Mare 12 (37)

Page 1

5 december 2013 37ste Jaargang • nr. 12

‘Er wordt te weinig geprovoceerd’ Pagina 11

Ook in democratieën worden mensenrechten geschonden

De jonge jaren van Willem Frederik Hermans: ‘Mijn teddy is mijn enige vriend’

Kijken in het donker met een zonnebril. ‘Buitenaards leven? Onwaarschijnlijk’

Pagina 3

Pagina 6 en 7

Pagina 9

Van links naar rechts Senne Audier, Krista van Rest, Rogier von Asmuth en Lisette van Nijhuis. Foto Taco van der Eb

Sint drinkt Fristi-Berenburg De Leidse student-Sinterklazen over de geheimen van het vak De gemeente wil de landelijke intocht van Sinterklaas naar Leiden halen, de VN willen juist van hem af. Leidse student-Sinten hebben andere zorgen: beschimmelde baarden en verplichte consumpties. ‘Wow, waar heb je die staf vandaan? Ik heb de hele stad afgezocht, maar de goedkoopste was

Door Petra Meijer

69 euro! En die was van plastic, niet eens van metaal’, roept Sinterklaas Rogier von Asmuth (20, biologie) verontwaardigd, terwijl hij de gouden staf van Sinterklaas Senne Audier (19, biologie) inspecteert. Dan herpakt hij zich, haalt bedachtzaam een hand door zijn baard en vervolgt met een zware en plechtige stem: ‘In deze tijden van crisis moet de Sint toch een beetje op de centen letten, vinden jullie ook niet?

Minder cadeautjes dan maar.’ De andere Sinterklazen mompelen instemmend, terwijl ze hun onderjurken en tabberds aantrekken. ‘Volgens mij hebben wij hetzelfde pak. Laat eens zien?’ Voorzitter van Quintus, Krista van Rest (21, geneeskunde), heeft inderdaad hetzelfde pak als de veel langere Von Asmuth (Asopos). Als ze loopt, sleept het Sinterklaaspak over straat. De vieze, bruine onderkant verraadt

dat dit niet de eerste keer is. SIB-Sinterklaas Lisette van Nijhuis (21, politicologie) ziet er echter uit om door een ringetje te halen. Ze draagt een paar hakjes onder een donkerpaarse panty, en de lange witte jurk is vervangen voor een kort en sexy exemplaar. Een pittig bontjasje (‘Het is hier Spanje niet’) en een zelfgemaakte mijter maken het geheel af. ‘Onze Sinterklaascommissie bestaat uit enkel vrouwen, dus we

zorgen ervoor dat de Pieten dit jaar smaakvol worden opgemaakt.’ Haar modieuze plaatje wordt gecompenseerd met een flinke baard. ‘Ik ga door het leven als Sint Nicole, maar zonder baard is de Sint toch niet compleet.’ ‘Natuurlijk wel’, zegt Van Rest, de enige baardloze van het gezelschap. ‘Ik weet eigenlijk niet waar onze baard is, maar als we hem nog ergens op Quintus hebben, dan is hij vast beschimmeld.’ Volgens Audier (Leidse Studenten Duikvereniging) is het lastig drinken. ‘En het kriebelt. Wel passend, zo vlak na Movember.’ De Sinterklazen ondergaan deze maand allemaal hun vuurdoop. Hebben ze zich goed voorbereid en welke eigenschappen maken een geschikte Sint? Volgens de meiden moet de Sint vooral lief zijn, maar Von Asmuth denkt daar heel anders over. ‘Hij moet in de eerste plaats goed tegen drank kunnen. Bij Asopos geldt de ongeschreven regel dat Sinterklaas geen drank mag weigeren. Daar wordt natuurlijk misbruik van gemaakt, dus de Sint wordt ook geacht om ranzige dingen als FristiBerenburg drinken. Daarnaast moet Sint op de hoogte zijn van alle roddels. Wie heeft wie geregeld, en wat vindt hij daar van? En hij moet natuurlijk streng kunnen zijn.’ Bij Studentenvereniging voor Internationale Betrekkingen (SIB) is van strengheid geen sprake. Van Nijhuis: ‘Bij Sint Nicole kunnen de leden vrijwillig de biecht afleggen. Als Sint weet ik natuurlijk alles al, want dat staat in mijn rode boek, maar het kan toch opluchten om geheimen te delen.’ Daar hebben de Asopossers elkaar voor. Alle roeiploegen maken een surprise en gedicht voor een andere roeiploeg. Von Asmuth: ‘De gedichten hebben maar één doel: elkaar helemaal vernederen. De surprises bevatten doorgaans een hoop viezigheid.’ Of hij het Sinterklaasschap altijd al ambieerde? Von Asmuth haalt nogmaals een hand door zijn baard. ‘Toen ik het werd realiseerde ik me dat ik het altijd al wilde zijn.’ Voor de andere Sinterklazen is de verkleedpartij meer een moetje. ‘Als voorzitter van Quintus hoort het er gewoon bij’, zegt Van Rest. ‘Ik vind het wel leuk, maar ik was liever Zwarte Piet geweest.’ Of er Zwarte Pieten komen is nog maar de vraag. ‘Misschien maken we wel pieten in de kleuren van de verschillende disputen.’ > Verder lezen op pagina 5

Literair talent opgelet! Win € 250 met Mare-kerstverhalenwedstrijd Ook dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een ­verhaal van tussen de 1500 en 2000 ­woorden en win €250, €75 of €50. Oproep van auteurs en juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail uiterlijk 12 december naar: redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten.

Bandirah Pagina 12


2  Mare · 5 december 2013 Geen commentaar

Schrijf het voor oma

Colofon

Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl

Door Bart Braun Vorige week belde een bevriende promovendus mij op: of ik even naar de Nederlandse samenvatting van zijn proefschrift kon kijken. Hij had het in twee dagen getikt, met grote haast om nog net op de valreep van dit jaar te kunnen promoveren. Het hoefde geen goede tekst te worden, maar als ik wat aan slecht lopende zinnen kon doen, of wat spelfoutjes eruit kon halen, was dat al mooi. ‘Ik kan geen Nederlands meer’, mompelde hij verontschuldigend. In zijn vier kantjes telde ik meer dan veertig spatiefouten, verving ik handenvol t’s door d’s en andersom, en hakte ik zinnen van meer dan vier regels in tweeën. Dankzij de correctiefunctie van mijn tekstverwerker zag zijn tekst eruit als een bloedbad. Voor mij voelde het echter alsof ik wat oogschaduw had aangebracht bij de Elephant man: de tekst zelf was een volkomen onbegrijpelijke verhandeling vol nodeloos moeilijk taalgebruik. Het onderzoek in kwestie is best gaaf en best te begrijpen, maar dat wist ik dankzij Mare - niet dankzij zijn tekst. Helemaal herschrijven leek de enige optie; als zijn samenvatting een dier was geweest, had ik het laten inslapen. Voorzichtig peilde ik wat de bedoeling was. ‘Je moet het niet gaan herschrijven’, waarschuwde de onderzoeker. ‘Ik heb de tekst die ik naar jou mailde ook al naar mijn hoogleraar en de wetenschappelijk directeur gestuurd.’ Au. Het probleem is niet dat die jongen niet kan spellen. Dat hij niet zo vloeiend kan schrijven is logisch: hij heeft in plaats daarvan iets nuttigs geleerd. Het probleem is dat hij niet eens probeert. De reden dat hij het niet probeert, is dat hij het niet belangrijk vindt, en ook dat is een probleem. Hij heeft wat artikelen geschreven voor de vakpers, introductie erbij, nietje erdoor, klaar. Oh, shit, de samenvatting moet ook nog. Boeiend. Beroepsmatig ploeg ik mij jaarlijks door zo’n vijftig Leidse proefschriften heen, en verreweg de meeste samenvattingen lijken met bovenstaande houding geschreven te zijn. ‘Als het voor vakgenoten maar begrijpelijk is’, luidt het verweer dat ik meer dan eens heb gehoord. Maar je vakgenoten begrijpen wat er op je plaatjes staat, en snappen de abstracts van je Engelstalige hoofdstukken. De enige mensen die de Nederlandse samenvatting gaan lezen, zijn de vrienden en familie die naar je promotie komen. Dat maakt het, voor de meeste promovendi althans, met afstand tot het best gelezen onderdeel van het boek. Zou het dan niet leuk zijn als de lezers er ook een touw aan vast konden knopen? Schrijf, na vier jaar vakjargon, eens een stukje voor oma. Het mág wel, getuige de enkele uitzondering in de brij. Maak het leuk, maak het sprankelend, laat zien waarom je het de moeite waard vond om jaren van je leven aan dit onderwerp te besteden. Een spelfoutje meer of minder maakt dan niet eens meer uit.

De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000

column

Hoofdredactie

Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie

Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Sybren Eppinga (stagiair) sybreneppinga@gmail.com Medewerkers

Emma Anbeek van der Meijden • Robbert van der Linde • Talitha Dehaene • Petra Meijer • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn, richgirl-design.com • Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • prof. dr. A.J.W. van der Does • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • L. ten Hove • D. Jacobs • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • E. Kastelein • S. Kerkhof • E. Merkx • C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver • R. van Wijk • C. van der Woude Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690

Kikkerbilletjesrecepten De VVD heeft in de afgelopen maand een aantal uitermate stupide Kamervragen over windenergie gesteld. En dan bedoel ik echt ongelooflijk dom. Behalve dat de partij zich bij mij eeuwig belachelijk maakt, doet dat er verder natuurlijk niet toe, want niemand heeft er iets van meegekregen. Wat ik echter graag met jullie wil delen is de hilarische mailuitwisseling die volgde toen ik de verantwoordelijken had opgespoord. Allereerst: de tamelijk obscure website fibronot.nl had twee jaar geleden onder de spectaculaire kop ‘de dodelijke keerzijde van windenergie’ een artikeltje geplaatst over het gebruik van Neodymium-magneten in windturbines. Daarin staat dat ‘duizenden zieke inwoners van de plaats Baotou het gevolg zijn van de windmolenhype in Nederland en omringende landen.’ Dit slaat natuurlijk helemaal nergens op (hierover later meer). De ‘Groene Rekenkamer’ (ik had er ook nog nooit van gehoord) presteerde het vervolgens om niet alleen dit flutstukje integraal over te nemen, maar daar ook nog eens zelf een enorme rekenfout aan toe te voegen. Dit rapport nam de VVD mee naar de Tweede Kamer en ging daar zeuren dat windenergie toch echt niet zo goed was als iedereen deed voorkomen. Daarvoor had de VVD overigens ook al Kamervragen gesteld over de doden die zouden vallen door het gebruik van ijzer in windturbines. Echt waar. IJzer. Maar goed. Neodymium is een metaal dat voornamelijk voor een bepaald soort supersterke magneet wordt gebruikt. Sommige moderne windturbines, de zogeheten directdrive-turbines, gebruiken daar ruwweg een ton van. Deze turbines kwamen in 2006 op de markt. Pas rond 2011 kregen ze wereldwijd een marktaandeel van ongeveer zestien procent. Op een conferentie werd onlangs gemeld dat de vraag naar neodymium vanuit de windenergiebranche weer sterk was gedaald. De productie van neodymium was historisch gezien een chemische nachtmerrie, maar sinds 2010 heeft de Chinese overheid grote schoonmaak gehouden. Overigens worden neodymiummagneten vooral voor auto’s gebruikt (goed voor een kwart van de totale productie), of computers (15 procent). Windenergie komt met

de beste wil van de wereld niet verder dan vijf procent. Behoorlijk overtrokken dus, die dodelijke windturbines. Natuurlijk klom uw columnist onmiddellijk in de pen. De Groene Rekenkamer reageerde niet op een e-mail. Fibronot.nl gelukkig wel. De woordvoerster meldde dat het in haar ervaring moeilijk communiceren was met mensen als ik. Omdat ze het somber inzag voor mijn wetenschappelijke carrière raadde ze me aan om kookboeken te schrijven met kikkerbilletjesrecepten. Dat vond ik grappig, dus ik stelde een shootout voor: we leggen beiden onze referenties op tafel, en als ik onverhoopt geen gelijk had zou ik al kokhalzend een pan kikkerbilletjes naar binnenwerken en fibronot van fotografisch bewijs voorzien. Grote fout. Eerst kreeg ik een heel verhaal over Palestijnse terroristen over mij heen. En aan deze kant van de wereld ook al niet veel soeps. De woordvoerster schreef: “Die onverdraagzaamheid, Benjamin, wordt mede veroorzaakt door mensen zoals jij, die ons land met hun liegen over het milieu, naar de ondergang leiden.” Nou. Die kan ik op mijn CV zetten. Behalve als die hele club in berenvellen op de hei woont, wil ik niet geloven dat ze daadwerkelijk met doodzieke Chinezen te doen hebben. Alles is immers onder niet al te beste omstandigheden made in China. Echte, fanatieke tegenstanders van windenergie dus, zoals je die alleen in Amerika zou verwachten. Kijk, dat de VVD dit soort kul als excuus aangrijpt om windenergie af te zeiken, snap ik wel. Die partij vertegenwoordigt immers het grote geld, en het kapitaal is doodsbang voor een echte energierevolutie. Want dat zou ze zo een biljoen euro kunnen kosten. Maar waarom zouden willekeurige mensen zich zo hysterisch vastklampen aan het overduidelijk onzinnige idee dat windenergie op de een of andere manier slecht voor het milieu zou zijn. Dat is toch interessant? Ik ga op onderzoek uit. Hopelijk in een volgende column meer! Benjamin Sprecher is promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden


5 december 2013 · Mare 3 Mensen

071 -527 …

Democratie volstaat niet Mensenrechtenschendingen in Indonesië en Maleisië vergeleken

