Noorderzon in verhalen | deel 2

Page 1

P E R F O RM I N G A R T S F E S T I V A L G R ON I N G 1 8 A U 2 0 1

E N 2 8 G 6

d e r o e s g e s t o l d n o o r d e r z o n i n v e r h a l e n

2


De roes gestold Waarom u dit boekje in uw handen houdt, en wie het hebben geschreven Joost Ramaer Noorderzon is een jaarlijkse roes, een intense onderdompeling die elf dagen lang duurt. Woedt, liever. En dan … voorbij is, even plotseling als hij losbarstte. Mark Yeoman, Femke Eerland en Mark Hospers wilden een herinnering aan de roes van 2016. Iets tastbaars en bewaarbaars, waar naartoe je kunt terugkeren. Een gedeelde herinnering, die het festival ook kan opsturen aan vrienden en bekenden, als dank voor hun komst en betrokkenheid. Een boekje, geschreven door een groep van zes jonge schrijvers die zich zo kunnen bekwamen in het kijken naar, en denken, praten en schrijven over theater. Twee vliegen in één klap. Ook dat was hun idee. Ze vroegen mij de groep te coachen, en dat heb ik met veel plezier gedaan. Onze opdracht was te schrijven over wat Noorderzon zijn ‘hoofdprogramma’ noemt: het theateraanbod. Niet in de vorm van recensies – er zijn al zoveel media die de voorstellingen op het festival recenseren. Onze opdracht was een niveau dieper te gaan. Of hoger, zo je wilt. Om op zoek te gaan naar thema’s, rode draden, verbindingen in het festivalprogramma. De leiding van Noorderzon vroeg ons een breder beeld van het festival te schetsen. Tijdens Noorderzon 2016 bezocht ieder van ons zoveel shows als mogelijk was. Iedere dag kwamen wij om vijf uur ’s middags Backstage bij elkaar en bespraken wij ongeveer een uur lang wat we hadden gezien en wat we ervan vonden, om daarna samen te eten – waarbij het debat natuurlijk vrolijk verder ging. Vrijwel meteen begonnen we ook te schrijven. In eerste instantie nog wel vaak recensies, maar daaruit putten we al binnen een paar dagen de eerste grondstof voor onze meer beschouwende verhalen. Ook die stukken lazen en bespraken we gezamenlijk. Onze eerste publicatie deden we op donderdag 25 augustus op Noorderzon.nl, toen het festival al over de helft was. Het was een soort tussenstand. Nu ligt er dit boekje, in hetzelfde formaat als de gebundelde interviews die criticus Robbert van Heuven al ruimschoots vóór het festival de belangrijkste makers heeft afgenomen. Een boekje voorpret, en een boekje nagenieten. Eén voorstelling verdeelde onze schrijversgroep even heftig als de meeste ‘gewone’ toeschouwers: Guerrilla van het Spaanse gezelschap El Conde de Torrefiel. Daarom hebben we daaraan apart aandacht besteed in de vorm van twee recensies: één meer vóór dan tegen, één meer tegen dan vóór. De andere teksten laat ik voor zichzelf spreken.

foto: > Noorderzon 2016 © Niels Knelis Meijer Ontwerp: Dirk de Jong, Studio D2 vormgeving | Druk: Drukkerij Tienkamp | Oplage: 1000

2


Dit zijn de auteurs Lies Mensink (23) gaat een Master Theaterwetenschappen doen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij nam deel aan de schrijversworkshop van Jonge Harten en schrijft regelmatig voor 8WEEKLY. Marieke Pentinga (29) behaalde haar Master Kunst, Cultuur & Media aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij nam deel aan de schrijversworkshop van Jonge Harten en blogde ooit voor Noorderzon. Devi Smits (22) studeert filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij nam deel aan de schrijversworkshop van Jonge Harten en schrijft regelmatig voor 8WEEKLY. Philip Rozema (22) is dichter en schrijver. Tijdens het academisch jaar 2015-2016 was hij huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen. Aan dezelfde universiteit begint hij binnenkort aan een Master Kunst, Cultuur & Media. Sebastiaan Vos (43) is archivaris en publicist. Nynke Oele (37) is freelance programmamaker. Voor Noorderzon verzorgt zij al jaren het kinderprogramma Rotor, ‘op Zuid’ in het Noorderplantsoen. Joost Ramaer (58) is freelance journalist en coach van de schrijversgroep. Hij werkt onder meer voor De Groene Amsterdammer en schrijft over theater voor Theaterkrant.nl, Theatermaker en Culturebot, een Newyorks blog over de podiumkunsten. Voor Noorderzon leidt hij sinds 2013 live gesprekken met makers en hun publiek. Heel veel leesplezier, en tot Noorderzon 2017!

3


Vreemd voor iedereen

Op Noorderzon ben ik nooit de enige die in totale verwarring uit een show komt Door Philip Rozema Groningen heeft geen Yuri van Gelder nodig om te beseffen dat acrobatiek en drank makkelijk gecombineerd kunnen worden. In de Spiegeltent neemt een groep vrienden eerst een shotje, voordat een van hen de meest prachtige oefeningen in een hoepel doet. Het is Finale van de Berlijnse circusgroep Analog. Een typische Noorderzon-act. Een collage van bekende acrobatenacts, gehuld in een rauw, stads jasje. Er wordt gezwaaid aan een hoepel, gehandstand op een stoelleuning en gesprongen over drie uit het publiek geplukte mensen. Hoogte- of dieptepunt van de voorstelling is Remi Martin, die zijn geslachtsdeel als slaginstrument gebruikt en ritmisch de Franse vlag swaffelt, al zwaaiend met zijn heupen. Met op de achtergrond: Edith Piaf’s Non, je ne regrette rien. Nee, neem dan het circusduo Duo Diesel in een container aan de Leliesingel. Gardes zijn aan boren gemonteerd, om er vervolgens een skippybal op te laten draaien. Dat circus ook een verhaal kan vertellen bewijst Compagnie MPTA met Barons Perchés. Een jongeman is alleen in zijn huis, tot er uit de lucht een tweede versie van hemzelf naar beneden komt vallen. Op een trampoline. Al snel worden de meest indrukwekkende kunsten vertoond. Voor de meeste mensen zal het puur een circusvoorstelling zijn geweest. Voor mij was het meer dan dat: het was een voorstelling over hoe je jezelf altijd weer tegenkomt. Ook al stop je jezelf onder het podium, op den duur kom je toch wel weer uit de lucht vallen. Circusacts spreken tot de verbeelding. Ze zijn altijd uitverkocht en staan altijd garant voor een goede avond. In het begin hoor ik stelletjes mopperen: ‘Ik zie er helemaal niets van!’ Even later zie ik ze dansen op het podium. Dat is wat Noorderzon doet. Even denk ik: gelukkig, er zijn ook nog mensen die buiten de lijntjes kleuren.

In tweeëneenhalf uur kan ze precies alle dozen uitpakken. En dat doet ze Sommige artiesten kleuren zo ver buiten de lijntjes, dat ik eigenlijk niet meer weet wat ik zie. Neem bijvoorbeeld de voorstelling I’ve never done this before. Op het podium vol prullaria worden YouTube-video’s van moderne ontdekkers nagespeeld. Zo wordt een hersengolfmuts aangesloten op een keyboard, waardoor een breinsymfonie ontstaat. Je hebt er niets aan, maar het klinkt fantastisch. De verwarring wordt nog erger door de beamer, waarop de reactie van de maker te lezen is. Even later wordt een bizarre droom nagespeeld, een bestuurbare staart gepresenteerd en leren we hoe je een neppe buikwond kan maken. Ik schiet, samen met een paar andere mensen, in de lach. Anderen mompelen wat, hopen dat het snel afgelopen is en geven een kort applaus. Eén ding is zeker: we zijn allemaal verward. We’ve never seen this before. Een van de meest bijzondere voorstellingen op Noorderzon is Oblivion van Sarah Vanhee. Zij heeft een jaar lang alles wat ze normaal zou weggooien of vergeten in dozen gestopt en gefotografeerd. Ik wist niet wat me te wachten stond, alleen dat het stuk twee en een half uur zou duren. Eenmaal in de zaal zie ik ongeveer twintig dozen. Sarah pakt een doos en legt alle afval dat daarin zit stuk voor stuk op de vloer. Ik voel ‘m al aankomen: in tweeëneenhalf uur kan ze precies alle dozen uitpakken. En dat doet ze. Sommige mensen waren hier duidelijk niet op voorbereid en liepen na verloop van tijd weg. Zodra de vloer zo vol met afval staat dat ze voor de trap spullen begint neer te leggen, lijkt het erop dat we niet meer zo makkelijk kunnen ontsnappen. Gelukkig heb ik me niet verveeld. Sarah vertelde over het project, en soms was er muziek te horen. De voorstelling had iets meditatiefs. Bij de Vietnamese voorstelling Hanoi Stardust wordt indrukwekkend gedanst, maar het grijpt me niet. Mijn gedachten dwalen langzaam af. Het valt me op dat de vijf dansende dames hetzelfde zijn gekleed, maar dat,

4


Analog | Finale © Niels Knelis Meijer

als je goed kijkt, de kleuren van de onderbroeken verschillen. Hadden ze geen andere onderbroeken meer, of is het keiharde concurrentie? Hé, alle dames hebben ook hun haar anders zitten. Ik beeld me in dat ze achter de schermen in een kille stilte hun haar zitten te dossen, om maar de mooiste te zijn. Voordat ik het weet staat er alweer een andere danser op het podium, zit ik te denken aan de lelijke tatoeages van de eerste danser – wat bezielt zo iemand? – en is de voorstelling afgelopen. Maar dat maakt niks uit, ik ben nooit de enige. Regelmatig zie ik na afloop van een voorstelling mensen in totale verwarring praten over de voorstelling. Sommigen lijken zelfs trots te zijn dat ze er niets van begrepen. Dat is iets moois. Het betekent dat je het lef hebt om met een open, nuchtere blik naar de wereld te kijken, waardoor je iets wat out of the box of ontoegankelijk is makkelijker tot je kan nemen. Tegelijkertijd komt iedereen die ik maar kan bedenken naar het plantsoen, waaruit blijkt dat Noorderzon ook toegankelijk is. Ik heb bij de voorstellingen verveelde bejaarden, verbaasde kinderen en echte theaterfanatiekelingen gezien. Om nog maar te zwijgen van het publiek dat zich buiten de voorstellingen bevindt. Ik zag iemand die ik sinds groep 6 niet meer had gezien. Jongeren die voordat ze overstaken ‘Even wachten … pizza!!’ riepen. Alles loopt hier rond. Misschien is dat wel het geheim van Noorderzon. Iedereen kan er een topavond hebben, en tegelijkertijd word je uitgedaagd om dingen te zien die je normaal niet ziet. De verrassing ligt overal op de loer. Voorstellingen in containers. Een concert op een vijver. En voor de doorgewinterden: een jonge vent die de Franse vlag swaffelt, een actrice die YouTube-video’s naspeelt en een vrouw die urenlang haar afval uitstalt. Op Noorderzon vieren we het vreemde en genieten we ervan alsof we er al jaren mee bekend zijn.

5


Noorderzon: een bizarre trip Hoe vaak komt het nog voor dat we ons over iets verbazen?

Door Lies Mensink Ieder jaar kijk ik stiekem uit naar het einde van de vakantie. Niet omdat ik sta te popelen om mijn studie weer op te pakken of omdat ik Matthijs van Nieuwkerk mis: nee, om Noorderzon. Voor mij was dit festival, zoals dat voor de meesten is, een plek om met vrienden te drinken en af en toe een concert op het Dok mee te pakken vanuit een opblaasbootje. De voorstellingen liet ik vaak aan me voorbij schieten. Ik ben veel te impulsief om weken van tevoren te bedenken waar ik kaartjes voor wil kopen. Dit jaar komt daar voor het eerst verandering in. Terwijl mijn vrienden en een groot deel van Groningen in een grote stroom rondjes rond de vijver bleven lopen, ben ik van tent naar tent gegaan en van theater naar theater en nog nooit heb ik zo’n veelzijdig programma gezien. Eén voorstelling ging mij zelfs de pet te boven. Ik begreep er niets van, maar ik vond het prachtig. Mag ik dat zeggon? Ja dat mag ik zeggon. Alleen op Noorderzon kun je iets zien, er geen snars van begrijpen en het prachtig vinden. Al weet ik dat niet iedereen dat kan waarderen. Eerlijk is eerlijk, ikzelf kwam bij mijn eerste confrontatie met het ongrijpbare in een innerlijk gevecht. Op het toneel staan vier krachtige performers van Teatro el Público met een dictie waar je u tegen zegt. In Antigonón vliegen de Spaanse poëtische zinnen je om de oren en het is hard werken om het tempo van de acteurs in de boventiteling bij te houden. Gelukkig is het een feest om naar te kijken met de ontelbare kostuumwisselingen, de dans, maar bovenal door het vuur van de performers. Ik raak de draad echter volledig kwijt, word omvergeblazen. Om mij heen zie ik dezelfde onwetende blikken. Eén ding weet ik wel zeker: zoiets heb ik nog nooit gezien. Buiten komt een stel enthousiast op mij af. ‘Snapten jullie er iets van? Nee? Wij ook niet.’ Ik zie bij het stel een glinstering in ieders ogen. Geen woede, geen ‘ik wil mijn geld terug’, geen ‘ik ben vast te dom voor theater’. Nee, een soort kinderlijk enthousiasme: Wij waren erbij, wij hebben iets meegemaakt! Misschien zijn we bij die vreemde voorstelling net allemaal weer kind geworden. Ik koester het moment dat ik het niet begrijp, want hoe vaak komt het nog voor dat we ons over iets verbazen? De voorstellingen van Noorderzon blijven ons uitdagen. Teatro el Público | Antigonón, un contingente épico © Pierre Borasci

6


Toch kan niet iedereen dat aan. Voorafgaand aan een andere voorstelling hoor ik een man trots tegen zijn schoonouders zeggen: ‘Wij bleven bijna als laatste zitten. De halve zaal was al leeg.’ Het levert een mooi verhaal op, maar zoals uit de anekdote blijkt kan niet iedereen de mate van experiment op Noorderzon aan. Misschien dat regisseur Bush Moukarzel er daarom voor kiest zijn publiek geheel aan de hand te nemen bij de openingsvoorstelling Chekhov’s First Play. Door middel van een koptelefoon laat de regisseur zich in ieders oor uit over thema’s en de keuzes die hij in de voorstelling heeft gemaakt. Uiteraard krijgt de vorm al snel de overhand en worden de acteurs door de regisseur overstemd. Hoewel de eerste helft aan een traditioneel stuk met ‘audioguide-tour’ doet denken, is er een keerpunt. De sfeer wordt killer, ijziger en het stuk onbegrijpelijker.

