MMM 309 by Dirk De Paepe

MEET MUSIC MAGAZINE - AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

Nr.309

27e jaargang - September 2014 27ième année - Septembre 2014

GRATIS

GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

Eventide MixingLink

Ibanez LGB30

Reverend

Jetstream 390 & Sensei RA

Korg

Peavey KB 5

Taktile-25 Taktile-49

Yamaha

Absolute Hybrid Maple

Peavey

Milestone

INHOUD - SOMMAIRE 4

GUITAR Eventide MixingLink

mic preamp with effects loop ................................... 4 Ibanez LGB30 electric hollow body guitar........................................ 7 Reverend Jetstream 390 & Sensei RA electric guitars........................................................... 8

BASS Peavey Milestone

bass guitar ...............................................................11

DRUMS & PERCUSSION Yamaha Absolute Hybrid Maple

acoustic drums ....................................................... 14

KEYBOARD INSTRUMENTS Peavey KB 5

keyboard amp ........................................................... 17 Korg Taktile-25 & Taktile-49 USB controller keyboards .......................................... 20

HILITES ............................................................. 24 MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden. La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com

Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Dennis Boxem Diederik Van Lembergen Jean-Philippe Komac Luc Henrion Stijn Deldaele Tim Van Roy Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Etienne Lambert Michel Van den Bosch

www.meetmusic.com

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

MEET MUSIC MAGAZINE

Firma/Firme..................... blz/page

PRO SOUND & LIGHT

Adam Hall ...................... 5

Lean’s .................................13

Beglec.......................... 21

Studio Factasy............. 23

EMD............................... 9

M-Works ..................... 23

Heremans AV .............. 23

Teac/Tascam................ 13

EMP ............................. 13

RockAmusic................. 13

Highlite International..........2,7

Teac/ART ..................... 19

Fentex.......................... 15

Sound Service/Regal Tip.. 16

Mills Audio ................... 14

Viladco ........................... 6

Kawai ........................... 19

Voerman ........................ 2

Peavey........................... 5

.........................................

K18 .............................. 25

Yamaha ....................... 21

Sound Service/Zoom ... 11

.........................................

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

www.meetmusic.com

Eventide MixingLink

GUITAR

Eventide MixingLink MIC PREAMP WITH EFFECTS LOOP

Er zijn maar weinig zaken waarmee je een redacteur zo snel uit zijn luie zetel krijgt, als met nieuwe spullen van Eventide. Tijdens de tienerjaren luisterden we immers bijna allemaal naar de albums van Steve Vai, waar de legendarische “Harmonizer” van Eventide voor heel wat spectaculaire geluiden zorgde. Helaas bleken de spullen van Eventide toen voor de gewone sterveling ronduit onbetaalbaar. Maar het bedrijf heeft de laatste jaren meerdere producten (aan een betaalbare prijs) uitgebracht in stompbox-vorm, waardoor nu zowat alle gitaristen er mee aan de slag kunnen. Eén van hun nieuwste producten is de MixingLink...

ALGEMEEN Concept

De MixingLink is gericht op zangers die gebruik willen maken van effecten (zoals bv. de Eventide H9 die we al hebben getest in november 2013) op het signaal van hun microfoon. Je kan het toestel het best omschrijven als een draagbare en schakelbare fx-loop voor je microfoon. En voor de duidelijkheid: schakelbaar met de voeten! Men heeft er namelijk voor gekozen deze mic preamp en fx-loop in de vorm van een stompbox te bouwen. Tegelijk weet men echter ook te vertellen dat de mogelijkheden nog veel uitgebreider zijn dan dat: je kan de MixingLink ook gebruiken als hoofdtelefoonversterker, interface met je iPad, etc…

Vormgeving

De MixingLink is met zijn zwarte en donkergrijze kleuren best discreet op het podium. Dit pedaal is, omwille van de vele aansluitingen, voorzien van de nodige labels en aanduidingen.

Handleiding

De handleiding van de MixingLink is aardig uitgebreid, wat op zich geen grote verrassing is gezien het toestel een resem aan mogelijkheden biedt. Toch is hij niet opvallend ingewikkeld, en we voorspellen dan ook weinig problemen in het gebruik.

BOUW

Behuizing

De MixingLink is geen speelgoed! Er wordt overwegend gebruik gemaakt van metaal om een stevige en robuuste constructie te garanderen. Dit pedaal heeft ook nergens plastic onderdelen op het front, wat nog meer vertrouwen inboezemt. Met dit toestel kan je met een gerust hart de baan op!

Afwerking

Eventide zou Eventide niet zijn als ze op dit punt steken lieten vallen! Hun oog voor detail en perfecte afwerking zijn immers een vaste waarde voor dit merk. Maar we hoeven niet te panikeren, men stelt ons niet teleur: alle onderdelen zitten stevig op hun plaats, en nergens kunnen we de MixingLink betrappen op fouten in de lak, de lijmnaden of het stickerwerk.

MOGELIJKHEDEN Aansluitingen

De MixingLink belooft ons een Zwitsers zakmes onder interfaces te zijn. Daar heb je al aardig wat voor nodig, dus we kijken even wat men ons allemaal voorschotelt. We beginnen met een gecombineerde XLR/jackinput, en de XLR DI output. Dan gaan we over naar de jackaansluitingen voor de instrument-input, de fx in- en output en de amp output. Je krijgt ook twee stereo minijacks: eentje voor de hoofdtelefoon, en eentje als “aux” aansluiting. Deze aux fungeert als in- én output via dezelfde stereolijn, waardoor je met een enkele kabel je plug-ins op (bijvoorbeeld) je iPad kan aansturen.

Bedieningspaneel

De MixingLink is niet bepaald overladen met controls, zeker als je het grote aantal aansluitingen mee in acht neemt. Je krijgt drie draaiknoppen: Input Gain, Phones en Amp Level en een derde draaiknop die van functie wijzigt naargelang de instelling van de mini switch. Van deze mini-schakelaars zijn er trouwens twee aanwezig: eentje om de volume+mixing functie in te stellen, en eentje om de modus van de voetschakelaar te bepalen (latching of hold). Rondom het pedaal vinden we nog een aantal andere functies, zoals de schakelaars voor (48V)

www.meetmusic.com

TIM VAN ROY Il y a peu de produits qui ont le don de déloger à la seconde même un rédacteur de son fauteuil favori ... Mais c’est bel et bien le cas pour un nouveau produit Eventide ! Lorsque nous avions moins de vingt ans, nous écoutions presque tous les albums de Steve Vai, sur lesquels le légendaire ‘Harmonizer’ était à l’origine de sonorités extrêmement spectaculaires. Hélas, à l’époque, les produits Eventide semblaient financièrement tout à fait inaccessibles au commun des mortels. Mais ces dernières années, l’entreprise a sorti un certain nombre de produits - à des prix plus abordables - sous forme de pédales d’effets, et à présent, pratiquement tous les guitaristes peuvent donc en profiter ! L’un de leurs nouveaux produits s’appelle le MixingLink ...

GÉNÉRALITÉS Concept

Le MixingLink est destiné aux chanteurs désireux d’utiliser des effets - comme par exemple, l’Eventide H9, que nous avons déjà testé en novembre 2013 - pour modifier le signal en provenance de leur micro. La meilleure manière de décrire ce produit est de dire qu’il s’agit en fait d’une boucle d’effets - portable et débrayable - pour micro. Mais d’emblée, soyons bien clairs sur un point : débrayable au pied ! En effet, pour cet appareil conjuguant un préampli pour micro et une boucle d’effets, la firme a opté pour le “format pédale”. Mais il est bon de préciser aussi que les possibilités de l’appareil sont encore bien plus étendues que cela : en effet, le MixingLink peut servir d’amplificateur pour casque, d’interface pour iPad, etc.

Esthétique

Le MixingLink sera toujours très discret sur un podium : ses couleurs sont le noir et le gris foncé. En raison de ses nombreuses connexions, cette pédale comporte un certain nombre d’inscriptions utiles ... et tout aussi nombreuses !

Notice d’emploi

La notice d’emploi du MixingLink est très détaillée, ce qui en soi, ne constitue pas une surprise de premier ordre, étant donné le grand nombre de possibilités proposées par l’appareil. Néanmoins, il n’est pas particulièrement compliqué, ce qui nous permet de supposer qu’il n’y aura pas beaucoup de problèmes lors de son utilisation.

CONSTRUCTION Boîtier

Le MixingLink n’est certainement pas un ... jouet ! Le métal est la matière dominante : cela garantit donc une construction des plus solides. Il n’y a pas non plus de composants en plastique sur le panneau frontal de cette pédale, ce qui inspire encore plus confiance : face à un tel appareil, c’est avec l’esprit tranquille qu’on se lance dans son utilisation !

Finition

Eventide ne serait pas Eventide si la firme se laissait aller à des concessions sur ce point : en effet, le souci des détails et la hantise d’une finition exempte de tout reproche a toujours été l’une de ses valeurs sûres. Bref, il n’y a pas de quoi paniquer, et encore moins d’être déçu : tous les composants sont bien en place, et à aucun endroit, il ne nous a été possible de déceler l’un ou l’autre défaut, qu’il s’agisse de peinture, de colle, ou de lettrage.

POSSIBILITÉS Connexions

Le MixingLink se définit lui-même comme une sorte de couteau suisse pour interfaces ... Pour remplir cette condition, il faut déjà pas mal de choses, donc, regardons ce qui nous est proposé. On commence le tour par une prise combinée XLR / jack pour l’entrée, et une sortie de direct (DI) XLR. Viennent ensuite les connexions jacks pour l’entrée de l’instrument, l’entrée et la sortie de la boucle d’effets, ainsi que la sortie vers l’ampli. On notera aussi la présence de deux mini jacks : un pour la sortie casque, et un pour la connexion ‘AUX’. Cette dernière fonctionne en tant qu’entrée et sortie via une prise stéréo : ainsi, grâce à un seul câble, on peut également piloter des plug-ins via, par exemple, un iPad.

Panneau des commandes

Le MixingLink n’est pas spécialement “bourré” de contrôles, en tout cas quand on a en tête le grand nombre de connexions. Il y a trois boutons rotatifs : Input Gain, Phones & Amp Level, et un troisième bouton dont la fonction varie selon la position d’un mini switch situé

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

Eventide MixingLink

GUITAR

phantom power, ground/lift en een 20dB pad. We geven dan ook meteen maar mee dat de phantom power functie enkel kan gebruikt worden als je de MixingLink met de meegeleverde adaptor gebruikt. Je kan het toestel ook op batterijen laten draaien, maar dan schakelt de phantom power zichzelf automatisch uit.

Effecten

De MixingLink heeft geen effecten. Nul, niks, noppes. Dit toestel wordt gebruikt om je effecten zo optimaal mogelijk te gebruiken, niet om zelf dingen te gaan toevoegen!

juste en dessous. Des mini switchs, il y en a d’ailleurs deux : un pour régler les fonctions de volume et de mélange, et un pour déterminer le mode de fonctionnement de l’interrupteur à pied (Latch ou Hold). Sur le pourtour de la pédale, on rencontre encore d’autres fonctions, comme les trois interrupteurs servant respectivement à l’alimentation fantôme de 48 volts, au ground / lift et à l’atténuateur de 20dB. Précisons d’ailleurs immédiatement que cette fonction d’alimentation fantôme ne peut être utilisée qu’en se servant du MixingLink avec l’adaptateur qui est livré avec l’appareil. On peut également faire fonctionner la pédale sur piles, mais dans ce cas, l’alimentation fantôme se coupe automatiquement.

Effets

ERGONOMIE

Le MixingLink ne comporte aucun effet : rien, nix, nada, quoi ! Et c’est logique, puisque la fonction première de cet appareil est de tirer le meilleur parti d’effets ... externes ! Le rôle du MixingLink n’est donc pas d’en ajouter lui-même ...

Architectuur

De spreiding van de aansluitingen op de MixingLink kan op het eerste zicht misschien wat bizar lijken… Ze staan immers aan alle kanten van het toestel verspreid. Maar eenmaal je het even goed bekijkt zie je dat deze aansluitingen allemaal onderling met elkaar verbonden zijn. Zo sluit je quasi alles aan zoals een gitaarpedaal: links en rechts. Rechts gaat bijvoorbeeld je gitaar er in, links ga je naar de versterker. Voor gitaristen zal het erg logisch lijken, voor anderen misschien wat minder. Gelukkig helpen de labels op het frontpaneel enorm om de boel snel en makkelijk aangesloten te krijgen! Op de website van Eventide staan trouwens een aantal erg duidelijk diagrammen van een aantal toepassingen van de MixingLink, gaande van een oefenversterkersysteem tot een volledige mixing setup.

ERGONOMIE Architecture

La manière dont sont agencées les connexions sur le MixingLink peut paraître un peu bizarre à première vue : elles sont disséminées sur trois des quatre côtés du pourtour de l’appareil. Mais dès qu’on y regarde à deux fois, on remarque que toutes ces connexions sont liées les unes aux autres. Ainsi, pratiquement tous les branchements s’opèrent comme sur une pédale pour guitare : à gauche et à droite. Par exemple, l’entrée de la guitare est à droite, et la sortie vers l’ampli, à gauche. Pour les guitaristes, tout cela paraîtra très logique, pour les autres, peut être un peu moins ... Heureusement, les lettrages du panneau frontal aident énormément à connecter tout cela rapidement et facilement. Sur le site d’Eventide, il y a d’ailleurs un ensemble de diagrammes extrêmement clairs et correspondant à un certain nombre d’applications relatives au MixingLink : cela va d’un système d’amplification pour s’exercer chez soi à une configuration complète de mixage.

Bediening

Voor de MixingLink heb je geen extra apparatuur nodig. Je kan alle instellingen makkelijk doorvoeren via de knoppen. De werkwijze van het toestel varieert naargelang de functie die je het toestel laat vervullen, maar iedereen die een paar live optredens achter de rug heeft kan allicht wel met het toestel aan de slag. Input gain regelen, de dB pads bijstellen en je signaal laten wat jij wil zijn in principe makkelijke bewerking die je snel onder knie gaat hebben!

KLANKKWALITEIT

De MixingLink is voorzien van een uitstekende mic preamp. De kwaliteit is dermate goed dat je de preamp zelfs kan gebruiken om opnames mee te doen. Als je geluidskaart of audio interface geen goede preamps heeft, kan je de MixingLink gebruiken om de kwaliteit van je opnames op te krikken. En de eigenschappen van de preamp zijn ook niet van de minste. Zo is het gebruik van ribbon microfoons geen enkel probleem, aangezien de preamp je meer dan 65dB boost kan bieden. De patching naar andere toestellen, zoals effecten of een versterker, levert geen storingen of bromgeluiden op. Hoe we de MixingLink ook gebruiken, het lijkt wel alsof het toestel helemaal niet in onze ketting zit. En alle toonfreaks weten dat dat allicht het grootste compliment is dat je dit soort toestel kan geven! Geen extra kleuring, enkel maar extra flexibiliteit. Als we bv. de H9 toevoegen in de ketting, valt meteen op hoe leuk het kan zijn met de MixingLink rond te spelen. Via de verschillende schakelmogelijkheden kan je meteen een hoop variaties toevoegen, en de resultaten zijn bij momenten zeer verrassend. Zangers kunnen aan dit toestel wel eens heel wat inspiratie winnen.

