NTGent magazine mei - juni 2016

Page 1

WITH LOVE XXX

#6

RUBRIEK RUBRIEK

1


Š Jules August


ZO STERK ALS EEN GEDICHT Het zijn snoeiharde tijden. Tijden waarin we zwaar op de proef worden gesteld. Onze solidariteit, onze medemenselijkheid. Nog niet zo lang geleden schreef ik op deze plek over de liefde, als de meest ultieme betrachting – en beloning – in een mensenleven. Dat was na een serie van bloedige aanslagen in Parijs, stad van de liederlijkheid en van la joie de vivre. Ondertussen is ook Brussel, de hoofdstad van België en van de Europese Unie, een grimmig strijdtoneel geworden. Met huiszoekingen en klopjachten. Met militairen als onderdeel van het straatbeeld. En, driewerf helaas, met aanslagen ook. Alles van waarde moet deze dagen vooral weerbaar zijn. Die zin las ik in een bericht van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in datzelfde Brussel, kort na de aanslagen op 22 maart. Het is een omkering van een bekende regel uit een gedicht van Lucebert, de dichter en schilder. De zeer oude zingt heet dat gedicht, het dateert uit 1974. En de regel in kwestie luidt: alles van waarde is weerloos. Een echo uit een verre tijd, lijkt het. Gentenaars kennen die regel goed: hij prijkt al jaren op de gevel van het Trefpunt aan Sint-Jacobs. In het hart van deze oude stad, het kloppend hart van de Gentse Feesten ook. Kwetsbaarheid is niet wat ons van elkaar onderscheidt,

maar wat ons één maakt. Met die hartverwarmende gedachte als uitgangspunt viert deze koppige, eigenwijze, heerlijke stad al decennialang de verdraagzaamheid. Tien zomerdagen en -nachten lang. In Rotterdam kennen we de regel van Lucebert ook. Daar staat hij bovenop de Willem de Kooning Academie, een broedplaats voor beeldcultuur en artistiek onderzoek op het gebied van kunst, mode, product en media. Ook daar staat die regel op zijn plaats. De academie is een internationaal georiënteerde opleiding voor eigenwijze jonge makers. Een nest van waaruit een nieuwe generatie kan uitvliegen, na een bachelor of master. Hoe weerbaar moeten we zijn? Aan Lucebert, geboren als Lubertus Jacobus Swaanswijk, kunnen we het niet meer vragen. Hij stierf op 10 mei 1994, vier maanden voor zijn zeventigste verjaardag. Het enige mogelijke antwoord op die vraag ligt, bij nader inzien, voor de hand. Het spreekt tot ons uit die ene regel. We zijn als mens zo weerbaar als wat we zeggen. Als wat we uitdragen, in ons leven en in ons werk. Ook in tijden van grote vertwijfeling. Dus ja: we moeten blijven gedichten schrijven, kunst schilderen, theater maken. En we moeten blijven feesten, rond Sint-Jacobs en ook ver daarbuiten. Feesten alsof ons leven ervan afhangt. Angstig zijn is gewoon geen optie. Dat wil ik blijven geloven. Zelfs nu.

Gent, niet los. Wellicht hebt u al iets gelezen in de krant over een mandaat dat ik zal opnemen in Bochum, vanaf 2018. Ik ga er aan de slag na de Ruhr Triënnale, het festival dat ik nog tot 2017 mag leiden. Voor mij liggen beide functies in Duitsland in elkaars verlengde: ze bieden ons – en dan bedoel ik NTGent, maar ook de stad Gent – de kans om een brug te bouwen over de landgrenzen heen. Met jaarlijks minstens één coproductie, rond een gezamenlijk artistiek verhaal. Net als Geert Mak, de schrijver van In Europa die verder in dit magazine aan het woord komt, geloof ik niet in het Europa van natiestaten, maar in het Europa van steden. Want het is in onze steden dat we het verschil kunnen maken. Moeten maken. Door creatief en bevlogen te zijn. Door scherpe vragen te stellen. Door te investeren in solidariteit en empathie. Door kunst te maken. Ik ben er – zoals Mak – van overtuigd dat er meer Europa nodig is, niet minder. Maar dat laatste vergt een serieuze investering, en een aangepaste structuur. Vandaag is er nog te veel ruimte voor vrijblijvendheid. Dan verwordt de Unie tot een ordinaire pokertafel. We moeten bruggen bouwen. Nu meer dan ooit. Groet, Johan

En ik laat deze stad, mijn geliefde EDITORIAAL

3


AUSSI FORTS QU’UN POÈME AS POWERFUL AS A POEM SO STARK WIE EIN GEDICHT HAND F Nous vivons des temps bien difficiles, qui mettent rudement à l’épreuve notre solidarité, notre humanité. Il n’y a pas bien longtemps, j’avais écrit dans cette rubrique sur l’amour ; l’amour comme objectif – et récompense – ultime dans la vie d’un être humain. C’était après une série d’attaques sanglantes à Paris, ville licencieuse, ville de la joie de vivre. Désormais, Bruxelles, capitale de la Belgique et de l’Europe, est elle-même devenue le théâtre d’une bataille acharnée. Avec son lot de perquisitions et de descentes de police. Avec des militaires partout dans les rues. Et, trois fois hélas, avec son lot d’attaques également. De nos jours, tout ce qui a de la valeur doit absolument être résilient. J’ai lu cette phrase dans un bulletin de la Vlaams-Nederlands Huis deBuren (organisation culturelle fondée par les gouvernements néerlandais et flamand), située à Bruxelles, peu après les attaques du 22 mars. Il s’agit de l’inversion d’une ligne célèbre d’un poème de Lucebert, poète et peintre. Le poème est intitulé De zeer oude zingt (Le très vieux chante) et date de 1974. La ligne en question dit : tout ce qui a de la valeur est désarmé. Écho d’un temps bien lointain semble-t-il. Les Gantois sont familiers de cette phrase : elle trône depuis des années sur la façade de l’Église Saint-Jacques. Au cœur de cette vieille ville, le cœur vivant des

4

Fêtes de Gand également. La vulnérabilité n’est pas ce qui nous distingue les uns des autres, mais ce qui nous unit. C’est avec cette pensée qui réchauffe l’esprit que notre ville si têtue, si rebelle et si délicieuse célèbre la tolérance, depuis des décennies. Chaque été. Pendant dix jours et dix nuits. We are familiar with LuE cebert’s rule in Rotterdam too. It’s mounted on top of the Willem de Kooning Academy, a breeding ground for visual culture and artistic research in the fields of art, fashion, product and media. This too is an appropriate setting for the rule. The academy is an internationally-oriented course for headstrong young creatives. A nest from which a new generation can take flight, having obtained a Bachelor’s or Master’s degree. How defensible do we need to be? We can no longer ask Lucebert, born as Lubertus Jacobus Swaansijk, since he died on 10 May 1994, four months before his seventieth birthday. On closer examination, the only possible answer to this question is quite obvious. This one rule gives us the answer. As humans, we are as defensible as what we say. As what we propagate in our lives and our work. And also at times of great despair. So yes, we have to continue writing poems, painting art, making theatre. And we have to keep on partying, around St Jacob’s and far beyond. Party as if our lives depended on it. Fearfulness is not an option. That’s what I want to carry on believing. Even now.

D Und ich lasse diese Stadt, mein geliebtes Gent, nicht los. Vielleicht haben Sie schon in der Zeitung etwas über einen Auftrag gelesen, den ich ab 2018 in Bochum übernehmen werde. Ich mache mich dort nach der Ruhrtriennale, dem Festival, das ich noch bis 2017 leiten darf, an die Arbeit. In meinen Augen ergänzen die beiden Funktionen in Deutschland einander: Sie bieten uns – und damit meine ich NTGent, aber auch die Stadt Gent – die Chance, über die Landesgrenzen hinweg eine Brücke zu schlagen. Mit jährlich mindestens einer Koproduktion, rund um eine gemeinsame künstlerische Erzählung. Ebenso wie Geert Mak, der Autor von In Europa, der weiter in diesem Magazin zu Wort kommt, glaube ich nicht an das Europa der Nationalstaaten, sondern an das Europa der Städte. Denn wenn wir einen Unterschied machen können, dann in unseren Städten. Einen Unterschied machen müssen. Indem wir kreativ und leidenschaftlich sind. Indem wir die richtigen Fragen stellen. Indem wir in Solidarität und Empathie investieren. Indem wir Kunst machen. Ich bin – wie Mak – davon überzeugt, dass wir mehr Europa brauchen, nicht weniger. Aber das verlangt eine ernsthafte Investition und eine geeignete Struktur. Heute gibt es noch zu viel Raum für Unverbindlichkeit. Dann verwandelt sich die Union in eine ganz gewöhnliche Pokerrunde.

Wir müssen Brücken schlagen. Heute mehr als je zuvor.


INHOUD

ZO STERK ALS EEN GEDICHT Editoriaal Johan Simons, artistiek leider

3

LEARNING HOW TO WALK NIEUW WERK VAN BENNY CLAESSENS Korte inhoud, credits en praktische info IN JULY 2013 I WAS IN SPAIN Over de aanzet tot Learning How to Walk BUT HOW DESCRIBE THE WORLD SEEN WITHOUT A SELF? Fragmenten uit The Waves van Virginia Woolf DAG BENNY… LIEVE GROET, JOZEF Uit de briefwisseling van een theatermaker en een scenograaf VRAAG EN ANTWOORD Dramaturg Koen Tachelet in gesprek met Benny Claessens

6 8 12 13 18

OOGST VAN DE WROK | Luk Percevals Steinbeckbewerking opnieuw in NTGent 22 WE SHALL OVERCOME | De kracht van het geweldloze verzet 23 MOEDER EN DOCHTER ZIJN TOT ELKAAR GEDOEMD 24 Els Dottermans en An Miller over Liefde van Peter Verhelst BERLIJN IS HET ECHTE HART, NIET BRUSSEL | Steven Heene in gesprek met Geert Mak 28 HET JAAR VAN DE KREEFT | Peter van Kraaij bewerkt Hugo Claus, Luk Perceval regisseert 34 MET EEN VIS PAREN IS TOEGESTAAN, LIEFDE IS ONGEWENST 37 Mexicaanse Hond en Olympique Dramatique samen op weg naar het gelukzalige EN NU HEEFT U ME GEVONDEN 38 Zonder bloed van Inne Goris, Dominique Pauwels en Peter Verhelst EEN METHODE VOOR EENVOUD | Over Rauw van kabinet k 41 SCHOFT | Nieuw werk van KommilFoo 44 WIND OP KOP EN RECHT BLIJVEN | Chasse Patate van Studio Orka 45 JA ZEGGEN TEGEN ELKAAR | Spiegelproject met PC Wagenschot 46 DE LIEFDE, DUS TOCH | Column Arnon Grunberg 48 FINTRO LITERATUURPRIJS 51 PRAKTISCHE INFO EN KALENDER

52 INHOUDSTAFEL

5


NL Learning How To Walk is een voorstelling over het ondramatische. Het tussengebied waarin niks en alles gebeurt. Een voorstelling over kijken en luisteren. Een poging om iets terug te vinden van het moment in ons leven waar we tot nog niks in staat waren maar alle mogelijkheden nog in ons droegen.

Learning How to Walk gaat over de onmogelijkheid van spreken en handelen. Een naïeve kindertekening. Een voorstelling die niet vecht, maar die mogelijkheden toont die we misschien al lang vergeten zijn. Een pleidooi voor machteloosheid en de vreugde van het niet weten. Waar alles weer opnieuw geformuleerd kan worden en waar onzin misschien weer zin geeft. Learning how to walk est un spectacle sur l’adramaticité. L’entre-deux-mondes où il se passe tout et F rien. Un spectacle sur le regard et l’écoute. Une tentative visant à retrouver le moment de notre vie où nous ne pouvions encore rien, mais où nous portions encore en nous toutes les possibilités. Learning How to Walk évoque l’impossibilité de parler et de gérer. Un dessin d’enfant, naïf, qui tente de se positionner par rapport à la fonction et au consensus. Un spectacle qui ne se bat pas, mais un spectacle qui montre d’autres possibilités peut-être oubliées depuis longtemps. Un plaidoyer pour l’impuissance et la joie de ne pas savoir. Où tout peut être reformulé et où le non-sens retrouve peut-être un sens. Learning how to walk ist ein Stück über das Undramatische. Den Zwischenbereich, in dem nichts und D alles geschieht. Ein Stück über gucken und hören. Ein Versuch, etwas von dem Moment in unserem Leben wiederzufinden, in dem wir noch zu nichts in der Lage waren, aber alle Möglichkeiten noch in uns trugen. Learning How to Walk handelt von der Unmöglichkeit zu sprechen und zu handeln. Eine naive Kinderzeichnung. Ein Stück, das nicht kämpft, aber das andere Möglichkeiten aufzeigt, die wir vielleicht schon lange vergessen haben. Ein Plädoyer für Machtlosigkeit und die Freude des Nicht-Wissens. Wo alles wieder neu formuliert werden kann und Unsinn vielleicht wieder Sinn ergibt. Learning how to walk is a play about the undramatic. The in-between area where nothing and everyE thing happens. A play about looking and listening at the moment when we were still incapable of anything yet had the potential for everything. Learning How to Walk is about the impossibility of speaking and acting. A naïve children’s drawing. A play that does not struggle, but one that shows other possibilities that we may have long forgotten. A plea for powerlessness and the joy of not knowing. Where everything can be reformulated and where nonsense may perhaps make sense again.

6

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK


NIEUW WERK VAN BENNY CLAESSENS

LEARNING HOW TO WALK

Première op woensdag 18 mei 2016 in NTGent Minard Voorstellingen op vr 20, za 21, zo 22, wo 25, do 26, vr 27, za 28, di 31 mei en wo 1 juni Opgelet! De voorstellingen starten om 19u30 (op zo om 15u), met gratis inleidingen 30’ voor aanvang. regie Benny Claessens | dramaturgie Koen Tachelet | spel Elsie de Brauw, Risto Kübar, Lara Barsacq, Lisi Estaras & Benny Claessens | muziekontwerp Nid & Sancy | scenografie Jozef Wouters | lichtontwerp Dennis Diels | kostuumontwerp Teresa Vergho | productie NTGent LANGUAGE NO PROBLEM

Bij Learning How to Walk voorziet onze afdeling publiekswerking de gebruikelijke (gratis) INLEIDINGEN, ditmaal uitzonderlijk 30’ voor aanvang van de voorstelling (behalve op de première). SCHOOLGROEPEN zijn nog steeds hartelijk welkom – je kan als (school)groep aansluiten bij elke inleiding, maar je kan ons ook boeken voor een inleidingsles of een inleidend gesprek op locatie. VOORBEREIDEN of NABESPREKEN kan je aan de hand van onze gratis LESMAPPEN. Om je als groep eens extra te laten verwennen, bieden we jou graag een omkadering op maat aan. Tijdens het repetitieproces kun je ook OPEN REPETITIES bijwonen: die data worden gecommuniceerd via onze website. Meer info via publiekswerking.be PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK

7


IN JULY 2013 I WAS IN SPAIN on a beach in between two rocks a bay around eight the beach was packed with children collecting rocks and throwing them into the water a daughter in puberty got her picture taken by her mother on a rock pretending to dive into the sea three blond swedish girls learned how to sit in the sand folding their skirts up a child version of anna wintour was playing around someone proposed to someone friends had lit candles on the rocks she said yes everyone seemed pretty ok etc... my thought was why can i watch this for hours in silence and why cant i watch theater so long maybe because it left me alone it allowed me to watch i didnt have to relate i still dont really know and then i had the idea that i wanted to bring this beach to a theater i dont know how to do that but i ll give it a try i thought i started drawing and writing in july 2014 i sat on the terrace of my home in munich in a wheelchair i had worked too much and my body had said ‘enough’ i broke my foot and was immobile for five weeks 8

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK

i sat there alone with my thoughts watching a tree grow a standstill watching landscapes round 1800 art was a disease called melancholy if u have time enough to paint landscapes and u didnt work something was really wrong with u and i wrote a text it turned out to be a description of a landscape emotional but also literal a landscape i couldnt see at that moment because of my immobile situation i wrote what i had seen what i wanted to see geographically the river the rocks the lake the woods were almost within my reach but moving costed already such a different practicality and energy i could describe and formulate these landscapes my immobility took over these last years i have been reading a lot of richard sennett the fall of public man tyranny of intimacy in which sennett describes how urban life developed over the years and also how theater manipulated public urban life the consequence of western civilisation is probably


PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK

9


that in public but also in private life we play and pose a lot i think playing might not be interesting if most of reality consists of playing then why should i play theater and maybe theater is the place to face an unbearable and unavoidable truth about us a physical and concrete reality flesh blood organs brain all we are and maybe the unbearable truth is that we are not more that that "inside me there is no inner richness or world. i am a thing" western world judges and destroys its landscapes to build art temples and castles the aboriginals think they belong to the landscape unlike us who think the landscape belongs to us if u destroy a landscape u destroy a person and i want to take a bow for the landscape and for bodies that are like cats who have been thrown in the air spartling till they eventually walk with learning how to walk i might want to start anew question everything i learned and know every subject movement define it again and than break down the definition like a lost in-between land 10

PREMIĂˆRE LEARNING HOW TO WALK

that is constructive without drama i will work with fantastic people a dutch girl that radiates curiosity an argentina jewish dancer in whom i can see what kind of a child she was an american french dancer moving like a wave an estonian keeping both feet on the ground i could have as well written i will try my best but i am very bad at that with kind regards BENNY


PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK

11


But how describe the world seen without a self? There are no words. Blue, red—even they distract, even they hide with thickness instead of letting the light through. How describe or say anything in articulate words again?—save that it fades, save that it undergoes a gradual transformation, becomes, even in the course of one short walk, habitual—this scene also. Blindness returns as one moves and one leaf repeats another. Loveliness returns as one looks, with all its train of phantom phrases. One breathes in and out substantial breath; down in the valley the train draws across the fields lop-eared with smoke. [...] But for a moment I had sat on the turf somewhere high above the flow of the sea and the sound of the woods, had seen the house, the garden, and the waves breaking. The old nurse who turns the pages of the picture-book had stopped and had said, "Look. This is the truth." [...] What is the phrase for the moon? And the phrase for love? By what name are we to call death? I do not know. I need a little language such as lovers use, words of one syllable such as children speak when they come into the room and find their mother sewing and pick up some scrap of bright wool, a feather, or a shred of chintz. I need a howl; a cry. When the storm crosses the marsh and sweeps over me where I lie in the ditch unregarded I need no words. Nothing neat. Nothing that comes down with all its feet on the floor. None of those resonances and lovely echoes that break and chime from nerve to nerve in our breasts, making wild music, false phrases. I have done with phrases. [...] How much better is silence; the coffee-cup, the table. How much better to sit by myself like the solitary seabird that opens its wings on the stake. Let me sit here for ever with bare things, this coffee-cup, this knife, this fork, things in themselves, myself being myself. Do not come and worry me with your hints that it is time to be gone. I would willingly give all my money that you should not disturb me but will let me sit on and on, silent, alone. [...]