Vrije verkiezingen leiden niet per se tot betere mensenrechten, zo ondervond promovenda Ken Setiawan. Ze vergeleek de situatie in Indonesië en Maleisië. Door Marleen van Wesel ‘Voor het gebouw van de mensenrechtencommissie kampeerden honderden mensen onder zeilen. Ze waren door ontwikkelaars en grondeigenaren uit hun sloppenwijken verjaagd. Plotseling stopten er twee busjes waaruit preman sprongen. Dat zijn gangs die betaald worden door belanghebbende organisaties. Ze waren gewapend met stokken en de mensen vluchtten doodsbang naar binnen.’ Ken Setiawan (1981) was destijds in 2002 voor scriptieonderzoek op bezoek bij de Indonesische mensenrechtencommissie. Of de ontwikkelaars achter de aanval zaten weet ze niet zeker, het kan evengoed een andere organisatie geweest zijn die schrik wilde aanjagen. Het voorval toont in ieder geval hoe de commissie wordt tegengewerkt. Setiawan vergeleek de situatie met die in Maleisië. Volgende week donderdag hoopt ze te promoveren op haar proefschrift Promoting Human Rights. Indonesië en Maleisië hebben beiden ervaring met een autoritair bewind dat kritisch is op het internationale mensenrechtendiscours. Ook zijn de landen prima vergelijkbaar wat betreft taal, cultuur en religie. De verschillen zijn daardoor des te interessanter, zegt Setiawan. ‘Na de val van president Soeharto in 1998 is Indonesië in rap tempo gedemocratiseerd. Dat leidde tot meer mensenrechtenwetgeving en ook tot een vrije pers en vrije verkiezingen, maar niet tot meer effectiviteit vanuit de nationale mensenrechtencommissie.’ Dat daar meer voor nodig is dan democratie, wordt duidelijk wanneer je de vergelijking maakt met Maleisië, waar nog altijd hetzelfde

Mensen hebben zelfs in wedstrijdverband de hardnekkige neiging om elkaar te imiteren. Dat is nog belangrijker dan winnen, ontdekte universitair docent Marnix Naber samen met andere onderzoekers aan Harvard. Waarom imiteren we elkaar überhaupt? ‘In de sociale psychologie denkt men dat imitatie goed is voor de groepsbinding. Samen overleef je nu eenmaal gemakkelijker dan in je eentje. Er zijn onderzoekjes waarbij twee mensen in een kamer worden gezet, waaruit een correlatie bleek tussen hoeveel die mensen elkaar imiteerden en hoe verbonden ze zich voelden. Dat werkt twee kanten op: als je mensen laat denken dat ze tot dezelfde groep behoren, deden ze elkaar meer na, en omgekeerd: als je een situatie creëert waarin ze elkaar vanzelf meer nadoen, vonden ze elkaar daarna aardiger. Een andere theorie is dat elkaar nadoen heel efficiënt is als je snel iets nieuws wil leren.’

Poster van Human Right Watch waarin de mensenrechten in Indonesië aan de kaak worden gesteld. semi-autoritaire bewind aan de macht is. ‘De Maleise regering stelt zich onwelwillend op tegenover de mensenrechtencommissie. De Indonesische commissie kent ook weerstand, maar dan juist van allerlei kanten: van politieke partijen, delen van het leger, het Openbaar Ministerie, orthodoxe islamitische groepen.’ De Verenigde Naties opperden in 1946 al het idee voor nationale mensenrechtencommissies. ‘De focus lag echter eerst op de wetgeving zelf en daarna volgde de Koude Oorlog. Pas later groeide het besef dat het opstellen van internationale regels niet volstaat. Dat was immers gebeurd en het werkte niet. De Verenigde Naties besloten daarom vanaf de jaren negentig de kwestie meer op nationaal niveau aan te pakken.’ Hoe deze nationale commissies

omgaan met allerhande onderwerpen is volgens de promovenda een afspiegeling van hoe bepaalde rechten in de samenleving worden gezien. ‘De commissies, die net als zoveel organisaties met beperkte middelen werken, maken bovendien strategische keuzes voor onderwerpen waarvan ze verwachten dat die zullen aanslaan. De Indonesische commissie besteedt bijvoorbeeld slechts indirect aandacht aan eerlijke processen, via het martelverbod en het verdrag tegen gedwongen verdwijningen. De rechtsgang zelf komt er niet aan de orde, in tegenstelling tot in Maleisië, waar een traditionele focus ligt op eerlijke processen.’ Hoewel de mensenrechtencommissies als onafhankelijke adviesorganen werken, zijn ze opgericht door de staat. De aanstelling van de commissieleden is in Maleisië niet

erg transparant. ‘In Indonesië neemt het parlement die taak voor haar rekening. Op zich juichen de VN dat toe, maar in de praktijk is het proces heel gepolitiseerd geraakt. Er wordt regelmatig gekozen voor leden die op een later tijdstip nog wat belangen kunnen behartigen. Soms doet de commissie daardoor niet wat zij zou moeten doen: op z’n minst er iets van zeggen als er sprake is van mensenrechtenschendingen.’ Behalve de effecten onderzocht Setiawan ook het functioneren van de commissies. ‘De Indonesische commissie heeft bijvoorbeeld een heel goed en compleet rapport opgesteld over interreligieuze huwelijken. Wat dat betreft kun je spreken van goed functioneren. Dat is erg belangrijk voor effectiviteit, maar het vormt zeker geen garantie.’

Frutti di Mare

Zelfpromotie voor dummies Door Sybren Eppinga ‘Wil je opstaan, jezelf voorstellen en vertellen waarom je hier bent?’ Trainer Ricardo Breeveld, keurig in pak, komt meteen binnen bij een groep van vijfentwintig psychologie studenten. Het is tijd voor een beetje eigengeilerij, vindt hij. Nu niet digitaal via Facebook, maar voor het echie. Iedereen gaat voor de bijl. ‘Ik ben Daniëlle Ham, vierdejaars en tijdens m’n master ben ik gedeprimeerd geraakt over de arbeidsmarkt. Nu wil ik leren hoe ik mij goed kan profileren.’ Met die gedachte zijn de meeste studenten naar de workshop ‘Succesvolle zelfpromotie‘ van studievereniging Labyrint gekomen. ‘Ik wil mezelf kunnen verkopen’, zegt een van de deelnemers. Breeveld benadrukt: ‘Het is géén sollicitatietraining.’ Als iedereen zich heeft voorgesteld legt hij uit dat houding en gedrag ook belangrijk zijn. Dan komt deelnemer Bas Derksen binnen. Ruim tien minuten te laat. Ook hij ontkomt niet aan het voorstelrondje. Hij is bijna afgestudeerd cognitief psycholoog en komt omdat hij zin had. Volgens Breeveld gaat het in je werk

Geklungel na-apen

om credits opbouwen en sociale vaardigheden. Voor veel studenten is het nog abracadabra. ‘Hier stoppen ze je vol met kennis. Je moet tentamens maken. Maar het gaat ook om houding en gedrag. Dat leren ze je niet’, legt hij de groep uit. ‘Daarom gaan we wat doen!’ De don’ts van de werkvloer moeten op papier worden gezet. Vierdejaars Jeroen Boersma brandt los. ‘Punctualiteit is ook zo’n ding. We hebben net al een voorbeeld gezien dat het irritant is als mensen te laat binnen komen’. De groep reageert direct. ‘Patsssss, die is raak’, lacht Andreas Burger. Nog een doodzonde: een slappe hand geven. ‘Het moet niet zo zijn dat je een dood dier in je hand hebt’, grapt Daniëlle. Vierdejaars Jeffrey van Gelder wil wel het goede voorbeeld geven. ‘Een voldoende hoor’, beoordeelt tweedejaars Erik van Duijn. ‘Misschien net een goed.’ Bij het volgende onderdeel - het petje-op-petje-af-spel –strooit Breeveld met stellingen over werksituaties. De studenten moeten daarop reageren door een rood of groen papier op te ste-

ken. De beloning: een pak chocolaatjes. ‘We kunnen toch de chocola verdelen onder iedereen’, stelt vierdejaars Vera Zonderop voor. ‘Dat zien we dan wel weer’, zegt Jeroen. Na loting kiest de uiteindelijke winnares er toch voor met de

chocola rond te gaan. Eerstejaars Sanne is er al vroeg bij en blij dat ze ‘dit soort dingen kan meepikken’. Toegegeven, ze moet lang wachten op haar eerste baan. ‘Maar je kan niet vroeg genoeg beginnen. En ik zit ook al op LinkedIn’.

Foto Taco van der Eb

Hoe kwamen jullie erbij dat dat ook in wedstrijdverband gebeurt? ‘We hadden niet echt een duidelijke hypothese. Eigenlijk hadden we een spelsituatie opgezet om iets anders te onderzoeken: het verband tussen armbewegingen en persoonsgegevens. Website-eigenaren willen bijvoorbeeld graag weten wat voor mensen er achter de muisbewegingen schuilgaan.’ En toen kwamen jullie iets anders op het spoor… ‘We wisten al dat we ons vaak niet bewust zijn van imitaties. Let maar eens op, in de bioscoop, wanneer je van een onderuitgezakte positie overgaat op een beetje voorover zitten, doet de hele rij je na een tijdje automatisch na. Blijkbaar zit dat imitatieproces zo diep geworteld dat het zelfs niet te onderdrukken is wanneer het tegen je werkt, zoals bij een wedstrijd. Dat klopt niet met de eerste theorie die ik noemde: de tegenstanders bij ons onderzoek vonden elkaar niet per se aardig.’ Maar het is toch ook niet efficiënt om iets nieuws te willen leren van iemand die ergens minder goed in is dan jij? ‘Ook vanuit dat oogpunt lijkt het onverklaarbaar. Toch denken we dat die theorie het onderliggende mechanisme is. De neiging om elkaar na te doen is zo sterk aanwezig en in de meeste gevallen succesvol, dat de imitatie van klungelig gedrag een nadelig bij-effect moet zijn.’ Zelfs een geldbeloning kon de neiging bij de deelnemers niet onderdrukken. Wat werkt misschien wel? ‘Het is bekend dat je anderen veel meer imiteert wanneer je veel aan je hoofd hebt of afgeleid bent. Als je je ervan bewust bent, doe je het al een stuk minder. Momenteel doe ik met een groepje bachelorstudenten in Leiden verder onderzoek. We creëren situaties waarin je extra afgeleid raakt. Ook duiken we in de topsportdata om imitaties te signaleren. Misschien is het wel zo dat topsporters het mechanisme beter kunnen onderdrukken dan anderen. Of misschien kunnen ze er juist gebruik van maken, door bijvoorbeeld te vertragen en vervolgens, wanneer je tegenstander dat nadoet, plotseling te versnellen.’ Sportsupporters die zichzelf misdragen, imiteren die elkaar ook? ‘Het is speculatie, maar ik denk dat imitatie ten grondslag ligt aan veel maatschappelijke fenomenen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat imitatie de basis is voor de ontwikkeling van een cultuur, met een beetje ruis hier en daar. En zodra er alcohol in het spel is, werkt misschien de onderdrukking van automatische imitatie niet meer zo goed. Dan beland je snel in een situatie waarin je slecht gedrag van anderen eerder imiteert.’ MVW


4  Mare · 5 december 2013 Nieuws

Collegezalen Er komen twee grote collegezalen in de nieuwe locatie van de faculteit Den Haag. De faculteit neemt deels zijn intrek in een gebouw aan de kruising Turfmarkt/Lage Zand bij het stadhuis. In het complex zat eerst onder andere het ministerie van Binnenlandse Zaken. In een collegezaal is plek voor 450 studenten en in de ander zelfs voor 500. Dit schetste Frans Dekker, voormalig vastgoeddirecteur van de universiteit en projectleider van de verbouwing, dinsdag tijdens een presentatie aan de faculteitsraad over het nieuwe onderkomen. ‘Het zijn nu twee naargeestige betonnen dozen naast elkaar’, zei Dekker. ‘Die worden zodanig gestript dat er bijna niets meer van over blijft, behalve het skelet. Ook al het interieur gaat er uit en wordt vervangen. We krijgen eigenlijk een soort nieuwbouwsituatie.’ Er is een tuin op de eerste verdieping die niet werd gebruikt. ‘Daar stond eerst alleen zogeheten “zichtgroen.”’ Het is de bedoeling dat medewerkers en studenten vrij toegang krijgen tot de tuin. Het gebouw moet in juli 2016 klaar zijn voor gebruik.

Financiënprijs Juriste Tirza Cramwinckel heeft de scriptieprijs van het ministerie van Financiën gewonnen. Uit de 41 inzendingen won zij met haar scriptie ‘Vertrouw (niet) op de vertalende fiscus’ de prijs van 5.000 euro die zij ontving uit handen van staatssecretaris Frans Weekers. Het ministerie reikt jaarlijks een prijs uit voor de beste scriptie over een financieel-economisch, fiscaal of juridisch onderwerp. Cramwinckel heeft onderzoek gedaan naar de werkwijze van de Belastingdienst. Niet alleen vanuit juridisch perspectief, maar ook vanuit taalwetenschappelijk oogpunt. Momenteel is zij werkzaam als PhD-fellow bij de afdeling Belastingrecht van de universiteit Leiden.

Gesjoemel Minister van onderwijs, Jet Bussemaker, wil alleen dat instellingen die het waard zijn de naam universiteit mogen dragen. Dat schrijft ze op de website van haar ministerie. Ze wil een ‘einde aan het gesjoemel met de naam universiteit.’ De aanleiding van haar blog is het gedoe rond de ‘Alhuraa-universiteit’ in Den Haag. Deze nepuniversiteit verstrekte valse bullen met master en bachelortitels en kreeg daar 50.000 euro boete voor. Om herhaling te voorkomen wil Bussemaker de namen ‘universiteit’ en ‘hogeschool’ wettelijk beschermen. Wel wil ze ruimte laten voor ‘goede initiatieven’ als de Universiteit van Nederland en de Volksuniversiteit. De minister komt voor eind 2014 met een wetsvoorstel.