BUDGET

Eventide spullen zijn niet goedkoop… En de MixingLink is hierop geen uitzondering. Hij kost je €299 (adviesprijs incl. BTW). Op zich lijkt dit veel geld voor een toestel dat geen extra klanken bijdraagt, maar de MixingLink is zonder twijfel een unieke oplossing voor zangers die effecten in hun setup willen opnemen op een manier waarop ze er zelf meer invloed op kunnen uitoefenen dan wanneer de FOH mixer alles stuurt. De ene zal het toestel volledig overbodig vinden, de ander zal het na twee shows nooit meer kunnen missen. Op vlak van de bouw en de gebruikte componenten is het zeker een eerlijke prijs. Of het in jouw kraam past, moet je zelf uitmaken. De bewering dat de MixingLink een echt audiomatig Zwitsers zakmes is, is zonder enige twijfel een waarheid als een koe.

BESLUIT

Eventide levert wederom een topper af. Hun H9 is nog niet zo lang geleden gelanceerd, en is nu al goed op weg een moderne klassieker te worden. De MixingLink is een nieuw gegeven, en de mate waarop het inslaat bij het doelpubliek is nog af te wachten. Maar het toestel is zonder enige twijfel volledig doordacht en uitstekend gebouwd. Maar dat is een punt waarop we Eventide nooit, maar dan ook nooit, kritiek kunnen geven. MMM

pro • Klankkwaliteit • Compact design • Zeer flexibel • Uniek totaalconcept

• La qualité des sonorités • Le design compact • La flexibilité, énorme • Le concept global, qui est unique

• Omdat we moeten muggenziften: de middenste draaiknop “schuurt” een beetje van 1/4 tot in de helft - hoogstwaarschijnlijk een exemplarisch foutje

• Vraiment parce qu’il faut bien “pinailler” : le bouton du milieu frotte un peu entre le quart et le demi-tour de sa course. Mais c’est vraisemblablement un défaut propre à l’appareil testé

contra

www.meetmusic.com

Utilisation

Pour se servir du MixingLink, aucun appareil supplémentaire n’est nécessaire : tous les réglages peuvent être effectués facilement via les boutons présents. Le fonctionnement de l’appareil varie selon la fonction que l’on assigne à l’appareil, mais tout qui a derrière lui quelques prestations scéniques peut commencer à se servir de cette pédale directement : on règle le gain, on règle le pad pour adapter les dB, et puis on fait faire - en principe, facilement - au signal ce que l’on désire : normalement, ces manipulations se maîtrisent assez rapidement.

QUALITÉ DES SONORITÉS

Le MixingLink est équipé d’un pré-ampli pour micro exceptionnel : ses qualités sont telles qu’on peut même utiliser ce pré-ampli pour réaliser des enregistrements. Donc, si votre carte son ou votre interface audio n’a pas de bons pré-amplis, vous pouvez utiliser le MixingLink pour améliorer la qualité de vos enregistrements. Et les qualités de ce pré-ampli ne sont pas des moindres ! Ainsi, l’utilisation de micros à ruban ne pose pas le moindre problème, étant donné que ce pré-ampli peut offrir un gain de plus de 65 dB. Le raccord vers d’autres appareils, comme des effets ou un ampli, ne provoque ni parasite, ni bruit de fond. Quelle que soit la manière dont on utilise ce MixingLink, la “transparence” de l’appareil est telle qu’on dirait vraiment ... qu’il n’est pas présent dans la chaîne du signal ! Et tous les amateurs de son savent que c’est le plus beau compliment que l’on peut faire à ce genre d’appareil : pas la moindre coloration sonore, rien que de la flexibilité ... Un exemple ? Si nous intégrons l’Eventide H9 dans la chaîne, on comprend tout de suite comme il est agréable de travailler avec le MixingLink. Grâce aux différentes possibilités de connexion, on peut immédiatement ajouter toute une série de variations, et à certains moments, les résultats sont très surprenants. En tout cas, les chanteurs devraient voir leur inspiration décuplée grâce à cet appareil !

PRIX

Le matériel Eventide n’est pas bon marché ... et le MixingLink ne fait pas exception à la règle : il coûte 299 euros TVA comprise. En soi, cela paraît être beaucoup d’argent pour un appareil qui ne produit pas d’effets lui-même, mais le MixingLink est sans aucun doute une solution unique pour les chanteurs qui veulent intégrer des effets dans leur chant, et ce, d’une manière qui peut même exercer plus d’influence sur leur signal que quand celui-ci est piloté par la table de mixage de la sonorisation. Ceci dit, un musicien va trouver l’appareil totalement inutile, un autre ne pourra plus jamais s’en passer après une ou deux utilisations ! En regard de la construction et des composants utilisés, ce prix est indéniablement justifié. Si ce MixingLink doit faire partie de votre matériel, c’est à vous de le savoir. En tout cas, l’affirmation selon laquelle le MixingLink est un vrai couteau suisse dans le domaine de l’audio est une vérité qui ne peut être démentie !

CONCLUSION

Eh bien, comme d’habitude, Eventide nous livre une ... perle ! Leur pédale d’effets H9 vient d’être lancée, et elle est déjà en train de devenir un “classique moderne”. Quant au MixingLink, il s’agit d’un appareil de type nouveau : l’impact qu’il aura sur son public cible est donc, à ce stade, impossible à prévoir. Mais il ne fait aucun doute que cette pédale a été conçue sur base de mûres réflexions et construite de façon exemplaire. Ceci dit, c’est vrai que jamais - absolument jamais ! - Eventide n’a pu être pris en défaut à ce niveau ! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

GUITAR

Ibanez LGB30

ELECTRIC HOLLOW BODY GUITAR

STEVEN FABER

Na de introductie van George Bensons LGB300 op de NAMM 2012 kwam dit jaar de LGB30 uit. Behalve dat hij het met een nulletje minder moet doen, is hij ook zo’n €3000 goedkoper.

Après l’introduction de la George Benson LGB 300 au NAMM Show de 2012, cette année, c’est la LGB 30 qui a vu le jour. En dehors du fait que cette dernière née ait été amputée d’un “ z é r o ”, il faut savoir qu’elle coûte... 3.000 euros de moins!

INLEIDING

Je hebt gitaristen die van een sober uitgevoerde gitaar houden en zij die voor bling bling gaan. George Benson valt duidelijk in de laatste categorie. De LGB30 straalt je dan ook tegemoet met zijn goudkleurige hardware, fraaie driekleuren yellow burst, parelmoeren inleg op de toets, staartstuk en kop, en binding op elke plaats waar maar binding kan zitten. Bij een tweede blik vallen mooie details op als het palissander dat gebruikt is voor de kop, staartstuk, brug en het afdekplaatje van de halsstelpen. De toets is daarentegen van ebben, dat op de uit drie delen opgebouwde hals ligt (mahonieesdoorn-mahonie). De frets zijn erg netjes afgerond aan de uiteinden, maar zijn – zoals we vaker zien in deze prijsklasse – niet allemaal even strak op de toets aangebracht. De body is opgebouwd uit gevlamd esdoorn (zij- en achterblad) en sparren (bovenblad) en is uitgerust met twee Super 58 Custom humbuckers, die ieder een volume- en toonregelaar hebben. Het enige kritiekpunt hier is de elementring van de brughumbucker, die is niet helemaal juist afgeschuind. Hierdoor staat het element een beetje scheef ten opzichte van de snaren.

INTRODUCTION

Il y a des guitaristes qui apprécient les guitares au look sobre, et d’autres qui sont en faveur du... bling bling. George Benson appartient indubitablement à la seconde catégorie. La LGB 30 brille de mille feux, avec son accastillage doré, sa couleur yellow burst à trois tons, ses incrustations de nacre sur la touche, le cordier et la tête, sans oublier les filets, partout là où on peut en mettre! Après un deuxième examen, plusieurs détails, très jolis, se révèlent au regards, comme le est utilisé pour la tête, le cordier, le chevalet et la palissandre qui plaque de protection des chevilles du manche. Par contre, la touche est en ébène et est posée sur un manche en trois parties (acajou-érable-acajou). Les frettes sont parfaitement polies en leurs extrémités, mais, comme cela se passe souvent dans cette catégorie de prix, elles ne sont pas toutes posées de façon tout à fait égale sur la touche. Le corps est en érable flammé pour les éclisses et le fond, et en épicéa pour la table d’harmonie; celle-ci est équipée de deux humbuckers Super 58 Custom, chacun possédant deux boutons dédiés, un pour le volume et un pour la tonalité. Le seul point de critique à formuler est que l’entourage du micro placé au chevalet n’est pas tout à fait bien biseauté: du coup, le micro semble être un peu de travers par rapport à l’alignement des cordes.

KLANK & BESPEELBAARHEID Zolang ik op jazzgitaren speel, is me op-

SON & CONFORT DE JEU

gevallen dat de Ibanezzen altijd prima scoren op bespeelbaarheid. De LGB30 is op dat gebied niet anders. Daarbij is de afronding van de frets een kers op de taart, die het spelen net nog iets lekkerder maakt. Met de gitaar ingeplugd word ik verrast door een klank die mijn verwachting overstijgt. Wat een fijn instrument is dit! De volle en krachtige klank is een perfecte combinatie van warmte en helderheid en heeft daarbij een heerlijk snelle attack. Sla je niet te zacht aan bij het spelen van jazzruns, dan word je beloond met een duidelijk en direct begin van elke noot, zoals je dat ook hoort bij de naamgever van dit instrument en een gitarist als Pat Martino. Alleen meer lineaire toonregelaars hadden de speelervaring nog kunnen verbeteren, want die zijn niet zo nauwkeurig af te stellen.

BUDGET & CONCLUSIE

Hulde aan Ibanez voor deze LGB30! Bij het maken van een betaalbaar instrument moeten altijd keuzes worden gemaakt en dat hebben ze wat ons betreft erg goed gedaan. Deze gitaar kost je slechts €999 inclusief koffer (adviesprijs incl. BTW). De kwaliteit op gebied van bespeelbaarheid en klank is uitstekend en daarbij is het gelukt om de gitaar een George Benson waardig uiterlijk te geven en prima af te werken. Dat de toonregelaars dan niet de allerbeste zijn, is dan een klein detail dat ook nog eens snel te verhelpen is mocht je daar waarde aan hechten. MMM Copyright: Steven Faber - Gitarist - www.gitarist.nl

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

Quand il s’agit de jouer avec une guitare de jazz, j’ai constaté une chose: les Ibanez sont toujours “au top” en matière de confort de jeu. Et il en va bien de même pour cette LGB 30! A ce niveau, la finition des frettes est une vraie cerise sur le gâteau: elle rend le jeu encore un peu plus agréable! Une fois la guitare raccordée à un ampli, j’ai été surpris par un son qui dépassait mes espérances. Quel bel instrument que celui-ci! Le son, plein et puissant, est un alliage parfait entre chaleur et clarté, celle-ci se distinguant surtout par l’impressionnante vivacité de son attaque. Si on n’attaque pas trop doucement les cordes quand on joue des motifs de jazz, on est gratifié par un début de note aussi clair que direct pour chaque note, comme en sont capables, par exemple, celui qui a donné son nom à l’instrument testé, ou encore, un guitariste comme Par Martino. Seuls des potentiomètres de tonalité un peu plus linéaires auraient encore amélioré le confort de jeu, car on ne peut pas dire qu’ils soient faciles à régler avec précision.

PRIX & CONCLUSION

Rendons hommage à Ibanez pour cette LGB 30! Quand on construit un instrument au prix abordable, il faut toujours opérer des choix, et selon nous, la marque a fait ceux qu’il fallait. Cette guitare ne coûte que 999 euros avec son coffre, ceci étant un prix brut conseillé et TVA comprise. Dans le domaine du confort de jeu et du son, la qualité est irréprochable, et en prime, Ibanez est arrivé à conférer à cette gui• Le son • Klank tare une apparence digne du grand Geor• Le caractère • Karakter ge Benson: la finition • Le confort de jeu • Bespeelbaarheid est impeccable. Le fait que les potentiomètres de tonalité ne soit pas sans reproche n’est finalement qu’un • Toonregelaars kunnen be• Les potentiomètres de détail qui peut être rapidement réglé, pour tere potmeters gebruiken tonalité pourraient être peu que vous y accormeilleurs • Ring brugelement niet juist diez de l’importance.

pro

contra afgeschuind

• Le contour du micro au chevalet n’est pas des mieux biseauté

MMM

www.meetmusic.com

GUITAR

Reverend Jetstream 390 & Sensei RA

Reverend Jetstream 390 & Sensei RA ELECTRIC GUITARS

STEVEN FABER

Reverend Guitars is hier niet heel bekend, maar met een nieuwe Nederlandse importeur komt daar mogelijk verandering in. Uit de eerste zending zochten wij de Jetstream 390 en Sensei RA uit voor een test.

INLEIDING

Sinds de oprichting in 1997 is Reverend Guitars snel gegroeid. Was het eerst een eenmansbedrijf van gitaarbouwer en industrieelontwerper Joe Naylor, nu is het een serieus merk dat een flink aantal eigen ontwerpen in huis heeft die in Korea geproduceerd worden. Dat het merk niet onopgemerkt is gebleven, is te zien aan de flinke groep gitaristen die een Reverend bespelen. We noemen Dan Auerbach (The Black Keys), Billy Corgan, Reeves Gabrels (David Bowie) en Carl Verheyen. Op de Vulcano (Flying V) en Pete Anderson Eastsider T (Telecaster) na hebben alle modellen duidelijk een eigen look, die toch klassiek aandoet. Maar dat is niet alles wat over het merk te zeggen valt, want Reverend predikt het korina evangelie (deze vooral van Gibsons Flying V en Explorer bekende houtsoort is voor alle solidbody’s gekozen om zijn klankkarakter) alsook het gebruik van een bass contourregelaar, lockingtuners en grafieten topkam.

JETSTREAM 390

Reverend heeft zijn gitaren onderverdeeld in die met een gelijmde en met een geschroefde hals. De Jetstream valt in de laatste categorie en heeft een men-

Reverend Guitars n’est pas vrainue dans nos contrées, mais importateur néerlandais donne... Il nous a fait nous allons donc exa-

ment une marque conl’apparition d’un nouvel pourrait bien changer la parvenir un premier envoi, et miner aujourd’hui la Jetstream 390 et la Sensei RA.