Een toeschouwer knuffelt de uitgeputte performer. Dit is geen theater meer, dit is écht Dan gebeurt er iets bizars: een jongen uit het publiek staat op en loopt naar het podium. Het laatste halfuur speelt hij de hoofdrol van Platonov in dit steeds vreemdere Tsjechov-stuk. Terwijl de acteurs een choreografie uitvoeren, danst hij te midden van hen bescheiden voor zichzelf. Het is eerlijk en ontroerend. Even breekt met hem de scheiding tussen ons en de acteurs. In het verdere stuk wordt onze hoofdrolspeler tussen personages heen en weer gesleurd, zonder een woord te zeggen. Na afloop applaudisseert de jongen op het podium voor de performers om hem heen, maar wij in het publiek, wij klappen voor hem. Een soortgelijk moment vindt plaats bij En Alerte van Taoufiq Izzediou. Door middel van beweging toont Izzediou met zijn uitzonderlijk knuffelbare lijf een innerlijk gevecht. De strijd tussen het traditionele religieuze en het moderne Westerse. Aan beide kanten van het podium spelen twee live muzikanten. De een is traditioneel Marokkaans gekleed, althans hij draagt een fez en bespeelt een guembri, een driesnarig Noord-Afrikaans instrument. De ander lijkt meer op een Westerse sessiemuzikant gewapend met elektrische gitaar. Te midden van dit muzikale geweld beweegt Izzediou zich. Hij put zichzelf uit in repetitieve rituele bewegingen en zijn ritmische ademhaling wordt muziek. Als beide muzikanten het podium verlaten, loopt Izzediou eenzaam rondjes in cirkels van zand. Dan benadert hij ongewapend en met open armen voorzichtig het publiek. Geïsoleerd achter het beslagen glas van zijn verlichte motorhelm mompelt hij iets onverstaanbaars. Hij komt dichterbij en zegt nu verstaanbaarder: ‘Can I get a hug?’ Ietwat onbeholpen staat een man op de eerste rij op en knuffelt de uitgeputte performer. Dit is geen theater meer, dit is écht. Daar waar de performer en de toeschouwer elkaar even raken, daar wordt het echt. Dat kun je niet repeteren. Het kan ook zover gaan dat de performance geheel in handen van de toeschouwer komt te liggen. Zoals bij Edit Kaldor’s Web of Trust. ‘Who takes initiative? Who takes the call?’ Dit staat op een scherm terwijl ene Tirza Gevers ons via Skype belt. Onze rol wordt duidelijk: deze voorstelling kan pas verder gaan zodra iemand uit het publiek opneemt. Een meisje neemt op. Ze zat al verdacht dicht bij de laptop toen we de zaal binnen liepen. Hoe dan ook, de voorstelling gaat verder, maar nu is het aan ons. Tirza legt het glashelder uit. Het is een mooi en simpel idee. Wij het publiek zijn nu nog een groep vreemden, maar na deze voorstelling hopelijk een gemeenschap. Snel wordt duidelijk waarom we zijn gevraagd om onze smartphones aan te laten. Via onze mobieltjes schrijven we op wat we nodig hebben en via die behoeftes worden we aan elkaar gelinkt.

‘If this is theatre, who is the performer? #confused#bored’ Eindelijk geen theatermaker die ons een beeld opdringt van wat we nodig moeten hebben, nee het is aan ons. Ik ervaar opeens een grote druk. Wat heb ik eigenlijk nodig? Wat wil ik nou echt? Terwijl sommigen nog gefrustreerd verbinding proberen te krijgen, leggen anderen de bouwstenen voor onze gemeenschap. Veel mensen houden het praktisch: I need Airconditioning. Iets later worden ze eerlijker: Love and understanding. Toch blijft onze revolutie uit en tegen het einde schrijft iemand: ‘If this is theatre, who is the performer? #confused#bored.’ Van onze gemeenschap komt misschien niet veel terecht, maar deze vraag blijft me bezighouden. Een voorstelling waarin het wederom een toeschouwer was die mij raakte is While I was waiting. Hoewel regisseur Omar Abusaada al jaren geen werk meer in eigen land laat zien is While I was waiting een portret van de stad

7


waar hij nog steeds woont: Damascus. Wanneer Taym in elkaar geslagen op de achterbank van een auto wordt gevonden, laat hij zijn zus, moeder en vriendin verslagen achter. Rond het ziekenhuisbed waar Taym in coma ligt, raken zij met elkaar in gesprek. Abusaada laat Taym stiekem aan zijn bed en coma ontsnappen, en vanaf een stellage op het podium zijn familie gadeslaan en becommentariëren. We zien de verschillende personages vluchten in hasj, religie of zelfs over de grens. De oorlog in Syrië speelt uiteraard een grote rol. We zien echte beelden van protesten. De toon is in die eerste filmpjes nog feestelijk en hoopvol, maar in het verloop van de voorstelling worden ze steeds grimmiger. De idealen waarmee de protesten begonnen zijn ver zoek. Beelden van andere protesten geven een onbehaaglijk gevoel: het eerdere gejuich wordt overstemd door het geluid van regenende kogels. Ik neig een van de personages gelijk te geven als ze zegt: ‘Misschien heb ik alleen mijn energie verspild en niets van waarde achter gelaten.’ Hoewel de angst van de oorlog voelbaar is, krijgt deze niet de overhand. Abusaada schetst met While I was waiting niet het beeld dat wij al zo vaak in de media voorbij zien komen. Hij toont het dagelijkse leven van Syrië binnen de muren terwijl buiten de oorlog woedt. Hij laat ons Damascus zien als een prachtig sereen panorama van lichtjes bij nacht en hij laat de geluiden van de straat horen als exotische muziek. Het meest magische moment vindt na de voorstelling plaats in het nagesprek. Een man uit het publiek steekt zijn hand op: ‘I do not have a question, I just want to say something.’ Met tranen in zijn ogen bedankt de man Abusaada: ‘Thank you for showing the real Syria, I am from Damascus and you’ve captured it one hundred procent. Thank you for that.’ Een andere man begint daarop te klappen, de rest besluit dat als ongepast en blijft stil, maar inwendig klap ik ook.

De bizarre stoïcijnse grijns van de blonde man voelt plots nep en leeg Mijn Noorderzon-ervaring was bijna ten einde toen de laatste dag aanbrak: nog maar één voorstelling te gaan. Op het moment dat ik het niet meer verwachtte, werd ik door Liquid Loft overrompeld. Op het podium wordt live gefilmd en de beelden worden op een groot doek gemanipuleerd. Voor je eigen ogen creëert Liquid Loft met hun False Colored Eyes een visuele illusie. Wat volgt is een grote trip die je in een golvende beweging overspoelt, in een waas van beelden en geluidsfragmenten. Niet langer zoek ik houvast in een innerlijk gevecht naar logica en ik vaar mee in de prachtige en absurde beelden. Lijven glijden over elkaar in een grote orgie. De dansers bewegen alsof ze poseren voor Vogue. Ze lijken hun korte bewegingen te herhalen, maar doen telkens net iets anders en bewegen langzaam vooruit. In de wazige muziek herken ik nummers van the Velvet Underground en ik waan me in Andy Warhol’s The Factory. De tijd van de vrije liefde, maar ook van een iets te grote liefde voor de eigen schoonheid. Op het podium lijkt iedereen zijn eigen fifteen minutes of fame te willen. De bizarre stoïcijnse grijns van de blonde man voelt plots nep en leeg. De warme golf lijkt ineens koud als na een fantastisch feest, wanneer de TL-buizen akelig fel branden en de middelen zijn uitgewerkt. Noorderzon 2016 was voor mij één grote warme golvende trip. Een waarin je onverwachts overrompeld wordt. Waarin je iets mooi kunt vinden zonder het te begrijpen. Een die je als een verwonderd kind laat zijn. Dat waar ik niet geheel mijn vinger op kon leggen, is mij het meest bijgebleven. Die meest magische momenten uit de voorstellingen ontstonden in het moment zelf. Die momenten die niet te repeteren zijn. Daar waar het de scheidslijn tussen het theater en de realiteit raakt. Daar waar performer en toeschouwer elkaars plaatsen innemen; elkaar een knuffel geven of zelfs daar waar de voorstelling eigenlijk al voorbij was in een nagesprek. Terwijl de bootjes uit de vijver worden gehaald, de laatste ronde ingaat en het productieteam begint met afbreken, is het net of de felle TL-buizen aangaan en mijn middelen zijn uitgewerkt.

8


Liquid Loft | False Colored Eyes © Pierre Borasci

Waarlijk democratisch, en waarlijk cosmopolitisch

Waarom Noorderzon-theater zo anders is – en zoveel spannender Door Joost Ramaer ‘Wat dat nou voor festival is, Noorderzon’, vragen mensen mij vaak. Meestal adviseer ik hen twee nachten een slaapplek in Groningen te boeken en een stuk of zes voorstellingen. Zo ben ik ooit zelf begonnen, in 2005, en de rest is recente geschiedenis. Maar voor dit boekje is dat geen geschikte reactie. Ik kan het niet beter uitleggen dan aan de hand van voorbeelden, ervaringen, anekdotes. Ik beperk me daarbij tot theater. Noorderzon heeft ook een uitgebreid, en heel goed en origineel muziekprogramma. En het is een geweldige plek om te chillen en te hangen en te flaneren, met al die drank- en eettenten in dat prachtige Noorderplantsoen. Maar onze opdracht als schrijvers van dit boekje betrof specifiek wat Noorderzon zelf zijn ‘hoofdprogramma’ noemt: theater. Noorderzon biedt niet wat de meesten onder theater zullen verstaan. Het vindt plaats op meestal overdekte speelplekken in het park en in de stad, en je moet er kaartjes voor kopen. Maar daar houdt de overeenkomst wel op met een avondje uit naar de schouwburg in je woonplaats. Alleen met voorbeelden kan ik de enorme verschillen illustreren met theater zoals je dat ziet op Noorderzon – en op wijlen het zusterfestival De (Internationale) Keuze van de Rotterdamse Schouwburg, waar ik eveneens vanaf 2005 stamgast was, maar dat helaas eerder dit jaar in een daad van laffe theaterterreur om zeep is geholpen.

9


Eerste voorbeeld. In 2005 zag ik op De Keuze histoire(s) van de Spaanse choreografe Olga de Soto. Deze voorstelling was een artistieke herdenking van een legendarische theatergebeurtenis: de première van Jean Cocteau’s gedanste ‘mimodrama’ Le Jeune Homme et la Mort, op 25 juni 1946 in het Théâtre des ChampsÉlysées in Parijs. De Soto had een advertentie geplaatst in de Franse krant Le Monde, waarin zij nog levende getuigen van deze voorstelling uitnodigde zich bij haar te melden. Wat wij zagen was een film, gecompileerd uit de interviews met een aantal van die getuigen. O, een documentaire dus, zult u nu denken. Maar De Soto projecteerde haar beelden op twee beeldschermen, het ene groot, het andere kleiner, die op het podium werden vastgehouden door … Tja, acteurs waren het niet. Althans, zo gedroegen zij zich niet. Beeldschermdragers dan maar? Zij hielden de schermen met hun handen vast, en bewogen zich daarmee over het podium. Dan weer was het grote scherm vooraan, dan weer het kleine. Een film was het niet meer. Het was een live performance geworden. Theater. Ook al hielden de dragers de hele voorstelling hun mond, en deden zij niks anders dan een paar passen opzij, naar voren of naar achteren, met dat beeldscherm in hun handen.

Ik werd eerder geparticipeerd, als je dat zo zou kunnen zeggen In de interviews bleken de getuigen heel verschillende herinneringen te hebben aan dezelfde passages uit Cocteau’s stuk. Dat was ontwapenend, maar ook een eye opener: het liet zien dat ieder kunstwerk – zij het een roman, een schilderij, een ballet, een concert of een theaterstuk – door iedere individuele genieter naar eigen inzichten wordt herschapen zodra de maker het openbaart. Al snel ging het helemaal niet meer over het ballet, maar over de geïnterviewden. histoire(s) is vooral een portret van een aantal unieke, innemende, karaktervolle mensen. Het plechtige, behoedzame geschuif met digitale panelen op het podium gaf een extra dimensie aan deze hommage aan het menselijk ras. Een even teer als indringend extra eerbetoon, dat projectie op een wit bioscoopdoek nooit had kunnen bereiken. Ander voorbeeld, van Noorderzon. In 2008 zag ik daar … Nee. Daar begint het al. Zien, zoals je een Shakespeare gaat zien, was niet wat ik daar deed. Publieksparticipatie, tegenwoordig schering en inslag in het theater, was het evenmin. Ik werd eerder geparticipeerd, als je dat zo zou kunnen zeggen. Ik was namelijk in mijn eentje. Call Cutta in a Box van het Duits-Zwitserse makerscollectief Rimini Protokoll is een one-on-one show. Ik betrad een kamer in een huis ergens aan de rand van het Noorderplantsoen en nam plaats achter een bureau met daarop een desktop PC, een visitekaartje en een klassieke telefoon, met toetsen en een hoorn, die al overging toen ik binnenkwam. Ik nam op, en kreeg een medewerkster aan de lijn van een call center ergens in India. Zij stond mij te woord op een manier die wij Nederlanders domweg niet beheersen. Uiterst voorkomend zonder slaafs te zijn. Geroutineerd zonder een moment de indruk te wekken dat zij het Handboek Callcenters afwerkte. Ze wist mij het gevoel te geven alsof wij een persoonlijk gesprek voerden. In zekere zin was dat ook zo, en dat maakte onze conversatie meteen tot een hoogst ontregelende ervaring: deze vrouw, van wie ik nog nooit had gehoord, laat staan dat ik haar ooit had ontmoet, kon mij precies vertellen waar ik was en hoe die omgeving er uitzag. Beter dan ik, in ieder geval. Later nam de verwarring nog toe, toen ik haar nog eens belde, vanuit huis: ik had het visitekaartje bewaard. Niet alleen kreeg ik geen verbinding, ik kreeg ook te horen dat haar nummer niet bestond. Was zij een actrice geweest? De naam op het visitekaartje een theaterpersonage? Dat kón haast niet. Daarvoor had zij te ‘echt’ geklonken. Maar wat zei dat eigenlijk over mij, dat ik weigerde aan te nemen dat ik het gelukkige slachtoffer was geweest van een dramaturgische fictie?

