Agrarisch Magazine 2021

Page 1

NIEUWJAARS MAGA Z

E N I AGRARISCH MAGAZINE

VOOR DE

AGRARISCH MAGAZINE

1


ltonoord.nl

Beter voor ons allemaal

Als lid van LTO Noord weet je dat je niet alleen staat. Als je lid bent, weet je dat er dagelijks een grote club van mensen bezig is met jouw belang in het achterhoofd. We houden ons bezig met wet- en regelgeving waar jij mee te maken hebt. We laten jouw stem horen in de politiek, bij partners en burgers. En we maken ons sterk voor een eerlijke prijs voor jouw producten. Dat doen we voor ons allemaal, dus ook voor Remco Aalbers. “Ik vind het belangrijk dat we ons nog meer inzetten voor een betere binding met de samenleving en burgers een inkijkje geven in onze sector.� Dat ziet Remco bijvoorbeeld terug in al Boer&burger initiatieven waar wij ons al jaren hard voor maken. Het mooie is: dat Remco zich bij LTO Noord heeft aangesloten is niet alleen goed voor hem, het is goed voor ons allemaal. Want hoe groter we als vereniging zijn, hoe sterker we staan en hoe meer we kunnen bereiken. Sluit je daarom, net als Remco, ook aan bij LTO Noord. Dat kan via ltonoord.nl, of bel ons op 088-8886666.

Achter de boer en tuinder. Voor ons allemaal. 2

AGRARISCH MAGAZINE


DE BESTE ZORG EN AANDACHT VOOR UW KALVEREN KALF GARANT. UNIEKE SAMENWERKING MET ALPURO BREEDING

De basis voor gezond en productief melkvee legt u met een goede kalver­ opfok al vanaf dag één. De Heus biedt u daarvoor, samen met Alpuro Breeding, het unieke opfokconcept Kalf Garant. Hiermee krijgt u zorg, voeding én advies in één! Voor een gezonde en gegarandeerde groei van uw jongvee. www.de-heus.nl/kalfgarant

AGRARISCH MAGAZINE

3


Voorwoord

DE SPOTLIGHTS OP E

en lockdown. Toen ik dit woord in februari voor het eerst hoorde, kon ik mij er weinig bij voorstellen. Een land in lockdown, wat betekent dat precies? Inmiddels weten we beter. Ook de Noordelijke agrarische sector ontkwam niet aan de maatregelen en gevolgen. Het betekende dat we elkaar allemaal veel minder zagen en spraken. Akkerbouwers en melkveehouders troffen hun collega’s nauwelijks meer op vergaderingen, op het sportveld of de wekelijkse biljartavond. Toeleveranciers konden letterlijk minder of helemaal de boer niet meer op.

Sjoerd Hofstee, hoofd-uitgever shofstee@langsdemelkweg.nl

‘Lekker rustig’, hebben velen in maart vast gedacht. En dat was misschien ook wel even zo. Maar naast de vrees voor de gezondheidsrisico’s, werden de restricties al snel vooral als lastig, vervelend en saai ervaren. In de relatief vrije en open zomer laaide de hoop op om vervolgens ook weer vlot te verwaaien. Landbouwbeurzen als die van Hardenberg en Leeuwarden, die traditioneel ook als ontmoetingsplaats voor veel Noordelijke boeren gelden, moesten hun organisatie staken. En dat terwijl er los van corona meer dan voldoende is om met elkaar te bespreken en te delen. Want gelukkig zit de agrarische sector nog altijd vol dynamiek. Na het afblazen van Landbouwbeurs Leeuwarden smeedde Persbureau Langs de Melkweg daarom het plan deze glossy Agrarisch Magazine 2021 te verzorgen. Een luxe magazine waarin we de agribusiness een aanbod deden: ‘Vertel uw verhaal richting 2021 aan de melkveehouders en akkerbouwers in Noord-Nederland. Vertel het zoals u het anders als standhouder aan uw klanten zou vertellen.’ Velen gaven gehoor aan deze oproep en lieten de spotlights op hun ideeën en vooruitzichten schijnen. U leest hun bijdrages in dit magazine. Om vooruit te kijken naar het nieuwe jaar brengen we daarnaast verschillende mooie redactionele verhalen. We interviewden een aantal topmensen uit de sector. Zij benadrukken stuk voor stuk de innovatie- en ondernemerskracht die Nederlandse boeren tonen. Daar zou de overheid best wat meer oog en waardering voor mogen hebben, zo klinkt er duidelijk in door. Iemand die vanuit zijn ondernemersgeest nog een stapje verder gaat en ook aan het woord komt, is Jaap Korteweg. Na zijn initiatief ‘De Vegetarische Slager’ richt hij nu serieus zijn pijlen op het creëren van melk uit gras zonder tussenkomst van de koe. De inzet van Kortweg kan als bedreigend worden gezien, maar ook als een uitdrukking van de onuitputtelijke ondernemersgeest die de sector herbergt en telkens weer voortbrengt. En wat nu niet voor mogelijk wordt gehouden, is wellicht slechts nog nooit gerealiseerd. Ter illustratie: het is nog maar veertig jaar geleden dat bijna alle melkveehouders het voor onmogelijk hielden dat koeien gemolken werden zonder tussenkomst van de mens. Inmiddels is robotmelken gemeengoed en volledig geaccepteerd. Of het initiatief van Korteweg net zo’n revolutie teweegbrengt als robotmelken, is zeer de vraag. Het appelleert in ieder geval wel aan de zoektocht naar een meer maatschappelijk gewaardeerde wijze van landbouw. Dat is één van de uitdagingen waar de sector ook komend jaar, coronavrij of niet, mee geconfronteerd wordt. Dat vraagt een open blik en inspelen op nieuwe kansen. Wat daarbij helpt: openstaan voor nieuwe kansen karakteriseert de prachtige en krachtige agrarische sector. In Agrarisch Magazine 2021 zetten we daar bewust de spotlights op.

4

AGRARISCH MAGAZINE


INHOUD

6-7

‘INHUMAAN OM WADDENZEEDIJK DOOR TE STEKEN’

9

‘GEZONDHEID VAN HET VEE IS BELANGRIJKSTE MAATSTAF’

10-11

‘AKKERBOUW MOET MEE IN SNEL VERANDERENDE WERELD’

13

TOPKOEIEN VERHUIZEN NAAR LIMBURG & TRIOTRAC M, NIEUWE ZELFRIJDENDE VOERMENGWAGEN

14-15

PUM ZORGT VOOR ONVERGETELIJKE BUITENLANDSE ERVARINGEN

18-19

RITNAALDEN TE LIJF MET NIEUWE WAPENS

22-23

VERBETER DE BODEM, KIJK NAAR DE CEC

25

VOEREFFICIËNTIE LEGT GROTE VERSCHILLEN BLOOT

27

ROYAL DE BOER STALINRICHTINGEN IS TERUG

28-29

RUWVOER NOG MEER TOT WAARDE BRENGEN

31

MET DE BOER MEE MODERNISEREN

34-35

‘WE ZIEN EEN VERSCHUIVENDE ADVIESVRAAG’

38-39

WERKEN AAN EEN NOORDELIJKE ZORGCOÖPERATIE

41

AIRKOE VIERT 20-JARIG BESTAAN

42-43

ONDERNEMEND A-WARE ZET IN OP GEZONDE GROEI

47

‘HET ZIET ER HIER WEER STRAK UIT’

48-49

‘EERST DE MENS, PAS DAARNA KOMEN DE EURO’S’

50-51

INZET OP HOGE VET-EN EIWITPRODUCTIE LOONT

53

WEEKENDJE WEG DANKZIJ TWEE LELY A5-ROBOTS

56-57

STAPJE VOOR STAPJE BEDRIJFSRESULTAAT VERBETEREN

58-59

‘ALS JE GEEN DOELEN STELT, KOM JE NERGENS’

61

GEBALANCEERD RANTSOEN IN MENGBALEN

62-63

MET 'Het nieuwe melken' KLAAR VOOR DE TOEKOMST

69

NISCOO-SUBSIDIEPOT KOMT NIET LEEG

72-73

LTO NOORD RICHT BLIK OP TOEKOMST

74-75

‘JE KOOPT EEN MELKROBOT, GEEN MARKETINGCONCEPT’

77

PRIMEUR VOOR DEELSTRA JANSEN & BESPAREN MET SCHONERE DIESEL

80-81

‘EXTERN SALDEREN HOLT DE SECTOR UIT’

16-17

32-33 36-37

44-45

54-55

64-65-66-67 70-71

78-79

82

BOER STEEDS GROTERE PRODUCENT VAN SCHONE ENERGIE

CORONACRISIS STIMULEERT CREATIVITEIT DE MISSIE VAN BOER JAAP KORTEWEG

‘WE HEBBEN VEEL OM TROTS OP TE ZIJN’

VLOGGER BEREIKT BOER BETER DAN BURGER

‘NEDERLAND IS TOE AAN NIEUWE MANIER VAN LANDINRICHTING’ ‘DE OVERHEID IS TE VEEL PARTIJ GEWORDEN’

EINDELIJK EEN EERLIJKE BOERENPRIJS IN 2021?

‘WIJ HEBBEN JUIST OOG VOOR HET BOERENVERHAAL’

COLOFON Dit magazine is een uitgave van Persbureau Langs de Melkweg Adres uitgever: Persbureau Langs de Melkweg, Lorentzstraat 21-A, 8606 JP Sneek Telefoon: 0515-429876 E-mail: redactie@langsdemelkweg.nl

Verspreiding: Dit magazine wordt door PostNL verspreid onder melkveehouders, akkerbouwers en agribusiness in Drenthe, Groningen, Friesland, Noordoostpolder, Kop van Noord-Holland en de Kop van Overijssel.

Redactie: Sjoerd Hofstee en Jelle Feenstra Teksten: Bouke Poelsma, Ida Hylkema, Niels van der Boom, Jelle Feenstra en Sjoerd Hofstee Fotografie: Niels de Vries, Landpixel, Rens Hooyenga, Leanne Bakker, Gabor Heeres SQ Vision, Niels van der Boom, Ida Hylkema, Jan Witteveen en eigen foto’s

Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan de redactie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden nadrukkelijk voorbehouden. Deze rechten behoren bij Persbureau Langs de Melkweg c.q de betreffende fotograaf. Artikelen uit deze uitgave mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van Persbureau Langs de Melkweg.

Vormgeving: Houssam Diab Druk: Senefelder Misset Doetinchem

AGRARISCH MAGAZINE

5


Interview

‘INHUMAAN OM WADDENZEEDIJK DOOR TE STEKEN’ 6

AGRARISCH MAGAZINE

De Waddenzeedijk doorsteken en zout water laten stromen op de meest vruchtbare pootgoedgrond van Nederland. Om daar meer natuur te krijgen. HZPC-directeur Gerard Backx (61) kan zulke plannen gewoon niet begrijpen. ‘Ik vind ze, afgezet tegen de honger in de wereld, zelfs inhumaan.’ Tekst:

Jelle Feenstra

Foto: HZPC

HZPC-directeur Gerard Backx: ‘De stempel die onze land- en tuinbouw wereldwijd drukt, erkent Den Haag onvoldoende.’


G

erard Backx is directeur van de HZPC, een toonaangevend aardappelbedrijf met in Nederland én het buitenland ruim 800 telers op ruim 23.000 hectare circa 100 rassen pootaardappelen en een jaaromzet van € 361 miljoen. In totaal 60% van alle certificeerde pootaardappelen die internationaal worden verhandeld komt uit Nederland en HZPC levert daar dus een flinke bijdrage aan. Toch is het niet alleen uit economisch belang dat de gedistingeerde topman zich opwindt. Hij zegt: ’Zowel in de Tweede Kamer als in het Europees Parlement lopen te veel mensen met de gedachte: ‘We moeten veel meer aan natuur en andere zaken gaan doen en minder aan voedselproductie. Ik vind dat inhumaan, zoals daar af en toe over wordt gesproken.’ Hoe bedoelt u dat precies? ‘Wij Noordwest-Europeanen zijn geboren in een prachtige delta. Daar kun je hoogwaardig uitgangsmateriaal voor veel voedsel produceren. Noord-Nederland is daar bij uitstek een voorbeeld van. Miljoenen mensen zijn voor hun voeding afhankelijk van de pootaardappelen die wij hier produceren. Omdat wij hier toevallig wonen, geeft ons dat de maatschappelijke plicht om voedsel te produceren voor mensen die niet zijn geboren in luxe. En dus mogen wij nooit en te nimmer de arrogantie hebben dat wij alleen maar voor ons zelf hoeven te produceren.’ Wat dat betreft moet u zich dagelijks ergeren aan de discussie in Nederland. ‘Daarom trek ik mijn mond er op veel plekken over open. Ik kan me bijzonder boos maken over parlementariërs die zeggen dat er voldoende voedsel is. Er zijn 800 miljoen mensen die iedere dag gaan slapen met een lege maag. Politieke barrières, logistiek, oorlogen; ik weet, er zijn diverse oorzaken. Maar met de alsmaar groeiende wereldbevolking op minder welvarende plekken kun je niet zeggen dat er voldoende voedsel is.'

ruimte zijn om te recreëren, er moet natuur zijn, al kan dat in mijn optiek ook heel vaak in de combinatie met landbouw. Maar ik vind dat Den Haag de stempel die onze land- en tuinbouw wereldwijd drukt onvoldoende erkent. Zelfs op veel minder areaal kunnen wij onze productie op klimaat- en milieuvriendelijke wijze nog verhogen, mits de overheid ons daar de instrumenten voor geeft.’ Dan doelt u onder andere op de discussie over gentechnologie. ‘Onder andere. Wij gaan met genetisch veranderd materiaal nu veldproeven in Canada doen omdat het in Europa niet mag. Het doel is aardappelen met hoge hectareopbrengsten die resistent zijn tegen ziektes waardoor je minder hoeft te spuiten. Als er steeds minder landbouwareaal komt en je wilt als continent voedselproductie in de benen houden, dan moet je ook zorgen dat de technieken die er zijn, gebruikt mogen worden. Hetzelfde geldt voor bepaalde gewasbeschermingsmiddelen: die worden uit emotie rigoureus van de markt gehaald, zonder dat er goede alternatieven zijn.’ Wordt 2021 door corona economisch een slecht jaar? ‘De lockdowns hebben grote impact op de afzet van fritesaardappelen. Dat leidt tot annuleringen van pootgoedorders. Maar ik verwacht dat zodra er na de vaccinaties vanaf mei, juni weer normale omzetten worden gedraaid, er ook in Noordwest-Europa snel herstel optreedt. Een veel grotere zorg vind ik de wereldwijde economische recessie. Landen in het Midden-Oosten en NoordAfrika hebben veel minder geld om pootgoed te kopen.’

‘Wij mogen nooit en te nimmer de arrogantie hebben dat wij alleen maar voor ons zelf hoeven te produceren.’

Natuur is toch ook belangrijk? ‘Zeker. Maar niet op plekken waar het hoogwaardige voedselproductie verdringt, daar is helemaal niks duurzaams aan. De eerste duurzaamheidsdoelstelling van de Verenigde Naties is geen armoede, de tweede geen honger lijden. Wil je discussiëren over duurzaamheid? Dan is voldoende voedsel vele malen belangrijker dan dat wij een paar vierkante kilometer meer natuur creëren.' Nu gaat het niet alleen over natuur, ook over meer woningen, meer huizen, meer wegen. Als iedereen dat graag wil, moet voedselproductie maar verplaatsen naar het buitenland. ‘Dat zou een grote vergissing zijn. Nederland moet het hebben van hoogwaardige producten. Met z’n tuinbouw, uitgangsmateriaal in pootgoed en zaaizaden, z’n zuivelkennis. Daarin zijn we wereldwijd toonaangevend, met een sterk netwerk van organisaties, bedrijven, kennis en infrastructuur er kort omheen. Mechanisatie, kassenbouw, stalinrichting, nieuwe rassen, nieuwe technieken, het gaat de hele wereld over en zorgt voor 10 procent van de Nederlandse werkgelegenheid. Dat geheel hou je alleen overeind als er voldoende boeren dicht omheen zitten. Dan voedt je elkaar, ontwikkel je door. Trek je dat uit elkaar, dan verlies je alles.’ Dat lijken ze in Den Haag niet zo erg te vinden. ‘Dat er in Nederland steeds minder areaal beschikbaar is voor voedselproductie begrijp ik. Er moet woningbouw zijn, er moet

Hoe groot zijn die gevolgen? ‘Fors. Wij doen alsof het heel erg is wat er in Noordwest-Europa gebeurt met corona. Maar dat is niets ten opzichte van wat er in die landen gebeurt. En daar hebben ze geen overheden die met geld strooien. Ik had het normaal gevonden als de regeringen in Noordwest-Europa, waaronder Nederland, een stukje zouden helpen.’ Hoe bedoelt u dat precies? ‘Dat ze zeggen: wij subsidiëren een stukje export naar de landen waar wij al jaren een goede handelsrelatie mee hebben. Zo houden we onze export in de benen en doen we ook iets aan humanitaire hulp. Nu komt er meer honger, onrust, zijn er meer vluchtelingen.' Ik neem aan dat u die vraag in Den Haag heeft neergelegd. ‘Natuurlijk. Maar in het huidige politieke klimaat van populisme maak je je als politicus niet populair als je geld geeft aan het buitenland. Mevrouw Kaag krijgt dus geen budget voor dit soort zaken. Terwijl voor binnenlandse en zelfs buitenlandse bedrijven met vestiging in Nederland wel de beurs wordt getrokken.’ Iets anders, begrijpt u de trekkeracties bij supermarkten? ‘Ik begrijp de noodkreet, maar ben geen liefhebber. Je verliest er alleen maar krediet mee. Het feit dat je grote tractoren hebt, betekent niet dat je het recht hebt om alle macht even naar je toe te trekken. In Nederland heb je 50.000 boeren tegenover vijf grote inkooporganisaties. Bij de industriële aardappelverwerking geldt hetzelfde verhaal. Dat is een onevenwichtigheid die je in een vrije markt nooit oplost. Dat kan alleen met overheidsingrijpen. Ik vind dat een dilemma waar ik nooit een goed antwoord op weet. Te meer omdat elke oplossing in die richting ten koste gaat van de vrije markt. En die heeft ons ook heel veel gebracht.’ AGRARISCH MAGAZINE

7


“Onze ouders hebben eindelijk weer eens tijd voor een weekendje weg!”

De Astronaut A5 geeft ons vrijheid! Je werk flexibel indelen, meer tijd voor je gezin en meer arbeidsbesparing? Lely Center Heerenveen is jouw melk- en voerexpert in de regio. Heb jij tijd voor een kijkje in de keuken van een collega veehouder? Maak een exclusieve afspraak via www.lely.com/tijd en ervaar hoe wij slim melken.

Slim boeren is een keuze.

www.lely.com/tijd

20201006-LELY_Advertorial_HAAN_212x135mm_magazine.indd 1

19-10-2020 15:34

De meest efficiënte airflow tot in het hart van de bewaring Gegarandeerd het beste resultaat voor uw productkwaliteit. Of het nu gaat om ventilatietechniek, koeltechniek of een combinatie van deze technieken. Omnivent levert het best passende systeem voor uw situatie. Wat resulteert in de beste bewaareigenschappen voor uw product. Omnivent levert ook bewaartechnologie voor pompoenen en zoete aardappelen.

Meer info? sales@omnivent.nl Cor van Maanen: 06 55 14 66 05 Ruud Wansink: 06 55 14 66 10

8

AGRARISCH MAGAZINE

www.omnivent.com


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

‘GEZONDHEID VAN HET VEE IS BELANGRIJKSTE MAATSTAF’ In het Friese dorp Nij Beets runnen Arend Poppinga en dochter Tsjerkje een melkveebedrijf met 180 melkkoeien en 90 stuks jongvee. Op advies van melkveespecialist Gauke van der Boon zijn ze gestart met het voeren van maisvlokken. Ze zagen niet alleen de melkproductie fors stijgen; ook de gezondheid van de veestapel verbeterde flink.

D

e uit Beetsterzwaag afkomstige familie Poppinga bouwde in 1988 op de huidige locatie een ligboxenstal voor tachtig stuks vee. In 2008 waren ze gegroeid naar 180 melkkoeien. Dochter Tsjerkje, afgestudeerd aan de opleiding Dier- en Veehouderij aan het Van Hall Larenstein in Leeuwarden, kwam ook werken in het bedrijf. Er is in totaal 84 hectare grasland en 16 hectare maisland in gebruik. De kalveren gaan na twee weken naar de groepshokken waar ze worden gevoerd door een drinkautomaat. Om de kalveropfok nog verder te verbeteren is de familie Poppinga bezig met het bouwen van een kalvertuin.

Foto's: Fuite

Een overstap op gemengd voeren en brok met maisvlokken kwam de gezondheid en productie van de veestapel ten goede.

constateert Tsjerkje. Gemengd voeren en de overstap naar de beter passende brok liet de melkproductie stijgen van 8.800 kilo melk naar 9.600 kilo per koe per jaar en het vetpercentage is door de verandering zelfs met 0,3% gestegen van 3,95 naar 4,25%. Doordat de mengwagen het voer ook weegt, kunnen ze nu erg precies voeren. ‘Hiervoor werd het voer helemaal niet gewogen. Nu weten we precies wat we voeren’, geeft Tsjerkje aan.

Robuustere kalveren

De basis van een gezonde koe is een goede transitieperiode. Doordat het nu mogelijk is om de droge koeien een gemengd rantsoen aan te bieden, blijven ze beter in conditie en kalven ze probleemloos af. Gauke van der Boon schakelde collega-jongveespecialist Anita van der Molen in om de kalveropfok te begeleiden. ‘Doordat de koeien gezonder zijn, is ook de kwaliteit van de biest beter. Door deze goede biestkwaliteit krijgen we robuustere kalveren’, geeft Tsjerkje aan. ‘De komende jaren gaan we ons bedrijf verder optimaliseren. Met het veranderen van kleine dingen, zodat de koeien gezonder zijn, komt de productie vanzelf.’

‘Gezondere koeien leveren gezondere biest’

Stap vooruit

Poppinga kreeg de kans om een mengwagen te testen zodat ze hun koeien een gemend rantsoen konden aanbieden. ‘Onze koeien zaten echt op het randje van pensverzuring', vertelt Tsjerkje. ‘In dezelfde periode kwamen we in contact met Gauke van der Boon. Hij is melkveespecialist bij Gebrs. Fuite Veevoeders uit Genemuiden. Gauke adviseerde ons om een rustige productiebrok met 10% maisvlokken te voeren aan onze melkkoeien. Maisvlokken leveren goed afbreekbaar zetmeel wat geleidelijk beschikbaar is voor de pensbacteriën. Daardoor wordt de kans op pensverzuring verkleind. ‘De koeien zijn stukken gezonder wat resulteert in meer melk,

Het bedrijf van Arend en dochter Tsjerkje Poppinga van boven gezien: 'De komende jaren gaan we verder optimaliseren.' AGRARISCH MAGAZINE

9


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

‘AKKERBOUW MOET MEE IN SNEL VERANDERENDE WERELD’ TTW–Systeem B.V. onderscheidt zich in advisering van akkerbouwers en zet al 33 jaar in op onderbouwing doormiddel van data. Directeur Jacob Struik en enkele medewerkers uit het veld delen hun visie en toekomstverwachtingen.

D

JACOB STRUIK

‘DE EMOTIE MOET ERUIT’

e wereld verandert razendsnel. En de akker- en tuinbouwsector moet mee. We moeten goed luisteren naar onze consument en rekening houden met datgene wat de maatschappij van ons vraagt. De wereld kan niet zonder voedsel, maar wij kunnen als sector ook niet zonder de wereld. De akkerbouwer van de toekomst is een manager, die bedrijfsmatig opereert, ondersteund door hoogopgeleide teeltmanagers. Bedrijven groeien. Dat is onomkeerbaar. Als akkerbouwer kan je het niet meer alleen. Zoek naar slagkracht en samenwerkingsverbanden. Kleinere bedrijven kunnen juist weer inspelen op nichemarkten. Akkerbouwers maken nu nog te beperkt gebruik van data. Er is een omslag in denken nodig. Ondanks de gemaakte stappen zijn we nog te behoudend. De emotie moet eruit. Het gebruik van data wordt een managementtool. Precisielandbouw is gebaat bij een betere ketencommunicatie tussen leverancier, afnemer en eindgebruiker. Een matige knol wordt bijvoorbeeld nooit een topproduct, maar een teler kan er wel het beste van maken als hij weet wat hij kan verwachten. Openheid in de keten over data is een must. Geen bedreiging maar juist een kans.’

S

MARIJN GRINWIS

‘ALLES DRAAIT OM EEN GEZONDE BODEM’ 10

AGRARISCH MAGAZINE

amen met mijn familie run ik een akkerbouwbedrijf op de kop van Goeree-Overflakkee, waar we ervaring hebben met het bewerken van en telen op verschillende grondsoorten. Als teeltadviseur van aardappelen en uien heb ik voordeel van mijn kennis uit de praktijk. Een gezonde bodem is de basis voor een succesvolle teelt. Bodemvruchtbaarheid is essentieel. Met een goed fundament zijn planten minder vatbaar voor ziektes en vergroot je de kans op een gezond gewas. Vervolgens komt het natuurlijk aan op een goede productpreparatie en een juiste bemestingsstrategie. Aandacht voor bodemvruchtbaarheid en het toepassen van hoogwaardige organische meststoffen zijn met het oog op de toekomst cruciaal om te voorkomen dat je als akkerbouwer de bodem uitholt. De bodem moet in balans zijn. Een evenwichtige grond draagt bij aan het rendement. De veranderde fosfaatwetgeving maakt het voor telers uitdagender om goede keuzes te maken als het gaat om bemesting en het verbeteren van hun grond. Met de juiste aandacht voor de bodem zorg je zeker op de langere termijn voor hogere opbrengsten en betere kwaliteit van de producten.’


D

JELLE KNOOT

‘HET KAN ZONDER CHEMIE’

e afgelopen jaren heb ik de nodige ervaring opgedaan met de teelt van biologische gewassen. Daar hopen we de komende jaren letterlijk de vruchten van te plukken. We telen zonder chemie en zetten in op gezonde gewassen met behulp van bemesting op maat en gebruik van sporenelementen. Wat heeft een plant nodig voor een goede en gezonde groei? Als bioteler loop je in mijn ogen voor. Gewasbeschermingsmiddelen worden alsmaar verder aan banden gelegd. De gangbare teelt verschuift meer richting biologisch. Daar moet je als akkerbouwer in mee. Met het oog op de toekomst is een mentaliteitsverandering nodig. Het kan zonder chemie. Door continu gewassen te monitoren en het bemonsteren van mineralen kun je een bemestingsplan op maat maken. Meten is weten. Dat wordt nog weleens vergeten. Meestal wordt er vooral stikstof en fosfaat toegediend, terwijl kali en sporenelementen juist ook bijdragen aan een gezonde plant. Een gezonde bodem en een gevarieerd bemestingsplan maken planten weerbaarder.’

K

MARLEEN VAN OORSCHOT

‘TE WEINIG BEWUST VAN WATERKWALITEIT’

Foto's: TTW

walitatief goed zoet water is vanwege de schaarste een hot item in verschillende regio's. Zelf kom ik van een akkerbouwbedrijf uit Zeeland en hier speelt verzilting van het water een grote rol. Door de geringe mogelijkheden tot beregenen, beïnvloedt het de bedrijfsvoering. Telers zijn in Zeeland meer bezig met het monitoren van de waterkwaliteit. Het teruglopen van de waterkwaliteit zie ik ook in andere delen van Nederland gebeuren. Telers zijn zich daar echter nog te weinig van bewust, waardoor er rustig met een EC van 2,5 of hoger wordt beregend. We hebben met corona een gek jaar achter de rug. Niemand weet wat er in 2021 gaat gebeuren. Dat zorgt voor stress bij telers. Welke teeltkeuzes maak je en kun je een nieuwe crisis dragen? Als je kijkt naar de bemesting dan is die nog te vaak gebaseerd op gewoontes van vroeger. We moeten inspelen op een veranderende bodem en durven om veranderingen door te voeren. Als teler moet je het aandurven om uit je comfortzone te stappen. Bodemmonsters zorgen voor inzicht. Aan de hand van gegevens krijg je per perceel een beter beeld van wat er nodig is.’

