Nieuwsbrief 5

Page 1

InhoudMuzes nieuwsbrief 5 1 2

JUNI 2006

Voorwoord Muziekpedagogie:

Voorwoord

■ Kolb in het muzieklokaal Jo Stijnen

6

Dossier

■ Muzes op de bres voor Esthetica Jos Maes

7

Nascholingen

■ Verslag nascholing Sint-Joris-Winge op 16 juni door Koen Van Meel ■ Authentiek leren in muziekonderwijs door Ann Casier

10

Door Liesbeth Segers, Eindredactie nieuwsbrief Muzes vzw

Werkgroep regio’s

■ 20 april 2006: bloeiende ritmes door Lut Van Gaver

10 11

Prikbord Praktijk

■ Regenliedje door Geert Van der Straeten

12

Cursiefje ■ Door Johan Akkermans

Muzes vzw Mechelsesteenweg 22 3000 Leuven 016/22 99 86 info@muzes.be www.muzes.be eindredactie: Liesbeth Segers nieuwsbrief@muzes.be lay-out: Stefaan Vermeulen

oe gaat het met Muzes na 2 werkjaren? In onze visietekst van november 2004 lezen we: Muzes wil, in eerste instantie, netoverschrijdend de belangen van het vak muzikale opvoeding en van de muziekleraren verdedigen…. en inhoudelijke ondersteuning bieden d.m.v. een website, navormingen, didactische artikels,… Ik meen te mogen stellen dat hieraan duidelijk gewerkt wordt. Meer nog… Muzes groeit over de grenzen heen, naar Nederland. Enkele van onze leden woonden de studiedag rond authentiek leren bij in Rotterdam. De organisatie was in handen van VLS, het Nederlandse broertje van Muzes. In eigen land vond de 2de nascholing plaats in Tielt-Winge. Muzes bloeit in de regio’s. In Antwerpen werd de regionale vakvergadering opgezet rond bloeiende ritmes. Muzes bloeit en groeit. En daarmee ook de nieuwsbrief. Onze redactie krijgt meer en meer vrijwillige teksten en bedenkingen toegestuurd van haar leden. Wij willen u hiervoor graag bedanken, want alleen zo kan de vakvereniging tegemoet komen aan uw noden. In deze nieuwsbrief vindt u de nieuwe rubriek Prikbord. Heeft u een muzikale tip voor een schooluitstap of culturele activiteit, stuur het door naar nieuwsbrief@muzes.be. Een meer gefundeerde tekst of reactie plaatsen wij na overleg op het Forum. Regelmatig hoorden wij de verzuchting om een papieren nieuwsbrief. Tweemaandelijks zou dit een te grote kost en logistieke last zijn voor onze vrijwillige medewerkers. Daarom willen we u als lid een gratis jaarboek aanbieden met daarin alle pedagogische artikels en liedbijdrages die in 20052006 verschenen in onze elektronische nieuwsbrief. Vóór de start van elk nieuw schooljaar vindt u hem in uw fysieke brievenbus. Zo wordt u jaarlijks de trotse eigenaar van een uniek naslagwerk. Een reden te meer om lid te worden of blijven van Muzes! Muzes bloeit, groeit en doet overleven. In onze visietekst lezen we ook: We hopen een drukkingsgroep te vormen die kan wegen op de besluitvorming i.v.m. onderwijs en op deze manier de artistieke vorming een meer prominente plaats geven in het algemeen onderwijs. Na bijna 2 jaar louter als vakvereniging gewerkt te hebben, is de tijd gekomen om met Muzes een drukkingsgroep te vormen in het Vlaams Parlement. Onze vakken moeten verdedigd worden. Iedereen wil graag een extra uur voor zijn vak, maar bij esthetica gaat het om het énige uur: op de bres voor esthetica! Tenslotte wil Muzes na M.O. en esthetica ook P.O. betrekken in de vakvereniging. De wisselwerking tussen muziek en beeldende kunst is immers niet te onderschatten. Dit wordt een nieuwe uitdaging voor volgend schooljaar. De integratie van P.O. zal ons beleidsmatig ook sterken en mogelijk doen open bloeien. Hopelijk bloeit u verder mee met Muzes.

H

?

Na bijna 2 jaar louter als vakvereniging gewerkt te hebben, is de tijd gekomen om met Muzes een drukkingsgroep te vormen in het Vlaams Parlement.

Bent u verhuisd? Heeft u uw emailadres gewijzigd? Laat het ons weten op info@muzes.be nieuwsbrief 5 - juni 2006 1


Muziekpedagogie

Kolb in het muzieklokaal

Door Jo Stijnen, leerkracht M.O KTA Mol en lector lerarenopleiding PCVO Diepenbeek

Voor wie professioneel in het onderwijs staat, klinken termen als ervaringsgericht of inductief lesgeven, constructief leren of probleemgestuurd onderwijs wellicht vertrouwd in de oren. Pedagogische coördinatoren en doorlichtinginstanties wijzen herhaaldelijk op het belang van het toepassen van nieuwe didactische werkvormen en methoden. In de praktijk blijken heel wat leerkrachten het enthousiasme van deze vernieuwers niet te delen. Men koestert argwaan over de efficiëntie van de nieuwe methodiek of verwijst maar al te graag naar de praktische onrealiseerbaarheid ervan in een concrete school of klas. Ook ziet men misschien wel op tegen de vele nieuwe lesvoorbereidingen die vernieuwing sowieso met zich mee lijkt te brengen. Terzelfder tijd klaagt een deel van de leerkrachten (misschien wel dezelfde!) over gedemotiveerde leerlingen die maar weinig actieve inbreng vertonen tijdens de les en relatief zwakke leerprestaties neerzetten.

deze motivatie vanaf het secundair onderwijs verdwijnt als sneeuw voor de zon? De nieuwe didactische werkvormen waarvan sprake vinden hun inspiratie net in het lager onderwijs (waar zij al jaren met succes worden toegepast) in de hoop dat scholieren er ook de vruchten van kunnen plukken. In dit artikel wil ik mij beperken tot de leertheorie van David Kolb, een theorie die ontstaan is in een managementcontext, maar ook zijn verdiensten bewezen heeft bij het leren in schoolverband. Wellicht hebben de jonge muziekleerkrachten die een regentaatsopleiding hebben gevolgd deze theorie al uitvoerig bestudeerd. Het artikel is dan ook meer bedoeld voor de leerkrachten die een generatie eerder zijn afgestudeerd. Ook leerkrachten met een lerarenopleiding binnen een conservatorium zijn misschien niet zo vertrouwd met deze materie.

