Mare 29 (37)

Page 1

15 mei 2014 37ste Jaargang • nr. 29

‘Foto’s op de rand van de aarde’ Pagina 11

Student regisseert zijn ouders: ‘Ze luisteren gewoon naar me’

Zwaartekracht bestaat niet, schrijft Vincent Icke in zijn nieuwe boek

Te vroeg dood, of een te bekende vrouw. Het lot van vergeten helden

Pagina 3

Pagina 7

Pagina 9

Islamstudies afgeschaft De polderimam bleek een illusie De bachelor islamstudies wordt geschrapt. De faculteit Geesteswetenschappen en het college van bestuur zien er geen brood meer in. Hiermee lijkt het plan van de overheid om ‘polderimams’ op te leiden, voorgoed voorbij te zijn. DOOR MASHA RADEMAKERS Het leek zo’n vooruitstrevend plan. De overheid gaf sinds 2005 subsidies aan onderwijsinstellingen die zogeheten ‘polderimams’ zouden opleiden. Die zouden als bruggenbouwers gaan functioneren om de emancipatie van moslims in Nederland te bevorderen. Zij moesten veel kennis van de islam hebben, maar ook geworteld zijn in de Nederlandse samenleving, in tegenstelling tot buitenlandse ‘import’-imams die de integratie en emancipatie van de moslimgemeenschap zouden belemmeren. Leiden startte daarom in 2006 de bachelor islamitische theologie, waarvan de eenjarige imam-beroepsopleiding al in 2011 een vroegtijdige dood stierf vanwege een veto van het ministerie van Onderwijs. Dat stelde namelijk dat in de wet sinds enige jaren nieuwe geestelijke ambtsopleidingen geen subsidie mochten krijgen van de overheid. De VU en InHolland hadden eerder nog wel de mogelijkheid gehad om een imamopleiding te starten. Die van InHolland is inmiddels ook gesneuveld wegens gebrek aan animo. Wim van den Doel, decaan van Geesteswetenschappen: ‘Er was weinig tot geen belangstelling voor vanuit de islamitische gemeenschap. Jonge mensen bleken er helemaal niet op te zitten wachten. Imam is in Nederland een functie waarmee je weinig verdient. De eerste generatie studenten van migrantenafkomst kiest vooral voor studies als genees-

kunde, economie of rechten, waarmee een relatief hoge maatschappelijke status te behalen is.’ Dat de islamopleidingen te weinig studenten trokken en de beoogde bruggenbouwfunctie niet van de grond kwam, bleek in 2012 uit het kritische Rapport Evaluatie Islamen Imamopleidingen Nederland. Er werden Kamervragen gesteld en minister Bussemaker moest toegeven dat het opleiden van polderimams mislukt was. De universiteit besloot het over een andere boeg te gooien en startte in 2013 de bachelor islamstudies, waarin vakken van MiddenOostenstudies en islamitische theologie werden samengevoegd. ‘De studie werd meer gericht op de maatschappij en minder op religieuze Arabische teksten’, aldus Van den Doel. Dit moest meer studenten aantrekken, maar dat gebeurde niet. ‘Per jaar meldden er zich maar drie of vier aan. We merkten dat studenten wel islamvakken willen volgen, maar niet een hele studie.’ Een studente islamitische theologie, die niet met haar naam in de krant wil, vertelt: ‘Het gros van de studenten studeerde deeltijd en had daarnaast nog een baan of gezin. Zelf was ik de opleiding gaan doen om een genuanceerd geluid te kunnen toevoegen aan de beeldvorming over de islam. Voor de meeste van mijn medestudenten, waarvan de meesten trouwens Marokkaanse moslims waren, was de studie een extra activiteit.’ Van den Doel: ‘We trekken de stekker uit de bacheloropleiding, maar blijven wel islamvakken aanbieden. Dit heeft niets te maken met bezuinigingen of met de reorganisatie van het instituut Godsdienstwetenschappen, maar ligt echt aan ons streven om met islamvakken meer studenten te bereiken’. Binnen de bacheloropleiding Midden-Oosten-

studies zal een afstudeerrichting op het gebied van de islam toegevoegd worden. Verschillende docenten van de opleiding wilden geen commentaar geven. De decaan stelt echter dat ze ‘niets te vrezen hebben’. Van den Doel: ‘Het grootste deel van de vak-

ken zal blijven bestaan. We richten ons ook op andere doelgroepen. De universiteit blijft zich in opdracht van de overheid inspannen om bruggen te slaan tussen de islamitische gemeenschap en de Nederlandse samenleving, door cursussen en workshops te geven aan islamitische

organisaties, diplomaten, imams en moskeebesturen.’ En daar is nog steeds overheidsgeld voor beschikbaar. ‘De islam staat nog voortdurend ter discussie. De overheid blijft het belangrijk vinden om een bepaalde vorm van onderwijs aan te bieden.’

Advertentie

Standtenten vrezen feest van Minerva

Ophef over kunst in Academiegebouw

A LA CARTE DAGELIJKS VANAF 17.00 UUR

Strandtenthouders zijn verbaasd dat de gemeente Wassenaar Minerva een vergunning wil verlenen. ‘Zoveel mensen houd je moeilijk in de hand.’

Een jonge kunstenaar hoopt via een referendum zijn werk alsnog in het Academiegebouw te krijgen. ‘Dit staat te ver van wat wij voor ogen hadden.’

AFSTUDEER ARRANGEMENT

Pagina 4

Pagina 5

Lunch woens/zond vanaf 12.30 uur, menu’s vanaf € 19,50 Diner dagelijks vanaf 17.00 uur, menu’s vanaf € 27,50 *** Bubbel en amuse, menu en wijn, all-in € 39,50 p.p. ***

IENS RESTAURANTWEEK

Bandirah Pagina 12

Bij mooi weer op ons parkterras t/m 18 mei a.s. op reservering! 3-gangen surprisemenu € 25,00 p.p.

mare-prentenkabinet 140502.indd 1

Kloksteeg 25, LEIDEN (t.o Pieterskerk) 071-5126666 of www.prentenkabinet.nl

09-05-14 14:20


2  Mare · 15 mei 2014 Geen commentaar

Toepassingsgerichter Door Bart Braun De brief was in maart al verstuurd, maar een wetenschaps-

journalist van The Post Online maakte hem van het weekend openbaar. Elf Research & Development-bazen van Nederlandse multinationals vroegen minister Bussemaker van Onderwijs en Wetenschap om de ‘nationale wetenschaps- en innovatieagenda’s te integreren’. Dreigen om anders op te stappen doen ze niet letterlijk, maar tussen neus en lippen melden ze wel dat er internationale competitie is om hun investeringen naar andere regio’s te trekken. Wat ze precies bedoelen met die integratie leggen ze niet uit, maar ze doen wel wat suggesties. Ze willen meer bèta- en techniek, meer toepassingsgericht onderzoek, meer profilering van universiteiten. En minder nadruk op aantallen publicaties. Over die profilering hebben we het op deze plek vaker gehad: hoog tijd dat die er komt. Over dat er meer bèta- en techniek moet komen, zeuren bedrijven al decennia; dat is het Ceterum censeo van het bedrijfsleven. Wetenschappers klagen zelf ook dat er teveel nadruk op aantallen publicaties ligt. Maar ja, als ze een beurs aanvragen, kijkt de verstrekker wel naar hun publicatielijst. Het is niet alsof het bedrijfsleven voor fundamenteel onderzoek gaat betalen, namelijk. Dat vangt liever publiek geld om samen met universiteitsmensen in zogeheten consortia te stappen, via Europese potjes en topsectorenbeleid. Maar zelfs dat is niet genoeg. Het onderzoek moet toepassingsgerichter. Dat is een merkwaardige opvatting van waar universiteiten voor zijn. Als het allemaal zo direct toepasbaar is, zou het logischer zijn om dat onderzoek op de R&D-afdelingen van bedrijven te doen, per slot van rekening. Het hele punt van universiteiten is nou net dat ze juist dat onderzoek doen dat niet uit privaat geld gedaan kan worden. Net zoals filmhuizen subsidie krijgen omdat we ook wel eens een film zonder langzame ontploffingen willen zien, zeg maar. Heel begrijpelijk dat het bedrijfsleven dat anders wil zien. Het is ook handig voor het bedrijfsleven als Staatsbosbeheer voortaan de bomen op hun bedrijfsterreinen gaat snoeien, of het Centraal Planbureau hun jaarrekeningen komt controleren. Alleen: daar zijn die instanties helemaal niet voor. Het andere punt van universiteiten is dat allerlei technologie en medicijnen die we nu gebruiken, zijn ontwikkeld door wetenschappers die werkelijk geen idee hadden waar hun onderzoek ooit goed voor zou zijn. Zonder de wiskunde van Albert Einstein (zie pagina 7) zou uw TomTom niet werken, bijvoorbeeld. Stel nou dat we het volgens de methode van de Unilevers hadden aangepakt, zo rond de vorige eeuwwisseling. En stel dat het bedrijfsleven toen al wist dat ze zeventig jaar later satellietnavigatie wilden gaan verkopen. Dan had de jonge Albert een beurs gekregen met als opdracht GPS te verbeteren. Zou daar ooit een relativiteitstheorie uit zijn voortgekomen?

Colofon

Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl

De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie

Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl

Column

Redactie

Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Petra Meijer p.meijer.7@umail.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Masha Rademakers (stagiaire) rademakersmasha@gmail.com Medewerkers

Emma Anbeek van der Meijden • Talitha Dehaene • Tim Meijer • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690

Lunchkristal Het beslissende moment in de loopbaan van iedere jonge wetenschapper valt tijdens de eerste congresdag, onmiddellijk na de laatste lezing voor de lunch. De aanwezigen hebben net beleefd maar niet al te uitbundig in hun handen geklapt voor het nogal zouteloze praatje, terwijl ze de congresmap al in hun linnen tasjes opbergen, opstaan en om zich heen spieden. Dan begint het. De kaalhoofdige prominent is nog in gesprek met zijn al even prominente buur - die vast ook kaalhoofdig was geweest wanneer ze niet toevallig een vrouw was. Een groepje luidruchtige postdocs staat bij de deur grapjes te maken. De andere deelnemers kijken om zich heen en knipperen met hun ogen alsof ze net wakker geworden zijn uit een bizarre droom. Uit deze vormeloze massa ontstaan binnen op geheimzinnige manier kristallen: de groepjes die samen gaan lunchen. Nu is het van belang om op het juiste moment de juiste plek in het kristal in te nemen. De ene kaalhoofdige nodigt de andere uit, maar deze had al had afgesproken met een collega uit Missouri; die kan natúúrlijk ook mee, net als de twee promovendi die deze op sleeptouw genomen heeft en die allebei net een groepje vrienden hebben gemaakt, die zich graag bij het gezelschap aansluiten mét hun wat verlegen promotoren, alom erkende geleerden van het tweede garnituur, die altijd met zijn vijven gezamenlijk optrekken, zij het dat deze keer een van hen haar slungelachtige vriendje achter zich aan heeft hobbelen die niks met wetenschap heeft, maar wel inmiddels vriendschap heeft gesloten met de luidruchtige postdocs. Voordat men vertrekt, moet nu eerst gewacht worden op de man uit Missouri die nog even naar huis moet bellen, zodat tijdens het wachten een kaalhoofdige even

naar het toilet kan, waar hij nog is als het gesprek met Missouri allang is afgelopen, en ondertussen verschillende mensen even snel buiten zijn gaan roken, zodat tijdens het wachten op hun terugkeer Missouri alsnog een keer terugbelt. Op een zeker moment komt de groep toch in beweging, op zoek naar een restaurant in het rustieke centrum. De eerste drie gelegenheden blijken geen ruimte te kunnen bieden aan een gezelschap van zoveel mensen, zodat uiteindelijk de groep toch uiteen moet vallen. Dat is natuurlijk het moment waarop je moet proberen om ofwel in het groepje van de kaalhoofdigen te komen, wanneer je jong bent en wat van je loopbaan wil maken, ófwel in dat van de luidruchtige postdocs, wanneer je vooral plezier wil hebben. Maar als dat gelukt is, ben je er nog niet. Je moet dan ergens vooraan in het nieuwe groepje komen te lopen naar de pizzeria waar voor jullie zessen wel plaats is, zodat jij als een van de eersten een plaats kunt uitzoeken en je zeker weet dat je niet aan de kant van de tafel terecht komt bij de muur, waar iedere poging om iets te zeggen onmiddellijk doodslaat omdat de geleerden van het tweede garnituur echt niet weten wat ze dáár nu weer op moeten zeggen, zodat iedereen al snel gedraaid zit naar de andere kant van de tafel, waar de geanimeerde gesprekken gevoerd worden en de carrières gemaakt. Want je kunt jaren werken aan prachtig onderzoek, meeslepende lezingen en baanbrekende artikelen, maar wanneer je echt vooruit wil in de wereld moet je begrip hebben van het lunchkristalmoment. Marc van Oostendorp is hoogleraar fonologische microvariatie


15 mei 2014 · Mare 3 Mensen

071 -527 …

Troosteloos Leiden

Kinderboekenhelden Helma van Lierop, hoogleraar jeugdliteratuur aan de Universiteit van Tilburg, keert vandaag een­ malig terug naar Leiden voor een lezing over historische kinder­ boekenhelden. Tot vorig jaar bekleedde ze hier de Annie M.G. Schmidt-leerstoel.

Student regisseert zijn eigen ouders Dobber Bolhuis filmt zowel de lelijkheid van de stad als vluch­ tende gangsters en blowende scholieren. Met zijn studiegenoten van film- en literatuurwetenschap richtte hij een filmclub op.