H

WILKO VAN DER VELDE

‘RISICO'S VERLAGEN IS HET SPEERPUNT'

et is de uitdaging om voorafgaand aan de teelt de risico’s van een perceel in kaart te brengen. In de advisering is risico verlagen een belangrijk speerpunt. Door in te spelen op de mogelijke risico’s kunnen foutkosten flink verlaagd worden. Uit data-analyse van onze percelen halen we de best presterende naar boven. Deze worden de standaard voor volgend jaar. Dat is het streven. Een van de belangrijke factoren in de toekomst is zoet water. Peilgestuurde drainage biedt uitkomst in de strijd tegen verzilting. Hiermee kun je per perceel het grondwaterpeil verhogen. Dit biedt als voordeel een efficiëntere gewasgroei en daarmee een potentieel kortere veldperiode. Zeker gezien de luizendruk is dit cruciaal. Niet alleen water maar ook bodemstructuur speelt daarbij een grote rol. Rijpadenteelt en lichtere voertuigen zijn hard nodig om de bodemstructuur te ontzien. Dit is nodig wanneer we groenbemesters langer willen laten staan om meer leven in de grond te houden. We doen de komende jaren onderzoek naar de effecten van sporenelementen op de gezondheid van planten. Gezonde planten worden minder snel ziek. Dit heeft ook invloed op het welzijn van de mens, die eet wat wij produceren.’ AGRARISCH MAGAZINE

11


Toekomstgericht sinds 1963 Samen sterk. Dat is sinds 1963 de kracht van Abeos Agri. Een sterke coöperatie waar we met én voor elkaar werken op het gebied van (flexibele) arbeid en specialistische diensten. Of het nu gaat om bedrijfsverzorging of klauwverzorging of de tijdelijke inzet van een flexibele arbeidskracht. Elke dag zetten onze goed opgeleide medewerkers zich in om u te helpen bij praktische dagelijkse werkzaamheden of het opvangen van uw totale bedrijfsverzorging. • Grootste agrarische dienstverlener in Nederland • Betrouwbare en vakkundige partner • Voor al uw personeelsvraagstukken (o.a. detachering en uitzenden) • Van bedrijfsverzorging tot specialistische diensten

Nieuwsgierig? Bel 088 - 199 21 11 of ga naar abeosagri.nl voor meer informatie.

12

AGRARISCH MAGAZINE


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

K.I. S A M E N

DE SPOTLIGHTS OP

De praktijk bewijst ‘t!

Gesponsord artikel

TOPKOEIEN VERHUIZEN NAAR LIMBURG

TRIOTRAC M, NIEUWE ZELFRIJDENDE VOERMENGWAGEN

Foto: K.I. Samen

Familie Vos en Ralph Engelen (links) met Malki dochter Glinzer Greetje 214 (EX 90).

M

elkveebedrijf Grashoek, het melkveebedrijf van K.I. Samen, heeft eerder dit jaar de hoogwaardige veestapel van de familie Vos uit het Groningse Godlinze overgenomen. Vanwege ernstige rugklachten moest Jan Thomas Vos besluiten te stoppen met het familiebedrijf. Na dit moeilijke besluit werd gekeken hoe de veestapel, die zich kenmerkt door een hoog exterieurgehalte en reeds meerdere honderdtonners voortbracht, een passende nieuwe plek kon krijgen. K.I. Samen raakte daarop in gesprek met de familie Vos en in overleg kwamen zij tot de overeenkomst dat alle zeventig koeien naar de stallen van melkveebedrijf Grashoek in Limburg verhuizen.

Beste dochter NRM

De visie van K.I. Samen sluit aan op de denkwijze van topfokker Vos. Allebei hechten ze veel waarde aan levensduur en koefamilies. K.I. Samen kent de familie Vos onder andere van de laatste NRM in 2019, waar de excellente Big Malki-dochter Glinzer Greetje 214 (zie foto) van de familie Vos in de dochtergroep meeliep. Deze werd uiteindelijk als beste van de groep aangemerkt. Voor de fokkerijorganisatie is de aankoop een nieuwe, maar bewuste stap. De imponerende veestapel dient als vervanging in de eigen stallen want meer dieren melken is niet het doel op het Limburgse bedrijf. Met deze kwaliteitsimpuls wil K.I. Samen ook op het eigen melkveebedrijf nog meer gezicht geven aan de bedrijfsslogan: ‘De praktijk bewijst het’.

Foto: Trioliet

De nieuwe zelfrijder die in 2021 op de markt komt, is geschikt voor lage stallen.

T

rioliet heeft met de Triotrac M een nieuwe zelfrijder ontwikkeld. De machine is dit najaar geïntroduceerd en is medio 2021 leverbaar. De Triotrac M is net als de andere zelfrijders van Trioliet uitgerust met een snijd-laadsysteem, voor behoud van de voerstructuur. Het voer wordt automatisch gewogen en met behulp van een innovatieve invoerrotor de mengkuip ingewerkt. De compacte rotor – met een breedte van 2 meter – vervangt de opvoerband.

Hoge wendbaarheid

De Triotrac M is een compacte machine, die opvalt door z’n wendbaarheid en daarmee geschikt is voor lage stallen en krappe erfomstandigheden. De zelfrijder heeft een kleine draaicirkel en is voorzien van achterasbesturing. Vierwielbesturing is optioneel. De cabine van de zelfrijder is in hoogte verstelbaar, voor een optimaal overzicht. Het voer kan met de Triotrac M op twee manieren worden uitgedoseerd, via zijdoseerschuiven of via een dwarsafvoerband aan de achterzijde van de machine. De maximale snelheid van de zelfrijder is 35 kilometer per uur. De machine is uitgerust met een 4-cilinder JCB-motor van 175 pk. De zelfrijder heeft één verticale mengvijzel en een inhoud van 14 kuub. Trioliet richt zich met deze machine op melkveebedrijven met negentig koeien of meer. De machine kost € 179.000, exclusief btw. Melkveehouders kunnen bij aanschaf profiteren van Energie Investeringsaftrek (EIA). AGRARISCH MAGAZINE

13


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

PUM ZORGT VOOR ONVERGETELIJKE BUITENLANDSE ERVARINGEN

Foto's: Tjeard van der Kooi

Van der Kooi verzorgde zelfs cursussen handmelken in Oeganda.

Voormalig melkveehouder en veehouderijleraar Tseard van der Kooi (66) deelt als PUM-expert zijn kennis in derdewereldlanden en opkomende markten. ‘Ik heb er veel waardevolle contacten aan overgehouden.’ ‘

D

it jaar stond een reis naar Oeganda op de planning. Vanwege Covid-19 is dat niet doorgegaan. Het is wachten op een vaccin, zodat ik weer naar het buitenland kan.’ Aan het woord is Tseard van der Kooi. De voormalig melkveehouder en veehouderijleraar uit het Friese Readtsjerk is sinds 2011 actief als PUM-expert (zie kader). Namens deze vrijwilligersorganisatie maakte Van der Kooi enkele prachtige en bovenal nuttige reizen naar verre buitenlanden. ‘Het past bij me. Ik voel me als PUMexpert als een vis in het water. Gelukkig staat het thuisfront voor 100 procent achter me.’

14

AGRARISCH MAGAZINE

Van der Kooi maakte in 2011 zijn eerste reis als PUM-expert. Het betrof een project in China, waar hij diende te adviseren bij het opzetten van een fokprogramma. ‘Als voormalig melkveehouder, veehouderijleraar én fokkerijraadslid bij CRV paste dat precies in mijn straatje’, aldus Van der Kooi, die op een CRV-vergadering in Sneek werd benaderd om als PUM-expert aan de slag te gaan.

Learning by doing

De bijzondere trip naar China vormde voor Van der Kooi het startschot van een serie bijzondere buitenlandse reizen. ‘Daarvoor was ik helemaal niet zo’n reiziger’, zo bekent de Fries, die nu een aardig woordje Engels spreekt. In zijn tijd als begeleider van buitenlandse studenten op de praktijkschool in Oentsjerk verzorgde Van der Kooi uitstapjes voor deze studenten. Hij ontkwam er niet aan om Engels te spreken. ‘Het was ‘learning by doing', vertelt Van der Kooi, die samen met zijn vrouw ook jarenlang als gastgezin


betrokken was bij deze studenten. Als PUM-expert reisde Van der Kooi onder meer naar landen als Kosovo, Georgië en Kirgizië. Hij draagt tijdens PUM-missies zijn kennis over aan veeartsen, voeradviseurs en boeren. ‘Het gaat om praktische missies op het boerenerf’, vertelt Van der Kooi. Hij verzorgt bijvoorbeeld trainingen over kalveropfok en vruchtbaarheidsproblemen en legt uit hoe je klauwproblemen kunt voorkomen.

trekken aan de nageboorte, om te voorkomen dat de koe die opeet. Dat leidt regelmatig tot een baarmoederontsteking, die vervolgens met een jodiumpreparaat wordt behandeld. ‘Dat is fout op fout’, doceert Van der Kooi. ‘Er ontstaat littekenweefsel in de baarmoeder, met vruchtbaarheidsproblemen als gevolg.’

Helpen aan vooruitgang

De ruwvoerkwaliteit is eveneens een aandachtspunt. Een tropisch Afrikaanse contacten gewas als olifantsgras wordt Van der Kooi bewaart bijzondere lang niet altijd optimaal benut. herinneringen aan zijn PUM‘Tijdens mijn missies zie ik altijd Tseard van der Kooi doceert lokale boeren in Kenia. missies in Afrika. Meerdere dat ze dit gewas veel te laat malen bezocht hij Oeganda en oogsten, waardoor de kwaliteit vooral Kenia. ‘Ik heb daar veel contacten aan overgehouden.’ ondermaats is. Met simpelweg een kortere maaihoogte kun je Vanwege het ontbreken van machines én de goedkope arbeid wordt dan al snel resultaat boeken’, stelt Van der Kooi. Mede dankzij in deze landen op veel plekken nog met de hand gemolken. ‘Op zijn inzet is olifantsgras op sommige plekken in Kenia inmiddels bedrijven waar ze wel met een melkmachine werken, zie je vaak vervangen door verbeterde tropische grassoorten. ‘Er zijn meerdere dat tepelvoeringen veel te laat worden vervangen, met slechte proefvelden aangelegd om de optimale omstandigheden van melkkwaliteit tot gevolg’, aldus Van der Kooi, die op een van zijn verschillende grassoorten te ontdekken. Via Whatsapp word ik op missies eens een cursus handmelken verzorgde. de hoogte gehouden.' Van der Kooi geniet van de contacten die hij in het buitenland Van der Kooi verricht nuttig en dankbaar werk. Hij geniet van de opdoet. Op kleine schaal zorgt hij ervoor dat de melkveehouderij in vooruitgang die lokale ondernemers mede dankzij zijn inbreng landen als Kenia en Oeganda naar een hoger plan wordt getrokken. boeken. ‘Bij één van de laatste trainingen van het driejarige Met kleine aanpassingen in het management kunnen plaatselijke project in Kenia werd ik omhelsd door de voorzitter van een lokale ondernemers vaak al flinke stappen zetten. ‘Een beter leven voor de coöperatie. Door de verbeterde resultaten waren ze in staat koe betekent een beter inkomen voor boer.' gebleken een koeltank te kopen en een kleine tankauto aan te De PUM-expert waakt ervoor om te veel met een Nederlandse bril schaffen zonder daar een lening voor af te moeten sluiten. Soms naar lokale problemen te kijken. Dat is een bekende valkuil. ‘Je hoor je dat boeren dankzij het project en mijn inbreng hun kinderen hebt vaak te maken met compleet andere omstandigheden. Toch naar school kunnen laten gaan. Daar word ik blij van.’ kun je ook onder tropische omstandigheden flinke verbeterslagen Misschien wel het mooiste compliment ontving Van der Kooi van de maken die al snel leiden tot een hogere productie en een betere Keniaanse teamleider die betrokken is bij het Keniaanse project. Hij vruchtbaarheid.’ heeft zijn jongste zoon Tseard genoemd. ‘Ik vind het prachtig dat er Met een aantal voorbeelden geeft Van der Kooi aan dat er soms in Kenia een klein jongetje met mijn naam rondloopt.’ nog veel winst te behalen valt. Hij zag boeren in Kenia vaak nog

PUM hielp al 45.000 ondernemers PUM (Programma Uitzending Managers) Netherlands Senior Experts is een vrijwilligersorganisatie die ruim veertig jaar geleden is opgericht door VNO/NCW. Sindsdien heeft PUM meer dan 45.000 ondernemers overal ter wereld geholpen. Dit is mede mogelijk gemaakt met financiële steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken. PUM biedt deskundig advies aan het MKB in ontwikkelingslanden of opkomende markten. De 1.600 experts delen hun praktische kennis met ondernemers in 45 sectoren en 35 landen over de hele wereld. Een PUM-vrijwilliger geeft praktisch advies en training aan ondernemers in Afrika, Azië en Latijns-Amerika en ondersteunt bij de toepassing van deze adviezen. Dat doet hij of zij via Remote Coaching vanaf huis en door advisering ter plaatse. Als expert draag je niet alleen bij aan de verbetering en de groei

van de bedrijven, maar je helpt ook de lokale bevolking aan werk en inkomen. PUM-expert kun je worden als je professional bent in je vakgebied en je vakkennis en jarenlange ervaring wilt delen met lokale ondernemers in andere landen. Een PUM-expert heeft grote interesse in andere culturen, is flexibel en houdt van avontuur. Hij of zij spreekt en schrijft goed Engels. Kennis van Frans en Spaans is ook zeer welkom. Als expert heb je tenminste één keer per jaar tijd voor een adviesproject van 10 tot 14 dagen. PUM organiseert en betaalt de reis. De expertvrijwilliger ontvangt een bescheiden vergoeding. Meer informatie is te vinden op www.pum.nl of neem contact op met Hein-Willem Leeraar (06 53145442)

AGRARISCH MAGAZINE

15


2020 in beeld

BOER STEEDS GROTERE PRODUCENT VAN SCHONE ENERGIE

I

n 2030 moet Nederland 70% van alle energie opwekken uit duurzame energiebronnen, zoals de zon. De boeren spelen met hun grote daken en soms ook met landbouwgrond een sleutelrol in het halen van die doelstelling. Dit blijkt ook uit de cijfers, want steeds meer boeren produceren schone energie. In 2012 ging het nog om 10% van de boeren, inmiddels is dit aandeel gestegen naar 45%. Vooral zonne-energie is populair, zo blijkt uit onderzoek van het Centrum Landbouw en Milieu. Het aantal ondernemers dat in zonne-energie investeerde steeg van 4% in 2012 naar 42% 2020. Maar ook windturbines of monomestvergisters zorgen niet alleen voor stroom voor het eigen bedrijf, ook voor de stroom van honderdduizenden Nederlandse huishoudens. Die ontwikkeling zet in 2021 en de daarop volgende jaren voort, zo is de verwachting. De foto toont het melkveebedrijf van de maatschap Zijsling in het Friese Tjerkwerd. Het gezinsbedrijf participeert al jaren in een park met in totaal acht windturbines van elk 1,3 megaWatt. Dit jaar investeerden de Zijslings in 761 zonnepanelen, verdeeld over vier bedrijfsgebouwen. Foto: Jan Witteveen

16

AGRARISCH MAGAZINE


AGRARISCH MAGAZINE

17


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

RITNAALDEN TE LIJF MET NIEUWE WAPENS Ritnaalden vormen een toenemend probleem in percelen met mais en aardappelen. Met Force Evo heeft Syngenta een nieuw product toegevoegd in de strijd tegen ritnaalden.

S

chade door bodeminsecten is een groeiend probleem in mais en aardappelen. Ritnaalden (larven van kniptorren) veroorzaken de grootste schade. Schade in mais uit zich in wegvallen van planten en daardoor minder opbrengst. In aardappelen uit het zich vooral in kwaliteitsvermindering door vraatschade, gaatjes in de knollen. De problemen met ritnaalden nemen de laatste jaren toe, zeker nu een aantal bewezen gewasbeschermingsmiddelen niet meer is toegelaten. ‘Ritnaalden worden een groter probleem, met name in mais. Ze vormen een leger in de winning mood. Het is een uitdaging om ritnaalden onder controle te houden. We waren verwend met de effectieve werking van middelen uit de chemische groep van de Neonicotinoïden. Daarmee hadden we nagenoeg geen last van ritnaalden. We moeten het nu doen zonder systemische werking, wat een mindere lange bescherming geeft’, zo zegt André ten Heggeler, technisch adviseur bij Syngenta. Volgens Ten Heggeler is voorafgaand aan een teeltseizoen moeilijk te voorspellen waar ritnaalden toeslaan. ‘De afgelopen jaren hebben we schade gezien op percelen waar we dat niet verwachtten’, zo vertelt de teeltspecialist, die aangeeft dat de droge periodes en hoge temperaturen voor extra schade hebben gezorgd. Want met het veranderende en warmer wordende klimaat, neemt de snelheid van de levenscyclus toe, wat ook tot meer problemen lijdt.

Drie oplossingen in mais

Foto: Syngenta

Ritnaalden in de wortels van een maisplant.

18

AGRARISCH MAGAZINE

Ten Heggeler raadt maistelers en loonwerkers aan tijdig na te denken over percelen waar in 2021 ritnaalden voor problemen kunnen zorgen en deze te controleren. Dit kan door in het voorjaar vroeg een paar aardappelen te poten


op deze percelen en die na enkele weken te controleren op aanwezigheid van ritnaalden. Indien nodig kan dan actie worden ondernemen. Syngenta biedt drie oplossingen voor de aanpak van ritnaalden: het gebruik van met Force 20CS behandeld zaaizaaid, het gebruik van het recent toegelaten Force Evo (microgranulaat toegediend bij het zaaien) of een combinatie van deze twee oplossingen. ‘Het combineren van een zaaizaadbehandeling met Force 20CS en het toedienen van Force Evo bij het zaaien, biedt de beste bescherming’, aldus Ten Heggeler, die deze werkwijze dan ook zeker aanraadt op percelen met een verhoogde ritnaaldendruk. Foto: Syngenta Daarbij moet worden aangetekend Een proefveld met links onbehandelde rijen en recht een veel vitaler gewas behandeld met dat derogatiebedrijven vanwege de Force Evo 16 kg/ha. aanwezigheid van kunstmestfosfaat geen gebruik van Force Evo kunnen maken. De zaadbehandeling met Force 20CS bevat de werkzame stof veel betere opkomst en een vitaler gewas’, aldus Ten Heggeler, tefluthrin. Bij kieming van het behandelde zaad gaat het product die nogmaals wijst op goede zaaiomstandigheden en een juiste in de grond over in dampvorm. Daardoor ontstaat er 3 centimeter verdeling van Force Evo. ‘Dat is echt essentieel.’ rondom het zaadje een omgeving gevuld met tefluthrin. Bij contact Daarbij is het ook van cruciaal belang om niet te vroeg te zaaien. met deze stof worden de ritnaalden gedood. ‘De grond moet voldoende op temperatuur zijn. Mais groeit niet Met Force Evo, goed verdeeld rondom en boven het zaadje, wordt goed in koude grond. Ritnaalden hebben dan meer tijd om voor ook het groeiende maisplantje beschermd, zeker wanneer er dieper schade te zorgen. Zaai daarom op verdachte percelen later, zodat de dan 3 centimeter is gezaaid. ‘Voor een optimaal resultaat van mais vlot kan weg groeien. Force 20CS en Force Evo is het van cruciaal belang dat er rekening Zo beperk je de kans op wordt gehouden met de zaaiomstandigheden. Die zijn namelijk schade.’ medebepalend voor het succes’, zo zegt Ten Heggeler. De teeltspecialist raadt loonwerkers en maistelers Goede verdeling cruciaal aan om bij een verdenking Syngenta deed op proefvelden in Holten uitvoerig onderzoek naar van ritnaalden altijd de werking van Force 20CS en Force Evo. Op het proefveld kwamen behandeld zaaizaad te meerdere zaken aan het licht, zo vertelt Ten Heggeler. ‘Een goede gebruiken, waar mogelijk zaadbedbereiding, een goede verdeling van het middel en een aangevuld met 8 tot goede aansluiting van de grond zijn voorwaarden voor een goede hooguit 12 kg/ha Force Evo. ‘Zonder zaaizaadbehandeling mag je start.’ maximaal 16 kg/ha Force Evo gebruiken. In combinatie met Force Foto’s van het proefveld tonen duidelijk aan wat het verschil is 20CS als zaaizaadbehandeling is het raadzaam om een halve tussen een onbehandeld maisveld en een met Force Evo behandeld dosering Force Evo (8 kg/ha) te gebruiken. Gebruik in de combinatie maisveld. ‘Op het met Force Evo behandelde maisveld zien we een nooit meer dan 12 kilo om binnen de maximale hoeveelheid werkzame stof per hectare te blijven’, zegt Ten Heggeler.

Problemen met ritnaalden groeit vooral in mais’

Aardappelen

Foto: Landpixel

Een larf, ofwel ritnaald, op aardappelen.

Gezien de brede werking op aaltjes en luis en de duurwerking is Nemathorin de voor de hand liggende keuze tegen ritnaalden in aardappelen. Alleen als het gaat om vroege aardappelen of eventueel pootgoed waaruit de bovenmaat als consumptie wordt afgezet, is Force Evo het aangewezen middel. Omdat bij Nemathorin een wachttijd van 120 dagen tussen poten en loofdoding moet worden aangehouden. De teeltspecialist wijst daarbij nog op veilig en goed gebruik van Force 20CS en Force Evo bij het zaaien. Als Insecticiden kunnen deze producten bij aanraking voor huidirritatie zorgen. Ten Heggeler: ‘Gebruik handschoenen en een masker en een veiligheidsbril. Ga met je rug in de wind staan bij het vullen van de zaaimachine of de granulaatstrooier en haal niet zomaar je handen door behandeld zaad.’ AGRARISCH MAGAZINE

19


20

AGRARISCH MAGAZINE


AGRARISCH MAGAZINE

21


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

VERBETER DE BODEM, KIJK NAAR DE CEC Een vruchtbare bodem is de basis voor een goede opbrengst en kwaliteit, nu én in de toekomst. Een belangrijke indicator voor bodemvruchtbaarheid is de CEC. ‘In Noord-Nederland zijn er flinke verschillen in de CEC-omvang en -bezetting,’ zegt Karst Brolsma, onderzoeker bij Eurofins Agro. ‘Er is beslist ruimte voor verbetering. Met name calcium(Ca) en natrium(Na) vragen daarbij aandacht.’

Foto: Eurofins Agro

Grondonderzoek geeft inzicht in de CECbezetting en andere bodemkenmerken.

D

e CEC (Cation Exchange Capacity, zie kader) van veel bodems in Noord-Nederland biedt ruimte om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren. Dit geldt met name voor grasland op zand in deze regio. Voor een goede grasgroei is het zaak om daar de CEC op orde te krijgen. Dat kan door te bekalken. Brolsma legt uit hoe dat kan: ‘Door kalk toe te dienen, vergroot je vooral de efficiëntie van een kaliumbemesting. Dat klinkt misschien wat raar, maar dankzij de kalk vergroot je de CEC. Aan een grotere CEC kan ook meer kalium worden gebonden. Overigens zal de kalk niet alleen de CEC verhogen, maar neemt ook vaak het aandeel calcium aan de CEC toe. Dat heeft op veel gronden een positief effect op de structuur. Calcium is namelijk een bindmiddel en kan daardoor het risico op verslemping verminderen.’

Natrium aan de CEC

‘Een extra aandachtspunt wat betreft de CEC in grote delen van

22

AGRARISCH MAGAZINE


CEC-bezetting in Nederland Grasland op zand (2016-2019)

¯

0

¯ Provincies: Friesland, Groningen, Drente, Overijssel, Flevoland en Noord-Holland.

CEC-bezettting (%)

CEC-bezetting in Nederland Grasland op zeeklei (2016-2019)

CEC-bezettting (%)

80 - 85

80 - 85

86 - 90

86 - 90

91 - 95

91 - 95

96 - 100

96 - 100

10

20

40 Kilometers

0

CEC-bezetting grasland op zandgrond (2016-2019). Bron: Eurofins Agro

10

20

¯ Provincies: Friesland, Groningen, Drente, Overijssel, Flevoland en Noord-Holland.

CEC-bezettting (%)

Provincies: Friesland, Groningen, Drente, Overijssel, Flevoland en Noord-Holland.

80 - 85 86 - 90 91 - 95 96 - 100

0

40 Kilometers

CEC-bezetting grasland op zeeklei (2016-2019). Bron: Eurofins Agro

Noord-Nederland is dat daar in toenemende mate verzilting optreedt’, vervolgt de onderzoeker. ‘Bij verzilting neemt natrium de plek van calcium in aan de CEC, vooral als er al weinig calcium aan de CEC is gebonden. Meer natrium in plaats van calcium is slecht voor de structuur. Bovendien zit er op verzilte gronden meer natrium in de bodemoplossing.’ De bodemcijfers uit de analyses van Eurofins Agro van de Noordelijke provincies laten zien dat bij pootaardappelen de verzilting aanzienlijk lager is dan bij grasland (tabel 1). Te veel natrium heeft een negatief effect op de bodemvruchtbaarheid. Echter, natrium draagt bij aan de smakelijkheid van gras en is belangrijk voor de gezondheid van het vee. Brolsma: ‘Een richtlijn is dan ook om pas bij een natriumbezetting van de CEC groter dan 1,5% maatregelen te nemen. Dit kan door het geven van extra calcium boven op het advies. Zo zal een deel van de natrium aan de CEC worden vervangen door calcium.’

Te veel natrium is slecht voor de bodemvruchtbaarheid

Ongewenste kluitvorming

Het verschil tussen de CEC-bezetting tussen graslanden en de percelen met pootaardappelen in Noord-Nederland houdt Brolsma bezig. Hij verklaart het als volgt: ‘Het zou kunnen zijn dat pootaardappeltelers zich meer bewust zijn van de negatieve effecten van een slechte bodem. Dat komt omdat tijdens het rooien een slechte bodemvruchtbaarheid voor hen duidelijk zichtbaar is. Slecht bewerkbare bodems, dus gronden met een Zeeklei

CEC-bezetting in Nederland Pootaardapppelen op zeeklei (2016-2019)

Dekzand

Pootaardappel

Grasland

Grasland

CEC (mmol+/kg)

mmol+/kg

169

261

84

CEC-bezetting (%)

%

99

98

92

Na-CEC

%

0,64

0,92

0,93

Na-Plantbeschikbaar

mg Na/kg

27

54

23

10

20

40 Kilometers

CEC-bezetting pootaardappelen op zeeklei (2016-2019). Bron: Eurofins Agro

laag bezettingspercentage van de CEC, leiden vaak tot veel en grote kluiten. Die kluiten komen via de aardappelrooier in de schuur terecht. En dat wil je niet. Een veehouder maait vooral het bovengrondse deel van het gewas. Hij ziet daardoor veel minder van de bodemvruchtbaarheid. Een pootgoedteler neemt daarom voorafgaand aan een teelt vaak maatregelen, terwijl een veehouder dat minder gauw zal doen.’ Brolsma besluit: ‘Grondonderzoek geeft inzicht in de CEC. Op het verslag van het uitgebreide grondonderzoek BemestingsWijzer vind je niet alleen informatie over de CEC-bezetting maar ook een advies over wat dit cijfer betekent voor het onderzochte perceel en welke maatregelen er mogelijk zijn om de CEC te verbeteren.’

