Brainstorm magazine web

Page 1

BRAIN//STORM APRIL 2017 / / EDITIE 1

“HIJ STOND DREIGEND VOOR ME EN WILDE MIJ SLAAN” 16

“GELOOF ME DEZE JONGEREN ZITTEN HIER NIET VOOR NIKS” 20

| PROBLEEMJONGEREN 20 | WIETVERSLAVING 30 | PESTEN 44 |


BESTE LEZER, Anno 2017 is zorg misschien wel het belangrijkste onderwerp in de samenleving. Er is veel onvrede over de zorg door de vele bezuinigingen en het is aan de politiek om daar nu verandering in te brengen. Zorg behelst vele onderwerpen. Zo heb je ouderenzorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en jeugd- en gezinszorg. De laatste drie onderwerpen (ggz, verslavingszorg en jeugd en gezin) worden behandeld in Brain/storm. In deze toch wel moeilijke tijden voor de zorg heb jij ervoor gekozen om in deze belangrijke sector te gaan werken. Dat vind ik oprecht geweldig! Ik wil dan ook mijn bewondering uitspreken voor het feit dat jullie in de ggz, de verslavingszorg of de jeugd- en gezinszorg aan de slag willen gaan. Wij van de opleiding journalistiek helpen jullie dan ook graag bij het verkennen van jullie toekomstige werkveld. Onze redacteuren zijn op pad geweest om de mooiste interviews en reportages te maken. Ze hebben meegelopen bij een zorginstelling om te ervaren wat jullie uiteindelijk gaan ervaren in het werkveld. Op deze manier maken jullie nog beter kennis met het werkveld waar jullie in terecht komen. In dit magazine staan zware, emotionele, maar ook luchtige verhalen. Verhalen die vertellen wat er ĂŠcht in de zorg gebeurt, verhalen die laten zien wat er in de zorg gebeurt. Wietverslaving, ouderendementie en de opvoeding van een probleemkind komen onder andere ter sprake in dit magazine. Ook staat er een blog in van ondergetekende over het gepest worden mij bijna fataal werd. Zoals gezegd heftige, zware en emotionele verhalen, maar wel verhalen vanuit het werkveld. Vooraf was het voor ons als redactie niet duidelijk wat we ervan konden verwachten, we doken namelijk een hele nieuwe wereld in. Het was confronterend, leerzaam, maar toch ook wel mooi. De bewondering van mij, en de rest van de redactie, voor deze beroepsgroep is de afgelopen periode enorm gegroeid. Dat gezegd hebbende willen wij van de redactie Brain/storm jou veel leesplezier wensen met dit magazine en hopen dat het wat toevoegt aan je opleiding. Van de hoofdredacteur,

Maurice Mazenier


PSYCHIATRIE

10 20 30 28

JEUGDZORG

VERSLAVINGSZORG

INTERVIEWS & REPORTAGES REPORTAGE PROBLEEMJONGERE

“HIJ DREIGDE ME UIT HET RAAM TE GOOIEN.”

POLITIEK

6

RUBRIEKEN HISTORY 18 BEELITZ HEILSTATTEN

REPORTAGE OUDERENZORG

10

TIJDLIJN 26

INTERVIEW BRAM BAKKER

16

DE POLITIEK OVER...

28

REPORTAGE PROBLEEMJONGEREN

20

TOP 5

34

“WERKDRUK VERHOGEN? DAN BEN IK WEG.” “ALS JE ZEGT DAT JE EEN ANGSTSTOORNIS HEBT, BEN JE ALLEEN NOG MAAR EEN ANGSTSTOORNIS.” “IK WIL ERACHTER KOMEN WIE IK KAN UITSCHELDEN EN WIE NIET.”

INTERVIEW WIET

“TIJDENS ONZE HIGH VERZONNEN WE ONZE EIGEN SPELLETJES.”

REPORTAGE JONGERENCENTRUM

“VAAK ZIJN NIET DE JONGEREN, MAAR DE OUDERS HET PROBLEEM.”

30

TIPS TEGEN UITSTELGEDRAG “IK KON HET NIET LANGER VERDRAGEN: IK MOEST DOOD.”

STAGETIPS 46 36

HOROSCOOP 52 TOP 5

40

INTERVIEW JONGERENHUIS

48

“IK WAS BLIJ DAT IK UBERHAUPT EEN DAK BOVEN MIJN HOOFD HAD!”

“DE ZORG”

BLOG 44

INTERVIEW MAIKEL KESSING

“TOT MIJN VIJFTIENDE HAD IK EEN GOEDE JEUGD.”

GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHIATRIE

FILMS IN DE ZORG

54

COLOFON 55


4|

MUZIEKAVOND IN HET VERZORGINGSTEHUIS


“ELKE EURO MOET OVER MEERDERE SCHIJVEN. IK SNAP

EMILE ROEMER WEL ALS HIJ ZICH STOORT AAN DE

BUREAUCRATIE IN DE ZORG” P12

|5


“

INTERVIEW

HIJ SCHREEUWDE TEGEN MIJ:

IK VERMOORD

DOOR ROY RIJSDIJK


D JE


INTERVIEW

“IK BEN EEN TIJD LANG HEEL

BANG VOOR

HEM GEWEEST”

Als alleenstaande moeder kan een probleemkind opvoeden erg moeilijk zijn. De 44-jarige Samantha zorgt in haar eentje voor Jordy (18) en heeft er veel voor moeten opofferen. Dat hij ADD heeft en zij nog altijd gebukt gaat onder een jeugdtrauma maakt het extra lastig. Ze heeft een lange periode gekend waarin ze bang was. Bang dat hij haar iets zou aandoen, maar ook dat hij verkeerd terecht zou komen. Wanneer is het allemaal begonnen?

‘Zo rond zijn dertiende. Jordy zat net in de brugklas, maar het ging niet goed op school. Constant ruzie met anderen en met de mentor. Uiteindelijk zijn we naar Accare gegaan voor hulp, omdat school daarop aandrong. In eerste instantie waren mijn toenmalige man Mark en ik daarop tegen, maar de situatie werd steeds erger. Ook thuis. Ik triggerde hem al wanneer ik iets niet begreep. Dat had zijn vader ook bij mij.’

Hoe erg ging het er aan toe?

‘Heftig. Er was bijna dagelijks wat aan de hand. Het waren de kleinste dingen waar hij heel plotseling van uit zijn slof kon schieten. Hij heeft me al zo vaak uitgescholden en van alles verweten. Luisteren deed hij niet. De sfeer beïnvloedde ook mijn dochter Kirsten, want zij stoorde zich er heel erg aan. Vaak nam ze het voor me op, dus was het wij twee tegen Jordy. Dat maakte hem alleen maar bozer. Ik denk ook dat het een reden is waarom Kirsten zo jong het huis uit is gegaan. Daar voel ik me wel schuldig over.’

Wat is je het meest bijgebleven?

‘Eigenlijk twee momenten. Hij is zijn zus een keer achterna gevlogen. Ze hadden weer eens ruzie en omdat hij agressief werd vluchtte zij naar boven. Ik ben toen voor de deur van haar kamer gaan staan zodat hij er niet langs kon. Hij schreeuwde tegen me: ‘ik vermoord je!’ Toen heeft Kirsten in paniek haar vader gebeld. Na een tijdje stortte hij in en ging hij zelf ook huilen. Een andere keer was hier in Kampen. Dat hij dreigend voor me stond en me wilde slaan. Uiteindelijk heeft hij het op de bank afgereageerd. Daarna dreigde hij me uit het raam te gooien. In die periode kreeg Jordy vaak een waas voor zijn ogen. Dan was hij niet tot rede te brengen. Ik ben een tijd heel erg bang geweest voor hem.’

Wat doe je in zo’n situatie?

‘Tja, mezelf rustig houden. Ik moet vooral niks zeggen. Hij was op dat moment misschien wel tot zoiets toe in staat. Sinds we van Meppel naar Kampen zijn verhuisd is hij rustiger geworden. Dat hebben we trouwens gedeeltelijk gedaan vanwege zijn vrienden daar. Het waren zulke rotjongens! En ze stonden altijd aan de deur om te vragen of hij er was. Als ik dan zei dat hij straf had trokken ze zich er niets van aan en kwamen ze dezelfde avond gewoon weer. Jordy hoeft er zelf niet meer te wonen. Hij moest laatst kiezen of hij een jaar langer bij Woonconcept ingeschreven wilde 8 | JEUGDZORG

staan en zei: ‘Ik weet precies hoe het gaat. Dan heb ik hun constant over de vloer, daar heb ik helemaal geen zin in.’

Heeft hij nog contact met zijn oude vrienden?

‘Jawel, soms. Hij spreekt ze nog wel, maar is niet meer zo vaak in Meppel aan het hangen als vroeger. Zijn vrienden kwamen altijd op de eerste plek. Ik heb wel eens met blauwe plekken op mijn arm rondgelopen nadat ik hem weghaalde bij de voordeur. Het avondeten stond koud te worden en ik zei dat zijn vrienden weg moesten gaan, maar hij greep me vast en trok me weg.’

“IK GA HEM NIET ZOMAAR UIT HUIS ZETTEN, MAAR SOMS DENK IK WEL: LIEVER VANDAAG DAN MORGEN.” Maak je je zorgen om Jordy? Om zijn toekomst?

‘Ja dat doe ik wel. Als hij weer eens in Meppel is slaap ik de hele nacht niet. Dan ben ik bang dat ik weer door de politie wordt gebeld en hij in de cel zit. Jordy heeft ook al twee keer op het politiebureau gezeten vanwege vechtpartijen. Word je opeens midden in de nacht wakker gebeld. Ik heb hem een keer in Zwolle opgehaald en hij heeft een keer in Assen gezeten. Als een van zijn vrienden wat ten onrechte wordt aangedaan of zo, gaat hij zich ermee bemoeien. Hij vergeet de consequenties op dat moment. En van al die jongens draait hij er uiteindelijk voor op. Ik vind dat hij zich er niet mee moet bemoeien, maar ja. Zo is hij.’

Pubers zetten zich af tegen ouders. Is Jordy in die zin de baas over zijn eigen leven? ‘Dat denk ik wel. Hij doet ook nu nog vaak waar hij zelf zin in heeft, alhoewel hij soms met mij rekening probeert te houden. Hij zegt wel eens dat hij over een jaar op zichzelf wil wonen, maar eerst moet hij met geld om leren gaan. Ik loop bij twee psychologen en heb er met een ook over gesproken. We denken allebei dat het beter is als hij zelfstandig zou wonen. Ik ga hem niet zomaar het huis uitzetten, maar soms denk ik wel: liever vandaag dan morgen.’

En wie is het thuis?

‘Nou, eigenlijk zou ik de baas moeten zijn. Maar ik heb het gevoel dat hij het meer is. Ik voel me nu niet prettig in mijn eigen huis.


SAMANTHA WAS BANG DAT HET VERKEERD ZOU GAAN MET HAAR ZOON JORDY Ik ben graag alleen. Dat heeft te maken met hoe ik ben. Ik probeer een beetje onzichtbaar te zijn. Dan voel ik me fijn en kan niemand me pijn doen.’

Ondanks alles blijft het je kind. Geeft dat ook een tweestrijd? ‘Je voelt je soms wel heel schuldig, zoals nu of wanneer ik met de psycholoog praat. Je houdt toch van hem, want het is inderdaad je kind. Ik wil niet alleen maar negatief over hem praten, want hij heeft ook een lieve kant. Maar ik voel me overal schuldig over en daar wil ik vanaf. Dat eeuwige schuldgevoel.’

Jij voelt je dus vooral schuldig. Waarom?

‘Dat is iets uit mijn jeugd. Ik kreeg altijd van alles de schuld. En later van Mark wanneer er iets fout ging en van Jordy net zo. Als je dat constant hoort, ga je zelf op een gegeven moment zo denken. Ik ben wel op een punt waarvan ik zeg dat ik nu meer aan mezelf wil denken. Ik heb lang genoeg voor mijn kinderen gezorgd. Maar goed, je hebt ervoor gekozen om aan ze te beginnen, dus kan je ze niet zomaar dumpen.’

“IK BEN IN THERAPIE. EEN VAN DE DINGEN DIE IK DAAR LEER IS OM BETERA VOOR MEZELF OP TE KOMEN.” Hij heeft je nodig. Jij maakt zijn eten, wast zijn kleren. Beseft hij dat wel?

‘Geen idee. Waarschijnlijk vindt hij dat vanzelfsprekend. Ik denk dat ik hem in zekere zin ook wel verwend heb of zo. Soms maakt

hij zelf wat klaar, maar hij wacht ook wel eens net zo lang tot ik dat doe. De psycholoog zegt dat het door zijn ADD komt dat hij over sommige dingen simpelweg niet nadenkt. Laatst had hij een eigen wasmand gekregen voor in zijn slaapkamer, zodat hij niet elke keer naar boven hoefde te lopen. Wat doet hij vervolgens? Hij gooit zijn sokken voor de mand neer. Terwijl hij wel een lijstje met leerdoelen heeft gemaakt laatst. Daar staan dingen op zoals wassen en koken. Kirsten kon dat al heel snel, die hield het zelfs bij in een boekje.’