In de praktijk blijken heel wat leerkrachten het enthousiasme van deze vernieuwers niet te delen.

Een kritische houding is beslist een basiseigenschap van een goed leerkracht. Blinde vernieuwingsdrang en het ondoordacht volgen van regels omdat het nu eenmaal moet, liggen niet aan de basis van een weloverwogen pedagogisch project. Nochtans proberen moderne onderwijspedagogen vaak alleen maar tegemoet te komen aan de problemen die zich in de klas stellen (demotivatie, laag rendement,…). Een denkpiste die momenteel gevolgd wordt legt linken met de manier van lesgeven in een lagere school en het kleuteronderwijs. Het is genoegzaam bekend dat de meeste kinderen tot ongeveer 12 jaar graag naar school gaan en daar relatief veel nieuwe kennis opdoen en vaardigheden verwerven (“Wat heb je vandaag op school geleerd, zeg eens kleine Jan”). Is het dan niet vreemd en spijtig om vast te stellen dat

Het is niet mijn bedoeling een modelles voor te schotelen. Ik zal wel een praktijkvoorbeeld gebruiken om de manier van denken te illustreren in de hoop dat de lezer deze kan toepassen op diverse andere lesonderwerpen.

Muzikale vormen Stel je voor: je bereidt een les voor over het thema muzikale vormen. In welke van onderstaande leerkrachten herken je jezelf? Leerkracht A vraagt aan het begin van de les de tabel die hij op het bord heeft geschreven over te nemen. In deze tabel staan enkele bekende muzikale vormen (rondo, eendelige en tweedelige liedvorm,…) telkens met hun structuur. Hij geeft de nodige uitleg en laat een rondo van Mozart horen ter

nieuwsbrief 5 - juni 2006 2


Muziekpedagogie illustratie. Daarna laat hij een aantal andere stukken horen waarvan de leerlingen de vorm moeten bepalen.

Leren voltrekt zich volgens Kolb in een aantal opeenvolgende fasen. De laatste fase mondt idealiter opnieuw uit in de eerste fase van een nieuw leerproces. Vandaar dat de theorie wordt voorgesteld in de vorm van een cirkelmodel.

Leerkracht B vraagt in zijn klas of iemand een lied uit het hoofd kent. Een leerling antwoordt dat hij Experience in action delen van een lied meestal wel kan onthouden, bijvoorbeeld het refrein omdat dit regelmatig terugkomt. De leerkracht speelt hier op in door te vertelAction planning, len dat in de meeste muziekstukken bepaalde delen experimentation Observation hernomen worden. Op die manier komt hij gemakke- and change & Reflection lijk tot de definitie van een muzikale vorm. Hij laat als voorbeeld “Nothing else matters” van Metallica horen. Leerlingen krijgen een werkblad waarop de Theorising tekst van het lied staat afgedrukt en duiden refrein en strofen aan. De vorm is nauw verwant met het Bovenaan het model start het leerproces met een klassieke rondo. Als voorbeeld laat hij het Te Deum ervaringsmoment. Via min of meer gerichte vragen van Charpentier horen, toevallig (of niet?) net in de peilt de leerkracht naar ervaringen die hij in het verweek waarin het Eurosongfestival wordt uitgezon- volg van zijn les kan aanwenden. Een goed inleden. In het laatste deel van de les stellen de leerlin- vingsvermogen in de leefwereld van jongeren is hiergen zelf een (ritmisch) rondo samen met de ritmische bij een onmisbare kwaliteit. Het vinden van een goed bouwstenen die ze al kennen en voeren dit in klas- ervaringsmoment is voor sommige vakken of lesonderwerpen geen sinecure. Binnen het vak M.O. mag verband uit op Orff-instrumenten. dit echter geen obstakel vormen. (Pop)muziek vormt Misschien herkent u zich een beetje in beide leer- een belangrijk onderdeel van de leefwereld van onze krachten. De eerste manier (leerkracht A) klinkt u leerlingen, zelfs in die mate dat zij zich soms volledig wellicht bekend in de oren. Het is de traditionele les- kunnen identificeren met een bepaald idool of genre (bijv. R&B). Uiteraard opbouw waarin (eenblijft het mogelijk dat voudig voorgesteld) voor sommige ondereen stukje theorie werpen de persoonlijwordt aangebracht ke ervaringsbasis (gedoceerd) en achteraf ingeoefend. Anders geformuleerd: het abstracte gering is. In dergelijke gevallen kan de leerkracht zelf van de theorie (de verschillende muzikale vormen) een ervaring aanbrengen (luister-of kijkfragment, wordt concreet gemaakt in de oefeningen (luister- diverse media,…). voorbeelden). Deze aanpak is fundamenteel verschil- De persoonlijke ervaring als uitgangspunt nemen lend van deze van leerkracht B. Deze probeert aan- vormt terzelfder tijd de sterkte en de moeilijkheid binsluiting te vinden bij de leefwereld van zijn leerlingen nen het leren in klasverband. Elke ervaring is immers en speelt in op hun ervaringen met popmuziek. Deze uniek. Geen twee personen beleven een gebeurtenis concrete ervaring is zowel begin en eindpunt van het op eenzelfde manier. Nochtans is het onze bedoeling tot een algemeenheid, een abstractie te komen (in ons efficiënte leerproces dat Kolb voor ogen heeft.