Handtekeningen De Leidse Actiegroep Promotiestudent heeft na twee maanden meer dan 2100 handtekeningen verzameld voor de petitie tegen het bursalenstelsel. Zij zijn de actie in oktober begonnen. Op hun website zijn de initiatiefnemers te spreken over de steun. Minister Jet Bussemaker wil met het bursalenstelsel dat universiteiten promovendi kunnen aanstellen als student. Hiermee gaan hun arbeidsvoorwaarden op de schop. Zij hebben bijvoorbeeld geen recht op pensioen. De actiegroep wil dat de promovendi werknemers blijven. Zij gaan door met handtekeningen verzamelen tot het plan in de Tweede Kamer zal komen. Dat is vermoedelijk volgende maand.

Geen NSB-feest Een NSB-themafeest waarbij de afkorting ‘NSB’ stond voor: ‘Nog Sneller Bezopen’) van Groningse studenten is op het laatste moment afgelast, meldde het Nieuw Israëlitische Weekblad vrijdag. Een studente bestelde buttons voor het feest met daarop een Jodenster uit de Tweede Wereldoorlog. De eigenaar van het bedrijf had echter een Joodse vader en waarschuwde de politie. Tegenover de agenten beweerde de studente dat het idee ontstond in een dronken bui, en ‘als student doe je weleens iets stoms’.

Onduidelijkheden over honours academy Universiteitsraad krijgt toegezegde informatie niet De Universiteitsraad wil meer informatie over honours academy, maar het college weigert dat te leveren. ‘Volgens mij weet het college zelf nog niet hoe het er uit moet komen te zien.’ De universiteitsraad is niet tevreden over de informatievoorziening rond de honours academy. De raad moet instemmen over onderwijsreglement van deze academie die universiteitsbreed onderwijs organiseert voor excellente stuDoor Vincent Bongers

denten en scholieren. Toegezegde informatie over verantwoordelijkheden en organisatie laat op zich wachten. Dit tot irritatie van de raad die graag wil zien wie er waarvoor verantwoordelijk is, en wel in de vorm van een matrix. ‘Het is gewoon toegezegd’, zei Marc Hogenhuis van studentenpartij LVS. ‘En het is er niet.’ Sven Balfoort van personeelspartij Universitair Belang: ‘Waar blijft nou de matrix? We hebben er al een aantal keer om gevraagd. Dat is niet heel netjes. Het komt ongemakkelijk over. Ze willen de informatie gewoon niet geven. Volgens mij weet het college

zelf nog niet hoe het er uit moet komen te zien.’ Gwen Wolters van Universitair Belang: ‘Het is niet alleen voor ons zelf. Het moet voor iedereen duidelijk zijn wie welke bevoegdheden en verantwoordelijkheden heeft.’ ‘Er is nu onduidelijkheid over de rolverdeling tussen de faculteiten, het college en de academy’, aldus Joop de Kort van personeelspartij AbvaKabo. ‘En waar moet een student zijn als er iets aan de hand is? Misschien is er na enige studie wel uit de gemeenschappelijke regeling wel te halen hoe het zit. Maar het is dienstverle-

ning aan personeel en studenten als het helder op een rij wordt gezet.’ Volgens Marcel Vooijs van de afdeling academische zaken wil het college van bestuur dat de raad concrete vragen stelt over deze verantwoordelijkheden en andere kwesties. ‘Omdat nu helemaal op papier te zetten, is veel werk.’ De raad vindt dit een rare gang van zaken. Als het college antwoord kan geven over verantwoordelijkheden, kunnen ze dat ook in een schema zetten. Daarnaast is het moeilijk om concrete vragen te stellen over deze kwestie als er gebrek aan informatie is.

Veiligheidsdienst werft studentspionnen De SP wil verbieden dat de geheime dienst AIVD informanten werft onder studenten. Nederland heeft een geheime dienst, de AIVD. Die heeft de opdracht om bedreigingen van de nationale veiligheid en rechtsorde in de smiezen te houden. Soms kunnen ze daar wat hulp of informatie bij gebruiken, en dan benaderen ze iemand. Soms is die iemand een student. Afgelopen week werd dat andermaal duidelijk toen de dienst de Nijmeegse politicologiestudent Ivo Roodbergen pro-

beerde te ronselen, schijnbaar zonder te beseffen dat die stage liep bij het Algemeen Dagblad. Roodbergen schreef er een stukje over, en vond nog meer studenten die een spion aan de lijn hadden gehad. Studentenvakbond LSVb en SP-Kamerlid Ronald van Raak reageerden afwijzend. ‘Het gaat om een kwetsbare groep.’ Eerder pleitte hij er al voor om de mogelijkheden van de dienst om journalisten als betaalde bron in te zetten. ‘Wij mogen van de wet iedereen benaderen, en studenten zijn

geen uitzondering’, reageert AIVDwoordvoerder Susan Scholten. Wat de dienst wil van studenten? ‘We kijken naar van alles en nog wat. Spionage, cybercriminaliteit, jihadisme, links- of rechtsradicalisering. Als we iemand benaderen, gaat er een zorgvuldige afweging aan vooraf.’ Veel van de studenten die Roodbergen sprak, voelden zich geïntimideerd. Ineens zit er een geheime dienst in je levenssfeer – en wat als je nee zegt? Ben je dan ineens ook verdacht? Scholten verzekert dat dat niet gebeurt: ‘Meewerken gebeurt

altijd op vrijwillige basis. Wij stellen een vraag, en jij besluit of je daar wel of geen antwoord op geeft. Help je niet? Dan is dat jammer, maar dat heeft verder geen consequenties voor die persoon. We gaan niet ineens een dossier over je aanleggen. Dat mogen we ook niet van de wet.’ Als je het wel wil, valt er overigens wat te verdienen. ‘Mensen helpen ons vanuit allerlei verschillende motieven, waaronder financiële’, zoals Scholten het formuleert. Maar ja, het blijft een geheime dienst: ‘Over de hoogte doen we geen uitspraken.’ BB

Tweede studie niet duurder Alleen studenten die later een tweede studie willen doen, betalen hoger collegegeld. Studenten die twee studies volgen, betalen voor beide opleidingen het wettelijk vastgestelde collegegeld. Dat heeft de ministerraad besloten. Het wettelijk collegegeld is voor studiejaar 2013-2014 gesteld op 1835 euro. Studenten betalen dus maximaal 3670 euro. Mochten zij een studie afronden en na uitschrijving

nog een tweede master of bachelor willen volgen dan betalen zij wel fors meer. ‘Studenten die twee opleidingen doen en er een afronden, hoeven niet voor hun tweede studie het instellingscollegegeld te betalen’, zegt Olga Wessels, bestuurslid van studentenvakbond LSVb. ‘Ook als je een studie afrondt en direct een volgende begint, hoef je niet extra te betalen. Eigenlijk kost het een student alleen meer geld als deze bijvoorbeeld na een jaar een tweede

bachelor of master gaat volgen.’ Onder kabinet Balkenende IV besloot toenmalig van Onderwijs Plasterk, dat de overheid maximaal een bachelor en een master bekostigt. Mochten studenten meer opleidingen willen volgen dan ging dat hen veel geld kosten Universiteiten mochten namelijk zelf de prijs gaan vaststellen voor die tweede studie: het instellingscollegegeld. De onderwijsinstellingen krijgen immers geen vergoeding van het ministerie

en vragen de kostprijs voor opleidingen. Dat instellingsgeld verschilt per universiteit en per studie. De bedragen zijn fors; 15.000 euro voor een tweede studie is geen uitzondering. Het hoger collegegeld voor de tweede studie geldt sinds 2010. Wel werd er een overgangsregeling bedacht om er voor te zorgen dat studenten die al twee studies volgden niet ineens op hoge kosten werden gejaagd. Die is nu omgezet in een structurele maatregel. VB


5 december 2013 · Mare 5 Nieuws

Godsdienstwetenschappen bijna gehalveerd Personeel ingelicht: zeven van de zestien banen geschrapt Het personeel van Godsdienstwetenschappen heeft deze week gehoord wat de gevolgen van de reorganisatie zijn: zeven van de zestien voltijdsbanen verdwijnen, waaronder vier van de acht leerstoelen. De studenten zijn bezorgd. Dat de islamleerstoel gespaard blijft, lijkt evident. Die wordt namelijk gesponsord door de sultan van Oman. ‘De tak bijbelwetenschappen gaat waarschijnlijk wel weg’, weet Josine Heijnen, student godgeleerdheid en voorzitter van studievereniging Door Marleen van Wesel

T.F.L.S. ‘Juist dat was volgens het adviesrapport van Sijbolt Noorda iets unieks aan Leiden. Samen met het verdwijnen van de expertise rond religie in de eerste eeuw worden vooral studenten Hebreeuwse en Joodse studies getroffen.’ Begin dit jaar werd besloten om die opleiding per september 2014 te laten opgaan in Midden-Oostenstudies, oude culturen van de Mediterrane wereld en wereldgodsdiensten. Daarbij werd beloofd de expertise te behouden. ‘Wij houden ons woord’, reageert geesteswetenschappendecaan Wim van den Doel. ‘De nieuwe studieprogramma’s staan nog niet online, maar daar heeft deze reorganisatie

geen effect op. Voor studenten die al in het eerste, tweede of derde jaar van de bachelor Hebreeuws en Joods zitten zie ik geen problemen.’ Op 18 december bespreekt de faculteitsraad het personeelsplan. Student-lid Bert van Laar van BeP: ‘Het klinkt alsof de studenten een goed punt aandragen. Zodra we het document hebben gaan we ons hierover buigen. Het is nog niet te laat voor dit soort argumenten.’ Partijgenoot Marc Newsome, nu faculteitsraadslid en vorig jaar universiteitsraadslid: ‘Aan de universiteitsraad én de faculteitsraad zijn een jaar geleden goede toezeggingen gedaan over het behoud van de expertise.’

De studenten hebben méér zorgen. ‘Bijvoorbeeld de twaalf promovendi die zich bezighouden met de microfilms van oude Syrische handschriften’, zegt Heijnen. ‘Wat als hun promotor ontslagen wordt?’ Linda Bleijenberg van promovendipartij PhDoc weet dat zo’n situatie best lastig kan zijn: ‘Het kost je sowieso een half jaar extra. Daarbij komen de kopzorgen, zeker als zo’n wissel je wordt opgelegd. Als een hele expertise verdwijnt moet je misschien wel naar een andere stad.’ Lopende promoties kunnen afgemaakt worden, verzekert Van den Doel. ‘Volgens de Wet op het Hoger Onderwijs behoudt een promotor

na een pensionering of een eervol ontslag nog vijf jaar het promotierecht.’ Hij begrijpt de emoties en de zorgen van de studenten maar al te goed. ‘Deze week ontvangen zij een brief van mij en de rector. Het punt is dat zij reeds duidelijkheid willen in een proces waarin de besluiten nog genomen moeten worden. Het herplaatsen van het personeel zal tot 7 maart lopen. Pas dan weten we wie en wat er blijft. Ook medewerkers zouden liever willen dat we de pleister er nu maar vast aftrekken. Het is onbevredigend, maar studenten moeten ook begrijpen dat we als faculteit niet op de zaken vooruit kunnen lopen.’

De Sint kan zich niks herinneren Vervolg van de voorpagina Ook Lisette van Nijhuis had als voorzitter van de eerstejaarscommissie die het Sinterklaasfeest bij SIB organiseert weinig keus. Audier was al eens eerder Sinterklaas, maar dat was tijdens Halloween. ‘Wij hebben de hoofdrol in een heel slechte horrorfilm’, legt hij de andere Sinterklazen uit. Voor de Sinterklazen elk naar hun eigen vereniging vertrekken gaan ze eerst nog samen op de foto. Terwijl ze samen over de Leidse grachten uitkijken, komt er uit een nabijgelegen straatje ineens een gezin met een klein kindje gelopen. ‘Wie van de drie’, grapt de man, terwijl de

Sinterklazen zich voor het tafereel verontschuldigen. De man werpt een blik op zijn zoontje. ‘Ah joh, die heeft dat helemaal niet door.’ Bij het ter perse gaan van deze krant waren de meeste Sinterklazen nog hard aan het werk. Voor Audier en Von Asmuth zit het er wel al op. ‘Ik heb het overleefd’, zegt de laatste. ‘Al kan ik me het einde van de avond niet helemaal herinneren. Ze hebben voor me gezongen, waarna ik na binnenkomst meteen een pitcher mocht adten. Ik had gelukkig twee Pieten die ik af en toe wat drankjes kon toeschuiven als het me even te veel werd. De surprises? Dat weet ik niet meer, ik was te druk bezig met mensen op schoot vragen.’ PM

Auteurschap te koop Chinese bureaus verkopen het au­ teurschap van wetenschappelijke artikelen, ontdekte Science. ‘Het is ongelofelijk! Je kunt SCI-artikelen publiceren zonder experimenten te doen’, adverteert een Chinese website. Het Amerikaanse tijdschrift Science ging undercover, en vond maar liefst 22 bureautjes die (co-) auteurschap in wetenschappelijke vakbladen verkochten. Even een stapje terug: SCI staat voor Scientific Citation Index. Wetenschappers worden deels afgerekend op hun publicaties: hoe vaak ze geciteerd zijn, en of ze in bladen staan die veel geciteerd worden. De enige citaties die tellen, staan in de paar duizend vakbladen die onder de loep van de SCI zitten. Normaal gesproken doe je een experiment, bedrijf je statistiek, schrijf je een stuk over en stuur je dat naar een vakblad. Als je echter

een zak geld meeneemt, kun je al dat lastige werk overslaan. Science kon zo aanschuiven bovenaan een stuk in het International Journal of Biochemistry & Cell Biology. Voor de kenners: dat blad wordt uitgegeven door Elsevier en heeft een impact factor van 4,9. Onduidelijk is of de research in kwestie daadwerkelijk is uitgevoerd, maar er is in elk geval een Chinees die het artikel heeft geschreven en het geaccepteerd heeft gekregen, en in ruil voor geld mag je gedeelde eerste auteur zijn. Hoeveel geld? Voor 90.000 yuan (zo’n elfduizend euro) staat het artikel ook op jouw publicatielijst. Waarom zou je dat doen? Sommige instituten belonen mooie publicaties met een fors geldbedrag voor de onderzoekers, dus dat helpt. Als het stuk vervolgens geciteerd wordt, stijgt je h-index, en dat helpt weer in beoordelingsprocedures en beursaanvragen. BB

