De Bieb-bende 2: Duister Carnaval - Hoofdstuk 1, 2 en 3

Page 1

DEEL 2: DUISTER CARNAVAL

MICHAEL
REEFS

Van dezelfde auteur:

De Bieb-bende 1: De legende van de Hemelrijders*

De Bieb-bende 3: De Tijdwachter*

De Bieb-bende 4: Schim van het Kwaad* De Bieb-bende 5: De Schatbewaarders De Bieb-bende 6: Het Middernachtcircus De Bieb-bende 7: De Toren van Enigma De Bieb-bende 8: De vloek van de Ferox De Bieb-bende 9: Helden van de nacht De Bieb-bende 10: De erfenis van Darius De Bieb-bende 11: Echo in de tijd

Bram en het Zoldermysterie Bram en de Orde van Avalon Bram en de Bliksemjagers Bram en de Waterreuzen

Het geheim van het Klavertjesplein

De Tempeljagers - Het verdwenen eiland Kivamba* De Tempeljagers - Het mysterie van de gouden feniks De Tempeljagers - De vloek van de Inca’s De Tempeljagers - De speer van Odin De Tempeljagers - Het lied van de woestijn De Tempeljagers - Het Rijk der Schaduwen

Marie Boe - Het spook van Villa Donkerhout Marie Boe - Het magische moeras Marie Boe - De geheime spokentocht

*Ook als e-book verkrigbaar

MICHAEL
REEFS

Voor Elvira Buchholz.

Je was een geweldige moeder, ik zal je nooit vergeten.

Eerste druk mei 2014 Tweede druk november 2018 Derde druk januari 2023 (herziene versie)

© 2014 Michael Reefs © 2014 Uitgeveri Stormsteen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, op welke wize dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

Redactie: Tamara Geraeds

Omslagillustratie: Robin Keijzer

Auteursfoto omslag: Mark Lageweg

isbn 978-90-821909-0-8 (paperback) isbn 978-90-821909-2-2 (e-book) nur 282, 283

www.debiebbende.nl www.michaelreefs.nl www.uitgeveristormsteen.nl

De legende van de Hemelrijders

De eerste bladeren vallen, het is herfst… 12 mannen berijden hun paarden.

In het holst van de nacht, bereiken ze een dorp omringd door mist.

De eerste sneeuwvlokken dwarrelen, het is winter… 12 mannen voeren hun missie uit, omringd door kwade machten, in de gaten gehouden door een woeste man.

De eerste bloemen komen uit, het is lente… 12 mannen bereiken het huis op de heuvel. Het reusachtige kasteel doemt op, waar de Man met de Bijl op hen wacht.

De eerste zonnestralen breken door, het is zomer… 12 mannen worden op gruwelijke wijze vermoord. Hun zielen opgesloten in de catacomben onder het gebouw, verbannen naar mysterieuze schilderijen.

Vuurwerk luidt het nieuwe jaar in, het is nu…

5 kinderen horen de hulpkreten van de 12 mannen. Iedere maand nieuwe aanwijzingen, hopend de 12 mannen voor het einde van het jaar te redden.

De QR-codes

Aan het einde van ieder vifde hoofdstuk vind je een pagina met een QR-code. Als je deze QR-code met een telefoon scant, kom je op een webpagina terecht waar je nog meer info over de gelezen hoofdstukken kunt vinden. Lees onder andere meer over de personages, locaties of over de schriver. Op deze pagina’s kun je ook meepraten over de dingen die je hebt gelezen.

Hoe moet je een code scannen?

1. Open de camera van je telefoon.

2. Scan de QR-code op de bladzide in dit boek.

3. Op je telefoon wordt de site geopend met de extra informatie.

4. Als je telefoon deze optie niet heef, kun je ook een gratis QR-reader app downloaden in de appstore.

Heb je geen smartphone?

Onder iedere QR-code staat ook een ritje van vif cifers. Als je op de computer naar www.debiebbende.nl/qr gaat, kun je deze code invullen en bereik je alsnog de pagina met de extra informatie.