Door Marleen van Wesel Omlijst door de spijlen van een ijzeren hekwerk doemen dichtgetimmerde huizen op. Dit is het troosteloze Leiden van student Dobber Bolhuis (20). Met zijn camera neemt hij je mee naar een huiskamer waar een echtpaar onder een slinger van verjaardagsvlaggetjes woedend tegen elkaar tekeer gaat. Op de achtergrond proberen hun kinderen haast weg te kruipen in hun smartphones. Deze korte film, Emptiness, behoorde eerder deze maand tot de selectie van de Leiden International Short Film Experience. ‘Afgelopen zomer werkte ik mee aan een Leidse wijkfilm, Tussen de Rijnen. Die belichtte de mooie kanten van Leiden. Toen we klaar waren, vond ik het tijd voor het tegenovergestelde’, vertelt Bolhuis. Voor de rol van ruziënd stel vroeg hij zijn ouders, toneelregisseur en beeldend kunstenares. ‘Best creatief, dus die doen dat wel. En als ik regisseer ben ik vrij zakelijk. Dan luisteren ze gewoon.’ Bolhuis begon op zijn veertiende met filmen. ‘Met een vriendje wat dingen proberen met een handycam, en ook tijdens de editing. Wat dat laatste betreft ben ik een enorme Tarantino-fan. Het is mooi hoe hij z’n stempel op een werk drukt. Zijn dialogen zijn heel strak geschreven, maar intussen gaan ze nergens over.’ Zijn eigen stempel moet hij nog ontwikkelen. De laatste tijd experimenteert hij alvast met wijde shots. ‘Die vind ik bij Wim Wenders prach-

Uit welke periodes komen uw helden? ‘Allereerst de VOC-tijd, omdat er nogal wat kritiek is op wat daarover geschre­ ven is, zowel in historische bronnen als in romans. Verder de Tachtigjarige Oor­ log, waarover vooral voor de Tweede Wereldoorlog veel jeugdboeken ver­ schenen zijn. Het is bovendien een van de belangrijkste periodes uit de vader­ landse geschiedenis. Na 1945 werd de Tachtigjarige Oorlog als meest beschre­ ven periode ingehaald door de Tweede Wereldoorlog, dus die bespreek ik ook. Het zijn drie vensters uit de Canon van Nederland. Alle vijftig gaat niet lukken in iets meer dan een uur.’

Dobber Bolhuis: ‘Als ik regisseer ben ik vrij zakelijk. Dan luisteren ze gewoon.’ tig. Het wordt al iets statiger, maar ik ben nog erg zoekende. Wel film ik bijna alles in Leiden. De architectuur is heel gevarieerd, dus daar kun je alle kanten mee op. Misschien kun je de stad wel een soort vast personage noemen. En het is dichtbij, dat ook.’ Vorig jaar, tijdens zijn eindexamenjaar maakte hij een Tarantino-esque film over vluchtende gangsters, blowende scholieren en orakelende zwervers, getiteld Shared Paranoia. ‘Het was mijn profielwerkstuk. En ook mijn aanmelding voor de filmacademie.’ Nu studeert hij film- en literatuurwetenschap in Leiden. ‘Tja, afgewezen. Hier in Leiden leer je puur de theorie, maar

als je jezelf intussen met de praktijk bezighoudt versterkt dat elkaar. Al zou ik één praktijkvak wel fijn vinden. De meesten van ons hebben dat na hun studie wel nodig.’ De studenten richtten daarom dit collegejaar zelf maar Garde du Nord op. Een studievereniging zou Bolhuis het niet noemen. ‘Het is niet enorm georganiseerd en ook mensen van andere studies zijn welkom. Het is vooral een handig platform als je hulp zoekt bij het editen of materiaal wil uitwisselen. En we organiseren introchallenges. Daarbij krijg je in willekeurige groepjes de opdracht om een film te maken. Wij maakten een documentaire over mijn

Foto Marc de Haan

overgrootmoeder.’ Voorlopig blijft hij in Leiden, maar de filmacademieplannen blijven sluimeren. ‘Ik wil de filmindustrie in. Hoe dat maakte me niet uit.’ Om te beginnen neemt hij zijn camera deze zomer mee de trein in. ‘Met een paar jongens van Garde du Nord gaan we een film maken die zich afspeelt op het spoor en op stations. Het scenario ligt er al. Misschien kunnen we het resultaat wel vertonen in het Kijkhuis.’ Tussen de Rijnen wordt (als het tenminste niet regent) vrijdagavond 16 mei om 21.00 uur gratis in de openlucht vertoond bij Dok2.

Frutti di Mare

Apie is van de trap gevallen

Caspar (5) klampt zijn knuffel stevig tegen zich aan. ‘Apie is van de trap gevallen, boven op zijn been’, zegt hij zacht tegen de dok­ ter. Dokter Daan Berns (20, tweedejaars geneeskunde) bekijkt het knuffelaapje aandachtig en pakt de stethoscoop erbij. ‘Hoor je zijn hartje?’ ‘Nee’, zegt het jon­ getje na een lange pauze. ‘Ik hoor hele­ maal niks.’ ‘Dan heeft hij waarschijnlijk Door Masha Rademakers

Foto Marc de Haan

zo’n dikke vacht dat je er niks doorheen hoort.’ Het jongetje kijkt in volle aanbid­ ding op naar de dokter. Daan Berns is vanaf nu zijn held. Opeens komt er een ambulance met een rotvaart aangescheurd. De kinderen krimpen ineen. De ambulancebroeder blijkt echter heel knuffelbaar te zijn. ‘De kinderen leren zo op een speelse manier dat het ziekenhuis niet eng hoeft te zijn’,

aldus Tom Huberts (21, tweedejaars ge­ neeskunde). Hij zit in de organisatie van het Teddy Bear Hospital project, dat dit jaar weer georganiseerd is door studen­ ten van internationale studentenorgani­ satie IFMSA. Het is een jaarlijkse happe­ ning, die in Nederland op acht medische faculteiten plaatsvindt. De vergaderzalen van het LUMC worden omgebouwd tot knuffelziekenhuis. Eén voor één worden de kinderen aan de hand van de dokters langs verschillende kamers geleid. Eerst stelt de huisarts de diagnose, dan wordt er een fotootje gemaakt op radiologie. Apie, de knuffelaap van Caspar, wordt naar de gipskamer gestuurd waar hij een mooi stukje gips aangemeten krijgt. Hij heeft nog geluk gehad. Andere knuffels en poppen verdwijnen naar chirurgie, waar ze een operatie onder­ gaan. Als laatste gaan de patiënten nog even langs de apotheek, waar elk kind een diploma krijgt voor het tonen van grote moed. Marlous van der Weijden (22, derde­ jaars geneeskunde) kijkt tevreden om zich heen. ‘Het loopt gelukkig allemaal op rolletjes. Het lijkt chaotisch met al die kinderen, maar we hebben alles onder controle’. Van der Weijden heeft dit jaar de voorzittersrol op zich genomen. Als een ware multitasker loopt ze tussen de krioelende kinderen rond. ‘Dat is het

leuke van voorzitter zijn, van alle taken krijg je iets mee. Het zal nog wel eens van pas kunnen komen, later.’ Ze zou dan graag iets doen met kinderen, maar ook neurologie trekt haar aan. ‘Het is een wat moeilijke combinatie, maar wie weet waar ik later terechtkom.’ Het IMFSA heeft meerdere ‘beren’projecten lopen. Naast het Teddy Bear Hospital is er ook een project voor het speciaal onderwijs. Daarnaast brengen de berendokters ook maandelijks een bezoek aan jonge ziekenhuispatiëntjes. ‘Het is geweldig om kinderen zo blij te maken’, zegt Judith Peeters (19, eerste­ jaars geneeskunde), terwijl ze de poot van Apie in het gips verpakt. En tegen Caspar zegt ze: ‘Het is echt niet erg, het gebeurt elke knuffel wel eens hoor!’ Een stukje verderop wordt een haai verzorgd die Haai heet. Hij is uit bed gevallen. ‘Moet hij niet meer doen!’ zegt de dokter streng. De kinderen knikken braaf. Hun kleuterjuf zet met een onuitput­ telijk enthousiasme een lange uithaal in: ‘Zááháág Twee Beren Broodjes Smeren’, en moe maar voldaan volgen de kinde­ ren haar naar de uitgang, ondertussen uitgezwaaid door een grote bruine beer. Als de kinderen uit het zicht zijn doet de beer zijn pak uit, en komt er een over­ verhitte studente onder vandaan. ‘Kan jij mijn hoofd even goed doen?’

Zijn er verschillen per periode? ‘Dat viel mee. In alle historische jeugd­ boeken zie je het spanningsveld tussen feit en fictie en ook tussen vreemdheid en vertrouwdheid. De auteur wil een andere tijd laten zien, maar de beschrij­ ving moet ook weer niet zó ver van de lezer afstaan, dat die zich er niet mee kan identificeren. Verder is er nog het spanningsveld tussen de normen en waarden uit de beschreven periode, en nu. Je ziet dat die laatste vaak de doorslag geven. In De laatste dagen van Nieuw Amsterdam (Sandy Jansen, 2009) wordt die spanning uit de weg gegaan, doordat de eenentwintigsteeeuwse hoofdpersonen door een tijd­ reis per ongeluk in het zeventiendeeeuwse New York belanden. Verder kiezen auteurs liever gewone jongens en meisjes met eigenschappen als doorzettingsvermogen, altruïsme en rechtvaardigheid als hoofdpersonage, dan de bekende historische figuren. Dan hebben ze meer vrijheid bij het schrijven. Met name in boeken over de Tweede Wereldoorlog zie je dat histori­ sche figuren sowieso meer op de ach­ tergrond zijn. In Wie niet weg is wordt gezien (Ida Vos, 1981) herken je wel de Neurenberger Rassenwetten, maar Hitler of Mussert komen niet langs. Misschien maakt dat de verhalen ook geloofwaardiger.’ Zijn er veel historische meisjeshelden? ‘Vaak is er in oudere boeken toch spra­ ke van een klassieke held. Een man dus, en als het tóch een vrouw is, heeft ze mannelijke eigenschappen, zoals Kenau. Dat was een stevige tante. Met Thea Beckman heeft de meisjesheld definitief haar intrede gedaan. En in recente historische jeugdboeken, zoals Kathelijne van Kenau (Lydia Rood, 2013) worden meisjeshelden nog genuan­ ceerder getekend. Zijn kinderboekenhelden anders dan die uit volwassenenboeken? ‘Een logisch verschil is dat de hoofd­ personen in jeugdboeken nog aan het groeien zijn, waardoor bijvoorbeeld het vormen van een eigen mening en het maken van keuzes benadrukt worden. Je ziet wel verschillen tussen de Kenaus van Lydia Rood en Tessa de Loo, maar of er in het algemeen veel verschillen zijn, durf ik niet te zeggen. Ik heb geen verge­ lijkend onderzoek gedaan naar helden in jeugd- en volwassenenboeken. En ook niet naar Hollandse helden en die uit internationale boeken. Ik vermoed dat veel heldeneigenschappen univer­ seel zijn, of toch in elk geval gebaseerd op hedendaagse westerse normen en waarden.’ MvW Lezing: Hollandse helden in historische jeugdboeken Lipsiusgebouw, zaal 019, donderdag­ avond 15 mei 20.00 Entree €10 (€5 voor studenten)


4  Mare · 15 mei 2014 Nieuws

Ilja Leonard Pfeiffer wint Librisprijs Ilja Leonard Pfeijffer won dinsdag­ avond de Libris Literatuurprijs voor zijn roman La Superba. De jury sprak van ‘een belangrijke roman met universele zeggingskracht, die de komende jaren vele nieuwe lezers verdient, ook bui­ ten ons eigen taalgebied.’ Aan de prijs is een geldbedrag van vijftigduizend euro te verbonden. Tot de genomineer­ den behoorden onder anderen ook Tom Lanoye en Marente de Moor. Tot 2004 werkte Pfeijffer als classicus voor de Universiteit Leiden, waar hij eerder Griekse en Latijnse taal en cultuur stu­ deerde. Hij schreef in die tijd ook co­ lumns voor Mare, onder meer met het pseudoniem De Meneer. De Librisprijs is een van de belangrijkste literaire prijzen van Nederland en België, sa­ men met de Ako Literatuurprijs en de Gouden Uil, waarvoor La Superba ook genomineerd was.

Leiden negende bij Batavierenrace Het universiteitsteam van de Universi­ teit Leiden heeft afgelopen weekend de negende plaats behaald in de uni­ versiteitscompetitie van de Batavieren­ race. De prestatie leverde hen een tro­ fee op voor het best verbeterde team, want het team eindigde eerder meestal als laatste van de universiteiten. In het algemeen klassement eindigde het team van de Leidse studentenhard­ loopvereniging Currimus op de 33e plaats. De Batavierenrace is de grootste estafetteloop ter wereld. Elk team be­ staat uit 25 lopers, die samen een af­ stand van ruim 175 kilometer afleggen. Het universiteitsteam liep een tijd van 12:02:16, Currimus deed 13:37:21 over de race tussen Nijmegen en Enschede.

Leidse roeiers trekken blik Tijdens de jaarlijkse ZRB roeiwedstrij­ den, die elk jaar pal naast safaripark Beekse Bergen plaatsvinden, hebben Leidse studentenroeiverenigingen Aso­ pos en Njord beiden winst geboekt. Bij Asopos blikten Mart Wendel en Victor Moerman in het Lichte Nieuwe­ lingen Veld. Ook Mirjam Box en Bente van Gennep wisten allebei al skiffend een blik te bemachtigen. Ondanks het slechte weer konden ook de eerste­ jaars lichte mannen nog laten zien dat zij de sterkste ploeg zijn van het klasse­ ment. Van Njord wisten de eerstejaars damesploeg en de heren acht blikken te bemachtigen. Het was voor beide roeiverenigingen dus een geslaagd weekend.