12

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK RUBRIEK RUBRIEK

There is a sense of the break of day. I will notcall it dawn. What is dawn in the city to an elderly man standing in the street looking up rather dizzily at the sky? Dawn is some sort of whitening of the sky; some sort of renewal. Another day; another Friday; another twentieth of March, January, or September. Another general awakening. The stars draw back and are extinguished. The bars deepen themselves between the waves. The film of mist thickens on the fields. A redness gathers on the roses, even on the pale rose that hangs by the bedroom window. A bird chirps. Cottagers light their early candles. Yes, this is the eternal renewal, the incessant rise and fall and fall and rise again. [...] And in me too the wave rises. It swells; it arches its back. I am aware once more of a new desire, something rising beneath me like the proud horse whose rider first spurs and then pulls him back. What enemy do we now perceive advancing against us, you whom I ride now, as we stand pawing this stretch of pavement? It is death. Death is the enemy. It is death against whom I ride with my spear couched and my hair flying back like a young man's, like Percival's, when he galloped in India. I strike spurs into my horse. Against you I will fling myself, unvanquished and unyielding, O Death! [...] (Fragmenten uit The Waves van Virginia Woolf. De Nederlandse vertaling is te vinden op onze site bij de productiepagina van Learning How to Walk)


DAG BENNY… LIEVE GROET, JOZEF UIT DE BRIEFWISSELING TUSSEN THEATERMAKER BENNY CLAESSENS EN SCENOGRAAF JOZEF WOUTERS

Dag Benny, Ik ben in Wenen nu en nam gisteren een eerste duik in je notitieboeken. Je schrijft over De Kleine Zeemeermin. En toen las ik je brief naar die recensent waarin je Lou Reed en zijn Temporary Thing aanhaalt. Ik gebruikte dat nummer ooit als brief naar de cultuurfunctionaris van de gemeente Vorst, die flipte omdat mijn installatie op een kruispunt gemetst was hoewel ik slechts een vergunning voor een maand had. Iets tijdelijks, zo had die dame in haar hoofd zitten, is niet gemaakt van steen. Wat me bij De Drie Biggetjes brengt. Dat verhaal is voor mij, zo lijkt het van hier uit gezien, wat De Kleine Zeemeermin voor jou is. Wanneer je voorbij gaat aan de kleinburgerlijke moraal van het verhaal (bouw een stevig huis want ooit komt de wolf!) is het een parabel die voor mij gaat over de essentie van scenografie. Je bouwt snel snel een huisje van stro en speelt fluit tot het huisje instort. Dan bouw je het in hout en speelt viool tot het weer instort en dan bouw je in steen. En elke keer dat je opnieuw begint, begrijp je beter wat een huis is en waarom een deur en waarom een venster en waarom steen en waarom een hoefijzer boven de deur. Scenografie, zo zou je kunnen zeggen, is een essay in ruimte. Een essay waarover Bart Verschaffel mooi schreef dat het een zoektocht naar een schuchter onderwerp is. Scenografie is een gedeelde zoektocht in ruimte. Een gesprek in stro, hout en steen.

Ik ging jaren geleden naar een tentoonstelling van Caravaggio en vond er niets aan. Ik las zijn biografie, ging terug en moest huilen. Een bevriend kunstenaar zei onlangs over mijn werk dat het zwakke eraan is dat ik te veel benoem, te veel context geef, te weinig aan de verbeelding van de kijker overlaat, dat ik de toeschouwer teveel aan het handje hou. Ik heb er lang over nagedacht en mailde hem achteraf dat dat de zwakte is waar ik naar op zoek ben. Ik ben blijkbaar iemand die zelfs bij Caravaggio (!) context nodig heeft. Ik ben blijkbaar iemand die er van houdt iets te doen en tegelijk ook te vertellen over keuzes die ik niet heb gemaakt, verlangens die niet werden vervuld, inspiraties die niet in het materiaal terecht zijn gekomen. […] Misschien zou een scenografie een reeks schetsen kunnen zijn, schetsen van woorden, onvolmaakte woorden van stro, voorstellen van hout en een ruimte van beton waarin de afdruk van de houten bekisting nog zichtbaar is. Misschien zou scenografie een essay kunnen zijn. Intermezzo’s misschien. Een reeks voorstellen van stro, hout en steen. Soms gesproken en vluchtig, soms uitgelegd in de ruimte, soms een vraagteken. Kan een scenografie een reeks zijn, een opeenvolging van ruimtes die het verlangen één ruimte te zijn ver achter zich laat. […] Lieve groet, JOZEF

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK

13


Hallo Jozef, […] Eerst wil ik antwoorden op je Caravaggio-ervaring. Ik ben me er bewust van dat een zekere duiding nodig is om de openheid van een kunstwerk te bevorderen. Het probleem met een woord als duiding is dat het meestal als een cerebraal iets gezien wordt. Ik meen te begrijpen dat je dat niet met dat woord bedoelt. Dat jij het eerder als iets fysieks ziet. Net als Susan Sontag die in een Rolling Stone-interview zegt dat wanneer ze naar een Patti Smith-concert gaat, ze deelneemt, geniet, aanwezig is en dat die ervaring net sterker wordt omdat ze Nietzsche gelezen heeft. In die zin zijn scenografie en kostuums er voor mij om een cultureel kader te scheppen en dat cultureel kader weer te bevragen. Het kijken wordt weer iets fysieks en niet iets intellectueels. Desondanks is er een intellectuele stimulans nodig om de ogen in staat te stellen zich te ontlasten van de hersenen, wat een paradox is want die hersenen versterken net de kijk- en luisterervaring. Het niet begrijpen zorgt naar mijn mening soms voor een actiever kijken. En dat is een kijken waar ik naar op zoek ben voor nu. Het kijken wordt ook bevorderd door een nevenschikking van dingen. En zo vind ik scenografie, kostuums, muziek, tekst, beweging allemaal deel van een nevenschikking die de ogen van elke toeschouwer afzonderlijk actief aan mekaar rijgen tot de hersenen misschien een geheel zien, misschien wel pas na de voorstelling in de auto of de tram. Mensen hebben het recht op hun eigen timing, die ga ik ze niet afnemen.[…]

14

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK

Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik meer hou van het klassieke lijsttheater dan van de moderne black box theaters. In de renaissance werd het toneel en de toeschouwersruimte gescheiden door een boogvormige lijst, de manteau. Tegelijk kreeg de toeschouwersruimte een hoefijzervorm die ervoor zorgde dat niet alleen de kunstenaar gezien werd maar dat ook de toeschouwers elkaar konden zien. Mensen participeerden en waren deel van een gebeuren. De situatie was veel onoverzichtelijker en zorgde (denk ik dan, dat weet ik niet) hoogstwaarschijnlijk voor een grotere impact. De toeschouwer zag de kunstenaar en zichzelf. Zo vind ik het hele idee om de hoefijzervorm te vervangen door een tribune die iedereen in dezelfde richting zet met hun gezicht naar het podium een jammerlijke gebeurtenis. Een levend theater kan niet tot stand komen op een dode plek die de concentratie van een toeschouwer beperkt tot wat de kunstenaar zoal BEDACHT heeft. Het zorgt voor een discrepantie tussen toeschouwer en performer omdat er plots twee ruimtes ontstaan en slechts 1 richting. En nu komen we bij de manteau. Zoals ik al zei vind ik het interessantste aan zo’n kader dat het mijn werk midden in een traditie plaatst, je voorstelling wordt een van de zovele en de performer wordt dat ook, wat ik een ontspannende gedachte vind, daarom hou ik ook zo van de Minardschouwburg in Gent omdat de Minard niet enkel een grote traditie heeft maar ook nog een grote traditie heeft in volkstheater. Hij is daar ter vermaak van het volk. Zoals ik ook echt denk dat wat ik maak op een andere manier misschien er is ter vermaak van het volk. Ik geloof niet in een voorstel


ling als een academische constructie. Wat ik maak, vermaakt de zintuigen. Misschien iets minder consumeerbaar, maar olijven moet je ook leren eten. Ik ben erge fan van je drie biggetjes. Ik hou van het idee dat de scène an sich een plek voor constructie is. En dat elk element deel uitmaakt van een nevenschikking. Ik denk liefst zo bruut mogelijk. En het enige dat ik je wil meegeven is het begrip DRAWING WORDS voor nu. groetjes, BENNY Dag Benny, Je spreekt over richting. Kijkrichting. De jammerlijke gebeurtenis van de black box schouwburgen waarin iedereen dezelfde richting op kijkt naar een podium waarop de kunstenaar kan laten zien wat hij zoal bedacht heeft. Kijkrichting, maar dat had je al door, is een van de dingen waar ik het liefst over nadenk, waardoor ik een aantal ontdekkingen meen te hebben gedaan zoals het wonderlijke feit dat, in een publieksopstelling, de individuele kijkrichting ondergeschikt is aan de collectieve kijkrichting. Ik kan op het tweede balkon helemaal rechts zitten en dus helemaal schuin op het podium kijken maar wanneer de toneelspeler van de achtermuur tot vooraan de scène loopt, zal ik menen dat hij ‘naar voor loopt’ terwijl hij, vanuit mijn gezichtspunt, naar links loopt. Ongelofelijk vind ik dat. Een auditorium is dus een collectief oog,

een collectief verbeelde cycloop. Volgens mij bevindt dat oog, dat gezichtspunt zich voor elke voorstelling ergens anders. Daar gaat scenografie over: het punt bepalen van waaruit gekeken wordt. Tot nu toe was ik in mijn werk bijna altijd in staat om de tribune zelf te ontwerpen en dus letterlijk de kijkrichting te bepalen. Learning How To Walk is mijn eerste samenwerking waarin dit niet kan en waar bovendien het decor op tournee moet, naar verschillende zalen en vlot in- en uit een camion moet kunnen rollen en opgebouwd worden in zo weinig mogelijk tijd. Hoe bepaal je de collectieve blik wanneer je de stoelen niet zelf kunt plaatsen? Welke blikvanger is er zo sterk dat hij de blikrichting kan bepalen? En welke blikrichting stellen we dan voor? Welke manier van kijken is er nodig? Je schrijft over scenografie als een ruimte waar je anders moet nadenken. Dat is een vertrekpunt voor een blikrichting. Eens we die hebben vastgelegd, ontstaat er een ruimte waarin we echt kunnen onderhandelen over beelden, textuur, objecten. Veel groeten, JOZEF

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK

15


16

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK RUBRIEK RUBRIEK


PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK

17


VRAAG: Wie is jouw ideale toeschouwer? Voor welke doelgroep maak jij deze voorstelling? ANTWOORD: Voor iedereen. VRAAG: Wat is de ideale kijkhouding? Hoe zou je willen dat het publiek kijkt? ANTWOORD: Relaxed. VRAAG: Hoe zou jij de ideale voorstelling omschrijven? ANTWOORD: Genereus. Kleurrijk. Humorvol. VRAAG: Wat is theater voor jou? ANTWOORD: Handeling. Tijd. Richting. VRAAG: Heb je bij het repeteren een motto in je hoofd? ANTWOORD: ‘How far from the beginning are we?’. Een vraag die Susan Sontag stelde tijdens een interview met Rolling Stone in 1978. VRAAG: Is er een thema? ANTWOORD: Nee. VRAAG: Is er een doel? ANTWOORD: Vrijheid.

18

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK RUBRIEK RUBRIEK

VRAAG: Waarmee houden jullie je bezig tijdens de repetities? ANTWOORD: We houden ons bezig met hoe ver je kunt gaan in hulpeloosheid. Hulpeloosheid betekent dat er niets is dat opgelost moet worden. VRAAG: Hoe ziet dat er concreet uit? ANTWOORD: Als leven. Het moeilijkste is om zo te repeteren dat er ruimte blijft voor het leven. VRAAG: Kan je iets meer vertellen over de structuur van het stuk? ANTWOORD: Er zijn vijf delen. Elk deel heeft bepaalde handelingen en een bepaalde tijd. Het eerste deel is Learning How to Walk en duurt 40 minuten. Het tweede deel is Learning How to Talk en duurt 30 minuten. Het derde deel is Learning How to Touch en duurt 30 minuten. Het vierde deel is Learning How to Be Alone en duurt 20 minuten. Het vijfde deel is Learning How to Die, en duurt 30 minuten. (vragen van dramaturg Koen Tachelet aan Benny Claessens)


19

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK RUBRIEK RUBRIEK

19


20

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK


21

repetitiebeelden © Jules August

PREMIÈRE LEARNING HOW TO WALK


OOGST VAN DE WROK BEPROEFD REPERTOIRE

Op de vlucht slaan en elders streven naar een beter leven: het is ook in John Steinbecks beroemde roman Oogst van de wrok een oerthema. Regisseur Luk Perceval beitelt de neergang van een boerenfamilie tot een klassiek drama over onmacht. (…) In de verbetenheid van de moeder zindert de wrok uit de titel door. En evengoed vatten haar woorden krachtig de Europese geschiedenis samen van mensendrommen die vluchten om te overleven. (De Standaard)

Behoorlijk minimalistisch in opzet, maar groots in thematiek. Anekdotische details worden op de scène zo veel mogelijk geweerd. In de plaats komt ruimte voor een meer universele, tijdloze benadering van het vluchtelingenthema. (De Morgen)

Perceval blijft Perceval: een kwaliteitslabel, een theaterbeest, een verhalenverteller, een regisseur uit de Champions League. Dus, beproefd, geproefd en genoten en gesmaakt. (deredactie.be)

Dat Perceval Grapes of Wrath (1939) koos om te bewerken hoeft, gezien de actualiteit, niet te verbazen. De urgentie om een verhaal van een familie op de vlucht te brengen was groot. (Het Nieuwsblad)

Luk Perceval zet weer maar eens een meesterwerk naar zijn hand. Resultaat: theater dat inspireert. (Podi-art.be)

© Armin Smailovic

Hoe somber en tragisch het verhaal ook verloopt, de diepste ondertoon ervan is er een van bewondering voor de mens. Wat John Steinbeck verwoordde heeft Luk Perceval teder en hard verbeeld. (…) De voorstelling maakt meer indruk dan een rechtstreeks beeldverslag over het vluchtelingenkamp in Calais. (Knack)