Inhoudsopgave:

Een kamer van is 9

Een verbeterd ontwerp 12 Vreemd gedrag 19 Een onaangename lucht 27 Afspraak met niemand 33 Een levendige nachtmerrie 43 Inbrekers? 48

Een wilde tocht over de Strong 54 Hulp uit onverwachte hoek 63 Foto’s vol aanwizingen 68 De Stoere Skateboarders 76 Indiase instrumenten 82 Stiekem jarig 89 Verdwenen boeken 94 Geweigerd 103 Een app voor alles 109 Explosies 116 De man achter de struiken 126 Een goed gesprek 131 Vertrokken uit een droom 138 Yin en yang 149 Het geheim van Roy 155 De grote afwezige 162 Duister carnaval 172 En de winnaar is... 180 Roys vertrek 188 De magische ent 195 Een ingewikkelde hoed 204

1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28

Het Holi Festival 210

Zwaar transport 217 Het isbeeldje 222 In het doolhof 232 Mysterieuze amuleten 243 Silvanus Dafel 253 Een iskoude redding 262 Brand! 271

29 30 31 32 33 34 35 36

Een kamer van ijs

De maan scheen via het raam Melanies kamer binnen. Ze kon de slaap maar niet vaten. Duizend keer had ze haar hoofd van links naar rechts gedraaid en weer terug. Het was alsof de gebeurtenissen van vorige maand als een vloedgolf door haar hoofd stroomden. De ene vreselike herinnering na de andere dook op, als hoge golven die op de oever klapten.

‘Argh!’ Gefrustreerd stond ze op. Het had geen zin om nog langer te proberen de slaap te vaten. Niet zolang ze haar hoofd niet tot rust kon brengen.

Stilletjes isbeerde ze door haar kamer. In gedachten was ze weer terug in de grote ondergrondse hal die diep onder de heuvel lag. De plek waar ze het tegen Anansi de reuzenspin hadden opgenomen.

Haar kamer onderging een transformatie. In de hoeken verschenen enorme spinnenwebben. Ze verspreidden zich naar de rest van de muren en zelfs de deur verdween erachter.

Melanies hart schoot naar haar keel. Ze rende naar de deur toe en probeerde hem te openen, maar haar hand kwam niet door de dikke kleverige draden heen.

9 HOOFDSTUK 1

Wat is dit?

De draden voelden ineens izig koud, alsof ze net uit de vriezer kwamen. Melanie trok haar handen terug.

Alle draden bevroren en braken in kleine stukjes. Toen die op de grond terechtkwamen, losten ze zomaar op.

Melanie begreep er niets meer van. Probeerde iemand haar iets duidelik te maken?

‘Wat willen jullie van me?’ vroeg ze.

Haar handen voelden klam en haar adem versnelde toen ze aan de Hemelriders dacht, de ruiters die lang geleden door de Man met de Bil waren vermoord. Deze vreselike man had de zielen van de Hemelriders daarna opgesloten in schilderien. En zo’n schilderi hadden Melanie en haar vrienden vorige maand weten te vinden, in een hal diep in de heuvel van Zuidbaai.

Wat als de Hemelriders haar nu weer aanwizingen probeerden te geven? Ze wilde er liever niet aan denken, want dat zou betekenen dat er meer gevaar op komst was.

Ze sloot haar ogen. Verrassend genoeg bleef het donker. Geschrokken opende Melanie haar ogen weer en deed ze opnieuw dicht.

Wat is dit? Waarom zie ik niks meer? Normaal zou ik nu beelden moeten zien van wat er op andere plekken gebeurt. Of een visioen dat me vertelt wat er aan de hand is. En nu… Niets.

Hoe vaak ze het ook probeerde, er verschenen geen beelden voor haar ogen. Het was alsof haar gave verdwenen was.

Intussen was de hele kamer izig koud geworden. Zo koud dat ze zelfs geen stap meer kon zeten.

Op de muren zat een dikke laag is waarin diepe scheuren verschenen, tot de muren braken. De spinnenwebben werden uit el-

10

kaar getrokken. Buiten was alles duister. Er dwarrelden sneeuwvlokken omlaag, die ook op Melanies hoofd landden. Ze keek omhoog, waar ze in de verte een wit licht zag.

Toen keerden de muren weer terug. Deze keer zonder is en spinnenwebben.

Alles was weer zoals het hoorde.

Melanie knipperde met haar ogen, maar er gebeurde niets meer. Wat er ook daarnet in haar kamer was gebeurd, er was geen spoor meer van te bekennen.

