Salute NL inkijkexemplaar

Page 1


Roeland Verbist (°1979) is advocaat en gepassioneerd door wijn. Sinds 2012 behoort hij tot de selecte groep van Diploma Graduates van de Londense ‘Wine and Spirit Education Trust’. In 2013 behaalde hij als vijfde Belg de prestigieuze titel Weinakademiker (W.A.) bij de ‘Weinakademie Österreich’ in Rust. Hij wordt vaak gevraagd om wijndegustaties met uiteenlopende thema’s te leiden, daarnaast is hij adviseur van talrijke wijnliefhebbers. Bij Licata Vini geeft Roeland al enkele jaren les over Italiaanse wijn. Toen Laurent en Calogero hem voorstelden om auteur te worden van dit boek, aarzelde hij geen seconde. Hij bezocht Italië al talloze malen, en woonde er zelfs een tijdlang. Voor de eerste maal deelt hij nu ook zijn kennis met het grote publiek.


VOORWOORD 5 HET VERHAAL VAN TWEE GENERATIES LICATA VINI 6 DE ITALIAANSE WIJNREGIO’S: VALLE D’AOSTA 10 PIEMONTE 18 LOMBARDIA 48 TRENTINO 56 ALTO ADIGE 62 FRIULI 68 VENETO 80 EMILIA-ROMAGNA 100 LIGURIA 108 TOSCANA 114 LE MARCHE 152 UMBRIA 162 LAZIO 172 ABRUZZO 180 MOLISE 190 PUGLIA 196 CAMPANIA 210 BASILICATA 220 CALABRIA 226 SICILIA 236 SARDEGNA 248 EETADRESJES VAN ONZE PRODUCENTEN 260 LOGEERADRESJES VAN ONZE PRODUCENTEN 262


18

Piemonte

V

anuit de Aostavallei vervolg ik mijn weg op de A5 langs de rivier Dora Baltea, in stroomafwaartse richting. Ter hoogte van Donnas, het laatste Aostadorp op mijn route, ben ik rechts en links nog ingesloten door machtige valleiflanken. Van zodra ik echter Piëmonte binnenrijd, verandert dit beeld drastisch. Het is me meteen duidelijk waar de naam Piëmonte – aan de voet van de berg – vandaan komt: de smalle vallei opent zich voor me en ik voel me alsof ik het beloofde land binnenrijd. Zowel langs de zuid-, de noord- als de westkant wordt Piëmonte door een bergrug begrensd. Alleen richting oosten ligt de Turijnse Povlakte open.



‘Toen ik begon, had je op de wijnkaarten in Belgische restaurants twee categorieën: Franse en buitenlandse wijnen.’ Calogero Licata



28

Appellaties

Zelfs voor getrainde italofielen blijft Piëmonte toch een redelijk moeilijke regio. Enerzijds omdat er enorm veel appellaties zijn – maar liefst 16 DOCG’s en 42 DOC’s – maar anderzijds ook omdat heel veel appellaties elkaar geografisch overlappen en daardoor moeilijk te onderscheiden en te begrijpen zijn. Om dit overzicht enigszins helder te houden zal ik de appellaties met de klok mee bespreken en start ik in het uiterste noordoosten van de regio. Ten noordwesten van het Maggioremeer vinden we de in 2009 nieuw opgerichte DOC Valli Ossolane terug. Op zich niets speciaals, toch is deze nieuwe appellatie bijzonder, en wel omwille van haar alpijnse aard. Ze ligt goed verscholen in de oksel van de prachtige Simplonpas, die Italië met Zwitserland verbindt. Zoals de naam aangeeft, vormt de appellatie eigenlijk het overkoepelend geheel van zes valleien waardoor ze best groot is. Hier vinden we frisse, strakke witte en rode wijnen. De witte zijn op chardonnay gebaseerde blends met een ragfijne ruggengraat. De rode wijnen worden rond de nebbiolodruif of haar kloon prünent gebouwd en bieden enorm veel waar voor je geld. Ze zullen zeker de liefhebbers van lichtere wijnen bekoren. Je vindt alle typische karakteristieken van de nebbiolo terug (florale toetsen, rood fruit, aardse tonen), maar daarbovenop ook nog een welkome frisheid die zich onder meer uit in lagere alcoholpercentages in vergelijking met veel andere Piëmontese nebbiolowijnen. Een tachtigtal kilometer naar het zuiden liggen de twee topappellaties Gattinara en Ghemme, beiden DOCG. Gattinara is de oudste van de twee (gepromoveerd tot DOCG in 1990, terwijl Ghemme zeven jaar later volgde), maar beide DOCG’s zijn heel verwant aan elkaar. Nebbiolo (hier spanna genoemd) is in beide heer en meester maar de wijnen zijn lichter en drinkbaarder dan de bekendere wijnen van Barolo of Barbaresco.