INTRODUCTION

Depuis sa création en 1997, la société Reverend Gu i-

tars s’est rapidement développée. Si, au départ, elle s’identifiait à un seul homme - le

luthier et entrepre-

suur van 25,5 inch (648 mm). De asymmetris c h e body met bin-

ding heeft een eigen look die wel wat weg heeft van een gestroomlijnde Jazzmaster. Een afgeschuinde rand geeft de verder vlakke body extra speelcomfort en de chique, spiegelglad sunburst afwerking springt in het oog. De beschikbare klanken komen uit drie CP90 elementen, de Reverend variant van een P90, in combinatie met een vijfstandenschakelaar. Volgens de website zijn het halsen middenelement iets cleaner dan een standaard P90 terwijl de brugversie w e e r iets meer output heeft. Natuurlijk v inden we op de slagplaat onder de Wilkinson tremolo de standaard volume- en toonregelaar, maar echt uniek is de derde knop, de regelaar voor bass contour. Deze haalt als je ‘m terugdraait geleidelijk meer laag uit de klank. De in zijdeglans afgewerkte esdoorn hals wordt met zes schroeven stevig aan de body verbonden, die hier is afgeschuind om alle 22 frets goed toegankelijk te maken. De frets zijn netjes gepolijst en afgewerkt, al sluiten ze bij de derde en vierde snaar niet overal even goed op de toets aan.

www.meetmusic.com

neur J o e Naylor -, à présent, elle est devenue une marque à prendre au sérieux, avec un grand nombre de projets personnels à son actif, projets dont la production a lieu en Corée. La marque n’est pas restée longtemps dans l’ombre, et c’est sans doute dû à bon nombre de guitaristes qui ont adopté les instruments Reverend. Citons, à titre d’exemple, Dan Auerbach (The Black Keys), Billy Corgan, Reeves Gabrels (David Bowie) et Carl Verheyen. A part les modèles Vulcano (= Flying V) et Pete Anderson Eastsider T (= Telecaster), tous les autres modèles ont clairement leur look propre, bien qu’ils donnent une impression d’instruments “classiques”. Mais c’est loin d’être tout ce qu’il y a à dire sur cette marque, car Reverend... “prêche l’évangile” en faveur d’une essence de bois en particulier, le korina. Celle-ci est surtout connue grâce à Gibson, à travers la Flying V et l’Explorer, mais Reverend y a recours pour l’entièreté de ses guitares à corps plein, en raison de ses caractéristiques sonores. De plus, la marque promotionne aussi l’utilisation d’un réglage de contour pour les basses, de mécaniques autobloquantes et d’un sillet de tête en graphite.

JETSTREAM 390

Reverend a réparti ses guitares en deux catégories: celles à manche collé et celles à manche vissé. La Jetstream 390 fait partie de cette dernière catégorie et son diapason est de 25,5 pouces (648 mm). Son corps, asymétrique et souligné par un filet, possède un look très personnel qui fait pourtant un peu penser à une sorte de Jazz Master, mais en plus aérodynamique. Le corps est plat, à l’exception de ses bords, qui sont biseautés et donnent ainsi un confort de jeu supplémentaire. Par ailleurs, la finition sunburst, brillante comme un miroir, lui donne un côté très chic qui saute aux yeux. Les sons disponibles proviennent de trois micros CP90, la variante Reverend du P90, dont la sélection s’opère via un inverseur à cinq positions. Selon le site de la marque, les micros au manche et au centre ont un son un peu plus clair qu’un P90 standard, alors que la version au chevalet possède un peu plus de puissance de sortie. Naturellement, sur la plaque de protection, en plus du vibrato Wilkinson, on retrouve les réglages de volume et de tonalité, mais le troisième bouton est unique: il s’agit d’un réglage pour le contour des basses. Ce contrôle affecte les basses progressivement, au fur et à mesure qu’on tourne le bouton. Le manche en érable, à la finition satinée, est solidement solidarisé au corps par six vis, ce dernier était biseauté à cet endroit afin de garantir un accès

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

Reverend Jetstream 390 & Sensei RA

GUITAR SENSEI RA

Onze Sensei is helemaal in mat zwart afgewerkt met een binding rond body en toets. De dubbele cutaway, gelijmde hals, tune-o-matic brug en mensuur van 24,75 inch (628 mm) maken dit een aansprekend model voor de Gibson-liefhebber. Een voordeel van de Sensei is het gewicht van slechts 3,3 kg. Heerlijk.

De afwerking is ook hier goed uitgevoerd en de ebben toets laat een mooie glans zien. Het meest bijzondere aan ons testmodel zijn de Railhammer elementen, waar de letters RA naar verwijzen. Ze zijn ontworpen door Joe Naylor en combineren een magneetstrip (rail) voor de omwonden snaren met vergrote polen voor snaar 1, 2 en 3. Hierdoor moeten de bassnaren strak en helder klinken zonder dat de hoge snaren lijden onder een dun geluid. Onze nieuwsgierigheid is gewekt.

BESPEELBAARHEID EN KLANK

aisé aux 22 frettes en présence. Frettes qui sont d’ailleurs bien polies et bien finies, mais au niveau de la troisième et de la quatrième corde, leur contact avec la touche n’est pas parfait à certains endroits.

SENSEI RA

La finition de la Sensei RA en notre possession est en noir mat, avec des filets qui font le tour du corps et de la touche. Les deux encoches, le manche collé, le chevalet Tune-OMatic et le diapason de 24,75 pouces (= 628 mm) e n font un modèle qui devrait attirer les amateurs de Gibson. Un avantage de la Sensei RA, c’est son poids: 3,3 kilos seulement... c’est génial! Ici aussi, la finition est bien faite, et la touche en ébène laisse admirer un bien jolie finition brillante. Ce qu’il y a de plus caractéristique dans notre modèle test, ce sont les micros ‘Railhammer ‘, qui sont à l’origine des lettres ‘RA’ dans le nom du modèle. Ces micros ont été conçus par Joe Naylor en personne, et ils combinent une barrette (rail) magnétique pour les 3 cordes graves avec les pôles habituels, mais élargis, pour les 3 cordes aiguës. Voilà de quoi titiller notre curiosité...

Een perfect afgestelde topkam zorgt bij beide gitaren voor een prettige bespeelbaarheid, al zou de actie van de Sensei nog wel iets lager kunnen. Met een radius van 12 inch is de toets vrij vlak, iets wat voor mijn gevoel het beste past bij de Sensei; de Jetstream had zeker baat gehad bij meer afgeronde toetsranden voor een ingespeelde feel. De CP90’s van deze gitaar CONFORT DE JEU ET SON geven een stevig rootsy geSur les deux guitares, un sillet de tête parfailuid dat prima werkt voor tement ajusté autorise un confort de jeu élevé, pop, blues en americana, mais signalons juste que l’action de la Sensei RA met name in combinatie devrait être réglée encore un peu plus bas. Avec Jetstream 390 Jetstream 390 met een clean of crunchy son rayon de courbure de 12 pouces, la touche afgestelde versterker of • Klassieke vibe • Le ‘vibe’ classique est vraiment très plate, une caractéristique qui, een overdrivepedaal. Gaat à mon sens, convient au mieux à la Sensei RA. • Afwerking • La finition de gain echter richting Par contre, la Jetstream 390 aurait certainement • Bass contour-regelaar • Le contrôle de contour des distortion dan worden de tiré avantage si les bords de sa touche avaient été basses elementen wat rommelig. Sensei RA plus arrondis, autorisant ainsi un jeu plus fluide. De middenstanden werken Sensei RA Les CP90 de cette guitare produisent un son • Railhammer elementen goed, waarbij de bass conpuissant, très “roots”, ce qui convient parfaite• Les micros ‘Railhammer’ • Bass contour tour-regelaar extra kwaak ment pour la pop, le blues et la musique amé• Le contrôle de contour des kan toevoegen, vooral in ricaine, surtout en étant desservi par un ampli basses stand twee. Over deze reau son clair ou crunch, ou encore, par une pégelaar ben ik sowieso erg dale d’overdrive. Si on pousse le gain afin d’avoir enthousiast. Extra helderbeaucoup de distorsion, les micros deviennent heid voor akkoorden met un peu moins précis. Les positions médianes des een chorus? Iets minder potentiomètres fonctionnent bien, et c’est là que Jetstream 390 Jetstream 390 laag bij een overstuurd gele contour des basses peut ajouter de la “pêche”, • Toetsranden zijn vrij • Les bords de la touche, pas luid? Het is allemaal onder en particulier quand le sélecteur est en position hoekig assez arrondis handbereik en werkt veras2. Je suis d’ailleurs vraiment enthousiasmé par send goed. Sensei RA Sensei RA ce réglage! Vous faut-il un peu plus de clarté pour De Railhammer elementen jouer des accords avec un chorus? Ou un peu • Niets op aan te merken, • Rien à signaler, à moins doen het erg goed op de moins de basses dans un son saturé? Tout cela tenzij we gaan muggenzifqu’on veuille discutailler Sensei. Ze hebben inderest à portée de main, et cela fonctionne bien au ten over de actie sur l’action! daad een helder laag dat point d’en être surprenant! niet wollig of boomy is. Les micros Railhammer “donnent” vraiment bien Toch klinken ze warm en sur la Sensei RA. En effet, ils produisent des basses très claires, qui ne sont niet zo steriel als sommige actieve elementen. Ook voor de hoge snaren werkt ni cotonneuses, ni trop envahissantes. Néanmoins, leur son reste chaud, et het concept, want zelfs de hoge E klinkt lekker vol en stevig. Dit maakt de non pas stérile comme le sont certains micros actifs. Et cette conception de klank geschikt voor cleane partijen, maar ook met hogere gaininstellingen micro fonctionne bien également pour les aiguës, car même la corde de MI kunnen ze goed overweg. aigu résonne d’un son plein et puissant. Cela rend le son adéquat pour des

pro

contra

BUDGET EN CONCLUSIE

Voor de Jetstream 390 betaal je €849 incl. BTW, voor de Sensei RA tel je €899 neer. Met deze modellen hebben we misschien wel de meest uiteenlopende solidbody’s uit het aanbod van Reverend naast elkaar gezet. Is de Jetstream juist geschikt voor alternatieve pop en rootsy stijlen, de Sensei moet daar niets van hebben en begeeft zich liever in de rockhoek. Een gitaar is een optelsom van enorm veel factoren, waardoor het lastig is te beoordelen welke invloed het korina heeft. Toch is onze indruk dat de klank hierdoor heel gebalanceerd en wat lichter is dan mahonie, maar minder open of helder dan essen. Hoe dan ook, wat ons betreft heeft Reverend zich bewezen met zijn mooi afgewerkte en goedgebouwde gitaren. MMM

parties en son clair, mais cela marche tout aussi bien lorsqu’on augmente le niveau du gain.

PRIX ET CONCLUSION

La Jetstream 390 coûte 849 euros TVA comprise, et pour la Sensei RA, il faut compter 899 euros. A travers ces deux modèles, nous venons peut être de présenter côte à côte les deux guitares à corps plein qui diffèrent le plus l’une de l’autre dans toute l’offre de Reverend Guitars! Si la Jetstream 390 est au mieux de sa forme dans la pop alternative et différents styles d’autrefois, la Sensei RA n’en a cure et lorgne plutôt du côté du rock. Une guitare est une addition de très nombreux éléments: il nous est donc difficile de déterminer quelle est l’influence réelle du korina sur le son. Néanmoins, notre impression à ce sujet est que le son est bien équilibré, un peu plus aéré que celui de l’acajou, mais moins ouvert et moins clair que celui du frêne. Quoi qu’il en soit, en ce qui nous concerne, Reverend Guitars nous a démontré son savoir faire, avec des guitares bien finies et bien construites. MMM

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

Peavey Milestone

BASS

Peavey Milestone BASS GUITAR

STIJN DELDAELE

Peavey is een merk dat al reeds vele jaren meedraait. Van de beginnende muzikant tot de meer professionele: Peavey heeft voor iedereen iets in petto. We mochten reeds de heruitgave van de gerenommeerde TNT comboversterkers uittesten, en deze keer ligt er een basgitaar op onze testbank met een vrij traditionele look. Maar ìs ze wel traditioneel? Lees vooral verder...

CONCEPT

De Milestone reeks kreeg een eerder traditionele look, met toch wat meer elegantie. Peavey levert instrumenten die zeer budgetvriendelijk zijn, met een goede prijs-kwaliteitverhouding. Dit model is daarvan het levende bewijs. Zoals ik eerder vermeldde, is dit instrument toch niet zo traditioneel als je op het eerste zicht zou zeggen. Er werd duidelijk over nagedacht en men heeft geen klakkeloze kopie gemaakt van reeds gekende modellen. De knowhow van de ontwikkelaars in Amerika en de productie in China, zorgen voor een goede bas aan een zeer gunstige prijs.

BOUW

Op het eerste zicht zou je net wél denken dat je een kopie van een precison / jazz bass in handen hebt. Niets is minder waar. Meteen merk je dat de uitsparingen (cutaways) veel dieper en eleganter zijn dan een standaard bas. Dit zorgt ervoor dat we vrij vloeiend de hals kunnen bespelen in zowel de hoge als de lage regionen. Aan de achterzijde van de nek merken we een andere bijzonderheid op: de Powerplate. Dit is een metalen plaatje waarop de stemsleutels zijn bevestigd. Dit zorgt ervoor dat de vibraties van de snaren beter worden overgebracht en heeft een betere sustain als resultaat. De hals bestaat uit maple en het toetsenbord uit rosewood, standaard houtsoorten dus. De nek heeft een D-vormig profiel maar voelt toch vrij slank aan, zoals een jazz bass nek. Qua design kreeg de kop een eigen herkenbare touch mee. De stemsleutels zijn niet klavervormig, maar hebben een iets compactere en slankere vorm, zoals we die kennen van de Gotoh stemsleutels. e e n De body is mooi afgewerkt met een witte crèmekleurige laklaag en e e n rode amberkleurige slagplaat. En de pick-ups? De Milestone heeft de ronprecision nek en jazz bass brug pick-up configuratie. Zo krijg je kende, diepe klank van een precision en de heldere knor van een jazzbass. De brug is een standaard model met een apart zadeltje per snaar, en heeft zoals de rest van de hardware een chrome look. Dit alles zorgt voor een bas die er zowel traditioneel als modern uitziet. De enige bemerking die ik heb, zijn een paar kleine slordigheden in de afwerking, maar die zijn eigenlijk verwaarloosbaar.

HANDLEIDING/ TOEBEHOREN Een handleiding is de bas is passief. Dat uitgebreide toonregehebben enkel twee toonregelaar. Spreekt wel een plug-and-play inbussleutels om je len.

niet aanwezig, maar wil zeggen dat er geen ling is op de bas zelf. We volumeknoppen en een dus voor zich. Verder is er jackkabel meegeleverd, en trusrod en zadeltjes af te stel-

REGELMOGELIJKHEDEN

Zoals v e r meld, is de Milestone dus een passief model. De regelmogel ijk he den bestaan uit twee volumeknoppen en een toonregelaar. De eerste knop is de volumeregelaar van de precision nek pickup, de tweede van de single-

Peav e y est une marque que nous connaissons déjà depuis de nombreuses années: que ce soit pour le musicien débutant ou pour ceux qui tendent vers le professionnalisme, Peavey a dans ses “valises” quelque chose pour chacun d’entre nous! Nous tesde la cécombos TNT ses, et cette foispour l’instant sur d’essai une guitare des plus traditionelle vraiment la tradilisez la suite… Peavey a donc tone, mais en propose des rapport qualité cela a déjà été à première s’est pas condéjà bien la produc-

avons déjà eu l’occasion de ter la réédition lèbre série des pour les basci, nous avons notre banc basse au look nels. Mais suittion? Pour le savoir,

CONCEPT

choisi un look plutôt traditionnel pour la série Mileslui conférant un brin d’élégance en plus. Cette marque instruments à des prix très intéressants, avec un bon prix, et ce modèle en est une preuve éclatante! Comme dit, cet instrument est moins traditionnel qu’il n’y paraît vue: on sent qu’on a réfléchi avant d’agir, on sent qu’on ne tenté de faire une “simple” copie, sans âme, d’un modèle connu. Combiner l’expérience des concepteurs américains et tion en Chine: voilà le secret d’une bonne basse dotée d’un prix particulièrement favorable...