Vlug trok ze de deur open, rende de gang op en ging zo snel als ze kon naar de badkamer. Daar gooide ze wat koud water in haar gezicht om weer tot rust te komen. Ze liet alles door haar hoofd gaan en probeerde nog één keer beelden op te roepen.

Het lukte niet. Haar gave was defnitief verdwenen.

11

Een verbeterd ontwerp

- Dinsdag, 7 februari -

De volgende dag kon Melanie maar moeilik haar concentratie bewaren. Telkens dwaalden haar gedachten af naar wat ze afgelopen nacht had beleefd. Kon ze het maar negeren. Als ze dit aan de anderen van het clubje zou vertellen, zouden ze vast opnieuw de rillingen krigen bi de gedachte aan wat ze vorige maand hadden meegemaakt. Het had niet veel gescheeld of ze waren diep onder de heuvel begraven in een ingestorte hal. Ze waren op het nippertje aan de dood ontsnapt. Naast haar wiebelde Valerie ongeduldig op haar stoel. Zou zi ook moeite hebben om zich te concentreren?

‘Alles oké?’ vroeg Melanie haar. Verbaasd draaide Valerie haar hoofd. ‘Hm? Ja hoor, hoezo?’

‘Oh, nee, niks.’ Melanie wilde liever niet beginnen over de afgelopen nacht. ‘Je zag er zenuwachtig uit.’

‘Ja, logisch.’ Valerie legde haar potlood neer. ‘We hebben nog geen duidelik plan hoe we de wagen voor de carnavalsparade willen maken. En dat plan moet vandaag ingeleverd worden.’

Melanie trok een wenkbrauw op. ‘Daar zorgt Roy toch voor?’

‘Ja, maar je weet hoe hi is. Die zou zelfs nog vergeten kleren

12 HOOFDSTUK 2

aan te trekken voordat hi naar school komt. Ik maak me zorgen, Mel. Ik wil graag alles in orde hebben.’

‘Ik toch ook.’

‘Wendersteen en Van Hoven!’ klonk ineens de stem van Keienberg. De rekenleraar liep tussen de tafeltjes door en bleef bi die van Melanie en Valerie staan. ‘Opleten dames, anders snappen jullie er nog niks van.’

‘Sorry, meester,’ zei Valerie beschaamd.

Bina alle blikken in de klas waren op hen gericht. Melanie kon wel door de grond zakken.

Terwil de meester weer terug naar zin bureau liep, voelde Melanie een steek in haar hoofd. Het lukte haar plotseling niet meer om met haar ogen te knipperen. In plaats daarvan was haar blik onafgebroken op het digibord voor in de klas gericht. Daar stonden een paar onafgemaakte rekensommen op.

Melanie voelde haar hand bewegen, maar ze kon er niet naar kiken om te zien wat ze deed. Het leek wel alsof iemand bezit van haar had genomen. Wat was dit? Zelfs om hulp schreeuwen of Valerie aantikken lukte haar niet. En al het geluid om haar heen was vervaagd.

Een paar seconden later kon ze eindelik met haar ogen knipperen. Geschrokken hapte ze naar lucht en probeerde haar hartslag weer onder controle te krigen. Het duurde even voordat ze in de gaten had wat er was gebeurd.

‘Wat heb je gedaan?’ vroeg Valerie zachtjes, terwil ze naar het schrif van Melanie wees. ‘Wat betekenen die woorden?’

Melanie staarde ook naar haar schrif. Haar mond viel open en haar ogen werden groot. ‘Dit is niet van mi. Ik werd daarnet door iemand overgenomen en die heef dit opgeschreven.’

13

Een ogenblik staarde Valerie haar in stilte aan. Melanie besefe ook pas goed wat ze gezegd had toen ze haar mond weer sloot. De bizarre gebeurtenissen van vorige maand waren in één klap terug. Ze kon ze niet langer negeren.

‘Maar het heef met onze praalwagen te maken,’ zei Valerie. ‘Je hebt een volledig nieuw ontwerpplan opgeschreven.’

Melanie knipperde met haar ogen. ‘Ja, ik zie het. Wie het ook was, we kunnen hem of haar dankbaar zin.’

‘Je hebt zelfs aan de details gedacht.’ Valerie wees een paar punten aan, maar stopte snel toen ze zag dat meester Keienberg naar hen keek.