De wijnen uit Gattinara moeten minimaal 24 maanden rusten op houten vat en de Riservawijnen zelfs 36 maanden. Bij Ghemme liggen deze getallen iets lager: 18 maanden voor de gewone wijnen en 24 maanden voor de Riservas. Dit verklaart ook waarom de wijnen van Ghemma doorgaans een tikkeltje soepeler zijn dan deze uit Gattinara. Beide appellaties hebben in elk geval wel soepelere tannines en lagere alcoholgehaltes dan de vernoemde bekendere appellaties, wat deze wijnen tot fantastische alternatieven maakt. En ook je portefeuille vaart er wel bij, want doorgaans zijn deze nebbiolowijnen een stuk betaalbaarder dan de gemiddelde Barolo of Barbaresco. Iets ten westen van deze DOCG’s ligt nog een andere, minder bekende parel: de in 2010 tot DOCG gepromoveerde appellatie Erbaluce di Caluso (kortweg Caluso). Dit is een duivel-doet-al want de erbalucedruif ontpopt zich hier zowel als stille wijn en schuimwijn en als droge en zoete (passito)wijn. De schuimwijnen worden gemaakt volgens de metodo tradizionale en verblijven minimaal 15 maanden sur lie. Ook binnen de droge stille wijnen heb je nogal wat variatie qua smaak. Doorgaans heb je frisse, eerder lichte witte wijnen, maar sommige producenten gebruiken heel rijpe druiven, wat een aangename, tropische vettigheid aan de wijnen geeft. Een appellatie die dicht aanleunt bij de vorige is DOC Colline Novaresi. Onder deze appellatie kunnen er immers ook witte wijnen van erbaluce gemaakt worden. Daarnaast viert ook de nebbiolo (spanna) hier hoogtij, samen met barbera, vespolina en croatina. Topwijnen zoals deze van Cascina Zoina, die ik onlangs proefde, bliezen me van mijn sokken qua intensiteit en evenwicht. Wat opvalt is dat het grondgebied van de eerder vernoemde DOCG Ghemme volledig in het ruimere grondgebied van Colline Novaresi valt. De reden waarom sommige wijnmakers in Ghemme dan toch zouden kiezen om nebbiolowijn eerder onder de vlag van Colline Novaresi in de handel te brengen is het verplicht houtgebruik: voor deze laatste is wettelijk namelijk niet de minste vatlagering verplicht.