Wat is de CEC? CEC staat voor de ‘Cation Exchange Capacity’ van een bodem, ofwel in het Nederlands de kationenuitwisselings-capaciteit. De CEC wordt gevormd door het kleihumuscomplex. Voor zandgronden bestaat de CEC hoofdzakelijk uit organische stof en voor kleigronden is het een combinatie van organische stof en kleidelen. De CEC van de bodem is de capaciteit om positieve nutriënten (kationen) te binden en uit te wisselen. De negatieve lading van de CEC bindt positief geladen nutriënten zoals calcium, magnesium en kalium. Dit zijn nuttige nutriënten, deze hebben een positief effect de bodemvruchtbaarheid én op de groei van het gewas. De bezetting van de CEC geeft aan of de bindingsruimte van de bodem volledig wordt benut of juist niet. Een lage CEC-bezetting heeft een negatief effect op de bodemvruchtbaarheid. Eurofins Agro meet de actuele CEC, dat is de CEC bij de pH van het perceel. De potentiële CEC is de CEC bij een pH rond de 7,5. Op kalkrijke gronden is de actuele CEC dus vrijwel gelijk aan de potentiële CEC. Voor heel veel andere gronden is het nastreven van de potentiële (maximale) niet per se noodzakelijk.

Bron: Eurofins Agro

AGRARISCH MAGAZINE

23


24

AGRARISCH MAGAZINE


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

VOEREFFICIENTIE LEGT GROTE VERSCHILLEN BLOOT CRV introduceerde in december de fokwaarde voerefficiëntie. Willem Alders doet sinds enige jaren voerproeven voor CRV. Hij ziet grote onderlinge verschillen, ook tussen vergelijkbare koeien.

H

et melkveebedrijf van familie Alders haakte in augustus 2017 als eerste CRV-testbedrijf aan om de voeropname van individuele dieren te meten. ‘We staan open voor nieuwe ontwikkelingen en we hebben op dit bedrijf een lange relatie met CRV’, aldus Willem Alders (29), die 200 melk- en kalfkoeien en 90 stuks jongvee houdt in Overloon (NB). Hij toonde zich aanvankelijk sceptisch. ‘Het begrip voerefficiëntie spreekt in de melkveehouderij nog niet tot de verbeelding. Het type bedrijf en de leeftijdsopbouw van de veestapel hebben bovendien veel invloed op de voerefficiëntie’, aldus Alders, die tijdens een bezoek aan de Dairy Campus in Leeuwarden niettemin enthousiast raakte over de fokwaarde. ‘Het verschil tussen individuele dieren bleek enorm. Dat is ook echt niet met het blote oog zichtbaar. Meten is weten, dat is de essentie van het verhaal.’

Foto: CRV

In de testgroepen worden de dieren individueel gevoerd.

lactatieperiode bevinden. ‘We hebben twintig voerbakken, waarmee dieren in deze groep individueel worden gevoerd’, aldus Alders. De voeropname wordt 24/7 gemeten. Dat levert een stroom aan data op die door CRV wordt verwerkt. Alders ontvangt maandelijks een overzicht. De verschillen tussen individuele dieren zijn enorm groot. Sommige koeien zetten 1 kilo drogestof om in 1,2 kilo meetmelk. Andere dieren in 1,8 kilo meetmelk. ‘Het saldo van de 25% beste koeien is € 3 per koe per dag hoger dan bij onze 25% slechtste koeien. Ik durf de stelling wel aan dat er in iedere stal koeien rondlopen die niets bijdragen aan het saldo’, aldus Alders.

Niet ‘blind fokken’

De hoeveelheid voer die koeien verbruiken, heeft effect op de kosten en het saldo per dag. Toch is de melkproductie nog altijd bepalender dan de voeropname. Alders wil dan ook niet ‘blind fokken’ op voerefficiëntie. ‘Een gezonde koe die lang meegaat en voldoende produceert, passend bij de bedrijfsomstandigheden. Dat blijft de basis.’ De melkveehouder is benieuwd hoe de introductie van de fokwaarde voerefficiëntie landt in de melkveehouderij. ‘Als je het mij vraagt dan is deze fokwaarde op den duur net zo ingeburgerd als bijvoorbeeld klauwgezondheid. Met het oog op de klimaatdoelstellingen is het zeker zinvol om rekening te houden met voerefficiëntie.’

'Gezonde koe blijft de basis'

Grote verschillen

Alders heeft drie productiegroepen, een hoogproductieve groep een testgroep en een laagproductieve groep. Alle dieren krijgen hetzelfde basisrantsoen voorgeschoteld. De hoogproductieve groep en de testgroep krijgen aanvullend krachtvoer. De testgroep bestaat in principe uit dieren die zich tussen dag 90 en dag 150 van de

Meer informatie over voerefficiëntie vindt u op www.crv4all.nl/voerefficientie of gebruik de QR-code AGRARISCH MAGAZINE

25


Actief in de kringloop bodem-plant-dier-mest

Uw specialisten bij: aan- en verkoop - boerderijen - los land

Veevoeding Ruwvoeders Strooisels

Bemesting Zaaizaden Mineralen

Nu ook malen en baggen van kracht/ruwvoeders Foarwei 45 | 9298 JC | Kollumerzwaag | 0511-441298 info@mulderagro.nl | www.mulderagro.nl

taxaties - fiscaal - financiering (REV) - bedrijfsovername

overheidsingrijppen/onteigeningszaken pacht en erfpacht erkend lid van bedrijfsverplaatsing Allingawier 37, 9001 LP Grou tel. (058) 284 91 71 info@agrivastgoed | www.agrivastgoed.nl

BENTACERA STAAT VOOR JE KLAAR! Voor levering en plaatsing van: Starre- en spiraalvijzels, Polyester silo’s, Graanverwerking. Tevens uw adres voor siloreparaties.

Douwe Faber ceo Ekwadraat

BENTACERA.NL

Uw onafhankelijke gesprekspartner bij: Bedrijfsovername Echtscheiding Samenwerken

www.whvanderheide.nl

26

Service en onderhoud, wij staan 24/7 voor u klaar. 0512-360001 40 AGRARISCH MAGAZINE

MELK van het NOORDEN

Bearsterdyk 48, 9025 BR Bears 058 25 19 724 06 15 84 03 17 trukezeinstra@planet.nl www.trukezeinstra.n


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

ROYAL DE BOER STALINRICHTINGEN IS TERUG Royal de Boer Stalinrichtingen in Leeuwarden zet de komende jaren in op stalinrichting en mestapparatuur. Het bedrijf is sinds kort eigendom van de Duitse investeringsmaatschappij Mutares.

R

oyal de Boer Stalinrichtingen was eigendom van GEA Farm Technologies. Maar GEA heeft de bakens verzet en wil zich meer richten op automatisch melken en automatisch voeren. Mutares, een Duitse investeringsmaatschappij, nam de stalinrichter over. ‘Wij gaan nu zelfstandig verder, onder onze eigen naam’, vertelt commercieel directeur Henri Geerts. Daarbij zet het bedrijf in op stalinrichting en mestapparatuur. ‘We zijn bezig met het opbouwen van een nieuw dealernetwerk met korte lijnen richting de veehouder.’ Mutares is eigenaar van 21 familiebedrijven. Deze bedrijven zijn, net als Royal De Boer Stalinrichtingen, ooit losgekoppeld van een multinational. ‘Mutares investeert in de toekomst van Royal de Boer Stalinrichtingen, met als doel om ons ooit weer van de hand te doen’, aldus Geerts, die samen met Leo Eekhof en Pieter van Dellen het driekoppige managementteam vormt. Royal de Boer Stalinrichtingen heeft bijna honderd medewerkers. De omzet bedraagt € 30 miljoen. Het bedrijf heeft in Leeuwarden een eigen productielocatie voor staalwerk waarin de komende jaren wordt geïnvesteerd.

Royal de Boer Stalinrichtingen presenteert zich in de stalinrichting als one-stop-shop, die de hele inrichting kan verzorgen.

mesttechniek, zoals mestschuiven, mestpompen én het verwerken van mest. ‘We hebben een sterk programma op het gebied van mest’, aldus Geerts. ‘Als het gaat om stalinrichtingen zijn we een one-stop-shop’, zo zegt Geerts. Hij legt uit dat inrichten maatwerk is. ‘Door de kennis en ervaring van klant, dealer en Royal de Boer te bundelen, realiseren we optimale stalontwerpen, waar zowel de koe als de veehouder zich thuis voelen. Dit wordt vervolgens uitgewerkt naar montage- en inbouwtekeningen, die de basis vormen voor het bouwkundige ontwerp van de bouwadviseur of aannemer. Dit is onze kracht, hiermee onderscheiden we ons’, zegt Geerts.

‘We staan weer op eigen benen. Daar zijn we trots op’

'Wij houden van koeien'

Vanaf begin januari 2021 presenteert Royal de Boer Stalinrichtingen zich met een nieuw logo en een nieuwe website. Hierin staat de koe centraal. De nieuwe slogan is niet voor niets: Royal de Boer, wij houden van koeien.’ Met een nieuw businessmodel én een groeistrategie ziet Geerts de toekomst van het bedrijf met vertrouwen tegemoet. ‘We hebben meer dan honderd jaar ervaring in het vak. We staan nu weer op eigen benen, met een eigen identiteit. Daar zijn we trots op.’

1.000 kilometer rond Leeuwarden

Royal de Boer richt zich met bestaande en een aantal nieuwe dealers hoofdzakelijk op melkveebedrijven in een straal van 1.000 kilometer rondom Leeuwarden. Het bedrijf levert complete stalinrichtingen, met onder andere ligboxen, drinkbakken en ventilatiegordijnen. Het bedrijf zet de komende jaren ook flink in op

Foto's: Royal de Boer

'Het doel is stalconcepten ontwikkelen waar koe en boer zich thuis voelen.' AGRARISCH MAGAZINE

27


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

RUWVOER NOG MEER TOT WAARDE BRENGEN Nederlandse melkveehouders produceren hoogwaardig ruwvoer. Met pensbestendige aminozuren kunnen melkveehouders hun graseiwit nog beter benutten, zo stellen ze bij Speerstra Feed Ingredients. ‘We kunnen met minder soja toe.’

D

e veevoermaatregel van landbouwminister Carola Schouten stuitte in de agrarische sector op veel weerstand. Het verplichte karakter van de maatregel en de snelheid waarmee deze moest worden ingevoerd, zorgde voor veel onbegrip. Boeren vreesden daarbij voor de gezondheid van hun dieren. Uiteindelijk werd het omstreden plan om stikstof te reduceren via het voer afgelopen zomer van tafel geveegd. Bij Speerstra Feed Ingredients in het Friese Eesterga zijn ze er evenwel van overtuigd dat het goed mogelijk is om het aandeel ruw eiwit in het rantsoen van melkkoeien op een verantwoorde manier terug te brengen, zonder dat dit ten koste gaat van de productie en

28

AGRARISCH MAGAZINE

Foto: Niels de Vries

de gezondheid van de dieren. ‘We kunnen het aandeel ruw eiwit met enige aanpassing terugbrengen van 16 naar 15%’, stelt Jan Speerstra, directeur van Speerstra Feed Ingredients.

Minder soja

Speerstra is van mening dat het aandeel soja in het rantsoen van melkkoeien wel aardig kan worden teruggeschroefd. ‘Met pensbestendige aminozuren kunnen melkveehouders hun hoogwaardige ruwvoer nog beter benutten. Op die manier kan je zeker een halve kilo per koe per dag aan sojaschroot als eiwitbron besparen. Zo zorg je niet alleen voor een betere stikstofefficiëntie,


supplementen’, aldus Speerstra, die wijst op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van boeren om duurzaam te werken. ‘De echte prikkel voor boeren om in te zetten op het terugdringen van eiwitrijke producten zoals soja of raap lijkt nog te ontbreken, terwijl een betere benutting van graseiwit duidelijke voordelen voor het milieu én de portemonnee oplevert.’

25-jarig jubileum

Jan Speerstra vertelt zijn visie vanuit de nodige ervaring. Zijn bedrijf Speerstra Feed Ingredients BV viert volgend jaar het 25-jarig bestaan. Het bedrijf werd in 1996 opgericht door Jan Speerstra. Hij runt het bedrijf samen met zijn vrouw Tineke, die de financiën behartigt. Hun kinderen Eize en Gelske staan als opvolgers klaar om de onderneming in de toekomst voort te zetten. Speerstra Feed Ingredients is een internationale handelsonderneming. Het bedrijf is importeur en distribiteur van hoogwaardige ingrediënten voor de diervoedersector. Speerstra levert doorgaans niet rechtstreeks aan melkveehouders. De producten vinden grotendeels hun weg via verschillende mengvoerbedrijven. ‘Zij mengen de door ons geleverde nutriënten en mineralenmengsels mee in het voer’, verduidelijkt Speerstra, die in de loop der jaren een grote klantenkring opbouwde. De Friese ondernemer hecht veel waarde aan langdurige vertrouwensrelaties met zijn klanten. Voordat die zijn opgebouwd moet Speerstra vaak eerst de nodige scepsis overwinnen. ‘Onze producten worden nooit zomaar opgenomen in het assortiment. Wij moeten onze klanten echt overtuigen. Dat doen we met goede producten, die allemaal na gevalideerd onderzoek zijn toegelaten op de veevoermarkt. Wij doen er alles aan om het vertrouwen van onze klanten niet te beschamen.’ De melkveehouderij is goed voor zeker 40% van de omzet van Speerstra. De varkenssector en de pluimveesector (beide goed voor 25% van de omzet) zijn ook belangrijke markten voor het bedrijf. Het Friese bedrijf is sterk gericht op de internationale markt. Zeker de helft van de omzet wordt in het buitenland gegenereerd, met name in Duitsland, België en Luxemburg.

'Wij geloven in betere benutting graseiwit'

Meedenken

Jan (links) en Eize Speerstra: 'Wij zijn flexibel en kunnen snel schakelen. Dat is onze kracht.'

maar bespaar je tegelijk ook kosten’, aldus Speerstra. De Fries is er heilig van overtuigd dat minder eiwit voeren loont. Die visie wordt in de ietwat conservatieve veevoerwereld nog niet alom gedeeld, zo merkt hij. ‘Een koe maakt zelf voor meer dan 60% zijn eigen microbieel eiwit. Het is zaak de pens te voorzien van de juiste hoeveelheid energie en bouwstenen voor eiwit, zoals bijvoorbeeld langzaam vrijkomend ureum.' Volgens Speerstra valt er nog een wereld te winnen als het gaat om het samenstellen van betere en duurzamere rantsoenen. ‘Melkkoeien worden alsmaar ouder en productiever. Wij willen en kunnen hoogproductieve dieren ondersteunen met goede

Als handelsonderneming doen ze bij Speerstra Feed Ingredients ook aan productontwikkeling. ‘We denken mee met onze klanten. We hebben kennis en ervaring in huis en brengen vanuit die positie onze producten aan de man. Het is dus zeker niet zo dat we alleen maar met dozen aan het schuiven zijn’, aldus Speerstra, die als praktijkman vooral geniet van het klantcontact. Speerstra richt zich sec op kwaliteit, verkoop en logistiek. Het bedrijf besteedt alle opslag uit aan GMP+ erkende opslagpanden in Nederland. Transport wordt ingehuurd. ‘We werken met een slanke en flexibele organisatie. We kunnen snel schakelen en zijn betrouwbaar’, vertelt Eize Speerstra. Bij Speerstra Feed Ingredients voorzien ze in de toekomst een verdere stijging van de levensduur -en productie van melkkoeien. ‘Daar blijven we met onze duurzame producten op inspelen. Ik geloof echt in de voordelen van een betere benutting van graseiwit’, zegt Eize Speerstra. Zijn vader Jan Speerstra houdt intussen met een schuin oog de opkomst van de vegetarische foodmarkt in de gaten. ‘Wie weet kan de volgende generatie binnen ons bedrijf met hoogwaardige aardappeleiwitten inspelen op deze groeimarkt.’ AGRARISCH MAGAZINE

29


DENKAMILK Elk kalf verdient de beste start “Ook in 2021 staan we weer voor u klaar!”

WWW.DENKAVIT.COM 2

AKKER van het NOORDEN

DÉ SPECIALIST IN DAKEN GEVELSYSTEMEN

de asfaltspecialist

Is uw dak klaar voor 2021? Dakrenovatie is een duurzame investering voor de toekomst Wij realiseren uw dakrenovatie vakkundig en efficiënt

gun uzelf een strak erf, sleufsilo of bedrijfsterrein • EIGEN ASFALTPLOEG • MEER DAN 40 JAAR ERVARING • ASFALT IS ZUURBESTENDIG vraag vrijblijvend een offerte aan bij onze asfaltspecialist Klaas Kooistra De Bolder 1 9206 AM Drachten

30

AGRARISCH MAGAZINE

0512 - 33 40 70

www.jansma.biz info@jansma.biz

Renovatie

Nieuwbouw

Sandwichpanelen

Golfplaten

Asbestsanering

Zonnepanelen

WWW.MIDDENDORPMONTAGE.NL


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

Foto: Niels de Vries

MET DE BOER MEE MODERNISEREN V

an der Woude Adviesbureau is in 2002 opgericht. Het adviesbureau is gespecialiseerd in de agrarische dienstverlening en actief in Noord-Nederland. Het gros is melkveehouder, maar Van der Woude staat ook vleeskalverhouders en pluimveehouders bij. ‘We geven financieel, fiscaal en bedrijfskundig advies. We hebben een klein team, daardoor staan we dicht bij onze klanten en zijn de lijnen kort’, vertelt algemeen directeur en agrarisch adviseur Silvia van der Ploeg over de kracht van het bedrijf.

Moderniseringsslag

Adviesbureau Van der Woude heeft het afgelopen jaar een moderniseringsslag gemaakt. Daarmee wordt de boekhouding van boeren verder ontzorgd. ‘Onze klanten kunnen via een handige app hun facturen snel insturen. Zo werken wij met recente cijfers en hebben boeren snel een up-to-date overzicht van hun financiële situatie’, zegt Van Beek. In januari 2021 presenteert Van der Woude een nieuwe online omgeving, zodat klanten hun periodieke cijfers eenvoudig via hun tablet of smartphone kunnen raadplegen. ‘Het is een aanvullende service, waarmee we inspelen op de behoeftes van onze klanten. Zij blijven hun maandelijkse overzichten gewoon per post ontvangen, zodat ze die aan de keukentafel kunnen doorbladeren en bespreken’, vertelt Van der

Van der Woude Adviesbureau in het Friese Nieuwehorne heeft een vernieuwingsslag gemaakt om zijn agrarische klanten nog beter te bedienen. Algemeen directeur Silvia van der Ploeg en adviseur JanWillem van Beek geven tekst en uitleg. Silvia van der Ploeg en Jan-Willem van Beek: ‘Met aanvullende moderne service spelen we in op de behoefte van de boer.’

Ploeg. Melkveehouders blijven bij Adviesbureau Van der Woude via een nieuwe liquiditeitsprognose nog beter op de hoogte van hun eigen kritieke melkprijs én financiële toekomst. Het aantal koeien en de fosfaatsituatie vormen het vertrekpunt van de liquiditeitsprognose, legt van Beek uit. ‘Onze liquiditeitsprognose is een mooi instrument om nog korter op de bal te spelen en onze klanten beter te bedienen. We kijken daarbij niet alleen naar de rekening courant maar bieden ook een overzicht van de crediteuren. Zo krijg je een volledig beeld van je financiële situatie en weet je waar je eventueel moet bijsturen.’

Houvast bieden

Naast elk kwartaal een liquiditeitsprognose krijgen melkveehouders bij Van der Woude een overzicht van hun rollende jaarcijfers. ‘Melkveehouders zien op één pagina meteen hoe ze er actueel voor staan, waarbij ze hun cijfers kunnen vergelijken met het voorgaande jaar. Dat zorgt voor houvast’, aldus Van Beek. Van der Ploeg vult aan: ‘We kunnen de cijfers snel en eenvoudig vergelijken en gebruiken voor de fiscale planning. We zien meteen of er investeringsruimte is en op basis hiervan kun je investeringen nog beter plannen. Aan de hand van actuele cijfers zien we wat het resultaat wordt en beoordelen we of de voorlopige aanslag inkomstenbelasting nog passend is.’

‘Met liquiditeitsprognose speel je kort op de bal’

AGRARISCH MAGAZINE

31


2020 in beeld

CORONACRISIS STIMULEERT CREATIVITEIT

2020 gaat de boeken in als hét coronajaar. Ook voor de meeste agrariërs had het op verschillende manieren negatieve effecten. Het stimuleerde evenwel ook de creativiteit. Meteen na de lockdown in maart werden op verschillende plaatsten in het land Drive Thru’s georganiseerd. Verschillende boeren met huisverkoop sprongen hier ook op in. Al zittende in de auto konden bezoekers hun boodschappen afhalen en vaak een ronde over het boerenerf maken. Het bleek in veel gevallen een groot succes. Zo ook op het bedrijf van Siem en Iris van Leeuwen in Heenvliet (foto). Met behulp van een glijbaan had Iris een heuse ‘coronaproof Drive Thruopstelling’ uitgedacht. En dat werkte. ‘In het voorjaar hebben

32

AGRARISCH MAGAZINE

we vier keer zo’n dag georganiseerd en was het echt megadruk’, vertelt Siem van Leeuwen. ‘Begin december zijn we opnieuw drie dagen opengegaan en zijn er 700 auto’s langs geweest. Dat was opnieuw boven verwachting.’ Op die manier werd er toch nog omzet behaald en kon de handel vooral ook doorgaan. ‘Wij werken samen met een lokale winkelier die ijs bereidt van onze melk. Dat ijs verkopen we hier op de boerderij net als melk en kaas. Je merkte vooral in het begin van de coronacrisis dat mensen bewust ons als lokale aanbieder opzochten. Of het een blijvertje is, die Drive Thru? Wie weet. Het is in ieder geval fijn om te merken dat je inzet en creatieve denken wordt beloond door de hoge bezoekersaantallen.’


Foto: Leanne Bakker

AGRARISCH MAGAZINE

33


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

‘WE ZIEN EEN VERSCHUIVENDE ADVIESVRAAG’ 34

AGRARISCH MAGAZINE

Bij Alan Accountants en Adviseurs in Leek merken ze de gevolgen van de alsmaar complexere wet- en regelgeving in de agrarische sector. ‘Het klantcontact is nog intensiever geworden’, zegt directeur Marcel van Alphen.

Foto's: ALAN

Marcel van Alphen (links) en zijn collega directeur Roelof Tolner: ‘Wij zijn verankerd in de agrarische sector’


D

oor de coronacrisis staan de opbrengstprijzen in verschillende agrarische sectoren onder druk. Bij Alan Accountants en Adviseurs maken ze zich zorgen over de liquiditeitspositie van veel klanten. ‘We krijgen op dit moment veel vragen van agrariërs over hun liquiditeitspositie. Ik hou m’n hart vast. De portemonnee van veel agrarische ondernemers is leeg. Het GLB-geld is bij veel klanten al in juli uitgekeerd. Januari en februari worden lastige maanden. Ik ben benieuwd hoe snel markten zich herstellen en of de afzet terugkeert op het oude niveau’, vertelt Marcel van Alphen, die samen met Roelof Tolner, directeur en eigenaar is van Alan.

Door de beperking van de afschrijvingsmogelijkheden neemt de belastingdruk op veel bedrijven toe. 'Er zijn verschillende mogelijkheden om de belastingdruk te verlagen, zoals het vormen van een maatschap of de inbreng van de onderneming in een BV structuur. We denken graag met onze klanten mee.'

Vaste prijsafspraken

Alan Accountants en Adviseurs werkt zoveel mogelijk met vaste prijsafspraken. ‘Dat vinden veel ondernemers prettig. Ze weten vooraf waar ze aan toe zijn’, zo vertelt Van Alphen, die veel waarde hecht aan laagdrempeligheid en persoonlijk klantcontact. ‘We zijn betrokken en adviseren proactief. Daarbij bellen we Diepgeworteld in agrarische wereld graag en communiceren we niet alleen via de app en de mail.’ Alan Accountants en Adviseurs ontstond in 2005, vanuit de Het bedrijf werkt met een eigen managementrapportagesysteem, vroegere kantoren Leek, Leens en Oosterwolde van de Noordelijke waarin agrarische ondernemers periodiek inzicht krijgen over de Accountantsunie. De wortels van Alan zijn diep verankerd in de prestaties van hun onderneming. Zeker een kwart van de bij Alan agrarische wereld. De aangesloten agrariërs werkt agrarische tak van het bedrijf daarmee. Het is een redelijk is goed voor meer dan de uniek systeem, waarmee helft van de omzet. Van ondernemers iedere maand de 47 medewerkers zijn er of kwartaal inzicht krijgen 20 actief op de agrarische in de prestaties van hun afdeling. ‘Onze medewerkers onderneming in relatie tot beschikken over specifieke de gestelde doelstellingen kennis. Dat moet ook. In de in de begroting, zo zegt agrarische sector heb je te Van Alphen. ‘Wij maken maken met specifieke wetsamen met de ondernemer en regelgeving’, stelt Van een liquiditeitsbegroting Alphen, die Alan geleidelijk waarmee we een aantal jaren ziet groeien. vooruit kunnen kijken. We Door alsmaar complexere denken graag mee over de wet- en regelgeving en toekomst. En dat kan met banken die terughoudend zo’n rapportagesysteem.’ Het kantoor van ALAN in Leek. zijn met het verstrekken van financieringen, merken ze bij Alan dat er in de agrarische Vragen uit het veld sector sprake is van een verschuivende adviesvraag. ‘Voeradviseurs De vragen van veel melkveehouders gaan op dit moment over willen zich niet meer branden aan advies over mestwetgeving en stikstof en het aanvragen van een natuurbeschermingswetver de Gecombineerde opgave. Dat verschuift voor een deel naar ons. gunning. ‘We hebben in Noord-Nederland te maken met nogal Tegelijk zien we ook dat de afstand van agrarische ondernemers wat vergunningsloze melkveehouders en PAS-melders. Dat is een tot hun bank groter is geworden. Wij adviseren daardoor veel vaker punt van zorg’, vindt Van Alphen. over alternatieve financieringsvormen. Het klantcontact is mede Akkerbouwers hebben vragen over de op handen zijnde daardoor ook nog intensiever geworden.’ aanpassingen van het GLB-beleid, de prijsontwikkeling op de grondmarkt en de toenemende beperking van het gebruik Gemak dient de ondernemer van gewasbeschermingsmiddelen. Ook komen er veel vragen Het agrarische klantenbestand van Alan Accountants en binnen over prijsontwikkeling en de afzet van de producten, Adviseurs bestaat voor het grootste deel uit zo merkt Van Alphen. ‘Wij fungeren bij dat melkveehouders en akkerbouwers, aangevuld soort vraagstukken als sparringpartner van de met varkenshouders, pluimveehouders, akkerbouwer.’ vleesveehouders en tulpentelers. ‘Wij bezorgen hen gemak, inzicht en kennis’, zo zegt Van Strategische planvorming Alphen. ‘We verzorgen de boekhouding, stellen Alan Accountants en Adviseurs heeft in de de jaarrekening en aangiften op en denken met melkveehouderij studiegroepen gevormd met de ondernemers mee over de toekomstplannen tien gelijkgezinde ondernemers per groep. voor hun onderneming door het opstellen van begrotingen. Zo Tijdens interactieve bijeenkomsten vergelijken zij hun cijfers. krijgen ondernemers beter inzicht in hun bedrijf.’ ‘Ondernemers zijn niet alleen in de wereld. Het is mooi dat zij In de voorbije jaren zijn agrarische ondernemers geconfronteerd onderling kunnen sparren over hun ideeën en strategieën', zegt met allerhande regels op het gebied van mestwetgeving en het Van Alphen, die merkt dat agrarische ondernemers juist in deze gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en medicijnen. Een roerige tijden behoefte hebben aan strategisch overleg. ‘Als het klein foutje in de mestboekhouding kan grote gevolgen hebben, stormt, is het belangrijk dat ondernemers hun koers vasthouden. zo vertelt Van Alphen. ‘Steeds meer agrariërs besteden de Wij kunnen houvast bieden, zodat zij hun gedachten kunnen mestboekhouding daarom uit aan een professionele organisatie. ordenen en de juiste keuzes kunnen maken.’