Prijs voor boek over Bilderdijk De Leidse letterkundigen Rick Honings en Peter van Zonneveld ontvangen de Gerrit Komrij-prijs voor hun biografie van de negentiendeeeuwse dichter Willem Bilderdijk. Het boek, De gefnuikte arend, verscheen vorige maand bij uitgeverij

Prometheus Bert Bakker. De schrijver, vertaler en criticus Komrij overleed in 2012. Het is de tweede keer dat de naar hem vernoemde prijs voor het onder de aandacht brengen van oudere literatuur wordt uitgereikt

Vlinderwens van Leidse hortus komt uit Dryas iulia, een passiebloemvlinder die voorkomt in Zuid- en Midden-Amerika, en vanaf volgend jaar ook in de Leidse hortus botanicus. De tuin won vijfduizend euro uit het Rabobank wensenfonds, een regionaal initiatief voor clubs, instellingen of stichtingen. De hortus won met een plan om de Victoriakas van vlinders te voorzien. De rupsen en poppen verwacht ze gratis te krijgen; het geld is voor netten, voederplankjes en een informatiebord. Studentenzeilvereniging De Blauwe Schuit geld voor nieuwe trainingszeilen. Foto Rogier van Vugt

Vierjaarstermijn vervalt, cum laude daalt naar 8 Er komt geen verplichte geldig­ heidsduur voor tentamens. En ver­ der wordt het cum laude verlaagd van 8,5 naar 8. Dat blijkt uit nieuwe examen- en onderwijsregelingen, die het college van bestuur heeft opgesteld. Dit model onderwijs en examenregelingen (OERen) werd maandag in de raadsvergadering besproken. Dat de geldigheidsduur van tentamens verdwijnt, is het gevolg van de discussie rond het wegsturen van rechtenstudenten die langer dan vier jaar over hun bachelor deden. De tentamencijfers van deze studenten vervielen na vier jaar en zij konden hun rechtenstudie niet afronden. Minister van Onderwijs Bussemaker floot de faculteit terug. De weggestuurde studenten krijgen nog een kans. Op bepaalde punten mogen facul-

teiten en opleidingen best afwijken van het model. De universiteitsraad vond echter dat Rechten teveel afwijkt en buiten haar boekje gaat. De raad wil dat alle tentamens minimaal vier jaar geldig zijn. Zo staat dat ook in huidige model OERen. Het college wil in het nieuwe model die termijn slechts de vier jaar adviseren. Afwijken moet mogelijk zijn, bijvoorbeeld als bepaalde kennis na vier jaar niet meer up-to-date is. Willen faculteiten en opleidingen echter van dit advies afwijken dan is er toestemming van het college nodig. ‘In de praktijk passen de faculteiten het kader van het college aan en dat is niet de bedoeling’, zei Sven Balfoort van personeelspartij Universitair Belang tijdens de raadsvergadering. ‘Het is goed dat het college controleert bij afwijkingen. Nog beter is als de raad een rol krijgt in de controle.

We willen er niet achteraf achter komen dat er iets gewijzigd is.’ Het college van bestuur stelt de norm voor het cum laude bij van gemiddeld een 8,5 naar een 8. De reden hiervoor is dat bij concurrerende universiteiten het cum laude op een 8 ligt. Leidse studenten die het minstens zo goed doen, zijn in het nadeel bij werkgevers. Extra eisen zijn er wel. Bijvoorbeeld alle vakken dienen minstens met een 7 te zijn afgerond. Voor de raad is dat wel een probleem. ‘Een goede student kan door ziekte of iets dergelijks een keer een zes halen’, zei Cynthia Pullen van studentenpartij BeP. ‘Een cum laude is niet meer mogelijk dan. Terwijl het gemiddelde van deze student mogelijk hoger ligt dan een 8.’ De raad pleit er ook voor een landelijke cum laude regeling. De Vereniging van Universiteiten moet dat regelen. VB


6  Mare · 5 december 2013 Achtergrond

Wie niet wreed is, is De (halve) biografie van Willem Frederik Hermans: dertig jaar in negenhonderd pagina’s Willem Frederik Hermans was de grootste schrijver ter wereld, schrijft Willem Otterspeer in het eerste deel van de langverwachte biografie De mislukkingskunstenaar. Maar hij was zeker niet de gelukkigste. ‘Zet je vriendelijkheid opzij en je schrijfmachine op tafel.’ ‘Al zeer, zeer jong, zeker op m’n derde, vierde, vijfde jaar had ik al een kolossale eerzucht. Een gevoel van de helezaak-in-m’n-zak-te-kunnen-steken. Doordat ik een vrij geïsoleerde jeugd heb gehad, werd dat enorm versterkt. Ik kan wel zeggen dat ik orgieën van superioriteitswaan heb gehad. Je kunt ook zeggen: gecompenseerde minderwaardigheidsgevoelens. Ik voelde me inderdaad heel jong al iemand die tot bijzondere dingen was voorbestemd.’ Aldus Willem Frederik Hermans (1921–1995), in een interview uit 1962. Voorbestemd tot bijzondere dingen was hij zeker. Als we biograaf Willem Otterspeer moeten geloven was Hermans ‘de grootste schrijver ter wereld, wiens noodlot het was te moeten schrijven in een van de kleinste talen ter wereld’. Die schrijver heeft nu zijn welverdiende biografie gekregen, of althans: het eerste deel ervan. Vorige week verscheen De mislukkingskunstenaar, dat de jaren 1921-52 bestrijkt. Drie decennia Hermans duren op papier maar liefst negenhonderd pagina’s. Geheel in de geest van De Grootmeester Zelve is daar alweer ophef over ontstaan (zie kader hieronder). Maar geen paniek: het gemok is een soort folklore. Zoals de ware Revianen het liefst teennagels van hun held verzamelen, zo blinken WFHfans vooral uit in elkaar het leven zuur maken. Voornaamste reden van de huidige kinnesinne: voor zijn biografie mocht Otterspeer als enige het Heilige der Heiligen betreden: het archief van Hermans met honderden brieven. Dat blijft voor de rest voorlopig nog gesloten - al lijkt daar in de huidige commotie ook onduidelijkheid over te bestaan. De mislukkingskunstenaar mag als titel dan een tikje pretentieus klinken, het is wel degelijk goed gekozen. Otterspeer, tevens hoogleraar universiteitsgeschiedenis in Leiden, laat overtuigend zien hoe Hermans van jongs af aan - op zijn minst in zijn eigen ogen - keer op keer wist te falen. Want ‘Wim’ mocht dan misDoor Frank Provoost

schien geloven te zijn uitverkoren, dat maakte het bestaan geenszins aangenaam. In het grauwe, verstikkende en liefdeloze gezin waarin hij opgroeide mocht niks en werd alle ondernemingsdrift gesmoord. De Amsterdamse bovenwoning was niet alleen te klein, maar ook te donker. Pa Hermans bezuinigde namelijk op stroom. Maar buiten spelen was ook weer uit den boze, want veel te gevaarlijk. Zo bleef er weinig over. ‘Eigenlijk was mijn teddybeer mijn enige vriend’, zei de schrijver erover. Op de lagere school werd hij als mollige betweter gepest (bijnaam: “Stijve Jezus”) en geslagen. En als hij tijdens de gymles van de evenwichtsbalk op zijn hoofd viel en uitriep: ‘Oooooh, nu kan ik helemaal niet meer denken!’ - dan droeg dat natuurlijk ook niet bij aan zijn populariteit. ‘Angst is het vruchtwater waarin ik ondergedompeld ben’, zou hij later schrijven in Een wonderkind of een total loss. De middelbare school is niet veel beter. Op het Barlaeus Gymnasium mocht bijna niets (‘Het leek wel of Wim Hermans thuis was’) en van ellende bleef hij in de derde klas zitten. Kon hij zich voorheen met zijn kinderlijke eigendunk nog identificeren met Gulliver tussen de dwergen, op de middelbare school werd hij literair volwassen. Het keerpunt is de uitvoering van Antigone van Sofokles, waarin hij met opplakbaard in het koor optreedt. ‘Het trof mij diep dat na de eerste ontknoping nog een tweede en derde volgden’, zou hij er later over zeggen. ‘De ene klap volgde de andere op, in een paar minuten tijds: wat mis was gegaan ging in hoog tempo nog veel misser.’ Het gevolg, schrijft Otterspeer: ‘Hij las zichzelf bij elkaar.’ Belangrijkste ontdekking: Franz Kafka. Zijn Nederlandse held: Multatuli. Alleen verslindt hij zoveel boeken dat de schoolbibliothecaris de opdracht krijg niets meer aan hem uit te lenen. Volgens de docenten gaat dat namelijk ten koste van zijn andere vakken. Ook wordt hem geadviseerd met zijn werk voor de schoolkrant te stoppen.

Onder professoren ‘Een geschrift dat mij niet bevalt, beschouw ik als een persoonlijke belediging’, zo verklaarde Willem Frederik Hermans zelf het venijn waarmee hij vakgenoten, tegenstanders en nietsvermoedende slachtoffers te kakken zette. ‘Wie kritiek uitoefent op de poëzie van een ander, die heeft het recht hem tot zijn diepste wezen te schaden, omdat poëzie die iemands diepste wezen niet is, geen rechten heeft.’ En dus noemde hij collega Max Dendermonde bijvoorbeeld een ‘fluitketel van lange adem’ die in zijn novelle Muziek in de herfst ‘zesenzeventig pagina’s túúúúút!’ deed. Geheel in die traditie brak een week voor De mislukkingskunstenaar verscheen de pleuris uit. Publicist Max Pam opende het bal in de Volkskrant, door het boek ‘broddelwerk’ te noemen. Raymond Benders, de oprichter van het W.F. Hermans Instituut (WFHI) dat opdracht gaf voor het boek, noemde het in NRC Handelsblad ‘een halffabricaat’. Volgens Leids emeritus hoogleraar Nederlandse letterkunde Ton Anbeek, ook van het WFHI, gaf het juist ‘wel degelijk een goed beeld’. Otterspeer sloeg Hermaniaans terug door Benders ‘een operettefiguur’ en ‘een gelubde variant op het weduwschap’ te noemen en Pam: ‘Pammetje Pet’. Op Facebook startten de makers van fanclubblad De Hermanskrant hun zogeheten Otterscheurkalender ‘met elke dag een lach om alwéér een fout in de WFH-biografie van de Leidse charlatan’. In Mare noemde Otterspeer hen vorig jaar ‘debielen en demonen’. En zo buitelen voor- en tegenstanders over elkaar heen: ze hadden er hun geliefde grootmeester geen grotere dienst mee kunnen bewijzen.

En zelfs wanneer het dan soms toch goed gaat, gaat het eigenlijk ook weer mis. Als het hem als enige tweedeklasser lukt om mee te doen aan een spreekbeurtwedstrijd voor bovenbouwers, is hij weer teleurgesteld dat hij vervolgens niet wint. Als na eindeloos leuren eindelijk zijn eerste kortverhaal ‘En toch… was de machine goed’ wordt gepubliceerd in het Algemeen Handels-

blad, wordt tot zijn grote spijt de kop veranderd in ‘De uitvinder’. En als hij het vorstelijke honorarium (16 gulden, terwijl hij wekelijks 15 cent zakgeld kreeg) wil stukslaan, zeggen zijn ouders: ‘Daar moet je die overhemden van betalen die we laatst voor je gekocht hebben.’ Het is die cocktail van valse eigendunk en voortdurende twijfel die Hermans uiteindelijk zo’n meedogenloze auteur maken.

Want zodra hij eenmaal de keus voor het totale schrijverschap heeft gemaakt, werd hij voorgoed een totale buitenstaander voor wie nog maar één vraag van belang was: ‘of er kopij inzit’. Dat gaf hem ‘het gevoel, mij door het schrijven volkomen verknoeid te hebben, dat ik mij daardoor voorgoed tot alleen maar een aandachtig toeschouwer in het leven gemaakt heb, dat ik, al ik met het spel mee


5 december 2013 · Mare 7

s nimmer gelukkig Hermans, de losbol Hoewel Willem Frederik Hermans toch vooral bekendstond als azijnpisser was hij toch ook een behoorlijke losbol. ‘Ik geloof dat de enige werkelijke behoeften van een man roken, sexueel verkeer en (in gedegoûteerde stemmingen) lezen zijn’, schreef hij, kort na zijn besluit dat hij alleen maar schrijver kon zijn. Hij houdt er verschillende affaires op na, al dan niet met vrouwen die al bezet zijn. En als hij na de oorlog een baantje vindt als tolk voor de bevrijders (‘Wie voor de Canadezen werkt heeft nooit een lege maag’) slaat hij zijn salaris stuk bij de hoeren. Getuigen schrijven dat hij ‘een glas bier leeggooide in de jurk van een van de prostituees’ of voor de verandering de eigenaresse van een bordeel overhaalt te strippen. Soms gaat de literatuur voor betaalde liefde. ‘Ik heb gepast, want ik wou woensdag voor ik wegging nog wat van Sartre kopen.’ Al blijkt dat de volgende ochtend niet te zijn gelukt, want ‘toen ik thuis kwam bleek ik in plaats van Satre een grote fles pernod te hebben gekocht.’ Als bohemien lift hij verschillende keren naar Brussel en Parijs. Trots verklaart hij over zijn veroveringen: ‘We hebben ze kalmpjes bij maanlicht afgelikt.’ En zelfs tijdens literaire weekenden misdraagt hij zich. Tijdens een uitje van tijdschrift Parade der Profeten klimt hij ’s nachts in het bed van een willekeurige vrouw klom om ‘minder eerbare voorstellen’ te doen. De vrouw, die getrouwd is, waarschuwt de organisatie en de volgende ochtend wordt Hermans door de marechaussee opgehaald. Uiteindelijk zal hij breken met zijn stelregel ‘geen vriend, vaderland of vrouw’ van het totale schrijverschap. Op 4 juli 1950 trouwt hij met Surinaamse Emmy Meurs. Want, zei hij: ‘Er moet toch iemand je broeken verstellen, je boterham klaarmaken.’ Maar, zo verklapt Willem Otterspeer in De mislukkingskunstenaar: ‘Dat waren nu net de dingen waar Emmy geen flauw benul van had.’