Kan je zelf je ei kwijt?

‘Zoals ik al zei, ik ben nu zelf in therapie. Daar leer ik beter voor mezelf op te komen. Over het algemeen kan ik dat prima, maar niet tegen Mark en Jordy. Ik ga heel snel huilen als ik iets niet aan kan. En ik ben een emotie-eter. Ik zoek mijn heil in eten. Dat komt door wat er in mijn verleden is gebeurd. Ik ben misbruikt en heb daar een posttraumatische stresstoornis aan overgehouden. Het is tijd om dat nu eens te gaan verwerken. Ik heb het al die jaren niet gedaan, omdat ik niet goed met het dagelijks leven om kan gaan. Om zoiets te verwerken moet je heel sterk in je schoenen staan en dat was voor mij lange tijd een te grote stap. Het is te vroeg om een duidelijke mening over de therapie te vormen, maar ik heb er wel een goed gevoel bij.’

En heeft de training van Jordy geholpen?

‘Tja. Hij is erna nog vaak onhandelbaar geweest en had veel woede aanvallen, dus niet direct. Maar ik denk wel dat als we zijn therapieën niet zouden hebben gevolgd de problemen nog erger waren geworden.’ JEUGDZORG | 9


REPORTAGE

REPORTAGE

BEZUINIGINGSSTRESS

IN DE OUDERENZORG DOOR BASTIAN VAN DE BELT

4 | BRAINSTORM


REPORTAGE


REPORTAGE

“EN DE WERKDRUK

NÓG MEER VERHOGEN?!

KANSLOOS

DAN BEN IK WEG HOOR

Strak voor zich uit kijkend loopt de manager de zaal door. De sfeer in de gemeenschapsruimte van het tehuis was zelden zo kil. Niemand kijkt om als de deur geopend wordt, niemand kijkt opzij als de manager langs loopt. Als hij zijn tas op de grond laat ploffen, blijft het opvallend stil. “Als hij langs komt, is er meestal iets aan de hand”, vertelt medewerker Linda.

Eerder die ochtend. Linda schenkt de koffie in. “Heb je er iets in? Of wil je iets anders drinken? Ik ga er gewoon gemakshalve van uit dat je ook koffie drinkt. Sorry. Ach, het was ook zo’n hectische morgen. Er heerst een griepje volgens mij. Daardoor is het wat anders dan normaal. We hadden wat meer mankracht en tijd nodig om iedereen er goed bij te laten zitten”, vertelt ze. Zuchtend gaat ze achter een cliënt staan die net binnen komt en legt haar handen op zijn schouders. “Vooral deze meneer hier had nog geen zin om op te staan, toen we het zonlicht vanachter zijn gordijnen zijn kamer in lieten glippen.’’ Linda is leidinggevende van de afdeling waar de cliënten hun dag doorbrengen. Samen met vier collega’s zorgt ze dat alles in het tehuis overdag in goede banen geleid wordt. De cliënten zijn een vijftigtal ouderen met verschillende vormen van dementie. “Als het voor de omgeving niet meer mogelijk is om voor hun partner, moeder of overgrootouder te zorgen komen ze hier’’, aldus Linda. Ze neemt een slok van haar koffie en kijkt om zich heen. Er is geprobeerd de ruimte minder gedateerd te doen lijken. De vloer is dan wel verouderd, maar brandschoon. Er staat een mooie bos bloemen op tafel en de wanden zijn opgefleurd. Links een prachtige oude poster van een fietskoerier, rechts een schilderij van een landschap. Het blijkt niet eenvoudig om een mooie ruimte te creëren. “Er wordt steeds meer in hokjes gedacht”, verklaart Linda. “Vroeger hadden we een budget. Dat gebruikten we voor de zorg.Wat over bleef besteedden we aan leuke dingen. Iets leuks voor aan de muur.

12 | PSYCHIATRIE

Elke euro moet over meerdere schijven. Ik snap Emile Roemer wel als hij zich stoort aan de bureaucratie in de zorg. De stichting waar dit tehuis tot behoort zit 20 kilometer verderop, wat ervoor zorgt dat de communicatie vertraagt. We zijn daar veel tijd aan kwijt.’’

“EN DAN WILT U NU VERDER GAAN MET DE INGEZETTE WEG? WAARDELOOS!” Op een voorbeeld hoeven we niet lang te wachten. De bewoners gaan pannenkoeken bakken vanmiddag. Linda loopt naar de garderobe en tovert twee pakken pannenkoekenmix uit haar tas. “Vanmorgen onderweg hier naartoe even opgehaald. De mensen vinden het koken en bakken hartstikke leuk”, vertelt Linda enthousiast. Ze heeft het zelf bekostigd. “Anders moet ik meerdere mails gaan sturen. Gaan uitleggen waarom ik hiervoor budget wil. En als ik dan geluk heb, krijg ik een paar euro overgemaakt. Veel te ingewikkeld”, sneert ze. “En het is maar een paar euro. En ik bespaar een berg mailen in mijn vrije tijd.” Vanmiddag staat een vergadering op het programma. Ronald, de manager, werkt al een tijd aan een plan om het kostenniveau van het tehuis terug te brengen. Het personeel weet al dat de vergadering geen goed nieuws zal brengen. “De manager is geen domme man”, vertelt Linda. “Enkele dagen van tevoren ontvangen alle medewerkers een mail waarin ons verteld wordt


bijvoorbeeld. Dat kan nu niet meer.

HOELANG KIJKEN DE DEMENTERENDEN NOG ZORGELOOS VOOR ZICH UIT? waar het over zal gaan. zodat het niet rauw op ons dak valt en de eerste woede niet in de vergadering plaatsvindt.” Want woede, dat is er. “Ze willen weer met de diensten gaan rommelen”, vertelt Linda. “Zondags bijvoorbeeld. Dan zijn we nu nog met z’n tweeën. Straks nog één, met wanneer mogelijk een vrijwilliger. Terwijl die vrijwilligers er ook niet in overvloede zijn. En die zijn zich er ook geheel van bewust dat zij ons het brood uit de mond nemen. Iets wat de vrijwilligers niet lekker zit.”

“WE MOETEN DE EINDJES AAN ELKAAR KNOPEN” Onderweg naar de vergadering ontstaat er opeens onenigheid. Linda snelt ernaartoe. De twee assistenten schieten te hulp en een meneer in zijn rolstoel wordt naar buiten geleid. “Zijn vrouw komt toch zo”, stelt Linda gerust. Zonder de assistentie was het Linda niet gelukt om het voorval in zulke goede banen te leiden. “Daarom heerst er ook onrust. Mijn collega’s horen de berichten over

nieuwe bezuinigingen met angst aan. Straks staan ze hier alleen als er zoiets gebeurt. En dan?” Linda loopt het zaaltje in en neemt plaats op de achterste rij. Haar collega’s druppelen binnen. Druk wordt er gesproken over de mail die nieuwe maatregelen aankondigde. Vol moed wordt er gesproken over het weerwoord wat ze dadelijk willen uiten. Iedereen neemt plaats en de voorzitter van de personeelsvereniging heet een ieder welkom wanneer de deur achterin het zaaltje open gaat. “Hallo iedereen”, klinkt het vanuit de mond van de manager als hij eenmaal naar voren is gelopen. Hij kijkt rustig uit zijn ogen. Het is geen stereotype manager. Geen das, geen pak, geen pantalon. Stoffige gympen. “Zoals jullie weten ben ik hier om uit te leggen wat we de komende tijd met z’n allen moeten doen om de hoogste kwaliteit van zorg te kunnen waarborgen”, klinkt zijn eerste zin. “Ook wij moeten de eindjes aan elkaar knopen. We willen daarom in onze ogen nutteloze uitgaven gaan verkleinen of stopzetten.”

PSYCHIATRIE | 13


REPORTAGE

DE MEDEWERKERSN HOPEN DAT DE CLIENTEN HET LACHEN NIET VERGAAT “En daar bij komen we meteen bij het eerste agendapunt: We hebben gekeken waar we uren kunnen minderen. Dat is de grootse kostenpost en daar kunnen we in onze ogen het eenvoudigste besparen”, vervolgt de manager zijn verhaal. Hij houdt het enkele seconden stil om de reacties van de medewerkers te peilen. Een keukenmedewerker die tegen de muur leunt, kan zich niet inhouden. “En de werkdruk nóg meer verhogen?!”, reageert ze fel. “Kansloos. Dan ben ik weg hoor.” In de zaal klinkt een instemmend geluid. De manager doet zijn best om standvastig te blijven. Hij zet de deur naar meer opmerkingen open. “Zijn er meer mensen die zo denken?”, vraagt hij. Terwijl hij de ruimte in kijkt gaan er bijna 20 vingers de lucht in. Een enkeling twijfelt. “Ik betreur het om dit te zien”, reageert de manager. “We proberen altijd in het belang van de cliënt én de medewerker te denken.” Die laatste uitspraak wekt woede op. Er ontstaat steeds meer weerstand en ongenoegen. “Maar wie gaan er de laatste tijd alleen maar op achteruit? De cliënt en de medewerker!”, reageert een verpleegkundige op de eerste rij. “Inderdaad, wij worden gekort in salaris en pauzes, en de cliënten ontvangen steeds minder luxe”, briest de vrouw naast haar. “En dan wilt u nu verder gaan

14 | PSYCHIATRIE

met de ingezette weg? Lijkt mij waardeloos.” “Neem de keukendienst. Zij mogen volgens het management niet zo lang doen over het afwassen van de borden. Terwijl dat niet eens sneller kan!”, vervolgt de zuster op de eerste rij haar betoog. “Misschien moet u zelfs eens een ochtendje meedraaien met zulke mensen. Dan zult u zien dat uw plannen een enorme werkdruk als gevolg hebben en in sommige gevallen niet eens uitvoerbaar zijn.” De manager probeert de rust terug te brengen. “Ik weet dat er onvrede bestaat, maar we moeten iets doen”, zegt hij. “Als we niet tot besparingen kunnen komen zullen we over een tijdje genoodzaakt zijn jullie allemaal naar huis te sturen.” De middag eindigt met een sisser, iedereen gaat weer aan zijn werk. Een constructieve oplossing komt er niet vanuit de werknemers. De enige oplossing die in de wandelgangen klinkt, is staken. “En als dat niet werkt kunnen we altijd nog ergens anders gaan solliciteren”, zegt een oudere medewerker. De collega naast haar lacht.“Daar ben ik al mee begonnen”, zegt ze. “Maar ik heb nog niets gevonden waar ik evenveel verdien.” Linda slaakt een zucht. Ze loopt terug naar het dagverblijf. “Wat een gedoe”, ontsnapt uit haar mond.


`

“MISSCHIEN

MOET

U

ZELF

EENS EEN OCHTEND MEEDRAAIEN

MET ZULKE MENSEN’’

PSYCHIATRIE | 15


BRAM BAKKER

FOTO: WIKIPEDIA COMMONS

16 | PSYCHIATRIE


“ALS JE ZEGT DAT JE

ANGSTSTOORNIS HEBT BEN JE ALLEEN NOG MAAR EEN ANGSTSTOORNIS.

EEN

HEEL RAAR”

DOOR MARTINE BLOOT

Bram Bakker is behalve psycholoog ook uitgever, fervent hardloper en sinds twee jaar ook theatermaker. Samen met cabaretière Marjolein van Kooten staat hij op de planken met de voorstelling Geen Paniek. Aansluitend aan de voorstelling sprak ik met Bram over de uitvoering en natuurlijk over angst en paniek en hoe je er vanaf komt. Waarom heeft u de stap naar het theater gezet?

gelanceerd. Er wordt veel campagne gevoerd tegen simplistisch reductionistisch denken. Dat is het eigenlijk hè, als jij je been breekt ben je geen ander persoon maar als je zegt ik heb een angststoornis dan ben je alleen nog maar een angststoornis. Dat is heel raar.”

Helpt lachen tegen een angststoornis?

Wat zou je doen om iemand met een angst – of paniekaanval gerust te stellen? Of hoe kom je er vanaf?

“Zeg maar ‘je’ hoor. Om wat ik weet met een groot algemeen publiek te delen en zo ervaringsdeskundigen een hart onder de riem te steken.” “Lachen help tegen alles, je geneest niet door te lachen maar de dingen worden wel hanteerbaarder door te lachen want het feit dat je er om kunt lachen betekend dat je kunt relativeren. Als je er niet om kunt lachen dan kun je niet relativeren en dan heb je er dus per definitie meer last.”