‘Wij bezorgen agrariërs gemak, kennis en inzicht’

AGRARISCH MAGAZINE

35


Interview

DE MISSIE VAN BOER JAAP KORTEWEG Hij is gek op vlees en houdt van een glas melk. Maar om daarvoor dieren hun natuurlijke leven te ontnemen en te doden, is iets wat hij altijd heeft verafschuwd. Nu maakt, verkoopt en eet hij vlees op ‘een intelligentere manier’ en wil hij melk maken uit gras zonder tussenkomst van koeien. Hoe boer Jaap Korteweg (58) vanuit zijn missie een uiterst succesvol ondernemer werd. Tekst:

Jelle Feenstra

I

n 2050 is 80 procent van het vlees en de zuivel plantaardig.’ Op de drempel van 2021 doet Jaap Korteweg die voorspelling. ‘Het vlees is dan beter, lekkerder en goedkoper dan het dierlijke vlees zoals wij dat nu kennen. En de melkkoeien zijn vervangen door machines. Robots maaien het gras van de landerijen en brengen dat naar roestvrijstalen koeien in de stal, die er melk van maken. Lekkere, verse melk die door het ingenieuze proces niet van echte koeienmelk is te onderscheiden. Dit gebeurt onder de vleugels van kleine boerencoöperaties’, schetst Korteweg zijn toekomstbeeld. Veel boeren verklaren hun collega – Korteweg runt naast zijn vlees- en melkondernemingen een 140 hectare groot biologisch akkerbouwbedrijf in het Brabantse Langeweg - voor gek. Maar dat deden ze ook toen hij vijftien jaar geleden vegetarisch vlees ging maken en aankondigde de grootste slager ter wereld te willen worden. Korteweg gaf zijn missie vorm met De Vegetarische Slager, een bedrijf dat in amper tien jaar tijd uitgroeide tot een speler van formaat. In 2018 verkocht hij zijn ‘levenswerk’ voor vele miljoenen euro’s aan levensmiddelenreus Unilever. De vleesproducten van De Vegetarische Slager worden inmiddels verkocht in 42 landen, de jaarlijkse groeicijfers zijn duizelingwekkend.

Those Vegan Cowboys

Na de verkoop van De Vegetarische Slager – waaraan Korteweg overigens nog wel is verbonden als boegbeeld en uithangbord – stortte hij zich op een nieuwe missie: melk maken uit gras, maar dan zonder koeien. Geen melkvervangers uit haver, soja, kokos of amandelen, maar echte melk zoals koeien dat maken van gras. Het verschil is dat hij de echte koe vervangt door een roestvrijstalen koe. Daarin wil hij precies hetzelfde proces laten plaatsvinden als in een echte koe. ‘Je kunt ons proces vergelijken met de spijsvertering en melkproductie in een koe. Wij vervangen de koe door micro-organismen, waarna fermentatie plaatsvindt en de gras in melk wordt omgezet.’ Hij kiest bewust voor gras. ‘Want gras is erg duurzaam, het groeit zonder hulpmiddelen altijd en overal. Bovendien is ons proces vele malen efficiënter. Uit dezelfde hoeveelheid gras halen we vijf keer zoveel melk. Je hebt dus vijf keer minder landverbruik, watergebruik, energieverbruik, noem maar op. Het Jaap Korteweg wil na het succes van De Vegetarische Slager nu met Those Vegan Cowboys de wereld veroveren. Het product: melk uit gras, maar dan zonder tussenkomst van een koe.

Foto's: Those Vegan Cowbows

36

AGRARISCH MAGAZINE


zorgt er ook voor dat we veel meer ruimte gaan krijgen op deze aarde. Als dat doorzet dan krijgen we enorme gebieden, wereldwijd, beschikbaar voor natuur.’

Laboratorium in Gent

In een laboratorium in het Belgische Gent werkt Kortweg onder de naam Those Vegan Cowboys met een team van twintig specialisten aan zijn droom. Hij omringt zich met wetenschappers van onder andere Wageningen University. Minutieus analyseren ze wat er in de koe gebeurt, welke processen plaatsvinden en hoe het gras wordt omgezet in melk. Opnieuw stuit Korteweg op veel scepsis: het winnen van melkeiwit uit gras zonder koeien zou te complex zijn. ‘De sleutel is om caseïne, het dierlijke eiwit dat in melk voorkomt, zo goed mogelijk na te bootsen. We denken dat we vijf tot zeven jaar nodig hebben om dat voor elkaar te krijgen. Ik was aanvankelijk ook sceptisch, maar nu verschillende disciplines meedoen, maken we toch stapjes en word ik steeds een beetje optimistischer dat het ons gaat lukken.’ Hij wordt in zijn optimisme gesteund door wetenschappers, waar inmiddels vrij brede consensus is dat het kan. ‘Het is een kwestie van tijd en geld.’

Beloning van € 2,5 miljoen

Maar Korteweg is ongeduldig. Those Vegan Cowboys heeft een beloning van € 2,5 miljoen uitgeloofd voor degene die het lukt om de ontwikkeling te versnellen. In de tussentijd zit het bedrijf niet stil en wordt op basis van bestaande plantaardige ingrediënten kaas gemaakt. De recente samenwerking tussen Those Vegan Cowboys met het familiekaasbedrijf Westland uit Huizen is een voorbeeld daarvan. De partijen willen in de zomer van 2021 een plantaardige smeerkaas op de markt brengen. Dat een gerenommeerd kaasbedrijf ook de plantaardige kant opzoekt, zegt wellicht iets over de marktpotentie van plantaardige zuivel. ‘Kaas zonder het gebruik van dieren heeft de toekomst’, is de stellige overtuiging van Korteweg. Hij vertelt dat een aantal grote zuivelverwerkers al belangstelling hebben getoond. Waar komt zijn overtuiging vandaan dat dieren houden voor productie verkeerd is? Jaap Korteweg: ‘Ik ben opgegroeid in een nest waar vlees eten als een noodzakelijk kwaad werd gezien, dus er lag al een basis.’ Toch bedreef hij jarenlang de jacht. ‘Dat kan uit oogpunt van wildbeheer nog een bepaalde noodzaak in zich hebben.

De toekomst Hoe Jaap Korteweg de toekomst ziet van de Nederlandse land en tuinbouw? In het begin van dit verhaal gaf hij al een doorkijkje. Hij hoopt dat Nederland ‘de Silicon Valley’ van de wereld wordt. Een boerenproeftuin, met voedselbossen waar met precisietechnieken wordt geoogst. Waar met verticale landbouwsystemen groenten worden geteeld. Waar ruimte is voor een natuur met wolven. En waar het laatste gat in de kringloop, de mens, is gesloten. Mensenmest gaat dan over de akkers waar alleen nog producten worden verbouwd voor menselijke consumptie. ‘Nederland is dan een land dat hoogwaardige kwaliteitsproducten en kennis exporteert en een voortrekkersrol heeft in de wereld. Nu exporteren we ook, maar zijn onze producten echt onderscheidend, echt innovatief? Ik denk het niet.’

'Ik was aanvankelijk ook sceptisch, maar steeds optimistischer dat het ons gaat lukken.'

Het doden van dieren omdat wij zo graag vlees eten heeft dat voor mij absoluut niet.’ Na uitbraken van varkenspest en gekke koeienziekte was het klaar en besloot Kortweg vegetariër te worden. Vervolgens ontmoette hij op een vakantie in ZuidFrankrijk Niko Koffeman, mede-oprichter van de Partij voor de Dieren. De mannen vonden elkaar in hun overtuiging dat de voedselketen moet worden ingekort door het dier ertussenuit te halen. Uit oogpunt van dierenleed, maar ook omdat het de aarde minder belast. Samen met Koffeman zette Korteweg De Vegetarische Slager op. En samen staan ze nu aan het roer van Those Vegan Cowboys.

Beter dan echt vlees

Hun missie is onveranderd: heerlijke vlees- en melkproducten maken zonder exploitatie van dieren. ‘Ik denk dat weinig mensen een goed gevoel krijgen bij bio-industrie. Of dat ze staan te juichen dat in de melkveehouderij de kalfjes bij de koe vandaan worden gehaald. Maar ik denk ook dat de meeste mensen vlees en zuivel erg lekker vinden. Anders waren we allemaal al lang vegetariër of veganist geworden. Vanuit die gedachte maken wij producten en proberen we ze steeds beter te maken.’ Voor deze verbeterslag schakelen ze gerenommeerde wetenschappers, productontwikkelaars topslagers en chef-koks in. ‘Het lukt met steeds meer producten om heel dicht bij de smaak van echt vlees te komen. Ik ben ervan overtuigd dat het plantaardige vlees en ook de grasmelk over een aantal jaren lekkerder en beter is. Omdat we werken met volledig gecontroleerde processen krijg je een uniformiteit die het echte vlees en echte melk nooit kunnen halen.’ Zijn boodschap wordt hem niet door iedereen in dank afgenomen. Op het honderdjarig bestaan van de slagersbond was hij uitgenodigd als spreker. Dat ging niet door omdat een deel van de leden dat niet pikte. Op het Nationaal Pluimvee Congres zei hij tegen een zaal vol kippenhouders: ‘Ik ben jullie grootste bedreiging, want over dertig jaar wordt vlees niet meer van kippen gemaakt. Nadien kwam een jonge boer naar hem toe: ‘Ik mis iemand die ons verhaal goed vertelt’, zei hij tegen me. Toen antwoordde ik: ‘Misschien moet je zorgen dat je een goed verhaal hebt. Als je dat eenmaal hebt, maakt het niet zoveel meer uit wie het vertelt.‘

AGRARISCH MAGAZINE

37


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

WERKEN AAN EEN NOORDELIJKE ZORGCOOPERATIE 38

AGRARISCH MAGAZINE

Een Noordelijke coöperatie die als zelfstandige zorgverzekeringmaatschappij fungeert. Dat is het streven van Stichting FB Oranjewoud en verzekeringskantoor FGD uit Leeuwarden. De eerste stap daartoe is met de oprichting van FGD Zorg gezet. ‘Een broodnodige stap’, licht Wilco de Boer van Agriland Assurantieadvies toe. Foto: Niels de Vries


I

edere Nederlander is verplicht een zorgverzekering af te belangrijk signaal dat de markt van huidige zorgverzekeraars sluiten. De markt voor zorgverzekeringen wordt echter beheerst niet per se gericht is op het regionale belang’, vervolgt de door enkele grote partijen. Inmiddels is daar geen enkele partij Agriland-adviseur. ‘En dat is juist wel van belang. Ik kom als meer bij die zich specifiek op het Noorden richt of hier gevestigd is. verzekeringsagent veel bij agrariërs thuis en dan hoor ik meer dan Stichting FB Oranjewoud ziet dat als een verkeerde ontwikkeling en eens de zorgen die mensen hebben over de toekomst van de zorg wil het tij keren. Deze stichting werd opgericht na de overname van in het Noorden. Dat is een terechte zorg. Het aantal ouderen ligt de Friesland Bank door de Rabobank. De bruidsschat die daarvan in het Noorden hoger dan in de Randstad en op het platteland zijn overbleef, wordt door de stichting beheerd en benut ter stimulering de afstanden tot de zorg vaak letterlijk groter. Zonder een eigen van economie en werkgelegenheid in Noord-Nederland. Om die regionaal gerichte zorgverzekering zijn we echter afhankelijk van reden wordt nu ingezet op een eigen zorgverzekeringstak voor op de Randstad toegeschreven standaardpakketten. Met FGD Noord-Nederland. Zorg willen we deze ontwikkeling doorbreken en inspelen op een ‘Een zorgverzekering is voor veel mensen vaak een vaststaand toekomst met betaalbare zorg waarover de mensen uit onze regio gegeven. Er wordt amper zelf inspraak hebben.’ geswitcht tussen aanbieders en vaak louter naar de Geen omzetplafond kosten gekeken. Toch Voor de huidige FGDis het echt interessant zorgverzekering is er goed en belangrijk om verder gekeken naar de behoefte uit te kijken’, zegt Wilco de de markt. Partnerkantoren Boer. Hij is eigenaar van van FGD richten zich op Agriland Assurantieadvies bedrijven van klein tot en vanuit die rol één van groot. Om die reden is ook de verzekeringsagenten die de werkende Noordeling de onder de koepel van FGD doelgroep waar de pijlen valt. Deze organisatie zette op worden gericht. De Boer in 2020 met de oprichting verwacht onderscheidend van FGD Zorg de eerste te kunnen zijn: ‘Wij kunnen stap om met een eigen een zorgverzekering zorgverzekering, toegespitst aanbieden met een unieke op Noord-Nederland, te collectiviteitsregeling voor komen. werkgevers, werknemers én Wilco de Boer, eigenaar van Agriland Assurantieadvies en ReduRisk ZZP’ers. Die laatste groep valt en Sjoeke van den Akker-Keizer, hoofd Zorg en Inkomen bij FGD: ‘We beginnen klein met FGD Zorg, maar de ambities zijn groot.’ Enorm nog wel eens tussen wal en kapitaalsintensief schip, maar bij ons zeker niet. Deze stap is gezet na uitgebreid onderzoek door FB Wij bieden ook een werkgeverspakket waarmee de medewerkers Oranjewoud naar de kansen voor oprichting van een eigen recht hebben op nét dat beetje extra zorg. Met dit pakket zijn ze zorgverzekeringsmaatschappij. Al snel bleek: dat vraagt enorm verzekerd voor onder andere fysiotherapie, leefstijltraining en veel kapitaal. Zoveel dat oprichting van een eigen maatschappij psychologische zorg. Ook voor veel agrariërs met personeel, waar nu nog een stap te ver bleek. Om toch van start te kunnen gaan, het werk vaak fysiek zwaar is, kan dit interessant zijn.’ is een samenwerking tussen FGD en Aevitae met EUCARE opgezet. De Boer wijst daarnaast op een aspect dat volgens hem minstens Laatstgenoemde partijen hebben al een sterke en bewezen zo belangrijk is: FGD Zorg kent geen omzetplafond. ‘Dat betekent zorgverzekering in de markt staan. FGD wordt dat iemand met een doorverwijzing van de uitvoerende partij in Noord-Nederland en de huisarts niet verplicht wordt om op biedt een volledig zorgverzekeringspakket aan de wachtlijst te gaan staan of naar een voor iedere werkende. ander ziekenhuis uit te wijken om reden Naast het benodigde kapitaal is het oprichten van afspraken tussen zorgaanbieder en van een eigen zorgverzekeringstak beslist zorgverzekeringsmaatschappij. Je dacht geen sinecure. Toch is FGD van start gegaan. misschien dat drukte in het ziekenhuis de Omdat het geloof er is dat zij verschil kunnen maken en niet oorzaak is van wachtlijsten, maar in de praktijk is de reden vaak dat duurder hoeven te zijn. ‘Daarbij wordt gedacht aan de inzet van zorgverzekeraars omzetplafonds afspreken met zorgaanbieders. Wij allerhande digitale innovaties, extra verantwoordelijkheid neer te kiezen daar heel bewust niet voor.’ leggen bij huisartsen in de regio en de nu al bestaande inzet van vrijwilligers beter te benutten. Op die manier wordt ingezet op de Grote ambities kracht die het Noorden differentieert van bijvoorbeeld de Randstad. Met het huidige productaanbod wil FGD binnen vijf jaar voor zeker Er zijn veel gesprekken gevoerd met mensen die in verschillende 40.000 tot 50.000 werkende Noordelingen een zorgverzekering deelsectoren van de zorg werken. Van hen krijg je dit soort beheren. Als dat lukt dan blijft FGD de uitvoerende partij, maar richt antwoorden terug als je vraagt hoe het beter kan en betaalbaar kan initiator FB Oranjewoud de zo gewenste noordelijke coöperatie op. blijven’, vertelt De Boer. ‘Het doel van deze coöperatie is dat je als leden, samen met de zorgaanbieders in Noord-Nederland, met elkaar regelt hoe de zorg Terechte zorgen in het Noorden wordt ingericht. We beginnen nu met FGD Zorg ‘Voor mij was de sluiting van het ziekenhuis in Dokkum een klein, maar de ambities zijn groot’, besluit De Boer.

‘Wij kiezen bewust niet voor een omzetplafond’

AGRARISCH MAGAZINE

39


MALKI

- De stier die stempelt!

36911 | BIG MALKI (VG 87) |

aAa: 165 423

Maik x Jorryn (EX 90) x Abrian (VG 88) x F16 (VG 88) x Top Brass (VG 88)

Alger Meekma

• Internationale stiervader • Meerdere dochters stiermoeder • Al 8 excellente dochters uit de proefperiode • Glashard beenwerk • Super klauwgezondheid productiestijging over de • Sensationele lactaties heen Moeder van K.I. SAMEN stier VDR Slash

Alger Meekma

Sandra 2 (EX 90) (v. Malki)

Moeder van K.I. SAMEN stier Big Redstar

Alger Meekma

Big Superstar 146 (EX 91) (v. Malki)

Alger Meekma

Dochtergroep Malki NRM 2019

“Beste dochtergroep NRM ooit” Scan de QR-code en bekijk de video van Malki’s dochtergroep

40

AGRARISCH MAGAZINE

www.ki-samen.com +31 (0)77 35 86 789

K.I. S A M E N De praktijk bewijst ‘t!


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

Met Easy Silage wordt ingespeeld op de trend van grote lasangekuilen.

AIRKOE VIERT 20-JARIG BESTAAN Peter Groenveld en Henk Dijkstra richtten in januari 2001 Airkoe BV op. Binnenkort vieren de compagnons het 20-jarig bestaan van hun bedrijf, dat ze vijf jaar geleden uitbreidden met de firma Easy Silage.

O

ndernemen is kansen zien en innoveren. Peter Groenveld en Henk Dijkstra kunnen erover meepraten. De compagnons sprongen 20 jaar geleden met hun bedrijf Airkoe BV in een gat in de markt. Ze zagen toekomst in het renoveren en ventileren van bestaande ligboxenstallen. ‘Muren eruit, hout erin en gordijnen ervoor’, zo vat Peter Groenveld het kort en bondig samen. ‘We zijn op kleinschalige wijze begonnen, met simpelweg een kar achter onze auto. Inmiddels hebben we acht fulltimers in dienst en een flexibele schil met meerdere medewerkers.’ Wat begon met het renoveren van bestaande stallen, groeide al snel uit tot het verzorgen van complete ventilatieconcepten van nieuwe stallen. Daarmee speelde Airkoe in op de vele nieuw- en verbouwplannen die melkveehouders sinds de eeuwwisseling hebben gerealiseerd. ‘We hebben ons daarbij niet uitsluitend geconcentreerd op de Nederlandse markt, maar zijn ook internationaal georiënteerd. Dat pakt goed uit’, aldus Groenveld. Airkoe is onder meer actief in landen als België, Frankrijk, Engeland, Polen en Finland.

Foto's: Airkoe BV

Airkoe verzorgt tegenwoordig compleet klimaatgestuurde ventilatiesystemen.

een derde vennoot. De ondernemers zagen en zien toekomst in het automatisch afdekken van grote sleufsilo’s. ‘Steeds meer melkveehouders laten sleufsilo’s aanleggen om lasagnekuilen te maken. Die grote sleufsilo’s zijn maar moeilijk handmatig af te dekken. Daar spelen wij met Easy Silage op in’, aldus Groenveld. Net als met Airkoe kijken Groenveld en Dijkstra ook met Easy Silage over de landsgrenzen. Corona had afgelopen jaar een remmend effect op de internationale ambities van het bedrijf. Toch zijn er in het buitenland al enkele automatische afdeksystemen van Friese makelij gerealiseerd, waaronder enkele in België. Bijzonder is het feit dat ook een IJslandse boer voor Easy Silage heeft gekozen. ‘We kwamen met hem in contact tijdens de beurs in Hannover. Inmiddels is hij onze distribiteur op IJsland.’

Eén machine, meer silo’s

Easy Silage heeft met enkele innovatieve oplossingen een mooie positie in de markt verworven, zo zegt Groenveld. ‘Dankzij onze wisselrol kun je met één machine meerdere silo’s afdekken. De machine is bovendien zelfsturend. Daarmee onderscheiden we ons in de markt. Zo maken we het automatisch afdekken van lasagnekuilen nog eenvoudiger’, aldus Groenveld, die samen met Dijkstra telkens bezig is met productinnovatie. De gevolgen van corona en de onzekerheid op boerenbedrijven door de stikstofperikelen doen zich ook bij Airkoe en Easy Silage voelen. Groenveld en zijn compagnon Dijkstra zien de toekomst echter met vertrouwen tegemoet. ‘Wij klagen niet. Henk (Dijkstra, red) en ik hebben de afgelopen jaren onze pieken en dalen gehad, zoals dat in ieder goed huwelijk gaat. Maar onze onderlinge samenwerking is de voorbije jaren juist de kracht van onze bedrijven gebleken.’

‘Onze samenwerking is de voorbije jaren onze kracht gebleken’

Afdekken sleufsilo’s

Peter Groenveld en Henk Dijkstra staan naast Airkoe ook aan de basis van de vijf jaar geleden opgerichte zusteronderneming Easy Silage. Naast Groenveld en Dijkstra heeft Easy Silage met Ronald Rotteveel – directeur/eigenaar van Sidijk bv in Heerenveen – nog

AGRARISCH MAGAZINE

41


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

ONDERNEMEND A-WARE ZET IN OP GEZONDE GROEI Royal A-ware is ambitieus en wil inspelen op de verwachte stijging van de Europese en wereldwijde zuivelconsumptie. Echter, de kostprijsontwikkeling door overheidsmaatregelen in de melkveehouderij baart zorgen.

H

et afgelopen zuiveljaar verliep heel anders dan ze bij Royal A-ware hadden gedacht. ‘Corona heeft de wereld op z’n kop gezet en zorgt voor druk op de zuivelmarkt. Het is niet te zeggen hoe lang dat zo blijft’, zegt COO Klaas de Jong van Royal A-ware. ‘Helaas hebben we geen glazen bol om in de toekomst te kijken.’ Terwijl in de markt over het algemeen een daling van circa 1,5 cent zichtbaar is, lukte het Royal A-ware de melkprijzen van de vijf verschillende melkstromen in dit coronajaar op peil te houden. De melkprijzen van A-ware lagen in december 2020 tussen de 35 en 40 cent, afhankelijk van de melkstroom. Het gewogen gemiddelde komt uit op 35,56 cent, wat iets hoger is dan vorig jaar. Biologische melk levert 51 cent op. ‘We letten sterk op onze kosten. Maar we

42

AGRARISCH MAGAZINE

Foto: Royal Aware

realiseren ons ook dat we zonder corona een hogere prijs hadden uitbetaald. Boeren hebben die hogere prijs ook nodig’, stelt De Jong.

12% van Nederlandse melkplas

Royal A-ware timmerde de afgelopen vijf jaar flink aan de weg. Wekelijks wordt 32 miljoen liter melk verwerkt, met een Klaas de Jong capaciteit van 220.000 liter per uur. Royal A-ware verwerkt 12% van de Nederlandse melkplas en exporteert kaas naar 70 landen. Royal A-ware heeft vijf verschillende melkstromen, waarmee het bedrijf inspeelt op de vraag vanuit de markt. Het gaat om de AH-melkstroom, de weidemelkstroom, de boerderijmelkstroom (herkomst voer en dierwelzijn), de traditionele melkstroom en de biologische melkstroom. ‘We koppelen onze klanten aan verschillende melkstromen. Daar komt onze leus ‘van consument tot koe’ ook vandaan’, vertelt Klaas de Jong. De aangesloten melkveehouders kunnen kiezen welke melkstroom bij hun


daar weer ruimte voor is’, laat Hoofd Melkzaken Koen Veldman van Royal A-ware weten. Royal A-ware introduceert voor de weidemelkstroom een extra seizoenspremie van 2 cent in de maanden mei, juni en juli. ‘Dit is een plus op de gebruikelijke weidepremie’, verduidelijkt Veldman. De Jong vult aan: ‘De waarde wordt uit de markt gehaald. De kaasmarkt is met de vraag naar graskaas in het voorjaar een stuk gunstiger gestemd.’ Daarentegen heeft Royal A-ware voor het eerst een wachtlijst afgekondigd op de boerderijmelkstroom (herkomst voer en dierwelzijn). ‘Op die markt is momenteel sprake van meer concurrentie. Dat zorgt voor prijsdruk’, aldus De Jong. Ook de afzet van de traditionele melkstroom staat onder druk, dat komt met name door de lage olieprijzen en euro/dollar verhouding. ‘De afzet van de biologische melkstroom is groeiende, maar die markt is nog relatief klein’, vertelt De Jong. Veldman vult aan: ‘We hebben zowel in de AH-melkstroom, weidemelk- als de biologische melkstroom nieuwe melkveehouders toegelaten die op de wachtlijst stonden.’

‘De expertise en innovatiekracht van de Nederlandse zuivelketen wordt door de overheid te weinig erkend’

Koen Veldman

bedrijfsvoering past en wat voor hen het meest rendabel is. De verschillende melkstromen worden twee keer per jaar geëvalueerd, waarbij we naar kansen in de markt kijken. ‘We zijn op dit moment niet actief aan het werven voor extra melk. Maar we gaan altijd het gesprek aan met melkveehouders die serieuze interesse tonen’, aldus Klaas de Jong.

AH-melkstroom in trek

De AH-melkstroom is in trek bij boeren. Royal A-ware heeft op dit moment een wachtlijst voor deze melkstroom. ‘De balans tussen Albert Heijn en Royal A-ware klopt. Albert Heijn zet in op duurzaamheid en betaalt daarvoor’, verklaart De Jong het succes van de melkstroom. Deze melk is bij Albert Heijn goed voor 40% van de totale zuivelverkoop. En het assortiment breidt verder uit. De meerprijs die melkveehouders ontvangen voor de AH-melkstroom stijgt van 4 naar 5 cent. ‘We hebben net weer een aantal melkveehouders van de wachtlijst toegelaten in het programma nu

Nederland sterk zuivelland

Bij Royal A-ware spelen ze graag in op de algehele verwachting dat de wereldwijde zuivelconsumptie de komende tien jaarlijks met 1 tot 1,5% toeneemt. ‘Zuivel is een prachtig en veelzijdig product. Wij willen graag aan de groeiende behoefte voldoen’, zegt De Jong. Hij wil wel graag een zorgpunt agenderen: de kostprijsontwikkeling in de Nederlandse melkveehouderij. De Jong is bezorgd dat vergaande milieu- en klimaateisen veehouders het land uitjagen. ‘Dat is een verkeerde ontwikkeling. Ik vind dat we als zuivelland mee moeten werken om aan de stijgende melkbehoefte te voldoen. Nederland moet die verantwoordelijkheid op zich nemen. We hebben erg vruchtbare grond en onze CO₂footprint is laag. We moeten voorkomen dat de melkproductie elders onder slechtere condities wordt overgenomen. Klimaat stopt niet bij de grens. We moeten ons als zuivelland niet de kaas van het brood laten eten. De expertise en innovatiekracht van de Nederlandse zuivelketen wordt door de overheid te weinig erkend en moet beter worden benut.’