Nog te zien op ma 23, di 24, wo 25 en do 26 mei in NTGent Schouwburg 22

BEPROEFD REPERTOIRE


WE SHALL OVERCOME DE KRACHT VAN HET GEWELDLOZE VERZET, MET WIM OPBROUCK ALS LEADER OF THE BAND

Ik ben zestien jaar oud, op mijn jasje blinkt trots een gebroken geweer. Op mijn kamer hangt een affiche van het simplistisch verbond, en van John Lennon. Ik leer Imagine van John Lennon spelen op een Bontempi orgeltje, vervolgens word ik van de pianoles gestuurd omdat ik niet genoeg toonladders oefen, heb ik nu nog spijt van, van die toonladders. Ik ben zestien jaar oud en ik zie The Day After, een film over de desastreuze gevolgen van de nucleaire holocaust. Ik ben bang. Op de deur van mijn jongenskamer kleeft een grote gele sticker waarop staat ‘Atoomenergie neen bedankt’, naast nog twaalf andere stickers met spreuken van de Bond Zonder Naam, waaronder: ‘Hier rookt alleen de schouw’ en ‘Verbeter de wereld, begin met jezelf’. 1986, de grote antirakettenbetoging in Brussel. Ik zit samen met duizenden anderen in een trein richting de hoofdstad, er zijn spandoeken, megafoons, er wordt gezongen, We Shall Overcome, ik ken het lied niet maar ben overdonderd. Het wordt zachtjes gezongen, ernstig, met overtuiging. Pas veel later zal ik ontdekken wie Pete Seeger is. Ik ben te laat geboren denk ik, ik had toen willen leven, met linten in het haar en bloemen. Neen, We Shall Overcome is een erfenis, een beweging die nooit ophoudt omdat ze geworteld zit in het fundament van onze beschaving, in de kunst, in de muziek. Genesteld in zij die zingen. De voorzangers. Waardig en met rechte rug, de blik vooruit… en zingen… Alsof het zingen een wapen is. Tegen de kilte, het cynisme, het slagveld. Niet bang zijn. De barricaden op. We Shall Overcome. En zingen… we are not afraid… En zingen… Hoor de wind, de wind die fluistert en belooft als je goed luistert dat er vrede komt, misschien vandaag of morgen. Het is een troostrijke gedachte dat er altijd stemmen zullen klinken die zich tégen het geweld keren. Altijd weer zal er iemand op de stukgeschoten ruïnes van een stad kruipen en onbevreesd, met opgeheven hoofd een cellosuite spelen van Johann Sebastian Bach. U mag gerust zeggen dat ik een dromer ben, maar ik ben niet de enige. Zolang de bijen blijven zoemen is er hoop. Ik wil dat blijven

geloven. Dat de beschaving het wint van de barbaren. Ik wil dat zo graag blijven geloven. (Wim Opbrouck) We Shall Overcome troost, ontroert, en verbindt mensen. De minzame Opbrouck tovert de voorstelling om in een twee uur durend gebeuren van collectieve cocooning. […] Ga dat zien en horen, en laat u meeslepen. - De Morgen Spel Wim Opbrouck, Roeland Vandemoortele, Axl Peleman, Ron Reuman | kostuumontwerp Marta Stoffels | decor Luc Goedertier | dramaturgie Koen Haagdorens | lichtontwerp Mark Van Denesse | productie NTGent Op za 28/05 in NTGent Schouwburg (benefiet ten voordele van De Acteursgilde)

© Phile Deprez

De muziek van deze voorstelling is intussen uitgebracht op cd, verkrijgbaar via ons bespreekbureau Tickets Gent (€ 15, NTGent-abonnees € 12 via abo@ntgent.be), op ntgent.myshopify.com en aan de avondkassa.

BEPROEFD REPERTOIRE

23


MOEDER EN DOCHTER ZIJN TOT ELKAAR GEDOEMD, IN POSITIEVE EN NEGATIEVE ZIN. ELS DOTTERMANS EN AN MILLER OVER LIEFDE VAN PETER VERHELST

Het was half januari toen Peter Verhelst dit zei: ‘Er komt veel op ons af. Er zijn de vluchtelingen. Er is de gruwel van IS. Er zijn economische en klimatologische problemen, politieke impasses. Bovenal is er het gevoel dat we een kritisch punt overschreden hebben. Dat er een verandering aan de gang is waarvan we nog niet weten wat het zal worden, maar waarvan we wel weten dat de wereld die we kenden er fundamenteel door veranderd wordt.’ Verhelst stelde zich dan ook een cruciale vraag over de opvoeding van zijn kinderen. Een vraag die hij als basis nam voor zijn toneeltekst Liefde. Mededogen en solidariteit, dat hebben zijn kinderen meegekregen als idealen. Maar is dat niet te soft, vroeg Verhelst zich af. ‘Misschien had ik hen beter weerbaar gemaakt. Misschien waren ze beter strijdvaardige soldaten geweest, die hard zijn, en bovenal beschermen wat 'wij' hebben tegenover wat 'de anderen' komen afpakken.’ En toen was Brussel nog niet eens gebeurd. Drie maanden later, en midden in de donkere weken na 22 maart, spreken we met Els Dottermans en An Miller (zij spelen respectievelijk de moeder en de dochter in Liefde) over wat dit stuk met hen doet. Liefde is geschreven vóór 22 maart. Hebben de aanslagen in Brussel dit stuk nog een extra dimensie gegeven? ED De aanslagen blijven voor mij vreemd genoeg toch iets abstracts. Ik blijf denken: 'Is dat nu wel echt gebeurd?'. Ik zie de enorme impact uiteraard wel,

24

NIEUWE PRODUCTIE LIEFDE


An Miller Š Jules August

maar blijkbaar is het iets waarvoor ik me afsluit. Wij kennen dat niet, oorlog, wij zijn daar niet in opgegroeid. Wij zijn groot geworden zonder buitensporig geweld in ons land. Maar voor onze kinderen is er nu wel een 'voor de oorlog' en een 'na de oorlog'. En daar moeten we met hen over spreken. AM In het stuk klinkt het letterlijk: 'Er is een oorlog bezig, een andere oorlog dan we tot nu toe kenden.' Die zin zat er al in voor Brussel, maar het effect is nu natuurlijk nog heftiger. Het stuk had ook Angst kunnen heten in plaats van Liefde, zei Verhelst. Hebben de moeder en de dochter angst? Er is natuurlijk de situationele angst, over het feit dat de vader weg is. Maar tegelijk voel je een heel groot vertrouwen van de moeder en de dochter in de vader. Vertrouwen dat je nu eenmaal moet hebben als je met iemand een intense relatie hebt. Je moet geloven dat de andere het goed meent met jou en met de wereld. AM

Wordt dat geloof in de andere aangetast doorheen het stuk? ED Dat is voor beide vrouwen anders. De moeder is al wat meer gelouterd, door de jaren en de ervaring. Ze weet eerder dan haar dochter dat haar echtgenoot gruweldaden heeft gepleegd als soldaat, en het beeld dat ze van hem heeft is dus wel aangetast, maar ze houdt zich bij elkaar omwille van haar kind. Het is haar taak om haar dochter groot te brengen in een wereld

die nu eenmaal in mekaar steekt zoals hij in mekaar steekt. AM Als de moeder angst heeft, zal dat eerder met haar dochter te maken hebben dan met haar man. ED Er is inderdaad die angst dat de dochter zich zou afkeren van haar of van haar vader, of dat ze foute beslissingen zou nemen in het leven. AM Daar zijn we allemaal mee bezig, met de vraag hoe je je kinderen de wereld instuurt. Haar man heeft gruweldaden begaan, en toch laat de vrouw hem niet vallen. Ook om de simpele reden dat ze hem graag ziet? ED Ja, maar het is een graag zien dat ondertussen ook verworden is tot zoveel jaar samen zijn. Dan wordt het moeilijk om alleen door te gaan. Dat is iets wat bij veel koppels het geval is, denk ik. Als ze de man beschrijven in het begin, doen ze dat allebei op een heel vrouwelijke manier. Het is duidelijk dat ze hem een sterke, knappe, charmante man vinden. Mondjesmaat krijgen ze dan te horen wat hij allemaal gedaan heeft tijdens zijn oorlogsmissie. Hij heeft honden doodgeschoten, hij heeft waarschijnlijk vrouwen verkracht. Ze hebben een beeld van hem opgehangen waar ze naar blijven hunkeren, maar dat wordt de hele tijd besmet met negatieve berichten over hem waar ze niet meer onderuit kunnen. AM En wat doe je dan met die informatie? Je wilt van je vader toch het mooie beeld blijven koesteren dat je als kind had? Je wilt niet dat hij ineens een crimineel is. Die dochter weet wel dat hij gedood heeft in de oorlog, maar ik denk dat het begrijpelijk is dat ze

NIEUWE PRODUCTIE LIEFDE

25


die berichten niet de overhand laat nemen. Het is moeilijk om uit te leggen waarom de vrouw bij haar man blijft. Omdat ze hem graag ziet, ja. Maar op een niveau daarboven gaat het ook over de vraag wat liefde is. ED Dat wil de moeder haar dochter vertellen: leven naast een man die van alles op zijn palmares heeft, dat is ook liefde. Maar hoe het verder gaat, weten we uiteindeAM lijk niet. Het stuk geeft geen uitsluitsel. Het is geen mooi afgerond verhaaltje dat we brengen. Komt hij uiteindelijk wel naar huis? En nemen de vrouwen hem wel in huis? Nog een reden waarom het stuk Angst had ED kunnen heten. Angst is schrik om te verliezen. Denken dat je te allen prijzen moet vasthouden, niet kwijt raken. Maar die angst hoeft niet altijd negatief te zijn. Het kan ook energie geven die je doet bewegen, die je doet engageren.

MISSCHIEN IS DAT WEL DE GROOTSTE ANGST VAN DE MOEDER: 'WAT KOMT HIERVAN, GAAT ME DIT LUKKEN, KAN IK NOG LEVEN NAAST EEN MAN DIE GEMOORD EN VERKRACHT HEEFT?' Dat ze zo met hem dwepen in het begin, kan AM ook maar omdat hij er niet is. Hoe ze hem zullen zien als hij weer in hun leven is, is een andere vraag. Dat is uiteindelijk wat Peter doet in dit stuk: ED vragen opwerpen. Een soort 'wat als' creĂŤren. Zo vraagt hij zich in dit stuk ook af of de wereld pas fundamenteel kan veranderen als wij, rijke westerlingen, bereid zijn om alles af te geven, ons aan te sluiten bij hen die niks hebben, en zo helemaal opnieuw te beginnen. Je kunt niet zeggen: dit is wel liefde, en dat AM niet. Je kunt alleen maar zoeken naar hoe je met je eigen situatie kunt omgaan. Het bijzondere is dat de man de hele tijd buiten beeld blijft. We zien en horen enkel beide vrouwen.

Els Dottermans Š Jules August

Dat we hem niet zien, zegt ondertussen alles ED over ons. Het gaat over hoe wij met die man en dat gegeven omgaan. Als de man in beeld zou komen, zou het beeld AM dat we in het begin van hem hebben opgehangen helemaal kapot gemaakt worden. Zowel de verheerlijking van hem als de gruwel die hij heeft begaan kunnen maar zo groot zijn omdat hij buiten beeld blijft. Moeder en dochter zijn dus tot elkaar gedoemd, in positieve en negatieve zin. Daardoor staan ze volgens mij ook op gelijke voet. Ik vind wel dat de moeder sterk in haar schoeED nen staat. Ik kan me voorstellen dat een moeder in zo'n situatie toch ook wel eens op haar volwassen dochter wil leunen. Dat doet ze toch ook? AM Vind je? ED Er is toch veel zachtheid, wat evengoed kan AM betekenen dat ze haar hoofd even op de schouders van haar dochter legt. ED Maar compleet onderuitgaan in het bijzijn van haar dochter doet ze niet. 26

NIEUWE PRODUCTIE LIEFDE


En zo is ze een archetypische moeder? Een moeder die haar dochter niet opzadelt met haar eigen twijfels en ongeluk? AM Ik denk toch dat er een soort van evenwicht is. Dat de dochter evengoed voor de moeder zorgt als andersom. Maar de moeder heeft natuurlijk wel het gevoel dat ze sterk moet blijven voor haar dochter. Dat is de belangrijkste reden waarom ze wil ED blijven investeren in haar man. Eigenlijk gaat het allemaal over die dochter. Met haar moet het goed komen. Of het met haarzelf goed komt, is niet zo belangrijk.

je leven. Ineens is er geen koord meer waarmee je tot dan altijd verbonden was. Plots ben je alleen. Hoewel het tegelijk ook een zekere bevrijding is, zorgt het ook voor een bepaalde angst. AM Peter is het stuk beginnen te schrijven vanuit het idee: hoe voed ik mijn kinderen op, hoe moet ik ze de wereld insturen? Die vraag zit daar de hele tijd in. En ook dat is heel herkenbaar voor ons, uiteraard, we zijn allebei moeder.

PETER IS HET STUK BEGINNEN TE SCHRIJVEN VANUIT HET IDEE: HOE VOED IK MIJN KINDEREN OP, HOE MOET IK ZE DE WERELD INSTUREN? DIE VRAAG ZIT DAAR DE HELE TIJD IN. EN OOK DAT IS HEEL HERKENBAAR VOOR ONS, UITERAARD, WE ZIJN ALLEBEI MOEDER.

Het is een harde beslissing die de moeder en AM de dochter nemen, maar er zit tegelijk ook veel zachtheid in. Die zachtheid, die liefde, is voor mij heel belangrijk in dit stuk. Ik denk dat je als mens de negatieve kant van ED liefde onder ogen moet durven te zien. Hoe moet je ermee omgaan als je geliefde gruweldaden pleegt: het is een vraag die namelijk altijd relevant zal blijven. Ook vandaag nog, helaas.

Dat is nogal een verantwoordelijkheid die op de dochter rust.

Wat is voor jullie essentieel aan dit stuk?

SOFIE MULDERS Ik denk dat het toch iets is wat de meeste moeders herkennen. Maar ook al wil je het nog zo hard, je hebt niet in de hand wat je kinderen ermee doen. Nog een reden waarom het stuk Angst had ED kunnen heten. Angst is schrik om te verliezen. Denken dat je te allen prijzen moet vasthouden, niet kwijt raken. Maar die angst hoeft niet altijd negatief te zijn. Het kan ook energie geven die je doet bewegen, die je doet engageren. AM

Wat herkennen jullie zelf van de menselijke relaties die centraal staan in dit stuk? Bijna alles. Naar je moeder kijken, bijvoorAM beeld, en denken: mocht ik een man zijn, ik zou niet willen dat zij mijn vrouw is. Om enkele jaren later te beseffen wat een mooie vrouw ze is. En hoe ze lelijke dingen gedaan heeft om haar kind te beschermen. Dat mijn kinderen ook zo naar mij zullen kijken ooit, dat besef ik. ED Onlangs is mijn vader overleden. Mijn beide ouders zijn nu dood. Dat is toch wel een keerpunt in

Sofie Mulders studeerde Germaanse filologie aan de KU Leuven. Als journalist schrijft ze over cultuur, mens en maatschappij, hoofdzakelijk voor De Morgen.Â

De voorstellingen in Gent voor dit seizoen zijn uitverkocht, maar deze nieuwe productie wordt er begin volgend seizoen hernomen en voor enkele van die speeldata kunt u nu al tickets boeken: op 21, 22, 23 en 24/09 in NTGent Arca (dit kan tot 22/05/2016 ook als uitbreiding op uw huidig abonnement). Lees ook het interview met Peter Verhelst in de vorige editie van het NTGent magazine via www. issuu.com/ntgent

NIEUWE PRODUCTIE LIEFDE

27


BERLIJN IS HET ECHTE HART, NIET BRUSSEL INTERVIEW MET GEERT MAK TER AFRONDING VAN DE LEESMARATHON IN EUROPA

Het begon als een reportagereeks: een reisverslag in korte stukjes voor een Nederlandse krant, naar aanleiding van het nieuwe millennium. Maar intussen is In Europa (2004), de doorlichting van ons oude continent, een begrip geworden. Auteur Geert Mak creëerde met zijn boek – en de daarop gebaseerde documentaireserie bij de VPRO – een stevig literair raamwerk dat de lezer uitnodigt om het fenomeen ‘Europa’ telkens opnieuw te herontdekken. Vandaag, in een Europese Unie die naar adem hapt, is die zelfreflectie misschien zelfs relevanter dan ooit. Aansluitend bij de vijfdelige ensemblelezing genaamd In Europa in NTGent had dramaturg Steven Heene een gesprek met Geert Mak. Het succes van In Europa heeft, behalve met het veelgelaagde onderwerp, zonder twijfel te maken met de methodiek die Mak als schrijver toepaste. Als geen ander slaagt hij erin om de grote lijnen van onze geschiedenis aanschouwelijk te maken via een concrete anekdote of getuigenis. Deze semi-journalistieke benadering geeft de woelige twintigste eeuw opnieuw een gezicht, of beter: een heuse galerij van sprekende portretten. Daar zitten, behalve persoonlijkheden, ook nogal wat steden tussen. En dat is geen toeval, zegt de auteur aan de telefoon. Hij belt op vanuit Friesland, waar hij de laatste hand legt aan een boek over Amsterdam in de zestiende eeuw. Maar over het Europa van gisteren en vandaag is hij nog lang niet uitverteld, zo blijkt. Al zeker nu het continent davert op zijn grondvesten, na de bloedige aanslagen in Parijs en Brussel, en door het hete hangijzer genaamd ‘vluchtelingenproblematiek’, een splijtzwam in de Europese Unie. © Fjodor Buis 28

IN EUROPA


GM Wil je de geschiedenis van Europa kennen, dan moet je toch vooral in de steden zijn. Dat was mijn aanvoelen toen ik in 1999 aan mijn rondreis voor NRC Handelsblad begon. En dat is nog steeds zo. Het heeft geen zin om alleen maar op het niveau van de natiestaten naar Europa te kijken. Die hebben uiteraard hun rol te spelen, maar het is pas in de grote Europese steden dat je merkt hoe de tijdsgeest evolueert, in positieve en in negatieve zin. Vanuit dat besef ben ik aan In Europa begonnen, met als eerste halte op mijn parcours: Berlijn. Daar klopt – ook nu nog – het politieke hart van Europa. Brussel is toch veeleer het formele hart, het Europese machtscentrum op institutioneel niveau.

