Rol provincie in buitengebied steeds belangrijker

Page 1

22

|

LANDWERK #1 / 2015

Rol provincie in buitengebied In gesprek met drie gedeputeerden voor het landelijk gebied In de aanloop naar de provinciale verkiezingen op 18 maart praat Landwerk met drie gedeputeerden die verantwoordelijk zijn voor het landelijk gebied in hun provincie: Jan Jacob van Dijk (Gelderland), Rein Munniksma (Drenthe) en Jaap Bond (Noord-Holland). Op een punt zijn zij het opvallend eens. De rol van de provincie bij de ruimtelijke inrichting van het buitengebied wordt steeds belangrijker.

Door Aart van Cooten Foto: Geert van Duinhoven

D

e provinciale verkiezingen staan dit jaar – nog meer dan anders – in het teken van de landelijke politiek. De voorspelling is dat de regeringspartijen VVD en PvdA als gevolg van de uitslag van 18 maart een flink aantal zetels in de Eerste Kamer verliezen. Met alle gevolgen van dien voor de politieke verhoudingen in dit land. Provinciale bestuurders en politici zijn er bepaald niet blij mee dat hun verkiezingen worden gekaapt door Den Haag. De provinciale

verkiezingen gaan wel degelijk ergens over, klinkt in de provinciehuizen. De inrichting van het buitengebied, natuurontwikkeling, innovatie in de agrarische sector, duurzame ontwikkeling van de intensieve veehouderij; het zijn allemaal onderwerpen waarbij de provinciale politici aan de knoppen zitten. In de aanloop naar de verkiezingen gaat Landwerk in gesprek met drie gedeputeerden die verantwoordelijk zijn voor het landelijk


LANDWERK #1/ 2015

23

steeds belangrijker

gebied in hun provincie. We praten met Rein Munniksma (PvdA, 64 jaar) uit Drenthe die er twee periodes van vier jaar op heeft zitten. Hij is niet verkiesbaar, maar sluit niet uit dat hij – ‘als de partij mij roept’ – toch in het college terugkeert, liefst met een kleine portefeuille. De CDA’er Jaap Bond (57) uit Noord-Holland heeft er eveneens acht jaar op zitten als gedeputeerde. Hij gaat net als de vorige keer als lijsttrekker de verkiezingen in. Bond is nog lang niet

uitgekeken op zijn functie als gedeputeerde. Hetzelfde geldt voor zijn partijgenoot Jan Jacob van Dijk (50) die nu vier jaar fungeert als gedeputeerde in Gelderland. Ook hij wil terug in het college van Gedeputeerde Staten, het bestuurlijke handwerk in het provinciehuis bevalt hem prima. Net als Bond uit Noord-Holland staat Van Dijk bovenaan de kandidatenlijst van het CDA. We leggen de drie gedeputeerden vier stellingen voor.


24

|

LANDWERK #1 / 2015

1. De rol van de provincie in de ruimtelijke inrichting van het platteland wordt steeds onbelangrijker.

2. Op het gebied van innovatie en verduurzaming van de agrarische sector is de provincie van cruciale betekenis.

“Absoluut mee oneens”, reageert Bond onmiddellijk. “De ruimtelijke inrichting van het buitengebied is een kerntaak van de provincie, nog meer dan in het verleden. Onze structuurvisie, de beleidsagenda’s die daarvan zijn afgeleid, de provinciale verordening, het zijn allemaal documenten die richting geven aan wat er gebeurt op het platteland. Neem bijvoorbeeld de bedrijventerreinen, een politieke speerpunt in Noord-Holland. Afgelopen jaren is een flink aantal geplande bedrijventerreinen van de kaart geschrapt, bestaande terreinen worden geherstructureerd. Gemeenten staan niet allemaal te juichen, maar ze accepteren deze ingreep van de provincie wel.” De twee Greenports - Noord-Holland Noord en Aalsmeer – vormen volgens Bond ook een prachtig voorbeeld van de doorzettingsmacht van de provincie in de ruimtelijke inrichting. “De samenwerking in de Greenports tussen provincie, gemeenten en bedrijfsleven leidt tot meer ontwikkelingsruimte voor de agrarische sector. En tot een betere omgevingskwaliteit. De provincie is de spil in het samenwerkingsproces.” Ook Van Dijk uit Gelderland ageert tegen de stelling. “In het takenpakket van de provincie staat ruimtelijk planning juist centraal. Op een aantal andere beleidsterreinen treedt de provincie wat terug, maar juist niet op het terrein van de inrichting van het buitengebied. In tegendeel durf ik zelfs te stellen.” Wat wel verandert is de wijze waarop de provincie haar rol oppakt, zegt Van Dijk. “Niet meer als boeman achteraf, bijvoorbeeld door bestemmingsplannen af te keuren, maar als partner. Wij stellen de kaders en langetermijndoelen vast in onze omgevingsvisie, maar de invulling laten wij in belangrijke mate over aan andere partijen, passend bij deze tijd.” De decentralisatie van het natuurbeleid, ingezet door de voormalige staatssecretaris Henk Bleker, noemt Van Dijk als voorbeeld van de toenemende invloed van de provincie op de groene ruimte. “Als het gaat om inrichting en beheer van de natuur is de provincie aan zet. Heb geen zorgen, die taak is bij ons in goede handen.” Munniksma uit Drenthe wijst op de veertien Natura 2000-gebieden in zijn provincie. “In die gebieden worden fysieke maatregelen genomen om de natuurdoelen dichterbij te brengen. Daarnaast zijn we bezig om de bedrijfsontwikkeling in de omgeving van die gebieden op gang te houden, zonder dat dat negatieve invloed heeft op de biodiversiteit. De provincie speelt daarbij een cruciale rol.”