Tijdens de verfilming van De donkere kamer van Damokles poseert Hermans in een Duits uniform. Biograaf Willem Otterspeer schrijft in De Mislukkingskunstenaar: ‘Wat bedoeld was als een grapje in de film, was tegelijk een verwijzing naar een werkelijkheid waarin Hermans voor fascist werd uitgemaakt.’ Foto Ed van der Elsken/Nederlands Fotomuseum

wil doen, komedie moet spelen, iets wat ik in anderen in geen geval duld. De gewoonte zichzelf als romanheld te zien raakt men niet meer kwijt.’ En hoewel ook zijn omgeving daarover klaagde, leed hij er zelf nog het meest aan, omdat ‘ikzelf nog altijd mijn voornaamste proefkonijn ben. Van de Röntgenstralen worden de doktoren die ermee omgaan op den duur zelf de dupe.’ Uit de talloze aantekeningen-

boekjes en agenda’s heeft Otterspeer de prachtigste tegelwijsheden uit het Hermans-universum opgevist, die deze houding ondersteunen. ‘Een geweten is altijd een slecht geweten.’ Of: ‘Ik voel mijzelf zo veilig als ik aan iemand de pest heb.’ En: ‘Wie niet wreed is, is nimmer gelukkig.’ In een van zijn agenda’s deed hij een voorstel voor een familiewapen. Bijbehorende tekst: ‘Ick niet’. Een bevriend auteur geeft hij het advies: ‘Zet je

vriendelijkheid opzij en je schrijfmachine op tafel.’ Het verklaart volgens Otterspeer ook het enige echte harde nieuws uit de biografie dat hij al eerder onthulde. Hermans meldde zich in de oorlog vrijwillig aan bij de Kultuurkamer, het instituut van de Duitse bezetter waarvan kunstenaars lid moesten worden. Hij wilde koste wat kost schrijver zijn, aldus de biograaf. ‘Als hij daarvoor zijn ziel aan

de duivel moest verkopen, kon hem dat niets schelen.’ Hij was niet fout én niet goed, maar ‘heeft zich vooral afzijdig gehouden’. Of in Hermans’ eigen woorden: ‘Alle geestdrift voor ideeën, zoals wereldvrede, ontwapening, communisme, fascisme en het illegale verzet, hebben mij altijd meer met afkeer vervuld dan met aandrang eraan mee te doen. Ik leef niet in de wereld, ik hang ertegenaan.’ Een mooie zacht-nieuws-onthulling is dat zus Corry helemaal niet de feeks was waarvoor Hermans haar altijd heeft gehouden. Sterker nog: ze was ‘de belangrijkste gestalte in zijn leven en zijn werk’. Uit de opgediepte correspondentie blijkt dat de twee wel degelijk een innige band hadden en samen een geheim verbond vormden tegen de kilheid van pa en ma. Dat hij haar als auteur als ouwelijke en afstandelijke betweter afschilderde die hij haatte, was een verdedigingsmechanisme. Hij kon het namelijk niet verkroppen dat ze aan het begin van de oorlog zelfmoord pleegde, samen met een getrouwde neef en corrupte politieman met wie ze stiekem een verhouding had. Otterspeer: ‘Die dag, de 14de mei 1940, zag de geboorte van het belangrijkste motief in zijn werk: de dubbelganger. De dag dat de zuster stierf werd de schrijver geboren: Narcissus op zoek naar Echo.’ Maar hoe belangrijk en dramatisch ook, het rechtvaardigt niet waarom er van de dubieuze neef behalve liefdesbrieven ook nog een Sinterklaasgedicht moeten worden afgedrukt. Beperken blijkt niet Otterspeers sterkste kant. Welke rapportcijfers hij voor alle vakken in alle klassen haalde; waar, wanneer, welke docenten vroeger waarop waren gepromoveerd, en bij wie; wat er precies van Chopin in het Concertgebouw werd gespeeld (‘voor de pauze 24 Preludes, op. 28, erna 12 Etudes, op. 25’); welke plekken er tijdens een trip door Spanje allemaal zijn bezocht, inclusief aankomsttijden, hotels, aantal dagen en prijs van verblijf, etc, etc... Het is allemaal ballast en de bio-

graaf weet het zelf ook. Als Hermans met mede-redacteur Fokke Sierksma naar Groningen reist om te onderhandelen over het voortbestaan van hun tijdschrift Criterium is het prachtig om te lezen dat ze om te bezuinigen samen één bed delen. Maar wat te denken van: ‘En voor de verzamelaar van zinloze details: de kosten van het bezoek, netjes opgetekend in de agenda, bedroegen: trein 16.60; logies/ontbijt 12.50; lunch 6.50; diner 2x: 12.50, borrel Sierksma: 9’? En dus schrik je je alsnog een hoedje wanneer je op pagina 466 ontdekt nu pas bij de paragraaf ‘De eerste boeken’ te zijn aanbeland. Driehonderd pagina’s later is de poëtica van de schrijver weliswaar prachtig uitgediept, maar is er nog maar een fractie van het oeuvre voorbijgekomen, met Conserve, De tranen der acacia’s en Ik heb altijd gelijk als enige romans. Je weet dat het korter had gekund en dat de beste boeken, felste vetes en heetste hangijzers nog moeten komen. Bovendien bungelt er uit het eerste deel nog een behoorlijke kluwen losse eindjes die nog netjes dienen te worden afgehecht. Hermans mag dan weliswaar zelf meerdere malen hebben verklaard ‘altijd weer hetzelfde boek te schrijven’, het is zeer de vraag of dat allemaal in Deel 2 past. Aan Otterspeers werkgever waarvoor hij nog het laatste deel van de universiteitsgeschiedenis Groepsportret met Dame moet voltooien - zal het in ieder geval niet liggen, blijkt uit de dankbetuiging: ‘Ik dank ook mijn eigen Leidse universiteit, die mij vanaf het begin van dit project voor en dag per week beschikbaar stelde. Dat het tegen het einde van het traject veel meer werd dan een dag, werd met het stilzwijgen van een echt liberale instelling geaccepteerd.’ Nu maar hopen dat de biograaf zich tot ware ‘slagingskunstenaar’ weet te ontpoppen. Willem Otterspeer, De mislukkingskunstenaar. Willem Frederik Hermans biografie deel 1 (19211952) De Bezige Bij, 864 pgs. € 39,90


8  Mare · 5 december 2013 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Nieuwe begeleiders gezocht voor bijles/huiswerkbegeleiding Buurthuis Vogelvlucht Leiden-Zuid. Acht leerlingen basisonderwijs groep 7 en drie leerlingen groep 4 en 5 helpen met begrijpend lezen, spelling en rekenen. Zes leerlingen uit groep 6 hulp bij lezen, woordenschat en rekenen. Drie leerlingen met vergoeding van €5,- en €7,- per les. Voortgezet onderwijs: één leerling MBO, rekenen en Engels. Leiden-Noord zoekt begeleiders voor 18 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 7, waarvan vijf met ver-

goeding. Voortgezet onderwijs, hulp voor: Iraaks meisje, Engels, 4vmbo. Marokkaanse jongen, Nederlands, studievaardigheid bij leervakken, 2havo. Marokkaans meisje, Nederlands, Engels, brugklas vmbo-havo. Somalisch meisje, wiskunde, 3vmbo. Marokkaanse jongen, Nederlands, Engels, brugklas. Marokkaans meisje, natuurkunde, 2vwo. Marokkaanse jongen, wiskunde, biologie, brugklas. Marokkaans meisje, wiskunde, studiebegeleiding, brugklas. €5,- per les. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do, 15-17u. Tel: 071-5214526. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl. Ga deze zomer mee naar India Heb jij zin om vrijwilligerswerk te doen met straatkinderen in India? Ben je tussen de 18 en 25 jaar oud? Bezoek dan www.samen.org en meld je aan voor onze groepsreis.

Brief In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar redactie@mare.leidenuniv.nl

Reorganisatie godsdienstwetenschappen In reactie op het artikel ‘Godsdienstwetenschappen gaat reorganiseren’ Mare 11 (28 november), uiten wij opnieuw onze zorgen. De uitspraken die decaan Van den Doel in het artikel doet getuigen van een neerbuigende en ongeïnteresseerde houding tegenover de studenten aan ons instituut, maar ook tegenover studenten in het algemeen. Wij wijzen hierbij graag op de uitspraak: “Dat is te ingewikkeld voor Mare”. Onder de leiding van Van den Doel is de besluitvorming ontransparant, de communicatie nihil, is er geen sprake van bereidwilligheid de studenten aan te horen en er wordt met dedain op de studentengeleding neergekeken. Deze problematiek is bovendien niet alleen bij godsdienstwetenschappen aan de orde. Ook bij eerdere reorganisaties binnen geesteswetenschappen is de studentengeleding verwaarloosd, werd zij nauwelijks gehoord of serieus genomen en werden loze beloften gedaan. Zo is de studenten van Hebreeuwse en Joodse studies beloofd dat ondanks het feit dat hun studie zou verdwijnen, de expertise behouden zou worden.

Een aanzienlijk deel van die expertise is tot op heden te vinden in het instituut voor godsdienstwetenschappen, maar zal na de reorganisatie waarschijnlijk praktisch verdwenen zijn. Dit doet ons afvragen in hoeverre de belangen van de studenten een rol spelen in de beslissingen van het faculteitsbestuur. Zeer opvallend vinden wij dat Van den Doel in de veronderstelling lijkt te verkeren dat de Notie van Treurnis die wij als reactie bovengenoemde zaken schreven, slechts aan de Rector Magnificus is gericht. Dit ondanks het feit dat Decaan Van den Doel zowel genoemd wordt in de aanhef, als de Notie in tweevoud heeft ontvangen. Op onze website www.tfls.nl is de volledige Notie te lezen. Wij zouden graag een verklaring zien voor het tot op heden uitblijven van reactie vanuit het faculteitsbestuur en Decaan van der Doel. Maar ja, die verklaring zal dan wel weer te ingewikkeld zijn voor in de Mare… Bestuur T.F.L.S.

Studievereniging Godsdienst­ wetenschappen

Literair talent opgelet!

Win € 250 met Mare-kerstverhalenwedstrijd

Schrijf een ­verhaal van tussen de 1500 en 2000 ­woorden en win €250, €75 of €50. Oproep van juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail uiterlijk 12 december naar redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten

Academische Agenda Maltreatment: Impact on Cognition and the Brain’. Promotoren zijn Prof.dr. B.M. Elzinga, Prof.dr. Ph. Spinhoven en Prof dr. B.W.J.H. Penninx (VU A’dam). Mw. S.C.P.M. Theunissen hoopt op dinsdag 10 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Psychopathology in hearing-impaired children’. Promotoren zijn Prof. dr.ir. J.H.M Frijns en Prof.dr. C.J. Rieffe. Dhr. M.L. Titre hoopt op dinsdag 10 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Thinking Through the Guitar: the Sound-Cell-Texture Chain’. Promotor is Prof. F. de Ruiter. Dhr. E. Woldhuis hoopt op woensdag 11 december om 8.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Foam Rheology near the Jamming Transition’. Promotor is Prof.dr. M.L. van Hecke. Dhr. P. Haazebroek hoopt op woensdag 11 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘On the dynamic interplay between perception and action. A connectionist perspective’. Promotor is Prof.dr. B. Hommel. Mw. A. Voorthuis hoopt op woensdag 11 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Future Parents: Childhood experiences, oxytocin and emotion recognition skills’. Promotoren zijn Prof.dr. M.J. Bakermans-Kranenburg en Prof. dr. M.H. van IJzendoorn.

Mw. M.E. Hollander-Gijsman hoopt op woensdag 11 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Out of the box. Moving from categories to dimensions in the phenomenology of depression and anxiety’. Promotor is Prof.dr. F.G. Zitman. Dhr. L. Rademaker hoopt op woensdag 11 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Fermions and Bosons: Excitons in strongly correlated materials’. Promotoren zijn Prof.dr. J. Zaanen en Prof.dr.ir. H. Hilgenkamp. Dhr. S.F.A. Askar hoopt op woensdag 11 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Cellular and Molecular Mechanisms of Arrhythmias in Cardiac Fibrosis and Beyond: From Symptoms to Substrate towards Solutions’. Promotor is Prof.dr. M.J. Schalij. Mw. M. de Juan Ovelar hoopt op donderdag 12 december om 8.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Imaging polarimetry for the characterisation of exoplanets and protoplanetary discs. Scientific and technical challenges’. Promotor is Prof.dr. C.U. Keller. Mw. D.A. Dam-de Jong hoopt op donderdag 12 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘International Law and Governance of Natural Resources in Conflict and Post-Conflict Situations’. Promotoren zijn Prof.dr. N.J. Schrijver en Prof.dr. L.J.