‘Niet ik,’ verbeterde Melanie haar. Zo onopvallend mogelik rolde ze met haar ogen richting de meester. ‘Laten we dit in de pauze buiten met de anderen bespreken.’

Maar het was al te laat. Keienberg stond op en liep tussen de tafeltjes door hun kant op. Met iedere stap die hi zete, probeerde Melanie haar schrif verder onder haar lesboek te duwen, hoewel ze wist dat dit zinloos was.

Keienberg zei niets, maar zin wenkbrauwen waren naar een extreem dieptepunt gezakt en in zin ogen leek wel onweer losgebarsten te zin.

Net als daarnet hadden ook nu bina alle leerlingen zich omgedraaid. Ze keken Melanie en Valerie nieuwsgierig aan.

‘Waar waren jullie nu weer mee bezig?’ vroeg Keienberg, terwil hi naar Melanies lesboek wees. ‘Kom op, laat het maar zien.’

‘Ik… ehm…’ Melanie keek vragend naar Valerie, maar die hield wiselik haar mond en durfde zelfs de meester niet aan te kiken. ‘Nou…’

De zoemer ging, de les was afgelopen.

14

Melanie haalde opgelucht adem. Gered, dacht ze. De rest van de klas stopte de boeken in hun tassen. Het geluid van schuivende stoelen en stemmen werd steeds luidruchtiger, waarop Keienberg zich omdraaide en riep: ‘Schrif in jullie agenda dat ik voor de volgende les alle uitkomsten wil zien van de sommen die nu op het bord staan.’

Snel pakten Melanie en Valerie al hun spullen bi elkaar en glipten langs Keienberg de klas uit. Gelukkig riep hi hen niet terug. Melanie haalde opgelucht adem. ‘Dat ging maar net goed.’

‘Mee eens,’ zei Valerie. ‘Al ben ik minder bli met het huiswerk dat Keienberg heef opgegeven. Op een normale basisschool zouden ze nooit zo veel huiswerk opgeven. Waarom doen ze hier alsof we op de middelbare school ziten, met al die verschillende leraren in verschillende lokalen?’

‘Omdat ze op onze school een experiment uitvoeren, dat weet je toch?’ Melanie lachte. ‘Gelukkig hebben we voor vandaag weer genoeg geleerd.’

Vlug liepen ze richting de grote aula, die aan de voorkant van het gebouw lag, bi de ingang.

Valerie leunde tegen een kast met trofeeën aan. ‘Denk je dat we kans maken op de hoofdpris nu je ons ontwerp voor de praalwagen verbeterd hebt?’

‘Ik weet het niet. Iedereen wil die cheque van vifonderd euro graag winnen. Als er tidens de carnavalsparade niet vaak genoeg op onze wagen wordt gestemd, gaat het geld aan onze neus voorbi.’

‘Waar zouden de anderen zin?’ Valerie ging op haar tenen staan en probeerde boven de massa kinderen in de aula uit te kiken.

15

Door de carnavalsbesprekingen was het in de aula erg druk. Overal liepen leerlingen of stonden er groepjes kinderen bi elkaar. De plannen werden vandaag gecontroleerd door de leraren, dus wilde iedereen indruk maken door zo goed mogelik te vertellen hoe de praalwagen eruit kwam te zien.

‘We kunnen misschien beter naar buiten gaan,’ zei Melanie. ‘Daar is het vast rustiger en kunnen we de dingen uit min schrif bespreken.’

Buiten was het net zo druk al binnen. Sommige kinderen speelden er tikkertje, andere stonden te kletsen en te lachen. En er waren kinderen die zich met hun telefoon hadden afgezonderd.

Joost – een enorme pestkop uit Luca’s klas – stond samen met nog een paar jongens bi de zandbak. Vorige maand had hi het clubje een paar keer lastiggevallen met domme grapjes.

‘Nu we een perfect plan voor onze praalwagen hebben, is het een fuitje van een cent om de leraren te overtuigen.’ Melanie liep samen met Valerie naar het klimtoestel in de hoek van het schoolplein.

‘We moeten eerst de anderen nog over ons nieuwe plan vertellen.’ Valerie ging op het klimrek ziten en klom naar het dak van de auto.