WIJ EUROPEANEN HEBBEN MEER MET ELKAAR GEMEEN DAN DAT WE VAN ELKAAR VERSCHILLEN De internationale kritiek die België nu krijgt, als zogenaamde failed state, vind ik een beetje goedkoop, trouwens. Het is zeker zo dat jullie land, met Brussel op kop, een zware prijs betaalt voor een veel te complex – en dus inefficiënt – overheidsapparaat, inclusief politie, justitie en civiele bescherming. Maar Brussel heeft sowieso symboolwaarde: als het symbool van de Europese Unie. En je hebt niet meer nodig dan een paar gekken die zichzelf willen opblazen met een bommengordel om een agressief anti-statement te maken. Dat soort van ‘blinde’ aanslagen hou je moeilijk tegen, vrees ik, hoe geolied de beveiliging ook is georganiseerd. Als ik de krant lees en het journaal bekijk, verbaas ik me erover hoe primitief die jongens doorgaans

werken, ondanks al hun voorbereidingen. Het is nog lang niet van dezelfde orde als de aanslagen door Al Qaida in de Verenigde Staten enkele jaren geleden, zoals op 9/11 in New York. Dat was uitstekend doordachte en voorbereide terreur. Nu, het effect blijft wel hetzelfde, natuurlijk. We zijn verwikkeld in een oorlog, dat is een feit. Zolang wij bommen blijven gooien op IS of Syrië, kaatst dat geweld tot hier terug. Willen we de gebeurtenissen van vandaag begrijpen, dan moeten we investeren in ons historisch besef. Met die insteek bent u indertijd aan de reportagereeks In Europa begonnen. Had u toen al voorzien dat het zo’n omvangrijke onderneming zou worden: columns, een boek, een documentaire? En nu ook een theaterlezing. Mijn opzet was: een inspectie aan het einde GM van de twintigste eeuw. Hoe heeft Europa die eeuw doorstaan? Gaandeweg is er meer en meer geschiedenis bijgekomen. Logisch ook, als je een analyse probeert te maken. Ik had vooraf, zoals gezegd, wel een route uitgestippeld: een aantal locaties dat ik gedurende dat ene jaar absoluut wou bezoeken. Want alles moest volgens een strak schema – zoals dat gaat voor een column in de krant. Na die eerste schrijfronde, aan het eind van 1999, had ik echter zoveel materiaal dat ik nog eens drie jaar tijd nodig had voor de boekversie. Het zou ook niet werken in één bundel, wist ik, zo’n aaneenschakeling van korte stukjes. In een boek kan en moet je dieper gaan, en het voordeel was dat ik er zoveel meer in kwijt kon: gesprekken die ik onderweg had gevoerd, boeken die ik op mijn reis had geleIN EUROPA

29


zen. Vergis je niet: ik had wel degelijk al wat literatuur mee toen ik in 1999 vertrok, maar uiteindelijk was dat nog vrij beperkt, in aantal. Het moest toch allemaal in dat ene koffertje (lacht). Pas toen ik terug thuis was, kon ik aan de boekversie beginnen. Die telde uiteindelijk 1200 pagina’s. Alles opgeteld ben ik elf jaar aan In Europa bezig geweest: van het prille begin in 1998, en de voorbereiding op mijn reis een jaar later, tot en met de documentaireserie – in 35 afleveringen – voor de VPRO. Maar het is absoluut die inspanning waard geweest. Het Europa zoals we dat kennen, is in grote mate getekend door de twee oorlogen aan het begin van de vorige eeuw. Klopt dat, als zeer bondige samenvatting? De opeenvolging van twee wereldoorlogen GM was zonder enige twijfel doorslaggevend, ja. Eigenlijk beschouw ik die hele periode – van 1914 tot 1945 – als één lange oorlog. Met een strijd die voor veel landen binnen de Unie traumatisch geweest is. En die littekens zijn vandaag nog steeds merkbaar. Ook in de omgekeerde richting trouwens. Een land als Nederland is tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal gebleven. Daardoor is er ons ook veel ellende bespaard. Maar veel Nederlanders, onder wie ook politici, beseffen de impact van die eerste oorlog niet; het is een conflict dat vooral onze buurlanden heeft getroffen: Duitsland, Frankrijk, België… Tot vandaag voel je dat in de manier waarop wij Nederlanders ons verhouden tot de Europese Unie. We stellen ons relatief weigerachtig op tegenover die eenmakingsgedachte. Volgens mij is dat 30

IN EUROPA

nog een rechtstreeks gevolg van onze neutraliteit in 1914-1918. Anders gezegd: de urgentie van een politieke unie op Europees niveau, met als einddoel een duurzame vrede, is groter bij jullie dan bij ons. EUROPESE UNIE ZOU BETER AF ZIJN MET EEN KLASSIEKE FEDERATIE. ANDERS DREIGT ONS HUIS TE VERZAKKEN. Natuurlijk heeft ook de Tweede Wereldoorlog een niet te onderschatten impact gehad. In Nederland alleen zijn er 100.000 joden vermoord. De eerste helft van de twintigste eeuw was één groot bloedbad. Bijna alle Europese landen hebben gruwelijk geleden, in sommige steden – Warschau bijvoorbeeld – is meer dan de helft van de bevolking omgekomen. Spanje bijvoorbeeld heeft in diezelfde periode – de jaren dertig – een gruwelijke burgeroorlog gekend. Heel Europa zat na 1945 vol slachtoffers en getraumatiseerde mannen en vrouwen, of dat nu kwam door de concentratiekampen, de bombardementen, de massadeportaties of de slagvelden van Stalingrad. Het heeft tot vele duizenden ontwrichte gezinnen geleid, een trauma dat bepalend was voor het onderbewustzijn van de gemiddelde Europeaan. Die is namelijk niet oorlogszuchtig, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Amerikaan. Daar kunnen ze ten strijde trekken met een energie die aan vrolijkheid grenst. In Europa daarentegen heerst, over het algemeen gesproken, een behoefte aan vredelievendheid. Die heeft tot de Europese Unie geleid. In welke mate is er überhaupt sprake van een Europese identiteit?


GM De discussie over de contouren van onze Europese identiteit vind ik niet zo relevant. We hebben meer met elkaar gemeen dan dat we van elkaar verschillen, laat ik het daarop houden. En dat is als basis voldoende. Ik heb geen behoefte aan, wat je nu soms ziet, invented traditions. Want er is best wel wat, als gemeenschappelijke basis, zonder dat we iets hoeven uit te vinden. Dat is onvoorzichtig, op termijn. Bovendien zijn er andere kwesties die vandaag om onze aandacht vragen. Aan uitdagingen geen gebrek: op het vlak van immigratie, klimaat, economische globalisering, sociale ongelijkheid… Wat mij betreft mag de discussie over ‘Europese identiteit’ dus even in de koelkast.

Uiteraard is er sprake van een grote verscheidenheid binnen de grenzen van Europa. Maar zoals gezegd: we hebben vrijwel allemaal een ingrijpende oorlogservaring met elkaar gemeen. Inclusief de grote dynamiek, de behoefte aan wederopbouw die daaruit is voortgevloeid. Los daarvan: we zijn allemaal actief binnen een neokapitalistisch systeem. En, misschien nog wel het belangrijkste, wij Europeanen genieten allemaal van een sociale zekerheid, als vangnet. Dat onderscheidt ons van veel andere werelddelen. Het is een idee van collectiviteit dat wellicht zijn oorsprong vindt bij de gilden: dat waren beroepsverenigingen die we hier al kenden in de middeleeuwen. Het principe om een collectief belang te verdedigen, en de samenleving als dusdanig te organiseren, is iets wat wij omhelzen: een systeem dat door iedereen wordt aanvaard als ‘goed’. Of toch minstens: als iets dat functioneert. In Amerika daarentegen zweert men ook voor de zorg bij een

totaal vrije markt, zonder enige collectiviteit – en dat is bij ons dan weer ondenkbaar. Het zijn culturele verschillen die intussen, eeuwen later, ingebakken zijn in onze samenleving. Niemand voorzag de hedendaagse Europese Unie. Wie zou in 1953, het jaar waarin Stalin stierf, waarin George Marshall en Albert Schweitzer de Nobelprijs voor de Vrede kregen, Elizabeth II aantrad als koningin, de Oost-Duitsers in opstand kwamen en waarin aan de Nederlands-Belgische grens hevig gejaagd werd op botersmokkelaars, wie zou toen hebben durven voorspellen dat er een halve eeuw later een Europese Unie van vijftien – en binnenkort vijfentwintig – lidstaten zou bestaan, met een eigen munt en een eigen parlement, een vrije ruimte met grotendeels open binnengrenzen, een Europese federatie-in-wording die zich zou uitstrekken van Ierland, via een verenigd Duitsland, tot aan de grenzen van het chaotische Rusland? Aan de andere kant: wie zou in 1953 ooit voorzien hebben dat het nationalisme in 2003 weer zo’n belangrijke rol zou spelen in de Europese politiek? (Geert Mak, uit In Europa, Epiloog, editie 2004. Uitgegeven door Atlas.) Wat opvalt bij de herlezing van In Europa, is: mensen maken het verschil. Sterke individuen kunnen een grote invloed uitoefenen op de koers die velen varen. GM Dat is zeker zo. Leiders geven per definitie de richting aan, en hoe sterker zij zijn, hoe groter

IN EUROPA

31


© Phile Deprez

de impact van hun beleid. Ook in negatieve zin, helaas. Over Adolf Hitler is al veel gezegd en geschreven, maar we kunnen er niet om heen dat hij, op een manier, extreem charismatisch was. Niet alleen voor Duitsers, ook daarbuiten. Toen hij in de jaren twintig en vooral dertig opkwam, stond iedereen paf. Zo’n fascinerend figuur had men nog nooit meegemaakt. Met alle gruwelijke gevolgen van dien. Maar ook iemand als Churchill heeft een enorme invloed uitgeoefend. Terwijl hij als politicus in eerste instantie niet zoveel indruk maakte. Hij is pas een staatsman geworden tijdens de oorlog: in die omstandigheden is hij echt boven zichzelf uitgegroeid. Voor mij behoort hij zeker tot de pioniers van Europa als unie, net zoals de Franse zakenman en diplomaat Jean Monnet. Of iemand als Jacques Delors. Konrad Adenauer. Dat zijn persoonlijkheden die, elk op hun manier, het verschil hebben gemaakt. Vaak meer dan eens. Door kordate beslissingen te nemen op een cruciaal moment, maar evengoed op de langere termijn: door hun volgehouden inspanning, door de consequente manier waarop zij hun idealen hebben nagestreefd. Het zijn trouwens niet altijd de premiers of ministers die zo’n rol hebben gespeeld: voorafgaand aan de Europese Unie is er ook een zeer verdienstelijke generatie van intelligente diplomaten geweest. Mannen en vrouwen met een visie. Sterke leiders kunnen het volk mobiliseren. Iemand als Angela Merkel hoort daar wat mij betreft ook bij. Je hoeft het niet op alle punten eens te zijn met haar beleid, maar het staat vast dat zij tot dusver een cruciale rol speelt in het Europa van de huidige eeuw. Oké, met haar fameuze uitspraak ‘Wir schaffen das’ heeft ze een 32

IN EUROPA

beetje een uitschuiver gemaakt. De reikwijdte van zo’n oneliner, op het moment dat de vluchtelingenstroom nog aan het aangroeien was: de impact ervan heeft ze wel wat onderschat. Tot in Afrika klonk dat als een vriendelijke uitnodiging om naar Duitsland te emigreren. Dat was dus op zijn minst naïef. Europa heeft overigens sowieso gefaald wat de vluchtelingenkwestie betreft. We slagen er maar niet in om zo’n volksverhuizing, als gevolg van de oorlog in Syrië, goed op te vangen. Helaas spelen daar ook andere factoren mee. Zo worden er, zonder twijfel ook bewust, percepties gecreëerd die de feiten in een ander daglicht stellen. Om nog een Nederlands voorbeeld te geven: in 1994 hadden we hier een piek wat het aantal vluchtelingen betrof, een direct gevolg van de oorlog in ex-Joegoslavië, toen 54.000 vluchtelingen. Vandaag is er sprake van een soortgelijk aantal, 59.000, alleen is de discussie die nu in de media wordt gevoerd totaal anders. Op dat vlak zijn we een verzuurd land geworden, helaas. En ja, dat is mede de verantwoordelijkheid van de politieke leiders die ons, het volk, vertegenwoordigen. Zo heeft Nederland in 2005 ook een enorme kans gemist door zo massaal ‘neen’ te stemmen tijdens het referendum over Europa (de vraag was of er een Europese Grondwet moest komen; ruim 60% stemde toen tegen, SH). Met een sterke leider was die uitslag mogelijk anders geweest. Dat kan haast niet anders. Maar de toenmalige premier Balkenende was een kleurloos figuur. Zo iemand is niet in staat om een land veel zelfvertrouwen te geven, helaas. Daarmee gaf hij ook heel veel ruimte aan andere figuren, onder wie ook iemand als Geert Wilders. Een pijnlijk dieptepunt.


Nog een les uit In Europa: populisme is niet recent, maar van alle tijden. GM Absoluut. Kwakzalvers zijn er altijd geweest. Ook in de politiek. Het is in wezen altijd hetzelfde type: een zelfverklaarde magiër die, met zijn bedenkelijke recepten, de wereld op één, twee, drie wel eens zal veranderen. Ze beloven werkelijk van alles, in ruil voor de gunst van het volk. Dat soort van volksverlakkerij kennen we al sinds de middeleeuwen. Maar het populisme draagt niets wezenlijks bij – ook niet in het debat. Dat type politici ventileert alleen maar het ongenoegen. Ze maken de verongelijktheid alleen nog groter. Maar hun opkomst duidt wel op problemen die dieper liggen, en die we wel hoogst serieus moeten nemen.

Wat de vluchtelingenkwestie betreft: de immigranten zullen blijven komen, dat lijdt geen twijfel. Dus ja, we hebben nood aan sterke leiders. En niet alleen dat: Europa lijdt ook aan een systeemfout. Ons Europees project is slecht gefundeerd, zo blijkt nu. Daar moeten we dringend iets aan veranderen. Want nu blijft er te veel ruimte voor de grillen van individuele natiestaten. Zoals Hongarije bijvoorbeeld. Politiek gesproken zou de Unie veel beter af zijn als klassieke federatie. Anders dreigt ons huis te verzakken.

spelen als in Amsterdam West. Dat stemt me, vreemd genoeg, enigszins hoopvol. Als het besef groeit dat wij Europeanen voor dezelfde uitdagingen staan, is er veel mogelijk. Ik denk dat we in een overgangsfase zitten, mede als gevolg van de machtsverschuivingen op wereldniveau: de suprematie van de Verenigde Staten bijvoorbeeld neemt af. China daarentegen is in volle expansie. Dat maakt het moeilijk om het beeld helder te krijgen. Want dat weten we, alleen al op basis van de vorige eeuw: heel wat omwentelingen zijn onvoorspelbaar. Ze vinden niet plaats waar of wanneer je ze zou verwachten. Dat leer je snel, als historicus: bescheidenheid siert. En zoiets als een glazen bol bestaat niet. STEVEN HEENE Steven Heene werkt als dramaturg en redacteur voor NTGent. Dit seizoen verzorgt hij de dramaturgie voor Oogst van de wrok (Luk Perceval) en Liefde (Peter Verhelst).

Of ik pessimistisch ben? Ja en neen. In veel Europese steden kampen de mensen met precies dezelfde problemen: werkloosheid, intolerantie, milieu... Ik ben voor een ander boek van mij, De brug, vaak naar Istanbul geweest. Wel, daar zie je dezelfde factoren die IN EUROPA

33


HET JAAR VAN DE KREEFT PETER VAN KRAAIJ BEWERKT HUGO CLAUS, LUK PERCEVAL REGISSEERT.