Mozzarella- en roomfabriek

Op het bedrijventerrein pal naast snelweg A7 in Heerenveen heeft Royal A-ware de mogelijkheid om zijn ambities waar te maken. ‘We streven een gezonde groei na, ook als is groei geen doel op zich’, licht De Jong toe. Royal A-ware nam er begin dit jaar een nieuwe mozzarellakaasmakerij in gebruik. De mozzarella wordt gemaakt van koemelk en is afkomstig van de traditionele melkstroom. De mozzarella wordt erg duurzaam geproduceerd door middel van warmtepompen en niet door aardgas. ‘Dat past bij onze strategie om zo weinig mogelijk fossiele brandstoffen te gebruiken. Met 8.000 zonnepanelen bij ons op het dak wekken we een deel van de benodigde stroom zelf op’, aldus De Jong. Royal A-ware blijft zoeken naar mogelijkheden en kansen. De Jong: ‘We hebben in Heerenveen een bouwblok van 25 hectare. Daarvan is 13 hectare bebouwd. We zijn een ondernemend bedrijf en willen snel kunnen schakelen als kansen zich voordoen. Dat kenmerkt ons bedrijf.’ Komend jaar staat dan ook de opstart van de roomfabriek van A-ware op het programma.

AGRARISCH MAGAZINE

43


Interview

‘WE HEBBEN VEEL OM TROTS OP TE ZIJN’ 44

AGRARISCH MAGAZINE

Nederland heeft de mooiste voedselproductie ter wereld, stelt CEO Dick Hordijk (53) van Agrifirm. ‘Nergens wordt zo schoon en efficiënt geproduceerd als hier. Dat betekent niet dat er niets hoeft te veranderen. Maar laten we het wel doen vanuit kracht en trots op deze sector.’ Tekst:

Jelle Feenstra

Foto: Agrifirm

CEO Dick Hordijk van Agrifirm: ‘Het doorzettingsvermogen van de Nederlandse boeren is ongekend. Ik vind het fantastisch hoe boeren door deze moeilijke tijd heen proberen te komen en het oog op de toekomst houden.’


H

et was begin dit jaar, de eerste week van januari. Agrifirmtopman Dick Hordijk stond in Apeldoorn voor een zaal met 650 jonge boeren en vroeg wie er over tien jaar nog boer is. Ruim driekwart stak de hand op. Vervolgens vroeg Hordijk wie dat met plezier zal doen. Ineens was het aantal handen een stuk minder. In een vraaggesprek met Nieuwe Oogst zei Hordijk daarover: ‘Misschien is het wel naïef om te denken dat je met plezier kan boeren in Nederland de komende tien jaar. Daarom is het nodig dat we jonge boeren perspectief bieden. Ze kunnen dan zelf kiezen welke route ze nemen met hun bedrijf. Dan weten ze wat de stip op de horizon is.’

‘Met innovatie valt nog zo veel te bereiken. Als ik zie wat er al wordt gedaan en wat er nog mogelijk is, dan ben ik ervan overtuigd dat bijvoorbeeld de klimaatdoelstellingen prima gehaald kunnen worden. Wat we daarvoor nodig hebben, zijn goede en lange termijn afspraken met de overheid, speelruimte en budget. Denk aan de opkomst van digitalisering, maar ook wat er nog te leren is over bodemgezondheid. Er zijn nog heel veel niet gebruikte mogelijkheden. Nu zijn de marges te laag, waardoor schaalvergroting en risico’s onnodig worden aangejaagd. Geef ondernemers de tijd om te antwoorden op vragen die investeringsbereidheid vergen.

Is dat perspectief voor boeren er inmiddels? ‘Ik vind het nog niet gemakkelijker geworden. Wel zie ik steeds meer initiatieven om directer contact te maken met consumenten, samen te werken in de keten, nieuwe producten en concepten uit te proberen. Het is die ondernemingszin die perspectief creëert en wat dat betreft ben ik optimistisch.’

Een groot zorgpunt in de melkvee- en akkerbouwsector is de oplopende kostprijs in het dure Nederland en een opbrengstprijs die dat steeds moeizamer kan compenseren. Kan de Nederlandse land- en tuinbouw tegen die achtergrond zijn toonaangevende positie nog wel behouden? ‘Er worden in Nederland unieke en hoogwaardige producten gemaakt. We moeten zorgen dat dat ook wordt onderkend en dat de consument bereid is ervoor te betalen. Dat lukt soms, maar nog niet altijd. Daarom vindt Agrifirm dit zo’n belangrijke voorwaarde voor de toekomst van de agrarische sector. Je praat vaak helemaal niet over een veel hogere kostprijs. Maar je hebt het wel over een veel betere en circulaire productiewijze, op het gebied van dierengezondheid, bodemgezondheid, enzovoort. We moeten het beter aan de man brengen met elkaar, hoe moeilijk dat soms ook nog is.’

Vindt u dat de overheid het belang van de Nederlandse landen tuinbouw voldoende onderkent en volop bezig is om daar middelen vooruit te trekken? ‘Ik denk dat dat nog beter kan. Voedselproductie wordt wereldwijd de komende twintig jaar alleen maar belangrijker, door toenemende groei van de bevolking, gecombineerd met de impact van klimaatverandering. Nederland heeft een prominente plaats in de wereldwijde voedselketen. Dat betekent niet dat er niets hoeft te veranderen, maar laten we het wel doen vanuit kracht en trots op deze sector.’

‘Het is belangrijk dat het verdienmodel voor de boer weer gaat kloppen. Dit aspect wordt steeds meer onderkend’

Er is grote maatschappelijke druk op boeren. Het lijkt wel of die druk elk jaar toeneemt. Wat kan en zou de Nederlandse land- en tuinbouw kunnen doen om die druk wat weg te nemen? ‘Veel heeft te maken met onbegrip. Telkens als mensen in contact komen met elkaar – bijvoorbeeld bij een bezoek op de boerderij – valt mij het op hoeveel meer genuanceerd het beeld wordt. Laten we samen kijken hoe we positief kunnen communiceren en contact kunnen maken.’ Wat zouden overheden en agribusiness kunnen doen om die druk weg te halen en weer een maatschappelijk hoog gewaardeerde sector te worden? ‘Samen een positieve toekomst definiëren, met heldere afspraken. Om het werkbaar te maken, is het belangrijk dat het verdienmodel voor de boer blijft kloppen. Of beter gezegd: weer gaat kloppen. Dit aspect wordt steeds meer onderkend. Door het ministerie van LNV, maar ook door de maatschappij. Agrifirm heeft zich daar ook voor ingezet en blijft dat doen. Er kan veel, het vermogen tot innoveren in de landbouw is fantastisch. Maar de inkomens moeten ook kloppen voor alle partijen.’ Welke trends/transities ziet u in de land- en tuinbouw opkomen en zit daar ook gamechangers tussen die het speelveld blijvend gaan veranderen?

Naast bovengenoemde zorgpunten zijn er natuurlijk ook kansen voor de boeren in Nederland? Waar liggen in uw optiek die kansen vooral? ‘In de innovatiekracht en het doorzettingsvermogen van de Nederlandse boeren. Ik vind het fantastisch hoe boeren door deze moeilijke tijd heen proberen te komen en het oog op de toekomst houden. Met die instelling komen we door deze fase heen en werken we samen aan een agrarische sector die gewaardeerd wordt, omdat we opnieuw in staat zijn gebleken de uitdagingen aan te gaan en mooie producten te maken.’ Wordt 2021 economisch een beter jaar voor de melkveehouderij en de akkerbouwsectoren in Nederland? ‘2021 blijft uitdagend, net als 2020. Omdat de onzekerheden aanhouden. Niet alleen wat betreft de effecten van corona, maar ook de overheidsmaatregelen. Bestaande, maar ook van een nieuw te vormen regering. Tegelijkertijd hebben wij vertrouwen in de kracht en het doorzettingsvermogen onze sector.’ Welke tip zou u boeren voor 2021 willen meegeven? ‘Word niet pessimistisch. De maatschappij waardeert de sector veel meer dan wij soms denken. Mensen begrijpen dat ze drie keer per dag kunnen eten door de inspanningen van alle boeren. Blijf zelf werken aan een betere toekomst, durf te innoveren en laat het zien aan mensen die wat verder bij onze sector vandaan staan. We hebben veel om trots op te zijn en niets te verbergen!’

AGRARISCH MAGAZINE

45


Wij houden van koeien Kennis van de melkveehouderij, passie voor koeien, liefde voor ons vak en vertrouwen in de toekomst. U, onze dealers en wij komen als een team tot de beste oplossing voor uw stal. Dat kenmerkt Royal de Boer Stalinrichtingen. Wij zijn pas tevreden, als koe en veehouder zich thuis voelen in de stal.

www.royaldeboer.com

Adviseurs voor teelt, bewaring en verwerking Consultants for cultivation, storage and processing 46

TTW-Systeem AGRARISCH MAGAZINE

B.V. | Capelleweg 1, 3255 LB Oude-Tonge | 0187-648222 | info@ttw.nl | www.ttw.nl


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

Foto: Peter Blauw

‘HET ZIET ER HIER WEER STRAK UIT’ Familie Blauw in Veendam (Gr) liet twee schuren op één locatie van hun akkerbouwbedrijf afgelopen jaar grondig renoveren. ‘Deze opknapbeurt was nodig en is gelukkig goed geslaagd.’

M

arinus Jan Blauw heeft in maatschap met zijn zoon Peter een akkerbouwbedrijf in Veendam. Vader en zoon Blauw boeren op veenkoloniale grond. Het bouwplan bestaat uit zetmeelaardappelen, suikerbieten en graan. ‘Op mijn twaalfde kwam ik met mijn ouders uit Heerhugowaard over naar Oost-Groningen. Wij moesten in NoordHolland wijken voor industrie. Zelf ben ik 27 jaar lang leliekweker geweest. Daar ben ik in 2012 mee gestopt’, aldus Blauw, die ook nog een tijd lang blauwe druiven kweekte. Als voormalig leliekweker reisde Blauwe de afgelopen drie jaar in december naar Nieuw-Zeeland, om er mee te helpen met het selecteren van lelies. ‘Door de coronapandemie gaat het tripje naar het Zuidereiland dit jaar niet door. Hopelijk kan ik volgend jaar die kant weer op.’

Daken en gevels van de schuren van Blaauw zijn weer up-to-date.

van pootaardappelen. In april 2020 zijn beide schuren grondig gerenoveerd door Middendorp Montage. De daken van beide schuren zijn vervangen, de gevels zijn (deels) voorzien van nieuwe sandwichpanelen en er zijn nieuwe overheaddeuren geplaatst. Ook is er een nieuwe kilgoot gemaakt tussen beide schuren. Aan de tuinzijde van de schuur is een nieuwe aluminium dakgoot gemonteerd. De daken van de schuren zijn voorzien van Falk-sandwichdakpanelen met een isolatiewaarde van 2,07 (RC). In het dak van een van de twee schuren is gekozen voor licht doorlatende panelen. De Falk-gevelpanelen hebben een RC-waarde van 2,61. De vijf nieuwe overheaddeuren (sectionaaldeuren) zijn voorzien van een glassectie. De deuren worden elektrisch bediend. ‘De stenen schuur dateert van 1965 en was nog voorzien van asbesthoudende golfplaten. De jongste schuur is in 1993 gebouwd. Op het dak lagen asbestvrije golfplaten van slechte kwaliteit’, zo vertelt Blauw.

‘Het draait om de prijs/ kwaliteitsverhouding’

Grondige renovatie

Het akkerbouwbedrijf van familie Blauw bestaat uit twee locaties. ‘De hoofdvestiging is bij ons thuis. Ik heb hier twee oude schuren staan’, vertelt Marinus Jan Blauw. Deze schuren worden onder andere gebruikt voor machineberging en de opslag

Prijs/kwaliteit klopt

De akkerbouwer is blij met de grondige renovatie van zijn schuren. ‘Het ziet er strak uit. De schuren ogen weer als nieuw en zijn helemaal up-to-date. Het werk is secuur en netjes uitgevoerd, helemaal naar verwachting’, vertelt Blauw. ‘De goede prijs/ kwaliteitverhouding was voor mij reden om voor Middendorp Montage te kiezen’, aldus de akkerbouwer, die op een beurs in Groningen in contact kwam met het bedrijf. AGRARISCH MAGAZINE

47


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

Foto's: Landpixel en Countus

‘EERST DE MENS, PAS DAARNA KOMEN DE EURO’S’ Een goede match tussen het talent en de passie van de agrarische ondernemer enerzijds en zijn of haar verdienmodel anderzijds. Die benadering staat centraal in de aanpak van de ondernemersadviseurs van Countus accountants + adviseurs. ‘Is er bij een ondernemer geen match tussen die onderdelen dan belandt hij of zij al snel op een doodlopende weg.’ arenlang leek er in de Nederlandse land- en tuinbouw maar één weg naar de toekomst: schaalvergroting. Die vanzelfsprekendheid is voorbij. Schaalvergroting is in enkele jaren tijd door regelgeving en beperkingen moeilijker maar ook flink duurder geworden. Strategieën, zoals kostenbesparing, bedrijfsoptimalisatie en waardecreatie, waren altijd al in beeld, maar zijn nu steeds belangrijker. ‘Het allerbelangrijkste is de vraag: waar haal ik als ondernemer de meeste voldoening uit? Wat past bij mij en wat vind ik leuk? Vind daar eerst maar eens een antwoord

48

AGRARISCH MAGAZINE

Countus ziet een jonge generatie boeren opkomen die meer balans tussen bedrijf en privé ook belangrijk vindt en meeneemt in toekomstkeuzes.

op en kies pas dan je strategie. Want een leven lang boeren zonder plezier wens ik niemand toe’, zegt ondernemerscoach Jan Lucas Spijkman van Countus. De Countus Groep is een accountants- en adviesorganisatie met circa 675 medewerkers. Countus heeft 22 vestigingen verspreid over de provincies Overijssel, Flevoland, Friesland, Gelderland, Drenthe, Overijssel, Utrecht en Noord-Brabant. De werkwijze van Countus onderscheidt zich door met regiogebonden kantoren dicht bij de ondernemer te staan. Voorbeelden hiervan zijn de recentelijk geopende en vanuit eigen kracht ontwikkelde kantoren in Joure, Assen en Leeuwarden. De volgende stap is een nog te openen kantoor in de provincie Groningen. De cultuur binnen de organisatie is te kenschetsen als no-nonsense en sterk klant- en mensgericht. Het verklaart meteen ook de woorden van Spijkman. Hij stelt dat ondernemersadviseurs van Countus steeds vaker de mens centraal stellen in het traject van ondernemer zijn. ‘De focus ligt bij ons écht op de mens en de onderneming. Dus eerst proberen te kijken hoe iemand in elkaar zit, waar hij of zij blij van wordt, waar talenten liggen en pas dan ondernemerskeuzes maken. Puur en alleen gaan voor harde euro’s


is te kort door de bocht. Als je daar uiteindelijk niet gelukkig van wordt, brengt het je niks.’

vergelijkbaar met de melkveehouderij’, stelt Spijkman. ‘De eisen aan de productie nemen toe. Denk aan klimaat/milieu en volksgezondheid. Driehoek mens, geld en omgeving Daarbij ervaart Nederland een dubbel ongelijk Harmen Westra van kantoor Leeuwarden en speelveld: de kosten voor het voldoen aan milieu- en Geke Enting van kantoor Zwolle zijn beide klimaatmaatregelen zijn hoog en in het buitenland ondernemersadviseur bij Countus. Zij staan boeren zijn de eisen minder strikt dan in Nederland. Er dagelijks bij op allerlei gebied en herkennen wordt steeds vaker gevraagd om producten met de woorden van Spijkman meteen. Westra pakt toegevoegde waarde, maar in de sterk op export Harmen Westra: ‘De mens een papier en tekent een driehoek. Bovenaan gerichte sectoren is het maar de vraag of de maakt het verschil in de staat de mens, de hoek links is geld, rechts is de buitenlandse consument gaat meebetalen aan onderneming.’ omgeving. In het midden van de driehoek staat de duurzame productie in Nederland. Dus wordt ook in ondernemersadviseur van Countus. ‘De ondernemersadviseur is het deze sector vaker gekeken naar andere verdienmodellen.’ eerste aanspreekpunt voor allerlei zaken, zeg maar de huisarts, de vertrouwenspersoon van de boer waarbij je terecht kunt met Balans tussen bedrijf en privé al je vragen. Deze adviseur stippelt samen met de ondernemer de Countus ziet nog twee andere ontwikkelingen die meespelen in gewenste route uit en kijkt wat er nodig is aan specialisme om toekomstkeuzes. ‘We zien een jonge generatie boeren opkomen de boer daarin optimaal te helpen en begeleiden’, zo verduidelijkt die meer balans tussen bedrijf en privé belangrijk vindt. Maar Westra. ook de combinatie van leeftijd en het bedrijfsperspectief leidt Die specialisten op verschillende gebieden heeft Countus in huis. tegenwoordig eerder tot andere keuzes‘, vertelt Westra. ‘Zo kiezen Bij geld gaat het om alles wat met financiën te maken heeft, sommige ondernemers eerder voor ‘ondernemend afbouwen’. zoals bedrijfseconomische boekhouding, belastingadvies, btw, Dit gebeurt vaak middels een samenwerking met een collegabegrotingen en financieringsaanvragen. Bij omgeving komen ondernemer. Specifiek voor de melkveehouderij worden op die zaken als wet- en regelgeving, GLB manier bedrijfsmiddelen zoals en benodigde vergunningen aan de fosfaatrechten en grond overgedragen orde. ‘Maar de bovenste punt van de naar een voortzettende veehouder. driehoek is verreweg het belangrijkste: Dit kan voor beide partijen voordelen de mens. ‘De mens maakt het verschil geven. Voor de voortzetter is dat in de onderneming en moet de bijvoorbeeld op gebied van financiering verschillende onderdelen tot een zo, voor de afbouwer geeft het succes maken’, stelt Westra. belastingvoordeel en rendement op vermogen.’ Dynamische tijden Maar Countus ziet ook boeren die Geke Enting wijst op de situatie in zich na een oriëntatie richten op Geke Enting: ‘Goed de melkveehouderijsector. ‘Toen samenwerking voor jongveeopfok, een Jan Lucas Spijkman: ‘Een analyseren waar je nu staat het melkquotum er nog was, was er zorg- of recreatietak starten, biologisch leven lang boeren zonder als agrarische ondernemer en plezier wens ik niemand toe.’ waar je naar toe wil.’ sprake van relatieve rust. De huidige worden of kiezen voor een niche. ‘De dynamische tijd brengt verwarring bij variatie daarin lijkt veel groter dan ondernemers. ‘Daarom is het erg belangrijk om goed te analyseren vroeger’, stelt Enting. Ze voegt eraan toe dat het beter is om als waar je nu staat als agrarische ondernemer en waar je naar toe ondernemer in plaats van een stip een streep op de horizon te wilt. En of die route past bij de omgeving waarin je boert, qua zetten. ‘Een stip is maar één punt, een streep geeft ruimte en vergunningen en toekomstmogelijkheden. Dit, in combinatie met bewegingsvrijheid in keuzes.’ de kritieke melkprijs, de doelen en de ambities van de ondernemer, dragen bij aan de keuzes die gemaakt worden.’ Dichtbij in de regio Eén ding weet ze zeker, groei is niet automatisch meer de eerste Het basiswerk van Countus blijft accountancy. Maar speelveld en keuze. De rekenmeesters van Countus kwamen vorig jaar al tot maatschappij zijn dusdanig veranderd dat het centraal stellen de conclusie dat als de sector tot 2030 dezelfde groei doormaakt van de mens en zijn of haar onderneming in de dienstverlening als in de periode tussen 2000 en 2015 - zonder dat de intensiteit van Countus meer aandacht krijgt. ‘Dichtbij in de regio, naast de van melkproductie op het bedrijf toeneemt – dat eigenlijk niet ondernemer is ons motto. Dat betekent ook dat we meedraaien in terug te verdienen is met de huidige diverse regioprojecten en studieclubs. Maar prijzen. ‘De kritieke melkprijs stijgt bij ook focussen op persoonlijke coaching, om aankoop van grond en fosfaatrechten onze klanten een stapje verder te brengen’, fors. De uitgangssituatie van de vertelt Spijkman. Westra: ‘Het gaat allang onderneming en de creativiteit van de niet meer alleen over het traditionele ondernemer bepaalt vervolgens waar de boekhouden. De driehoek mens, geld en mogelijkheden liggen.’ omgeving staat centraal. Vandaaruit bepaalt de ondernemer een route voor de toekomst. Veranderend speelveld We gaan graag naast de klant staan en Ook in de akkerbouw verandert denken creatief mee op alle facetten; om de het speelveld. ‘De problemen die driehoek in balans te krijgen of te houden. Countus denkt mee met de ondernemer om de driehoek mens, daar spelen zijn op hoofdlijnen wel Dat is hoe wij de advisering insteken.’ geld omgeving in balans te houden. AGRARISCH MAGAZINE

49


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

INZET OP HOGE VET-EN EIWITPRODUCTIE LOONT Melkveehouder Johan Nijdam heeft een duidelijke strategie voor zijn bedrijf. Nú meer omzet maken, om straks een groeistap te kunnen maken. Om dat te bereiken moet er meer meetmelk en vooral ook veel vet en eiwit uit de stal komen. Daarom zet de jonge ondernemer enkele effectieve troeven in om mee te scoren.

M

et 90 melkkoeien en 54 stuks jongvee zit het bedrijf van de familie Nijdam in het Friese Idaerd tegen zijn fosfaatquotum aan. In februari van dit jaar versterkte Johan zijn veestapel nog met tien extra dieren om het quotum vol te melken. Het jongvee blijft tot negen maanden op het melkveebedrijf en verhuist daarna tot vlak voor het afkalven naar de potstal van 'pake' op vijf minuten rijden in Grou. ‘Toen in 2013 mijn vader overleed, stonden mijn moeder en ik er alleen voor’, vertelt de 28-jarige ondernemer. ‘Samen runnen we nu het bedrijf.

50

AGRARISCH MAGAZINE

Foto's: ForFarmers

Mijn moeder ontfermt zich over de kalveren en de boekhouding en ik richt me op het melkvee en het land. Pake is inmiddels 86 jaar, maar verzorgt nog altijd met veel plezier het oudere jongvee. Dat houdt hem fit’, lacht zijn kleinzoon.

Weidemelk

Rondom de hoofdlocatie ligt 59 hectare land, waarvan 5,5 hectare mais en de rest grasland. ‘We zitten hier op zware kleigrond en dat maakt het lastig om andere gewassen dan gras te verbouwen’, licht Johan toe. ‘Van april tot eind september lopen de koeien in de wei. De 2+2 ligboxenstal is al veertig jaar oud en zit aardig vol, terwijl onze huiskavel dik 40 hectare omvat. Weidegang is voor ons een logische keus en mooi om te zien bovendien.’ Samen met accountmanager Arnold Bosma van ForFarmers-dealer Weidse Blik stippelt Johan zijn ondernemersstrategie uit. ‘Met de tien nieuwe koeien die we begin dit jaar hebben bijgekocht, wil ik dit jaar van 8 ton naar 8,8 ton melk groeien. Volgend jaar moet dat doorstijgen naar 9 ton melk, maar dan moet er fosfaatquotum bij. Het streven is om op deze locatie iets uit te breiden in quotum


graskuilen van deze kleigrond.' In 2019 hebben ze Pens Stimulator+ aan het rantsoen toegevoegd voor een betere pensgezondheid. Arnold legt uit hoe dit werkt: ‘In Pens Stimulator+ zitten gisten die voor een dikkere slijmlaag in de darmen zorgen. Hierdoor Johan inspecteert samen met zijn adviseur Arnold komen schadelijke stoffen Bosma het stalrantsoen. minder snel in de bloedbaan. Dit is beter voor de gezondheid van de koeien en dat zie je terug in een dalend celgetal. Daarnaast bevat Pens Stimulator+ veel biotine, dat zorgt voor hardere klauwen van de koeien en daarmee minder klauwproblemen.’

Van hoge naar lage kuilen

Ook ruwvoerkwaliteit en inkuilmanagement spelen een belangrijke rol in de melk-, vet- en eiwitproductie. ‘Door omstandigheden hadden we in 2019 nog dezelfde kuil als in 2018’, weet Johan. ‘Een typisch Friese kuil’, vindt Arnold. ‘Met het groeien van de bedrijven is het erf vaak niet meegegroeid, dus de kuilen gingen vroeger de hoogte in.’ Johan beaamt dat lachend: ‘Hoe hoger, hoe mooier. We zeiden altijd: als je erop staat, moet je Grou kunnen zien. Inmiddels weten we beter en maken we onze kuil een meter lager om de voersnelheid te verbeteren.’ Johan onthult zijn truc: ‘Ik bestel simpelweg smaller plastic, zodat de kuil wel lager móet zijn. Ook gebruiken we een toevoegmiddel voor een betere kuilconservering.’ Het verschil in kwaliteit merken ze goed: ‘De kuil is veel koeler en bevat minder broei. Afgelopen winter hadden we een hele nette kuil met een verteringscoëfficiënt van 80,9 een ruw eiwitgehalte van 162 en VEM-waarde van 962.’

'We blijven altijd zoeken naar verbeterpunten'

Meer melkgeld

en koeien en een nieuwe stal neer te zetten waar ook het oudere jongvee in kan. Om die investering te kunnen doen, wil ik met goede cijfers voor de dag komen bij de bank.’

De resultaten van deze rantsoenwijzigingen liegen er niet om. Het uitgangspunt in 2018 was 761.200 kilo melk met 4,33% vet, 3,49% eiwit, 4,51% lactose en een celgetal van 185. Een jaar later zaten ze al op 809.940 kilo melk met 4,46% vet, 3,65% eiwit, 4,46% lactose en een celgetal van 147. Aan de gehaltes is duidelijk te zien dat het rantsoen met Protiboost en later Fatboost zorgt voor een omzetting van lactose naar melkvet en -eiwit. ‘Per saldo kan het prima uit’, heeft Johan berekend. ‘De opbrengst is 1,5 cent per liter melk gestegen tegenover een investering van 0,5 cent.’

Boost in vet- en eiwit

Transitieaanpak

Johan Nijdam: ‘Weidegang is voor ons een logische keus en mooi om te zien bovendien.’

‘In 2018 zijn we daarom al gestart met inzet op het verhogen van het vet- en eiwitgehalte in de melk’, legt Arnold uit. ‘We hebben eerst Protiboost ingezet om het melkeiwit en -vetpercentage te verhogen. Na vier maanden zijn we overgestapt op het toen nieuw geïntroduceerde Fatboost. Fatboost Johan op één van zijn graskuilen. combineert goed met ‘De kuil is veel koeler.’ de snel verteerbare

‘Maar we blijven altijd zoeken naar verbeterpunten’, zegt Johan fanatiek. ‘Om melkziekte bij de nieuwmelkte koeien te voorkomen en ze vlotter weer drachtig te krijgen, zijn we sinds kort gestart met een berekend transitierantsoen voor de droge koeien. De loonwerker maakt een gemengd rantsoen en draait dit in aparte balen. Freddy Kingma, melkveespecialist bij ForFarmers en Weidse Blik, berekent het transitierantsoen en ondersteunt ons in het transitiemanagement.’ Arnold vult hem aan: ‘Zo zetten wij ieders specialisme in om tot de beste resultaten te komen. Aanvoerder worden in vet- en eiwit lukt immers alleen met écht teamwerk.’

Voor meer informatie: www.forfarmers.nl/dealer. AGRARISCH MAGAZINE

51


Bewezen Belgisch witblauwe stieren Urbanus 3

Geboortegemak 122

Berend

Geboortegemak 132

25 doses . . . . € 8,00 50 doses . . . . € 7,00 100 doses . . . € 6,00

52

AGRARISCH MAGAZINE


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

WEEKENDJE WEG DANKZIJ TWEE LELY A5-ROBOTS Brand Jan en Gea de Haan melken in het Friese Hemrik sinds december 2019 met twee Lely A5-melkrobots. De robots zorgen voor arbeidsbesparing- en verlichting en maken hen flexibeler.