Krokodillenstichting krijgt subsidie De Filippijnse krokodillenstichting Mabuwaya heeft een subsidie van £ 35.000 gekregen van het Britse Whitley Fund for Nature. Mabuwaya komt voort uit Leids biologisch en antropologisch onderzoek, en heeft als missie de ex­ treem bedreigde Filippijnse krokodil voor uitsterven te behoeden. Met het geld hoopt de stichting onder meer twee reservaten voor de dieren op te zetten.

Rectificaties In het artikel ‘James Bond tussen de koeien’ (Mare 28, 8 mei) staat dat bij een aanslag in 1938 van de Russische geheime politie Rotterdamse burgers werden gedood. Dit klopt niet. Alleen een geheim agent kwam hierbij om het leven, en een aantal burgers raakte gewond. Ook staat er dat alle Russische diplo­ maten naast hun diplomatenbaan ook als inlichtingenofficier werkzaam waren in Den Haag, terwijl het maar een deel van de Russische diplomaten is geweest die als geheim agent werkzaam waren voor de KGB.

De slag om de Wassenaarse slag Strandtenthouders vrezen feestende Minervanen Strandtenthouders zijn verbaasd dat de gemeente Wassenaar Minerva een vergunning wil ver­ lenen voor een strandfeest. ‘In Hoek van Holland is zo’n groot feest ook eens helemaal uit de klauwen gelopen, en dat strand is nog redelijk bereikbaar.’ Door Marleen van Wesel Minervanen bouwen momenteel de oude ROCgebouwen aan de Ter Haarkade om tot feestlocatie voor hun veertigste lustrum, inclusief bioscoop, zwembaden en een ijsbar. ‘Alle voorbereidingen verlopen goed’, vertelt Céline Lemoine van de lustrumcommissie. ‘Maar het lijkt er telkens op dat er al reacties komen voor men op de hoogte is.’ Het plan is om de festiviteiten op 2 juli voor een dag te verplaatsen naar het strand van Wassenaar. ‘Ze komen hun materiaal vast niet met de fiets brengen, eerder met vrachtwagens en shovels, terwijl dit maar een klein familiestrandje is, met slechts een afslagje’, zegt Harold Tjepkema, eigenaar van Beachclub De Golfslag. Een beetje opschuiven is daardoor geen optie. ‘Daar wordt het alleen maar gevaarlijker van. Niet dat we denken dat ze helemaal losgaan, maar zoveel mensen houd je moeilijk in de hand. Tien mensen die plotseling willen duiken is iets anders dan honderd. Wat als er een ambulance naartoe moet?’ ‘De vragen die zij stellen en hun commentaar gaan over zaken die nog besloten moeten worden, of die

nog aan te passen zijn. Het is niet onze bedoeling om hen in de weg te zitten’, benadrukt Lemoine. ‘We willen gewoon een chill evenement organiseren. Het moet juist rustgevend zijn voor ons, en voor anderen niet uitermate overlast gevend.’ Burgemeester van Wassenaar Jan Hoekema, zelf oud-Minervaan, heeft toegezegd de vergunnings-

aanvraag zoals alle andere te behandelen. Eind mei wordt een besluit genomen. Wanneer er geen vergunning komt, zou het feest kunnen uitwijken naar de Vlietlanden. Lemoine: ‘Daar is ook strand, gras en water. Een ander alternatief plan dat we vanwege het weer sowieso hebben, is een feest in een strandtent. Dat kan langs de hele

kustlijn van Nederland.’ ‘Niet in Wassenaar’, zegt Tjepkema. ‘En in de rest van Nederland is ook geen strandtent te vinden waarin je tweeduizend man kwijt kunt.’ Het is geen rancune tegen Minerva, benadrukt hij. ‘Als ze ergens anders een feestje willen organiseren hebben ze m’n zegen. Ik vind feestjes zelf ook heel leuk.’

Universiteit heeft financiën op orde De universiteit staat er financieel gezien gezond voor. Er wordt voor 2013 een positief resultaat van 14,7 miljoen genoteerd terwijl er een plus van 2,6 miljoen was begroot. Dat blijkt uit het financiële jaarverslag van de universiteit. Door de flinke stijging van het aantal studenten en het vergroten van het marktaandeel kreeg de universiteit meer geld uit Den Haag; 5,5 miljoen euro. Er kwam ook 5,5

miljoen euro meer aan collegegelden binnen dan ingeschat. Verder werden er meer subsidies binnengehaald dan verwacht. De lasten van de universiteit zijn ook wat hoger uitgevallen dan ingeschat. Er is wat meer personeel ingehuurd om de grotere aanwas van studenten op te vangen. In totaal zijn de personeelslasten 2,4 miljoen euro hoger dan begroot. De universiteit is zo succesvol dat volgens het universitaire geldtoewij-

zingssysteem AEG de budgetten van de faculteiten flink moeten stijgen. Maar het college van bestuur past een budgetfactor toe. De faculteiten krijgen drie procent minder budget dan waar ze op basis van hun onderwijsprestaties recht op hebben. Uit de kadernota (de financiële plannen voor de komende jaren) blijkt dat de budgetfactor in 2017 wordt opgekrikt naar vijf procent en in 2018 zelfs tot 5,5 procent.

De universiteitsraad is kritisch over het ‘oprekken van de budgetfactor.’ Want hierdoor moet voor het behoud van gelijke inkomsten meer werk verricht worden, zodat de werkdruk toeneemt. De raad wil dan ook weten of het college rekening houdt met deze werkdruk en of er niet een andere manier is om het evenwicht tussen inkomsten en toewijzing van budgetten te herstellen. VB

voor ‘Het gaat echt nergens over’ Kickstarter Sterrenkunde Studenten van het university college hebben problemen met de Belastingdienst. Door een fout van de verhuurder stelt de fiscus dat een aantal bewoners van het college onterecht huurtoeslag hebben ontvangen. Volgens het housing office van de universiteit is het probleem inmiddels al opgelost. ‘Het blijkt dat het housing office van de universiteit, dat de verhuur van de kamers regelt de verkeerde huurbedragen doorstuurt naar de Belastingdienst’, zei faculteitsraadslid Lucas Negenman die zelf aan het college studeert dinsdag bij de faculteitsraadvergadering. ‘Dat is echt vervelend. Het levert een hoop gedoe op. Sommige bewoners ontvangen beschikkingen van de Belastingdienst waaruit blijkt dat

ze onterecht huurtoeslag ontvangen. Als zij een mail sturen naar housing dan worden ze doorverwezen naar de studievereniging, naar de universiteit en naar het university college. Naar iedereen die je kunt bedenken eigenlijk maar een beertje normaal contact is niet mogelijk. Het gaat echt helemaal ergens over hoe dat gaat.’ ‘Binnen het university college is melding gemaakt over deze perikelen’, zei Rolf Oosterloo, portefeuillehouder bedrijfsvoering van het faculteitsbestuur. ‘Wij kunnen indirect ons best doen om het op te lossen. Echter de verantwoordelijkheid voor het wonen ligt niet bij ons. Maar als we de feiten en gegevens voor onze neus hebben dan kunnen we de direct verantwoordelijken aanspreken en zelfs daar boven

gaan staan en zeggen: “Los dit op. Dit is onacceptabel.” Dus stuur ons concrete voorbeelden van wat er mis gaat.’ Volgens John Kroes, die leiding aan het housing office geeft, is het probleem echter al opgelost. ‘Kamers in de Klok, het pand aan de Enthovenplein, worden sinds kort verhuurd door DUWO en die hadden de verkeerde huurbedragen doorgeven aan de Belastingdienst. Maar de bedragen op de contracten afgesloten met de studenten zijn leidend. Als de bewoners voldoen aan de criteria hebben ze gewoon recht op huurtoeslag. En dat communiceren we ook naar de bewoners. Dus stuur een kopie van het huurcontract naar de Belastingdienst en dan wordt het geregeld. Er is wat ons betreft geen probleem.’ VB

Het project Universe Awareness (UNAWE) zoekt geld voor verspreiding en ontwikkeling van lespakket sterrenkunde. Op 9 mei is een grote Kickstartercampagne van start gegaan voor Universe in a Box. UNAWE is in 2006 opgericht door de Leidse sterrenkundige George Miley en heeft als missie jonge kinderen wereldwijd in aanraking te brengen met sterrenkunde. En dan niet alleen kinderen met rijke papa’s en mama’s, maar vooral kinderen in achterstandssituaties. In de lespakketten zitten activiteitenboekjes en praktisch lesmateriaal, die docenten kunnen gebruiken tijdens de sterrenkunde les. Eenderde van de funding is al binnen, maar met nog 26 dagen te gaan, is er nog veel geld nodig.


15 mei 2014 · Mare 5 Nieuws

Universiteit wil kunstwerk niet Moderniteit of traditie in het trappenhuis?

Een jonge kunstenaar hoopt via een referendum zijn werk alsnog in het Academiegebouw te krijgen. Door Bart Braun Wie de trap oploopt in het Academiegebouw, komt langs een muurschildering, de Gradus ad Parnassum. Student Victor de Stuers maakte hem in 1865. Vervolgens kom je bij een blauw koord dat duidelijk maakt dat je af moet slaan als je een promotie- of andere plechtigheid bij wil wonen. De trap gaat echter nog verder. Ergens vorig decennium werd besloten dat ook daar een kunstwerk moest komen, als modern antwoord op het werk van De

Stuers. Daar werd een wedstrijd voor uitgeschreven, en uiteindelijk kwam daar in 2008 uit dat kunstacademiestudent Adam Uriel het zou gaan doen. De Stuers tekende een beginnend student; een blanke man, want zo ging dat in 1865. De student weerstaat de verleidingen van het studentenbestaan, en op de laatste muurtekening studeert hij af. Uriels ontwerp gaat uit van een Aziatisch meisje dat haar familie gedag zegt, naar de andere kant van de wereld reist om te studeren en daar de liefde vindt. Het gebouw werd gerestaureerd, Uriel studeerde af, er kwamen dingen tussen en vervolgens was het bijna zes jaar later. Tijd om het werk

eens af te maken. Alleen is kunstenaar Uriel van nu niet meer de student van toen. ‘Ik beschouw mij nu als volwassener, en ik heb inmiddels een sterkere oplossing voor wat ik wilde bereiken dan in 2008.’ Waar de eerste delen van zijn werk in gewassen inkt waren gedaan, en het zwartwit van De Stuers aanhouden, bevat deel drie – nog niet helemaal af - ook kleur en driedimensionale effecten. Deel vier zou dat ook gaan doen. Zou, want het Academiegebouw bedankte ervoor. Prof. Willem Otterspeer van het Academisch Historisch Museum: ‘Adam is als kunstenaar inmiddels zover geëvolueerd dat er geen common ground meer was. Het is een zeer begaafde jongen,

‘Stop al dat gespam’ De faculteit Den Haag is al een tijd bezig om de sociale veiligheid te verbeteren. Er is al veel verbeterd, aldus het bestuur. De communicatie per mail schort nog wel het nodige. De faculteit wil dan ook een mailetiquette opstellen. Uit de personeelsmonitor 2012 bleek dat de sociale veiligheid op de faculteit Den Haag tekort schoot. Een onderzoek van de universitaire dienst Veiligheid, Gezondheid en Milieu bevestigde later dat medewerkers klaagden over agressieve mails, roddelen en intimidatie. Het faculteitsbestuur stelde een plan van aanpak op om de sociale veiligheid te verbeteren. ‘Het is belangrijk om vast te stellen dat we goede stappen voorwaarts hebben gezet’, zei porte-

feuillehouder bedrijfsvoering Rolf Oosterloo dinsdag tijdens de faculteitraadsvergadering. ‘We willen niet steeds in de vlek van de personeelsmonitor blijven wrijven. Wij kijken graag vooruit en er zijn al zaken verbeterd. Het personeel is inmiddels veel beter bekend met waar ze terecht kan met eventuele klachten en problemen, bijvoorbeeld bij de bedrijfsarts en vertrouwenspersonen. ‘Ook hebben we nieuw verzuimbeleid vastgesteld. We gaan het management trainen om hen goed om te leren gaan met medewerkers die vanwege gezondheidsredenen hun werk niet kunnen doen.’ Decaan Jouke de Vries: ‘Het personeelsbeleid is ook transparanter geworden. Medewerkers weten beter wat de beoordelingscriteria zijn

en hoe zij promotie kunnen maken. We proberen echt de cultuur te veranderen.’ Er moet nog wel het nodige gebeuren als het gaat om de communicatie, aldus Oosterloo. ‘Het gaat dan over veilig en transparant communiceren. Dit heeft ook te maken met werkdruk. Ik spreek steeds medewerkers die een overvolle mailbox hebben. Het komt te vaak voor dat ze overladen worden met mails. ‘Personeelsleden die collega’s spammen zonder dat het duidelijk is voor de ontvanger wat er met de informatie in de mail moet gebeuren, terwijl de ontvanger wel het gevoel heeft dat er actie wordt verwacht. We willen met een code of conduct komen over hoe we met elkaar mailen. Daar gaan we faculteitsbreed over praten.’ VB

maar we hadden iets afgesproken. ’ Uriel: ‘In kunstkringen zijn de marges ruimer, en gaat het om vertrouwen op de visie van de maker. Er is inderdaad een breuk met het eerste deel. Maar er is ook de continuïteit van de Aziatische beeldtraditie die ook in de eerste afbeeldingen zit. In Azië wordt ook veel gewerkt met reliëf, in jade bijvoorbeeld. Die overgang geeft meerwaarde aan het werk als geheel.’ Otterspeer: ‘Wat hij nu wil doen, staat te ver van wat wij voor ogen hadden, van het werk van De Stuers en van het Academiegebouw. Hij ziet zichzelf als vrij kunstenaar, maar je hebt hier gewoon te maken met opdrachtgevers.’