Zijn mensen wel eens weggelopen uit de zaal?

“Bij mij één keer vanwege grappen over suïcide. Mensen vonden dat te confronterend. En ik geloof ook wel dat we mensen hebben gehad die echt een paniekaanval kregen, die het dus gewoon ontvlucht zijn.”

Merk je dat het taboe dat heerst op het onderwerp angst en paniek minder wordt? “Ja, ik vind van wel maar dat komt niet alleen door wat wij doen maar ook bijvoorbeeld door het depressiegala. Er is een grote lobby. Een hoogleraar psychiatrie heeft schizofreniebestaatniet.nl

“De manier bestaat niet. Het kunstje van een behandeling is dat je samen de manier vindt die bij jou werkt. En bij de één is het een ademhalingsoefening en bij de ander is het even in je hoofd repeteren van ik voel nu dit en dat maar ik weet dat niet zus en zo. Dus rationele tegenargumenten oproepen. Ik heb hartkloppingen omdat ik teveel koffie heb gedronken niet omdat ik een hartinfarct krijg. Ik heb zweterige handjes omdat het hier heel warm is.”

Is er een gouden tip voor mensen die kampen met angst en paniek?

“Nou de gouden tip is: sla niet op de vlucht. Vermijding lost niets op. Als je vlucht en het paniekgevoel zakt dan denk je dat het gezakt is omdat je gevlucht bent. Terwijl het was ook gezakt als je niet was gevlucht. Dus je kunt beter blijven staan. De gouden tip is wat mij betreft wel: zet door!”

PSYCHIATRIE | 17


HISTORY

18 |

BEELITZ HEILSTATTEN | GEBOUWD TUSSEN 1916 -1930 | BEELITZ


HISTORY

ZIEKENHUIS WAAR DUITSE MILITAIREN WERDEN BEHANDELD TIJDENS WERELDOORLOG 1 EN 2

| 19


REPORTAGE

KANSRIJKE OMGEVING VOOR JONGEREN DOOR KOEN LIPMAN



REPORTAGE

“GELOOF ME, DEZE

JONGEREN ZITTEN HIER NIET VOOR NIKS” Duizenden tieners tussen de 12 en 18 jaar oud vallen onder het kopje ‘probleemjongeren’. Ze worden van instelling naar instelling gebracht om hun gedrag te verbeteren. Dit geldt ook voor Musa: een 13-jarige jongen die al in meerdere instellingen heeft gezeten, en nu bij de BGP in Zwolle zit. Het gezinshuis waar Musa heeft gezeten was niks voor hem. “Ze konden daar echt niet opvoeden. Bij de BGP heb je wat meer kansen en als je die verpest, dan heb je dat aan jezelf te danken. Bij dat gezinshuis mocht je helemaal niks en kon je dit ook niet verdienen. Vaak is het namelijk zo dat als je je goed gedraagt je extra lang naar buiten mag. Nou, bij dat gezinshuis echt niet hoor. Hij gooit de deur weer dicht en loopt naar de andere kant van het Daarnaast waren de kindjes ook elf jaar of zo en ze hadden echt gebouw waar een fijne woonkamer nagebootst is. domme regels, bijvoorbeeld tussen vijf en halfzeven de wifi uit en Interessant karakter is Musa. Hij is altijd goed gekleed, ‘vind ik dan weer aan tot kwart over acht. Of: je mag het ene moment wel belangrijk’. Het mag ook niet vies worden, ‘niemand mag zien dat ik iets vies aan heb!’. Dat zijn vaak gehoorde argumenten van Musa. iets en het andere moment niet.” Musa is een sociale jongen. Hij begroet iedereen, betrekt mensen graag bij waar hij mee bezig is en hij is enorm nieuwsgierig. “Mag De Behandelgroep Plus (BGP) is een zorginstelling van Trias waar ik een internetcode?”, klinkt er vanaf de draaistoel in het kantoor. probleemjongeren tussen de 12 en 18 jaar zitten om aan zichzelf Gerinkel van sleutels en een openschuivende deur zijn de bevestite werken. Twee groepen van vier jongeren zitten hier intern voor ging dat het mag. een half jaar. Hier zit Musa ook en heeft hij het er naar zijn zin. De Een mapje komt tevoorschijn met formulieren voor een dag- of BGP is een open instelling waar de jongeren de vrijheid hebben om weekcode: lijsten vol met wificodes. Lachend zoekt hij een mooie te gaan en staan waar ze willen. code uit en voert het in op zijn telefoon. Lachend zoekt hij een mooie code uit en voert het in op zijn telefoon. Musa bedankt de De jongeren hebben een keer per week contact met hun coach en coach vriendelijk en ploft neer op de grote hoekbank in de kamer praten dan over hun vooruitgang. Vaste tijdstippen voor ontbijt om de rest van de middag te WhatsAppen met zijn vrienden of een (verschilt per jongere), lunch (half een), avondeten (half 6) en bedpaar familieleden. tijd (afhankelijk van de leeftijd) zorgen voor regelmaat en rust bij de jongeren. Daarnaast werkt de BGP niet met straffen, dat heeft Na een half uurtje staat hij op en loopt langs de houten tafel richting een averechts effect. de knalblauwe keuken. De koelkast weet hij feilloos te vinden en Er zijn wel sancties en consequenties die slecht gedrag afstraffen binnen no-time staat het weer open. Dat is ook een van de vele din- en wordt er uitgelegd wat ze verkeerd hebben gedaan. Grenzen zijn gen die Musa standaard doet uit verveling, toch komt er negen van er wel, waardoor respect voor een ander en de spullen van de BGP de tien keer niks mee uit de koelkast. gewaarborgd blijven. ‘Hey bitches!’. Als Musa binnenkomt wordt iedereen hier standaard mee begroet. Hij wordt ook meteen weer weggestuurd. De leiding is nog even met een overdracht bezig. “Oh ja, sorry. De deur zat ook dicht.”

22 | JEUGDZORG


Musa kijkt in de koelkast en schenkt zichzelf wat te drinken in. Hij pakt de beker en gaat op een gekleurde plastic stoel zitten die bij de lange houten eettafel staat. Klinkt als een zorgeloos leventje, maar dit is niet altijd zo geweest. “Toen ik nog thuis woonde had ik altijd ruzie met mijn moeder. Ook met mijn stiefvader. Ik luisterde ook nooit, daarom ben ik toen naar een gezinshuis gegaan.” Zijn moeder is op dit moment in het buitenland, zijn zus is boos op hem omdat hij over de telefoon nare dingen over hun moeder heeft gezegd, zijn twee broers zitten in de gevangenis en zijn biologische vader kent hij niet. Musa’s situatie is er eentje die niet op zichzelf staat. In Nederland zijn er veel jongeren die te maken hebben met problemen en in aanraking komen met jeugdhulp. Op het CBS is te vinden dat in de eerste helft van het jaar 2016 het om ruim 1,4 miljoen jongeren tussen de 12 en 18 jaar gaat, waar-

van ruim 287.000 jongeren gebruik moesten maken van jeugdhulp. Deze jongeren kampen vaak met psychische-, psychosociale-, en/ of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere of opvoedingsproblemen van de ouders. De tevredenheid van jongeren die weinig contact hebben met de familie, zoals in Musa’s situatie, laat met cijfers van het CBS zien dat zo’n 10% ongelukkig is. Wanneer de jongeren hun ouders vaker zien, wordt de jongere gelukkiger. Dus familie speelt wel degelijk een rol in hoe gelukkig iemand is. Des te vaker jongeren hun familie zien, hoe gelukkiger ze zijn.

SCHILDERIJ MET HET LOGO VAN DE BGP AAN DE MUUR IN DE WOONKAMER.

JEUGDZORG | 23


REPORTAGE

“ZE VLOGEN ELKAAR AAN, SCHELDEN,

VLOEKEN, ALLERLEI

WOORDEN DIE IK NIET ZAL

HERHALEN! IK HAD GEEN IDEE HOE DIT

IK

MOEST

AANPAKKEN Een rustig-ogende jongen is Musa. Hij kan ook manipulatief zijn, zoals vaker het geval is bij probleemjongeren. Twee weken geleden schiet de o-zo rustige Musa volledig uit zijn slof, vertelt stagiaire Stefanie. “Het gebeurde toen ik hier net twee weken stageliep. De jongeren hier tasten je echt af. Ze gaan echt peilen tot hoe ver ze je kunnen krijgen. Dit voorval was tijdens het eten. Musa en een ander meisje waren elkaar de hele dag aan het uitdagen en ineens was het klaar. Ze vlogen elkaar aan, schelden, vloeken, allerlei woorden die ik niet zal herhalen vlogen over en weer. Ik wist echt niet wat ik moest doen.’’ “Gelukkig kwam de medewerkster al vrij snel terug van boodschappen doen en toen hebben we apart van elkaar met hen gepraat

en ze weten te kalmeren. Maar geloof me, deze jongeren zitten hier echt niet voor niets.” Toch vindt Musa de manier van werken bij de BGP een fijne manier. “De leiding is leuk, als je ook aardig tegen hen doet. De jongeren zijn ook wel leuk, alhoewel sommigen wel arrogant zijn. Tijdens mijn periode bij de BGP wil ik nog leren om minder brutaal te zijn, niet meer zo snel boos te worden en weten wie ik kan uitschelden en wie niet. Als ik boos ben, scheld ik echt iedereen uit. Na mijn tijd hier wil ik eigenlijk mijn eigen kleding maken en acteren, maar eerst alles hier maar goed afmaken!”

JONGEREN KIJKEN TV IN DE WOONKAMER VAN DE BGP --> 24 | JEUGDZORG



TIJDLIJN:

GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHIATRIE

1442

Reinier van Arkel

In ‘s-Hertogenbosch werd het eerste psychiatrische ziekenhuis opgericht. In de 100 jaar daarop werden er in Utrecht en Amsterdam ook ‘dolhuizen’ gebouwd. Tot de 19e eeuw bleven het kleinschalige voorzieningen. Zo heet het boek van Jan Foudraine. Hij schrijft vanuit zijn ervaringen in de psychiatrie. Het boek is een ijkpunt in een meer humane benadering van opgenomen patienten.

1883 “Lehrbuch für studierende und Artze.”

1909 Eerste consultatie bureau voor alcoholisme

De eerste classificatie en beschrijving van geestesziekte werden vastgelegd. Daarvan zijn nog steeds sporen terug te vinden in de psychologie-handboeken van nu.

Opgericht door Th. Van der Woude in Amsterdam. Als heel snel besefte men daar dat alleen adviseren niet genoeg was en werd er ook geholpen met bijvoorbeeld het vinden van werk, betere huisvesting en het wegwerken van schulden.

Acute psychiatrische interventies kwamen rond deze tijd echt van de grond, maar alleen als de reisafstand niet te groot was. De opgehaalde patient verbleef meestal enkele dagen in een crisiscentrum.

In deze stroming kwamen de wensen van de cliënt centraal te staan. Mensen ware niet langer uitbehandeld en moesten zich rustig houden, maar zich juist richten op de toekomst. In Nederland werd stichting Rehabilitatie opgezet.

Wie Is Van Hout

1971

Rehabilitatie Crisishulpverlening

1977 26 |

1992


1932

Sociale psychiatrie

1926

1949

Creatieve therapie

1953

Chloorprozamine

Pieter Baan Centrum

In het ziekenhuis in Santpoort voerde dr. Van Der Scheer voor het eerst actieve therapie in dat later leidde naar o.a. creatieve therapie. Inspiratie werd opgedaan in Duitsland en Amerika. Een wet waarin de voorwaarden en handelingen rond gedwongen opnames vastgelegd zijn. De patiënt moet bijvoorbeeld een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving vormen.

Arie Querido begon in 1931 met werken als psychiater en was van mening dat de behandelaar naar de patient moest komen en er veel meer voor- en nazorg moest komen. Sociaal werkers kregen een grote betrokkenheid. Preventiemedewerker Doortje Kal neemt het initiatief voor ‘kwartiermaken’; het maatschappelijke klimaat creëren waarin er voor psychiatrisch patiënten meer mogelijkheden ontstaan om bij de samenleving te horen.

Wet BOBZ

1994

Oprichting van psychiatrische observatiekliniek, waar tot de dag van vandaag toerekeningsvatbaarheid van verdachten wordt bepaald Deze manier van zorg gaat erom dat je hulp verleent die gestaafd is aan wetenschappelijk onderzoek, kennis en ervaring van hulpverleners en bij je client past. Zo voorkom je hulp die achteraf schadelijk of nutteloos blijkt.

