Filosofie voor een betere wereld

Page 1

filosofie voor een betere wereld


Š Floris van den Berg / Houtekiet / Linkeroever Uitgevers nv 2009 Houtekiet, Katwilgweg 2 bus 3, b-2050 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com www.uitgeverijatlas.nl atlas@uitgeverijatlas.nl

Omslag Jan Hendrickx Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 053 8 d 2009 4765 41 nur 730 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher.


floris van den berg

Filosofie voor een

betere wereld

Houtekiet / Atlas Antwerpen / Amsterdam


Opgedragen aan de slachtoffers van onderdrukking


Inhoud

hoofdstuk 1 Inleiding tot een betere wereld 7 hoofdstuk 2 Leren filosoferen 37 hoofdstuk 3 Universeel subjectivisme als gedachte-experiment 63 Inleiding 63 1. Stel, je zit in een rolstoel 73 2. Stel, je bent een vrouw in Saoedi-ArabiĂŤ 78 3. Stel, je bent homoseksueel 83 4. Stel, je bent koffieboer in EthiopiĂŤ 94 5. Stel, je bent een koe 103 6. Stel, je wordt geboren in een derdewereldland 140 7. Stel, je komt ter wereld over 500 jaar 145 8. Stel, je bent Anne Frank 165 hoofdstuk 4 De open samenleving 173 1. Pluralisme 173 2. Onderwijs & opvoeding 185


3. Vrijheid van expressie 200 4. Het goede leven 211 hoofdstuk 5 Naar een betere wereld 227 hoofdstuk 6 Ecohumanistisch manifest 247 Mediagrafie voor een betere wereld 277 Noten 297 Dankbetuiging 313


hoofdstuk 1

Inleiding tot een betere wereld

W

ij staan over het algemeen niet stil bij de morele en ecologische gevolgen van onze dagelijkse handelingen. Met de auto naar het werk, vlees eten, op vliegvakantie gaan, een katoenen overhemd dragen, een doosje aardbeien in de winter kopen, hardhouten tuinmeubilair aanschaffen, een visje eten, plastic zakken aannemen in winkels. Aan al deze voorbeelden kleven morele en ecologische bezwaren. Onbewust brengen wij door onze levensstijl een onmetelijke hoeveelheid schade toe aan mensen, dieren en de natuur. Alledaagse handelingen moeten daarom getest worden op hun morele aanvaardbaarheid. De conclusie is helaas dat bijna niets van wat wij doen een morele analyse kan doorstaan. En dat is frustrerend. Er is een boel (onnodig) leed dat aan onze manier van leven kleeft. Het moreel doorlichten van de eigen levensstijl kan leiden tot een verontrustende ervaring, een morele Gestalt switch. Opeens ben je niet meer de held van je eigen levensverhaal, maar de schurk. Filosofen moeten zoeken naar blinde vlekken in kennis en kennismethode enerzijds en naar blinde vlekken in de moraal anderzijds. Filosofen zijn ontdekkingsreizigers naar ideeen.1 Hun zoektocht heeft de afgelopen decennia vele nieuwe

7


morele blinde vlekken opgeleverd. Dat heeft geleid tot emancipatiebewegingen en actiegroepen voor homoseksuelen, vrouwen, ongelovigen, dieren, milieu en toekomstige generaties. Maar hoe vind je blinde vlekken? Je kunt immers je eigen blinde vlekken niet zien. Door actief te zoeken, met behulp van criteria en theorie, lukt het om nieuwe blinde vlekken te vinden. Als er een morele blinde vlek gevonden is, is het van belang om dit probleem op te lossen. Zo vestigde de filosoof Peter Singer begin jaren ’70 van de 20ste eeuw de aandacht op dierenleed in de intensieve veehouderij in zijn boek Animal Liberation.