Uriel vindt het merkwaardig dat één of twee mensen de macht hebben om een kunstwerk voor de hele universiteit te dwarsbomen, en pleit voor een stemprocedure: ‘Ik wil een democratische, universiteitsbrede stemmingsprocedure opzetten. Aangezien het academiegebouw van iedereen is, lijkt dit mij de beste, mooiste en ook enige juiste oplossing.’ Otterspeer: ‘Hij hoopt nu via een plebisciet gedaan te krijgen dat zijn werk er toch komt. Ik vind dat je referenda moet houden over essentiële zaken, niet over iets als dit, dat ook sterk door de traditie bepaald is.’ Als het er toch van zou komen? ‘Dan ga ik er niet meer over, hoop ik.’

Politie rukt uit voor afwezige student De politie zag zich dinsdagnacht genoodzaakt de deur te forceren van een woning in het studentencomplex aan het Hildebrandpad, de zogenaamde Zwarte Dozen. De televisie stond ‘loeihard’ en de bewoner was ‘mogelijk onwel’, liet wijkagent van Leiden Midden, Willem van Vliet op Twitter weten, gevolgd door: ‘Bewoner bleek niet thuis.’ Student international studies Marcello Passaro (23), de bewoner in kwestie, vernam via de Facebookgroep van de Zwarte Dozen over het politiebezoek. ‘Ik las eerst dat het in mijn gebouw was en toen dat het op mijn verdieping was. Vervolgens zag ik dat mijn

buurman schreef dat het bij zíjn buurman gebeurd was. Ik heb toen een vriendin gevraagd even te gaan kijken.’ In de Zwarte Dozen wonen studenten ieder voor zich in eigen studio’s. Een van de buren was bezorgd geraakt door de nachtelijke herrie. ‘Mijn televisie heeft de neiging om plotseling aan te gaan. Op zich lief, blijkbaar is er een goede sociale controle.’ Volgens de twitterende wijkagent kan hij een reparatierekening van studentenhuisvester Duwo tegemoet zien. Passaro: ‘Ik ga eerst even met Duwo en de wijkagent kijken of het verhaal klopt, want het is wel een beetje sterk. En dan kijken we wie er aansprakelijk is.’ MVW

Verslaggeving EU kan beter Leenstelsel schrikt Er valt veel te verbeteren aan de berichtgeving over Europa. Dat blijkt uit het rapport ‘Europa in het Nederlandse nieuws’, dat werd geschreven door de Leidse hopleiding Journalistiek en Nieuwe Media. Het onderzoek werd uitgevoerd op verzoek van het Genootschap der Hoofdredacteuren, dat nieuwsgierig was naar de manieren waarop Europa in het nieuws verscheen, en graag wilde weten hoe de verslaggeving verbeterd kan worden. Daartoe werden 32 experts – journalisten, politici, wetenschappers en mensen uit het maatschappelijk middenveld – geïnterviewd. Opvallend was dat de respondenten het er bijna unaniem over eens waren dat het een goede zaak is dat Nederland bij de Europese Unie zit. Daar staat tegenover dat ze ook bijna allemaal vonden dat de Europese Unie een imagoprobleem heeft.

De media dragen daar mogelijk aan bij. In discussies over Europa gaat het namelijk vooral over economische winst of verlies, er wordt gefocust op schandalen, het debat wordt gereduceerd tot discussies over meer of minder Europa en de enorme hoeveelheid zinloze regels wordt in nieuwsberichten vaak benadrukt. Toch is het nieuws over Europa de laatste vijf jaren sterk verbeterd. Het nieuws is technischer en economischer geworden, Europa is door de eurocrisis minder vanzelfsprekend en de berichtgeving is diepgaander en omvangrijker geworden. Om de berichtgeving nog verder te verbeteren zouden er meer Europacorrespondenten aangesteld moeten worden. Wanneer daar geen ruimte voor is zouden journalisten in Den Haag of ‘Amsterdam’ beter samen moeten werken met Brussel. Journalisten die teveel terugvallen op bepaalde frames moeten hier door hun

eindredactie op worden gewezen. Tot slot zouden journalisten vaker over de grenzen moeten kijken. Europa komt nu vooral aan bod als het Nederlandse belang een rol speelt, maar Frankrijk en Duitsland krijgen verder weinig aandacht in Nederland. Het rapport pleit dan ook voor minder neerlandocentrisme. Ook hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans deed onderzoek naar Europa en bracht deze week een rapport uit. Met behulp van een scorekaart werden de cv’s van 871 (kandidaat)Europarlementariërs uit elf Europese landen geanalyseerd. Daaruit kwam naar voren dat andere landen vaak hun politieke zwaargewichten naar Europa sturen. Nederland stuurt van alle landen juist de minst ervaren en invloedrijke politici. PM > Zie voor de Europese verkiezingen pagina 8

techniekstudenten af Nu de politieke besluitvorming over het sociaal leenstelsel nabij is, trekt ondernemersorganisatie FME aan de bel bij de Tweede Kamer. FME vreest dat bètastudenten worden afgeschrikt om een tweejarige master te gaan volgen, als de regering de basisbeurs afschaft. De technologische industrie maakt zich zorgen wat de gevolgen van afschaffing zijn voor bètastudenten. Onderzoek van chipfabrikant ASML onder 800 studenten in de technische sector wees al uit dat een derde van hen overweegt bij de invoering van het leenstelsel na het behalen van het bachelordiploma te stoppen. Volgens Peter Wennink, ceo van ASML, wordt het tekort aan hoogopgeleide technici dan

nóg groter dan het nu al is. Het bedrijf stelt daarom alvast 25 beurzen van vijfduizend euro beschikbaar voor masterstudenten, net als andere multinationals, die ook angst hebben toekomstige werknemers anders mis te lopen. Volgens FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming is het zorgwekkend als studenten voortijdig hun studie afbreken. ‘Zo laten wij talent lopen waarin al is geïnvesteerd’. Zij stuurde dan ook namens het FME een brief naar alle Tweede Kamer fractievoorzitters. De FME schrijft daarin dat zij de insteek van het sociaal leenstelsel onderschrijven, maar dat zij van de overheid een stimulerend beleid verwachten om tweejarige masteropleidingen voor technische studenten aantrekkelijk te houden. MR


6  Mare · 15 mei 2014 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en

Mijnheer de Professor huiswerkbegeleiding. Basisschoolleerlingen uit verschillende groepen zoeken bijles in bijv. rekenen, Nederlands, spelling en begrijpend lezen. Voortgezet onderwijsleerlingen uit verschillende klassen en schoolniveaus zoeken bijles in o.a. Engels, wiskunde, Nederlands, begrijpend lezen, geschiedenis, etc. Soms wordt een vergoeding (tot 5 euro) betaald. Voor meer informatie over één uur per week vrijwillige bijles of huiswerkbe-

geleiding: Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl.

Tinderende liefde

Fluitisten opgelet! Er is nog plek in gevorderde dwarsfluitensemble op de dinsdagavond om 20.30. Kom vrijblijvend kijken, Rapenburg 22, kamer 6. corrianne.hoekstra@gmail.com

Sanders, wat doe je jezelf aan? Je leven was zo rustig. Zo overzichtelijk. Zo senang. Gewoon, een moestuintje, een pijp, een leunstoel, een stapeltje Couperus. En dan af en toe een roedel puistenkoppies op een ‘werk’-college vertellen hoe de wereld der flora in elkaar zit. Maar nee, je bent erin gestonken, in die verleiding van het avontuur. Zelfs Oegstgeest is niet meer veilig. Sukkel! Het begon op de verjaardag van mijn neefje, begin april. Het jochie is mijn poort naar de digitale wereld en had me na een Facebook-account nu ook een ‘smartphone’ aangesmeerd. Tussen de colaboeren door installeerde het ADHD’ertje een paar ‘ebs’ voor me. ‘Kijk, oom Dési, dit is Tinder!’ Een klik, een veeg, en daar verschenen de foto’s op mijn scherm. Getatoeëerde meneren met biceps en bier, blonde mevrouwen met negertjes op schoot, een columniste van Mare. Al gauw had ik door dat naar links vegen een afkeuring betekende. Logisch eigenlijk linksig, sinistra, ook in de politiek staat het voor de zwakste schakel. Plots verscheen het decaantje in beeld, in een beige driekwartbroek en in zijn armen een gigantische snoekbaars - het kon z’n broertje zijn, precies dezelfde ogen althans. Gauw een veeg naar links. De dagen erna was ik gegrepen. Elk vrij ogenblik nam ik de lusttelefoon ter hand en veegde van links naar rechts en van rechts naar links. Ook tijdens het poepen - zelfs tijdens de nachtelijke onanie. Mijn duim deed er pijn van. Philip Roth zei ooit eens dat niet zozeer de roman, het boek, ‘dood’ is - maar dat de ‘lezer’ langzaamaan verdwijnt. Niet langer zitten we een avond in een stoel, gebogen over het papier: we kijken naar het scherm. Zo overkwam ook mij. Zoals de weerspiegeling van de zon in de simpelste kralenkettingen de inboorlingen in de Oost verleidde om al hun schatten prijs te geven aan westerse avonturiers, zo werd mijn ziel in beslag genomen door het LCD-scherm. En toen. Op een van de avonden - nachten - waarop ik aan het tinderen was had ik een match. ‘Heeeeej meneer Sanders!’ Ik verstijfde. Eén van mijn studentes, een eerstejaars. Stiekem had ik wel eens naar haar gelonkt. 18. Ontluikende seksualiteit vonkend achter klonterige meisjeswimpers. De verboden vrucht. Het gifmengsel dat je niet kan laten staan. ‘Geen mens is een eiland, in zichzelf besloten’, schreef ik verontschuldigend terug. ‘Wat praat u toch altijd apart’, aldus het bloeiende meisje. O Mensch! Met trillende vingers typte ik mijn huisadres in en smeet toen mijn smartphone in het haardvuur. De bal lag bij haar. Vraag nooit voor wie de doodsklok luidt; zij luidt voor jou.

Academische Agenda Prof. mr. S.C.W. Douma zal op vrijdag 16 mei een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar aan de faculteit Rechtsgeleerdheid met als leeropdracht Internationaal en EU Belastingrecht. Mw. T. Pacchiarotta hoopt op dinsdag 20 mei om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Metabolomics of urinary tract infection: a multiplatform approach’. Promotor is Prof. dr. A. M. Deelder. Dhr. S. Nicolardi hoopt op dinsdag 20 mei om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Development of ultrahigh resolution FTICR mass spectrometry methods for clinical proteomics’. Promotors zijn Prof. dr. A. M. Deelder en Prof. dr. R. Tollenaar. Mw. I. E. C. Verhaart hoopt op dinsdag 20 mei om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Optimising antisense oligonucleotide-mediated exon skip-

ping for Duchenne muscular dystrophy’. Promotor is Prof. dr. G. J. B. van Ommen. Dhr. J. Doomen hoopt op woensdag 21 mei om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Freedom and equality as Necessary Constituents of a Liberal Democratic State’. Promotor is Prof. dr. A. Ellian. Dhr. F. M. van der Kloet hoopt op woensdag 21 mei om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Quantitation in untargeted mass spectometry-based metabolomics’. Promotor is Prof. dr. T. Hankemeier. Dhr. M. Dam hoopt op woensdag 21 mei om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Making educational reforms practical for teachers’. Promotor is Prof. dr. J. H. van Driel. Mw. M. E. Davies hoopt op woensdag 21 mei om 16.15 uur te promoveren tot

doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Locality of Chieftainship: Territory, Authority and Local Politics in Northern Malawi, 1870-1974’. Promotor is Prof. dr. R. J. Ross. Mw. M. Jamal hoopt op donderdag 22 mei om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Smoking and the onset, severity, and course of depression and anxiety disorders’. Promotors zijn Prof. dr. A. J. W. van der Does en Prof. dr. B. W. J. H. Penninx. Dhr. W. J. Palenstijn hoopt op donderdag 22 mei om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Radicals in Arithmetic’. Promotor is Prof. dr. P. Stevenhagen. Mw. A. Dlabačová hoopt op donderdag 22 mei om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Literatuur en observantie’. Promotor is Prof. dr. W. van Anrooij.

De Universiteitsraad geeft als centraal medezeggenschapsorgaan van de universiteit een stem aan het personeel en de studenten van de Universiteit Leiden; de Raad adviseert het College van Bestuur in beginsel op alle beleidsterreinen (onder meer onderwijs, onderzoek, personeelsbeleid, arbeidsomstandigheden, financiën, universitaire strategie) en oefent bovendien ten aanzien van een aantal besluiten een instemmingsrecht uit. Wegens het vertrek van de huidige voorzitter nodigt de Raad u uit te solliciteren naar de functie van

VOORZITTER VAN DE UNIVERSITEITSRAAD (v/m)

D.M. Sanders is permanent gastdocent en deelt geregeld zijn ervaringen. Hij is dankbaar voor de niet-aflatende steun via d.m.sanders@mail.com en Facebook.

voor de periode van 1 september 2014 tot en met 31 augustus 2015.

De voorzitter wordt gekozen voor de periode van één jaar; herverkiezing – steeds voor de termijn van één jaar – is mogelijk. Kandidaten dienen bij voorkeur (oud-)student of (oud-)medewerker van deze universiteit te zijn. Het is niet vereist dat de voorzitter lid is (geweest) van de Raad.

Beste kinderdagverblijf

De voorzitter van de Universiteitsraad heeft onder meer tot taak: • het voorbereiden, bijeenroepen en leiden van de raadsvergaderingen en de overlegvergaderingen met het College van Bestuur; • het leiden van de werkzaamheden van de Raad; • het coördineren van de werkzaamheden van de commissies van de Raad; • het onderhouden van contacten met onder anderen het College van Bestuur en diens medewerkers en, in voorkomende gevallen, met de Raad van Toezicht, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, collega-voorzitters in den lande en met name (de leden van) de faculteitsraden; • het inhoudelijk opzetten en organiseren van de scholing en training van leden van de universitaire medezeggenschap; • het onder de aandacht brengen van de universitaire verkiezingen; • het bijhouden van sociale media met betrekking tot medezeggenschap; • het organiseren van relevante werkbezoeken. • het stimuleren en coördineren van communicatie met en tussen de medezeggenschapsorganen

Zuid-Holland*

proefschriften.nl Aandacht voor uw proefschrift.

de eerste minuten, van levensbelang.