‘On reconnaît le vrai à son efficacité, à sa puissance.’ Robert Bresson Het Jaar van de Kreeft naar de gelijknamige roman van Hugo Claus uit 1972 is geen toneelbewerking in de klassieke zin van het woord. Hier geen verwijzing naar de autobiografische anekdote, geen kroniek van de seksuele bevrijding in de jaren ’70, geen liefdesverhaal met psychologische wendingen, zelfs geen personages in de gebruikelijke zin van het woord. Luk Perceval heeft de schandaalroman van Claus getransformeerd tot een voorstelling die nog het meest gelijkenis vertoond met het vroege werk van de Duitse choreografe Pina Pausch: een opeenvolging van fysieke en emotionele botsingen tussen een man en een vrouw, een dodendans waarin de twee geliefden elkaar uitputten, opwinden, sarren en elkaar tenslotte noodgedwongen laten gaan. Het is een onontkoombare voorstelling over de duistere, verslavende, irrationele aspecten van het verlangen en daarmee ook een eigenzinnig eerbetoon aan die grote liefdesroman die Het Jaar van de Kreeft is. VERHAAL HALEN Toen Luk me vroeg om het boek te bewerken werd al snel duidelijk dat hij niet geïnteresseerd was in de ‘petite histoire’: niet in de relatie die Claus had met actrice Kitty Courbois die de aanleiding vormde voor het schrijven, noch in een psychologische analyse van de relatie tussen de romanfiguren Pierre en Toni. Waar we elkaar meteen in vonden was de lezing van de roman als een reconstructie van een noodlottige liefde: een man kijkt terug op een periode waarin hij verliefd 34

GASTVOORSTELLINGEN UITGELICHT

werd op een vrouw die inmiddels is gestorven. Al snel wordt duidelijk dat zijn terugblik een hardnekkige poging is om zin te geven aan een relatie die toentertijd volstrekt stuurloos en vaak zinloos leek. We begeven ons dus in dat vage, vreemde gebied dat het verleden is. ‘The past is a foreign country.’ (Thomas Hardy) Herinneren is creëren, schikken, ‘verhaal halen’ maar ook tot leven wekken. VOOR LUK IS THEATER: DE ZINNELIJKHEID VAN STEM EN LICHAAM, HET VERSTRIJKEN VAN DE REËLE TIJD, TAAL EN VERBEELDING, IMPLICIET VERTELLEN, PIJN EN MELANCHOLIE, STILTE. HIJ BEOEFENT ZIJN VAK/KUNST MET AANDACHT, PRECISIE. HIJ VERTREKT VANUIT WAT ER IS IN HET MOMENT, NIET VANUIT WAT ER ZOU MOETEN ZIJN. Luk wilde een bewerking voor slechts twee stemmen: die van de man die beschrijft en het verleden vormgeeft en verbloemt; die van de vrouw die in zijn hoofd blijft spoken: flarden dialoog, liefdesverklaringen, provocaties maar vooral ook enigmatische zinnen die hij toentertijd niet of nauwelijks heeft begrepen en die nu, vanuit een eindperspectief een andere betekenis krijgen. De man daalt af in het hart der duisternis. De strak gecomponeerde roman van Claus, opgebouwd aan de hand van de vier verstrijkende seizoenen werd in de bewerking samengebald in heftige, poëtische en vaak ambigue momenten tussen de twee geliefden. Momenten waarin seks bijna voortdurend een hoofdrol speelt. Seks niet als vervulling maar als gevecht, als


© Jan Versweyveld

problematische transactie, beloning, chantagemiddel. Ik ken geen roman waarin de liefdesdaad zo vervlochten is met de idee van vergankelijkheid en dood. Eros en Thanatos, het kleine en het grote sterven onnavolgbaar mooi beschreven en verbeeld. BESEF VAN STERFELIJKHEID In de vergankelijkheid, het wegtikken van momenten van hunkering en hardnekkigheid schuilt de diepe tragiek van boek en bewerking. De vrouw sterft aan het einde nadat de relatie al enkele maanden beëindigd is maar eigenlijk nooit heeft opgehouden te bestaan in het leven van de man. Voor ons kon er geen twijfel over bestaan dat de vrouw haar einde vanaf hun eerste liefdesnacht in zekere zin voorvoelt en dat het besef van haar sterfelijkheid als een rouwsluier over haar leven hangt. Om die reden kan ze zich niet binden, en provoceert ze hem om haar los te laten. Haar onuitstaanbare en wispelturige gedrag is een poging om hem te dwingen afscheid te nemen en hem zo voor diepere pijn te behoeden. Maar de man, verliefd als hij is, meent dat hij de enige op de wereld is die haar begrijpt en kan ‘genezen’, de enige die bij haar past. Het is dit tragische misverstand, deze waan die Luk in zijn voorstelling centraal heeft gesteld. Het Jaar van de Kreeft is een opeenvolging van afscheidsmomenten, pogingen om gedaan te maken wat onontkoombaar trekt en blijft zuigen: een diepe liefde en hunkering naar( het lichaam van) de ander in de wetenschap dat de puzzelstukken niet passen en dat ze dat ook in de toekomst nooit zullen doen. De vrouw is als een hemellichaam dat uit zijn baan is geraakt, de man probeert verwoed haar traject te volgen en wordt toeschouwer,

observator van een zich voltrekkende natuurramp: de dood van een ster. MET SCHOONGEWASSEN BLIK De bewerking is één aanvliegroute, het consciëntieuze regiewerk van Luk Perceval een andere. Werken met Luk is herbronnen, met schoongewassen blik opnieuw leren kijken, alle aannames over wat theater moet zijn bevragen, en vooral dag na dag samen op zoek gaan naar de taal die het materiaal ‘opeist’ en nodig heeft. Vaak moest ik denken aan Notes sur le Cinématographe van Robert Bresson, die andere meester (van de moderne cinema) die in korte aforismen zijn vak en kunst heeft verwoord: ‘C’est dans sa forme pure qu’un art frappe fort.’ Voor Luk is theater: de zinnelijkheid van stem en lichaam, het verstrijken van de reële tijd, taal en verbeelding, impliciet vertellen, pijn en melancholie, stilte. Hij beoefent zijn vak/kunst met aandacht, precisie. Hij vertrekt vanuit wat er is in het moment, niet vanuit wat er zou moeten zijn. ‘Ne pas avoir l’âme d’un exécutant (…) Inventer (réinventer) immédiate.’ De regie van Luk ontstaat vanuit de blik van een schilder. Kijken is tot leven wekken. Hij kan eindeloos wachten, acteurs prikkelen en vooral hen doen inzien dat wat zij doen en zeggen morele standpunten en beweegredenen vertolken. Met Maria Kraakman en Gijs Scholten van Aschat had Luk twee spelers uit het ensemble van Toneelgroep Amsterdam ter beschikking die bereid waren die weg met hem te lopen. Hij voegde daar een derde speler aan toe: de pianist-componist Jeroen Van Veen wiens preludes hem inspireerden bij de voorbereiding: korte repetitieve, minimalistische stukken GASTVOORSTELLINGEN UITGELICHT

35


die net als Luks regie de verbeelding op gang trekken maar nooit expliciet gevoelens vertolken. Jeroen voegde zich in het proces naadloos bij de stemmen en lichamen van Maria en Gijs. Zijn muziek werd een derde stem die de onderstroom van de voorstelling verklankt: soms is ze drift en roes, soms geeft ze stem aan de verstomming van de personages, hun sprakeloosheid en hun gebrek aan taal om lief te hebben wat er is en niet wat er zou moeten zijn. De muziek verklankt de breuk tussen realiteit en verwachting, tussen droom en werkelijkheid, tussen leven en dood. Repeteren was zoeken naar een evenwicht of beter een dialoog tussen tekst, muziek en stilte. Een dialoog die als een snaar gespannen werd, strak en meetrillend in het moment. HET JAAR VAN DE KREEFT IS EEN ODE. AAN HET LEVEN, AAN DE LIEFDE EN AAN HET THEATER DAT EEN VRIJPLAATS IS OM DATGENE WAT NIET TE BEGRIJPEN VALT EEN PLEK TE GEVEN. EINDELOZE COMPLEXITEIT VAN SEKS Het verbeelden van seks op de scène vormde een uitdaging. De roman van Claus beschrijft expliciet de verwoede pogingen om samen te komen en ‘samen te komen’. Luk ontwikkelde samen met choreograaf Ted Stoffer een absurde, hilarische en theatrale bewegingstaal die het midden houdt tussen dans en kama sutra, tussen tillen en sjouwen en fysieke intimiteit. De toeschouwer is getuige van de verwoede pogingen van de twee geliefden om vast te houden wat ongrijpbaar blijkt. Het scènebeeld van Katrin Brack laat niks aan de verbeelding over, of misschien juist alles: een zwarte doos waarboven tientallen sekspoppen met erectie (vintage jaren ’70) als een onweerswolk zweven. Het lijkt een expliciete verwijzing naar de neurose van de seksuele bevrijding uit de jaren dat Claus met zijn roman Wolkers van antwoord diende: Het Jaar van de Kreeft als de keerzijde van Turks Fruit waarin de romantiek en de verafgoding van de vrouw de boventoon vormden. Maar naarmate de voorstelling vordert, benadrukken de sekspoppen net de eindeloze complexiteit van seks en verlangen, het niet tot fysieke lust herleidbare van de liefde: ze zweven krachteloos en ‘lichtzinnig’ over de twee geliefden die 36

GASTVOORSTELLINGEN UITGELICHT

verwikkeld zijn in een strijd met elkaar, een strijd ook om zelfbehoud, een poging te weerstaan aan de usurpatie die elke liefdesrelatie is. DE TIJD NEMEN De meest gehoorde regieaanwijzing de afgelopen maanden was: ‘Tijd nemen.’ Spelers zijn vaak geneigd te denken dat hun ‘naakte’ aanwezigheid geen verhaal vertelt op zich en dat er dus iets moet, dat de toeschouwer ‘vermaakt’ moet worden en geprikkeld. Luk geeft hen het vertrouwen dat stilte en bewegingsloosheid genoeg zijn om een verhaal aan te zwengelen. ‘Sois sûr d’avoir épuisé tout ce qui se communique par l’immobilité et le silence.’ Meer nog, hij doet je inzien dat het verstrijken van de reële tijd in het theater een politiek statement is: waar elders kijken mensen twee uur met aandacht en verwachting naar andere mensen in de hoop ‘dat het vlies dat over hun leven hangt zou barsten en zou onthullen wat ze werkelijk zijn’. Het Jaar van de Kreeft is een ode. Aan het leven, aan de liefde en aan het theater dat een vrijplaats is om datgene wat niet te begrijpen valt een plek te geven. ‘Ils veulent trouver la solution là où tout n’est qu’énigme.’ PETER VAN KRAAIJ Werkte als regisseur bij het Kaaitheater en freelance bij De Tijd, Het Zuidelijk Toneel en Walpurgis. Werd in 2007 dramaturg bij Toneelgroep Amsterdam (Ivo van Hove). Het Jaar van de Kreeft is zijn tweede samenwerking met Luk Perceval; eerder maakten zij samen In ongenade van J.M. Coetzee, eveneens bij Toneelgroep Amsterdam. In 2013 verscheen zijn eerste roman Wat rest. HET JAAR VAN DE KREEFT Toneelgroep Amsterdam De roman van Hugo Claus, bewerkt door Peter van Kraaij, in regie van Luk Perceval. Over de ontreddering die een grote liefde veroorzaakt. Di 3, wo 4/05 | 20:00 | NTGent Schouwburg met gratis inleiding 45’ voor aanvang


MET EEN VIS PAREN IS TOEGESTAAN, LIEFDE IS ONGEWENST MEXICAANSE HOND EN OLYMPIQUE DRAMATIQUE SAMEN OP WEG NAAR HET GELUKZALIGE

Half mei speelt Mexicaanse Hond, het theatergezelschap van de Nederlandse alleskunner Alex van Warmerdam, samen met Olympique Dramatique, sinds vele seizoenen verbonden aan Toneelhuis, Het gelukzalige in de Gentse schouwburg. Van Warmerdam tekent voor tekst, regie en muziek. Vijf jaar geleden traden de gezelschappen een eerste maal aan in gezamenlijke slagorde, met applaus op alle banken tot gevolg. Van Warmerdams ongerijmd hyperrealisme met onheilspellende ondertoon, gecombineerd met de zwarte humor en branie van de Olympique Dramatique’ers bleek een schot in de roos. Bij het kanaal naar links werd geselecteerd voor het Nederlandse Theaterfestival en van Warmerdam won met het stuk ook de Taalunie Toneelschrijfprijs.

merdam over de voorstelling, ‘Het gelukzalige is iets waar je naar streeft.’ Die ijzeren wet dreigt te worden overtreden wanneer Brouwer ontdekt dat haar stiefzoon Mulder volledig in de ban is van de ravissante Hensen, Van Henegouwens grote liefde. En niemand rotzooit met Van Henegouwen… Mexicaanse Hond levert de drie actrices voor het stuk: Annet Malherbe, Eva van der Post en Eva van de Wijdeven. De Olympique Dramatique’ers in Het gelukzalige zijn Tom Dewispelaere, Geert Van Rampelberg en Ben Segers. Die eerste breidt zo een vervolg aan zijn recente samenwerkingen met van Warmerdam, want naast in Bij het kanaal naar links was hij ook te zien in de films Borgman en Schneider vs. Bax van de Nederlandse regisseur.

Voor Het gelukzalige vinden de gezelschappen elkaar opnieuw in hun gemeenschappelijke voorliefde voor een sterke tekst boordevol ironische kwinkslagen, absurditeiten en donkere dubbele bodems. Onder het plaveisel van de alledaagse werkelijkheid ligt in Het gelukzalige eens te meer een moeras verborgen. Het laagje beschaving is in dit universum flinterdun: het personage Van Henegouwen, de schijnbaar goedmoedige baas van een groep dieven, is feitelijk paranoïde en wreed. Zijn trouwste vazal heet Brouwer, een vrouw op leeftijd die haar nachtelijke escapades heeft ingewisseld voor de boekhouding: ze bestiert het malafide genootschap, stuurt de dieven op pad en verdeelt naderhand de buit. Daarnaast houdt ze iedereen nauwlettend in de gaten om te verhinderen dat er binnen de vennootschap verhoudingen zouden ontstaan. ‘Groepsseks, porno, paren met een hond of een vis is toegestaan, maar liefde is ongewenst’, dixit van War-

MATTHIAS VELLE Matthias Velle werkte mee aan publicaties van het Poëziecentrum en aan de festivalkrant van de jongste editie van Theater aan Zee, doctoreert aan de UGent over het oeuvre van Peter Verhelst en is sinds januari 2016 dramaturg bij NTGent. HET GELUKZALIGE Mexicaanse Hond & Olympique Dramatique Nieuwe voorstelling van de Nederlandse film- en theatermaker Alex van Warmerdam. Di 17, wo 18, do 19 mei | 20:00 NTGent Schouwburg met gratis inleiding 45’ voor aanvang

GASTVOORSTELLINGEN UITGELICHT

37


EN NU HEEFT U ME GEVONDEN ZONDER BLOED VAN INNE GORIS, DOMINIQUE PAUWELS EN PETER VERHELST

Heeft u enig idee waar we naartoe kunnen gaan? De vrouw glimlacht naar de man en strijkt een haarlok uit haar ogen. De man neemt haar mee naar een café. Ze vinden een tafel. Ze gaan zitten. Ze bestellen twee glazen wijn. Ze praten over ditjes en datjes. Over mensen die de loterij winnen. Tot de man zegt : Ik weet wie u bent. En waarom u bent gekomen. U bent naar hier gekomen om mij te zoeken. Vele jaren geleden heeft u gezien hoe drie mannen uw vader en uw broer vermoordden. Salinas is dood. El Gure is dood. Ik ben de enige van de drie die nog in leven is. En nu heeft u me gevonden.