M

elkveehouders Brand Jan en Gea de Haan houden 85 melkkoeien met bijbehorend jongvee op 45 hectare land. Ze vervingen hun melkstal in december 2019 voor twee A5-melkrobots van Lely. Ook namen ze een automatische voerschuif (Juno) en een mestrobot (Discovery Collector) van Lely in gebruik. De onderhoudskosten aan de melkstal liepen op, terwijl de maatvoering niet meer van deze tijd was. ‘Je wordt een dagje ouder en je wilt nog wel tien jaar door’, motiveert De Haan zijn keuze.

Vlotte aansluiting

De melkveehouders kozen weloverwogen voor de A5-robots van Lely. Ze wonnen advies in en namen een kijkje bij collegaveehouders. Met name de vlotte manier van aansluiten sprak hen meteen aan. ‘Eerst het voorbehandelen met de borstels, vervolgens zoekt de laser de spenen en hup, alles is al aangesloten.' vertelt de melkveehouder. Hij is goed te spreken is over de

Brand Jan de Haan: 'Je wordt een dagje ouder en wilt nog wel tien jaar door.'

Foto's: Lely

opstartbegeleiding en de service van Lely Center Heerenveen en het Farm Management Supportteam. ‘Voor ons was het wel spannend. Gaat de robot doen wat wij ervan verwachten, namelijk driemaal daags melken?’ Tot nu toe voldoen de robots ruimschoots aan de verwachtingen. ‘De nieuwmelkse koeien zitten zelfs tegen de vier melkingen per dag aan’, aldus De Haan, die geen koeien hoeft op te halen. ‘Ik laat het gaan en dat gaat hartstikke goed.’ Het rollend jaargemiddelde is momenteel 13.000 kilo per koe per jaar. De Haan over het geheim van de hoge productie: ‘Dat is een combinatie van aanleg, voer en verzorging van de koeien.'

Arbeidsverlichting

De A5-melkrobots van Lely zorgen voor arbeidsbesparing en arbeidsverlichting en maken de melkveehouders veel flexibeler. ‘Als ik met de meiden naar korfbal wil, dan kan dat.’ En twee maanden na de ingebruikname van de A5-robots besloten Brand Jan en Gea de Haan dat het tijd werd voor een weekendje weg. Dankzij de melkrobots konden hun dochters Anne Rixt en Bente Britt samen de boerderij runnen. ‘Dat is natuurlijk fantastisch. Het was wel wat spannend, ook al konden we op afstand meekijken. Maar twee jonge meiden die dat zo runnen, dat is super.’ Brand Jan en Gea de Haan in de stal samen met hun dochters Anne Rixt (rechts) en Bente Britt (links).

AGRARISCH MAGAZINE

53


Boeren in beeld

VLOGGER BEREIKT BOER BETER DAN BURGER

Ook de agrarische sector kent vloggers uit verschillende vakgebieden. Via informatieve video’s proberen boeren het eerlijke verhaal te vertellen op hun bedrijf. In de praktijk blijkt het lastig om burgers te bereiken. Het zijn vooral collega’s die trouw de video’s op Youtube volgen. Tekst:

Niels van der Boom

• Naam Alex Maassen van den Brink • Plaats Wierden • Youtube-kanaal Alex the Dutch Dairyfarmer • Aantal abonnees 4.250 • Aantal video’s 222 • Actief sinds 2017 • Best bekeken video New Holland remmen (25.822x) • Volgtip Jon Stevens Maple Grove Farms

Foto's: Niels van der Boom

54

AGRARISCH MAGAZINE

• Naam Gerrit (achternaam bewust niet genoemd) • Plaats Zuideinde • Youtube-kanaal Boer Gerrit Vlogt • Aantal abonnees 7.520 • Aantal video’s 291 • Actief sinds 2016 • Best bekeken video Vliegende hooibalen bij het hooien (45.910) • Volgtip Niets specifieks


E

en vlog (afkorting van video weblog) is op sociale media platforms niet meer weg te denken. Vooral Youtube staat vol met miljoenen video’s van soms wel een half uur of langer. Die zijn lang niet alleen voor jongeren, al vormen ze wel de grootste doelgroep. Publiek boven de veertig kijkt toch vooral veel tv. Vlogs zijn er in alle soorten en maten. Informatief, zakelijk, grappig of commercieel. In de vlogwereld gaan serieuze bedragen rond bij professionele ‘influencers’. In de landbouw is het allemaal wat gematigder. Toch zijn er inmiddels in de Verenigde Staten ook agrarische vloggers te vinden die flinke inkomsten halen uit hun wekelijkse video’s. Grote bedrijven willen maar wat graag sponsoren. Dat gaat van een busje smeermiddel tot nieuwe trekkers en combines.

dat deels aan het algoritme van Youtube: ‘Ik klik ook niet op video’s over handwerken. Die krijg je dus nooit als suggestie te zien. Mensen zitten in hun eigen wereldje. 99% van mijn volgers is denk ik agrarisch gerelateerd.’ Op verschillende manieren probeert Jilles mensen naar zijn kanaal te trekken. ‘Iedere zak aardappelen die ik verkoop krijgt een kaartje. Ook chauffeurs die het erf bezoeken. In de VS zijn er agrarische vloggers met honderdduizenden volgers. Daar probeer ik een graantje van mee te pikken, bijvoorbeeld door te ploegen met een Amerikaanse vlag. Toch kijken Amerikanen vooral het liefst Amerikaanse video’s, zo heb ik het idee. Uit andere landen komen wel positieve reacties.’

Techniek trekt

Alex, Marcel en Jilles startte hun kanaal met ambities. Vooral het neerzetten van een betrouwbaar en eerlijk verhaal was belangrijk voor hun. Alex: ‘Ik was van plan iedere vegetariër te overtuigen, maar na zes maanden laat je dat wel los. Je kunt je richten op de 3-4% die zeer kritisch is, maar hun mening verander je niet. Het gros van de consumenten is oprecht geïnteresseerd in wat je doet en niet zo kritisch. Voor akkerbouwvloggers Jilles en Marcel is de gewasbescherming een heet hangijzer, dat door hun dan ook belicht wordt. Dat je letterlijk alle deuren opengooit, is wennen. ‘De eerste keer dat je met je kop voor de camera staat zeker’, zegt Marcel. ‘Na de opname kijk ik eerst zelf kritisch naar de beelden. Je wilt niets tonen dat schade kan doen.’ Dat geldt ook voor de melkveehouders en hun dieren. Mist er een oormerk, dan krijg je geheid reactie. Die dikke huid komt vanzelf wel. Reacties zijn er genoeg op iedere video. Dat verbaast ook de vloggers. ‘Na vijf jaar denk je: nu hebben ze dat gras maaien toch wel gezien?’, zegt Gerrit. ‘Doe je het niet, dan krijg je direct berichtjes van mensen. Ze zitten er op te wachten.’

Veel Nederlandse agri-vloggers werden aangestoken door Amerikaanse video’s en besloten de gok te wagen. Boer Gerrit is daarop de uitzondering. Hij is sinds 2016 actief en rolde er per ongeluk in: ‘Mijn vrouw werkt in de zorg en moest haar collega’s steeds uitleggen wat we op ons bedrijf deden. Op haar verzoek maakte ik een video over grasland bloten. Die uploadde ik naar Youtube, waar hij direct openbaar stond. Daar kwamen positieve reacties op, waardoor ik het ben blijven doen. Zelf kijk ik niet veel op Youtube. Ik volg geen andere boeren.’ Opvallend is ook dat Gerrit – in tegenstelling tot zijn collega’s – het niet lastig vindt om burgers te bereiken. De anderen worstelen daarmee. ‘Ik merk dat vooral collega’s, bedrijfsopvolgers en jongeren kijken naar de video’s’, zegt melkveehouder Alex Maassen van den Brink. ‘Daar steek ik nu mijn video’s op in. Technische problemen oplossen, zoals een kapotte hark of trekker repareren, daar klikken de meeste mensen op. Zijn koeien het onderwerp, dan liggen de kijkcijfers lager.’ Ook akkerbouwers Marcel Kooijman en Jilles Boer vinden het lastig om niet-agrarische kijkers aan hun kanaal te binden. Marcel wijdt

Alle deuren open

'De eerste keer dat je met de kop voor de camera staat, is zeker even wennen'

• Naam Jilles Boer • Plaats Bant • Youtube-kanaal Jilles Boer • Aantal abonnees 3.810 • Actief sinds 2020 (eerste video uit 2013) • Aantal video’s 66 • Best bekeken video De laatste pootaardappelen rooien (21.754x) • Volgtip Larson Farms

• Naam Marcel Kooijman • Plaats Sint-Annaland • Youtube-kanaal Marcel Kooijman • Aantal abonnees 685 • Aantal video’s 20 • Actief sinds 2020 • Best bekeken video Dikke bak met bieten (6.553x) • Volgtip Niets specifieks

Niet te commercieel

De vlogs volgen allemaal ongeveer dezelfde lijn. Zo’n 1015 minuten lang met actiebeelden, soms afgewisseld met droneshots en een stuk uitleg voor de camera. Engelse ondertiteling komt steeds meer, want de fanbase breidt internationaal uit. Gerrit maakt gebruik van een voice-over. Vooral omdat het gemakkelijker werkt. ‘Mijn ervaring is dat mensen langer kijken wanneer ze actiebeelden zien en de uitleg horen. De tekst is bewust laagdrempelig. Zo kan iedereen het volgen, ook kinderen.’ Het gezinsleven komt bij de meeste weinig tot niet voor. Een bewuste keuze. De Amerikaanse collega’s mogen dan soms als voorbeeld dienen, hun commerciële insteek is dat niet. Niet alle vloggers maken gebruik van de advertentieoptie die Youtube biedt. Soms worden ze benaderd door leveranciers. Komt het tot een deal, dan staat het eerlijke verhaal voorop. Ook wanneer het product ze niet bevalt. Waar de Amerikaanse video’s vaak de politiek aanstippen, houden de Hollanders zich ook op dat vlak rustig. Positieve reacties komen – ook na een aantal jaren – nog steeds binnen. Eén of tweewekelijks vloggen is geen straf, al gaat er veel tijd in zitten. Facebook en Instagram zijn populaire platforms om meer kijkers en abonnees te trekken. Allemaal raden ze het collega’s wel aan. 'Vertel je verhaal: Er zijn genoeg mensen die het willen horen.' AGRARISCH MAGAZINE

55


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

STAPJE VOOR STAPJE BEDRIJFSRESULTAAT VERBETEREN

Foto's: De Heus

56

AGRARISCH MAGAZINE

Liefde voor het vak, koeien en kalveren gezond houden en hun prestaties optimaliseren. Kwalitatief hoogwaardige veevoeders spelen daarbij een belangrijke rol. Maar veevoeders alleen zijn niet voldoende, zo weet ook maatschap Verleun. Zij werken sinds enkele jaren samen met De Heus aan verbeteringen in de bedrijfsvoering.

Evadien, Frans en Leonie: ‘We bespreken goed met elkaar wat we verstandig vinden om te doen.’


‘Kijken vanuit de koe’

De ruwvoeropbrengsten zijn goed, maar volgend jaar zet de maatschap actief in op verbetering van het graslandbeheer.

D

e familie Verleun verhuisde eind jaren negentig van het Zuid-Hollandse Boskoop naar het Groningse Briltil. Inmiddels is het bedrijf gegroeid en staan er 145 koeien achter het voerhek. Dochter Leonie (25) is toegetreden tot de maatschap, samen met vader Frans (57) en moeder Evadien (56). In de afgelopen jaren werd de bedrijfsvoering stapje voor stapje aangepakt. ‘We bespreken goed met elkaar wat we verstandig vinden om te doen’, zo steekt Frans van wal. ‘Natuurlijk heeft iedereen zijn rol op het bedrijf, maar de bedrijfszaken bespreken we samen aan de keukentafel’, vult Evadien aan.

Rol van voersaldo

Sinds een paar jaar voert de familie van De Heus. Frans: ‘Ik heb zelf gemerkt dat we, sinds we van De Heus voeren, een sprong gemaakt hebben met de koegezondheid. Wat we in het rantsoen vooral veranderd hebben, is dat we op saldo zijn gaan voeren en minder kijken naar alleen voerkosten. Immers, als je meer gaat produceren, dan moet de gezondheid en vruchtbaarheid ook echt beter zijn.

Bedrijfsprofiel mts Verleun • Ondernemingsvorm: maatschap van Frans en Evadien en hun dochter Leonie. • Dieraantallen: 145 melkkoeien en 70 stuks jongvee. • Productie: 9.300 liter (rollend jaargemiddelde) met 4,5% vet en 3,56% eiwit. • Grond: 82 hectare totaal, waarvan huiskavel 67 hectare voor Nieuw Nederlands Weiden. • Bodem: toplaag van klei, met daaronder leem en daaronder veen of zand. • Ruwvoer: grasteelt met daarbij agrarisch natuurbeheer op 12,5 hectare met uitgestelde maaidatum. Aankoop van mais. • Krachtvoer: brok via krachtvoerboxen en in melkstal. • Energievoorziening: eigen windmolen op het erf en zonnepanelen op de stal. Eigen verbruik 40 kWh, wekt op 52.000 kWh.

De visie van De Heus Voeders is dat het gaat om de totale aanpak van bijvoorbeeld het ruwvoer, rantsoen, huisvesting en management. ‘Kijken vanuit de koe’, noemt het familiebedrijf dat. Natuurlijk gebaseerd op uitgebreid onderzoek en nutritionele kennis. Zo zet deze onderneming er op in om veehouders vooruit te helpen. Wilt u meer weten over de producten en diensten van De Heus? Kijk dan eens op www.de-heus.nl of neem contact op met een rundveespecialist in uw regio. Voor de familie Verleun is dat Jeep Aalders.

Daarom verstrekken we ook OmniGen en ik merkte bijvoorbeeld deze zomer, tijdens en na de hitteperiode, dat de vruchtbaarheid op peil bleef.’ De melkveehouder vervolgt te zeggen dat ze bewust niet te veel tegelijkertijd veranderen. ‘Want dan weet je tenminste wat het oplevert. Een goede manier is om iets aan het begin van het jaar te veranderen, dan kun je zien wat voor effect het heeft in vergelijking met het voorgaande jaar. Anders ga je zweven met je keuzes en dan weet je helemaal niets.’ Zo zijn in het afgelopen jaar de sleufsilo’s vernieuwd. Uit de kuilanalyses blijkt een hogere verteringscoëfficiënt en ook een beter beeld dan gemiddeld in Nederland. Leonie: ‘Onze voedingsspecialist Jeep Aalders bleef maar benadrukken dat we moesten werken aan het voorkomen van broei. Dat lukt goed door de nieuwe sleufsilo’s en het werkt ook makkelijk. De voersnelheid was wel goed in de oude situatie, maar het vol rijden ging voorheen niet top. Nu is de verdichting veel beter, blijft de kuil kouder, is de smakelijkheid hoger en is deze beter benutbaar.’

Samen stoeien

‘Een ander punt waar we samen mee gestoeid hebben, is het ureumgehalte’, vertelt Frans. ‘Dat lag eigenlijk wat te hoog. Daarvoor zijn we in het weideseizoen de toevoeging RECYCLE gaan inzetten in onze brok. Dat heeft echt effect gehad, we daalden van 26 naar 21. Door van beide kanten op een goede manier kritisch te zijn, komen we stapje voor stapje verder.’ Leonie: ‘We hebben de afgelopen jaren op veel onderwerpen stapjes gezet, zoals op koegezondheid, ruwvoermanagement en kalveropfok. Tegelijkertijd is er nog voldoende om te verbeteren. We willen nog met de droogstand aan de slag en samen met De Heus gaan we ook meer kijken naar het graslandbeheer, bodem en bemesting. Daar liggen mogelijkheden om onze grondgebondenheid verder te benutten. Zo is voor ons een juiste kunstmestsoort één van de nieuwe uitdagingen voor 2021.’

‘We veranderen bewust niet te veel tegelijkertijd’

AGRARISCH MAGAZINE

57


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

‘ALS JE GEEN DOELEN STELT, KOM JE NERGENS’ Waar wilt u als agrarisch ondernemer staan over vijf tot tien jaar en welke keuzes maakt u? Advies- en accountantsorganisatie Accon avm raadt melkveehouders aan om bewuste en strategische keuzes te maken.

H

elaas staat regelmatig in de krant dat melkveehouders de kop in het zand steken, maar juist nu is het zo belangrijk om richting de toekomst bewuste en heldere keuzes te maken. Of besluiten te nemen zodat bedrijfsontwikkeling in de toekomst mogelijk blijft. Dat zeggen Angelique Nieuwenhuis (regiodirecteur Agro Noord en accountmanager) en Johan Ros (accountmanager en landelijk voorzitter brancheteam melkveehouderij) van advies- en accountantsorganisatie Accon avm. ‘Het is belangrijk dat u als melkveehouder goed nadenkt over uw stip aan de horizon. Wie bent u, wat past bij u en op wat voor locatie boert u? Waar wilt u met uw bedrijf naartoe? Wij houden melkveehouders graag een spiegel voor en gaan samen met hen op zoek naar een passende invulling’, zo vertelt Nieuwenhuis. Als melkveehouder heb je te maken met veranderende wet- en regelgeving. Vragen over het toekomstige ondernemersklimaat doemen op. Wat wordt de impact van de volgende verkiezingsuitslag, hoe wordt het nieuwe mestbeleid ingekaderd en wat zijn de precieze gevolgen van de stikstofwet? ‘Ondanks deze onzekerheden is het belangrijk om tóch keuzes te maken. Als je geen doelen stelt, kom je nergens. U kunt als boer, net als adviseur, nu eenmaal niet alles zeker weten. Daarbij handelen we met de kennis van nu, maken we gebruik van prognoses

Accon avm houdt melkveehouders graag een spiegel voor: 'Als boer kun je niet alles zeker weten, maar veel zaken zijn ook wél duidelijk en daar kunt u al wel op acteren.'

58

AGRARISCH MAGAZINE

en overwegen we diverse strategieën. Soms wordt gezegd dat er zoveel onduidelijk is, maar onze ervaring is dat juist heel veel wel duidelijk is en het zaak is om nu te acteren’, aldus Nieuwenhuis.

Grondgebondenheid

Landbouwminister Carola Schouten heeft in september de hoofdlijnen van haar nieuwe mestbeleid kenbaar gemaakt. Ze zet in op een grondgebonden melkveehouderij. Hoewel de precieze invulling nog ontbreekt is best veel al duidelijk en kunnen melkveehouders nu alvast voorsorteren op de toekomst. Maar hoe wordt u als melkveehouder grondgebonden in tijden van enorme grondhonger en hoge grondprijzen? ‘Investeren in grond is strategisch interessant. Bedrijfseconomisch is Angelique Nieuwenhuis het niet rond te rekenen.

Foto's: Persbureau Langs de Melkweg & Accon avm


Als melkveehouder kunt u inzetten op pacht, erfpacht of een samenwerkingsverband met een collega-boer’, zegt Ros. Hoewel er in het Noorden relatief veel extensieve bedrijven zijn, moeten veel melkveehouders in meer of mindere mate mest afzetten. Een samenwerkingsverband met een collega-veehouder of -akkerbouwer kan, afhankelijk van de locatie, interessant zijn om aan de toekomstige eis van grondgebondenheid te voldoen. ‘Er moet een wederzijds belang zijn. De samenwerking met een stoppende veehouder kan bijvoorbeeld erg aantrekkelijk zijn. Als melkveehouder zoekt u naar grond, als stopper zoekt u rendement. Het is raadzaam om nu al de samenwerking op te zoeken’, aldus Ros.

Vergunningen en stikstof

Passend verdienmodel

De kostprijs van melkveehouders is de afgelopen tien jaar gemiddeld met in totaal 6,5 cent toegenomen, zo becijferde Accon avm. Tegelijk bleef de melkprijs gemiddeld genomen op hetzelfde niveau. De advies- en accountantsorganisatie ziet grote melkprijsverschillen tussen individuele bedrijven. ‘Tussen de hoogste en de laagste gangbare melkprijs zit 7 cent’, aldus Ros. Dit grote verschil wordt bepaald door de melkstroom, de fabriek en de hoogte van de gehaltes. Volgens Nieuwenhuis is het zaak om als melkveehouder goed af te wegen welk verdienmodel bij u past. 'Vraag uzelf af waar u staat en wat u wilt. Gaat u voor een plus op de melkprijs of wilt u juist uw kosten zo laag mogelijk houden of beide? Of gaat u voor biologisch melken of biologisch dynamisch?’

'Vraag uzelf af waar u staat en wat u wilt'

Accon avm adviseert melkveehouders om hun vergunningen goed in kaart te brengen. Welke vergunningen hebt u en passen ze bij het toekomstplaatje van je bedrijf? ‘Dit thema speelt op ieder bedrijf. De vergunning is het eigenlijke fundament onder je bedrijf’, stelt Johan Ros, die wat dat betreft vooral regionale verschillen ziet. Melkveehouders in de nabije omgeving van een Natura2000-gebied hebben de afgelopen jaren in veel gevallen al actief gehandeld om een NBvergunning te krijgen. In Groningen en Friesland is het mogelijk om stikstofruimte van landbouwbedrijven te verleasen en te verkopen (extern salderen). ‘Onzekerheid is er nog steeds, onder andere aangaande de keuze voor het type stalvloer bij verbouw of nieuwbouw. Welk vloertype is met het oog op het mestbeleid toekomstbestendig en past bij de stikstofwetgeving? Hoewel er vragen zijn, geldt ook hier dat veel wel duidelijk is’, geeft Johan Ros Ros aan.

Fiscale kansen

Melkveebedrijven worden steeds groter en kapitaalintensiever. Als agrarisch ondernemer kan je het niet altijd meer alleen af. Met het oog op de toekomst is schaalvergroting door middel van samenwerkingsverbanden een logische route. ‘Ook op dit vlak is het raadzaam om u als melkveehouder af te vragen waar u naartoe wilt en wat bij u past’, zegt Nieuwenhuis. Op het gebied van fiscaliteit voorziet Accon avm op dit moment weinig grote veranderingen. Mogelijk heeft de verkiezingsuitslag straks invloed op datgene wat er gebeurt met de landbouwvrijstelling en de bedrijfsopvolgingsregeling in de successiewet. ‘Deze regelingen kun je nu nog simpel benutten. Wees je er als boer van bewust dat er in politiek Den Haag wordt nagedacht over aanpassingen die cruciaal zijn voor uw bedrijfsoverdracht’, zo geeft Nieuwenhuis mee.

Webinars

De toegelichte thema's komen als onderwerp terug in een aantal webinars die Accon avm begin 2021 organiseert. Meer informatie is te vinden op: www.acconavm.nl/agro/ondernemen-met-focus-op-de-toekomst

AGRARISCH MAGAZINE

59


Silo’s Vijzels Stalinrichtingen Calffeeder Boxvuller Ventilatiegordijnen Inkoop gebruikte silo’s

Waarborg in kwaliteit De Hooge Hoek 24, 3927 GG Renswoude T +31 (0)318 57 29 23

60

E info@nijborgagri.nl I www.nijborgagri.nl

www.silos.nl

AGRARISCH MAGAZINE 185401336_VdVK_Adv_Kritieke_melkprijs_210x297.indd 1

26-05-16 11:34


DE SPOTLIGHTS OP

ALLESINDEBAAL.NL

Gesponsord artikel

GEBALANCEERD RANTSOEN IN MENGBALEN Zo schotelt melkveehouder Gerlof Miedema in het Friese Blije zijn droogstaande koeien een gebalanceerd rantsoen voor: mengkuil in balen. Hij laat de mengbalen persen door het jonge bedrijf Allesindebaal.nl uit Paasloo.

M

iedema houdt 100 melk- en kalfkoeien op 60 hectare. Hij heeft 50 hectare grasland en 10 hectare mais. Het ruwvoer voor de melkkoeien slaat hij op in vier sleufsilo’s. De eerste, tweede en derde snede gras kuilt hij over elkaar in. ‘Met deze lasagnekuil voer ik de hele winter een constant rantsoen.’ Voor de droge koeien wilde hij ook een jaarrond gebalanceerd rantsoen. ‘Zodat ze goed uit de transitieperiode komen.’ Daarom maakte hij deze zomer 120 balen mengkuil. In totaal ging het om 70 ton product. Allesindebaal.nl perste de mengbalen, die bestaan uit graskuil, mais, gehamerd stro, hooi, mineralen en soja.

Foto's: Allesindebaal

Met een shovel of voorlader kan de bak eenvoudig en vlot gevuld worden.

Weinig verliezen

Miedema vertelt over de werkwijze die hij hanteerde bij het samenstellen van de mengkuil. ‘We maaiden op maandag, waarna we meteen een grasmonster naar het laboratorium hebben gebracht. De dag erna hebben we het rantsoen samengesteld, waarbij de focus lag op energie, eiwit en kali. De producten zijn op woensdag gemengd, waarna we diezelfde dag nog de balen lieten persen. Zo hebben we de inkuilverliezen beperkt en de voerkwaliteit behouden.’ Het persen van de balen nam ruim vijf uur in beslag. Miedema gebruikte een shovel om de bak van de pers te vullen. De balen bracht hij met een heftruck naar de opslag. De kosten bedroegen circa € 50 per baal, inclusief aanvullende voerproducten. ‘We hebben eigen gras en mais gebruikt.’ Miedema weet nog niet of hij volgend jaar weer vers gedroogd gras gebruikt in de mengbalen. ‘Het kan zijn dat het dan beter past om de vierde en vijfde snede hiervoor te gebruiken.’

‘De opname is goed en het product broeit niet’

Geen broei

Mengkuil in balen laten persen, beperkt bij Miedema de inkuilverliezen met behoud van voerkwaliteit.

De balen hebben een diameter van 1,10 meter, zijn 1,10 meter dik en wegen rond de 600 kilo. ‘Ik zet ze voor het voerhek, waarna de droge koeien zich er te goed aan doen’, aldus Miedema. Hij spreekt van een simpele maar doeltreffende werkwijze. Met ruim 15 kilo droge stof per koe per dag spreekt de melkveehouder van een goede opname. De baaltjes blijven een paar dagen liggen, afhankelijk van het aantal droge koeien. ‘Van broei is geen sprake de koeien vreten het product graag’, aldus de melkveehouder. AGRARISCH MAGAZINE

61


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

Service Bedrijf

JAN CASTELEIN B.V. Leverancier van “Het nieuwe melken”

MET ‘HET NIEUWE MELKEN' KLAAR VOOR DE TOEKOMST Maatschap Flapper in het Friese Hidaard heeft de bestaande ligboxenstal uit 2014 onlangs ingericht met een 2x14 Rapid Exit-melkstal. De melkveehouders kozen voor 'Het nieuwe melken', van Servicebedrijf Jan Castelein.

Minicus (links) en Harmen Flapper bij hun nieuwe melkstal.

62

AGRARISCH MAGAZINE

F

amilie Flapper boert op een mooie locatie, aan de rand van het Friese dorpje Hidaard. De boerderij dateert van 1820. In 1883 streek familie Flapper neer op de boerderij. Minicus en Marjan zijn de vierde generatie Flapper op het bedrijf. Opvolgers Harmen en Hylke behoren tot de maatschap en staan als vijfde generatie klaar om het bedrijf voort te zetten. De melkveehouders houden 185 melk- en kalfkoeien en 90 stuks jongvee op 70 hectare. De productie is 9.500 liter, met 4,40% vet en 3,78% eiwit. Maatschap Flapper nam in 2014 een nieuwe ligboxenstal in gebruik. Deze stal is recent ingericht met een 2x14 Rapid Exit-melkstal. De ondernemers kozen daarbij voor ‘Het nieuwe melken’, van servicebedrijf Jan Castelein. Bij deze manier van melken worden geen melkklauwen gebruikt en komen de melkbekers met behulp van perslucht ‘uit de grond’ omhoog. Tijdens een open dag raakten Harmen en Hylke Flapper enthousiast over deze manier van melken. ‘De melkbekers staan altijd recht onder het uier. Het aansluiten gebeurt snel en gemakkelijk’, vertelt Minicus Flapper, die blij is met het arbeidsgemak. Zijn zoon Harmen vult aan: ‘Bovendien heb je bij deze manier van melken veel overzicht.’