De voorzitter wordt in haar/zijn werkzaamheden ondersteund door de griffier van de Universiteitsraad. Van kandidaten voor de functie wordt verwacht dat zij, naast uitstekende communicatieve vaardigheden, beschikken over bestuurlijke ervaring en dat zij kennis hebben van de universitaire bestuurs- en medezeggenschapsstructuur. Beschikbaarheid voor twee jaar is een pre.

www.hartstichting.nl voor een reanimatiecursus bij jou in de buurt.

Het tijdsbeslag van de functie is gemiddeld maximaal 3 dagen per week, waaronder tenminste de gehele maandag en de dinsdag- en donderdagochtend. Een voorzitter voortkomend uit de studentgeleding van de Universiteit Leiden ontvangt een vergoeding voor maximaal 0,6 fte; een voorzitter voorkomend uit de personeelsgeleding van de Universiteit Leiden wordt voor maximaal 0,6 fte van haar/zijn werkzaamheden 90013037_Adv. Mare NL.indd vrijgesteld en vervangen gedurende de periode dat zij/hij als voorzitter werkzaam is, een en ander volgens de daarvoor geldende regelingen. Een voorzitter niet voortkomend uit de student- dan wel personeelsgeleding van de Universiteit Leiden ontvangt een adequate financiële tegemoetkoming. Gegadigden voor het voorzitterschap van de Universiteitsraad kunnen zich per mail kandidaat stellen. De kandidaatstelling dient vergezeld te gaan van een curriculum vitae, een korte schets van de taakopvatting van de kandidaat en bij voorkeur enkele referenties.

78x50 6min.indd 1

1

15-10-13 17:16

morgen mag ik naar huis

Kandidaatstellingen dienen maandag 26 mei 2014 in het bezit te zijn van de Griffier van de Universiteitsraad, mevrouw M.J.A. Stol-Loos: mja.stol@bb.leidenuniv.nl). Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot de griffier van de Raad, Marrie Stol (tel. 071 – 527 3125) en de huidige voorzitter van de Raad, Jasmijn Mioch (j.mioch@bb.leidenuniv.nl; tel. 071 – 527 3138) Op www.ur.leidenuniv.nl kunt u meer informatie vinden over de Universiteitsraad en zijn werkzaamheden.

iedereen verdient een morgen

24-10-13 17:05


15 mei 2014 · Mare

7

Wetenschap

VA L L E N D E

Z A K E N

I N Z I J N B O E K Z WA A R T E K R A C H T B E S T A A T N I E T B U I G T VINCENT ICKE ZICH OVER DE VRAAG DER VRAGEN Roken

Volgens astrofysicus Vincent Icke is de onverenigbaarheid van de quantummechanica en de relativiteitstheorie ‘de Grootste Vraag’ voor de natuurkunde in de eenentwintigste eeuw, zo schrijft hij in een handzaam boekje. Het grote voordeel van gedachtenexperimenten is dat iedereen ze kan uitvoeren. Bijvoorbeeld: neem twee ballen in gedachten. De ene is een voetbal, en de ander is een bal van massief lood, precies even groot als een voetbal. We nemen de twee ballen mee naar de top van een hoge toren, en laten ze tegelijk los. Het is duidelijk wat er zal gebeuren. De loden bal is veel zwaarder, dus natuurlijk is die veel eerder beneden. De grote Griekse denker Aristoteles had dit zo’n 350 jaar voor Christus allemaal al uitgedacht, en daarmee was eeuwenlang de kous af. Het grote nadeel van gedachtenexperimenten is dat ze je op het verkeerde been kunnen zetten. Het resultaat van Aristoteles is intuïtief begrijpelijk, overzichtelijk en handig. Het heeft echter de onhebbelijke tekortkoming dat als je de proef in het echt uitvoert, in plaats van in gedachten, er iets anders gebeurt. De ballen komen tegelijk aan. De zwaartekracht blijkt ingewikkelder dan je zou denken, bleek toen Simon Stevin – niet Galileo! – een variant op de proef uitvoerde in 1585. Sterker nog, ‘de zwaartekracht’ bestaat eigenlijk niet, en

DOOR BART BRAUN

hoe het wel zit, blijkt ingewikkelder dan we nu kunnen denken. In zijn nieuwste boek Zwaartekracht bestaat niet loopt de Leidse hoogleraar theoretische astrofysica Vincent Icke de geschiedenis van vallende zaken langs. Tweehonderd jaar na Stevins proef verscheen Isaac Newtons Philosophiæ Naturalis Principia Mathematica dat, zoals de titel al aangeeft, wiskundige principes van de natuurkunde uittekende. Voordat hij over kon gaan tot de natuurkunde had Newton eerst de bijbehorende wiskunde uit de grond moeten stampen, maar daarmee kon hij dan ook wat: beschrijven hoe dingen vallen, bijvoorbeeld. Icke: ‘Als de kracht evenredig is met de massa van een voorwerp, dan ontdekken we iets merkwaardigs. In dat geval is de kracht groot als die op een grote massa inwerkt, en klein als het een kleine massa betreft. Het netto resultaat is dat ieder voorwerp dat reageert op deze bijzondere soort kracht dezelfde versnelling ondervindt.’ In ons gedachtenexperiment met de twee voetballen zouden we ook aan kunnen nemen dat de zware bal juist later op de grond komt. Zware voorwerpen hebben immers een grotere traagheid. Het universum compenseert daarvoor door er ook harder aan te trekken. Tenminste, dat was het klassieke beeld. Einstein maakte er een ingewikkelder verhaal van, door te stellen dat ruimte en tijd in wezen hetzelfde spul zijn, en dat zware voorwerpen die ruimtetijd vervormen. ‘Zwaartekracht bestaat niet’, schrijft Icke. ‘”Zwaar-

tekracht” is een historische term voor de gevolgen van de structuur van ruimte-tijd. Maar we zitten aan het woord vast, en dat is misschien ook wel best. Tenslotte bestaat zonsondergang ook niet, zoals we al weten sinds de ontdekking van de draaiing van de Aarde. Maar ondanks die kennis genieten we er nog net zo van.’ Ook aan de natuurkunde van de ballen zelf is een hoop veranderd sinds Newton. Het lood in de ene bal en de lucht in de andere bestaat uit atomen, en die bestaan uit nog kleiner spul, zogeheten fermionen. Die wisselwerken met behulp van bosonen, en die wisselwerkingen laten zich beschrijven met quantummechanica. Icke: ‘De rotsvaste basis van de hedendaagse natuurkunde kan nu worden samengevat als: het Heelal bestaat uit quanta en ruimte-tijd. Die moeten op een of andere manier samenwerken om ons Heelal te maken tot wat het is. Maar hoe is dat mogelijk? Deeltjes zijn quanta, materie is korrelig. Maar ruimtetijd is een glad continuüm. De Einstein-vergelijking die de structuur en dynamica van ruimte-tijd beschrijft, is klassiek in zoverre dat een gegeven verleden noodzakelijkerwijs een gegeven toekomst voortbrengt. Deeltjes daarentegen gehoorzamen de quantumregels, waarin zowel verleden als toekomst moeten worden voorgeschreven voordat we kunnen uitrekenen hoe waarschijnlijk de overgang daartussen is.’ Oftewel: we zitten met twee

stukken natuurkunde, die elk hun sporen tezeer verdiend hebben om ze zomaar bij het grofvuil te zetten. Hun voorspellingen kloppen tot vele cijfers achter de komma; ze zijn ‘waar’, voor zover een wetenschappelijke theorie dat überhaupt kan zijn. Maar ze sluiten niet op elkaar aan, vormen niet één geheel – terwijl het universum dat we ermee willen beschrijven wel als één geheel op ons overkomt. En zelfs als die twee onverenigbaar zijn, dan moeten ze vlak na de Oerknal wel hand in hand gestaan hebben. Hoe zit dat? ‘Waar de geschiedenis overgaat in het heden, buigt ons pad van onderzoek af in een moerassig landschap. Daar in het duister verspreiden dwaallichten met namen als “superzwaartekracht” en “snaartheorie” een zwak en misleidend schijnsel’, aldus Icke. ‘We zullen de oorsprong van ons heelal nooit begrijpen zolang dit vraagstuk niet is opgelost.’ Icke is een prima schrijver en vaardig popularisator: de kans is groot dat u hem beter kent van zijn boekjes of uitlegsessies op televisie dan van zijn astrofysica. Pittige kost blijft echter pittig, hoe goed de kok ook is. Wie traumatische herinneringen aan het natuurkundeonderwijs op de middelbare school heeft, zal voor angstige flashbacks komen te staan. Voor de fijnproevers staat er iets lekkers op tafel. Vincent Icke, Zwaartekracht bestaat niet – een vraagstuk voor de 21e eeuw. Amsterdam University Press, 112 pagina’s, €14,95

Depressieve en angstige mensen zijn vaker rokers. Daar kunnen verschillende verklaringen voor zijn. Misschien zijn sigaretten slecht voor je stemming; ze zijn per slot van rekening ook slecht voor alle andere dingen. Een andere verklaring is dat depressieve mensen roken omdat dat op een of andere manier helpt tegen hun klachten. Bij schizofrenie zijn er bijvoorbeeld sterke aanwijzingen dat zoiets een rol speelt. Deze donderdag promoveert psychologe Mumtaz Jamal op de verbanden tussen roken en depressie. Zij laat in haar proefschrift onder meer zien hoe depressieve klachten sterker verbeteren bij ex-rokers dan bij mensen die doorroken. Dat betekent niet per se dat je van roken depressief wordt: het zou natuurlijk kunnen dat juist die mensen met de ergste depressies blijven stomen. Maar je ziet in elk geval geen positief effect van roken op de klachten, terwijl je dat wel zou verwachten als het een vorm van zelfmedicatie was.

Daglengte Sterrenkundigen van de Universiteit Leiden en ruimte-onderzoeksinstituut SRON hebben als eersten de daglengte van een exoplaneet bepaald. Een dag op Bèta Pictoris b duurt acht uur, schrijven de onderzoekers in Nature. De planeet zit ongeveer acht keer zo ver van de moederster Bèta Pictoris als de aarde van de zon, wat voor de exoplaneten die sterrenkundigen tot nu toe konden vinden behoorlijk dichtbij is. De planeet is zestien keer zo groot en drieduizend keer zo zwaar als de aarde. Draait ‘ie zo hard omdat ‘ie zo zwaar is? Een mooie één op één relatie tussen massa en daglengte is er niet. In ons eigen zonnestelsel is Jupiter de zwaarste planeet, en die draait het snelste. Venus en de Aarde zijn grofweg even zwaar, maar een dag op Venus duurt 243 aardse dagen – langer dan een Venusjaar. Toch lijkt het er over de hele linie op dat zware planeten sneller draaien. Waarom dat zo is, is nog onbekend.

Vitamine D Vitamine D, zo leer je van reclamespotjes, is belangrijk voor goede botten. Dus als je een bot breekt, wat dan? Genezen mensen met een tekort aan die vitamine slechter? Helpt het als je mensen met botbreuken vitamine D-tabletjes geeft? In het vakblad Bone zetten traumachirurgen en endocrinologen van het LUMC de kennis over botbreuken en die vitamine op een rijtje. Celbiologisch is botherstel een behoorlijk ingewikkeld verhaal vol verschillende celletjes en stofjes, en vitamine D speelt bij alle deelprocessen wel een rol. Dat maakt het wat lastig om de gevolgen goed te overzien. Bij ratten leidt vitaminegebrek tot trager herstel bij breuken, maar of dat bij mensen ook zo is valt anno 2014 nog steeds niet met zekerheid te zeggen. Voor vitamine D-suppletie geldt ongeveer hetzelfde: veel – maar niet alle – dierproeven laten zien dat het helpt. Bij mensen zijn er drie studies gedaan, waarvan er twee wel een effect vonden en eentje niet. ‘Onze conclusie is dat vitamine D een rol speelt bij het genezen van een breuk, maar dat de data te inconsistent is om te verhelderen wat die rol nou precies is’, vatten de onderzoekers het samen.