De persoonlijke ervaring als uitgangspunt nemen vormt terzelfder tijd de sterkte en de moeilijkheid binnen het leren in klasverband.

nieuwsbrief 5 - juni 2006 3


Muziekpedagogie voorbeeld de definities van de verschillende vormen). De ervaringen moeten als het ware uitgewisseld en gelijkgesteld worden zodat Jan zich een duidelijk beeld kan vormen van wat Kris heeft meegemaakt en vice versa. Leerlingen die de ervaringsbasis missen kunnen immers niet verder in het leerproces en zullen pas halverwege de leercirkel kunnen inpikken. Bovendien moeten de leerlingen aangemoedigd worden om de stap naar de theorie zelf te zetten door verder na te denken over hun verschillende ervaringen en hier een aantal logische bewerkingen op toe te passen. Deze activiteiten vinden plaats in de tweede fase (REFLECTEREN). In de praktijk is deze fase het moeilijkst te realiseren. Nochtans vormt zij een essentieel onderdeel van het leerproces (zie verder). Leerkracht B laat zijn leerlingen zelf tot de ontdekking komen dat muziek meestal uit een aantal terugkerende bouwstenen is opgebouwd. Zijn leerlingen luisteren naar een lied en achterhalen zelf de structuur (ABACA). Het enige wat de leerkracht rest, is deze vorm een naam te geven (rondo). Dit gebeurt in de derde fase (CONCEPTUALISEREN). Het is opmerkelijk hoe weinig tijd en inspanning deze fase hoeft te kosten. In de nieuwe didactiek ligt de klemtoon dan ook meer op de leerprocessen van de leerlingen en minder op de schijnbaar objectieve leerstof neergeschreven in een handboek of cursus. In de laatste fase (EXPERIMENTEREN) herkennen we de klassieke verwerkingsfase waarin de geleerde concepten ingeoefend worden. Leerkracht A kiest voor een traditionele herkenningsoefening terwijl leerkracht B beroep doet op de creativiteit van zijn leerlingen. Zij componeren zelf een rondo en voeren dit uit. Wie beweert nog dat theorielessen niet praktisch kunnen zijn?

gen bij het begin van een les te motiveren door te peilen naar hun eigen leefwereld. Deze motivatiefase vormt een essentieel onderdeel van elke les. De fout bestaat erin na deze motivatie meteen over te gaan naar de theorie (conceptualiseren) en daarna een aantal oefeningen te maken (experimenteren). Uiteindelijk zit men, op de motivatie bij het begin van de les na, in dezelfde situatie als leerkracht A uit ons voorbeeld. In de motivatiefase schept een leerkracht voorwaarden om tot leren te komen. Deze fase kan uiteraard naadloos overlopen in de ervaringsfase (waarmee het leerproces in strikte zin begint) maar vergeet niet de leerlingen te laten werken met deze informatie om hen zelf, als miniwetenschappers, tot de theoretische inzichten te laten komen. Wie de reflectiefase negeert, miskent de essentie van Kolbs theorie.

Wie beweert nog dat theorielessen niet praktisch kunnen zijn?

Een klassieke fout Zoals al eerder vermeld, schuilt de moeilijkheid in het uitwerken van de reflectiefase. Heel wat lessen zijn ogenschijnlijk opgebouwd volgens het Kolbmodel. De meeste leerkrachten trachten hun leerlin-

Veelgehoorde bezwaren De voordelen van het ervaringsgerichte lesgeven zijn hopelijk duidelijk geworden uit het bovenstaande. Niettemin steken in het werkveld steeds een aantal bezwaren tegen het toepassen ervan de kop op. De meeste bezwaren zijn terug te brengen onder één van de volgende categorieën: “Ik heb veel moeilijke klassen met weinig gemotiveerde leerlingen. Mijn leerlingen kunnen dat niet aan”. Elke vorm van vernieuwing brengt de nodige angsten en twijfels met zich mee. U heeft zich misschien een manier van lesgeven eigen gemaakt waarvan uzelf best tevreden bent. Vraag is of dit ook het beste is voor de leerlingen. Wat is oorzaak en gevolg in een niet-gemotiveerde klas? Misschien zullen zij door de uitdagingen die deze nieuwe en meer natuurlijke vorm van leren hen stelt geleidelijk weer zin krijgen in het klasgebeuren. Ook nieuwe vormen van klasmanagement moeten een kans krijgen. Een leerkracht die verwacht dat zijn leerlingen mooi luisteren en noteren wat hij zegt, zal in eerste instantie moeten wennen aan de groeiende inbreng van de leerlingen in het verloop van de les.

nieuwsbrief 5 - juni 2006 4


Muziekpedagogie “Dergelijke lessen nemen veel tijd in beslag, tijd die ik niet heb. Ik moet zorgen dat ik het leerplan afgewerkt krijg.” Misschien wel, maar toch enkele bedenkingen daarbij. De nieuwe leerplannen M.O. bieden voldoende mogelijkheden voor het leggen van eigen accenten binnen het leerpakket, aangepast aan de concrete doelgroep waarvoor je lesgeeft. Ook kan je door een goede jaarplanning verschillende doelstellingen clusteren en behandelen binnen een les. In de les van leerkracht B wordt naast de theorie ook een ritmisch oefenmoment ingelast dat gelinkt kan worden aan het theoretische gedeelte. Daarenboven blijkt dat de leerlingen door de inbreng die van hen verwacht wordt veel actiever en alerter zijn, waardoor je vaart in de les kunt brengen en het aantal herhalingsmomenten kunt reduceren. De les uit ons voorbeeld kan in één uur gegeven worden. Het klopt wel dat het vaak wat tijd zal vergen alvorens zowel leerkracht als leerlingen vertrouwd zijn met de nieuwe stijl. Geef daarom voldoende tijd zodat de leerlingen duidelijk wordt wat van hen verwacht wordt. “Ik heb doorheen de jaren een hoeveelheid didactisch materiaal opgebouwd. Moet ik dat zomaar wegsmijten?” Uiteraard niet! Goed materiaal blijft steeds bruikbaar. Met enkele kleine aanpassingen kan je al ver komen. Vaak is het slechts een kwestie van herschikken: gebruik bestaand materiaal op een ander moment dan gewoonlijk. “Jongeren luisteren al genoeg naar popmuziek in hun vrije tijd. In school moeten zij net dingen leren die ze nog niet kennen” Als we de ervaringen van jongeren ernstig willen