‘Nieuw plan?’ Daar was Luca, die behendig naar Melanie toe klom en het blaadje uit haar handen griste. ‘Maar we hebben toch al een plan met Roy gemaakt? Wil je soms helemaal opnieuw beginnen? Ik dacht het niet!’

‘Ik heb alleen wat dingen verbeterd. Tidens de rekenles kreeg ik een paar ideeën en die heb ik opgeschreven.’

Luca ging naast Melanie ziten. ‘Heb je soms weer een visioen gehad? Weet ji iets wat wi niet weten?’

16

Melanie schudde haar hoofd. ‘Nee, helaas.’ Het was nog niet het juiste moment om te vertellen wat ze afgelopen nacht had beleefd. ‘De ideeën zin trouwens niet van mi.’ Ze probeerde het zo luchtig mogelik te brengen, zodat de anderen niet in paniek zouden raken. ‘Ik was ineens de controle over min lichaam kwit en toen werd ik overgenomen door iemand.’

Luca staarde haar met grote ogen aan. ‘Wat? Door wie dan? Was het een Hemelrider?’

‘Ik weet het niet.’ Melanie haalde haar schouders op. ‘Ik denk het. Het klinkt trouwens enger dan het was. Want wie het ook was, diegene heef ons wel geholpen met een verbeterd plan voor de praalwagen.’

‘Hey, willen jullie wel op mi wachten?’ Roy racete met zin skateboard over het schoolplein en gooide zin rugzak in een boog naar het klimrek toe. ‘De gymles was uitgelopen.’

‘Sander is er nog niet,’ zei Melanie. ‘Als hi er is, dan kunnen we...’

‘Sander?’ In één soepele beweging trok Roy zich aan een paar stangen omhoog en ging naast de rest ziten. ‘Sander zit toch daar?’

De anderen draaiden zich om en zagen Sander aan de andere kant van het klimrek ziten, helemaal verdiept in een boek.

‘Hé!’ riep Luca hem toe. ‘Waarom zei je niks?’

Sander liet zin boek een stukje zakken. ‘Ik zei hoi, maar jullie hoorden het niet. Ik zat net zo lekker in dit spannende boek en nu wil ik ook weten hoe het afoopt.’

‘Jammer dan.’ Luca kroop naar hem toe en trok het boek uit zin handen. ‘We hebben een nieuw ontwerpplan voor onze praalwagen. Of wil je dat soms niet horen?’

17

‘Ik denk dat we daar geen tid meer voor hebben,’ zei Valerie. ‘Bakker komt samen met Levender en Pietersma onze kant op.’

‘Wat voor nieuw plan?’ vroeg Roy verontwaardigd. ‘Hebben jullie soms zonder mi dingen veranderd?’

Melanie probeerde het vlug uit te leggen. ‘Ik werd… geholpen om ons plan nog verder te perfectioneren. Je hoort het zo wel.’

Juf Bakker van aardrikskunde, meester Levender van gym en meester Pietersma van geschiedenis kwamen de hoek van het plein om en liepen in de richting van de Bieb-bende. Deze drie leraren waren verantwoordelik voor alle ontwerpplannen van de praalwagens.

Iedereen moest voor deze eindcontrole van hun ontwerp na school iets langer bliven, omdat de meeste groepjes uit kinderen bestonden die niet in dezelfde klas zaten.

‘Dit komt helemaal goed.’ Melanie controleerde nog een keer aandachtig het blaadje en hoopte dat ze alles goed had opgeschreven. Ze hadden nu geen tid meer om alles met elkaar te bespreken. Als het niet werd goedgekeurd, konden ze de hoofdpris wel vergeten.

18

Vreemd gedrag

‘Zo,’ begon jufrouw Bakker. ‘Hoe gaat het bi jullie? Schiet het ontwerp al op?’

‘Jazeker,’ zei Luca meteen. ‘We hebben geweldige ideeën voor de praalwagen.’

‘Perfect.’ Levender glimlachte. ‘Laat ze dan maar eens horen.’ Bakker liet haar blik over de vif kinderen gliden. ‘Nou, wie begint er?’

Melanie schraapte haar keel. ‘We zin… ehm… van plan een enorme draak te bouwen,’ hoeste ze, ‘eentje die echt vuur kan spuwen.’

Roy klom naar Melanie toe en keek naar het blaadje. ‘Echt waar?’ vroeg hi verwonderd. ‘Wanneer heb je dat besloten?’