8

Mare · 15 mei 2014

Opinie

Valt de Europese Unie uit elkaar? Luidt de opkomst van eurosceptische partijen bij de Europese verkiezingen het einde van de Europese Unie in? Hans Vollaard denkt van niet. Tijdens de eurocrisis was regelmatig de voorspelling te horen dat de Europese Unie uit elkaar zou vallen. Niettemin gaat de Europese integratie door. Europese controle op banken en staatsbegrotingen is onlangs nog aangescherpt. Zou de opkomst van eurosceptische partijen bij de Europese verkiezingen volgende week alsnog het einde van de Europese Unie inluiden? De Europese Unie is een uitzonderlijk geval. In de recente wereldgeschiedenis komt het namelijk nauwelijks voor dat landen hechter samenwerken. Het is juist desintegratie wat de klok slaat. Denk maar aan de voormalige Sovjet-Unie, Québec, ex-Joegoslavië, Tsjecho-Slowakije, Zuid-Sudan, Oost-Timor, België, Catalonië en Schotland. Het zal door de voortgaande Europese integratie komen dat EU-studies zich tot nog toe hebben geconcentreerd op de vragen waardoor landen integreren, hoe de EU functioneert en welke impact de EU heeft op haar lidstaten. Slechts een enkeling had daardoor een idee hoe de EU uit elkaar zou vallen toen de eurocrisis zich in volle hevigheid liet gelden. De Amerikaanse politicoloog John Mearsheimer zag Europese desintegratie al in 1990 aankomen. Het ein-

de van de Koude Oorlog betekende volgens hem het einde van Europese samenwerking. Zijn verwachting was dat op het moment dat de machtige Verenigde Staten niet langer een veiligheidsparaplu zouden bieden aan West-Europa om de Sovjet-dreiging te keren, wantrouwen en rivaliteit tussen Europese staten weer de kop op zouden steken. Het probleem van zijn analyse is dat na de Koude Oorlog Europese integratie juist stevig is verdiept en uitgebreid. Blijkbaar is internationale politiek meer dan een kwestie van macht en veiligheid. Op hun beurt hebben vooral economen gewezen op de onevenwichtigheden in de Europese muntunie als een verklaring voor Europese desintegratie. De economische verschillen in de Eurozone zouden het onmogelijk maken om één munt en één monetair beleid te voeren. Dat mag misschien zo zijn volgens het ideaalbeeld van een optimale muntzone, maar het laat de vraag open hoe de Unie daadwerkelijk uit elkaar zou vallen en hoe andere factoren, zoals de politieke bereidheid om elkaar financieel te ondersteunen, een rol spelen. Wellicht heeft het zin te kijken hoe andere politieke stelsels uit elkaar zijn gevallen. Vooral het einde van het Romeinse Rijk is vaak bestudeerd. Daarvoor zijn al minstens 210 verschillende factoren genoemd zoals de decadentie van de Romeinse elite, barbaarse invallen en klimaatverandering. Het probleem is dus om te bepalen welke factoren van belang zijn, of dat ook geldt in andere

situaties, en hoe die factoren zich tot elkaar verhouden: heffen ze elkaar op of versterken ze elkaar? De politicoloog Stefano Bartolini biedt echter een vergelijkende analyse van de vorming, ontwikkeling en het verval van politieke stelsels zoals de EU, waarin desintegratiefactoren in hun onderlinge verband kunnen worden gebracht. Hij bouwt daarvoor voort op het ontstaan en functioneren van nationale staten van de politicoloog Stein Rokkan en de ontwikkelingseconoom Albert Hirschman. Samengevat: iemand die ontevreden is, heeft twee mogelijkheden: zijn stem verheffen om te proberen de situatie te verbeteren (voice) en weggaan (exit). Het gebruik van die mogelijkheden hangt onder meer af van diens loyaliteit. Hoe meer iets of iemand verknocht is aan een politiek stelsel, des te minder die geneigd zal zijn om weg te gaan of zelfs maar te protesteren. Daarnaast is het een kostenafweging: hoeveel moeite kost het om invloed uit te oefenen om de situatie te verbeteren? En is er een goed alternatief bij het verlaten van het politieke stelsel? Met deze analyse is het mogelijk om na te gaan hoe allerlei factoren al dan niet bijdragen aan de desintegratie van een politiek stelsel als de Europese Unie. Euroscepsis kan worden gezien als ontevredenheid over de huidige ontwikkeling of het bestaan van de Europese Unie. De mogelijkheid om die ontevredenheid effectief te laten doorklinken is lastig. In zo’n complex stelsel is het voor iedereen al moeilijk om

een stempel op de Europese Unie te drukken. Dat geldt in het bijzonder voor eurosceptische partijen. Afspraken over de bevoegdhedenverdeling zijn verankerd in verdragen die alleen met instemming van alle 28 lidstaten kunnen worden gewijzigd. Bovendien ligt de invulling van Europese afspraken regelmatig bij niet-gekozen instellingen, zoals de Europese Centrale Bank. De kosten van effectieve voice zijn dus hoog voor eurosceptici. Daarnaast is de loyaliteit aan de Europese Unie vaak maar beperkt, veelal minder dan aan de nationale staat. Blijft over: de exit-optie. Het probleem is echter dat het nogal onzeker is wat de politieke en economische kosten van uittreding zijn en of een land zich in zijn eentje kan rooien. De nodige Engelsen beschouwen de kosten van EU-lidmaatschap (daarbij denken ze vooral aan migratie) hoger dan die van uittreding. Bovendien achten veel Engelsen hun eigen land in staat om alleen, dan wel in samenwerking met de VS, te overleven. In eurosceptisch Engeland geldt uittreding dus als een levensvatbare optie. In landen als Griekenland is er ook veel onvrede over het EUlidmaatschap, maar slechts weinig Grieken zien enig (economisch) heil in uittreding uit de EU. Rijkere lidstaten met euroscepsis (zoals Nederland, Finland en Oostenrijk) zijn dermate van Duitsland afhankelijk, dat uittreding daar ook vaak geldt als heilloze weg. Eurosceptische onvrede kan in dergelijke landen daar-

om slechts tot uiting komen door de kosten van het EU-lidmaatschap te verminderen door bijvoorbeeld EU-regels niet na te leven, de EUafdracht te verminderen, bevoegdheden terug te halen, armere Eurolanden proberen eruit te wippen of nieuwe lidstaten te weren. Bij de verkiezingen van volgende week is te verwachten dat eurosceptische partijen zo’n 25 procent van de zetels in het Europees Parlement behalen. Door de blijvende pro-Europese meerderheid en de onderlinge verdeeldheid van eurosceptische partijen zal de Europese wetgevingsmachine niet stokken. Bovendien heeft het Europees Parlement geen beslissende stem over de bevoegdhedenverdeling in de Europese Unie en de uittreding van een lidstaat. Alleen al daarom zal euroscepsis voorlopig niet het einde van de Europese Unie betekenen. Bovenstaande analyse liet echter zien dat bij gebrek aan een goed alternatief buiten de Europese Unie euroscepsis niet zal leiden tot uittreding van een lidstaat behalve in het geval van Engeland. Het drukken van de kosten van het EU-lidmaatschap zal de EU kunnen verzwakken om intern en extern krachtig op te treden, het geeft haar wel enig respijt. Hans Vollaard is politicoloog aan de Universiteit Leiden. Hij onderzoekt euroscepsis en Europese desintegratie. Volgend jaar verschijnt over die onderwerpen een boek van zijn hand bij uitgeverij Palgrave MacMillan.

Achtergrond

Rutte: ‘Ik ben voor Nederland’

DOOR PETRA MEIJER ‘Ik vraag u, zou u uw pinpas willen delen met de rest van Europa?’ Die vraag stelde premier Mark Rutte vorige week in de Hooglandse kerk aan een paar honderd studenten. Hij bezocht Leiden, waar hij ooit zelf geschiedenis studeerde, voor de Week van Europa, om te spreken over de toekomst van Europa en de Europese verkiezingen. Volgens de premier voeren partijen die een schijnbaar overzichtelijke keuze willen voorleggen, zoals voor of tegen Europa, een nep-discussie. Hij haalde daarbij hard uit naar de PVV, maar ook Europa-lovers D66 en GroenLinks moesten het ontgelden. ‘Wie onze luiken dichtgooit, gooit ook onze glazen in, en die gok ga ik niet nemen. Maar partijen zoals D66 en GroenLinks willen de luiken juist veel verder open gooien, en vervolgens het liefst het tafelzilver er achteraan.’ De premier pleitte daarom voor ‘Europa waar nodig’. De Europese samenwerking komt de veiligheid, vrijheid en welvaart in Nederland ten goede. Maar, zo benadrukte hij, er zijn ook zaken die we beter zelf kunnen regelen. ‘De gezondheidszorg, belastingen en het onderwijs, daar heeft Brussel zich simpelweg niet mee te bemoeien. Als je mij vraagt, ben je voor of tegen Europa, dan krijgt je van mij een simpel antwoord. Ik ben voor Nederland, ik ben voor banen.’ Verschillende studenten bleken daar moeite mee te hebben. ‘U klinkt een beetje egoïstisch. Ik begrijp het als u hier zit als VVD-leider, maar als minister president..?’, zo vertolkte een van de studenten de gevoelens. Rutte: ‘Iedereen zit daar om het nationaal belang te behartigen, maar wel vanuit een bepaalde overtuiging: de som is groter dan de delen.’

Premier Rutte pleitte voor ‘Europa, waar nodig’. Foto Marc de Haan


15 mei 2014 · Mare 9 Achtergrond

Vergeten helden Grootheden die de geschiedenisboekjes meestal niet haalden Ze stierven te vroeg, of hadden een te beroemde vrouw. Het Leidsch Historisch dispuut Merlijn viert zaterdag haar 25-jarig bestaan met het symposium Onbekende Groten. Mare maakte een top vijf. 5. De tragische tsaar ‘Tsaar Alexander II is een tragisch figuur’, zegt universitair docent Russische geschiedenis Henk Kern. ‘Hij staat in de schaduw van de heroïsche tsarina Catharina de Grote en dramatische tsaar Nicolaas II, die de communistische revolutie niet overleefde. Maar Alexander is zo interessant omdat hij dezelfde problemen had die nu ook nog spelen. Wordt Rusland een voor het Westen acceptabele natie, of blijft het toch een beetje eigenaardig, achterlijk en barbaars land? ‘Als Alexander in 1855 aan de macht komt, is Rusland aan de verliezende hand in de Krimoorlog, gevoerd tegen Groot-Brittannië en Frankrijk. Het is een enorme afgang voor de Russen dat zij op hun eigen grondgebied worden verslagen, maar ook een wake-up-call. De omstandigheden dwingen Alexander het land te moderniseren. Hij is hervormer tegen wil en dank. Hij probeert daarbij kool en geit te sparen. ‘Een groot deel van de boeren is lijfeigene en leeft als slaaf. Dat schaffen we af, besluit Alexander. Maar de grap is dat hij bij elke stap voorwaarts ook een behoudende zet doet. Er komen gekozen zelfbesturen, maar wel onder toezicht gesteld van politiecommissarissen en gouverneurs. Alexander wil de politieke macht absoluut niet delen. Er is geen ruimte voor politieke partijen en parlementaire verkiezingen zijn uit den boze. De tragiek is dat hij steeds meer gaat aarzelen. Hij vervreemdt van de progressieve elite en verliest tegelijkertijd de steun van de conservatieve krachten. Daarnaast botert het niet met zijn echtgenote en wordt zijn maîtresse niet door de hofhouding geduld. Hij komt helemaal alleen te staan. ‘In het laatst jaar van zijn leven pikt hij de progressieve draad weer op. Op 13 maart 1881, de dag dat hij zijn handtekening heeft gezet onder een decreet dat een adviserende nationale vergadering mogelijk maakt, wordt zijn koets opgeblazen door de revolutionaire beweging De Volkswil. Ironisch genoeg wordt hij slachtoffer van de krachten die hij zelf heeft losgemaakt. De nieuwe tsaar, Alexander III, ziet de hervormingen van zijn vader als catastrofale vergissingen en gaat een reactionair beleid voeren.’ 4. De vergeten vorst Filips de Schone had de geschiedenis in kunnen gaan als de machtigste man van zijn tijd, zegt historicus Raymond Fagel. ‘Hij sterft in 1506 voordat zijn vader Maximiliaan van Oostenrijk en zijn schoonvader Ferdinand van Aragon overlijden. Het is Karel V die als opvolger van Maximiliaan in de geschiedenisboekjes staat. Maar Filips was onder andere keizer geworden van het Heilige Roomse Rijk - als hij niet zo jong was overleden. Filips staat in de schaduw van zijn wereldberoemde vrouw: Johanna de Waanzinnige. ‘Zij deed best rare dingen. Zo gaat ze bijvoorbeeld rondreizen met het lijk van Filips. De grafkist staat dan op haar kamer.’ Fagel: ‘Nederlanders zitten met het volgende idee over de Opstand: “De Spanjaarden zijn hier en we moeten ons van hen bevrijden.” Eigenlijk vragen ze zich nooit af hoe die lui hier terecht zijn gekomen. Dat de Nederlanden deel gaan uitmaken van het Heilige Roomse Rijk en later ook van Spanje heeft met Filips te maken. Door een aantal sterfgevallen wordt hij troonsopvolger in Castilië. Hij vervangt de medewerkers van zijn schoonvader door zijn Nederlandse vriendjes en dat leidt tot een chaos. Het koninkrijk komt op de rand van revolutie en het geld is op. Na een paar maanden koningschap gaat hij dood. De Nederlanders zijn dus eerst de baas gaan spelen in een deel van Spanje. Dit is het begin van de verbinding tussen de twee landen. Het SpaansNederlandse huwelijk blijft lang goed, maar krijgt een nare tachtig jaren durende vechtscheiding.’ 3. De vader van Ierland Hij was verlegen, stotterde en had diverse tics. ‘Maar de geboorte van de staat Ierland is mede aan Patrick Pearse te danken’, zegt universitair hoofddocent geschiedenis Joost Augusteijn. ‘Hij is de ideologische grondlegger van het Ierse Republikanisme. En zonder hem is de Irish Republican Army (IRA) niet te begrijpen. Pearse was niet alleen een revolutionair maar ook een denker over taal, cultuur en nationalisme.

‘Als de Ieren maar geen zicht krijgen op onafhankelijkheid, radicaliseert hij. Hij gaat scherpe uitspraken doen die later gretig door de IRA worden overgenomen. “Blood is a cleansing and sanctifying thing, and the nation that regards it as the final horror has lost its manhood...” Het geheime Irish Republican Brotherhood schuift hem naar voren als leider. Maar hun klungelige Paasopstand in 1916 mislukt faliekant en Pearse wordt door de Engelsen geëxecuteerd. ‘Zijn werk krijgt een hele hoge status. Tijdens debatten in het Ierse parlement wordt steeds aan hem gerefereerd: “maar Pearse zei.” Tijdens The Troubles in de jaren zeventig begint de verheerlijking van geweld gevoelig te liggen en dat is nu nog steeds zo. Er is wel een Pearse museum, maar geen groot monument voor hem in Dublin. Zijn invloed is echter groot. Hij schreef ook kinderverhalen. Op school leren kinderen het Iers door Pearse te lezen.’