nemen, kunnen we de populaire muziek niet negeren. Via de media worden zij overspoeld met popmuziek van zeer uiteenlopend niveau. Het systematisch vermijden van populaire muziek binnen de lessen M.O. versterkt meestal alleen maar de afkeer voor het vak en verbreekt de sociale band tussen leerkracht en leerling. Laat hen kritisch nadenken over wat ze zo “cool” vinden en overtuig hen ervan dat sommige producten gewoonweg slecht en met de verkeerde intentie gemaakt zijn. Het gebruik van pop in de les mag uiteindelijk geen einddoel worden en zeker geen toegeving zijn om de leerlingen gunstig te stemmen. Gebruik het als aangrijpingspunt om te motiveren en een actief leerproces in gang te trekken. Vanuit “a whiter shade of pale” kom je gemakkelijk tot Bachs “aria op de g-snaar” en in “When I get you alone” van de groep Thicke zit duidelijk Beethovens vijfde symfonie verwerkt.

De nieuwe leerplannen M.O. bieden voldoende mogelijkheden voor het leggen van eigen accenten binnen het leerpakket.

Laat ik afronden met een mooi citaat van de Amerikaanse muziekpedagoog James Swearingen: Your students won’t care how much you know until they know how much you care. Leerkrachten die de nieuwe methodiek enkel toepassen vanuit een verplichting en zien als een samenraapsel van tips en trucs, zullen teleurgesteld zijn in haar resultaten. Leerling-gericht lesgeven moet een grondhouding vormen. Leerlingen moeten elke dag ervaren dat hun leerkracht in hun leercapaciteiten gelooft en oprechte interesse vertoont voor de dingen die hen bezighouden. Pas dan kunnen leerkracht en leerlingen groeien naar een wijze van samenwerken waarin het leren op een aangename en natuurlijke manier verloopt.

nieuwsbrief 5 - juni 2006 5


Dossier

Muzes op de bres voor Esthetica Aflevering 1 Door Jos Maes, voorzitter Muzes vzw

In het Vlaams Parlement met Monica Van Kerrebroeck Een tweetal jaar terug is er nogal wat opschudding geweest omtrent de vermindering van het aantal uren van het vak esthetica in de lessentabellen. Vele leraren hebben dit onrustwekkende signaal ervaren als de voorbode van de culturele afbouw op school. Op diverse niveaus werd dan ook gereageerd: opiniestukken in dagbladen, lezersbrieven in Klasse, diverse brieven werden gestuurd naar beleidsmensen in het onderwijs, enz. Onder impuls van dhr. Mark Reybrouck werd door de commissie voor onderwijs een voorstel van resolutie opgesteld waarin de legitieme plaats van esthetica in het algemeen secundair onderwijs wordt verdedigd. Dit voorstel werd na een debat in het Vlaams Parlement unaniem aangenomen en doorgestuurd aan de Vlaamse regering om decretaal te worden verankerd.

geschiedenis en directeur van de St.-Bavohumaniora Gent en vooral vanuit haar levensbeschouwelijke achtergrond was het niet moeilijk om onze verzuchtingen te delen en ons het nodige advies te geven. Een eerste stap is al gezet: de 15 leden van de onderwijscommissie krijgen eerstdaags de vraag om ons te berichten over de huidige stand van zaken. Deze brief vindt u hieronder. Volgende nieuwsbrief brengen we verder verslag uit. Wordt vervolgd ‌

Dit voorstel tot resolutie vindt u terug op: http://jsp.vlaamsparlement.be/docs/stukken/20032004/g2234-2.pdf Van de verdere afhandeling van het dossier is intussen, na ruim twee jaar, niets meer vernomen. Voor Muzes de hoogste tijd om te reageren. Vandaar dat er een afspraak werd gemaakt met Zr. Monica, hoofd van de commissie voor onderwijs van het Vlaams Parlement. Als voormalig leraar

nieuwsbrief 5 - juni 2006 6


Nascholingen

Verslag nascholing Sint-Joris-Winge op 16 juni 2006-06-18 Door Koen Van Meel, Leraar M.O. Sint-Ritacollege Kontich en Heilig-Hartinstituut Heverlee In het startschot vallen: de droom van elke sprinter. Alleen kregen de deelnemers aan de nascholing van 16 juni in Sint-JorisWinge daarvoor geen faire kans. Zonder countdown werd in de openende gezamenlijke sessie begonnen aan een liedje dat een luttele 120 seconden later zou resulteren in een korte canon. Daar werden niet te veel woorden aan vuil gemaakt, wat leidde tot paniekerig in hun syllabus grabbelende deelnemers (“Ik heb het daarstraks ergens zien staan …”), wanhopig op zoek naar de vertrouwde, genoteerde houvast. De drive liep ook de volgende minuten door, waarin uit een snel opgebouwd ostinato van boomwhackers (!), tennisballen (!!) en schuurpapier (!!!) ‘Clocks’ van Coldplay opsteeg. Tot slot van de aftrap een korte zang- en danssessie: een beproefde methode om het moeilijke publiek van muziekleraars op te warmen (of in sommige gevallen preventief uit te schakelen). In minder dan 30 minuten was de nascholing op gang getrokken in een no-nonsense stijl: weinig uitleg, instant resultaat. Hier en daar een scheve toon of een faux pas? Geen probleem! Een op nascholingen vaak aangehaald gezegde wil dat niets zo erg is als lesgeven aan leerkrachten. Met een publiek dat gewend is steeds gelijk te krijgen, kunnen organisatoren van dit soort bijeenkomsten maar beter zien dat alles vlot draait, als ze geen industriële hoeveelheden (ongevraagde) tips en suggesties willen incasseren. Wat dat betreft heeft Muzes geen risico’s gelopen. Haastig van de ene sessie naar de andere rennen (die uiteraard al begonnen is en net in een stil concentratiemoment zit wanneer jij binnen komt) was niet aan de orde. De korte pauzes tussen alle sessies en het even staande als ruim voorziene broodjesbuffet ’s middags bleken ideaal voor informele babbels, een bezoekje aan de vakbeurs en het op peil brengen van nicotine- en cafeïnespiegels. Al diende dit laatste wel te gebeuren met cola. Koffie was omwille van praktische redenen niet voorhanden. Voor de werksessies zelf leek niet meteen de kaart van het direct bruikbare of de vernieuwing getrokken te zijn. Elk om een heel eigen reden leverden de workshops geen verrassingen of kant en klaar materiaal af, maar boden ze wel telkens stof tot persoonlijke verwerking. Met het bespreken van muziekwerken op basis van vergelijkingen (met andere stukken of visuele kunstwerken) was de sessie van Hilde Van Hees niet echt verrassend te noemen. Met haar kleine inventaris van mogelijkheden, enkele gesuggereerde voorbeelden, de uitwerking naar een groepswerk (inclusief evaluatievoorstel en een zelfevaluatie voor de leerlin-