38

GASTVOORSTELLINGEN UITGELICHT

Ter gelegenheid van de honderdjarige herdenking van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, verdiepte Inne Goris (LOD muziektheater) zich in de Grote Oorlog. Het idee was er een voorstelling aan te wijden, maar het historische materiaal achtte ze niet geschikt. ‘Ik ben geen documentair theatermaker. En het leed van die Grote Oorlog is zo onmetelijk dat het dreigt op te lossen in niet meer te doorvoelen dodencijfers. Liever puur ik de grote vragen en de snijdende emoties uit een microkosmos. Gezinnen, families. Ik verkies als maker de microscoop van de kleine context om de impact te tonen en voelbaar te maken van de grotere structuren waarbinnen ze zich afspelen. Bij mijn zoektocht naar een aanknopingspunt bleef ik terugkeren naar Senza Sangue (2002), een novelle van de Italiaanse auteur Alessandro Baricco (1958). Ik voelde meteen: daar kan ik iets mee. En ook: daar hoor ik muziek bij.’ Senza Sangue is opgebouwd uit twee delen. Het verhaal begint op een afgelegen boerderij, waar een vader met zijn twee kinderen woont. Hij staat bekend als Hyena – een naam die verwijst naar zijn gewelddadige reputatie in een op zijn eind lopende oorlog. Op een dag stopt een auto voor het huis, drie mannen zijn gekomen om wraak te nemen. De vader en de zoon worden bloederig om het leven gebracht, alleen het jonge meisje heeft zich weten te verschuilen en overleeft de slachtpartij. Wanneer ze door de jongste wreker in haar schuilplaats wordt ontdekt, volgt een moment van oogcontact. De wreker besluit het meisje te sparen – einde deel een. Het tweede deel van het boek speelt zich vijftig jaar later af. Een vrouw koopt


een lot voor de loterij aan een kiosk. Aan de verkoper vraagt ze een glas met haar te gaan drinken in een nabij café. De vrouw is het meisje van weleer, de verkoper de jonge moordenaar van haar vader en broer. Wat volgt is een confrontatie die draait rond de vraag of de vicieuze cirkel der wraak kan worden doorbroken. De mededaders van de man kwamen in verdachte omstandigheden om het leven, nu is zijn beurt gekomen, denkt de man. Het gesprek tussen de man en de vrouw gaat over het waarom van zijn daden. Waarom hij een vader en zoon doodde die hij niet kende. En waarom hij het meisje heeft gespaard. Inne Goris: ‘Omdat je zo perfect leek, antwoordt de man. Later zal de vrouw bekennen dat ze de jonge moordenaar zag en dacht: dit is de jongen die mij gaat meenemen. Een moment, bijna, van liefde op het eerste zicht, een liefde die door de omstandigheden niet kon zijn. Ook al waren ze als dader en slachtoffer een leven lang tot elkaar veroordeeld. Uiteindelijk vraagt zij hem mee naar een hotel om de liefde te bedrijven. Na dat moment van intimiteit draait de man zijn rug naar haar, klaar om zijn lot te ondergaan en haar de wraak te laten voltrekken. Wat hij voelt is: een hoofd dat tegen zijn rug rust. Wat zal ze uiteindelijk doen? Baricco laat het open.’ Inne Goris vertrok van de fascinatie voor mensen die een grens overschrijden, het vertrouwde morele kader verlaten en handelingen plegen die ze nooit voor mogelijk hadden gehouden. Ze nodigde Peter Verhelst uit om de novelle van Baricco te bewerken voor een bezetting van twee acteurs (Johan Leysen en Lieve Meussen) en een kind (Aja Ademi/Mila Baeyens). Voor Verhelst ligt het materiaal van Baricco in het verlengde van ander werk: zijn nieuwste NTGent-voorstelling Liefde speelt tegen de achtergrond van een oorlog, het stuk onderzoekt de vraag of opvoeden ook de inwijding in en wapening tegen geweld betekent. Goris vertelt over Verhelsts bewerking van Senza Sangue: ‘Peter maakte een gelaagde tekst, waarin de dialoog tussen de man en de vrouw wordt afgewisseld met beschrijvende stukken tekst die een inkijk bieden in hun gedachten. Uiteindelijk komt het erop neer dat de vrouw de man verleidt het verhaal te vertellen dat ze nodig heeft om te horen. Het vertellen is erg belangrijk in dit stuk, daarom steunt deze voorstelling meer dan veel van mijn ander werk op de tekst.’

Inne Goris © Kurt Van der Elst

Voor de muziek werkte ze samen met Dominique Pauwels, met wie ze eerder al de thematiek van de oorlogsgruwel exploreerde in Hoog gras (2012), een theatrale videoinstallatie over kindsoldaten. Voor Zonder bloed schreef Pauwels een soundscape die werd opgenomen door SPECTRA. Inne Goris: ‘In mijn eerste gesprek met Dominique vertelde ik dat ik voelde dat de novelle van Baricco zich erg leende voor een muzikale interpretatie. Met name het eerste deel van het boek. Dominique en ik waren het erover eens dat we de gruwel daarvan niet wilden vertellen of spelen. We kozen om dat gewelddadige eerste deel op te roepen middels muziek – het begin van de voorstelling. Daarin wordt ook een muzikaal thema geïntroduceerd dat in enkele variaties blijft terugkeren in de loop van de voorstelling. Het is gebaseerd op een lullaby waarvoor Peter Verhelst de tekst en Dominique de muziek schreef. Dat lied wordt gezongen door het jonge meisje, dat de jonge versie is van de vrouw en dat als een kat over de scène zwerft. De lullaby is verbonden aan het beeld van de foetushouding waarin het meisje tijdens de slachtpartij door de jonge moordenaar wordt aangetroffen, dezelfde houding waarin ze zich een halve eeuw later tegen zijn rug legt.’ GASTVOORSTELLINGEN UITGELICHT

39


In Zonder bloed dikten Goris, Pauwels en Verhelst de complexe thematiek van een oorlog in tot het intieme spanningsveld tussen twee mensen. Inne Goris vertelt daarover: ‘Misschien moet het slot van het verhaal niet als een verzoening worden gelezen, maar als de bezegeling van de lotsverbondenheid van dader en slachtoffer. Alle twee waren ze gedoemd om te blijven terugkeren naar hun vertrouwde hel. Naar elkaar dus. Hun absurde trouw aan het afgrijselijke, zo noemt Baricco het. Die trouw aan het trauma. Misschien interesseert me dat nog meer dan het initiële geweld. Hoe mensen, na zoiets ontwrichtends en ontregelends als een oorlog, de rest van hun leven met het afgrijselijke moeten leven. Hoe ze vermijden gek te worden van wroeging of wraaklust. Tijdens de repetities werd Brussel getroffen door twee bloederige aanslagen. Hierdoor kregen de woorden van Baricco’s tekst een andere, grotere betekenis. Op zich werkte het troostend. Twee mensen proberen vanuit een verschillend perspectief uit te leggen wat er is gebeurd en hoe het hun leven heeft getekend. Uiteindelijk een heel minimalistisch gegeven. Twee mensen die proberen te praten. Punt. Over iets moeilijks, iets pijnlijks, dat ze samen hebben meegemaakt…’ KOEN HAAGDORENS NTGent-dramaturg Koen Haagdorens werkte recent mee aan producties als In Europa, De kersentuin, AUGUSTUS ergens op de vlakte, En avant marche!, We Shall Overcome en Rood.

ZONDER BLOED LOD muziektheater Twee mensen die proberen te praten over iets moeilijks, iets pijnlijks dat ze samen hebben meegemaakt. Naar de novelle van Alessandro Baricco, bewerkt door Peter Verhelst. Vr 20, za 21 mei | 20:00 | NTGent Schouwburg met gratis inleiding 45’ voor aanvang

40

GASTVOORSTELLINGEN UITGELICHT

Dominique Pauwels © Kurt Van der Elst


EEN METHODE VOOR EENVOUD OVER RAUW VAN KABINET K

Het begon met de documentaire Poor Kids (BBC, 2011). Britse kinderen die opgroeien in armoede vertellen hun verhaal. Dat gaat over zichzelf, maar ook over hun ouders. Er wordt direct, onverbloemd en onbemiddeld tegen de camera gepraat. Geen betutteling. Wel: overlevingsdrang, veerkracht en een soort wijsheid. Poor Kids was het vertrekpunt voor Rauw, een dansvoorstelling van het Gentse dansgezelschap kabinet k. Rauw werd gecreëerd in 2013. De voorstelling kende een intense tournee en die komt in de zomer van 2016 tot zijn einde. ‘Veel langer kunnen we niet meer spelen’, vertellen choreografen Joke Laureyns en Kwint Manshoven van kabinet k, dat steevast kinderen integreert in zijn voorstellingen. Kinderen worden groot en dat zou uiteindelijk het opzet van een voorstelling als Rauw aantasten. Daarom is de passage langs NTGent tijdens de komende Gentse Feesten de laatste kans voor het Belgische publiek om de voorstelling nog te zien. Het is de eerste keer dat NTGent kabinet k op het programma heeft – het plan is om de banden de komende jaren aan te halen. Kabinet k werd opgericht in 2000. Het gezelschap werkt structureel samen met HETPALEIS (Antwerpen) en STUK (Leuven), en wordt achter de schermen ook ondersteund door les ballets C de la B. Joke en Kwint zijn de drijvende krachten achter kabinet k. Samen ontwikkelen ze de concepten voor de voorstellingen en samen nemen ze de choreografie voor hun rekening – Joke vanuit de regisseursstoel, Kwint als een van de dansers. In 2003 trad kabinet k naar buiten

met een eerste voorstelling, Dromen hebben veters. Kwint: ‘Die voorstelling droeg alles in zich wat later kenmerkend zou blijken voor kabinet k. We werkten toen al met een combinatie van jonge kinderen en volwassenen, wat onderstussen ons handelsmerk is geworden. Een confrontatie tussen generaties, waarbij de vorm ontstaat door een combinatie van ongeschoolde en geschoolde performers.’ Ook in Rauw is deze combinatie zichtbaar: 7 kinderen delen er de scène met drie volwassenen, waarvan 2 dansers en 1 muzikant (Thomas Devos); één van die dansers is Kwint zelf, een andere is een eind in de zestig. Kwint: ‘Onze basisfascinatie bij kinderen is het niet-kunnen: ze zijn als geen ander in staat om niet-technisch om te gaan met hun lichaam, een ongedwongenheid die veel geschoolde dansers zijn ontgroeid. Die terugkeer naar het ongeschoolde is de kern van onze inspiratie.’ ‘We willen vermijden dat kinderen die directe intuïtie verliezen’, stelt Joke. ‘We hebben daar een methodiek voor. We kiezen vaak voor Engelse titels, we geven we de kinderen op voorhand niet teveel inhoudelijke duiding mee… Zo behouden we een vorm van abstractie in de verbeelding van de kinderen. We benaderen hen op eenzelfde manier als de volwassen performers, die zich op hun beurt laten inspireren door de bewegingstaal van de kinderen. Een van onze dansers omschreef het als een methode voor het scheppen eenvoud.’ VEERKRACHT Rauw is een voorstelling over veerkracht. Zoals de titel aangeeft wordt de kwetsbaarheid van de jonge lichamen niet gemeden – het levert soms heftige beelden op, confrontaties tussen volwassenen en kindeNTGENT TIJDENS DE GENTSE FEESTEN

41


ren. Daartegenover staat de fysieke kracht die kinderen inbrengen. Joke: ‘Die veerkracht, dat kan je bijna letterlijk nemen. Alsof je je hand over zo’n kind legt, dat echter, zodra je die hand wegtrekt, weer opveert. In de voorstelling zie je die kinderen veel in groep bewegen. Een deel van die bewegingstaal ontwikkelden we vanuit heel concrete spelsituaties: kinderspelen. Vlaggenroof, 1-2-3-piano, dat soort dingen. We hebben dat urenlang gedaan – kinderen en volwassenen samen. Kinderen hebben bij die spelen een enorm sterke focus in hun beweging en die is interessant. Van daaruit ontstonden dan choreografische bewegingen, waarin die focus werd vastgehouden. Rauw toont de organische draagkracht van zo’n jong lichaam, en wat daarvan overblijft in een volwassen lichaam. In de meeste van onze voorstellingen wordt gezocht om kinderen en volwassenen op een gelijke golflengte te laten bewegen. In Rauw is dat anders. Hier worden volwassen lichamen getoond als geschonden lichamen; ze hebben minder veerkracht en drukken zich grilliger uit, minder organisch, met uithalen, alsof er iets verloren is gegaan.’ VERWARRING De kinderen die in 2013 Rauw maakten worden bijna tieners. Ze werden toen gecast op hun directheid en hebben in de loop van de voorbije jaren alleen maar aan podiumvastheid gewonnen, waardoor de voorstelling er niet minder confronterend op geworden is. Maar met de jaren verdwijnt er ook iets van het kinderlijke van weleer. ‘Als je een kind van 9 in de ogen kijkt op scène, dan is dat anders wanneer dat kind 11 geworden is’, stelt Kwint. ‘Aanvankelijk wekte Rauw 42

NTGENT TIJDENS DE GENTSE FEESTEN

een verwondering op bij het publiek, gaandeweg is de voorstelling brutaler geworden, wat deels een andere kijkervaring oplevert.’ Die impact op het publiek wisselt van speelplek tot speelplek. Rauw was zowel te zien in theaters en culturele centra in Vlaanderen, als op jeugdtheaterfestivals en buitenlandse dansfestivals, en in 2014 ook op het Theaterfestival in deSingel. De voorstelling laat zich dan ook niet voor één gat vangen en onttrekt zich aan labels als kindertheater of jeugddans. Dat is ook het pleidooi dat Joke Laureyns inmiddels al vijf jaar geleden hield en dat nog steeds als State of Affairs op de website van kabinet k te lezen is: het gezelschap produceert voor zowel een jong als een volwassen publiek, net zoals alle leeftijden evenwaardig op scène vertegenwoordigd zijn in zijn voorstellingen. Op sommige speelplekken levert dat verwarring op. ‘In Schotland werd een voorstelling als Rauw als schokkend ervaren’, zegt Joke, ‘kinderen worden er veel beschermder opgevoed, die directheid waren ze daar blijkbaar niet gewend. In Palestina was het omgekeerd: daar speelden we voor een halfvolle zaal, maar mensen begonnen tijdens de voorstelling hun vrienden en familie te bellen om af te komen, en tegen het eind van de voorstelling zat de zaal vol; in Rauw komt een scène voor waarin kinderen met stenen gooien, de herkenbaarheid van dat gebaar was voelbaar in de zaal – een mengeling van lichtheid en beladenheid.’ VERTROUWEN ‘In het conservatieve zuiden van Zwitserland merkten we dat de fysieke intimiteit tussen een volwassene en


een kind een schrikeffect teweegbracht.’ Die intimiteit behoort tot het dna van kabinet k, dat in zijn werkprocessen een grote vertrouwdheid opbouwt tussen de dansers, ongeacht hun leeftijd. Vertrouwen is dan ook een steekwoord voor de volgende productie die het gezelschap voorbereidt: Horses gaat in november van dit jaar in première in de Minardschouwburg. De inspiratie ontstond tijdens de laatste repetitieweken van Rauw. Joke: ‘In aanloop naar de première begonnen de spanningen hoog op te lopen. Tussen twee doorlopen in trokken alle medewerkers ’s avonds naar buiten, een boswandeling om stoom af te laten. Daar in het duister ontstond zo’n moment dat ontaardde in een achtervolging van volwassenen met elk een kind op de rug. Een spel dat flirt met het gevaar. Daar zagen we hoe blind vertrouwen eruit kan zien. Het beeld van de fysieke symbiose tussen een ruiter en zijn paard. Vandaar de titel Horses – een voorstelling over instinctief vertrouwen. Vijf volwassenen, vijf kinderen…’ KOEN HAAGDORENS

RAUW kabinet k Een voorstelling over spelen, dromen, doen alsof, kind zijn ook als het niet kan. Over opgroeien in soms moeilijke omstandigheden, gezien vanuit het perspectief van kinderen. En over de volwassenen die voor hen moeten zorgen, die ondoorgrondelijk zijn, soms dichtbij, maar meestal ver weg. tijdens de Gentse Feesten, op zo 17, ma 18, di 19 en wo 20/07 | 19:00 | NTGent Minnemeers

NTGENT TIJDENS DE GENTSE FEESTEN

43


SCHOFT KOMMIL FOO

Kommil Foo ontleedt de mens en doet dat meesterlijk. (De Morgen) Recht naar het hart‌ briljante voorstelling. (De Standaard) Onversneden klasse. (deredactie.be) Toonbeeld van theatrale balanceerkunst. (NRC Handelsblad) Kracht, klasse en grandeur! (Het Parool) Gracieuze muziek, mooie verhalen. (de Volkskrant) Geweldige acteurs. (Theaterkrant) Warme gloed van vakbekwaam meesterschap. (8Weekly) Het is het leven zelf dat een klein geniepig schoftje is... het slaat, het zalft, het schuurt en het ergst van al: eindigt. Het blijft de broers Walschaerts voorstelling na voorstelling inspireren: de mens die met moeite recht blijft. Maar struikelt. Die telkens de moed vindt om weer op te staan. Om dan weer te struikelen. Dat dat dan troostend is. En om te lachen, dat zeker!

spel Raf en Mich Walschaerts | regie Ineke Nijssen & Walter Janssens | productie Caroline Lanoye | technische leiding Koen Bellens | decor Kris Van Oudenhove tijdens de Gentse Feesten, van vr 15 tot zo 24 juli | 21:00 | NTGent Schouwburg 44

NTGENT TIJDENS DE GENTSE FEESTEN


WIND OP KOP EN RECHT BLIJVEN STUDIO ORKA SPEELT CHASSE PATATE

51º noorderbreedte, 3º oosterlengte, de zwakste en gevoeligste plek van onze planeet. Alles zinkt er weg, maar niemand weet waarom. En in dat niemandsland, een café waar zelden iemand langskomt, maar wie langskomt, die wil er blijven. Omdat alles er mag zijn wat het is. Soms héél bijzonder, soms héél gewoon. Je mag er lachen, om dingen waar niemand anders om lacht, er mag - voetje voor voetje - gedanst worden. Je mag er zingen, luidkeels - als een wildebras. Of stil worden. Chasse Patate biedt troost aan mensen die zich koste wat het kost overeind houden, terwijl de grond onder hun voeten zompig wordt. Chasse Patate gaat over veerkracht, over iets écht willen en niet opgeven. Over trappen, trappen, trappen. Over hoe dat moet, troosten, omarmen. Over dromers, vechters en veel te warm bier.

van & met Philippe Van de Velde, Martine Decroos, Dominique Van Malder, Julie Delrue, Titus De Voogdt, Janne Desmet, Wim Deliveyne, Peter De Bosschere en Luc Waegeman | vormgeving Philippe Van de Velde en Kwint Manshoven | coaching Peter Monsaert | dramaturgie Mieke Versyp | productie Maarten Naessens en Famke Dhont | kostuums Maartje Van Bourgognie en Elise Goedgezelschap | techniek Lorin Duquesne | een productie van Studio Orka in coproductie met NTGent, Ruhrtriënnale, Theaterfestival Boulevard en C-mine tijdens de Gentse Feesten, op locatie in Belzele (Cauwenbroekdreefken), op vr 15, za 16, zo 17, wo 20, do 21, vr 22 en za 23 juli om 19u, en op zo 17, wo 20 en vr 22 juli ook om 15u. Meer praktische info op ntgent.be NTGENT TIJDENS DE GENTSE FEESTEN

45


‘JA’ ZEGGEN TEGEN ELKAAR DIT ZIJN DE NAMEN – KLEIN SPIEGELPROJECT MET PEDAGOGISCH CENTRUM WAGENSCHOT

Hoe vangen jullie de jongeren op? WR Jongeren komen naar het buitengewoon secundair onderwijs met een attest, na een grondige screening van een Centrum Leerlingenbegeleiding. Wagenschot vangt echter vaak leerlingen op die in dat buitengewoon onderwijs ook al in een watervalsysteem zijn terechtgekomen en dus een laatste vangnet nodig hebben. Vandaar dat wij Wagenschot ‘onschools’ noemen: we staan op de grens van onderwijs, welzijn en therapie. Er heerst meer geduld voor negatief gedrag, gewelddadigheid of vandalisme dan in andere scholen. Daarom ook dat de school eerder klein is.