5

Moordaanslag op tsaar Alexander II in Sint Petersburg.

4

Johanna de Waanzinnige bij de lijkkist van Filips de Schone. Die kist nam ze mee op reis, en zette hem dan bij haar op de kamer. 2

Mansa Musa - met goudklomp in de hand - afgebeeld in de Catalaanse Wereldatlas uit 1375 van Abraham Cresques . 1

3

2. De goudstrooier ‘Mansa Musa heerste van 1312 tot 1337 over het Malirijk’, aldus universitair docent geschiedenis Louis Sicking. ‘Mali was één van de drie grote rijken in middeleeuws West-Afrika die de geschiedenis van deze regio beheersten tussen de 8e en de 15e eeuw. Hij genoot groot gezag onder zijn bevolking en eiste volkomen onderdanigheid. Een niesbui in zijn aanwezigheid moest met de dood worden bekocht. ‘In 1324 maakte Musa een tocht door Egypte. De tocht door de Sahara was kostbaar, risicovol en tijdrovend. Bij aankomst in Egypte maakte de omvangrijke karavaan van Mansa Musa geweldige indruk, vooral omdat er bijna letterlijk met goud werd gestrooid. Hij spendeerde zoveel dat de markt tijdelijk instortte. Aan het einde van zijn verblijf in Egypte was de waarde van goud in Egypte sterk gedaald. ‘De kennis van Afrika bezuiden de Sahara was in middeleeuws Europa gering. De hadj of de bedevaart die Mansa Musa in 1324 naar Mekka maakte, bracht daar verandering in en zijn bezoek aan Caïro maakte grote indruk. De Europese kaartenmakers Angelino Dulcert (1339) en Abraham Cresques (1375) beeldden de vorst af, met een goudklomp in de hand, aan de rand van hun kaarten. ‘Daarmee is Mansa Musa de enige West-Afrikaanse heerser uit de Middeleeuwen waarvan een afbeelding bestaat, al is het niet echt een portret. De eerste afbeelding gaat, zoals gezegd, terug tot 1339, en daarmee is deze bijna eigentijds. ‘Tijdens zijn terugkeer naar Mali, kampten Mansa Musa en zijn gevolg met grote ontberingen, bij Suez en in de Sahara: een derde stierf. De vorst kwam verarmd weer terug in zijn land.’ 1. De eerste zakenvrouw ‘Johanna Borski (1764-1864) was een gewiekste zakenvrouw die haar mannetje stond’, zegt Robbert Vermeer, penningmeester van Merlijn. Als de vermogende Amsterdamse bankier en effectenhandelaar Willem Borski in 1815 overlijdt, neemt zijn vrouw Johanna de zaken over. De moeder van acht kinderen groeit uit tot de financiële steunpilaar van Koning Willem I, en dit terwijl het toen zeer ongebruikelijk was dat vrouwen leiding gaven aan banken en effectenkantoren. Zij slaagt erin het Borski-imperium nog verder uit de bouwen en ze wordt een van de rijkste inwoners van het land. ‘Op de Amsterdamse beurs waren vrouwen niet welkom’, schrijft historica Geertje Wiersma in de biografie Johanna Borski, financier van Nederland. ‘Dat stond niet in de reglementen, maar het was een ongeschreven regel. Alle vrouwen die zaken deden, werden vertegenwoordigd door een man.’ Vermeer: ‘Dit probleem loste zij op door dagelijks in haar rijtuig op het Damrak plaats te nemen en haar vertegenwoordiger heen en weer te laten lopen met de beursorders.’ Na de Franse overheersing richt Willem I in 1814 de Nederlandsche Bank op. Maar er is weinig vertrouwen in het plan, en het lukt de koning niet om alle aandelen te verkopen. Borski redt de bank van een vroegtijdige ondergang en koopt 2000 van de 5000 aandelen. Tot op hoge leeftijd bleef ze de scepter zwaaien over de firma Wed. W. Borski. Helaas heeft de enige dame in het gezelschap geen plaatsje op het programma van het symposium. Door Vincent Bongers

Johanna Borski financierde Koning Willem I. Schilderij door Nicolaas Pieneman

Engelse soldaten in de dekking tijdens de Paasopstand 1916.

Symposium Onbekende Groten Zaterdag 17 mei Lipsius, zaal 003 Kosten: € 15.00 euro voor leden/ € 20.00 voor niet leden


10  Mare · 15 mei 2014 English page

I predict a riot A daytrip for students: a brawl with the riot police

Photo by Taco van der Eb

A voluntary fight with the riot police in training is a popular daytrip for students. Mare joined the student windsurfing fraternity Plankenkoorts. “Damn it, lads, don’t run away! We’re not pansies are we now?” By Petra Meijer Thijs (26, Aviation Technology) rubs his nose now and then. “I still think it got broken last year” he explains to the other members of the windsurfing fraternity Plankenkoorts. The young men are heading for the Police Academy in Ossendrecht by train to scrap with the riot police. “Great, isn’t it? Once a year, you can get rid of all your anger and frustration. However, the really brutal guys will join us at Schiedam.” Just a little later, architects Leander Rispens (29) and Anton Mamedov (26) board the train. “Ah, here we have are the other disturbers of the peace”, exclaims Rispens, shaking their hands. Rispens has already fought the riot police four times so he assumes the grateful task of telling tall stories. “Fifty per cent of the battle is with yourself, and fifty per cent is fighting those guys. When the riot police launch an assault, you want to stand your ground but your feet start to run of their own accord.” Cas Esbach and Yannick Macken open a can of beer while the group discusses strategies. Rispens says: “Let’s be honest, we’re not F-Side (Ajax’s hardcore fan base). We’re not using cocaine or knives so we have to use tactics. I suggest that we start by throwing the wooden blocks at their helmets and when someone shouts the codeword, Harry Potter, we all aim at their ankles. Or we can all take on the smallest one. I wish we had some girls: they could flash

them. It’s fun to make them laugh too. We could shout silly insults: ‘You’re knaves, scamps and scallywags’ or shower them with compliments instead of insults: ‘Your mother is a very lovely lady. What a wonderful job you have; I want be just like you when I grow up’.” At the station at Bergen op Zoom, the students are picked up by a special van which transports them to the academy. Someone begins to shout: “Hey, bus driver, we’re going to tear the bus to pieces” but that is soon abandoned as downright silly. On arrival at the police academy, the lads are given a packed lunch, a helmet and brief instructions. “A soft rap is actually quite hard, so respond to that. Leave it and go and pester another special duty policeman. If you don’t leave, I think that after two more soft raps, the third blow will be of a different intensity”, explains the instructor, Peter. “For the rest, behave as you would at home. No abusive language, no rogue peeing, no racist remarks. The first two are permissible if we ask you.” No fewer than 128 voluntary rioters are to fight six squads of riot police; these special duty police are in the last phase of their education and will be sitting their finals in three days. The voluntary rioters move outside for the first round. In this scenario, they are angry citizens protesting against the construction of a coal-fired power station. The scene already contains two car wrecks, which the gentlemen from Plankenkoorts overturn within a matter of seconds. However, just a little later on request, they politely return the vehicles to their former positions. The rioters have a long wait, but eventually the riot police shuffle towards them holding their shields in front of them. The crowd waits nervously to see what will happen.

The mood is tentative. “Boo, coal kills”, someone suddenly yells. “Coal kills! Coal kills” the rest of the crowd join in. Now the riot police advance on two sides, wielding their truncheons and shields. Most of the action is pushing and shoving, but anyone who gets too close receives a sharp rap. A short while later, the rioters and riot police face each other, deadlocked. “He can’t help laughing. Bet you he’s going to laugh. Ha ha, number 55 can’t help laughing.” Special duty policeman number 55 can’t keep a poker face and his lips curl into smile. Everyone joins in. The mood changes abruptly as five horses come trotting up, walking sideways into the mob and driving everyone together. When the rabble grows too rowdy, one of the horses starts to panic and kicks backwards, causing a scare. “Filthy animal, I should eat more horse meat”, one of the lads from Plankenkoorts calls. The rioters form a circle and the five horses mill around them like hungry wolves. The rioters can’t get away. A riot police van arrives, the crowd breaks free and blows are dealt. One lad manages to break through the police line and climbs onto the van’s roof. “Coal kills!” he shouts, jumping up and down on the roof. However, apparently that is against the rules, which are explained once more: don’t break off the van’s mirrors, don’t throw anything at the horses, don’t climb on the vehicles, only the wooden blocks, and not anything else, may be thrown. The second exercise is situated in “De Vogelwijk” and the thrill seekers are given large baskets of wooden blocks which they are permitted to throw at the riot police. The lads don’t hold back. “All against number 15. Let’s get number 15!” A hail of blocks heads towards the special duty policeman with shield num-

ber 15, but he doesn’t bat an eyelid. Suddenly, the riot police attack, all running forwards at the same time with their batons above their heads. The lads quickly decide to run away, but by then the riot police have already come to a standstill and are regrouping. “Damn it, lads, we’re not pansies, are we now?” Slowly, the mob confronts them again and sends another volley of blocks showering down on the riot police until their commander shouts “Charge” and the crowd disperses. The five horses suddenly appear at a gallop and everyone flees down the alleys in panic. The streets are gradually swept clean. Unexpectedly, the riot police start behaving more vigorously, striking out at everyone they come across. The crowd starts to run; people fall down, lose their shoes, throw themselves on the ground in blind panic or flee into the grass at the side. “Stay on the road”, the teachers shout. Half stumbling, half running, everyone takes to their heels as the horses gallop towards them. The action is very intensive and the rioters are out of breath. It’s time for a coffee break and a chat with the riot police. A few lads go looking for that ‘blond special duty chick”, number 22, while others show each other their war wounds. One of the few girls present reveals a large purple weal on her arm – so much for “They wouldn’t hurt a pretty girl”. The third scenario is held on a small square so the riot police can pursue the rioters from several sides. The plainclothes snatch squad (AE) have already been identified by the students, but in the heat of the battle, the coppers in disguise manage to collar a few rioters and take them in. It’s particularly noticeable that the Plankenkoorts lads are frequently shoved into the van. “They let us out again

when they get round the corner”, explains Hielke Dijkstra (25). Nevertheless, the rioters are no pushovers and four of them manage to isolate a special duty policeman, who should thank his lucky stars that he’s not dealing with real hooligans. The riot police are forced to retreat into a narrow alley while the rabble comes storming after them, showering them with blocks. The riot police can’t get the door shut and they can’t get out. The mob grows rowdier and rowdier. “Stop! Sto-o-op! Lads, knock it off ” the teachers cry and the lads slowly drop their arms. “That didn’t go entirely to plan” remarks Mikael, an actor hired to lead the voluntary rioters and spur them on when necessary. Another teacher describes the defeat as “a great learning opportunity”. The exercise has to be repeated. Not much later, fireworks rain down on the square, which is full of smoke (used instead of tear-gas). The crowd is forced onto wider terrain where the riot police soon have them easily surrounded. Everyone is exhausted after these three scenarios. Heading back in the train, the lads rub their sore ribs. There are no tall tales today, but they’ll be back next year.

“ W ho wants to take on the riot police?” Would you and your student club or the students in your year like to fight the riot police? The police academy is always looking for fanatic but reasonable rioters to give the riot police in training as much experience as well as possible. You can apply via tegenspel@politieacademie.nl


15 mei 2014 · Mare 11 Cultuur

Agenda

Buitenaardse bloemen en outfit-oppeppers De zesde editie van de Leidse Museumnacht Elk jaar organiseren studenten van Quintus de Museumnacht Leiden. Zaterdag vindt in samenwerking met negen musea de zesde editie plaats. Mare zet een paar hoogtepunten op een rij, én geeft twee kaarten weg. Superawesomefuckyeah! In de Hortus Botanicus staat de zogeheten Lotus Dome van kunstenaar-ontwerper Daan Roosegaarde. Binnen bloeit een buitenaards uitziende megabloem die is gemaakt van speciaal folie dat reageert op warmte en licht. De lotusbloem ging al de hele wereld rond en stond hiervoor in het Rijksmuseum. Voor één keer hoeven bezoekers niet op afstand te blijven: door hun warmte gaan de bloemen open of dicht. En er is ook muziek. Texas Radio stond al in het naprogramma van Bob Dylan, zette de boel op zijn kop op de Zwarte Cross en staat na het winnen van de Popprijs Overijssel in augustus in de Melkweg. Zelf beschrijven ze hun stijl als ‘rock ’n roll, blues en psychedelica met een snufje Tom Waits, beetje Allman Brothers en een lepeltje The Doors’. Of zoals de heren zelf zouden zeggen: Superawesomefuckyeah! Tekenen met licht ‘Normaal leggen we de nadruk vaak op gezondheid, maar vanwege onze Philips-tentoonstelling hebben we tijdens deze Museumnacht ‘Licht en Geluid’ als thema’, zegt programmeur Anniek Mueller van Museum Boerhaave. ‘Bezoekers kunnen een zingende zaag bespelen of een tekening maken van licht. Een camera met extra lange sluitertijd registreert de bewegingen van lichtstaven, waardoor bezoekers met hun lichtgraffiti op de foto kunnen. De foto’s worden daarna op Facebook gezet.’ Achterover leunen kan echter ook, bij de lezing van oud-directeur van Artis Maarten Frankenhuis bijvoorbeeld. Waarom geven vuurvliegjes licht en hoe vangen diepzeehengelvissen met licht hun prooi? Frankenhuis vertelt over de opmerkelijke manieren waarop die-