Evidence Based Practice Vermaatschappelijking

1996

2000

Chloorpromazine kwam als medicijn op de markt en was daarmee een doorbraak van psychofarmaca in Nederland. Tot dan toe was er gebruik gemaakt van kalmerende baden en middelen uit de natuur. Het project ‘Familie als Bondgenoot’ werd opgezet. Hulpverleners en familieleden van een patiënt werden samen zoveel mogelijk een team door kennis en ervaringen te delen.

Familie als bondgenoot

2005 | 27


DE POLITIEK OVER...

HOE DENKT DE Nu de verkiezingen zijn geweest en de VVD de grootste partij is kan het formeren van een nieuw kabinet beginnen. Maar wat willen deze vijf partijen eigenlijk met de zorg?

PSYCHIATRIE

PSYCHIATRIE

PSYCHIATRIE

VERSLAVINGSZORG

VERSLAVINGSZORG

VERSLAVINGSZORG

JEUGDZORG

JEUGDZORG

JEUGDZORG

> Betere aansluiting psychische en fysieke zorg > Samenwerking tussen zorgverlener, politie en gemeente stimuleren > Stevige verbinding tussen jeugdhulp en jeugdgezondheidszorg > Meer aandacht op consultatiebureaus voor hechtingsproblematiek in gezinnen.

> Legaliseren/reguleren van softdrugs > Leeftijdsgrenzen alcohol en tabak behouden

> Stevige verbinding tussen jeugdhulp en jeugdgezondheidszorg om problemen op latere leeftijd te voorkomen Verschillende domeinen moeten meer gaan samenwerken > Kindermishandeling anders bestraffen: niet langer het kind uit huis plaatsen, maar de pleger van het geweld

28 |

> Meer geld voor het aanpakken van wachtlijsten en gemeentelijke budgetplafonds in de ggz > Betere opvang voor verwarde personen en daklozen > Invloed versterken van familie- en netwerkraden, naast cliëntenraden, bij zorgaanbieders in de ggz

> Streven naar rookvrije generatie > Verslavende toevoegingen aan sigaretten en tabak verbieden > Rookvrije zones op terrassen

> Scherpe en landelijke controle op de uitvoering van jeugdzorg bij de gemeenten > Jeugd-ggz weer terug in de Zorgverzekeringswet > Privacy van kinderen en ouders die met jeugdzorg te maken hebben zo goed mogelijk beschermen: persoonlijke informatie in de jeugdzorg moet daarom zo kort mogelijk worden bewaard en zo min mogelijk mensen moeten er toegang toe hebben.

> Investeren in beschermd wonen en in zorg voor mensen met ggz-problemen die thuis wonen: 24/7 ambulante psychische zorg in de wijk, inloophuizen en time-out voorzieningen voor kortdurende opname > Dagbesteding en respijtzorg

> Tegengaan van verslavingen onder jongeren: zoals alcohol-, drugs-, game- en gokverslaving > Gedoogbeleid volledig afschaffen en alle drugsgerelateerde criminaliteit met wortel en tak uitroeien > Zorg dicht bij scholen organiseren: onderwijs betrekken bij inkoop jeugdzorg > Expertise en preventie op school > Stimuleren psychische gezondheid bij kinderen en ouders: extra inzet om depressies en suïcides onder jongeren te voorkomen > Coördinerend minister voor Jeugd en Gezin die zorgdraagt voor een samenhangend overheidsbeleid voor gezinnen en kinderen


POLITIEK EROVER

PSYCHIATRIE

PSYCHIATRIE

VERSLAVINGSZORG

VERSLAVINGSZORG

JEUGDZORG

JEUGDZORG

> Risico-dragendheid zorgverzekeraars voor ggz in Zorgerzekeringswet ongedaan maken > Voldoende ggz thuis en in de buurt is noodzakelijk > 24-uurs crisiszorg beschikbaar > Rol en positie van familie in de ggz vergroten

> Toekomstige ouders helpen bij stoppen met roken > Doel om alle coffeeshops te sluiten Einde aan gedogen van harddrugs

> Voorstander van overheveling jeugdzorg naar gemeente, dit moet echter wel onder de juiste randvoorwaarden en met minder bezuinigingen > Wachtlijsten jeugdzorg onaanvaardbaar > Gezinsondersteunend budget bij gezinnen met meerdere problemen > Overgangsbeleid voor jeugdzorg zodat het niet abrupt stopt bij 18 jaar

> Voorkomen beter dan genezen: werk maken van preventie en het bespreekbaar maken van psychische problemen (vooral onder jongeren) > Bij de behandeling van fysieke aandoeningen psychosociale zorg mogelijk maken > Een gevarieerd aanbod van ggz-hulpverleners, zodat er altijd een hulpverlener is die bij een cliĂŤnt past

> Legaliseren/reguleren van softdrugs > Voorlichting over alcohol- en drugsgebruik voor jongeren, hun ouders en docenten. > Strenger toezien op het de handhaving van de leeftijdsgrens voor verkoop van alcohol en drugs

> Behoefte van het kind voorop: geen nieuwe stelselwijziging > Specifieke aandacht voor inbedding jeugd-ggz bij gemeente: samenwerking jeugdhulp en andere kant psychische en bredere medische zorg > Aandacht voor vroeg-signalering, vroeg-interventie en betere aansluiting jeugdhulp. > Experimenten met oplossingen voor probleem bij overgang 18- naar 18+

| 29


INTERVIEW

“TIJDENS ONZE HIGH HADDEN WIJ ONZE

EIGEN

SPELLETJES BEDACHT, OP DIE MANIER HADDEN

LEUKE AVOND. TOEN WILDEN WE ELK WEEKEND EEN LEUKE AVOND HEBBEN WE EEN

EN GINGEN WE STEEDS

MEER

GEBRUIKEN” STSTEPHAN STEEKT NOG EEN JOINT OP -->

30 | VERSLAVINGSZORG


DOOR MICHAELA NOVA

Stephan is op zijn vijftiende bij een leefgroep gaan wonen, want thuis ging het niet meer goed. Dit heeft veel met hem gedaan. Stephan is nu 20 jaar en is een wietverslaafde. Hij vertelt over zijn verleden en hoe hij begonnen is met wiet roken.

VERSLAVINGSZORG | 31


INTERVIEW

“Dat was op de middelbare school, toen was ik 14. In de 2e klas kwamen mijn vrienden en ik erachter dat een jongen op school dealde in wiet en toen wouden we wiet van hem kopen. Na overleg binnen de vriendengroep waren we wel geïnteresseerd. Uiteindelijk zijn we gewoon opgelicht en kregen we bijna niks. Het was niet eens genoeg voor één joint. Ongeveer een maand later vroeg een jongen uit mijn voetbalteam of ik van hem wiet wou kopen en aangezien ik bijna zeker wist dat de rest van de vriendengroep dat ook wel wou heb ik het gekocht. Dat heb ik uiteindelijk ook met mijn vrienden gerookt. Dat was mijn eerste keer.”

Waar kwam die interesse vandaan om wiet te gaan roken?

“Het begon al een tijdje eerder met sjekkies en sigaretjes roken en toen we signalen opvingen van mensen in onze omgeving die ook wel eens wiet hadden gerookt, raakten we best wel geïnteresseerd. Eerst was het eens in de maand en dat werd steeds vaker tot elke dag.”

Ging dat wietgebruik bij het chillen ook gepaard met andere drugs?

“Eerst niet, toen was ik daar niet mee bezig. Anderen uit mijn vriendengroep waren dat al wel, maar ik nog niet. Tot dat ik meegevraagd werd naar een festival en ik daar drugs aangeboden kreeg. Toen heb ik uiteindelijk xtc gebruikt. Dat was mijn eerste keer, toen was ik 16. Maanden later vroeg diezelfde vriend mij of ik het weer wou doen met hem en dat wou ik wel. Toen is het een ding geworden wat we eens in de twee à drie maanden met een paar vrienden deden. Toen we ook andere dealers leerden kennen raakten we ook wel in aanraking met andere soorten drugs en elke keer als we dan harddrugs gebruikten, rookten we daar ook wiet bij. Dat hielp ook tegen een kater. Ik moet wel zeggen dat wietgebruik niet de reden is geweest dat ik harddrugs ben gaan gebruiken, dat was gewoon puur uit interesse.”

Hoe komt het dat je steeds meer wiet ging roken?

“Dat weet ik niet echt. Dat heb je op het moment zelf niet echt door, pas als het te laat is heb je het door. Achteraf denk ik dat het begon op het moment dat ik in mijn eentje begon te blowen en dus zonder mijn vrienden. Dat begon toen op mijn zeventiende toen ik op een leefgroep woonde. Dan ging ik naar buiten en nam ik mijn telefoon mee. Dan ging ik ergens in een parkje zitten, muziek luisteren en een jointje roken.”

“Een vriend van mij en ik spraken steeds vaker af om wat te gaan roken omdat wij het allebei erg leuk vonden. Tijdens onze high hadden wij onze eigen spelletjes bedacht en op die manier hadden wij een leuke avond. Toen wouden we elk weekend wel een leuke avond hebben en zo werd dat steeds meer. Langzamerhand begonnen we ook doordeweeks af te spreken om te chillen. Soms rookten we in de pauzes op school ook of bijvoorbeeld in een tussenuur. Soms gingen we zelfs spijbelen om te roken. Bijvoorbeeld als een van ons een tussenuur had en de ander niet, dan spijbelde degene zonder tussenuur om samen te kunnen chillen en roken.”

Hoe kwamen jullie aan wiet?

Wisten je ouders van jouw wiet gebruik?

Wanneer begon je echt verslaafd te raken?

“We hadden een paar nummers van een aantal dealers gekregen van andere jongeren. Die waren ook nog niet oud genoeg om naar de coffeeshop te kunnen. Na een tijdje weet je wel welke mensen nog meer blowen en als je dan niemand had die wat kon regelen, dan kon je andere mensen vragen van ‘hey weet jij iemand die wat kan regelen?’. Later werden we een voor een achttien en dan kon iemand uit de groep naar de coffeeshop. Toen dat nog niet zo was

32 | VERSLAVINGSZORG

“Ja, ze wisten dat ik wiet rookte, maar ze wisten niet dat ik het elke dag deed. Maar omdat ik niet bij mijn ouders woonde was het makkelijk om elke dag te kunnen roken zonder dat zij dat wisten. Mijn begeleiders merkten het wel, maar op dat moment had ik daar best wel schijt aan. Dat heb je bij je ouders toch minder snel. Dat merkte ik ook steeds wel meer bij mijn vrienden, want op een gegeven moment konden ze niet meer afspreken en dat was dan een beetje het moment dat ik dus zelf begon te roken.”


“EERST

WAS HET EENS IN DE

MAAND.

MAAR DAT WERD STEEDS

VAKER

Wat deden je begeleiders ermee?

“Mijn begeleiders spraken mij erop aan. Ze gingen dan met mij in gesprek en ze hebben mij zelfs aangemeld bij Tactus. Maar dat heeft niet echt veel geholpen, vind. Ik ben er wel heen geweest en ik heb er wel wat dingen van geleerd, maar het heeft me niet geholpen met minder blowen. Dat komt omdat ik vanuit mijzelf niet wou stoppen met blowen. Ik wou gewoon graag mijn wiet roken. Ik vond het geen probleem om dagelijks wiet te roken. Als ik stoned of high was dan kon ik nog naar school, kon ik normaal mijn opdrachten maken en kon ik normaal functioneren in feite. Dat kan niet als je dronken bent of onder invloed van harddrugs. Daarom zag ik niet echt een probleem in het dagelijks blowen.”

Hoe zie je dat nu?

“Ik weet nu dat het belangrijk is om wel nuchter te zijn op school, maar buiten school of andere belangrijke zaken zoals werk maakt het mij niet veel uit. Ik vind dat je het gewoon kan doen op school of werk als je je werk gewoon prima kan doen. Dan ben ik de laatste die tegen zal zeggen dat je moet stoppen. Ik heb nu wel gemerkt dat het voor mij beter is dat ik gewoon nuchter ben op school. Dan ben ik minder lui en dan ben ik dus gemotiveerder. Ik krijg dan ook geen vervelende reputatie bij de leraren, want het valt wel op als je stoned bent. Dat zien leraren wel, ook al zeggen ze het niet altijd.”

Heb je wel eens geprobeerd te stoppen met elke dag te smoken? “Ja, maar dat is niet gelukt. Ik had niet echt een aanpak, ik wou gewoon proberen minder te blowen. De tijd die ik normaal spendeerde aan blowen probeerde ik anders in te vullen door te gaan gamen of door te gaan sporten. Ik ben toentertijd wel wat geminderd, maar echt stoppen wou niet lukken. Het lukte niet want ik vond het gewoon fijn om een joint te roken, dat gaf me een goed gevoel. Als ik me rot voelde vond ik het wel heel moeilijk om niet te blowen. Zeker als ik al een paar dagen niet had geblowd. Als ik vader zou worden ben ik zeker van plan om te stoppen. Ik wil mijn kind een goed voorbeeld geven.”