CONSTRUCTION

A première vue, on se croirait presqu’en présence d’une copie d’une Precision ou d’une Jazz Bass. Mais rien n’est moins vrai: on remarque immédiatement que les encoches (‘cutaways’) du corps de l’instrument sont bien plus profondes, mais aussi, plus élégantes que celles d’une basse standard. Cela a pour agréable conséquence qu’on peut “se promener” à l’aise, sans la moindre entrave, tant en haut qu’en bas du manche. A l’arrière du manche, nous remarquons une autre particularité: la PowerPlate. Il s’agit d’une petite plaque en métal sur laquelle les mécaniques sont fixées, et cela a pour but que les vibrations des cordes soient mieux transmises, le but étant d’améliorer le sustain. Le manche est en érable et la touche en palissandre: rien que des essences de bois “standard”, donc. Le manche possède un profil en “D”, mais il semble pourtant très mince, comme celui d’une Jazz Bass. Au niveau du design, la tête arbore la touche personnelle et caractéristique des instruments de Peavey. Les mécaniques ne sont pas en forme de trèfle, elles ont plutôt une forme plus compacte et plus svelte, un peu dans le style des mécaniques Gotoh. Le corps affiche une jolie finition, avec sa couleur blanc crème et sa plaque de protection de couleur rouge-ambre. Et les micros? La Milestone est équipée d’un micro de type Precision au manche, et d’un micro de type Jazz Bass au chevalet: de cette façon, on arrive à obtenir le son profond et “ronflant” d’une Precision, ainsi que le “ronronnement” plus clair d’une Jazz Bass. Le chevalet est un modèle standard, avec un pontet séparé par corde, et comme tout le reste du hardware, la finition est chromée. Tout cela confère à cette basse un look à la fois traditionnel et moderne. La seule réserve que j’aie à émettre se situe au niveau de quelques impuretés dans la finition, mais en fait, elles sont négligeables.

NOTICE D’EMPLOI / ACCESSOIRES

Pas de notice d’emploi à l’horizon, mais la basse est de type passif: cela veut donc dire qu’il n’y a pas de réglage de tonalité très développé sur la basse elle-même. En tout et pour tout, nous avons droit à deux boutons de volume et un de tonalité... ce qui parle de soi-même! A part cela, la livraison comprend aussi un câble jack et des clés Allen pour régler la barre de renfort du manche et les pontets du chevalet. coil brug pick- u p . De toonregelaar zorgt ervoor dat je meer bass en treble kan toevoegen aan je signaal. Hoe meer je deze opendraait, hoe scherper je sound zal zijn. Deze regelmogelijkheden zijn standaard, maar eenvoudig, overzichtelijk en effectief.

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

POSSIBILITÉS DE RÉGLAGE

Comme cela a déjà été dit, cette Milestone est donc un modèle passif... Les possibilités de réglage sont donc limitées: deux boutons et volume et un de tonalité. Le premier bouton s’occupe du volume du micro Precision au manche, le deuxième, de celui du micro à simple bobinage au chevalet. Le troisième bouton ne peut donc être que celui de tonalité, qui permet d’injecter plus de basses ou d’aiguës au signal. Au plus on tourne le bouton, au plus le son devient aigu.

www.meetmusic.com

BASS

Peavey Milestone Ces possibilités de réglage sont habituelles, mais simples, claires et efficaces.

SON

SOUND

Qua sound heeft de Milestone het beste van beide werelden: een precision nek pick-up die zorgt voor een lekker grommende en diepe, warme klank; en een brug singlecoil pick-up voor een knorrende en heldere jazz bass sound. Met deze combinatie kan je niet veel mispeuteren, en voor een passieve bas vind ik dit momenteel de beste pick-up configuratie. En Peavey lost de verwachtingen in! Als je beide pick-ups in balans brengt door de twee volumeknoppen open te draaien, krijg je een lekkere en volle sound die geschikt is voor slappen, plectrumwerk, etc. Draai je de nek pick-up meer open, dan bekom je die diepere precision sound. Draai je de brug pick-up open, dan krijg je meer die knorrende jazz bass sound die iets meer helder klinkt dan de nek pick-up. Met deze pick-up configuratie heb je voor een passieve bas toch een vrij veelzijdig klankenpallet waarmee je - van blues tot metal - veel genres aankan. De Powerplate zorgt ervoor dat de trillingen beter worden overgebracht naar het hout, waardoor je sound iets transparanter en voller klinkt. Om dit verschil echt goed te horen, zou je twee dezelfde bassen moeten hebben: één met en één zonder de Powerplate. Enkel op die manier kan je het effect van de Powerplate echt kritisch beoordelen. Wij zijn alleszins steeds te vinden voor verbeteringen en speciale snufjes!

BESPEELBAARHEID

De bas hangt goed in balans als we rechtstaand spelen met een riem. Ik was wat bezorgd dat de kop zou beginnen hangen door de metalen Powerplate, maar dit is niet het geval. De nek laat zich soepel bespelen, maar ik moest wel eerst de trusrod aanpassen zodat de actie tussen de snaren en de vingertoets optimaal was. Eens gebeurd, was er geen vuiltje meer aan de lucht. De D-vormige nek heeft toch een vrij slanke afwerking gekregen zodat de nek niet lomp aanvoelt. De diepe uitsnijdingen in de body zorgen ervoor dat de hoogste frets heel goed bereikbaar zijn. De snaren voelen ietwat stroef aan, maar dit euvel kan verholpen worden door betere snaren op te leggen.

Pour ce qui est du son, la Milestone possède donc le meilleur des deux mondes: un micro Precision au manche qui assure un beau son chaud, profond, qui fait penser à un grognement (de plaisir, bien entendu); et un micro à simple bobinage pour produire

les sonorités ronronnantes et plus claires d’une Jazz Bass. Avec une telle combinaison, on peut difficilement faire les choses “de travers”, et pour une basse passive, j’estime, tant qu’à présent, que c’est la meilleure configuration de micros existante. Et cette Peavey répond aux attentes! Quand on met les deux potentiomètres des micros à un même niveau, on est gratifié par un son agréable et plein, idéal pour slapper et pour jouer au médiator, etc. Si on augmente le micro manche, on arrive au son, plus profond, de la Precision. Si par contre, on augmente le micro chevalet, on s’oriente plus vers le son ronronnant d’une Jazz Bass, dont le son est un peu plus clair que celui du micro manche. Avec une telle configuration de micros, malgré le fait que la basse soit passive, voici donc une palette de sonorités très polyvalente qui permet d’aborder pas mal de genres musicaux allant du blues au métal. La PowerPlate de la tête contribue donc à ce que les vibrations des cordes soient mieux transmises vers le bois de l’instrument, et ainsi, le son en devient un peu plus transparent et un peu plus plein. Ceci dit, pour vraiment bien entendre cette différence, il faudrait avoir deux basses identiques: une avec la PowerPlate, et une sans elle. C’est seulement dans ce cas de figure que l’on pourrait juger vraiment “au carat près” l’effet réel de la PowerPlate. Mais par principe, nous serons toujours favorables aux améliorations et aux innovations spécifiques...

CONFORT DE JEU

TOEPASSING

Deze bas is meer weggelegd voor de beginnende bassist die met een goed instrument wil starten. Al bestaat de kans dat deze bas je misschien niet te snel ontgroeit en je er nog jaren op blijft spelen. De mogelijkheden van de Milestone liggen breed genoeg om verschillende genres aan te kunnen.

CHAMP D’APPLICATION

Cette basse est exactement ce qu’il faut à un bassiste débutant qui veut néanmoins commencer avec un bon instrument. En effet, il y a de fortes chances pour que cette basse ne devienne pas d’un niveau insuffisant trop vite, et qu’un débutant puisse donc jouer avec bonheur pendant des années avec un tel instrument avant d’avoir vraiment besoin d’autre chose. Et les possibilités de cette Milestone sont suffisamment étoffées pour aborder différents styles de musique.

BUDGET

Voor het geld hoef je deze bas zeker niet te laten! De Milestone kost je immers slecht €220 incl. BTW. Soms vind je zelfs tweedehands niet meteen een bas voor deze prijs! Uiteraard verschilt een gitaar uit deze prijsklasse van veel duurdere modellen, maar de prijs-kwaliteitverhouding ligt toch wel erg gunstig. Dit is een degelijke bas voor een spotprijs.

CONCLUSIE

Langs de ene kant is dit een traditionele bas, als je kijkt naar de pick-up configuratie en de regelmogelijkheden. De Powerplate en de diepere uitsnijdingen van de body zorgen dan weer voor een moderne touch. De witte crèmekleurige laklaag van de body en de amber slagplaat zorgen voor een frisse en • Budget mooie look. Ik kon en• Powerplate kel een paar minieme slordigheden opmer• Diepere uitsnijdingen ken in de afwerking, • Eigen traditionele look maar die vormen zeker geen struikelblok. De • Veelzijdig Milestone staat garant voor kwaliteit aan een klein prijsje. Een bas die zeker aan te raden is voor de beginnende bassist die in vele genres zijn mannetje kan • Kleine slordigheden afstaan. werking

PRIX

pro

contra

MMM

www.meetmusic.com

La basse reste bien en équilibre quand on joue debout avec une bandoulière. J’étais un peu inquiet à l’idée que la tête puisse “peser” sur la main gauche à cause du métal de la PowerPlate, mais ce n’est pas le cas: ce manche autorise un jeu tout en souplesse, mais j’ai d’abord dû le corriger via la barre de renfort afin que l’action, donc, la distance entre les cordes et la touche, soit optimale. Une fois cela fait, plus la moindre ombre au tableau! Le manche en forme de “D” est malgré tout usiné pour aboutir à une section très mince, et ainsi, pour ne pas “peser” sur la main gauche. Les encoches du corps, très profondes, permettent un accès facile aux frettes les plus hautes. Les cordes me semblent un peu raides, mais ce défaut peut facilement être effacé en achetant de meilleures cordes.

• Le prix • La PowerPlate • Les encoches profondes du corps • Le look, à la fois traditionnel et personnel • La polyvalence

• Les quelques petites impuretés dans la finition

Au niveau du budget, pas besoin d’attendre pour acquérir cette basse: en effet, la Milestone ne coûte que 220 euros TVAC! Parfois, on ne trouve même pas facilement une basse de seconde main pour un tel prix! Bien entendu, une guitare basse de cette catégorie de prix ne vaut pas des modèles beaucoup plus chers, mais le niveau du rapport qualité - prix est extrêmement favorable: nous sommes face à une basse de bonne qualité... pourtant vendue à un prix dérisoire!

CONCLUSION

D’une côté, il s’agit d’une basse traditionnelle, par exemple quand on regarde la configuration des micros et les possibilités de réglage. Mais d’un autre côté, la PowerPlate et les encoches nettement plus profondes apportent une touche plus moderne. La couleur crème du corps et la plaque de protection ambrée dégagent un look élégant, plein de fraîcheur. Je suis juste arrivé à repérer quelques impuretés minimes! - dans la finition, mais il n’y a vraiment pas de quoi en faire une pierre d’achoppement: clairement, cette Milestone est un garant de qualité à petit prix. Voilà donc une basse qui est certainement à conseiller au bassiste en herbe qui désire tirer son épingle du jeu dans plusieurs styles musicaux. MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

www.meetmusic.com

DRUMS & PERCUSSION

Yamaha Absolute Hybrid Maple

Yamaha Absolute Hybrid Maple ACOUSTIC DRUMS

De Live Custom uit de vorige editie was nog maar net ingepakt of de volgende Yamaha drumset diende zich alweer aan. De Absolute Hybrid Maple is de tweede professionele drumlijn die uit de Chinese fabriek komt. Veel van de features komen wederom voort uit de PHX-serie.

SPECIFICATIES

- hybride ketel van esdoorn en wengé - hook lugs en YESS-mount van PHX-serie - 3mm dikke, gegoten aluminium spanranden - 10 gelakte finishes - toms van 8” tot en met 16” - floortoms van 14” tot en met 18” - bassdrums van 18” tot en met 24” - snaredrum alleen in 14”x6”

BOUW

De basis van de Absolute Hybrid Maple is een nieuwe ketelconstructie waarbij een laagje wengéhout tussen enkele lagen esdoorn is gesandwiched. Wengéhout is veel harder dan esdoorn, zodat de ketel meer punch en attack zou krijgen. De toms, floortoms en snaredrums hebben een 6,2 millimeter dikke ketel met een draagrand onder een hoek van 75 graden. Dat is een iets flauwere hoek dan de tegenwoordig gangbare 90 graden. Op de bassdrum staat de draagrand onder een hoek van 60 graden, dezelfde hoek die je op veel vintage en vintageachtige drums vind. In beide gevallen is er door de flauwere hoek meer contact tussen vel en ketel, waardoor je een iets bredere klank krijgt. Op het gebied van ketelbeslag is er niets bespaard bij de Hybrid Maple. De spanbokken zijn afkomstig van de PHX-serie. Deze zogenaamde hook lugs bestaan uit twee delen die in elkaar haken. Bij het verwisselen van het vel hoef je aldus de spanbouten slechts een paar slagen los te halen, waarna je de spanrand compleet met spanbouten en een halve spanbok zo van de ketel kunt pakken. Dat scheelt bij het verwisselen van de vellen heel wat minuten. De toms en snaredrums zijn voorzien van Yamaha’s 3 millimeter dikke gegoten aluminium spanranden. Deze zijn stijf maar toch heel licht, waardoor ze niet al te veel gewicht aan de set toevoegen. Door deze stijve spanranden krijgt de set een heel gelijkmatig stemgedrag, maar de klank wordt er ook wat droger mee. De toms zijn opgehangen aan hetzelfde vernieuwde YESS-systeem als je op de PHX tegenkomt. Daarbij zit de tomrozet aan weerszijden van de ketel vast, en dat maakt hem een stuk stabieler. De floortompoten zijn hol vanbinnen zodat de floortom geveerd staat, en ongehinderd kan resoneren.

DENNIS BOXEM Le modèle Live Custom de l’édition précédente était à peine remballé que le set suivant de Yamaha se présentait déjà à moi! L’Absolute Hybrid Maple de ce mois-ci est la deuxième série professionnelle de batteries en provenance de l’usine chinoise. Et de nouveau, pas mal de caractéristiques viennent de la série PHX.