Minder leed, meer geluk In dit boek zet ik de theorie uiteen van wat ik het universeel subjectivisme noem. Dit is een ethische theorie die iedereen eenvoudig kan toepassen om te zoeken naar blinde vlekken en om mogelijkheden te vinden die te laten verdwijnen. Het uitgangspunt is het vermogen tot lijden. Het gaat erom het lijden te verminderen en het geluk te bevorderen. Het hoogtepunt uit 2500 jaar filosoferen is een zin van drie woorden in een voetnoot in een werk van de Engelse filosoof Jeremy Bentham (1748-1832): Can they suffer? Deze drie woorden zijn de meest diepzinnige en belangrijke woorden uit de hele geschiedenis van de filosofie. Bentham geeft aan waar het in essentie om gaat in de moraal, namelijk het vermogen tot lijden. Het gaat niet om bepaalde eigenschappen, zoals denken of spreken, maar om het vermogen te kunnen lijden. Bentham trekt daaruit de conclusie dat de manier waarop mensen dieren behandelen vanuit dit perspectief immoreel is: ‘De dag zal nog komen waarop de rest van de dieren rechten verwerven welke nooit anders dan door tirannie aan hen onthouden zijn. De Fransen hebben al ontdekt dat de kleur

8


van de huid geen reden vormt om een mens zonder pardon aan de wreedheid van een folteraar over te leveren. Eens zal erkend worden dat het aantal benen, de beharing van de huid of de lengte van het staartbeen even onvoldoende redenen zijn om een wezen met gevoel aan een vergelijkbaar lot over te laten. Wat is er dan nog dat de onoverkomelijke grens kan markeren? Is dat het vermogen van de rede, of misschien het spraakvermogen? Maar een volwassen paard of hond is een onvergelijkbaar rationeler en communicatiever dier dan een zuigeling van een dag, week of maand oud. Maar gesteld dat dit niet zo was, wat zou dat uitmaken? De vraag is niet “kunnen ze redeneren?”, noch “kunnen ze spreken?”, maar “kunnen ze lijden?”’2 Het menselijk samenleven kan een stuk beter geregeld worden. In dit boek onderzoek ik hoe de wereld prettiger, beter, rechtvaardiger, mooier, gelukkiger, gezonder, vrijer, welvarender, vreedzamer en duurzamer zou kunnen zijn dan het geval is. Hoe kan er minder leed zijn en meer geluk? Ik ontwerp hiervoor een politiek filosofische theorie: het universeel subjectivisme. Deze theorie is een kapstok om naar de wereld te kijken en om problemen mee aan de kaak te stellen. Hedendaagse filosofen als John Rawls, Peter Singer, Martha Nussbaum, Paul Cliteur en Paul Kurtz zijn een belangrijke bron van inspiratie. Deze theorie is geen panacee voor alle problemen. Veel problemen kunnen er zichtbaar mee worden gemaakt en er ook door opgelost worden. Dat er dan nog problemen over zijn, is reden te meer om verder naar oplossingen te zoeken. Het gaat mij erom het lijden te verminderen en het geluk te bevorderen. Universeel subjectivisme biedt een leidraad voor moreel handelen. Het is niet alleen hoog tijd voor een theorie, maar vooral voor actie. Er is ongelooflijk veel leed op de wereld en een groot deel van dat leed is gemakkelijk te voorkomen indien er een (collectieve) wil is. Het grootste morele probleem van Ne-

9


derland en België – de bio-industrie – is eenvoudig op te lossen door het subiet instellen van een juridisch verbod op intensieve veehouderij en om tegelijkertijd kleinschalige dier- en milieuvriendelijke veeteelt te stimuleren en te subsidiëren. Elke dag sterven er mensen van de honger, terwijl er genoeg voedsel is om de huidige wereldbevolking te voeden; elke dag sterven er mensen door gebrek aan medicijnen, terwijl die medicijnen gemakkelijk hadden kunnen worden verstrekt. Een groot probleem is de toekomst: de mensen verruïneren de aarde op ongekend grote schaal en de limiet van de capaciteit van de aarde zal spoedig bereikt zijn. Het is vijf voor twaalf. Het is tijd voor actie. Tijd voor prioriteiten. De levensstijl van mensen zal drastisch moeten veranderen. Hoe en waarom – dat onderzoek ik in dit boek. Dit is een dringend moreel appel. Als de lezer na het lezen van dit boek doorgaat met business as usual, dan is de boodschap niet overgekomen. Kom op: wordt wakker! Doe iets!