Perak-vrouwen van het Thikse klooster in Ladakh, gefotografeerd door Jimmy Nelson. Ladakh is een koude woestijn in het noorden van India, waar de winter elk jaar acht maanden duurt. Foto Jimmy Nelson ren licht en geluid gebruiken. Op de rand van de wereld Topfotograaf Jimmy Nelson reisde van Siberië tot Papua om bedreigde inheemse volkeren vast te leggen, voor het te laat is en ze verdwenen zijn. Hij fotografeerde mensen die op de rand van de wereld leven. Van sierlijke krijgers met lange haren die met gemak een leeuw met hun blote handen vermoorden, tot Kazakse mannen die jagen met adelaars. In het ijskoude Siberië, waar het vijftig graden vroor, trok Nelson enthousiast zijn handschoenen uit om een foto te maken, waarna zijn handen vastvroren aan de camera en hij ze open scheurde. In het Museum van Volkenkunde is zijn prachtige werk te bewonderen. In de lounge van het museumcafé is Nelson zelf aanwezig om te vertellen over zijn avonturen, én zet hij ook bezoekers op de foto. Omgetoverd tot geisha In Japan zijn Manga-strips ontzettend populair. ‘Onder leiding van striptekenaar en illustrator Milou van Montfort kunnen drie maal twintig mensen aanschuiven voor een workshop manga tekenen. Deelnemers leren welke elementen ken-

merkend zijn voor manga, en gaan ’s avonds met hun eigen mangafiguur naar huis’, zegt coördinator communicatie en PR Marjolijn Goos van Japanmuseum Sieboldhuis. In het museum kan iedereen zich om laten toveren tot geisha of samoerai, losgaan in de arcadehal, kalligraferen of een optreden met Japanse Taiko-drums bijwonen. Tijdens een lezing van Tussen Kunst en Kitsch zal blijken of ook u misschien iets waardevols op zolder heeft staan. Kwakzalvers en heksen Het Rijksmuseum van Oudheden staat in het teken van de Middeleeuwen. Er zijn kwakzalvers, pestdokters, troubadours, steltlopers en heksen. ‘Er zijn ook diverse ratjes in het museum verstopt. Als je de rattenvanger van het Rapenburg voor aanwijzingen volgt, kun je een dinercheck voor het Pakhuis winnen’, vertelt Bodine van Wingerden van de organisatie. Emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde Herman Pleij vertelt over Middeleeuws spektakel. Kledingoppeppers Kunnen jouw outfits wel een oppepper gebruiken? Neem een extra kledingstuk mee naar het inloopatelier

van Haagse modebeesten Hector en Wolf, in Museum de Lakenhal. Textielkunstenaars Christa van der Meer en Annika Syrjämäki drukken designs, geïnspireerd op de oude staalboeken van de Leidse Katoenmaatschappij, op textiel. Ook het publiek kan de meegenomen kleding direct laten bedrukken. De dames geven bovendien een show met stukken die speciaal voor de avond gemaakt worden. Hersenmarkt Dit jaar doet ook Corpus voor het eerst mee aan de Museumnacht. Voor de gelegenheid heeft het museum haar intrek genomen in het Scheltema-complex aan de Oude Singel. Het brein staat centraal, met lezingen over de invloed van beweging en slaap op de hersenen, een hersenmarkt en een Brain Show onder leiding van BNNpresentator Dennis Storm. Twee teams strijden tegen elkaar om het CORPUS-VIP-brein-pakket. Maar ook voor zwoele jazzliedjes ga je vanavond naar het Scheltema. Met een prachtige stem, een sax en een piano, zal het jonge muzikale trio Nienke Caljouw, Yoran Aarssen en Floris Lamers het publiek verrassen met zwoele jazzliedjes met een vleugje soul en pop. Aria’s onder de sterren Tijdens de museumnacht speelt in elk museum wel een leuk bandje, maar tegen de achtergrond van de Leidse Sterrewacht kunt u er ook voor kiezen om te luisteren naar aria’s uit beroemde opera’s. Onder leiding van bas-bariton Theo Teske verzorgt dit quintet een bijzonder optreden. En daarna is het natuurlijk tijd om een romantische blik op de sterren in het planetarium te werpen. T. rex-talenten Wie kinderen heeft kan dit jaar voor het eerst een bezoek brengen aan de Kindermuseumnacht in Naturalis, waar alles in het teken van de T. rex staat. Kinderen kunnen hun T. rextalenten testen en presentatoren van het klokhuis zetten een gigantisch T. rex skelet in elkaar. Door Petra Meijer

De zogeheten Lotus Dome van kunstenaar-ontwerper Daan Roosegaarde. Foto Studio Roosegaarde

Gratis kaartjes Ook naar de Museumnacht? Mare geeft op Facebook twee kaarten weg.

FILM

TRIANON Godzilla Dagelijks 18.30 + 21.30 A Weekend in Paris Dagelijks 19.00 uur Za. zo. wo. 14.30 De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween Dagelijks 21.30 Vr. za. zo. ma. di. wo. 21.30 The face of love Dagelijks 18.45 The Railway Man Dagelijks 21.30 KIJKHUIS Supercondriaque Dagelijks 18.30 Zo. 14.00 The Grand Budapest Hotel Dagelijks 21.00 Zo. 14.30 Anni Felici Dagelijks 19.00 Tracks Dagelijks 21.30 LIDO Bad Neighbors dagelijks 18.45 + 21.30 za. zo. 15.30 A Haunted House dagelijks 18.45 + 21.30 za. zo. 15.30 Captain America: The Winter Soldier 3D za. zo. 15.30 Brick Mansions do. vr. za. zo. 21.30 The Quiet Ones ma. di. wo. 21.30 Lucia de B. za. zo. 15.30 The Other Woman dagelijks 18.45 Oculus Ma. di. wo. 21.30 Sabotage dagelijks 21.30

MUZIEK

QBUS Simone Felice Band 18 mei, vanaf 10 euro The Nordanians – Mix of Indian and western imporvisation jazz 24 mei, vanaf 10 euro STADSGEHOORZAAL Amsterdam Sinfonietta i.s.m. Slagwerk Den Haag 17 mei, vanaf 22,50 euro DE X No Blues 17 mei, vanaf 10 euro

THEATER

LEIDSCHE SCHOUWBURG Roué Verveer – Ff wat anders 15 mei, vanaf 10 euro Lenette van Dongen – Roedel 16 & 17 mei, vanaf 10 euro IMPERIUM THEATER Zinsbegoocheling 9, 10, 16, 17, 22, 23, 24 mei, 20.15 18 mei, 14.30, 12 euro

DIVERSEN

Nacht van de Fooi 17 mei, www.nachtvandefooi.nl Oude Universiteitsbibliotheek Paradox, Leiden en Minerva 200 jaar verenigd. Tentoonstelling ter gelegenheid van het 40e lustrum van Sociëteit Minerva. Oude Universiteitsbibliotheek, Rapenburg 70 te Leiden 20 mei t/m 15 augustus 2014 werkdagen van 8.00 tot 18.00 uur tijdens het reünistenweekend 28 en 29 juni van 10.00-16.00 uur. Toegang gratis. Kinder- en Jongerenrechtswinkel Leiden Congres ‘Surfen op Internet: je toekomst naar de haaien?’. 21 mei Hooglandse Kerk Opening Expositie Toegewijde Kunst en Altaarstukken 17 mei


12  Mare · 15 mei 2014 Kamervragen

Inburgeren

Jeugd van tegenwoordig

Foto Marc de Haan

‘Mijn buurman maakt orkgeluiden’ Kirsten Grothe (22, archeologie) Huis: La Maison Fabuleuze – Bachstraat 336 Bewoners: 4 Grootte: 8m2 Kost: €270 Hoe kwamen je hier terecht? ‘We delen een appartement in een flat. Het is gekocht door de moeder van een vriend, zodat hij er met zijn vrienden kon intrekken. Ik woonde hier met drie jongens: mijn mannenharem. We waren meer een gezin dan een studentenhuis. We aten samen, keken ’s avonds tv en hadden een gezamenlijk boodschappenpotje. Inmiddels zijn ze alle drie verhuisd. Het is nog steeds leuk, maar we moeten weer wat meer samen doen.’ Vind je het niet jammer dat je kamer zo klein is? ‘Een tweepersoonsbed past helaas niet, maar verder staat alles erin: een grote

Bandirah

boekenkast en mijn botjeskast. Ik studeer archeologie en specialiseer me in zoölogie. Daarom liggen overal dierenbotjes. In Jordanië heb ik met een vriend het skelet van een dode ezel gevonden. In plaats van vriendschapsarmbandjes hebben we nu een vriendschapspelvis. Hij heeft het linkerheupbot, ik het rechter.’ Hoe hebben jullie dat meegekregen naar Nederland? ‘Dat is nog een apart verhaal. Om het skelet schoon te maken, hebben we de botten in tassen vervoerd, zodat de mensen het niet zagen. Daar vinden ze dode dieren namelijk onrein. Na het schoonmaken hebben we alle botten in yoghurtemmers verpakt en in een doos naar Nederland gestuurd. Ook de schedel ging mee. Niemand dacht dat het zou lukken. We schreven er groot op: “Student study material: contains animal bones”. Anderhalve week later ar-

riveerde hij in Nederland. Onze docenten konden het ook niet geloven. Zij worden soms uren opgehouden bij de douane voor een minuscuul botje, wij hebben zonder problemen een enorme doos botten opgestuurd.’ Hoe kom je aan de muurschildering? ‘Ik ben er spontaan aan begonnen, met een drankje erbij. Na de zon volgden de sterrenhemel, de bloesemboom en de waterval. Op mijn andere muur komt een aquarium. Als het fout gaat schilder je er gewoon over heen. Het is wel druk in zo’n kleine kamer, maar dat kan me niets schelen.’ En jullie hebben ook twee ratjes? ‘Ja. We wilden ze eerst AC en DC noemen, of Pink en Floyd. Uiteindelijk zijn ze vernoemd naar een gestoord onafscheidelijk Engels duo dat we tijdens een veldwerkstage in Wales leerden kennen:

Alex en Corey. Ze kunnen kunstjes, maar zijn ook behoorlijk suïcidaal. Soms zitten ze tv te kijken en springen ze ineens recht tegen het scherm.’ Wat zijn je favoriete bezittingen? ‘De oude Pentax-camera van mijn vader. Als bioloog nam hij hem de hele wereld over, nu doe ik dat. Laatst vond ik een foto waarop mijn vader op zijn buik ligt te fotograferen in Peru. Van mezelf heb ik net zo’n foto uit Jordanië. Ik ben ook gehecht aan mijn ukelele. Er staat “Aloha” op. Ontzettend kitsch, daarom moest ik hem hebben.’ Heeft je kamer ook nadelen? ‘Ik woon naast Richard. Hij maakt veel orkgeluiden. Ik noem hem wel eens Uruk-hai, en hij ons little maggots. Maar als ik het hem vraag doet hij wel zachtjes.’ Door Petra Meijer

“Ja, we zijn klaar met shoppen. Kom je mee chillen?” Het hooguit twaalfjarige meisje sprak luidkeels in haar splinternieuwe iPhone, wijdbeens op de vloer van de kledingwinkel zittend, onder het bordje “140-165”. Ze droeg een metallic zilveren handtas waar ik de halve inhoud van mijn koelkast in kwijt zou kunnen, en gitzwarte mascara. Ze werd omringd door giebelende vriendinnetjes, allen duidelijk om ter fluorescerends gekleed. Eerlijk: dit tafereel shockeerde me een beetje. Noem me conservatief, maar groep 8 staat voor mij gelijk aan geschaafde knieën en de eerste puistjescrème, niet roodgelakte nagels en een laag make-up. Serieus, als je nog steeds moet shoppen in afdelingen waar de kledingmaten in centimeters lichaamslengte vermeld staan, you’re too damn young. For anything. Ook voor je iPhone. Want wat moet een lagereschoolkind nou precies met een smartphone? Telkens wanneer ik zo’n jong meisje met een hightech gadget zie, denk ik hetzelfde: mijn kind mag dat niet. Geen apps op de tablet voor mijn kleuter. Geen urenlange Facebooksessies voor mijn achtjarige. Geen smartphone voor ze er zelf eentje kunnen betalen. En ik merk dat veel leeftijdsgenoten het daarmee eens zijn. De volgende generatie kinderen lijkt duidelijk op een veel strikter internetregime af te stevenen. Maar tegelijk, ook eerlijk: wat moest ík tien jaar geleden precies met die allereerste mobiele telefoon? En wat deed ik al die uren op MSN? We zijn tien jaar geleden zélf ontzettend vrij gelaten door onze ouders, toen die hele virtuele wereld nog nieuw en onbekend was. En we hebben tegenwoordig zelf voor elk aspect van ons leven een app: we zijn constant online. Toch hebben we er een probleem mee wanneer kinderen dat nu ook doen, terwijl de huidige generatie ouders er duidelijk geen graten in lijkt te zien. Het verschil zit ‘m in ervaring. Zij zijn niet met onze technologie opgegroeid. Ze hebben werkelijk geen idee van wat je tegenwoordig allemaal online kan uitspoken. Ze gunnen hun kinderen de vrijheid om alle mogelijkheden van het digitijdperk te ontdekken, omdat ze zelf hopeloos achter de feiten aan hollen. Ons nageslacht zal al melktandloos moeten zijn voor ze zich de trotse bezitter van een smartphone mag noemen. Juist omdat wij zelf de donkere kant van het internet al hebben gezien. Wij hebben aan de lijve ondervonden hoe verslavend chatten kan zijn. Wij hebben alle furieuze tirades die we onze ouders wel wilden maar niet durfden toeschreeuwen op Facebook geplaatst en daar later spijt van gehad. Wij hebben piemels op Chatroulette gezien wanneer we alleen maar een praatje wilden slaan. Wij hebben the hot fucking mess that is Tinder gezien. En geloof ons, ouders anno 2014: dat wil je je twaalfjarige meisje nog wel even besparen. Dus daarom. Talitha Dehaene


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.