Van Dijk wil de stelling graag nuanceren. Innovatie en verduurzaming zijn allereerst een taak van de agrarische sector zelf. “Neem nou de koe in de wei. Het is aan het bedrijfsleven om daar invulling aan te geven, bijvoorbeeld door weidemelk te vermarkten met een financiële plus voor de melkveehouders. En als het gaat om welzijn van dieren, bijvoorbeeld het castreren van biggen, is vooral het Rijk aan zet.” Toch kan de provincie volgens Van Dijk nog wel degelijk een rol vervullen. “En dat doen we hier in Gelderland ook. Wij scheppen de randvoorwaarden om innovatie op gang te brengen. Zo geven wij subsidie aan een groot project in de Achterhoek waarin 250 boeren leren om efficiënter met mineralen om te gaan. Wij pakken een taak op die eerder bij de productschappen lag.” Soortgelijke initiatieven worden in Drenthe genomen, zegt Munniksma. “Verduurzaming is van levensbelang voor de land- en tuinbouw. De markt vraagt om een transitie. De Chinezen komen hier kijken wat de boeren doen op het terrein van dierwelzijn en – gezondheid. Ze willen daar best een hogere prijs voor betalen. Als provincie proberen we hierbij een stimulerende rol in te spelen, bijvoorbeeld door Europese fondsen binnen te halen. En natuurlijk ook met eigen middelen. Bijvoorbeeld voor een project met veehouders die hun dieren anders voeren zodat er minder ammoniak wordt uitgestoten. Dat doen we trouwens ook om de werkgelegenheid in de landbouw te behouden.” Volgens de Noord-Hollandse gedeputeerde Jaap Bond ligt samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven aan de basis van innovatie. De provincie neemt het initiatief en fungeert vaak als regisseur. Bond zegt de helft van zijn tijd bezig te zijn met het leggen van verbindingen, bijvoorbeeld in de twee provinciale Greenports. “Als je wilt kan ik twintig voorbeelden noemen van innovaties. Een kansrijke? De binnenteelt van sla op water. Enkele akkerbouwers voeren hiermee een experiment uit in hun bedrijfsgebouwen. Met provinciale subsidie geven wij het laatste duwtje. Nog belangrijker is onze rol als verbinder. Wij hebben de nieuwe slatelers in contact gebracht met afnemers in de markt.”