‘Oh, jullie zin het niet met elkaar eens?’ vroeg Bakker verbaasd. Ook Pietersma en Levender keken het clubje vragend aan. ‘Nee, natuurlik wel.’ Luca struikelde bina over haar woorden. ‘Het is alleen moeilik om steeds alles met elkaar te overleggen, omdat we niet alle lessen samen volgen.’

‘Precies, daardoor kunnen we alleen overleggen in de pauzes en na schooltid,’ stemde Roy met haar in.

Bakker knikte. ‘Goed, ga door.’

‘Nou, we willen dus een enorme draak bouwen,’ ging Melanie

19 HOOFDSTUK 3

verder, ‘die tidens de parade op sommige plaatsen vuurspuwt. Het midden van het lif maken we iets breder, zodat we er tidens de tocht allemaal in kunnen ziten. Vanaf die plek bedienen we de draak.’

‘Indrukwekkend,’ zei Levender. ‘Ik vind vooral dat vuur een prachtig idee. Het heef een Chinese uitstraling. Daar hou ik wel van. Denk er wel om dat het allemaal veilig moet zin.’

Bakker glunderde ineens. ‘Ik hou enorm van China.’

Melanie had haar nog nooit zo gezien. In de les was ze altid streng en lachte ze nooit. Nu straalde ze en glinsterde er iets in haar ogen, alsof iemand sterrenstof over haar heen had gestrooid.

‘Ik heb voorlopig genoeg gehoord,’ zei Bakker toen Melanie de rest van het plan had verteld. ‘Voor het einde van volgende week wil ik het plan graag in min postvakje zien.’

‘Komt helemaal in orde!’ riep Roy enthousiast. ‘We zorgen ervoor dat u alles krigt te zien wat u maar wilt weten.’

Bakker draaide zich om en liep weg, zonder afscheid te nemen. De andere twee leraren volgden haar. Ze liepen richting Joost.

‘Nu is Joost de klos,’ zei Sander.

Roy keerde zich tot Melanie. ‘Ik vind het echt een supergoed idee. Ik bedoel het vuurspuwen, de rest hadden we natuurlik al. Hoe kon je dit bedenken?’

Melanie haalde haar schouders op. ‘Dat is nogal een mysterie. Aan het einde van de rekenles kon ik me plotseling niet meer bewegen. Ik voelde hoe min hand uit zichzelf bewoog. Toen heb ik dingen opgeschreven die niet van mezelf waren.’

‘Net zoals ik vorige maand tidens de gymles plotseling een handje werd geholpen,’ bracht Luca in.

‘Zoiets, ja. Ik vind het nog steeds bizar.’

20

Valerie beet op haar nagels. ‘Maar betekent dit dan ook dat de gevaren van afgelopen maand terug zin?’

‘Natuurlik niet.’ Luca wees naar Joost. ‘Kik hem eens. Hi is inderdaad de klos.’

Joost stond nog steeds bi de zandbak, samen met zin vrienden. Hi zwaaide drifig met zin armen en schreeuwde tegen Bakker.

‘Dat loopt fout af,’ zei Melanie. ‘Wat doet hi nu?’

Joost trok zin ontwerpplan uit de handen van Bakker, scheurde het in honderden stukjes en stampte erop. Levender liep rood aan. Hi wees naar het schoolgebouw, waarna Joost stampvoetend naar binnen liep, gevolgd door Bakker en Pietersma. De vrienden van Joost stonden sprakeloos toe te kiken vanaf de rand van de zandbak.

‘Volgens mi keuren ze zin plan af.’ Er verscheen een gemene grins op Sanders gezicht. ‘Meer kans voor ons om te winnen.’

Luca schudde meteen haar hoofd. ‘Juich maar niet te vroeg. Joost weet zich overal uit te redden. En hi is een grote concurrent voor ons.’

‘Ik denk dat hi voorlopig is uitgeschakeld,’ zei Roy. ‘Zullen wi verder gaan werken aan de wagen? Als we de draak op tid af willen krigen, met het nieuwe vuurmechanisme, dan kunnen we beter geen tid verspillen door hier rond te hangen.’