Umwertung aller Werte Met behulp van ethische reflectie wil ik laten zien dat de basale intuïties die mensen hebben ten aanzien van ethiek en het goede leven, onhoudbaar zijn in het licht der rede. Door gedachte-experimenten, het streven naar morele consistentie, en het verder kijken dan de neus van cultuur en traditie lang is, zal blijken dat het handelen van de gemiddelde wereldbewoner diep immoreel is. Schrikt deze zware beschuldiging niet af om verder te lezen? Galileo beweerde dat de aarde om de zon heen draaide en niet andersom. Galileo had gelijk, maar niemand zag het of durfde het te zien. Dat komt deels omdat het contra-intuïtief is: het lijkt alsof de zon om ons heen draait, de zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. Als bijna iedereen immoreel is, is dat niet absurd? De door

10


ons bewonderde oude Grieken met hun democratie waren diep immoreel omdat hun cultuur op slaven draaide. Zelfs de grote filosofen stelden slavernij niet ter discussie. Slavernij was een grote blinde vlek. Terugblikkend waren alle Griekse democraten dus immoreel. In de huidige samenleving zijn de blinde vlekken bekend: milieu, dieren, toekomstige generaties, derdewereldlanden. Toch gaan wij door met de uitbuiting. Dit boek is een Umwertung aller Werte. Dat is nu eenmaal het risico van denken: je kunt uitkomen bij conclusies die je van tevoren niet had verwacht en die wellicht zelfs niet in je eigen belang zijn. Filosofie is een zoektocht maar het ware, het goede en het schone. Onderweg heb ik mijn ideeën en mijn levensstijl danig aangepast. In het licht der rede herzie ik mijn opinies en handelen.

de verlichtingsparabel Zelf nadenken over hoe je er met elkaar het beste van kunt proberen te maken hier en nu, dat is de essentie van de Verlichting. Deze intellectuele stroming kwam tot bloei komt in de 17de eeuw en 18de eeuw in Europa. Het is een stroming waarin denkers zich afzetten tegen kerk en autoriteiten en autonoom proberen de wereld te bestuderen en de samenleving opnieuw in te richten. De term Verlichting – Enlightenment (Eng.), Aufklärung (Dui.), Lumière (Fr.) – verwijst naar het licht der rede dat schijnt na de duisternis van de middeleeuwen. De filosoof Immanuel Kant (1724-1804) schreef in 1784 een essay waarin hij onderzoekt wat de Verlichting inhoudt. Hij concludeert dat Verlichting betekent dat mensen zichzelf met behulp van de rede uit hun zelf opgelegde onwetendheid moeten trekken en dat er moed voor nodig is om de rede toe te passen. Kant spoort aan tot een verdere Verlichting met de gevleugelde Latijnse woorden: sapere aude (‘durf zelf te denken’). De

11


Verlichting is een proces van secularisering: religie wordt – in verschillende gradaties – buiten het domein van ethiek, politiek en wetenschap geplaatst. De rol van religie op het gebied van de moraal en wetenschap wordt terug gedrongen. Religiekritiek is een van de pijlers van de Verlichting. De Verlichting kent een kritische en een constructieve zijde. De kritische zijde bekritiseert (geïnstitutionaliseerd) geloof en onredelijkheid. De constructieve kant gaat over het zoeken naar nieuwe kennis (wetenschap) en nieuwe samenlevingsvormen waarbij het gaat om rechtvaardigheid, democratie, mensenrechten. Tolerantie voor ideeën, en strijd tegen onderdrukking en voor individuele autonomie en zelfbeschikking zijn kernwaarden van de Verlichting. Deze elementen komen naar voren in het magnum opus van de Verlichting, de Encyclopédie (1751-1773) onder redactie van Dennis Diderot en Jean D’Alembert. Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen de vroege, radicale Verlichting, waar Spinoza de belangrijkste vertegenwoordiger van is – dit is een a- en antireligieuze, atheïstische stroming – en een gematigder versie waarin religie is gemoderniseerd en verwaterd, waarbij religie niet wordt gezien als een opstakel voor vooruitgang. De Verlichting maakte de weg vrij voor de wetenschappelijke revolutie en de explosieve toename van kennis. De moderne westerse wereld, steunend op wetenschap en technologie, waarin mensenrechten en democratie centraal staan, gaat rechtstreeks terug op de traditie van de Verlichting. Toch wordt de invloed van de Verlichting door religieuzen nogal eens ontkend en worden oorlogen en verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog juist toegedicht aan samenlevingen waarin de rol van religie is afgenomen. De hedendaagse filosoof Anthony Grayling ziet de Verlichting als een van meerdere bewegingen uit de westerse geschiedenis, waarin de rede en de mens in het hier en nu een vooraanstaande rol hadden. De Antieke Wereld, de Renaissance, de Verlich-