Noorderzon bedient een lokaal publiek met een internationaal programma Een onmiskenbaar en onvermijdelijk kenmerk van Noorderzon-theater is dat je zulke vragen gaat stellen, over jezelf en over de voorstelling, aan de makers en aan jou, de toeschouwer. Het gebeurt vanzelf, je hoeft er niets

10


Dead Centre | Chekhov’s First Play © Pierre Borasci

voor te doen, en het is een heel fijn soort verslaving. Het hoort bij de entourage. Noorderzon is een festival, geen schouwburg. Je gaat niet een stuk zien in een theater, en dan weer naar huis. Je gaat elf dagen lang, of een deel daarvan, helemaal kopje onder in theater, en in de magische sfeer van het Noorderplantsoen, waar je tot lang na de laatste ronde kunt discussiëren over wat je die dag hebt gezien. Elf dagen lang ook ben je opgenomen in een tijdelijke, zeer hechte familie. Het is een intense, collectieve ervaring. Noorderzon verhoudt zich tot de schouwburg als passie versus hobby, als een spannende expeditie versus een willekeurig avondje uit. Maar het verslavende schuilt toch vooral in het soort theater dat Noorderzon presenteert. Theater dat zich wezenlijk onderscheidt van wat in de schouwburgen te zien is – en zeker in de toenemend duffe Nederlandse schouwburgen. De voorstellingen komen uit alle continenten, en zijn vaak speciaal gemaakt voor dit soort festivals. Noorderzon onderhoudt nauwe en persoonlijke banden met zusterfestivals in Europa, de VS, Azië en Zuid-Amerika. Het bijzondere is dat zij allemaal een lokaal publiek bedienen met een overwegend internationaal programma. Repertoiretheater is gebonden aan bestaande teksten. Bij Toneelgroep Amsterdam rekt Ivo Van Hove dat domein op met theatrale bewerkingen van films en boeken, maar ook dan gaat het om bestaande films en boeken. Het is betekenisvol werk, omdat hij ons opnieuw en door een andere bril laat kijken naar klassiekers als De stille kracht van Louis Couperus, of Scènes uit een huwelijk van Ingmar Bergman. Net zo wezenlijk is het dat de bestaande toneelliteratuur gespeeld blijft worden, zoals we ook Couperus en Nescio blijven lezen. Iedere theaterloopbaan begint met repertoire zien, en dat kan ook heel spannend theater opleveren. Mijn eerste Who’s Afraid of Virginia Woolf? zag ik minstens dertig jaar geleden, met Annet Nieuwenhuijzen en Eric Schneider als Martha en George. Het was een onvergetelijke ervaring. Ik kwam helemaal gesloopt uit de Amsterdamse Stadsschouwburg. Maar er zijn ook keerzijden aan de focus op bestaande teksten. Gemakzucht: ‘actualiseringen’ die niet verder gaan dan koningsdrama’s van Shakespeare in nazi-uniformen, oranje Guantánamo Bay-hansopjes, de zwarte pakken met oortjes van Wilders-beveiligers, of welke andere outfit of evil toevallig overheerst in de massamedia. Behoudzucht en blikvernauwing: een obsessie met welke ‘topacteurs’ die teksten het beste brengen, welke regisseurs ze het beste interpreteren.

11


Zo ontstaat een sterrensysteem, dat zich voedt en gevoed wordt in de massamedia, de makers en brekers van sterren. Vooral spelers moeten sterk in hun schoenen staan om in dat systeem hun eigenheid te behouden. Velen van hen gaan zich gedragen naar wat zij denken dat wij, de consumenten van het systeem, van hen verwachten. Op en buiten het podium.

Sterren bestaan niet. Al het theater op Noorderzon is coöperatief van aard In feite doet hun genialiteit er veel minder toe dan zij denken. Theater wordt veel spannender als het een product is van samenwerking tussen makers onderling, en tussen makers en toeschouwers. Alle deelnemers in die coöperatie moeten bereid en in staat zijn elkaar de ruimte te gunnen die ieder van hen daarbinnen nodig heeft, omdat alleen dan het resultaat de som der delen kan overstijgen. Al het theater dat Noorderzon presenteert, heeft dit coöperatieve karakter. Het is wat de Amerikanen devised theater noemen: van de grond af nieuw gecreëerd en uitgevoerd. Als er al een bestaande tekst is gebruikt, is die nooit meer dan een van de vele bouwstenen voor de voorstelling. Door met een schone lei te beginnen, scheppen de makers van devised theater ruimte voor nieuwe inzichten, nieuwe oplossingen en zelfs voor nieuwe problemen. Alleen zij komen op het idee theater te maken uit een serie chemische en natuurkundige proefjes, zoals Tetsuya Umeda in It Was Moving At First op Noorderzon 2014, of een show te bouwen op je eigen afval van een jaar, zoals Sarah Vanhee met Oblivion tijdens editie 2016. Sterren bestaan niet in die wereld. Op Noorderzon en De Keuze heb ik heel wat adembenemend acteerwerk gezien. Dat staat voor eeuwig in mijn geheugen gegrift. Zelden de namen van de spelers. Tijdens de editie 2016 zag ik vier jonge Cubanen in Antigonón, een nieuw stuk van de jonge auteur Rogelio Orizondo over de onveranderlijkheid van Cuba en de Cubanen, vooral de Cubaanse vrouwen. De vier zijn pas afgestudeerd aan de school van regisseur Carlos Díaz, een oude rot die ieder jaar zijn beste studenten toevoegt aan zijn gezelschap Teatro el Público. Twee vrouwen en twee mannen komen op en voeren een choreografie uit. De twee vrouwen spreken een tekst, met zeer luide stemmen, die klinken als klokken. Het geheel is streng en plechtig, als een kranslegging. Alleen bewegen en spreken de vier in hun blote kont, schier eindeloos lang. Hun naaktheid is geen issue, het is naadloos onderdeel van de totale performance. Totaal vanzelfsprekend, totaal natuur.

Wie zou toch die man zijn, die nooit wat zei? Dat was dus de regisseur Van ieder ontzag voor podiumsterren ben je voorgoed genezen als je vijftig gewone Groningers van wie de meesten nooit eerder op een podium hadden gestaan, zo ziet schitteren als in The Record, het hoogtepunt van Noorderzon 2014. Abigail Browde en Michael Silverstone, het Amerikaanse echt- en makerspaar achter deze voorstelling, zijn namelijk zulke meesters in creatie en regie, dat zij iedereen tot een ster kunnen transformeren. Het spel in The Record verbluft des te meer omdat de toeschouwer zich voortdurend bewust blijft dat hij kijkt naar ‘amateurs’ – een term die Browde en Silverstone alleen gebruiken bij gebrek aan beter, en die zij daarom consequent tussen aanhalingstekens zetten. Nooit eerder voelde ik mij als toeschouwer zo verbonden met, want zo de gelijke van, de spelers op het podium. The Record zien was een transcendentale ervaring – ik overdrijf niet. Devised theater is waarlijk democratisch. De shows draaien niet om één ster, één regisseur, één beroemde schrijver, naar wiens werk wij op eerbiedige afstand zitten te kijken. Een prettige bijkomstigheid is dat de kaartjes niet onbetaalbaar duur zijn. De makers vormen zelf ook families, van zeer uiteenlopende aard. Soms is er een duidelijke artistiek leider, zoals de Oostenrijker Chris Haring bij Liquid Loft en de Duitser Arco Renz bij Kobalt Works, twee dansgroepen die op de editie 2016 te zien waren. Maar waar Renz steeds weer andere dansers inzet in zijn shows, werkt Haring al jaren met een vaste groep. Soms is er een artistiek leider die zich niet als zodanig gedraagt. Wie zou toch die wat oudere man zijn, vroegen de Noorderzon-medewerkers zich af die de Cubanen van Teatro el Público moesten begeleiden. Hij was er altijd bij, zat tijdens de repetities steevast op de eerste rij, maar hij zei nooit iets. Dat was dus Carlos Díaz, ontdekten zij

12


pas na een paar dagen. Andere groepen hebben helemaal geen leider. Het zijn collectieven van mensen die vaak al jaren met elkaar samenwerken, en waarin ieder een eigen taak heeft. Zoals Rimini Protokoll, of El Conde de Torrefiel, een jong gezelschap uit Barcelona. Pablo Gisbert is de schrijver, regisseur en dramaturg van El Conde, maar de hele groep concipieert mee aan de shows. En daarbij blijft het niet, zo bleek tijdens Noorderzon 2016: in Guerrilla stonden eveneens ‘gewone’ Groningers op het toneel. De show is gemaakt met gewone Brusselaars, en zal later dit jaar te zien zijn met gewone Dubliners en gewone Oostenrijkers, uit Graz. ‘Dat wilden wij al langer,’ vertelde Tanya Beyeler, speler en boegbeeld van El Conde, tijdens het nagesprek dat ik met haar had. ‘Wij werken altijd al samen met onze eigen vrienden. Nu ook met mensen die we niet kennen.’

‘Als je wilt mag je zelf een rol spelen.’ En zo werd de journaliste een actrice Weer andere groepen bestaan uit een duo dat onafscheidelijk is, soms alleen zakelijk, vaak ook privé. Zoals 600 Highwaymen van Browde en Silverstone, en 1er Stratagème van Giuseppe Chico en Barbara Matijevic. Dit laatste duo maakt shows over moderne communicatie. Zij leerden elkaar kennen in Parijs, dat nog altijd hun standplaats is. Maar Matijevic is een van oorsprong Kroatische danseres en choreografe, en Chico een Italiaan die ooit professioneel basketballer is geweest. In het devised theater wemelt het van zulke bijzondere biografieën. Het is ook waarlijk cosmopolitisch, en het houdt zich nooit aan de traditionele scheidslijnen tussen dans, theater, film en muziek. De kluts van talen, culturen en kunstdisciplines doorbreekt de nationale monopolies van de sterren en de massamedia die hen maken en breken. Noorderzon presenteert werk dat laat zien wat mensen gemeen hebben, waar zij ook wonen en waar zij ook vandaan komen. Ik heb in geen jaren zo’n prachtige Tsjechov gezien als de ge-Iran-iseerde Ivanov van Amir Reza Koohestani, in 2014 in Amsterdam. Koohestani is een Iraanse schrijver en regisseur die met zijn eigen stukken te zien was op Noorderzon en De Keuze: met Timeloss in 2013, met Hearing in 2015. In Koohestani’s shows wordt fantastisch geacteerd. Maar Mahin Sadri, zijn favoriete vrouwelijke hoofdrolspeler (en tevens zijn geliefde), is van huis uit helemaal geen actrice. De twee leerden elkaar kennen toen zij nog journaliste was, en Koohestani kwam interviewen. Toen zij in 2007 samen aan een nieuw stuk werkten, zei Koohestani bijna achteloos: ‘Als je wilt mag je zelf een rol spelen.’ Zo kwam haar carrièreswitch tot stand. Sadri kan model staan voor vele Iraanse vrouwen. Iran heeft een succesvol vrouwenvoetbalteam, en vrouwen maken er inmiddels de meerderheid uit van de studenten aan de universiteiten. Zij zijn vaak slimmer en ambitieuzer dan de mannen om hen heen. Toch worden zij geacht zich te voegen naar het gezag van hun vaders, broers, ooms en echtgenoten. ‘Bij ons praat je daar niet over met ouderen,’ vertelde Sadri in een interview voor Trouw dat ik in 2013 met haar had. ‘Tegenover hen doen wij alsof we ons voegen naar hun wensen, en intussen gaan we geheel onze eigen gang.’ Tsjechovs personages uit de late 19de eeuw zeggen elkaar evenmin ooit de waarheid. In alle stukken van de grote Rus staat een olifant in de huiskamer te stinken die Iraniërs maar al te bekend voorkomt. Tsjechovs stukken zijn dan ook razend populair in Iran.

Noorderzon-theater gaat bijna altijd ook over het theater zelf Net als bij de makers van devised theater. Kennelijk vormen Tsjechovs toneelteksten prima bouwstof voor hedendaags werk. In 2015 was het Ierse Pan Pan Theatre op Noorderzon met The Seagull and Other Birds, dit jaar opende Dead Centre uit Dublin het festival met Chekhov’s First Play, een grondige deconstructie van Tsjechovs onspeelbaar geachte eersteling Platonov. Chekhov’s First Play begint als een klassieke Tsjechov-uitvoering, met mannen en vrouwen in deftig-archaïsche kledij rond een lange tafel in een groot landhuis. Alleen hebben de toeschouwers een koptelefoon op, waardoor zij het commentaar horen van de ‘regisseur’ van het stuk op zijn spelers. En halverwege neemt de voorstelling een drastische wending, waarbij de pruiken, plaksnorren en nepbuikjes opzichtig worden afgelegd.

13


Noorderzon-theater gaat bijna altijd ook over het theater zelf. Over genres. Over het speelveld en waar zich dat bevindt. Over de verhouding tussen spelers en toeschouwers. En over de verhouding tussen film en theater, tussen een live performance en het afspelen van en kijken naar werk dat vooraf is opgenomen. Je zou denken dat dat gemakkelijk kan leiden tot hermetische onderonsjes, die alleen voor theaterprofessionals te volgen zijn. Het tegendeel is het geval. Het maakt de shows juist extra spannend, omdat de makers altijd ook hun publiek proberen mee te nemen in hun nieuwe avonturen en experimenten. Op Noorderzon voel je je meer een medespeler dan een toeschouwer. Vaak ben je dat ook letterlijk, zoals dit jaar in We need to talk, een voorstelling waarin de Catalaan Roger Bernat beroemde liefdesscènes uit filmklassiekers laat naspelen door zijn publiek. Ik heb hem gemist, helaas: de mensen die er wel waren, hebben zich kostelijk vermaakt. Lang niet alles op Noorderzon is vermakelijk, spannend of overrompelend. In hun permanente zelfonderzoek en vernieuwingsdrift nemen de makers enorme risico’s, en dan gaat het ook wel eens mis. Voor mij gebeurde dat dit jaar met Guerrilla van El Conde de Torrefiel. En dan doel ik niet op de technische problemen, die maakten dat de eerste voorstelling helemaal werd afgelast en de tweede een half uur lang moest worden onderbroken. Zoiets kan gebeuren, al had ik het nog nooit meegemaakt: op Noorderzon slagen de technici en producenten er bijna altijd in zulke problemen op te lossen zonder dat het publiek er iets van merkt. Ik doel op de show zelf. Guerrilla bestaat uit drie scènes, zoals eerder gezegd gespeeld door ‘amateurs’. De voorstelling begint met een conferentie met en over Romeo Castellucci, een Italiaanse theatermaker die een legende is in het internationale festivalcircuit. De ‘amateurs’ zitten op klapstoeltjes op het podium, en kijken de zaal in. Daarna volgt een tai chi-les, en een rave-avond in een dansclub. Tijdens die laatste twee scènes zien we de spelers op de rug. De rave duurt het langst, en wordt begeleid door beukende muziek die pijn doet aan je oren, ook met de oordopjes in die aan het begin werden uitgereikt. Spreken doen de spelers niet. Boven hun hoofden rolt, behoorlijk snel, een lange, lange tekst voorbij, die voortdurend heen en weer zwalkt tussen persoonlijke geschiedenissen en geopolitieke beschouwingen.