gen) en alle documentatie in de syllabus, wordt haar bijdrage wel een interessante denkpiste om zelf op terug te komen en naar de eigen hand te zetten. Workshops rond het gebruik van ICT-technologie in de klas zijn tegenwoordig even talrijk als heruitzendingen in het tv-landschap. En in beide gevallen blijft er een publiek voor bestaan, tot spijt van wie het tegendeel wil geloven. In een setting als deze nascholing ontkomt een sessie rond het projecteren van lesmateriaal niet aan de heterogeniteit van het publiek, waarbij sommigen al lang weten wat er gezegd wordt, terwijl voor anderen de cursor per definitie te snel over het scherm schiet bij het demonstreren. Een slag in het water? Alles behalve: door ook hier weer alle aangehaalde en niet aangehaalde technieken uitgebreid in de syllabus uit te schrijven, kregen leken een toegankelijke handleiding mee om thuis ongegeneerd te beginnen knutselen. Bovendien besteedde Ann Leemans binnen en naast het onvermijdelijke PowerPoint ook aandacht aan audio- en geluidsfragmenten en freeware (Gimp, Audacity), waardoor haar bijdrage geen Bill Gates promotieuurtje werd. Wie bij de vorige sessies dreigde vast te roesten in één of andere zithouding werd daar door Jan Haspeslagh in de derde workshop met zichtbaar genoegen uit bevrijd. Zingend en bewegend werd steen voor steen een lied opgebouwd, waarbij de deelnemers het vormelijke aspect door de afwisseling van zang, dans en het maken van een bewegingloos beeld, aan den lijve konden ondervinden. Uitstapjes langs het zelf ontwerpen (een meerstemmig zangdeel of bewegingen) en het notenbeeld voorzagen de sessie van een stevig tempo. Ideaal voor de deelnemers (hoewel meer dan één deelnemer zich tot groot jolijt van zijn collega’s verslikte in de eindstructuur), maar daardoor ook didactisch minder onderbouwd, werd ook deze workshop vooral iets om uit te destilleren en aan te passen in functie van de eigen situatie. Met de gezamenlijke slotsessie, inclusief zang en (didactisch anarchistische) dans onder leiding van Jan Haspeslagh werd een punt gezet achter deze nascholing. Echter niet zonder dat het organiserende Muzes een oproep deed om er drie puntjes van te maken … en met lid te worden het verder ontwikkelen van Muzes en de verdediging van de vakken MO en esthetica mogelijk te maken. Sommigen waren als lid van Muzes gekomen, anderen reden in die hoedanigheid naar huis. Maar de echte gelukkigen hadden het schuurpapier uit de inleidende sessie achterover weten te drukken. Goed voor menige keukendeur, minder goed voor enkele lokale Hubo’s.

nieuwsbrief 5 - juni 2006 7


Nascholingen

Studiedag “Authentiek leren in muziekonderwijs” Door Ann Casier, pedagogisch begeleider M.O. en leerkracht Esthetica en M.O. Oostende.

Rotterdam, zaterdag 13 mei 2006 (organisatie VLS) Met een erg vroege trein en boordevol verwachting trok ik naar Rotterdam voor een studiedag rond “Authentiek leren”. Ik was aangenaam verrast toen ik zag dat er nog een aantal dappere Belgen waren. De gemeenschappelijke conferentie werd gebracht door Liora Bresler. Zij is één van de toonaangevende personen op het gebied van onderzoek naar muziek en kunst in het onderwijs. Ze heeft zich gespecialiseerd in een aantal gebieden: ❏ de rol van muziek en kunst in een onderwijscurriculum, ook gezien vanuit internationaal perspectief ❏ de aard en wijze van kennisverwerving in artistieke (leer)processen ❏ onderzoek en onderzoeksmethodologie in het muziekonderwijs. Als wetenschapper zoekt Bresler naar het blootleggen van de dynamiek van leerprocessen in muziek en andere kunsten, met aandacht voor de eigenheid en de samenhang tussen de kunsten. Ze benadrukt de specifieke, veelal niet-rationele kennis en ervaring die besloten ligt in kunstervaringen en artistieke leerprocessen. Momenteel werkt Bresler als redacteur aan het International Handbook of Research in Arts Education, dat onderzoek en ontwikkelingen in kunstonderwijs in een groot aantal landen beschrijft. Ze kwam praten over de integratie tussen muziek en kunst in theorie en praktijk. Ze gaf eerst een stand van zaken over de integratie van muziek en kunst, daarna besprak ze de hindernissen, de meerwaarde van samenwerken en de voorwaarden daarvoor. Zo kunnen visuele kunst, geschiedenis en literatuur perfect samengaan met muziek. Scholen omschrijft ze als “over het algemeen oninteressante, intellectueel vervelende plaatsen voor studenten en leerkrachten.” Ze pleit voor een centrale in plaats van marginale rol van de school in het cultuurgebeuren. Ze vraagt dan ook een actieve betrokkenheid en creativiteit van leerlingen.