PIEMONTE

Wanneer ik de oostelijke grens van Piëmonte verder naar het zuiden volg, rij ik de provincie Alessandria binnen. Wat enigszins verwarrend is, is dat dit het gebied is van de DOC Piemonte, een soort ruime koepelappellatie die in andere regio’s allicht een IGT was geweest. Wat de bedoeling is van deze appellatie is mij niet duidelijk want zowat elk druivenras is toegelaten, van cabernet sauvignon over syrah tot nebbiolo… Veel meer belang heeft de in 1998 tot DOCG gepromoveerde appellatie Gavi, genoemd naar het gelijknamige dorp. Hier vinden we de suprematie van de cortesedruif in zowel stille wijnen als schuimwijnen. De beste riservawijnen, die in tegenstelling tot de gewone Gaviwijnen minimum 1 jaar veroudering moeten ondergaan (waarvan 6 maanden in de fles), tonen een prachtige balans tussen fruitdiepte, mineraliteit en zuren. De voortrekker van deze appellatie is ongetwijfeld Villa Sparina, een prachtig domein dat het allerbeste uit de cortese haalt. In dit gebied vinden we ook de drie verwante appellaties DOC Monferrato, DOC Barbera del Monferrato en DOCG Barbera del Monferrato Superiore. De eerste aanvaardt een heel brede waaier aan druivenrassen, gaande van grignolino over cabernet sauvignon tot nebbiolo. De andere twee zijn gestoeld op de barberadruif, waarbij de Superiore minstens 14 maanden veroudering moet ondergaan (waarvan 6 maanden op eiken vat) alvorens op de markt gebracht te worden. Wijnen van deze twee barbera-appellaties blinken uit in een goed evenwicht tussen frisheid (strakke zuren) en krokant fruit. Het leuke is dat je niet al te veel moet betalen om topkwaliteit in de wacht te slepen. Van de provincie Alessandria rij ik door richting het westen, naar het Astigebied. De bekende DOCG Barbera d’Asti is commercieel gezien een heel belangrijke appellatie. Als er één Piëmontese wijn is die elke importeur van Italiaanse wijn aanbiedt, dan is het deze wel. Het is een bijzonder uitgestrekte appellatie over meer dan 50 kilometer die zowel in de provincie Asti als Alessandria ligt. Ook qua productiecijfers is dit trouwens een topper met 233.000 hectoliter in 2011. Enkel DOCG Asti doet het in Piëmonte nog beter. Natuurlijk leidt dergelijke omvang meteen tot heteroge-

niteit. Binnen Barbera d’Asti vind je inderdaad zowel lichte, fruitige en soepele als diepe en geconcentreerde wijnen. De constante is wel dat ze allemaal een frisse aciditeit hebben en heel goed passen bij de heerlijke lokale charcuterie en vleesgerechten. Hoewel ze bijna gelijknamig zijn, produceert de DOCG Barbera d’Asti maar liefst vier keer zoveel wijn dan de DOC Barbera d’Alba. De onbetwiste nummer één binnen Piëmonte inzake productiecijfers is echter DOCG Asti / Moscato d’Asti. Deze tweekoppige appellatie brengt schuimwijn op basis van de moscato (de muskaatdruif) voort, maar het productieproces bepaalt of je de ene dan wel de andere wijn bekomt. Als de wijnmaker het fermentatieproces in de gesloten roestvrijstalen tanks vrijwillig vroegtijdig afbreekt – bijvoorbeeld door er alle gist uit te filteren –, zodat nog niet alle suiker in alcohol omgezet kon worden, bekom je Moscato d’asti: een licht parelende (frizzante) schuimwijn die lichtzoet is en een eerder laag – circa 4,5% – alcoholvolume heeft. Laat je de wijn in de hermetisch gesloten tank echter volledig uitgisten, bekom je Asti Spumante: een energiek schuimende (spumante) schuimwijn die droog is (dus geen restsuiker bevat), en wat hoger in alcohol (9 à 10 % alc. vol.). Het mag misschien verwonderen maar Asti/Moscato d’Asti is commercieel gezien de allerbelangrijkste appellatie van Piëmonte. Verder rijdend naar het westen beland ik zo bij de prachtige, heuvelachtige streek Langhe. Hier bevinden zich de bekendste wijnen van Piëmonte, de ronkende namen van producenten, wijngaarden en dorpen. Ik begin met de appellaties gebaseerd op het succes van de dolcettodruif. Anno 2014 zijn er liefst drie DOCG’s die op dolcetto gestoeld zijn: Dolcetto di Diano d’Alba, Dogliani en Dolcetto di Ovada Superiore. Alle drie schrijven ze als enige toegelaten druif dolcetto voor. De eerste, Dolcetto di Diano d’Alba is in elk geval de kleinste appellatie van de drie. Voorts zijn er niet zo veel inhoudelijke verschillen tussen de wijnen waar te nemen, maar is het vooral een geografisch verschil. Hierbij beschouwt men doorgaans wel de wijnen van de kleinste appellatie, die van Diano d’Alba, als de beste dolcetto’s. Zelf heb ik de verschillen eerlijk

29


30

‘Ik heb kunnen verderbouwen aan Licata Vini omdat papa de fundamenten van het bedrijf al gelegd had.’ Laurent Licata