Noorderzon-makers vertrouwen erop dat wij meegaan in hun avontuur De tekst schetst een inktzwart scenario voor de zeer nabije toekomst: de aanzet voor een Derde Wereldoorlog in 2023. In Europa en de VS zijn dan extreem-rechtse regimes aan de macht. China, Rusland en India sluiten in dat jaar een niet-aanvalsverdrag en creëren daardoor een nieuw, mega-groot machtsblok op aarde. De leden van El Conde de Torrefiel maken shows over hun eigen generatie: Europese twintigers en dertigers, op zoek naar hun identiteit. Zij doen werk dat niets of te weinig betaalt, en studeren zonder uitzicht op een vaste baan met maatschappelijk aanzien. Zij verzetten zich tegen de neoliberale, economisch georiënteerde wereldorde waarvan zij de slachtoffers zijn, maar zonder veel effect en zonder een alternatief te hebben. Guerrilla is tegelijk een kritiek op en een verbeelding van deze machteloosheid. Ik had drie serieuze problemen met de show. Eén: de vorm. Boventiteling is een compromis, bedacht voor toeschouwers die de taal van de spelers niet spreken. Boventitels lezen is hard werk dat afleidt van wat er op de scène gaande is. Zo’n hulp- of lapmiddel mag nooit een alternatief worden voor live gesproken tekst. Twee: de tekst zelf, die zijn hoofdrol in mijn ogen niet kan waarmaken. Warrig, slecht geschreven. Hij schiet alle kanten op. Drie: de schijnbaar totale afwezigheid van de spelers van El Conde de Torrefiel in deze voorstelling. Als je je publiek wilt doorgeven dat er in feite geen hoop meer is, moet je dat zelf doen, vond ik, en die boodschap niet als een dampende drol in de schoot van amateurs deponeren. De klassieke theatercriticus schrijft in zo’n geval een strenge, zo niet vernietigende recensie, en gaat dan naar huis om de hond uit te laten. Maar zo’n criticus ben ik niet. Net als de Noorderzon-makers zelf ben ik altijd nieuwsgierig naar de context. Wat beoogden zij met hun voorstelling? Hoe kwam die tot stand, en in welke omgeving? Zij maken shows, vaak tegen de klippen op, omdat zij ons per se een verhaal willen vertellen, niet om er rijk en machtig van te worden.

14


600 HIGHWAYMEN | The Record (Noorderzon 2014) © Pierre Borasci

Hun creativiteit komt voort uit hun noodzaak te woekeren met een gebrek aan geld en goede faciliteiten. Zij vertrouwen erop dat hun publiek mee gaat in hun artistieke avontuur. In ruil verdienen zij ons vertrouwen, niet een ijdele en in de grond niet wezenlijk geïnteresseerde criticus die hen tot op de enkels afbrandt. Shows kunnen grote gebreken vertonen en toch interessant zijn, zo is mijn ervaring. El Conde stond voor het eerst op Noorderzon in 2015, met Scènes voor een gesprek na het zien van een Michael Haneke-film. Ook die voorstelling sprak mij niet bijster aan. Maar tijdens mijn public talk met hen bleken de leden van El Conde open, intelligente, onderhoudende mensen te zijn. Waar waren zij gebleven, vroeg ik mij af terwijl ik naar Guerrilla zat te kijken. Ik was ronduit opgelucht toen ik tijdens de rave na enige tijd Tanya Beyeler ontdekte, heftig meedansend met haar Groningse amateurs. Gelukkig, dacht ik: de spelers hebben toch hun eigen verantwoordelijkheid genomen voor deze zware kost. Aan dat soort overwegingen hecht ik veel meer waarde dan aan mijn eigen oordeel. Mijn mening is er slechts één uit vele. Na afloop was ik nieuwsgierig naar hoe de generatiegenoten van El Conde tegen Guerrilla aankeken. Silvia Donker van de lokale Groningse zender Radio Glasnost bleek veel positiever dan ik. Net als Marieke Pentinga, elders in dit boekje. Dat intrigeerde mij. Kennelijk raakten deze Catalaanse makers hun doelgroep wel degelijk. Noorderzon heeft mij anders leren kijken naar en schrijven over theater. Maar de gevolgen reiken veel verder. Noorderzon heeft mij ook anders leren kijken naar mezelf. Het soort theater dat daar is te zien heeft mij veranderd, en verandert mij nog steeds. Ook daaraan is geen letter overdreven. Maar verslavend is het wel.

15


Waar realiteit eindigt en theater begint

De overeenkomst tussen Noorderzon en Shakespeare Door Devi Smits All the world’s a stage, And all the men and women merely players; They have their exits and their entrances, And one man in his time plays many parts, His acts being seven ages Dit zijn de eerste en beroemde woorden waarmee Shakespeare zijn komedie As you like it begint. De wereld is een groot theater waarin wij mensen afwisselend verschillende rollen spelen. De rol van student, van collega, van geliefde, van winkelklant die staat te wachten in de rij en van flaneur op Noorderzon. Sommige rollen spelen we met verve, voor andere rollen kennen we de tekst niet zo goed. Maar als we altijd maar rollen spelen, hoe authentiek zijn we dan eigenlijk? Authenticiteit is een karaktereigenschap die de laatste jaren steeds meer aan populariteit gewonnen heeft. Vooral van politici verlangen wij tegenwoordig dat ze authentiek zijn. Waarmee zelden bedoeld wordt dat ze dit ook daadwerkelijk zijn, maar dat ze vooral goed zijn in het veinzen van authenticiteit. Het werk van de politicus wordt daarom veel vergeleken met dat van de acteur, die dezelfde onmogelijke taak heeft: doen alsof je niet doet alsof. Shakespeare roept daarmee een vraag op die ik mij ook op Noorderzon dit jaar meerdere malen heb moeten stellen, namelijk: waar eindigt de realiteit en begint het theater? En andersom: wanneer wordt theater weer realiteit? Wat is authentiek en wat niet? Ik heb voorstellingen gezien die ‘echter’ waren dan dat wat we het dagelijks leven noemen en ben in echte situaties terechtgekomen waarvan ik dacht: ‘Dit moet wel theater zijn.’ Daarnaast is het verschillende artiesten gelukt om tijdens hun voorstellingen verwarring te zaaien over wat echt is en wat niet, en daarmee de scheidslijn tussen theater en de wereld ambigu te maken – zoals ook politici dit vaak lukt. Dit laatste overkwam mij al gelijk in de openingsvoorstelling Chekhov’s First Play van de Ierse groep Dead Centre. Authenticiteit was een van de thema’s van het stuk. Door de koptelefoon die elke bezoeker op had beklaagde de regisseur zich over de onechtheid van de personages op het toneel: ‘Why are there no real people?’ Geen van de karakters is oprecht, allen voeren ze maar een stukje op. Dan krijgt de regisseur een briljant idee: iemand uit het publiek moet meespelen, eindelijk een echt mens! En inderdaad, er staat er iemand op – koptelefoon nog om de oren – en hij wandelt het toneel op. Is dit gerepeteerd of is dit echt een willekeurig iemand uit het publiek? Dat laatste kan ik niet geloven, daarvoor verloopt het allemaal te soepel. Later hoor ik dat Dead Centre iedere avond een toeschouwer die staat te wachten in de rij, vraagt of hij wil meespelen. Via zijn koptelefoon krijgt hij te horen wat hij moet doen. Toch geen acteur dus. In Circus, Boden & Gas – een voorstelling over de geschiedenis van het CiBoGa-terrein – heeft acteur Sijas de Groot de aandacht van het hele publiek te pakken wanneer hij verklaart zijn tekst te zijn vergeten. Dit heb ik nog nooit meegemaakt: een acteur die zijn tekst vergeet, dit ook nog eens aan het publiek vertelt en doodleuk het script even wil inzien. Het moet haast wel gespeeld zijn, maar het komt iets te natuurlijk uit zijn mond. Hoe dan ook wordt wederom de grens tussen theater en realiteit bevraagd.

Een man wijst lacherig op de 38 dozen. ‘In 2,5 uur kun je ze precies allemaal uitpakken.’ Een grens waarvoor je overigens niet per se in een theaterzaal hoeft te zitten om de grip erop kwijt te raken. Ook andersom doet het echte leven weleens vermoeden dat je in een theateroptreden bent beland.

16


BERLIN | Zvizdal © Pierre Borasci

Zoals mij overkwam toen Philip (mede-redactielid) en ik de Noorderzon-locatie in de Violenstraat binnenwandelden voor de voorstelling Oblivion van Sarah Vanhee. Een ietwat nerveuze vrouw vraagt ons om onze kaartjes. Philip vraagt waar de toiletten zijn. ‘Dat vertel ik jullie zo meteen,’ antwoordt de vrouw – zij moet eerst nog een kaartje scheuren. Na deze taak volbracht te hebben, verklaart de vrouw: ‘Ik ga jullie vertellen waar het toilet zit.’ In plaats daarvan blijft ze een moment stil om vervolgens haar uitspraak te herhalen: ‘Ik ga jullie nu vertellen waar het toilet zit.’ Vervolgens wijst ze niet, maar wandelt ze ons naar het tien meter verderop gelegen toilet. Ze wil zelfs de deur voor ons opendoen, maar deze zit op slot. Als ook de laatste toiletganger – er was inmiddels een flinke rij ontstaan - zich rond kwart over acht weer meldt, kan de voorstelling beginnen. Het draagt allemaal bij aan het gevoel dat de voorstelling stiekem al is begonnen, en ik een figurant ben in een absurdistische klucht. Eentje waar ik geen kaartje voor gekocht heb, maar die evenzogoed mooi is om naar te kijken. Dan het theater waar ik daadwerkelijk voor kwam: Oblivion, een van de meest bijzondere voorstellingen die ik dit jaar op Noorderzon gezien heb. Een stuk of veertig verhuisdozen staan aan de rand van de zaal opgestapeld. Deze dozen zijn gevuld met troep die normaal gesproken in de vuilnisbak verdwijnt maar door Sarah Vanhee een jaar lang is opgespaard. Op haar dooie gemakje is ze haar rotzooi (denk aan lege flessen, gebruikte theezakjes, kartonnen cornflakes-pakken) aan het uitstallen over de vloer. Als het publiek binnenkomt, is Vanhee aan haar tweede doos begonnen. Een man naast mij wijst lacherig op de 38 dozen aan de zijkant: ‘In 2,5 uur kun je ze precies allemaal uitpakken.’ Ik lach mee, een tikje zenuwachtig omdat ik vermoed dat deze meneer met zijn grapje wel eens dichter bij de waarheid zou kunnen zitten dan hij zal hopen.

Waarom is Oblivion theater? Er wordt een performance opgevoerd, maar geen rol gespeeld Na een uur en rond de twaalf dozen verder te zijn, acht ik mijn vermoeden bevestigd. De hele voorstelling lang heeft Vanhee op een serene wijze prul staan uitpakken, wat tot een steeds indrukwekkender wordende zee van afval leidt. Niet iedereen in het publiek was hiervan gecharmeerd. Als ik goed geteld heb, hebben vijf mensen de zaal vroegtijdig verlaten.

17


Ik had die behoefte echter niet. De performance was merkwaardig intrigerend. Ik kan niet zeggen dat ik het erg leuk heb gehad, noch dat ik me verveeld heb. Ik geloof niet dat ik tijdens de performance geraakt was, en toch merkte ik na afloop een verandering op in mijn gemoedstoestand. Ergens deed het iets met me. Misschien omdat de voorstelling niks meer pretendeerde te zijn dan dat wat het was: een vrouw die het afval tentoonspreidde dat ze een jaar had gespaard. Maar waarom is Oblivion theater? Onder andere omdat mensen er een kaartje voor kopen en ernaar komen kijken op een afgesproken tijdstip. Maar Oblivion is geen theater in de zin dat het niet echt is. Op een bepaalde manier is het juist echter dan veel van wat er buiten de zaal gebeurt. Er wordt niet gedaan alsof. Er wordt een performance opgevoerd, maar geen rol gespeeld. Ik heb een heel intieme inkijk in het leven van Sarah Vanhee gekregen, althans: zo wil ik geloven. Natuurlijk heeft ze over alles nagedacht. Heel bewust overwogen welk beeld ze van zichzelf wil neerzetten. Misschien is er een selectie gemaakt van wat ze wel en niet laat zien – er stonden wel erg weinig drankflessen, bedenk ik me later. Ze heeft een zekere band met me gecreëerd die authentiek voelt, maar aan de andere kant heeft ze deze performance al zoveel vaker opgevoerd en met zoveel mensen eerder dezelfde band gekweekt. Alles is van tevoren op papier uitgewerkt, maar toch is het zo oprecht. Een contradictie die deze vorm van theater zo interessant maakt.

De mensen een rij achter mij vroegen zich af of Chernobyl in scène was gezet Een paar dagen later ga ik naar Zvizdal [Chernobyl – so far so close] een documentaire/video-installatie van het Vlaamse collectief BERLIN. In de loop van een aantal jaren hebben zij meerdere malen een bejaard echtpaar opgezocht die als enigen zijn blijven wonen in een dorpje in de omgeving van Chernobyl. Het stokoude koppeltje moet het met z’n tweeën zien te rooien, compleet afgesloten van de rest van de wereld. Het levert een opmerkelijke documentaire op. Waar de performance van Vanhee een oprechtheid doet vermoeden, terwijl het toch echt een performance is, daar denk je bij Chernobyl: dit lijkt wel theater. Onder andere de mensen een rij achter mij vroegen zich af of het wel of niet in scène was gezet. Dat is niet zo: Chernobyl is – hoe filmisch dan ook – echt een documentaire. Maar de hoofdrolspelers zijn dusdanig uniek, dat je bijna gaat geloven dat het typetjes zijn. Wederom een boeiende contradictie. De vraag wat realiteit is en wat theater, heb ik mij meerdere malen moeten stellen op deze editie van Noorderzon. Goed theater kent een onmogelijke tegenstelling: het voelt echt, ook al weet je van het tegendeel. Ik zou durven beweren dat voor interessante realiteit het omgekeerde geldt: het voelt als theater, ook al weet je het tegendeel. Met dat idee in het achterhoofd kun je op Noorderzon ontzettend veel goed en boeiend theater zien, of je nu wel of geen kaartje hebt. Zoals Shakespeare het al opmerkte: ‘All the world’s a stage, and all the men and women merely players.’

Sijas de Groot & WERC | Circus, Boden & Gas © Niels Knelis Meijer

18 18


El Conde de Torrefiel | Guerrilla © Pierre Borasci

Een gebrekkige voorstelling – met een onontkoombare urgentie

Twee visies op Guerrilla van El Conde de Torrefiel Door Marieke Pentinga – meer vóór dan tegen

Bij binnenkomst in de zaal zien we al rijen stoelen op het podium. Langzaam worden die stoelen gevuld met vrijwillige figuranten. Af en toe kijken zij naar ons, soms zacht kletsend met een buurman of vrouw, anderen werpen nog een laatste blik op hun telefoon. Dan dimmen de lichten in het Grand Theatre en begint de boventitel te lopen: ‘Het is 24 augustus 2019, op de achterste rij in het rode truitje zit W. W. komt uit Harkstede en werkte in de zomer op een camping.’ Een klein begin dat zich later in een mondiale climax zal ontvouwen, en waarmee El Conde de Torrefiel de mogelijkheid van een Derde Wereldoorlog probeert te laten zien. Van de boventitels leert het publiek dat het tijdens het eerste beeld naar de bezoekers van een congres van theatermaker Romeo Castellucci zit te kijken. Het zijn vooral vrouwen die dit congres bezoeken – om een glimp van de aantrekkelijke Castellucci op te vangen. Het zwarte doek valt en trekt weer op. De boventitel loopt door: ‘Hier zien we T. Op 24 augustus 2019 kwam zij te laat op haar werk. Ze geeft Tai Chi-les.’ We zien nu een Tai Chi-les waar figuranten met spirituele devotie zich in allerhande onmogelijke posities proberen te wurmen. Hier kijken we zo’n twintig minuten naar en dan: Bam. Het zwarte doek valt voor de tweede keer. In de zaal begint muziek te dreunen en als langzaam het doek weer optrekt, zien we een op techno ravende massa.