SPECIFICATIONS

- fûts hybrides: en érable et en wengé - hook lugs et attaches YESS de la série PHX - cercles épais de 3 mm en aluminium moulé - 10 finitions laquées - toms allant de 8 à 16 pouces inclus - floor toms allant de 14 à 18 pouces inclus - grosses caisses allant de 18 à 24 pouces inclus - une seule variété de caisse claire: 14 x 6 pouces

CONSTRUCTION

La base de l’Absolute Hybrid Maple est en fait un nouveau type de construction des fûts: une couche de wengé est insérée entre chaque couche d’érable. L’essence de wengé est beaucoup plus dure que celle de l’érable, de sorte que le fût est censé avoir plus de punch et d’attaque. Les toms, les floor toms et les caisses claires ont des fûts d’une épaisseur de 6,2 mm dont les chanfreins présentent un angle de 75 degrés. C’est donc un angle un peu plus faible que les 90 degrés plus usuels de nos jours. Le chanfrein de la grosse caisse a un angle de 60 degrés, et c’est le même angle que l’on retrouve sur beaucoup de batteries ‘vintage’ - ou de tendance ‘vintage’. Dans les deux cas, comme l’angle est plus faible, il y a un contact plus important entre la peau et le fût, ce qui permet un son un peu plus ample. Au niveau de l’accastillage des fûts, la marque n’a pas cherché à faire des économies sur cette Absolute Hybrid Maple: les coquilles viennent de la série PHX. Ces pièces, nommées ‘hook lugs’, se composent de deux parties accrochées l’une à l’autre. Ainsi, lorsqu’on change les peaux, on a juste besoin de relâcher les tirants de quelques tours; ensuite, on peut ainsi enlever complètement du fût le cercle, avec les boulons et une demi coquille. Lors du remplacement des peaux, cela épargne quand même pas mal de temps... Pour les toms et les caisses claires, Yamaha a prévu des cercles en aluminium moulé, d’une épaisseur de 3 mm: ils sont donc bien rigides, mais tout en restant très légers, ce qui leur permet de ne pas trop alourdir l’ensemble du set. Grâce à ces cercles bien rigides, le set profite d’une sonorité très régulière, mais cela rend aussi le son un peu plus “sec”. Les toms sont suspendus au nouveau système YESS, le même que celui de la série THX. Avec ce système, les coquilles sont fixées à l’envers des fûts, et cela les rend nettement plus stables. Les pieds des floor toms sont creux à l’intérieur, de sorte que le floor tom est isolé du sol et peut ainsi résonner sans la moindre entrave.

FINITION

AFWERKING

De afwerking van de Hybrid Maple is in orde, al is er bij het polijsten van het lakwerk nog wat ruimte voor verbetering. Als

www.meetmusic.com

i mp e r concurest claifûts euxqualité!

SON

‘Expressive drums’: c’est via ce Maple sur le marché. Une batterie

La finition de l’Absolute Hybrid Maple est correcte, mais le polissage de la couleur pourrait encore ê t r e amélioré. Quand on oriente les fûts pour que la on décèle des lumière s’y réfléchisse, déformations et des lignes se réfléchissent; bref, cela montre qu’il existe de petites fections dans la pose de la couleur. Chez certains rents et dans cette même gamme de prix, la finition rement meilleure. Par contre, les chromes, les mêmes et l’accastillage sont vraiment au top de la

slogan que Yamaha lance son Absolute Hybrid qui “parle”, donc, qui est expressive. Dès les

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

Yamaha Absolute Hybrid Maple je het licht er schuin op laat vallen, zie je nog wat vertekening in de reflectielijnen, wat betekent dat er nog kleine oneffenheden in de laklaag zitten. Dat is bij sommige concurrenten in deze prijsklasse duidelijk beter. Het chroomwerk, de ketels zelf en het ketelbeslag zijn echter van topklasse.

KLANK

‘Expressive drums’: dat is de slogan waarmee Yamaha de Absolute Hybrid Maple op de markt zet. Drums die spreken, die expressief

zijn. Al bij de eerste klappen blijkt dat Yamaha daar prima in is geslaagd. De toms worden door Yamaha geleverd met dubbellaags Emperor slagvellen. Bij subtiel spel is die combinatie wat stug en de ketel gaat dan niet helemaal open. Met een steviger klap spreken de toms ineens vol aan. Ze hebben een heerlijk vettige en uitermate puntige attack en een heel beheerste sustain. Met een enkellaags Ambassador krijg je bij zachter spel wel het complete karakter van de ketel te horen. Daarbij valt weer op hoe puntig en stevig de sound is. De testset is dankzij de gekozen maten een echte rocker, en de 12” en 16” toms moet je dan niet te hoog stemmen. Dat neemt niet weg dat ze met een enkellaags vel behoorlijk wat jazz in huis hebben. Hooggestemd is de klank kort, gefocust en toch heel open.

Bassdrum

De bassdrum heeft met zijn 24”x14” een heel lage en stevige klank. De echte wollige diepte van een 22”x18” ontbreekt, maar de brede en puntige klank die je ervoor terugkrijgt doet dat snel vergeten. Dit is echt de meaty classic-rocksound uit de jaren zeventig. Een hele lage klank met de punch van een rechtse directe. Vervang je de door Yamaha geleverde Powerstroke 3 vellen door ongedempte enkellaags vellen, dan blijkt het mogelijk een echte bigbandsound uit de bassdrum te halen. Met een hoge velspanning en minimale demping krijg je een prachtig ronde zingende toon uit de bassdrum die genoeg body heeft om de blazerssectie in het gareel te houden.

DRUMS & PERCUSSION premières frappes, il semble que Yamaha ait parfaitement réussi sur ce point. Yamaha livre ses toms avec des peaux de frappe doubles “Emperor”. Quand on joue en finesse, cette combinaison s’avère un peu “raide”, la sonorité du fût n’est pas vraiment “ouverte”. Mais quand on frappe plus fort, les toms se mettent tout à coup à “parler”: ils ont une attaque splendide, bien “grasse” et très précise, de même qu’un sustain très maîtrisé. Avec des peaux simples Ambassador, on arrive, même en jouant doucement, à faire ressortir toutes les qualités de ces fûts. Et de nouveau, on est impressionné par la précision et la puissance du son. Vu les dimensions choisies pour ce set de test, il

s’agit d’un ensemble fait pour le rock, et les toms de 12 et 16 pouces ne doivent pas être accordés trop haut. Ce qui n’empêche que, avec des peaux simples, ce set pourrait très bien jouer du jazz: accordé assez haut, le son est court, très précis et parfaitement ouvert.

Grosse caisse

En raison de ses dimensions de 24 x 14 pouces, la grosse caisse possède un son très grave et puissant. La vraie profondeur “cotonneuse” d’une 22” x 18” n’est pas au rendez-vous, mais le son à la fois ample et précis que l’on a en retour fait qu’on l’oublie très vite: nous sommes bel et bien en présence du son rock classique des années 70, “charnu” à souhait. Un son très grave, donc, avec le punch d’un direct du droit! Si on change les peaux Powerstroke 3 livrées par Yamaha pour des peaux non assourdies et de simple épaisseur, il semble possible d’arriver à tirer de cette grosse caisse le son authentique et typique d’un big band de jazz. En accordant assez haut et en étouffant un minimum, on arrive à un joli son, bien rond et très musical, où la grosse caisse possède assez de corps pour tenir en respect toute une section de cuivres.

Caisse claire

Le son de la caisse claire de l’Absolute Hybrid Maple est à la fois chaud et tranchant comme une lame de rasoir! Son attaque est

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

www.meetmusic.com

DRUMS & PERCUSSION

Yamaha Absolute Hybrid Maple

Snaredrum

De snaredrum van de Absolute Hybrid Maple is warm en tegelijkertijd messcherp. De attack van deze trommel is heel venijnig, maar hij heeft precies genoeg sustain, zodat hij niet kil klinkt. Rimshots zijn ongelooflijk luid, rimclicks zijn stevig maar niet heel warm. Deze snaredrum voelt zich het meest op z’n gemak bij een gemiddelde tot hoge velspanning. Laaggestemd zoemt hij een beetje. Met flink wat demping kun je er wel een stevige discosound uit halen. Vanaf gemiddeld tot hoog heb je echter geen demping meer nodig. Dan heeft de trommel meer dan voldoende focus.

assez virulente, mais il y a suffisamment de sustain, et cela évite ainsi au son d’être trop “froid”. Les rimshots ont un volume incroyable, et les rimclicks sont puissants, mais pas vraiment chauds. Cette caisse claire est au mieux de sa forme quand sa tension va d’une tension moyenne à haute. Par n e ” contre, si la tension est faible, elle “bourdonun peu... En étouffant fortement le son, on peut même arriver au

TWEE WERELDEN

De Hybrid Maple combineert het beste van twee werelden. Het is alsof de gecomwarmte van esdoorn bineerd

wordt met de punch en de controle van bijvoorbeeld een berken ketel. Of dit nu daadwerkelijk door die ene extra laag wengé komt of dat dit iets te maken heeft met de manier waarop ze in de Chinese Yamahafabriek hun trommels bouwen, valt nu nog niet te zeggen, omdat er uit die fabriek nog geen normale esdoorn of berken ketel is gerold. Wat wel opvalt, is dat uit een vorige test van de Slagwerkkrant bleek dat de Yamaha Live Custom ook al een uitgesproken robuuste sound had. In vergelijking met deze set is de Absolute Hybrid Maple echter wel een flink stuk warmer, en de klank is wat complexer, met meer diepgang.

BUDGET

De testset bevat een 13”x9”tom €539, een 16”x15” floortom €679, een 24”x14” bassdrum €1389 en een 14”x6” snaredrum €541. De afwerking is in Jade Green Sparkle. Je betaalt er €3809 (incl. BTW) voor.

CONCLUSIE

Yamaha zet met de Hybrid Maple voor de tweede keer op rij een behoorlijk onderscheidende drumset neer. Door de gecontroleerde sound is hij uitermate geschikt voor gebruik in de studio, maar ook op het podium en in de oefenruimte komt hij prima uit de verf. De door ons geteste set zal iedere classic rocken bigbanddrummer zeker bevallen, maar als je een wat kleinere of meer beheerste set-up zoekt, is dat natuurlijk geen enkel probleem. Zoals bij iedere high-end set valt er ook bij de Hybrid Maple genoeg te kiezen.

son puissant du disco. Mais pour des tensions moyennes à hautes, plus besoin le son. A ce moment, le caisse claire est suffi-

LES “DEUX

d’étouffer son de la samment précis.

MONDES”

Cette Absolute Hybrid Maple, c’est le meilleur peu comme si l’on comdes deux mondes: c’est un avec le punch et le conbinait la chaleur de l’érable trôle, par exemple, du bouleau. Maintenant, que wengé présente, ou à la cela soit dû à la couche de manière dont l’usine chinoise de Yamaha construit ses fûts, c’est impossible à déterminer pour l’instant, car aucune production “normale” - soit en érable, soit en bouleau, donc - n’est encore sortie de cette usine. Par contre, ce qui est certain, c’est que, dans un test précédent du magazine Slagwerkkrant, la Yamaha Live Custom avait, elle aussi, un son particulièrement puissant. Par rapport à ce set, l’Absolute Hybrid Maple a un son nettement plus chaud, plus complexe, et avec plus de graves.

BUDGET

Elements du set de ce test: tom de 13”x9” €539, tom au sol de 16”x15” €679, grosse caisse de 24”x14” €1.389, caisse claire de14”x6” €541. Finition: Jade Green Sparkle. Le prix global: €3.809 (TVA incluse).

CONCLUSION

Pour la seconde fois de suite, avec ce set Absolute Hybrid Maple, Yamaha nous propose un ensemble de batterie qui “sort du lot”. Grâce à un son que l’on contrôle parfaitement, ce set est tout à fait adapté à l’usage en studio, mais aussi, peut servir sur scène, et il brillera dans n’importe quelle salle de répétition. Le set que nous avons testé plaira sans aucun • Le son, bien défini doute à tout batteur amateur de • Les “hook lugs”, permetrock classique et de big band de jazz, tant de changer les peaux mais pour ceux qui recherchent un facilement set plus petit ou plus discret, cela ne • Le son, à la fois chaud et pose évidemment aucun problème. précis Comme tout set de haute qualité, le choix dans les différents éléments de l’Absolute Hybrid Maple est, lui aussi, largement suffisant. MMM

pro • gedefinieerde klank • hook lugs maken vel wisselen makkelijk • warm en puntig tegelijk

contra • lak kan beter gepolijst

www.meetmusic.com

• La peinture, qui pourrait être mieux polie

MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

Peavey KB 5

KEYBOARD INSTRUMENTS

Peavey KB 5 KEYBOARD AMP

LUC HENRION Ampli pour clavier extra-large ou sonorisation (relativement) compacte ? On peut d’autant plus judicieusement se poser la question que le site de Peavey lui-même décrit le KB 5 comme un « personal PA » dans un « keyboard amp ». En tout cas le KB 5 en impose, la chose est certaine !

Een grote versterker voor keyboard of een relatief compacte geluidsinstallatie? Peavey zelf omschrijft de KB 5 als een “persoonlijke P.A. voor de keyboardspeler”. In ieder geval maakt de KB 5 indruk, dat is alvast zeker!