VERSLAVINGSZORG | 33


TOP 5

TIPS TEGEN UITSTELGEDRAG Leren voor een toets? Nou, nee. De zon schijnt dus ik ga lekker op een terras zitten in de stad. Herkenbaar? Dat dacht ik al. Of toch die ene aflevering van een serie nog even kijken voor je gaat leren? Niet helemaal wat de planning was, maar het is zo spannend! Uitstelgedrag is een veel voorkomend fenomeen onder studenten. Toch is uitstelgedrag niet alleen maar luiheid. Wat dacht je van perfectionisme, waardoor je denkt dat het nooit goed genoeg zal zijn? Of faalangst? Angst voor afkeuring? Of überhaupt angst omdat je gewoon niet hoe je moet beginnen?

De volgende vijf tips kunnen je erg goed helpen om juist rap aan de slag te gaan!

1.

2.

3.

Inzicht krijgen

Prioriteiten stellen

Neem allereerst je eigen uitstelgedrag onder de loep. Ervaar je (on)bewust angst? Ben je te perfectionistisch of weet je gewoon niet waar je moet beginnen? Door inzicht te krijgen in de reden van het uitstellen is de eerste stap op weg naar een productiever leven gezet.

Uitstelgedrag is aangeleerd en kan dus ook weer worden afgeleerd. Zet de meest vervelende klus bovenaan je takenlijst en begin meteen. Als de lastigste klus is weggestreept dan kan de rest alleen maar meevallen.

4. Opdelen die handel Deel grote onoverzichtelijke taken op in kleine stukjes. Zoals een boek is onderverdeeld in hoofdstukken, alinea’s, zinnen en woorden zo ga je moeilijke taken ook verdelen in hapklare brokjes.

34 |

Maak de lijst niet te lang Zorg ervoor dat je maximaal drie taken te vervullen hebt per dag. Bedenk van tevoren welke taken dit zijn en houd je hieraan. Een korte lijst zorgt voor overzicht. Bovendien geeft het een enorme voldoening als er aan het eind van de dag een dikke streep staat door al die volbrachte taken.

5. Stel een deadline Zorg dat je jezelf een deadline stelt én deel deze met anderen. Door een deadline te delen is de kans groter dat je een klus ook daadwerkelijk uitvoert.


“UITEINDELIJK

HAD IK ZOIETS VAN; IK HEB IN

IEDER GEVAL EEN DAK BOVEN MIJN HOOFD” P48

| 35


REPORTAGE

DE WOONKAMER VAN DE

SAMENLEVING DOOR DENNIS DE WIT

Jongeren zijn niet ‘lastig of vervelend’, dat zegt Peter Logtenberg van het Jongerencentrum in Delfzijl. Iedere jongere heeft een eigen verhaal. Het jongerencentrum is volgens Logtenberg ‘de woonkamer van de samenleving’. Het jongerencentrum in Delfzijl is in het leven geroepen om de overlast van jongeren in de gemeente tegen te gaan. 19,6 procent van de jongeren in Delfzijl is een achterstandsleerling, tegen een landelijk gemiddelde van 11,6 procent. Het jongerencentrum moet probleemjongeren van de straat houden. . De begeleiders van het jongerencentrum, Maja en Peter, eten gezellig een broodje. Het centrum gaat pas om twee uur open. Tot die tijd bekijken Peter en Maja de foto’s die ze hebben gemaakt tijdens de bootreis vorige week. De twee leidinggevenden van het jongerencentrum zijn samen met hun 10 stagiaires en de jongeren uit zeilen geweest. “Ooooh, wat een tof kind was dat!”, roept Maja het uit. Maja staat binnen het jongerencentrum bekend om haar enthousiasme. Ze is recht voor de raap, recht door zee. Iedere jongere heeft zijn eigen verhaal en zijn of haar eigen problemen. Peter probeert zo goed mogelijk op de hoogte te blijven van die problemen. “Het probleem is: soms moeten jongeren al op hele vroege leeftijd volwassen worden. Dan moeten ze zorgen voor hun broertjes of zusjes, terwijl ze zelf nog maar net 12 of 13 jaar zijn. Ze hebben dan geen tijd meer om kind te zijn. Ze zijn de hele dag bezig met oppassen, koken en hebben zelfs een opvoedende taak.”

36 | JEUGDZORG

In het jongerencentrum loopt een meisje rond. Zij vertelt een verhaal over haar familie. Over dat er problemen met haar familie zijn, thuis. Maar wat er gebeurd is thuis, blijft thuis. Verdrietig is ze er niet om, zegt ze. Vervolgens start ze een spelletje en gamet ze zonder zorgen door. Jongerenwerker Frans vertelt dat de omstandigheden thuis een belemmering voor het meisje hebben gevormd. “Zij heeft haar eigen problemen en het gaat niet lekker thuis. Ze heeft daardoor echt een behoorlijke achterstand opgelopen.” Naast het omgaan met problemen, is er ook veel ruimte voor leukere dingen, zoals tafelvoetbal en de inmiddels – door het vele gebruik – versleten PlayStation. Stagiaire Ebru (22) legt uit dat de jongeren bezig zijn met het maken van een nieuwe voorlichtingsvideo. De video wordt gemaakt in samenwerking met een oudere club AV-medewerkers. Het gaat om een voorlichtingsvideo waarin gewaarschuwd wordt voor verslavingen, op een herkenbare manier. De video is bedoeld om een subsidie bij de gemeente los te peuteren. Momenteel krijgt het jongerencentrum 30.000 euro subsidie op jaarbasis. De jongeren die in de video figureren, zijn de jongeren uit het jongerencentrum zelf. Niet iedereen is er op tijd, dus vallen de stagiaires zelf ook in tijdens de video. Zo speelt Ebru een boze moeder, omdat haar zoon steeds aan het gamen is.


EVEN GEEN ZORGEN TIJDENS EEN POTJE TAFELVOETBAL

“VAAK ZIJN NIET DE

JONGEREN, MAAR

DE

OUDERS HET PROBLEEM”

JEUGDZORG | 37


REPORTAGE

Rond halfacht druppelen de eerste mensen de muziekruimte binnen, waar de opnames van de video zijn. De opnames zouden om acht uur beginnen, maar de jongeren zijn (veel) te laat. De mensen van de AV-club leggen uit waar de apparatuur voor is. En regisseuse Noortje, een stuk ouder dan de oudste jongeren, helpt de jonge acteurs met hun eerste stapjes in het vak. Opvallend is de vindingrijkheid van vrijwilliger Irving (42). De video gaat over drugs en hij komt met theezakjes aanzetten. “Die moeten wietzakjes voorstellen”, zegt hij. Een meisje koopt zogenaamd drugs op straat. Ze houdt het triomfantelijk in haar hand: “Hey! Zo gaat dat in het echt toch ook niet”, roept Irving. Noortje stemt toe. In een andere scene speelt datzelfde meisje dat zij een joint rookt. Vervolgens wil ze haar beste vriendin ook een hijsje laten nemen. “Maar kan dat zo wel? Het komt wel op beeld”, vraagt Noortje zich af. “Ik rook wel vaker een joint, hoor”, zegt het meisje. Zij schiet tijdens een van de scenes in de lach. Haar tegenspelers lachen mee. “Stop maar!”, roept de kritische Noortje. “Als we dat straks ook doen, kunnen we meteen stoppen.” Een oorverdovende stilte klinkt en de jongeren kijken bedrukt. De volgende morgen zijn Jasmin en Ebru bezig met het herschrijven van het script: “Die regisseuse was best wel kritisch, maar wel terecht! Ik snap dat ook wel”, zegt Jasmin. Even later komt een 16-jarige jongen binnen. Hij vertelt stagiair Anouk dat hij in aanraking is gekomen met de politie. Vandaag moest hij naar de rechtbank. Daar is hij veroordeeld tot een taakstraf. Hij is niet de enige in Delfzijl. In 2014, werden 261 op de 10.000 jongeren in Delfzijl doorverwezen naar Bureau Halt. Het landelijk gemiddelde lag toen op 139 jongeren per 10.000 inwoners. Delfzijl heeft dus een echt jongerenprobleem. “Ik heb ook twee jaar voorwaardelijk gekregen”, vertelt hij erbij. “Wat? Maar wat heb je gedaan dan?” “Mishandeling ben ik voor veroordeeld, man. Net als in 2015. Als ik het nu weer doe, moet ik twee jaar de cel in.” “Hé, maar doe dan vanaf nu even rustig, oké? Als je wel veroordeeld raakt dan moet je tenminste twee derde van je straf uitzitten.” Anouk lijkt meer geschrokken dan de jongen zelf. Hij knoopt het advies van haar in z’n oren, pakt een gamecontroller en speelt zijn problemen weg.

38 | JEUGDZORG

“Maar die jongeren zijn niet echt gevaarlijk, of moeilijk, of irritant. Veel van deze jongeren hebben ouders die zelf ook problemen hebben. Ze zijn verslaafd, hebben schulden, of komen zelf met de politie in aanraking. Het is dus niet vreemd. Hier gaat het anders. Waar het hier in het jongerencentrum om draait, is respect”, zegt Peter Logtenberg. “Als een jongen van veertien naar je toekomt en vraagt hoe met je zoontje gaat. Dat is toch mooi? Dat is echt respect! Daar doe ik het voor. Elke dag weer.” Vaak zijn dus niet de jongeren, maar de ouders het probleem. De jongeren vinden het dan thuis niet leuk meer en zoeken een plek om zich terug te trekken. Die plek is het jongerencentrum. Peter gaat ook geregeld de straat op om nieuwe jongeren te zoeken. Die jongeren veroorzaken misschien nu vaak overlast of komen in aanraking met de politie. “Maar dan zeg ik dat ze ook bij ons welkom zijn”, zegt Peter. “Daar is het jongerencentrum ook voor opgezet.” Jongeren hebben een motivatie voor hun gedrag. Ze zijn zo gevormd door omstandigheden, zo denkt Logtenberg. Hoewel het – volgens Anouk - soms net een kinderdagverblijf in het Jongerencentrum lijkt, heeft iedere jongere een echte kans om volwassen te worden en op te groeien. Logtenberg: “Bij ons kunnen jongeren echt weer even jong zijn. Even relaxen, even jezelf zijn. Ons centrum is bedoeld als ‘de woonkamer van de samenleving’ voor alle jongeren. Een tweede thuis.” Jong geleerd is oud gedaan. De stagiaires van het jongerencentrum helpen niet alleen, maar hebben ook een opvoedende taak. Anouk heeft een meisje van zeven aangesproken op haar gedrag. Dat vertelt ze terwijl ze met Tobias een peukje staat te roken aan de achterzijde van het jongerencentrum. “Zij heeft echt een attitude. Ik heb haar gezegd dat dat heel brutaal overkomt.” Een ding is zeker: alle stagiaires, vrijwilligers en jongerenwerkers Maja en Peter hebben het beste met de jongeren voor. Zij worden echt door deze mensen gevormd. Het was een bewogen week, maar zeker is dat alle jongeren, ondanks hun soms - wat de maatschappij zou noemen - ‘irritante of vervelende’ gedrag, een goed hart hebben. Dat is wat telt!.


“JONGEREN HEBBEN EEN MOTIVATIE VOOR HUN GEDRAG. DOOR

OMSTANDIGHEDEN

ZIJN ZE ZO

GEVORMD”

JEUGDZORG | 39


INTERVIEW

“HAD JE RUZIE MET MIJ DAN HAD JE RUZIE MET LIESELOTTE” DOOR MAURICE MAZENIER


FOTO: JASMIJN NOLTUS


INTERVIEW

VAN BEGELEID WONEN TOT EEN WARE LIEFDESROMAN

FOTO: JASMIJN NOLTUS

Maikel en Lieselotte begonnen hun relatie in een begeleid wonen huis. Dat ging niet vanzelf. “Hoe verliep mijn jeugd? Mijn jeugd verliep op zich wel goed tot aan mijn vijftiende geloof ik, toen kregen mijn ouders wat gedonder met elkaar”, vertelt Maikel openhartig. “Ik heb mijn jeugd altijd wel als zeer prettig ervaren en nooit echt gedoe gehad.” Maikel (24) vond het gedonder van zijn ouders niet fijn, dus probeerde hij zijn gedachten te verzetten door andere dingen te doen. “Dat resulteerde eigenlijk in het feit, ik ben een beetje zo’n strebertje, iemand die houdt van het zichzelf bewijzen, dat ik alleen maar bezig ging met school. Alleen maar leren en huiswerk maken om maar niet aan dat gevoel toe te geven.” Uiteindelijk kwam hij tot de conclusie dat het zo niet langer kon 42 | PSYCHIATRIE

en besloot hij dat hij begeleid wilde gaan wonen. “Dat begeleid wonen heeft een hele lange aanloop gehad. Op mijn achttiende zijn mijn ouders uit elkaar gegaan en daar heb ik een hoop gedoe mee gehad. In die tijd heb ik niet echt de begeleiding gekregen van mijn ouders die ik had moeten hebben. Daardoor ben ik behoorlijk tekortgeschoten in bijvoorbeeld koken, hygiëne en het leren omgaan met teleurstellingen.” Maikel koos eerst nog voor een tussenstap. “Voordat ik begeleid ben gaan wonen ben ik bij mijn toenmalige vriendin, ondertussen ex-vriendin, en haar ouders ingetrokken. Haar ouders hebben gezegd dat ze mij niet meer verder konden helpen en ik moest maar kijken of ik begeleid kon gaan wonen.”