Alle figuranten proberen hun eigen, oppervlakkige behoeftes te bevredigen De drie beelden – het congres, de Tai Chi-les en de techno rave – zijn saai om naar te kijken. De bezoekers van het congres zijn hier niet om hun kennis te verrijken, maar komen alleen om Castellucci te zien, en om zelf gezien te worden. Een geveinsde zucht naar intellectualiteit. Tijdens de Tai Chi-les probeert het klasje met behulp van zweverige poses spirituele bevrediging te vinden. ’s Nachts in de glasfabriek streven de ravers naar fysieke ontlading. Alle figuranten zijn op clichématige wijze bezig hun eigen, individuele maar bovenal oppervlakkige behoeftes te bevredigen. Ondertussen loopt het verhaal op de boventitel door. Het wisselt van meer persoonlijke verhalen naar een groter betoog, over een geopolitieke apocalyps. Zo zal later blijken dat de figuranten die we in 2019 zien, aan de vooravond staan van een Derde Wereldoorlog. Deze oorlog komt in 2023 tot een climax als de Russen zich verenigen met China, Noord-Korea en Irak. Tussendoor stelt de verteller in de boventitel vragen: Wat betekent de Holocaust nog voor de huidige generatie? Wat is verveling? En wat is precies het verschil tussen verveling en het besef van tijdsverlies? Zowel het overstijgende verhaal over een naderend einde als de kleine verhalen bevatten absurde elementen. Er worden puppy’s doodgeknuppeld en een bejaarde man vraagt zijn vrouw zijn anus te likken.

19


Als zij weigert, slaat hij haar dood met de hamer uit zijn schuurtje. En ondertussen blijven de getoonde figuranten maar op clichématige wijze bezig met zichzelf. Ze doen verwoede pogingen in hun eigen individualistische behoeften te voorzien, maar in feite doen ze helemaal niets en tegelijkertijd allemaal hetzelfde. Ze negeren de mondiale dreiging, want wat heeft die op dit moment met hen te maken? Ondertussen dreunt de techno en flikkert een stroboscoop. Met Guerrilla probeert El Conde de Torrefiel ons op wat gebrekkige wijze te laten zien hoeveel we met onszelf bezig zijn. De tekst hapert, is inconsistent en de beelden op de bühne van het Grand zijn zwak. Maar het idee en de urgentie daarvan zijn onontkoombaar. De figuranten drukken als struisvogels hun kop in het zand en negeren alle spanning en ellende in de wereld. Ze zijn alleen maar druk met hun eigen absurd onbelangrijke levens. Verschillende toeschouwers lopen de zaal uit. Zij kunnen het letterlijk niet meer aanzien (en -horen). Precies dat is waar het in Guerrilla om gaat.

Taalfouten ondermijnen fysieke ervaring Twee visies op Guerrilla van El Conde de Torrefiel Door Sebastiaan Vos – meer tegen dan vóór Noorderzon is een internationaal georiënteerd festival dat ook lokale theatermakers presenteert. Daarnaast is er de afgelopen jaren ook ruimte geweest voor Groningers, amateurs, die onderdeel uitmaken van de voorstellingen van juist internationale gezelschappen. Guerrilla van El Conde de Torrefiel is zo’n voorstelling. Op het toneel staan een dertigtal stoeltjes, die langzamerhand voor de helft bezet worden. Op een beeldscherm verschijnen biografische gegevens over een aantal van deze mensen. Ze blijven in zekere zin anoniem, maar je weet wel iets over hen. Je ziet ze zitten op de stoelen, als bezoekers van een conferentie. In de volgende scène zie je hen een Tai Chi-les bijwonen. In de derde en laatste scène dansen ze op een housefeest. Ze functioneren als groep hier op drie niveaus: zakelijk, fysiek en geestelijk. De lange scènes doen een beroep op je uithoudingsvermogen, waarbij het housefeest ook een fysieke ervaring wordt met de keiharde beats en stroboscopen. Dit werkt allemaal heel mooi.

Sommige verhalen nemen een gewelddadige wending die niet geloofwaardig is Je krijgt daarnaast op een scherm verhalen te lezen over sommige individuen. Zo worden het mensen die je meent te kunnen kennen en in zekere zin als Groninger ook zou kunnen kennen. Alleen met deze teksten gaat het naar mijn idee mis. Onnodige taalkundige slordigheden ergeren me en halen me uit de voorstelling. Er zit bovendien een narratieve fout in, omdat twee personages door elkaar worden gehaald. Sommige verhalen nemen een gewelddadige wending, die je van verre al ziet aankomen, maar die als plot niet geloofwaardig is of weet te overtuigen. Er is nog een andere verhaallijn, namelijk één die in de toekomst speelt, waarin drastische geopolitieke machtsverschuivingen blijken te hebben plaatsgevonden, met oorlogen als gevolg. Hierbij volgt een interessante verhandeling over vrede. Vrede is een uitvinding van de mens, net als God. Maar ook hier is het verhaal helaas warrig en steekt het niet goed genoeg in elkaar. Het is soms bijvoorbeeld onduidelijk wie de ik-persoon is die zich tot je richt. El Conde de Torrefiel daagt uit en is in zekere zin compromisloos, wat dat betreft is het een echte Noorderzon-act. De groep laat je nadenken over mensen en hun levens en de actuele toekomst. De link met Mats Staubs 21 – Memories of Growing Up is zo gelegd. Alleen op het letterlijke niveau van de teksten die de bezoeker worden voorgehouden valt het één en ander aan te merken. Met een sterker en op microniveau geloofwaardiger verhaal was deze voorstelling veel interessanter geweest.

20


El Conde de Torrefiel | Guerrilla © Pierre Borasci

Noorderzon: een reis door hart, hoofd en stad Elf dagen in een hogedrukpan vol afwijkend en prikkelend theater Door Sebastiaan Vos Eigenlijk weet ik niets van theater. Ik heb met succes een heel verantwoorde culturele opvoeding doorlopen. Alleen de schouwburg maakte daar geen deel van uit. Hoogstens voor klassieke concerten, of soms een balletuitvoering waar mijn moeder me mee naar toe nam en dat vond ik dan heel vreselijk. Beeldende kunst, literatuur, muziek heb ik wel allemaal meegekregen. Op de middelbare school waren er verplichte uitjes naar toneel. Die vond ik saai. Op mijn 21ste zat ik acht hoog op een studentenflat in de wijk Coendersborg in het zuiden van Groningen. Ver weg van Noorderzon en ik kan me ook niet herinneren dat ik het festival toen heb bezocht. Ik was nog volop bezig met het ontdekken van undergroundpopmuziek en oude en recente filmklassiekers in filmhuizen. Het was het jaar waarin ik in Vera bijvoorbeeld voor het eerst The Jon Spencer Blues Explosion zag optreden, een band die me optilde, meenam en ergens neerzette en daarbij mijn muzikale universum onherstelbaar herschikte. Een paar jaar later woonde ik zo ongeveer naast het Noorderplantsoen en had ik er de smoor over in dat in augustus dat Noorderzonfestival neerstreek in het park. Het was druk in de buurt en als ik naar of van het centrum fietste moest ik eigenlijk omrijden om niet in die trechter van bezoekers en festival vast te raken. Weken na het festival herinnerden kale plekken in het gras nog aan de tenten die er hadden gestaan.

21


Enkele zomers daarop ontdekte ik dat je in de weekenden echter ook heerlijk met een biertje in de hand op Noorderzon kon rondlopen en meisjes kijken. En vooraf met een vriend dan een hapje eten op het terrein, bij een Italiaan met serveersters op rollerskates. Ook bezocht ik Noorderzon toen al wel om er naar bands te kijken. Op het Dok, hoewel je daar eigenlijk nooit wat kon zien, tenzij je ruim van tevoren een plekje uitzocht, maar daar had ik het geduld niet voor. Vervolgens bleken er in benauwde containers ook interessante en energieke bandjes te spelen. Dat was tof.

Ik begreep er weinig van, maar dat het iets bijzonders was, dat hoorde ik meteen

Als ik zo van bepaalde muziek en films kon genieten, moest er toch ook theater zijn dat me kon raken. Dat wist ik eigenlijk wel zeker. Ik wist alleen niet waar ik moest beginnen of hoe. Dus kocht ik soms een kaartje voor een voorstelling in de Stadsschouwburg. Pierre Bokma in een bewerking van een toneelklassieker. Ik had er een mooie recensie over gelezen. Vol goede moed toog ik dan naar de Turfsingel. Om daar een kleine twee uur later lichtelijk gedesillusioneerd weer buiten te staan. Dit raakte me niet. Jammer, maar helaas. En zo ging het best lang. Vorig jaar heb ik me laten voorlichten over het Noorderzon-hoofdprogramma. Nog nooit zag ik zoveel theater, dans en performance of voorstellingen op de snijvlakken hiervan. Het was overweldigend. Wat ik altijd al dacht, bestond werkelijk en ik bevond me opeens in het oog van de orkaan: Boukje Schweigman, Roger Bernat, Christiane Jatahy, Lundahl & Seitl, ze tilden me op, voerden me mee en zetten me elders weer op de grond. Ik had het gevoel dat ik tot de kern van Noorderzon was doorgedrongen. Het was fijn aan de buitenkant, het was mooi erbinnen in, maar het hart raakte mij het diepst. Ik zag natuurlijk ook voorstellingen die ik niet snapte, waar ik uitraakte om er niet meer in terug te komen, maar ook dat hoort bij kunst. Gedesillusioneerd was ik in ieder geval nooit. En zoals ik voor concerten in Groningen eerder naar Vera ga dan naar De Oosterpoort en voor de film bij het Groninger Forum uitkom in plaats van Pathé, zo is daar nu Noorderzon. Achteraf gezien eigenlijk heel logisch. De eerste voorstelling die ik dit jaar zie is van Stichting Beeldlijn waar de documentaire Symfonie voor de Veenkoloniën vertoond wordt, waarbij ook het Veenkoloniaal Symfonie Orkest optreedt. In een van de altviolisten herken ik mijn oude leraar Muziek van de Middelbare School in Stadskanaal. Dertig jaar geleden liet hij onze klas tijdens een lessenreeks over de geschiedenis van de popmuziek kennis maken met Captain Beefheart. Er volgde een nummer waarin een man met een raspende stem een rammelende tekst voordroeg, met als refrein ‘Dachau blues, those poor jews’, als je dat al een refrein kon noemen. Muzikale ondersteuning was er in de vorm van op hol geslagen drums, een elektrische gitaar en blaasinstrumenten die zich weinig van elkaar leken aan te trekken. Niks leek in de maat, alles was gek en ongehoord. Ik begreep er weinig van, maar dat het iets bijzonders was, dat hoorde ik meteen en dat ik er ondanks alles naar moest luisteren, stond ook vast. Fascinerend vond ik het, niet meteen per se mooi. Vrij snel had ik de hele plaat op een cassettebandje laten opnemen en zo nu en dan luisterde ik er naar. Of deed pogingen daartoe. Uiteindelijk heeft het minstens tien jaar geduurd voordat ik de elpee Trout Mask Replica daadwerkelijk doorgrondde.

Als ik alles heb gezien, kom ik nog twee keer om het doek in me op te nemen

Een week voor Noorderzon bezoek ik het Van Gogh Museum in Amsterdam waar ik sinds mijn kindertijd niet meer ben geweest. Ik probeer me niet teveel te laten hinderen door de drukte en de aaneengesloten rij van bezoekers langs alle schilderijen, maar me vooral te concentreren op de doeken. Het dringt weer eens tot me door welk een groot en belangrijk schilder Vincent van Gogh eigenlijk is in de kunstgeschiedenis. En dat hij in een korte periode van tien jaar een waanzinnige hoeveelheid schilderijen en tekeningen heeft geproduceerd. Ik loop langs de doeken en eerlijk gezegd raakt het me allemaal maar matig. De aardappeleters komen nogal karikaturaal op me over (broer Theo van Gogh was ook niet zo enthousiast), die wereldvermaarde Zonnebloemen doen me ook weinig. Ik schuifel er eigenlijk enigszins verloren rond. Dan, in de laatste zaal: ik zie ’m al van een afstandje hangen en word er meteen toe aangetrokken: Korenveld met kraaien. Een prachtig schilderij dat in alles leeft. Het straalt hitte uit, broeierigheid en onrust. Ik sta lang voor het schilderij, ik kijk, dwaal af en kijk terug. Als ik alles heb gezien, kom ik nog twee keer om het doek nogmaals in me op te nemen, om me te laten meevoeren.

22


De eerste Noorderzonavond is een mooie zomeravond. Mensen lopen langzaam over het terrein. Overigens een crime als je haast hebt omdat je op tijd bij een volgende voorstelling aan de andere kant van het park moet zijn. Het is vaak het dilemma: ga ik door de mensenmassa of neem ik buitenom het park de lange route? Boven alles is het vertrouwd en gezellig. De steekijswagentjes zijn er weer, evenals de grijze Citroën HY, met de voor vegetariërs niet te versmaden zogeheten festibal. Mensen die elkaar enthousiast begroeten, opeens uitwijken, stilstaan. Muziek die over de centrale vijver bij het Dok vliegt, waar voor het podium ongetwijfeld weer bootjes zullen drijven en achter in het donker eendjes dobberen. De zeecontainers aan de Leliesingel, waar artiesten het langskuierende publiek proberen over te halen voor weinig geld een korte voorstelling te zien. Het zijn soms net kooplui bij het sluiten van de markt. Kijken, kijken en niet kopen, en soms laten mensen zich juist wel overhalen. Als er overigens al een rij staat, wekt dit duidelijk de nieuwsgierigheid op van anderen. De bomen in het park steken zwart af tegen de steeds donker wordende onbewolkte zomeravondlucht. De slingerlampen dansen sfeervol voor me uit en in een vijver drijft een lichtsnoer onder water, dat een effect geeft alsof er enorme goudvissen rondzwemmen. Het zijn de Sneaky Serpents van Tropism. Niet iedereen heeft de interactieve onderwaterlichtinstallatie meteen in de gaten. Een paar dagen later zie ik kinderen enthousiast in hun handen klappen naast het water. De lichtslangen blijken geluidsgevoelig te zijn.