Vlotter melken

De Flappers namen hun nieuwe melkstal eind november in gebruik.


De eerste ervaringen van de melkveehouders zijn positief. ‘Alle koeien worden direct aangesloten en goed uitgemolken, ook de dieren die voorheen op handbediening stonden’, vertelt Harmen Flapper. De melkveehouders molken tot voor kort in een 2x10 60 graden melkstal, in de oude ligboxenstal. ‘Dat was qua routing niet ideaal en enigszins bewerkelijk’, aldus Harmen Flapper. De 2x10-melkstal heeft 17 jaar lang dienst gedaan. ‘We waren altijd met z’n tweeën aan het melken. De duur van een melkbeurt varieerde van 2,5 tot 3 uur per keer’, vertelt Harmen Flapper. De nieuwe melkstal is erop ingericht dat één iemand kan melken, vertelt Minicus Flapper. ‘We zijn nu in twee uurtjes klaar met melken.’

Veel overzicht

De melkbekers komen ‘uit de grond’ omhoog.

De melkstal is geplaatst in een bestaande situatie. De melkveehouders hielden bij de stalbouw in 2014 al rekening met een nieuwe melkstal. ‘In het voorste staldeel was hier ruimte voor’, vertelt Marjan Flapper. De afgelopen jaren gebruikten de melkveehouders dit deel van de stal als machineberging en de opslag van stro. Tijdens de bouw van de nieuwe melkstal konden de melkveehouders gewoon blijven melken in hun oude melkstal. ‘Dat was een groot voordeel’, aldus Minicus Flapper. De inpassing van de melkstal verliep volgens planning. De melkveehouders loven Servicebedrijf Jan Castelein en zijn medewerkers. ‘Castelein is een klein bedrijf. De lijntjes zijn kort. De medewerkers van Castelein zijn flexibel en allround. Het bedrijf is vlakbij gelokaliseerd. Dat vind ik een voordeel’, aldus Minicus Flapper. De Flappers hebben met een 2x14-melkstal de beschikbare ruimte optimaal benut. ‘Dit was de grootst mogelijke uitvoering. Castelein heeft de melkstal passend gemaakt’, zo zegt Minicus Flapper. Het resultaat mag er zijn. De melkstal ziet er strak uit en oogt opvallend ruim én licht. ‘Het frame van de melkstal biedt overzicht. Voor de koeien zijn er weinig obstakels om snel terug de stal in te lopen’, zegt Harmen Flapper. De melkstal is opgetrokken in een grote en diepe betonnen bak. ‘We hebben meegeholpen met de bouw’, vertelt Minicus Flapper.

De melkveehouders hebben met een 2x14 Rapid Exit-melkstal voorzien van 'Het nieuwe melken’ niet voor de goedkoopste oplossing gekozen. ‘De melkstal is de motor van ons bedrijf. Die moet gewoon goed zijn. Bovendien kunnen we hier jaren mee vooruit’, stelt Harmen Flapper, die tweemaal daags melken verkoos boven automatisch melken. ‘We hebben wel aan melkrobots gedacht, maar nooit serieus overwogen ze aan te schaffen.’ De nieuwe melkstal is voorzien van een beweegbare vloer, om ergonomisch te kunnen werken. Voor de boomlange melkveehouders is dat geen overbodige luxe. De melkstal is bovendien voorzien van standherkenning en individuele voerverstrekking.

‘Melkstal is de motor van ons bedrijf. Die moet gewoon goed zijn’

Toekomstplannen

De gebouwen én vergunning zijn inmiddels ingericht op een groei richting 200 melk- en kalfkoeien. De melkveehouders willen met eigen jongvee rustig doorgroeien. De nieuwe melkstal past bij de groeistrategie van de melkveehouders. De afgelopen jaren breidden ze hun veestapel telkens met tien tot twintig dieren per jaar uit. ‘Met drie melkrobots kun je een maximaal aantal dieren melken. De keuze voor deze melkstal biedt met het oog op de toekomst meer mogelijkheden’, zegt Harmen Flapper. De melkveehouders willen na de ingebruikname van de melkstal hun oude ligboxenstal optimaliseren. De voormalige wachtruimte wordt voorzien van extra ligboxen. In de ligboxenstal zijn bovendien vier krachtvoerboxen geplaatst. De 2x10-melkstal maakt plaats voor opslagruimte.

Alle slangen en pulsatie zijn onder de vloer weggewerkt, maar alles is open en daarmee altijd toegankelijk. Foto's: Theo Galama & Bouke Poelsma

AGRARISCH MAGAZINE

63


Beschouwing

‘NEDERLAND IS TOE AAN NIEUWE MANIER VAN LANDINRICHTING’ H De Nederlandse toeristische sector heeft 2021 uitgeroepen tot het themajaar ‘Ode aan het Landschap’. Een jaar lang zijn er in de zes deelnemende regio’s en de Nationale Landschappen kunstprojecten, tentoonstellingen en andere evenementen om toeristen en bewoners te wijzen op de variatie en de schoonheid van het Nederlandse landschap, maar ook op de kwetsbaarheid daarvan.

Tekst :

64

Ida Hylkema

AGRARISCH MAGAZINE

Foto's: Ida Hylkema

ét Nederlandse landschap bestaat niet. Nergens is er zoveel variatie in het landschap als in Nederland. Maar er is wel een grote gemene deler: ‘Vrijwel alle landschappen zijn ontgonnen, aangelegd en ingericht voor het produceren van voedsel’, schrijft landschapsarchitect en rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving Berno Strootman in zijn essay ‘Landschap is alles’. ‘De bodemstructuur in Nederland – klei, veen en zand – is terug te vinden in het landschap en maakt ons land zo gevarieerd’, vult landschapsarchitect Peter de Ruyter aan. ‘Het is een wisselwerking tussen natuur en cultuur; een cultuurlandschap.’

Dringen in de ruimte

Het landschap staat echter onder druk van ruimteclaims. Denk


De noordelijke kleistreek herbergt z’n eigen schoonheid

opdracht van LTO Nederland heeft gedaan. Uit dit onderzoek blijkt dat de Nederlanders grote waardering hebben voor het landschap en de rol die boeren en tuinders daarin spelen. Driekwart van de Nederlandse bevolking vindt boeren en tuinders noodzakelijk zijn voor de vitaliteit en leefbaarheid van het platteland. Landbouwgrond moet zoveel mogelijk worden ontzien bij de inrichting van Nederland, vinden ook de rijksadviseurs. De landbouwgrond is namelijk nodig om de kwaliteit van het cultuurlandschap te verbeteren. Maar dan wel op een andere manier dan de huidige vorm, want ook de grootschalige landbouw vormt volgens de landschapsarchitecten een bedreiging. Strakke, rechte percelen met een monocultuur aan gras of akkerbouwgewas zijn allesbehalve (bio)divers, constateren ze. ‘Van het resterende cultuurlandschap loopt de kwaliteit al decennialang terug, als gevolg van de enorme druk van de steeds intensievere landbouw.’

Het Noordelijke landschap dat vee, recreatie en nieuw energie combineert, bestaat al jaren.

aan de schreeuwende behoefte aan meer woningen, de productie van duurzame energie oftewel het plaatsen van windmolens en zonneparken en het inspelen op de klimaatverandering door boomaanplant en het vasthouden en bergen van water. Ook biodiversiteit, natuur en de doorontwikkeling van de landbouw hebben ruimte nodig. Kortom: het is dringen. Het College van Rijksadviseurs bracht eind 2018 het manifest Panorama Nederland uit, waarin ze hun zorgen uiten over de verrommeling van het landschap. Ze pleiten voor gericht beleid om verstedelijking, de bouw van data- en distributiecentra (‘verdozing’) en de aanleg van zonneweides in de hand te houden. Daarmee vertolken ze de zorg van een meerderheid van de Nederlanders, zo blijkt uit onderzoek dat Direct Research in

‘Nederlandse landschappen zijn ontgonnen, aangelegd en ingericht voor voedselproductie’

Landschapsinclusief

De conclusie is onontkoombaar, stellen de rijksadviseurs: ‘Er is een transitie van de landbouw nodig in de vorm van een New Deal tussen boer en maatschappij. Een New Deal die leidt tot een landschapsinclusieve landbouw.’ Of zoals rijksadviseur Berno Strootman het verwoordt: ‘De huidige intensieve landbouw transformeren naar vormen van landbouw die naast voedsel ook aantrekkelijke landschappen produceren.’ Deze nieuwe vorm van landbouw ten gunste van natuur, landschap en biodiversiteit kan alleen worden bereikt, als er voldoende toekomstperspectief voor die boeren blijft, stelt Ben Haarman, portefeuillehouder Natuur- en Landschapsbeheer van LTO Nederland. ‘Boeren, jonge boeren, hebben toekomstperspectief nodig. En je hebt jonge boeren nodig voor een toekomstbestendige omgeving. Als we kiezen voor landschap en biodiversiteit en de boer daarin een ondergeschikt belang geven, dan is dat onbetaalbaar en onhoudbaar.’ AGRARISCH MAGAZINE

65


Beschouwing

De Noardelike Fryske Wâlden. Het gebied wordt als voorbeeld gezien doordat 800 boeren én burgers het gezamenlijk onderhouden

‘Je moet toe naar een verbinding tussen economie en ecologie’, vervolgt hij. ‘De wil is er, zeker ook bij de boeren. Je ziet al veel vormen van agrarisch natuurbeheer en in veel projecten wordt gezocht naar een goed verdienmodel voor de boer. Ik zie hier echt een kentering ontstaan, maar we kunnen het niet alleen.’

Anders denken

‘We moeten de boer breder gaan waarderen’, vindt ook landschapsarchitect De Ruyter, eerder als provinciaal adviseur verbonden aan ‘Atelier Fryslân’ en schrijver van het boek ‘Vloeiend landschap’. ‘We moeten de boer naast voedselproducent ook gaan zien als producent van maatschappelijke diensten. Daarbij kun je denken aan vormen van waterbeheer, akkerrandenbeheer, maar ook het vasthouden van CO₂ in de bodem. Deze maatschappelijke diensten vragen om een cultuuromslag in de landbouw en in de

66

AGRARISCH MAGAZINE

maatschappij. Die moet je met de jonge boeren en de consumenten zien te maken. Deze nieuwe manier van denken is een belangrijk item voor de komende tijd.’ Bij deze omslag in denken en om ervoor te zorgen dat er door de vele ruimteclaims überhaupt nog landschap overblijft, wordt de roep om landelijke regie steeds groter. Het opdoeken van het ministerie van VROM in 2010 en daarmee decentralisatie van het ruimtelijk beleid leidde wellicht tot een meer gebiedsgerichte aanpak, maar ook tot versnippering. Rijksadviseur Strootman pleit daarom voor een nieuwe ‘Minister van Ruimte.’ ‘De druk op het landschap is groot, de discussie moet veel breder worden opgepakt’, zegt Ben Haarman. Hij maakt zich vooral zorgen over de invulling van de Regionale Energiestrategie die in de loop van 2021 zijn beslag moet krijgen. Iedere gemeente moet daarbij binnen de eigen grenzen

‘We moeten de boer breder gaan waarderen’


Deltaplan sterft stille dood De Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC) presenteerde in 2007 het ‘Deltaplan voor het landschap’; een grootschalig plan om gebiedsgericht de cultuurelementen in het landschap te herstellen en daarmee de schoonheid en aantrekkelijkheid van het Nederlandse cultuurlandschap te borgen. Insteek daarbij was een gebiedsgerichte samenwerking en aanpak. Jaarlijks was er € 600 miljoen mee

gemoeid. De toenmalige landbouwminister Gerda Verburg tekende voor de start van enkele proeftuinen, maar haar opvolger Henk Bleker gaf er geen gevolg aan. ‘Einde oefening’, stelt directeur Jaap Dirkmaat teleurgesteld vast. Het bewijs dat realisatie van landschappelijke vergezichten ook vooral afhankelijk zijn van politieke keuzes.

De buitendijkse gebieden rond de zeekust laten weer een heel eigen landschap zien.

de mogelijkheden aangeven voor duurzame energieproductie. ‘Gemeenten kiezen te gemakkelijk zonneparken op landbouwgrond als optie, omdat dat goedkoper is dan zonnepanelen op daken en er sneller draagvlak voor te vinden is dan voor windenergie.’

Ruilverkaveling 2.0

Pak de kaart van Nederland en kleur het landelijk gebied opnieuw in, pleiten Pieter Winsemius en Rudy Rabbinge in een artikel in het opiniërend blad Vork. Zo creëer je gebieden die volledige zijn gericht op landbouw en gebieden voor multifunctioneel gebruik, gericht op bijvoorbeeld natuur en recreatie of op woningbouw. ‘We moeten een financieel model ontwikkelen voor de maatschappelijke diensten voor de boer, maar ook een ruilverkaveling 2.0 om de juiste boer op de juiste plek te krijgen. Dat is een nieuwe manier van landinrichting op basis van bodemdiversiteit en een toekomstgericht watersysteem’, zegt De Ruyter. Ook directeur Jaap Dirkmaat van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC) pleit voor een grootschalige herinrichting

van Nederland. ‘Maar je moet er geen eenheidsworst van maken. Je moet het gebiedsgericht oppakken, samen met boeren en inwoners, waarbij je als voorwaarde stelt dat biodiversiteit, cultuurhistorie en recreatief medegebruik in het landschapsplan worden meegenomen. De specifieke invulling laat je over aan de streek.’

Voorbeeldgebied

Dat boeren en burgers zelf hun landschap kunnen behouden en onderhouden, wordt al jarenlang bewezen in de Noordelijke Friese Wouden. Hier ligt de kiem van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer; de eerste agrarische natuurverenigingen VEL en Vanla zijn bijna dertig jaar geleden in dit gebied opgericht. Het Nationaal Landschap wordt nu onderhouden door bijna 800 boeren en burgers van de vereniging Noardlike Fryske Wâlden. Het is één van de karakteristieke Nederlandse landschappen waaraan door de toeristische sector in 2021 een ode wordt gebracht.

AGRARISCH MAGAZINE

67


ofrechten Overweegt u stikst en? te kopen of verkop

Stikstofrecht.nu Unieke koppeling tussen stikstofpartijen, stikstofdepositie en natura-2000 gebieden.

Bel 085-4016809 vies voor vrijblijvend ad

ALTIJD DE BESTE MATCH TUSSEN KOPER EN VERKOPER

Dezelfde hoeveelheid voer

10% meer melk

Wilt u een veestapel die voer makkelijk en efficiënt omzet in melk? CRV introduceert een unieke fokwaarde voerefficiëntie. Zo fokt u winstgevende koeien die meer melk produceren uit dezelfde hoeveelheid voer. Dat levert u eenvoudig meer melkgeld op.

e Nieuw de r a a fok w ber decem 2020

VOEREFFICIËNTIE

68

10% meer melk met dezelfde voerkosten Fokwaarde gebaseerd op échte voeropnamedata van ruim 7.000 koeien Ruim aanbod aan betrouwbare stieren (85-90%) Verlaging ecologische voetafdruk door minder methaanuitstoot

CRV biedt de perfecte oplossing voor uw veestapel. Bezoek CRV4all.nl/voerefficientie voor meer informatie.

AGRARISCH MAGAZINE

752-20 Ad Voerefficientie-Agrarisch Dagblad.indd 1

25-11-20 13:30


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

NISCOO-SUBSIDIEPOT KOMT NIET LEEG Kenniscoöperatie Niscoo stelt jaarlijks € 25.000 beschikbaar in een projectenfonds om nieuwe ontwikkelingen in de agrarische sector te stimuleren. Te vaak komt de pot niet leeg. Wie heeft er een goed idee voor 2021?

S

tudenten die met een drone ganzen van boerenland verjagen. Of een akkerbouwer die met een zelf ontwikkeld apparaat het loof van pootaardappelen doodt. Zo maar twee voorbeelden van innovatieve projecten die in de afgelopen jaren een bijdrage kregen uit het Niscoo Projectenfonds. Dit fonds werd een aantal jaren geleden door het bestuur van Niscoo opgezet om nieuwe ontwikkelingen in de agrarische sector stimuleren. ‘Een aanvraag wordt beoordeeld op het belang voor de sector en de mogelijkheid om de opgedane kennis te delen’, verduidelijkt Henk Westerhof. Het bestuur van Niscoo ondersteunde naast de al genoemde projecten de afgelopen jaren ook initiatieven van het Fries Landbouwmuseum, Agrarische Jongeren Friesland, BvPF Vrouwen van Nu, Elan en CIV Veehouderij. Recent zijn er bijdragen toekent aan de Pootaardappelacademie, een onderzoek naar de verdeling van meststoffen, een promotiefilm over bedrijfsopvolging en een documentaire over ruilverkavelingen.

Foto: Landpixel

Het loopt de laatste jaren niet storm met de aanvragen voor het Niscoo-projectenfonds. Hierdoor wordt de pot minder benut dan mogelijk is.

dat een plus’, vertelt Westerhof. Aanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend. De bijdrage per project is maximaal € 5.000 euro. Westerhof: ‘Wij willen graag meer bekendheid geven aan het Projectenfonds, want het loopt de laatste tijd niet storm met het aantal aanvragen. Misschien is het de onbekendheid. We hopen dat daar in 2021 verandering in komt.’

800 leden

Niscoo is een onafhankelijke en zelfstandig kenniscoöperatie voor boeren in Noord-Nederland en telt zo’n 800 leden. De contributie bedraagt € 25 per jaar, waarbij nieuwe leden eenmalig € 150 entreegeld betalen. Elk winterseizoen houdt de coöperatie een aantal bijeenkomsten, doorgaans rond toekomstgerichte thema’s en onderwerpen in de melkveehouderij en de akkerbouwsector. Niscoo ontstond in 2011 uit de toen opgeheven CCLB. Deze organisatie had al geld beschikbaar voor kennisoverdracht. Toen de CCLB opging in wat nu Accon avm heet, is gekozen om een budget voor kennisoverdracht apart veilig te stellen om zo nog jaren van te kunnen profiteren. Vanuit de opbrengst van dit vermogen worden de activiteiten gefinancierd. Ook het Projectenfonds wordt gevuld met opbrengst uit vermogen. ‘Kom maar op met die aanvragen’, daagt Westerhof boeren, organisaties en de omringende agribusiness uit.

‘Kom maar op met die aanvragen’

Maximaal € 5.000 per project

Een aantal factoren weegt het bestuur in haar besluitvorming: motivatie, financiële onderbouwing, haalbaarheid, acties tot het delen van kennis en de mate van innovatie. ‘Als het project bijdraagt aan een positieve beeldvorming in de maatschappij is

AGRARISCH MAGAZINE

69


Interview

‘DE OVERHEID IS TE VEEL PARTIJ GEWORDEN’ 70

AGRARISCH MAGAZINE

CEO Bert Jansen (61) van Avebe staat dit jaar op nummer 2 in de top 50 van meest invloedrijke personen in de food- en agribusiness, zoals weekblad Boerderij die jaarlijks in december samenstelt. Net achter landbouwminister Carola Schouten. Zijn heilige overtuiging is dat bij voedselproductie in Nederland het accent niet moet liggen op volumegroei, maar op innovatie en het creëren van marktwaarde. Een interview. Tekst:

Jelle Feenstra

CEO Bert Jansen van Avebe: 'Laten we er samen voor zorgen het belang van de landbouwsector hoog op de politieke- en maatschappelijke agenda te houden.’

Foto: Avebe


B

ert Jansen werd op 1 september 2008 CEO van Avebe. Onder zijn leiding transformeerde Avebe van een noodlijdend concern op de rand van de afgrond in een gezonde en goed geld makende onderneming. In 2008 lag de prestatieprijs van het aardappelzetmeelconcern op € 49,92 per ton aardappelen. In boekjaar 2019-2020 was dat met € 96,15 bijna het dubbele. Maar Jansen vindt het mooi geweest, hij begint aan zijn laatste jaar. In de tweede helft van 2021 stopt hij er mee. Hij is dan dertien jaar CEO van Avebe geweest. Avebe produceert vooral ingrediënten voor voeding, producten met een hoge toegevoegde waarde. ‘Wij denken niet in volume, maar in waardecreatie. Dat bereiken we met innovaties en een voortdurende verduurzaming. Daarom is het belangrijk dat Avebe blijft investeren. Zo krijgen we onze prestatieprijs verder omhoog’, zei Jansen in een recent interview in Boerderij. Ondanks corona lukte het Avebe ook dit jaar om de prestatie te verbeteren. Door corona wordt er over de hele wereld veel meer thuis gekookt. Dat vergroot de vraag naar ingrediënten voor soepen, sauzen en langer houdbare voeding. Avebe draaide mede daardoor afgelopen boekjaar een omzet van € 611,2 miljoen en een netto-resultaat van € 8,7 miljoen. Het bedrijf telt 2.280 leden, 55 meer dan in het vorige boekjaar. De eerste ledenstijging sinds vijftien jaar komt door de goede uitbetalingsprijzen.

‘Het programma Fascinating is een kans op een doorbraak waar we in de Noordelijke landbouw trots op kunnen zijn.’

Wat vindt u de sterke punten van de Nederlandse landbouw? ‘Het adaptieve en innovatieve vermogen. Boeren hebben de afgelopen jaren continu geanticipeerd op veranderend beleid. Daarnaast zie ik onder onze eigen telers veel innovatiekracht. Of het nou gaat om het telen van duurzamere aardappelrassen die minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben of allerlei proeven met precisielandbouwtechnieken, zoals druppelirrigatie en duurzaam energiegebruik. De wil om toe te werken naar een toekomstbestendige landbouw is er.’ Vindt u dat de overheid het belang van de Nederlandse landen tuinbouw voldoende onderkent? ‘De overheid zou een rol kunnen spelen om de partijen in het debat weer op een constructieve manier bij elkaar te krijgen. Nu is de overheid misschien wat te veel een partij geworden. Ik heb initiatieven gezien die het debat weer uit de loopgraven proberen te trekken. Dat lijkt me wenselijk en verdient overheidssteun. Ook ben ik blij met de steun die de provincie Groningen begin december heeft toegezegd voor het programma Fascinating. Dat is een kans op een doorbraak waar we in de Noordelijke landbouw trots op kunnen zijn. Alles zit erin: de landbouw, eiwitproductie, verwerkingscapaciteit, benutten van reststromen en niet te vergeten gezondheid. Dit soort ondersteuning hebben we nodig.’ Landbouwminister Schouten wil toe naar een circulaire landbouw. Vindt u dat haalbaar? ‘Ja, mits we daar als sector de tijd en middelen voor krijgen en er

een serieuze, concrete visie op een verdienmodel voor de boer is. Met Agrifirm, Cosun, FrieslandCampina, kennisinstellingen en een aantal organisaties in de voedingsindustrie werken we samen aan de landbouwsector van de toekomst. In dit programma, dat ik al eerder noemde, genaamd Fascinating, werken we aan een circulair systeem dat duurzaamheid, natuur, gezonde voeding én economische impact met elkaar in balans brengt. Maar zoals gezegd, dit vraagt tijd en middelen. Vanuit de overheid is het belangrijk hier de voorwaarden voor te creëren. Zo werk je samen aan een opwaartse spiraal.’ Er is grote maatschappelijke druk op boeren. Het lijkt wel of die druk elk jaar toeneemt. Wat kunnen we doen om die druk wat weg te halen en weer een maatschappelijk hoog gewaardeerde sector te worden? ‘Allereerst door niet alleen over de sector te spreken, maar juist met de mannen en vrouwen die samen onze landbouw vormen. Van de boer op de akker tot de voedingsindustrie waartoe ook Avebe behoort. We moeten problemen met stikstof, klimaatverandering, water en biodiversiteit onder ogen durven zien en benoemen, maar dat niet achteloos op het bord van de boer neerleggen.’ ‘Kijk, de boer doet al generaties wat de markt en de maatschappij vragen: dat was genoeg en efficiënt produceren om veel monden te kunnen voeden. Maar we zien nu een nieuwe dynamiek ontstaan. Door wetenschappelijke en maatschappelijk inzichten wordt er nu iets anders gevraagd: produceren op een volhoudbare manier. Dat moeten we samen doen. En we moeten ons realiseren dat hier tijd voor nodig is. Als boeren perspectief hebben op een passend rendement, dan zijn zij de beste partners om het in de praktijk te brengen. Niet als ze de schuld in de schoenen geschoven krijgen.’ Denkt u dat de maatschappij en de boeren het op termijn eens kunnen worden? ‘Ik zie genoeg innovatief potentieel om onze Nederlandse agrisector als maatschappij te omarmen en gezamenlijke doelen na te streven. Het is belangrijk om alle feiten op tafel te leggen, af te rekenen met mythes en met een vertegenwoordiging van belanghebbenden naar een toekomstperspectief te kijken die werkbaar is voor iedereen.’ Welke trends/transities ziet u in de land- en tuinbouw opkomen en zit daar ook gamechangers tussen die het speelveld blijvend gaan veranderen? ‘De overgang van een volumegedreven naar een waardegedreven landbouw. De boer van de toekomst houdt nog meer rekening met zijn omgeving en zorgt voor een goede biodiversiteit. Je maakt daarmee je eigen productiecapaciteit toekomstbestendiger. Wanneer je de bodem gezond houdt, heb je een weerbare bodem. En een weerbare bodem geeft een weerbare teelt. We zien dat onze afnemers zich realiseren dat ze voor een goede en stabiele grondstofvoorziening afhankelijk zijn van de teler en dat duurzame landbouw de manier is om dat te bereiken.’ Welke tip zou u boeren voor 2021 willen meegeven? ‘De wereld om ons heen is veranderd. De meeste mensen dragen de meeste boeren een warm hart toe. Laten we er samen voor zorgen het belang van de landbouwsector hoog op de politiekeen maatschappelijke agenda te houden.’

AGRARISCH MAGAZINE

71


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

LTO NOORD RICHT BLIK OP TOEKOMST Een nieuwe strategische visie, een nieuw logo en een samenvoeging van bedrijfsonderdelen. LTO Noord schudde de boel eens flink op om in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de land- en tuinbouw en de belangenbehartiging. LTO Noord wil er zijn voor boeren en tuinders die in de toekomst ook nog boer of tuinder willen zijn. Voorzitter Trienke Elshof van regio Noord van LTO Noord licht toe.

Foto's: Rens Hooyenga

72

AGRARISCH MAGAZINE


H

et gesprek vindt plaats op de dag na de behandeling van de wet stikstofreductie en natuurverbetering – de stikstofwet - in de Tweede Kamer. Een dossier waarin Trienke Elshof uit Oldetrijne zich als onderhandelaar namens LTO al anderhalf jaar heeft vastgebeten. ‘We hebben met de kennis die we hebben ingebracht en in de onderhandelingen veel kunnen regelen’, zegt ze. ‘Maar niet alles.’

natuurlijk wel proberen te beïnvloeden.’