Rein Munniksma

Jaap Bond

Jan Jacob van Dijk


LANDWERK #1/ 2015

3. De economische crisis - en de bezuinigingen die daaruit voortvloeien - noopt tot het maken van harde politieke keuzen. De provinciale overheid trekt zich daarom terug uit het werkveld natuur en landschap. De drie gedeputeerden hebben weinig verschillen van mening. En helemaal niet als het gaat om deze stelling. De provincie zou zich terugtrekken uit het natuurdossier? Onzin, zegt de een. Het tegendeel is waar, zegt de ander. En nummer drie vraagt: ‘wie heeft die stelling in vredesnaam bedacht?’ Munniksma zegt dat de provincie zich niet kan terugtrekken, als zij dat al zou willen. “Het realiseren van de natuurdoelen in de Natura 2000-gebieden is een Europese plicht. Daar moeten we gewoon aan voldoen, punt uit. Maar ook los van eventuele boetes uit Brussel sta ik achter het streven om de natuur in deze provincie een impuls te geven. Daar zijn we trouwens hard mee bezig. De afgelopen jaren zijn onze natuurgebieden robuuster geworden, er zijn verbindingen gelegd, de versnippering is tegengegaan.” De provincie doet eerder meer dan minder voor de natuur, poneert Van Dijk. Het areaal nieuwe natuur in Gelderland is weliswaar teruggebracht van 12.000 naar 5.300 hectare, maar de nieuwe doelstelling is veel realistischer. “De oude doelstelling was te ambitieus, daar kwam niks van terecht. Die 5.300 hectare is haalbaar en gaan we ook realiseren. Alle betrokken partijen hebben hun handtekening gezet. Ik ben erg optimistisch.” Jaap Bond is om een andere reden tegen de stelling. “De stelling gaat ervan uit dat het bij natuurontwikkeling alleen om geld gaat. Dat is niet waar. Door afspraken te maken over kavelruil, bijvoorbeeld tussen terreinbeherende organisaties en boeren, kun je ook veel bereiken. Kost weinig of niks. In mijn provincie zitten de natuurorganisaties en de georganiseerde landbouw op dezelfde lijn. Ze werken samen en daar komen mooie initiatieven uit voort. In het verleden was de natuur van de overheid, nu meer van de mensen. Ik beschouw dat als een positief effect van het beleid van Bleker.”

25

4. De aanpak van Noord-Brabant in ontwikkelingen van de intensieve veehouderij is voor mij een voorbeeld. Bond omschrijft de aanpak van provincie Noord-Brabant om via de ruimtelijke ordening extra eisen te stellen aan veehouders die hun bedrijf vergroten als een noodgreep. Verduurzaming van de intensieve veehouderij is volgens hem in de eerste plaats een taak van het Rijk. Ook de markt kan hierbij een stimulerende rol vervullen. De Noord-Hollandse gedeputeerde vindt overigens dat niet al te krampachtig gedaan moet worden over groei van de veestapel: “We hebben hier een melkveebedrijf met 750 koeien dat op alle fronten positief scoort. In mijn vroegere werk bij de politie kwam ik soms op kleine bedrijven de meest dramatische toestanden tegen. Bedrijfsontwikkeling gaat heel vaak samen met verbeteringen op het gebied van dierwelzijn en milieu. De provincie moet zich inhouden om extra regels te stellen. Overigens is nieuwvestiging van intensieve veehouderijbedrijven in Noord-Holland niet toegestaan.” Dat laatste geldt ook in Drenthe. Volgens Munniksma draait zijn provincie toch wel aan een aantal knoppen. Hij wijst op de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), waarbij de provincie straks regels kan stellen ten aanzien van de verdeling van de ontwikkelingsruimte. “Als het aan mij ligt geven we in Drenthe aan de melkveehouderij een voorkeurspositie, zeker bedrijven die weidegang toepassen.” De Gelderse gedeputeerde Van Dijk geeft aan dat in zijn provincie nog wordt nagedacht over de invulling van haar specifieke rol. In de Gelderse Omgevingsvisie is wel vastgelegd dat schaalvergroting in de veehouderij gepaard moet gaan met extra eisen op het gebied van bijvoorbeeld welzijn, landschap en milieu. De Brabantse aanpak – daar moeten veehouders extra punten scoren om een vergunning te krijgen - wordt gezien als voorbeeld die wel een eigen Gelderse invulling dient te krijgen. Van Dijk: “De aanpak via maximale bouwblokken past niet meer bij deze tijd. Dat remt de innovatie en verduurzaming van de veehouderij. In de Gelderse Vallei ontwikkelen de gemeenten, het waterschap en de provincie nu een nieuwe aanpak die wettelijk houdbaar is. Dat is een spannende exercitie.”

Trotse gedeputeerden De drie gedeputeerden zien een aantal positieve ontwikkelingen in het buitengebied van hun provincie. Waar zijn ze echt trots op? Jan Jacob van Dijk (Gelderland): “De herijking van het natuurbeleid is uitgevoerd in nauwe samenwerking met alle betrokken organisaties. Er bestaat veel draagvlak in Gelderland voor de nieuwe doelstellingen.” Rein Munniksma (Drenthe): “De vergunningverlening voor bedrijven rond Natura 2000-gebieden zat jarenlang op slot. Met de PAS komt er ruimte voor bedrijfsontwikkeling én krijgt de natuur een opknapbeurt. Daar is vanuit onze provincie hard aan getrokken.” Jaap Bond: “Onze twee Greenports staan landelijk op de kaart. De samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven leidt in beide gebieden tot een enorme innovatie.”


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.