De afgelopen dagen hadden ze iedere avond gewerkt aan de praalwagen, in de grote garage bi Melanie thuis. Van haar vader mochten ze gebruikmaken van alle materialen en het gereedschap dat in de garage lag. Daardoor vorderde hun wagen snel en hadden ze binnen drie avonden bina de hele kop van de draak af.

‘Wacht heel even.’ Sander stopte zin boek voorzichtig in zin

21

tas. ‘Kunnen jullie me waarschuwen als die tweeling daar van het plein af is? Ze doen namelik echt raar.’

‘Hannah en Laura?’ vroeg Luca verbisterd. ‘Zi zin de rustigste meisjes die ik ken. Hoezo doen ze raar?’

‘Ik heb het gevoel dat ze me in de gaten houden. Ze achtervolgen me al een week. Overal waar ik ben, zin zi ook.’ Melanie sprong van het klimrek af. ‘Ze zin weg.’

Ook de anderen sprongen naar beneden en renden naar de poort.

‘We moeten nu echt opschieten!’ zei Valerie. ‘De bus komt zo en de bushalte staat al vol.’

Ze staken de straat over en sloten zich aan bi een groepje wachtende kinderen, waaronder Hannah en Laura. Kort daarna stopte de bus bi de halte. Iedereen stormde naar binnen.

‘Ik wil zo ver mogelik bi hen uit de buurt staan.’ Sander wurmde zich tussen de kinderen door, ver van de tweeling vandaan.

Toen de bus vertrok, hielden Melanie en haar vrienden zich vast aan de beugels die aan de stangen hingen. Tussen de bochten door probeerden ze met elkaar te praten, maar dat ging moeilik door het geschreeuw van de jongens achterin.

‘Ik vraag me af hoe de anderen het doen,’ zei Luca. ‘Er zin een heleboel groepjes. Niet iedereen heef zo veel spullen als wi.’

‘Ik heb toevallig iets opgepikt van de Stoere Skateboarders.’ Roy staarde voor zich uit. ‘Zi willen een grote Indiase tempel bouwen.’

‘Dat past toch helemaal niet bi hen? En hoe weet je dat? Iedereen houdt zin plan geheim.’

‘Davy, de aanvoerder van het clubje, vertelde erover tegen zin

22

vrienden. Ik hoorde hen toevallig praten.’

Valerie zuchte. ‘Waar zin we aan begonnen?’

‘Hé, niet meteen de moed verliezen,’ moedigde Melanie iedereen aan. ‘Dankzi mi, of wie er dan ook achter mag ziten, hebben we een geheim wapen waarmee we de rest zullen verslaan.’

Ze staarde langs een paar kinderen heen naar buiten. Huizen en geparkeerde auto’s fitsten voorbi. Telkens als de bus bi een halte stopte en kinderen uitstapten, werd de bus leger, zodat ze achterin plaats kregen en naast elkaar konden ziten.

‘Hebben jullie nog weleens aan de Hemelrider gedacht?’ vroeg Luca.

‘Wat denk je zelf?’ antwoordde Valerie. ‘Het was het engste wat mi ooit is overkomen.’

‘Ik vond het best mooi toen we hem hadden gered. Hoe hi zo door het plafond zweefde.’

Melanie twifelde of ze nu iets moest zeggen over afgelopen nacht. Ook al stond haar mond een beetje open, ze besloot toch maar te zwigen. Valeries blik zei al genoeg: ze was er nog niet klaar voor om weer iets over gevaren te horen.

In de bus keken een paar kinderen naar hen om. Melanie probeerde hun blikken te ontwiken. Niet veel later stopte de bus bi de halte waar ze uit moesten stappen.

Er waaide een iskoude wind en iedereen trok zin jas nog eens goed dicht. Ze staken het Salamanderpad over, richting Melanies huis. Er brandde licht in de woonkamer.

Vlak voor de deur draaide Melanie zich om. ‘Min ouders hebben het nu erg druk met hun werk in het ziekenhuis. Daarom is min tante Jasmin er om op mi en het huis te passen.’

Ze liepen met z’n allen de hal in.

23

‘Melanie?’ riep Jasmin vanuit de woonkamer. ‘Ben je alleen?’

‘Nee, tante,’ antwoordde Melanie. ‘Min vrienden zin hier, je weet wel, de Bieb-bende. We gaan in de garage verder aan onze praalwagen werken.’