ALGEMEEN

GÉNÉRALITÉS

Concept, afwerking en aansluitingen

Dit toestel ziet er op het eerste zicht uit als een combo-amp, zoals vele instrumentenversterkers, of het nu gaat over een gitaar-, bas of piano-amp. Maar link de term combo niet meteen aan compact! Compact is hij namelijk helemaal niet. Ik nam mijn meetlint erbij en ziehier mijn bevindingen: 60 cm hoog, 60 cm breed en 45 cm diep. En dan heb ik het nog niet eens over het gewicht van dit beest: 40 kilogram! De KB 5 is de top van een versterkergramma van vijf modellen. Bij de andere zijn de afmetingen en het gewicht wat bescheidener. Minder dan 10 kilo voor de KB 1 bijvoorbeeld. Ook in power zit er heel wat verschil. 20 watt bij de KB 1, 200 watt bij de KB 5. Eigenlijk is het 150 watt, maar je kan een extra speaker van minimaal 8 ohm aansluiten op de KB 5, waarvan de output impendantie 4 ohm bedraagt en dan kan je schakelen naar 200 watt. De combo zelf is uitgerust met een horn en twee speakers van 10 inch, wat grotendeels de omvang en het gewicht verklaart. Het bovenpaneel zit vol met knoppen die een heerlijk vintage design hebben. Ze doen denken aan die goeie ouwe buizenversterkers, wat hier toch niet het geval is. De KB 5 heeft vijf kanalen. De eerste drie hebben dezelfde instellingen: volume, bass en treble. Het vierde kanaal heeft twee volumei n s tel l i ngen , ongeacht of je de hoge of lage impendantie-ingang gebruikt. Het heeft ook een derde equalizermogelijkheid: middle (Peavey vermeldt geen frequenties). Het vijfde kanaal is geplaatst in de mastersectie. Dit kanaal draagt de naam “monitor” en heeft enkel een volumeknop en een schakelaar “main/monitor”. Deze laatste is bedoeld om te kiezen welk signaal naar de eindversterker (of hoofdtelefoon) wordt verzonden. Als je “main” kiest, dan is het de mix van alle ingangen van de versterker. Als je “monitor” kiest, dan is ook kanaal vijf erbij. Dat kan handig zijn voor als je bijvoorbeeld met een clicktrack wil spelen. Let op! Deze vijfde ingang zal nooit beschikbaar zijn op de stereo-uitgang van de versterker, maar enkel op de hoofdtelefoonuitgang en/of de geïntegreerde versterker. Logisch, want er is een volumeregeling voor headphones en een voor master, het totale outputniveau van de versterker dus. Naast de schakelaar zit nog een andere knop, “DDT”, wat staat voor “Distortion Detection Technique”, een storingsdetector dus zoals we in gewoon Nederlands zeggen. Hier komen we op terug nadat we een rondleiding hebben gehad op de achterkant van de versterker. Ik heb al gezegd dat het controlepaneel goed voorzien is van knoppen. De achterkant moet hiervoor niet onderdoen. De eerste drie ingangen zijn hetzelfde, ze hebben allemaal twee aansluitingen, stereo dus, maar je kan ze ook mono gebruiken als je enkel de linkeringang gebruikt. Ingang vier is nog beter af. Hij heeft hetzelfde paar, maar daarbovenop een XLR en een extra paar jacks voor de effectenloop. Input 5 heeft slechts één aansluiting (mono). Deze grenst aan de koptelefoonuitgang (stereo) en zit naast twee paar aansluitingen voor de stereo-effectsloop voor de stereo-uitgang van de versterker zelf. Hier zitten twee XLRaansluitingen. Tot slot vinden we nog een output voor een extra speaker, de aansluiting voor de voedingskabel en een polariteitsschakelaar. Het totale ontwerp en afwerking stralen degelijkheid uit. Peavey heeft trouwens het uitstekende idee gehad om er aan de achterkant twee wieltjes onder te zetten en bovenaan een handvat te monteren zodat je het als een boodschappenwagentje kan trekken. Het handvat is een aluminium buis die gelukkig afneembaar is. Toch is ze niet erg discreet. Ze doet me denken aan die bullbars die je op van die grote 4x4-auto’s ziet, waarvan ik trouwens het nut niet inzie in onze bewoonde wereld zonder wilde dieren… Met een beest als de KB 5 is het daarentegen absoluut noodzakelijk en wordt het handvat zelfs aangevuld met metalen handgrepen aan de zijkant.

Doelgroep / toepassingen

Het nu is vrij duidelijk: je keyboard versterken op het podium. De doelgroep? Jordan Rudess van Dream Theater misschien? Of Marta Peterson van Bleeding Through? Maar ja, deze dame en heer hebben ongetwijfeld een legertje roadies bij die genoeg spierkracht hebben om de hele dag zware keyboards en versterkers te versleuren. En hoe zit het met jou? Woon jij op de derde etage in een gebouw zonder lift? Dan is deze versterker misschien niet meteen iets voor jou… Maar, zoals ik hierboven al aangaf, er zijn nog vier andere (kleinere, lichtere) modellen. Trouwens, er is nog altijd één ding dat ik me afvraag… Akkoord, we hebben versterkers van goede kwaliteit en voldoende vermogen nodig om ten volle te genieten van de kwaliteit van onze keyboards. Maar persoonlijk ben ik het meer eens met onze voorouders: “divide ut imperes”, verdeel en heers. Dus ik kies er al heel lang voor om een kleine mixer mee te nemen, samen met twee luidsprekers (ook 10 inch). Het totale gewicht? Geen idee, maar een pak minder dan de KB 5. Ik kan het geheel makkelijk meenemen naar waar dan ook. Is dit praktischer? Ik zit met meer kabeltjes, dat is zeker. En ik heb het voordeel dat ik stereo kan spelen. De KB 5 is ook stereo, tenminste de uitgang naar de mixer, de versterker zelf niet. Zelfs niet als je een extra speakerkast aansluit. Of stereo belangrijk is voor je, dat moet je voor jezelf uitmaken! Wat me een beetje stoort, is dat door de combovorm het geluid via de grond komt. Dit is geen probleem voor de bassen, maar wel voor het hoog. Dat is zeker het geval wanneer je hem echt als je persoonlijke P.A. wil gebruiken. Let wel: dit is puur hypothetisch!! Laten we deze kolos eens echt testen. Op de begane grond, voor alle duidelijk!

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

Concept, ﬁnition et connexions

L’engin a donc la forme d’un « combo », comme beaucoup d’amplis « instruments », que ce soit pour guitare, basse ou clavier. Mais ne confondons pas combo et compact ! Compact il ne l’est assurément pas, j’ai pris mon mètre ruban et ça donne environ 60 cm de haut sur 60 cm de large et 45 cm de profondeur. Attendez, je ne vous ai pas encore dévoilé le poids de la bête : pas loin de 40 kilos !!! En fait le KB 5 est le sommet d’une gamme d’amplis qui compte 5 modèles : les autres sont donc de taille et de poids plus, voire beaucoup plus raisonnables : moins de 10 kilos pour le petit KB 1 par exemple. Bien entendu la puissance est en proportion : 20 Watts pour le KB 1 et 200 Watts pour le KB 5. Plus exactement 150 Watts, mais on peut raccorder un baffle supplémentaire (8 Ohms minimum) au KB 5, ce qui fait passer l’impédance de sortie à 4 Ohms et la puissance disponible à 200 Watts. Le combo lui-même est équipé d’une trompe d’aigus au-dessus de deux haut-parleurs 10 pouces, ce qui explique en grande partie l’encombrement et le poids. Le panneau supérieur est truffé de boutons au design délicieusement « vintage » rappelant les amplis à lampes d’antan, ce qui n’est pas le cas bien sûr. Le KB 5 comporte cinq canaux, les trois premiers possèdent des réglages identiques : niveau, graves et aigus. Le quatrième canal possède deux réglages de niveau, selon que vous utilisez l’entrée haute impédance ou basse impédance ; il possède également un troisième réglage d’égalisation, dans le médium (Peavey ne précise pas la fréquence). Le canal 5 enfin, placé dans la section « master », est un canal particulier : c’est un canal baptisé « monitor », il ne dispose que d’un simple réglage de niveau et d’un commutateur « main/monitor ». Ce dernier est destiné à choisir ce qui sera envoyé vers l’amplification de puissance (et les écouteurs); si vous choisissez « main », c’est le mixage de toutes les entrées de l’ampli, si vous choisissez « monitor », c’est également ce qui rentre dans le canal 5, ceci peut s’avérer utile par exemple avec un « clic ». Remarque : cette entrée 5 ne sera donc jamais disponible sur la sortie stéréo de l’ampli mais uniquement sur la sortie écouteurs et/ou l’ampli intégré. Fort logiquement, deux réglages de niveaux suivent ce canal 5 : un réglage de niveau « headphones » (écouteurs donc) et un réglage « master », autrement dit le niveau de sortie global de l’ampli. A part l’interrupteur général, il reste encore un petit commutateur dénommé « DDT », abréviation de « Distorsion Detection Technique », une technique de détection de la distorsion en bon français. Nous y reviendrons, mais auparavant un petit tour du côté de la face arrière. J’avais dit que le panneau de commandes était bien servi en boutons, le panneau arrière ne fait pas moins bien, vous le constaterez. Les trois premières entrées sont identiques : elles disposent toutes de deux jacks, ce sont donc des entrées stéréo, même si elles sont utilisables en mono, si on n’utilise que le jack de gauche. L’entrée 4 est mieux lotie avec la même paire de jacks mais aussi un XLR et une seconde paire de jacks qui serviront de boucle d’effets. L’entrée 5 n’a droit qu’à un unique jack (mono), elle côtoie la sortie écouteurs (jack stéréo) et surplombe deux paires de jacks pour boucle d’effet stéréo avant la sortie stéréo proprement dite de l’ampli, celle-ci a droit à deux prises XLR. Il reste à mentionner un jack pour baffle supplémentaire, le réceptacle pour le câble secteur et un inverseur de polarité pour celui-ci. La conception d’ensemble et la finition respirent le matériel costaud ! Peavey a eu l’excellente idée de doter le KB 5 de deux roulettes et d’une poignée amovible, de façon à pouvoir le déplacer comme on ferait d’un caddie. La poignée en question est un tube d’aluminium heureusement rétractable car pas discret du tout : il me fait un peu penser à ces pare-buffles qui ornent l’avant de certains 4 x 4 sur nos routes, et dont l’utilité en nos régions peuplées de bêtes sauvages n’est plus à prouver ! En l’occurrence, dans le cas du KB 5 par contre, c’est carrément indispensable, et d’ailleurs complété par des poignées métalliques sur chaque flanc.

Groupe cible/applications

L’application est claire : amplifier vos claviers, sur scène. Le groupe cible ? Jordan Rudess par exemple, de Dream Theater. Ou Marta Peterson, de Bleeding Through. Comment ditesvous ? Euh… oui, vous avez sans doute raison : ce monsieur et cette dame disposent certainement d’une armée de roadies tous plus musclés les uns que les autres pour déplacer les claviers et le ou les amplis de retour qui sont nécessaires. Quant à vous, vous habitez au troisième sans ascenseur ? Ah, ça c’est pas de chance alors ; le fait est que ce modèle d’ampli n’est peut-être pas nécessairement le meilleur choix pour vous ! Mais comme je le précisais plus haut, il y a quatre autres plus petits modèles, donc vous trouverez sans doute à votre mesure. D’ailleurs, pour être franc, cet engin me laisse tout de même un petit peu songeur : certes on a besoin d’amplis de haute qualité et de haute puissance si on veut profiter pleinement de la qualité de nos claviers. Mais de mon côté je serais assez d’accord avec nos ancêtres : « divide ut imperes », il faut diviser pour régner. Il y a donc belle lurette que j’ai opté personnellement pour une petite mixette accompagnée de deux baffles amplifiés (de 10 pouces également). Poids total ? Moins que le KB 5, mais j’ai la possibilité (ou l’obligation…) de faire plusieurs trajets pour déplacer l’ensemble. Encombrement ? Pas beaucoup plus. Côté pratique ? Moins d’ergonomie sans doute et plus de câblage assurément. Mais avec un atout considérable : j’ai de la stéréo. Le KB 5 est aussi stéréo me direz-vous. Certes, en sortie vers la console de mixage « salle », mais pas via sa propre amplification, même si on lui raccorde un baffle

www.meetmusic.com

KEYBOARD INSTRUMENTS

Peavey KB 5

GELUID

Kwaliteit, rendement en ouput

Ik snap het niet. Deze versterker geeft “maar” 150 watt output, maar ik blijf best van de volumeknop af als ik geen oorlog wil ontketenen met mijn buren. Het rendement van de speakers is indrukwekkend. Je kan hem gerust naast mijn eigen versterking van twee keer 400 watt zetten. En met een diepere bas. Ik ben onder de indruk! De cijfers die Peavey geeft zijn dan ook behoorlijk indrukwekkend. De geïntegreerde versterker geeft een signaal van 100 dB en 100 watt output. De respons bedraagt 20 Hz op 1 dB. Dat is natuurlijk allemaal theorie, zonder rekening te houden met de speakers, maar het zijn desondanks zeer goede waarden. Ik beloofde je daarnet om terug te komen op de DDT. Dit is een compressorsysteem dat automatisch geactiveerd wordt als het niveau te hoog is. Dit om de speakers te beschermen. Vraag me niet of het goed werkt. Ik heb geen flauw idee. Ik kan de amp hier niet zover pushen. Mijn ramen rammelen nog steeds! Volgens Peavey is dit een “onzichtbaar proces”. Het schiet in actie wanneer een bepaalde grens is overschreden en haalt er dan 20 dB af. Het wordt sterk aanbevolen om deze functie ten allen tijde te laten aanstaan. Een klein puntje van kritiek. De hoge tonen zijn iets te agressief naar mijn smaak. Dat is eigenlijk niet meer dan normaal met een horn van ongeveer 40 centimeter breed. Let op, dit is maar een beetje, niets onoverkomelijks. Integendeel, want ik was ook aangenaam verrast wanneer je ze vergelijkt met studiomonitoren met dome-tweeters. De bas heeft een indrukwekkende diepte. Je hebt helemaal geen subwoofer nodig. Ongeacht welk soort muziek je speelt (zelfs Dream Theater, zelfs Bleeding Through), je krijgt altijd een zeer gebalanceerd geluid. Op kanaal vier sloot ik een microfoon aan. Meteen een kleine teleurstelling: geen fantoom… Dus ik moest een dynamische microfoon gebruiken, de SM58. Maar, dat stelde me dan weer helemaal niet teleur: weinig ruis, veel detail en helderheid en een goede gain. Bijkomend voordeel: de hoge-impendatie-ingang van kanaal vier kan tegelijk worden gebruikt, aangezien het zijn eigen volumeregeling heeft. De EQ wordt dan weer wel gedeeld tussen beide ingangen. Over de EQ moeten we trouwens met voorzichtigheid spreken. Peavey heeft het over ongeveer 15 dB voor zowel de lage als de hoge tonen, met inbegrip van de mid op kanaal vier. Het is alleen jammer dat we de frequentie van deze laatste niet kunnen kiezen. Het zou een algemene opmerking over de KB 5 kunnen zijn: er is duidelijk gekozen voor gebruiksgemak en minder voor verfijning. Nog een voorbeeld: je kan de panning niet aanpassen. Zelfs wanneer de eindversterker mono is, is de output stereo. Dus dat was toch bruikbaar geweest. Alhoewel, ik geef toe dat ik geen enkel keyboard ken waarvan de panoramische output ongelijk is. Nog een ander voorbeeld: er zijn geen ingebouwde effecten en er is ook geen AUX. Er zit enkel een monoeffectenlus op kanaal vier en een stereolus op de masteruitgang. Eenvoud en efficiëntie troef, dus! En wat kost ons dit nu allemaal?

PRIJS

De KB 5 is gelukkig zijn gewicht niet in goud waard. Voor €751 (incl. BTW) koopt je er een. Dat is niet overdreven goedkoop, maar gezien de voordelen is deze prijs echt volledig gerechtvaardigd.