Als eerste keuzesessie gaf Joost Overmars samen met een aantal studenten een voorbeeld van Leren door muzikaal leidinggeven. De leerlingen leren muzikaal leidinggeven en krijgen zo inzicht in muzikale processen. Deze situatie zorgt voor een rolverandering tussen leraar en leerling. De leraar is procesbegeleider en de leerlingen worden gedwongen tot diepgaande muzikale reflectie. Deze leerlingen hebben muziek als eindexamen gekozen en krijgen dus drie uur per week. Zij leren elkaar één- en meerstemmige liederen aan, maken een tweede stem bij een lied en leren dirigeren en muzikaal leidinggeven. Boeiend om te zien hoe de leraar opzij zit en enkel startopdrachten geeft en bijstuurt. De nadruk ligt op contact, goede instructies geven, luisteren naar de groep, evalueren en dirigeren of leiding geven. Fantastisch om te zien met welk gemak deze ongeveer 17-jarigen dit realiseren. Ze zijn van nature erg spontaan, maar het lukte hen echt om de groep te laten zingen zoals zij het wilden. Kunnen wij dit ook toepassen? Jammer genoeg bestaat een gelijkaardige richting bij ons alleen in de weinige kunstrichtingen. Gelukkig kunnen we ook in de ‘gewone’ muzieklessen deze ideeën gedeeltelijk toepassen. Leerlingen kunnen dynamiek aangeven, tempo bepalen, spanningsbogen aanduiden, fouten verbeteren, leren samen starten en stoppen. Je les wordt een stuk boeiender als je dit kunt realiseren. Jammer dat er maar 50 minuten per week zijn… In de namiddag nam Eva Wilms ons mee in de wondere wereld van de stem met een sessie Complete Vocal Technique. Ze weigerde te denken volgens de traditionele indelingen van kop-, borst- of keelstem en kwam tot vier ‘nieuwe’ stemtypes. Deze techniek, ontwikkeld door de Deense Cathrine Sadolin, maakt het voor iedereen mogelijk om technisch alle zangstijlen te leren beheersen en veilig te kunnen toepassen. Vanuit deze vier types kun je een klankkleur kiezen uit het hele gamma van donker naar licht. Je kunt ook een effect toevoegen zoals vervorming, stoten, toegevoegde lucht, schreeuwen, geknars, vibrato, ornamentatie, gegrom, geratel of hese aanzetten.

nieuwsbrief 5 - juni 2006 8


Nascholingen De vier basistypes zijn: Neutral

Curbing

Overdrive

Belting

Kleur

Niet-metalig

Half-metalig

Metalig

Metalig

Extra lucht

Lucht mag

Geen lucht

Geen lucht

Geen lucht

Methode

Losse kaak

Hold = lichte vernauwing

Bite = lachstand

Twang = nasaal

Klinkers

Alle

I uu oe

Ee oo

Ie i ee e eu

Toonhoogte

Hele omvang

Hele omvang

Beperkter

Hele omvang

Volume

Zacht

Middelsterk

Sterk

Sterk

Karakter

Zacht

Ingetogen

Roepend

Schreeuwend, scherp

Ze illustreerde dit met een aantal voorbeelden: ❏ Neutral Enya, Art Garfunkel ❏ Curbing Britney Spears ❏ Overdrive Whitney Houston ❏ Belting Anastasia Eva gaf ons de kans dit ook zelf uit te proberen met de ‘Come together’ van de Beatles. Neutral Here come old flattop, he come grooving up slowly He got joo-joo eyeball, he one holy roller Curbing He got hair down to his knee Got to be a joker he just do what he please Overdrive He wear no shoeshine, he got toe-jam football He got monkey finger, he shoot coca-cola He say “I know you, you know me” One thing I can tell you is you got to be free Belting Come together right now over me We sloten de studiedag af met een borrel en een babbel. Er werden goede contacten gelegd tussen MUZES en VLS (Vereniging Leraren Schoolmuziek). Er worden andere accenten gelegd in Nederland met veel meer nadruk op musiceren en zelfstandig ontwerp en minder op muziek beluisteren. Doordenkertje: een Nederlandse muziekleerkracht

geeft 28 lesuren per week, bijna uitsluitend actief musiceren. Het vak krijgt een hogere waardering dan bij ons, maar men bespaart sterk op de dure DKO’s en verschuift hun verplichtingen naar het dagonderwijs. Even over het muurtje kijken loont meer dan de moeite.

nieuwsbrief 5 - juni 2006 9


Werkgroep regio’s Verslag van de Regionale Vakvergadering Antwerpen

20 april 2006: bloeiende ritmes Door Lut Van

Gaver, leerkracht Muziek SITO 5, Antwerpen.

Een wat ongewoon beeld aan de ingang van SITO 5 te Antwerpen: 18 leerkrachten muziek stappen het gebouw binnen met een terracotta bloempot onder de arm. Vraagteken op het gezicht: wat zijn bloeiende ritmes?! Ze hopen op zijn minst dat het een boeiende workshop wordt. Veel wordt al duidelijk tijdens het creatieve opwarmertje: drie van hun collega’s spelen Burundese ritmes op een zelfgemaakte djembé. Die heeft waarachtig de vorm van een bloempot… en klinkt nog leuk ook. Tijdens de workshop krijgt iedereen de kans om zelf zijn eigen djembé te maken. Het wordt alvast duidelijk dat dit heel veel leerlingen kan boeien en dat men op die manier met een beperkt budget de leerlingen actief muziek kan laten maken. Slagwerkinstrumenten voor een prikje…. Wedden dat veel leerlingen openbloeien bij deze boeiende ritmes? Leerkrachten muziek staan er vaak alleen voor in hun school. De regionale vakvergadering is dan ook een unieke gelegenheid om ideeën, lesmateriaal en ervaringen met elkaar te delen. Ook hiervoor werd tijd uitgetrokken tijdens deze regionale vakvergadering. Leren van de creativiteit van anderen. Zo weten we nu bijvoorbeeld ook wat een papierofoon is…