‘Hallo Minervanen!, één van jullie paps’en of mam’sen is vast toonaangevend architect, en anders hebben jullie wel vrindjes en vrindinnetjes bij bouwkunde in Delft. Laat ze eens kijken naar die pikdonkere, stinkende begane grond van jullie, en laat ze ’s wat accenten bedenken voor jullie op zichzelf redelijk karakteristieke maar overigens ook ongenaakbare gevel aan de straatzijde?!’ Stadsverbeteraar Gijsbert van Es doet een cringeworthy poging om de lullo’s in hun eigen taal aan te spreken. (Leiden.nu, 8 november)

ser, maar ik geloof niet dat ik dat in werkelijkheid ben. Ik heb maatschappelijk effect. Ik schrijf boeken die gelezen worden en houd overal verhalen. Een groot deel van de universiteit is publiek gefinancierd. Dan moet je dus ook aan het publiek vertellen waarom je dat onderzoek doet. Er zou een manier moeten komen om de diversiteit onder wetenschappers te waarderen.’ Hoogleraar publiek begrip van wetenschap Bas Haring – één publicatie in Web of Science – legt uit dat er meer dat er meerdere wegen naar Rome leiden. (Trouw, 8 november)

Maar er stond bewaking bij Hoogleraar geschiedenis van de natuurwetenschappen Frans van Lunteren krijgt vast nog wel eens een kans. (Haarlems Dagblad, 26 november).

‘Instant religie, plug & play, panklare bijbelbeleving. Een shotje zingeving recht in de aderen. Het is die onoprechte zoektocht naar de authentieke geloofservaring die van Jezus een hipster maakt en van de kerk een meditatiecentrum. Begrijpelijkerwijs klampen kerken zich in tijden van leegloop vast aan elke zweefreflex van de hedonistische dipdertiger, maar hoe duurzaam zal die aanwinst zijn voor de schare?’ Historici Daan Spaargaren en Geerten Waling over de ‘dertigersdip’ en de rol die religie daarin moet spelen. (Trouw, 13 november)

‘Als sponsor kan uw bedrijf of organisatie het mogelijk maken om Tyrannosaurus rex, de Nachtwacht van de natuurhistorie, naar Nederland te halen.’ NCB Naturalis formuleert de Beavis & Butthead van de Brakke Bedelbrieven... (Naturalis.nl)

Prof.dr. N.J.A van der Wee zal op vrijdag 6 december om 16:00 uur een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij de faculteit der Geneeskunde met als leeropdracht Psychiatrie, in het bijzonder Biologische Psychiatrie. Dhr. F. Versluis hoopt op maandag 9 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Peptide amphiphiles and their use in supramolecular chemistry’. Promotor is Prof.dr.ir. J.G.E.M. Fraaije. Dhr. K.S. Wang hoopt op dinsdag 10 december om 8.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Small scale kinematics of massive star-forming cores’. Promotor is Prof.dr. E.F. van Dishoeck. Mw C. Cunha Oliveira hoopt op dinsdag 10 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Alternative antigen processing and presentation pathways by tumors’. Promotor is Prof.dr. S.H. van der Burg. Mw. Z. Di hoopt op dinsdag 10 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Development of automatic image analysis methods for high-throughput and high-content screening’. Promotor is Prof.dr. B. van de Water. Mw. A.L. van Harmelen hoopt op dinsdag 10 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Childhood Emotional

van den Herik . Mw. K.M.P Setiawan hoopt op donderdag 12 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Promoting Human Rights: National Human Rights Commissions in Indonesia and Malaysia’. Promotor is Prof. dr J.M. Otto. Mw. M.A.L. Legendre hoopt op donderdag 12 december om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Pouvoir et territoire: L’administration islamique en Moyenne-Égypte pré-ṭūlūnide (642-868)’. Promotor is Prof.dr. P.M. Sijpesteijn. Dhr. C.M. Tankou hoopt op donderdag 12 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Interactions of Human Mobility and Farming Systems and Impactson Biodiversity and Soil Quality in the Western Highlands of Cameroon’. Promotoren zijn Prof.dr. G.R. de Snoo, Prof.dr. G.A. Persoon en Prof.dr.ir. H.H. de Iongh. Mw. Y.M. Drewes hoopt op donderdag 12 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Strategies in preventive care for older people’. Promotoren zijn Prof.dr. J. Gussekloo en Prof.dr. W.J.J. Assendelft. Mw. Y. Zhu hoopt op donderdag 12 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Expression and recognition of emotion in native and foreign speech’. Promotor is Prof. dr. V.J.J.P. van Heuven.

“…”

Jezus als hipster

‘Persoonlijke ervaringen en sommige recente wetenschappelijke schandalen, hebben mij doen concluderen dat vegetariërs a-sociaal zijn.’ Stelling in het proefschrift van archeoloog Mark Sier. (13 november) ‘Volgens de formele criteria ben ik een academische prut-

‘Van File-pijn naar de Filipijnen’ …maar wordt nog overtroffen door een groep studenten die met een ambulance naar de Filipijnen willen. (e-mail, 18 november) ‘De Leidse studenten hadden geen passend antwoord op het spel van Oemoemenoe.’ Het Leidsch Studenten Rugby Gezelschap verloor in Middelburg van de club met de Beste Naam Ooit. (De Faam, 10 november) ‘Ik had de neiging mijn facsimile van de eerste druk van Newtons Principia mee te nemen en die om te ruilen tegen het origineel. Als niemand keek.’

‘De superioriteit van de Europese cultuur gaat tegenwoordig kennelijk gepaard met onopgemerkt doodgaan zonder begraven te worden.’ Hoogleraar rechten Afshin Ellian interpreteert op geheel eigen wijze hoe iemand tien jaar dood in haar huis kan liggen. (Elsevier.nl, 29 november) ‘Niet links-, rechts-, of religieus extremisme maar de breed gedeelde antidemocratische gevoelens onder de hoogopgeleide klasse vormen de grootste bedreiging voor de stabiliteit van onze samenleving.’ Stelling in het proefschrift van fysicus en SP’er Louk Rademaker. (11 december) ‘Als veel studenten een diploma halen, zeggen mensen: jullie hebben het niveau verlaagd. Maar als te weinig studenten afstuderen, is het verwijt dat het onderwijs niet uitdagend genoeg is en de studenten te lui.’ Tegelijkertijd ziet Karl Dittrich, baas van universiteitskoepel VSNU, dat ‘het productiviteitsdenken op een aantal punten is doorgeschoten.’ (NRC Handelsblad, 30 november) ‘De inzet van dit soort technieken (het hacken van webfora, red) zonder controle, betekent dat je een pijler onder de rechtsstaat wegzaagt. Onder het mom van het beschermen

van de rechtsstaat, ondermijnt de AIVD diezelfde rechtsstaat.’ Hoogleraar recht in de informatiesamenleving Gerrit-Jan Zwenne. (NRC Handelsblad, 30 november) ‘Het is een oud argument, maar Jan-Peter Balkenende mocht wel aanschuiven bij de G20 en Mark Rutte niet. Dat ligt echt niet aan Ruttes kwaliteiten maar heeft met tal van zaken te maken. Het wordt nooit uitgesproken - diplomaten zijn beleefd - maar men heeft heel goed in de gaten dat Nederland nu met het uitsturen van commando’s naar Mali een forse verantwoordelijkheid neemt.’ Mogen is zo’n missie wel waard, suggereert Prof. Jaap de Hoop Scheffer. (Tubantia, 26 november) ‘Het College staat altijd paraat voor scheiding tussen kerk en staat. Besluiten over Pieterbaas laten wij aan Sinterklaas.’ Student Daan Sloos van Leefbaar Leiden had het Leidse stadsbestuur gevraagd om ‘pikzwarte Pieten’ te garanderen, en kreeg een antwoord op rijm. (Sleutelstad.nl, 27 november) ‘Er komen heel veel goede medicijnen aan, maar die zijn duur. Straks moeten we moeilijke keuzes gaan maken. Ik wil niet dat de patiënt de dupe wordt. En ik wil de discussie al helemaal niet in de spreekkamer voeren.’ En de politiek wil de handen daar niet aan branden. Oncoloog Prof. Hans Gelderblom wil daarom dat artsen zelf afspraken maken over hoe duur kankerzorg mag zijn. (de Volkskrant, 29 november)


5 december 2013 · Mare 9 Wetenschap

Sterrenkijken door een zonnebril Astronomen spotten exoplaneten met gepolariseerd licht Een Leidse promovenda gebruikte gepolariseerd licht om onderzoek te doen naar planeten buiten ons eigen zonnestelsel, en de grote stofschijven waar ze uit ontstaan. ‘Mijn familie vraagt telkens of ik al een buitenaardse beschaving heb gespot.’ Straks gaan we het over buitenaardse wezens hebben. Eerst is het echter handig als u een springtouw in gedachten neemt. Zo’n lange, waar je in één keer een halve basisschoolklas over kan laten struikelen. De twee kindertjes die het touw vast hebben, kunnen het allerlei bewegingen laten maken. Grote slagen voor in-spin-debocht-gaat-in, een golfbeweging die haaks op de grond staat, of juist evenwijdig daaraan. Licht gedraagt zich ook als golf, en net als het springtouw kan de golfbeweging verschillende richtingen hebben. Dan noemen we het ongepolariseerd. Het kan echter ook gebeuren dat alleen bepaalde oriëntaties over blijven. Als u twee paaltjes dicht bij elkaar op het schoolplein zet, kan het touw daartussen alleen maar verticaal golven. Als u een polaroid-zonnebril opzet, komt alleen licht met een klein aantal richtingen nog op uw oog. Dan hebben we het over gepolariseerd licht. De polariseerbaarheid van licht Door Bart Braun

is reuze interessant voor wetenschappers. Biochemici gebruiken het om vrijwel identieke moleculen uit elkaar te houden, maar de echte kunststukjes worden verricht in de sterrenkunde. Polarimetrie – het meten aan gepolariseerdheid - helpt ze begrijpen hoe de zon werkt, en waar het spul tussen de sterren van gemaakt is. Promovenda Maria de Juan Ovelar gebruikt het om onderzoek te doen naar zogeheten protoplanetaire schijven. Rondom jonge sterren zit soms een platte wolk van stof en ijs en rotsblokken, die zich nog uit moet kristalliseren in een planetenstelsel. ‘Het is een jong onderzoeksgebied’, legt ze uit. Het probleem is dat je in het donker werkt als je door een zonnebril gaat kijken. ‘Als je polarimetrie-onderzoek doet naar de zon, houd je genoeg licht over om mee te werken, maar van een verre ster krijg je maar weinig licht, en slechts een klein beetje daarvan is gepolariseerd.’ Maar met het licht dat je overhoudt, kun je wel mooie dingen doen. Een ster geeft heel veel licht, en een gedeelte van dat licht wordt verstrooid in de protoplanetaire schijf. Bij die verstrooiing raakt een gedeelte van het licht gepolariseerd. Als je nou al het ongepolariseerde licht wegfiltert, krijg je dus een beter beeld van de schijf. ‘De truc is dat je moet uitvogelen hoe je dat wegfilteren precies moet doen’, vertelt De Juan Ovelar: ‘Het gaat nog niet

perfect, je houdt een halo over rond de ster.’ Wat werkt met schijven, zou ook kunnen werken met planeten. Die zijn echter per definitie kleiner, en leveren dus minder data. De astronome heeft hard gerekend aan de planeten rond de ster HR 8799. Daar draaien een paar werkelijk gigantische bollen – stukken groter dan onze plaatselijke reus, Jupiter – op relatief grote afstand rond hun zon. Ze zijn zo heet dat ze gloeien, en op dat licht kun je polarimetrie bedrijven. Dat levert je informatie op over hun samenstelling en de manier waarop ze om hun as draaien, in theorie. In de praktijk schraapten De Juan Ovelar en haar collega’s zorgvuldig alle gemeten licht bij elkaar, en bleek het net te weinig. ‘Ik was een paar keer echt blij, en toen weer teleurgesteld’, blikt ze terug. Ze hoopt dat het werk straks, na haar promotie, nog kan worden afgemaakt. Aan het probleem van het schaarse licht wordt overigens hard gewerkt. Europese sterrenkundigen bouwen aan een nieuwe reuzentelescoop, de European Extremely Large Telescope. Hij komt in Chili te staan, gaat meer dan een miljard euro kosten, en moet in 2022 aan de bak. De promovenda besteedt een gedeelte van haar proefschrift aan berekeningen van hoeveel meer sterrenkundigen daarmee kunnen zien. Ze blijft echter sceptisch over de mogelijkheid om buitenaards leven

te vinden. ‘Mijn familie vraagt me om de zoveel tijd of ik al een buitenaardse beschaving heb gespot. Het gaat zeker lukken om meer planeten te vinden die op de juiste afstand van hun ster staan om vloeibaar water te hebben. Het zal vast mogelijk worden om metingen te doen aan de atmosfeer van planeten.’ Dat kan op zich een belangrijke aanwijzing geven: een atmosfeer met veel zuurstof erin is instabiel. Op aarde zit er zoveel zuurstof in de lucht omdat planten en sommige bacteriën dat de hele dag uitademen. Een buitenaardse astronoom met zijn eigen reuzentelescoop zou aan onze lucht kunnen zien dat er op onze planeet iets aan de hand is. De Juan Ovelar: ‘Een aanwijzing, inderdaad. Maar bewijs? Ik zie niet in hoe we dat ooit zouden kunnen. Ik weet dat er bij NASA mensen rekenen aan hoe planten licht verstrooien. Daarbij raakt het gepolariseerd, en dat zou je in theorie kunnen meten.’ Haar stem dwaalt wat af. Hier klinkt de frustratie door van iemand die maanden van haar leven tevergeefs heeft geprobeerd om dat met een complete planeet te doen, in plaats van met een bos op een veel kleinere planeet. ‘Veel mensen verwachten dat we het gaan vinden, maar ik zie het echt niet gebeuren.’ Maria de Juan Ovelar, Maria de Juan Ovelar, Imaging Polarimetry for the Characterisation of Exoplantes and Protoplanetary Discs. Promotie: 12 december

Slangengenomen Een internationaal team van biologen en genetici heeft de genomen van de koningscobra en de tijgerpython ontrafeld. De twee studies verschenen deze week in het Amerikaanse wetenschapsblad PNAS. Biologen Christaan Henkel en Mike Richardson van de Universiteit Leiden zijn co-auteur bij beide studies, televisiebioloog Freek Vonk is eerste auteur van het cobra-onderzoek en schreef mee bij de python. Slangen blijken snel te evolueren, voor gewervelde dieren. De twee onderzochte beesten zijn allebei extreme dieren. Het genoom van de koningscobra verraadt de miljoenen jaren durende wapenwedloop tussen gifslang en prooidier, waarbij de een steeds weer op een andere manier giftig wordt, en de ander daar weer resistentie tegen opbouwt. Tijgerpythons kunnen op een geweldige manier hun stofwisseling omgooien. Ze eten zelden, maar als ze het doen, gaat het ook om een prooi die bijna net zo groot is als zijzelf. De organen die bij het verteren helpen, kunnen binnen 48 uur tweeënhalf keer zo groot worden. Mogelijk helpt kennis over het pythongenoom ooit bij het behandelen van stofwisselingsziektes, opperen de onderzoekers.