Welke opleidingsvormen bieden jullie aan? Op 10 maart 2016 stonden vier Wagenschotleerlingen op de planken van NTGent Arca. Theaterdocente Hanne Vandersteene begeleidde hun eigen versie van NTGent-broer Dit zijn de namen. Het was al de vierde samenwerking tussen Wagenschot en NTGent. Tijd voor een kort gesprek met Elfje Godderis, PR/ fondsenwerving en Wim Roosens, schooldirecteur.

WR Opleidingsvorm 2 , wat voorbereidt op werken in het algemeen, en opleidingsvorm 3, met als mogelijkheden grootkeukenmedewerker, metselaar, hoeklasser. Verder willen we een sociaal-ondernemende school zijn, waarbij de leerlingen kleine diensten leveren aan betalende klanten buiten de school. EG Zo zien de leerlingen in wat het nut kan zijn van hun opleiding.

Wim, Elfje, wat is Wagenschot eigenlijk? Wagenschot is een pedagogisch centrum bestaande uit een school voor buitengewoon secundair onderwijs en een multifunctioneel centrum. Onderwijs en welzijn samen. We werken met jongeren met ernstige emotionele- en gedragsstoornissen, al dan niet met een lichte mentale beperking. Wagenschot biedt de jongeren kansen die ze anders niet zouden krijgen. School en centrum hangen af van een eigen ministerie, maar werken nauw samen. WR

Wat maakt jullie ‘speciaal’ binnen de sector? WR Wagenschot boort een register van creatieve methoden aan om de jongeren aan te spreken en dichtbij te begeleiden. Waar andere centra stoppen, zetten wij door: wat kunnen we nog meer doen om de jongeren ‘bij te houden’? In dat opzicht passen de kleine spiegelprojecten in samenwerking met NTGent naadloos.

46

SPIEGELPROJECT

Hoe omschrijven jullie de taak van jullie leerkrachten? Interessant is het om mensen te vinden die WR ‘ook een hoek af hebben’, bij wijze van spreken. Leerkrachten die het niet per se beter weten, maar samen een oplossing zoeken. Die zich blijven vastklampen aan de leerling, die energie opbrengen om te begeleiden en oplossingen te zoeken. Belangrijk is natuurlijk dat je enerzijds naar de leerlingen zeer duidelijk bent en dat je anderzijds de leerkrachten zelf zeer goed ondersteunt. EG Op die manier hebben we een sterk team, dat heel erg aan elkaar hangt. WR En dat niet elke dag aanvangt met vooropgestelde doelstellingen, maar wel gefocust op een fijn proces ernaartoe. Piekmomenten beleven. Mensen die een diamantschilfertje kunnen en willen ontdekken in een hoop stront.


EG Dat klinkt hard, maar zo uitvergroot is het wel. We bereiden hen voor op de dingen waarmee ze geconfronteerd zullen worden. Het zijn ook creatieve mensen. WR Het blijven immers extreme leerlingen die heel weinig nuance kennen. Daarom is dat kleine spiegelproject zo suEG bliem, omdat we leerlingen plotseling met heel andere ogen bekijken en heel andere waarden zien dan in het dagelijkse leven. Ik heb gasten de hand geschud na een voorWR stelling met wie ik bij wijze van spreken dagelijks in de clinch lig, maar op scène stijgen ze boven zichzelf uit. Dat is ontroerend. Dat ze in een context bewegen die ze in hun leven nog nauwelijks zullen zien of ontmoeten. Voor sommigen is op de theaterplanken staan een echte overwinning op zichzelf. Het samen komen van ‘cultuur’ en onze opleiding is van onschatbare waarde voor de school. Omdat je bij de gasten in die kleine spiegelprojecten plots snaren ziet trillen die nog nooit getrild hebben. Niet alleen bij zichzelf, maar ook bij hun omgeving. Die ziet ook plots iemand anders dan gewoonlijk. Er wordt enorm naar dat project toegeleefd, met heel de school. Die vibreert daarop. De deelnemers leren open zijn en elkaar vertrouwen. Dat groepsgevoel is onbetaalbaar. Ook de omkadering van NTGent is daarbij onEG betaalbaar: de docente, de technische ondersteuning en het mogen spelen in een echte theaterzaal.

Hier raken we iets fundamenteels in theater spelen: acteurs moeten elkaar vertrouwen, ‘ja’ zeggen tegen elkaar. Die gasten leren dat plots in het toewerken naar een toonmoment. Dat moet heftig zijn. Maar het lijkt me dat dit ook de filosofie is van jullie Wagenschotteam: ‘ja’ zeggen tegen gasten die al zo vaak op nee gebotst zijn en die ‘nee’ als vanzelfsprekend beschouwen en zelf hanteren.

En wat is de impact na het toonmoment op school? WR Dat geeft zeker natrillingen. Het blijft leven, tussen de deelnemers onderling, in relatie met wie hen zag spelen en natuurlijk ook met de begeleidende leerkrachten. Daar teren we jaren op. Ook bij mensen zoals ik, die wat verder afEG staan van de gasten, blijft dit leven. Er wordt plots een blijvende verbinding gemaakt. Zo worden we verbindende school: gasten wilWR len graag bij ons blijven juist omdat ze toneel kunnen spelen. We laten de leerlingen daarom ook bochten maken en grenzen verleggen, in alle veiligheid.

Wat ons afsluitend brengt bij de thematiek van hun spiegelproject: over een grens gaan en wat dat betekent in hun leven. Die betekenis zit voor mij zeker in het zelfverEG trouwen dat ze winnen, waarop ze later zullen kunnen terugvallen in onveilige, kwetsbare situaties. Dus willen we zeer graag blijven spiegelen, tot in lengte van jaren. Genoteerd en begrepen. Tot in 2017! DIRK CROMMELINCK Dirk Crommelinck coördineert de afdeling publiekswerking van NTGent en is verantwoordelijk voor de productieomkadering en het jongerenbeleid.

Klopt. Dat ja zeggen kost hen veel energie. Er WR zijn er dus die dat niet halen omdat hun motor te klein is. En die 'ja' tijdens het toonmoment vind ik telkens zeer ontroerend. Van goudwaarde voor onze instelling, maar moeilijk kwantificeerbaar.

SPIEGELPROJECT

47


DE LIEFDE, DUS TOCH In zijn mooie en niet altijd gemakkelijke dankrede die Rainer Goetz uitsprak toen hij in 2015 de Büchnerprijs kreeg, stelde hij een paar wezenlijke vragen die iedereen die iets maakt – iets als in een roman, een toneelstuk, een opera, een film – maar ook iedereen die gewoon leeft zich zou moeten stellen. Het eerste woord van zijn dankrede luidt ‘Jugend’ (jeugd) nog voor hij de dames en heren en de leden van de Deutsche Akademie für Sprache und Dichtung, die hem die prijs hebben toegekend, aanspreekt. Met de jeugd is iets aan de hand. Allereerst is daar de jeugd van Büchner, die op 23-jarige leeftijd stierf. Maar er is meer. ‘Jeugd,’ zo zegt Goetz, ‘heeft de maatschappij veroverd, veranderd, verbeterd en is zelf daarbij kapotgegaan.’ Nu gaat jeugd, zo weten wij, altijd kapot. Daar is niets voor nodig, alleen het verstrijken van de tijd, maar Goetz doet voorkomen alsof dat kapotgaan van de jeugd nu juist te maken heeft met specifieke activiteiten die jeugd ontwikkelt: veroveren, veranderen en verbeteren. © Pascalle Bonnier

Jeugd gaat kapot aan het eigen succes. Dat mag naar cultuurpessimisme ruiken maar Goetz, geboren in 1954, bezondigt zich daar niet aan. Hier is geen kunstenaar aan het woord die de jeugd oppervlakkigheid en verdwazing verwijt omdat hij voelt dat ze hem niet meer vreten; hij ziet zichzelf verdwijnen, nog voor zijn dood, en dat onaangename gevoel heet dan cultuurpessimisme. Goetz is zich zeer bewust van dat gevaar. Schrijven wordt niet goed ouder, stelt hij. Hij ziet hoe het gevaar van zelfplagiaat, ontheemd gezwets, en Herenmensendom (Herrenmenschentum, een heerlijk woord) voor de ouder wordende schrijver op de loer liggen. Vier vragen destilleer ik uit de rede van Goetz. Hoe te leven? Hoe een politiek mens te worden? Hoe een poëtisch mens te worden? Hoe om te gaan met de ‘gigantische kapotheid’?

48

COLUMN ARNON GRUNBERG


Laat ik met de laatste vraag beginnen. Toen ik achttien of negentien was, kocht ik in een boekhandel Krieg (Oorlog) van Goetz. Ik kende Goetz niet, maar de titel sprak me aan en ook het motto van de stukken die in dat boekje verzameld waren: ‘De vijanden van mijn vijanden zijn ook mijn vijanden.’ Ik kocht daarom zonder verder te lezen of te denken dat boek van Goetz en in sommige van mijn teksten uit die tijd, die onlangs weer zijn opgedoken in de garage van mijn moeder, zijn de invloeden van Goetz te herkennen. De schrijfmachine, waarop ik toen nog typte, als mitrailleur. De gigantische kapotheid moet niet worden ontkend of vergoelijkt, maar je moet de competitie ermee aangaan, de kapotheid verslaan met zijn eigen middelen, tegenover gigantische kapotheid een nog gigantischere kapotheid stellen, de kapotheid verslaan met zijn eigen extremiteit. Dat is de jeugd en we weten nu dat die aan zijn eigen succes ten onder gaat. Dus vanuit de positie, hier spreekt de gigantische kapotheid, kun je niet blijven doorgaan omdat je het slachtoffer wordt van je eigen zwaard. Alsof je het zoveelste getal na de komma van pi aan het uitpluizen bent. Maar hoe vervolgens een politiek mens te worden? De schrijver, theatermaker of kunstenaar die gedoogd wordt door de maatschappij, dan weer geprezen dan weer veracht, kan niet anders dan concluderen dat dat gedogen politiek is. De maatschappij drukt de gigantische kapotheid uit en is tegelijkertijd een poging die kapotheid in min of meer goede banen te leiden. De crux zit in de woorden min of meer. Voor de een meer, voor de ander wat minder. De sprong van het politieke naar het poëtische maakt Goetz met behulp van Handke, die de Büchnerprijs kreeg toen hij 30 jaar oud was. Ook jeugd. Het woord ‘poëtisch’ wordt vaak ingezet om het moeilijke en het onbegrijpelijke toch nog van een complimentje te voorzien. Poëtisch. Of het zweverige aanvaardbaar te maken. Dat lijkt me een belediging voor de poëzie. We houden het erop dat het poëtische de nieuwsgierigheid is die aan het kapotgaan en het kapotmaken voorafgaat. Wat niet betekent dat de nieuwsgierigheid

niet door kan gaan terwijl het kapotmaken in volle gang is. De beste destructie is nieuwsgierigheid, maar daarmee is niet gezegd dat die destructie per definitie ook moreel te rechtvaardigen valt. Dus nu we het toch over moraal hebben, we kunnen niet zonder, laten we de vraag hoe te leven meteen beantwoorden. Het leven van de kunstenaars is zelden een goed voorbeeld. Zij die de vraag beantwoorden of proberen te beantwoorden brengen de antwoorden zelden op overtuigende wijze in praktijk. Misschien is dat wel de beste reden om het leven en het werk te scheiden, en het oordeel over het leven over te laten aan degene die dat leven heeft geleden, en de naaste omgeving allicht, die mag ook meespreken. Als de maatschappij de kapotheid slechts in goede banen leidt, of misschien moet je zeggen, eerst kapot maakt en dan probeert wat goed te maken, dan kun je slechts proberen te laten zien: hoe je ook moet leven. Hoe het eventueel ook zou kunnen. Zo gaat het ook. Niet heel goed, maar het gaat. Dank u dat u zo vriendelijk informeert. Goetz doet iets vreemds. Op het eind van zijn dankwoord stelt hij de vraag waarvoor je moet staan. En hij antwoordt: ‘voor AMORE.’ Met hoofdletter nog wel. De liefde, dus toch. Maar wel Amore, niet Liebe. De liefde is in het buitenland. Wij kunnen ernaar verlangen, ernaar streven, erop hopen, ernaar reiken, erover spreken, maar er nooit mee samenvallen. Je geeft vorm waaraan het je ontbreekt. ARNON GRUNBERG De Nederlandse schrijver Arnon Grunberg verzorgt dit seizoen een vaste column in dit magazine.

COLUMN ARNON GRUNBERG

49


Geniet langer langer met Geniet methet het

N

HTNET

in GENT

7 op 7 tot 1 uur ‘s nachts I Ge nt

t

Gen NT

COMBITICKET VRIJ GEBRUIK P+R, TRAM & BUS

DE

LIJ N

Na de voorstelling nog gezellig bijpraten? Dat kan! De Lijn rijdt elke nacht tot 1 uur door het hart van de stad en naar tal van deelgemeentes. Samen uit, samen thuis.

Gratis heen en terug op vertoon van uw NTGent ticket Info delijn.be/nachtnet


FINTRO LITERATUURPRIJS 2016 VANUIT NTGENT Na een vruchtbare samenwerking van drie jaar hebben Boek.be en Fintro beslist om de Gouden Boekenuil om te dopen tot Fintro Literatuurprijs. De prijs blijft bestaan uit twee onderscheidingen. De Vakjury kent de prijs van de vakspecialisten toe. Ze wordt voorgezeten door Kathleen Cools en bestaat uit de literaire recensenten Bart Vanegeren, Edith Aerts, Jeroen van Kan, Danny Theuwis en Guinevere Claeys. Daarnaast zweert de Fintro Literatuurprijs bij een Lezersjury bestaande uit 100 lezers en voorgezeten door Adil El Arbi. Daarenboven kan iedereen – en dat is iedereen, niet enkel de 100 lezers van de Lezersjury – de beoordelingen op het discussieforum naar waarde schatten en mee discussiëren. De Fintro Literatuurprijs wil immers de Nederlandstalige boekenprijs zijn die het dichtst bij lezend Vlaanderen staat en wil zo eigentijdse Nederlandstalige literatuur bij een zo breed mogelijk publiek onder de aandacht brengen. Op 6 april maakte de Vakjury haar shortlist bekend: Inge Schilperoord (Muidhond), P.F. Thomése (De onderwaterzwemmer), Hagar Peeters (Malva), Stephan Enter (Compassie) en Connie Palmen (Jij zegt het) zijn de vijf overgebleven kanshebbers voor de Fintro Literatuurprijs. De prijsuitreiking zelf vindt plaats tijdens een slotshow in NTGent die op zondag 5 juni live te bekijken is op Canvas.

51


EVEN PRAKTISCH St-Baafsplein 17, 9000 Gent | parkings: Vrijdagmarkt, Reep, Sint-Michiels, Kouter

Minnemeers 8, 9000 Gent | parking: Vrijdagmarkt

St. Widostraat 4, 9000 Gent | parkings: Vrijdagmarkt, Ramen, Sint-Michiels

Walpoortstraat 15, 9000 Gent | parkings: Zuid, Kouter, St. Pietersplein

check ntgent.be

LAAT U RIJDEN! ZONDER PARKEERZORGEN NAAR HET THEATER. Uw NTGent-ticket geldt op de dag van de voorstelling als vervoersbewijs heen en terug voor bussen en trams van De Lijn. De Park & Ride plaatsen in Gentbrugge, Flanders Expo en aan het St. Pietersstation laten u genieten van bus of tram. Zo kunt u de parkeerdrukte in de stad vermijden. Het nachtnet van De Lijn (tot 1u) brengt u veilig terug. Om uw reisweg te plannen is er delijn.be/nl/routeplanner.

