Kampkrant: verbeterde versie 25/04

Page 30

Edda Schönherz werd in 1944 geboren in Berlijn. Ze was een bekende presentator van de DDR‐staatstelevisie. Haar meningen weerspraken echter vaak de politieke en maatschappelijke (socialistische) opvattingen in de DDR. Ze wilde haar beroep als journalist graag vrij en ongecensureerd kunnen uitoefenen. Daarom informeerde ze naar de mogelijkheden om uit de DDR te emigreren. Dat werd echter gezien als een daad die de staat in diskrediet bracht, een zwaar vergrijp. Daarom werd ze in 1974 opgepakt. Pas twee jaar na haar vrijlating in 1977 mocht ze met haar twee kinderen naar München1 verhuizen. Daar vond ze opnieuw werk bij de televisie. Hieronder volgt een vertaling van een interview met mevrouw Edda Schönherz over haar gevangenschap. Mevrouw Schönherz, waarom werd u eigenlijk opgepakt? In augustus 1974 heb ik een vakantiereis met mijn twee kinderen – Annette (12) en René (11) – naar Hongarije2 benut om bij een westerse ambassade te informeren naar emigratiemogelijkheden uit de DDR. In de DDR zelf kon ik dat niet doen, want dan zou ik direct opgepakt worden.Ik moet er wel bij zeggen dat mijn vraag naar emigratiemogelijkheden een beetje provocerend van mij was. Erich Honecker 3 had namelijk de Helsinki‐verdragen ondertekend. Welnu, dacht ik, dan moet de DDR zich ook houden aan de inhoud van deze mensenrechtenverdragen. Natuurlijk had ik steeds in mijn achterhoofd, dat de DDR nog wel wat hindernissen op de weg naar het Westen zou opwerpen. En zo was het ook: Alle ambassades werden namelijk afgeluisterd en voortdurend gefotografeerd. Uit voorzichtigheid had ik van tevoren al enkele mensen die te vertrouwen waren, van mijn reis op de hoogte gesteld, o.a. enkele familieleden die in het deelstaatparlement van Beieren zaten. Ik zei: ‘Als er iets mocht gebeuren en ik verdwijn uit beeld, dan weet je waar ik ben.’ Ik heb zo weinig mogelijk mensen ingewijd. Ook mijn kinderen wisten bijna van niets. Het is niet gelukt: Slechts vier maanden later, in december 1974, werd ik al veroordeeld vanwege “staatsvijandige pogingen om contacten in het Westen op te nemen” en “voorbereiding van een onwettige grensovergang”. Men sprak van “een bijzonder ern‐ stig geval”. Kunt u uw gevangenneming beschrijven? Ik werd al in Hongarije opgepakt. Bovendien was de Stasi 4 in de DDR allang geïnformeerd, hoewel het Hongaarse ambassadepersoneel mij zei: ‘Om humanitaire redenen hebben we de staatsorganen van de DDR niets verteld; u kunt rustig weer terugreizen.’ Maar dat was een nette leugen. Toen ik in Oost‐Berlijn aankwam, werd mij duidelijk dat we onder voortdurend scherpe controle stonden. Ik ben toch gewoon naar m’n werk bij de televisie gegaan. Daar zei men echter, dat ik niet meer kon terugkeren en zo was ik opeens mijn baan kwijt. Een week later stonden er 12 Stasi‐beambten voor mijn bed. ‘U moet meekomen voor een verklaring van zakelijke aard.’ Ze brachten me naar Berlijn‐Lichtenberg, in het ministerie voor Staatssicherheit. Ik kan me nog heel precies de eerste ondervrager herinneren, vanwege zijn cynisme: ‘Zo, mevrouw Schönherz, er zijn twee wegen voor u. Achter mij de deur, waardoor u weer naar buiten kunt om naar uw kinderen te gaan, of die deur daarginds, die verder naar binnengaat.’ Ik heb toen gezegd: ‘Pas op, u weet al precies welke deur u voor mij bestemd hebt. En nu ik hier toch ben en nog geen uitreisvisum voor mij en mijn kinderen heb aangevraagd, dan doe ik dat nu! Zo en nu kunt u vragen stellen.’ Toen hebben ze me ongeveer de klok rond ondervraagd en na een korte nacht ging het weer verder. Vervolgens werd ik voorgeleid aan de gevangenrechter. Ik weet echt niet meer, wat hij mij allemaal voor de voeten heeft geworpen. Dat was voor mij allemaal één groot spel, niet serieus te nemen! Vanaf dat moment dacht ik: ‘Oké, hier moet je even doorheen en zorg dat het zo snel mogelijk weer achter je ligt.’ Na de voorgeleiding aan de rechter werd ik naar de centrale Stasi‐gevangenis in Berlijn‐Hochschönhausen gebracht. Maar dat wist ik toen nog niet. Vanaf dat moment wist ik überhaupt niet waar ik was. Van het Stasi‐ ministerie in de Nordmannenstraße hebben ze zo’n drie uur met mij in de omgeving rondjes gereden. En ja, waar kun je allemaal niet terecht komen in drie uur. Dat weet je niet! Waren uw kinderen op het moment dat u opgepakt werd, thuis? Ja. De Stasi had alles geobserveerd en in het hele huis afluisterapparatuur verstopt. Ze wisten dus precies, wanneer mijn kinderen naar school gingen en daarom hoefden ze ook niet aan te bellen. De hoofdstad van de deelstaat Beieren in West-Duitsland. Hongarije was gelegen achter het IJzeren Gordijn en daardoor een bevriende staat van de DDR. DDR -burgers mochten naar dat land ‘vrij’ reizen. 3 Staatshoofd van de DDR. 4 Staatssicherheitsdienst, de geheime dienst van de DDR. 1 2

30


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.