BESLUIT

De Peavey KB 5 is een keyboardversterker, dat is duidelijk! En hij slaagt met glans! Hij is wel behoorlijk groot en zwaar, maar degelijkheid heeft nu eenmaal zijn prijs. Door de minpuntjes die ik hierboven opsomde, denk ik dat Peavey een klein beetje overdrijft met de omschrijving “persoonlijke P.A.”. Akkoord, de geluidswalteit en power zijn onmiskenbaar aanwezig. Maar we missen nog wat functies om te kunnen concurreren met een mixer en een stel luidsprekers. Al zal hij je wel degelijk uit de nood kunnen helpen als je op het podium in de problemen komt met je eigen PA-systeem. Maar wie zou zo’n versterker nu aanschaffen om te “depanneren”? Laat ons misverstanden vermijden: de KB 5 is dan ook niet bedoeld als PA-systeem. Dit is inderdaad een versterker voor keyboard, en wat voor één! MMM

supplémentaire. Cette stéréo est-elle importante ou non pour vous ? A vous de donner la réponse. L’autre aspect qui me tracasse un peu, c’est que par la forme de « combo », le son est inévitablement propulsé à partir du niveau du sol ou à peine plus haut ; ce n’est pas un souci pour le grave mais pour l’aigu, ce pourrait l’être, en tout cas si on souhaite l’utiliser comme « personal PA ». Mais bon, plutôt que de passer mon temps à élaborer des hypothèses, il est grand temps de vérifier : j’amène le mastodonte dans mon studio (au rez-de chaussée, ouf !) et je branche.

SONORITÉ

Qualité, restitution et niveau de sortie

Je ne comprends pas. Il n’y a « que » 150 Watts au compteur et si je ne veux pas m’attirer les foudres des voisins, impossible de pousser le volume ! Le rendement de ces haut-parleurs doit être assez bluffant. En tout cas de quoi tenir la dragée haute à ma propre amplification de deux fois 400 Watts ! Et avec un grave plus profond. Je suis impressionné. Les chiffres avancés par Peavey sont d’ailleurs assez éloquents : l’ampli intégré affiche un rapport signal sur bruit supérieur à 100 dB, et à 100 Watts de sortie, la réponse tient de 20 Hz à 20 KHz à 1 dB près. Bon évidemment, c’est sans tenir compte des hautparleurs mais tout de même, ce sont des très bonnes valeurs. J’avais promis de revenir sur le « DDT », m’y voici : il s’agit d’un système de compression qui se déclenche automatiquement lorsque l’on pousse le niveau trop haut, afin de protéger les haut-parleurs. Et ne me demandez pas si ça fonctionne bien ou pas : je n’en ai pas la moindre idée, vu que je ne suis pas arrivé à pousser les manettes assez fort : mes vitres en tremblent encore ! D’après Peavey de toute façon, il s’agit d’un procédé « invisible » (j’aurais plutôt écrit « inaudible », non ?) dans le sens où il ne se déclenche qu’une fois atteint un seuil déterminé, seuil qui, d’après la documentation, serait 20 dB avant la saturation. Il est donc vivement conseillé de laisser cette fonction activée en toutes circonstances. Seule petite restriction par rapport à la qualité du son, l’aigu est un tout petit peu agressif à mon goût, ce qui est assez logique étant donné l’utilisation d’une trompe à compression, de grandes dimensions de surcroît (environ 40 cm d’ouverture). Remarquez, j’ai bien dit « un tout petit peu », rien de rédhibitoire, au contraire, j’ai même été agréablement surpris, même en comparant à des moniteurs de studio équipés de tweeters à dôme, axés sur la fidélité et non le rendement. Et par contre le grave est impressionnant de profondeur, pas besoin d’un caisson de graves, c’est l’évidence. En fait, quel que soit le type de musique testé (même Dream Theater, et même Bleeding Through !), j’ai toujours obtenu un son extrêmement équilibré, tout simplement. La maison ne reculant devant rien, j’ai poussé le vice jusqu’à brancher un micro sur le canal 4. Petite déception ici : pas d’alimentation fantôme, donc obligation d’utiliser un micro dynamique. Le SM58 de service n’a toutefois pas déçu : très peu de souffle, beaucoup de clarté et du gain à revendre. Petit bonus : l’entrée haute impédance de ce même canal 4 reste utilisable simultanément puisqu’elle bénéficie de son propre réglage de niveau. Le canal 4 compte donc pour deux, l’égalisation restant toutefois la même, bien entendu. A propos d’égalisation, il s’agira de l’utiliser avec prudence : Peavey annonce plus ou moins 15 dB aussi bien dans le grave que l’aigu et ils sont bien présents, y compris pour le « mid » du canal 4. Dommage qu’on ne puisse choisir la fréquence de ce dernier. En fait ce serait une remarque générale concernant le KB 5 : on a clairement privilégié la simplicité d’usage au détriment peut-être d’un peu de sophistication. Un exemple : pas de réglage du « pan » ; pourtant, même si l’ampli de puissance est mono, la sortie est stéréo, cela pourrait donc s’avérer utile dans certains cas – assez rares il est vrai : je ne connais pas de clavier qui ne disposerait pas lui-même de réglage de panoramique ou dont la sortie stéréo serait inégale. Autre exemple : pas d’effets intégrés, ni de départ auxiliaire, on a seulement une boucle d’effet mono sur le canal 4 et une boucle stéréo sur la sortie stéréo générale. Simplicité et efficacité au menu donc. Et au fait, que coûte ce menu?

BUDGET

Le KB 5 n’est heureusement pas affiché à un prix proportionnel à ses dimensions et son poids ! A 751 €, il n’est pas non plus excessivement bon marché mais il est évident que ce prix est entièrement justifié par les prestations dont il est capable.

pro • Geluidkwaliteit • Power • Aansluitmogelijkheden

• Qualité sonore • Puissance • Connectique

contra • Aan jou de keuze: roadie of powertraining • Mixfuncties zijn een beetje beperkt

• Au choix : roadie ou séances de musculation • Fonctions de mixage un peu austères

www.meetmusic.com

CONCLUSION

Que le Peavey KB 5 soit un ampli de clavier qui en impose, personne ne le contestera. Réussite totale à cet égard. Qu’il soit incroyablement volumineux et pesant, on ne le contestera pas non plus mais voilà, c’est vraisemblablement le prix à payer pour la qualité et la puissance. Par contre j’estime que Peavey, en présentant le KB 5 comme « personal PA », exagère un tout petit peu quand même. Si on est bien d’accord que la qualité sonore et la puissance sont au rendez-vous, il manque tout de même quelques fonctions pour concurrencer un ensemble mixette plus baffle(s) amplifié(s). Et je me vois mal, pour amplifier une salle, tenter de surélever ce monstre, en tout cas pas sur un stand pour haut-parleur ! Il est vrai que, à la rigueur, le cas échéant, ça pourrait dépanner, mais franchement, entre nous, qui va acheter un tel ampli « pour dépanner » ?! Non, ne nous y trompons pas, ceci n’est pas vraiment une sono (encore moins « portable » !), c’est bel et bien un ampli pour claviers, mais un fameux! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

KEYBOARD INSTRUMENTS

Korg Taktile-25 & Taktile-49

Korg Taktile-25 & Taktile-49 USB CONTROLLER KEYBOARD

De Korg Taktile is verkrijgbaar in twee versies: met 25 en met 49 toetsen. Hij is de nieuwste telg in de familie van de MIDI-controllers van Korg. We kenden al de Nano en de Micro die werken met pads en controls. Deze keer gaat het om een echt klavier met “normale” afmetingen. Laten we eraan beginnen!

BOUW

De eerste grote verrassing is dat het klavier niet alleen grote toetsen heeft, maar ook dat het goed gemaakt is. Geloof me, ik heb al zogenaamd professionele synths onder vingers gehad waarvan het klavier nog niet in de buurt kwam van dit. Boven het klavier zien we een allerhande knoppen en controletoetsen. Hier zien we trouwens het eerste grote verschil tussen de 25 en de 49: het ontbreken van de laatste acht encoders boven de faders. Deze zijn te vergelijken met de NanoKontrol, voor zij die deze kennen. Het tweede grote verschil is het aantal pads: acht voor de 25, twee keer acht voor de 49. Hier laten ze dan weer duidelijk zien dat ze familie zijn van de NanoPad. Tussen de pads en de bedieningsknoppen zit een touchpad. En ja, hiermee wordt dan weer verwezen naar de producten van de Kaoss-familie, vooral de Kaoss Pad 2 (enkel het uiterlijk, niet het geluid). Verder zien we nog wieltjes voor de pitch en modulatie, een (zeer, zéér) k lei n

scherm en enkele functietoetsen. De aansluitingen zitten aan de rechterkant: twee keer MIDI, een USB-poort en twee aansluitingen voor een pedaal (continue en schakelaar met automatische polariteit). Valt het je op dat er geen on/off-switch en zelfs geen voedingsaansluiting is? De voeding van de Taktile gebeurt integraal via de USB-kabel die wordt meegeleverd. Als je het klavier los van de computer wilt gebruiken, kan dat. De nodige MIDI-aansluitingen zijn aanwezig, alleen zal je je een externe voeding met USB-aansluiting moeten aanschaffen. Een kleine opmerking: ook al komen het toetsenbord, de sliders, de pads en de encoders zeer degelijk over, de controls zijn eerder fragiel. Ik heb hier ook een NanoKontrol van de eerste generatie staan en de knoppen lijken me toch wat steviger. Maar, het kan een indruk zijn. Dat zullen we tijdens het gebruik wel merken. De Korg Taktile wordt geleverd met een kleine handleiding en that’s it! Geen CD-ROM. Je zal online op zoek moeten naar de drivers en software. Korg biedt via een registratiecode wel een mooi aanbod aan gratis software: M1-Le, EZdrummer Lite, Lounge Lizard Session, Reason LE, enzovoort). Als je dus nog niets bruikbaars op je computer hebt staan, geen zorgen! Je hoeft zelfs niet over een internetverbinding te beschikken. Sluit het apparaat gewoon aan op de computer en het installeert alle nodigde drivers. Onberispelijk!

MOGELIJKHEDEN

Je raadt het al: de Taktile is een machine die meerdere functies kan vervullen. Kijk maar naar het klavier (met arpeggiator), de dynamische pads en een groot aantal parameters die in realtime te beïnvloeden zijn via de schuifregelaars en encoders. En laten we ook het centrale touchpad niet vergeten. Wat wel jammer is, is dat het klavier wel dynamisch is, maar dat het geen aftertouchfunctie heeft. Bij grote pianokeyboards kan ik daar nog inkomen, maar in dit geval beperkt dat wel de mogelijkheden om er een echt goed soloklavier van de te maken. Ik weet niet wat dit aan de prijs zou hebben gedaan, maar ik vind het toch jammer. Nog een detail: als je de Taktile met meerdere applicaties tegelijk wil gebruiken, moet je om de Korg-website op zoek naar de juiste USB-MIDI driver.

RESPONS EN KLANK

Ik zie je je wenkbrauwen al fronsen en denken “Zit hij aan de pastis, of zo? Een stil klavier en hij begint over de sound…” Akkoord, de Taktile heeft geen audio-uitgang, maar laten we niet vergeten dat er ook een Taktile Triton versie bestaat. Het verschil is duidelijk: Korg heeft 512 geluiden van de Triton geïntegreerd. Dit moeten we meteen nuanceren: neen, Korg heeft niet alle programmeermogelijkheden erin gestopt. Het gaat om 512 presets die je kan gebruiken, maar niet aanpassen en het is niet mogelijk om er meerdere tegelijk te gebruiken, monophonic dus. Maar hey, laten we niet té kieskeurig zijn. De keuze is aan jou: ofwel de Taktile Triton, ofwel de Taktile. Ten tweede, zoals ik in het begin al schreef, wordt de Taktile geleverd met… niets! Maar, je krijgt de mogelijkheid om online heel wat te downloaden. Ik kan haast niet wachten om de M1-Le te downloaden om te testen. Dit is namelijk het soort synth dat je nergens anders zal vinden dan bij Korg. Ook voor een stuk uit nostalgie. In 1988, wanneer de jongsten onder jullie er misschien nog niet waren, stond ik apetrots met mijn Korg M1 op zowat alle podia ter wereld. Nu ja, de podia in België dan toch. In die tijd was dat echt het ultieme! Hoe zijn deze sounds geëvolueerd? Wel, het is zoals met een goede wijn. Ze hebben een zekere vintage

www.meetmusic.com

LUC HENRION Disponible en deux versions, respectivement de 25 et 49 touches, le Korg Taktile est un nouveau membre de la grande famille des « MIDI controllers » de Korg. On connaissait déjà les « Nano », les « Micro », que ce soit « key », « pad » ou « kontrol », cette fois ce n’est ni « nano » ni « micro » mais avec un « vrai » clavier de dimensions normales. Voilà ; à présent que j’ai utilisé toute ma provision de guillemets, je peux commencer la rédaction de l’article!

CONSTRUCTION

Première très bonne surprise, non seulement le clavier dispose de touches de dimensions normales, mais en plus il est de très bonne facture ! Croyezmoi, j’ai

déjà eu sous les doigts des synthés soi-disant professionnels dont le clavier n’était pas du tout aussi bon. Au-dessus du clavier, une belle quantité de touches et c o m -

mandes en tout genre. Première grosse d i f férence ici entre le modèle 49 et 25 touches : l’absence sur ce dernier des huit encodeurs rotatifs audessus des curseurs. Ceux-ci sont très similaires à un NanoKontrol pour ceux qui le connaissent. La seconde grande différence est le nombre de pads : 8 sur le modèle 25, 2 x 8 sur le modèle 49. Ici aussi, l’air de famille avec le NanoPad est évident. Entre ces pads et ces boutons de contrôle, un touchpad agrémenté d’un ruban de contrôle. Et oui, ici on fait référence aux produits de la famille Kaoss, plus particulièrement le Kaoss pad 2 (sans les sonorités toutefois). Il reste à mentionner les molettes de pitch et de modulation, un (très, très…) petit écran ainsi que de nombreuses touches de fonction et on aura fait le tour de la question. La connectique se trouve sur le flanc droit : deux prises MIDI, une prise USB et deux jacks pour pédale, une pédale de type contrôle continu et une de type interrupteur avec détection automatique de la polarité à l’allumage. A noter donc, pas de prise d’alimentation ni d’interrupteur : le Taktile est alimenté par USB uniquement, et un câble USB est d’ailleurs livré avec l’appareil. Si vous souhaitez vous en servir comme clavier/contrôleur MIDI, indépendamment de tout ordinateur, c’est parfaitement possible (les prises MIDI sont là pour ça), il vous suffira de vous procurer une alimentation USB. Une petite remarque ici : si le clavier tout autant que les curseurs, pads et encodeurs m’ont paru de bonne facture, les boutons de commande m’ont par contre semblé un peu fragiles : pas mal de « jeu » quand on les enfonce. J’ai encore chez moi un NanoKontrol de la première génération et les boutons me semblent un peu plus costauds. Mais ce n’est peut-être qu’une impression, il faudra voir à l’usage. Le Korg Taktile est livré avec un (petit) mode d’emploi et c’est tout. Pas de CDROM, il vous faudra passer par la case Internet pour aller chercher les pilotes et les logiciels. A ce propos, signalons tout de même que Korg vous offre la possibilité de vous fournir, via un code d’enregistrement, une jolie palette de logiciels soit gratuits (M1-Le, EZdrummer lite, Lounge Lizard Session, Reason LE, etc…) soit à prix réduit (Ableton). Si vous n’aviez encore rien dans votre ordinateur, pas de souci donc. Ici aussi, bien sûr, un petit tour par Internet est de rigueur. Ce qui ne nécessite pas de connexion Internet par contre (ni de CD-ROM), c’est l’installation : on branche et c’est tout, le clavier installe automatiquement les pilotes nécessaires à son fonctionnement. Impeccable!