Ongevuld gat In sommige materialen kunnen zogeheten excitons ontstaan. In plaats van dat er op elke daarvoor geschikte plek in het materiaal een elektron zit, hebben sommige elektronen een bupsje gekregen, zodat er op de ene plek twee elektronen zitten. Op de andere plek, waar eigenlijk dat tweede elektron zou moeten zijn, zit een ‘gat’. Dat gat en het paartje zijn natuurkundig aan elkaar gebonden, en heten samen een exciton. Normaal gesproken vervalt die toestand snel, maar in theorie kan je ultradunne sandwiches maken van twee soorten materiaal, waarbij dat niet gebeurt. Dan krijg je juist heel veel excitonen, die met elkaar samenwerken in een excitonencondensaat. Theoretisch fysicus Louk Rademaker beschrijft in zijn proefschrift hoe zo’n samenwerkingsverband er precies uit zou zien als die sandwich gemaakt is van zogeheten cupraten – koperverbindingen met zeldzame aarden erin. Zo zou een stroom die door zo’n sandwich loopt, geen weerstand moeten hebben. Rademaker hoopt komende woensdag op zijn rekenwerk te promoveren. Hij hoopt ook dat het ooit gaat lukken om daadwerkelijk zulke cupraatsandwiches te maken.

Geitenpoep

Artist impression van een protoplanetaire schijf. Het licht van de ster in het midden wordt door de schijf op een bijzondere manier verstrooit, en dat stelt sterrenkundigen in staat om slimme metingen te doen. Credit: ESO.

De Leidse archeoloog Frido Welker studeerde af op eeuwenoude geitenpoep, en publiceert er nu ook over in het Quarternary Journal. In de Middellandse Zee liggen wat eilandjes die nu bij Spanje horen, de Balearen. Op die eilanden woonde een unieke geitensoort, de Myotragus balearicus. De geit was het grootste beest op Ibiza en omstreken, en daaraan evolutionair aangepast: kleinere hersens, minder wendbaar, de ogen meer naar het midden van de kop, omdat er toch geen roofdieren gespot hoefden te worden. Een sitting duck voor de eerste de beste rover, kortom. Zo’n vijfduizend jaar geleden kwamen daar de eerste mensen aan, en niet veel later was de Balearengeit uitgestorven. Was dat de schuld van de mensen? Welker en een indrukwekkende lijst van archeologen, DNA-kenners en bottenexperts gingen aan de slag met dit duizenden jaren oude moordmysterie. Eeuwenoude geitendrollen werden uit elkaar gepeuterd, om te speuren naar stuifmeel en planten. Zo bleek dat de Myotragus balearicus erg afhankelijk was van een bepaalde buxus-soort. Die soort is waarschijnlijk ten onder gegaan toen het klimaat droger werd, en nam de geit met zich mee. Het is in elk geval niet alleen de schuld van de mensen, concluderen Welker en co. Mogelijk is er verband en zorgde de droogte voor de komst van mensen.


10  Mare · 5 december 2013 English page

Desert weight-loss myth “Miracle” drug is in danger of extinction

The Bushmen eat Hoodia gordonii so that they feel less hungry and thirsty when hunting.

Hoodia gordonii, a plant with anorectic properties, is now used in so many weight-loss products it needs to be protected. Leiden botanists were instrumental in the development of a DNA test to trace the plant. By Bart Braun Life in the desert is tough: it is hot all day, cold at night and always bone dry. The few creatures and plants that live here are hardy and persistent. Anything that can survive in this wilderness has developed unique tricks to deal with the scarcity of food and water.

For instance, centuries ago, the Bushmen of the Kalahari and the Namib deserts in southern Africa learned how to use one of the indigenous plants. At first glance, Hoodia gordonii looks like a cactus but closer examination reveals it to be related to the periwinkle. The Bushmen eat it so that they feel less hungry and thirsty when hunting. Obviously, it is an appetite suppressant, which sounds good because the world beyond the Kalahari suffers from too much rather than too little. Two thirds of Americans are overweight, about half the Dutch population is too fat and the rest of the world is well on its way to catch-

ing us up: China, India and even Bangladesh have a growing percentage of chubby people. The world could use a little help to lose weight and this tiny plant seemed promising. However, attempts to reproduce the effective substance of Hoodia were abandoned when it proved too difficult. Consequently the plant was added to all sorts of dubious weight-loss remedies, which soon acquired a bad reputation as greedy pill peddlers ignored botany and did not scruple to use all sorts of weeds – more often than not, the drugs didn’t even contain the right plant. Meanwhile, things have made a U-turn and the problem is now that

weight-loss pills do contain Hoodia gordonii. The plants in the Kalahari were sufficient for one or two groups of Bushmen, but not for millions of fatties and as a result, the plant is an endangered species. The international CITES treaty that prohibits trade in ivory and pandas, etc. has added the plant to its long list of protected species and Customs seize any plant they discover. The problem is that while a Customs officer is quite capable of recognising a panda, he or she has more trouble inspecting crumbled bits of plant in a grimy powder from Africa. A chemical test was designed to reveal the presence of the effective substance but it also sounded the alarm for other plants related to a greater or lesser extent to Hoodia. An attempt to produce a test that could trace only H. gordonii’s DNA failed because the products contained too little DNA; DNA disintegrates gradually into small lumps, particularly if it is hot, which Africa tends to be. Biologist Barbara Gravendeel is expert at working with tiny amounts of damaged DNA. Her job – at the university, Naturalis and Leiden’s University of Applied Science – entails searching for ancient plant material to find out what an extinct animal ate, for example. Working with extremely old DNA requires dedication, clever arithmetic and quite a lot of extra hygiene to make sure researchers don’t wind up examining their own hereditary material, but she manages all that in the Naturalislab in the Van Steenis Building. Recently, she teamed up with Customs and her student Gerard Gathier to create a DNA test that specifically reveals the presence of Hoodia gordonii. “The advantage is that is also works if the manufacturer uses

young plants which don’t yet produce the effective substance. Customs can use our test in their own DNA lab”, the biologist explained. The test is not quite perfect: “We tried samples in which the DNA had evidently degenerated so much we couldn’t be sure whether it contained any Hoodia or not. Our publication on the test in the Journal of Forensic Sciences focuses more on the method.” She has worked with Customs before, having previously developed methods to trace calla from India and to check for traces of prohibited plants in sticks of incense. “Usually Customs are very cautious about lending goods they have seized, but they wanted to work with us, partly because we can use Naturalis’ plant collection as a reference, and in return we design these methods for them. We are setting up a project with Customs to recognise species of animals by their DNA in seized consignments of bushmeat.” Anyway, obese people who don’t care about endangered plants are still better off avoiding anything containing Hoodia. Just because a Bushman can hunt more efficiently for a few days longer after consuming it does not mean to say that he – let alone you - will grow thinner in the long run. And it certainly doesn’t mean that the plant is safe: a Canadian study from 2010 attempted to compare all the research on this weight-loss plant, but established that no adequate studies into the effectiveness and safety of the plant were available in public data banks. Eventually, twelve months later, a small study published by Unilever concluded that the plant doesn’t work but does cause mild side-effects. To put it briefly, no one needs this plant so much it is wiped out.

Scary and sensual showpieces Museum Boerhaave reveals that anatomical models were educational and entertaining. “Why they’re focused on sexuality? Perhaps to entertain the doctor.” By Marleen van Wesel With her long, golden locks and a pearl necklace adorning her slender neck, the eighteenth-century anatomical Venus model reclines in a glass case at the entrance of the Amazing Models exhibition in Museum Boerhaave like Sleeping Beauty in Efteling’s fairytale wood, but naked and with her stomach cut open. “This lady is actually a plaster reproduction we had made in China. The original wax model is in Vienna: she’s too fragile to move”, admits museum curator Bart Grob. Most museums arrange their anatomical models by body part: heads with heads, legs with legs and lungs with lungs but Museum Boerhaave has taken a different approach, Grob explains. “We’re displaying the wax models primarily as showpieces, sometimes even in their original glass cases.” A case of elaborate ivory models from the sixteenth century under-

writes that approach: they are tiny female figures with a detachable abdomen. “Actually, students were absolutely not allowed to touch them. These figures would have been kept in a collector’s cabinet or best room.” Meanwhile, a beam from a projector creates transient words like “scary”, “sensual”, “alienating”, “horny” and “abject” on the floor or on the clothes of the museum’s visitors. “These are the associations that the models might evoke”, says Grob. After all, these are nothing like the stiff, correct models in the corners of modern biology classrooms. Even so, many examples really were used for educational or medical purposes, like the doctor’s dolls. These gracefully posed figures allowed women to point out to doctors where they felt pain without having to undress. “We don’t know why these models are partly focused on sensuality and sexuality, perhaps to entertain the doctor.” Educational models of eye crosssections were not only meant to demonstrate the anatomy of the eye: “You can tell by the tiny pins that keep the parts in place. More specifically, they taught students how to prepare a specimen.”

Lining the sides of the museum’s room are cases of which the glass is mat, leaving only an eyehole. You can only see their contents if you stand in front of the case: a life-size cross-section of a male pelvis, for instance, with a large penis right in the middle. Grob remarks: “Just great if a group of first-year secondary school pupils walk by. Nineteenth-century education was not quite the same as Dokter Corrie (a Dutch television personality who teaches sex ed to children in a school television programme and who recently caused a stir, Ed.).” This model was made by French anatomist Louis Auzoux, who set up a factory that made anatomical models from papier-mâché in his native village in 1828. Papiermâché does not lose it shape when heated or handled. Further on, there are wax models, demonstrating skin disorders rather than cross-sections. “Almost endearing”, sighs Grob stopping to show me a serene baby’s head, eyes closed, with a little thrush around its mouth. The next models are well made too, but more off-putting: a baby’s head with a severely deformed skull and an adult’s head with syphilis. The skin disorders on

Model showing the 8th month of pregnancy. Photo by Museum Boerhaave Leiden these heads and on the other parts of the body are framed by strips of white linen. Wax fingers stick out from under a sheet to lift up a scrotum to show genital warts and eczema more clearly - a clever detail. “That was taken on tour to show to people in the country at the beginning of the twentieth century.

They were used to demonstrate the importance of hygiene in regions where most people were analphabets. It did away with taboos: people were less worried about seeing a GP.” Amazing Models, Museum Boerhaave Until 1 June 2014, Free admission on presentation of your student ID


5 december 2013 · Mare 11 Cultuur

Agenda

In de huid van Breivik

FILM

André Manuel over het gevaar van in Caps Lock tikkende idioten

In zijn veertiende programma BONZAAI!!! kruipt cabaretier en muzikant André Manuel in het brein van massamoordenaar Anders Breivik. ‘Het theater is bij uitstek de plek om te provoceren.’ Bonzaai! Wat is dat voor een kreet? ‘Die titel verwijst naar mensen die door grote woede de fout in gaan. Dus van die in Caps Lock tikkende idioten die zich dan stevig vergissen. Vandaar het woord Bonzaai, een combinatie van de Japanse strijdkreet ‘Banzai’ en het dwergboompje. Het woord dook op bij een spelletje Triviant. Mijn neefje gaf het als antwoord op de vraag naar de strijdkreet. We hebben hem nog drie keer de kans te geven om het te verbeteren maar dat lukte niet.’ Waar gaat de voorstelling over? ‘De moordpartij van Anders Breivik is het uitgangspunt: de zinloosheid van dit geweld en hoe weinig het oplevert. Ik verbaas me hoe gemakkelijk we daar overheen zijn gestapt. We zijn zo weer overgegaan tot de orde van de dag. ‘Er is juist haast een pavlovreactie om precies het tegenovergestelde te doen. De moord op Fortuyn heeft er niet voor gezorgd dat het rechtspopulisme is verdwenen. Het is alleen maar sterker geworden. Breivik heeft met het doden van sociaaldemocratische jongeren de islam niet uit Noorwegen verjaagd zoals hij zo graag wilde. Het klinkt zwaar allemaal, maar het is echt een grappige voorstelling.’ U bent geïnteresseerd in hoe het brein van een moordenaar werkt? ‘Ik probeer me te verplaatsen in de gedachten van Breivik. Dat iemand wel eens aan geweld denkt, daar kan elk mens zich iets bij voorstellen. Maar bij de meesten blijft het bij die gedachten. Bij sommigen is er een knop die kan worden omgezet en dat is interessant. Hoe zet je die stap? Hoe egocentrisch moet je dan wel niet in elkaar steken?’

Muziek speelt nu een grotere rol dan in het vorige programma. Waarom? ‘Toen ik deze voorstelling aan het schrijven was, overleed mijn moeder. Ik had weinig tijd en had materiaal tekort. Het stuk duurde maar veertig minuten. Ik speelde in theater Pepijn en een Hagenees zei na afloop: “Waarom pak je je gitaar er niet weer bij en zing je geen liedjes?” Dat ben ik gaan doen en alle puzzelstukjes vielen in elkaar. ‘Tijdens de voorstelling klinkt er constant muziek. Ik speel gitaar en maak daar loops van. Het is elke avond anders. Het improviseren houdt het spannend. Het is eigenlijk een filmscore.’ U wilde nog wel eens fel van leer trekken op het podium. Is dat veranderd? ‘Ik ben niet milder geworden, wel ouder en wat wijzer. Ik ben 47 en heb natuurlijk alles al zo vaak voorbij zien komen. Je went aan alles. Ik zie de mechanismen achter wat er gebeurt nu beter. Maar dat wil niet zeggen dat ik erin berust. Maar ik weet ook wel dat niet alles is te veranderen.’ Maar het publiek moet zich af en toe toch ook ongemakkelijk voelen? ‘Zeker. Vaak kiezen cabaretiers alleen voor amusement. Maar het theater is juist bij uitstek een plek om te provoceren. Dat gebeurt te weinig. Er zijn nauwelijks voorstellingen over dit soort onderwerpen. Door de frontale aanval op cultuur door VVD, PVV en CDA zijn er steeds minder kunstenaars die risico’s nemen en vanaf de zijlijn de mainstream beïnvloeden. En het is wel belangrijk dat die ruimte er blijft.’