“DAN HEB JE VIER

CONTACTGESTOORDE AUTISTEN IN HUIS DIE JE WIL SAMENBRENGEN. DAT GAAT NIET ZO GOED”

“Dit is inmiddels de tweede stichting waar ik bijzit. De eerste was de RIBW Groep”, vertelt Maikel. “Een kutinstelling”, reageert zijn vrouw Lieselotte (22). “De RIBW was in eerste instantie wel goed voor mij, zeker omdat je dan uit huis was en je wat afstand kon nemen tot zaken”, gaat Maikel verder. “Naar verloop van tijd veranderde dat. Ik was het niet altijd eens met hun werkwijze, twee keer per dag checkten ze of je er was en ik was er vaak niet omdat ik druk was. En je had ook nog van die verschrikkelijke eetmomenten op dinsdagavond, dan moest je verplicht samen eten en daar was ik niet zo van.” Je zou het verplichte nummertjes kunnen noemen. “Ja precies. Dan heb je vier autisten in huis die ook nog contactgestoord zijn en die wil je dan samenbrengen. Dat gaat niet zo goed.” Het begeleid wonen bij de RIBW Groep heeft Maikel ook wat goeds gebracht. “Ik heb Lieselotte ontmoet bij de RIBW. Ik woonde daar al drie maanden en toen kwam Lieselotte bij ons inwonen. Vanaf minuut één klikte het al. Ze had iets mysterieus, dat is er inmiddels ook wel vanaf”, zegt Maikel lachend. “Maar in ieder geval ze had dus iets mysterieus over zich en dat wilde ik wel beter leren kennen. Toen kregen Lieselotte en ik een relatie en het werd heel erg lastig voor ons als stel om binnen het RIBW dingen goed te doen. Mensen zagen ons als een twee-eenheid, had je ruzie met mij dan had je ruzie met Lieselotte.” Je zou het ‘vier handen op een buik’ kunnen noemen en dat viel niet in goede aarde bij de anderen. “Daar was de rest het niet zo mee eens. En na een nogal heftige discussie en meningsverschil heeft Lieselotte uiteindelijk gezegd: we gaan hier weg. Toen gingen we naar ZekerZorg en nu wonen we hier.” “Het is niet zozeer op jezelf gaan wonen, dit is ook wat meer begeleid. We hebben een eigen woning dat wel, maar die is in beheer van de stichting. In principe doe je wel alles zelf, zoals koken en huishouden bijvoorbeeld maar je hebt er wel stukje begeleiding bij. Dat is dat beschermd wonen.”

“DAT ZIJN WEL DINGEN WAAR EEN RELATIE OP ZO’N MOMENT OP KAN BREKEN OF WAT HET KAN MAKEN” In vergelijking met het begeleid wonen bij de RIBW Groep hebben Maikel en Lieselotte nu wel meer vrijheid. “Klopt en daar zijn we ontzettend blij mee. Het eerste wat we hier regelden was de WiFi”, bekent hij, “want als je met vier mensen in één huis woont, waarvan er twee gameverslaafd zijn, reken dan maar dat je niks aan je WiFi hebt. Het was verschrikkelijk”, blikt Maikel terug. “Dus het eerste wat we deden was de WiFi aanschaffen en toen we de WiFi hadden zei ik tegen Lieselotte: hè, eindelijk onze eigen WiFi. Maar de vrijheid is er dus zeker.”

Op 6 juni 2016 traden Maikel en Lieselotte op vrij jonge leeftijd in het huwelijksbootje, iets wat je wel als een hele grote stap kan beschouwen. “Ze hebben het er altijd over dat het je mooiste dag is, de mooiste dag daar ben ik wel een beetje terughoudend in, maar tot nu toe in ieder geval wel. En die stap, ja, Lieselotte en ik gingen na drie maanden samenwonen, we gingen na drie maanden wonen in het huis waar we nu wonen. Die stap om te trouwen daar hadden we het toen al wel over. Je bent allebei wat ouder en je gaat het hebben over kinderen, trouwen, levensvisie en dat zijn wel dingen waar op zo’n moment een relatie op kan breken of wat het kan maken.” Om zo snel al te gaan samenwonen is een grote uitdaging, maar het heeft goed uitgepakt. “Het was een ingrijpende beslissing dat wel, maar ik heb er geen moment spijt van gehad. En Wals ik kijk naar ons huwelijk. We zijn nu negen maanden getrouwd. Negen maanden, zoveel weken, maar in ieder geval negen maanden en weet je, ik zou het niet anders willen”, vervolgt Maikel trots. Waar Lieselotte nog te instabiel is om een opleiding te volgen, daar volgt Maikel momenteel een opleiding aan de EEGA, een school voor jongvolwassenen met NHA, PDD NOS, autisme, een lichamelijke handicap of een Wajong. “Ik zit op dit moment in Deventer op school. Het gaat goed, ik loop stage en ik heb net mijn eerste stagebeoordeling gehad en die was goed. Dus het gaat prima, maar je moet daarbij wel oog houden voor de situatie. Want ik heb de neiging dat als ik zeg dat het goed gaat, ik terugval. Er is altijd ruimte voor verbetering mogelijk en je moet pieken op je hoogtepunt.”

“WE HEBBEN HIER GEEN TUIN EN DAT VIND IK ONTZETTEND JAMMER” “Hoe zien wij de toekomst voor ons? Ik ga vanuit mijzelf spreken. Wij willen echt heel graag een eigen woning hebben en alles zelf doen. Het liefst een eengezinswoning waarbij ruimte is voor een tuin. We hebben hier geen tuin en dat vind ik ontzettend jammer. Ik wil een tuin”, is Maikel enthousiast, waarop Lieselotte de rolverdeling direct duidelijk maakt. “Dan mag hij gaan tuinieren, want dat doe ik niet.” Maikel lacht, maar ziet wel degelijk een belangrijke rol weggelegd voor een tuin. “Maar in tuinieren kan ik mijn hobby zeker wel vinden en ook mijn rust.” Ook met de eengezinswoning heeft Maikel duidelijke plannen. “Wij kijken natuurlijk ook met het oog op kinderen, want die willen wij uiteindelijk hebben. Maar wij beseffen ons dat wij daar nog heel veel voor moeten leren. Van elkaar, voor elkaar en van onszelf en dat gaat nog wel een tijdje duren, maar we zien de toekomst in ieder geval rooskleurig tegemoet”, besluit hij tevreden. PSYCHIATRIE | 43


BLOG

“IK KON HET NIET LANGER

VERDRAGEN:

IK MOEST

DOOD”

DOOR MAURICE MAZENIER Na jaren van taboe staat pesten eindelijk op de agenda van scholen en de politiek. Al heeft dat veel te lang geduurd. Hoeveel slachtoffers hadden er wel niet voorkomen kunnen worden als men eerder had opgetreden? Ook ik ben in het verleden jarenlang flink gepest, zo ernstig dat het mij bijna fataal werd. Ruim tien jaar ben ik kapot getreiterd en ondanks dat ik nu al enkele jaren pestvrij ben, heb ik er nog steeds last van.

Een kleine drie jaar geleden heb ik besloten om mijn verhaal te doen. Destijds verdween langzamerhand het taboe op pesten. Films als ‘Spijt!’ en ‘Stuk!’ en programma’s als ‘Gepest’ en ‘Project P’ brachten pesten onder de aandacht en dat was nodig ook. Pesten is misschien wel een van de ergste dingen die je kan overkomen. Als men lang genoeg door gaat met het treiteren kunnen ze het slachtoffer uiteindelijk helemaal de vernieling in helpen. Ik als ‘ervaringsdeskundige’ kan het weten en ondanks dat ik geprobeerd heb alles weg te stoppen, is dat helaas niet helemaal gelukt. Het pesten begon al op de basisschool, maar dat was niet de enige plek waar ik werd gepest. Ook op voetbal werd ik gepest. Ik zat in de C’tjes en moet toegeven dat ik geen talent was, maar ik vond voetballen geweldig. Het plezier wat ik van voetbal hard is toen snel kapotgemaakt. Ik werd uitgelachen om mijn postuur, eigenlijk om alles wat er maar aan mijn lichaam mankeerde. Ik ben bespot en vernederd en het werd alleen maar erger. Kledingstukken van mij werden onder de douche gegooid en ik werd opgesloten in de kleedkamer, maar er werd niets aan gedaan.

“DOCENTEN GEBRUIKTEN MIJN DRUKTE TEGEN ME” Bijna gelijktijdig speelde zich wat anders af. Ik ging voor het eerst naar de middelbare school (Twents Carmel College Lyceumstraat Oldenzaal). Voor mijn gevoel was ik vanaf het begin al een buitenbeentje in de klas. Ik heb me er nooit helemaal thuis gevoeld. Ik was anders dan de mijn klasgenoten. Ik was namelijk ‘drukker’. Niet raar als je bedenkt dat ik aspecten heb van ADHD, autisme en PDD-NOS. Hiervoor had ik ook medicatie. Docenten gebruikten mijn drukte vaak tegen mij en ik was dan ook vaak de klos, ook als ik er helemaal niets mee te maken had. Op een gegeven moment werd ik opstandig, en dat werkte niet in mijn voordeel. Ik joeg docenten, maar ook mijn medeleerlingen, bij wie ik ook al niet zo hoog in het vaandel stond, tegen mij in het harnas. Dit leidde ertoe dat de school besloot dat ik mijn heil ergens anders moest zoeken.

44 |

Op de achtergrond hadden de school en mijn ouders al een traject in gang gezet waarmee ik op een speciale school zou komen voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen. Ik kwam op een school terecht waar ik eigenlijk niet thuishoorde, want zo ‘moeilijk opvoedbaar’ was ik in mijn ogen niet. Toch moest ik akkoord gaan. Ook hier werd ik slachtoffer van pesten, al deed de school er alles aan om dit te voorkomen. Bijna dagelijks ben ik uitgemaakt voor onder andere ‘varken’, ‘zwijn’, ‘dikzak’, ‘kankerdikke’, ‘papzak’ en ‘vetklep’.

“IK WAS HET GEPEST ZO ZAT, DAT IK EEN WOEDEAANVAL KREEG” Na ruim anderhalf jaar mocht ik deze school verlaten en ging ik naar het Bonhoeffer College te Enschede. Hier was het echter te makkelijk voor mij, waarna ik terecht kwam op mijn vierde en laatste middelbare school. Waar ik ook mijn vmbo-k diploma heb weten te behalen. Alleen was ik weer ik het buitenbeentje en het mikpunt van getreiter. Eind november/begin december kwam ik toen in de klas terecht. De hele klas kende elkaar eigenlijk al en toen kwam ik er nog bij. Dat werd niet door iedereen gewaardeerd bleek snel. Ik had al wel geleerd om beter voor mezelf op te komen, helaas werkte dit averechts. Op een gegeven moment was ik het gepest zo zat dat ik een woedeaanval kreeg. De stoppen sloegen compleet door bij mij. Vervolgens besloot de docent om mij in bescherming te nemen. Meerdere gesprekken met mijn mentor waren het gevolg om maar tot een oplossing van het gepest te komen. Die kwam er niet. Ik zat in een moeilijke periode, een diep dal. Een dal dat dieper en dieper leek te worden. Ik zag geen uitweg meer, ik was al bezig met het ‘mishandelen’ van mezelf. Mezelf snijden, ook wel automutilatie genoemd. Het deed pijn, maar ik moest het van mezelf. Ik moest nog meer pijn lijden. Ik sneed uit verdriet en uit liefde. Ik moest dezelfde pijn


voelen als haar. Ik kon niet dieper met het kartelmes, het brandde! Dus stopte ik. Ik heb het nog wel een aantal keren gedaan, maar weer kwam ik niet diep. Tranen in mijn ogen van verdriet en van de pijn. Het bleef alleen niet bij automutileren. Ik ging nog een stap verder.