Dagelijks open van 10u ’s ochtends tot 20u op dagen zonder voorstelling en tot 3 uur na het vallen van het doek. Proef er de beste koffie of een theatraal glaasje bubbels, geniet er het gezelschap van acteurs en theaterliefhebbers of lees er in een aangenaam kader een krant, tijdschrift of goed boek. Elke weekdag bieden we u tussen 12u en 14u een gezond buffet aan. Het NTGent Café zal u dit seizoen zeker verrassen!

52

Het mooiste zonneterras van Gent in combinatie met heerlijke gastronomische gerechten, originele wijnen of Belgische bieren: het team van NTGent Foyer verwacht u elke dag behalve op maandag en dinsdag voor heerlijke bistrogerechten, Belgische klassiekers of voor de populaire brunchformule op zondag. Met het theaterarrangement boekt u een ticket in rang 1 en kunt u vooraf genieten van een goed getimed dinner zodat u op tijd naar de voorstelling kan. Reserveren kan via + 32 9 234 13 54 of info@foyerntgent.be

GRAND HOTEL REYLOF Grand Hotel Reylof is het kroonjuweel van de tophotels in Gent. Een hotel dat u zal verrassen door de unieke samensmelting van authentiek en origineel design, comfort en luxe. Met een toprestaurant, mooie wellness en een prachtige binnentuin waar u tot rust kunt komen. Allemaal op een steenworp van het historische centrum van Gent. In samenwerking met NTGent geniet u er speciale tarieven in de charmekamers, en krijgt u er een welkomstdrankje bovenop! U boekt deze pormotie rechtstreeks in het hotel met vermelding ‘arrangement NTGent’ via +32 9 235 40 70. Dit biedt u een quick dinner formule (2 gangen binnen 50 minuten) in combinatie met een ticket rang 1.


VANAF NU ZIJN WE OOK OP MAANDAG OPEN

Tickets voor NTGent bestel je bij Tickets Gent, ons bespreekbureau dat je bereikt via de doorgang rechts van het NTGent CafĂŠ. Open van maandag tot vrijdag van 10u tot 18u, op zaterdag van 14u tot 18u en vanaf 1 uur voor aanvang van de voorstellingen in de Schouwburg. Gesloten op zondag. Online bestellen kan uiteraard altijd. ntgent.be | +32 9 225 01 01 | info@ticketsgent.be OPGELET: tijdens de Gentse Feesten is ons bespreekbureau van vr 15 tot zo 24 juli geopend van 14 tot 20u, daarna zijn we van ma 25 juli tot en met zo 7 augustus gesloten. Op zoek naar een geschenk? Wij helpen je graag en geven het beste van onszelf: theater met alles erop en eraan. CADEAUBONNEN en TICKETARRANGEMENTEN met een diner in onze Foyer of Restaurant Lof, of zelfs met een OVERNACHTING in het Grand Hotel Reylof: het kan allemaal. Of geeft u liever een BOEK of een CD? Kijk even op ntgent.be en laat u verleiden. Tickets Gent is tevens het vaste verkooppunt voor de theatercollectie van boekhandel Paard van Troje. Ook voor events die via Ticketmaster te koop worden aangeboden kunt u er terecht.

SEIZOENSVOORSTELLING Op maandag 23 mei stellen NTGent-makers, dramaturgen en acteurs het nieuwe seizoen voor aan het brede publiek op een gratis event. Concrete info volgt via onze website en Facebook, maar hou alvast die avond vrij in uw agenda.

Met deze digitale kaart kunnen deelnemers aan vrijetijdsactiviteiten in Gent punten sparen die rechts geven op bijkomende voordelen en fijne extraatjes. Ook NTGent aanvaardt deze kaart bij alle voorstellingen. Meer info op www.uitingent.be/uitpas

53


NTGENT IN GENT / MEI - AUGUSTUS 2016 MEI DI 03 20:00 HET JAAR VAN DE KREEFT Toneelgroep Amsterdam | Schouwburg | €14-26 Twee grote meneren (Hugo Claus en Luk Perceval) kruisen elkaars wegen. Het resultaat is een voorstelling over liefde en de duisternis van onvolkomen verlangens. WO 04 20:00 HET JAAR VAN DE KREEFT €14-26 DI 17 20:00 HET GELUKZALIGE Olympique Dramatique | Schouwburg | €14-24 Na het succesvolle Bij het kanaal naar links (2011) volgt nu een nieuwe samenwerking tussen de Nederlandse theater- en filmmaker Alex van Warmerdam en het Vlaamse collectief Olympique Dramatique. Ze koesteren allebei een grote liefde voor het gewone, maar dat gewone krijgt bij hen altijd een slagje, het ontspoort en de duistere drijfveren van ons handelen komen boven... WO 18 19:30 \ LEARNING HOW TO WALK PREM NTGent | Minard | €14-30 ‘Met Learning How to Walk wil ik misschien wel opnieuw beginnen, alles wat ik leerde opnieuw formuleren, elk begrip, elke beweging, alles opnieuw definiëren en dan weer in vraag stellen als een soort verloren tussengebied dat constructief is, zonder drama.’ (Benny Claessens) WO 18 20:00 HET GELUKZALIGE €14-24 DO 19 20:00 HET GELUKZALIGE €14-24 VR 20 20:00 ZONDER BLOED LOD muziektheater | Schouwburg | €14-24 Over wraak, verzoening en de gevolgen van oorlog. Naar de novelle van Alessandro Baricco in een bewerking van Peter Verhelst. Dominique Pauwels maakt de muziek, Inne Goris regisseert. VR 20 19:30 \ LEARNING HOW TO... €14-24 VR 20 20:00 \ LIEFDE NTGent | Arca | €14-20 ‘Je weet, als echtgenote, dat er bloed aan de

54

handen van jouw man kleeft, en wellicht ook aan zijn geslachtsdeel. En diezelfde man zit naast jou aan tafel, ligt naast jou in bed. Hoe doe je dat?’ Nieuwe voorstelling van Peter Verhelst, over militairen die terugkeren naar huis, naar hun gezin, en over moeders die hun dochters weerbaar willen maken voor het echte leven. Met Els Dottermans en An Miller. ZA 21 19:30 \ LEARNING HOW TO... €14-24 ZA 21 20:00 \ LIEFDE €14-20 ZA 21 20:00 ZONDER BLOED €14-24 ZO 22 15:00 \ LEARNING HOW TO...MAT €14-24 MA 23 20:00 \ OOGST VAN DE WROK NTGent, Thalia Theater Hamburg Schouwburg | €14-24 Luk Perceval bewerkt de magistrale roman van John Steinbeck. Over immigratie, en hoe daarmee om te gaan. Met Bert Luppes, Kristof Van Boven, Nick Monu / Markus Graf, Marina Galic, Rafael Stachowiak en Marii Schulga. DI 24 20:00 \ LIEFDE €14-20 DI 24 20:00 \ OOGST VAN DE WROK €14-24 WO 25 19:30 \ LEARNING HOW TO WALK WO 25 20:00 \ LIEFDE €14-20 WO 25 20:00 \ OOGST VAN DE WROK €14-24 DO 26 19:30 \ LEARNING HOW TO... €14-24 DO 26 20:00 \ OOGST VAN DE WROK €14-24 VR 27 19:30 \ LEARNING HOW TO... €14-24 ZA 28 19:30 \ LEARNING HOW TO... €14-24 ZA 28 20:00 \ WE SHALL OVERCOME NTGent | Schouwburg | €14-24 In alle toonaarden verkondigt dit liedjesprogramma zijn geweldloos verzet tegen oorlog en geweld. Een eigenzinnige selectie uit het wereldklasserepertoire met Wim Opbrouck als leader of the band. DI 31 19:30 \ LEARNING HOW TO... €14-24

JUNI WO 01 19:30 \ LEARNING HOW TO... €14-24


JULI / GENTSE FEESTEN VR 15 19:00 CHASSE PATATE €8-16 THEATERGEKTE IN DE ZOMERVAKANTIE? Studio Orka | Belzele (Cauwenbroekdreefken) NTGent organiseert theaterweken voor jeugdige fanaVR 15 21:00 SCHOFT €25-27 tieke die-hards. Kommil Foo | NTGent Schouwburg ZA 16 19:00 CHASSE PATATE In samenwerking met KAZOU (CM) spelen we twee ZA 16 21:00 SCHOFT weken volop van theatertje! Drama kings and queens ZO 17 15:00 CHASSE PATATE geboren in 2004 en 2005 kunnen tussen 2 juli en 8 ZO 17 19:00 RAUW €12-16 juli 2016 en 20 en 26 augustus 2016 hun acteurshart Kabinet k | NTGent Minnemeers je ophalen. De internaatvakanties zijn helaas al lang ZO 17 19:00 CHASSE PATATE volzet, maar voor de externaatvakanties zijn nog wel ZO 17 21:00 SCHOFT enkele plaatsen. Deze kampen gaan door in NTGent MA 18 19:00 RAUW Minnemeers en NTGent Arca. Voor inschrijvingen verMA 18 21:00 SCHOFT wijzen we door naar www.kazou.be/vakantie. Alleen DI 19 19:00 RAUW daar kan je terecht. Meer info kan je wel krijgen via DI 19 21:00 SCHOFT onze publiekswerking (publiekswerking@ntgent.be – WO 20 15:00 CHASSE PATATE 09/2693529) WO 20 19:00 RAUW WO 20 19:00 CHASSE PATATE In samenwerking met PLATFORM K zetten we voor WO 20 21:00 SCHOFT de tweede maal een superleuk dans- en theateratelier DO 21 19:00 CHASSE PATATE op. Dit voor kinderen met en zonder beperking die geDO 21 21:00 SCHOFT boren zijn in 2005, 2006, 2007. Dit vakantieatelier is VR 22 15:00 CHASSE PATATE een ontdekkingstocht. Je moet geen ervaring hebben. VR 22 19:00 CHASSE PATATE Op de laatste dag tonen we onze creaties aan het puVR 22 21:00 SCHOFT bliek. Spotlichten aan en actie! Wanneer? Van 15 t.e.m. ZA 23 19:00 CHASSE PATATE 19 augustus 2016, elke dag van 9u tot 16u in NTGent ZA 23 21:00 SCHOFT Arca. Opvang is voorzien vanaf 8u30 en tot 16u30. ZO 24 21:00 SCHOFT Deelnameprijs? 90 euro voor de volledige week, incl. drankje ’s middags. Meer info en inschrijven? Stuur Meer info over bovenstaande voorstellingen vindt u op een mailtje naar info@platform-K.be blz 41-45.

Afgesloten op 12/04/2016. Alle weergegeven informatie is onder voorbehoud van wijzigingen in de loop van het seizoen. NTGENT.BE

55


OMKADERING BIJ HERNEMINGEN VAN NTGENT-PRODUCTIES LIEFDE (20, 21, 24, 25 MEI) OOGST VAN DE WROK (23, 24, 25, 26 MEI) WE SHALL OVERCOME (28 MEI)

Publiekswerking ondersteunt uw kijkervaring! \

De voorstellingen worden GRATIS INGELEID, drie kwartier voor aanvang van de voorstelling, op foyerniveau in onze schouwburg of op de Arcazolder.

\

Helaas kunnen we voor de voorstelling Liefde geen nieuwe (SCHOOL)GROEPEN meer inboeken! Al die tickets zijn al de deur uit! Voor de twee andere producties zijn er wel nog plaatsen.

\

Je kan met de (school)groep aansluiten bij elke inleiding, maar je kan ons ook boeken voor een INLEIDINGSLES OF EEN INLEIDEND GESPREK OP LOCATIE.

\

Voorbereiden en nabespreken met je (school)groep doe je aan de hand van onze gratis LESMAPPEN. Downloadbaar via de productiepagina van onze website of aan te vragen via e-mail publiekswerking@ntgent.be.

\ Wens je je groep eens extra te verwennen? Neem dan contact op met Publiekswerking: we stellen voor jou graag een VERWENTGENTARRANGEMENT op maat samen! Voor de omkadering van de nieuwe productie Learning How to Walk verwijzen we naar blz 7.

56


NTGENT OP TOURNEE MEI – AUGUSTUS 2016 LIEFDE Kortrijk, Stadsschouwburg (3/05) Aarschot, CC Het Gasthuis (4/05) Harelbeke, Het Spoor (6/05) Herzele, CC De Steenoven (7/05) Hasselt, Schouwburg (9/05) Haarlem, Toneelschuur (11/05) Den Haag, Theater aan het Spui (12, 13/05) Arnhem, Stadstheater (14/05) Utrecht, Stadsschouwburg (16/05) Herentals, CC ‘t Schaliken (19/05) Wilrijk, CC De Kern (26/5) Halle, CC ‘t Vondel (27/05) Leuven, 30CC / Wagehuys (30, 31/05) Amsterdam, Frascati (2/06) Merksem, CC Merksem (4/06) Bierbeek, CC De Borre (9/06) FRONT Tianjin (24, 25/05) EN AVANT, MARCHE! Caen, Théâtre de Caen (1, 2/06) Sankt-Pölten, Festspielhaus (10/06) Londen, Sadler’s Wells (16, 17/06) Napels, Teatro Festival Italia (23, 24/06) Berlijn, Berliner Festspiele (5, 6/07)

WE SHALL OVERCOME Tienen, CC De Kruisboog (3/05) Sint-Lievens-Houtem, CC De Fabriek (6/05) Turnhout, De Warande (7/05) Koksijde, CC Casino (10/05) Maasmechelen, CC Maasmechelen (12/05) Eeklo, CC De Herbakker (13/05) Waregem, CC De Schakel (14/05) Antwerpen, De Roma (15/05) Roeselare, De Spil (17/05) Lokeren, CC Lokeren (18/05) Ieper, CC Het Perron (19/05) Kuurne, Kubox (22/05) Strombeek, CC Strombeek (25/05) Aalst, CC De Werf (26/05) Sint-Niklaas, Stadsschouwburg (27/05) OOGST VAN DE WROK Hamburg, Thalia Theater (29/05, 17, 25, 26/06) PLATONOV Barcelona, CREC Festival (22, 23/07)

57


NTGent wil een open huis zijn, toegankelijk voor iedereen. Een NTGent productie bijwonen is een recht. Daarom maken we ons aanbod zo toegankelijk mogelijk voor iedereen. NTGent is rolstoeltoegankelijk, heeft een ringleiding voor doven en slechthorenden, en voorziet bij sommige voorstellingen ook audiodescriptie, tolken Vlaamse gebarentaal, voelstoelen en/of boventiteling. Om u de beste service te kunnen bieden, vragen wij u om steeds alle relevante informatie te vermelden bij uw reservering.

Bij de voorstelling We Shall 0vercome op za 28/05 bieden wij tolken Vlaamse gebarentaal en voelstoelen aan. Die laatste zijn kussens die op stoelen geplaatst worden, en die geluid omzetten in trillingen om muziek en andere geluiden te kunnen voelen. Mocht je deze voorstelling met tolken Vlaamse gebarentaal en voelstoelen graag bijwonen, schrijf je dan in via debbie.crommelinck@ntgent.be

Meer info via: publiekswerking@ntgent.be +32 9 269 35 29 | +32 9 269 35 30

NTGENT ZOEKT VRIJWILLIGERS NTGent is steeds op zoek naar vrijwilligers met een groot hart voor theater. Wilt u graag deel utmaken van een actieve en dynamische ploeg vrijwilligers en kunt u ons helpen bij het onthaal, de bar, de promotie enz., geef ons dan een seintje via vacature@ntgent.be

COLOFON redactie Nele Buyst | Sophie Cocquyt | Dirk Crommelinck | Benny D’haeseleer | Caroline Eliano | Koen Haagdorens | Steven Heene | Koen Tachelet | Koen Van Caekenberghe (coördinatie & eindredactie) vertalers Gregory Ball (E), André Verkaeren (F), Sibylle Jung (D) en Koen Van Caekenberghe (NL) fotografie Stephan Vanfleteren (cover & affichebeelden) | Jules August (corporate photography) vormgeving Chilli (Hannah De Jonghe, Frederik Vanderfaeillie) verantwoordelijke uitgever Kurt Melens | Sint-Baafsplein 17, 9000 Gent U ontvangt deze publicatie op basis van klantgegevens van NTGent. Wenst u dit niet, laat het ons dan weten via info@ntgent.be 58


FOLLOW US ON:

RUBRIEK

FACEBOOK TWITTER 59 RUBRIEK INSTAGRAM


dankt zijn sponsors en subsidiĂŤnten

NTGent magazine mei - augustus 2016 jaargang 14 #6 april 2016

PB-PP|B-31355 BELGIE(N)-BELGIQUE

Verschijnt 6x per jaar in februari, april, mei, augustus, oktober, december Afgiftekantoor Gent X | P209538 Afzendadres | Kurt Melens, St-Baafsplein 17, 9000 Gent


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.