MUZIEK

Door Vincent Bongers

André Manuel, BONZAAI!!! Scheltema 11 december, €10

André Manuel: ‘Provoceren, dat gebeurt te weinig.’ HENK fotografie

Luistertechno van lege bierflesjes Danceduo Formel maakt ook house met couscous Het Leidse technoduo Formel presenteerde het debuutalbum Entzun. ‘Ik dacht: laten we de geluiden van een fles azijn opnemen en ijken wat er mee kunnen.’ Zijn muzikale kompaan Bas van der Laken kent hij

Door Sybren Eppinga

via een feestje in 2006 in het voormalige LVC. Tom Noah (echte achternaam: Van Zelst, ‘maar Noah vind ik gewoon een mooie naam’) was als deejay aan de slag en had enkele nummers gemaakt. Hij vroeg Van der Laken of hij daar iets mee kon doen. ‘Uiteindelijk zijn we samen opnieuw begonnen en zijn we bij de

Formel met Tom Noah (links) en Bas van Laken. Foto Marc de Haan

TRIANON The Hunger Games: Catching Fire do. vr. za. zo. ma. 18.00 + 21.30 za. zo. 14.00 The Hobbit Marathon 3D di. 20.30 The Hobbit: An Unexpected Journey di. 0.00 The Hobbit: The Desolation of Smaug The Hobbit: The Desolation of Smaug wo. 13.30 + 20.30 Elle s’en va za. zo. + wo. 14.30 Het Diner dagelijks 19.00 The Counselor dagelijks 21.30 De nieuwe wildernis dagelijks 19.00 za. zo. + wo. 14.30 Gravity 3D do. vr. za. zo. 21.30 Oldboy ma. di. wo. 21.30 KIJKHUIS Elle s’en va dagelijks 18.30 La grande bellezza dagelijks 21.00 + zo.14.00 Inside Llewyn Davis dagelijks 19.00 + 21.30 + zo. 14.30 LIDO Frozen 3D za. zo. + wo. 14.30 Mannenharten dagelijks 18.45 + 21.30 za. zo. 14.30 The Hunger Games : Catching Fire di. wo. 18.00 + 21.30 Bro’s Before Ho’s dagelijks 19.00 + 21.30 Finn wo. 14.30 Thor: The Dark World 3D dagelijks 18.45 + 21.30 Free Birds 3D wo. 14.30 Captain Phillips do. vr. za. zo. ma. 18.30 + 21.30 Midden in de Winternacht za. zo. + wo. 14.30 The Butler dagelijks 18.30 + 21.30

sound van Formel gekomen.’ Als deejay draaide Noah deephouse en techhouse, terwijl Van der Laken een progressive-producer is. ‘Van hem zijn de organische geluiden. Ik zorg voor de grooves die je hoort bij clubmuziek.’ Hoe hij de muziek van Formel moet omschrijven, is voor Noah lastig. ‘Voor mij is het luistertechno. Het is heel relaxed, maar de muziek bouwt ook op. Het is gebaseerd op een diepe groove met daarboven verschillende wereldse en organische geluiden, zoals in het nummer “Mumbai”. Daar hoor je Indiase invloeden’. Na de jarenlange samenwerking zijn de twee steeds beter op elkaar ingespeeld. ‘We zijn beiden eigenwijs en er is soms wel eens onenigheid. Maar we komen toch vaak in het midden uit. We weten steeds makkelijker een sound te maken die we goed vinden.’ Twee a drie keer per week komen ze samen. Daarvoor eten ze vaak een hapje. ‘We hadden een pak couscous en een fles azijn. Ik dacht laten we de geluiden opnemen en kijken wat we er mee kunnen.’ Ze zijn gebruikt in

het nummer ‘Vad Valuhr’. ‘Net als een leeg bierflesje waarop wordt getikt.’ In een jaar hebben zij drie EP’s uitgebracht en is nu het eerste album uit: Entzun. ‘Dat betekent luisteren in het Baskisch.’ Van ruim dertig nummers haalden er uiteindelijk tien de eindversie, die via internet is te downloaden. Afgelopen zaterdag was de albumrelease in Amsterdam. De plaat was al digitaal te horen via de Luisterpaal van 3voor12. ‘Voor ons was het ook een grote verrassing, zeker toen hij in de top-10 stond.’ Hoewel de Leidse muziekscene erg actief is, wordt het ‘sinds het verdwijnen van LVC wel minder. Er zijn minder locaties. Dus minder feestjes.’ En daarom zitten ze alweer in de studio voor het volgende project, zegt Noah. ‘In januari komt een nieuwe EP uit. In april nog een en in maart willen wij aan ons tweede album gaan werken.’ Formel, Entzun Het album is te downloaden via www.beatport.com/#release/ entzun/1188603 en binnenkort via iTunes

QBUS Lone: Ferdinand Bakker & Michel van Dijk vr 6 dec. 20.30 €10 Legendarisch Leids: Just4Fun, Second Floor en Out of the Bluez za 7 dec. 19.30 €10 Gregory Page & His Imaginery Dance Orchestra wo 11 dec. 20.30 €10 DE TWEE SPIEGHELS Robert Rook trio vr 6 dec 21.00 Surprise act za 7 dec. 16.00 Attila Gyarfas trio zo 8 dec. 16.00 Jamsessie o.l.v. Cedric Glans ma 9 dec. 21.00 Slibowitza di 10 dec. 21.00 SUB071 Jahmean + Illusionless za 7 dec. 21.00 STADSGEHOORZAAL Calefax Rietkwintet & Wouter van Reek za 7 dec. 20.15 vanaf €20 HARTEBRUGKERK Collegium Musicum: Mozart Requiem en Beethoven Symphonie nr.6 za 7 dec. 20.15 vanaf €12 SCHELTEMA COMPLEX Rémon Beeftink za 7 dec. 20.00 gratis toegang

THEATER

LEIDSE SCHOUWBURG De ideale man vr 6 dec. 20.15 vanaf €10 Erik of het klein insectenboek zo 8 dec. 14.30 vanaf €8,50 Sanne Wallis de Vries & Paul Groot: Adèle di 10 dec. 20.15 vanaf €10 THEATER INS BLAU Leids Kamerkoor za 7 dec. 20.30 €17,50 Nachtgasten di 10 dec. 19.30 €16


12  Mare · 5 december 2013 Het clubje

Bolwerkers

Pietpraat

Foto Taco van der Eb

‘Zoenen noemen ze: tonghockey’ Werkgroep Seksuele gezondheid en Aids (SCORA) Menno de Haas (25, psychologie, midden): ‘Als vrijwilligers bij de werkgroep SCORA geven wij seksuele voorlichting aan de onderbouw van middelbare scholen. Kinderen beoordelen je binnen een paar seconden, dus je moet er wel relaxed bij staan.’ Joyce Dullaart (20, psychologie, links): ‘De les begint met een ijsbreker. We schrijven vier woorden op het bord, bijvoorbeeld “zoenen”, “borsten”, “penis”, “vagina”. De jongeren mogen dan alle synoniemen die ze kennen opnoemen.’ Stephanie Resopawiro (23, psychologie, rechts): ‘Je hoort de gekste dingen. Zoenen is “tonghockey” of “propellertje draaien”. Een penis is een “frikadel” of “genotsknots” en een vagina is een “penisverwarmer”.’ Dullaart: ‘Het ijs is gebroken, maar het heeft nog een doel. We vertellen de leerlingen dat ze vanaf dat moment al-

Bandirah

leen nog maar de woorden op het bord mogen gebruiken. Zo wordt de les niet steeds verstoord door gegiechel.’ Resopawiro: ‘Het programma werkt met peer educators. Omdat wij qua leeftijd niet zover van de jongeren af staan nemen ze dingen sneller van ons aan. Een veilige sfeer is daarbij belangrijk. Lachen mag, maar uitlachen niet.’ De Haas: ‘We hebben een anticonceptiekoffer en besteden aandacht aan verschillende soa’s en hoe deze overgedragen kunnen worden.’ Resopawiro: ‘We schrijven samen bijvoorbeeld alle lichaamssappen op het bord. Dat leidt vaak al tot een hoop hilariteit: “Ieuw, kots”, of “Ieuw, urine”. We leggen de jongeren uit waar ze mee op moeten passen, maar bijvoorbeeld ook dat ze bij wijze van een heel zwembad met snot moeten drinken om op die manier een soa te krijgen.’

De Haas: ‘Vervolgens doen we in een toneelstukje juist alles verkeerd.’ Resopawiro: ‘De klas mag ons namen geven en zeggen in welke disco we zijn. We vinden elkaar leuk en gaan samen naar huis, waar het meisje een condoom uit haar bh haalt of de jongen uit zijn portemonnee: precies de plaatsen waar je condooms niet moet bewaren.’ Dullaart: ‘We scheuren de verpakking open met onze tanden, zodat de kans groot is dat het condoom kapot gaat. Vervolgens rollen we hem uit om te schatten of hij wel past. Het condoom wordt opgeblazen en er als een sok omheen gedaan. Daarna spoelen we hem door de wc.’ De Haas: ‘Dan volgt de condoomrace. In twee teams moeten ze om de beurt op de juiste wijze een condoom op een plastic penis doen.’ Resopawiro: ‘De meeste kinderen vinden het vies om de plastic penis en de

condooms aan te raken. Door er een spelletje van te maken raken ze ermee vertrouwd.’ Dullaart: ‘De les eindigt met de anonieme vragenbox. De helft van de vragen is niet serieus en hoeven we niet te behandelen. “Wat is je telefoonnummer?” “Heb je een vriendje?” “Wat is je cupmaat?” “Wat is een goede pornosite?”’ Resopawiro: ‘Serieuze vragen gaan vaak over de gemiddelde leeftijd waarop jongeren voor het eerst seks hebben. Ze vragen ook hoe oud wij waren toen we het voor het eerst deden.’ Dullaart: ‘Ik vind het niet erg dat het soms persoonlijk wordt. Maar soms verzinnen we een antwoord. Als de een “vijftien jaar” antwoordt, zegt de ander bijvoorbeeld “twintig”, om aan te geven dat dat ook normaal is.’ Door Petra Meijer

Het moment dat de kruidnoten in de schappen liggen, en tegenwoordig is dat nog voordat het academische jaar begint, dient vaak als kick-off voor een even interessant als nutteloos debat: is Zwarte Piet als knecht van Sinterklaas racistisch en daardoor achterhaald? Deze jaarlijks terugkerende discussie is deze keer volledig uit de hand gelopen. Velen hebben zich al sterk gemaakt voor een andere, meer neutrale versie van Pieterbaas, met multigekleurde Pieten als voorlopig dieptepunt. Zwarte Piet zou Nederland een racistisch imago bezorgen in het buitenland, als spottende en lacherige personificatie van een tijd waar we als volk niet bijster trots op zijn. Politiek correcte prietpraat. Pietpraat, zo u wilt. Zwarte Piet is een neger. Zowel zijn huidige uiterlijk als zijn historische achtergrond laten weinig ruimte voor twijfel. Het argument dat hij zwart is door roet van de schoorsteen is een ruimschoots ontoereikend en achterhaald smoesje. Wat echter veel kwalijker is, is de instinctieve associatie met racisme. De angstreflex is een teken van zwakte, van het feit dat we tegenwoordig te bang zijn iemand voor het hoofd te stoten. We zijn zo hypersensitief om geen verkeerde indruk te maken, dat we onszelf de zwarte piet toespelen. We zijn niet racistisch, we vrezen alleen veel te snel dat we het wel zijn. We zijn niet ziek, ons mankeert niks. We zijn slechts een beetje hypochondrisch. Het is jammer dat de viering van de verjaardag van Sinterklaas, een kinderfeest nota bene, steeds overschaduwd wordt door discussies over afzonderlijke aspecten waar sommigen het niet mee eens zijn. Een enkel controversieel aspect van een nationale feestdag lijkt me sowieso niet genoeg om ons internationale imago te verpesten. Het buitenland heeft wel wat beters te doen, iets dat ook voor ons zou moeten gelden. Over de gehele wereld bestaan folklorefiguren die vergeleken kunnen worden met Sinterklaas. Als gevolg hiervan bestaan er ook veel incarnaties van de knecht. Vrijwel altijd is de knecht echter de slechterik, en het lokale Sintfiguur niet zelden ook. Dat terwijl bij het Nederlandse Sinterklaasfeest tegenwoordig de knecht juist altijd vrolijk, hardwerkend, loyaal, rechtvaardig en goedhartig is, zeker nu de roe steeds vaker achterwege gelaten wordt. Een grappige clown en een entertainende acrobaat. Bassie en Adriaan in één, maar dan inderdaad zwart. Is dat niet juist het omgekeerde van racisme en discriminatie? Bestaat ‘positief racisme’? Of is het juist het meest racistisch om de Nederlandse knecht eruit te lichten, enkel en alleen omdat hij zwart is? Zwarte Piet zal altijd bestaan. Niet omdat we krampachtig vasthouden aan tradities uit het verleden, racisme en discriminatie goedkeuren of onze rol in de slavenhandel negeren. Juist het tegenovergestelde. Zwarte Piet helpt ons racisme te signaleren, door symbool te staan voor wat het vooral niet is. Robbert van der Linde


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.