“TELKENS DIE TELEURSTELLING ALS EEN ZELFMOORDPOGING MISLUKTE” De kwelling, ik kon het niet langer verdragen. Ik moest dood. Maar hoe? Met touw? Met een mes? Voor de trein? Ik koos voor het mes. Dat leek mij het makkelijkste, maar toch lukte het niet! Ik kon het niet, de absolute ‘wil’ ontbrak. Maar waarom? Moest ik nog meer lijden? Wat hield mij tegen om mijn polsen door te snijden? Ik vond mezelf een zwakkeling. Het was zwak van mezelf om er geen einde aan te maken. De tranen begonnen te vloeien. Ik gaf het op. Voor deze keer. Er volgden nog twee zelfmoordpogingen, weer

lukte het niet en weer was er die teleurstelling in mezelf. Uiteindelijk verminderde het pesten op de middelbare school wel en behaalde ik mijn diploma. Via een omweg kwam ik op ROC de Gieterij terecht voor de mbo-opleiding Marketing & Communicatie. Ik behaalde daar mijn diploma en voor het eerst sinds jaren was ik pestvrij. Achteraf kan ik alleen maar heel blij zijn dat ik niet te vaak en te diep heb gesneden en dat de zelfmoordpogingen niet gelukt zijn. De wonden van het snijden zijn zo goed als verdwenen en mijn leven heb ik nu aardig op de rit, al is er altijd ruimte voor verbetering. Na het mbo ben ik doorgestroomd naar het hbo voor de opleiding journalistiek, ik heb een prima bijbaan en ook geweldige vrienden! Allemaal dingen die ik niet had gehad als ik er destijds een einde aan had gemaakt. Al moet ik toegeven dat mijn pestverleden in het hier en nu ook nog steeds een rol speelt. Het heeft me voor mijn leven getekend.

MAURICE IS EEN PAAR JAAR PESTVRIJ.

| 45


STAGETIPS

WIJ HEBBEN VOOR

JOU DE

MOEITE GENOMEN OM ALVAST

EEN

KIJKJE TE

NEMEN BIJ EEN AANTAL

POTENTIËLE

STAGEPLEKKEN. WIJ HEBBEN PLEKKEN

DRIE MOOIE

UITGEKOZEN.

LEES SNEL VERDER!

46 |


JONGEREN CENTRUM IN DELFZIJL

ACCARE

BEHANDELGROEP PLUS IN ZWOLLE

DIt jongerencentrum is onderdeel van Stichting Wezijn.

Deze stageplek zou perfect zijn voor studenten die willen werken met gezinnen met opvoedproblemen.

Deze stage is voor studenten die het leuk vinden om met probleemjongeren te werken. De groep die je begeleidt en ondersteunt zijn jongeren tussen de 12 en 18 jaar oud. Deze jongeren hebben veelal een moeilijke thuissituatie en opvoedproblemen, Bij de Behandelgroep Plus gaat het om een open instelling, waarbij jongeren dus de vrijheid hebben om te gaan en staan waar ze willen in overleg.

Hier in Delfzijl organiseren stagiaires en vrijwilligers samen activiteiten, maar ook apart. Een bekend festival is het jongerenfestival: StreetXP.

Daarnaast is er ook gedeelte die gaat over de jeugdpsychiatrie. Accare heeft bestigingen in meerdere delen van Nederland. onder andere in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel.

Hierbij heeft ook elke jongere een eigen behandelplan, eigen trajact.

| 47


“UITEINDELIJK HAD IK ZOIETS VAN:

IK HEB IN

IEDER GEVAL EEN DAK BOVEN M’N

HOOFD”

48 | JEUGDZORG


INTERVIEW

DOOR RAHANNA VAN STAPELE Marciano komt oorspronkelijk uit Amsterdam maar woont nu in Almere. Hij is 25 en is dagelijks te vinden bij Stichting Digg’out, een vangnet voor jonge ‘dwarsliggers’. Uit wat voor gezin kom je?

“Ik heb drie broertjes en een zus. Mijn broertjes hebben verschillende vaders, maar mijn zusje en ik hebben wel gewoon dezelfde vader. Toen ik acht was zijn mijn ouders gescheiden. Ik kon bij geen van beide blijven wonen en ben van daaruit ben ik jaren bij mijn oma gebleven. Zij is nu al best oud, al wel richting de tachtig.”

Waarom kon je niet bij je vader of moeder wonen?

“Nou, mijn vader werd al enigszins uit huis gezet, maar met welke redenen zal ik nooit weten. Mijn moeder had destijds al een nieuwe vriend en wilde naar Suriname. Ze ging zonder mij want ik wilde niet mee. Daarnaast zat ik nog op school en om dan naar een heel ander land te gaan, dat zag ik niet zitten. Vandaar dat ik naar mijn oma ging.”

Vond je dat niet moeilijk?

“Ik was toen negen, dus ergens vond ik dat wel moeilijk. Aan de andere kant dacht ik dat het niet zou werken als ik nu nog mijn school zou moeten achterlaten en weer iets nieuws moest beginnen. Mijn moeder schrok wel van mijn beslissing. Het duurde wel even voor dat ze er begrip voor had. Ik neem het haar niet kwalijk dat ze weg ging. Mij werd gevraagd of ik niet te jong was om nu al zelfstandig te zijn, want het blijft toch echt een jonge leeftijd. Maar ik wilde echt niet mee.”

En hoe was het contact met je vader op dat moment?

“Mijn vader woonde wel in Amsterdam, maar ik had helemaal geen contact met hem. Dat heb ik ook nooit meer gehad. Omdat hij dat niet wilde en omdat we elkaar nooit hebben teruggevonden. Dat is ook moeilijk als kind. Ik had ook geen contact met bijna de helft van mijn familie. Gelukkig heb ik wel wat vrienden waar ik close mee ben.”

En hoe is het contact met je oma nu?

“Mijn oma spreek ik ook niet meer. Dat is al een hele tijd zo, misschien wel de helft van mijn leven nu. Best wel jammer. Ze woont nog wel in Amsterdam.” JEUGDZORG | 49


INTERVIEW

Wat houdt jou tegen om zelf weer contact te zoeken?

“Ja heel veel houdt me tegen. Ook wel het feit dat veel familieleden zelf geen contact zoeken. Het is al bijna tien jaar verder. Van mijn opa en oma vind ik het ook niet zo erg. Ik kan dat niet verwachten, ook al ben ik wel hun kleinzoon. Ik weet dat ze ook op leeftijd zijn en misschien wel hele andere dingen aan hun hoofd hebben.”

“VAAK VOEL JE JE NOG ZO STUURLOOS EN VOORAL STRUCTUURLOOS” Heb je het idee dat je er alleen voor staat?

“Ja, zo voel ik mij wel uiteindelijk. Het is dat ik ook zelf wel wat dingen doe die me afleiden. Dus het kan er nog wel mee door. Mijn zus spreek ik nog wel, mijn jongere broertje, mijn moeder..”

Hoe verging het je ondertussen op school?

“Ik heb de basisschool en later de middelbare gedaan. Ik ben toen doorgegaan met een horeca-opleiding. Eigenlijk wilde ik graag een opleiding binnen defensie volgen, maar daarvoor moest je 18 zijn en ik moest dus nog een jaar wachten. Ik heb dat later alsnog gedaan in Soesterberg. Het duurde maar een paar maanden, die opleiding.”

En toen?

“Toen ik klaar was had ik helaas weer een heleboel gedoe met familie. Drama en hoofdpijn dus. Ik was inmiddels 19 en vervolgens ben ik twee, drie jaartjes begeleid gaan wonen. Dat was nog steeds in Amsterdam, de Bijlmer. Dat had z’n ups en downs, maar uiteindelijke had ik meer zoiets van: ik heb in ieder geval een dak boven m’n hoofd. Op dat moment zocht ik nog naar werk. Later heb ik iets gevonden in de keuken, en dat heb ik een jaartje of vijf gedaan totdat het bedrijf failliet ging.”

Maar uiteindelijk kom je in Almere terecht..

“Ja, bij de wooninstantie waar ik toen zat mocht je maar tot je 25e blijven. Ik was op een gegeven moment 24, en toen werd het wel tijd voor mij om te kijken wat de volgende stap ging worden. Namelijk, of ik in Amsterdam zou blijven of naar een andere plek zou vertrekken. In Amsterdam waren er heel weinig opties open en vaak waren dat hele kleine kamers waarvan ik bij mezelf dacht: “nee, daar wil ik echt niet zitten”. Ik heb toen zelf een beetje rondgezocht, en sinds december vorig jaar heb ik een appartementje in Almere.”

Vraag je je soms af welke richting je op wil?

“Vaak genoeg, hoor. Want vaak voel je je no zo stuurloos en vooral structuurloos, eigenlijk. Je weet dan niet precies waar je nou aan kan werken of waar je precies moet beginnen, omdat je dan toch iedere keer van de hak op de tak springt.”

50 | JEUGDZORG

Hoe stonden de mensen in je omgeving daarin?

“Sommigen hadden niet echte ambities en ook niet altijd de juiste bedoelingen. Uiteindelijk kan je omgeving wel wat invloed hebben op waar je mee bezig bent. Als ik eerlijk ben: binnen de familie werd er helemaal niet op scholing gelet. Dat heb ik allemaal zelf moeten doen. Als mijn vader een periode helemaal niks deed, zodat ik hem uiteindelijk uit z’n bed moest sleuren, dan had ik zoiets van: doe gewoon iets. De omgekeerde wereld. Het is niet zo dat er specifiek helemaal niet op mij werd gelet, maar ik dacht sowieso dat ik net zo goed in m’n eentje verder kon gaan.”

Hoe ben je bij Digg’Out terecht gekomen?

“Mijn vorige wooninstantie ging failliet, waarop Humanitas alles overman. Een van de mensen van de begeleidersinstantie van Humanitas heeft mij hier mee naartoe genomen. Dus hier zit ik dan, inmiddels twee weken verder, om naar werk te zoeken, maar ook een beetje om m’n dag in te vullen. Want die dagen waren een tijdje leeg, en daar wordt je ook niet vrolijk van. De eerste dagen waren vooral wennen. Ik had een beetje zoiets van ‘Is dit nou een buurthuis..?’. Maar naarmate ik langer bleef zag ik wel wat dingen waar ik iets aan zou kunnen hebben. Het is nu vooral nog rondkijken.”

Wat vind je van de mensen hier?

“De begeleiders helpen mensen wel echt. Af en toe mag er wel iets meer structuur zijn. Maar voor de rest vind ik het prima hier. De jongeren die hier komen hebben ieder hun eigen verhaal, maar ze komen allemaal wel heel relaxed over. Ik denk dat je jongeren hier een stukje basis en structuur mee geeft, vooral als ze dat zelf niet gekregen hebben.’

“HET STUKJE TOEKOMST LAAT IK OPEN” Waarom denk jij dat je hier bent?

“Twee redenen zijn toch het gebrek aan werk en aan vastigheid. Voor mij is het op dit moment echt om de dagen in te vullen. Er hangt hier een huiselijke sfeer, maar ik heb de afgelopen weken wel geleerd dat ik die vastigheid toch echt zelf ga moeten creëren.”

Wat doe je dagelijks na Digg’Out?

“Meestal ben ik thuis en ik pas vaak op de baby van m’n tante. Ik ben niet zo superveel op straat. Ik heb niet echt speciale hobby’s, maar ik werk al wel 8 jaar aan een radioprogramma, samen met een neef en een kennis.”

Hoe zie jij jezelf in de toekomst?

“Het stukje toekomst laat ik open. Ik ben er nog niet helemaal zeker van wat ik wil doen. Ik heb wel een aantal dingen die ik al doe, maar ik weet niet of dat echt voor een verdere toekomst is. Het is en blijft moeilijk om een baan te vinden. Ik zou wel graag iets in de horeca doen.”


DIGG‘OUT

Stichting Digg’Out ligt op nog geen tien minuten lopen van station Almere. Het is gehuisvest in een appartementenruimte op de eerste verdieping, waar zich iedere ochtend om stipt 9 uur jonge ‘dwarsliggers’ en stagiaires verzamelen. Digg’Out werd 8 jaar geleden opgericht en probeert zo

laagdrempelig en concreet mogelijk te zijn voor jongeren die er even niet uit komen. Hulp komt vanuit begeleiders maar ook vanuit het samenwerken met leeftijdsgenoten. Ze bieden een alternatief voor reguliere hulp, en benaderen jongeren op een andere manier. Het belangrijkste doel? Grip krijgen op eigen leven.

JEUGDZORG | 51


HOROSCOOP WATERMAN 21-1 / 20-2

Hoe hard je het ook probeert, soms wil het even niet lukken. Voor jou is het raadzaam om niet te strak de controle te willen houden, maar om de touwtjes juist wat te laten vieren en gebeurtenissen meer over je heen te laten komen. Jij vindt het belangrijk om zo onafhankelijk mogelijk te zijn en de regie te behouden, maar sommige dingen kun je nu eenmaal niet sturen. Het zal je uiteindelijk veel meer gemoedsrust opleveren als je je daarbij neerlegt, en tevens zal je energie overhouden voor dingen waarmee wel snel resultaat te boeken is.