Prikbord Leuvense scholen op concertbezoek

Twee nieuwe publicaties

Op vrijdag 21 april bezochten 100 leerlingen van het Heilig-Hartinstituut (Heverlee), het Paridaensinstituut, het Heilig Drievuldigheidscollege en het Lemmensinstituut (Leuven) het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. In dit architecturale pareltje van Victor Horta woonden zij een concert bij van het ‘Orchestre Philharmonique de Liège’ (www.opl.be) o.l.v. Louis Langrée. Op het programma stond het ‘Vioolconcerto’ van S. Barber, de ‘8ste Symfonie’ van L. van Beethoven en de creatie van een nieuw werk van de Waalse componist Claude Ledoux. Deze activiteit kwam tot stand door de samenwerking van de leerkrachten Muzikale Opvoeding en de educatieve dienst van het Paleis voor Schone Kunsten. Op deze manier kregen de leerlingen voor 5 EUR vervoer heen en terug, een inleiding op het concert en het concert zelf. Alle leerlingen waren erg enthousiast: krijgt dus zeker een vervolg! T.D.B

1. Het Deurenpaleis Creativiteit en onderwijs Wat is creativiteit? Hoe ontdekt u dit bij uw leerlingen of bij uzelf? En wat betekent het voor uw klas of les? Het deurenpaleis, het vijfde denkdocument uit de gelijknamige CANON-reeks, focust op deze en soortgelijke vragen. Aan de hand van praktische voorbeelden en theoretische achtergronden opent u stap voor stap de wereld van creativiteit. Niet alleen voor de kunsten, ook voor andere leergebieden en vakken. Info en bestellen: www.canoncultuurcel.be

Cursus Finale 3-5 juli 2006 28-30 augustus 2006 Bent u geïnteresseerd in het zetten van muziek en wenst u kennis te maken met FINALE? Volg dan een reeks lessen (10 u) waarbij u de mogelijkheden van FINALE worden getoond. Ook indien u Finale reeds kent maar er toch meer over wil weten, kan u bij ons terecht. De lessen worden steeds aangepast aan uw persoonlijke voorkeur. U zit met maximum 4 personen in de cursus wat een zeer persoonlijke aanpak mogelijk maakt. De cursus wordt gegeven in de Parkbosstraat 3 in Heverlee. Mits voldoende belangstelling kan de cursus ook op verplaatsing worden gegeven. Meer informatie nodig? info@euprint.be - www.euprint.be

2. Het Notenpaleis Muzikale prikkels voor de lagere school Het Notenpaleis wil de hand reiken aan leerkrachten lager onderwijs die op zoek zijn naar nieuwe muzikale activiteiten en invalshoeken. De auteurs geloven sterk in een verbinding tussen muziek, beweging en taal. Uiteraard hebben ze ook oog voor de andere muzische domeinen, in overeenstemming met de eindtermen. De bijgeleverde cd brengt een gezongen en een instrumentale versie van alle liedjes uit de map. Info en bestellen: www.abimo-uitgeverij.com

NASCHOLING P.O. & ESTHETICA Leraren P.O. & Esthetica! Schrijf nu al in uw agenda: donderdag 26 oktober 2006 van 8u30 (aanvang 9u) tot 16u. Cultureel Centrum ‘De Maere’ - Sint-Joris-Winge meer info? info@muzes.be

nieuwsbrief 5 - juni 2006 10


Praktijk Muziek door Geert Van der Straeten, componist en docent harmonie en praktische harmonie aan het Lemmensinstituut Leuven.

Copyright Euprint ed., B-3001 Heverlee D/2006/6045/026 - 4 - All rights reserved. www.euprint.be

nieuwsbrief 5 - juni 2006 11


Cursiefje Door Johan Akkermans, leraar M.O. Berlaar

Herman Finkers ligt hier in het bovenste laatje. M’n videocollectie bevat een aantal van z’n cabaretvoorstellingen waarvan ik er wel eens eentje durf opzetten wanneer de blues ongenadig toeslaat, op zo’n druilerige dag als de moedeloosheid van de vensters drupt.. Ik kan u verzekeren, het werkt. Dat komt omdat hij erin slaagt de luisteraar op het verkeerde been te zetten. Steeds opnieuw.

Zo speelt hij de rol van een helderziende en vertelt: “Men vraagt mij wel eens, maakt zo’n helderziende wel eens wat onverwachts mee? Ik antwoord dan: Oh, jawel, morgenavond nog…” Hij gaat verder: “…morgenavond nog ontmoet ik een man en ik zie meteen dat die er slecht voor staat. Hij heeft niet lang meer te leven, dus ik vraag hem wat er aan de hand is en hij zegt ‘ach, een midlife-crisis’ en ik antwoord dan: ja, dat zou u wel willen…” Daar kan ik dus van genieten. Op het internet zag ik een foto van een groot bord met de aankondiging: “De cursus omgaan met teleurstellingen kan vandaag helaas niet doorgaan”. Ik moet er nog steeds om lachen. Het wordt interessanter wanneer iemand in het dagelijks leven op het verkeerde been gezet wordt. Ons lieftallig gezinnetje had, enige jaren terug, een rondleiding in het Gallo-Romeins museum. De groep werd van deskundige uitleg voorzien door de politiek correcte gids die de jaartallen knal van buiten kende en er blijkbaar een verborgen agenda op nahield, want toen we bij de mozaïekvloer met de swastika’s kwamen, vroeg ze met een betekenisvolle stembuiging: “Wie weet wat dit voorstelt?” Een jongen uit ons groepje antwoordde plichtsgetrouw: “Hakenkruisen”. Uitstekend. “En die doen ons denken àànnn…?” Een andere jongen wist het: “Hitler”! Bravo. Volgde de uitleg: Hitler

