Argument

Page 3

editoriaal 3

ARGUMENT · MAART 2012

VSOA

Woord van de voorzitter Na de actie, de beslissingen Het VSOA onderscheidt zich van de andere vakbonden door zijn constructieve manier van werken. Een staking is voor het VSOA een ultiem strijdwapen dat slechts mag worden bovengehaald als alle andere middelen uitgeput zijn. Als voorstanders van het overlegmodel geven we voorrang aan de dialoog die tot beslissingen moet leiden. Niettemin nemen we evenzeer onze verantwoordelijkheid wanneer actie het ultieme wapen blijkt te zijn om onze legitieme eisen kracht bij te zetten. En er was actie nodig. De openbare sector wordt meer en meer meegezogen in de stroomversnelling die het gevolg is van de toegenomen roep naar rendabiliteit en flexibiliteit. De dreigende privatisering van delen van de openbare sector wordt eveneens een steeds groeiend probleem. Nu zijn hier nog de besparingen en de aanslag op de pensioenen door de regering Di Rupo bijgekomen. Maar van dat overleg was er de voorbije weken niet veel sprake, dus moest er wel tot harde actie worden overgegaan. De voorbije algemene staking heeft haar doel niet gemist. De stakingsbereidheid was zeer breed wat bewijst dat de bevolking wel degelijk wakker ligt van de besparingsmaatregelen en pensioenhervormingen van de regering Di Rupo. De staking heeft haar doel ook bereikt omdat de regering zich nu ook bereid heeft verklaard om te willen praten over de nodige bijsturingen. Vooral inzake de pensioenen moeten verschillende onrechtvaardigheden weggewerkt worden. Een pensioen is een contract met elke werknemer en dat contract mag men niet zomaar van vandaag op morgen veranderen. Tijdens het spel de spelregels wijzigen is een onkiese aangelegenheid. Woordbreuk, men bezondigt zich daar best niet aan. Maar of de strijd daarmee al gestreden is, lijkt ook niet zo. Wij vrezen dat het adagium van ‘langer werken’ slechts een eerste fase is in een opstap naar een algemene pensioenleeftijd van 67 jaar zoals in vele ons omringende landen en zoals de regels voor Europa gelden.

‘Langer werken’ is een mooi principe, maar het kan niet voor alle beroepen gelden. Denk aan verplegend personeel, brandweermannen, politiemensen, postbodes… Voor hen kunnen geen gewone pensioneringsnormen gehanteerd worden. Er is nu een duidelijk signaal aan de politici gegeven dat de vakbonden het menen en er met hun opmerkingen en eisen best rekening gehouden wordt. Nu is het moment aangebroken dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Het VSOA wil op een constructieve manier de volgende weken meedenken over de strijd tegen de (fiscale en sociale) fraude, met de steun van de sociale partners, het economisch herstel en het creëren van kwaliteitsvolle jobs, de werking van de arbeidsmarkt en hoe de vraag en het aanbod van werk beter op elkaar afstemmen, en de financiering van de sociale zekerheid. Het VSOA blijft bij dit alles streven naar het behoud van een dynamische en efficiënt werkende openbare sector die ten dienste van de bevolking staat en die qua performantie beantwoordt aan de hedendaagse noden. Maar ook naar een openbare sector die een volwaardige toekomstgerichte tewerkstelling biedt aan zijn medewerkers, met voldoende doorgroeimogelijkheden en een eerlijke marktgerichte verloning.

“Een indexsprong pakt een flinke hap uit het jaarloon.” In de naschokken van de staking staken opnieuw commentaren de kop op die het sociaal overleg in vraag stellen en het bestaansrecht van de syndicale vertegenwoordiging willen beknotten. Als klap op de vuurpijl kwam uit regeringskringen het voorstel om een indexaanpassing over te slaan. Misschien lijkt dit op het eerste gezicht geen slecht idee om het gat in de federale begroting te dichten, op termijn betekent dit voor elke werknemer een forse inlevering. ACLVB-voorzitter Jan Vercamst maakte in Trends een schrikbarende rekensom: “Sommige mensen denken: een indexaanpassing overslaan is ook maar één keer 2 procent loonsverhoging die niet wordt doorgevoerd. Wij hebben berekend wat zo'n maatregel voor het loon tijdens een carrière betekent. Voor een jonge werknemer is dat een hele som. Een aanpassing van 2 procent niet doorvoeren op bijvoorbeeld een brutojaarloon van 27.940 euro, betekent voor een dertigjarige dat hij aan het einde van zijn loopbaan 27.937 euro minder verdiend zal hebben. Daar wordt niet bij stilgestaan. Een maatregel zoals de notionele-intrestaftrek kost de burger ook al gauw 600 euro per jaar. En dan heb ik het nog niet over de armoede die nog dreigt toe te nemen. 15 procent van de Belgen leeft onder de armoedegrens, 22 procent van de kinderen tussen 0 en 2 jaar leeft in armoede." Er is dus nog reden genoeg om af en toe eens flink de syndicale tanden te laten zien. Jan Eyndels Algemeen voorzitter


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.