonnecollectoren hebben een totaal oppervlak van 40 vierkante meter. Deze zijn aangesloten op een gesloten buizenstelsel gevuld met water. Via een warmtewisselaar wordt de zonnewarmte overdragen aan water in het 5000 liter grote boilervat. Dankzij de opwarming tot circa 60 graden Celsius kan Wave een enorme besparing op het gebruik van fossiele brandstoffen realiseren. Commercieel directeur Hiddema spreekt over ongeveer 40 tot 60 procent; de CO2-uitstoot vermindert en de gebruiksprijs wordt lager. Volgens Hiddema zou de benodigde investering in drie tot vier jaar zijn terug te verdienen. Het opgewarmde water uit de boiler wordt door een slang in enkele minuten overgepompt in normale Wave High Series 75/30. Dit is een zelfrijdende machine, die warm water kan inslaan en reeds een aantal maanden op de markt is. Met de Wave High Series kunnen maximaal twee man met behulp van heetwater-schoffels de onkruidbestrijding op verhardingen uitvoeren.

www.stad-en-groen.nl

61


Sociaal

Een beetje gemeente heeft tegenwoordig een accountmanager SROI, die de hele dag driftig bezig is zijn eigen wiel uit te vinden Veel reacties gehad op de laatste uitgave van dit vakblad. Vooral de milde kritiek van onze ceo van dienst Barend van Doorn trof veel lezers in de ziel. Zijn kritiek op de huidige praktijk van social return in a nutshell: ‘Hoe sociaal is het als je mensen voor de duur van een klus in huis haalt en vervolgens weer even snel op straat zet? Een straatje dat ze misschien zelf hebben geplaveid’. Bedankt, Barend, voor je kritiek, maar laten we nu eerlijk zijn. De situatie is vaak nog veel nijpender. In een sector als de grond-, weg- en waterbouw is de laatste vijf jaar de werkgelegenheid met meer dan twintig procent afgenomen. Voor groen is dat wat minder, maar ook daar geldt dat het aantal krimpers het aantal stijgers fors overstijgt. Dat betekent dus dat deze bedrijven hebben moeten snijden in hun personeelsbestand. En komt er dan eens een klus voorbij, dan worden ze daarvoor beloond met de impliciete eis om nog wat extra vast personeel op de kasseien te zetten. Door de zogenaamde afspiegelingsregeling zijn dat ook nog eens meestal de oudere werknemers, omdat deze groep doorgaans oververtegenwoordigd is bij veel aannemers. Maar ja, het belangrijkste effect is gehaald: de wethouder mag poseren met een clubje werklozen in te grote veiligheidshesjes. Hoe sociaal kun je het krijgen?

werklozen en leerlingen vaak op heel verschillende manieren meegeteld. Over de gemeente Rotterdam lees je dat men soms 50 % van de loonsom gecompenseerd wil zien. Een derde interessant probleem komt om de hoek kijken bij kapitaalintensieve projecten. Voorbeelden zijn daktuinen, kunstgrasvelden. Bij dit soort projecten is de loonsom maar een fractie van de opdracht en toch worden ook daar forse SROI-compensaties verwacht. Ik meldde al dat de sector dit maar gewoon heeft laten gebeuren. Iedereen ziet het probleem, maar niemand weet hoe dit op te pakken. Hoewel, niemand… MKB Infra en Bouwend Nederland hebben wel een poging gedaan om een breed gedragen model in de markt te zetten dat zich vooral richt op onderwijs en opleiding van jongeren. Want dat aspect was ik nog vergeten: wat is het effect op de opleiding van jongeren van het hele SROIverhaal? Is dat niet het eerste waar bedrijven een stop op gooien? Op korte termijn los je daarmee weliswaar een probleem op, maar op lange termijn creëer je een veel groter probleem, namelijk een stop op de instroom van nieuw talent. Met vriendelijke groet,

Er is geen onderzoek gedaan naar verdringing in de groensector ten gevolge van SROI-eisen. Dat is jammer, hoewel iedereen op zijn klompen kan aanvoelen dat dit gebeurt. Maar laten we nu eens niet alle schuld op de overheid schuiven. De groensector heeft dit gewoon laten gebeuren. Een beetje gemeente heeft tegenwoordig een accountmanager SROI, die de hele dag driftig bezig is zijn eigen wiel uit te vinden. Alle respect natuurlijk voor deze mensen, maar moet de markt blij zijn met het feit dat iedere gemeente zijn eigen voorwaarden en eisen opstelt? Nee, natuurlijk niet. Bij de ene gemeente wordt gesproken over procenten van de totale opdracht, een volgende kijkt alleen naar de loonsom. Ook worden

62

www.stad-en-groen.nl

Hein van Iersel (hoofdredacteur) hein@nwst.nl

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4682



jaarlijkse praktijkdag voor hoveniers en groenbeheerders

Nationale Gazon Demodag woensdag 24 september 2014 thema: Een goede bodem is het halve werk

Bekijk de nieuwste machines voor gazononderhoud en probeer ze zelf uit

Live demonstraties grondbewerking, beluchten, in- en doorzaaien, hydroseeding, robotmaaien en beregeningstechniek

Rondleidingen met praktische tips & adviezen voor een duurzaam groenbeheer

Demogazons en bemestingsproeven met de belangrijkste grassoorten en -mengsels plus voorbeelden van bemestingseffecten

Masterclasses over de bodem, aan de hand van een profielkuil

doorlopend programma van 10:00 - 17:00 uur

gratis toegang (normaal EUR 15,-) na voorinschrijving op:

w w w. n a t i o n a l e g a z o n d e m o d a g . n l locatie: Gramefo Graszoden - Te Veenweg Zuid 2 - 3755 ML Eemnes

gras voor professionals

goed onderzoek loont


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.