34 BRAIDA www.braida.it Producenten

ELIO ALTARE www.elioaltare.com In het midden van de prachtige wijnheuvels net onder La Morra, en omringd door de Arborinawijngaard, ligt het wijndomein van Elio Altare, een van de grote en meest succesrijke rebellen van de Barolorevolutie in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Hij was nauw betrokken bij de strijd tussen de traditionalisten en de ‘barrique’-modernisten. Zijn vader Giovanni was een echte traditionalist, die enkel met grote vaten werkte en Franse barriques verfoeide. Na enkele reizen naar Frankrijk in de jaren zeventig besloot Elio dat het roer op het familiedomein moest omgegooid worden, en op radicale wijze probeerde hij de grote oude vaten met een kettingzaag uit de wijnkelder te verwijderen. Het leidde tot een zware familieruzie tussen vader en zoon en Elio werd pas na het overlijden van zijn vader terug op het domein toegelaten. Van dan af schoot de kwaliteit van de wijnen de hoogte in. Als geen ander weet Elio immers de authenticiteit van de nebbiolo-, barbera-­ en dolcettodruiven te paren aan de wensen van de moderne wijnfanaat. Sterk gesteund door zijn gezin creëert hij elk jaar opnieuw, getekend door het seizoen, wijnen met een extreem terroirgetypeerde textuur. De Barolo ‘Arborina’ is misschien wel zijn mooiste locatie én fles. Een wijn vol mannelijk karakter in zijn jeugd, maar tegelijkertijd met een finesse die met jaren rijping de bovenhand krijgt. Ook zijn wijnen ‘Arborina­’, ‘Larigi’ en ‘La Villa’, gemaakt onder de appellatie Langhe – die niet tot de DOCG-status behoren – zijn subliem en verouderen erg goed.

Braida was de bijnaam van Giuseppe Bologna, stichter van het domein in Rocchetta Tanaro en de overgrootvader van de huidige generatie aan het roer. Zijn zoon Giacomo­Bologna nam de wijngaarden en de bijnaam over, en deed wat niemand hem ooit had voorgedaan: hij maakte van de barberadruiven geconcentreerde maar evenwichtige topwijnen, die hij op Franse barriques­ liet rijpen. Zo gaf hij de appellatie Barbera d’Asti niet alleen een nieuw gezicht, maar ook een volledig nieuw elan. Na het overlijden van Giacomo namen zoon Giuseppe­ en dochter Raffaela de zware taak over om nobele wijnen te produceren, waar dat enkele jaren eerder nog onmogelijk werd geacht. De filosofie van Giacomo leeft verder in grote referenties zoals ‘Bricco della Bigotta’ en de befaamde ‘Bricco dell’ Uccellone­’, misschien wel de allerbeste Barbera d’Asti op de markt. ‘Il Baciale’ is een ongewone, mondaine blend van barbera­, pinot nero, cabernet sauvignon en merlot. En we mogen uiteraard de ‘Brachetto d’Acqui’ niet vergeten: een fruitige, lichtzoete rosé schuimwijn van de brachettodruif, die bijzonder aangenaam om drinken is omwille van de lage alcoholgraad (circa 5,5%) en de uitbundige aroma’s van rood fruit.


PIEMONTE

CER E T T O www.ceretto.com

DOMENICO CLERICO www.domenicoclerico.com

Het verhaal van de Ceretto’s en dat van de Langheregio is zeer nauw verweven, met als bedrading de verschillende locaties die de familie bezit. Het huidige imperium startte nauwelijks twee generaties geleden vanuit een kleine ‘podere’, opgericht door Riccardo. De broers Bruno en Marcello bouwden het kleine domein in een mum van tijd en op een extreem succesvolle manier uit tot een veelheid van kleine poderi op de belangrijkste sites in het Barologebied. De filosofie die de beide broers handhaafden, heeft hen geen windeieren gelegd: respect voor traditie, maar tegelijkertijd met de tijd mee evolueren. Dankzij hun vertrouwen in mensen, druiven en locaties staan zij vandaag aan de top van de Barolowereld, en zelfs ver daarbuiten. Met ook een grote kwaliteitsverdienste in de productie van moscato, arneis en grappa qua lokale producten. Daarenboven waagden ze zich uitermate succesvol, zo blijkt nu, aan internationale druiven zoals cabernet en riesling. De kinderen van Bruno en Marcello zetten de huisfilosofie nu verder in verschillende aanleunende domeinen dicht verbonden aan de wijn, namelijk kunst en cultuur. Terwijl Allesandro garant staat voor de technische kant op alle domeinen en Frederico de verkoop behartigt, houdt Lisa de financiële touwtjes in handen en zorgt Roberta voor de cultureel-artistieke invulling. Een bezoek aan hun hoofdzetel, net buiten het centrum van Alba, is beslist de moeite waard.