wilde iedereen controleren op hun mening, hij wilde mensen die anders dachten het leven onmogelijk maken en verbood de communistische partij. Er waren net verkiezingen geweest, dus men kon de volgende vraag met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid voorspellen: “En bestaat zo iets tegenwoordig ook nog?” Het antwoord dat één van de andere groepsleden als een ongeleid projectiel uitstootte, kon getuigen van twee zaken. Ofwel was hij onvoorstelbaar naïef m.b.t. de verborgen agenda – die was dan wel écht verborgen – ofwel had hij een onvoorstelbaar slecht karakter. Mijn goede inborst vermoedde het laatste, toen hij zei: “Inderdaad, hier in ons land heerst er onverdraagzaamheid…” (goedkeurend geknik van de deskundige) “…want onze eerste minister wil een politieke partij verbieden die…” Verder kwam hij niet, want alert was ze wél, die gids. Dààr lag immers een bijzonder interessante potscherf waar een heel ander verhaal aan vast zat. In een vorige school werd ik voor het eerst in mijn prille loopbaan tot adjunct-titularis gebombardeerd. Trots als een pauw liep ik in september met een stapel schoolagenda’s van hot naar her, duidde in het rood aan wat de leerling weer vergeten had te noteren en wist mezelf een onontbeerlijke schakel in het curriculum van deze vierdejaarsklas. Einde schooljaar, de ouders kwamen het rapport halen in een klaslokaal, waar het plechtig overhandigd werd door de titularis en zijn adjunct, voorzien van mondelinge commentaar, bespreking, patati en patata. We zaten naast elkaar aan een tafeltje, mijn collega en ik, de ouders kwamen twee per twee de ark binnengestapt om het verdict te aanhoren en erover te mediteren. Intussen was de notie van die schakel min of meer naar de achtergrond gesukkeld en ondergetekende voelde aan zijn ellebogen dat juni hoe dan ook ten einde liep. Met of zonder adjunct. Het concept spek en bonen was niet geheel van toepassing, maar ergens in het achterhoofd stond het potje wel te stoven. Het ging immers

Het wordt interessanter wanneer iemand in het dagelijks leven op het verkeerde been gezet wordt.

nieuwsbrief 5 - juni 2006 12


Cursiefje steeds maar over die àndere vakken: Frans, wiskunde, chemie, fysica en ach heremetijd, kijk, een buis voor geschiedenis, affijn, telkens opnieuw een boeiend gesprek dus. Ik kreeg er schoon genoeg van en begon me wat te roeren. Mijn collega-titularis heette Nicole en ze gaf Frans. Ze zat merkbaar in een hogere categorie van anciënniteit, maar dat belette haar niet om het nodige gevoel voor humor aan de dag te leggen: ze waardeerde mijn snotneuzeninbreng en dit kon enkel maar het zelfvertrouwen aanwakkeren. Toen werd ik driest. En dat ging zo. Jessica’s ouders walsten binnen. Vader was een geslaagde man in het leven en als een goedlachse parvenu kwam hij eens eventjes zien hoe zijn nakomelinge het deed. Een formaliteit. Moeder bleef wat op de achtergrond, begrijpelijk, want uiteindelijk had hij het gemaakt, niet zij. De cijfers van hun oogappeltje waren in het algemeen nu niet bepaald schitterend maar ach, “dat was bij hem vroeger ook altijd zo, haha” en joviaal maakte hij duidelijk dat we van hém geen problemen moesten verwachten. Voorzichtig wees ik op de ronduit prachtige uitslag voor muziek. Die had ze trouwens echt verdiend, ook al was het zowat het enige goede cijfer. Hij antwoordde niet, maar de lichaamstaal sprak boekdelen. Zijn oog viel op het matige wiskunderesultaat, en jawel: “Ha, dat kon ik vroeger ook niet, maar ‘k heb er niet veel last van gehad, haha.” Dit was duidelijk een breeddenkend man die de zon voor iedereen graag zag schijnen, want zonder rancune prees hij nog het geduld van onze collega die het hele schooljaar tevergeefs getracht had om Jessica enig begrip voor de Nederlandse taal bij te brengen. Andermaal bracht ik het vak muziek ter sprake en wilde dààrover iets vertellen, maar hij hoorde zichzelf dermate graag praten, dat hij me de mond

snoerde: “Ach ja, muziek, daar lachten wij vroeger ook mee, wij hebben dien tiep eens vast gezet in zijn eigen klas, haha, hij mocht eruit als hij een liedje zong, en weet ge wat? Hij dééd het ook nog, haha”. Nicole voelde nattigheid, haar neusvleugels trilden en ze ondernam verwoede pogingen om het gesprek een andere richting uit te sturen. Ze haalde het reeds eerder vernoemde geduld van onze collega Nederlands aan, en vandaar was het een kleine stap naar de eer die men haalt van zijn dagelijkse arbeid. Het leek een meesterzet, maar vader voelde zich dadelijk aangesproken, begon over ‘De Zaak’ en over de schaapjes die Jessica reeds op het droge had. Hij beschouwde ons duidelijk niet meer als medeopvoeders van zijn dochter. Wij werden deelgenoten in het uitzonderlijk succes dat hij te danken had aan zijn schrander doorzicht en vooral…zijn mensenkennis! On-ont-beer-lijk om het te maken: “Ge moet kunnen luisteren naar de mensen. Ik weet namelijk meteen wie ik voor mij heb.” Na het exposé over die kwaliteiten kwam hij tot een wijs besluit: “En zie, daar heb ik geen noot muziek voor nodig gehad!” Hij leunde lichtjes achterover en bekeek Nicole en mij met een triomfantelijke glimlach. Mijn collega knipperde eens met de ogen. Ze wist wat er ging komen, het was onvermijdelijk. Ik wist het ook, en ik ben er tot op vandaag van overtuigd dat de eenzame echtgenote het òòk wist. Zij had immers het hele gesprek - macht der gewoonte - veilig vanop de zijlijn gevolgd en vermoedde in de boosaardige flikkering van mijn ogen een hinderlaag. Ze had echter niets gedaan om haar wederhelft te behoeden, ze zweeg, want dat was haar taak. Het onvermijdelijke gebeurde. Hij stond op. Zij dus ook. Handen schudden, “Dag mevrouw de titularis, dag...eh, en u geeft?…” Ik genoot met volle teugen, gaf hem een ijzeren hand en glimlachte terug: “Ik geef muziek”.

Vader was een geslaagde man in het leven en als een goedlachse parvenu kwam hij eens eventjes zien hoe zijn nakomelinge het deed.

nieuwsbrief 5 - juni 2006 13


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.