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07

KEYBOARD INSTRUMENTS

Korg Taktile-25 & Taktile-49

pro

POSSIBILITÉS

• Uitgebreide mogelijkheden • Goed klavier

• Très nombreuses fonctions • Bon clavier

contra • Geen aftertouch

• Pas d’aftertouch

charme. De programmeurs uit die tijd waren echt straf. Met nauwelijke 4 MB geheugen konden ze toch kwalitatieve geluiden produceren. Dat is eigenlijk een echte prestatie. De beperkingen van de LE versie (32 stemmen tegen 256 in de volledige versie) doen me naar mijn portefeuille grijpen om de volledige versie te kopen. Goed gedaan, Korg!

PRIJS & BESLUIT

Nu we onze portemonnee toch vast hebben, laten we het eens over de prijs hebben: de 49 koop je voor €380, de 25 voor €260 (prijzen incl. BTW). Ze zijn dus nauwelijks duurder dan de Kaossilator 2, maar zonder de geluiden en mét het equivalent van een NanoKontrol, een NanoPad en natuurlijk een klavier. Een uiterst krappe prijs, dus. En volledig gerechtvaardigd. Dit is een zeer draagbaar en bruikbaar USB MIDI-keyboard. MMM

Vous l’aurez deviné : le Taktile est un engin qui remplira de multiples fonctions. A la fois clavier (avec arpégiateur), ensemble de pads (dynamiques bien sûr), contrôle de nombreux paramètres en temps réel via les 8 curseurs et dans le cas du modèle 49, des 8 encodeurs rotatifs. Sans oublier le pavé tactile central (qui donne d’ailleurs son nom à l’appareil). De quoi s’éclater en tous sens ! Un regret tout de même : le clavier est dynamique, bien entendu mais ne possède pas de fonction aftertouch. Dans le cas des grands claviers de type piano, je peux admettre, mais ici, cela va tout de même influencer négativement les possibilités d’utilisation comme clavier « solo ». Exit mes reprises de Zawinul ! Je ne sais pas dans quelle mesure cela aurait influencé négativement le budget, mais personnellement je trouve le choix un peu regrettable. Un détail encore : si vous souhaitez utiliser le Taktile sur plusieurs applications à la fois, vous devrez tout de même aller chercher un pilote USB-MIDI sur le site Korg.

RÉPONSE ET SONORITÉS

J’en vois déjà qui ouvrent de grands yeux… qu’est-ce qu’il va nous inventer là, il a abusé du pastis ou quoi ? Un clavier muet, et il parle « sonorités » ?! Alors oui, on est d’accord, le Taktile n’a pas de son interne, pas de connexion audio non plus, mais voilà : primo ça me donne l’occasion de signaler que le Korg Taktile existe aussi sous la forme du Korg Taktile Triton. La différence ici est évidente : Korg y a intégré 512 sonorités du Triton. Petite nuance toutefois : non, Korg ne vous offre pas un Triton avec toutes ses possibilités de programmation, il ne faut pas rêver tout de même ! Il y a juste 512 presets d’usine et on ne peut pas les modifier ; et qui plus est, on n’a pas droit à en utiliser plusieurs à la fois : c’est « monotimbral ». Mais bon, on ne va pas faire la fine bouche non plus et le choix vous appartient : Korg Taktile ou Taktile Triton. Secundo, comme je vous l’avais écrit au début, le Taktile est livré avec… rien du tout! Mais avec la possibilité d’aller chercher pas mal de choses sur le Net. Je me suis donc empressé d’aller chercher le M1-Le, à titre d’essai, vu que c’est le genre de synthé virtuel que vous trouverez difficilement ailleurs que chez Korg précisément. Et puis aussi par nostalgie pure et dure : en 1988, alors que les plus jeunes parmi vous étaient encore dans les limbes, moi j’exhibais déjà fièrement mon Korg M1 sur toutes les scènes du monde. Oui, bon, enfin en Belgique en tout cas. A l’époque c’était vraiment le nec plus ultra. Comment ces sonorités ont-elles vieilli ? Hé bien comme le bon vin ! Un charme tout-à-fait « vintage » certes, mais tout de même, les programmeurs de l’époque étaient incroyables : avec seulement 4 MB de mémoire, concocter autant de sonorités de cette qualité, c’était un véritable exploit ! A dire vrai, les limitations de la version « Le » (32 voix contre 256 pour la version complète, quelques centaines de sonorités en moins…) donnent vraiment envie de mettre la main au portefeuille pour passer à la version complète. Bien joué, Korg!

PRIX & CONCLUSION

Et puisqu’on parle portefeuille, nous y voici : le modèle 49 touches est annoncé à 380 €, et le 25 touches à 260 €. En fait, pas beaucoup plus cher que le Kaossilator 2 mais sans les sonorités, et avec l’équivalent d’un nanokontrol, d’un nanopad et bien sûr un clavier. Un prix extrêmement serré donc, pleinement justifié. Un clavier USB & MIDI très portable et beaucoup, beaucoup plus! MMM

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/07

HILITES

Adam Hall Pedalbay 60

Jackson Custom Shop Special Edition PC-1

Eventide DDL-500

BluGuitar AMP1

Hilites

BLUGUITAR

GitaarBizz heeft onlangs de distributie van BluGuitar verworven, als exclusieve importeur voor de Benelux. BluGuitar is de firma die Thomas Blug, uitgeroepen tot Duitslands beste Rock/Pop gitarist en ontwikkelaar van diverse gitaarversterkers en effecten in het topsegment, heeft opgericht om zijn eigen ideeën en ervaringen tot stand te brengen. De AMP1, een nieuw gitaarversterker-concept dat op de Frankfurter Messe veel belangstelling trok, is een van de eerste producten die BluGuitar in september op de markt zal brengen. www.bluguitar.com

Sabian PRO 22

GitaarBizz a récemment obtenu le droit de distribuer BluGuitar en tant qu’importateur exclusif pour le Benelux. BluGuitar, c’est la firme de Thomas Blug, proclamé en Allemagne meilleur guitariste Rock / Pop, mais il est aussi le concepteur de plusieurs amplis et effets pour la guitare, et dans le haut de gamme: ses produits sont basés sur ses propres idées et ses expériences. AMP1, un nouveau concept d’ampli pour guitare, a suscité beaucoup d’intérêt lors de la foire de Francfort. C’est l’un des premiers produits que BluGuitar lancera sur le marché en septembre prochain. www.bluguitar.com

EVENTIDE

Le module de retard DDL-500 produit jusqu’à 10 secondes de retard pur, à une vitesse d’échantillonnage de 192 kHz. Ce modèle possède un design unique, et il comporte une flopée de fonctions, comme un filtre passe-bas, un anti-feedback, une boucle d’insertion, un boost de +20 dB, etc. Et tout est analogique! En tout cas, Eventide a conçu le DDL-500 en laissant la part belle à l’analogique, réduisant ainsi les circuits digitaux au strict minimum, juste les circuits imprimés nécessaires au retard. Le temps de retard peut être ajusté, et des retards extrêmement longs sont aussi possibles: jusqu’à 160 secondes à 16 kHz! www.eventide.com

EVENTIDE

De DDL-500 delay module levert 10 seconden aan zuivere delay op, aan 192 kHz samplefrequentie. Het model heeft een uniek design en bevat heel wat features, zoals een low pass filter, feedback, insert loop, een +20 dB boost, etc. Allemaal analoog! Eventide heeft de DDL-500 zo analoog mogelijk gemaakt en digitale circuits tot een minimum beperkt (enkel de chips die nodig zijn voor delay). De delay time kan worden aangepast, en ook extreem lange delays zijn mogelijk (tot 160 sec. aan 16 kHz). www.eventide.com

JACKSON

Jackson lanceert nieuwe Custom Shop limited edition gitaren. De Custom Select (JCS) Series zijn in de VS geproduceerde toppers uit het gamma, die herinneringen oproepen uit de jaren 80. De JCS Special Edition PC1 heeft een mahoniehouten body met satin black finish, een toets met 24 jumbofrets, een DiMarzio Super 3 DP152 humbucking pickup, een 5-standen blade switch, etc. Verder lanceerde Jackson ook nog een signature basgitaar. De David Ellefson Signature Kelly Bird V heeft een lindehouten body in Ellefson’s typische blue burst finish met zwarte randen. De bas is o.a. uitgerust met EMG pickups, 21 jumbofrets en die-cast mini tuners van Jackson zelf. www. jacksonguitars.com

PALMER

Gitaristen en bassisten kennen het probleem maar al te goed: hoe meer hun collectie effectpedaaltjes zich uitbreidt, hoe moeilijker het wordt om deze snel en overzichtelijk op te stellen. Een pedalboard biedt in zo’n geval soelaas. De Palmer Pedalbay 60 werd met enorme aandacht voor gebruiksvriendelijk ontworpen. Zo zorgt het hellend oppervlak ervoor dat je met je voet makkelijk aan de switches komt van de effecten op de laatste rij. De achterste voetjes op het board kunnen ook in hoogte en hoek worden bijgesteld. De Pedalbay 60 is geschikt voor alle soorten pedalen van verschillende groottes. www.palmer-germany. com

ROLAND

TC-Helicon Play-Electric

BLUGUITAR

De SH-101 PLUG-OUT is nu beschikbaar. Deze software synthesizer is een complete reproductie van de iconische SH-101, en dit tot in de kleine details en eigenaardigheden die hem tot één van de populairste klassieke synthesizers aller tijden maakten. Gebaseerd op Analog Circuit Behavior (ACB)technologie, reproduceert hij niet alleen de legendarische klank van de SH-101, maar reconstrueert hij ook getrouw het gedrag van de analoge circuits. De SH-101 PLUG-OUT Software Synthesizer is gratis verkrijgbaar voor eigenaars van een AIRA SYSTEM-1 synth. Gebruik de coupon die bij je toestel werd geleverd om de software gratis te downloaden. www.rolandce.com

SABIAN

Bij het creëren van Sabian’s nieuwe collectie cimbaaltassen (voor de Performance Accessories reeks) stond het snelle uit- en inpakken centraal. De nieuwe opbergtassen bevatten de Fast Hat Pocket, waarvoor reeds een patent werd aangevraagd. Dankzij het speciale voorste vak en de ingebouwde clutch-ondersteuning kunnen drummers nu hun top hihat transporteren zonder dat ze de clutch hoeven te verwijderen. Zo besparen ze niet alleen tijd, maar verkleint ook de kans dat ze onderdelen verliezen! www.sabian.com

TC-HELICON

Nieuw bij TC-Helicon is de Play Electric, een krachtig en compact multi-effect dat complete processing biedt van vocals en gitaar, voor de elektrische gitarist. Je krijgt makkelijk toegang tot de populairste vocale klanken en mooie achtergrondharmonieën. Dit wordt gecombineerd met de bestverkopende gitaareffecten van de TC Electronic (TonePrint), en voldoende amp emulaties (van VoiceLive 3) om je honger naar meer te stillen. www.tc-helicon.com MMM

www.meetmusic.com

Jackson lance ses nouvelles guitares, les modèles ‘Custom Shop Limited Edition’. La série Custom Select (JCS) fait partie des meilleurs modèles, et cette gamme est produite aux USA. A son contact, on ne peut s’empêcher de se souvenir des années 80. De plus, Jackson lance également une guitare basse signée: la David Ellefson Signature Kelly Bird V possède un corps en tilleul, avec la finition “blue burst” à bords noirs, typique d’Ellefson. L’équipement de la basse comprend, entre autres, des micros EMG, 21 frettes de type jumbo, et des mécaniques “mini” moulées, une production de la marque elle-même. www.jacksonguitars.com

PALMER

Tant les guitaristes que les bassistes connaissent bien ce problème: au fur et à mesure que leur collection de pédales s’agrandit, il devient de plus en plus difficile de les agencer rapidement et de manière logique. Dans de telles circonstances, un pédalier est un soulagement. Dans cet esprit, le Palmer Pedalbay 60 a été conçu en portant une attention toute particulière à la facilité d’emploi. Ainsi, la surface inclinée permet d’amener facilement le pied jusqu’aux inverseurs de la dernière rangée. Et tant la hauteur que l’angle des petits pieds arrières se trouvant sous le pédalier peuvent aussi être réglés à volonté. Le Pedalbay 60 est adéquat pour toutes sortes de pédales de diverses tailles. www.palmer-germany.com

ROLAND

Le SH-101 PLUG-OUT est à présent disponible. Ce synthé sous forme de software est une fidèle reproduction de l’iconique SH-101, et ce, jusque dans les moindres détails et particularités qui ont fait de ce modèle l’un des synthés les plus populaires de tous les temps! Basé sur la technologie Analog Circuit Behavior (ACB), ce software reproduit non seulement le son légendaire du SH-101, mais en plus, il reconstruit aussi à l’identique les réactions des circuits analogiques. Le SH101 PLUG-OUT Software Synthesizer est disponible gratuitement pour tous les propriétaires d’un synthé AIRA SYSTEM-1. Il suffit d’utiliser le coupon livré avec l’appareil pour être en mesure de télécharger ce software gratuit. www.rolandce.com

SABIAN

Lorsque Sabian a créé sa nouvelle collection de housses pour cymbales, c’était pour la série Performance Accessories, et la rapidité au déballage et à l’emballage était le souci central. Ces nouvelles housses de protection comportent donc la Fast Hat Pocket, pour laquelle une patente a déjà été demandée. Grâce au compartiment avant spécial et au support intégré de l’écrou, les batteurs sont maintenant à même de transporter la cymbale supérieure de leur charley sans devoir en enlever l’écrou. Ainsi, ils n’épargnent pas seulement du temps: ils réduisent aussi le risque de perdre cet indispensable composant! www.sabian.com

TC-HELICON Une nouveauté donc chez TC-Helicon, le Play Electric, un multi-effets aussi puissant que compact: il comble ainsi les guitaristes électriques, en proposant un processing complet, tant pour les vocaux et que pour la guitare. L’appareil permet un accès facile aux sonorités vocales les plus populaires, ainsi que de jolies harmonies d’arrière-plan. Ces effets vocaux se combinent aux effets pour guitare les mieux vendus chez TC Electronic (TonePrint), ainsi qu’à de nombreuses émulations d’amplis (en provenance de VoiceLive 3), tout cela afin de satisfaire le désir d’en avoir “toujours plus”! www.tc-helicon.com MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/09

SOUND

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE Turnhout P509335

PRO

&.L.I.G.H.T maandblad over materiaal voor klank en licht mensuel sur le matériel de son et lumière

September 2014 Septembre 2014

GRATIS

GRATUIT

JamHub Tracker MT16

Tascam

UH-7000

DAP-Audio

JB Systems PPA-121

Gemini CDMP-7000

DLM-12A & DLM 12SA

Stagg

Striker 10