VISSEN 21-2 / 20-3

Het gaat jou goed af! Tenminste, als we naar carrière kijken. Jij hebt motivatie en discipline kunnen opbrengen en qua school of werk zit je in een fijne flow, waar niet snel een einde aan lijkt te komen. Op andere vlakken gaat het minder voorspoedig. Je liefdesleven is nogal in het slob geraakt. Misschien is het eens een idee om meer buiten je eigen cirkel te kijken. Heb jij wel iemand nodig die zoveel op jou lijkt? Probeer buiten je vaste school te zwemmen, vanuit daar heb je veel beter zicht op de rest van de oceaan.

RAM 21-3 / 20-4

Eigenwijsheid is jouw niet vreemd, en in veel gevallen is het een eigenschap die je verder brengt. Maar hoe zeker je je je ook voelt, neem even wat gas terug en sta iets minder op je strepen. Doe je dat niet, dan kom je er misschien wel pijnlijk achter de inzichten van anderen jou veel hadden kunnen brengen. Dit geldt niet alleen voor de samenwerking met collega’s of medestudenten, maar ook in de liefde. Jouw inzet en eigen blik wordt ook daar erg gewaardeerd, maar soms ziet je partner net even iets wat jij gemist hebt. Lieve Ram, observeer en luister.

STIER 21-4 / 20-5

Komende maand gaat voor jou een betekenisvolle maand worden. Er staat iets groots te gebeuren op het gebied van de liefde. Dat kan gaan om toenadering vanuit onverwachte hoek, of een reünie met iemand uit het verleden. Ook al hebben eerdere ervaringen wat best was littekentjes achtergelaten, probeer jezelf zoveel mogelijk op te stellen. Wat betreft studie of werk gaat jou ook voor de wind. Kijk alleen uit dat je niet te overmoedig wordt.

TWEELING 21-5 / 20-6

Als het aan de sterren ligt, barst je de komende periode van creativiteit en ondernemingslust. Probeer daar op in te spelen door nu eindelijk wat lange-baanplannen op te pakken en er helemaal voor te gaan. Laat emotionele zaken even voor wat ze zijn, die kunnen je alleen maar afleiden en nu is hiervoor niet het juiste moment. Vergeet niet dat je sommige dingen beter even kan laten bekoelen om er later met een frisse blik weer naar te kijken.

KREEFT 21-6 / 22-7

Jij hebt een periode van verwarring achter de rug. En heel eerlijk, daar verkeer je eigenlijk nog steeds in. Grote kans dat die verwarring zich met name afspeelt in de liefde of familiair vlak. Het goede nieuws is dat dit niet lang meer zal duren. Aan de sterren te zien sta jij namelijk voor een groot breekpunt op het gebied van emotionele bindingen. Daarvoor is het belangrijk dat je alert blijft. Een gebeurtenis op jouw pad zal je helpen in je besluit en niets kan zoveel rust geven als een gemaakte keuze.

52 |


LEEUW 23-7 / 22-8

Vanaf vandaag zal voor jou een rustige periode aanbreken. Er staan geen ingrijpende gebeurtenissen te gebeuren en dat is voor jou misschien wel fijn. Ook in de liefde zal even een constante lijn te zien zijn. Maar let op: laat nu niet alles uit handen vallen maar gebruik deze periode om weer even met jezelf in contact te komen. Bedenk hoe het jaar tot nu voor jou verlopen is. Deze maand geeft je de tijd om jezelf te verbeteren zonder allerlei drukte tussendoor. Een uitgelegen kans om binnenkort met nieuwe ideeën en inspiratie naar je studie of werk te gaan.

MAAGD 23-8 / 22-9

Jij hebt de komende weken genoeg te doen, maar je voelt je een beetje lusteloos en opgebrand. Je bent een zorgzaam type die de problemen van anderen je volle aandacht. Je omgeving merkt dat ook op en je vrienden hebben een hoge pet van je op. Zij zullen het dan ook geen probleem vinden als ze even wat minder van je horen omdat je je op je eigen leven richt. En dat laatste is juist zo belangrijk. Probeer de komende tijd vaker een keertje ‘nee’ te zeggen, of ‘graag, maar als ik dit af heb’. Door eerst te zorgen dat je zelf lekker in je vel zit, worden taken al veel makkelijker.

WEEGSCHAAL 23-9 / 22-10

Na een wat mindere tijd heb je eindelijk je geluk gevonden in de liefde. Desondanks ben je toch wat onzeker of je nieuwe zielsverwant wel de ware is. Maar er is maar een manier om daar achter te komen en dat is er gewoon voor gaan. Op het gebied van school en werk zijn er op dit moment interessante kansen qua samenwerkingen. Als je deze niet uit de weg gaat en bereid bent om ideeën te delen, kan dat in de komende periode wel eens goed voor jou uitpakken!

SCHORPIOEN 23-10 / 22-11

Voor de schorpioen breekt er een periode van reiniging aan. En dat is hard nodig. Ontdoe je van contacten die je enkel uitputten en zaken die als een blok aan je been voelen. Sommige partners zijn niet de ware en sommige vriendschappen niet voor eeuwig. En die uitgebreide organisatie van het jaarlijkse familie- of vriendenweekend? Laat het een ander maar eens doen. Ga een rondje door je huis en gooi spullen weg die je het afgelopen jaar niet gebruikt hebt. Bijkomend voordeel: waar oude spullen weggegooid worden, ontstaat ruimte voor mooie nieuwe dingen.

BOOGSCHUTTER 23-11 / 21-12

De sterren en planeten zijn de boogschutter deze maand goed gezind. Wat een gelukskansen! Als je er eerder over twijfelde om op die leuke man of vrouw af te stappen; dit het hét moment om je move te maken. Solliciteren voor die baan waar je eigenlijk net iets te weinig ervaring voor hebt? Toch maar proberen hoor! Niet geschoten is altijd mis, en voor de boogschutter geldt dat nu extra. Maar net zo belangrijk is om je te realiseren dat geluk nooit vanzelf komt, ook al staat alles ernaar. Durf iets meer, dat gaat gegarandeerd resultaten opleveren.

STEENBOK 22-12 / 20-1

In de sterren is te zien dat jij erg sterk in je emoties zit deze periode. En dat kan zorgen voor mooie momenten die je extra intens beleeft, maar het maakt je ook erg gevoelig. Kijk daarom uit dat je je niet teveel aantrekt van gebeurtenissen om je heen en dat je blijft relativeren. Als het om school of studeren gaat mag je de lat wel iets hoger voor leggen. Je komt niet verder als je jezelf niet uitdaagt, en komende weken is de juiste tijd om dat te doen.

| 53


TOP 5

FILMS OVER ZORG 1.

Intouchables (2012)

Mocht deze film om een of andere reden aan je voorbij zijn gegaan, zorg dat je hem alsnog ziet! In deze drama-comedy zien we hoe de jonge Driss persoonlijk verzorger wordt van miljonair Philippe, een verlamde man met een enorm landhuis. De twee zijn elkaars tegenpolen: Driss is energiek en staat door zijn arme achtergrond versteld van Philippes rijkdom. Zijn nieuwe functie is hem daardoor niet meteen op het lijf geschreven. De miljonair daarentegen kan zich wat geld betreft alles veroorloven, maar staat ook verder van de samenleving af. Het gegeven leidt tot hilarische momenten zoals de scheerscène: “Oh Philippe, your mustache is turning me on.” En het beste van alles: het is waargebeurd.

2. Silver Linings Playbook (2013)

Een feelgood-drama over tegenslag, optimisme, familie en vriendschap. Regisseur David O. Russel wist een kleine maar gouden cast te strikken met onder andere Bradley Cooper, Jennifer Lawrence, Robert de Niro en Jacki Weaver. Centraal staat de bipolaire stoornis van Pat Solitano (Cooper) die zijn leven weer op de rit probeert te krijgen nadat hij uit het psychiatrisch ziekenhuis is ontslagen. Pat leeft volgens het credo ‘excelsior’: streven naar positieve energie. Al gauw blijkt dat hij nog niet is genezen en ontstaan er frappante situaties. Een sterk punt van de film is dat het de chaos en stress goed weet te vangen door de manier waarop het gefilmd is. Alles gaat snel en scherpe dialogen volgen elkaar in rap tempo op. Tegen de tweede helft van de film verandert dat enigszins samen met de toon van het verhaal. We kunnen er over blijven doorgaan, maar ga hem vooral kijken. Excelsior!

3.

Rain Man (1988)

Wat doe je als je zwaar autistische broer zojuist drie miljoen heeft geërfd en jij niets? Hem uit zijn zorginstelling kidnappen zodat je via een deal alsnog de helft krijgt. Dat is wat de egocentrische Charlie Babbit (Tom Cruise) doet wanneer hij er tot groot ongenoegen achter komt dat zijn overleden vader hem vrijwel niets nalaat. Gaandeweg ontwikkelt het verantwoordelijkheidsgevoel van Charlie zich steeds meer en gaat hij op een andere manier naar zijn broer Raymond kijken. Dankzij Rain Man kwam autisme voor het eerst onder de aandacht van het grote publiek. Shout-out voor Dustin Hoffman die een overtuigende prestatie als de autistische Raymond neerzet.

4. Split (2017)

Yes, ditmaal een spannende film op de lijst! Split is het meest recente werk van regisseur M. Night Shyamalan, bekend van onder meer The Sixth Sense. Zonder al te veel spoilers is hier een korte beschrijving: hoofdpersoon Kevin lijdt aan een dissociatieve identiteitsstoornis. Er huizen 23 persoonlijkheden in hem waarvan er een paar besluiten een drietal tienermeisjes te ontvoeren. De meisjes willen natuurlijk ontsnappen voor het te laat is, want een ding is zeker: de ontvoerder heeft een duivels plan. James McAvoy levert overigens uitmuntend acteerwerk en tilt het geheel naar een hoger niveau. En dat einde, bizar!

5.

One Flew Over the Cuckoo’s Nest (1975)

Eén van de meest gewaardeerde films met één van Hollywoods meest gewaardeerde acteurs. Jack Nicholson zien we zoals we van hem gewend zijn: lekker gek en tegelijk ook charismatisch als de rebelse antiheld Randall McMurphy. Door te doen alsof hij gek is ontloopt hij een gevangenisstraf en belandt in een gesticht. En we zeggen met opzet gesticht, want het gaat er anders aan toe dan tegenwoordig. Patiënten worden platgespoten met medicijnen en krijgen elektroshocks als strafmiddel. Big Nurse Ratched houdt iedereen in het gareel met harde hand en kille zelfverzekerdheid. Maar niet zonder dat McMurphy de boel van binnenuit even flink op stelten zet. Ondanks dat de klassieker inmiddels meer dan véértig jaar oud is, mocht hij wat ons betreft niet op de lijst ontbreken.

54 |


Hoofd dacte Mauricre e Mazeunr ier Eindred a c ti Micha la e Nova Koen Leip man Aan d Mauriceeze uitgave werk Bastian Mazenier | M ten mee van de B ic elt | Royhaela Nova | K oe Rijsdijk Redactie | Martinn Lipman | Rah Campus adres e Bloot anna van 2 | Dennis -6 8017 CA , de Wit |Stapele | Z w olle info@jo urnalisti ekzwoll e.nl Uitgeve r Hogesch ool Win desheim Druk Hogesch ool Win desheim Coรถrdin Eva Vrieatie Erik v nd Ton deaJn Schaik ager Deze pro Hoges ductie is ge aakt doo we besctehool Windeshm r s den ten van niet instaden aan de saeim te Zwolltu gegeven an voor de v menstelling ve. Ondanks dede opleiding Jou o a s stellen en de inho lledigheid, n dit produc constante zorg rnalistiek van t, istheid o de en aanda productiwij een reactieud hiervan. Mju f voortkdan de opleidin urende a g journcaht die derhalve e kan zonder erg op prijs vocht u feitelijk li c tu s e v ia ti geen rec o aliteit va onjuisth ek fo@w hten wooraankondiginin g wijzigindesheim.nl.eden tegenkomn de rden ontl Op de in D e e n n e e . e h d in A nd. an houd va an de in teursrec oud van dit houd hie n htelijk b platform verveelv rvan kudneze oudigeneschermde we rust auteursre n en rke ch zonder to estemmn of andere int.foHet is niet toe www.jo in u g rm rn g e sta van de o a www.fa alistiekzwo pleidingtie openbaar te an de aucebook.c lle.nl/bra ma en o JOURN om/brain instorm A f te LISTIEkK stormzw . olle

Colofon


BRAIN//STORM


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.