Beide voorstellingen laten je anders kijken naar hoe het was en had kunnen zijn

Noorderzon is toch dat festival in het park? Dat valt eigenlijk nogal mee. Er zijn meer locaties buiten het Noorderplantsoen waar je voorstellingen kunt zien dan tenten tussen de bomen en de vijvers van het park. Een deel van deze Downtown komt als thema terug in de voorstellingen Circus, Boden & Gas van Sijas de Groot & WERC en de Urban Tour van Platform GRAS. Bij Sijas de Groot & WERC in de vorm van een maquette van de naaste omgeving van de Downtown-locatie en bij Platform GRAS krijg je wandelend of fietsend een inkijkje in een deel van de binnenstad. Alles is in verandering, verkondigt Sijas. Het lijkt waar. Beide voorstellingen laten je anders kijken, zoals dat met kunst kan gaan. Naar de hedendaagse omgeving, naar hoe het vroeger was, naar hoe het had kunnen zijn als ingrijpende bouwplannen van de Rijksuniversiteit in de Hortusbuurt bijvoorbeeld waren doorgegaan. Kijken ook naar hoe het er in de toekomst mogelijk uit zal zien. Zelfs wie dacht de omgeving van het Noorderplantsoen wel aardig te kennen, ziet iets nieuws. Je bent als het ware toerist in eigen stad. Je kunt treuren over het verleden dat is gesloopt of bebouwd. In Les Somnambules van Les Ombres Portées is er verzet tegen nieuwbouw. In deze prachtige objecttheatervoorstelling leggen de bewoners van een stad het af tegen het grootkapitaal en vernieuwingsdrang die daarbij hoort. Ze treuren, maar in hun dromen keren ze terug naar een andere wereld. Onderweg naar de Downtown-locaties blijkt Groningen tijdens Noorderzon ook de stad te zijn van de bloeiende stokrozen die overal tegen muren of in boomspiegels staan. Met hun enorme lengte begroeten ze je soms al van verre. Een van de mooiste voorstellingslocaties is de Watertoren. Met een glazen lift buitenom heb je een geweldig uitzicht als je de hoogte in schiet. Veertig meter boven de grond is hier een van de meest indrukwekkende voorstellingen van Noorderzon 2016 te zien: de installatie 21 – Memories of Growing Up van Mats Staub.

Ik voel me heel ongemakkelijk als de Theaterkrant slechts één ster geeft Niemand die ik ken die hier is geweest heeft zonder emotie gekeken en geluisterd naar de verhalen van tachtigers tot twintigers over hun leven op hun 21ste en wanneer zij eigenlijk volwassen zijn geworden. Een man die als Duitse soldaat het einde van de Tweede Wereldoorlog beleeft in Frankrijk, een inwoonster van Leningrad die zwanger is ten tijde van de kernramp in Tsjernobyl, een Groninger die midden jaren zeventig zijn eerste huisje koopt, een jonge vrouw in Belgrado tijdens de NAVO-bombardementen. Het zijn heel indringende verhalen. Ze laten me niet los.

23


Die video’s van Mats Staub, zijn die eigenlijk theater? Nee, maar het hoort wel bij de performing arts: installatie, video, performance, dans, muziek, film en dus theater. Jarenlang heb ik het hoofdprogramma van Noorderzon links laten liggen, omdat ik dacht dat het overwegend theater en toneel was en ik veronderstelde dat ik het niet leuk vond, er mijn weg niet in wist te vinden en ik het ook niet goed begreep. Nog steeds heb ik het gevoel dat ik theater (toneel) als een hogere vorm van kunst beschouw, hoger in ieder geval dan muziek of film. Het is een discipline waar ik ontzag voor koester en waartegenover ik ook een bepaald minderwaardigheidscomplex heb. Deze Noorderzon heb ik drie in zekere zin traditionele toneelvoorstellingen gezien. Chekhov’s First Play van Dead Centre, While I was Waiting van Omar Abusaada en Avidya – The Dark Inn van Niwa Gekidan Penino. Avidya – The Dark Inn vind ik fascinerend. Ik geniet van de merkwaardige verhalen en bijzondere personages in een herberg bij een geneeskrachtige bron, waar twee gasten uit de stad de rust onverwacht komen verstoren. Ook het enorme draaiende decor zal ik niet gauw vergeten. Ik deel mijn positieve indruk met anderen. Ik voel me echter meteen heel ongemakkelijk als ik na een dag verneem dat de Theaterkrant er in een recensie slechts één ster voor geeft. Ik denk dan meteen dat ik het wel niet begrepen zal hebben. Dat ik iets zag wat ik goed vond, maar dat dat dus niet zo was.

Als je even niet oplet bij theater, kun je zo maar uit de voorstelling zijn Vanwaar deze onzekerheid? Als ik een popplaat of een rockconcert prachtig vind en vervolgens in de krant lees dat de recensent het als waardeloos beoordeelt, ben ik eerder geneigd de kwaliteiten van de journalist in twijfel te trekken. Dat heeft natuurlijk alles te maken met ervaring. Mijn hele leven zo’n beetje luister ik naar popmuziek en lees ik erover. Er is hier niet veel meer dat mij kan verrassen en dat ik niet kan duiden. En dat ik Van Goghs Zonnebloemen niet zo bijzonder vind, vind ik ook niet erg. Wat dat betreft ben ik met theater nog een beginneling. Anderzijds is Noorderzon ook een hogedrukpan met afwijkende, vernieuwende, prikkelende voorstellingen in diverse disciplines en op snijvlakken daarvan. Wie zich hier onderdompelt in het programma is geen onervaren theaterbezoeker meer. Feit is wel dat theater een heel andere vorm van kunst is dan muziek. In die zin dat het een andere ervaring is. Als je even niet oplet bij theater, kun je er zo maar uit de voorstelling zijn. Dat is bij muziek heel anders. Je kunt de voorstelling ook niet even tijdelijk verlaten. Je zit vast op je stoel. Bij muziek kun je doorgaans altijd even naar de wc, bier halen bij de bar, op de gang gaan staan, of heel Nederlands door de muziek heen praten. Om vervolgens probleemloos weer in te haken bij het volgende nummer. Bij muziek is een politieke of maatschappelijke boodschap vaak ook niet helemaal passend of gewenst. Bij theater kan dat heel goed. Al mag ik niet vergeten dat gewoon kijken en ervaren natuurlijk ook genoeg kan zijn. Ik hoef er niet altijd iets achter te zoeken. Er is ook genoeg gelaagde popmuziek. Natuurlijk zijn er liedjesschrijvers die niet verder komen dan dat ze de liefde voor een ander bezingen, maar de meer interessante muziek gaat toch zeker wel verder de diepte in. Het is alleen veel eenvoudiger om daar geen acht op te slaan. De boodschap kan heel gemakkelijk verscholen blijven door binnensmondse zang, melodische schoonheid of te hard afgestelde gitaren. Het is ook lastiger om in een liedje van drieëneenhalve minuut een boodschap te stoppen waar een toneelvoorstelling probleemloos een uur over mag doen. Tot slot, hoe erg is het eigenlijk, als iedereen iets mooi vindt en jij niet? Of andersom?

Taoufiq Izeddiou ontroert me, Dead Centre nestelt zich meer in mijn hoofd ‘There’s music for the body and there’s music for the mind’ staat er in de klaphoes van de tweede elpee van The Soft Machine, een legendarische Britse psychedelische jazzrockband. Iets dergelijks ervaar ik op Noorderzon. Er zijn voorstellingen die een beroep doen op je hart, die je emotioneren door de beelden, de geluiden, de sfeer

24


Niwa Gekidan Penino | Avidya – The Dark Inn © Pierre Borasci

en die daarin overdonderend en meeslepend kunnen zijn. Andere nestelen zich veel meer in je hoofd en beginnen daar te knagen. Ze blijven hangen omdat je erover blijft nadenken, er ook met vrienden over spreekt of er andere bezoekers over hoort spreken. De dansvoorstelling En Alerte van Taoufiq Izeddiou is zo’n voorstelling die me ontroert en emotioneel met me aan de haal gaat. Religie, geweld en spiritualiteit zijn de thema’s, maar ik word vooral geraakt door de intensiteit van de dans van Taoufiq Izeddiou – die overigens allesbehalve het lichaam heeft dat je je normaal gesproken bij een danser voorstelt – en de twee muzikanten die hem geweldig begeleiden. De theatervoorstelling Chekhov’s First Play van Dead Centre is dan een stuk dat juist meer in mijn hoofd zit. Ik weet niet of ik het nou zo ontzettend mooi vond, maar eerder bijzonder. Ik blijf nadenken en napraten met anderen die het stuk ook hebben gezien wat er nou eigenlijk gebeurt en waar het over gaat. Het is ook heel leerzaam, want ik leer zo anders kijken en analyseren. Mederedacteuren geven me en passant even een spoedcursus Tsjechov. Thuis ’s nachts op de bank na een paar dagen Noorderzon, voor het slapengaan, concludeer ik dat ik eigenlijk op zoek ben naar kicks tijdens Noorderzon. Ik wil ontroerd worden en geprikkeld, door kunsten. Maniakaal bekijk ik daartoe een enorme hoeveelheid aan voorstellingen. In het verleden ging ik ook zo wel meerdere dagen achter elkaar op het Filmfestival Rotterdam te werk. Het kan ook omdat het aanbod zo grandioos is en divers. Ik laat me helemaal onderdompelen. En het werkt.

Hoe zou ik zijn geweest als in Belgrado woonde of in Leningrad? Ik weet het niet

Tijdens de eerste helft van het concert van de Oekraïense pianist Lubomyr Melnyk in de Lutherse Kerk droom ik weg, tijdens de indrukwekkende en repeterende pianogolven en denk ik na over de 21-jarigen. En over mezelf, in welke gelukkige omstandigheden ik verkeer, geen oorlog, geen toestanden. Ik kan voorstellingen zien op Noorderzon over allerhande onderwerpen. Er is geen onderdrukking. Wat een rijkdom. En ik vraag me ook af hoe de mensen om me heen in de kerk – velen luisteren met hun ogen dicht – waren op hun 21ste.

25


Hoe zijn hun levens? Zijn ze al volwassen? Ik heb altijd gedacht dat volwassenheid iets is wat er altijd al bij iemand in zat of niet. Wellicht klopt dat niet. Hoeveel ellende en verantwoordelijkheid heb ik in mijn leven meegemaakt? Bar weinig. Gelukkig. Hoe zou ik zijn geweest als ik in Belgrado woonde of in Leningrad? Ik weet het niet. Ik merk dat ik door alle voorstellingen die ik zie, veel vragen heb. Over de shows zelf, en dat er vragen zijn waarbij de voorstelling meer als een katalysator fungeert en er op een metaniveau existentiële zaken beginnen te spelen. Er zijn soms antwoorden en er zijn soms geen antwoorden. De gedachten gaan door. Op zondag 17 augustus 1980 bezoek ik voor het eerst Noorderzon. Dat wil zeggen: een van de voorlopers ervan, het muziekfestival Sterren in het Bos. Zeven jaar ben ik en mijn ouders willen hier The Shirts zien optreden. Een Newyorkse band, bekend van hun hit Tell Me Your Plans. Ik herinner me van dit festival een paar dingen. Er waren mensen hoog in bomen geklommen en eentje viel er bijna uit. In de muziekkoepel van het Sterrebos speelde een band met donkere heren met saxofoons. Zoiets had ik ook nog nooit gezien. En ik herinner me een collega van mijn moeder die zei dat The Shirts pas in de avond zouden spelen. Als ik tegenwoordig in het Sterrebos ben, vraag ik me oprecht af hoe daar ooit een muziekfestival heeft kunnen plaatsvinden, zo klein en krap doet het aan. Zou er ook ooit zo over het Noorderplantsoen en Noorderzon worden gedacht? In bomen klimmen is er in ieder geval niet bij op Noorderzon. We worden geacht respectvol om te gaan met park en omgeving. Terecht.

Nadia wil niet weg: ‘Een vreemd huis is als een wrede schoonmoeder’

Sterren in het Bos was mede opgezet ter vermaak voor de mensen die een lange zomer in Groningen verbleven waar door de zomerperiode verder weinig te doen was. De tijden zijn wat dat betreft ook wel wat veranderd. Er is meer welvaart, Groningers gaan op vakantie en als ze weer thuis zijn, spreken ze af en kletsen ze bij op Noorderzon. Een hapje eten erbij, iets te drinken én een voorstelling zien. Dat is wat een dame in de rij voor me opmerkt voordat HOME begint van Tomoko Mukaiyama. Deze voorstelling vindt plaats in een tot huiskamer omgebouwde donkere kamer in een oud huis. Op de vloer zit een jonge vrouw met lang haar. Ze is een geweldige danseres en de bezoekers zitten er met de neus bovenop. Haar lange haren zwaaien in het rond. Ik voel de lucht bewegen. Je thuis is een vertrouwde plek, maar ook een van geheimen en herinneringen. Soms prettig, soms onprettig. Van vroeger en nu. Dat verbeeldt de danseres, Erna Yuasa, heel mooi. Aan het einde van de voorstelling danst ze met een trenchcoat, trekt hem aan en ontdoet zich dan van de jas, alsof het een huid is die ze aflegt. Vervolgens verdwijnt zij opeens door een deur naar buiten, om niet meer terug te keren. Thematisch verwant, minstens zo indrukwekkend en met een totaal andere uitvoering, is de voorstelling Zvizdal [Chernobyl – so far so close] van BERLIN. Een portret van twee hoogbejaarde inwoners die in de verboden radioactieve zone bij Tsjernobyl wonen. Pétro en Nadia hebben zich nooit laten evacueren, maar zijn onderhand eigenlijk te oud en te breekbaar geworden om getweeën in de wildernis voor zichzelf te kunnen zorgen. Al wil Nadia nog steeds niet weg. ‘Een vreemd huis is als een wrede schoonmoeder,’ zegt ze. Onder het scherm staan drie maquettes van huis en erf van de oude mensen in verschillende jaargetijden. Een camera combineert op bijzondere wijze beelden van de maquette en het gefilmde portret. Het is heel indringend.

Je bent wat je eet en je bent eigenlijk ook wat je afval is Er is nog een voorstelling over je thuis, daar blijven of vertrekken: While I Was Waiting van Omar Abusaada. Een klassiek toneelstuk over een familie in Damascus. In de week waarin Turkije met grondtroepen Syrië is binnengevallen om IS en vooral ook de Koerden de pas af te snijden, en waarin duidelijk wordt dat het verdrijven van dictator Bashar Al-Assad voor Turkije misschien helemaal niet meer zo belangrijk is, vertelt While I Was Waiting juist het verhaal aan de achterkant van dat nieuws.

26


Mats Staub | 21. Memories of Growing Up © Pierre Borasci

Over het leven in Damascus na vijf jaar burgeroorlog. Het leven gaat door. Natuurlijk gaat het leven daar door. Ook bij de mensen die direct door die oorlog worden geraakt. Hun huiselijke beslommeringen blijken daarbij gewoon op het leven te lijken zoals we dat zelf ook allemaal kennen, met gekibbel tussen familieleden. Als ik naar de Syrische acteurs kijk, denk ik alweer aan Mats Staub. Ik denk aan de 21-jarigen in Damascus, ik denk aan de 21-jarigen drijvend in overvolle, wankele bootjes op de Middellandse Zee op de vlucht voor oorlogsverschrikkingen en de terreur van het kalifaat, ik denk aan de 21-jarigen aan Oost-Europese grenzen en in vluchtelingencentra bij ons. En aan alle vluchtelingen. Ook politiek is Monday – watch out for the right van Cláudia Dias. Een boksduel waarbij een jurylid in hoog tempo, als een monoloog, in elke ronde alleen maar vragen afvuurt. Veelal politiek getinte vragen. Theater met een expliciete politieke boodschap. Het is niet iets waar ik automatisch een heel warm gevoel bij krijg. Dat is althans hoe ik er vooraf over denk. Toch boeit het ook. Cláudia Dias stelt vragen, over politiek en maatschappij, over vechten en liefhebben, over engagement, over nadenken en dat je nog beter zou kunnen nadenken als je nog scherpere vragen formuleert. Ze benoemt pijnpunten in de vorm van vragen. Het is niet per se mooi, maar het intrigeert wel. Van een totaal andere orde is Oblivion van Sarah Vanhee / Campo. In tweeëneenhalf uur pakt zij behoedzaam en liefdevol haar afval uit dat zij in de periode van een jaar heeft verzameld in een veertigtal dozen. Sarah Vanhee doet een beroep op je uithoudingsvermogen. En zet en passant ook weer aan tot denken. Over mijn eigen afvalproductie. Je bent wat je eet en je bent eigenlijk ook wat je afval is. Uiteindelijk ligt de hele vloer bezaaid met bakjes, zakjes, papiertjes, theezakjes en wat niet al. Het licht gaat uit, het blacklight aan en een wonderbaarlijk aanblik biedt het geheel dan opeens onverwacht. Eigenlijk is ook dit weer een maquette, van een jaar lang leven.