Domenico Clerico, in Monforte d’Alba, is misschien wel een beetje een zonderling man, hij is ook een van de allergrootste nebbiolokampioenen, die een interessante slingerbeweging heeft gemaakt. Daar waar hij in zijn beginjaren enkel grote vaten gebruikte, is hij geleidelijk aan overgeschakeld naar kleinere barriques maar tegelijkertijd ook naar langere maceratietijden. Hij streeft geen bepaalde stijl na, maar wil het perfecte evenwicht vinden in het evolutieproces van druif tot wijn. Hij is zó verbonden met zijn wijngaarden dat hij letterlijk zijn ziel weet te leggen in zijn unieke wijnen. Wie het oertype van een Barolo wil proeven, kan aan Clerico niet voorbij. Domenico weet niet alleen de locaties te kiezen, hij bezit zelfs piepkleine wijngaarden op vier van de beroemdste plaatsen: Mosconi, Bussia, Ginestra en Pajana. In zijn sublieme wijnkelder krijgt hij die uitzonderlijke locaties gelinkt aan de nebbiolodruif ook authentiek in de fles. Wijnmakers van zijn kaliber weten de wijnen in elk soort van klimatologische omstandigheid recht te krijgen, dankzij hun verbondenheid met de regio en de planten. Maar bovenal weet Clerico hoe hij van de druivenkwaliteit die hij in de kelder brengt, af moet blijven. Topwijn maakt zichzelf, als de druiven maar optimaal binnenkomen. Eens deze crus, zoals ‘Percristina’ (opgedragen aan zijn dochter), ‘Ciabot Mentin Ginestra’ en ‘Pajana’ de kans hebben gekregen om te rijpen, wisselen zij kracht en karakter voor elegantie en evenwicht.

35


42

Terroir GEOGRAFIE

• Klimaat: koud met strenge winters en zachte zomers, in de heuvels vaak mistig in de lente en herfst • Bodem: klei, kalk, zandsteen, grafiet en leisteen • Ligging: op glooiende heuvels in de pre-Alpen, op steile terrassen aan de voet van de Alpen REGIONALE SPECIALITEITEN

• Alles van in en uit het bos behoort tot het dieet van de Piëmontees: wild, padden stoelen, truffels, (hazel)noten, bosvruchten. • Piëmonte is ideaal om te bezoeken in de herfst en er te proeven van de lokale en vaak bizarre gerechten en combinaties zoals gestoofde slakjes, finanziera, vitello tonnato of bagna caôda... aangevuld met varkens- poten en eetbare ingewanden. • De romige en blauwgeaderde gorgonzola en de zachte taleggio rijpen hier samen met nog zeven andere lokale kaasspecialiteiten. • Wat is er beter dan een zachtgekookt eitje met wat witte truffel uit Alba er overheen geraspt?

‘Mijn passie voor wijn bestond zonder dat ik er echt besef van had.’ Calogero Licata


PIEMONTE

P I E M O N TE “L’ASTIGIANO”

D . O . C . G. 1. Asti e Moscato d’Asti 2. Brachetto d’Acqui o Acqui 4. Barbera d’Asti 11. Ruché di Castagnole Monferrato

D.O.C. 3. Albugnano 5. Dolcetto d’Asti 6. Freisa d’Asti 7. Grignolino d’Asti 8. Loazzolo 9. Malvasia di Casorzo d’Asti 10. Malvasia di Castelnuovo Don Bosco 12. Cisterna d’Asti 13. Terre Alfi eri 14. Calosso

43



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.