‘Dat is prima. Maak alsjeblief niet te veel lawaai en houd alles netjes.’

‘Zullen we doen, tante!’

Ze hingen hun jassen aan de kapstok en legden hun schooltassen op de grond. Melanie liep voorop, via een zideur de garage in.

In het midden van de ruimte lag de enorme drakenkop. De felblauwe ogen leken de kinderen aan te staren.

Roy pakte meteen een velletje schuurpapier. ‘We moeten alleen die tanden nog iets scherper maken.’

Luca en Valerie plakten met behangplaksel nog een paar vellen groen crêpepapier op de achterkant van de kop.

‘Zullen we morgen aan de rest van zin lichaam beginnen?’ vroeg Sander, die aandachtig de bouwtekening bestudeerde en alvast nieuwe linen trok bi de kop van het beest. In een vloeiende beweging tekende hi de ogen en de neusgaten. ‘De romp kunnen we met kippengaas in de juiste vorm buigen.’

‘Ik moet het eerst nog even aan m’n tante vragen, maar ik denk wel dat het goed is,’ antwoordde Melanie.

Valerie plakte het laatste stukje papier op de kop en ging naast Melanie bi de werkbank ziten. ‘Wat ben je stil. Heb je geen zin? Als we niet doorwerken, krigen we het niet op tid af.’

‘Weet je wat het is?’ Melanie zocht naar de juiste woorden. Ze probeerde het allemaal niet hefiger te maken dan het al was. ‘We hebben met z’n allen een heleboel meegemaakt en we hebben het er nauweliks over. Toch moeten we erover praten. Ik heb namelik

24

een vervelend nieuwtje.’

Ineens waren alle blikken op haar gericht.

Ze liet alles vlug door haar hoofd gaan en probeerde alleen het belangrikste te vertellen. ‘Vannacht kwam ik erachter dat ik min gave kwit ben. Ik zie niet langer beelden uit de toekomst en ik hoor ook geen stemmen meer. Het is stil in min hoofd.’

Niemand antwoordde. Het was alsof haar vrienden het niet goed hadden gehoord.

Pas een lange stilte opende Valerie haar mond weer. ‘Maar Mel, dat is vreselik. Hoe is dat dan gebeurd?’

‘Ik weet het niet. Ik denk dat ik daarom een handje ben geholpen door iemand tidens de rekenles. Om ons toch een duwtje in de juiste richting te geven. Ik hoop dat min gave snel terugkeert, want ik vind het vreselik om zonder verder te moeten.’

‘Dat hoop ik ook.’ Luca duwde het crêpepapier nog wat beter aan. ‘Het is voor ons allemaal moeilik. Ik heb vaak slapeloze nachten. Toch probeer ik aan de mooie dingen te denken die we bereikt hebben, zoals het bevriden van de Hemelrider. Maar we weten niet of we veilig zin voor de Man met de Bil. Stel dat hi–’

‘Ik wil het niet horen,’ onderbrak Valerie haar. ‘Hou er nu maar over op.’

‘Lees eens een goed boek.’ Sander legde het tekenvel neer. ‘Dat helpt bi mi altid. Ik denk dan bina nergens meer aan.’

‘Omdat ji het allemaal spannend en geweldig vond,’ zei Luca. ‘Ji houdt van die grote hallen, die enge gangen en oude plaatsen.’ Sander bloosde een beetje. ‘Misschien.’

Ze werkten nog ruim een uur in stilte door, ieder verdiept in zin eigen gedachten. Daarna besloten ze dat het genoeg was voor vandaag.

25

‘Morgen hebben we veel meer tid,’ zei Melanie. ‘Als we meteen om half één vanuit school hiernaartoe gaan, kunnen we het lif al ver afrigen.’

Bi de deur namen ze afscheid van elkaar. Melanie liep naar de woonkamer, waar Jasmin nog steeds in haar boek zat te lezen. ‘Wat eten we?’ vroeg Melanie.

Jasmin draaide zich om en legde het boek op het bizetafeltje. ‘Wat dacht je van een heerlike stamppot?’ Ze stond op en gaf Melanie een knufel. ‘Je favoriete wortelstamppot?’

Melanie glunderde. Bi de gedachte aan het eten alleen al liep het water haar in de mond. Dit maakte haar dag goed.

26
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.