Noorderzon is ook een reis. Door de stad, door het park, door je eigen hoofd

Naast al de zware kost is er ook nog tijd voor luchtiger vermaak. Zoals de Rock&Roll College Tour van Stuck Herry. De valsspeler Peter Woerde die je in Viva Las Vegas bij de neus neemt met zijn goocheltrucs. Of Chantalla Pleiter en Tonnus Oosterhoff met Iets In De Vorm Van Iets Anders – Een Ervaarbaar Gedicht. Al deze acts staan in containers aan de Leliesingel.

27


Ook niet onbelangrijk is dat ik vele voorstellingen ’s avonds op het terras kan nabespreken, met mijn mederedacteuren en andere Noorderzonners. Hun interpretaties en vragen helpen mij ook tijdens dit festival. En als je zelf iets over een voorstelling zegt, merk je dat je al pratende opeens ook tot nieuwe inzichten kunt komen. Op festivals ben je bereid risico’s te nemen. Je gaat eerder naar iets kijken wat je anders niet zo gauw zou zien. Of domweg kunt zien. Het zijn soms ook moeilijke voorstellingen. Er zijn voorstellingen die thematisch verbonden zijn, er zijn voorstellingen die in discipline overlap vertonen. Op een gegeven moment gaan voorstellingen in je hoofd ook in elkaar overlopen. Het is bijzonder om te merken dat je op zo’n manier in je hoofd verbindingen legt. Dat je gaat nadenken over de wereld om je heen. Voorstellingen en artiesten prikken je in je zij zodat je even voelt dat er meer is. Van een afstand beschouw je jezelf en de wereld. Je denkt na: Wat kan anders? Zoals een vakantiereis letterlijk een afstand tot je leven thuis schept en uitnodigt tot reflectie over je eigen leven. ‘Als ik terugkom, ga ik dit anders doen en dat zo. En niet meer zoals eerst.’ Noorderzon is voor mij ook een reis. Een reis door de stad naar de Downtown-locaties, een reis over het terrein langs zeecontainers, bezoekers, bars, restaurants en voorstellingstenten. Een reis door werelden van kunstenmakers en naar de werelden van artiesten. Een reis van jezelf in je hoofd om over al die indrukken na te denken. De 21-jarigen flanerend bij het Dok met een biertje in de hand, op de tribune van de Romeo Tent kijkend hoe de acrobaten in Barons Perchés van Compagnie MPTA van de vloer in slow motion bijna terugstuiteren naar het raam. Wat gaat er in hun hoofden om? Zijn ze al volwassen? De 21-jarigen op hun studentenkamer in de stad, ver weg van Noorderzon, in een heel andere wereld. Een wereld die nooit stil staat en blijft veranderen. Wie weet leggen zij ook eens de fijne reis af die ik deze Noorderzon weer heb gemaakt. Ik boek in ieder geval alvast weer vrij volgend jaar eind augustus.

Wat héb ik eigenlijk aan Noorderzon? Door Marieke Pentinga Noorderzon viert dit jaar alweer zijn 26ste editie en over ieder jaar wordt steevast van alles gezegd en geschreven. Van buitenaf – door lokale en nationale kranten, radio en televisie, recensiesites als de Theaterkrant – en van binnenuit, zoals het welbekende programmaboekje, Mark Talks Live onder begeleiding van Joost Ramaer, de interviews van Robbert van Heuven en wederom een samenwerking met Radio Glasnost. Onder begeleiding van diezelfde Joost en Nynke Oele is dit jaar ook een schrijversteam aangesteld. Waar tijdens voorgaande jaren hippe bloggers verslag legden van het reilen en zeilen tijdens het festival, gaat dit team op zoek naar een diepere laag. In 2014 was ik zo’n hippe blogger. Ik werd het terrein op gestuurd met de opdracht om op zoek te gaan naar ‘de mens op Noorderzon’. De blog draaide dat jaar om bezoekers en vrijwilligers. Zo schreef ik zowel over Niels, een vrijwillige verkeersregelaar als over Wesley: een bezoeker van de Wishfulmusic-container. Bovendien mocht ik op beeld een aantal makers interviewen over hun ultieme Noorderzon-beleving. Dat leverde vooral veel hippe (en soms gênante) vlogs op over Groningse gezelligheid, wispelturig weer, romances in en rondom de steekijskar en opmerkingen als: ‘And how do you call these cute little Dutch pancakes again?’ Dit jaar dus niet. Geen geblog maar een uiteenzetting. Geen hippe oppervlakkige meuk, maar diepgang. En bovenal: géén gezellige poffertjesanekdotes. Dit jaar gaat het schrijversteam op zoek naar een beschouwing van het festival in zijn geheel, met als uitgangspunt de voorstellingen. ‘Jullie hoeven ook geen recensies te schrijven, want dat wordt al door genoeg kranten en websites gedaan.’ Het is juist de bedoeling om met dit team een stap

28


Compagnie MPTA | Barons Perchés © Pierre Borasci

verder te gaan, een rode draad te vinden die alle voorstellingen en het festival in zijn geheel met elkaar verbindt. ‘Misschien ontdekken we wel een thematische lijn waarvan de makers van Noorderzon niet eens door hadden dat ze die erin hebben gestopt.’ Duidelijk. En nu? Er gebeurt nogal wat tijdens elf dagen Noorderzon. En dan heb ik het gemakshalve alleen over Noorderzon en haar Performing Arts en laat daarmee voor nu de muziek, containers, Rotor-kinderen, een gemeenschap aan vrijwilligers en heel veel gezellig bierdrinkende Groningers achterwege. Met de schrijversdevotie van een Adriaan van Dis in spé en de minutieuze precisie van A.F.Th. van der Heijden ga ik op pad, gewapend met mijn nieuw gekochte HEMA-notitieblok en BIC-pen. Op zoek naar die ene, bijna mythisch overstijgende lijn in het festival.

I haven’t been feeling myself recently. By which I mean ever’ Op de eerste donderdagavond mag ik als schrijver aanwezig zijn bij de openingsvoorstelling van Noorderzon 2016: Chekhov’s First Play door het Ierse gezelschap Dead Centre. Voorafgaand aan de voorstelling wordt kort iets gezegd door directrice Femke Eerland waarna spreker en collega Mark Russell het festival officieel opent. Als onvervalste Amerikaan is Russell vol lof over het festival: ‘The Nohrderzohjn festival is a unique festival and a celebration.’ En zo’n celebration komt volgens Russell (hoe kan het ook anders) voort uit een heleboel liefde. Als nuchtere OostGroningse kan ik daar alleen maar mijn vraagtekens bij zetten, en dus ook meteen bij mijn zoektocht naar de diepere laag van het festival. Want wat betekent dit festival dan voor mij en wat voor de rest van dit zwaar beladen publiek vol genodigden uit de theaterwereld? En nog een stap verder: wat héb ik eigenlijk aan Noorderzon? Op basis van deze vragen bekijk ik de eerste voorstelling Chekhov’s First Play, hier beter bekend als Platonov. Dit stuk wordt gezien als onspeelbaar (en is dus onderhand natuurlijk al tot tig voorstellingen bewerkt) omdat het origineel zo’n zes uur speeltijd zou kosten en het talloze personages bevat. Dead Centre heeft er flink de schaar ingezet wat resulteert in een voorstelling van grofweg 65 minuten. En alsof dat nog niet behapbaar genoeg is, krijgt het publiek een koptelefoon op met een live director’s commentary. Regisseur Bush Moukarzel legt ons namelijk wel even uit hoe de interpretatievork in de steel zit en bovenal waarom wij dit leuk gaan vinden. Tsjechov is immers niet een van de minste, zijn werk een klassieker en Platonov bevat álle Grote Vragen, aldus Moukarzel.

29


Dé Grote Vragen dus. Kennelijk is Tsjechov er al op zijn 18e in geslaagd om een drama te schrijven met daarin alle grote thema’s en vragen des levens: over bezit, verval (en het verval van bezit), onderlinge (seksuele) relaties, identiteit en de grootse zinloosheid van het leven: ‘I haven’t been feeling myself recently. By which I mean ever.’

De mensen naar wie wij kijken, blijven druk met niets Om de toon te zetten tijdens de opening met Dé Grote Vragen – ‘Wie ben ik? En wat is de zin van het leven? En als die er niet is, waar vind ik dan de moed om door te gaan?’ – is bepaald geen lichte kost, maar blijkt al snel leidend voor de komende elf dagen festival. Ook bij de volgende voorstelling komen dezelfde vragen aan bod maar nu vanuit een duister en dystopisch perspectief. In Guerrilla van El Conde de Torrefiel zie ik drie groepen vrijwillige figuranten in drie saaie en clichématige decors. In deze decors zijn ze allen druk met niets. Althans, dat wil zeggen: de eerste groep woont een congres bij van theatermaker Romeo Castellucci. Hoewel dit intellectueel lijkt, is het merendeel alleen aanwezig omdat Castellucci een bijzonder aantrekkelijke vent schijnt te zijn (wij krijgen hem natuurlijk niet te zien). Na een harde cut van het doek zien we een in alle rust voortkabbelende Tai-Chi les. Cut. Dan, op afstand, gescheiden via een glazen wand, kijken we neer op een op techno-muziek ravende massa. Ondertussen leest het publiek op de boventiteling een verhaal. Dit speelt zich af in 2019 tijdens de vooravond van een Derde Wereldoorlog. En hoewel de mondiale spanning stijgt, blijven de mensen waar wij naar kijken druk met niets. De vertellersstem in de boventitel verandert en begint ons vragen te stellen: Wat betekent de Holocaust nog voor onze generatie? Vrede is net als God een verzinsel van de mens, en wij onderscheiden ons alleen van de dieren doordat wij in staat zijn na te denken. Opnieuw neemt het verhaal een wending en wordt het bij vlagen absurd en ronduit ongemakkelijk. Er worden puppy’s doodgeknuppeld en een bejaarde man vraagt zijn vrouw zijn anus te likken. De techno dreunt, de stroboscoop flikkert en ook ik wil het liefst mijn blik afwenden; ik hoef dit niet te zien denk ik. Wat moet ík hiermee?

Of ik de rode draad in het festival al heb gevonden. Ik heb nog geen idee De volgende avond schuif ik een verkoelende A-kerk binnen om Cláudia Dias te zien. In haar stuk Monday – watch out for the right gaat zij het politieke debat fysiek te lijf. In de ring ontmoet zij een andere kunstenaar, een jonge Spaanse schrijver. Deze schrijver speelt tijdens de voorstelling haar bokstrainer. Al boksend stelt een dichtende scheidsrechter vragen. De vragen beginnen klein over bokser Mohammed Ali en de manier waarop hij bokst. Maar als de rondes vorderen worden de vragen groter, politiek beladen en persoonlijker. Denk je dat sommige banken gevaarlijker zijn dan legers? Is verdediging een vorm van geweld? Waarom ben ik bang voor de ander? En welk Europa laten wij onze kinderen na? De moeilijke vragen en intense bokschoreografie van Dias doen me duizelen. Ik ben nu halverwege het festival en het wordt tijd om de contouren van mijn tekst uiteen te zetten. Tijdens de dagelijkse redactievergadering wordt me gevraagd of ik de rode draad al gevonden heb en of ik dus ook al weet hoe mijn tekst eruit zal zien. Ik antwoord ontwijkend, heb vooralsnog alleen maar vragen en geen idee of ik in de tweede week van het festival op de juiste antwoorden en die diepere laag weet te stuiten. In de Watertoren aan de rand van het plantsoen sta ik op de tweede donderdag dan toch ineens oog in oog met die gezochte antwoorden. In 21 – Memories of Growing Up, een video-installatie van Mats Staub, horen en zien we een grote groep mensen vertellen over hun herinneringen van toen zij 21 waren, en wat het betekent om volwassen te zijn. Voor Staub zelf was dit een bepalend jaar en misschien dus ook voor anderen. De verhalen nam hij op en na drie maanden mogen de mensen dit terugluisteren. Tijdens het terugluisteren worden zij nogmaals door Staub gefilmd. Het resultaat is een installatie waarbij wij de verhalen horen maar alleen de gefilmde reacties van de betrokken verteller zien. Ik zie hoe mensen lachen, of driftig mee knikken. Anderen krijgen zichtbaar rode vlekken in hun nek of zijn tot tranen toe geroerd door hun eigen herinneringen. Ik kan er zoveel kijken als ik wil en blijf het liefst de

30


Claudia Dias | Monday – watch out for the right © Pierre Borasci

hele middag ‘bingen’. Ik zie hoe Frau Winterstein naar zichzelf luistert als zij vertelt hoe zij in 1945 21 werd. Daarna Frau Funke. Zij vierde haar 21ste verjaardag in 1989 in Berlijn. Ms. Davey werd 21 in 1984, gewoon zomaar ergens in Birmingham. Al deze grote of kleine verhalen zijn op een bepaalde manier verbonden met de Grote Geschiedenis: de Holocaust, de Koude Oorlog, de seksuele revolutie. Iedereen is op enig moment 21 geweest, en de meesten werden ergens ook volwassen. Sommigen op het moment dat ze vader of moeder werden. Anderen als hun eigen ouders sterven. Je kunt volwassen worden met tien waar anderen het pas voelen als ze over de vijftig zijn. Gemene delers daarbij zijn telkens het nemen van verantwoordelijkheid, consequenties durven inzien en nadenken over de wereld van morgen.