12


ting, de wetenschappelijke revolutie en tot slot het mensenrechtendiscours van het heden ziet Grayling in zijn boek What is God? The search for the best way to live als loten van dezelfde, humanistische stam, waarbij het individu en de rede centraal staan. Vrijdenkers en seculier-humanisten (bijvoorbeeld Paul Kurtz in Toward a New Enlightenment) plaatsen zich expliciet en nadrukkelijk in de traditie van de (radicale) Verlichting. Het georganiseerd humanisme staat meer in de traditie van de gematigde Verlichting.

Goed samenleven De fundamentele vraag van de politieke filosofie is: wat is een goede samenleving? Deze algemene vraag kan worden uitgesplitst in vier vragen, de vier basisvragen van de politieke filosofie, namelijk: 1. 2. 3. 4.

Voor wie? Door wie? Waarvoor? Waarmee?

1. Voor wie is er eigenlijk een politieke ordening? ‘Voor de mensen die in een bepaald land wonen,’ is een geijkt antwoord. Een blik in een historische atlas laat zien dat landsgrenzen historisch instabiel en contingent zijn. Landen komen en gaan. De landsgrenzen van België en Nederland dateren immers ook pas van 1839 en hoelang zal dat nog duren? Bovendien is de vraag voor wie dan de wetten in het land zijn. Hoe is het gesteld met de belangen van etnische minderheden? In Turkije bijvoorbeeld wonen Koerden die geen eigen staat hebben en wier belangen niet optimaal worden behartigd door de Turkse overheid. Is de politieke ordening toegespitst op de belangen

13


van volwassen, niet-gehandicapte, heteroseksuele, niet-dissidente, conservatieve mannen? Of voor alle inwoners? Hoe zit het met de belangen van fysiek en mentaal gehandicapten, foetussen, toekomstige generaties, dissidenten, dieren, milieu et cetera? Het democratische antwoord luidt: een staat is van het volk, door het volk. En het volk zijn alle inwoners. Alle volwassen, mentaal capabele inwoners mogen hun stem uitbrengen en vertegenwoordigen ook degenen die hun stem (nog) niet uit kunnen brengen, zoals kinderen en mentaal gehandicapten. 2. Door wie worden de regels van de samenleving bepaald? Het meest simpele model is de dictatuur: de dictators wil is wet. Zoals Lodewijk xiv gezegd schijnt te hebben: ‘L’Etat, c’est moi!’ Regels en wetten zijn er om de belangen van de tiran te dienen. Alles en iedereen is ondergeschikt aan de grillen van de alleenheerser. Een partij kan ook een dictatuur uitoefenen (zoals in het communisme), of een groepje zoals in een oligarchie. In een democratie worden de regels doorgaans indirect door middel van gekozen volksvertegenwoordigers gemaakt. De trias politica,3 de scheiding der machten tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht, moet waarborgen dat de rechten van individuen niet geschonden worden en dat de democratie niet afglijdt naar een dictatuur van de meerderheid. In een democratie gaat het allereerst om de mensen die toevallig in het land geboren zijn en de nationaliteit van het land hebben. Toekomstige generaties, buitenlanders en dieren tellen niet of nauwelijks mee. Dat er sinds 2006 in Nederland twee parlementariërs zijn die primair opkomen voor de belangen van dieren is uniek in de wereld en in de geschiedenis. 3. Waarvoor is er eigenlijk een staat? Is dat niet alleen maar lastig? Al die regels en die vermaledijde belasting?

14


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.