Jonge boeren

Jongeren vormen een specifieke doelgroep. ‘We zien dat jonge boeren niet meer automatisch lid worden. Ze kijken kritisch naar wat de meerwaarde van het lidmaatschap is. Bovendien zien velen van hen het landelijk beleid als bedreigend en willen ze actie.’ Via gastlessen in het agrarisch onderwijs probeert LTO Noord jonge Nieuwe fase boeren te binden. Daarnaast wordt nauw samengewerkt met het De stikstofdiscussie heeft duidelijk gemaakt dat de landbouw NAJK. ‘We trekken veel samen op, maar jonge boeren moeten dat voor een grote uitdaging staat, maar ook dat voor de wel zien. We hebben moeite om jonge leden naar vergaderingen te belangenbehartiging een nieuwe fase is aangebroken. LTO is krijgen en zoeken daarom naar andere mogelijkheden voor contact. allang niet meer de enige Vergaderingen worden gezien partij om tafel. Samen met als saai en grijs, we moeten twaalf andere agrarische meer toe naar aansprekende partijen werd samengewerkt events. En we communiceren in het Landbouw Collectief, tot ‘Achter de boer en tuinder, voor ons allemaal’ is de nieuwe nu meer via Whatsapp. Daar deze haarscheurtjes begon te slogan van LTO Noord. ‘Allemaal’ staat voor alle leden, krijgen we positieve reacties op, vertonen en uit elkaar viel. Maar mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, ondernemers en met name van jongeren. Maar je van onderlinge verdeeldheid is mede-ondernemers, uit alle sectoren. Dirk Bruins schrijft moet ook weer niet een overkill geen sprake, benadrukt Elshof. er verder over op de website van de organisatie: ‘Iedereen aan informatie geven.’ ‘We verschillen als organisaties telt bij LTO Noord. ’Allemaal’ staat ook voor de verbinding in DNA en respecteren dat ook. die we willen maken met de burger, met de maatschappij. Innovatie In de toekomst zullen veel meer We zijn niet alleen ‘platte’ belangenbehartiger, er zijn Er is genoeg te melden en gelegenheidscoalities worden zoveel rollen die boeren en tuinders vervullen voor die te doen. Niet alleen in het opgezet waarvan het initiatief maatschappij. Niet alleen als voedselvoorziener, maar ook onderhandelingscircuit, maar wisselt. We zullen het samen als landschapsstoffeerder en beheerder, waarin je zorgt voor ook na de vaststelling van de moeten doen, want samen zijn groen. Of als zorgboer, middenin de maatschappij. Ja, voor ons stikstofwet. Boeren willen weten we de landbouw.’ allemaal.’ waar ze aan toe zijn en hoe ze Voor LTO Noord is communicatie op bedrijfsniveau aan de regels en het contact met de kunnen voldoen. Voor LTO Noord leden een speerpunt. Elshof: ‘We moeten meer laten zien hoe reden om belangenbehartiging en praktijkgerichte projecten samen belangenbehartiging werkt en ook dat belangenbehartiging werkt. te voegen en de kennis gericht in te zetten. Dat betekent dat En leden meer meenemen in onderhandelingen. Lobby is meer LTO Noord Projecten – voorheen een apart bedrijf – is opgenomen dan met de trekker naar het provinciehuis rijden. Als we aan de binnen LTO Noord. ‘We hebben voortdurend gehamerd op het onderhandelingstafel zitten, is dat niet altijd zichtbaar. Dan is het belang van innovatie, dat gaan we nu waarmaken. LTO Noord kan soms ook wel handig dat een andere partij een scherpere toon een faciliterende rol spelen in het doolhof van regels en mogelijke hanteert; zo versterk je elkaar. Ons specialisme is de inbreng van oplossingen.’ kennis en de contacten met het ministerie en andere overheden. Ook op regionaal niveau komt er veel op boeren af en ook daarin Maar het moet duidelijk zijn dat het uiteindelijk de politiek is ziet LTO Noord een rol voor de eigen organisatie weggelegd. die de beslissing neemt. Die we met onze belangenbehartiging Bijvoorbeeld in gebiedsprocessen waarbij een herinrichting of herverkaveling nodig is, zoals in het veenweidegebied. ‘Wij kunnen professionele ondersteuning bieden in zowel de beleidsvorming als de invulling’, legt Elshof uit.

LTO Noord ‘voor allemaal’

Nieuwe leden verwelkomd

De regionaal voorzitter erkent dat daarmee ook niet-leden meeliften met de inzet en expertise van de belangenbehartiger. ‘In specifieke gevallen is wel onderscheid te maken en dat doen we ook. Bijvoorbeeld bij de aanleg van een groot leidingennetwerk in Groningen. Dat heeft veel impact op leden en op niet-leden. Niet-leden vragen we om een bijdrage bij ondersteuning en dat is tevens een trigger om lid te worden. En we hebben onlangs nog nieuwe leden mogen verwelkomen omdat zij inzagen dat LTO Noord veel invloed heeft aan de onderhandelingstafel in bijvoorbeeld het stikstofdossier.’

‘We zullen het samen moeten doen, want samen zijn we de landbouw’ Trienke Elshof: ‘Vergaderingen worden gezien als saai en grijs, we moeten meer toe naar aansprekende events. En we communiceren nu meer via Whatsapp. Dat spreekt vooral jonge boeren aan.’

AGRARISCH MAGAZINE

73


DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

‘JE KOOPT EEN MELKROBOT, GEEN MARKETINGCONCEPT’ Het inmiddels Nederlandse familiebedrijf Fullwood Packo is al tientallen jaren in de Nederlandse veehouderij actief en heeft hier een goede naam verworven. Er wordt gewerkt met een dealernetwerk van bedrijven die stuk voor stuk specialisten in de melkwinning zijn. De meewerkende eigenaren van Noord-Nederlandse dealers, Tinus de Jong van Melkveetechniek De Jong uit Gorredijk en Doede Hofman van Bosch HIT BV uit Bolsward, doen hun verhaal.

S

teeds meer melkveehouders kiezen voor Fullwood Packo vanwege de stabiele prestaties van de M2erlin melkrobot, de aftersales van de dealers en de hoge klanttevredenheid van de gebruikers. Dat laatste stemt Doede Hofman en Tinus de Jong het meest gunstig. ‘Daar doe je het tenslotte allemaal voor’, zegt Doede. De Jong en Hofman zijn praktische mensen die kiezen voor een nuchtere benadering: ‘Je koopt een melkrobot en geen marketingconcept’, aldus Tinus die vervolgens zegt: ‘Bijzaken en mooie marketingconcepten vinden wij niet belangrijk, wij zorgen liever dat de koeien goed gemolken worden.’

Wat 2021 gaat brengen

In het melkconcept van Fullwood Packo staat de koe centraal. Gezonde koeien die zich rustig en prettig voelen zorgen voor

74

AGRARISCH MAGAZINE

De box van de M2erlin robot is zo ontworpen dat de robots op meerdere manieren te plaatsen zijn, ook ten opzichte van elkaar.


Actief van Noord-Holland tot Groningen Bosch HIT BV is als zelfstandig Fullwood dealerbedrijf opgericht in 1982. Sinds 2012 is het bedrijf eigendom van Lolke Bosch, Sake Bosch en Doede Hofman. Het bedrijf is gevestigd in Bolsward en actief van Noord- tot Zuidwest-Friesland en geheel Noord-Holland. www.hit-bosch.nl Melkveetechniek de Jong is op 1 september 1990 in Scharnegoutum begonnen als zelfstandig Fullwooddealerbedrijf. Het bedrijf is gevestigd in Gorredijk en actief in Zuid-, Noordoost- en Zuidwest-Friesland en Groningen. www.mvt-dejong.nl gelukkige veehouders met een goed rendement. In NoordNederland is drie robots per bedrijf, met ruimte voor een extra robot, steeds vaker de standaard. Robotmelken is ook bij de grote bedrijven volledig geaccepteerd. Beweiden speelt een steeds grotere rol. De Jong en Hofman zijn voorstanders van wat zij noemen ‘vrij koeverkeer’. Ze letten op logische looplijnen voor de koeien, maar bovenal adviseren ze een beweidingssysteem te kiezen en dit consequent door te voeren vanuit het vertrekpunt: de koe centraal. Voor Tinus en Doede staat 2021 in het teken van smartfarming. Slim melken, met inzet van steeds meer sensoren en toenemende aandacht voor het management van de veestapel.

Slim melken aanpak

De Fullwood Packo dealers nemen vooral op de grotere bedrijven steeds meer werk uit handen van de veehouders. In nauwe samenwerking met de voerleverancier wordt het totale rantsoen ingeregeld. Zij leggen de eisen neer vanuit voeding en de dealer zorgt voor de juiste instellingen in de robot. De sensoren en de

Doede Hofman (links) en Tinus de Jong: 'Alles rond de robots moet draaien zonder zorgen.'

slimme software bij de melkrobot geven precies die meldingen die nodig zijn om het bedrijf goed te managen met een minimum aan arbeidsinzet. Als veehouder wil je gewoon weten welke koe tochtig is, zich niet lekker voelt of ziek is geworden. Die dieren kun je automatisch laten separeren zodat je je daar op kunt focussen. ‘Alles er omheen moet gewoon draaien zonder zorgen’, zegt Doede Hofman. ‘Boeren willen functionaliteit en hebben geen tijd voor lijstjes.’

Slim plaatsen binnen de vergunning

In de meeste gevallen moeten de nieuwe robots ingepast worden in bestaande bebouwing. Lukt dat niet dan kom je in ingewikkelde vergunningentrajecten terecht die veel geld en tijd kosten. Dat inpassen in de beperkt beschikbare ruimte klinkt vaak makkelijker dan het is. De box van de M2erlin robot is zo ontworpen dat de koeien op meerdere manieren in en uit de box kunnen lopen en dat de robots op meerdere manieren te plaatsen zijn, ook ten opzichte van elkaar. Ook hier stond voor de constructeurs de koe weer centraal. Daarom durft De Jong hierover een boude uitspraak te doen: ‘Als onze robot niet in te passen is in jouw stal, dan hoef je niet verder te kijken, bel dan de aannemer maar voor een staluitbreiding.’

‘Boeren willen functionaliteit en hebben geen tijd voor lijstjes.’

Foto's: Fullwood Packo

Marktaandeel groeit sterk

Sinds de introductie van de M2erlin melkrobot in 2015 is het marktaandeel van Fullwood Packo bij nieuwe installaties gegroeid tot twintig procent. In de regio’s waar Melkveetechniek De Jong en Bosch HIT actief zijn, komt het marktaandeel soms zelfs op meer dan 30 procent van de markt uit, schat Hofman in en hij voegt eraan toe: ‘Er zijn regio’s waar sinds 2015 geen andere nieuwe robot dan die van ons is geleverd.’ Het zelfvertrouwen van de dealers groeit met de dag en dat is natuurlijk ook geen wonder als je ziet dat bestaande klanten blijven en negen van de tien nieuwe installaties bij melkveehouders plaats vinden die voor het eerst met Fullwood Packo melken. Beide dealers leveren naast alle melktechniek ook de volledige stalinrichting, mestschuiven, mestrobots en alles wat verder nodig is voor de melkveehouderij. AGRARISCH MAGAZINE

75


76

AGRARISCH MAGAZINE


DE SPOTLIGHTS OP

DE SPOTLIGHTS OP

Gesponsord artikel

Gesponsord artikel

PRIMEUR VOOR DEELSTRA JANSEN

BESPAREN MET SCHONERE DIESEL

Jules Jansen van het Leeuwarder administratie- en advieskantoor Deelstra Jansen is de eerste erkende bedrijfsovernameadviseur van Noord-Nederland.

Een brandstofbesparing van 6%. Dat is te behalen met Diesel Green van Gulf. Onderzoek door onafhankelijk testbureau SGS Nederland toonde dit onlangs aan.

Foto: Landpixel

Foto: Gulf

Een bedrijfsovername kan voor beide partijen een mooi proces zijn.

B

oeren kunnen voor een bedrijfsovernametraject subsidie aanvragen bij RVO.nl. Met de Subsidiemodule agrarische bedrijfsadvisering en educatie (SABE) kunnen zij een voucher ter waarde van €1.500 krijgen. Die kunnen ze louter verzilveren bij een erkende bedrijfsovernameadviseur. Jules Jansen van het Leeuwarder kantoor Deelstra Jansen Administratie en Advies is de eerste erkende bedrijfsovernameadviseur van Noord-Nederland. Op dit moment telt Nederland veertien erkende bedrijfsovernameadviseurs. Het gros van hen is gevestigd in Midden- en Zuid-Nederland.

Jaarlijkse openstelling

De subsidieregeling is voor 2020 inmiddels overtekend. ‘Bij ons kantoor zijn acht aanmeldingen gedaan’, zo vertelt Jansen, die verwacht dat de regeling tot en met 2023 jaarlijks wordt opengesteld. De subsidieaanvragen gaan over het starten, overnemen of beëindigen van een agrarische onderneming. Jansen vindt het mooi en eervol werk om een bedrijfsovernametraject zowel voor de stoppende als voor de overnemende partij in alle opzichten zo goed mogelijk te faciliteren. Ondanks het afnemende aantal boerenbedrijven ziet Jansen gelukkig nog steeds jonge ondernemers die het stokje overnemen. ‘In de agrarische wereld vinden overnames vaak plaats in de familiesfeer. Het zijn meestal langjarige en complexe trajecten, waar veel aspecten bij komen kijken. Iedere bedrijfsovername is daarbij uniek.’

De Spaansen Groep kiest bewust voor Green Diesel om milieu- en besparingsredenen.

I

n het onderzoek werd het verschil in emissies gemeten van Gulf Green Diesel ten opzichte van standaard diesel EN590. Uit de testresultaten kwam naar voren: -6% CO2 en brandstofbesparing, -34% CO, -11% NOx/stikstof en -43% PM/ fijnstof en roet. Gulf richt zich met Diesel Green op bedrijven die CO2-uitstoot en brandstofverbruik willen reduceren en bedrijven die zich focussen op een schone werkomgeving. Johan Spaansen, directeur van de Spaansen Groep runt zo’n bedrijf. Hij noemt milieu en duurzaamheid steeds belangrijker wordende onderwerpen. ‘Wij hebben verschillende alternatieve brandstofsoorten overwogen, maar het merendeel past niet bij ons materieel of is economisch onverantwoord. Met Gulf Diesel Green behalen wij meer rendement dankzij de brandstofreductie en leveren wij een positieve bijdrage aan het milieu én aan de directe werkomgeving van onze medewerkers en omwonenden’.

Schonere luchtkwaliteit

Gulf Diesel Green werkt op basis van een volledig organische enzymtechnologie. Deze technologie zorgt voor een betere molecuulstructuur en breekt bacteriën, schimmels, gisten en water af. Dit resulteert vervolgens in een betere verbranding en verlaging van de uitstoot van schadelijke stoffen. Gulf is door SKAO opgenomen als certificaathouder van de CO2-prestatieladder en levert zelf bewezen schonere brandstofsoorten. AGRARISCH MAGAZINE

77


2020 in beeld

EINDELIJK EEN EERLIJKE BOERENPRIJS IN 2021?

T

opman Frits van Eerd van Jumbo (midden) werd ergens in december uit bed gebeld door boze boeren op trekkers. Hij toonde ballen door zich niet te verschuilen, maar het gesprek aan te gaan. De boeren, die ook distributiecentra van supermarkten blokkeerden, eisen dat supermarkten een prijsverhoging van 3% over al hun producten doorvoeren en die vervolgens uitbetalen aan Nederlandse boeren. Dit plan is onder de naam FarmerFriendly gelanceerd door Farmers Defence Force (FDF). Het plan op zich heeft weinig realiteitsgehalte. Zo komt ruwweg 75% van de Nederlandse agrarische producten helemaal niet in de Nederlandse supermarkten terecht. Toch zijn de boeren er met hun acties in geslaagd hun punt te maken. Op 14 januari komt er een breed overleg over het verdienmodel van boeren. Daarbij zijn vrijwel alle partijen die een rol spelen in de foodketen uitgenodigd. In het neoliberale tijdperk was een plan voor een opslag op Nederlandse producten bij voorbaat kansloos. Maar het besef dat je alleen met politiek ingrijpen fatsoenlijke prijzen voor duurzame landbouwproductie kunt afdwingen, groeit met de dag. Daardoor is een btw-heffing op duurzaam voedsel of ander politiek ingrijpen voor een eerlijker boerenprijs in 2021 misschien wel minder ver weg dan het nu lijkt. Foto: Gabor Heeres/SQ Vision

78

AGRARISCH MAGAZINE


AGRARISCH MAGAZINE

79


Interview

'EXTERN SALDEREN HOLT DE SECTOR UIT' 80

AGRARISCH MAGAZINE

Stoppen met of strenge voorwaarden verbinden aan extern salderen. En doelen stellen voor boeren in plaats van regel op regel stapelen. Dat is wat de overheid moet doen, vindt Carin van Huët, directeur Food & Agri bij Rabobank Nederland. Tekst:

Jelle Feenstra

Foto: Rabobank

Carin van Huët, directeur Food & Agri van Rabobank Nederland: ‘Geef boeren het gevoel dat ze zelf aan het stuur zitten, een kader waarbinnen ze vrijer kunnen bewegen en kansen benutten.'


R

uim twee jaar is Carin van Huët nu directeur Food & Agri bij Rabobank Nederland en ze maakt zich serieus zorgen over de robuustheid van de agrarische sector. Van Huët vindt het ongewenst dat de overheid provincies ruimte geeft om extern salderen toe te staan, dus dat bouwbedrijven of industrieën stikstofruimte kunnen kopen van boeren. In meerdere provincies gebeurt dat al of wordt een voorzichtige start gemaakt. ‘De sector zelf heeft te kleine marges om stikstofruimte te kopen. Als het geld eenmaal de sector uit is, komt het niet meer terug. Zo hol je de food- en agrisector in Nederland uit.’ Zegt u daarmee dat de overheid het belang van de Nederlandse food- en agrisector onvoldoende onderkent? ‘Mijn ervaring is dat de overheid het belang echt wel erkent en middelen voor beschikbaar stelt. Maar ik heb twee grote aandachtspunten. De eerste is dat er veel geld gaat naar sanering en uitkoop, geld dat wij liever in de sector houden om te kunnen innoveren en verduurzamen. Daarnaast zeg ik: stop nou met extern salderen, doe dat niet of hooguit gestuurd, onder voorwaarden. We hebben een zekere mate van schaalgrootte nodig. Hoe kleiner, hoe minder ruimte om te innoveren en te verduurzamen en hoe meer deze sector onder druk komt te staan.’ Het lijkt wel of die druk elk jaar toeneemt. Wat kunnen overheden doen om boeren weer werkplezier te geven? 'Zorgen voor minder regeldruk en gaan sturen op doelen in plaats van middelen. Geef boeren het gevoel dat ze zelf aan het stuur zitten, een kader waarbinnen ze vrijer en creatiever kunnen bewegen en kansen benutten. Generieke maatregelen doen vaak geen recht aan het ondernemerschap dat in de sector zit. Daar komt bij dat geen enkel bedrijf gelijk is.'

ketenpartijen elkaar daarin meer gaan vasthouden, meer gaan samenwerken, goede afspraken maken wie wat doet en wie wat krijgt. Dat leidt tot minder verspilling en, als je het goed regelt, betere prijzen.’ Welke trends/transities ziet u in de land- en tuinbouw opkomen? ‘In september hebben we onze Toekomstvisie 2030 gepresenteerd. Daarin schetsen we zes transities. De eerste is de opkomst van vraaggestuurde ketens. Dit zijn ketens waarin de betrokken partijen nauw samenwerken met boeren, wat alle partijen inclusief de boeren een plus op de prijs oplevert. De tweede is kringlooplandbouw. Voor ons is dat: wat dicht bij huis kan dicht bij huis houden. Verder: weerbare planten, gezonde dieren, minder verliezen. De export van gewone producten in Noordwest-Europa beperken tot 800 kilometer, dat zien wij als binnenlandse productie. Hoogwaardige producten als pootaardappelen, zaden en babyvoeding mag je wat ons betreft de hele wereld overbrengen, zolang ze uniek zijn. Maar let op, ook dat gaan andere landen de komende jaren meer zelf oppakken.’ Wat zijn de andere vier? ‘De derde is gebiedsgerichte aanpak, nodig om milieuvraagstukken op te lossen. Minder stikstofuitstoot en nitraatuitspoeling en behoud van biodiversiteit lukt alleen met een regionale, integrale aanpak die verder gaat dan individuele bedrijven. De vierde is klimaattransitie, dus minder afhankelijk worden van fossiele brandstof. Een onderdeel van klimaattransitie is ook het vastleggen van CO2 wat voor boeren een serieus verdienmodel kan worden. De vijfde is de opkomst van precisielandbouw en de zesde is versterking van ondernemerschap via kennisoverdracht. We zien grote verschillen in presteren tussen ondernemers met exact dezelfde uitgangspositie. Daar maakt kennis het verschil.’

‘Ondernemers die middenin de samenleving staan, ervaren minder druk en zijn succesvoller.’

Wat kan de Nederlandse land- en tuinbouw zelf doen om de maatschappelijke druk wat weg te nemen? ‘Onderzoeken wijzen keer op keer uit dat er best veel waardering is voor boeren. Het sentiment wordt sterk bepaald door een aantal groeperingen die de discussie scherp en indringend voeren. Daardoor lijkt het soms of boeren niks doen of niks willen. Maar juist de land- en tuinbouwsectoren doen al ongelooflijk veel aan innovatie en verduurzaming. Dat moeten we nog zichtbaarder maken, door in de breedte nog meer te gaan werken aan imago. Wat kan helpen is transparant zijn, inzichtelijk maken wat je doet, laten zien dat landbouw werkt aan gewenste verandering en wat daarin al wordt gedaan. En vooral heel dicht op die samenleving gaan zitten. Onze ervaring is dat boeren die dicht op de samenleving staan, die echt proberen mee te bewegen minder druk ervaren en vaak ook betere financiële resultaten laten zien.’ Boeren wantrouwen hun coöperaties. Zo zette een aantal landbouworganisaties zijn coöperaties/de verwerkende industrie buitenspel in de belangenbehartiging. 'De waardering voor de sector staat onder druk. Het eensgezinde geluid is er niet. Juist nu, in de coronacrisis, zie je dat burgers en consumenten meer interesse krijgen in voedselkwaliteit en lokale productie. Ze gaan meer thuis koken, verdiepen zich in voedsel, daar liggen écht kansen. Het is belangrijk dat boeren en hun

Een groot zorgpunt in de melkveehouderijsector maar ook de akkerbouwsector is de oplopende kostprijs. Kan de Nederlandse land- en tuinbouw tegen die achtergrond zijn toonaangevende positie nog wel behouden? ‘Dan kom ik weer op robuustheid. Die is zó nodig om innovatief en veerkrachtig te blijven. Daarmee kun je oplopende kosten heel lang pareren, maar ook tot nieuwe verdienmodellen en hogere prijzen komen.’ Waar liggen de kansen voor boeren de komende jaren? ‘Meer samenwerken in de keten. Aansluiting zoeken bij nieuwe bedrijfsmodellen. En kijk vooral ook naar het verwaarden van ecosystemen, daar komen echt kansen. Betaling voor CO2-opslag, waterberging. Iets doen waarmee je het klimaat vooruit helpt, levert de komende jaren geld op. Daarom is onze boodschap: boer blijf vooral midden in die samenleving staan, kijk of je kan inspelen op die veranderende behoeftes. Ik wil het nogmaals benadrukken: wij zien gewoon dat ondernemers die middenin de samenleving staan succesvoller zijn dan de boeren die zich met hand en tand blijven verzetten.’

AGRARISCH MAGAZINE

81


De kwestie

‘WIJ HEBBEN JUIST H OOG VOOR HET BOERENVERHAAL’

et is niet officieel onderzocht, dus ik weet niet of wij of onze collega’s de laatste jaren echt meer de boer in beeld brengen dan de jaren daarvoor. Los van de verschillende boerendemonstraties, die natuurlijk veel aandacht genereerden, kan ik mij er wel iets bij voorstellen. Vooral door het klimaatdebat, waarbij stikstof, vlees eten windmolens en wat al niet meer een rol spelen, komen we vaker letterlijk en figuurlijk bij de boer uit.’

Is het schijn of zoeken landelijke algemene media de boer de laatste jaren steeds vaker echt op? En hoe vervelende is het eigenlijk om van ‘fake news’ te worden beschuldigd? Een gesprek hierover met NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff. Tekst:

Sjoerd Hofstee

Veel boeren verwijten jullie te veel te berichten over wat fout gaat. En te weinig over wat goed gaat of wat al bereikt is. Herkent u zich hierin? ‘Ik ken het verwijt. Wij krijgen dat uit de hele samenleving vaak te horen. Maar ik bestrijd het. Wij volgen als nieuwsmediabedrijf de actualiteiten en berichten daarover. Vaak willen mensen dat vooral, of zelfs louter, het verhaal vanuit hun perspectief verteld wordt. Zo werkt het natuurlijk niet. Daar komt bij dat wij er in toenemende mate tegenaan lopen dat mensen niet mee willen werken aan het geven van een toelichting of interview. Dat speelde tijdens verschillende boerendemonstraties ook.’

Dat jullie wellicht te veel vanuit een Randstedelijke blik opereren, is daar niet debet aan?

‘Dat geloof ik niet, maar dit is wel zo’n beetje dagelijks onderwerp van discussies bij ons op de redactie. We bespreken continu en openlijk of we wel voldoende het geluid van buiten de Randstad naar voren brengen. Net zo goed als het geluid van de ‘gematigde boer of burger’. Het is namelijk ook een veelgehoorde klacht dat vooral de mensen met wat extremere opvattingen of uitingen het nieuws gemakkelijker halen en niet de grote, vaak gematigde, middengroep. In het algemeen geldt denk ik dat journalistieke gebeurtenissen die ‘scherp’ zijn, eerder en vaker het nieuws halen. Nieuws maken is geen wiskunde. Standpunt B krijgt niet automatisch evenveel aandacht als standpunt A. Bij ons spelen nu eenmaal de wetten van de urgentie en relevantie.’

Ook onder boeren steeg de kritiek op uw organisatie de laatste jaren. ‘Brenger van fake news’, werd jullie zelfs voor de voeten gegooid. Hoe zeer raakt u dat?

‘Mensen van ons zijn geïntimideerd en zelfs bedreigd. Dat kan echt niet en is meer dan vervelend. Met een deel van de samenleving, en daar hoort ook een aantal boeren bij, lijkt een gesprek niet meer mogelijk. Zij willen louter hun eigen mening vertolkt zien. Met zo’n opstelling doen ze voor zichzelf meer kwaad dan goed. Neem de boerendemonstraties. Het is voorgekomen dat het niet veilig was voor onze mensen om hun werk goed te kunnen doen. Dat feit beheerst dan het nieuws. En niet de toelichting van de gematigde boer die we anders in beeld hadden kunnen brengen.’

De boer is, op welke wijze dan ook, sterker in beeld bij de algemene media dan we lang hebben gezien. Dat blijft de komende jaren zo?

‘Ja, dat verwacht ik absoluut. Het stikstofdossier en de klimaatwetging zullen de komende jaren het nieuws vaak beheersen en daarmee komen ook boeren vaak in beeld en aan het woord.’ Foto: NOS/Rogier Veldman

82

AGRARISCH MAGAZINE


!

W U E

I N

De nieuwe onkruidbestrijder met een dubbele werking

Voor meer informatie over Gofor, bezoek agro.bayer.nl of vraag ernaar bij uw lokale distributeur en/of adviseur.

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

• Bevat aclonifen (bekend van Challange) en flufenacet (nieuwe unieke actieve stof in aardappelen) • Goede werking tegen melganzevoet en melde • Voegt echt wat toe tegen veelknopigen en nachtschade • Goed mengbaar met alle andere herbiciden AGRARISCH MAGAZINE

83


IN HET ONTBREKENDE STUKJE IN UW RANTSOEN VINDEN? Wij zijn uw kennispartner en leverancier van hoogwaardige diervoeder producten. Wij staan met onze producten voor: Meer rendement (hogere productie en lagere voer- en diergezondheidskosten) Beter dierenwelzijn (minder ziekteproblemen) Lager antibioticumgebruik (gezonde dieren/meer weerstand) Lagere milieubelasting (efficiĂŤntere voerbenutting)

speerstra.com

84

AGRARISCH MAGAZINE

mail@speerstra.com

+ 31 (0) 514 56 90 01


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.