Pétro en Nadia bleven na de Tsjernobyl-kernramp wonen in de verboden zone Mr. Gordon uit Londen voelt zich overigens regelmatig nog zeventien (dat kan dus ook) en Herr Schirmacher werd zelfs twee keer volwassen: na de Tweede Wereldoorlog en na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. De opgehaalde herinneringen bevatten wederom dezelfde Tsjechoviaanse Vragen. Wie was ik? Wie ben ik nu? Hoe heb ik geleefd en ben ik nu nog steeds de persoon die ik toen was? De antwoorden komen in kleine pakketjes. Kleine herinneringen van gewone en toch stuk voor stuk unieke mensen. Met deze bagage loop ik richting De Studio waar het theatergezelschap Berlin hun interdisciplinaire kunstinstallatie (lees: een soort filmische voorstelling) laten zien over Pétro en Baba Nadia. Een nu hoogbejaard echtpaar dat na de kernramp van Tsjernobyl in 1986 als enige in de verboden zone is blijven wonen. Wederom zien we hoe een mondiale ramp impact heeft op twee gewone levens. Pétro en Baba Nadia bleven in hun dorp Zvizdal. Dit is hun thuis. Trots leidt Pétro ons rond: Hier was het postkantoor, daar de bakker en hier de kantine. Als ze in ’86 worden gebeld over de ramp ontvangen ook zij de mededeling dat er voor hen een appartement is en geld van de staat. Maar Pétro en Nadia willen hier niets van weten. Dit is waar ze wonen, waar hun thuis is. Vanaf dat moment zonder stromend water, elektriciteit en een werkende telefoon. Maar ondanks de soms barre omstandigheden en hun hoge leeftijd laat Berlin aan ons zien hoe ze samen overleven in het door hen zelf verkozen isolement.

31


De Performing Arts voorstellingen vragen veel van het publiek. Met het geweer van Tsjechov tegen onze slaap worden we door Dead Centre gedwongen na te denken over Dé Grote Vragen. Dias en El Conde de Torrefiel roepen ons op om beter over die grote vragen na te denken, en de installaties van Staub en Berlin geven ons via, persoonlijke verhalen van anderen, kleine antwoorden en inzichten op het grote voorstellingsgeweld. In mijn zoektocht naar duiding bezoek ik op de laatste avond een college uit de reeks Noorderzomerschool, die avond gegeven door universitair docent Thijs Lijster. Op basis van de opkomst concludeer ik dat ik vanavond niet alleen ben in mijn zoektocht naar antwoorden: de Desdemona-tent is volledig uitverkocht.

Alle Grote Vragen en kleine antwoorden van het festival komen samen in dit college Afgelopen mei heeft Lijster zijn essaybundel De Grote Vlucht Inwaarts uitgegeven waar hij ingaat op de individualisering van de samenleving, ‘Ikeaficatie’ en de daarmee gepaard gaande verstarring van de geschiedenis. Opgelucht haal ik adem. Alle Grote Vragen en kleine antwoorden van het festival komen samen in dit college. Na een korte analyse verklaart Lijster hoe de complexe wereld van nu ervoor gezorgd heeft dat we ons naar binnen keren. In nieuwe spiritualiteit zijn we op zoek naar oplossingen, yoga of Thai Chi om stress tegen te gaan en Mindfullness (op kosten van de werkgever) om je ‘persoonlijke productiviteit’ te verhogen. Geluk blijkt te koop bij Ikea en een beter milieu begint bij jezelf door je eigen groente te balkonieren en dagelijks twee minuten korter te douchen. Een sympathiek gebaar maar een pragmatische ideologie, aldus Lijster. De complexe wereldproblematiek heeft ons murw geslagen; we voelen ons machteloos waardoor we naar binnen keren en niet meer in staat lijken collectief te handelen. We zijn alleen nog bezig met de vraag of het thuis nog wel gezellig is en of we wel de juiste spulletjes hebben gekocht. Korter douchen is dan wel een sympathiek gebaar maar biedt in de verste verte geen oplossing voor het mondiale klimaatprobleem. Kortom: Grote Vragen verlangen Grote Antwoorden. En kunst, beweert Lijster, kan ons daarbij helpen. Kunst kan ons helpen antwoorden te vinden op die Grote Vragen. Zij toont ons sterke imaginaire verhalen die ons oproepen om na te denken. Zij laat ons zien dat er ook andere mogelijkheden zijn dan alleen maar onze individuele kop in het zand te steken tijden een Tai Chi les. Zo hebben de verhalen van Noorderzon mij dit jaar niet alleen Grote Vragen gesteld; Wie ben ik? Ben ik over honderd jaar vergeten? Hoe gaat mijn generatie om met de complexe wereld van vandaag? Hoe wil ik oud worden en in wat voor wereld? Samen of alleen? Wanneer ben ik écht volwassen, of blijf ik liever voor altijd zeventien? Maar de voorstellingen lieten ook antwoorden zien: Je kunt ongelukkig trouwen met een nazi, thuis zijn in een geïsoleerde en verboden zone, intens huilen van ontroering om je eigen herinneringen of coke snuiven en dansen op techno om de naderende Apocalyps te ontkennen. Mark Russell heeft vast geen ongelijk als hij op de openingsavond zegt dat Noorderzon voortkomt uit liefde. En er wás liefde, maar er was ook haat, geld, macht, gezelligheid, ontroering, honger, strijd, lust, ongeluk en absurde ongemakkelijkheid. Voor mij gaat Noorderzon over al die aspecten van het leven en laat zij mij met al haar vragen en verhalen zien hoe de grote verhalen doordringen in de kleine en andersom. Zo waren de problemen van de 21-jarige Mr. Padberg uit Dedemsvaart (21 in 1950) dezelfde als die van mij uit Groningen (21 in 2008). Ok, toegegeven, er is nu niet zo’n grote woningnood als in de jaren vijftig waardoor ik overweeg naar Canada te emigreren, maar als jonge starter op de (culturele)arbeids- en woningmarkt is het op dit moment ook geen groot feest. En ook ik betrap mezelf op gemijmer over hoe het thuis toch echt een stuk gezelliger zal zijn met die nieuwe lichtblauwe uitvoering van de Ikea Ektorp. Of dat ik zelfs beter zal schrijven als ik ook een sexy MacBook Pro bezit in plaats van mijn oude, trage doorsnee laptop. De rode draad van de voorstellingen van Noorderzon was dit jaar, net als waarschijnlijk ieder jaar; kunst. Kunst met haar mogelijkheid om grootse maar ook kleine thema’s aan te kaarten. Ze stelde dé Grote Vragen, wist ons te verrassen door ons sterke verhalen te laten zien maar ook te ontroeren met de kleine antwoorden. Door Noorderzon kon ik elf dagen lang in mijn eigen schrijvershuid kruipen om te proberen hoe dat is. Zo forceert ze mij kritischer na te denken over mijn eigen Grote Vragen en roept me op om het debat met mezelf en de ander over die vragen aan te gaan, om dan nu ook aan jou die ene vraag te stellen: Wat had jíj aan Noorderzon?

32


Noorderzon 2016 © Pierre Borasci

Blije kriebels

Met Rotor wil ik kinderen en hun ouders samen iets bijzonders laten beleven Door Nynke Oele ‘Mama, mama, komt daar weer dat met die knots?,’ vraagt een jongetje van een jaar of vier dat achter op de fiets zit bij zijn moeder. We zijn bezig met de opbouw van het plantsoen, over een paar dagen barst Noorderzon weer los, en de contouren van het festival worden zichtbaar. Het jongetje refereert aan de Knotsgrot, een interactieve installatie van Floris Maathuis waar je met een opblaasknots op knuffels mag slaan die pneumatisch omhoog schieten. Een instant hit. ‘Ik weet het niet,’ antwoordt de moeder, ‘maar we kunnen dit weekend wel gaan kijken als je dat leuk vindt.’ ‘Jaaaaaaaaaaa!,’ klinkt het vanachter op de fiets. Iets in mijn buik maakt een vreugdedansje. Ik herken die voorpret maar al te goed. Mijn eigen eerste Noorderzon was in 1995. Ik was zestien, keek thuis naar eindeloze hoeveelheden Nederlandse cabaretiers die ik had opgenomen op VHS, en ging met mijn vader naar het festival, naar een korte voorstelling van Brigitte Kaandorp en Bert Visscher. Ik weet nog dat we in een belachelijk lange rij voor een belachelijk klein tentje stonden in het Noorderplantsoen, en dat die heel lange slinger van publiek uiteindelijk toch in dat tentje verdween. Twintig minuten en een enorme hoop meligheid later stonden we weer buiten. Ik vond het geweldig. Als ik de recensies in het Nieuwsblad van het Noorden nu teruglees over die beginjaren van Noorderzon, dan is het bijna niet voor te stellen dat uit dat gerommel, dat blije gehannes van een paar enthousiastelingen in het park, zo’n uitgebreid, toonaangevend theaterfestival is ontstaan. En dat ik daar met mijn eigen blije gehannes iets aan heb toegevoegd.

33


Sinds 2004 organiseer ik het kinderprogramma voor Noorderzon. Wat ooit begon als een uitprobeersel in het hoekje van het Noorderplantsoen (ik herinner me uit dat eerste jaar bijvoorbeeld de Vieze Dingen Middag, met emmers nepsnot, poep van ontbijtkoek en heel veel rode wangen van plezier) is uitgegroeid tot een Speelweide vol kinderactiviteiten en voorstellingen voor kinderen van 4-12 jaar. Jaarlijks ontvangen we ongeveer 7000 jonge gasten en hun ouders en zijn er dagelijks ongeveer 30 vrijwilligers en artiesten actief om dat mogelijk te maken.

De Vieze Dingen Middag, met emmers nepsnot en poep van ontbijtkoek De meest succesvolle activiteiten of voorstellingen hebben voor mij te maken met verwondering, plezier en verbeeldingskracht. Met Rotor (zoals het kinderprogramma vanaf 2014 is gaan heten) probeer ik kinderen en hun ouders samen iets bijzonders te laten beleven. Een ervaring waarin ze iets meemaken wat anders is dan anders, wat alleen kan omdát het Noorderzon is. Zodat ook kinderen ervaren dat een festival een bijzondere plek is en dat kunst ook over jou gaat. Nabij is. En gelukkig, net als bij de grote mensen, is er lekker eten en drinken aanwezig (zoals poffertjes, steekijs en ranja), om die ervaring mee weg te spoelen. Daarnaast wil ik de kinderen het gevoel geven dat Rotor van hen is. Dat het een plek is waar zij de belangrijkste gasten zijn, midden in het plantsoen, in het hart van het festival. Daarom mogen ze met Rotormunten betalen, en zijn er Kidsgidsen die hen kunnen uitleggen wat er allemaal te doen is. En zijn er – hopelijk - dingen te doen en te beleven die ze thuis niet kunnen of mogen. Maar wel op Noorderzon! Dit jaar viel Noorderzon in de laatste weken van de vakantie en was het weer nogal wisselend; regen kwam met bakken uit de hemel om te veranderen in ontstellende hitte. Beide geen goede omstandigheden voor Rotor. Het is al gauw te nat of te heet voor mijn jonge publiek. De locatiemanagers gingen met ijsjes en water langs de containers en de tenten, om vrijwilligers en publiek koel te houden. Inmiddels ben ik zo lang betrokken bij Rotor dat een deel van de tieners en twintigers die nu vrijwilliger zijn zelf als kind hun eerste Noorderzon op de Speelweide hebben beleefd. Een onwerkelijke ervaring. Ze herinneren zich de Knuffelparachute, het zandkastelen bouwen of Paint the Eend, om maar een paar van hun persoonlijke hoogtepunten te noemen. Bij de Knuffelparachute konden kinderen hun knuffel een parachutesprong laten maken en kreeg de knuffel een vliegbrevet. Paint the Eend was een echte Citroën 2CV die kinderen mochten beschilderen en die we aan het einde van het festival met z’n allen te water hebben gelaten in de vijver. Tot verbazing van de kinderen bleef de eend drijven en dobberde hij vrolijk rond. En het zandkastelen bouwen was zo gaaf omdat er een echte zandkastelenbouwer aanwezig was die met een paar simpele tips en trucs de bouwsels van de kinderen letterlijk en figuurlijk boven henzelf deed uitstijgen. Voor veel kinderen van Noorderzon-medewerkers is Rotor ook de eerste plek waar ze vrijwilligerswerk mogen doen. Ergens tussen hun 12e en hun 14e beginnen ze met het rondbrengen van drinken, het innemen van muntjes of het scheuren van kaartjes op de Speelweide. Dit jaar wilde mijn petekind E. ook wel helpen. Samen met een vriendinnetje stond ze bij de Knotsgrot om uitleg te gegeven en muntjes in te nemen. En af en toe hebben ze zelf meegespeeld, vermoed ik, gewoon omdat het kan. Soms vonden ze het saai, zeiden ze, want het was op een van die snikhete dagen en er waren weinig kinderen. Het eten in de Backstage en het T-shirt maakten veel goed. En dat E. na twee weken nog steeds haar festivalbandje om heeft, beschouw ik toch ook maar als een goed teken. Misschien voelt zij, net als dat jongetje achter op de fiets, ook wel weer een blije kriebel, ergens volgend jaar augustus. Dan is onze missie toch maar mooi geslaagd.

34


De volgende Noorderzon-voorstellingen worden in dit boekje besproken Analog | Duitsland – Finale Duo Diesel | Nederland – Theatersnack Compagnie MPTA | Frankrijk – Barons Perchés Giuseppe Chico & Barbara Matijevic | Frankrijk – I’ve never done this before Sarah Vanhee | België – Oblivion Kobalt Works | België/Vietnam – Hanoi Stardust Teatro el Público | Cuba – Antigonón, un contigente épico Dead Centre | Ierland – Chekhov’s First Play Taoufiq Izeddiou | Marokko – En Alerte Edit Kaldor | Nederland/Hongarije – Web of Trust Omar Abusaada | Syrië – While I was waiting Liquid Loft | Oostenrijk – False Colored Eyes [Imploding Portraits Inevitable] Tetsuya Umeda | Japan – It was moving at first | Noorderzon 2014 600 HIGHWAYMEN | VS – The Record | Noorderzon 2014 Rimini Protokoll | Duitsland – Call Cutta in a Box | Noorderzon 2008 El Conde de Torrefiel | Spanje – Guerrilla Amir Reza Koohestani | Iran – Hearing | Noorderzon 2015 Roger Bernat | Spanje – We need to talk Sijas de Groot & WERC | Nederland – Circus, Boden & Gas BERLIN | België – Zvizdal [Chernobyl – so far so close] Stichting Beeldlijn i.s.m. het Veenkoloniaal Symfonie Orkest en Herman Sandman | Nederland – Symfonie voor de Veenkoloniën Tropism | GB – Sneaky Serpents Platform GRAS | Nederland – Urban Tour Les Ombres Portées | Frankrijk – Les Somnambules Mats Staub | Zwitserland – 21 – Memories of Growing Up Niwa Gekidan Penino | Japan – Avidya – The Dark Inn Lubomyr Melnyk | Oekraïne Tomoko Mukaiyama | Japan – HOME Cláudia Dias | Portugal – Monday – watch out for the right Stuck Herry | Nederland – Rock ‘n’ Roll collegetour Peter Woerde | Nederland – De Valsspeler Chantalla Pleiter & Tonnus Oosterhoff | Nederland – Iets in de vorm van iets anders – een ervaarbaar gedicht Thijs Lijster | Nederland – De grote vlucht inwaarts Floris Maathuis | Nederland – Knotsgrot Foto achterkant: Sijas de Groot & WERC | Circus, Boden & Gas © Niels Knelis Meijer

35



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.